Weslo Easy Compact 2, WETL20709.0 Gebruiksaanwijzing [nl]

Page 1
Modelnr. WETL20709.0 Serienr.
Schrijf het serienummer hierboven voor verdere raadpleging.
Sticker met
serienummer
VRAGEN?
Mocht u nog vragen hebben, mochten sommige onderdelen ontbreken of beschadigd zijn neem dan contact op met de win­kel waar u dit produkt hebt ge­kocht.
GEBRUIKSAANWIJZING
Bezoek onze website: www.iconsupport.eu
OPGELET
Lees alle instructies en voor­zorgsmaatregelen in deze hand­leiding door voordat u dit appa­raat gaat gebruiken. Bewaar deze handleiding voor verdere raadpleging.
www.iconeurope.com
Page 2
INHOUD
E STICKER MET WAARSCHUWING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
D
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
GEBRUIK EN BIJSTELLEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11
E LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15
D
PROBLEMEN OPLOSSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .17
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .19
LIJST MET ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .20
GEDETAILLEERDE TEKENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Laatste Pagina
RECYCLING INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Laatste Pagina
DE STICKERS MET WAARSCHUWING
De stickers met waarschuwing hier getoond zijn op de aangegeven plaatsen geplakt. Bel, wan-
neer een sticker ontbreekt of niet leesbaar is, het nummer op de kaft van deze handleiding en vraag voor een vervangsticker. Plak de sti­cker op de aangegeven plaats. Opmerking: De
stickers worden niet op ware groote weergege­ven.
WESLO is een merk van ICON IP, Inc.
2
Page 3
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
WAARSCHUWING: Lees alle belangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in
deze handleiding en alle waarschuwingen op uw loopband voordat u deze gebruikt om het risico van
rnstig letsel te verminderen. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade door het
e gebruik van dit produkt.
1. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of enig ander oefenprogramma begint. Dit is bij­zonder belangrijk voor mensen boven de 35 of mensen met al bestaande gezondheid­sproblemen.
2. Het is de verantwoordelijkheid van de eige­naar zich te ervan te overtuigen dat alle ge­bruikers van de loopband voldoende op de hoogte zijn van de voorzorgsmaatregelen en waarschuwingen.
3. Gebruik de loopband alleen zoals beschreven is.
4. Plaats de loopband op een vlakke onder­grond met minstens 2,4 m ruimte rondom, ruimte achter de loopband en 0,6 m ruimte aan iedere kant van de loopband. Zorg ervoor dat de loopband geen luchtopeningen, luchtroosters blokkeert. Leg een matje onder de loopband om uw vloerbedekking te beschermen.
5. Gebruik de loopband uitsluitend binnenshuis en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de loopband niet in een garage, op een overdekt terras of bij water.
6. Gebruik de loopband niet waar spuitbussen gebruikt worden of waar zuurstof wordt toegevoegd.
7. Houdt te allen tijde kinderen jonger dan 12 en huisdieren bij de loopband vandaan.
8. De loopband kan alleen door mensen die minder dan 120 kg wegen worden gebruikt.
9. Draag geschikte kleding wanneer u de loop­band gebruikt.
10. Draag geen losse kleding die in de loopband verstrikt kan raken. Sportkleding voor man­nen en vrouwen aanbevolen. Gebruik de
loopband nooit op blote voeten, op sokken of op sandalen. Draag altijd sportschoenen.
11. Steek de stekker alleen in een geaard stop­contact (zie pagina 11). Geen elk ander appa­raat moet zich op dezelfde groep bevinden. Wanneer u de zekering moet vervangen, plaats dan een ASTA goedgekeurde zekering van het type BS1362 in de zekeringhouder. U moet een zekering van 13 amp gebruiken.
12. Mocht u een verlengsnoer nodig hebben, ge­bruik dan een verlengsnoer van 1,5 meter of korter.
13. Houdt de stekker bij hete oppervlaktes van­daan.
14. Loop nooit op de loopband wanneer de elec­triciteit uitgeschakeld is. Gebruik de loop­band niet wanneer het snoer of stekker beschadigd is. Gebruik de loopband niet als hij niet goed werkt. (Zie PROBLEMEN OPLOSSEN op pagina 17 als de loopband niet goed werkt.)
15. Lees, begrijp, en test de noodstop procedure voordat u de loopband gebruikt (raadpleeg pagina 12).
16. Start de loopband nooit wanneer u op de band staat. Houdt u altijd vast aan de handle­uningen wanneer u de loopband gebruikt.
17. De loopband kan een hoge snelheid bereiken. Stel de snelheid geleidelijk bij om schokkende versnellingen te voorkomen.
18. Laat de loopband nooit zonder toezicht rond­draaien. Verwijder altijd de sleutel, trek de stekker uit het stopcontact, en zet de reset/off stroomonderbreker in positie off wanneer u de loopband niet gebruikt. (Zie de tekening op pagina 5 voor de locatie van de reset/off stroomonderbreker).
3
Page 4
19. De hartslagsensor is geen medisch instru­ment. Bepaalde factoren zoals bewegingen,
unnen de juistheid van de metingen aantas-
k ten. De hartslagsensor dient slechts om een algemene hartslag te meten, als hulpmiddel bij uw oefeningen.
20. Voltooi eerst de montage van de loopband voordat u hem uitklapt, inklapt of verplaatst. (Zie MONTAGE op pagina 6 en DE LOOP­BAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN op pagina 15). U moet in staat zijn om 45 lbs (20 kg) veilig te kunnnen tillen om de loopband hoger of lager te stellen of te verplaatsen.
21. Bij het opklappen of verplaatsen van de loop­band dient u erop te letten dat de opbergver­grendeling het onderstel stevig in de opslag­stand houdt.
22. Verander de hellingstand van de loopband
niet door voorwerpen onder de loopband te plaatsen.
23. Controleer regelmatig of alle onderdelen nog goed vast zitten en verstevig ze indien nodig.
24. Steek nooit iets in welke opening dan ook voor dan loopband.
GEVAAR: Trek de stekker van de
25.
oopband altijd direct na gebruik uit het stop-
l contact. Eveneens de stekker uit het stop­contact trekken vóór het schoonmaken van de loopband, voor het plegen van onderhoud en voor het bijregelen zoals beschreven is in deze handleiding. Verwijder nooit de mo­torkap tenzij een technicus dat aangeeft. Ander onderhoud dan datgene wat vermeld staat in deze handleiding moet door een tech­nicus uitgevoerd worden.
26. Deze loopband is alleen voor huiselijk ge­bruik bedoeld. Gebruik de loopband niet commercieel of voor verhuur.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
4
Page 5
VOORDAT U BEGINT
ank u dat u heeft gekozen voor de nieuwe WESLO
D EASY COMPACT 2 loopband. Deze EASY COMPACT 2 loopband biedt een reeks functies die zijn ontwikkeld om uw oefeningen effectiever te maken. Als u geen
efeningen doet, kunt u deze unieke loopband opvou-
o wen, waardoor deze minder dan de helft van de ruimte inneemt van andere loopbanden.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding zorgvuldig door voordat u de loopband begint te gebruiken.
Handleuning
®
aadpleeg de kaft van deze handleiding mocht u nog
R vragen hebben nadat u de handleiding hebt doorgelezen. Voordat u met ons contact opneemt, schrijf het productnummer en serienummer even op.
e plaats waar u beide stickers kunt vinden wordt op
D de kaft van de handleiding aangegeven.
Voordat u verder leest, bekijk eerst aandachtig de tekening hieronder en de verschillende onderdelen.
Bedieningspaneel
Sleutel/Klip
Loopband
Voetkussentje
Bijstelbouten van de Ruststandrol
Motorkap
Reset/off
Stroomonderbreker
Stelvoeten
Vergrendelingsknop
Hellingsbeen
5
Page 6
MONTAGE
M8 Sterring (5)–6
1/4" Sterring (4)–2
M4.2 x 12mm Schroef (3)–4
M6 x 10mm
Bout (2)–2
M8 x 16mm
Bout (1)–6
M4.2 x 13mm
Schroef (32)–1
org dat het stroomsnoer niet op het stopcontact is aangesloten. Montage moet door twee personen wor-
Z
den uitgevoerd. Plaats de loopband op een open plek en verwijder het verpakkingsmateriaal. Gooi het ver­pakkingsmateriaal niet weg tot u de loopband volledig heeft gemonteerd. Let op: De onderkant van de loopriem van de loopband is bedekt met een smeermiddel voor een goede werking. Tijdens het vervoer kan een klein
eetje smeermiddel aan de bovenkant van de loopriem of de verpakkingsdoos terecht zijn gekomen. Dit is nor-
b maal en heeft geen invloed op de werking van de loopband. Als er zich smeermiddel op de bovenkant van de loopriem bevindt, kunt u deze eenvoudigweg afvegen met een zachte doek en een reiniger zonder schuurmiddel.
Voor de montage hebt u een hexagonale sleutel , een kruiskopschroevendraaier , en engelse sleutels nodig hebben , en draadknipper .
Gebruik de onderstaande tekeningen om te weten hoe u de hardware moet monteren. Het nummer tussen haak­jes onder elke tekening is het nummer van het onderdeel van de LISJT MET ONDERDELEN achterin deze hand­leiding. Het getal achter de haakjes is de hoeveelheid die nodig is voor de montage. Let op: Als een onderdeel
zich niet in het onderdelenzakje bevindt, kijk dan of het is bevestigd aan een van de onderdelen die ge­monteerd moet worden. Om schade aan plastic onderdelen te vermijden, moet u geen elektrisch gereed­schap bij het monteren gebruiken. Er is mogelijk extra hardware meegeleverd.
6
Page 7
1. Zoek de Rechter Handleuning (86), aangegeven met een sticker. (L ou Left indica esquerdo; R ou Right indica dereita.) Laat een tweede per-
oon de Rechter Handleuning vasthouden bij de
s buis op de Basis (79). Raadpleeg de inzet-
ekening. Maak de draadband in de Rechter
t
Handleuning goed vast aan het eind van de Draadhuls (84). Trek dan het ander eind van de draadband/kabelbinder totdat de Draadkoker helemaal door de Rechter Staander heen is.
Trek voorzichtig aan de Draadkoker/Draadhuls (84) terwijl u de Rechter Handleuning (86) op de buis van de Basis (79) schuift. Zorg ervoor dat
de Draadkoker/Draadhuls niet bekneld raakt.
Maak de Rechter Handleuning (86) vast aan de Basis (79) met twee M8 x 16mm Bouten (1) en twee M8 Sterringen (5). Draai de Bouten nog
niet te vast. Zorg ervoor dat de Draadkoker/ Draadhuls (84) niet bekneld raakt.
Maak de Linker Handleuning (34) vast aan de Basis (79) met twee M8 x 16mm Bouten (1) en twee M8 Sterringen (5). Draai de Bouten nog
niet te vast.
Verwijder de draadband van de Draadkoker (84).
1
Draad
band
34
86
1
5
84
86
Draad
84
band
79
5
1
2. Draai de Dwarsstang van de Handleuning (83) zoals aangegeven. Raadpleeg de inzetteken- ing an stap 1. Maak de draadband in de Dwarsstang van de Handleuning goed vast aan het eind van de Draadhuls (84). Trek dan het ander eind van de draadband/kabelbinder totdat de Draadkoker helemaal door de Dwarsstang van de Handleuning heen is.
Trek voorzichtig aan de Draadkoker/Draadhuls (84) terwijl u de Dwarsstang van de Handleu­ning (83) in de Handleuning (34, 86) steekt.
Zorg ervoor dat de Draadband/Kabelbinder niet bekneld raakt.
Maak de Dwarsstang van de Handleuning (83) vast met twee M6 x 10mm Bouten (2) en twee 1/4" Sterringen (4). Draai de Bouten nog niet te vast. Het kan zijn dat u de Schuimrubberen Grepen (85) wat naar beneden duwt.
2
Hole
83
84
Draad
4
2
band
85
4
34
85
2
86
7
Page 8
3. Maak de Plaat van het Bedieningspaneel (81) vast aan de Dwarsstang van de Handleuning
83) met twee M8 x 16mm Bouten (1) en twee
( M8 Sterringen (5). Zorg ervoor dat de Plaat
an het Bedieningspaneel gedraaid is zoals
v aangegeven en dat de Draadkoker/Draadhuls (84) niet bekneld raakt.
erwijder de draadband van de Draadkoker
V (84).
3
83
81
84
5
1
5
1
Draadband
4. Verwijder de achterkant van het bedieningspa­neel en de vier M4.2 x 12mm Schroeven (3) van het Bedieningspaneel (80). Bewaar de
achterkant van het bedieningspaneel en de Schroeven tot stap 6.
Houdt het Bedieningspaneel (80) tegen de Plaat van het Bedieningspaneel (81). Raak de plaat
van het Bedieningspaneel even aan om deze van statische electriciteit te ontdoen.
Steek vervolgens de connector aan het eind van de Draadkoker (84) in de connector aan de ac­chterkant van het Bedieningspaneel (80) op de aangegeven plaats. Raadpleeg de inzet-teken-
ing. De connectors moeten gemakkelijk in elkaar schuiven en op hun plaats klikken. Als
dat niet zo is, draai dan de connector van de Draadkoker en probeer het nogmaals. ALS DE
CONNECTORS NIET GOED ZIJN AANGES­LOTEN, KAN HET BEDIENINGSPANEEL BESCHADIGD RAKEN WANNEER DE STROOM WORDT INGESCHAKELD.
4
Connector
Achterkant van het
Bedieningspaneel
3
84
80
81
3
Connec-
toren
84
8
Page 9
5. Plaats het Bedieningspaneel (80) op de Plaat van het Bedieningspaneel (81), en steek het
verschot van de draad in de Dwarsstang van
o de Handleuning (83). Zorg ervoor dat de
raden niet bekneld raken.
d
5
80
Maak het Bedieningspaneel (80) vast met vier M4.2 x 12mm Schroeven (3). Draai de vier
chroeven wat aan voordat u ze vastdraait.
S
6. Maak de achterkant van het Bedieningspaneel (80) vast met vier M4.2 x 12mm Schroeven (3) die u in stap 4 hebt verwijderd.
Raadpleeg stap 1. Draai de twee M8 x 16mm Bouten (1) aan iedere kant van de loopband vast.
Raadpleeg stap 2. Draai de M6 x 10mm Bout (2) aan iedere kant van de loopband vast.
81
83
3
6
80
7. Draai een M4.2 x 13mm Schroef (32) in de Motorkap (53).
Achterkant van het
Bedieningspaneel
7
3
3
53
32
9
Page 10
8. Til het Onderstel (raadapleeg HOE DE LOOP­BAND INKLAPPEN VOOR OPBERGING op pagina 15). Zorg ervoor dat u de Motorkap
niet getoond) niet uit elkaar valt.
(
il de Gasveer (76) rechtop met de cylinder aan
T de onderkant zoals aangegeven. Raadpleeg de twee kleine inzet-tekeningen. Druk met uw nagel of met het eind van een schroeven­draaier, op het eind van de Klip van de Gasveer (77) om deze van de Gasveer los te maken.
Zorg ervoor dat u de Klip van de Gasveer niet kwijtraakt. Opmerking: Extra gasveerklip-
pen zijn inbegrepen.
Druk vervolgens het eind van de Gasveer (76) op de kogel van de steun op het Onderstel (87). Bekijk de tekening onder. Steek de Klip van de Gasveer (77) in de twee aangegeven kleine gaten in het eind van de buis van de Gasveer (99). Draai dan de Klip van de Gasveer in totdat het in de Gasveer vastzit.
8
Houder
87
77
7
76
7
70
Cylinder
77
Gaten
Houder
77
76
9. Plaats de cylinder kant van de Gasveer (76) bij de steun van de Basis (79).
Verwijder de Klip van de Gasveer (77) van het eind van de Gasveer (76) zoals in stap 8 wordt beschreven. Draai de Gasveer mocht dat nodig zijn om het eind van de Gasveer met de kogel aan te sluiten op de steun op de Basis (79).
Bekijk de tekening onder. Druk het uiteinde van de Gasveer (76) op de kogel van de beugel.
Opmerking: Het kan zijn dat u de Vergrendelingsknop (70) naar rechts moet trekken en het Onderstel (87) naar voren of naar achteren moet verplaatsen terwijl u de Gasveer op de kogel drukt.
Steek vervolgens het eind van de Klip van de Gasveer (77) in twee van de kleine gaten in het eind van de Gasveer (76). Draai dan de Klip van de Gasveer in totdat het in de Gasveer vastzit.
Laat het Onderstel (87) op de vloer zakken. Raadpleeg HOE DE LOOPBAND NEER TE LATEN VOOR GEBRUIK op pagina 16.
Zorg ervoor dat de vier Stelvoeten (niet getoond) goed op de grond rusten (raadpleeg HOE DE LOOPBAND TE STELLEN op pagina 14).
9
87
76
70
79
77
Houder
76
77
Gaten
10. Zorg ervoor dat alle onderdelen vast zijn gedraaid voordat u de loopband gebruikt. Mochten er plastic vel- letjes op de sticker van de loopband zitten, verwijder deze dan. Leg een matje onder de loopband om uw vloerbe­dekking te beschermen. Opmerking: Extra delen kunnen meegeleverd worden. Bewaar de meegeleverde (hexagonale) sleutels op een veilige plaats. U zult de grote sleutel nog nodig hebben om de loopband bij te stellen (zie pagina 18).
10
Page 11
GEBRUIK EN BIJSTELLEN
DE AL INGESMEERDE LOOPBAND
Uw loopband is voorzien van een band die al met een hoogwaardig smeermiddel is behandeld. BELANGRIJK: Behandel de band of het loopplatform nooit met silicone spray of enig ander middel. Als uw dat doet zult u de loopband beschadigen.
HOE DE STEKKER IN STOPCONTACT TE STEKEN
De stekker moet geaard zijn. Mocht het niet goed functioneren
geeft de aarding de laagste weerstandspad voor de electriciteit om zodoende het risico van electrische schok te verminderen. Een snoer en geaarde stekker zijn bijgeleverd. Belangrijk: Als het
snoer beschadigd is moet u het vervangen met een door de fa­brikant aanbevolen snoer.
Bekijk tekening 1. Steek het aangegeven eind van het snoer in het stopcontact van de loopband. Bekijk tekening 2. Steek het snoer in een goed geinstalleerd en geaard stopcontact die overeenkomt met alle plaatselijke regelingen. Belangrijk: De loopband kan niet op
een stopcontact met onderbreker van de grondfout circut ge­bruikt worden.
1
2
Stopcontact van de
Loopband
Stopcontact
GEVAAR: Een verkeerd stopcontact (zonder aarde) kan tot een electrische schok leiden.
Laat een elektricien de aarding nakijken als u niet zeker van bent dat het stopcontact goed geaard is. Knoei niet aan de stekker van het apparaat. Laat een elektricien een nieuwe stekker monteren als de stekker niet in het stopcontact past.
11
Page 12
BEDIENINGSPANEEL
Duim-
polsensor
DE WAARSCHUWINGSSTICKER OPPLAKKEN
Zoek de Engelse waarschuwingen op het bediening­spaneel. U vindt dezelfde waarschuwingen in andere talen op het meegeleverde stickervel. Plak de Nederlandse waarschuwingssticker op het bediening­spaneel.
BELANGRIJK: Laat, wanneer de loopband aan koude temperaturen bloodgesteld is geweest, de loopband tot kamertemperatuur komen voordat u de elektriciteit inschakelt. De displays van het be­dieningspaneel of andere electrische onderdelen kunnen beschadigen als U dit niet doet.
Steek het snoer in (zie pagina 11). Zoek vervol­gens naar de [RESET/OFF] stroomon-
Reset
derbreker op het onders­tel van de loopband bij het snoer. Plaats de stroomonderbreker in de reset positie.
Ga op de voetle­uningen van de loopband staan. Zoek naar de clip van de sleutel, en schuif de clip aan de tailleband van uw kleding. Plaats de
Sleutel
Klip
sleutel in het bedi­eningspaneel. Kort daarna zal de display oplichten. BELANGRIJK: Bij
een noodsituatie kunt u aan de sleutel van het be­dieningspaneel trekken, zodat de loopband ver­traagt en tot stilstand komt. Test de klip door voorzichtig een paar stappen achteruit te zetten totdat de sleutel uit het bedieningspaneel wordt getrokken. Als de sleutel niet uit het bedieningspa­neel komt, stel dan de lengte van de klip bij.
BELANGRIJK: Mocht er een velletje plastic op het bedieningspaneel zitten, verwijder deze dan. Draag alleen schone schoenen wanneer u de loop­band gebruikt om beschadiging aan het loopplat­form te voorkomen. Inspecteer af en toe de ligging van de band wanneer u de loopband voor het eerst gebruikt. Centreer deze mocht het nodig zijn (zie pagina 18).
12
Page 13
HOE HET BEDIENINGSPANEEL TE GEBRUIKEN
1. De sleutel volledig in het bedieningspaneel
teken.
s
aadpleeg pagina 12.
R
2. Start de loopband.
Druk op de Digitale Snelheidstoename toets om de loopband te starten. De loopband zal een ogenblik nadat u op de Digitale Snelheidstoename toets heeft gedrukt met een snelheid in grotere toename beginnen te draaien. Houdt u aan de handleunin­gen vast en begin te lopen. U kunt als u dat wilt tij­dens uw oefening de snelheid van de loopband ve­randeren door op de Digitale Snelheidstoetsen [DIGITAL SPEED] te drukken. De snelheidsin­stelling zal met iedere druk op de toets in grotere toename. Wanneer u op de toets blijft duwen dan zal de snelheid in grotere toename.
Om de loopband te stoppen, druk op de Stoptoets [STOP]. De tijd zal op de display beginnen te flikkeren.
3. Bekijk uw vordering op de display.
Tijdens uw oe­fening kan in de hoek linksonder van de display de verlopen tijd [TIME] en de afstand [DIST.] in kilometers die u gelopen worden aangeven. De hoek recht­sonder van de display kan de snelheid [SPEED] van de loopband in kilometers per uur en bij be­nadering het aantal verbrande calorieen [CALS.] aangeven.
De bovenste helft van de display is de Priority dis­play.
e Priority display kan de verlopen tijd, de gelopen
D afstand, de snelheid van de loopband, of bij be-
adering het aantal verbrande calorieen aangeven.
n Druk meerdere keren op de Priority Display toets totdat de Priority display de meest gewenste infor­matie aangeeft. Opmerking: Terwijl informatie op de Priority display wordt aangegeven, zal dezelfde informatie niet in de hoek linksonder of rechtsonder van de display worden aangegeven.
Het bedien­ingspaneel kan de snelheid en afstand in kilo­meters of mijlen aangeven. Om te zien welke eenheid gekozen is, houdt dan de Stop toets ingedrukt, steek de sleutel in het bedieningspaneel, en blijf een paar seconden lang op de Stop toets duwen. Er verschijnt een “M” voor metrische kilometers of een “E” voor Engelse mijlen op het display. Druk op de Snelheidtoenametoets om de meeteenheid te veranderen, als u dat wilt. Wanneer u de gewen­ste eenheid hebt gekozen, haal de sleutel er dan uit en steek deze weer in. Opmerking: De eenheid wordt opnieuw ingesteld wanneer de reset/off [RESET/OFF]stroomonderbreker in de “off” stand wordt geplaatst. Om het eenvoudig te houden wor­den alle instructies hier in kilometers aangegeven.
Om de displays te resetten drukt u op de Stop toets, haalt u de sleutel eruit en steekt u de sleutel er weer in.
13
Page 14
4. Meet uw hartslag als u dat wilt.
Ga op de voetleuningen staan en plaats uw linker
uim op de polssensor wanneer u uw hartslag wilt
d meten (zie tekening op pagina 12). Druk niet te
ard, of u zult de bloedsomloop in uw duim
h belemmeren en uw pols kan dan niet gemeten worden. Wanneer uw pols gemeten wordt zal een
indicator in de vorm van een hart op de display rechtsonder beginnen te flikkeren bij iedere hart­slag, en uw hartslag zal worden aangegeven.
Houdt uw duim minstens 15 seconden lang op de polssensor voor de beste meting.
Wanneer de aangegeven hartslag te hoog of te laag blijkt, of wanneer uw hartslag niet wordt aangegeven, haal dan uw duim een paar seconden van de polssensor af, en plaats dan uw duim weer op de polssensor. Vergeet niet stil te staan wan­neer u uw hartslag meet.
5. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wan­neer u klaar bent met uw oefening.
HOE DE HELLINGSTAND VAN DE LOOPBAND TE VERANDEREN
kunt om afwisseling in uw oefening te brengen de
U hellingstand van de loopband veranderen. Er zijn twee
ellingstanden. Haal eerst de sleutel uit de loopband
h
en trek de stekker uit voordat u de helling van de loopband aanpast. Plaats vervolgens de loopband in
de opberg stand (zie pagina 15).
Draai, om de hellingstand te veran­deren, de hel­llingsbenen naar boven of naar beneden
Hellings
been totdat de benen het on­derstel raken.
Onder
stel
Ga op de voetleuningen staan, druk op de Stop toets, haal de sleutel uit het bedieningspaneel. Bewaar de sleutel op een veilige plaats.
Wanneer u klaar bent met de loopband te ge­bruiken, plaats de stroomonderbreker in de “off” positie en neem het snoer uit het stopcontact. BE-
LANGRIJK: Als u dit niet doet kunnen de elek­trische onderdelen te snel slijten.
Laat de loopband zakken nadat u de hellingsbenen hebt bijgesteld (zie pagina 16).
HOE DE LOOPBAND TE STELLEN
Zorg ervoor dat alle vier stelvoeten goed op de grond rusten (een kant wordt maar getoond). Draai wan­neer de loop-
Stelvoet band wat wiebelt aan een van de stelvoeten tegen de klok in of met de klok mee totat de loopband niet meer wiebelt.
14
Page 15
DE LOOPBAND VOUWEN EN VERPLAATSEN
DE LOOPBAND VOUWEN VOOR OPSLAG
Verwijder de sleutel en trek het stroomsnoer uit het
topcontact. OPGELET: U moet op veilige wijze 20 kg
s kunnen optillen, om de loopband omhoog te brengen neer te laten of te verplaatsen.
1. Houd het metalen onderstel stevig vast op de locatie die wordt aangegeven door de pijl aan de rechterkant. OPGELET: Om de kans op mogelijk let­sel te verlagen, dient u het onderstel niet op te tillen bij de plastic voetleuningen. Zorg dat u uw benen buigt en houd uw rug recht als u het onderstel omhoog houdt. Til het onderstel tot ongeveer halver-
wege de verticale positie.
2. Breng uw rechterhand naar de weergegeven stand en houd de loopband stevig vast. Trek de vergrendelknop naar rechte met uw linkerhand en houd deze vast. Til het onderstel omhoog tot het gat in de vergrendelplaat is uitgelijnd met de vergrendelpen. Laat de vergrendel-
knop langzaam los; zorg dat de vergrendelpen geheel in de vergrendelplaat is ingebracht.
Plaats een mat onder de loopband om de vloer of het vloerkleed te beschermen. Houd de loopband uit direct zonlicht. Laat de loopband niet in de opslag­positie in temperaturen boven de 30° C.
Onderstel
Onderstel
Vergrendel
ingsknop
DE LOOPBAND VERPLAATSEN
Voordat u de loopband verplaatst dient u de loopband in de opslagpositie te zetten, zoals hierboven beschreven. Zorg
dat de vergrendelknop in de opslagpositie is vergren­deld.
1. Houd één handgreep vast en zet een voet tegen een van
de wielen.
2. Kantel de loopband naar achteren tot het vrij op de wie-
len rolt. Verplaats de loopband voorzichtig naar de gewenste locatie. Om het risico op letsel te vermin-
deren dient u uitermate voorzichtig te zijn bij het ver­plaatsen van de loopband. Verplaats de loopband niet over een ongelijk oppervlak.
3. Plaats een voet tegen een van de wielen en breng de loopband voorzichtig omlaag tot deze in de opslagposi­tie staat.
Handleuning
Wiel
15
Page 16
HOE DE LOOPBAND NEERLATEN VOOR GEBRUIK
. Houdt het uiteinde van de loopband vast zoals
1
aangegeven. Trek, met gebruik van uw linker hand, de vergrendelingsknop naar rechte en houdt deze vast. Het kan nodig zijn om het onderstel naar voren te duwen als u de knop naar rechte trekt. Draai het onderstel naar on­deren en laat de vergrendelingsknop los.
2. Houd het metalen onderstel stevig met beide handen
vast en breng het naar omlaag op de vloer. OPGELET: Houd niet alleen de plastic voetleuningen vast en laat het onderstel niet op de grond vallen. Buig uw knieën en houd uw rug recht.
Onderstel
Vergrendel
ingsknop
16
Page 17
PROBLEMEN OPLOSSEN
e meeste problemen met de loopband kunnen met de onderstaande stappen worden opgelost. Zoek het
D symptoom dat van toepassing is en volg de vermelde stappen. Als u verdere hulp nodig heeft, raadpleegt u de omslag van deze handleiding.
PROBLEEM: Het apparaat gaat niet aan
OPLOSSING: a. Zorg dat het snoer in een goed geaard stopcontact is gestoken (zie pagina 11). Als u een ver-
lengsnoer nodig heeft, gebruik dan alleen een 3-aansluiting, 1mm langer is dan 1,5 meter. BELANGRIJK: De loopband is niet geschikt voor stopcontacten
die met RCD zijn uitgerust.
b. Steek de sleutel in het bedieningspaneel nadat u het snoer in het stopcontact heeft gestoken.
c. Controleer de reset/off stroomonderbreker die
zich op het onderstel van de loopband bevindt naast het snoer. Als de schakelaar zoals afge­beeld, uitsteekt, dan is de stroomonderbreker afgegaan. Om de stroomonderbreker opnieuw in te stellen, wacht u vijf minuten en drukt u de schakelaar weer in.
PROBLEEM: De stroom gaat uit tijdens gebruik
OPLOSSING: a. Controleer de reset/off stroomonderbreker (zie bovenstaande tekening). Als de stroomonder-
breker is uitgeschakeld, wacht u vijf minuten en drukt u de schakelaar weer in.
b. Zorg dat het snoer is aangesloten op het stopcontact. Als het is aangesloten op het stopcon-
tact, haal het snoer er dan uit, wacht vijf minuten en steek het weer in het stopcontact.
c. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel. Plaats de sleutel terug in het bedieningspaneel.
c
Doorgeslagen
2
(maat 14) snoer dan niet
Resetten
d. Als de loopband nog steeds niet werkt, raadpleegt u de omslag van deze handleiding.
PROBLEEM: De displays van het bedieningspaneel werken niet naar behoren
OPLOSSING: a. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel en TREK
HET SNOER UIT HET STOPCONTACT. Verwijder
vervolgens de vijf M4.2 x 13mm Schroeven (32) en draai de Motorkap (53).
a
32
53
32
32
17
Page 18
Zoek de Bladveerschakelaar (88) en de Magneet (41)
an de linkerkant van de Katrol (43). Draai de Katrol
a zodanig dat de Magneet gelijk staat met de Bladveerschakelaar. Zorg ervoor dat de afstand
tussen de Magneet en de Bladveerschakelaar ongeveer 3 mm is. Draai mocht dat nodig zijn de M4
x 8mm Schroef (30) los, verplaats de
ladveerschakelaar wat en draai de Schroef weer
B vast. Laat de loopband een paar minuten draaien om
3 mm
30
88
Zicht van
Boven
43
41
te controleren of de snelheid juist wordt afgelezen en bevestig de Motorkap (niet afgebeeld) weer.
PROBLEEM: De loopband vertraagt wanneer er op gelopen wordt
OPLOSSING: a. Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan alleen een snoer van 1,5 mof korter.
b. Als de loopband te strak is functioneert de loop-
band minder en kan zelfs beschadigd worden. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel en HET
b
5-7 cm
SNOER UIT HET STOPCONTACT. Draai beide bi­jstelbouten van de ruststandrol een kwartslag naar links met de inbussleutel. Wanneer de loopband goed is bijgesteld moet u de loopband 5 à 7 cm van het loopplatform kunnen tillen. Zorg ervoor dat de band goed in het midden ligt. Steek het snoer en de sleutel weer in en laat de loopband een paar minuten draaien. Herhaal deze handeling tot de
Bijstelbouten
van de
Ruststandrol
loopband goed ligt.
c. Als de loopband nog steeds vertraagt als erop wordt gelopen, raadpleegt u de omslag van
deze handleiding.
PROBLEEM: De loopband ligt niet in het midden of slipt wanneer er op gelopen wordt
OPLOSSING: a. Wanneer de loopband naar links is verschoven,
haal dan eerst de sleutel uit de loopband en TREK
a
HET SNOER UIT. Draai met gebruik van de hexagonale sleutel de linker bout van de spanrol een halve slag met de klok mee. Zorg ervoor dat u de band niet te strak aandraait. Wanneer de loop- band naar rechts is verschoven, draai dan de linker bout van de spanrol een halve slag tegen de klok in. Steek het snoer en de sleutel weer in en laat de loopband een paar minuten draaien. Herhaal deze handeling tot de loopband goed ligt.
b. Haal eerst de sleutel uit het bedieningspaneel en
HAAL HET SNOER UIT HET STOPCONTACT
wanneer de loopband slipt. Draai beide bijstel­bouten van de ruststandrol een kwartslag naar rechts met de inbussleutel. Wanneer de loopband goed is bijgesteld moet u de loopband 5 à 7 cm van het loopplatform kunnen tillen. Zorg ervoor dat de band goed in het midden ligt. Steek de stekker en de sleutel weer in en laat de loopband een paar minuten draaien. Herhaal deze handeling tot de loopband goed ligt.
b
18
Page 19
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
Vet verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
WAARSCHUWING:
oordat u begint met dit of een ander oefenin-
V genprogramma, dient u een arts te consulte­ren. Dit is vooral belangrijk voor personen boven de 35 jaar of personen met bestaande gezondheidsproblemen.
De polssensor is geen medisch apparaat. Diverse factoren kunnen invloed hebben op nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De polssensor is alleen bedoeld als hulpmiddel bij de oefening voor het bepalen van de hart­slag over het algemeen.
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw oefe­ningenprogramma. Voor meer gedetailleerde oefening­informatie, dient u een erkend boek te kopen of uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding en voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle resul­taten.
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren van oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel bij het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag gebruiken als gids voor het vinden van het juiste intensiteitni­veau. De grafiek hieronder toont de aanbevolen hart­slagen voor het verbranden van vet en voor een aero­bic oefening.
verbranden moet u gedurende een aanhoudende pe­riode oefeningen doen op een laag intensiteitniveau. Tijdens de eerste minuten van de oefening gebruikt uw lichaam koolhydraatcalorieën voor de energie. Pas na de eerste minuten van de oefening gebruikt uw li­chaam opgeslagen vetcalorieën voor de energie. Als het uw doel is om vet te verbranden dient u de intensi­teit van de oefening aan te passen tot uw hartslag zich bij het laagste nummer in uw trainingszone bevindt. Voor maximale vetverbranding, dient u te oefenen met uw hartslag in het middelste nummer van uw training­zone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobic-oe­fening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote hoe­veelheden zuurstof vereist gedurende langere perio­den. Voor een aerobic-oefening past u de intensiteit van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is van het hoogste nummer van uw trainingzone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
Warming up—Start met strekken en lichte oefeningen
gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt dat u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstro­ming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot 30 minuten met uw hartslag in uw trainingszone. (Gedurende de eerste weken van uw oefeningenpro­gramma, dient u uw hartslag niet langer dan 20 minu­ten in uw trainingszone te houden.) Adem regelmatig en diep bij het uitvoeren van de oefening – houd niet uw adem in.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden af­gerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie getal­len boven uw leeftijd bepalen uw ʻtrainingszoneʼ. Het laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden van vet, het middelste nummer is uw hartslag voor het maximaal verbranden van vet en het hoogste nummer is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten stretchen. Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren dient u drie trainingen per week te doen, met ten minste één rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden regelmatig oefeningen doen, kunt u, als u dat wenst, tot vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het da­gelijks regelmatig oefeningen doen en hier plezier in hebben, de sleutel tot uw succes is.
19
Page 20
LIJST MET ONDERDELEN—Modelnr. WETL20709.0 R0609A
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
16M8 x 16mm Bout 2 38M4.2 x 12mm Schroef 461/4" Sterring 56M8 Sterring 614mm Hexagonale Sleutel 715mm Hexagonale Sleutel 8 16 Platte Tussenring van het Platform
92Platte Tussenring van de Aandrijfrol 10 2 Platte Tussenring van de Roller 11 4 Tussenstuk van de Loopplatform 12 6 Platte Tussenring 13 2 Sterring van de Buitenas 14 1 8” Groene/Gele Aardingsdraad 15 1 M4 Moer 16 14 M8 Slotmoer 17 2 1/4" Bout van de Motor 18 8 M8 x 16mm Bout 19 1 M8 x 50mm Bout van de Motor 20 1 M4 Bout 21 2 M6 x 70mm Bout 22 2 Bumpertje van de Hellingsbeen 23 4 M8 x 50mm Bout 24 1 M8 x 40mm Bout 25 1 M8 x 45mm Bout 26 4 M8 x 35mm Bout 27 4 M8 x 43mm Bout 28 2 M4 x 8mm Tussenring 29 14 M4.2 x 16mm Schroef 30 7 M4 x 8mm Schroef 31 4 M4.2 x 12mm Tussenstuk van de
32 19 M4.2 x 13mm Schroef 33 6 M4.2 x 8mm Schroef 34 1 Linker handleuning 35 1 Sleutel/Klip 36 10 Voetleuningrand 37 1 8” Aardingsdraad met Sticker 38 2 Eindkapje van de Hellingsbeen 39 1 Linker Voetleuning 40 2 Loopband Geleider 41 1 Magneet 42 1 Riem van de Motor 43 1 Aandrijfrol/Katrol 44 1 As van de Gasveer 45 1 Waarschuwingsticker 46 1 Loopoppervlak 47 1 Loopband 48 1 Ruststandrol 49 1 Kap van de Linker Spanrol 50 1 Kap van de Rechter Spanrol
4 M6 x 10mm Bout
Schroef
51 4 Schuimrubberen Kussen van het
ellingsbeen
H 52 1 Hellingsbeen 53 1 Motorkap 54 1 Steun voor Motor 55 1 Steun voor de Linker Roller 56 2 Basiskapje 57 2 Motorbus 58 1 Aandrijvingsmotor 59 1 Transformator 60 1 Controller 61 1 Filter 62 1 Steun voor de Rechter Roller 63 1 Reset/off Stroomonderbreker 64 1 Ontvanger 65 1 Elektriciteitssnoer Adapter 66 1 Electrische Snoer 67 4 Stelvoet 68 2 Bus van de Spanrol 69 2 Gevaar Sticker 70 1 Vergrendelingsknop 71 1 Onderkap 72 2 Wiel 73 2 Inlegstuk voor het Wiel 74 1 Bovenste Buis van de Vergrendeling 75 1 Onderste Buis van de Vergrendeling 76 1 Gasveer 77 2 Klip van de Gasveer 78 1 Klem van de Bladveerschakkelaar 79 1 Basis 80 1 Bedieningspaneel 81 1 Plaat van het Bedieningspaneel 82 1 Kap rechter Voetleuning 83 1 Dwarsstang van de Handleuning 84 1 Draadkoker 85 2 Schuimrubberen Greep 86 1 Rechter handleuning 87 1 Onderstel 88 1 8" Bladverrschakelaar 89 8 Opbinddraad voor de bedrading 90 1 Plaat van de Motor 91 1 Controller Aardingsdraad 92 1 8” Aardingsdraad met Sticker 93 4 Tussenstuk van de Loopplatform
*–Blauwe Draad von 8", 2F *–4" Zwarte draad, 2F *–6" Witte draad, 2F *–6" Witte draad, F/Flag *–Blauwe Draad von 4", 2F *–Zwarte Draad van 4", M/F *–Rode Draad van 4", M/F *–Gebruiksaanwijzing
Opmerking: Deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande verwittiging worden gewijzigd. Kijk op de achterkant van deze gebruiksaanwijzing voor informatie over te bestellen onderdelen. *Deze onderdelen woorden niet getoond.
20
Page 21
40
29
40
29
39
43
41
29
36
29
36
29
36
29
36
29
36
29
36
26
27
48
46
82
47
49
50
21
4
10
21
4
10
31
16
51
51
31
23
31
51
51
31
23
52
44
18
38
18
24
16
38
26
6
45
8
16
8
16
16
8
16
8
8
8
16
8
33
33
29
36
29
36
29
36
29
36
8
42
27
8
16
27
26
26
27
16
8
16
8
16
8
13
4
13
4
8
7
33
12
12
12
12
87
38
22
38
22
11
11
11
11
GEDETAILLEERDE TEKENING A—Modelnr. WETL20709.0 R0609A
21
Page 22
5
3
32
55
18
68
9
79
69
25
69
23
73
72
16
77
76
74
67
23
72
16 73
70
32
56
58
32
62
56
64
63
75
30
78
30
30
30
59
61
60
67
65
66
68
71
32
32
32
32
32
32
32
17
57
9
8
16
8
67
67
20
15
19
89
88
18
18
54
90
91
14
37
28
28
32
32
32
32
32
GEDETAILLEERDE TEKENING B—Modelnr. WETL20709.0 R0609A
22
Page 23
35
85
86
34
85
1
5
1
5
83
84
80
3
3
81
3
1
5
5
1
3
3
84
2
4
2
4
GEDETAILLEERDE TEKENING C—Modelnr. WETL20709.0 R0609A
23
Page 24
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
Om vervang onderdelen te bestellen, bekijk dan de kaft van deze handleiding. Zorg ervoor dat u de volgende infor­matie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
• het modelnummer en serienummer van het apparaat (raadpleeg de kaft van deze handleiding)
• de naam van het apparaat (raadpleeg de kaft van deze handleiding)
• het nummer van het onderdeel en de beschrijving (zie LIJST MET ONDERDELEN en GEDETAILLEERDE TE­KENING aan het eind van deze handleiding)
RECYCLING INFORMATIE
Dit elektronisch product mag niet bij het gemeentelijk afval worden ge­gooid. Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet wor­den gerecycled aan het einde van de levenscyclus.
Gebruik recycling installaties die bevoegd zijn voor het verwerken van dit soort afval in uw streek. Zo zult u het milieu helpen beschermen en de Europese nor­men voor milieubescherming helpen verbeteren. Als u meer informatie nodig hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem contact op met uw plaatse­lijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.
Onderdeel Nr. 282939 R0609A Gedrukt in China © 2009 ICON IP, Inc.
Loading...