Schrijf het serienummer hierboven
voor verdere raadpleging.
Sticker met
serienummer
VRAGEN?
Mocht u nog vragen hebben,
mochten sommige onderdelen
ontbreken of beschadigd zijn
neem dan contact op met de winkel waar u dit produkt hebt gekocht.
GEBRUIKSAANWIJZING
Bezoek onze website:
www.iconsupport.eu
OPGELET
Lees alle instructies en voorzorgsmaatregelen in deze handleiding door voordat u dit apparaat gaat gebruiken. Bewaar
deze handleiding voor verdere
raadpleging.
De stickers met waarschuwing hier getoond zijn
op de aangegeven plaatsen geplakt. Bel, wan-
neer een sticker ontbreekt of niet leesbaar is,
het nummer op de kaft van deze handleiding
en vraag voor een vervangsticker. Plak de sticker op de aangegeven plaats. Opmerking: De
stickers worden niet op ware groote weergegeven.
WESLO is een merk van ICON IP, Inc.
2
Page 3
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
WAARSCHUWING: Lees alle belangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in
deze handleiding en alle waarschuwingen op uw loopband voordat u deze gebruikt om het risico van
rnstig letsel te verminderen. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade door het
e
gebruik van dit produkt.
1. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of
enig ander oefenprogramma begint. Dit is bijzonder belangrijk voor mensen boven de 35
of mensen met al bestaande gezondheidsproblemen.
2. Het is de verantwoordelijkheid van de eigenaar zich te ervan te overtuigen dat alle gebruikers van de loopband voldoende op de
hoogte zijn van de voorzorgsmaatregelen en
waarschuwingen.
3. Gebruik de loopband alleen zoals beschreven
is.
4. Plaats de loopband op een vlakke ondergrond met minstens 2,4 m ruimte rondom,
ruimte achter de loopband en 0,6 m ruimte
aan iedere kant van de loopband. Zorg ervoor
dat de loopband geen luchtopeningen,
luchtroosters blokkeert. Leg een matje onder
de loopband om uw vloerbedekking te
beschermen.
5. Gebruik de loopband uitsluitend binnenshuis
en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de
loopband niet in een garage, op een overdekt
terras of bij water.
6. Gebruik de loopband niet waar spuitbussen
gebruikt worden of waar zuurstof wordt
toegevoegd.
7. Houdt te allen tijde kinderen jonger dan 12 en
huisdieren bij de loopband vandaan.
8. De loopband kan alleen door mensen die
minder dan 120 kg wegen worden gebruikt.
9. Draag geschikte kleding wanneer u de loopband gebruikt.
10. Draag geen losse kleding die in de loopband
verstrikt kan raken. Sportkleding voor mannen en vrouwen aanbevolen. Gebruik de
loopband nooit op blote voeten, op sokken of
op sandalen. Draag altijd sportschoenen.
11. Steek de stekker alleen in een geaard stopcontact (zie pagina 11). Geen elk ander apparaat moet zich op dezelfde groep bevinden.
Wanneer u de zekering moet vervangen,
plaats dan een ASTA goedgekeurde zekering
van het type BS1362 in de zekeringhouder. U
moet een zekering van 13 amp gebruiken.
12. Mocht u een verlengsnoer nodig hebben, gebruik dan een verlengsnoer van 1,5 meter of
korter.
13. Houdt de stekker bij hete oppervlaktes vandaan.
14. Loop nooit op de loopband wanneer de electriciteit uitgeschakeld is. Gebruik de loopband niet wanneer het snoer of stekker
beschadigd is. Gebruik de loopband niet als
hij niet goed werkt. (Zie PROBLEMEN
OPLOSSEN op pagina 17 als de loopband
niet goed werkt.)
15. Lees, begrijp, en test de noodstop procedure
voordat u de loopband gebruikt (raadpleeg
pagina 12).
16. Start de loopband nooit wanneer u op de
band staat. Houdt u altijd vast aan de handleuningen wanneer u de loopband gebruikt.
17. De loopband kan een hoge snelheid bereiken.
Stel de snelheid geleidelijk bij om
schokkende versnellingen te voorkomen.
18. Laat de loopband nooit zonder toezicht ronddraaien. Verwijder altijd de sleutel, trek de
stekker uit het stopcontact, en zet de
reset/off stroomonderbreker in positie off
wanneer u de loopband niet gebruikt. (Zie de
tekening op pagina 5 voor de locatie van de
reset/off stroomonderbreker).
3
Page 4
19. De hartslagsensor is geen medisch instrument. Bepaalde factoren zoals bewegingen,
unnen de juistheid van de metingen aantas-
k
ten. De hartslagsensor dient slechts om een
algemene hartslag te meten, als hulpmiddel
bij uw oefeningen.
20. Voltooi eerst de montage van de loopband
voordat u hem uitklapt, inklapt of verplaatst.
(Zie MONTAGE op pagina 6 en DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN op
pagina 15). U moet in staat zijn om 45 lbs (20
kg) veilig te kunnnen tillen om de loopband
hoger of lager te stellen of te verplaatsen.
21. Bij het opklappen of verplaatsen van de loopband dient u erop te letten dat de opbergvergrendeling het onderstel stevig in de opslagstand houdt.
22. Verander de hellingstand van de loopband
niet door voorwerpen onder de loopband te
plaatsen.
23. Controleer regelmatig of alle onderdelen nog
goed vast zitten en verstevig ze indien nodig.
24. Steek nooit iets in welke opening dan ook
voor dan loopband.
GEVAAR: Trek de stekker van de
25.
oopband altijd direct na gebruik uit het stop-
l
contact. Eveneens de stekker uit het stopcontact trekken vóór het schoonmaken van
de loopband, voor het plegen van onderhoud
en voor het bijregelen zoals beschreven is in
deze handleiding. Verwijder nooit de motorkap tenzij een technicus dat aangeeft.
Ander onderhoud dan datgene wat vermeld
staat in deze handleiding moet door een technicus uitgevoerd worden.
26. Deze loopband is alleen voor huiselijk gebruik bedoeld. Gebruik de loopband niet
commercieel of voor verhuur.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
4
Page 5
VOORDAT U BEGINT
ank u dat u heeft gekozen voor de nieuwe WESLO
D
EASY COMPACT 2 loopband. Deze EASY COMPACT
2 loopband biedt een reeks functies die zijn ontwikkeld
om uw oefeningen effectiever te maken. Als u geen
efeningen doet, kunt u deze unieke loopband opvou-
o
wen, waardoor deze minder dan de helft van de ruimte
inneemt van andere loopbanden.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding zorgvuldig
door voordat u de loopband begint te gebruiken.
Handleuning
®
aadpleeg de kaft van deze handleiding mocht u nog
R
vragen hebben nadat u de handleiding hebt
doorgelezen. Voordat u met ons contact opneemt,
schrijf het productnummer en serienummer even op.
e plaats waar u beide stickers kunt vinden wordt op
D
de kaft van de handleiding aangegeven.
Voordat u verder leest, bekijk eerst aandachtig de
tekening hieronder en de verschillende onderdelen.
Bedieningspaneel
Sleutel/Klip
Loopband
Voetkussentje
Bijstelbouten van
de Ruststandrol
Motorkap
Reset/off
Stroomonderbreker
Stelvoeten
Vergrendelingsknop
Hellingsbeen
5
Page 6
MONTAGE
M8 Sterring (5)–6
1/4" Sterring (4)–2
M4.2 x 12mm
Schroef (3)–4
M6 x 10mm
Bout (2)–2
M8 x 16mm
Bout (1)–6
M4.2 x 13mm
Schroef (32)–1
org dat het stroomsnoer niet op het stopcontact is aangesloten. Montage moet door twee personen wor-
Z
den uitgevoerd. Plaats de loopband op een open plek en verwijder het verpakkingsmateriaal. Gooi het verpakkingsmateriaal niet weg tot u de loopband volledig heeft gemonteerd. Let op: De onderkant van de loopriem
van de loopband is bedekt met een smeermiddel voor een goede werking. Tijdens het vervoer kan een klein
eetje smeermiddel aan de bovenkant van de loopriem of de verpakkingsdoos terecht zijn gekomen. Dit is nor-
b
maal en heeft geen invloed op de werking van de loopband. Als er zich smeermiddel op de bovenkant van de
loopriem bevindt, kunt u deze eenvoudigweg afvegen met een zachte doek en een reiniger zonder schuurmiddel.
Voor de montage hebt u een hexagonale sleutel , een kruiskopschroevendraaier, en engelse
sleutels nodig hebben, en draadknipper.
Gebruik de onderstaande tekeningen om te weten hoe u de hardware moet monteren. Het nummer tussen haakjes onder elke tekening is het nummer van het onderdeel van de LISJT MET ONDERDELEN achterin deze handleiding. Het getal achter de haakjes is de hoeveelheid die nodig is voor de montage. Let op: Als een onderdeel
zich niet in het onderdelenzakje bevindt, kijk dan of het is bevestigd aan een van de onderdelen die gemonteerd moet worden. Om schade aan plastic onderdelen te vermijden, moet u geen elektrisch gereedschap bij het monteren gebruiken. Er is mogelijk extra hardware meegeleverd.
6
Page 7
1. Zoek de Rechter Handleuning (86), aangegeven
met een sticker. (L ou Left indica esquerdo; R
ou Right indica dereita.) Laat een tweede per-
oon de Rechter Handleuning vasthouden bij de
s
buis op de Basis (79). Raadpleeg de inzet-
ekening. Maak de draadband in de Rechter
t
Handleuning goed vast aan het eind van de
Draadhuls (84). Trek dan het ander eind van de
draadband/kabelbinder totdat de Draadkoker
helemaal door de Rechter Staander heen is.
Trek voorzichtig aan de Draadkoker/Draadhuls
(84) terwijl u de Rechter Handleuning (86) op de
buis van de Basis (79) schuift. Zorg ervoor dat
de Draadkoker/Draadhuls niet bekneld raakt.
Maak de Rechter Handleuning (86) vast aan de
Basis (79) met twee M8 x 16mm Bouten (1) en
twee M8 Sterringen (5). Draai de Bouten nog
niet te vast. Zorg ervoor dat de Draadkoker/
Draadhuls (84) niet bekneld raakt.
Maak de Linker Handleuning (34) vast aan de
Basis (79) met twee M8 x 16mm Bouten (1) en
twee M8 Sterringen (5). Draai de Bouten nog
niet te vast.
Verwijder de draadband van de Draadkoker
(84).
1
Draad
band
34
86
1
5
84
86
Draad
84
band
79
5
1
2. Draai de Dwarsstang van de Handleuning (83)
zoals aangegeven. Raadpleeg de inzetteken-ing an stap 1. Maak de draadband in de
Dwarsstang van de Handleuning goed vast aan
het eind van de Draadhuls (84). Trek dan het
ander eind van de draadband/kabelbinder totdat
de Draadkoker helemaal door de Dwarsstang
van de Handleuning heen is.
Trek voorzichtig aan de Draadkoker/Draadhuls
(84) terwijl u de Dwarsstang van de Handleuning (83) in de Handleuning (34, 86) steekt.
Zorg ervoor dat de Draadband/Kabelbinder
niet bekneld raakt.
Maak de Dwarsstang van de Handleuning (83)
vast met twee M6 x 10mm Bouten (2) en twee
1/4" Sterringen (4). Draai de Bouten nog niette vast. Het kan zijn dat u de Schuimrubberen
Grepen (85) wat naar beneden duwt.
2
Hole
83
84
Draad
4
2
band
85
4
34
85
2
86
7
Page 8
3. Maak de Plaat van het Bedieningspaneel (81)
vast aan de Dwarsstang van de Handleuning
83) met twee M8 x 16mm Bouten (1) en twee
(
M8 Sterringen (5). Zorg ervoor dat de Plaat
an het Bedieningspaneel gedraaid is zoals
v
aangegeven en dat de Draadkoker/Draadhuls
(84) niet bekneld raakt.
erwijder de draadband van de Draadkoker
V
(84).
3
83
81
84
5
1
5
1
Draadband
4. Verwijder de achterkant van het bedieningspaneel en de vier M4.2 x 12mm Schroeven (3) van
het Bedieningspaneel (80). Bewaar de
achterkant van het bedieningspaneel en de
Schroeven tot stap 6.
Houdt het Bedieningspaneel (80) tegen de Plaat
van het Bedieningspaneel (81). Raak de plaat
van het Bedieningspaneel even aan om deze
van statische electriciteit te ontdoen.
Steek vervolgens de connector aan het eind van
de Draadkoker (84) in de connector aan de acchterkant van het Bedieningspaneel (80) op de
aangegeven plaats. Raadpleeg de inzet-teken-
ing. De connectors moeten gemakkelijk in
elkaar schuiven en op hun plaats klikken. Als
dat niet zo is, draai dan de connector van de
Draadkoker en probeer het nogmaals. ALS DE
CONNECTORS NIET GOED ZIJN AANGESLOTEN, KAN HET BEDIENINGSPANEEL
BESCHADIGD RAKEN WANNEER DE
STROOM WORDT INGESCHAKELD.
4
Connector
Achterkant van het
Bedieningspaneel
3
84
80
81
3
Connec-
toren
84
8
Page 9
5. Plaats het Bedieningspaneel (80) op de Plaat
van het Bedieningspaneel (81), en steek het
verschot van de draad in de Dwarsstang van
o
de Handleuning (83). Zorg ervoor dat de
raden niet bekneld raken.
d
5
80
Maak het Bedieningspaneel (80) vast met vier
M4.2 x 12mm Schroeven (3). Draai de vier
chroeven wat aan voordat u ze vastdraait.
S
6. Maak de achterkant van het Bedieningspaneel
(80) vast met vier M4.2 x 12mm Schroeven (3)
die u in stap 4 hebt verwijderd.
Raadpleeg stap 1. Draai de twee M8 x 16mm
Bouten (1) aan iedere kant van de loopband
vast.
Raadpleeg stap 2. Draai de M6 x 10mm Bout
(2) aan iedere kant van de loopband vast.
81
83
3
6
80
7. Draai een M4.2 x 13mm Schroef (32) in de
Motorkap (53).
Achterkant van het
Bedieningspaneel
7
3
3
53
32
9
Page 10
8. Til het Onderstel (raadapleeg HOE DE LOOPBAND INKLAPPEN VOOR OPBERGING op
pagina 15). Zorg ervoor dat u de Motorkap
niet getoond) niet uit elkaar valt.
(
il de Gasveer (76) rechtop met de cylinder aan
T
de onderkant zoals aangegeven. Raadpleeg detwee kleine inzet-tekeningen. Druk met uw
nagel of met het eind van een schroevendraaier, op het eind van de Klip van de Gasveer
(77) om deze van de Gasveer los te maken.
Zorg ervoor dat u de Klip van de Gasveer
niet kwijtraakt. Opmerking: Extra gasveerklip-
pen zijn inbegrepen.
Druk vervolgens het eind van de Gasveer (76)
op de kogel van de steun op het Onderstel (87).
Bekijk de tekening onder. Steek de Klip van
de Gasveer (77) in de twee aangegeven kleine
gaten in het eind van de buis van de Gasveer
(99). Draai dan de Klip van de Gasveer in totdat
het in de Gasveer vastzit.
8
Houder
87
77
7
76
7
70
Cylinder
77
Gaten
Houder
77
76
9. Plaats de cylinder kant van de Gasveer (76) bij de
steun van de Basis (79).
Verwijder de Klip van de Gasveer (77) van het
eind van de Gasveer (76) zoals in stap 8 wordt
beschreven. Draai de Gasveer mocht dat nodig
zijn om het eind van de Gasveer met de kogel
aan te sluiten op de steun op de Basis (79).
Bekijk de tekening onder. Druk het uiteinde van
de Gasveer (76) op de kogel van de beugel.
Opmerking: Het kan zijn dat u de
Vergrendelingsknop (70) naar rechts moet
trekken en het Onderstel (87) naar voren of
naar achteren moet verplaatsen terwijl u de
Gasveer op de kogel drukt.
Steek vervolgens het eind van de Klip van de
Gasveer (77) in twee van de kleine gaten in het
eind van de Gasveer (76). Draai dan de Klip van
de Gasveer in totdat het in de Gasveer vastzit.
Laat het Onderstel (87) op de vloer zakken.
Raadpleeg HOE DE LOOPBAND NEER TE
LATEN VOOR GEBRUIK op pagina 16.
Zorg ervoor dat de vier Stelvoeten (niet getoond)
goed op de grond rusten (raadpleeg HOE DE
LOOPBAND TE STELLEN op pagina 14).
9
87
76
70
79
77
Houder
76
77
Gaten
10. Zorg ervoor dat alle onderdelen vast zijn gedraaid voordat u de loopband gebruikt. Mochten er plastic vel-
letjes op de sticker van de loopband zitten, verwijder deze dan. Leg een matje onder de loopband om uw vloerbedekking te beschermen. Opmerking: Extra delen kunnen meegeleverd worden. Bewaar de meegeleverde
(hexagonale) sleutels op een veilige plaats. U zult de grote sleutel nog nodig hebben om de loopband bij te
stellen (zie pagina 18).
10
Page 11
GEBRUIK EN BIJSTELLEN
DE AL INGESMEERDE LOOPBAND
Uw loopband is voorzien van een band die al met een hoogwaardig smeermiddel is behandeld. BELANGRIJK:
Behandel de band of het loopplatform nooit met silicone spray of enig ander middel. Als uw dat doet zult
u de loopband beschadigen.
HOE DE STEKKER IN STOPCONTACT TE STEKEN
De stekker moet geaard zijn. Mocht het niet goed functioneren
geeft de aarding de laagste weerstandspad voor de electriciteit om
zodoende het risico van electrische schok te verminderen. Een
snoer en geaarde stekker zijn bijgeleverd. Belangrijk: Als het
snoer beschadigd is moet u het vervangen met een door de fabrikant aanbevolen snoer.
Bekijk tekening 1. Steek het aangegeven eind van het snoer in het
stopcontact van de loopband. Bekijk tekening 2. Steek het snoer in
een goed geinstalleerd en geaard stopcontact die overeenkomt met
alle plaatselijke regelingen. Belangrijk: De loopband kan niet op
een stopcontact met onderbreker van de grondfout circut gebruikt worden.
1
2
Stopcontact van de
Loopband
Stopcontact
GEVAAR: Een verkeerd stopcontact (zonder aarde) kan tot een electrische schok leiden.
Laat een elektricien de aarding nakijken als u niet zeker van bent dat het stopcontact goed geaard is.
Knoei niet aan de stekker van het apparaat. Laat een elektricien een nieuwe stekker monteren als de
stekker niet in het stopcontact past.
11
Page 12
BEDIENINGSPANEEL
Duim-
polsensor
DE WAARSCHUWINGSSTICKER OPPLAKKEN
Zoek de Engelse waarschuwingen op het bedieningspaneel. U vindt dezelfde waarschuwingen in andere
talen op het meegeleverde stickervel. Plak de
Nederlandse waarschuwingssticker op het bedieningspaneel.
BELANGRIJK: Laat, wanneer de loopband aan
koude temperaturen bloodgesteld is geweest, de
loopband tot kamertemperatuur komen voordat u
de elektriciteit inschakelt. De displays van het bedieningspaneel of andere electrische onderdelen
kunnen beschadigen als U dit niet doet.
Steek het snoer in (zie
pagina 11). Zoek vervolgens naar de
[RESET/OFF] stroomon-
Reset
derbreker op het onderstel van de loopband bij
het snoer. Plaats de
stroomonderbreker in de reset positie.
Ga op de voetleuningen van de
loopband staan.
Zoek naar de clip
van de sleutel, en
schuif de clip aan de
tailleband van uw
kleding. Plaats de
Sleutel
Klip
sleutel in het bedieningspaneel. Kort
daarna zal de display oplichten. BELANGRIJK: Bij
een noodsituatie kunt u aan de sleutel van het bedieningspaneel trekken, zodat de loopband vertraagt en tot stilstand komt. Test de klip door
voorzichtig een paar stappen achteruit te zetten
totdat de sleutel uit het bedieningspaneel wordt
getrokken. Als de sleutel niet uit het bedieningspaneel komt, stel dan de lengte van de klip bij.
BELANGRIJK: Mocht er een velletje plastic op het
bedieningspaneel zitten, verwijder deze dan.
Draag alleen schone schoenen wanneer u de loopband gebruikt om beschadiging aan het loopplatform te voorkomen. Inspecteer af en toe de ligging
van de band wanneer u de loopband voor het eerst
gebruikt. Centreer deze mocht het nodig zijn (zie
pagina 18).
12
Page 13
HOE HET BEDIENINGSPANEEL TE GEBRUIKEN
1. De sleutel volledig in het bedieningspaneel
teken.
s
aadpleeg pagina 12.
R
2. Start de loopband.
Druk op de Digitale Snelheidstoename toets om de
loopband te starten. De loopband zal een ogenblik
nadat u op de Digitale Snelheidstoename toets
heeft gedrukt met een snelheid in grotere toename
beginnen te draaien. Houdt u aan de handleuningen vast en begin te lopen. U kunt als u dat wilt tijdens uw oefening de snelheid van de loopband veranderen door op de Digitale Snelheidstoetsen
[DIGITAL SPEED] te drukken. De snelheidsinstelling zal met iedere druk op de toets in grotere
toename. Wanneer u op de toets blijft duwen dan
zal de snelheid in grotere toename.
Om de loopband te stoppen, druk op de Stoptoets
[STOP]. De tijd zal op de display beginnen te
flikkeren.
3. Bekijk uw vordering op de display.
Tijdens uw oefening kan in de
hoek linksonder
van de display
de verlopen tijd
[TIME] en de
afstand [DIST.]
in kilometers
die u gelopen worden aangeven. De hoek rechtsonder van de display kan de snelheid [SPEED]
van de loopband in kilometers per uur en bij benadering het aantal verbrande calorieen [CALS.]
aangeven.
De bovenste helft van de display is de Priority display.
e Priority display kan de verlopen tijd, de gelopen
D
afstand, de snelheid van de loopband, of bij be-
adering het aantal verbrande calorieen aangeven.
n
Druk meerdere keren op de Priority Display toets
totdat de Priority display de meest gewenste informatie aangeeft. Opmerking: Terwijl informatie op
de Priority display wordt aangegeven, zal dezelfde
informatie niet in de hoek linksonder of rechtsonder
van de display worden aangegeven.
Het bedieningspaneel kan
de snelheid en
afstand in kilometers of mijlen
aangeven. Om
te zien welke
eenheid
gekozen is, houdt dan de Stop toets ingedrukt,
steek de sleutel in het bedieningspaneel, en blijf
een paar seconden lang op de Stop toets duwen.
Er verschijnt een “M” voor metrische kilometers of
een “E” voor Engelse mijlen op het display. Druk
op de Snelheidtoenametoets om de meeteenheid
te veranderen, als u dat wilt. Wanneer u de gewenste eenheid hebt gekozen, haal de sleutel er dan
uit en steek deze weer in. Opmerking: De eenheid
wordt opnieuw ingesteld wanneer de reset/off
[RESET/OFF]stroomonderbreker in de “off” stand
wordt geplaatst. Om het eenvoudig te houden worden alle instructies hier in kilometers aangegeven.
Om de displays te resetten drukt u op de Stop
toets, haalt u de sleutel eruit en steekt u de sleutel
er weer in.
13
Page 14
4. Meet uw hartslag als u dat wilt.
Ga op de voetleuningen staan en plaats uw linker
uim op de polssensor wanneer u uw hartslag wilt
d
meten (zie tekening op pagina 12). Druk niet te
ard, of u zult de bloedsomloop in uw duim
h
belemmeren en uw pols kan dan niet gemeten
worden. Wanneer uw pols gemeten wordt zal een
indicator in de vorm van een hart op de display
rechtsonder beginnen te flikkeren bij iedere hartslag, en uw hartslag zal worden aangegeven.
Houdt uw duim minstens 15 seconden lang op
de polssensor voor de beste meting.
Wanneer de aangegeven hartslag te hoog of te
laag blijkt, of wanneer uw hartslag niet wordt
aangegeven, haal dan uw duim een paar seconden
van de polssensor af, en plaats dan uw duim weer
op de polssensor. Vergeet niet stil te staan wanneer u uw hartslag meet.
5. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wanneer u klaar bent met uw oefening.
HOE DE HELLINGSTAND VAN DE LOOPBAND TE
VERANDEREN
kunt om afwisseling in uw oefening te brengen de
U
hellingstand van de loopband veranderen. Er zijn twee
ellingstanden. Haal eerst de sleutel uit de loopband
h
en trek de stekker uit voordat u de helling van de
loopband aanpast. Plaats vervolgens de loopband in
de opberg stand (zie pagina 15).
Draai, om de
hellingstand
te veranderen, de helllingsbenen
naar boven of
naar beneden
Hellings
been
totdat de
benen het onderstel raken.
Onder
stel
Ga op de voetleuningen staan, druk op de Stop
toets, haal de sleutel uit het bedieningspaneel.
Bewaar de sleutel op een veilige plaats.
Wanneer u klaar bent met de loopband te gebruiken, plaats de stroomonderbreker in de “off”
positie en neem het snoer uit het stopcontact. BE-
LANGRIJK: Als u dit niet doet kunnen de elektrische onderdelen te snel slijten.
Laat de loopband zakken nadat u de hellingsbenen
hebt bijgesteld (zie pagina 16).
HOE DE LOOPBAND TE STELLEN
Zorg ervoor
dat alle vier
stelvoeten
goed op de
grond rusten
(een kant
wordt maar
getoond).
Draai wanneer de loop-
Stelvoet
band wat
wiebelt aan
een van de
stelvoeten tegen de klok in of met de klok mee totat de
loopband niet meer wiebelt.
14
Page 15
DE LOOPBAND VOUWEN EN VERPLAATSEN
DE LOOPBAND VOUWEN VOOR OPSLAG
Verwijder de sleutel en trek het stroomsnoer uit het
topcontact. OPGELET: U moet op veilige wijze 20 kg
s
kunnen optillen, om de loopband omhoog te brengen
neer te laten of te verplaatsen.
1. Houd het metalen onderstel stevig vast op de locatie
die wordt aangegeven door de pijl aan de
rechterkant. OPGELET: Om de kans op mogelijk letsel te verlagen, dient u het onderstel niet op te tillen
bij de plastic voetleuningen. Zorg dat u uw benen
buigt en houd uw rug recht als u het onderstel
omhoog houdt. Til het onderstel tot ongeveer halver-
wege de verticale positie.
2. Breng uw rechterhand naar de weergegeven stand en
houd de loopband stevig vast. Trek de vergrendelknop
naar rechte met uw linkerhand en houd deze vast. Til
het onderstel omhoog tot het gat in de vergrendelplaat is
uitgelijnd met de vergrendelpen. Laat de vergrendel-
knop langzaam los; zorg dat de vergrendelpen
geheel in de vergrendelplaat is ingebracht.
Plaats een mat onder de loopband om de vloer of
het vloerkleed te beschermen. Houd de loopband uit
direct zonlicht. Laat de loopband niet in de opslagpositie in temperaturen boven de 30° C.
Onderstel
Onderstel
Vergrendel
ingsknop
DE LOOPBAND VERPLAATSEN
Voordat u de loopband verplaatst dient u de loopband in de
opslagpositie te zetten, zoals hierboven beschreven. Zorg
dat de vergrendelknop in de opslagpositie is vergrendeld.
1. Houd één handgreep vast en zet een voet tegen een van
de wielen.
2. Kantel de loopband naar achteren tot het vrij op de wie-
len rolt. Verplaats de loopband voorzichtig naar de
gewenste locatie. Om het risico op letsel te vermin-
deren dient u uitermate voorzichtig te zijn bij het verplaatsen van de loopband. Verplaats de loopband
niet over een ongelijk oppervlak.
3. Plaats een voet tegen een van de wielen en breng de
loopband voorzichtig omlaag tot deze in de opslagpositie staat.
Handleuning
Wiel
15
Page 16
HOE DE LOOPBAND NEERLATEN VOOR GEBRUIK
. Houdt het uiteinde van de loopband vast zoals
1
aangegeven. Trek, met gebruik van uw linker hand, de
vergrendelingsknop naar rechte en houdt deze vast. Het
kan nodig zijn om het onderstel naar voren te duwen als
u de knop naar rechte trekt. Draai het onderstel naar onderen en laat de vergrendelingsknop los.
2. Houd het metalen onderstel stevig met beide handen
vast en breng het naar omlaag op de vloer.
OPGELET: Houd niet alleen de plastic voetleuningen
vast en laat het onderstel niet op de grond vallen.
Buig uw knieën en houd uw rug recht.
Onderstel
Vergrendel
ingsknop
16
Page 17
PROBLEMEN OPLOSSEN
e meeste problemen met de loopband kunnen met de onderstaande stappen worden opgelost. Zoek het
D
symptoom dat van toepassing is en volg de vermelde stappen. Als u verdere hulp nodig heeft, raadpleegt
u de omslag van deze handleiding.
PROBLEEM:Het apparaat gaat niet aan
OPLOSSING: a. Zorg dat het snoer in een goed geaard stopcontact is gestoken (zie pagina 11). Als u een ver-
lengsnoer nodig heeft, gebruik dan alleen een 3-aansluiting, 1mm
langer is dan 1,5 meter. BELANGRIJK: De loopband is niet geschikt voor stopcontacten
die met RCD zijn uitgerust.
b. Steek de sleutel in het bedieningspaneel nadat u het snoer in het stopcontact heeft gestoken.
c. Controleer de reset/off stroomonderbreker die
zich op het onderstel van de loopband bevindt
naast het snoer. Als de schakelaar zoals afgebeeld, uitsteekt, dan is de stroomonderbreker
afgegaan. Om de stroomonderbreker opnieuw
in te stellen, wacht u vijf minuten en drukt u de
schakelaar weer in.
PROBLEEM:De stroom gaat uit tijdens gebruik
OPLOSSING: a. Controleer de reset/off stroomonderbreker (zie bovenstaande tekening). Als de stroomonder-
breker is uitgeschakeld, wacht u vijf minuten en drukt u de schakelaar weer in.
b. Zorg dat het snoer is aangesloten op het stopcontact. Als het is aangesloten op het stopcon-
tact, haal het snoer er dan uit, wacht vijf minuten en steek het weer in het stopcontact.
c. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel. Plaats de sleutel terug in het bedieningspaneel.
c
Doorgeslagen
2
(maat 14) snoer dan niet
Resetten
d. Als de loopband nog steeds niet werkt, raadpleegt u de omslag van deze handleiding.
PROBLEEM: De displays van het bedieningspaneel werken niet naar behoren
OPLOSSING: a. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel en TREK
HET SNOER UIT HET STOPCONTACT. Verwijder
vervolgens de vijf M4.2 x 13mm Schroeven (32) en
draai de Motorkap (53).
a
32
53
32
32
17
Page 18
Zoek de Bladveerschakelaar (88) en de Magneet (41)
an de linkerkant van de Katrol (43). Draai de Katrol
a
zodanig dat de Magneet gelijk staat met de
Bladveerschakelaar. Zorg ervoor dat de afstand
tussen de Magneet en de Bladveerschakelaar
ongeveer 3 mm is. Draai mocht dat nodig zijn de M4
x 8mm Schroef (30) los, verplaats de
ladveerschakelaar wat en draai de Schroef weer
B
vast. Laat de loopband een paar minuten draaien om
3 mm
30
88
Zicht van
Boven
43
41
te controleren of de snelheid juist wordt afgelezen en
bevestig de Motorkap (niet afgebeeld) weer.
PROBLEEM: De loopband vertraagt wanneer er op gelopen wordt
OPLOSSING: a. Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan alleen een snoer van 1,5 mof korter.
b. Als de loopband te strak is functioneert de loop-
band minder en kan zelfs beschadigd worden. Haal
de sleutel uit het bedieningspaneel en HET
b
5-7 cm
SNOER UIT HET STOPCONTACT. Draai beide bijstelbouten van de ruststandrol een kwartslag naar
links met de inbussleutel. Wanneer de loopband
goed is bijgesteld moet u de loopband 5 à 7 cm
van het loopplatform kunnen tillen. Zorg ervoor dat
de band goed in het midden ligt. Steek het snoer
en de sleutel weer in en laat de loopband een paar
minuten draaien. Herhaal deze handeling tot de
Bijstelbouten
van de
Ruststandrol
loopband goed ligt.
c. Als de loopband nog steeds vertraagt als erop wordt gelopen, raadpleegt u de omslag van
deze handleiding.
PROBLEEM:De loopband ligt niet in het midden of slipt wanneer er op gelopen wordt
OPLOSSING: a. Wanneer de loopband naar links is verschoven,
haal dan eerst de sleutel uit de loopband en TREK
a
HET SNOER UIT. Draai met gebruik van de
hexagonale sleutel de linker bout van de spanrol
een halve slag met de klok mee. Zorg ervoor dat u
de band niet te strak aandraait. Wanneer de loop-band naar rechts is verschoven, draai dan de
linker bout van de spanrol een halve slag tegen de
klok in. Steek het snoer en de sleutel weer in en
laat de loopband een paar minuten draaien.
Herhaal deze handeling tot de loopband goed ligt.
b. Haal eerst de sleutel uit het bedieningspaneel en
HAAL HET SNOER UIT HET STOPCONTACT
wanneer de loopband slipt. Draai beide bijstelbouten van de ruststandrol een kwartslag naar
rechts met de inbussleutel. Wanneer de loopband
goed is bijgesteld moet u de loopband 5 à 7 cm
van het loopplatform kunnen tillen. Zorg ervoor dat
de band goed in het midden ligt. Steek de stekker
en de sleutel weer in en laat de loopband een paar
minuten draaien. Herhaal deze handeling tot de
loopband goed ligt.
b
18
Page 19
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
Vet verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
WAARSCHUWING:
oordat u begint met dit of een ander oefenin-
V
genprogramma, dient u een arts te consulteren. Dit is vooral belangrijk voor personen
boven de 35 jaar of personen met bestaande
gezondheidsproblemen.
De polssensor is geen medisch apparaat.
Diverse factoren kunnen invloed hebben op
nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De
polssensor is alleen bedoeld als hulpmiddel
bij de oefening voor het bepalen van de hartslag over het algemeen.
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw oefeningenprogramma. Voor meer gedetailleerde oefeninginformatie, dient u een erkend boek te kopen of uw
arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding en
voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle resultaten.
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw
hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren van
oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel bij het
bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag gebruiken
als gids voor het vinden van het juiste intensiteitniveau. De grafiek hieronder toont de aanbevolen hartslagen voor het verbranden van vet en voor een aerobic oefening.
verbranden moet u gedurende een aanhoudende periode oefeningen doen op een laag intensiteitniveau.
Tijdens de eerste minuten van de oefening gebruikt uw
lichaam koolhydraatcalorieën voor de energie. Pas na
de eerste minuten van de oefening gebruikt uw lichaam opgeslagen vetcalorieën voor de energie. Als
het uw doel is om vet te verbranden dient u de intensiteit van de oefening aan te passen tot uw hartslag zich
bij het laagste nummer in uw trainingszone bevindt.
Voor maximale vetverbranding, dient u te oefenen met
uw hartslag in het middelste nummer van uw trainingzone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en
vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobic-oefening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote hoeveelheden zuurstof vereist gedurende langere perioden. Voor een aerobic-oefening past u de intensiteit
van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is van
het hoogste nummer van uw trainingzone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
Warming up—Start met strekken en lichte oefeningen
gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt dat
u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstroming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot 30
minuten met uw hartslag in uw trainingszone.
(Gedurende de eerste weken van uw oefeningenprogramma, dient u uw hartslag niet langer dan 20 minuten in uw trainingszone te houden.) Adem regelmatig
en diep bij het uitvoeren van de oefening – houd niet
uw adem in.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt
u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden afgerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie getallen boven uw leeftijd bepalen uw ʻtrainingszoneʼ. Het
laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden
van vet, het middelste nummer is uw hartslag voor het
maximaal verbranden van vet en het hoogste nummer
is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten stretchen.
Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en
helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren dient u
drie trainingen per week te doen, met ten minste één
rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden
regelmatig oefeningen doen, kunt u, als u dat wenst,
tot vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het dagelijks regelmatig oefeningen doen en hier plezier in
hebben, de sleutel tot uw succes is.
19
Page 20
LIJST MET ONDERDELEN—Modelnr. WETL20709.0R0609A
Nr.Aant.BeschrijvingNr.Aant.Beschrijving
16M8 x 16mm Bout
2
38M4.2 x 12mm Schroef
461/4" Sterring
56M8 Sterring
614mm Hexagonale Sleutel
715mm Hexagonale Sleutel
816Platte Tussenring van het Platform
92Platte Tussenring van de Aandrijfrol
102Platte Tussenring van de Roller
114Tussenstuk van de Loopplatform
126Platte Tussenring
132Sterring van de Buitenas
1418” Groene/Gele Aardingsdraad
151M4 Moer
1614M8 Slotmoer
1721/4" Bout van de Motor
188M8 x 16mm Bout
191M8 x 50mm Bout van de Motor
201M4 Bout
212M6 x 70mm Bout
222Bumpertje van de Hellingsbeen
234M8 x 50mm Bout
241M8 x 40mm Bout
251M8 x 45mm Bout
264M8 x 35mm Bout
274M8 x 43mm Bout
282M4 x 8mm Tussenring
2914M4.2 x 16mm Schroef
307M4 x 8mm Schroef
314M4.2 x 12mm Tussenstuk van de
3219M4.2 x 13mm Schroef
336M4.2 x 8mm Schroef
341Linker handleuning
351Sleutel/Klip
3610Voetleuningrand
3718” Aardingsdraad met Sticker
382Eindkapje van de Hellingsbeen
391Linker Voetleuning
402Loopband Geleider
411Magneet
421Riem van de Motor
431Aandrijfrol/Katrol
441As van de Gasveer
451Waarschuwingsticker
461Loopoppervlak
471Loopband
481Ruststandrol
491Kap van de Linker Spanrol
501Kap van de Rechter Spanrol
4M6 x 10mm Bout
Schroef
514Schuimrubberen Kussen van het
ellingsbeen
H
521Hellingsbeen
531Motorkap
541Steun voor Motor
551Steun voor de Linker Roller
562Basiskapje
572Motorbus
581Aandrijvingsmotor
591Transformator
601Controller
611Filter
621Steun voor de Rechter Roller
631Reset/off Stroomonderbreker
641Ontvanger
651Elektriciteitssnoer Adapter
661Electrische Snoer
674Stelvoet
682Bus van de Spanrol
692Gevaar Sticker
701Vergrendelingsknop
711Onderkap
722Wiel
732Inlegstuk voor het Wiel
741Bovenste Buis van de Vergrendeling
751Onderste Buis van de Vergrendeling
761Gasveer
772Klip van de Gasveer
781Klem van de Bladveerschakkelaar
791Basis
801Bedieningspaneel
811Plaat van het Bedieningspaneel
821Kap rechter Voetleuning
831Dwarsstang van de Handleuning
841Draadkoker
852Schuimrubberen Greep
861Rechter handleuning
871Onderstel
8818" Bladverrschakelaar
898Opbinddraad voor de bedrading
901Plaat van de Motor
911Controller Aardingsdraad
9218” Aardingsdraad met Sticker
934Tussenstuk van de Loopplatform
*–Blauwe Draad von 8", 2F
*–4" Zwarte draad, 2F
*–6" Witte draad, 2F
*–6" Witte draad, F/Flag
*–Blauwe Draad von 4", 2F
*–Zwarte Draad van 4", M/F
*–Rode Draad van 4", M/F
*–Gebruiksaanwijzing
Opmerking: Deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande verwittiging worden gewijzigd. Kijk op de
achterkant van deze gebruiksaanwijzing voor informatie over te bestellen onderdelen. *Deze onderdelen woorden
niet getoond.
Om vervang onderdelen te bestellen, bekijk dan de kaft van deze handleiding. Zorg ervoor dat u de volgende informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
• het modelnummer en serienummer van het apparaat (raadpleeg de kaft van deze handleiding)
• de naam van het apparaat (raadpleeg de kaft van deze handleiding)
• het nummer van het onderdeel en de beschrijving (zie LIJST MET ONDERDELEN en GEDETAILLEERDE TEKENING aan het eind van deze handleiding)
RECYCLING INFORMATIE
Dit elektronisch product mag niet bij het gemeentelijk afval worden gegooid. Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet worden gerecycled aan het einde van de levenscyclus.
Gebruik recycling installaties die bevoegd zijn voor het verwerken van dit soort
afval in uw streek. Zo zult u het milieu helpen beschermen en de Europese normen voor milieubescherming helpen verbeteren. Als u meer informatie nodig
hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem contact op met uw plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.