Waeco MS 650 User guide [nl]

Alarminstallatie Magic Safe MS-650
GEBRUIKSAANWIJZING
Omwille van het milieu 100% recycling­papier
Impressum
Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatisch gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van CONRAD ELECTRONIC NEDERLAND BV. Nadruk, ook als uittreksel is niet toegestaan. Druk- en zetfouten voorbehouden. Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische eisen bij het in druk gaan. Wijzigingen in de techniek en uitvoering voorbehouden.
© Copyright 1995 by CONRAD ELECTRONIC NEDERLAND BV Windmolenweg 42, 7548 BM Boekelo Internet: www.conrad.nl E-mail: helpdesk@conrad.nl
Bestnr.: 84 96 26
7.5 Automatisch scherpstellen 9
7.6 Weergeven alarmbron 10 8 Stroomverbruik 10 9Programmeren van nieuwe handzenders 11 10 Zoeken van fouten 12 11 Functies handzender 13 12 Software-instelling 14 13 Programmeerhandleiding 16 14 Technische gegevens 17 15 Accessoires 17 Installatiehandleiding 17
1 Introductie
Geachte klant,
Hartelijk dank voor de koop van dit product
Lees eerst deze handleiding volledig en zorgvuldig door voordat u de Magic safe alarminstallatie MS-650 van WAECO installeert. U dient zich beslist te houden aan de aanwijzingen betreffende de veiligheid en het gebruik.
Bij vragen kunt u zich wenden tot onze Technische Dienst,
Nederland: 053 – 428 54 80 Ma. – vr. 09.00 – 20.00 uur E-mail: helpdesk@conrad.nl
3
Belangrijk! Beslist lezen!
Deze gebruiksaanwijzing is een integraal onderdeel van dit product. Er staan belangrijke aanwijzingen in betreffende de ingebruikname en het gebruik. Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door! Bij schades, die ontstaan door het niet opvolgen van de handleiding, vervalt het recht op garantie. Voor volgschades, die hieruit ontstaan zijn wij niet aansprakelijk.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig!
Inhoudsopgave Pagina
1 Introductie 3 2 Inleiding 4 3 Omvang levering 4 4 Handzender 5
4.1 Vervangen van de batterijen 5
5 Bedienen van de alarminstallatie 6
5.1 Scherpstellen 6
5.2 Alarminstallatie uitschakelen 6
5.3 Automatisch weer scherpstellen 6
5.4 Scherpstellen zonder bewaking interieur 7 6Werkplaatsmode 7 7 Extra functies 8
7.1 Automatisch vergrendelen(ontgrendelen 8
7.2 Paniekfunctie 8
7.3 Comfortfunctie 8
7.4 Uitschakelen in noodgevallen 9
2
4 Handzender
Met de handzender kunnen via de blauwe en grijze toets de verschillende functies gestuurd resp. geprogrammeerd worden.
Voor het geval dat u de handzender verliest of dat deze defect is, kan de alarminstallatie via het persoonlijke identiteitsnummer (pincode) uitgeschakeld worden met behulp van de serviceschakelaar. De pincode wordt ook als toegangsbescherming gebruikt (password) en om andere handzenders te programmeren of te wissen.
4.1 Vervangen van de batterijen
Als het bereik van de handzender aanzienlijk minder wordt, of als het controle­LED knippert bij het zenden, moet de batterij vervangen worden. Gebruik alleen batterijen die niet kunnen uitlopen en die geschikt zijn voor elektronische apparaten. Houd de batterijen buiten het bereik van kinderen. Probeer nooit batterijen weer te laden, open te maken of in het vuur te gooien. Bescherm het milieu! Lege batterijen horen niet bij het huisvuil, maar dienen ingeleverd te worden bij verzamelbakken in winkels e.d. Draai de schroef aan de onderkant van de behuizing er uit en open de zender. Vervang de batterij. Let bij het er inleggen van de batterij op de juiste poling (batterijtype CR 2032 3 Volt). De pluspool bevindt zich aan de bovenzijde. U kunt deze batterijen kopen in fotozaken, horlogezaken e.d. Leg het deksel er weer op en draai de schroef er weer in.
5
2 Inleiding
Het Magic Safe MS-650 alarmsysteem biedt vele hoogwaardige functies, waarvan er een paar misschien al in uw auto aanwezig zijn. Een paar mogelijkheden zijn als optie bedoeld en moeten eventueel na het inbouwen geprogrammeerd worden (zie hfst. 12 en 13).
Het microprocessorgestuurde alarmsysteem beschermt uw voertuig en wat zich daarin bevindt tegen diefstal.
Bij een op scherp gestelde installatie worden deuren, motorkap en kofferbakdeksel, ontsteking en interieur bewaakt. Bij een alarm klinkt 30s lang de claxon (als optie een extra sirene) en de alarmlichten knipperen.
3 Omvang levering
Nr. Hoeveelheid Omschrijving Artnr.
11Sturingsapparaat MS-650-RX 22Handzender MS-650-TX 31Ultrasonoor module MS-540-US 42Ultrasoon sensoren MS-650-US 51Hoofdkabelboom MS-650-KA3 61Centrale bekabelingboom (P2) MS-650-KA2 71Ingangskabelboom MS-650-KA1 81Bevestigingen met schakelaar MS-650-KIT 91Relais voor aansluiting claxon MS-650-RL 10 2 Waarschuwingsstickers MS-650-WS 11 1 Status-LED met kabel en voet MS-650-SL 12 1 Serviceschakelaar met kabel MS-650-AS
4
de alarminstallatie automatisch weer geactiveerd. Dit wordt getoond door het snel knipperen van de status-LED in de auto. De centrale vergrendeling blijft bij de fabrieksinstelling van 7 - 3 vergrendelen bij weer scherpstellen = UIT buiten beschouwing. Als de functie 1 - 3 op AAN geprogrammeerd wordt, dan wordt bij het weer scherpstellen de centrale vergrendeling geactiveerd en worden de deuren vergrendeld.
5.4 Scherpstellen zonder bewaking interieur
Het interieur van het voertuig is voorzien van ultrasonore bewegingsmelders, die bij bewegingen in het interieur een alarmsignaal aan de sirene geven.
Als u liever geen interieurbewaking wenst, b.v. omdat u de hond in de auto wilt laten, druk dan voor het scherpstellen van de alarminstallatie twee keer snel achter elkaar op de blauwe toets. Het dubbel indrukken wordt bevestigd door het tweemaal knipperen van de alarmlichten en door een bevestigingssignaal.
Als u liever geen bevestigingssignaal hoort. drukt u op de grijze toets direct voor u tweemaal op de blauwe toets drukt.
6Werkplaatsmode
De functionaliteit van alle functies blijft behouden. Er wordt echter geen alarm gegeven. Deze mode wordt aanbevolen, als uw auto gerepareerd moet worden of een onderhoudsbeurt krijgt. Alle instellingen blijven ook in spanningloze toestand behouden.
Om in de werkplaatsmode te komen, deactiveert u de alarminstallatie, schakelt u de ontsteking in en houdt u ca. 3 sec de serviceschakelaar ingedrukt. De status-LED licht na ca. 3 sec op ter bevestiging dat het systeem zich in de werkplaatsmode bevindt. Deze mode blijft zolang actief, tot de serviceschakelaar bij ingeschakelde ontsteking weer ingedrukt wordt.
In de werkplaatsmode blijven de vergrendelings-, ontgrendelings- en comfortfunctie behouden.
7
5 Bedienen van de alarminstallatie
5.1 Scherpstellen
Nadat u uit de auto gestapt bent en de deuren gesloten heeft, drukt u ca. 1 sec op de blauwe toets, om de alarminstallatie te activeren.
Na het activeren van de alarminstallatie knipperen de alarmlichten eenmaal en als er een elektronische sirene aangesloten is, klinkt deze eenmaal ter bevestiging. Na een vertragingstijd van ca. 10 sec staat de alarminstallatie op scherp. Dit wordt weergegeven door het knipperen van de status-LED met een frequentie van 1 sec. Als er bij het activeren van de alarminstallatie geen bevestigingssignaal klinkt via de sirene, moet u de grijze toets indruk­ken vlak voor u op de blauwe toets drukt (dit geldt alleen als er een extra sirene aangesloten is).
Bij voertuigen met centrale deurvergrendeling worden bij het scherpstellen van de alarminstallatie de deuren en de kofferbak vergrendeld. Als het voertuig over een originele comfortfunctie beschikt, b.v. elektrisch openen/sluiten van ramen of elektronisch schuifdag, dan worden deze ook vergrendeld. Het is mogelijk, deze comfortfunctie via een tweede zend­kanaal (grijze toets) apart aan te sturen (zie hfst. comfortfunctie).
Als de alarminstallatie geactiveerd wordt terwijl er een deur of kofferruimte open staat, knipperen de alarmlichten drie keer, om de storing aan te geven. Het systeem is weliswaar geactiveerd, maar sluit bij de bewaking het betreffende sensorbereik uit, tot b.v. de deur op de juiste wijze gesloten is.
5.2 Alarminstallatie uitschakelen
Druk een keer ca. 1 sec op de blauwe toets. De alarmlichten knipperen en het bevestigingssignaal (als er een sirene aangesloten is) klinkt twee keer. Bij aangesloten centrale vergrendeling worden de deuren ontgrendeld.
Als er via de sirene (indien aanwezig) geen bevestigingssignaal klinkt, drukt u op de grijze toets voor u de blauwe toets drukt.
5.3 Automatisch weer scherpstellen
Als het voertuig niet binnen 90 sec nadat het alarm uitgeschakeld is gebruikt wordt (de deur wordt geopend of de ontsteking wordt ingeschakeld), wordt
6
De duur van de aansturing kan geprogrammeerd worden tussen 10 en 25 seconden (zie software-instelling)
7.4 Uitschakelen van de alarminstallatie in noodsituaties
Als zich de situatie voordoet, dat de handzender niet meer functioneert of als u deze verloren hebt, opent u het voertuig met de sleutel. De alarminstallatie zal direct reageren.
Om de alarminstallatie te deactiveren, handelt u als volgt:
7.5 Automatische scherpstelling
Onder automatische scherpstelling wordt verstaan het automatisch scherp­stellen van de installatie na het verlaten van het voertuig. Hiertoe moeten de ontsteking uit en de deuren gesloten zijn. In de instelling af fabriek is de automatische scherpstelling niet actief (functie 1 - 1 = UIT zie hfst. software-instelling).
9
7 Extra functies
7.1 Automatische vergrendeling/ontgrendeling van de centrale vergrendeling via de ontsteking
Als uw auto beschikt over een automatische vergrendeling, is het mogelijk de deuren van binnen automatisch te vergrendelen of te ontgrendelen. De installatie is af fabriek zo ingesteld, dat ca. 10 sec na het inschakelen van de ontsteking de centrale vergrendeling geblokkeerd wordt. De alarmcentrale blijft gedeactiveerd. Als de ontsteking uitgeschakeld wordt, worden de deur en zonder vertraging ontgrendeld. Deze functie kan uitgeschakeld worden (zie hfst. 12 software-instelling).
In ieder geval kan de centrale vergrendeling via de handzender van binnen vergrendeld en ontgrendeld worden.
Let op! Bij het vergrendelen via de handzender moet de ontsteking ingeschakeld zijn. Anders wordt de alarminstallatie eveneens geactiveerd.
7.2 Paniekfunctie
De Magic Safe MS-650 beschikt over een paniekfunctie die het u mogelijk maakt via de handzender een alarm af te laten gaan. Dit is bijzonder handig, als u zich in een noodsituatie bevindt. Het noodalarm functioneert alleen bij uitgeschakelde ontsteking. Als u het noodalarm wilt inschakelen, drukt u ca. 3 sec op de blauwe toets. Daarop klinkt de claxon resp. de aangesloten sirene en de alarmlichten knip­peren. Als u nogmaals op de blauwe toets drukt, wordt het noodalarm weer uitgeschakeld.
7.3 Comfortfuncties
Als het voertuig voorzien is van een comfortmodule, kunnen via de handzender de ramen en het schuifdak gesloten worden en de kofferbak­vergrendeling, het benzinedopslot, het lichtsignaal of de verwarming aangestuurd worden.
Bij de juiste aansluiting (zie inbouwhandleiding) kunnen de comfortfuncties apart via de grijze toets bediend worden. Hiertoe drukt u ca. 3 sec op de grijze toets.
8
9Programmeren van de nieuwe handzender
De Magic Safe MS-650 Automatische alarminstallatie kan gebruikt worden met max. 4 handzenders. Voor het programmeren van nieuwe handzenders handelt u als volgt:
11
Automatische scherpstelling actief
Als de functie 1 - 1 = AAN gekozen is, wordt de installatie automatisch na ca. 90 sec scherpgesteld, zodra de ontsteking uitgeschakeld is en er een deur geopend en daarna weer gesloten is. De centrale vergrendeling blijft daarbij buiten beschouwing.
Via de functie 2 - 3 (alarmvertragingstijd na automatische scherpstelling) kan er gekozen worden tussen directe en vertraagde inwerkingstelling van het alarm na de automatische scherpstelling. Bij de fabrieksinstelling AAN is een vertragingstijd geprogrammeerd, die 10 of 20 seconden kan bedragen. De chauffeur heeft dus de mogelijkheid, het voertuig zonder handzender te openen. Binnen de alarmvertragingstijd moet dan via de pincode (of terug­gevonden handzender) de alarminstallatie uitgeschakeld worden.
Bij het programmeren van de functie 2 - 4 (vertragingstijd) kunnen twee verschillende vertragingstijden geprogrammeerd worden (10 of 20 sec). De fabrieksinstelling is AAN en bedraagt 10 sec.
7.6 Tonen van de alarmbron
Nadat de alarminstallatie op de gebruikelijke wijze uitgeschakeld is, geeft de status-LED door een volgorde in het knipperen aan, dat er een alarm in werking gesteld is. Als er een sirene is aangesloten, klinken er bovendien 4 korte tonen. Zodra de ontsteking voor de eerste keer ingeschakeld is, geeft het aantaal keren, dat de LED in een interval knippert, aan wat het alarm veroorzaakt heeft.
8 Stroomverbruik
De alarminstallatie heeft een zeer gering stroomverbruik (<20 mA). Het gedurende enkele weken wegzetten van het voertuig met geactiveerde alarminstallatie is daarom voor de accu geen probleem.
10
Loading...
+ 13 hidden pages