Wacom PL Series User's Manual [nl]

Page 1
IndexInhoud
Pendisplay
Gebruikershandleiding voor de software
INHOUD
Informatie over de handleiding 2 Navigeren door de handleiding 3
AANPASSEN 4 Regelpaneel openen 4 Overzicht van het regelpaneel 5 Instellingen van het regelpaneel 6
Pendisplay kalibreren 7 De pen aanpassen 8
Gevoeligheid van de punt en dubbelklikken instellen 8 Gevoeligheid van de gum instellen 9 Geavanceerde instellingen voor drukgevoeligheid
van punt en gum 10 De penknoppen aanpassen 11 Knopfuncties 12
Het pendisplay gebruiken met andere beeldschermen 17 Het taartmenu gebruiken en aanpassen 18 Werken met Scherm wisselen 19 Toepassingsspecifieke instellingen 20
Toepassingsspecifieke instellingen opgeven 21
Toepassingsspecifieke instellingen wijzigen 22
Toepassingsspecifieke instellingen verwijderen 22 Meerdere tabletten installeren 22
VERKLARENDE WOORDENLIJST 23 INDEX 25
1
Inhoud
Index
1
Page 2
IndexInhoud
2
INFORMATIE OVER DE HANDLEIDING
Dit document biedt u snel toegang tot informatie over het pendisplay. U kunt naar een andere pagina in dit document gaan door op een navigatieknop of een onderstreept woord te klikken. Tenzij anders aangegeven, is de informatie van toepassing op Windows- en Macintosh-computers en zijn de afbeeldingen van de schermen afkomstig van het Windows-platform.
Opmerking: deze handleiding bevat geen informatie over het installeren van het pendisplay. Raadpleeg de installatiegids voor meer informatie over het installeren van het pendisplay.
Lees Navigeren door de handleiding
Toetsen op het toetsenbord, dialoogvensters en opties op het regelpaneel worden met
HOOFDLETTERS weergegeven.
Met de zoomfunctie van uw viewer kunt u de handleiding uitvergroten op uw scherm.
De volgende informatie wordt niet bij dit product meegeleverd: specifieke informatie over uw eigen computerhardware en besturingssysteem en informatie over de door u gebruikte toepassingssoftware. Voor dit soort informatie kunt u terecht in de handleidingen en cd-roms van uw eigen computer, besturingssysteem en toepassingen.
Diverse grafische toepassingen ondersteunen de functies van het pendisplay (zoals drukgevoeligheid). Ga naar de Wacom-website voor een lijst met toepassingen die deze functies ondersteunen. Hoe u optimaal gebruikmaakt van de functies van het pendisplay in een bepaalde toepassing, leest u in de handleiding van de toepassing in kwestie.
als u voor het eerst elektronische documentatie gebruikt.
KLEINE
De filosofie van Wacom is om al zijn producten continu te verbeteren. Hierdoor worden er van tijd tot tijd wijzigingen en verbeteringen op het gebied van engineering doorgevoerd. Sommige wijzigingen, aanpassingen en verbeteringen zijn mogelijk niet in dit document opgenomen.
Inhoud
Index
2
Page 3
IndexInhoud
NAVIGEREN DOOR DE HANDLEIDING
Gebruik de navigatieknoppen om door de handleiding te gaan:
Gaat naar de voorpagina.
3
Inhoud
Index
Gaat naar de inhoudsopgave.
Gaat naar de index.
Gaat naar de laatste pagina die u hebt geraadpleegd.
Vorige pagina of volgende pagina.
onderwerp
Gaat naar het desbetreffende onderwerp.
Vervolg van onderwerp.
Acrobat Reader biedt extra hulpmiddelen om de handleiding te gebruiken en af te drukken. Zie de Help van Adobe Reader voor meer informatie.
Inhoud
Index
3
Page 4
IndexInhoud
4

AANPASSEN

Wanneer u de basisvaardigheden voldoende onder de knie hebt, kunt u de werking van het display aanpassen aan uw persoonlijke voorkeuren. In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u met het regelpaneel de instellingen van het pendisplay en de pen kunt aanpassen.
Gevorderde gebruikers kunnen het pendisplay verder optimaliseren door toepassingsspecifieke instellingen op te geven.
Regelpaneel openen Overzicht van het regelpaneel Instellingen van het regelpaneel

REGELPANEEL OPENEN

U opent het regelpaneel van het Wacom-tablet door de pen op het pendisplay te gebruiken:
Windows. Klik op de knop S
ACOM-TABLET en kiest u de optie WACOM-TABLETEIGENSCHAPPEN.
uW
Macintosh. Open S Klik vervolgens op het pictogram W
YSTEEMVOORKEUREN vanuit het dock, het Apple-menu of de map PROGRAMMA'S.
TART in Windows en kies ALLE PROGRAMMA'S. Vervolgens selecteert
ACOM-TABLET.
Wanneer u het regelpaneel hebt geopend, kunt u het pendisplay aanpassen aan uw persoonlijke voorkeuren.
Opmerking: de persoonlijke voorkeuren van de gebruiker worden ondersteund. Na aanmelding, kan iedere gebruiker de instellingen aanpassen in het regelpaneel van het Wacom-tablet. Bij het schakelen naar een andere gebruiker, worden automatisch de instellingen voor die gebruiker geladen.
Inhoud
Index
4
Page 5
IndexInhoud

OVERZICHT VAN HET REGELPANEEL

Met het regelpaneel van het Wacom-tablet kunt u het pendisplay aanpassen aan uw voorkeuren.
In het bovenste gedeelte van het regelpaneel worden de pictogrammen weergegeven die de instellingen van het
TABLET, DE APPARATEN en de TOEPASSINGEN voorstellen.
De tabbladen bevatten de instellingen van het geselecteerde
APPARAAT.
Zie Instellingen van het regelpaneel.
Kies FUNCTIES om de instellingen van het taartmenu passen.
Selecteer P instellingen van de pen aan te passen.
aan te
5
EN om de
Hiermee wordt een dialoogvenster weergegeven met informatie over het tablet en de bijbehorende software, inclusief een optie om het dialoogvenster D
IAGNOSTISCHE
GEGEVENS te openen.
Hiermee worden de geavanceerde opties weergegeven.
Met de knop S
TANDAARD worden de
standaardinstellingen van het tabblad hersteld.
Hiermee geeft u de handleiding weer.
Probeer tijdens het verkennen van het regelpaneel verschillende instellingen uit om te bekijken welke voor u het meest geschikt zijn. De door u gemaakte wijzigingen zijn meteen van kracht, maar u kunt altijd op S
TANDAARD klikken om de
instellingen van een tabblad terug te zetten op de fabrieksinstellingen. Voor de meeste items van het regelpaneel is er extra informatie beschikbaar. Plaats de schermcursor op een
item en enkele ogenblikken later verschijnt er een klein vakje met aanvullende informatie. Verder kunnen ook de tab- en de pijltoetsen van het toetsenbord worden gebruikt om door het regelpaneel te
navigeren.
Inhoud
Index
5
Page 6
IndexInhoud
6
Lijsten en tabbladen van het regelpaneel: via de TABLETTENLIJST, de aPPARATENLIJST en de
TOEPASSINGENLIJST van het regelpaneel kunt u het tablet, het apparaat en de toepassing selecteren waarvan
u de instellingen wilt wijzigen. Als u de instellingen van een apparaat wilt wijzigen, opent u het regelpaneel en kiest u F
In de TABLETTENLIJST wordt er voor ieder ondersteund tablet dat op het systeem is geïnstalleerd een pictogram weergegeven. Alle instellingen die onder deze lijst staan zijn van toepassing op het geselecteerde tablet.
In de pictogram voor de en de
Opmerking: wanneer de pen voor het eerst op het tablet wordt gebruikt, wordt het automatisch toegevoegd aan de
APPARATENLIJST en zijn de
standaardinstellingen van kracht.
In de
APPARAATinstellingen definiëren die alleen
voor een bepaalde toepassing gelden. Zie Toepassingsspecifieke instellingen
UNCTIES of PEN. Zie De pen aanpassen voor meer informatie.
APPARATENlijst verschijnt er een
FUNCTIES van het tablet
PEN.
Uw huidige selecties zijn gemarkeerd.
TOEPASSINGENlijst kunt u de
.
Zie ook Meerdere tabletten installeren
Opmerking: de
TOEPASSINGENlijst is voor gevorderde gebruikers; het is niet nodig om toepassingen te
.
selecteren of toe te voegen om uw pen aan te passen aan uw voorkeuren.

INSTELLINGEN VAN HET REGELPANEEL

Gebruik dit gedeelte ter referentie wanneer u met het regelpaneel van het tablet werkt. U vindt hier gedetailleerde informatie over elk tabblad en enkele ingewikkeldere onderwerpen. Daarnaast vindt u hier ook nuttige tips voor het aanpassen van het tablet en de bijbehorende invoerapparaten.
Pendisplay kalibreren De pen aanpassen Het taartmenu gebruiken en aanpassen Werken met Scherm wisselen Toepassingsspecifieke instellingen Meerdere tabletten installeren
Inhoud
Index
6
Page 7
IndexInhoud
7

PENDISPLAY KALIBREREN

Om de positie van de schermcursor in lijn te brengen met de positie van de pen op het scherm dient u het tablet te kalibreren. Dit is noodzakelijk om het verschilzicht op te heffen dat wordt veroorzaakt door het glas en de coating van het displayscherm. Stel het display in op de werkpositie en volg de onderstaande procedure.
Belangrijk: als u een LCD-scherm aansluit op het pendisplay via een VGA-verbinding, dient u het beeldscherm goed in te stellen voordat u het tablet kalibreert.
1. In het regelpaneel van het Wacom-tablet selecteert u P vervolgens selecteert u het tabblad K
ALIBREREN.
2. Als u met meerdere beeldschermen werkt, selecteert u bij moment gebruikt. (Alleen beeldschermen met een van de resoluties die worden ondersteund door het pendisplay, worden weergegeven in de lijst.)
3. Klik op de knop KALIBREREN... om het kalibratievenster te openen.
4. Houd de pen vast zoals u dat altijd doet en ga in de houding zitten waarin u altijd zit wanneer u met het pendisplay werkt. Klik met de penpunt op het midden van de kruiscursor in de linkerbovenhoek.
5. Klik vervolgens op het midden van de kruiscursor die wordt weergegeven in de rechterbenedenhoek.
6. Test de uitlijning door de pen op een paar verschillende punten op het scherm te plaatsen. Klik op OK om de kalibratie te bevestigen. Klik op O kalibreren.
Het kalibratievenster bevat gedetailleerde instructies en bijkomende opties. De kalibratie-instelling is geldig voor alle toepassingen.
Opmerking: als er meerdere pendisplays op uw systeem zijn geïnstalleerd, selecteert u het pendisplay waarmee u momenteel werkt in de
DISPLAYLIJST van het regelpaneel.
EN in de APPARATENLIJST en
MONITOR
PNIEUW PROBEREN om opnieuw te
de optie die u op dat
Kruiscursor
Aanpassingspatroon voor pitch en fase. Raadpleeg de installatiegids en de
hardwarehandleiding van het pendisplay voor meer informatie over het aanpassen van pitch en fase voor een VGA-verbinding.
Tip: als u de schermcursor met een klein positieverschil ten opzichte van de eigenlijke positie van de pentip wilt weergeven, kalibreert u door op een plek te klikken die dat positieverschil vertoont ten opzichte van de kruiscursor. Als u de schermcursor bijvoorbeeld 2,5 mm boven en links van de pentip wilt weergeven, kalibreert u door op een plek te klikken die zich 2,5 mm onder en rechts van de kruiscursor bevindt.
Inhoud
Index
7
Page 8
IndexInhoud
8

DE PEN AANPASSEN

U kunt de pen eenvoudig aanpassen aan uw voorkeuren. Open eerst het regelpaneel van het Wacom-tablet met de pen. Het apparaat wordt automatisch geselecteerd in de worden weergegeven. Selecteer een tabblad en kies uit de beschikbare opties.
Gevoeligheid van de punt en dubbelklikken instellen Gevoeligheid van de gum instellen De penknoppen aanpassen Toepassingsspecifieke instellingen
GEVOELIGHEID VAN DE PUNT EN DUBBELKLIKKEN INSTELLEN
Selecteer het tabblad PEN om de gevoeligheid van de penpunt aan te passen. Gebruik een zachte puntinstelling om brede penseelstreken te maken of te klikken door het tabletlichtjes met de punt aan te raken. Gebruik een harde puntinstelling als u zo nauwkeurig mogelijk dunne lijnen wilt tekenen.
APPARATENLIJST en de juiste tabbladen
Hiermee kan de druk worden aangepast die nodig is om te klikken of te tekenen met de pen.
Hiermee wordt het dialoogvenster G
EVOELIGHEIDSDETAILS weergegeven,
waarin u de gevoeligheid van de punt verder kunt aanpassen aan uw eigen voorkeuren.
Zorg dat de schermcursor boven een leeg gebied van het regelpaneel staat en druk met de pentip op het tablet om de huidige puntgevoeligheid te testen. U kunt de balk waarin de te bepalen hoe hard u op de pen moet drukken om de maximale druk te bereiken.
Tips:
In de meeste drukgevoelige toepassingen is het raadzaam een iets hogere
In sommige toepassingen kan de pen bij een zachte instelling overgevoelig reageren. De minste druk die op de
Om dubbelklikken gemakkelijker te maken, kunt u het gebied voor dubbelklikken (de dubbelklikafstand) groter
HUIDIGE DRUK wordt weergegeven gebruiken om
Op die manier beschikt u over een groter drukwaardenbereik.
pen wordt gezet wordt dan vele malen op het scherm uitvergroot. Kies in dat geval voor een hardere instelling bij G
EVOELIGHEID VAN PUNT.
maken. Opmerking: als de dubbelklikafstand groter is, kan dit in sommige tekentoepassingen vertraging veroorzaken bij
het begin van de penseelstreken. In die gevallen is het raadzaam een kleine dubbelklikafstand te hanteren en met de penknop te dubbelklikken.
Bepaalt de grootte van het dubbelklikgebied. Een ruimere instelling maakt het dubbelklikken gemakkelijker.
Sleep de schuifregelaar naar de positie U Assistent niet gewenst is.
PUNTGEVOELIGHEID in te stellen.
IT indien de Dubbelklik-
Inhoud
Index
8
Page 9
IndexInhoud
GEVOELIGHEID VAN DE GUM INSTELLEN
Selecteer het tabblad GUM om de gevoeligheid van de gum van de pen aan te passen. Opmerking: de gum wordt niet altijd meegeleverd.
Selecteer de knopfunctie die moet worden uitgevoerd wanneer u het gum gebruikt.
Hiermee wordt de druk aangepast die nodig is om te gummen.
Hiermee wordt het dialoogvenster G
EVOELIGHEIDSDETAILS van de gum
weergegeven. Hiermee kunt u de gevoeligheid van de gum verder aanpassen aan uw eigen voorkeuren.
zorg dat de schermcursor boven een leeg gebied van het regelpaneel staat en druk met het gum op het tablet om de huidige gumgevoeligheid te testen. U kunt de schuifbalk voor de gebruiken om te bepalen hoe hard u op de gum moet drukken om de maximale druk te bereiken.
HUIDIGE DRUK
9
Inhoud
Index
9
Page 10
IndexInhoud
10
GEAVANCEERDE INSTELLINGEN VOOR DRUKGEVOELIGHEID VAN PUNT EN GUM
Indien u de instellingen van de drukgevoeligheid van de punt of de gum verder wilt instellen, klikt u op het tabblad P Via de opties van dit dialoogvenster kunt u de drukgevoeligheid van de punt of de gum wijzigen en de waarden onafhankelijk van elkaar wijzigen. De instellingen worden op de tabbladen P aangepast met de schuifregelaars van G
Versleep de schuifregelaar om een instelling te selecteren voor de drukgevoeligheid. Als u eraan gewend bent zacht op de pen te drukken en een volledig drukniveau wilt toepassen zonder met volle kracht op de pen te drukken, verhoogt u het maximale drukniveau.
EN of GUM op de knop DETAILS... Het dialoogvenster GEVOELIGHEIDSDETAILS wordt weergegeven.
EN en GUM tegelijk
EVOELIGHEID VAN PUNT en GEVOELIGHEID VAN GUM.
Belangrijk: de schuifregelaars van G
EVOELIGHEID VAN PUNT en GEVOELIGHEID VAN GUM vervangen de
gedetailleerde drukgevoeligheidsinstellingen. Sleep met de schuifregelaar om de gedetailleerde instellingen aan te passen. De reeds bestaande gedetailleerde instellingen worden verwijderd.
In P
ROFIEL vindt u in een
grafische weergave met krommen de gekozen waarden voor de G
EVOELIGHEID en de
K
LIKDREMPEL terug.
Hoe sneller de kromme oploopt, hoe gevoeliger de pen.
Versleep de schuifregelaar om de klikdrempel aan te passen.
Met deze instellingen wordt de kracht bepaald die nodig is om de punt te laten klikken.
Maak een aantal streken binnen het vak met de penpunt of de gum en bekijk het resultaat.
Inhoud
Index
10
Page 11
IndexInhoud
11
DE PENKNOPPEN AANPASSEN
Selecteer het tabblad PEN om de functies te wijzigen die aan de zijschakelaar en de punt van de pen zijn toegewezen.
Opmerking: niet alle pennen zijn uitgerust met zijschakelaars.
Selecteer de knopfunctie die moet worden uitgevoerd wanneer u op de bovenste of de onderste helft van de tuimelschakelaar drukt.
Wanneer u de penpunt binnen 5 mm van het tabletoppervlak brengt zonder het tablet aan te raken en op de bovenste of de onderste penknop drukt, wordt de geselecteerde functie uitgevoerd.
Tip: om sneller te dubbelklikken, kunt u de zijschakelaar instellen op automatisch dubbelklikken door D
UBBELKLIKKEN te selecteren.
Dubbelklik hier om een andere functie aan de penpunt toe te wijzen.
Minimaal één penknop moet worden ingesteld op de functie K
LIKKEN.
Voor de meeste grafische toepassingen moet de punt op
KLIKKEN zijn ingesteld om te
kunnen tekenen.
Opmerking: u kunt de M
DE ZIJSCHAKELAAR aanpassen aan de
ODUS VAN
manier waarop u de pen gebruikt om rechts te klikken of andere klikfuncties uit te voeren. Klik op de knop O
PTIES... onder in
het regelpaneel voor de instellingen van M
ODUS VAN ZIJSCHAKELAAR. Het
venster O
Selecteer Z
PTIES verschijnt.
WEVEND KLIKKEN om
klikfuncties uit te voeren zonder met de penpunt het tablet te raken.
•Als K
LIK EN TIK is geselecteerd,
moet u de zijschakelaar indrukken terwijl u de penpunt op het tablet houdt om een klikfunctie uit te voeren. Met K
LIK EN TIK kunt u de
klikfuncties exact plaatsen. Dit is de standaardinstelling voor tablet-pc's.
Inhoud
Index
11
Page 12
IndexInhoud
12
KNOPFUNCTIES
De volgende opties zijn beschikbaar voor de instellingen van de pen en van het taartmenu. Houd er rekening mee dat niet alle opties voor alle knoppen of pendisplays beschikbaar zijn.
KLIKKEN. Deze optie simuleert één klik met de belangrijkste muisknop. Zorg dat er ten minste één knop is die deze functie uitvoert zodat u altijd kunt navigeren en klikken.
D
UBBELKLIKKEN. Simuleert een dubbele klik. Dubbelklikken met deze functie is
eenvoudiger dan dubbelklikken met twee tikken van de penpunt.
M
IDDENKLIKKEN. Simuleert één klik met de middelste muisknop.
R
ECHTSKLIKKEN. Simuleert één klik met de rechtermuisknop. Er wordt dan een
contextmenu weergegeven.
D
UURKLIKKEN. Simuleert de linkermuisknop die ingedrukt wordt gehouden. Druk één
keer op de penknop om de klikvergrendeling in te schakelen. Druk nogmaals op de knop om de functie uit te schakelen. Deze functie is handig om objecten te verslepen of tekstblokken te selecteren.
4
E KLIK. Simuleert een 4e klik van de muisknop.
T
ERUG. Simuleert de opdracht TERUG in browser-toepassingen.
5
E KLIK. Simuleert een 5e klik van de muisknop.
V
OORUIT. Simuleert de opdracht VOORUIT in browser-toepassingen.
ANNEN/BLADEREN. Hiermee kunt u een document of afbeelding met behulp van de
P
Wacom-pen in elke richting binnen het actieve venster positioneren.
T
OEPASSINGSSPECIFIEK. Geeft alleen het knopnummer door aan de toepassing. Dit is
voor toepassingen, zoals CAD-programma's, die het tablet ondersteunen.
S
TANDAARD. Hiermee worden de standaardinstellingen van de knop hersteld.
U
ITGESCHAKELD. Schakelt de knopfunctie uit.
G
UMMEN. Dit is de standaardinstelling voor de gum. Voor het gebruik van de gum
raadpleegt u de hardwarehandleiding.
I
NKTWISSEL. (Macintosh.) Hiermee schakelt u de functie "write anywhere" van Inkwell
in en uit. Door middel van Inkwell wordt uw handschrift automatisch herkend. Uw handschrift wordt vervolgens in tekstindeling omgezet en in een document geplaatst. Deze functie werkt alleen als de optie Inkt is ingeschakeld. Zie de Help van Macintosh voor informatie over het werken met Inkwell.
Inhoud
Index
12
Page 13
IndexInhoud
TOETSAANSLAG... Hiermee kunt u toetsaanslagen simuleren.
M
ODUSWISSEL... Hiermee schakelt u tussen de penmodus en muismodus.
M
ODIFICATIETOETS... Hiermee kunt u modificatietoetsen simuleren.
O
PENEN/UITVOEREN... Hiermee opent u een toepassing, een bestand of een script.
C
ONSTANTE DRUK. Vergrendelt de druk op het huidige drukniveau tot de knop wordt
losgelaten. U kunt bijvoorbeeld schilderen met drukgevoeligheid totdat u het gewenste formaat penseelstreek hebt gevonden. U kunt vervolgens op de knop drukken en blijven schilderen met hetzelfde formaat penseelstreek tot u de knop weer loslaat.
P
RECISIEMODUS. Hiermee verandert u de tablet-schermrelatie rondom de huidige
positie van de penpunt, zodat u de pen twee keer zo ver moet bewegen om de schermcursor dezelfde afstand te laten overbruggen op het scherm. Om deze functie in te schakelen, houdt u de penknop ingedrukt waaraan deze functie is toegewezen. Als u de knop loslaat, worden de normale instellingen voor de tablet­schermrelatie hersteld.
13
S
CHERM WISSELEN. Voor meerdere beeldschermen. Hiermee kunt u de
schermcursor verplaatsen tussen het pendisplay en uw andere beeldschermen. Indien geselecteerd, kan het product worden gebruikt als pendisplay (met de schermcursor op de plaats van de penpunt) of als standaard Wacom-tablet (de schermcursor kan worden verplaatst over het gehele bureaublad of over extra beeldschermen). Zie Werken met Scherm wisselen
T
AARTMENU. Hiermee geeft u een taartmenu op uw scherm weer. Elk deel van het
voor meer informatie.
hiërarchische menu bestaat uit acht menuonderdelen die verschillende beschikbare functies en opties kunnen bevatten.
J
OURNAL. (Windows Vista- en tablet-pc-systemen met Microsoft Journal.) Hiermee
wordt Microsoft Journal geopend.
ABLET PC INVOERPANEEL. (Tablet-pc's en Windows Vista-systemen die het Tablet
T
PC Invoerpaneel ondersteunen.) Het Tablet PC Invoerpaneel wordt weergegeven als u op een penknop drukt die op deze functie is ingesteld.
B
UREAUBLAD WEERGEVEN. Minimaliseert alle actieve vensters om een overzichtelijk
bureaublad weer te geven.
A
NDERE TOEPASSING. Het dialoogvenster voor het overschakelen naar een andere
toepassing verschijnt met focus op de volgende actieve toepassing. Op Windows Vista-systemen uitgerust met Aero, wordt Flip 3D geactiveerd met focus op de volgende actieve toepassingen.
E
XPOSÉ. (Macintosh.) Plaatst alle actieve vensters naast elkaar.
Inhoud
Index
13
Page 14
IndexInhoud
14
TOETSAANSLAG... Hiermee kunt u toetsaanslagen simuleren. Als u deze optie selecteert, wordt het
dialoogvenster T
OETSAANSLAG DEFINIËREN geopend. In dit venster kunt u de toetsaanslag of de reeks
toetsaanslagen opgeven die u wilt simuleren.
U kunt een toetsaanslag of een toetscombinatie handmatig invoeren in het invoerveld voor
TOETSAANSLAGEN.
Toetsaanslagcombinaties kunnen bestaan uit letters, cijfers, functietoetsen (zoals F3) en modificatietoetsen (zoals S A
LT of CTRL voor Windows en
S
HIFT, OPTION, COMMAND en
C
TRL voor Macintosh).
U kunt ook speciale toetsaanslagen of combinaties van toetsaanslagen selecteren via het vervolgkeuzemenu S
PECIFIEKE INSTELLINGEN.
Wanneer u een keuze hebt gemaakt, wordt deze toegevoegd aan het invoerveld voor
TOETSAANSLAGEN.
Nadat u een reeks toetsaanslagen hebt opgegeven, klikt u op OK.
Belangrijk: omdat u de E
NTER-toets (Windows)
en de R
ETURN-toets
(Macintosh) kunt definiëren als toetsaanslag, kunt u deze toetsen niet gebruiken om OK te selecteren. U moet de pen gebruiken om op OK te klikken.
Voer de naam van de toetsaanslagdefinitie in wanneer u hierom wordt gevraagd. De naam wordt weergegeven bij de desbetreffende knop of in het taartmenu, naargelang wat van toepassing is.
U kunt ook verschillende toetsaanslagfuncties maken voor verschillende toepassingen. Zie Toepassingsspecifieke instellingen voor meer informatie.
HIFT,
Verwijdert alleen de laatste vermelding in het invoerveld voor toetsaanslagen.
Wist het invoerveld voor toetsaanslagen.
Inhoud
Index
14
Page 15
IndexInhoud
PANNEN/BLADEREN. Hiermee kunt u een document of afbeelding in elke gewenste richting binnen
het actieve venster positioneren als u de penknop indrukt die op P
ANNEN/BLADEREN is ingesteld en
u vervolgens de penpunt over het actieve gebied van het tablet beweegt.
Wanneer u PANNEN/BLADEREN selecteert, vraagt het dialoogvenster voor de
PENBLADERSNELHEID om een
bladersnelheid in te stellen in toepassingen die pannen met een grijphandje (pixelniveau) in een document of afbeelding niet ondersteunen.
Als u de penpunt beweegt, wordt het document of de afbeelding verplaatst in de richting van de penbeweging op het tablet. Laat de knop los of neem de penpunt van het tabletoppervlak als u klaar bent.
In bepaalde toepassingsvensters zal het document bij het bewegen van de penpunt precies de schermcursor volgen, terwijl het document in andere toepassingen in dezelfde globale richting als de schermcursor beweegt.
O
PENEN/UITVOEREN... Hiermee opent u een dialoogvenster waarin u een toepassing, een bestand of een
script kunt selecteren om te openen.
15
Klik op BLADEREN... om een te starten toepassing, bestand of script te zoeken. Uw selectie verschijnt in het vak T
TOEPASSING.
E STARTEN
Klik op OK om de selectie te bevestigen. Het dialoogvenster sluit en de optie O U
ITVOEREN... die u hebt geselecteerd, wordt
PENEN/
toegekend aan de penknop. Indien u een keuze hebt gemaakt voor het
taartmenu, wordt dit weergegeven in het taartmenu.
Inhoud
Index
15
Page 16
IndexInhoud
16
MODUSWISSEL... Hiermee schakelt u tussen penmodus en muismodus. Als u een penknop voor het eerst
ODUSWISSEL... instelt, wordt het dialoogvenster MUISMODUS geopend. In dit venster kunt u de
op M versnelling en snelheid van de muis opgeven.
Hiermee stelt u de snelheid van de schermcursor in wanneer het apparaat zich in muismodus bevindt.
Hiermee stelt u de versnelling van de schermcursor in wanneer het apparaat zich in muismodus bevindt.
Opmerking: de instellingen van de muismodus kunnen worden geopend vanuit een aantal verschillende locaties van het regelpaneel. Er kan echter voor iedere pen en voor iedere toepassing die u aan uw eigen voorkeuren aanpast slechts één instelling voor M
UISVERSNELLING en MUISSNELHEID worden gemaakt.
M
ODIFICATIETOETS... Hiermee kunt u een of meerdere modificatietoetsen simuleren (zoals SHIFT, ALT of
TRL onder Windows, of SHIFT, OPTION, COMMAND of CONTROL onder Macintosh). In veel toepassingen
C dienen modificatietoetsen om de afmetingen of de positie van objecten te beperken.
U kunt kiezen voor een of meer opties voor de modificatietoetsen, maar u kunt ook het vak K selecteren als u telkens wanneer u op de knop van het apparaat drukt, een muisklik wilt uitvoeren.
LIKKEN
Inhoud
Index
16
Page 17
IndexInhoud
17
HET PENDISPLAY GEBRUIKEN MET ANDERE BEELDSCHERMEN
Wanneer u met het pendisplay en extra beeldschermen werkt op hetzelfde systeem, hangt de beweging van de schermcursor op het standaardbeeldscherm af van uw systeemconfiguratie.
Als u een tweede beeldscherm hebt aangesloten in de spiegelmodus, zijn de beelden op het pendisplay en het andere beeldscherm en de schermbewegingen identiek.
Als u het pendisplay gebruikt in combinatie met andere beeldschermen in de uitgebreide monitormodus, hebt u verscheidene opties voor het navigeren op de andere beeldschermen:
Stel een zijschakelaar in op de functie S schermcursor te verplaatsen tussen het pendisplay en uw andere beeldschermen. Zo kan uw product bijvoorbeeld worden gebruikt als pendisplay (met de schermcursor op de plaats van de penpunt) of als standaard Wacom-tablet (de schermcursor kan worden verplaatst over het gehele bureaublad of over extra beeldschermen). Zie Werken met Scherm wisselen
voor meer informatie.
Stel een van de zijschakelaars in op M u met het pendisplay wilt werken en muismodus wanneer u met de andere beeldschermen wilt werken.
CHERM WISSELEN. Vervolgens kunt u op de toets drukken om de
ODUSWISSEL. U kunt dan snel wisselen tussen penmodus wanneer
Inhoud
Index
17
Page 18
IndexInhoud
18

HET TAARTMENU GEBRUIKEN EN AANPASSEN

Om het taartmenu weer te geven, wijst u de functie TAARTMENU aan een penknop toe. Telkens wanneer u op de betreffende knop drukt, wordt het taartmenu weergegeven. Het menu wordt over het volledige bureaublad weergegeven.
Het hiërarchische taartmenu wordt in een ronde vorm weergegeven. Elk deel van het menu bestaat uit acht onderdelen die verschillende functies en opties kunnen bevatten.
Selecteer een beschikbare optie door erop te klikken in het taartmenu.
Wanneer u een menuonderdeel hebt gekozen, wordt het menu afgesloten. Om het Taartmenu te sluiten zonder een menuonderdeel te kiezen, klikt u op de ‘X’ in het midden van het menu of op een menuonderdeel waaraan geen functie is toegewezen. U kunt ook opnieuw op de knop drukken waarmee het menu wordt weergegeven.
Ga naar het tabblad T
AARTMENU om de beschikbare functies in het taartmenu aan te passen.
1. Selecteer een menu of submenu om aan te passen.
2. Selecteer een menuonderdeel waarvoor u de instellingen wilt wijzigen.
3. Kies de functie(s) die u wilt uitvoeren.
De lay-out van het taartmenu dat op dat moment wordt weergegeven, wordt teruggezet naar de standaardwaarden.
Inhoud
Index
18
Page 19
IndexInhoud
19

WERKEN MET SCHERM WISSELEN

SCHERM WISSELEN is alleen beschikbaar voor meerdere beeldschermen. Met deze functie kunt u de pen op het pendisplay gebruiken om de schermcursor te verplaatsen naar elk beeldscherm in uw systeem. Nadat u een zijschakelaar hebt ingesteld op de functie S schermcursor te verplaatsen tussen het pendisplay en de andere beeldschermen. Zo kan uw product bijvoorbeeld worden gebruikt als pendisplay, waarbij de schermcursor de plaats heeft van de penpunt, of als standaard Wacom-tablet, waarbij de schermcursor kan worden verplaatst over het gehele bureaublad of over de extra beeldschermen.
Als u het regelpaneel van het Wacom-tablet opent en het pendisplay het geselecteerde tablet is, dan is het tabblad S tabblad S
CHERM WISSELEN beschikbaar wanneer er twee of meer beeldschermen zijn aangesloten. Op het CHERM WISSELEN kunt u opgeven hoe de tabletprojectie op elke beeldschermwisseling wordt
toegepast.
•Als PENTABLET NAAR BUREAUBLAD is geselecteerd en u drukt op een penknop waaraan de functie S
CHERM WISSELEN is
toegewezen, wordt de schermcursor verplaatst van het pendisplay naar het gehele systeembureaublad. Als u nogmaals op de knop drukt, keert de schermcursor terug naar het pendisplay.
•Als P
ENTABLET NAAR ANDERE
SCHERMEN is geselecteerd en u
op de penknop drukt, wordt de schermcursor verplaatst van het pendisplay naar een ander actief pendisplay of beeldscherm. Als er extra beeldschermen aan het systeem zijn gekoppeld, wordt de schermcursor om beurten verplaatst naar een van de beeldschermen tot de cursor uiteindelijk terugkeert naar het pendisplay waar de verplaatsing begon.
CHERM WISSELEN, kunt u die knop gebruiken om de
Belangrijk: als u gebruikmaakt van toepassingsspecifieke instellingen bij S
WISSELEN, zorg dan dat elke
CHERM
toepassing in de
TOEPASSINGENLIJST
(waaronder A
TOEPASSINGEN) een penknop
LLE ANDERE
heeft waaraan de functie S
CHERM WISSELEN is
toegewezen.
Inhoud
Met ACTIEF GEBIED-opties kunt u de grootte bepalen van het tabletgebied waarin de pen functioneel is. Als u een selectie maakt, geeft de rode indicator uw keuze aan.
•Met V
ERHOUDINGEN FORCEERACTIE past u de grootte van het actieve
tabletgebied aan om de juiste verticale en horizontale verhoudingen tussen het pendisplay en het gehele bureaublad of het projectiebeeldscherm te behouden. Afhankelijk van uw instellingen, zijn bepaalde delen van het actieve gebied van het tablet mogelijk niet meer bruikbaar als u deze optie selecteert.
Als deze optie is uitgeschakeld, blijven de juiste schaal of verhoudingen niet behouden – een op het pendisplay getekende cirkel kan dan bijvoorbeeld op een projectiebeeldscherm verschijnen als een ellips.
•I
NVOEGGEBIED GEBRUIKEN beperkt het actieve tabletgebied tot een
formaat van 15 x 20 cm. Als V
ERHOUDINGEN FORCEERACTIE ook is
geselecteerd, kan dit formaat kleiner zijn. Als deze optie niet is geselecteerd, wordt er zo veel mogelijk van het gehele actieve tabletgebied gebruikt voor projectie naar een beeldscherm.
Index
19
Page 20
IndexInhoud
20

TOEPASSINGSSPECIFIEKE INSTELLINGEN

Wellicht wilt u uw pen voor het gebruik met een bepaalde toepassing aanpassen. Zo wilt u misschien een zeer drukgevoelige penpunt in een toepassing, terwijl u in een andere toepassing liever een minder drukgevoelige penpunt gebruikt. In de aan de lijst en vervolgens de instellingen voor deze toepassing aanpassen aan uw eigen voorkeuren.
Als er geen toepassingsspecifieke instellingen zijn gemaakt en de pen uit de
geselecteerd, wordt in de
TOEPASSINGENLIJST het pictogram ALLES weergegeven. Hierin bevinden zich
alle apparaatinstellingen die voor al uw toepassingen van toepassing zijn. In het volgende voorbeeld werden er geen toepassingsspecifieke instellingen opgegeven voor de Het pictogram A
LLES wordt weergegeven en in alle toepassingen gelden voor de PEN dezelfde
instellingen.
TOEPASSINGENLIJST kunt u een afzonderlijke toepassing toevoegen
APPARATENLIJST is
PEN.
Als er toepassingsspecifieke instellingen worden toegevoegd aan de
het pictogram A
LLES in ALLE OVERIGE en verschijnt er een toepassingspictogram voor de zojuist
TOEPASSINGENLIJST, verandert
toegevoegde toepassing(en). In het volgende voorbeeld zijn er toepassingsspecifieke instellingen toegevoegd voor de
Als u in het voorgaande voorbeeld het pictogram A wijzigt, zijn uw wijzigingen van toepassing op de die u aan de
TOEPASSINGENLIJST hebt toegevoegd. Als u een toepassingspictogram selecteert en de
tabbladinstellingen wijzigt, zijn uw wijzigingen alleen van toepassing op de
PEN.
LLE OVERIGE selecteert en de tabbladinstellingen
PEN in alle toepassingen, behalve voor de toepassingen
PEN wanneer u de betreffende
toepassing gebruikt.
Wanneer u toepassingsspecifieke instellingen maakt, maakt u een aparte groep instellingen voor de geselecteerde pen en de geselecteerde toepassing. Zie het volgende hoofdstuk voor meer informatie:
Toepassingsspecifieke instellingen opgeven Toepassingsspecifieke instellingen wijzigen Toepassingsspecifieke instellingen verwijderen
Inhoud
Index
20
Page 21
IndexInhoud
TOEPASSINGSSPECIFIEKE INSTELLINGEN OPGEVEN
Kies eerst het pendisplay en de pen waarvoor u een toepassingsspecifieke instelling wilt maken. Klik vervolgens op de knop [ + ] in de
INSTELLINGEN TOEVOEGEN verschijnt.
Kies een van de twee methoden om een toepassing te selecteren:
Open de toepassing waarvan u de instellingen aan uw eigen voorkeuren wilt aanpassen en selecteer die toepassing vervolgens in het vak
CTIEVE TOEPASSINGEN.
A
LADER naar het uitvoerbare bestand van een op
•B uw computer geïnstalleerde toepassing.
TOEPASSINGENLIJST. Het dialoogvenster TOEPASSING VOOR AANGEPASTE
21
Uw selectie wordt toegevoegd aan het vak
GESELECTEERDE TOEPASSING. In dit vak wordt de naam
van de geselecteerde toepassing weergegeven.
Klik op OK om het proces te voltooien.
Opmerking: als twee programma’s dezelfde bestandsnaam hebben, delen ze dezelfde aangepaste instellingen.
Als u een toepassing hebt toegevoegd, wordt deze met een pictogram weergegeven in de
TOEPASSINGENLIJST wanneer de pen in de APPARATENLIJST wordt geselecteerd. Selecteer de toepassing en
pas vervolgens de tabbladinstellingen van het regelpaneel voor uw pen en de geselecteerde toepassing aan.
Als u eenmaal toepassingsspecifieke instellingen hebt gemaakt, maken de toepassingen die niet op deze manier zijn aangepast, gebruik van de
APPARAATinstellingen van ALLE OVERIGE.
Tip: pas eerst de instellingen van één toepassing aan. Zodra u vertrouwd bent met het gebruik van toepassingsspecifieke instellingen, kunt u specifieke instellingen voor andere toepassingen opgeven.
Inhoud
Index
21
Page 22
IndexInhoud
22
TOEPASSINGSSPECIFIEKE INSTELLINGEN WIJZIGEN
Als u de instellingen van de pen wilt aanpassen voor een specifieke toepassing, selecteert u PEN en de toepassing. Vervolgens wijzigt u de tabbladinstellingen.
TOEPASSINGSSPECIFIEKE INSTELLINGEN VERWIJDEREN
Een toepassingsspecifieke instelling verwijderen:
1. In de
2. Klik op de knop [ – ] in de
APPARATENlijst selecteert u de PEN. Selecteer vervolgens in de TOEPASSINGENLIJST de toepassing
die u wilt verwijderen.
TOEPASSINGENLIJST. Klik in het dialoogvenster op VERWIJDEREN om uw keuze te
bevestigen. De geselecteerde toepassing wordt uit de lijst verwijderd, evenals alle bijbehorende aangepaste instellingen van de pen.
Tip: als u alle toepassingsspecifieke instellingen van de pen wilt verwijderen, verwijdert u de
APPARATENlijst. Plaats de pen vervolgens terug op het pendisplay. De PEN wordt weer aan de APPARATENlijst
PEN uit de
toegevoegd met de standaardinstellingen.

MEERDERE TABLETTEN INSTALLEREN

In de TABLETTENLIJST wordt voor alle ondersteunde tabletten die op het systeem zijn gedetecteerd een pictogram weergegeven. Hiermee kunt u het tablet selecteren waarop uw wijzigingen van toepassing zijn.
Selecteer het pictogram van het tablet waarvan u de instellingen van de toepassing en de pen wilt wijzigen.
Als u een nieuw tablet wilt toevoegen, sluit u het aan op uw computer.
Voor USB-tabletten zoekt het systeem de USB-poorten op. Wanneer er een nieuw tablet is gevonden, wordt het automatisch geïnitialiseerd.
Als u meerdere tabletten hebt geïnstalleerd, wordt het tablet waarmee u het Wacom-regelpaneel hebt geopend als het standaardtablet geselecteerd.
Als u een tablet uit het stuurprogramma wilt verwijderen
naast de
TABLETTENLIJST
. Houd er rekening mee dat u de computer opnieuw moet starten voordat u het tablet
weer aan het stuurprogramma kunt toevoegen.
Inhoud
Index
, selecteert u het tablet en klikt u op de knop [ – ]
22
Page 23
IndexInhoud
23

VERKLARENDE WOORDENLIJST

Actief gebied. Het gebied van het tablet waar de pen wordt gedetecteerd. Toepassingsspecifieke instellingen. De instellingen van het pendisplay en van het tablet die aan
afzonderlijke toepassingen zijn aangepast, worden weergegeven. Met het regelpaneel van het Wacom-tablet kunt u de pen zo programmeren dat het zich afhankelijk van de toepassing anders gedraagt. Toepassingsspecifieke instellingen zijn telkens wanneer u de desbetreffende toepassing gebruikt van kracht. Zie ook Toepassingsspecifieke instellingen
Klikdruk. De druk die u op de punt van de pen moet uitoefenen om te klikken. Drukgevoeligheid. De punt en de gum van de Wacom-pen registreren de hoeveelheid druk die erop wordt
uitgeoefend. Hiermee kunt u natuurgetrouwe pen-, penseel- en gumstreken maken in toepassingen die drukgevoeligheid ondersteunen.
Drukgevoelige toepassing. Een toepassing die drukgevoelige invoer ondersteunt. Dubbelklik-Assistent. Een functie van het regelpaneel van het Wacom-tablet die het dubbelklikken
vergemakkelijkt door een dubbelklikafstand in te stellen.
Dubbelkliksnelheid. De maximale tijd die bij dubbelklikken tussen twee klikken mag verlopen. Dubbelklikafstand. De maximale afstand (in schermpixels) die de cursor tussen twee klikken kan worden
verplaatst om toch nog als dubbelklik te worden geregistreerd. Een grotere dubbelklikafstand vereenvoudigt het dubbelklikken, maar kan in sommige grafische toepassingen een vertraging aan het begin van de penseelstreken veroorzaken.
Gum-compatibele toepassing.
In deze toepassingen kan het gum op verschillende manieren worden gebruikt, afhankelijk van het doel van de toepassing.
Journal. Een Microsoft Windows-toepassing die op elektronische manier een normaal logboek simuleert, maar gecombineerd met de voordelen van het digitaal maken van aantekeningen. U kunt bijvoorbeeld snelle schetsen en handgeschreven notities maken die in tekst omgezet kunnen worden en vervolgens aan collega's doorgestuurd worden voor digitale markering. Journal (Journal) bezit een scala aan pen- en markeergereedschap, inclusief een gum die gemakkelijk wordt geactiveerd via de gumpunt van de Wacom­pen. Bovendien kunt u in Journal zoeken naar handgeschreven tekst.
Modificatietoets. De modificatietoetsen zijn S
PTION op de Macintosh. U kunt uw penknoppen aanpassen aan uw voorkeuren om een modificatietoets
en O te simuleren.
Muismodus. Een manier om de schermcursor te positioneren. Wanneer u de pen op het tablet plaatst, kunt u de schermcursor verplaatsen door de cursor 'vast te nemen en te verschuiven', net zoals bij een traditionele muis. Dit de zogenaamde relatieve positionering. Zie ook Penmodus
Muissnelheid. Een instelling om de snelheid aan te passen waarmee de schermcursor zich verplaatst wanneer u in de muismodus werkt.
Muisversnelling. Een instelling waarmee u de versnelling van de schermcursor kunt aanpassen wanneer u in de muismodus werkt.
Nabijheid. De hoogte boven het actieve gebied
Een toepassing die het pengum ondersteunt.
.
HIFT, ALT en CTRL onder Windows, en SHIFT, CTRL, COMMAND
.
van het tablet waar de pen wordt gedetecteerd.
Inhoud
Index
23
Page 24
IndexInhoud
24
Penmodus. Een manier om de schermcursor te positioneren. Wanneer u de pen ergens op het tablet plaatst, springt de schermcursor naar het overeenkomstige punt op het scherm. Dit wordt aangeduid als absolute positionering en het is de standaardinstelling voor de pen. In de penmodus kunt u bovendien de positie van de schermcursor snel wijzigen zonder dat u de cursor eerst hoeft te zoeken en dan naar de gewenste plaats op het bureaublad hoeft te verschuiven. Zie ook Muismodus
.
Penpunt. De vervangbare penpunt. Pixel. De kleinste maateenheid op uw beeldscherm. Schermcursor. De aanwijspijl op het weergavescherm. Schermcursors kunnen verschillende vormen
aannemen (bijvoorbeeld die van een I-cursor, pijl, vierkant), afhankelijk van de gebruikte toepassing. Taartmenu. Een hiërarchisch menu (taartmenu). Elk deel van het menu bestaat uit acht menuonderdelen
die verschillende functies en opties kunnen bevatten. U kunt de knoppen van uw pen aanpassen om dit menu weer te geven.
Tablet PC Invoerpaneel. Met het Tablet PC Invoerpaneel van Windows Vista kunt u met uw Wacom-pen handgeschreven notities maken of met een schermtoetsenbord werken. Het invoerpaneel zet uw handgeschreven tekst automatisch om in getypte tekst. Uw informatie kan vervolgens in andere documenten, spreadsheets of illustraties worden ingevoegd.
USB. Universele Seriële Bus. Een hardware-interfacenorm voor het aansluiten van randapparatuur op een computer. USB-poorten zijn hot-pluggable. Dit betekent dat u een USB-apparaat kunt aansluiten of loskoppelen zonder de computer uit te schakelen.
Verhouding. De verhouding tussen de verticale en horizontale afmetingen van het actieve gebied van het tablet.
Wintab.
Een interfacenorm die door Windows-toepassingen wordt gebruikt om tabletgegevens te ontvangen.
Het pendisplay ondersteunt alle Wintab-compatibele toepassingen onder Windows.
Inhoud
Index
24
Page 25
IndexInhoud
INDEX
25
Aanpassen
dubbelklikken 8 gevoeligheid van gum 9
geavanceerd 10
gevoeligheid van punt 8
geavanceerd 10 pen 8 penknoppen 11 Taartmenu 18
Beeldschermen, pendisplay gebruiken
met andere 17
Dubbelklikken, aanpassen 8 Functies, knoppen 12 Functies, regelpaneel 5 Gevoeligheid van gum, aanpassen 9
geavanceerd 10
Gevoeligheid van punt, aanpassen 8
geavanceerd 10
Handleiding, informatie 2 IInstalleren van meerdere tabletten 22 Instellingen
regelpaneel 6 verwijderen 22
Kalibreren, pendisplay 7 Knopfuncties 12 Meerdere
tabletten, installeren 22 Over de handleiding 2 Pen, aanpassen 8 Penknoppen,aanpassen 11 Regelpaneel
functies 5
instellingen 6
lijsten 6
openen 4
tabbladen 6 Scherm wisselen, werken met 19 Taartmenu
aanpassen 18
gebruiken 18 Toepassingsspecifieke instellingen
maken 21
verwijderen 22
werken met 20
wijzigen 22
Verwijderden van instellingen 22
Inhoud
Index
25
Page 26
IndexInhoud
26
Wacom-pendisplay Gebruikershandleiding voor de software Versie 1.0, 13 juni 2008 Copyright © Wacom Co., Ltd., 2008 Alle rechten voorbehouden. Met uitzondering voor strikt persoonlijk gebruik mag geen enkel onderdeel van deze
handleiding worden gereproduceerd. Wacom behoudt zich het recht voor de inhoud van dit document zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen. Wacom heeft ernaar gestreefd in deze handleiding de meest recente en meest nauwkeurige informatie op te nemen. Wacom behoudt zich echter het recht voor specificaties en productcombinaties naar eigen goeddunken zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen en zonder verplichting dergelijke wijzigingen in deze handleiding op te nemen.
De bovenstaande datum geeft de datum aan waarop de gebruikershandleiding voor de software van het Wacom­pendisplay is ontwikkeld door Wacom. De releasedatum van de waarop het desbetreffende Wacom-product op de markt wordt gebracht.
'handleiding' valt evenwel samen met de datum
DuoSwitch is een handelsmerk en Wacom is een geregistreerd handelsmerk van Wacom Co., Ltd. Adobe en Reader zijn geregistreerde handelsmerken of handelsmerken van Adobe Systems Incorporated in de
Verenigde Staten en/of andere landen. Microsoft, Windows en Vista zijn geregistreerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. Apple, het Apple-logo en Macintosh zijn geregistreerde handelsmerken van Apple Computer, Inc. in de VS en andere landen.
Alle overige bedrijfs- en productnamen die in deze documentatie worden vermeld, kunnen handelsmerken zijn en/of als handelsmerken zijn gedeponeerd. De producten van derden worden uitsluitend om informatieve redenen vermeld. De vermelding van dergelijke producten vormt geen goedkeuring of aanbeveling ervan. Wacom is niet aansprakelijk voor de prestaties of het gebruik van deze producten.
Inhoud
Index
26
Loading...