VOLTCRAFT VC820, VC840 User guide [nl]

40
Opmerkingen:
1. Voordat u de software opnieuw installeert dient u het geïnstalleer­de programma als volgt te verwijderen:
Mijn computer > Besturingspaneel > Programma's toevoegen/ verwijderen
2. Als er abnormale cijfers of tekens gevonden worden, verwijdert u lettertype „UNIT-A2“ en vervolgens installeert u de nieuwe letter­type set vanuit de directory „FONT“ op de meegeleverde CD-ROM.
3. Er wordt geen speciale mededeling of vervanging gerealiseerd wanneer er een updateversie uitgegeven wordt.
**EINDE**
* Deze bedieningshandleiding kan worden veranderd zonder vooraf­gaande mededeling. *
Fabrikant:
Uni-Trend International Limited Rm901, 9/F, Nanyang Plaza 57 Hung To Road, Kwun Tong Kowloon Hong Kong Tel.: (852) 2950 9168 Fax.: (852) 2950 9303 E-mail: info@uni-trend.com http://www.uni-trend.com
Digitalmultimeter
VC820/VC840
Bestelnr.: 12 11 13
GEBRUIKSAANWIJZINGNL
Versie 09/04
38
E. Data-opnametoepassingen (zie afbeelding 2)
Tijdens de aansluiting kunt u de volgende functies selecteren door op het betreffende icon te klikken:
Herhalen: klik op de box om de herhalingsrecord aan te
houden of klik op de box om de herhalings­record te negeren.
Monstername-interval: klik om de monstername-intervalfunctie te
activeren of klik nogmaals om de functie te deactiveren Voer de monstername-intervaltijd in, de een­heid is in seconden.
Wissen: om alle records permanent te wissen.
Opslaan: om de hele record op te slaan.
Keep or ignore the repeat record
Sampling interval selecting
Enter the time
Clear
Save
(Afbeelding 2)
Wissen
Opslaan
Monstername­interval
selecteren Houd of negeer de herhaal­record
Voer de tijd in
3
D. Continuïteittest . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
E. Diodetest . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
F. Capacitantie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
G. Frequentie & Belasting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
H. Temperatuur (ALLEEN VC840). . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
I. DC-stroom. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
J. AC-stroom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
A. Algemeen service . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
B. Testen van de zekeringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
C. Vervangen van de batterij . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
D. Vervangen van de zekeringen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
RS232C Seriële port. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
A. Aansluiting op de computer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
B. RS232C portkabel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
C. Instelling van RS232C seriële ports . . . . . . . . . . . . . . 33
D. Systeemvereisten voor computerinterfacesoftware . . 34
VC820/VC840 Computer Interface Software . . . . . . . . . . . . . . . . 35
A. Systeemvereisten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
B. Installeren van vc820_840 interfaceprogramma . . . . . 35
C. Om te beginnen met vc820_840 interfaceprogramma 36
D. Grafische toepassingen (zie afbeelding 1) . . . . . . . . . 37
E. Data-opnametoepassingen (zie afbeelding 2) . . . . . . . 38
F. Max. Min.-toepassingen (zie afbeelding 3) . . . . . . . . . 39
36
C. Om te beginnen met vc820_840 interfacepro-
gramma
Om het vc820_840 interfaceprogramma te draaien, dient u het vol­gende te doen:
1. Steek de meegeleverde RS232C (I) interfacekabel in het slot aan de achterkant van het meettoestel en sluit het andere einde van de kabel correct op de seriële port van de computer aan.
NO COM“ wordt weergegeven op het computerscherm als de ver­binding niet correct tot stand is gebracht.
2. Vanuit het Windows Start-menu, kiest u Programma's >
vc820_840 Interfaceprogramma > vc820_840
3. Druk op COMSetup om dienovereenkomstig COM 1/ 2 / 3 / 4 te se­lecteren.
4. Druk op Connect (Aansluiten) vanuit de menubalk om de verbin­ding te starten, het icon wordt weergegeven.
5
Uitpakken inspectie
Maak de verpakking los en neem het meettoestel eruit. Controleer de volgende zaken zorgvuldig om vast te stellen of er onderdelen ont­breken of beschadigd zijn:
Voor het geval dat u vaststelt dat er een onderdeel ontbreekt of be­schadigd is, dient u meteen contact met uw dealer op te nemen.
Veiligheidsinformatie
In deze handleiding duidt een waarschuwing omstandigheden en handelingen aan die een gevaar opleveren voor de gebruiker of die het meettoestel of de te testen apparatuur kunnen beschadigen.
Dit meettoestel is in overeenstemming met de standaards GB4793.1 & IEC1010-1: In verontreinigingsgraad 2, overspanningcategorie (CAT II 1000V, CAT III 600V) en dubbele isolatie.
CAT II: plaatselijke classificatie van CAT II elektronische apparatuur, draagbare eenheden. De stootoverspanning ervan zal niet lager zijn dan die van CAT III.
Onderdeel Beschrijving Hoev
1 Bedieningshandlei-
ding
1 stuks
2 Testkabels 1 paar
3 RS232C (I) interface-
kabel
1 stuks
Onderdeel Beschrijving Hoev
4 Installatiehandlei-
ding & software (CD­ROM)
1 stuks
5 Testclip 1 stuks
6 Temperatuursonde
(ALLEEN VC840) 1
stuks
34
D. Systeemvereisten voor
computerinterfacesoftware
Om vc820_840 interfaceprogramma te gebruiken, dient u de vol­gende hardware en software toe te passen:
• Een IBM PC of vergelijkbare computer met 80486 of hogere pro­cessor en 640 x 480 pixels of betere monitor.
• Microsoft Windows 95 of hoger.
• Ten minste 8MB of RAM.
• Ten minste 8MB vrije geheugenruimte op de harde schijf.
• Kan toegang krijgen tot een lokale of netwerk-CD-ROM.
• Een vrije seriële port.
• Een muis of andere aanwijsinrichting die door Windows wordt ondersteund.
Raadpleeg a.u.b. „VC820/VC840Computer Interface Software“ voor de installatie en toepassingsinstructies voor de interfacesoftwa­re.
**EINDE**
* Deze bedieningshandleiding kan zonder voorafgaande mededeling worden gewijzigd.*
Fabrikant:
Uni-Trend International Limited Rm901, 9/F, Nanyang Plaza 57 Hung To Road, Kwun Tong Kowloon, Hong Kong Tel.: (852) 2950 9168 Fax.: (852) 2950 9303 E-mail: info@uni-trend.com http://www.uni-trend.com
7
plaatst en er zal geen omschakeling van het bereik plaatsvinden terwijl de meting wordt uitgevoerd om beschadiging van het meettoestel te voorkomen.
10. Het interne circuit van het meettoestel zal niet opzettelijk worden
veranderd om beschadigingen van het meettoestel en eventuele ongevallen te voorkomen.
11. Vervang de batterij zodra de batterij-indicator verschijnt. Wan-
neer de batterij bijna leeg is, zou het meettoestel foutieve aflees­waarden kunnen voortbrengen die tot elektrische schokken en persoonlijk letsel kunnen leiden.
12. Men dient een zachte doek en een neutraal reinigingsmiddel te
gebruiken om de oppervlakte van het meettoestel schoon te ma­ken bij een servicebeurt. Men mag geen abrasieve en oplos­middelen gebruiken om te voorkomen dat de oppervlakte van het meettoestel corrodeert, wordt beschadigd en dat er ongevallen gebeuren.
13. Gebruik het meettoestel niet in een omgeving met een hoge tem-
peratuur, vochtigheid en op een plaats waar explosieve of ontv­lambare materialen worden bewaard. Stel het meettoestel met name niet bloot aan vochtige condities bij de bewaring. De wer­king van het meettoestel kan slechter worden nadat het vochtig geworden is.
14. Gebruik de correcte aansluitingen, functie en het meetbereik
voor uw metingen.
32
D. Vervangen van de zekeringen
Waarschuwing
Om elektrische schokken of vonkvorming of persoonlijk letsel of beschadiging van het meettoestel te voorkomen, mag u AL­LEEN speciale zekeringen gebruiken in overeenstemming met de volgende procedure.
Om de zekering van het meettoestel te vervangen:
1. Druk op de POWER (AAN/UIT)-knop om het meettoestel uit te schakelen en verwijder alle verbindingen van de aansluitingen.
2. Verwijder de schroef van het batterijvak en maak het batterijvak los van de bovenkant van de omkasting.
3. Verwijder de 2 rubberen voeten en 2 schroeven van de onderkant van de omkasting en scheid de bovenkant van de omkasting van de onderkant van de omkasting.
4. Verwijder de zekering door de ene kant lichtjes los te maken en neem vervolgens de zekering uit zijn klem.
5. Installeer ALLEEN vervangende zekeringen van hetzelfde type en met dezelfde specificaties als volgt en zorg ervoor dat de zekering stevig in de klem bevestigd is.
Zekering 1: keramische zekering 0.5A, 600V, snel type, ϕ5x20mm.
Zekering 2: keramische zekering 20A, 600V, snel type, ϕ6x25 mm.
6. Verbind het batterijvak en de bovenkant van de omkasting weer en installeer de schroef opnieuw.
7. Verbind de onderkant van de omkasting en de bovenkant van de omkasting en draai de 2 schroeven en 2 rubberen voeten weer aan.
Vervanging van de zekeringen is zelden nodig. Het doorbranden van een zekering resulteert altijd uit niet-oordeelkundig gebruik.
9
Steek de rode testkabel voor teststroom µA of mA of temperatuur erin.
7 20A-ingangsklem:
Steek de rode testkabel voor teststroom A erin.
Draaischakelaar
Functieknoppen
Schakelpositie functie
V AC- of DC-spanningsmeting
(ALLEEN VC820) Continuïteit of diode of weer-
standtest
(ALLEEN VC840) Continuïteit of diode of weer-
stand of capacitieve test
(ALLEEN VC820) Capacitieve test
Hz frequentiemeting
°C (ALLEEN VC840) Temperatuur in Celsius
µA AC of DC -stroommeting van
0.1µA tot 4000µA
mA AC of DC -stroommeting van
0.01mA tot 400.0mA
A AC of DC -stroommeting van
0.001A tot 20.00A
Aan/Uit-
knop
Functie Bediening van de functie-
knop uitgevoerd op
LCD-
display
POWER
(AAN/UIT) (de rode knop)
Draai de stroom aan en uit.
30
ONDERHOUD
Dit hoofdstuk biedt basisinformatie over het onderhoud met inbegrip van instructies voor het vervangen van batterij en zekering.
Probeer niet om uw meettoestel zelf te repareren of te onderhouden tenzij u gekwalificeerd bent om dit te doen en over de relevante kali­bratie-, gebruikstest en service-informatie beschikt.
A. Algemene service
Wrijf de omkasting regelmatig met een vochtige doek en een mild rei­nigingsmiddel af. Gebruik geen schuur- of oplosmiddelen.
• Reinig de aansluitingen met een katoenen doek met reinigings­middel daar vuil en vocht in de aansluitingen de afleeswaarden kunnen beïnvloeden.
• Schakel de stroom van het meettoestel uit wanneer het niet in gebruik is en neem de batterij eruit wanneer u het gedurende een langere periode niet gaat gebruiken.
• Bewaar het meettoestel niet op een vochtige plaats of op een plaats waar het warm is en waar sterke magnetische velden heer­sen.
B. Testen van de zekeringen
Waarschuwing
Om elektrische schokken of persoonlijk letsel te voorkomen, verwijdert u de testkabels en eventuele invoersignalen voordat u de batterij of zekering aanbrengt.
Om beschadigingen of letsel te voorkomen, installeert u ALLE­EN vervangzekeringen met dezelfde ampèrage, spanning en snelheden.
Om de zekering te testen:
1. Zet de draaischakelaar op en druk op SELECT (blau­we knop) om te selecteren .
2. Steek een testkabel in de aansluiting HzV en sluit de sondetip aan op de 20A-aansluiting.
11
Hz % Frequen-
tie of be­lastingtest
a. In de frequentiemodus, drukt u op Hz % om heen en weer te schakelen tussen frequentie­meting (Hz) en belasting (%) ­modus, het meettoestel piept.
Hz of %
b. In de spanning- of stroommo-
dus, drukt u op Hz % om heen en weer te schakelen tussen spanning (V) of stroom (A) -me­ting en frequentiemeting (Hz) en belasting (%) -modus, het meet­toestel piept.
V of µA
of mA of
A of Hz
of %
REL Relatieve
waarde Modus
Druk op REL om de REL­modus in een willekeurige mo­dus op te roepen of te verlaten, het meettoestel piept.
HOLD Data hou-
den
Druk op HOLD om de Houd­modus in een willekeurige mo­dus op te roepen en te verlaten.
H
28
G. Frequentie & Belasting
H. Temperatuur (ALLEEN VC840)
Bereik Reso-
lutie
Nauwkeu-
righeid
Ingang
Bescher-
ming
Opmerkingen
5Hz~
10MHz
N/A ±(0.1%+3) 1000Vp Ingangsgevoeligheid:
<
1MHz: <300m Vrms
>
1MHz: <600m Vrms
0.1%~
99.9%
0.01% Afleeswaarde is alleen voor referentiedoelein-
den
Bereik Reso-
lutie
Nauwkeu-
righeid
Ingang
Bescher-
ming
Opmerkingen
-40°C tot
1000°C
1°C
-40°C tot 0°C
±(3%+4)
Zekering 0.5A, 600V, snel type, ϕ5x25mm.
0°C tot
400°C
±(1%+3)
400°C tot
1000 °C
±(2%+10)
13
8 De batterij is bijna leeg.
Waarschuwing: om foutieve af-
leeswaarden te voorkomen, die eventueel elektrische schokken of persoonlijk letsel met zich mee kunnen brengen, dient u de batterij te vervangen zodra de batterij-indi­cator verschijnt.
9 °C Centigraden. De eenheid van tempe-
ratuur.
10 Test van diode
11 x De continuïteitszoemer is aan.
12~16 Ω, kΩ, MΩΩ:Ohm. De eenheid van weer-
stand. kΩ: Kilohm. 1 x 103 of 1000 Ohm. MΩ: Megohm. 1 x 106 of
1,000,000 Ohm.
µF, nF F: Farad. De eenheid van elektri-
sche capaciteit. µF: Microfarad. 1 x 10-6 of
0.000001 Farad.
nF: Nanofarad. 1 x 10-9 of
0.000000001 Farad.
Hz, kHz, MHz Hz: Hertz. De eenheid van frequen-
tie. kHz: Kilohertz. 1 x 103 of 1000 Hertz. MHz:Megahertz. 1 x 106 or
1,000,000 Hertz.
V, mV V: Volts. De eenheid van spanning.
mV: Millivolt. 1 x 10-3 of 0.001 volts.
A, mA, µA A: Ampère (amp.). De eenheid van
stroom. mA: Milliamp. 1 x 10-3 of 0.001 A. µA: Microamp. 1 x 10-6 of
0.000001 A.
26
B. AC-spanning
C. Weerstand
Bereik Reso-
lutie
Nauwkeu-
righeid
Ingang
Bescher-
ming
Opmerkingen
4V 1mV
±(1%+5) 1000V DC
750V AC
Ingangsimpedantie
>
10MΩ,
VC820, geeft effectie-
ve waarde van sinus-
golf weer (gemiddelde
waarde-respons),
VC840, geeft werkelij-
ke rms-waarde weer,
Frequentie-antwoord
40/400Hz.
40V 10mV
400V 100mV
750V 1V ±(1.2%+5)
Bereik Resolutie Nauwkeu-
righeid
Ingang Be­scherming
Opmerkin-
gen
400 0.1 ±(1.2%+2)
1000Vp Open
stroomkring
spanning ongeveer
0.45V
4k 1Ω
±(1%+2)
40k 10
400k 100
4M 1k ±(1.2%+2)
40M 10k ±(1.5%+2)
15
(MEETBEREIK) en u houdt deze toets twee seconden ingedrukt.
Het meettoestel keert terug naar de automatische meetbereikmo­dus en deze wordt weergegeven.
Meettoepassing
A. DC-spanningsmeting
Waarschuwing
Om verwondingen te voorkomen of om beschadigingen van het meettoestel door elektrische schokken te vermijden, mag u niet proberen om spanningen te meten die hoger zijn dan 1000V / 750V TRMS, hoewel dergelijke afleeswaarden kunnen worden gerealiseerd.
De DC-spanningsbereiken zijn: 400.0mV, 4.000V, 40.00V, 400.0V en 1000V. Om DC-spanning te meten, sluit u het meettoestel als volgt aan:
1. Steek de rode testkabel in de HzV-aansluiting en de zwarte test­kabel in de COM-aansluiting.
2. Zet de draaischakelaar op V (DC-meting is standaard)
3. Sluit de testkabels kruislings aan op het object dat dient te worden gemeten.
De gemeten waarde wordt weergegeven in het display.
In ieder meetbereik heeft het meettoestel een ingangsimpedantie van 10M. Dit belastingseffect kan meetfouten in circuits met hoge impe­dantie veroorzaken. Als de circuit-impedantie lager is dan of gelijk aan 10k, is de afwijking te verwaarlozen (0.1% of minder).
Wanneer de DC-spanningsmeting voltooid is, ontkoppelt u de verbin­ding tussen de testkabels en het circuit dat wordt getest, en u verwi­jdert de testkabels van de ingangsklemmen van het meettoestel.
B. AC-spanningsmeting
Waarschuwing
Om verwondingen bij uzelf of beschadigingen aan het meettoe-
24
nadat REL geselecteerd is, verlaat het meettoestel de REL­modus.
• Druk op REL om de REL-modus op te roepen, auto-meetbe­reik schakelt uit en het actuele meetbereik wordt vergrendeld en „0“ wordt weergegeven als opgeslagen waarde.
• Druk opnieuw op REL of draai de draaischakelaar om de opgeslagen waarde terug te zetten en verlaat de REL-modus.
Druk op HOLD in de REL-modus om ervoor te zorgen dat het meet­toestel geen actualisering uitvoert. Druk opnieuw op HOLD om de actualisering te hervatten.
POWER (AAN/UIT)-knop
De POWER-knop is een zelfvergrendelende schakelaar die wordt gebruikt om de stroom naar het meettoestel in of uit te schakelen.
SELECT-knop (blauw)
De SELECT-knop wordt gebruikt voor het selecteren van de vereiste meetfunctie wanneer er meer dan één functie bij één positie van de draaischakelaar aanwezig is.
Algemene specificatie
1. „HzV“: maximale spanning tussen aansluiting en aarde is 1000Vrms.
2. µAmA-ingangsaansluiting: 0.5A, 600V keramische zekering van het type snel. (VC820)
µAmA°C-ingangsaansluiting: 0.5A, 600V keramische zekering
van het type snel. (VC840)
3. 20A-ingangsaansluiting: 20A, 600V keramische zekering van het type snel.
4. Maximum-weergave : 3999, actualiseringen 3/seconde.
5. Temperatuur : bediening: 0°C tot +40°C (32°C tot +104°C).
Bewaring: -10°C tot +50°C (14°C tot +122°C).
6. Relatieve vochtigheid : <
75% @ 0°C tot 30°C; <50% @ 31°C tot
- 40°C.
H
17
C. Meetweerstand
Waarschuwing
Om beschadigingen aan het meettoestel of aan de apparatuur die wordt getest te voorkomen, ontkoppelt u de stroomkring en u ontlaadt alle hoogspanningscondensatoren voordat de weer­stand wordt gemeten.
De weerstandsbereiken zijn: 400.0, 4.000k, 40.00k, 400.0kΩ,
4.000M en 40.00M. Om de weerstand te meten, sluit u het meet-
toestel als volgt aan:
1. Steek de rode testkabel in de HzV-aansluiting en de zwarte test­kabel in de COM-aansluiting.
2. Zet de draaischakelaar op en druk op SELECT (blau­we knop) om de Ωmeetmodus te selecteren.
3. Sluit de testkabels kruislings aan met het object dat wordt geme­ten.
De meetwaarden worden weergegeven op het display.
De testkabels kunnen 0.1 tot 0.2 afwijking aangeven bij de geme­ten weerstand. Om nauwkeurige afleeswaarden bij de meting van lage weerstanden te bereiken, dat is het bereik van 400.0., dienen de ingangsaansluitingen vooraf te worden kortgesloten, met gebruik van de relatieve meetfunctieknop REL om de waarde die gemeten is wanneer de testkabels kortgesloten zijn af te trekken van de aflees­waarde.
De LCD geeft OL weer waarbij een open stroomkring wordt aange­duid van de geteste weerstand of dat de weerstandwaarde hoger is dan het maximale meetbereik van het meettoestel.
Wanneer de waarde van de kortgesloten testkabel hoger is dan 0.5Ω, controleert u de testkabel-verbinding, correcte aansluiting, en/of functie en meetbereik correct zijn uitgevoerd.
Voor hoge weerstands-meting (>1MΩ), is het normaal dat het meer- dere seconden duurt om een stabiele afleeswaarde te verkrijgen.
Wanneer de meetweerstand voltooid is, ontkoppelt u de verbinding tussen de testkabels en de geteste stroomkring en u verwijdert de testkabels van de ingangsaansluiting van het meettoestel.
22
Om stroom te meten, doet u het volgende:
1. Schakel de stroom naar de stroomkring uit. Ontlaad alle hoogspan­ningscondensatoren.
2. VC820: steek de rode testkabel in de µAmA of 20A-aansluiting en
de zwarte testkabel in de COM-aansluiting.
VC840: steek de rode red testkabel in de µAmA°C of 20A-aanslu-
iting en de zwarte testkabel in de COM-aansluiting.
Gebruik de 20A-aansluiting en A bereik wanneer de stroom­waarde die dient te worden getest onbekend is.
3. Zet de draaischakelaar op µA , mA , of A .
4. Het meettoestel gaat standaard naar de DC-stroommeetmodus. Om heen en weer te schakelen tussen DC en AC-stroommetings­functie, drukt u op SELECT (blauwe knop).
VC820: AC-stroom wordt weergegeven als een gemiddelde waar-
de (gekalibreerd tegen een sinusgolf-effectieve waarde).
VC840: AC-stroom wordt weergegeven als een werkelijke rms-
waarde.
5. Onderbreek het stroompad dat dient te worden getest. Sluit de rode testkabel op de positieve zijde van de onderbreking aan en de zwarte testkabel aan de negatieve zijde van de onderbreking.
6. Schakel de stroom naar de stroomkring aan. De gemeten waarde wordt in het display weergegeven.
Effectieve waarde stabiliteit periode:
Wanneer de afleeswaarde die gerealiseerd is lager is dan „100“, heeft de effectieve waarde-converter een langere tijd nodig om te worden gestabiliseerd. Wanneer er geen ingangsspanning is, is de maximale afleeswaarde die weergegeven wordt „10“.
Om veiligheidsredenen dient de meettijd voor hoogspanning lager dan 10 seconden te zijn voor iedere meting en het interval tussen 2 metingen dient langer dan 15 minuten te zijn.
Wanneer de stroommeting uitgevoerd is, ontkoppelt u de verbinding tussen de testkabels en de stroomkring die wordt getest, en u verwi­jdert de testkabels van de ingangsaansluitingen van het meettoestel.
19
2. Zet de draaischakelaar op en druk op SELECT (blau­we knop) om de meetmodus te selecteren.
3. Sluit de testkabels kruislings aan met het object dat dient te wor­den gemeten.
De gemeten waarde wordt in het display weergegeven.
Sluit de testkabels op de correcte aansluitingen aan zoals hierboven aangegeven is om foutieve weergave te voorkomen. Het LCD-dis­play geeft OL weer waarbij een open stroomkring wordt aangegeven bij een foutieve aansluiting. De eenheid van de diode is Volt (V), waarbij de positieve aansluiting -spanningsafvalwaarde wordt weer­gegeven.
Wanneer het testen van de diode voltooid is, ontkoppelt u de verbin­ding tussen de testkabels en de stroomkring die wordt getest en u verwijdert de testkabels van de ingangsaansluitingen van het meet­toestel.
F. Capacitantiemeting
Waarschuwing
Om schade aan het meettoestel of aan de te testen apparatuur te voorkomen, ontkoppelt u de schakelstroom en u ontlaadt alle hoogspanningscondensatoren voordat u de capacitantie meet. Gebruik de DC-spanningsfunctie om te bevestigen dat de con­densator ontladen is.
De capacitantiebereiken van het meettoestel zijn: 40.00nF, 400.0nF,
4.000µF, 40.00µF, en 100.0µF. Om de capacitantie te meten, sluit u
het meettoestel als volgt aan:
1. Steek de rode testkabel of de rode testclip in de HzVΩ-aansluiting en de zwarte testkabel of zwarte testclip in de COM-aansluiting.
2. Zet de draaischakelaar op . (Bij VC820 schakelaar op
en druk op SELECT om nF-meetmodus te selecteren.)
3. Sluit de testkabels of de testclips kruislings aan met het object dat dient te worden gemeten.
De gemeten waarde wordt in het display weergegeven.
Het LCD-display geeft OL weer, waarbij wordt aangeduid dat de ge-
2
Inhoudsopgave
Titel Pagina
Overzicht. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Uitpakken inspectie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Veiligheidsinformatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Regels voor een veilig gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Elektrische symbolen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Functionele structuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Draaischakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Functieknoppen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Displaysymbolen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Manuele en automatische meetbereikvaststelling . . . . . . . . . . . . 14
Meettoepassing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
A. DC-spanningsmeting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
B. AC-spanningsmeting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
C. Meetweerstand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
D. Testen op continuïteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
E. Testdiode. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
F. Capacitantiemeting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
G. Frequentie- of belastingsmeting . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
H. Temperatuurmeting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
I. DC of AC-stroommeting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Toepassing van de houdmodus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Het gebruik van de relatieve waarde-modus . . . . . . . . . . . . . . . . 23
AAN/UIT-knop. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
SELECT-knop (blauw) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Algemene specificatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Nauwkeurigheidsspecificatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
A. DC-spanning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
B. AC-spanning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
C. Weerstand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
NL
39
F. Max. Min.-toepassingen (zie afbeelding 3)
MIN: opgenomen maximumwaarde.
MIN: opgenomen minimumwaarde.
SetMax: klik om de SetMax-functie te activeren of klik om te deacti-
veren.
Voer de bovengrenswaarde in hele cijfers in, dit identificeert bereik of functie niet.
SetMin: klik om de SetMin-functie te activeren of klik nogmaals om te deactiveren.
Voer der onderste grenswaarde in hele cijfers in, dit identificeert het bereik of de functie niet.
Het meettoestel is correct aangesloten op de computer en de data worden opgenomen.
OL!! Overbelasting, de opgenomen waarde overschrijdt de SetMax en SetMin -waarde. Het toestel knippert en de computer geeft een geluidssignaal als er een luidspreker geïnstalleerd is.
(Afbeelding 3)
Opgenomen mini­mumwaarde
Opgenomen maxi­mumwaarde
Onderste grensins­telling
Bovenste grensins­telling
Activeer SetMax-functie
Overbelasting
Aangesloten & data­opname
Rode lijn geeft overschrijding van de grenswaarde aan
4
Overzicht
Deze bedieningshandleiding bevat informatie ten aanzien van veilig­heid en waarschuwingen. Lees de relevante informatie zorgvuldig door en houd u zich strikt aan alle waarschuwingen en opmerkingen.
Waarschuwing
Lees de regels voor veilige bediening zorgvuldig door alvorens het meettoestel te gaan gebruiken
Digitale multimeter model VC820 en VC840 (hieronder aangeduid als "het meettoestel") heeft een automatische en manuele meetbereiko­ptie met een maximale afleeswaarde van 3999. Bij de omkasting is gebruik gemaakt van de geavanceerde "co-injection"-techniek ten­einde voldoende isolatie te bieden.
Naast de conventionele meetfuncties is er een standaard RS232C seriële port aanwezig bij dit meettoestel voor een eenvoudige aans­luiting op de computer om een grootscheepse opname en controle en vastlegging van glijdende dynamische data, weergave van de veran­dering van de golfvorm gedurende de meting te realiseren, data en bewijzen te leveren voor technici met betrekking tot wetenschappelijk onderzoek.
Het gaat hierbij tevens om een veelvuldig toe te passen digitale mul­timeter met een hoog prestatievermogen en met volledige invoerbe­scherming. De VC840 levert bovendien ware rms-afleeswaarden voor AC-spanning en AC-stroommetingen.
Behalve waar dit specifiek aangegeven is, hebben de beschrijvingen en instructies in deze bedieningshandleiding zowel betrekking op de VC820 als op de VC840.
37
D. Grafische toepassingen (zie afbeelding 1)
Tijdens de verbinding kunt u de volgende functies selecteren door op het betreffende icon te klikken:
Vullen: klik op de box om "opvulteken" te selecteren of klik om
"lijnteken" te selecteren.
Opname: instellen van het aantal records om op grafisch teken
weer te geven.
Wissen: om alle grafische records permanent te wissen.
Opslaan: opslaan van een bestand in BMP-formaat. De standaard-
bestandsnaam is C:\DATA1.BMP".
Eerste: ga naar het eerste grafisch teken.
Vorige: ga naar het vorige grafisch teken.
Volgende: ga naar het volgende grafisch teken.
Laatste: ga naar het laatste grafisch teken.
Zoom In: vergroten van een grafische voorstelling.
Graphic Selection
No. of records setting
Clear
Save
First
Previous
Next
Last
Zoom In
Fill-Up Graph
(Afbeelding 1)
Nr. van recordinstelling
Grafische selectie
Wissen
Eerste
Opslaan
Vorige
Volgende
Laatste
Zoom In
Opvullen grafiek
6
CAT III: distributieniveau, vaste installatie, met lagere stootoverspan­ning dan CAT IV
Regels voor een veilig gebruik
Om mogelijke elektrische schokken of persoonlijk letsel te voorko­men en om eventuele beschadigingen aan het meettoestel of aan de uitrusting die wordt getest te voorkomen, dient u de volgende regels na te leven:
1. Gebruik dit meettoestel niet voor het geval dat u constateert dat
de testkabel, het LCD-display of de isolatie van de omkasting bli­jkbaar kapot is/zijn of wanneer u van mening bent dat dit meetto­estel niet correct functioneert.
2. Als de testkabel(s) beschadigd is/zijn, vervangt u deze door een
testkabel met hetzelfde modelnr. of met dezelfde elektrische spe­cificaties.
3. Wanneer u de testkabels gebruikt, dient u uw vingers achter de
vingerbeschermingen te houden.
4. Breng geen effectieve spanning van meer dan 1000V op de
aansluiting en de aardverbinding van het meettoestel om elektri­sche schokken en beschadiging van het meettoestel te voorko­men.
5. Wanneer het meettoestel functioneert bij een effectieve spanning
van meer dan 60V in DC of 30V in AC, dient er bijzondere aan­dacht te worden besteed ten aanzien van het gevaar voor elek­trische schokken.
6. Gebruik het meettoestel niet terwijl de omkasting (of een gedeel-
te van de omkasting) verwijderd is, er bestaat dan gevaar voor elektrische schokken.
7. Wanneer er een zekering of batterij wordt vervangen, dienen de
testkabels te worden ontkoppeld van het testcircuit en de AAN/ UIT (POWER)-knop dient in de Uit-stand te worden gedrukt voordat de omkasting wordt geopend.
8. Identieke nominale zekering van snel antwoord moet worden ge-
bruikt voor het vervangen van een kapotte zekering.
9. De draaischakelaar dient in de rechter positie te worden ge-
35
VC820/VC840 Computer Interface Software
A. Systeemvereisten
Voor het gebruik van het vc820_840 interfaceprogramma heeft u de volgende hardware en software nodig:
• Een IBM PC of vergelijkbare computer met 80486 of hogere pro­cessor en 640 x 480 pixels of betere monitor.
• Microsoft Windows 95 of hoger.
• Ten minste 8MB of RAM.
• Ten minste 8MB vrije geheugenruimte op de harde schijf.
• Kan toegang krijgen tot een lokale of een netwerk-CD-ROM.
• Een vrije seriële port.
• Een muis of andere aanwijsinrichting die door Windows wordt ondersteund.
B. Installeren van vc820_840 interfaceprogramma
Om vc820_840 interfaceprogramma te installeren dient u de vol­gende procedure te handhaven:
Voordat het interfaceprogramma wordt geïnstalleerd, overtuigt u er zich van dat de computer met het Windows 95 of hogere besturings­systeem draait.
1. Leg de meegeleverde CD-ROM in de CD-ROM-drive.
Klik dubbel op het icon Mijn computer vanuit de Windows-desktop.
Lokaliseer de CD-ROM-drive vanuit het venster, klik dubbel op de drive-letter om de map van vc820_840 weer te geven.
Klik dubbel op vc820_840 om de inhoud van de map weer te ge­ven.
Klik dubbel op het bestand Setup.Exe.
2. Volg de installatie-instructie op het beeldscherm.
3. Het installatieprogramma legt een vc840_840 interfaceprogram- ma-map aan. U wordt verzocht om het type programmamap te se­lecteren dat u wenst te installeren. U dient „vc820_840 interfaceprogramma“ te selecteren.
8
Elektrische symbolen
Functionele structuur
(zie afbeelding 1)
1 LCD-display
2 Functieknop
3 Draaischakelaar
4 HzV.-ingangsklem:
Steek de rode testkabel voor testspan­ning, frequentie/belasting, weerstand, dio­de, continuïteit en capaciteit erin.
5 COM-aansluiting:
Steek de zwarte testkabel erin.
6 µAmA-ingangsklem: (ALLEEN VC820)
Steek de rode testkabel voor teststroom µA of mA erin.
µAmA0C-ingangsklem: (ALLEEN VC840)
AC (Alternating Current (wisselstroom)
DC (Direct Current (draaistroom)
AC- of DC
Aardingszekering
Dubbel geïsoleerd,
Waarschuwing
Gebrek van ingebouwde batterij
Continuïteitstest
Diode
Zekering
Voldoet aan de standaards van de Europese Unie
Afbeelding 1
33
RS232C Seriële port
A. Aansluiten op de computer
Sluit het meettoestel op een computer aan met gebruikmaking van RS232C seriële port.
B. RS232C portkabel
C. Instelling van RS232C seriële ports
Standaard van RS232C seriële port voor communicatie is ingesteld als:
Baudsnelheid 2400 Start bit 1 (altijd 0) Stop bit 1 (altijd 1) Databits 7 Pariteit oneven
De meet-
toestel
computer
D-sub
9 pin
mannelijk
D-sub
9 pin
vrouwelijk
D-sub 25 pin
vrouwelijk
pin
naam
223RX
332TX
4420DTR
557GND
666DSR
774RTS
885CTS
10
SELECTE­REN
(de blauwe knop)
Functie­keuze­schakelaar
Druk op SELECT om de functie te selecteren wanneer er meer dan één functie bij één draai­schakelaarpositie aanwezig is; het meettoestel piept.
MEETBE­REIK
Manueel of Auto Meet­bereik­keuze
1. Druk op RANGE (MEETBE­REIK) om de manuele meetbe­reikmodus op te roepen; het meettoestel piept.
Door manueel een meetbereik te selecteren, wordt ervoor ge­zorgd dat het meettoestel de Houd- en REL-modus verlaat.
2. Druk op RANGE (MEETBE­REIK) om door de meetberei­ken heen te lopen die beschikbaar zijn voor de gese­lecteerde functie; het meettoes­tel piept.
3. Druk 2 seconden op RANGE (MEETBEREIK) en houd deze toets ingedrukt om terug te ke­ren naar auto-meetbereik, het meettoestel piept.
31
3. Als het meettoestel piept, is de zekering in orde.
• Als het display O.L (overspanning) weergeeft, dient u de zeke-
ring te vervangen.
Als het meettoestel niet functioneert terwijl de zekering in orde is, dient u het toestel naar de dealer op te sturen ter reparatie.
C. Vervangen van de batterij
Waarschuwing
Om foute afleeswaarden te voorkomen, die tot eventuele elektri­sche schokken of persoonlijk letsel zouden kunnen leiden, dient u de batterij te vervangen zodra de batterij-indicator „ “ ver­schijnt.
Om de batterij te vervangen:
1. Druk op de POWER (AAN/UIT)-knop om het meettoestel uit te schakelen en verwijder alle verbindingen van de aansluitingen.
2. Verwijder de schroef van het batterijvak en maak het batterijvak los van de onderkant van de omkasting.
3. Verwijder de batterij uit het batterijvak.
4. Vervang de batterij door een nieuwe 9V-batterij (NEDA1604, 6F22 of 006P)
5. Verbind de onderkant van de omkasting weer met het batterijvak en breng de schroef weer aan.
12
Displaysymbolen
(zie afbeelding 2)
Nummer Symbool Betekenis
1 AC Indicator voor AC-spanning of stroom.
VC820: de weergegeven warde is de
gemiddelde waarde.
VC840: de weergegeven waarde is
de werkelijke rms-waarde.
2 TRMS
(ALLEEN VC840)
Indicator voor werkelijke rms-waarde.
3 Het meettoestel is in de auto-meet-
bereikmodus waarin het meettoestel automatisch het meetbereik met de beste resolutie selecteert.
4 RS232C Data-uitgang is bezig.
5 % Indicator voor belasting.
6 Data houden is actief.
7 De relatieve waarde-modus is aan om
de opgeslagen waarde minus de actu­ele waarde weer te geven.
Afbeelding 2
29
I. DC-stroom
J. AC-stroom
Bereik Reso-
lutie
Nauwkeu-
righeid
VC820 | VC840
Ingang Be­scherming
Opmerkingen
400µA 0.1µA
±(1%+2) Keramische
zekering
0.5A, 600V
4000µA 1µA
40mA 0.01mA
±(1.2%+3)
400mA 0.1mA
4A 0.001A
±(1.5%+5) Keramische
zekering
20A, 600V
Voor continue me­ting <
10 seconden
en interval niet lager
dan 15 minuten.
20A 0.01A
Bereik Reso-
lutie
Nauwkeu-
righeid
VC820 | VC840
Ingang
Bescher-
ming
Opmerkingen
400µA 0.1µA
±(1,5%+5) Kerami-
sche zeke-
ring 0,5A,
600V
Frequentierespons
50 ~ 400Hz.
VC820: geeft effectie-
ve waarde weer van si-
nusgolf (gemiddelde
waarde-respons). VC840: geeft werkeli­jke rms-waarde weer.
4000µA 1µA
40mA 0.01mA
±(2%+5)
400mA 0.1mA
4A 0.001A
±(2.5%+5)
Kerami-
sche ze-
kering
20A, 600V
Voor continue meting
<
10 seconden en inter-
val niet lager dan
15 minuten
20A 0.01A
14
Manuele en automatische meetbereikvaststelling
Het meettoestel heeft zowel manuele als automatische meetbereiko­pties:
• In de automatische meetbereik ( ) -modus, selecteert het meettoestel het beste bereik voor invoersignalen.
Dit stelt u in staat om testpunten te schakelen zonder het bereik te hoeven terug te zetten.
• In de manuele meetbereikmodus, kunt u het meetbereik selecte­ren. Dit stelt u in staat om automatisch meetbereik te onderdrukken en het meettoestel in een specifiek meetbereik vast te zetten.
Het meettoestel is automatisch ingesteld op de automatische meet­bereikmodus in functies die meer dan één meetbereik hebben. Wan­neer het meettoestel in de automatische meetbereikmodus is, wordt het weergegeven.
Om de manuele meetbereikmodus op te roepen en te verlaten:
1. Drukt u op RANGE (MEETBEREIK).
Het meettoestel roept de manuele meetbereikmodus op en schakelt uit.
Telkens door te drukken op RANGE (MEETBEREIK) wordt het meetbereik verhoogd. Wanneer het hoogste bereik bereikt is, springt het meettoestel naar het laagste bereik.
OPMERKING:
Wanneer u het meetbereik manueel verandert, na het oproepen van de REL- of Houd-opnamemodi, verlaat het meettoestel deze modi..
2. Om de manuele meetbereikmodus te verlaten, drukt u op RANGE
17 Duidt negatieve afleeswaarde aan.
18 OL De invoerwaarde is te groot voor het
geselecteerde bereik.
27
D. Continuïteitstest
E. Diodetest
F. C a pa ci t a nti e
Bereik Reso-
lutie
Nauwkeu-
righeid
Ingang
Bescher-
ming
Opmerkingen
400.00.1 Ongeveer <
70
1000Vp Buzzer piept continu,
Open
stroomkring spanning on-
geveer 0.5V
Bereik Reso-
lutie
Ingang Be­scherming
Opmerkingen
Diode 1mV 1000Vp Open stroomkring spanning onge-
veer 1.48V,
Geeft ongeveer voorwaartse voor-
spanning afval weer: 0.5V~0.8V
Bereik Resolutie Nauwkeu-
righeid
Ingang Be­scherming
Opmerkin-
gen
40nF 10pF ±(3%+10) 1000Vp Meting bij
REL-modus
400nF 100pF
±(3%+5)
4µF 1nF
40µF 10nF
100µF 100nF ±(4%+5)
16
stel door elektrische schokken te voorkomen, mag u niet probe­ren om meetspanningen van meer dan 1000V / 750V TRMS te meten hoewel dergelijke afleeswaarden kunnen worden gereali­seerd.
De AC-spanningsbereiken zijn: 400.0mV, 4.000V, 40.00V, 400.0V en 750V. Om AC-spanning te meten, sluit u het meettoestel als volgt aan:
1. Steek de rode testkabel in de HzV-aansluiting en de zwarte test­kabel in de COM-aansluiting.
2. Zet de draaischakelaar op V en druk op SELECT (blauwe knop) om AC-meting te selecteren.
3. Sluit de testkabels kruislings aan met het object dat wordt geme­ten.
De gemeten waarde wordt weergegeven in het display.
In ieder meetbereik, heeft het meettoestel een ingangsimpedantie van 10M. Dit belastingseffect kan meetfouten in circuits met hoge impedantie veroorzaken. Als de circuit-impedantie lager is dan of ge­lijk aan 10k, is de afwijking te verwaarlozen (0.1% of minder).
Effectieve waarde-stabiliteitsperiode:
Wanneer de afleeswaarde die gemeten is lager is dan "100", dan heeft de effectieve waarde-converter een langere tijd nodig om te worden gestabiliseerd. Wanneer er geen ingangsspanning aanwezig is, wordt de maximale afleeswaarde die weergegeven is "10".
Wanneer de AC-spanningsmeting voltooid is, ontkoppelt u de verbin­ding tussen de testkabels en het circuit dat wordt getest en u verwij­dert de testkabels van de ingangsklemmen van het meettoestel.
25
7. Hoogte: toepassing: 2000 m.
Bewaring: 10000 m.
8. Batterijtype: één stuks 9V NEDA1604 of 6F22 of 006P.
9. Batterij bijna leeg: displayweergave
10.Afmetingen (hxbxl): 177 x 85 x 40 mm.
11.Gewicht: ongeveer 300g (inclusief batterij).
12.Certificaat:
Nauwkeurigheidsspecificatie
Garantie voor 1 jaar.
Bedieningstemperatuur: 23°C ± 5°C.
Relatieve vochtigheid: <75%.
A. DC-spanning
Bereik Resolutie Nauwkeu-
righeid
Ingang Be­scherming
Opmerkin-
gen
400mV 0.1mV ±(0.8%+3)
1000V DC
750V AC
ingangsim-
pedantie >=10M
4V 1mV
±(0.8%+1)
40V 10mV
400V 100mV
1000V 1V ±(1%+3)
18
D. Testen op continuïteit
Waarschuwing
Om beschadigingen aan het meettoestel of aan de geteste in­richtingen te voorkomen, ontkoppelt u de stroomkring en u ont­laadt alle hoogspanningscondensatoren voordat de continuïteitstest wordt uitgevoerd.
Om ten aanzien van continuïteit te testen, sluit u het meettoestel aan zoals hieronder weergegeven is:
1. Steek de rode testkabel in de HzV-aansluiting en de zwarte test­kabel in de COM-aansluiting.
2. Zet de draaischakelaar op en druk op SELECT (blau­we knop) om de meetmodus te selecteren.
3. De zoemer weerklinkt wanneer de weerstand in een stroomkring die wordt getest lager is dan ongeveer 50Ω.
Wanneer de continuïteitstest uitgevoerd is, ontkoppelt u de verbin­ding tussen de testkabels en de stroomkring die wordt getest en u verwijdert de testkabels van de ingangsaansluitingen van het meet­toestel.
E. Testdiode
Waarschuwing
Om eventuele schade aan het meettoestel en aan het te testen instrument te voorkomen, ontkoppelt u de stroomkring en u ont­laadt alle hoogspanningscondensatoren voordat u de dioden test.
Gebruik de diodetest om dioden, transistoren en andere halfgeleiders te controleren. De diodetest stuurt een stroom door de halfgeleider­verbinding, meet vervolgens de spanningsafval door de verbinding.
Een goede siliconenverbinding daalt tussen 0.5V en 0.8V.
Om een diode uit een stroomkring te testen, sluit u het meettoestel als volgt aan:
1. Steek de rode testkabel in de HzV-aansluiting en de zwarte test­kabel in de COM-aansluiting.
23
Toepassing van de Houd-modus
Waarschuwing
Om het gevaar van elektrische schokken te voorkomen, mag u de Houd-modus niet gebruiken om vast te stellen of stroomkrin­gen stroomloos zijn. De Houd-modus legt geen onstabiele of ge­ruisvolle afleeswaarden vast.
De Houd-modus is toepasbaar op alle meetfuncties.
• Druk op HOLD om de Houd-modus op te roepen, het meettoe­stel piept.
• Druk opnieuw op HOLD of op RANGE (MEETBEREIK) of op Hz % of draai aan de draaischakelaar om de Houd-modus te ver­laten, het meettoestel piept.
• In de Houd-modus, wordt de waarde weergegeven.
• Het meettoestel piept wanneer het geselecteerde bereik overbe­last is of indien er een positief resultaat verkregen is uit de conti­nuïteitstest, of deze nu onder de Houd-modus loopt of niet.
Het gebruik van de relatieve waarde-modus
De REL-modus is van toepassing op alle meetfuncties met uitzonde­ring van frequentie- en belasting-meting. Hij trekt een opgeslagen waarde af van de actuele meetwaarde en geeft het resultaat weer.
Als de opgeslagen waarde bijvoorbeeld 20.0V bedraagt en de actue­le meetwaarde is 22.0V, dan zou de afleeswaarde 2.0V bedragen. Als een nieuwe meetwaarde gelijk is aan de opgeslagen waarde, ge­eft dan 0.0V weer.
Wanneer de REL-modus geselecteerd wordt, schakelt het meettoe­stel van Auto-meetbereik naar Manueel meetbereik behalve onder capacitantietest-modus.
Om de REL-modus te openen of te verlaten:
• Gebruik de draaischakelaar om de meetfunctie te selecteren voor­dat u REL selecteert. Als de meetfunctie manueel verandert
H
H
20
teste condensator kortgesloten is of dat deze het maximale bereik overschrijdt.
Voor het testen van de condensator met polariteit, sluit u de rode clip op de positieve en de zwarte clip op de negatieve pool aan.
Wanneer de capacitantiemeting uitgevoerd is, ontkoppelt u de ver­binding tussen de testkabels en de te testen stroomkring en u verwi­jdert de testkabels van de ingangsaansluitingen van het meettoestel.
Om het effect van de capacitantie te verminderen die opgeslagen is in de testkabels, dient de testkabel zo kort mogelijk te zijn. Om een kleine hoeveelheid capacitantie te meten, gebruikt u de REL-modus om de kabelcapacitantie te verwijderen. Resterende spanning, isola­tieweerstanden & diëlektrische absorptie van de condensator kunnen de meetfout veroorzaken.
G. Frequentie- of belastingsmeting
Het meetbereik loopt van 5Hz tot 10MHz. Om de frequentie te meten, sluit u het meettoestel als volgt aan:
1. Steek de rode testkabel in de HzV-aansluiting en de zwarte test­kabel in de COM-aansluiting.
2. Zet de draaischakelaar op Hz.
3. Sluit de testkabels kruislings aan op het object dat dient te worden gemeten. De gemeten waarde wordt in het display weergegeven.
In de frequentiemodus drukt u op Hz % om heen en weer te schake­len tussen frequentiemeting (Hz) en belasting (%) -modus.
In de spanning- of stroommodus, drukt u op Hz % om heen en weer te schakelen tussen spanning of stroom, frequentiemeting (Hz) en belasting (%) -modus.
Sluit het meettoestel aan zoals hierboven vermeld is wanneer er een belastingmeting wordt uitgevoerd. Het belastingsmeetbereik is:
0.1%~99.9%. Het LCD-display geeft OL weer waarbij wordt aange-
duid dat het ingangssignaal hoog of laag is.
Wanneer Hz of % -meting uitgevoerd is, ontkoppelt u de verbinding tussen de testkabels en de geteste stroomkring en u verwijdert de testkabels van de ingangsaansluitingen van het meettoestel.
21
H. Temperatuurmeting (ALLEEN VC840)
Het meetbereik is -40°C tot 1000°C. Om de temperatuur te meten, sluit u het meettoestel als volgt aan:
1. Steek de rode temperatuursonde in de µA mA°C-aansluiting en de zwarte temperatuursonde in de COM-aansluiting.
2. Zet de draaischakelaar op °C.
3. Plaats de temperatuursonde op het te meten object. De gemeten waarde wordt in het display weergegeven.
Het LCD van het meettoestel geeft automatisch de temperatuurwaar­de binnenin het meettoestel weer wanneer er geen temperatuurson­de-verbinding is.
De aanwezige puntcontact-temperatuursonde (onderdeel nr.
41700103) kan alleen worden gebruikt tot 230°C of 446°C. Voor
eventuele metingen die daarboven liggen, dient in plaats hiervan de staaftemperatuursonde (onderdeel nr. 41700109) te worden gebru­ikt.
I. DC of AC -stroommeting
Waarschuwing
Probeer nooit een ingeschakelde stroommeting uit te voeren warbij de open stroomkring-spanning tussen de stroomkring en de aarde groter dan 600V is.
Wanneer de zekering doorbrandt tijdens de meting, kan het meettoestel worden beschadigd of de operator zelf kan verwon­dingen oplopen, Gebruik correcte aansluitingen, functie, en be­reik voor de meting. Wanneer de testkabels aangesloten zijn op de stroomterminals, mag u ze niet parallel schakelen over een bepaalde stroomkring.
De stroommeting bevat 3 meetposities op de draaischakelaar: µA , mA en A .
De µA heeft een 400.0µA en 4000µA-bereik, met automatisch meetbereik, de mA heeft een 40.00mA en 400.0mA-bereik, met auto-meetbereik, een A positie heeft slechts een 4A en 20.00A­bereik.
Loading...