Met dit Voltcraft®-product hebt u een hele goede beslissing genomen, waarvoor we u van harte willen
bedanken.
U hebt een hoogwaardig product uit de merkenfamilie gekocht dat zich onderscheidt op het gebied
van de meet-, laad- en netwerktechnologieën door hun buitengewone vakkundigheid en permanente
innovatie.
Met Voltcraft® kan zowel de kieskeurige hobbyist als de professionele gebruiker zelfs de moeilijkste
taken probleemloos uitvoeren. Voltcraft® biedt u betrouwbare technologie met een uitstekende prijskwaliteitsverhouding. We zijn ervan overtuigd: uw keuze voor Voltcraft® is tegelijkertijd het begin van
zowel een langdurige als prettige samenwerking. Veel plezier met uw nieuwe Voltcraft®-product!
Bij technische vragen kunt u zich wenden tot onze helpdesk .
Voor meer informative kunt u kijken op www.conrad.nl of www.conrad.be.
2. Verklaring van de symbolen
Het symbool met een uitroepteken in een driehoek duidt op belangrijke aanwijzingen in deze
gebruiksaanwijzing die beslist opgevolgd moeten worden.
U ziet het pijl-symbool waar bijzondere tips en aanwijzingen over de bediening worden gegeven.
Dit apparaat is CE-conform en voldoet aan de noodzakelijke nationale en Europese richtlijnen.
Beschermingsklasse 2 (dubbele of versterkte isolatie, beschermende isolatie)
Uitsluitend voor gebruik in droge binnenruimtes.
3
3. Doelmatig gebruik
De procesgestuurde oplader dient voor het op- en ontladen van 1 – 4 staafaccu’s van de types NiCd,
NiMH, NiZn, Li-Ion, LiHv, LiFePO4.
De afzonderlijke oplaadhouders kunnen onafhankelijk van elkaar worden bezet en met verschillende
programma’s worden gebruikt.
De volgende programma’s zijn beschikbaar: Laden, ontladen, opslag, cyclus, analyse, activering.
Er kunnen staafaccu’s met de volgenden maten worden gebruikt: AAA, AA, C, D, 10440, 10500, 12500,
12650, 13500, 13650, 14500, 14650, 16650, 17650, 18650, 20650, 22650, 26650.
De laadstroom bedraagt per oplaadhouder 0,1 A - 3,0 A. Voor de verschillende soorten accu’s gelden
verschillende maximale waarden. Het maximale totale oplaadvermogen bedraagt 25 W.
De ontlaadstroom bedraagt 0,1 - 1,5 A. Voor de verschillende soorten accu’s gelden verschillende maximale waarden. Het maximale totale ontlaadvermogen bedraagt 10 W.
Een grasch kleurendisplay met menu en tiptoetsen vergemakkelijken de bediening.
De oplader wordt via een externe lichtnetadapter van stroom voorzien. De netvoedingadapter is opgebouwd in beschermklasse 2 (beschermende isolatie) en mag alleen op een in een huishouding gebruikelijke netspanning van 100 - 240 V/AC worden aangesloten en gebruikt. Dank zij het ruime bereik
van de ingangsspanning is gebruik over de hele wereld gegarandeerd. Het stopcontact moet zich in de
directe omgeving van het apparaat bevinden en vrij toegankelijk zijn.
De oplader wordt zelf van stroom voorzien via een gelijkspanning van 12 - 24 V en een lichtnetadapter.
De DC-stroombron moet een stroom van 2,5 A leveren om de uitgangsgegevens te kunnen bereiken.
De laadtoestand wordt voor iedere cel apart aangegeven.
Er mogen geen niet-herlaadbare batterijen (koolstof-zink, alkaline, enz.) worden opgeladen.
Daarnaast is er op de achterkant van de behuizing een USB-A-oplaaduitgang beschikbaar met een
max. laadstroom van 2,1 A.
De polariteit van de oplaadhouders moet in acht worden genomen!
Gebruik onder ongunstige omgevingsomstandigheden is niet toegestaan.
Ongunstige omgevingsomstandigheden zijn:
• vocht of een hoge luchtvochtigheid,
• stof en brandbare gassen, dampen of oplosmiddelen,
• sterke trillingen.
Het apparaat is niet ATEX-beveiligd. Het mag niet worden gebruikt in mogelijk explosieve omgevingen
(ex).
4
Gebruik op andere manieren dan hierboven beschreven is niet toegestaan en kan leiden tot beschadiging van het product. Ook kan dit gevaren opleveren zoals bijv. kortsluiting, brand, elektrische schokken,
enz.
Het gehele product mag niet worden gewijzigd of worden omgebouwd!
De veiligheidsinstructies, de gebruiksaanwijzing van het gebruikte accu’s en de oplaadvoorschriften van
de desbetreffende accu-fabrikant dienen beslist te worden opgevolgd!
Alle vermelde bedrijfs- en productnamen zijn handelsmerken van de respectievelijke eigenaren. Alle
rechten voorbehouden.
4. Leveringsomvang
• Multifunctionele oplader IPC4
• Adapter voor staafcellen van formaat C + D
• Netvoedingadapter
• Gebruiksaanwijzing
1Actuele gebruiksaanwijzingen
Download de actuele gebruiksaanwijzingen via de link www.conrad.com/downloads
of scan ze met behulp van de afgebeelde QR-code. Volg de aanwijzingen op de
website.
5
5. Veiligheidsinstructies
Lees de gebruiksaanwijzing voor gebruik zorgvuldig door. Deze bevat belangrijke informatie voor een juist gebruik van het product.
In geval van schade die ontstaat door het niet naleven van de gebruiksaanwijzing komt
de waarborg/garantie te vervallen! We zijn niet aansprakelijk voor gevolgschade! Wij
zijn niet aansprakelijk voor materiële schade of persoonlijk letsel veroorzaakt door
verkeerd gebruik of het niet opvolgen van de veiligheidsinstructies! In dergelijke gevallen komt de waarborg/garantie te vervallen.
• Het apparaat heeft de fabriek in een technisch veilige- en perfect werkende toestand verlaten.
• Volg de in deze gebruiksaanwijzing opgenomen veiligheidsinstructies en waarschuwingen
op om het apparaat in deze conditie houden en om te zorgen voor een veilig gebruik ervan!
• Om redenen van veiligheid en goedkeuring is het eigenmachtig ombouwen en/of wijzigen
van het apparaat niet toegestaan.
• Raadpleeg een expert wanneer u twijfelt over het juiste gebruik, de veiligheid of het aansluiten van het apparaat.
• Houd laadapparaten en accessoires buiten bereik van kinderen! Het is geen speelgoed!
• Pak de lichtnetadapter nooit vast met natte of vochtige handen. Er bestaat levensgevaar
door een elektrische schok.
• Leg de aansluitkabels altijd zo dat er niemand over kan struikelen of erin kan blijven haken.
Er bestaat risico op verwondingen. Zorg dat de kabels niet worden afgekneld, geknikt of
door scherpe randen worden beschadigd.
• Neem in industriële omgevingen de Arbo-voorschriften met betrekking tot het voorkomen
van ongevallen in acht.
• In scholen en opleidingsinstituten, hobby- en zelfhulpwerkplaatsen en personen met beperkte fysieke en psychische vaardigheden moeten werkzaamheden met elektrische apparaten onder toezicht staan van verantwoordelijk opgeleid personeel.
• Indien aangenomen kan worden dat veilig gebruik niet meer mogelijk is, dient het apparaat
uitgeschakeld en tegen onbedoeld gebruik beveiligd te worden. Men dient ervan uit te
gaan dat een veilig gebruik niet meer mogelijk is als:
- het apparaat zichtbaar beschadigd is,
- het apparaat niet langer werkt en
- gedurende een langere periode onder ongunstige omstandigheden opgeborgen is
geweest of
- tijdens het vervoer aan een aanzienlijke belasting onderhevig is geweest.
6
• Zorg ervoor dat u deze handleiding altijd bij de hand hebt om een veilige werking te garanderen. Bewaar deze gebruiksaanwijzing op een veilige plek en geef deze aan een
volgende gebruiker door. Bij het aansluiten en tijdens het gebruik van de oplader dienen
diverse veiligheidsinstructies in acht genomen te worden.
• De oplader kent verschillende veiligheidsmaatregelen. Ondanks deze voorzorgsmaatre-
gelen is de gebruiker zelf verantwoordelijk voor welke conguratie hij gebruikt en is hij
aansprakelijk voor de juistheid daarvan. Verder moet de gebruiker ervoor zorgen dat aan
alle veiligheidsmaatregelen voor het opladen wordt voldaan. Daarnaast let u beslist op de
volgende voorschriften.
• Stel het apparaat op een veilige plaats zodanig op, dat het absoluut stevig staat en niet kan
vallen! Daardoor zou letsel kunnen optreden.
• In de ontluchtingsschacht mogen nooit voorwerpen worden gestoken! Dit kan gevaarlijke
spanningen en kortsluitingen veroorzaken met ernstige gevolgen.
• Neem het apparaat nooit direct in gebruik als het van een koude naar een warme ruimte
wordt gebracht. De condens die hierbij wordt gevormd kan het apparaat onder bepaalde
omstandigheden onherstelbaar beschadigen. Laat het apparaat in uitgeschakelde toestand op kamertemperatuur komen.
• Laat het verpakkingsmateriaal niet achteloos rondslingeren; dit kan voor kinderen gevaarlijk speelgoed zijn.
• Plaats de oplader tijdens de oplaadprocedure nooit op een brandbaar oppervlak (bijv. tapijt). Gebruik alleen een geschikt, niet-brandbaar, hittebestendig oppervlak.
• Zorg voor voldoende ventilatie tijdens het opladen. Dek het apparaat daarbij nooit af.
7
6. Tips voor accu’s
Zorg ervoor dat u de volgende informatie en veiligheidsmaatregelen hebt gelezen en begrepen
voordat u met de batterijen omgaat.
a) Algemene informatie
• Laat accu’s niet vrij rondslingeren. Kinderen of huisdieren kunnen deze inslikken. Mochten accu’s
worden ingeslikt, dan dient onmiddellijk de hulp van een arts te worden ingeroepen.
• Accu’s mogen niet worden kortgesloten, gedemonteerd of in het vuur geworpen. Er bestaat branden explosiegevaar!
• Lekkende of beschadigde accu’s kunnen bij contact met de huid jeukend letsel veroorzaken. Draag
daarom geschikte veiligheidshandschoenen.
• Laad geen normale, niet-oplaadbare batterijen op. Er bestaat brand- en explosiegevaar!
• Let op de juiste polariteit (positieve pool/+ en negatieve pool/-). Bij een onjuiste installatie van de
accu’s wordt niet alleen het apparaat beschadigd, maar ook de accu. Er bestaat brand- en explosiegevaar!
• Defecte, beschadigde, leeglopende of vervormde accu’s mogen niet worden opgeladen/ontladen.
Er bestaat brand- en explosiegevaar! Gooi onbruikbare accu’s volgens de milieuvoorschriften weg.
Gebruik dergelijke accu’s niet langer.
• Laad de accu alleen op onder toezicht. Beëindig meteen het laadproces als u onregelmatigheden op
het accu’s vaststelt (als de accu bijvooorbeeld opbolt enz.).
• Laad nooit accu’s op met een hogere oplaadstroom dan door de fabrikant aangegeven.
• Laad nooit accu’s op die aan op elektrische schakeling zijn aangesloten.
• Houd accu’s altijd ver verwijderd van brandbaar materiaal, zowel tijdens als na het opladen. Bewaar
de accu’s in een onbrandbare bak.
8
b) Aanvullende informatie over lithium-accu’s
• Li-ion-accu’s vereisen speciale zorg tijdens het laadproces, het gebruik en behandeling. Laat lithiumaccu’s tijdens de oplaad-/ontlaadprocedure niet zonder toezicht.
• De batterij mag niet worden blootgesteld aan temperaturen > +50 °C, bijv. de binnenkant van de auto
tijdens de zomer, enz. (Houd ook rekening met alle andere informatie van de fabrikant!).
• Gebruik alleen een geschikte oplader voor het extern opladen van lithium accu’s en houd rekening
met de juiste oplaadmethode. Vanwege brand- en explosiegevaar mogen geen gewone opladers
voor lithium-accu’s worden gebruikt!
• Bewaar de accu droog en bij kamertemperatuur. Gebruik indien mogelijk speciale opbergboxen (bijv.
Li-Po-Bags zoals in de modelbouw).
• De accu mag niet vochtig of nat worden.
• De accu dient uit het apparaat te worden verwijderd wanneer het gedurende langere tijd niet wordt
gebruikt, om beschadiging door lekkage te voorkomen. Het zuur in lekkende of beschadigde accu’s
kan bij contact met de huid chemische brandwonden veroorzaken. Gebruik daarom veiligheidshandschoenen tijdens de omgang met beschadigde accu’s.
• Bewaar de accu’s en batterijen buiten het bereik van kinderen. Laat accu’s en batterijen niet rondslingeren omdat het gevaar bestaat dat kinderen of huisdieren deze inslikken.
Neem ook de veiligheidsinstructies in de afzonderlijke hoofdstukken in acht.
9
7. Bedieningselementen
1 Tiptoetsen voor bediening
2 Laadschachten
3 Kleurendisplay
4 Micro-USB-aansluiting voor rmware-update
5 USB-A-oplaaduitgang (5 V/DC, max. 2,1 A)
6 Temperatuurgestuurde ventilator
7 DC-aansluiting voor aansluiting van een lichtnetadapter
8 Adapter voor staafcellen voor cellen van type C en D
9 Netvoedingadapter
10
8. Ingebruikname
Bij levering bevindt er zich een beschermfolie op het scherm. Beschermfolie kan af-
breuk doen aan de functionaliteit van de tiptoetsen. Trek deze folie er daarom voorzichtig af.
a) Netspanningsadapter aansluiten
De oplader wordt via een inbegrepen lichtnetadapter van stroom voorzien. Steek de lichtnetadapter in
een standaard stopcontact. Het stopcontact moet zich in de directe omgeving van het apparaat bevinden en vrij toegankelijk zijn.
Sluit de ronde DC-stekker van de lichtnetadapter aan op de DC-aansluiting op de oplader (7).
De oplader schakelt zelfstandig in en er klinkt een korte melodie. Het scherm toont het startbeeldscherm. De ingangsspanning van de lichtnetadapter wordt op de rechter bovenrand van het beeldscherm weergegeven.
Als de inactieve oplader gedurende ong. 1 minuut niet wordt gebruikt, dan wordt de verlichting van het
scherm uitgeschakeld. Na ong. 5 minuten wordt overgeschakeld naar stand-by. Er wordt een schermbeveiliging geactiveerd.
Druk op een willekeurige toets om het apparaat weer te “wekken”.
Trek de DC-stekker van de lichtnetadapter uit de oplader om deze uit te schakelen. Haal daarna de
lichtnetadapter uit het stopcontact.
b) Gebruik van de celadapters bij C- en D-cellen
De oplader wordt geleverd met een opsteekbare adapter voor grote staafcellen van type C en D.
Steek de adapter met de juiste polariteit in de oplaadhouder van de oplader. Let erop dat de pluspolen in de adapter naar boven en naar rechts
wijzen.
11
9. Bediening
a) Tiptoetsen voor bediening
De regeling en instelling van de oplader vindt plaats met drie tiptoetsen. De toetsen hoeven slechts licht
te worden aangeraakt. De knoppen hebben de volgende functies:
Cursortoets “omhoog”
V
Met de pijltoets “omhoog” wordt de cursor in het menu naar boven verplaatst. De parameterweergave van de afzonderlijke cellen kan ook worden omgeschakeld.
Middelste toets “selectie”
De toets “selectie” opent het instellingenmenu en bevestigt de selectie van de cursortoetsen.
Cursortoets “omlaag”
Met de pijltoets “omlaag” wordt de cursor in het menu naar beneden verplaatst. De
V
parameterweergave van de afzonderlijke cellen kan ook worden omgeschakeld.
b) Aanduidingen en symbolen op het display
De gebruikte oplaadhouders worden naar gelang de positie op de onderste of linker rand van het beeldscherm ingevoegd. Niet in gebruik zijnde oplaadhouders worden niet weergegeven. Daardoor wordt een
overzichtelijke weergave bereikt. Als programmaonderdelen in het menu grijs worden weergegeven,
dan zijn deze in de huidige programmamodus niet beschikbaar.
De volgende symbolen en aanduidingen zijn op het display beschikbaar.
12
1 Accutype
2 Programmastatus
3 Opgeladen capaciteit
4 Actuele parameters (celspanning/laadstroom)
5 Bedrijfstijd van het programma
6 Celparameters (inwendige weerstand/temperatuur)
7 Kromme van de laadspanning/weergave van de accuparameters na omschakeling
8 Taakbalken voor de overeenkomstige houders. Als de horizontale houders worden gebruikt, dan
worden de taakbalken op de linker rand van het beeldscherm weergegeven.
9 Rood nummerveld = procentuele waarde van de acculading
10 Roze nummerveld = procentuele waarde van de ontlading van de accu
11 Groen veld met haken = opladen beëindigd
12 Blauw nummerveld = procentuele waarde van de cyclus
c) Systeeminstellingen
Met de oplader kunnen via een menu de systeemgegevens die voor de gebruiker relevant zijn worden
ingesteld. Dit zijn bijv. menutaal of programma-instellingen enz.
• Neem de oplader in bedrijf en verwijder alle accucellen.
• Alle oplaadhouders moeten leeg zijn, om het systeemmenu te kunnen openen. Houd gedurende
ong. 2 seconden de middelste tiptoets met het kruis vast. Het menu wordt weergegeven.
• Druk op de cursortoetsen (op/neer) om het overeenkomstige menu-onderdeel te selecteren.
• Er kunnen op basis van de afmetingen van het scherm altijd slechts 6 menu-onderdelen worden weergegeven. Het
menu kan met de cursortoetsen worden verplaatst. Het
geselecteerde menu-item wordt met kleuren gemarkeerd.
• Open het menu-onderdeel of wijzig de parameters door op
de middelste toets “kruis” te drukken.
• U kunt het menu verlaten via het menu-onderdeel “Terug”.
13
Het systeemmenu heeft de volgende instelfuncties:
MenuoptieBetekenis
System InformationSysteeminformatie (serienummer, rmwareversie enz.)
Factory Parameter Herstellen naar fabrieksinstellingen
Language Selecteren van de menutaal
VolumeInstelling van het signaalvolume (hoog, gemiddeld, laag, uit)
BacklightInstelling van de helderheid van het scherm (hoog, gemiddeld, laag)
Capacity Limit Instelling van de capaciteitslimieten (aan, uit)
Bij overschrijding van de capaciteitslimiet wordt de oplaad-/ontlaadprocedure onderbroken.
Auto ChargeInstelling van de selectietijd voor automatisch laden (5 sec., 3 sec., uit)
Cycle DisplayInstelling van de automatische omschakeling van de aanduiding van de
BackBeëindigt de systeeminstelling en schakelt terug naar het hoofddisplay.
1Menutaal instellen
Voor de eerste inbedrijfstelling, de menutaal in uw eigen taal veranderen. Als de taal van uw land niet
beschikbaar is, kan Engels worden geselecteerd.
De oplader herkent automatisch de geplaatste cel en stelt zelfstandig de optimale parameters voor de
oplaadprocedure in.
De volgende laadstromen zijn naar gelang de soort accu vooraf ingesteld:
AccutypeAAA/10440AA/105001865026650
Laadstroom0.5A1A2A2.5A
De oplader stelt de laadstroom in, aan de hand van de lengte van de accu of welke
oplaadhouder wordt gebruikt. Als u bijv. een lange dunne cel met een geringe capaciteit
gebruikt, zoals bijv. type 14650/16650, dan moet de laadstroom handmatig aan de cel
worden aangepast. NiZn- en LiHv-accucellen moeten altijd handmatig worden ingesteld.
14
• Plaats de op te laden accucel met de juiste polariteit in een geschikte vrije oplaadhouder. Let op de
polariteitsaanduidingen in de oplaadhouder (+/-).
Als de accu omgepoold wordt geplaatst, dan volgen
er onmiddellijk een optische en akoestische waarschuwing. Plaats de accu met de juiste polariteit.
De oplader geeft nu, volgens de vooraf ingestelde “Auto Charge”-tijd, een signaaltoon af met een interval van één seconde. Na deze tijd begint de oplaadprocedure automatisch.
De overeenkomstige parameters worden op het scherm
weergegeven. Als er vooraf een scherm-cyclustijd is ingesteld, worden de parameters van de actieve houders automatisch na elkaar weergegeven. De houders kunnen ook
met de pijltoetsen handmatig worden geselecteerd.
De oplader is voorzien van een functie voor het meten van de inwendige weerstand van
enkele cellen. De inwendige weerstand wordt na ong. 10 sec. gemeten en berekend, waarna
het oplaadprogramma wordt gestart. De zeer geringe waarde van de inwendige weerstand
kan bij verschillende oplaadparameters kleine afwijkingen vertonen. Dit is meettechnisch
vereist en geen storing.
Als de oplaadprocedure wordt beëindigd, wordt dit met een geluidssignaal en een groene schermaanduiding bij de positie van de houder weergegeven.
• Neem na beëindiging van de oplaadprocedure de overeenkomstige accucel uit de oplader.
15
b) Handmatige selectie programma
In de handmatige programmamodus kunnen verschillende
programma’s voor onderhoud van accucellen worden ingesteld.
De volgende programma’s kunnen worden geselecteerd:
Programma Verklaring
OpladenDe accu wordt eenmaal opgeladen.
OntladenDe accu wordt eenmaal ontladen tot de eindspanning voor ontladen.
OpslagDe lithium-accu wordt voorbereid voor langdurige opslag. Dit menu-onderdeel is al-
CyclusDe accu wordt meerdere keren ontladen en geladen. Dit reduceert een mogelijk
ActiveringReanimatieprogramma voor een diep ontladen accu. De accu wordt met een vermin-
AnalyseMet de analyse is de controle van langer opgeslagen accu's mogelijk. De actuele
leen actief bij lithium-accu's. Bij lithiumaccu's is het belangrijk om deze voor opslag
op een bepaalde celspanning te brengen. Een te hoge celspanning wordt verlaagd,
een te lage celspanning wordt verhoogd.
geheugeneffect. Er kunnen 1 – 66 cycli worden ingesteld. Vooringestelde waarde:
3 cycli.
derde stroom tot 3 x ontladen en geladen.
Een NiCd- of NiMH-accu kan incidenteel diep zijn ontladen. Onder normale omstandigheden, vooral bij extreem lage celspanning, kan deze niet weer worden opgeladen. De activering gebruikt een lage stroom om een activeringscyclus te doorlopen,
die de accu oplaadt en ontlaadt. De accu kan tijdens deze procedure, onder bepaalde
omstandigheden, weer worden geactiveerd. Een activering kan 2 - 3 cycli duren.
Als een extreem diep ontladen accu niet kan worden geactiveerd, beëindig dan de
procedure en voer de accu af.
capaciteit wordt ook bepaald. De accu wordt eenmaal ontladen en opgeladen.
Druk binnen 3 seconden na het plaatsen van de accu’s op een pijltoets, om in de handmatige modus te
komen. De automatische aftelling wordt gedurende ong. 10 seconden onderbroken. Stel nu de gewenste handmatige programma’s en parameters voor de accu in.
16
Zorg ervoor dat de ingestelde parameters geschikt zijn voor de accu. Als de oplader
niet juist is gecongureerd, kan de accu en de oplader worden beschadigd. Er kan
brand of een explosie plaatsvinden op grond van een overlading. Ga zeer omzichtig te
werk bij de conguratie. Let beslist op de gegevens in de volgende tabel als er geen
precieze accu-parameters beschikbaar zijn.
AccutypeNominale
spanning/cel
Einde laden-
spanning/cel
Opslagspanning/cel
Max. oplaadwaarde
Ontlaadsluitspanning/cel
LiIon3,70 V4,20 V3,70 V≤ 1C3,10 V
LiFePo43,30 V3,65 V3,20 V≤ 4C2,90 V
LiHv3,80 V4,35 V3,80 V≤ 1C3,30 V
NiZn1,50 V1,90 V---1C1,20 V
NiCd1,20 V1,65 V---1C - 2C0,90 V
NiMH1,20 V1,65 V---1C - 2C0,90 V
Eneloop™ 1,20 V1,65 V---1C - 2C0,90 V
1Soort accu selecteren
De soort accu en de nominale spanning worden gewoonlijk direct op de accu aangegeven. De oplader
probeert met een herkenningsalgoritme om de soort accu automatisch te identiceren. NiZn- en LiHv-accu’s moeten in het algemeen handmatig worden geselecteerd.
De gegevensaanduiding kan tijdens het bedrijf via de middelste toets “kruis” worden omgeschakeld. De
grasche spanningscurve verdwijnt en de vooraf ingestelde parameters worden weergegeven.
Als tijdens de werking een verkeerde soort accu wordt weergegeven, dan moet deze handmatig juist
worden ingesteld. Haal daarvoor de accu eruit en plaats deze opnieuw in de oplader.
Tik na het plaatsen van de accu’s binnen 3 seconden op de middelste toets, om de ingestelde soort
accu te wijzigen.
De juiste soort accu kan nu met de pijltoetsen worden geselecteerd en met de middelste toets worden
bevestigd. Grijze velden kunnen niet worden geselecteerd.
2Het programma selecteren
“Laden” is vooraf als standardprogramma ingesteld. Tik na het plaatsen van de accu’s binnen 3 seconden op de pijltoets “omlaag”, om het programma te wijzigen. Selecteer het menu-onderdeel “Procedure
selecteren” en bevestig de invoer met de middelste toets.
Het gewenste programma kan nu met de pijltoetsen worden geselecteerd en met de middelste toets
worden bevestigd. Grijze velden kunnen niet worden geselecteerd.
Het programma wordt gestart, als het menu-onderdeel “► procedure starten” wordt geselecteerd.
17
3De laadstroom selecteren
De laadstroom kan na het selecteren van het programma naar behoefte worden ingesteld.
De laadstroom wordt voor ieder programma standaard vooraf door de oplader ingesteld. Als deze waarde moet worden gewijzigd, selecteer dan al naar gelang de aanduiding onder punt “Stroominstelling” of
“◄ laden” en bevestig de invoer met de middelste toets.
De gewenste laadstroom kan nu met de pijltoetsen worden geselecteerd en met de middelste toets
worden bevestigd.
Volg altijd de oplaadaanwijzingen van de fabrikant van de accu's, omdat het belangrijk
is om de maximale laadstroom van de accu's te weten.
Het toevoeren van een overmatige laadstroom kan de levensduur van een accu beinvloeden en/of schade veroorzaken. Bovendien kan een te hoge stroom tijdens de
laadprocedure tot verhitting en/of explosie van de accu's leiden.
De oplaad- en ontlaadcapaciteit van een accu wordt vaak aangeduid met een C-waarde. In
het algemeen wordt de maximale laadstroom die door de accu wordt ondersteund vastgesteld door vermenigvuldiging van de oplaadwaarde C en de capaciteit van de accu. Bij een
1000 mAh accu met een oplaadcapaciteit van 0,5 C, is de maximale laadstroom bijvoorbeeld
1000 mA * 0,5 = 500 mA; daardoor bedraagt de maximale laadstroom 0,5 A. Als dat bij een
accu niet mogelijk is om de ondersteunde oplaadwaarde C aan te wijzen, stel dan om veiligheidsredenen en ter bescherming van de accu de laadstroom in op 1C.
De oplaadtijd is rechtstreeks evenredig met de laadstroom en de tijd tot volledig opgeladen
zijn kan voor verschillende soorten accu’s en capaciteiten worden verlengd, op basis van
onderscheid in de efciëntie van de omzetting.
4Ontlaadstroom selecteren
De ontlaadstroom kan na het selecteren van het programma naar behoefte worden ingesteld.
De ontlaadstroom wordt voor ieder programma vooraf standaard door de oplader ingesteld. Als deze
waarde moet worden gewijzigd, selecteer dan al naar gelang de aanduiding onder punt “Stroominstel-
ling” of “► ontladen” en bevestig de invoer met de middelste toets.
De gewenste ontlaadstroom kan nu met de pijltoetsen worden geselecteerd en met de middelste toets
worden bevestigd.
18
5Cycli selecteren
Na selectie van het programma “Cyclus”, kunnen de ontlaad-/laadcycli naar behoefte worden ingesteld.
Er worden door de oplader standaard 3 cycli vooraf ingesteld. Als deze waarde moet worden gewijzigd,
selecteer deze dan onder punt “Cycli” en bevestig de invoer met de middelste toets.
Het gewenste aantal cycli kan nu met de pijltoetsen worden geselecteerd en met de middelste toets
worden bevestigd.
6Procedure starten
Het programma kan via het menu-onderdeel “► Procedure starten” worden gestart, nadat alle parameters naar wens zijn ingesteld.
Selecteer dit menuonderdeel met de pijltoetsen en bevestig dit met de middelste toets. Het programma
wordt gestart.
Als er ong. 15 seconden lang geen selectie wordt gemaakt, dan start het programma automatisch.
11. Opladen via USB
U kunt USB-A-uitgang (5) op de achterkant gebruiken om ieder apparaat op te laden dat normaal met
een USB-oplaadkabel wordt opgeladen. De maximale uitgangsstroom van de USB-aansluiting bedraagt
2,1 A.
Let erop dat het gebruik van de USB-uitgang tijdens de oplaadprocedure, het vermo-
gen van de oplaadhouders automatisch reduceert.
19
12. Firmware-update
De rmware-update van de multifunctionele oplader maakt het mogelijk om de toestand van de software ook in de toekomst bij te werken. De functies en parameters kunnen zo makkelijk aan wijzigingen
worden aangepast. U kunt de meest recente rmware of het bijwerkprogramma, samen met de actuele
gebruiksaanwijzing vinden in het downloadbereik.
Ga als volgt te werk voor een rmware-update.
1 Sluit de oplader via een optionele micro-USB-kabel aan op een vrije USB-aansluiting van een com-
puter. Steek de micro-USB-connector in de micro-USB-aansluiting (4) op de achterzijde.
2 Sluit de lichtnetadapter aan op de oplader en neem de oplader in bedrijf. De oplader schakelt auto-
matisch naar de modus rmware-upgrade.
3 Gebruik het “Bijwerkprogramma” om de update in overeenstemming met de aanwijzingen te starten.
13. Reiniging en onderhoud
a) Algemeen
Het apparaat is met uitzondering van een incidentele reinigingsbeurt absoluut onderhoudsvrij.
Controleer regelmatig de technische veiligheid van het apparaat – bijv. op schade aan
de behuizing of beknelling, etc.
b) Reiniging van de behuizing
Voordat u het apparaat reinigt, dient u absoluut de volgende veiligheidsinstructies in acht te nemen:
Haal de lichtnetadapter uit het stopcontact en trek de stekker uit de oplader.
Verwijder alle accu's uit de laadhouders.
Gebruik voor de reiniging geen schurende reinigingsmiddelen, benzine, alcohol of
dergelijke. Deze middelen kunnen het oppervlak van het product beschadigen. De
dampen zijn bovendien schadelijk voor de gezondheid en explosief. Gebruik voor de
reiniging ook geen scherp gereedschap zoals schroevendraaiers of staalborstels e.d.
Voor de reiniging van het instrument of het display dient u een schone, pluisvrije, antistatische en licht vochtige schoonmaakdoek te gebruiken. Laat het apparaat volledig
drogen, voordat u het voor de volgende inzet gebruikt.
20
14. Verwijdering
Afgedankte elektronische apparaten bevatten waardevolle stoffen en behoren niet bij het
huishoudelijk afval. Als het product niet meer werkt, moet u het volgens de geldende wettelijke bepalingen voor afvalverwerking inleveren. Verwijder de geplaatste accucellen en voer ze
gescheiden van het product af.
1Verwijderen van gebruikte batterijen/accu’s!
U bent als eindverbruiker volgens de KCA-voorschriften wettelijk verplicht alle lege batterijen en accu’s
in te leveren; verwijdering via het huisvuil is niet toegestaan.
Batterijen en accu’s met schadelijke stoffen worden gekenmerkt door de hiernaast afgebeel-
de symbolen, die erop wijzen dat de batterijen/accu’s niet via het gewone huisvuil weggegooid mogen worden. Deze mogen niet via het huisvuil worden afgevoerd. De aanduidingen
voor irriterend werkende, zware metalen zijn: Cd=cadmium, Hg=kwik, Pb=lood (aanduiding
wordt op de batterijen/accu’s vermeld, bijv. onder het links afgebeelde vuilnisbakpictogram).
U kunt verbruikte batterijen/accu’s gratis bij de verzamelpunten van uw gemeente, onze lialen of overal waar batterijen/accu’s worden verkocht afgeven.
Zo vervult u uw wettelijke verplichtingen en draagt u bij tot de bescherming van het milieu.
21
15. Verhelpen van storingen
Met dit apparaat heeft u een product aangeschaft dat volgens de nieuwste stand der techniek
is ontwikkeld en gebruiksveilig is. Er kunnen zich echter problemen of storingen voordoen.
Raadpleeg daarom de volgende informatie over de manier waarop u eventuele problemen zelf
gemakkelijk op kunt lossen:
Storing Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing
Het apparaat functioneert
niet.
De accu wordt niet herkent.De contacten van de accu zijn
De oplader geeft na de
inbedrijfstelling een waarschuwing af.
De maximaal ingestelde laadstroom wordt niet bereikt.
Andere reparaties dan hierboven beschreven, mogen uitsluitend door een erkend vak-
man worden uitgevoerd. Als u vragen heeft over hoe met het apparaat om te gaan dan
kunt u contact opnemen met onze technische dienst.
Is de stroomvoorziening voldoende gedimensioneerd? De
lichtnetadapter moet een stroom
van ten minste 2,5 A kunnen
leveren.
vuil of geoxideerd.
De accu is diep ontladen. Probeer de accu via het
De oplader voert na het aansluiten van de stroomvoorziening
automatisch een zelftest uit.
Daarbij mag geen accu zijn
geplaatst.
Bij de inbedrijfstelling bevinden
er zich accu's in de oplaadhouder.
Het max. totale laadvermogen
van 25 W is overschreden.
Er is een apparaat voor opladen
aangesloten op de USB-oplaadpoort aan de achterzijde.
Gebruik de meegeleverde of
een geschikte lichtnetadapter
voor de stroomvoorziening.
Reinig de polen op de accu en
probeer het opnieuw.
programma “Activering” te
regenereren.
Verwijder de accu's en stel
de oplader gedurende ong. 5
minuten buiten bedrijf.
Reduceer de stroominstelling
of het aantal cellen van de
accu's.
Dit is een publicatie van Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau
(www.conrad.com).
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard
dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverlming of de registratie in elektronische
gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever.
Nadruk, ook van uittreksels, verboden. De publicatie voldoet aan de technische stand bij
het in druk bezorgen.
Copyright 2019 by Conrad Electronic SE.
1896843_V1_0419_m_VTP_nl
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.