Velleman K4020 User Manual

K4020
600W MOSFET
MONO / STEREO
AMPLIFIER
MUSIC POWER : 2 x 300W at 4 Ohm / 2 x 200W at 8 Ohm.
RMS POWER : 2 x 155W at 4 Ohm / 2 x 100W at 8 Ohm (at 1% THD).
MONO BRIDGED POWER : 600W music – 300w RMS.
THD : 0,008% (1W / 1Khz) / 0,005% (90W / 1Khz / 8 Ohm).
DAMPING FACTOR : > 600 (at PCB output).
INPUT SENSITIVITY : 1VRMS.
FREQUENCY RESPONSE : 3 –120Khz (+/-- 3dB).
PROTECTION FOR : speakers DC, short circuit, overload and thermal (+/- 95°C)
SIGNAL / NOISE RATIO : 112dB (A-weighted against full power).
POWER INDICATOR K4021 IN OPTION.
DIMENSIONS W x H x D : 425 x 90 x 335
H4020-ED2-2
H4020
-
ED2
-3
INDEX
GEBRUIKSAANWIJZING......................................4
MODE D'EMPLOI.................................................14
OPERATING INSTRUCTIONS............................25
GEBRAUCHSANWEISUNG................................35
600W MONO/STEREO MOSFET VERSTERKER
Deze audio vermogen versterker voldoet aan de strengste eisen inzake kwaliteit en robuustheid. Door een zeer speciale schakeling gaat de eindtrap zich altijd in KLASSE A instellen zonder dat er overbodig vermogen verloren gaat, vandaar de benaming "EFFICIENT CLASS A". De versterker is opgebouwd uit twee volledig gescheiden mono versterkers, zodanig dat er van kanaal- overspraak geen "sprake" is. Een zeer groot voordeel van deze zelfbouw versterker is dat er GEEN ENKELE AFREGELING nodig is ! Er is de voorziening getroffen om de twee kanalen in "brug" te schakelen zodanig dat men het vermogen kan verdubbelen (mono). De versterker is voorzien van een kortsluitbeveiliging en een thermische beveiliging, verder zijn de aangesloten luidsprekers beveiligd tegen schakelklikken en tegen gelijkspanning die zou kunnen ontstaan op de uitgang. Om het vermogen zichtbaar te maken zijn er twee LED vermogen meters (K4021) als optie beschikbaar. Als schaalverdeling kan men kiezen tussen 4 en 8 Ohm of kan men de meters "in serie" plaatsen om een mono aanduiding te krijgen bij gebruik in "brug"
De versterker wordt kompleet geleverd met koelbalken transformators en behuizing.
TECHNISCHE GEGEVENS
- Muziekvermogen: 2 X 300W bij 4 Ohm / 2 X 200W bij 8 Ohm
- RMS vermogen: 2 X 155W bij 4 Ohm / 2 X 100W bij 8 Ohm (1% THD)
- Brugvermogen: 600W muziek - 300WRMS / 8 Ohm
- Harmonische vervorming: 0.008% (1W/1KHz) / 0.005% (90W/1KHz/8ohm)
- Dempingsfactor: >600 (aan de print uitgangsklemmen)
- Ingangsimpedantie: 47 KOhm
- Ingangsgevoeligheid: 1VRMS
- Frequentieweergave: 3 - 120KHz (±3dB)
- Vermogenbandbreedte: 5 - 50KHz (±1dB)
- Signaal/ruis verhouding: 112dB A-gewogen t.o.v. vol vermogen.
- Luidspreker inschakelvertraging: ±2 sec.
- Gelijkspanningbeveiliging van de uitgang: vanaf +1V en -1V
- Kortsluitbeveiligd en thermische beveiliging (±95°C)
- Rendement: 70%
- Opgenomen vermogen: 450W max.
- Afmetingen BxHxD: 425 X 90 X 355 mm
Wijzigingen voorbehouden
H4020-ED2-4
H4020
-
ED2
-5
BOUW
ZEER BELANGRIJK
- MONTEER ALLE COMPONENTEN TOT TEGEN DE PRINT
- GEBRUIK EEN KLEINE SOLDEERBOUT VAN MAX. 40W
- GEBRUIK DUN (1mm) SOLDEERTIN
- SLORDIGE MONTAGE ZAL ZEKER LEIDEN TOT PROBLEMEN De versterker bestaat uit twee identieke printen die links en rechts op de
koelbalk van de behuizing gemonteerd worden. Tussen de printen worden de ringkerntransformatoren op de bodemplaat gemonteerd. Op het voorpaneel worden de printen van de LED vermogen-meters gemonteerd (in optie).
BOUW VAN DE VERSTERKER PRINTEN P4020A (2 X UITVOEREN) Monteer de draadbruggen gemerkt met J op de print.
De draadbrug JG (naast C35) moet men in eerste instantie ook monteren. (zie ook hoofdstuk "monteren in brug")
Monteer de volgende 1/4W weerstanden:
- R26 en R52, 3K3 (oranje, oranje, rood)
- R27 en R28, 8K2 (grijs, rood, rood)
- R29 tot R31, 330K (oranje, oranje, geel)
- R32 tot R36, 18K (bruin, grijs, oranje)
- R37 en R38, 4K7 (geel, paars, rood)
- R39 en R40, 47K (geel, paars, oranje)
- R41, 47 ohm (geel, paars, zwart)
- R42, 27K (rood, paars, oranje)
- R43 en R44, 10K (bruin, zwart, oranje)
- R45A, 470 ohm (geel, paars, bruin) (*) zie opmerking
- R45B en R47, 560 ohm (groen, blauw, bruin)
- R46, 47K (geel, paars, oranje) (*) zie opmerking
- R48 tot R51, 10K (bruin, zwart, oranje)
- R53 tot R58, 180 ohm (bruin, grijs, bruin)
- R59, 39K (oranje, wit, oranje)
- R60, 1K5 (bruin, groen, rood)
- R65 en R66, 1K (bruin, zwart, rood)
- R61 tot R64, 2K2 (rood, rood, rood)
- R67 en R68, 82K (grijs, rood, oranje) OPMERKING: Indien men de versterker in brug gaat schakelen dan moet men
bij één versterker R45A niet monteren en monteer voor R46 een draadbrug.
Monteer de volgende 1/2W weerstanden:
- R69, 100K (bruin, zwart, geel)
- R70 en R71, 680 ohm (blauw, grijs, bruin)
- R82, 3K9 (oranje, wit, rood) Monteer de volgende 1W weerstanden:
- R72 en R73, 1K5 (bruin, groen, rood)
- R74, 12K (bruin, rood, oranje)
- R75, 1 Ohm (bruin, zwart) Monteer de volgende 5W weerstanden:
- R76, 220 Ohm
- R77, 560 Ohm
- R78 tot R81, 0.22 Ohm (soms met opdruk R22) Monteer de dioden (let op de polariteit!):
- D4 tot D12, diode uit de 1N4148 reeks of gelijkwaardig
- D13 tot D16, diode uit de 1N4000 reeks.
- ZD5, 4.3V zenerdiode.
- ZD6, 6.2V zenerdiode.
- ZD7 en ZD8, 43V 1.3W zenerdioden.
- ZD9 en ZD10, 18V 1.3W zenerdioden.
- ZD11 tot ZD14, 10V 1.3W zenerdioden. Monteer voor LD29 en LD30, 3mm LED's. Let op de polariteit, de kortste
aansluiting komt in het gat het dichtst bij de afgeplatte cirkelopdruk. Monteer op eenzelfde manier 5mm LED's voor LD31 tot LD34.
Monteer de condensators:
- C6, C7 en C8, 330pF ceramisch (soms met opdruk 331)
- C9 tot C10, 10nF ceramisch of MKT (soms met opdruk 103)
- C11 tot C16, 100nF ceramisch (soms met opdruk 104)
- C17 en C18, 220nF MKT (soms met opdruk u22)
- C19, 2µ2 MKT
- C43, 33pF ceramisch
- C44, 470nF (474, µ47)
-C45, C46, 47nF/63V (µ047,473,47000) Monteer de IC voetjes voor IC5 tot IC9.
Monteer de printpennen voor BGND (naast R74), Bout en GND, Bin en GND, LS- en LS+. Monteer printpennen voor het aansluiten van de thermische schakelaar TS (deze wordt later op de koelbalk gemonteerd). Monteer printpennen voor het aansluiten van de transistors T10 tot T13 (punten G, D, S). Monteer de printpennen LD+, LD-, LF, -V, GND en +V voor het aansluiten van de vermogenmeter of POWER ON LED.
H4020-ED2-6
H4020
-
ED2
-7
Monteer de transistors: T2, type BC640 of gelijkwaardig. T3, type BC639 of gelijkwaardig. T4 tot T6, type 546B of gelijkwaardig. T7 en T8, type BC556B of gelijkwaardig. T9, type BD681, monteer deze zodanig dat de opdruk van de transistor zich langs de kant van D12 bevindt.
Monteer de volgende electrolytische condensators. (let op de polariteit!):
- C20 tot C23, 1uF min. 25V
- C24, 10uF min. 35V
- C25 tot C28, 100uF min. 25V
- C29 tot C34, 470uF min. 25V
- C35 tot C38, 100uF min. 100V Monteer de schroefconnector J1, deze bestaat uit 4 in elkaar geschoven
tweepolige schroefconnectors. Monteer de twee zekeringhouders voor F1 en F2 en plaats er een zekering van 5A in. Monteer het relais RY1 (16A/12V) Monteer de electrolytische condensators C39 en C40 van 10.000uF min. 50V of monteer vier condensators C39 tot C42 van 4700uF (door de opstelling van de aansluitingen kan men deze condensators niet verkeerd monteren). OPMERKING: Indien men bij gebruik van 4 Ohm luidsprekers het onderste uit de kan wil halen, dan kan men vier condensators van 10.000uF monteren.
Montage van de cinch connectors voor de ingang: OPGELET: Afhankelijk van het bijgeleverde type connector moet men bepalen
in welke gaten deze moet gemonteerd worden, het kan gebeuren dat men de aansluitingen een beetje moet buigen.
Monteer bij één versterker de cinch connector JR (dit wordt de rechter versterker) en bij de andere versterker de cinch connector JL. Gaat men de versterker in brug monteren dan mag men enkel connector JR monteren (deze print wordt rechts gemonteerd), bij de versterker waar men voor R46 een draadbrug gemonteerd heeft mag men GEEN cinch connector monteren.
BELANGRIJK: Leg een extra vertinning over de reeds vertinde banen. Wil men de demping van de versterker zo hoog mogelijk maken dan kan men op de vertinde banen een draad van 1mm solderen. (opgelet voor korstluiting tussen de verschillende banen)
MONTAGE OP DE KOELBALK
(Uitvoeren voor elke koelbalk)
Monteer de drie beugels op de print zoals in figuur 1.0 en 1.1 . Positioneer de print tot tegen de koelbalk en merk met potlood de centers van de transistors (T10-T13) en de thermische schakelaar TS, merk ook de positie voor de bruggelijkrichter B1 zie fig. 1.2 voor de linker versterker en figuur 1.3 voor de rechter versterker. AANDACHT: Let op de uitlijning van de rand van de print met de rand van de koelbalk!.
Montage van de MOSFET transistors T10 tot T13: Schuif vier M3 zeskantboutjes in de bevestigingsgleuf van de koelbalk en positioneer ze op de gemerkte plaatsen voor de transistors.(zie fig. 2.0) Kleef met behulp van een beetje warmte geleidende silicone pasta, (te verkrijgen in de vakhandel) de mica isolator plaatjes, op de plaats waar de transistors moeten komen. BELANGRIJK: Gebruik zeker GEEN rubber silicone isolator plaatjes!
Plooi de aansluitingen van de vermogen transistors zoals in figuur 2.1. Doe een beetje warmte geleidende pasta op de metalen rugzijde van elke transistor en monteer ze met behulp van een sluitring een tandveerring en een M3 moertje op de volgende plaatsen: (zie ook figuren 2.1 en 1.2 of 1.3) T10 en T11: type IRFP9140 (links op de koelbalk) T12 en T13: type IRFP140 (rechts op de koelbalk) Kontroleer met een ohmmeter of de midden aansluiting (DRAIN) van de transistors niet in verbinding staat met de koelbalk (Om goed contact te maken met de meetpen kan men langs binnen eventueel een beetje verf wegkrassen van de koelbalk.
Montage van de thermische schakelaar TS (zie fig 2.2): Deze wordt gemonteerd zoals de MOSFET transistors, echter zonder isolatie mica.
Montage van de bruggelijkrichter B1: Schuif een zeskantbout in de bevestigingsgleuf van de koelbalk, op de plaats waar de gelijkrichter moet komen. Monteer de bruggelijkrichter op de koelbalk met behulp van een sluitring, tandveerring en M3 moertje. (zie fig. 2.3) OPMERKING: Monteer de bruggelijkrichter zodanig dat de "+" identificatie langs de zijkant leesbaar is.
Montage van de printen op de koelbalken: Monteer samen met een sluitring en een tandveerring, een 10mm M4 bout met moer op elke beugel. Schuif het geheel van print en beugels in de gleuf van de koelbalk (zie fig. 3.0)
H4020-ED2-8
H4020
-
ED2
-9
tot op de plaats waar de doorverbinding met de transistors moet gebeuren. Zet de drie bouten stevig vast. Doe hetzelfde bij de andere print en koelbalk.
BELANGRIJK: Kontroleer of de soldeerpunten de koelbalk NIET raken! Verbind thermische schakelaar TS met de overeenkomende printpen-
aansluiting op de print. BELANGRIJK:
De MOSFET transistors worden voorlopig nog NIET verbonden Maak de volgende verbindingen met de bruggelijkrichter (zie fig 4.0):
OPMERKING: alle verbindingen uitvoeren met draad van 1.5mm
- Verbind de + klem van de bruggelijkrichter met de + klem van schroefconnector J1 via een stuk bijgeleverde rode draad.
- Verbind de - klem van de bruggelijkrichter (klem diagonaal over de + klem) met de - klem van schroefconnector J1 via een stuk bijgeleverde blauwe draad.
- Verbind de overige AC klemmen met de klemmen AC van schroefconnector J1 met twee stukjes witte draad.
KONTROLEER DE GEHELE SCHAKELING NOG EENS GRONDIG, DE MINSTE FOUT KAN HET BESCHADIGEN VAN DE DURE FET TRANSISTORS TOT GEVOLG HEBBEN.
TEST
Alvorens de versterkerblokken in te bouwen gaan we ze een voor een testen. Door de omvang van de schakeling gaan we deel voor deel testen:
1) Kontrole van de voeding:
- Kontroleer of GEEN ENKELE aansluiting van de MOSFET transistors met de printpennen in aanraking komt.
- Verbind de rode, gele, grijze en blauwe draden van de 2 X 30V transformator met de overeenkomende klemmen RED(rood) YEL.(geel) GR.(grijs) en BL.(blauw) van connector J1. (Zie fig. 4.1)
- Verbind via een trage zekering van 2A (gebruik voorlopig de bijgeleverde zekeringhouder) de transformator met de netspanning. (zie doos van de transformator voor aansluiten van de primaire )
- Controleer of de vier LED's (LD31 tot LD34) van de voeding oplichten.
- Meet de spanningen op de draadbruggen (deze spanningen zijn indicatief en kunnen een paar volt afwijken t.o.v. de gemeten waarde) zoals deze aangeduid zijn op de printopdruk. De spanningen worden gemeten t.o.v. de
"LS-" klem van de luidspreker uitgang (naast het relais).
- Verwijder de netspanning en wacht een 5 tal minuten alvorens de volgende test uit te voeren, zodat de condensators kunnen ontladen.
2) Kontrole van de luidspreker beveiliging:
- Monteer IC5 type LM324 in zijn voetje met de nok in de richting van de zekeringen F1 en F2.
- Verbind terug de netspanning met de transformator, normaal moet na een paar seconden het relais RY1 aantrekken.
- Verbind een 1.5V batterij met de + aan LS+ en met de - aan LS-, normaal moet het relais afvallen en moet LED LD30 oplichten. Dit wil zeggen dat de beveiliging voor positieve spanningen werkt.
- Verbind van de 1.5V batterij de + met LS- en de - met LS+, normaal moet het relais afvallen en moet LED LD29 oplichten. Dit wil zeggen dat de beveiliging voor negatieve spanningen werkt.
OPMERKING: bij het testen met de batterij zal na ongeveer 2 seconden het
relais terug aantrekken en direct weer afvallen, dit is normaal.
- Verwijder de netspanning en wacht een 5 tal minuten om de volgende test uit te voeren.
3) Kontrole van de eindtrap:
- Monteer IC6 type TL071 in zijn voetje met de nok in de richting van IC5.
- Monteer IC7 type TL061 in zijn voetje met de nok in de richting van IC5.
- Monteer IC8 en IC9 type TL072 in hun voetje met de nok in de richting van het relais.
- Verbind de transistoren T10 en T11 (IRFP9140 of eq.) en T12 en T13 (IRFP140 of eq.) met hun overeenkomende printpen- aansluitingen op de print.
- Sluit de ingang van de versterker kort d.m.v. een kortgesloten CINCH of RCA stekker.
- Verbind de netspanning met de transformator.
- Meet de spanning over respectievelijk de weerstanden R78, R79, R80 en R81.
OPMERKING: Daar de ene aansluitingen van deze weerstanden (de
aansluiting tegen de koelbalk) moeilijk te bereiken is, kan men dit punt ook aftakken op de draadbrug LINKS van elke weerstand.
De spanning over deze weerstanden moet ongeveer 35mV (0.035V) zijn, is
de spanning over één of meerdere weerstanden hoger dan 60mV, dan moet men de versterker direct uitschakelen en de bestukking controleren.
Verwijder terug de transfo aansluitingen van het versterkerblok. Nu kan men op dezelfde manier het andere versterkerblok kontroleren.
H4020-ED2-10
H4020
-
ED2
-11
SAMENBOUW
1) Voorbereiding van het achterpaneel:
- Kleef de sticker tussen beide ingangsklemmen zoals in figuur 5.0 .
- De afgedekte gaten kan men nu met een fijn mesje uitsnijden.
OPMERKING: Gaat men de versterker in brug gebruiken dan mag men
maar van één paar luidspreker aansluitingen de gaten uitsnijden.
- Monteer samen met twee verzonken 10mm m3 boutjes en moer, de net­aansluitconnector op het achterpaneel.
- Monteer twee zekeringhouders in de passende gaten.
- Monteer voor de - aansluiting van de luidsprekers een zwarte klem en voor de + aansluiting een rode klem. OPMERKING: Bij gebruik in brug moet men maar één paar klemmen monteren.
2) Voorbereiding van het voorpaneel:
- Monteer in de 20 kleine afgeschuinde gaten een 10mm m3 bout samen met een tandveerring en moertje. (zie fig. 5.1)
a) Bij montage zonder de vermogenmeters K4021:
- Monteer als AAN/UIT indicatie een 3mm LED in het gat boven het grote rechthoekig gat waar de schakelaar komt. Kleef de LED langs binnen vast met een beetje lijm, zorg ervoor dat de LED niet voorbij de voorkant komt.
Verkort de aansluitingen van de LED tot een paar mm, let er wel op dat men
voor de polariteit terug een lange (+) en een korte (-) aansluiting bekomt.
- Soldeer twee dunne draadjes van ong. 30cm aan de aansluitingen van de LED, na montage van het voorpaneel kan men deze verbinden met de punten LD+ en LD- van de RECHTER versterkerprint (zie fig. 6.0).
b) Bij montage met vermogenmeters K4021:
- Zie de handleiding van deze voor de montage van de meters, de aansluiting kan men uitvoeren na het bevestigen van het voorpaneel op de koelbalken.
3) Samenbouw van de kast:
- Voorzie de uiteinden van de koelbalken van schroefdraad d.m.v. de bijgeleverde 25mm lange verzinkte bout met kruiskop (zie fig. 7.0). Deze schroefdraad wordt gebruikt voor de bevestiging van het voor- en achterpaneel.
- Monteer op de vier hoeken van de bodemplaat een rubber voetje samen met een 12mm m4 bout en moer, de bouten echter nog niet vastdraaien (fig.
7.1)
- Monteer op eenzelfde manier op de gaten tussen de voetjes een 8mm m4 bout met moer.
- Schuif de koelbalken over de bouten en zet ze vast na positionering (fig.
7.1).
- Monteer d.m.v. vier verzonken m4 bouten het voorpaneel op koelbalken, zet deze bouten goed vast, daar na het kleven van de folie deze niet meer bereikbaar zijn. (zie fig. 7.1)
- Zet de kast vertikaal en positioneer de zelfklevende folie correct op het
voorpaneel.
- Kleef voorlopig met plakband één kant van de folie vast op het voorpaneel, verwijder langs de andere kant het schutvel en kleef de folie vast.
- Verwijder langs de andere kant de plakband en het schutvel en kleef op zijn beurt deze kant vast.
- Monteer de netschakelaar in het voorpaneel (folie uitsnijden) of, indien gewenst, in de rechter kant van het achterpaneel (plaat zelf uitsnijden!). (fig.
5.0)
- Monteer op de bodemplaat van de kast de beide transformators en zodanig dat de aansluitingen zich langs achter bevinden. De transformators worden vastgezet d.m.v. een centrale bout, een rubberplaat langs onder en een rubberplaat + een metalen plaat langs boven.
BEDRADING
- Plaats het achterpaneel langs de achterkant, echter zonder het vast te zetten.
AANDACHT: Het is de bedoeling dat alle draden in het center van de kast, boven de transformators, gebonden worden met de bijgeleverde binders.
1) Bedraden van de luidspreker uitgangen bij stereo gebruik: (fig. 8.0)
OPMERKING: alle verbindingen uitvoeren met draad van 1.5mm
- Verbind met een stuk blauwe draad de "-LS" printpen van de rechter versterker met de rechter zwarte luidsprekerklem.
- Verbind op eenzelfde manier met een stuk rode draad de "+LS" printpen met de rode luidsprekerklem.
De andere versterker kan men op eenzelfde manier verbinden met de linker luidsprekerklemmen.
2) Bedraden van de luidspreker uitgangen bij montage in "brug": (fig. 8.1)
- De versterker waar men R45A niet gemonteerd heeft en waar R46 een draadbrug is (zie montage van de weerstanden), noemen we versterker "B".
- De versterker waar alles normaal is gemonteerd, noemen we versterker "A".
- Van versterker "B" MOET men de draadbrug JG doorknippen.
- Verbind met draad van minimum 2.5mm (of twee draden van 1.5mm) de punten BGND (naast de gelijkrichter) van versterker "A" met hetzelfde punt BGND van versterker "B".
- Verbind met een afgeschermd snoer de aansluitingen "GND" (massa of afscherming) en "Bout" van versterker "A", met de aansluitingen "GND" en "Bin" van versterker "B" (zie fig 5.0)
AANDACHT: Kontroleer ZEER GOED of de "GND" aansluitingen verbonden
zijn, anders kan men de versterkers vernielen!
- Verbind de rode luidsprekerklem aan de klem
- Verbind de zwarte luidsprekerklem aan de klem
van versterker "A".
+LS
van versterker "B".
+LS
H4020-ED2-12
H4020
-
ED2
-13
Zet voorlopig het achterpaneel vast d.m.v. vier m4 bouten.
3) Bedraden van de voeding voor de versterkers:(fig. 4.1)
- Verbind de rode, gele, grijze en blauwe draden van de achterste 2 X 30V transformator met de overeenkomende klemmen RED(rood) YEL.(geel) GR.(grijs) en BL.(blauw) van connector J1 van de rechter versterker.
- Verbind op eenzelfde manier de andere transformator met de linker versterker.
4) Bedraden van de net aansluiting:(fig. 8.2)
OPMERKING: alle verbindingen uitvoeren met draad van 0.5mm
- Verbind één aansluiting van de primaire aansluiting van de achterste transformator met een klem van de rechter zekeringhouder.
- Verbind één aansluiting van de primaire aansluiting van de voorste transformator met een klem van de linker zekeringhouder.
- Verbind de andere primaire aansluiting van de beide transformators met de rechter klem van de net-aansluitconnector.
- Maak een doorverbinding tussen beide vrije klemmen van de linker en rechter zekeringhouder en verbind deze ook met een klem van de netschakelaar (op de netschakelaar moet men wel een kabelschoentje gebruiken!)
- Verbind de andere klem van de netschakelaar met de linker klem van de net-aansluitconnector.
TEST EN AANSLUITING
1) Bij stereo:
- Verbind een luidspreker (minimum 4 Ohm) tussen de klemmen +LS en -LS van de linker en rechter versterkers.
- Verbind de ingang van de versterkers met de uitgang van een voorversterker of andere signaalbron die minimum 1V RMS kan leveren.
- Nu kan men de versterker inschakelen en testen met muziek.
2) Bij mono brug:
- Verbind een luidspreker (minimum 8 Ohm) tussen de klemmen +LS en -LS.
- Het ingangssignaal moet men aansluiten op de ingang van versterker "A" (dit is normaal de rechter versterker waar de cinch connector gemonteerd is).
- Nu kan men de versterker inschakelen en testen met muziek.
Ten slotte kan men het deksel inschuiven door eerst het achterpaneel los te maken. ( zie fig. 7.1)
OPMERKING: Zelfs zonder muzieksignaal zal de versterker betrekkelijk warm worden (ong. 60°C) dit is normaal.
AMPLIFICATEUR MOSFET MONO/STÉRÉO DE 600 W
Cet amplificateur de puissance audio répond aux exigences de qualité et de robustesse les plus rigoureuses. Grâce à un circuit très particulier, l'échelon final se positionnera toujours dans la CLASSE A, sans perte inutile de puissance, d'où l'appellation "EFFICIENT CLASS A". L'amplificateur consiste en deux amplificateurs mono entièrement distincts, de sorte qu'il n'est pas question de diaphonie". Un très grand avantage de cet amplificateur à monter soi-même réside dans le fait qu'IL NE FAUT AUCUN RÉGLAGE ! Le couplage en "pont" des deux canaux est prévu, de sorte qu'il est possible de doubler la puissance (mono). L'amplificateur est muni d'une protection contre les courts-circuits et d'une pro­tection thermique ; les haut-parleurs connectés sont également protégés contre les déclics de branchement et contre la tension continue qui pourrait être engendrée sur la sortie. Deux watt mètres à diodes électroluminescentes (LEDs) (K4021) visualisant la puissance sont disponibles en option. Quant à la graduation, vous pouvez soit choisir entre 4 et 8 ohm, soit coupler les mètres "en série", afin d'obtenir une indication mono lors de l'utilisation en "pont".
L'amplificateur est livré complet : avec refroidisseurs, transformateurs et boîtier.
DONNÉES TECHNIQUES
- Puissance musicale: 2 x 300W sur 4 ohm / 2 x 200W sur 8 ohm
- Puissance RMS: 2 x 155W sur 4 ohm / 2 x 100W sur 8 ohm (1% THD)
- Puissance en pont: 600W de musique - 300W RMS / 8 ohm
- Distorsion harmonique: 0.008 % (1W/1KHz) /0.005 % (90W/1KHz/8ohm)
- Facteur d'amortissement: > 600 (sortie sur la plaquette)
- Impédance d'entrée: 47KOhm
- Sensibilité d'entrée: 1VRMS
- Reproduction de fréquence: 3 - 120 KHz (± 3 dB)
- Largeur de bande: 5 - 50 KHz (± 1 dB)
- Rapport signal/bruit: 112 dB pesé en A par rapport à la pleine puissance
- Ralentissement d'enclenchement de haut-parleur: ± 2 s
- Protection contre la tension continue de la sortie: à partir de +1 V et de -1 V
- Protection contre les courts-circuits et protection thermique (±95°C)
- Rendement: 70 %
- Puissance absorbée: max. 450 W
- Dimensions: La x Ha x Pr: 425 x 90 x 355 mm
Sous réserve de modifications
H4020-ED2-14
H4020
-
ED2
-15
MONTAGE
TRÈS IMPORTANT
- MONTEZ TOUS LES COMPOSANTS JUSQUE TOUT CONTRE LA PLAQUETTE
- UTILISEZ UN PETIT FER À SOUDER DE MAX. 40 W
- EMPLOYEZ DE L'ÉTAIN À SOUDER FIN (1 MM).
- UN MONTAGE NÉGLIGENT CAUSERA INÉVITABLEMENT DES PROBLÈMES.
L'amplificateur consiste en deux plaquettes identiques qui se montent à gauche et à droite sur le refroidisseur du boîtier. Les transformateurs toroïdaux se montent sur la plaque de fond entre les deux plaquettes. Les plaquettes des watt mètres à LEDs (en option) se montent sur le panneau avant.
MONTAGE DES PLAQUETTES D'AMPLIFICATEUR P4020A (À EFFECTUER 2x) Montez les pontages portant l'indication J sur la plaquette. Il faut également monter en premier lieu le pontage JG (à côté de C35) (cf. section "montage en pont").
Montez les résistances suivantes de 1/4 W:
- R26 et R52, 3K3 (orange, orange, rouge)
- R27 et R28, 8K2 (gris, rouge, rouge)
- R29 à R31, 330K (orange, orange, jaune)
- R32 à R36, 18K (brun, gris, orange)
- R37 et R38, 4K7 (jaune, violet, rouge)
- R39 et R40, 47K (jaune, violet, orange)
- R41, 47 ohm (jaune, violet, noir)
- R42, 27K (rouge, violet, orange)
- R43 et R44, 10K (brun, noire, orange)
- R45A, 470 ohm (jaune, violet, brun) (*) cf. remarque
- R45B et R47, 560 ohm (vert, bleu, brun)
- R46, 47K (jaune, violet, orange) (*) cf. remarque
- R48 à R51, 10K (brun, noir, orange)
- R53 à R58, 180 ohm (brun, gris, brun)
- R59, 39K (orange, blanc, orange)
- R60, 1K5 (brun, vert, rouge)
- R65 et R66, 1K (brun, noir, rouge)
- R61 à R64, 2K2 (rouge, rouge, rouge)
- R67 et R68, 82K (gris, rouge, orange)
REMARQUE: Si vous avez l'intention de coupler l'amplificateur en pont, il ne faut pas monter R45A pour un amplificateur et remplacer R46 par un pontage.
Montez les résistances suivantes de 1/2 W:
- R69, 100K (brun, noir, jaune)
- R70 et R71, 680 ohm (bleu, gris, brun)
- R82, 3K9 (orange, blanc, rouge)
Montez les résistances suivantes de 1 W:
- R72 et R73, 1K5 (brun, vert, rouge)
- R74, 12K (brun, rouge, orange)
- R75, 1 ohm (brun, noir)
Montez les résistances suivantes de 5 W:
- R76, 220 ohm
- R77, 560 ohm
- R78 à R81, 0.22 ohm (portant parfois l'indication R22)
Montez les diodes (Attention à la polarité!):
- D4 à D12, diodes de la série 1N4148 ou de type équivalent
- D13 à D16, diodes de la série 1N4000
- ZD5, diode Zener de 4.3 V
- ZD6, diode Zener de 6.2 V
- ZD7 et ZD8, diodes Zener de 43 V 1.3 W
- ZD9 et ZD10, diodes Zener de 18 V 1.3 W
- ZD11 à ZD14, diodes Zener de 10 V 1.3 W
Montez les LEDs de 3 mm pour LD29 et LD30. Faites attention à la polarité, la connexion la plus courte s'introduit dans le trou le plus proche de la marque circulaire aplatie. Montez de la même manière les LEDs de 5 mm pour LD31 à LD34.
Montez les condensateurs:
- C6,C7 et C8, 330 pF, céramiques (portant parfois l'indication 331)
- C9 à C10, 10 nF, céramiques ou MKT (portant parfois l'indication 103)
- C11 à C16, 100 nF céramiques (portant parfois l'indication 104)
- C17 et C18, 220 nF, MKT (portant parfois l'indication u22)
- C19, 2µ2 MKT
- C43, 33pF céramiques
- C44, 470nF (474, µ47)
- C45, C46, 47nF/63V (µ047, 473, 47000)
Montez les supports IC pour IC5 à IC9. Montez les cosses pour BGND (à côté de R74), Bout et GND, Bin et GND, LS­et LS+. Montez des cosses pour la connexion du interrupteur thermique (montez ultérieurement sur le refroidisseur). Montez des cosses pour la connexion des transistors T10 à T13 (points G, D et S). Montez les cosses LD+, LD-, LF, -V, GND et +V pour la connexion du watt mètre ou le LED pour l'indication ALLUMÉ.
H4020-ED2-16
H4020
-
ED2
-17
Montez les transistors: T2, du type BC640 ou de type équivalent T3, du type BC639 ou de type équivalent T4 à T6, du type 546B ou de type équivalent T7 et T8, du type BC556B ou de type équivalent T9, du type BD681; il faut monter ce transistor de façon à ce que la marque du transistor se trouve au côté de D12.
Montez les condensateurs électrolytiques suivants (Attention à la polarité!):
- C20 à C23, 1 uF, min. 25 V
- C24, 10 uF, min. 35 V
- C25 à C28, 100 uF, min. 25 V
- C29 à C34, 470 uF, min. 25 V
- C35 à C38, 100 uF min. 100 V
Montez le connecteur à visser J1; ce connecteur consiste en 4 connecteurs à visser bipolaires, glissés les uns dans les autres. Montez les deux porte-fusibles pour F1 et F2 et introduisez-y un fusible de 5 A. Montez le relais RY1 (16 A/12 V). Montez les condensateurs électrolytiques C39 et C40 de 10.000 uF, min. 50 V, ou montez quatre condensateurs C39 à C42 de 4700 uF. (Vu la position des connexions, il n'est pas possible de monter ces condensateurs d'une façon erronée.) REMARQUE: montez quatre condensateurs de 10.000 uF, si vous souhaitez sortir le maximum de haut-parleurs de 4 ohm.
Montage des connecteurs Cinch pour l'entrée: ATTENTION: Il faut déterminer les trous dans lesquels se montent ces
connecteurs en fonction du type de connecteur livré; il se peut que vous deviez plier quelque peu les connexions.
Montez le connecteur Cinch JR sur un des deux amplificateurs (qui deviendra l'ampli de droite) et montez le connecteur Cinch JL sur l'autre ampli. Si vous comptez monter l'amplificateur en pont, vous pouvez monter uniquement le connecteur JR (cette plaquette se monte à droite). NE MONTEZ PAS de connecteur Cinch sur l'amplificateur sur lequel vous avez remplacé R46 par un pontage.
IMPORTANT: appliquez un étamage épais supplémentaire sur les circuits déjà étamés. Si vous souhaitez un amortissement maximal de l'amplificateur, vous pouvez souder un fil de 1 mm sur les circuits étamés. (Faites attention aux courts-circuits entre les différents circuits).
Loading...
+ 39 hidden pages