Toyota Prius 2019 Owner's Manual [nl]

Prius
Handleiding
Overzicht
Veiligheid
en beveiliging
Zoeken op afbeelding
Zorg ervoor dat u dit leest
Instrumenten-
paneel
Bediening van
elk onderdeel
Rijden
Voorzieningen in
het interieur
Onderhoud en
verzorging
Bij problemen
Voertuig-
specificaties
Het aflezen van de meters en tellers, het interpreteren van de verschillende waarschuwingslampjes en controlelampjes, enz.
Openen en sluiten van de portieren en ruiten, afstellen vóór het rijden, enz.
Handelingen en adviezen die voor het rijden moeten worden opgevolgd
Gebruik van de voorzieningen in het interieur, enz.
De zorg voor uw auto en onderhoudsprocedures
Informatie over wat u moet doen bij een storing of noodgeval
Voertuigspecificaties, systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen, enz.
Index
PZ49X-47C37-NL
Zoeken op symptoom
Alfabetisch zoeken
2
Ter informatie ....................................6
Over deze handleiding ....................10
Zoekmethoden ................................11
Overzicht .........................................12
1-1. Voor een veilig gebruik

INHOUDSOPGAVE

Veiligheid en beveiliging
Voordat u gaat rijden ..............28
Veilig rijden.............................30
Veiligheidsgordels ..................32
Airbags ...................................37
Belangrijke voorzorgs-
maatregelen in verband met
uitlaatgassen ........................48
1-2. Veiligheidsvoorzieningen
voor kinderen
Aan/uit-schakelaar airbag....... 49
Rijden met kinderen in de
auto ........................................51
Baby- en kinderzitjes..............52
1-3. Noodoproep
ERA-GLONASS/EVAK...........72
1-4. Hybridesysteem
Kenmerken hybridesysteem...77 Voorzorgsmaatregelen
hybridesysteem ....................81
1-5. Antidiefstalsysteem
Startblokkering .......................88
Supervergrendeling ..............100
Alarm ....................................101
Instrumentenpaneel
2. Instrumentenpaneel
Instrumentenpaneel ............. 108
Waarschuwingslampjes en
controlelampjes.................. 118
Hoofdscherm........................ 125
Multi-informatiedisplay ......... 135
Head-up display ...................168
Energiemonitor/
verbruiksscherm ................ 174
Bediening van
elk onderdeel
3-1. Informatie over sleutels
Sleutels ................................182
3-2. Openen, sluiten en
vergrendelen van de
portieren
Portieren .............................. 187
Achterklep ............................ 192
Smart entry-systeem met
startknop ............................ 197
3-3. Verstellen van de stoelen
Voorstoelen.......................... 237
Achterstoelen ....................... 239
Hoofdsteunen....................... 242
3-4. Verstellen van het
stuurwiel en de spiegels
Stuurwiel ..............................246
Binnenspiegel ...................... 248
Buitenspiegels...................... 250
3-5. Openen en sluiten van de
ruiten en het schuifdak
Elektrisch bedienbare
ruiten.................................. 253
Schuifdak .............................258
Rijden
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden met de auto ...............264
Lading en bagage................. 275
Rijden met een
aanhangwagen
(2WD-uitvoeringen) ............ 277
Rijden met een
aanhangwagen
(AWD-uitvoeringen)............287
4-2. Rijprocedures
Startknop ..............................288
EV-modus.............................294
Hybridetransmissie............... 297
Richtingaanwijzer-
schakelaar..........................303
Parkeerrem...........................304
4-3. Bedienen van verlichting
en ruitenwissers
Lichtschakelaar ....................305
Automatic High Beam-
systeem.............................. 310
Schakelaar mistlampen ........ 314
Ruitenwissers
en -sproeiers ......................315
Achterruitenwisser
en -sproeier ........................319
4-4. Tanken
Openen van de tankdop .......321
4-5. Gebruik van de
ondersteunende systemen
Toyota Safety Sense............ 326
PCS (Pre-Crash Safety-
systeem) ............................ 339
LDA (Lane Departure Alert
met stuurregeling).............. 351
RSA (Road Sign Assist)....... 363
Dynamic Radar Cruise
Control met volledig
snelheidsbereik.................. 368
Dynamic Radar Cruise
Control ............................... 383
Cruise control....................... 397
Rijmodusselectie-
schakelaar ......................... 402
Snelheidsbegrenzer .............404
BSM
(Blind Spot Monitor) ........... 407
• De Blind Spot Monitor-
functie ........................... 415
• De Rear Crossing
Traffic Alert-functie........ 419
Toyota Parking Assist-
sensor ................................ 424
Parking Support Brake-
functie ................................436
S-IPA (Simple Intelligent
Parking Assist-systeem) .... 449
Ondersteunende systemen .. 484
4-6. Rijtips
Rijden met een hybrideauto . 492
Rijden in de winter ............... 495
3
1
2
3
4
5
6
7
8
4
INHOUDSOPGAVE
Voorzieningen in het
interieur
Onderhoud en verzorging
5-1. Gebruik van de airconditioning
en de achterruitverwarming
Automatische
airconditioning ....................500
Stoelverwarming...................510
5-2. Gebruik van de
interieurverlichting
Overzicht
interieurverlichting..............512
• Interieurverlichting voor .513
• Leeslampjes voor ..........513
• Interieurverlichting
achter ............................514
5-3. Gebruik van de
opbergmogelijkheden
Overzicht van
opbergmogelijkheden.........515
• Dashboardkastje............516
• Consolevak....................516
• Bekerhouders/fles­houders/portiervakken...517
• Extra opbergvakken.......519
• Opbergzakken
rugleuning......................520
Voorzieningen in de
bagageruimte .....................521
5-4. Gebruik van de overige
voorzieningen in het interieur
Overige voorzieningen in
het interieur ........................527
• Zonnekleppen................527
• Make-upspiegels ...........527
• Accessoire-
aansluitingen .................528
• Draadloze lader .............529
• Armsteun .......................535
• Kledinghaakjes ..............535
• Handgrepen...................536
• Gebruik van de
stuurwielschakelaars .....536
6-1. Onderhoud en verzorging
Reinigen en beschermen
van het exterieur van uw
auto.................................... 538
Reinigen en beschermen
van het interieur van uw
auto.................................... 544
6-2. Onderhoud
Onderhoud en reparatie ....... 547
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Voorzorgsmaatregelen
bij zelf uit te voeren
onderhoud.......................... 550
Motorkap .............................. 553
Plaatsen van een
garagekrik .......................... 555
Motorruimte..........................556
Banden................................. 570
Bandenspanning .................. 587
Velgen..................................589
Interieurfilter ......................... 592
Schoonmaken van de
ventilatieopening en het
filter van het batterijpakket
(tractiebatterij).................... 595
Ruitenwisserrubber
vervangen .......................... 600
Batterij elektronische
sleutel ................................. 604
Controleren en vervangen
van zekeringen .................. 607
Lampen ................................ 611
Raadpleeg bij auto's met een navigatiesysteem of een multimedia­systeem de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem voor meer informatie over de onderstaande uitrusting.
• Navigatiesysteem
• Handsfree-systeem (voor mobiele telefoon)
• Audio-/videosysteem
• Toyota Parking Assist Monitor
Toyota Motor Europe NV/SA, Avenue du Bourget 60 - 1140 Brussel, België www.toyota-europe.com
Bij problemen
7-1. Belangrijke informatie
Alarmknipperlichten..............618
Als uw auto in geval van
nood tot stilstand moet
worden gebracht ................619
Als de auto vastzit
in stijgend water .................620
7-2. Stappen die genomen moeten
worden in noodgevallen
Als uw auto moet worden
gesleept..............................622
Als u denkt dat er iets mis
is.........................................629
Als een waarschuwingslampje
gaat branden of een waar-
schuwingszoemer klinkt .....630
Als er een waarschuwings-
melding wordt weer-
gegeven .............................639
Als uw auto een lekke band
heeft (auto's zonder een
reservewiel)........................648
Als uw auto een lekke band
heeft (auto's met een
reservewiel)........................668
Als het hybridesysteem niet
kan worden gestart.............683
Als de elektronische sleutel
niet goed werkt .................. 685
Als de 12V-accu is
ontladen ............................. 688
Als uw auto oververhit
raakt................................... 694
Als de auto vast komt te
zitten .................................. 699
Voertuigspecificaties
8-1. Specificaties
Onderhoudsgegevens
(brandstof, oliepeil, enz.) ... 702
Informatie over brandstof ..... 717
8-2. Persoonlijke
voorkeursinstellingen
Systemen met mogelijkheden
voor persoonlijke
voorkeursinstellingen ......... 719
8-3. Initialisatie
Te initialiseren onderdelen ... 728
Index
Wat moet u doen als...
(Problemen oplossen)................. 730
Alfabetische index ......................... 734
5
1
2
3
4
5
6
7
8
6
Ter infor matie
Handleiding
Deze handleiding is bestemd voor alle uitvoeringen van dit type auto; alle mogelijke opties zijn in deze handleiding opgenomen. Er zullen dan ook ongetwijfeld onderwerpen worden beschreven die niet op uw auto van toe­passing zijn.
Alle specificaties in deze handleiding waren actueel ten tijde van de druk. Toyota streeft er doorlopend naar haar producten te perfectioneren en wij behouden ons dan ook het recht voor tussentijdse wijzigingen in specificatie en uitvoering door te voeren zonder voorafgaande kennisgeving.
Afhankelijk van de specificaties kan de in de afbeeldingen getoonde auto afwijken van uw auto voor wat betreft kleur en uitrusting.
Accessoires, onderdelen en veranderingen aan uw Toyota
Er is een grote hoeveelheid originele en niet-originele onderdelen en acces­soires voor uw Toyota te verkrijgen. Als een origineel onderdeel of accessoire uit uw Toyota moet worden vervangen, raadt Toyota u aan om originele Toyota-onderdelen en -accessoires te gebruiken. U kunt ook andere onder­delen of accessoires van gelijkwaardige kwaliteit gebruiken.
Toyota kan geen garantie geven of betrouwbaarheid garanderen voor onder­delen en accessoires die geen origineel Toyota-product zijn en ook niet voor het vervangen door of monteren van dergelijke onderdelen. Bovendien is het mogelijk dat schade aan of slechte prestaties van niet-originele Toyota-onder­delen of -accessoires niet onder de garantie vallen.
Inbouw van een zend-/ontvanginstallatie
De inbouw van een zend-/ontvanginstallatie in uw auto kan elektronische systemen beïnvloeden, zoals:
Hybridesysteem
(Sequentieel) multipoint brandstofinspuitsysteem
Toyota Safety Sense
Cruise control-systeem
Antiblokkeersysteem
SRS-airbagsysteem
Gordelspanner
Neem voor voorzorgsmaatregelen of speciale voorschriften met betrekking tot de inbouw van een zend-/ontvanginstallatie contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi­ceerde en uitgeruste deskundige.
Nadere informatie met betrekking tot frequenties, vermogens, antenneposi­ties en montagevoorwaarden voor zend-/ontvanginstallaties is op verzoek beschikbaar bij een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
De hoogspanningsonderdelen en kabels van hybrideauto's stralen ongeveer net zo veel elektromagnetische golven uit als conventionele auto's met een benzinemotor of huishoudelijke elektronische apparatuur, ook al zijn ze elek­tromagnetisch afgeschermd.
De ontvangst via een zend-/ontvanginstallatie kan in sommige gevallen gestoord worden.
7
8
Opslaan voertuiginformatie
De auto is uitgerust met geavanceerde computers die bepaalde informatie opslaan, zoals:
De opgeslagen informatie is afhankelijk van de uitvoering en de aanwezige opties van de auto.
Deze computers slaan geen gesprekken of geluiden op en ze slaan alleen in bepaalde situaties beelden van buiten de auto op.
• Motortoerental/toerental elektromotor (toerental tractiemotor)
• Status gaspedaal
• Status rempedaal
• Rijsnelheid
• Bedrijfsstatus van de ondersteunende systemen, zoals het ABS en het Pre-Crash Safety-systeem (auto's met Pre-Crash Safety-systeem)
• Bedrijfsstatus van de ondersteunende systemen, zoals het ABS en de VSC (auto's zonder Pre-Crash Safety-systeem)
• Status batterijpakket (tractiebatterij)
Gebruik van gegevens
Toyota kan de gegevens die door deze computers worden opgeslagen, gebruiken om storingen vast te stellen, onderzoek te doen en de kwaliteit van haar producten te verbeteren.
Toyota stelt de gegevens die zijn opgeslagen niet beschikbaar aan derden, behalve:
• Met toestemming van de eigenaar van de auto of, wanneer het een leaseauto betreft, van de leaserijder van de auto
• Op officieel verzoek van de politie, de rechtbank of een ander overheids­orgaan
• Voor gebruik door Toyota in een rechtszaak
• Voor onderzoek waarbij de gegevens niet worden gekoppeld aan een bepaalde auto of eigenaar
Vernietigen van uw Toyota
WAARSCHUWING
De airbags en de gordelspanners in uw Toyota bevatten explosieve chemica­liën. Wanneer uw auto wordt vernietigd terwijl de airbags en/of de gordel­spanners nog intact zijn, kan tijdens de vernietiging een ontploffing plaatsvinden en brand ontstaan. Laat daarom de airbags en de gordelspan­ners eerst verwijderen en afvoeren door een erkende Toyota-dealer of her­steller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Algemene voorzorgsmaatregelen tijdens het rijden
Rijden onder invloed: Ga niet rijden met uw auto als u alcohol of drugs gebruikt hebt, omdat deze middelen invloed kunnen hebben op de rijvaar­digheid. Alcohol en bepaalde drugs vergroten de reactietijd, beïnvloeden het beoordelingsvermogen en hebben een negatieve invloed op de coördi­natie, waardoor aanrijdingen kunnen ontstaan met ernstig letsel als gevolg.
Defensief rijden: Rijd altijd defensief. Anticipeer op fouten die andere bestuurders of voetgangers zouden kunnen maken omdat u hierdoor wel­licht een ongeluk kunt voorkomen.
Afleiding van de bestuurder: Houd altijd uw volledige aandacht bij het ver­keer. Alles wat de aandacht van de bestuurder kan afleiden, zoals het ver­anderen van instellingen, telefoneren of lezen, kan leiden tot een aanrijding waarbij u, de andere inzittenden van de auto of anderen ernstig letsel kun­nen oplopen.
Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot veiligheid van kin-
deren
Laat kinderen nooit alleen in de auto achter en laat ze nooit met de sleutel spelen.
Kinderen zullen wellicht proberen de auto te starten of de neutraalstand in te schakelen. Er bestaat ook het risico dat kinderen letsel oplopen wanneer ze met de ruiten, het schuifdak of andere voorzieningen in de auto spelen. Verder kan de temperatuur in de auto zo hoog oplopen of zo ver dalen dat dat kinderen fataal kan worden.
9
10
1
2
3
Over deze handleiding
WAARSCHUWING: Geeft uitleg over iets dat kan resulteren in ernstig letsel wanneer de voorzorgsmaatregelen niet in acht worden genomen.
OPMERKING: Geeft uitleg over iets dat kan resulteren in schade of storingen aan de auto of de uitrusting wanneer de voorzorgsmaatregelen niet in acht worden genomen.
Geeft bedienings- of werkingsprocedures aan. Volg de stappen in de aangegeven volgorde.
Geeft de handeling aan voor het bedienen van schake­laars en dergelijke (druk­ken, draaien, enz.).
Geeft het resultaat van een handeling aan (er wordt bij­voorbeeld een klep ge­opend).
Geeft het onderdeel of de positie aan waarover uitleg wordt gegeven.
Dit betekent dat er iets niet mag worden gedaan of niet mag gebeuren.
Zoekmethoden
Zoeken op naam
• Alfabetische index ... Blz. 734
Zoeken op montagepositie
• Overzicht ................... Blz. 12
Zoeken op symptoom
of geluid
• Wat moet u doen als... (Problemen oplossen)
................................ Blz. 730
11
Zoeken op titel
• Inhoudsopgave............ Blz. 2
12

Overzicht

Overzicht
Exterieur
1
Portieren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 187
Vergrendelen/ontgrendelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 187
Openen/sluiten van de zijruiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 253
Vergrendelen/ontgrendelen met de mechanische sleutel . . .Blz. 685
Waarschuwingslampjes/waarschuwingsmeldingen. . . . Blz. 633, 639
2
Achterklep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 192
Openen van buitenaf . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 192
Waarschuwingslampjes/waarschuwingsmeldingen. . . . Blz. 633, 639
3
Buitenspiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 250
Verstellen van de spiegelhoek. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 250
Inklappen van de buitenspiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 250
Ontwasemen van de spiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 504
4
101112
13
Ruitenwissers voor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 315
Voorzorgsmaatregelen bij rijden in de winter. . . . . . . . . . . . .Blz. 495
Voorzorgsmaatregelen bij wassen in een wasstraat
(auto's met ruitenwissers met regensensor) . . . . . . . . . . . . . Blz. 540
Vervangen van het ruitenwisserrubber . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 600
5
Tankdopklep. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 321
Tanken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 321
Brandstofsoort/inhoud brandstoftank. . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 705
6
Banden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 570
Bandenmaat/bandenspanning. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 714
Winterbanden/sneeuwketting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 495
Controleren/wisselen/bandenspanningswaarschuwings­systeem
In geval van een lekke band . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 648, 668
7
Motorkap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 553
Openen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 553
Motorolie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 706
In geval van oververhitting. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 694
Lampen voor verlichting buitenzijde tijdens rijden
(Vervangingsmethode: Blz. 611, wattage: Blz. 716)
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 570
Overzicht
13
8
Koplampen/parkeerlichten voor/
dagrijverlichting. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 305
9
Mistlampen voor/mistachterlicht
Richtingaanwijzers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 303
Achterlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 305
Kentekenplaatverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 305
Achteruitrijlicht
De selectiehendel in stand R zetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 297
2
*
: Deze zijn mogelijk aan de andere kant geplaatst, afhankelijk van de regio.
2
*
2
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 314
1
*
: Indien aanwezig
14
Overzicht
Dashboard (auto's met linkse besturing)
1
Startknop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 288
Starten van het hybridesysteem/wijzigen van de modi . . . . . Blz. 288
Noodstop van het hybridesysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 619
Als het hybridesysteem niet gestart kan worden . . . . . . . . . . Blz. 683
Waarschuwingsmeldingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 639
2
Selectiehendel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 297
Wijzigen van de schakelstand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 297
Voorzorgsmaatregelen bij slepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 622
3
Tellers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 108
Aflezen van de tellers/instellen van de helderheid van
de dashboardverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 108, 110
Waarschuwingslampjes/controlelampjes. . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 118
Als de waarschuwingslampjes gaan branden . . . . . . . . . . . .Blz. 630
Overzicht
10
11
12
13
14
4
Multi-informatiedisplay . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 135
Weergave . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 135
Energiemonitor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 138
Als een waarschuwingsmelding wordt weergegeven . . . . . . Blz. 639
5
Parkeerrem. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 304
Activeren/deactiveren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 304
Voorzorgsmaatregelen bij rijden in de winter. . . . . . . . . . . . .Blz. 495
Waarschuwingszoemer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 304
6
Richtingaanwijzerschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 303
Lichtschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 305
Koplampen/parkeerlichten voor/achterlichten/
dagrijverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 305
Mistlampen voor/mistachterlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 314
7
Schakelaar ruitenwissers en -sproeiers . . . . . . . . . . . . . .Blz. 315
Schakelaar achterruitenwisser en -sproeier . . . . . . . . . . .Blz. 319
Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 315, 319
Bijvullen van ruitensproeiervloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 568
8
Schakelaar alarmknipperlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 618
9
Tankdopklepontgrendeling. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 323
Ontgrendelingshendel motorkap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 553
Ontgrendelingshendel stuurverstelling . . . . . . . . . . . . . .Blz. 246
Airconditioning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 500
Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 500
Achterruitverwarming. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 504
Audiosysteem
Schakelaar stand P . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 298
*
15
*: Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
16
10
11
12
Overzicht
Schakelaars (auto's met linkse besturing)
1
Bedieningsschakelaar verlichting instrumentenpaneel .Blz. 110
2
Toets S-IPA (Simple Intelligent Parking Assist­systeem)
3
Schakelaar VSC OFF . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 486
4
Automatic High Beam-schakelaar
5
Toets HUD (head-up display)
6
Rijmodusselectieschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 402
7
EV-modusschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 294
8
Stoelverwarmingsschakelaars
9
Blokkeerschakelaar ruitbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 253
Schakelaars buitenspiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 250
Schakelaars centrale vergrendeling . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 189
Schakelaars ruitbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 253
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 452
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 310
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 169
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 511
Overzicht
1
Toets TRIP . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 129
2
Afstandsbediening audiosysteem
3
Bedieningstoetsen instrumentenpaneel . . . . . . . . . . . . . .Blz. 109
4
Afstandsschakelaar
5
Toets LDA (Lane Departure Alert met stuurregeling)
6
Cruise control-schakelaar
Cruise control Dynamic Radar Cruise Control Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik
7
Schakelaar snelheidsbegrenzer
8
Spraaktoets
9
Telefoontoetsen
1
*
1, 2
*
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 375, 390
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 397
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 368
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 536
1, 2
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 536
2
*
. . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 536
1
*
. .Blz. 356
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 383
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 404
17
1
*
: Indien aanwezig
2
*
: Raadpleeg bij auto's met navigatiesysteem of multimediasysteem de
handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
18
10
Overzicht
Interieur (auto's met linkse besturing)
1
Airbags . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 37
2
Vloermatten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 28
3
Voorstoelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 237
4
Achterstoelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 239
5
Hoofdsteunen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 242
6
Veiligheidsgordels. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 32
7
Consolevak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 516
8
Vergrendelknoppen binnenzijde portier . . . . . . . . . . . . . .Blz. 189
9
Bekerhouders . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 517
Handgrepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 536
Overzicht
*
1
: Gebruik NOOIT een tegen de rij-
richting in geplaatst baby- of kinder­zitje op een stoel met een INGESCHAKELDE AIRBAG, omdat het KIND anders ERNSTIG LET­SEL kan oplopen als de airbag wordt geactiveerd. (Blz. 55)
*
2
: De afbeelding toont de voorzijde, maar ze zijn ook aan de achterzijde
geplaatst.
*
3
: Bij auto's zonder schuifdak is de vorm van de schakelaar mogelijk
anders.
*
4
: Indien aanwezig
*
5
: De toets kan niet worden gebruikt in auto's zonder ERA-GLONASS/
EVAK.
1
Binnenspiegel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 248
2
Zonnekleppen
3
Make-upspiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 527
4
Interieurverlichting Leeslampjes
5
Schuifdakschakelaars
6
Toets SOS
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 527
2, 3
*
3
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 513
4, 5
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 72
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 513, 514
4
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 258
19
20
Overzicht
Dashboard (auto's met rechtse besturing)
1
Startknop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 288
Starten van het hybridesysteem/wijzigen van de modi . . . . . Blz. 288
Noodstop van het hybridesysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 619
Als het hybridesysteem niet gestart kan worden . . . . . . . . . . Blz. 683
Waarschuwingsmeldingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 639
2
Selectiehendel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 297
Wijzigen van de schakelstand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 297
Voorzorgsmaatregelen bij slepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 622
3
Tellers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 108
Aflezen van de tellers/instellen van de helderheid van
de dashboardverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 108, 110
Waarschuwingslampjes/controlelampjes. . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 118
Als de waarschuwingslampjes gaan branden . . . . . . . . . . . .Blz. 630
Overzicht
10
11
12
13
14
4
Multi-informatiedisplay . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 135
Weergave . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 135
Energiemonitor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 138
Als een waarschuwingsmelding wordt weergegeven . . . . . . Blz. 639
5
Parkeerrem. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 304
Activeren/deactiveren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 304
Voorzorgsmaatregelen bij rijden in de winter. . . . . . . . . . . . .Blz. 495
Waarschuwingszoemer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 304
6
Richtingaanwijzerschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 303
Lichtschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 305
Koplampen/parkeerlichten voor/achterlichten/
dagrijverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 305
Mistlampen voor/mistachterlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 314
7
Schakelaar ruitenwissers en -sproeiers . . . . . . . . . . . . . .Blz. 315
Schakelaar achterruitenwisser en -sproeier . . . . . . . . . . .Blz. 319
Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 315, 319
Bijvullen van ruitensproeiervloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 568
8
Schakelaar alarmknipperlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 618
9
Tankdopklepontgrendeling. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 323
Ontgrendelingshendel motorkap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 553
Ontgrendelingshendel stuurverstelling . . . . . . . . . . . . . .Blz. 246
Airconditioning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 500
Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 500
Achterruitverwarming. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 504
Audiosysteem
Schakelaar stand P . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 298
*
21
*: Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
22
10
11
Overzicht
Schakelaars (auto's met rechtse besturing)
1
EV-modusschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 294
2
Rijmodusselectieschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 402
3
Toets S-IPA (Simple Intelligent Parking Assist­systeem)
4
Schakelaar VSC OFF . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 486
5
Toets HUD (head-up display)
6
Automatic High Beam-schakelaar
7
Schakelaars buitenspiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 250
8
Blokkeerschakelaar ruitbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 253
9
Schakelaars ruitbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 253
Schakelaars centrale vergrendeling . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 189
Stoelverwarmingsschakelaars
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 452
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 169
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 310
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 511
Overzicht
1
Toets TRIP . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 129
2
Afstandsbediening audiosysteem
3
Bedieningstoetsen instrumentenpaneel . . . . . . . . . . . . . .Blz. 109
4
Afstandsschakelaar
5
Toets LDA (Lane Departure Alert met stuurregeling)
6
Cruise control-schakelaar
Cruise control Dynamic Radar Cruise Control Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik
7
Schakelaar snelheidsbegrenzer
8
Spraaktoets
9
Telefoontoetsen
1
*
1, 2
*
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 375, 390
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 397
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 368
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 536
1, 2
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 536
2
*
. . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 536
1
*
. .Blz. 356
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 383
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 404
23
1
*
: Indien aanwezig
2
*
: Raadpleeg bij auto's met navigatiesysteem of multimediasysteem de
handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
24
10
Overzicht
Interieur (auto's met rechtse besturing)
1
Airbags . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 37
2
Vloermatten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 28
3
Voorstoelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 237
4
Achterstoelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 239
5
Hoofdsteunen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 242
6
Veiligheidsgordels. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 32
7
Consolevak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 516
8
Vergrendelknoppen binnenzijde portier . . . . . . . . . . . . . .Blz. 189
9
Bekerhouders . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 517
Handgrepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 536
Overzicht
*
1
: Gebruik NOOIT een tegen de rij-
richting in geplaatst baby- of kinder­zitje op een stoel met een INGESCHAKELDE AIRBAG, omdat het KIND anders ERNSTIG LET­SEL kan oplopen als de airbag wordt geactiveerd. (Blz. 55)
*
2
: De afbeelding toont de voorzijde, maar ze zijn ook aan de achterzijde
geplaatst.
*
3
: Bij auto's zonder schuifdak is de vorm van de schakelaar mogelijk
anders.
*
4
: Indien aanwezig
1
Binnenspiegel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 248
2
Zonnekleppen
3
Make-upspiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 527
4
Interieurverlichting Leeslampjes
5
Schuifdakschakelaars
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 527
2, 3
*
3
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 513
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 513, 514
4
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 258
25
26
Overzicht
27

Veiligheid en beveiliging

1
1-1. Voor een veilig gebruik
Voordat u gaat rijden ...........28
Veilig rijden ..........................30
Veiligheidsgordels................32
Airbags.................................37
Belangrijke
voorzorgsmaatregelen in verband met
uitlaatgassen .....................48
1-2. Veiligheidsvoorzieningen
voor kinderen
Aan/uit-schakelaar airbag....49
Rijden met kinderen in de
auto....................................51
Baby- en kinderzitjes ...........52
1-3. Noodoproep
ERA-GLONASS/EVAK ........72
1-4. Hybridesysteem
Kenmerken
hybridesysteem .................77
Voorzorgsmaatregelen
hybridesysteem .................81
1-5. Antidiefstalsysteem
Startblokkering.....................88
Supervergrendeling ...........100
Alarm .................................101
28
*
1-1. Voor een veilig gebruik
Voordat u gaat rijden
Vloermat
Gebruik alleen vloermatten die speciaal zijn ontworpen voor auto's van hetzelfde model en modeljaar als uw auto. Bevestig ze op de juiste wijze op de vloerbedekking.
1
Steek de klemhaken (clips) in de ringen in de vloermat.
2
Draai het bovenste hendeltje van de klemhaken (clips) om de vloermatten te bevestigen.
*: Breng de merktekens altijd in
lijn.
De vorm van de klemhaken (clips) wijkt mogelijk af van wat is aangegeven in de afbeelding.
1-1. Voor een veilig gebruik
WAARSCHUWING
Controleer of de vloermat stevig op de
juiste plaats is bevestigd met alle mee­geleverde klemhaken (clips). Voer deze controle altijd uit nadat de vloer van de auto is gereinigd.
Zet het hybridesysteem UIT en de
selectiehendel in stand P en trap elk pedaal helemaal in, om er zeker van te zijn dat de vloermat de bediening van de pedalen niet hindert.
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht. Als u dat niet doet, kan de vloermat van de bestuurder gaan schuiven, wat de bediening van de pedalen tijdens het rijden kan hinderen. Hierdoor kan de snelheid plotseling toenemen of kan mogelijk niet geremd worden. Dit kan lei­den tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
Wanneer u de vloermat van de bestuurder plaatst
Gebruik geen vloermatten die zijn ontworpen voor auto's van een ander
model en/of modeljaar, zelfs niet als het gaat om originele Toyota-vloer­matten.
Gebruik alleen vloermatten die zijn ontworpen voor de bestuurderszijde.
Zet de vloermat altijd vast met behulp van de meegeleverde klemhaken
(clips).
Leg nooit twee of meer vloermatten boven op elkaar.
Bevestig de vloermat niet met de onderzijde naar boven of in de verkeerde
richting.
Voordat u gaat rijden
29
1
Veiligheid en beveiliging
Loading...
+ 724 hidden pages