Toshiba SATELLITE PRO P300, SATELLITE P300D, SATELLITE PRO P300D User Manual [nl]

Gebruikershandleiding

P300/P300D-serie

computers.toshiba-europe.com
Copyright
P300/P300D-serie
© 2008 by TOSHIBA Corporation. Alle rechten voorbehouden. Volgens de auteurswetten mag deze handleiding op geen enkele wijze worden verveelvoudigd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van TOSHIBA. Met betrekking tot het gebruik van de informatie in deze handleiding wordt geen octrooirechtelijke aansprakelijkheid aanvaard.
Gebruikershandleiding voor de TOSHIBA P300/P300D-serie draagbare personal computer
Eerste druk mei 2008 Eigendom en auteursrecht van muziek, video's, computerprogramma's,
databases etc. zijn beschermd onder de auteursrechtelijke wetgeving. Deze auteursrechtelijk beschermde materialen mogen uitsluitend worden gekopieerd voor persoonlijk gebruik thuis. Indien u buiten de bovengenoemde beperking om deze materialen kopieert of bewerkt (hieronder valt tevens het transformeren van gegevensindelingen), via internet verzendt of verspreidt zonder toestemming van de houder van het auteursrecht, kan dit leiden tot schadeclaims en/of strafrechtelijke vervolging wegens schending van het auteursrecht of de persoonlijke rechten van de auteur. Houd u daarom aan de auteurswetten wanneer u dit product gebruikt om auteursrechtelijk beschermde werken te kopiëren of andere bewerkingen uit te voeren.
Houd er rekening mee dat u de auteursrechtelijk beschermde rechten van de eigenaar kunt schenden als u de functies voor het schakelen tussen beeldschermmodi (zoals breedbeeld of zoomen) van dit product gebruikt om beelden/video vergroot weer te geven in een café of hotel met als doel winst te maken of deze beelden aan het publiek aan te bieden.
Dit product gebruikt een technologie voor copyrightbeveiliging die wordt beschermd door octrooien in de Verenigde Staten en andere intellectuele eigendomsrechten. Gebruik van deze technologie is alleen toegestaan met toestemming van Macrovision en is uitsluitend bedoeld voor privé-gebruik en weergave voor een beperkt publiek, tenzij Macrovision toestemming heeft verleend voor andere gebruiksmogelijkheden. Terugwerkend construeren of demonteren is verboden.
Afwijzing van aansprakelijkheid
Deze handleiding is zorgvuldig gevalideerd en nagekeken. De aanwijzingen en beschrijvingen waren correct voor draagbare personal computers uit de TOSHIBA A60-serie P300/P300D-serieop het tijdstip waarop deze handleiding ter perse ging. Navolgende computers en handleidingen kunnen echter zonder kennisgeving worden gewijzigd. TOSHIBA aanvaardt dientengevolge geen aansprakelijkheid voor schade die direct of indirect voortvloeit uit fouten of omissies in de handleiding, of uit discrepanties tussen computer en handleiding.
Gebruikershandleiding ii
Handelsmerken
Microsoft, Windows en Windows Vista zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
DirectX, ActiveDesktop, DirectShow en Windows Media zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
Intel, Intel Core, Celeron, Centrino en Pentium zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Intel Corporation.
AMD, het AMD Arrow-logo, AMD Athlon, AMD Turion, Radeon en combinaties hiervan, en ATI Mobility Radeon zijn handelsmerken van Advanced Micro Devices, Inc.
Adobe en Photoshop zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Adobe Systems Incorporated.
Bluetooth™ is een gedeponeerd handelsmerk in eigendom van de eigenaar en wordt door TOSHIBA onder licentie gebruikt.
ConfigFree is een handelsmerk van TOSHIBA Corporation. DVD MovieFactory is een handelsmerk van Ulead Systems, Inc. BizCard is een handelsmerk van NewSoft Technology Corporation. Dolby is een gedeponeerd handelsmerk van Dolby Laboratories. ExpressCard is een handelsmerk van PCMCIA. HDMI, het HDMI-logo en High-Definition Multimedia Interface zijn
handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC. Memory Stick, Memory Stick PRO en i.LINK zijn gedeponeerde
handelsmerken en i.LINK is een handelsmerk van Sony Corporation. MultiMediaCard en MMC zijn handelsmerken van MultiMediaCard Association. Photo CD is een handelsmerk van Eastman Kodak. Secure Digital en SD zijn handelsmerken van SD Card Association. xD-Picture Card is een handelsmerk van Fuji Photo Film, Co., Ltd. Wi-Fi is een gedeponeerd handelsmerk van de Wi-Fi Alliance. In deze handleiding wordt mogelijk verwezen naar andere handelsmerken
en gedeponeerde handelsmerken die hierboven niet zijn vermeld.
P300/P300D-serie
Veiligheidsinstructies
Volg de onderstaande veiligheidsinstructies om uzelf en uw computer te beschermen.
Tijdens het gebruik van de computer
Laat de portable tijdens gebruik niet lange tijd achtereen op uw lichaam rusten. Bij intensief gebruik kan er zich warmte in de basis opbouwen. Langdurig contact met de huid kan een onaangenaam gevoel of zelfs brandwonden veroorzaken.
Probeer niet de computer zelf te repareren. Volg de installatie-instructies
nauwgezet.
Gebruikershandleiding iii
P300/P300D-serie
Draag een accu niet in uw zak, handtas of een andere houder waar
metalen objecten (zoals sleutels) de accucontactpunten kunnen kortsluiten. Hierdoor kunnen extreem hoge temperaturen ontstaan, met het risico van brandwonden.
Zorg dat er geen voorwerpen op het snoer van de netadapter rusten en
dat het snoer niet op een locatie ligt waar regelmatig mensen lopen of staan.
Plaats de netadapter op een positie met voldoende ventilatie,
bijvoorbeeld op een bureaublad of op de vloer, wanneer u de computer op de netvoeding gebruikt of de accu oplaadt. Bedek de netadapter niet met papier of andere voorwerpen die afkoeling belemmeren, en gebruik de netadapter niet terwijl deze in een draagtas zit.
Gebruik uitsluitend de netadapter en accu's die zijn goedgekeurd voor
gebruik met deze computer. Gebruik van een ander type accu of netadapter resulteert in brand- of ontploffingsgevaar.
Controleer alvorens de computer op een voedingsbron aan te sluiten of
de spanningsspecificatie van de netadapter overeenkomt met die van de beschikbare voedingsbron. 115 V/60 Hz in het merendeel van Noord- en Zuid-Amerika en een aantal landen in het Verre Oosten (zoals Taiwan). 100 V/50 Hz in het oosten van Japan en 100 V/60 Hz in het westen van Japan. 230 V/50 Hz in de meeste landen van Europa, het Midden Oosten en het Verre Oosten.
Als u de netadapter met een verlengsnoer gebruikt, zorg dan dat de
totale stroomsterkte van de op het verlengsnoer aangesloten apparaten niet hoger is dan de stroomspecificatie van het verlengsnoer.
Om de stroomvoorziening naar de computer stop te zetten schakelt u
de computer uit, verwijdert u de accu en verwijdert u de stekker van de netadapter uit het stopcontact.
Tijdens onweer dient u geen kabels aan de computer te koppelen of
ervan te ontkoppelen, of onderhouds- of configuratiewerkzaamheden op de computer uit te voeren. Hierdoor loopt u het risico van een elektrische schok.
Plaats de computer op een vlak oppervlak wanneer u ermee gaat werken.
Conformiteitverklaring EU
Overeenstemming met CE-richtlijnen
Dit product draagt het CE-keurmerk in overeenstemming met de richtlijn voor radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur 1999/5/EC die naleving van de richtlijn voor Elektromagnetische Compatibiliteit 2004/108/EC en de laagspanningsrichtlijn 2006/95/EC omvat.
De verantwoording voor de toewijzing van CE-keurmerken ligt bij TOSHIBA EUROPE GmbH, Hammfelddamm 8, 41460 Neuss, Duitsland, telefoon +49-(0)-2131-158-01.
Raadpleeg voor een exemplaar van de betreffende CE-verklaring van overeenstemming de volgende website: http://epps.toshiba-teg.com
Gebruikershandleiding iv
P300/P300D-serie
Dit product en de meegeleverde accessoires zijn ontworpen conform de relevante EMC-normen (elektromagnetische compatibiliteit). Toshiba garandeert echter niet dat dit product nog steeds aan deze EMC-normen voldoet indien kabels of accessoires van andere leveranciers of distributeurs zijn aangesloten of geïmplementeerd. Ter voorkoming van EMC-problemen moeten in het algemeen de volgende richtlijnen in acht worden genomen:
Alleen accessoires met het CE-keurmerk mogen worden
aangesloten/geïmplementeerd
Alleen hoogwaardige afgeschermde gegevenskabels mogen worden
aangesloten
Werkomgeving
Dit product is ontworpen conform de EMC-voorschriften (elektromagnetische compatibiliteit) voor zogenoemde "commerciële, licht­industriële en woonomgevingen".
De volgende omgevingen zijn niet goedgekeurd: In de volgende omgevingen kan het gebruik van dit product worden
beperkt:
Industriële omgevingen (bijvoorbeeld omgevingen waar krachtstroom
van 380 V (drie fasen) wordt gebruikt).
Omgevingen met medische apparatuur: Dit product is niet
gecertificeerd als een medisch product volgens Richtlijn 93/42/EEG voor medische producten, maar kan wel in kantooromgevingen worden gebruikt waar het gebruik niet beperkt is. Schakel de draadloze LAN- of Bluetooth-hardware in dergelijke omgevingen uit zolang deze voorziening niet officieel wordt ondersteund door de directie van de desbetreffende medische faciliteit.
Voertuigomgevingen: lees de handleiding van de fabrikant van het
voertuig voor beperkingen in gebruik.
Vliegtuigomgevingen: volg de aanwijzingen van het vliegtuigpersoneel
voor beperkingen in gebruik.
Gevolgen van het gebruik van dit product in werkomgevingen die niet zijn goedgekeurd of waarin het gebruik is beperkt, vallen niet onder de verantwoordelijkheid van Toshiba Corporation. Mogelijke gevolgen van het gebruik van dit product in dergelijke werkomgevingen zijn:
Storing van de werking van andere apparaten of machines in de nabijheid.
Storing van de werking van dit product, mogelijk resulterend in
gegevensverlies, als gevolg van storingen die worden gegenereerd door andere apparaten of machines in de nabijheid.
Verder is het in verband met algemene veiligheidsoverwegingen verboden dit product te gebruiken in omgevingen met ontploffingsgevaar.
Gebruikershandleiding v
Modemwaarschuwing
Verklaring van overeenstemming
De apparatuur is goedgekeurd (conform raadsbesluit 98/482/EC - "TBR 21") voor aansluiting van één toestel op het PSTN (Public Switched Telephone Network: openbaar geschakeld telefoonnetwerk) in alle Europese landen.
Als gevolg van variaties tussen de individuele PSTN’s in verschillende landen/regio's biedt deze goedkeuring niet per se een garantie voor storingsvrije werking op elke telefoonaansluiting.
Wend u in het geval van problemen in eerste instantie tot uw leverancier.
Netwerkcompatibiliteit
Dit product is ontworpen voor gebruik met de volgende netwerken en is compatibel met deze netwerken. Het is getest en voldoet aan de aanvullende voorschriften in EG 201 121.
Duitsland ATAAB AN005, AN006, AN007, AN009, AN010 en
Griekenland ATAAB AN005, AN006 en GR01, 02, 03, 04 Portugal Spanje ATAAB AN005, 007, 012 en ES01 Zwitserland ATAAB AN002 Alle overige
landen/regio's
Voor elk netwerk zijn specifieke switchinstellingen of een specifieke softwareconfiguratie vereist; raadpleeg de relevante gedeelten van de gebruikershandleiding voor nadere informatie.
De hookflash-functie is onderhevig aan afzonderlijke nationale goedkeuring. Deze functie is niet getest op conformiteit met nationale voorschriften, en correcte werking van deze functie op nationale netwerken kan niet worden gegarandeerd.
P300/P300D-serie
DE03, 04, 05, 08, 09, 12, 14, 17
ATAAB AN001, 005, 006, 007, 011 en P03, 04, 08, 10
ATAAB AN003, 004
De volgende informatie is alleen bedoeld voor lidstaten van de EU:
Producten weggooien
Het symbool van de container met een kruis erdoor geeft aan dat producten niet bij het huishoudelijk afval mogen worden weggegooid. U kunt ingebouwde batterijen en accu's samen met het product weggooien. In het recyclingbedrijf worden deze onderdelen verwijderd. De zwarte balk geeft aan dat het product na 13 augustus 2005 op de markt is gebracht. Door producten en batterijen afzonderlijk in te leveren, helpt u producten en batterijen op de juiste wijze weg te gooien. Ook draagt u eraan bij de
Gebruikershandleiding vi
negatieve gevolgen voor het milieu en de menselijke gezondheid te voorkomen. Voor meer informatie over de inzamel- en recyclingprogramma's die van toepassing zijn voor uw land, gaat u naar onze website (http://eu.computers.toshiba-europe.com) of neemt u contact op met uw gemeente of de winkel waar u het product hebt gekocht.
Batterijen en/of accu's weggooien
Het symbool van de container met een kruis erdoor geeft aan dat batterijen en/of accu's niet bij het huishoudelijk afval mogen worden weggegooid. Als de batterij of accu meer dan de aangegeven hoeveelheid lood (Pb), kwik (Hg) en/of cadmium (Cd) bevat dan gedefinieerd in de batterijrichtlijn (2006/66/EG), dan worden de chemische symbolen voor lood (Pb), kwik
Pb, Hg, Cd
(Hg) en/of cadmium (Cd) onder de container met het kruis erdoor weergegeven. Door producten en batterijen afzonderlijk in te leveren, helpt u producten en batterijen op de juiste wijze weg te gooien. Ook draagt u eraan bij de negatieve gevolgen voor het milieu en de menselijke gezondheid te voorkomen. Voor meer informatie over de inzamel- en recyclingprogramma's die van toepassing zijn voor uw land, gaat u naar onze website (http://eu.computers.toshiba-europe.com) of neemt u contact op met uw gemeente of de winkel waar u het product hebt gekocht.
Afhankelijk van in welk land of welke regio u dit product hebt aangeschaft, is dit symbool mogelijk niet aanwezig.
ENERGY STAR® Program
Uw computermodel voldoet mogelijk aan de ENERGY STAR®-richtlijnen. Als het aangeschafte model hieraan voldoet, is de computer voorzien van het ENERGY STAR TOSHIBA neemt deel aan het ENERGY STAR Environmental Protection Agency (EPA). Deze computer voldoet aan de nieuwste ENERGY STAR wordt geleverd met de energiebeheeropties vooraf geconfigureerd waardoor de computer de meest stabiele gebruiksomgeving en optimale systeemprestaties biedt in zowel de netvoedingsmodus als de accumodus. Om energie te besparen, wordt uw computer in de energiebesparende slaapstand gezet die het systeem en het beeldscherm uitschakelt als er gedurende 15 minuten in de netvoedingsmodus geen activiteiten hebben plaatsgevonden. TOSHIBA raadt u aan deze en andere energiebesparende functies actief te laten, zodat uw computer functioneert met optimale energiebesparing. U kunt de slaapstand uitschakelen door op de aan-uitknop te drukken. Producten die voldoen aan de ENERGY
®
STAR
-richtlijnen voorkomen CO2-uitstoot omdat ze voldoen aan de strenge richtlijnen voor energiebesparing die zijn opgesteld door de EPA (VS) en de Europese Commissie. Volgens de EPA verbruikt een computer die voldoet aan de nieuwe ENERGY STAR en 50% minder energie, afhankelijk van het gebruik. Ga naar
http://www.eu-energystar.org of http://www.energystar.gov voor meer
informatie over het ENERGY STAR Program.
®
-logo en is de volgende informatie van toepassing.
P300/P300D-serie
®
Program van de
®
-richtlijnen voor energiebesparing. Uw computer
®
-specificaties tussen de 20%
Gebruikershandleiding vii
Gost
P300/P300D-serie
Gebruikershandleiding viii
Veiligheidsinstructies voor optisch schijfstation
Vergeet niet de internationale voorzorgsmaatregelen aan het einde van deze paragraaf te lezen.
Hitachi-LG Data Storage
DVD Super Multi GSA-T50F/GSA-T50N
Het DVD Super Multi-station gebruikt een lasersysteem. Lees met het
oog op een veilig en correct gebruik van dit product eerst deze gebruikershandleiding zorgvuldig door. Bewaar deze handleiding altijd in de nabijheid van het product, zodat u deze handleiding eenvoudig kunt naslaan. Als het apparaat ooit moet worden gerepareerd, neemt u contact op met een Authorized Toshiba Service Center.
Het gebruik van regelaars, instellingen of procedures die hier niet zijn
vermeld, kan resulteren in blootstelling aan gevaarlijke straling.
Open nooit de behuizing, zodat rechtstreekse blootstelling aan de
laserstraal wordt voorkomen.
P300/P300D-serie
Gebruikershandleiding ix
Panasonic
DVD Super Multi UJ870EB/UK870AB
Het DVD Super Multi-station gebruikt een lasersysteem. Lees met het
oog op een veilig en correct gebruik van dit product eerst deze gebruikershandleiding zorgvuldig door. Bewaar deze handleiding altijd in de nabijheid van het product, zodat u deze handleiding eenvoudig kunt naslaan. Als het apparaat ooit moet worden gerepareerd, neemt u contact op met een Authorized Toshiba Service Center.
Het gebruik van regelaars, instellingen of procedures die hier niet zijn
vermeld, kan resulteren in blootstelling aan gevaarlijke straling.
Open nooit de behuizing, zodat rechtstreekse blootstelling aan de
laserstraal wordt voorkomen.
P300/P300D-serie
Gebruikershandleiding x
Pioneer
DVD Super Multi DVR-KD08TBF/DVR-KD08TBM
Het DVD Super Multi-station gebruikt een lasersysteem. Lees met het
oog op een veilig en correct gebruik van dit product eerst deze gebruikershandleiding zorgvuldig door. Bewaar deze handleiding altijd in de nabijheid van het product, zodat u deze handleiding eenvoudig kunt naslaan. Als het apparaat ooit moet worden gerepareerd, neemt u contact op met een Authorized Toshiba Service Center.
Het gebruik van regelaars, instellingen of procedures die hier niet zijn
vermeld, kan resulteren in blootstelling aan gevaarlijke straling.
Open nooit de behuizing, zodat rechtstreekse blootstelling aan de
laserstraal wordt voorkomen.
P300/P300D-serie
Gebruikershandleiding xi
TOSHIBA SAMSUNG OPSLAGTECHNOLOGIE
DVD Super Multi TS-L633P/TS-L633A
dit DVD-RW-station maakt gebruik van een lasersysteem. Om ervoor
te zorgen dat dit product correct wordt gebruikt, dient u deze handleiding zorgvuldig door te lezen en te bewaren, zodat u deze eenvoudig kunt naslaan. Als het apparaat ooit moet worden gerepareerd, dient u contact op te nemen met een Authorized Toshiba Service Center - zie de serviceprocedure.
Het gebruik van regelaars, instellingen of procedures die hier niet zijn
vermeld, kan resulteren in blootstelling aan gevaarlijke straling.
Open nooit de behuizing. Dit om directe blootstelling aan de laserstraal
te voorkomen.
P300/P300D-serie
Gebruikershandleiding xii
Internationale voorzorgsmaatregelen
LET OP: De apparatuur bevat een
lasersysteem, dat is geclassificeerd als een KLASSE 1 LASERPRODUCT. Om te zorgen dat u dit product correct gebruikt, dient u de gebruiksaanwijzingen zorgvuldig te lezen en ter referentie bij de hand te houden. Als u problemen met dit model mocht ondervinden, moet u contact opnemen met de dichtstbijzijnde erkende servicedienst. Probeer niet de kast te openen. Doet u dit wel, dan loopt u het risico van directe blootstelling aan de laserstraal.
VORSICHT: Dieses Gerät enthält ein Laser-System und ist als "LASERSCHUTZKLASSE 1 PRODUKT" klassifiziert. Für den richtigen Gebrauch dieses Modells lesen Sie bitte die Bedienungsanleitung sorgfältig durch und bewahren diese bitte als Referenz auf. Falls Probleme mit diesem Modell auftreten, benachrichtigen Sie bitte die nächste "autorisierte Service-Vertretung". Um einen direkten Kontakt mit dem Laserstrahl zu vermeiden darf das Gerät nicht geöffnet werden.
ADVARSEL: Denne mærking er anbragt udvendigt på apparatet og indikerer, at apparatet arbejder med laserstråler af klasse 1, hviket betyder, at der anvendes laserstrlier af svageste klasse, og at man ikke på apparatets yderside kan bilve udsat for utilladellg kraftig stråling.
APPARATET BOR KUN ÅBNES AF FAGFOLK MED SÆRLIGT KENDSKAB TIL APPARATER MED LASERSTRÅLER!
Indvendigt i apparatet er anbragt den her gengivne advarselsmækning, som advarer imod at foretage sådanne indgreb i apparatet, at man kan komme til at udsatte sig for laserstråling.
P300/P300D-serie
Gebruikershandleiding xiii
P300/P300D-serie
OBS! Apparaten innehåller laserkomponent som avger laserstråining överstigande gränsen för laserklass 1.
VAROITUS. Suojakoteloa si saa avata. Laite sisältää laserdiodin, joka lähetää näkymätöntä silmilie vaarallista lasersäteilyä.
LET OP: HET GEBRUIK VAN REGELAARS, INSTELLINGEN OF PROCEDURES DIE NIET IN DE GEBRUIKERSHANDLEIDING ZIJN VERMELD, KAN RESULTEREN IN BLOOTSTELLING AAN GEVAARLIJKE STRALING.
VORSICHT: DIE VERWENDUNG VON ANDEREN STEUERUNGEN ODER EINSTELLUNGEN ODER DAS DURCHFÜHREN VON ANDEREN VORGÄNGEN ALS IN DER BEDIENUNGSANLEITUNG BESCHRIEBEN KÖNNEN GEFÄHRLICHE STRAHLENEXPOSITIONEN ZUR FOLGE HABEN.
Belangrijke mededeling
Auteursrechtelijk beschermd materiaal zoals - maar niet alleen - muziek, video, computerprogramma's en databases zijn beschermd onder de auteursrechtelijke wetgeving. Tenzij u specifiek toestemming hebt volgens het auteursrecht dat van toepassing is, mag u auteursrechtelijk beschermd materiaal zonder de toestemming van de eigenaar van de auteursrechten niet kopiëren, bewerken, toewijzen, overdragen of gebruiken. Overtreding van dit verbod kan resulteren in gerechtelijke vervolging.
Telefoneer niet tijdens onweer (behalve als u een draadloze telefoon
gebruikt). Bliksem kan elektrische schokken veroorzaken.
Gebruik de telefoon niet om een gaslek te rapporteren in de nabijheid
van het lek.
Gebruik alleen het in deze handleiding vermelde netsnoer.
Vervang de accu uitsluitend door een accu van hetzelfde type of van
een gelijkwaardig, door de fabrikant aanbevolen type.
Houd u bij het afdanken van gebruikte accu's aan de voorschriften van
de fabrikant.
Gebruik alleen de accu-eenheid die bij de computer is geleverd of een optionele, door de fabrikant aanbevolen accu-eenheid. Gebruik van de verkeerde accu kan resulteren in beschadiging van de computer.
TOSHIBA aanvaardt in een dergelijk geval geen aansprakelijkheid voor eventuele schade.
Gebruikershandleiding xiv
P300/P300D-serie
Algemene voorzorgsmaatregelen
TOSHIBA-computers bieden optimale veiligheid en optimaal gebruikerscomfort; bovendien zijn ze robuust, een belangrijke eigenschap voor draagbare computers. U moet echter bepaalde voorzorgsmaatregelen nemen om het risico van lichamelijk letsel of beschadiging van de computer verder te beperken.
Lees de onderstaande algemene aanwijzigen en let op de waarschuwingen die in de handleiding worden gegeven.
Een gebruiksvriendelijke omgeving inrichten
Plaats de computer op een egaal oppervlak dat groot genoeg is voor de computer en eventuele andere apparaten die u nodig hebt, zoals een printer.
Laat voldoende ruimte vrij rondom de computer en andere apparatuur voor een adequate ventilatie. De apparaten kunnen anders oververhit raken.
Houd uw computer in optimale werkconditie door de werkplek niet bloot te stellen aan:
Stof, vocht en direct zonlicht;
Apparatuur met sterke magnetische velden, zoals luidsprekers (andere
dan die op de computer zijn aangesloten) of een hoofdtelefoon;
Plotselinge veranderingen in temperatuur of vochtigheid, en
warmtebronnen zoals radiatoren en airconditioningroosters;
Extreme hitte, koude of vochtigheid;
Vloeistoffen en bijtende chemicaliën.
Blessures door overbelasting
Lees de instructiehandleiding met betrekking tot veiligheid en gebruikomstandigheden. Hierin wordt toegelicht hoe u hand- en
polsblessures als gevolg van langdurig toetsenbordgebruik kunt voorkomen. Hoofdstuk 3, Aan de slag, bevat eveneens informatie over het inrichten van de werkplek, de lichaamshouding en de verlichting, met behulp waarvan u lichamelijke overbelasting kunt reduceren.
Gebruikershandleiding xv
Letsel door verhitting van computeroppervlakken
Vermijd langdurig lichamelijk contact met de computer. Indien de
computer gedurende een langere periode is gebruikt, kan het oppervlak zeer heet worden. Zelfs als de computer niet heet aanvoelt, kan langdurig lichamelijk contact - bijvoorbeeld wanneer u de computer op uw schoot of uw handen op de polssteun laat rusten - resulteren in rode plekken op de huid.
De metalen plaat die de interfacepoorten ondersteunt, kan heet worden.
Vermijd daarom rechtstreeks contact met deze plaat na langdurig computergebruik.
Het oppervlak van de netadapter kan bij gebruik heet worden, maar dit
is normaal. Als u de netadapter wilt vervoeren, koppelt u deze los en laat u deze eerst afkoelen.
Plaats de netadapter niet op materiaal dat hittegevoelig is, deze kan
namelijk schade veroorzaken.
Schade door druk of stoten
Zorg dat de computer niet wordt blootgesteld aan zware druk of harde stoten, hierdoor kunnen onderdelen van de computer worden beschadigd of storingen optreden.
Oververhitting van de ExpressCard
Sommige PC-kaarten en ExpressCards kunnen bij langdurig gebruik heet worden, wat kan leiden tot fouten of instabiliteit in de werking van het apparaat in kwestie. Ga ook voorzichtig te werk bij het verwijderen van een PC-kaart of ExpressCard die langdurig is gebruikt.
P300/P300D-serie
Mobiele telefoons
Let erop dat het gebruik van mobiele telefoons kan leiden tot storingen in het audiosysteem. Hoewel de werking van de computer hierdoor niet wordt beïnvloed, verdient het aanbeveling om tijdens telefoongesprekken een afstand van minimaal 30 cm in acht te nemen tussen de computer en de mobiele telefoon.
Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort
Alle belangrijke informatie voor veilig en juist gebruik van deze computer wordt beschreven in de bijgesloten Instructiegids voor veiligheid en comfort. Lees deze gids voordat u de computer gebruikt.
Gebruikershandleiding xvi

Inhoud

Hoofdstuk 1 Inleiding
Controlelijst van apparatuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-1
Voorzieningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-2
Speciale voorzieningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-10
TOSHIBA Value Added Package . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-11
Hulpprogramma's en toepassingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-12
Opties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-16
Hoofdstuk 2 Rondleiding
Voorkant met gesloten beeldscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-1
Linkerkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-3
Rechterkant. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-4
Achterkant. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-5
Onderkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-6
Voorkant met geopend beeldscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-7
Optisch station . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-9
Netadapter. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-11
Afstandsbediening (geleverd bij sommige modellen) . . . . . . . . . . 2-12
P300/P300D-serie
Hoofdstuk 3 Aan de slag
De accu-eenheid installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-1
De netadapter aansluiten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-2
Het beeldscherm openen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-4
De computer inschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-4
Windows Vista™ installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-5
De computer uitschakelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-5
Computer opnieuw opstarten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-9
Opties voor systeemherstel en de
vooraf geïnstalleerde software herstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-9
De vooraf geïnstalleerde software herstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-10
Gebruikershandleiding xvii
P300/P300D-serie
Hoofdstuk 4
Basisbeginselen
Touchpad gebruiken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-1
De sensor voor vingerafdrukken gebruiken (de sensor voor
vingerafdrukken is meegeleverd bij sommige modellen). . . . . . . . . 4-2
Functie voor USB-slaapstand en laden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-9
De webcamera gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-10
De microfoon gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-13
TOSHIBA-gezichtsherkenning gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-13
Het optische station gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-17
Een CD/DVD beschrijven met het DVD Super Multi-station . . . . . . 4-21
TOSHIBA Disc Creator . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-25
Gegevensverificatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-26
Video . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-26
Wanneer u Ulead DVD MovieFactory
Behandeling van schijven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-29
Modem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-30
De FM-tuner gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-33
Lampje voor draadloze communicatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-33
LAN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-36
De computer reinigen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-37
De computer verplaatsen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-37
Hoofdstuk 5 Het toetsenbord
Typemachinetoetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-1
Functietoetsen F1 ... F12 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-2
Softkeys: Fn-toetscombinaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-2
Sneltoetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-2
Speciale Windows
ASCII-tekens genereren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-5
®
voor TOSHIBA gebruikt. . . . . 4-27
®
-toetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-4
Hoofdstuk 6 Stroomvoorziening en spaarstanden
Omstandigheden bij stroomvoorziening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-1
Voedingslampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-2
Accutypen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-3
Onderhoud en gebruik van de accu-eenheid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-4
De accu-eenheid vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-10
De computer opstarten met een wachtwoord . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-12
Spaarstanden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-13
Uit/Inschakelen via LCD. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-13
Systeem automatisch uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-13
Hoofdstuk 7 HW Setup
HW Setup starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-1
Het HW Setup-venster . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-1
Gebruikershandleiding xviii
P300/P300D-serie
Hoofdstuk 8
Optionele apparaten
ExpressCard . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-1
Geheugenkaarten van het type SD/SDHC/
MMC/MEMORY STICK/MEMORY STICK PRO/xD. . . . . . . . . . . . . . . . 8-3
Geheugenuitbreiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-6
Extra accu-eenheid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-9
Extra netadapter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-9
Externe monitor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-9
Televisie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-10
HDMI (optioneel) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-11
i.LINK (IEEE1394) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-12
eSATA (External Serial ATA) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-14
Beveiligingsslot . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-15
Hoofdstuk 9 Problemen oplossen
Handelwijze bij probleemoplossing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-1
Controlelijst voor hardware en systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-3
TOSHIBA-ondersteuning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-17
Bijlage A Specificaties
Bijlage B Beeldschermcontroller
Bijlage C Draadloos LAN
Bijlage D Het netsnoer en de voedingsaansluitingen
Bijlage E Juridische verklaring
Bijlage F Als uw computer wordt gestolen
Woordenlijst
Index
Gebruikershandleiding xix
Voorwoord
Gefeliciteerd met uw nieuwe computer uit de P300/P300D-serie. Deze krachtige, hoogpresterende notebook staat garant voor jarenlang betrouwbaar computergebruik en biedt uitstekende uitbreidingsmogelijkheden, bijvoorbeeld voor multimedia-apparaten.
In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u uw computer (P300/P300D-serie) gebruiksklaar maakt en ermee aan de slag gaat. Verder wordt gedetailleerde informatie gegeven over het configureren van de computer, elementaire bewerkingen en onderhoud, het gebruik van optionele apparaten en probleemoplossing.
Als u nog nooit een computer hebt gebruikt of nog nooit met een draagbare computer hebt gewerkt, lees dan eerst de hoofdstukken Inleiding en
Rondleiding om uzelf vertrouwd te maken met de voorzieningen, onderdelen
en accessoires van de computer. Lees vervolgens Aan de slag voor stapsgewijze instructies voor het gebruiksklaar maken van de computer.
Als u een ervaren computergebruiker bent, dient u dit voorwoord te lezen om inzicht te krijgen in de indeling van deze handleiding. Blader daarna de handleiding door om ermee vertrouwd te raken. Besteed met name aandacht aan de paragraaf Specificaties in de Inleiding om kennis te maken met de voorzieningen die bijzonder of uniek zijn voor de computers. Als u ExpressCards gaat installeren of externe apparaten zoals een monitor gaat aansluiten, dient u hoofdstuk 8, Optionele apparaten te lezen.
P300/P300D-serie
Inhoud van de handleiding
Deze handleiding bestaat uit de volgende negen hoofdstukken, zes bijlagen, een woordenlijst en een index.
Hoofdstuk 1, Inleiding, biedt een overzicht van de voorzieningen, mogelijkheden en opties van de computer.
In hoofdstuk 2, Rondleiding, worden de onderdelen van de computer geïdentificeerd en kort toegelicht.
In hoofdstuk 3, Aan de slag, wordt beknopt uitgelegd hoe u met de computer aan de slag kunt gaan en worden tips gegeven over veiligheid en het inrichten van uw werkplek.
In hoofdstuk 4, Basisbeginselen, staan instructies voor het gebruik van de volgende apparaten: touchpad, geluidssysteem, optische stations, modem, draadloze communicatie en LAN. U krijgt ook tips voor het onderhoud van de computer en het omgaan met CD's/DVD’s.
Gebruikershandleiding xx
In hoofdstuk 5, Het toetsenbord, worden speciale toetsenbordfuncties, waaronder sneltoetsen, beschreven.
In hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en spaarstanden, vindt u informatie over de voedingsbronnen en energiebesparingsmodi van de computer.
In hoofdstuk 7, HW Setup, wordt uitgelegd hoe u de computer configureert met het programma HW Setup.
Hoofdstuk 8, Optionele apparaten, beschrijft welke optionele hardware beschikbaar is.
Hoofdstuk 9, Problemen oplossen, verschaft nuttige informatie over het uitvoeren van diagnostische tests en suggesties voor de beste handelwijze als de computer niet correct lijkt te werken.
De bijlagen verschaffen technische informatie over de computer. De Woordenlijst bevat definities van algemene computertermen en
acroniemen die in de tekst worden gebruikt. Met behulp van de Index kunt u snel informatie in deze handleiding opzoeken.
Conventies
In deze handleiding worden de volgende notatieconventies gebruikt voor het beschrijven, identificeren en markeren van termen en bedieningsprocedures.
Afkortingen
Wanneer een afkorting voor het eerst wordt gebruikt, wordt deze gevolgd door een verklaring tussen haakjes. Bijvoorbeeld: ROM (Read Only Memory). Acroniemen worden tevens gedefinieerd in de Woordenlijst.
P300/P300D-serie
Pictogrammen
Pictogrammen identificeren poorten, regelaars en andere delen van de computer. Het paneel met systeemlampjes gebruikt tevens pictogrammen ter aanduiding van de onderdelen waarover het informatie verschaft.
Toetsen
De toetsenbordtoetsen worden in de tekst gebruikt ter beschrijving van een aantal computerbewerkingen. De toetsopschriften die op het toetsenbord te zien zijn, worden in een ander lettertype gedrukt. Enter duidt bijvoorbeeld de Enter-toets aan.
Gebruik van toetsen
Voor sommige bewerkingen moet u tegelijkertijd twee of meer toetsen indrukken. Dergelijke bewerkingen worden aangeduid door een plusteken (+) tussen de toetsopschriften. Zo betekent Ctrl + C dat u op C moet drukken terwijl u Ctrl ingedrukt houdt. Als er drie toetsen worden gebruikt, dient u de eerste twee toetsen ingedrukt te houden en tegelijkertijd op de derde toets te drukken.
Gebruikershandleiding xxi
ABC Als in procedures een actie moet worden
uitgevoerd, zoals het klikken op een pictogram of het invoeren van tekst, wordt de naam van het pictogram of wordt de tekst die moet worden ingevoerd, weergegeven in het lettertype dat hier links is afgebeeld.
Beeldscherm
P300/P300D-serie
ABC
De namen van vensters en pictogrammen, en door de computer gegenereerde tekst die op het beeldscherm verschijnt, worden in het links weergegeven lettertype gedrukt.
Mededelingen
Mededelingen worden in deze handleiding gebruikt om u attent te maken op belangrijke informatie. Elk type mededeling wordt aangeduid zoals hieronder wordt geïllustreerd.
Attentie! In dit soort mededelingen wordt u gewaarschuwd dat incorrect gebruik van apparatuur of het negeren van instructies kan resulteren in gegevensverlies of beschadiging van de apparatuur.
Opmerking. Een opmerking is een tip of aanwijzing die u helpt de apparatuur optimaal te gebruiken.
Duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die bij veronachtzaming van de instructies kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
Terminologie
Deze term is in dit document als volgt gedefinieerd:
Start Het woord "Start" verwijst naar de knop in
Microsoft
®
Windows Vista™.
Gebruikershandleiding xxii
Inleiding
Dit hoofdstuk bevat een controlelijst van de apparatuur en beschrijft de voorzieningen, opties en accessoires van de computer.
Sommige voorzieningen die in deze handleiding worden toegelicht, functioneren wellicht niet correct als u een besturingssysteem gebruikt dat niet vooraf door TOSHIBA is geïnstalleerd.

Controlelijst van apparatuur

Verwijder de computer voorzichtig uit de verpakking. Berg de doos en het verpakkingsmateriaal op voor toekomstig gebruik.
Hardware
Controleer of u de volgende items hebt:
P300/P300D-serie Draagbare personal computer
Universele netadapter en netsnoer
Modulaire kabel voor modem (geleverd bij sommige modellen)
U moet de accu installeren voordat u deze computer kunt gebruiken. Raadpleeg de paragraaf De accu-eenheid installeren in hoofdstuk 3,
Aan de slag.
Inleiding
Hoofdstuk 1
Software
Microsoft® Windows Vista™
De volgende software is vooraf geïnstalleerd:
Microsoft
Microsoft Internet Explorer
TOSHIBA Value Added Package
TOSHIBA Hardware Setup
TOSHIBA Supervisor Password
TOSHIBA Assist
TOSHIBA ConfigFree
Gebruikershandleiding 1-1
®
Windows Vista™
Inleiding
TOSHIBA DVD-speler*
TOSHIBA-hulpprogramma voor vingerafdrukken*
Hulpprogramma's voor TOSHIBA SD-geheugens
TOSHIBA Disc Creator
TOSHIBA-gezichtsherkenning*
TOSHIBA Acoustic Silencer
Ulead MovieFactory
Presto! BizCard 5*
Onlinehandleiding
Er is mogelijk andere software vooraf geïnstalleerd, afhankelijk van het gekochte model.
* De beschikbaarheid van deze software is afhankelijk van het aangeschafte model.
®
voor TOSHIBA*
Documentatie
P300/P300D-serie Gebruikershandleiding voor de personal computer
P300/P300D-serie Aan de slag
Garantie-informatie
Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort
Als een of meer items ontbreken of beschadigd zijn, neemt u onmiddellijk contact op met uw dealer.

Voorzieningen

Ga naar de website voor uw gebied voor de configuratiegegevens van het model dat u hebt aangeschaft.
Processor
Ingebouwd Afhankelijk van het gekochte model.
Ga naar de website voor uw gebied voor de configuratiegegevens van het model dat u hebt aangeschaft.
Chipset Afhankelijk van het gekochte model.
Mobile Intel of AMD RS780MC/RS780M/RX780M-chipset
Gebruikershandleiding 1-2
®
PM45/GM45 Express-chipset
Inleiding
Geheugen
Sleuven In de twee geheugensleuven kunnen PC2-5300
Afwijzing van aansprakelijkheid met betrekking tot het hoofdgeheugen
De computer ondersteunt een maximaal fysiek geheugen (RAM) van
4 GB. Als uw configuratie twee geheugenmodules van 2 GB heeft, wordt slechts ongeveer 3 GB gerapporteerd. Dit is geen fout, maar een technische beperking van chipset, CPU en BIOS.
Bovendien kan een 32-bits besturingssysteem niet meer dan 4 GB aan
geheugen adresseren.
De reden hiervoor is dat systeembronnen (zoals Flash, APIC,
PCI-apparaten, GPU) hun eigen adresruimte vereisen binnen de 4 GB. Bij 4 GB aan fysiek geheugen overlapt de adresruimte die door het systeem wordt gebruikt het fysieke geheugen.
Het besturingssysteem kan het geheugen in het overlappende
adresbereik niet gebruiken. Hierdoor wordt de adresseerbare geheugenruimte die voor het besturingssysteem beschikbaar is, verlaagd. Omdat Windows alleen het beschikbare geheugen weergeeft in plaats van het fysieke geheugen van de computer, ziet u alleen ongeveer 3 GB.
of PC2-6400 geheugenmodules van 512 MB, 1024 MB, 2048 MB of 4096 MB worden geïnstalleerd. De maximale geheugengrootte en snelheid van het systeem zijn afhankelijk van het model dat u hebt aangeschaft.
Een deel van het hoofdgeheugen van de computer kan worden gebruikt door het grafische systeem om de grafische prestaties te verbeteren. Dit vermindert de hoeveelheid hoofdgeheugen die voor andere computeractiviteiten beschikbaar is. De hoeveelheid hoofdgeheugen die wordt toegewezen om de graphics te ondersteunen, hangt af van het grafische systeem, de gebruikte toepassingen, de grootte van het systeemgeheugen en andere factoren. Voor PC's die zijn geconfigureerd met 4 GB systeemgeheugen is de totale geheugenruimte voor computeractiviteiten aanzienlijk kleiner en varieert deze per model en systeemconfiguratie.
Gebruikershandleiding 1-3
Inleiding
Video-RAM Afhankelijk van het gekochte model.
®
Model met Intel
GMA HD4500:
De video-RAM-capaciteit wordt gedeeld met het hoofdgeheugen en de verhouding is afhankelijk van Dynamic Video Memory Technology.
ATI Radeon™ HD 3200 grafisch model: ATI Radeon™ 3100 grafisch model: De video-RAM-capaciteit wordt gedeeld met het
hoofdgeheugen en de verhouding kan worden geregeld met ATI HyperMemory™.
ATI Mobility Radeon™ HD 3470: Extern 64/128/256 MB. ATI Mobility Radeon™ HD 3650: Extern 256/512 MB.
Voeding
Accu-eenheid De computer wordt van stroom voorzien door een
RTC-batterij De computer bevat een interne batterij voor de
Netadapter De universele netadapter voorziet het systeem
oplaadbare lithium-ion accu-eenheid.
interne RTC (Real Time Clock) en kalender.
van stroom en laadt de accu’s op wanneer deze opraken. De adapter wordt geleverd met een verwisselbaar netsnoer.
Aangezien de netadapter universeel is, ondersteunt hij netspanningen tussen 100 en 240 volt; de uitgangsstroom varieert echter al naar gelang het model. Gebruik van het verkeerde model netadapter kan resulteren in beschadiging van de computer. Raadpleeg de paragraaf Netadapter in hoofdstuk 2, Rondleiding.
Gebruikershandleiding 1-4
Stations/schijven
Inleiding
Vrijwaringsverklaring vaste schijf
1 Gigabyte (GB) is 109 = 1.000.000.000 bytes, genoteerd als een macht van 10. Het besturingssysteem van de computer gebruikt echter het binaire talstelsel en definieert de opslagcapaciteit dus als volgt: 1 GB = 2
30
=
1.073.741.824 bytes. Hierdoor wordt een lagere opslagcapaciteit weergegeven. De beschikbare opslagcapaciteit is minder als er op het product een of meer besturingssystemen zijn vooraf geïnstalleerd, zoals Microsoft Windows, en/of een of meer toepassingen zijn vooraf geïnstalleerd. De werkelijke capaciteit na formatteren kan per model verschillen.
Vaste schijf Afhankelijk van het gekochte model.
120 GB
160 GB
200 GB
250 GB
320 GB
400 GB
500 GB
Wellicht komen in de toekomst andere vaste schijven beschikbaar.
Computers in deze serie worden geconfigureerd met een ingebouwd optisch station. In de volgende tabel worden de beschikbare optische stations beschreven.
Gebruikershandleiding 1-5
Inleiding
DVD Super Multi-station
Sommige modellen zijn uitgerust met een DVD Super Multi-stationsmodule van volledige grootte waarmee u zonder adapter gegevens op herschrijfbare CD's/DVD's kunt vastleggen en CD's/DVD's van 12 cm of 8 cm kunt lezen. De maximale leessnelheid is 8-speed voor DVD-ROM's en 24-speed voor CD-ROM's. De maximale schrijfsnelheid is 24-speed voor CD-R, 16-speed voor CD-RW, 8-speed voor DVD-R en 6-speed voor DVD-RW. De maximale schrijfsnelheid bedraagt 8-speed voor DVD+R, 8-speed voor DVD+RW, 6-speed voor DVD+R (DL), 4-speed voor DVD-R(DL) en 5-speed voor DVD-RAM. De volgende indelingen worden ondersteund:
DVD-ROM
DVD-Video
DVD-R
DVD-RW
DVD+R
DVD+RW
DVD-RAM
DVD+R DL
DVD-R DL
CD-DA
CD-Text
Photo CD (single/multi-session)
CD-ROM Mode 1, Mode 2
CD-ROM XA Mode 2 (Form1, Form2)
Enhanced CD (CD-EXTRA)
CD-G (alleen audio-CD)
Adresseringsmethode 2
Beeldscherm
Het LCD-scherm van de computer ondersteunt videobeelden met hoge resolutie. Het scherm kan in diverse standen worden gezet voor maximaal comfort en optimale leesbaarheid.
Ingebouwd De Thin-Film Transistor kleuren-LCD is
Gebruikershandleiding 1-6
verkrijgbaar in twee formaten:
17-inch WXGA+, 1440 horizontale x 900
verticale pixels
Inleiding
Grafische controller Grafische controller voor optimale
beeldschermprestaties. Raadpleeg de paragraaf
Beeldschermcontroller in bijlage B, Beeldschermcontroller voor meer informatie.
Toetsenbord
Ingebouwd TOSHIBA Vista-toetsenbord, 104 of 105 toetsen
met numeriek toetsenbord, compatibel met uitgebreid IBM-toetsenbord, vaste cursorbesturingstoetsen en de toetsen en
. Raadpleeg hoofdstuk 5, Het toetsenbord,
voor meer informatie.
Aanwijsapparaat
Ingebouwd touchpad Met het touchpad en de besturingsknoppen in de
polssteun kunt u de schermaanwijzer verplaatsen en door de inhoud van vensters schuiven.
Poorten
Externe monitor Op deze 15-pins poort kunt u een extern
HDMI Met deze HDMI-aansluiting kunt u externe
Universal Serial Bus (USB 2.0)
eSATA/USB­combinatiepoort
i.LINK (IEEE1394a) Deze poort ondersteunt snelle, rechtstreekse
Tv-out De 4-pens S-Video-poort is compatibel met de
Infraroodontvangst­venster
Gebruikershandleiding 1-7
beeldscherm aansluiten.
weergave- en audioapparaten aansluiten. (Aanwezig op sommige modellen.)
De USB 2.0-compatibele poorten van de computer ondersteunen gegevensoverdrachtsnelheden die veertigmaal hoger liggen dan die van de USB 1.1-norm. (De poorten ondersteunen tevens USB 1.1.)
De eSATA/USB-combinatiepoort ondersteunt de USB 2.0- en eSATA-functie.
gegevensoverdracht vanaf externe apparaten zoals digitale videocamera’s.
PAL- of NTSC-standaard voor tv en ondersteunt Macrovision 7.02-kopieerbeveiliging. (afhankelijk van het aangeschafte model)
Dit venster ontvangt signalen van de afstandsbediening die bij uw computer wordt geleverd. (afhankelijk van het aangeschafte model)
Inleiding
Sleuven
ExpressCard De ExpressCard-uitbreidingssleuf biedt ruimte
aan twee standaardmodules: een ExpressCard/ 34-module en een ExpressCard/54-module. Een ExpressCard is een kleine, modulaire, toevoegbare kaart met een PCI Express- en Universal Serial Bus (USB)-interface.
Sleuf voor meerdere digitale mediakaarten
Biedt ondersteuning voor een SD-/SDHC­geheugenkaart, MMC-, MEMORY STICK-, MEMORY STICK PRO- en xD-Picture-kaart.
Multimedia
Webcamera Foto's of videobeelden opnemen/verzenden met
deze geïntegreerde webcam. (aanwezig op sommige modellen)
Geluidssysteem Het Windows
Aansluiting voor hoofdtelefoon (S/P DIF)
Microfoonaansluiting Op de 3,5-mm mini-microfoonaansluiting kan een
luidsprekers en aansluitingen voor een externe microfoon en hoofdtelefoon.
Via deze bus worden analoge audiosignalen uitgevoerd. Deze bus kan ook worden gebruikt als S/P DIF-bus en voor aansluiting van optische digitale apparatuur.
drie-aderige miniplug voor mono-microfooninvoer worden aangesloten.
®
Sound System bestaat uit
Communicatie
Modem Waar aanwezig voorziet deze in gegevens-
en faxcommunicatie. Raadpleeg bijlage E. De snelheid van gegevensverzending en faxcommunicatie is afhankelijk van de omstandigheden van de analoge telefoonlijn. De computer heeft een modempoort voor aansluiting op een telefoonlijn. V.90 en V.92 worden uitsluitend in de VS, Canada en Australië ondersteund. In andere gebieden is V.90 beschikbaar. (Aanwezig op sommige modellen.)
LAN De computer is voorzien van een LAN-kaart die
Fast Ethernet LAN (100 Mbit/s, 100BASE-TX) of Gigabit Ethernet LAN (1 Gbit/s, 1000BASE-T) ondersteunt. In sommige landen is de modem standaard geïnstalleerd. (afhankelijk van het gekochte model)
Gebruikershandleiding 1-8
Draadloos LAN Als deze functie aanwezig is, worden de
standaarden A, B, G en N (concept) ondersteund. Deze functie is echter ook compatibel met andere LAN-systemen die zijn gebaseerd op de Direct Sequence Spread Spectrum/Orthogonal Frequency Division Multiplexing-radiotechnologie die voldoet aan de IEEE 802.11-standaard.
Automatische selectie van de
verzendsnelheid in het verzendbereik 54, 48, 36, 24, 18, 12, 9 en 6 Mbit/s. (IEEE 802.11a/g)
Automatische selectie van verzendsnelheid in
het verzendbereik 11, 5,5, 2 en 1 Mbit/s (IEEE 802.11b)
Zwerven (roaming) over meerdere kanalen
Kaartenergiebeheer
WEP-gegevenscodering (WEP = Wired
Equivalent Privacy), gebaseerd op 128-bits coderingsalgoritme.
AES-gegevenscodering (AES = Advanced
Encryption Standard), gebaseerd op het 128-bits coderingsalgoritme.
Bluetooth Sommige computers in deze serie hebben
Bluetooth-functies. De draadloze Bluetooth­technologie maakt kabels tussen elektronische apparaten zoals computer en printers overbodig. Bluetooth zorgt voor snelle, betrouwbare en veilige draadloze communicatie in een kleine ruimte. (Aanwezig op sommige modellen.)
Schakelaar voor draadloze communicatie
Met deze schakelaar zet u de Wireless LAN- en de Bluetooth-functies aan en uit. (Aanwezig op sommige modellen.)
Inleiding
Beveiliging
Sleuf beveiligingsslot Hierop kan een optioneel veiligheidsslot op de
computer worden aangesloten om deze aan een bureau of ander groot voorwerp te verankeren.
Wachtwoord Wachtwoordbeveiliging voor opstarten
Wachtwoordbeveiliging voor harde schijf Wachtwoordarchitectuur met twee niveaus Vingerafdrukverificatie (niet op alle modellen
beschikbaar)
Gebruikershandleiding 1-9

Speciale voorzieningen

De volgende functies zijn ofwel uniek voor Toshiba-computers ofwel geavanceerde functies, waardoor de computer handiger is in gebruik.
Sneltoetsen Door middel van deze zogeheten hotkeys kunt u
Instant Security (directe beveiliging)
Beeldscherm automatisch uitschakelen
Vaste schijf automatisch uitschakelen
Automatische slaapstand/zuinige slaapstand
Intelligente stroomvoorziening
Energiebesparingsmo
*1
dus
*1
*1
*1
de systeemconfiguratie snel wijzigen zonder een systeemconfiguratieprogramma te hoeven gebruiken.
Met de sneltoets Fn + F1 kunt u het scherm leegmaken en de computer uitschakelen; deze functie dient voor gegevensbeveiliging.
Met deze functie wordt de stroom naar het interne beeldscherm automatisch stopgezet als het toetsenbord een bepaalde tijd niet is gebruikt. De stroomvoorziening wordt hersteld zodra een toets wordt ingedrukt of het aanwijsapparaat wordt gebruikt.
Dit kan worden opgegeven in Power Options (Energiebeheer).
Met deze functie wordt de stroom naar de vaste schijf automatisch stopgezet als gedurende een bepaalde tijd geen activiteit op de vaste schijf heeft plaatsgevonden. De stroomvoorziening wordt hersteld zodra de vaste schijf wordt gebruikt.
Dit kan worden opgegeven in Power Options (Energiebeheer).
Met deze functie wordt het systeem automatisch in de (zuinige) slaapstand gezet als een bepaalde tijd lang geen invoer of hardwareactiviteit heeft plaatsgevonden.
Dit kan worden opgegeven in Power Options (Energiebeheer).
Een microprocessor in de intelligente
*1
stroomvoorziening van de computer detecteert de acculading en berekent de resterende accucapaciteit. De microprocessor beschermt de elektronische onderdelen tevens tegen ongewone omstandigheden, zoals extreme spanningspieken vanuit een voedingsbron.
Dit kan worden opgegeven in Power Options (Energiebeheer).
Met deze voorziening kunt u accuenergie besparen. Dit kan worden opgegeven in Power Options
(Energiebeheer).
Inleiding
Gebruikershandleiding 1-10
Inleiding
In-/uitschakelen via LCD
*1
Met deze functie wordt de stroom naar de computer uitgeschakeld wanneer de LCD wordt gesloten, en weer ingeschakeld zodra de LCD wordt geopend.
Dit kan worden opgegeven in Power Options (Energiebeheer).
Automatische zuinige slaapstand bij lage acculading
Als de acculading zover is gedaald dat u de computer niet meer kunt gebruiken, wordt
*1
automatisch de slaapstand geactiveerd en wordt het systeem afgesloten.
Dit kan worden opgegeven in Power Options (Energiebeheer).
Zuinige slaapstand Met deze functie kunt u de stroom uitschakelen
zonder de software te hoeven sluiten. De inhoud van het hoofdgeheugen wordt op de vaste schijf opgeslagen zodat u uw werk kunt hervatten op de plaats waar u was opgehouden wanneer u de computer weer aanzet. Raadpleeg het gedeelte
De computer uitschakelen in hoofdstuk 3, Aan de slag, voor meer informatie.
Sleep Mode (Slaapstand)
Als u uw werk moet onderbreken, kunt u de computer uitschakelen zonder de software te hoeven sluiten. De gegevens worden in het hoofdgeheugen van de computer bewaard zodat u uw werk kunt hervatten op de plaats waar u was opgehouden wanneer u de computer weer aanzet.
*1 Klik op , Control Panel (Configuratiescherm), System and
Maintenance (Systeem en onderhoud) en klik vervolgens op Power Options (Energiebeheer).

TOSHIBA Value Added Package

In dit gedeelte worden de functies van TOSHIBA Component beschreven die vooraf zijn geïnstalleerd op de computer.
TOSHIBA Power Saver
TOSHIBA­hulpprogramma Zoom
TOSHIBA PC Diagnostic Tool
Gebruikershandleiding 1-11
TOSHIBA Power Saver voorziet u van de functies voor het beheer van de stroomvoorziening.
Met dit hulpprogramma kunt u de pictogrammen op het bureaublad vergroten of verkleinen en het zoompercentage instellen voor specifieke toepassingen.
TOSHIBA PC Diagnostic Tool toont gegevens over de configuratie van de computer en biedt de mogelijkheid de functionaliteit van bepaalde ingebouwde apparaten te testen.
Inleiding
TOSHIBA­flashkaarten
TOSHIBA Components Common Driver
TOSHIBA Accessibility (Toegankelijkheid)
TOSHIBA Button Support
Dit hulpprogramma ondersteunt de volgende functies.
Sneltoetsfunctie
Functie voor het starten van het TOSHIBA-
hulpprogramma.
TOSHIBA Components Common Driver bevat de module die nodig is voor het hulpprogramma dat TOSHIBA biedt.
Het hulpprogramma TOSHIBA Accessibility biedt ondersteuning voor gebruikers met bewegingsbeperkingen wanneer ze de TOSHIBA­sneltoetsfuncties willen gebruiken. Met dit hulpprogramma kunt u de Fn-toets vastzetten. U drukt dan eenmaal op de Fn-toets, laat de toets los en drukt op een van de functietoetsen (F-toetsen) om de functie ervan te activeren. De Fn-toets blijft in dit geval actief totdat een andere toets wordt ingedrukt.
Met dit hulpprogramma kunt u de knoppen van de computer gebruiken.
U kunt instellen welke toepassing met de knop wordt gestart.
(Aanwezig op sommige modellen.)

Hulpprogramma's en toepassingen

In dit gedeelte worden vooraf geïnstalleerde hulpprogramma’s beschreven en wordt toegelicht hoe u de programma’s start. Raadpleeg de onlinehandleiding, Help of readme-bestanden bij elk hulpprogramma voor informatie over bewerkingen.
TOSHIBA Assist TOSHIBA Assist is een grafische
gebruikersinterface waarmee u gemakkelijk toegang tot Help en services kunt verkrijgen.
HW Setup Met dit programma kunt u uw hardware-instellingen
aanpassen aan uw werkwijzen en de randapparaten die u gebruikt. U start het hulpprogramma door te dubbelklikken op TOSHIBA Assist op het bureaublad. Klik vervolgens op het tabblad OPTIMIZE (OPTIMALISEREN) en klik op TOSHIBA Hardware Settings (TOSHIBA­hardware-instellingen).
Gebruikershandleiding 1-12
Inleiding
Wachtwoord voor opstarten
TOSHIBA Disc Creator
TOSHIBA DVD-RAM Utility
Geluiddemper voor cd/dvd-station
Ulead DVD MovieFactory
®
voor
TOSHIBA
Er zijn twee niveaus voor het beveiligen van wachtwoorden beschikbaar om ongeoorloofd gebruik van uw computer te voorkomen.
Als u een supervisorwachtwoord wilt instellen, dubbelklikt u op TOSHIBA Assist op het bureaublad. Klik op het tabblad SECURE (BEVEILIGING) en start het hulpprogramma Supervisor Password.
Als u een gebruikerswachtwoord wilt instellen, klikt u op het tabblad SECURE (Beveiliging) in TOSHIBA Assist en start u het hulpprogramma User Password. Op het tabblad Password (Wachtwoord) kunt u een gebruikerswachtwoord instellen.
U kunt CD's/DVD's in verschillende indelingen maken: audio-CD's die op een gewone stereo­CD-speler kunnen worden afgespeeld, en data-CD's voor het opslaan van de bestanden en mappen op uw vaste schijf. Deze software kan alleen worden gebruikt op modellen met een CD-RW/DVD-ROM-station of een DVD Super Multi-station.
TOSHIBA DVD-RAM-hulpprogramma biedt de functie Fysiek formatteren en een schrijfbeveiligingsfunctie voor DVD-RAM.
Dit hulpprogramma maakt deel uit van de module TOSHIBA Disc Creator.
U start TOSHIBA DVD-RAM-hupprogramma door te klikken op , Alle programma's, TOSHIBA,
CD&DVD-toepassingen te selecteren en op DVD-RAM-hulpprogramma te klikken.
Met dit hulpprogramma kunt u de leessnelheid van het CD-station configureren. U kunt de normale modus of de stille modus configureren. In de normale modus werkt het station op maximale snelheid voor een snelle toegang tot gegevens en in de stille modus kunt u op single speed geruislozer naar CD's luisteren. Het heeft geen invloed in de DVD-modus.
U kunt digitale video bewerken en een DVD-video maken. (Aanwezig op sommige modellen.)
*1 Klik op , Control Panel (Configuratiescherm), System and
Maintenance (Systeem en onderhoud) en klik vervolgens op Power Options (Energiebeheer).
Gebruikershandleiding 1-13
Inleiding
Hulpprogramma voor vingerafdrukken
Op dit product is een vingerafdrukhulpprogramma geïnstalleerd waarmee vingerafdrukken kunnen worden vastgelegd en herkend. (afhankelijk van het gekochte model.) Als u de id en het wachtwoord vastlegt in het apparaat voor vingerafdrukverificatie, hoeft u het wachtwoord niet meer via het toetsenbord in te voeren. Houd eenvoudig uw vinger tegen de vingerafdruksensor, waarna de volgende functies worden ingeschakeld:
Aanmelden bij Windows en toegang tot een
beveiligde webpagina via IE (Internet Explorer).
Bestanden en mappen kunnen worden
gecodeerd/gedecodeerd, zodat andere gebruikers er geen toegang toe hebben.
De wachtwoordbeveiliging van de
schermbeveiliging uitschakelen bij terugkeer uit de energiebesparende stand (slaapstand).
Verificatie tijdens de systeemstart en de
functie Single Touch Boot.
Opstartbeveiliging en functie voor enkelvoudige aanmelding. (Aanwezig op sommige modellen.)
TOSHIBA DVD-speler De DVD-speler wordt gebruikt om DVD-video’s af
te spelen. Het programma bestaat uit een interface met functies op het scherm. (Aanwezig op sommige modellen.)
TOSHIBA ConfigFree ConfigFree is een programmapakket waarmee
communicatieapparaten en netwerkverbindingen eenvoudig kunnen worden beheerd. Met ConfigFree kunt u tevens communicatieproblemen opsporen en profielen maken, waarmee u eenvoudig schakelt tussen locaties en communicatienetwerken.
U voert ConfigFree uit door te klikken op ,
All Programs (Alle programma's), TOSHIBA, Networking (Netwerken) te selecteren en vervolgens te klikken op ConfigFree.
TOSHIBA­gezichtsherkenning
TOSHIBA-gezichtsherkenning gebruikt een gezichtsherkenningsbibliotheek om de gezichtsgegevens van gebruikers te verifiëren als deze zich aanmelden bij Windows. Als de verificatie geslaagd is, wordt de gebruiker automatisch aangemeld bij Windows. Op deze manier hoeft de gebruiker geen wachtwoord in te voeren, wat het aanmeldproces eenvoudiger maakt. (Aanwezig op sommige modellen)
Gebruikershandleiding 1-14
Presto! BizCard 5 Presto! BizCard houdt namen, bedrijven,
postadressen, telefoon-/faxnummers, e-mailadressen en meer bij. Scan gewoon uw visitekaartjes en presto! BizCard slaat automatisch de gegevens en de afbeelding van elk kaartje op. Er zijn verschillende weergavemodi beschikbaar waarmee u eenvoudig kaartjes kunt zoeken, bewerken, maken en sorteren. U kunt informatie delen met bureaubladagenda's, contactmanagers, PIM's (personal information managers) en PDA's (personal digital assistants). Ook kunt u id-badges, postetiketten en stickers afdrukken. (Aanwezig op sommige modellen)
Windows Mobility Center
In dit gedeelte wordt Windows Mobility Center beschreven. Mobility Center is een hulpprogramma voor een snelle toegang tot verscheidene mobiele-pc-instellingen in één venster. Er zijn maximaal acht tegels beschikbaar voor de standaardinstelling van het besturingssysteem. Er worden echter twee aanvullende groepen toegevoegd aan het Mobiliteitscentrum.
Als u het pakket "TOSHIBA Extended Tiles for Windows Mobility Center" installeert, worden de volgende functies toegevoegd.
Computer vergrendelen:
Vergrendel uw computer zonder deze uit te schakelen. Dit is dezelfde functie als de vergrendelknop onder in het rechterdeelvenster van het menu Start.
TOSHIBA Assist:
Open TOSHIBA Assist als dit programma al is geïnstalleerd op uw computer.
Inleiding
Gebruikershandleiding 1-15

Opties

Inleiding
U kunt uw computer nog krachtiger en gebruikersvriendelijker maken door een aantal opties toe te voegen. Raadpleeg hoofdstuk 8, Optionele
apparaten, voor meer informatie. De volgende opties zijn beschikbaar:
Geheugenuitbreiding Er kunnen twee geheugenmodules in de
Gebruik alleen PC2-5300- of PC2-6400*-compatibele DDRII­geheugenmodules. Neem contact op met uw TOSHIBA-dealer voor nadere informatie.
* De beschikbaarheid van DDRII is afhankelijk van het aangeschafte
model.
Accu-eenheid U kunt een extra accu-eenheid aanschaffen bij uw
Netadapter Indien u uw computer vaak op verschillende
computer worden geïnstalleerd.
TOSHIBA-dealer. U kunt deze als reserve­exemplaar gebruiken, zodat u langer met uw computer kunt werken.
plekken gebruikt, is het wellicht handig om een extra netadapter per werkplek aan te schaffen, zodat u deze niet hoeft mee te nemen.
Gebruikershandleiding 1-16
Rondleiding
In dit hoofdstuk worden de verschillende onderdelen van de computer beschreven. Maak uzelf vertrouwd met elk onderdeel voordat u met de computer aan de slag gaat.

Voorkant met gesloten beeldscherm

De volgende afbeelding geeft de voorkant van de computer weer, met het beeldscherm gesloten.
Schakelaar voor
draadloze
communicatie
DC-IN­lampje
Aan/uit-
lampje
Accu-
lampje
Rondleiding
Hoofdstuk 2
Lampje
voor schijf
Lampje voor kaartsleuf voor
meerdere digitale media
on
off
Lampje voor
draadloze
activiteit
Infraroodont-
vangstvenster*
Sleuf voor
meerdere digitale
mediakaarten
Microfoon­aansluiting
Aansluiting voor
hoofdtelefoon
(S/P DIF)
Volu mer
egelaar
Voorkant van de computer met gesloten beeldscherm
*Afhankelijk van het gekochte model.
Schakelaar voor draadloze communicatie
Met de schakelaar voor draadloze communicatie wordt de zender/ontvanger van het draadloze netwerk ingeschakeld.
Zet de schakelaar in vliegtuigen en ziekenhuizen op uit. Controleer het lampje voor draadloze activiteit. Het lampje brandt niet wanneer de functie voor draadloze communicatie is uitgeschakeld.
DC-IN-lampje Het DC-IN-lampje brandt wanneer de computer is
aangesloten op de netadapter, die op zijn beurt aan een voedingsbron is gekoppeld.
Gebruikershandleiding 2-1
Rondleiding
Aan/uit-lampje Het aan/uit-lampje brandt blauw als de computer
aan is. Als u bij Turn Off Computer (Computer uitschakelen) klikt op Sleep Mode (Slaapstand), knippert dit lampje oranje (één seconde aan, twee seconden uit) terwijl de computer in de slaapstand wordt gezet.
Accu-lampje Het accu-lampje toont het ladingsniveau van de
accu: blauw betekent volledig opgeladen, oranje betekent dat de accu wordt opgeladen en knipperend oranje betekent dat de accu bijna leeg is. Raadpleeg hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en
spaarstanden.
Lampje voor schijf Het lampje voor de schijf geeft aan dat de vaste
schijf of het optische schijfstation wordt gebruikt.
Lampje voor kaartsleuf voor meerdere digitale media
Lampje voor draadloze activiteit
Infraroodontvangst­venster
Lampje voor kaartsleuf voor meerdere digitale mediakaarten gaat branden als er toegang tot de kaartsleuf voor meerdere digitale mediakaarten wordt gezocht. (Aanwezig op sommige modellen.)
Geeft aan of het draadloze LAN of Bluetooth actief is. (Aanwezig op sommige modellen.)
Sommige modellen zijn met een infraroodontvangstvenster uitgerust. Dit is een sensorvenster dat signalen van de afstandsbediening ontvangt die bij de computer is geleverd.
Sleuf voor meerdere digitale mediakaarten
Biedt ondersteuning voor een SD-/SDHC­geheugenkaart, MMC-, MEMORY STICK-, MEMORY STICK PRO- en xD-Picture-kaart.
Microfoonaansluiting Op de 3,5-mm mini-microfoonaansluiting kan een
drie-aderige miniplug voor mono-microfooninvoer worden aangesloten.
Aansluiting voor hoofdtelefoon (S/P DIF)
Via deze bus worden analoge audiosignalen uitgevoerd. Deze bus kan ook worden gebruikt als S/P DIF-bus en voor aansluiting van optische digitale apparatuur.
Volumeregelaar Gebruik deze regelaar om het volume van de
stereoluidsprekers of hoofdtelefoon in te stellen.
Gebruikershandleiding 2-2

Linkerkant

De volgende afbeelding illustreert de linkerkant van de computer.
Rondleiding
eSATA/
Poort voor
externe monitor
Poort voor externe monitor
Luchtopeningen
Linkerkant van de computer
eSATA/USB-
combinatiepoort
TV
Out-poort
Universal Serial Bus
LAN-
HDMI-
poort
poort
(USB 2.0)
Op deze 15-pins poort kunt u een extern beeldscherm aansluiten.
Sleuf voor
ExpressCard
i.LINK-poort
(IEEE 1394a)
Luchtopeningen De luchtopeningen dienen om de CPU te
beschermen tegen oververhitting.
U mag de luchtopeningen niet blokkeren. Zorg er ook voor dat er geen voorwerpen, zoals spelden of soortgelijke voorwerpen, in de luchtopeningen terechtkomen die de schakelingen van de computer kunnen beschadigen.
eSATA/USB­combinatiepoort
Universal Serial Bus (USB 2.0)
De eSATA/USB-combinatiepoort ondersteunt de USB 2.0- en eSATA-functie.
Het apparaat is voorzien van Universal Serial Bus-poorten die voldoen aan de USB 2.0­standaard. De poorten met het pictogram ( ) bieden de functie Laden via USB in slaapstand.
ExpressCard-sleuf In deze sleuf kunt u een ExpressCard plaatsen.
Een ExpressCard is een kleine, modulaire, uitbreidingskaart met een PCI Express- en Universal Serial Bus (USB)-interface. De maximale overdrachtssnelheid is 2,5 Gbps. ExpressCard/34- en Express-kaart/54-typen worden ondersteund.
TV Out-poort Sluit een 4-pins S-Video-kabel aan op deze poort
om een NTSC- of PAL-televisiesignaal uit te voeren.
HDMI-poort Met deze poort kunt u een digitale verbinding
maken met een HDTV- of thuisbioscoopontvanger. (Aanwezig op sommige modellen.)
Gebruikershandleiding 2-3
LAN-poort Via deze poort kunt u de computer op een LAN
i.LINK-poort (IEEE1394a)

Rechterkant

De volgende afbeelding illustreert de rechterkant van de computer.
Rondleiding
aansluiten. De adapter heeft ingebouwde ondersteuning voor Fast Ethernet LAN of Gigabit Ethernet (afhankelijk van het aangeschafte model). Zie hoofdstuk 4, Basisbeginselen, voor meer informatie.
Op deze poort kunt u een extern apparaat aansluiten, bijvoorbeeld een digitale videocamera, voor snelle gegevensoverdracht. (Aanwezig op sommige modellen.)
Beveiligingsslot
Gelijkstroomingang
(19 V)
USB-
poorten
Aansluiting
voor modem
of FM-antenne*
ODD-lampje
Noodejectgaatje
Rechterkant van de computer
Ejectknop
* Hier wordt de modempoort afgebeeld.
ODD-lampje Het ODD-lampje brand oranje wanneer de
computer toegang heeft tot het optische station.
Ejectknop Druk op deze knop om de stationslade te openen. Beveiligingsslot Aan deze poort kan een beveiligingskabel worden
bevestigd. Met de optionele beveiligingskabel kunt u de computer aan een bureau of ander groot voorwerp verankeren en tegen diefstal beschermen.
Universal Serial Bus-poorten (USB 2.0)
Het apparaat is voorzien van Universal Serial Bus-poorten die voldoen aan de USB 2.0­standaard. De poorten met het pictogram ( ) bieden de functie Laden via USB in slaapstand.
Gebruikershandleiding 2-4

Achterkant

De volgende afbeelding geeft het achterpaneel van de computer weer.
Rondleiding
Modemaansluiting Met de modemaansluiting kunt u de modem door
middel van een modulaire kabel direct met een telefoonlijn verbinden. (Afhankelijk van het gekochte model.)
Bij onweer dient u de modemkabel uit de
telefoonaansluiting te verwijderen.
Sluit de modem niet op een digitale telefoonlijn
aan. Hierdoor zal het modem schade oplopen.
Aansluiting voor FM-antenne
Noodejectgaatje Druk op deze knop om de stationslade handmatig
Gelijkstroomingang (19 V)
Hier kunt u een FM-antenne op aansluiten. (Afhankelijk van het gekochte model.)
te openen indien het station op onverklaarbare wijze blokkeert of niet meer reageert.
Op deze ingang wordt de netadapter aangesloten. Gebruik alleen het model netadapter dat bij de computer is geleverd. Gebruik van een verkeerd model netadapter kan resulteren in beschadiging van de computer.
Achterkant van de computer
Gebruikershandleiding 2-5

Onderkant

De volgende afbeelding illustreert de onderkant van de computer. Zorg dat het beeldscherm gesloten is voordat u de computer ondersteboven zet.
Rondleiding
Luchtopeningen
Vergrendeling van
de accu-eenheid
De onderkant van de computer
Geheugenmodule
en afdekplaatje voor
draadloos LAN
Accu-eenheid
Afdekplaatje
vaste schijf
Vergrendeling accuhouder
Luchtopeningen De luchtopeningen dienen om de CPU te
beschermen tegen oververhitting.
Geheugenmodule en afdekplaatje voor draadloos LAN
Dit plaatje beschermt twee connectoren voor geheugenmodules - een of twee modules zijn vooraf geïnstalleerd. Raadpleeg de paragraaf
Geheugenuitbreiding in hoofdstuk 8, Optionele apparaten.
Afdekplaatje vaste
Dit plaatje beschermt de vaste schijf.
schijf
Vergrendeling van de accu-eenheid
Duw deze schuif opzij, zodat de accu-eenheid verwijderd kan worden.
Accu-eenheid De accu-eenheid voorziet de computer van
stroom wanneer de netadapter niet is aangesloten. Raadpleeg hoofdstuk 6
Stroomvoorziening en spaarstanden voor
uitgebreide informatie over de accu-eenheid.
Vergrendeling accuhouder
Duw deze schuif opzij en houd de schuif vast om de accu-eenheid vrij te geven. Raadpleeg hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en spaarstanden, voor uitgebreide informatie over het verwijderen van de accu-eenheid.
Gebruikershandleiding 2-6

Voorkant met geopend beeldscherm

Deze paragraaf beschrijft de voorkant van de computer met geopend beeldscherm. Raadpleeg de desbetreffende illustratie voor details. Als u het beeldscherm wilt openen, tilt u de voorkant van het scherm omhoog. Zet het scherm in een stand waar u er goed zicht op hebt.
Lampje van
Beeldscherm
Draadloos
LAN
Antenne*
Luidspreker
webcamera*
De voorkant van de computer met geopend beeldscherm
Webcamera*
* Aanwezig op sommige modellen.
Wees voorzichtig met uw computer om krassen of andere schade te voorkomen.
Ingebouwde
microfoon*
Aan/uit-knop*
Knop Dempen*
CD/DVD-knop*
Knop Afspelen/Pauze*
Knop Stop*
Knop Vorige*
Knop Volgende*
Sensor voor
Bedieningsknoppen
vingerafdrukken*
voor touchpad
Rondleiding
Luidspreker
TouchPad
Luidsprekers Via de luidsprekers kunt u het geluid horen dat door
uw software wordt gegenereerd, en de geluidssignalen die door het systeem worden gegenereerd, bijvoorbeeld als de accu bijna leeg is.
Beeldscherm De LCD toont contrastrijke tekst en afbeeldingen.
Raadpleeg bijlage B, Beeldschermcontroller. Als de computer door de netadapter wordt gevoed, ziet het scherm er minder helder uit dan bij gebruik van de accu. Het lagere helderheidsniveau dient om accu-energie te besparen.
Lampje van webcamera
Het lampje van de webcamera geeft aan of de webcamera werkt of niet. (Aanwezig op sommige modellen.)
Gebruikershandleiding 2-7
Rondleiding
Webcamera Maak een foto of verzend de afbeelding naar
internetcontactpersonen. (Aanwezig op sommige modellen.)
Ingebouwde microfoon
De microfoon wordt gebruikt met de webcamera om te praten met andere webcameragebruikers en om berichten op te nemen op Windows Media.
Aan/uit-knop Schakelt de computer in en uit en stelt de
(zuinige) slaapstand in en uit.
Knop Dempen Druk op deze knop om het geluid in of uit te
schakelen.
CD/DVD-knop Als u op deze knop drukt, wordt er een
toepassingsprogramma gestart waarmee u CD's of DVD's kunt afspelen. De toepassing die wordt gestart, verschilt per model: Windows Media Player/TOSHIBA DVD PLAYER.
Knop Afspelen/Pauze Druk op deze knop om te beginnen met het
afspelen van een audio-CD, DVD-film of digitaal audiobestand. Deze knop fungeert tevens als pauzeknop.
(Aanwezig op sommige modellen.)
Knop Stop Hiermee wordt het afspelen van de CD, DVD of
digitale audio stopgezet. (Aanwezig op sommige modellen.)
Knop Vorige Hiermee gaat u terug naar het vorige nummer,
hoofdstuk of digitale bestand. Zie hoofdstuk 4,
Basisbeginselen, voor meer informatie.
(Aanwezig op sommige modellen.)
Knop Volgende Hiermee gaat u vooruit naar het volgende
nummer, hoofdstuk of digitale bestand. Zie hoofdstuk 4, Basisbeginselen, voor meer informatie. (Aanwezig op sommige modellen.)
TouchPad Met het touchpad in het midden van de polssteun
kunt u de schermaanwijzer verplaatsen.
Gebruikershandleiding 2-8
Rondleiding
Sensor voor vingerafdrukken
Bedieningsknoppen voor touchpad

Optisch station

Voor de aansturing van de optische schijf wordt een ATAPI-interfacecontroller gebruikt. Zodra de computer toegang krijgt tot een optische schijf, gaat het lampje op het station branden.
Wanneer u gewoon uw vinger over de sensor voor vingerafdrukken haalt, worden de volgende functies ingeschakeld: Aanmelden bij Windows en toegang tot een beveiligde webpagina via IE (Internet Explorer), bestanden en mappen kunnen worden gecodeerd/gedecodeerd en toegang tot deze bestanden en mappen door derden wordt voorkomen. De wachtwoordbeveiliging van de schermbeveiliging uitschakelen bij terugkeer uit de energiebesparende stand (slaapstand). Verificatie tijdens de systeemstart en de functie Single Touch Boot. Verificatie van gebruikerswachtwoord en vasteschijfwachtwoord terwijl de computer wordt opgestart. Raadpleeg de paragraaf De sensor voor
vingerafdrukken gebruiken (de sensor voor vingerafdrukken is meegeleverd bij sommige modellen) in Hoofdstuk 4, Basisbeginselen.
(Aanwezig op sommige modellen.) Hiermee kunt u menuopties selecteren en
bewerkingen uitvoeren op tekst en afbeeldingen die u met de schermaanwijzer hebt geselecteerd. Raadpleeg de paragraaf Touchpad gebruiken in hoofdstuk 4, Basisbeginselen.
Regiocodes voor DVD-station en media
Optische schijfstations en de bijbehorende media worden vervaardigd conform de specificaties van zes verkoopgebieden. Om problemen bij het afspelen van DVD-video's te voorkomen dient u bij de aanschaf van DVD-Video-schijven te controleren of de schijven geschikt zijn voor de regio van uw station.
Code Regio 1 Canada, Verenigde Staten 2 Japan, Europa, Zuid-Afrika, Midden-Oosten 3 Zuidoost-Azië, Oost-Azië 4 Australië, Nieuw-Zeeland, Stille-Oceaaneilanden,
5 Rusland, Indisch subcontinent, Afrika, Noord-
6 China
Gebruikershandleiding 2-9
Midden-Amerika, Zuid-Amerika, Caraïbisch gebied
Korea, Mongolië
Beschrijfbare schijven
In deze paragraaf worden de verschillende soorten beschrijfbare CD's en DVD's beschreven. Controleer in de specificaties voor uw station welke schijftypen kunnen worden beschreven. Raadpleeg hoofdstuk 4,
Basisbeginselen.
CD's
CD-R-schijven kunnen slechts eenmaal worden beschreven. De
opgenomen gegevens kunnen niet worden gewist of veranderd.
CD-RW- ofwel CD-Rewritable-schijven kunnen meer dan één keer
worden beschreven. Gebruik multispeed CD-RW's (1x, 2x of 4x) of high-speed 4- tot 10-speed schijven. De schrijfsnelheid van ultra-speed CD-RW's is maximaal 24-speed. (Ultra-speed wordt alleen ondersteund door het DVD-ROM- en CD-R/RW-station.)
DVD's
DVD-R's, DVD+R's, DVD-R DL- en DVD+R DL-schijven kunnen slechts
één keer worden beschreven. De opgenomen gegevens kunnen niet worden gewist of veranderd.
DVD-RW-, DVD+RW- en DVD-RAM-schijven kunnen meermaals
worden beschreven.
DVD Super Multi-station
In de DVD Super Multi-stationsmodule van volledige grootte kunt u zonder adapter gegevens op beschrijfbare CD's/DVD's vastleggen en CD’s/DVD’s van 12 cm (4,72 inch) of 8 cm (3,15 inch) lezen.
Rondleiding
In het midden van een schijf is de leessnelheid lager dan aan de buitenrand.
DVD lezen 8-speed (maximaal)
DVD-R schrijven 8-speed (maximaal)
DVD-RW schrijven 6-speed (maximaal)
DVD+R schrijven 8-speed (maximaal)
DVD+RW schrijven 8-speed (maximaal)
DVD-R (DL) schrijven 6-speed (maximaal)
DVD+R (DL) schrijven 6-speed (maximaal)
DVD-RAM schrijven 5-speed (maximaal)
CD lezen 24-speed (maximaal)
CD-R schrijven 24-speed (maximaal)
CD-RW schrijven 16-speed (maximaal, ultra-speed media)
Gebruikershandleiding 2-10

Netadapter

De netadapter zet wisselstroom om in gelijkstroom en reduceert de spanning die aan de computer wordt geleverd. De netadapter kan zich automatisch aanpassen aan elke spanning tussen 100 en 240 Volt en aan een frequentie van 50 of 60 Hertz, waardoor u de computer in praktisch elk land of gebied kunt gebruiken.
Als u de accu wilt opladen, dient u de netadapter op een voedingsbron en op de computer aan te sluiten. Zie hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en
spaarstanden, voor meer informatie.
Rondleiding
De netadapter
Gebruikershandleiding 2-11
Gebruik alleen de netadapter die bij de computer is geleverd of een
equivalente optionele adapter. Gebruik van een onjuiste netadapter kan leiden tot beschadiging van de computer. TOSHIBA aanvaardt in een dergelijk geval geen aansprakelijkheid voor eventuele schade.
Gebruik alleen de netadapter die bij de computer is geleverd, of een
equivalente, compatibele netadapter. Gebruik van andere typen netadapters (mogelijk met een andere spanning) kan resulteren in beschadiging van de computer, storingen en/of gegevensverlies. TOSHIBA aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade, computerstoringen of gegevensverlies veroorzaakt door het gebruik van een incompatibele adapter.
Gebruik alleen de netadapter die als accessoire is meegeleverd. Andere netadapters hebben een ander voltage en een andere uitgangspolariteit, en kunnen heet worden, rook produceren of zelfs beschadigingen of brand veroorzaken.

Afstandsbediening (geleverd bij sommige modellen)

Met een afstandsbediening, die bij sommige modellen is geleverd, kunt u een aantal functies van de computer op afstand bedienen.
De afstandsbediening kan worden gebruikt in combinatie met Media Center voor het afspelen van CD's, DVD's en video's, en voor het bekijken van foto's.
Met de afstandsbediening kunt u het afspelen van een film via Media Center regelen.
Gebruiksmogelijkheden voor de afstandsbediening:
Alle schermen in Media Center navigeren en bedienen.
De video bedienen.
De computer in de slaapstand zetten en er weer uit halen.
Rondleiding
Gebruikershandleiding 2-12
Slanke afstandsbediening
Rondleiding
DVD Menu
Volume +
Volume -
OK
Dempen
Back
Start
Rewind
Terugspelen
CD/DVD-
knop
LCD-helderheid
verlagen
Stop
LCD-
helderheid
Voeding
Lampje aan/uit
Pijlen
Verdere bijzonderheden
Snel vooruitspoelen Afspelen/Pauze
Overslaan
CD/DVD-knop Met een druk op deze knop start u een toepassing
waarmee u Windows Media Player/DVD Video Player kunt gebruiken.
Helderheid verlagen Hiermee wordt de helderheid van het LCD-scherm
stapsgewijs verlaagd.
Helderheid verhogen Hiermee wordt de helderheid van het LCD-scherm
stapsgewijs verhoogd.
Voed ing Hiermee wordt het besturingssysteem gestart of
afgesloten. Deze knop werkt net als de aan/uit-knop van uw computer. De slaapstand werkt standaard net zo als het uitschakelen van uw computer. Als u de instelling wilt wijzigen, klikt u op Start Control
panel (Configuratiescherm) System and Maintenance (Systeem en onderhoud) Power Options (Energiebeheer) Choose what the Power button does (Kies wat de aan/uit-knop
doet). U kunt kiezen uit de volgende vier opties: Do nothing (Niets doen), Sleep (Slaapstand), Hibernate (Zuinige slaapstand) en Shut down (Uitschakelen).
Volu m e + Hiermee verhoogt u het volume tijdens het
bekijken van DVD's of het terugspelen van CD's.
Volu m e - Hiermee verlaagt u het volume tijdens het
bekijken van DVD's of het terugspelen van CD's.
Gebruikershandleiding 2-13
Rondleiding
DVD-menu Hiermee opent u het hoofdmenu van een DVD-film,
indien beschikbaar.
Pijlen Hiermee beweegt u de cursor voor navigatie
binnen de Media Center-vensters.
OK Hiermee selecteert u de gewenste actie of
schermoptie. Dezelfde functie als ENTER.
Lampje aan/uit Druk op deze knop om de verlichting van de
lampjes in of uit te schakelen.
Dempen Hiermee schakelt het geluid van de computer uit.
Back Hiermee wordt het vorige scherm weergegeven.
Meer informatie Via deze knop krijgt u meer informatie.
Start Hiermee opent u Media Center in het
hoofdscherm.
Rewind Hiermee spoelt u het medium (video, DVD,
muziek, enzovoort) terug.
Afspelen/pauze Hiermee speelt u het geselecteerde medium af.
Deze knop fungeert tevens als pauzeknop.
Snel vooruitspoelen Hiermee spoelt u het medium (video, DVD,
muziek, enzovoort) vooruit.
Terugspelen Hiermee springt het medium terug (zeven
seconden bij video's, één muzieknummer of één DVD-hoofdstuk per keer).
Stop Hiermee stopt u het medium dat op dat moment
speelt.
Overslaan Hiermee springt het medium vooruit (30 seconden bij
video's, één muzieknummer of één DVD-hoofdstuk).
Gebruikershandleiding 2-14
Gebruik van de afstandsbediening
Sommige computers worden geleverd met een afstandsbediening, waarmee een aantal functies van de computer op afstand kan worden bediend.
De afstandsbediening is speciaal ontworpen voor deze computer.
De afstandsbediening ondersteunt mogelijk een aantal toepassingen niet.
Gebruiksbereik van de afstandsbediening
Richt de afstandsbediening op de computer en druk op een toets. De werkzame hoek en afstand staan hierna beschreven.
Afstand Binnen 5 meter van het infraroodontvangstvenster. Hoek Tussen ongeveer 30 graden horizontaal en
ongeveer 15 graden verticaal loodrecht op het infraroodontvangstvenster.
Rondleiding
30 graden
15 graden (verticaal)
Infraroodontvangstvenster
Gebruikershandleiding 2-15
30 graden
Afstandsbediening
Gebruiksbereik van de afstandsbediening
5 m
Zelfs binnen de effectieve afstand zoals hierboven beschreven, kan in de volgende gevallen de afstandsbediening niet of niet goed werken.
Wanneer tussen het infraroodontvangstvenster van de computer en de
afstandsbediening een obstakel staat.
Wanneer direct zonlicht of sterk fluorescerend licht op het
infraroodontvangstvenster valt.
Als het infraroodontvangstvenster of het infrarood straaldeel van de
afstandsbediening vuil is.
Wanneer er in de buurt van uw computer wordt gewerkt met andere
computers die een infraroodafstandsbediening gebruiken.
Als de batterijen bijna leeg zijn.
Plaatsen/Verwijderen van batterijen
Zorg dat u de meegeleverde batterijen van het type CR2016 plaatst voordat u de afstandsbediening gebruikt. De procedure voor het plaatsen en verwijderen van de batterijen verschilt per type afstandsbediening. Controleer het type en plaats of verwijder dan de batterijen volgens de instructies.
Bewaar de batterij voor de afstandsbediening buiten het bereik van kinderen. Een kind kan stikken als het een batterij inslikt. Mocht dit gebeuren, waarschuw dan direct een arts.
Rondleiding
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht wanneer u de batterij van de afstandsbediening gebruikt.
Gebruik geen andere batterijen dan de aangegeven batterijen.
Plaats de batterijen met de positieve (+) en negatieve pool (-) in de
juiste richting.
De batterij niet herladen, verhitten, uit elkaar halen of kortsluiten, of aan
vuur blootstellen.
Gebruik geen batterijen waarvan de houdbaarheidsdatum is verstreken
of die geheel leeg zijn.
Gebruik geen verschillende soorten batterijen of oude en nieuwe
batterijen door elkaar.
Vervoer de batterij niet samen met metalen kettingen, haarspelden of
metalen onderdelen.
Bij het opbergen of weggooien van batterijen dient u de polen (+ en -)
met isolatietape te bedekken om kortsluiting te voorkomen.
Bij het niet naleven van deze voorzorgsmaatregelen kan verhitting, lekkage of ontploffing voorkomen. Hierdoor kunnen brandwonden of ander letsel ontstaan. Wanneer de huid of kleding aan batterijvloeistoffen wordt blootgesteld, moet u die onmiddellijk wassen met schoon water. Wanneer batterijvloeistof in de ogen komt, moet u onmiddellijk spoelen met schoon water en een arts consulteren. Raak de batterijvloeistof op instrumenten of apparaten niet met blote handen aan. Veeg de vloeistof af met een doek of papieren handdoek.
Gebruikershandleiding 2-16
Rondleiding
Het soort batterij dat kan worden gebruikt voor de afstandsbediening
Wanneer de meegeleverde batterijen leeg zijn, vervangt u deze door de juiste batterijen. U kunt batterijen van het type CR2016 gebruiken. Andere soorten batterijen mogen niet worden gebruikt.
De batterijen plaatsen
1. Open de batterijklep aan de achterzijde van de afstandsbediening.
Batterijklep
Open de batterijklep
2. Plaats de batterijen met de polariteiten in de juiste positie. Druk de
batterij naar beneden tot het klemmetje en duw de batterij naar voren, zodat deze in de batterijhouder past.
AccuKlemmetje
De batterijen plaatsen
3. Sluit de batterijklep Sluit de klep goed tot het klikt.
De batterijklep sluiten
De batterijen vervangen
Wanneer de batterijen in de afstandsbediening bijna leeg zijn, is het mogelijk dat de afstandsbediening niet goed of alleen op korte afstand van de computer werkt. In dat geval dient u de batterijen te vervangen door nieuwe.
Gebruikershandleiding 2-17
Slanke afstandsbediening
1. Open de batterijklep aan de achterzijde van de afstandsbediening.
2. Houd het klemmetje ingedrukt en schuif de batterij uit de batterijhouder.
AccuKlemmetje
De batterijen verwijderen
3. Plaats de batterij op de juiste plaats. Plaats de batterijen met de polariteiten
in de juiste positie. Druk de batterij naar beneden tot het klemmetje en duw de batterij naar voren, zodat deze in de batterijhouder past.
4. Sluit de batterijklep Sluit de klep goed tot het klikt.
De slanke afstandsbediening plaatsen
Een slanke afstandsbediening in het apparaat plaatsen
Volg de onderstaande stappen als u de slanke afstandsbediening wilt plaatsen.
1. Zorg ervoor dat de ExpressCard-sleuf leeg is.
2. Zorg dat de voorkant naar boven wijst en plaats de slanke
afstandsbediening.
Rondleiding
Slanke
afstandsbediening
De slanke afstandsbediening in het apparaat plaatsen
3. Duw de kaart voorzichtig aan tot deze vastzit.
Een slanke afstandsbediening verwijderen
Volg de onderstaande stappen als u de slanke afstandsbediening wilt verwijderen.
1. Druk de slanke afstandsbediening licht in om de kaart een stukje uit te
schuiven.
2. Trek de slanke afstandsbediening uit de sleuf.
Gebruikershandleiding 2-18
Aan de slag
Dit hoofdstuk verschaft basisinformatie aan de hand waarvan u met uw computer aan de slag kunt. De volgende onderwerpen worden behandeld:
Lees ook de Instructiegids voor veiligheid en comfort. In deze gids wordt productaansprakelijkheid toegelicht.
De accu-eenheid installeren
De netadapter aansluiten
Het beeldscherm openen
De computer inschakelen
Windows Vista™ installeren
De computer uitschakelen
Computer opnieuw opstarten
Opties voor systeemherstel
De vooraf geïnstalleerde software herstellen
Lees in elk geval de paragraaf Windows Vista installeren.
Aan de slag
Hoofdstuk 3

De accu-eenheid installeren

Om een accu te installeren voert u de volgende stappen uit.
De accu-eenheid bestaat uit een lithium-ion-batterij. Indien de batterij
onjuist wordt vervangen, gebruikt, gehanteerd of afgedankt, bestaat ontploffingsgevaar. Houd u bij het afdanken van de accu aan de plaatselijke verordeningen of voorschriften. Gebruik alleen accu's die door TOSHIBA zijn aanbevolen.
Raak de ontgrendelingsschuif van de accuhouder niet aan wanneer u
de computer vasthoudt. Als u de schuif per ongeluk opzij duwt, komt de accu te vallen en kunt u zich bezeren.
Druk niet op de Aan/uit-knop voordat u de accu-eenheid installeert.
1. Schakel de computer uit.
2. Ontkoppel alle kabels van de computer.
3. Plaats de accu-eenheid. De accu-ontgrendelingsschuif klikt op zijn plaats.
Gebruikershandleiding 3-1
Aan de slag
4. Zet de vergrendeling van de accu-eenheid vast om ervoor te zorgen dat
de accu op zijn plaats wordt vastgezet. Als u de accu later wilt verwijderen, moet u eerst deze vergrendeling opheffen.
Vergrendeling
van de
accu-eenheid
Raadpleeg het gedeelte De accu-eenheid verwijderen in hoofdstuk 6,
Stroomvoorziening en spaarstanden, voor informatie over het verwijderen
van de accu-eenheid.

De netadapter aansluiten

Sluit de netadapter aan wanneer u de accu moet opladen of via de netvoeding wilt werken. Dit is tevens de snelste manier om met de computer aan de slag te gaan, omdat de accu-eenheid eerst moet worden opgeladen voordat u de computer hiermee van stroom kunt voorzien.
De netadapter kan worden aangesloten op elke voedingsbron van 100 tot 240 V en 50 of 60 Hz. Raadpleeg hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en
spaarstanden, voor informatie over het opladen van de accu-eenheid met
de netadapter.
Gebruik alleen de netadapter die als accessoire is geleverd. Andere netadapters hebben een ander voltage en andere uitgangspolariteit, en kunnen heet worden, rook produceren of zelfs beschadigd raken of brand veroorzaken.
De accu-eenheid vastzetten
Accuont­grendelings­schuif
Gebruikershandleiding 3-2
Aan de slag
Gebruik alleen de netadapter die bij de computer is geleverd, of een
soortgelijke, compatibele netadapter. Gebruik van een incompatibele adapter kan resulteren in beschadiging van de computer. TOSHIBA aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade die is veroorzaakt door het gebruik van een incompatibele adapter.
Wanneer u de netadapter op de computer aansluit, dient u de stappen
exact in de hier beschreven volgorde uit te voeren. Het aansluiten van het netsnoer op een stopcontact moet de laatste stap zijn. Als u deze handeling in een eerder stadium verricht, kan de gelijkstroomuitgangsstekker van de netadapter onder stroom komen te staan, waardoor u het risico van een elektrische schok of persoonlijk letsel loopt. Raak voor de veiligheid geen metalen onderdelen aan.
1. Sluit het netsnoer aan op de netadapter.
Het netsnoer aansluiten op de netadapter
2. Plaats de gelijkstroomuitgangsstekker van de netadapter in de
gelijkstroomingang (DC IN 19V) op de achterkant van de computer.
De adapter op de computer aansluiten
3. Sluit het netsnoer op een wandcontactdoos aan.
Gebruikershandleiding 3-3

Het beeldscherm openen

Het LCD-scherm kan in een aantal standen worden gezet voor optimaal kijkgemak.
1. Kantel het scherm omhoog en zet het in de stand waar u er het beste
zicht op hebt.
Wees voorzichtig wanneer u het beeldscherm opent en sluit. Als u het te ruw opent of dichtklapt, bestaat het risico dat u de computer beschadigt.
Aan de slag
Het beeldscherm openen

De computer inschakelen

In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de computer inschakelt.
Nadat u de computer voor het eerst hebt ingeschakeld, dient u hem niet uit te zetten voordat het besturingssysteem is geïnstalleerd. Raadpleeg de paragraaf Windows Vista™ installeren.
Houd de Aan/uit-knop van de computer twee tot drie seconden ingedrukt.
Gebruikershandleiding 3-4
De computer inschakelen

Windows Vista™ installeren

Wanneer u de computer voor het eerst inschakelt, verschijnt het opstartscherm van Microsoft
Volg de aanwijzingen op het scherm.
®
Windows Vista™.
Aan de slag
Lees de Licentie-overeenkomst voor eindgebruikers
van Windows zorgvuldig door.

De computer uitschakelen

U kunt de computer uitschakelen in een van de volgende modi: afsluitmodus (ofwel opstartmodus), zuinige slaapstand of slaapstand.
Afsluitmodus (opstartmodus)
Wanneer u de computer uitschakelt in de afsluitmodus, worden er geen gegevens opgeslagen; bij het opstarten van de computer wordt het hoofdscherm van het besturingssysteem weergegeven.
1. Als u gegevens hebt ingevoerd, slaat u deze op op de vaste schijf.
2. Controleer of er geen schijfactiviteit meer plaatsvindt en verwijder
vervolgens eventuele schijfmedia (CD/DVD).
Controleer of de lampjes van de schijf en het optische station uit zijn. Als u de computer uitzet terwijl er nog schijfactiviteit plaatsvindt, loopt u het risico dat gegevens verloren gaan of de schijf beschadigd raakt.
3. Klik op en vervolgens op de pijl op de knop voor energiebeheer
4. Schakel eventuele randapparaten uit.
Gebruikershandleiding 3-5
. Selecteer Shut Down (Afsluiten) in het menu.
Schakel de computer of randapparaten niet meteen weer in. Wacht even tot alle condensatoren volledig zijn ontladen.
Sleep Mode (Slaapstand)
Als u uw werk moet onderbreken, kunt u de computer uitschakelen zonder de software te hoeven sluiten. De gegevens worden in het hoofdgeheugen van de computer bewaard. Wanneer u de computer weer aanzet, kunt u uw werk hervatten op de plaats waar u was opgehouden.
Wanneer de netadapter is aangesloten, wordt de computer in de
slaapstand gezet conform de instellingen in het dialoogvenster Power Options (Energiebeheer).
Als u de computer uit de slaapstand wilt halen, drukt u op de Aan/uit-
knop of op een willekeurige toets. Laatstbeschreven handeling werkt alleen als de optie Wake-up on Keyboard is ingeschakeld in HW Setup.
Als de computer automatisch in de slaapstand wordt gezet terwijl een
netwerktoepassing actief is, wordt deze toepassing mogelijk niet hersteld wanneer de computer uit de slaapstand wordt gehaald.
Als u wilt voorkomen dat de computer automatisch in de slaapstand wordt
gezet, schakelt u de slaapstand uit in Power Options (Energiebeheer). Hierna voldoet de computer echter niet langer aan de Energy Star-richtlijnen.
Vergeet niet uw gegevens op te slaan alvorens de computer in de
slaapstand te zetten.
Wanneer de computer in de slaapstand staat, dient u geen
geheugenmodule te installeren of te verwijderen. Doet u dit toch, dan bestaat het risico dat de computer of de module schade oploopt.
Verwijder de accu-eenheid niet terwijl de computer in de slaapstand
staat (tenzij de computer op een stopcontact is aangesloten). In dat geval zullen gegevens in het geheugen verloren gaan.
Aan de slag
Voordelen van de slaapstand
De slaapstand biedt de volgende voordelen:
De vorige werkomgeving wordt sneller hersteld dan met de slaapstand.
De functie bespaart energie door het systeem af te sluiten wanneer geen
hardwareactiviteit plaatsvindt of de computer geen invoer ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de slaapstandfunctie van het systeem.
U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
Gebruikershandleiding 3-6
Aan de slag
De slaapstand inschakelen
U kunt de slaapstand op een van de volgende drie manieren activeren:
Klik op Start en vervolgens op de aan/uit-knop ( ) bij de knoppen
voor energiebeheer ( ). Let erop dat deze functie moet worden ingeschakeld via Energiebeheer
(klik hiervoor op Control Panel (Configuratiescherm)  System and Maintenance (Systeem en onderhoud) Power Options (Energiebeheer)).
Klik op , klik op de aan/uit-knop bij de knoppen voor
energiebeheer of klik op de pijl en selecteer Sleep (Slaapstand) in het menu.
Sluit het venster met beeldscherminstellingen. Deze functie moet
ingeschakeld zijn. Zie Power Options (Energiebeheer) (klik hiervoor op Control Panel (Configuratiescherm)  System and Maintenance (Systeem en onderhoud) Power Options (Energiebeheer)).
Wanneer u de computer opnieuw inschakelt, kunt u uw werk hervatten op het punt waar u was opgehouden toen u de computer afsloot.
U kunt de slaapstand ook activeren door op Fn + F3 te drukken. Raadpleeg hoofdstuk 5, Het toetsenbord, voor meer informatie.
Wanneer de computer in de slaapstand wordt afgesloten, gaat het
aan/uit-lampje oranje knipperen.
Als u de computer via de accu gebruikt, kunt u de gebruiksduur
verlengen door af te sluiten in de zuinige slaapstand, aangezien de slaapstand meer energie gebruikt.
Beperkingen van de slaapstand
In de volgende omstandigheden werkt de slaapstand niet:
De computer wordt onmiddellijk na het afsluitproces weer aangezet.
Geheugenschakelingen zijn blootgesteld aan statische elektriciteit of
elektrische ruis.
Zuinige slaapstand
De zuinige slaapstand zorgt ervoor dat de inhoud van het geheugen wordt opgeslagen wanneer de computer wordt uitgeschakeld. De volgende keer dat de computer wordt aangezet, wordt de vorige toestand hersteld. De status van randapparaten wordt bij het inschakelen van de zuinige slaapstand niet opgeslagen.
Gebruikershandleiding 3-7
Aan de slag
Sla uw gegevens op. Wanneer de zuinige slaapstand wordt
geactiveerd, wordt de inhoud van het geheugen op de vaste schijf opgeslagen. U kunt uw gegevens voor de zekerheid echter het beste handmatig opslaan.
Als u de accu verwijdert of de netadapter ontkoppelt voordat het
opslagproces is voltooid, gaan gegevens verloren. Wacht tot het schijflampje uitgaat.
Wanneer de computer in de slaapstand is, dient u geen
geheugenmodule te installeren of te verwijderen. Doet u dit toch, dan gaan de gegevens verloren.
Voordelen van de slaapstand
De slaapstand biedt de volgende voordelen.
Wanneer de computer automatisch wordt afgesloten omdat de accu
bijna leeg is, worden gegevens op de vaste schijf opgeslagen.
Na het inschakelen van de computer kunt u direct naar uw vorige
werkomgeving terugkeren.
De functie bespaart stroom doordat het systeem wordt afgesloten
wanneer er geen hardwareactiviteit plaatsvindt of de computer geen invoer ontvangt in de tijdsduur die op het tabblad Zuinige slaapstand van het onderdeel Systeem is ingesteld.
U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
De zuinige slaapstand starten
U kunt de zuinige slaapstand ook activeren door op Fn + F4 te drukken. Raadpleeg hoofdstuk 5, Het toetsenbord, voor meer informatie.
Voer de volgende stappen uit om de slaapstand in te schakelen:
1. Klik op .
2. Klik op de pijl bij de knoppen voor energiebeheer .
3. Selecteer Hibernate (Zuinige slaapstand) in het menu.
Automatische slaapstand
Wanneer u op de aan/uit-knop drukt of het beeldscherm sluit, wordt de computer automatisch in de zuinige slaapstand gezet. Eerst dient u echter de juiste instellingen te definiëren door de volgende stappen uit te voeren.
1. Open het Configuratiescherm.
2. Open System and Maintenance (Systeem en onderhoud) en
vervolgens Power Options (Energiebeheer).
3. Selecteer Kies wat de aan/uit-knop doet.
4. Activeer de gewenste slaapstandinstelling voor Als ik op de Aan/uit-
knop druk en Als ik het scherm sluit.
5. Klik op de knop Save changes (Wijzigingen opslaan).
Gebruikershandleiding 3-8
Gegevensopslag in de zuinige slaapstand
Zodra u de computer in de zuinige slaapstand afsluit, worden de gegevens uit het geheugen op de vaste schijf opgeslagen, wat enkele ogenblikken zal duren. Gedurende deze tijd brandt het schijflampje.
Nadat u de computer hebt uitgeschakeld en het geheugen op de vaste schijf is opgeslagen, dient u eventuele randapparaten uit te schakelen.
Schakel de computer of randapparaten niet meteen weer in. Wacht even tot alle condensatoren volledig zijn ontladen.

Computer opnieuw opstarten

In bepaalde omstandigheden moet u het systeem opnieuw instellen (ofwel een reset uitvoeren), bijvoorbeeld: Bijvoorbeeld:
als u bepaalde computerinstellingen hebt gewijzigd;
als er een fout optreedt en de computer niet reageert op
toetsenbordopdrachten.
Er zijn drie manieren om de computer opnieuw in te stellen:
1. klik op en vervolgens op de pijl bij de knoppen voor
energiebeheer en selecteer Restart (Opnieuw opstarten) in het menu.
2. Druk op Ctrl + Alt + Del om het menuvenster weer te geven en
selecteer vervolgens Restart (Opnieuw opstarten) in de opties voor Shut Down (Afsluiten).
3. Druk op de Aan/uit-knop en houd deze knop circa 5 seconden
ingedrukt. Als de computer zichzelf heeft uitgeschakeld, wacht u 10 tot 15 seconden voordat u de computer weer inschakelt door op de aan/ uit-knop te drukken.
Aan de slag

Opties voor systeemherstel en de vooraf geïnstalleerde software herstellen

Opties voor systeemherstel
Een verborgen partitie van circa 1,5 GB op de vaste schijf is toegewezen voor de opties voor systeemherstel.
Deze partitie herstelt bestanden die kunnen worden gebruikt om het systeem te herstellen in geval van problemen.
De opties voor systeemherstel worden onbruikbaar zodra deze partitie is verwijderd.
Gebruikershandleiding 3-9
Opties voor systeemherstel
De functie System Recovery Options (Opties voor systeemherstel) is geïnstalleerd op de vaste schijf waneer deze door de fabriek wordt geleverd. Het menu voor systeemherstel bevat opties waarmee opstartproblemen kunnen worden gerepareerd, een diagnose kan worden uitgevoerd of het systeem kan worden hersteld.
Raadpleeg Windows Help en ondersteuning voor meer informatie over Opstartherstel.
Bij het oplossen van problemen kunnen de opties voor systeemherstel kunnen ook handmatig worden uitgevoerd.
Ga hierbij als volgt te werk: Volg de aanwijzingen op het scherm.
1. Schakel de computer uit.
2. Schakel de computer in en druk op de toets F8 als het TOSHIBA-
scherm herhaaldelijk wordt weergegeven.
3. Het menu Advanced Boot Options (Geavanceerde opstartopties)
wordt weergegeven. Selecteer Uw computer repareren met behulp van de pijltoetsen en druk op ENTER.
4. Volg de aanwijzingen op het scherm.
De Windows Vista®-functie voor volledige back-up van de pc kan alleen worden gebruik in Windows Vista
®
Business Edition en Ultimate Edition.
Aan de slag

De vooraf geïnstalleerde software herstellen

Afhankelijk van het gekochte model worden er verschillende manieren geboden om de vooraf geïnstalleerde software te herstellen:
Optische herstelschijven maken
De vooraf geïnstalleerde software herstellen met de gemaakte
herstelschijven.
De vooraf geïnstalleerde software herstellen met de herstelschijf
Gebruikershandleiding 3-10
Optische herstelschijven maken
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u herstelschijven maakt.
Vergeet niet de netadapter aan te sluiten wanneer u herstelschijven maakt.
Sluit alle softwareprogramma's behalve de Herstelschijf maken.
Voer geen programma's uit die de processor zwaar belasten, zoals een
schermbeveiliging.
Zorg dat de computer met een volledige stroomvoorziening werkt.
Gebruik geen energiebesparingsfuncties.
Schrijf niet naar de schijf terwijl anti-virussoftware actief is. Wacht tot
het programma klaar is en schakel vervolgens de anti-virussoftware uit en andere programma's die automatisch bestanden controleren op de achtergrond.
Gebruik geen hulpprogramma's, met inbegrip van hulpprogramma's
voor snelle schijftoegang. Doet u dit toch, dan loopt u het risico van storingen of gegevensverlies.
Gebruik tijdens het (her)schrijven van de schijf niet de afsluit-/
afmeldprocedure of de slaapstand/sluimerstand.
Plaats de computer op een vlak, horizontaal oppervlak en vermijd plaatsen
waar trillingen waarneembaar zijn, zoals auto's, treinen en vliegtuigen.
Plaats uw computer niet op een onstabiele tafel of een ander onstabiel
oppervlak.
Er wordt een herstelimage van de software op uw computer opgeslagen op de vaste schijf, en deze kan worden gekopieerd naar een DVD door middel van de volgende stappen:
1. Zorg dat u een lege DVD hebt.
2. De toepassing biedt u de mogelijkheid om uit een groot aantal
verschillende media te kiezen waarnaar de herstelimage kan worden gekopieerd, zoals DVD-R, DVD-RW, DVD+R, DVD+RW.
Aan de slag
Sommige van de bovenstaande media zijn mogelijk niet compatibel met het optische schijfstation van uw computer. Daarom dient u, voordat u verder gaat, te controleren of het optische schijfstation het lege medium ondersteunt dat u hebt gekozen.
3. Schakel uw computer in en wacht totdat het Windows Vista®-
besturingssysteem op de vaste schijf op de gebruikelijke manier is opgestart.
4. Plaats het eerste lege medium in de lade van het optische schijfstation.
5. Dubbelklik op het pictogram voor het maken van herstelschijven op
het bureaublad van Windows Vista
®
of selecteer de toepassing in het
menu Start.
6. Kies nadat de toepassing is gestart het type medium en de titel die u
naar het medium wilt kopiëren. Klik vervolgens op de knop Maken.
7. Volg de aanwijzingen op het scherm. Uw herstelschijven worden gemaakt.
Gebruikershandleiding 3-11
Aan de slag
De vooraf geïnstalleerde software herstellen met de gemaakte herstelschijven
Als de vooraf geïnstalleerde bestanden zijn beschadigd, kunt u de gemaakte herstelschijven gebruiken om de fabrieksinstellingen van de computer te herstellen. Volg de onderstaande stappen als u deze herstelbewerking wilt uitvoeren:
Als u het geluid hebt gedempt door op Fn + ESC te drukken, schakel het geluid dan in, zodat geluiden hoorbaar zijn voordat u het herstelproces start. Raadpleeg hoofdstuk 5, Het toetsenbord, voor meer informatie.
Wanneer u het Windows-besturingssysteem opnieuw installeert, wordt de vaste schijf opnieuw geformatteerd, waardoor alle gegevens erop verloren gaan.
1. Plaats de herstelschijf in het optische station en schakel de computer uit.
2. Houd de toets F12 op het toetsenbord ingedrukt en schakel de
computer in. Wanneer het scherm met het TOSHIBA-logo verschijnt, laat u de toets F12 los.
3. Gebruik de cursortoetsen om het CD-ROM-pictogram te selecteren in
het menu. Raadpleeg het gedeelte Opstartprioriteit in hoofdstuk 7, HW Setup & BIOS Setup voor meer informatie.
4. Er wordt een menu weergegeven waarin u de instructies moet uitvoeren.
De vooraf geïnstalleerde software herstellen met de herstelschijf
Op uw gegevensstation vindt u mogelijk de map "HDDRecovery". Deze map bevat bestanden waarmee u uw systeem kunt herstellen naar de oorspronkelijk geïnstalleerde fabrieksstand.
Als u vervolgens uw vaste schijf opnieuw gebruiksklaar maakt, dient u geen partities te wijzigen, verwijderen of toe te voegen op een andere manier dan wordt vermeld in de handleiding. Als u dit wel doet, is er mogelijk geen ruimte beschikbaar voor de vereiste software.
Bovendien kunt u mogelijk uw computer niet installeren als u een partitieprogramma van derden gebruikt om partities op uw vaste schijf opnieuw te configureren.
Als u het geluid hebt gedempt door op Fn + ESC te drukken, schakel het geluid dan in, zodat geluiden hoorbaar zijn voordat u het herstelproces start. Raadpleeg hoofdstuk 5, Het toetsenbord, van de onlinehandleidingvoor meer informatie.
Gebruikershandleiding 3-12
Aan de slag
Vergeet niet de netadapter aan te sluiten. U hebt anders mogelijk niet genoeg accuvermogen tijdens de herstelprocedure.
Wanneer u het Windows-besturingssysteem opnieuw installeert, wordt de vaste schijf opnieuw geformatteerd, waardoor alle gegevens erop verloren gaan.
1. Schakel de computer uit.
2. Schakel de computer in en druk op de toets F8 als het TOSHIBA-scherm
herhaaldelijk wordt weergegeven.
3. Het menu Advanced Boot Options (Geavanceerde opstartopties)
wordt weergegeven. Selecteer Uw computer repareren met behulp van de pijltoetsen en druk op ENTER.
4. Selecteer de gewenste toetsenbordindeling en druk vervolgens op Next
(Volgende).
5. Voor de herstelprocedure dient u zich aan te melden als bevoegd
gebruiker met voldoende rechten.
6. Klik op TOSHIBA HDD Recovery (TOSHIBA harde-schijfherstel) op het
scherm System Recovery Options (Opties voor systeemherstel).
7. Volg de aanwijzingen op het scherm van het dialoogvenster TOSHIBA
HDD Recovery (TOSHIBA harde-schijfherstel).
De computer wordt hersteld naar de fabrieksstand.
Stel uw BIOS in op standaard voordat u de fabrieksinstellingen gaat herstellen!
Gebruikershandleiding 3-13
Basisbeginselen
In dit hoofdstuk worden de grondbeginselen van computergebruik toegelicht. Zo wordt ingegaan op het gebruik van het touchpad, optische stations, geluidssysteem, modem, draadloos LAN en LAN. Verder worden tips gegeven voor het onderhoud van de computer.

Touchpad gebruiken

U gebruikt het touchpad door eenvoudig uw vingertop op het touchpad te plaatsen en te schuiven in de richting waarin u de schermaanwijzer wilt verplaatsen.
Basisbeginselen
Hoofdstuk 4
TouchPad
TouchPad-
besturingsknoppen
Touchpad en besturingsknoppen
De twee knoppen onder het touchpad worden op dezelfde wijze gebruikt als de knoppen op een muis. Druk op de linkerknop om een menuoptie te selecteren of om tekst of afbeeldingen te bewerken die u met de aanwijzer hebt geselecteerd. Druk op de rechterknop om een menu of andere functie weer te geven, afhankelijk van de gebruikte software.
Gebruikershandleiding 4-1
Basisbeginselen
Druk niet te hard op het touchpad en gebruik geen spitse voorwerpen zoals ballpoints. Hierdoor kan het touchpad beschadigd raken.
Sommige functies kunt u activeren door het touchpad zachtjes aan te tikken in plaats van op een besturingsknop te drukken.
Klikken: tik één keer op het touchpad. Dubbelklikken: tik twee keer op het touchpad. Slepen en neerzetten: 1. Houd de linkerbesturingsknop ingedrukt en
beweeg de cursor om het te verplaatsen item te verslepen.
2. Til uw vinger op om het item op de gewenste plaats te zetten.
Schuiven: Verticaal: schuif uw vinger aan de rechterkant
Horizontaal: schuif uw vinger aan de onderkant
van het touchpad omhoog of omlaag.
van het touchpad naar links of rechts.
De sensor voor vingerafdrukken gebruiken
(de sensor voor
vingerafdrukken is meegeleverd bij sommige modellen)
Op dit product is een vingerafdrukhulpprogramma geïnstalleerd waarmee vingerafdrukken kunnen worden vastgelegd en herkend. Als u de id en het wachtwoord vastlegt in het apparaat voor vingerafdrukverificatie, hoeft u het wachtwoord niet meer via het toetsenbord in te voeren. Houd eenvoudig uw vinger tegen de vingerafdruksensor, waarna de volgende functies worden ingeschakeld:
Aanmelden bij Windows en toegang tot een beveiligde webpagina via
IE (Internet Explorer).
Bestanden en mappen kunnen worden gecodeerd/gedecodeerd, zodat
andere gebruikers er geen toegang toe hebben.
Bij terugkeer uit de energiebesparende stand (slaapstand) kan een
schermbeveiliging met wachtwoordbeveiliging worden uitgeschakeld.
Functie voor opstartbeveiliging en functie voor enkelvoudige aanmelding.
Verificatie van gebruikerswachtwoord en vasteschijfwachtwoord terwijl
de computer wordt opgestart.
Als u uw vinger langs de sensor haalt, leest deze uw vingerafdruk.
Gebruikershandleiding 4-2
Uw vinger laten lezen
Als u de volgende stappen uitvoert wanneer u uw vingers over de sensor haalt voor vingerafdrukregistratie of -verificatie om zo fouten te voorkomen:
1. Plaats het eerste vingerkootje op dezelfde hoogte als het midden van
de sensor Raak de sensor zachtjes aan en beweeg uw vinger horizontaal naar u toe.
2. Terwijl u de sensor zachtjes aanraakt, beweegt u uw vinger naar u toe
tot het sensoroppervlak zichtbaar wordt.
3. Zorg dat het midden van de vingerafdruk zich op de sensor bevindt
wanneer u uw vinger langs de sensor haalt.
Beweeg uw vinger over de herkenningssensor
Zorg ervoor dat uw vinger niet stijf is of te hard op de sensor drukt:
het lezen van de vingerafdruk kan mislukken als het midden van de vingerafdruk de sensor niet raakt of als de vinger te hard op de sensor drukt. Zorg dat het midden van de vingertop de sensor raakt voordat u uw vinger over de sensor beweegt.
Controleer waar het midden van de krul op de vingerafdruk zich
bevindt:
De vingerafdruk van de duim bevat een grotere krul, zodat de kans op afwijkingen en vervormingen groter is. Hierdoor wordt de registratie moeilijker en zal het verificatiepercentage afnamen. Controleer altijd waar het midden van de krul in de vingerafdruk zich bevindt, voordat u uw vinger over het midden van de sensor haalt.
Als de vingerafdruk niet wordt gelezen:
er is kans op een mislukte verificatie als u uw vinger te snel of te langzaam over de sensor haalt. Volg de instructies op het scherm om de snelheid van de beweging aan te passen.
Basisbeginselen
Gebruikershandleiding 4-3
Basisbeginselen
Aandachtspunten met betrekking tot de sensor voor vingerafdrukken
Als u zich niet aan deze richtlijnen houdt, kan dit leiden tot (1) beschadiging of storing van de sensor, of (2) problemen met de vingerafdrukherkenning of een lager herkenningspercentage.
Kras of duw niet met uw nagels of andere harde of scherpe voorwerpen
op de sensor.
Drukt niet hard op de sensor.
Raak de sensor niet aan met een natte vinger of natte voorwerpen.
Houd het sensoroppervlak droog en vrij van waterdamp.
Raak de sensor niet aan met een vuile vinger. Kleine vuildeeltjes op
een smerige vinger kunnen krassen op de sensor veroorzaken.
Plak geen stickers op de sensor en schrijft er niet op.
Raak de sensor niet aan met een vinger of een voorwerp met
opgebouwde statische elektriciteit.
Let op het volgende voordat u uw vinger op de sensor plaatst voor opslag, registratie of herkenning van de vingerafdruk.
Was uw handen en droog ze grondig.
Verwijder statische elektriciteit van uw vingers door een metalen
oppervlak aan te raken. Statische elektriciteit is een gangbare oorzaak van sensorstoringen, met name bij droog weer.
Reinig de sensor met een pluisvrije doek. Gebruik geen
reinigingsmiddel om de sensor te reinigen.
Vermijd het volgende wanneer u uw vingerafdruk vastlegt of wilt laten
herkennen aangezien dit kan leiden tot fouten in de opslag of een afname in het herkenningspercentage.
Weke of gezwollen vinger (bijvoorbeeld nadat u een bad hebt genomen)
Verwonde vinger
Natte vinger
Vuile of vettige vinger
Zeer droge huid op de vinger
Doe het volgende als u het slagingspercentage van de vingerafdrukherkenning wilt verbeteren.
Let twee of meer vingers vast.
Leg aanvullende vingers vast als de herkenning vaak mislukt met de
opgeslagen vingers.
Controleer de staat van uw vingers. Het herkenningspercentage neemt
af bij veranderingen in de vinger, zoals verwondingen of ruwe, zeer droge, natte, vuile, vettige, weke of gezwollen vingers. Ook als de vingerafdruk is verzwakt of als de vinger dunner of dikker wordt, kan het herkenningspercentage afnemen.
De vingerafdruk van elke vinger is verschillend en uniek. Let erop dat u
alleen de geregistreerde of opgeslagen vingerafdruk(ken) voor identificatie gebruikt.
Controleer de positie en de snelheid van uw vinger tijdens het bewegen.
Gebruikershandleiding 4-4
Er kunnen maximaal 30-34 vingerafdrukgegevens worden opgeslagen.
De vingerafdrukgegevens worden opgeslagen in het niet-vluchtige
geheugen van de sensor voor vingerafdrukken. Het wordt aangeraden om de vingerafdrukgegevens te verwijderen met behulp van het menu Delete (Verwijderen) in Fingerprint Software Management (Vingerafdrukbeheer) voordat u de computer weggooit.
De vingerafdrukgegevens verwijderen
Opgeslagen vingerafdrukgegevens worden opgeslagen in het niet-vluchtige geheugen in de vingerafdruksensor. Als u de pc aan een ander geeft of weggooit, wordt aanbevolen de volgende bewerkingen uit te voeren.
1. Klik op Start, wijs All Programs (Alle programma's) aan en vervolgens
TrueSuite Access Manager en klik hierop.
2. Het scherm voor de TrueSuite Access Manager-vingerafdruksoftware
wordt weergegeven.
3. Voer uw Windows-wachtwoord in en klik op Next (Volgende) om het
Control Center te openen. U kunt ook uw opgeslagen vinger langs de sensor halen om het Control Center te openen.
4. Klik op Delete All Fingerprints (Alle vingerafdrukken verwijderen).
Beperkingen van de sensor voor vingerafdrukken
De sensor voor vingerafdrukken vergelijkt en analyseert de unieke
eigenschappen van een vingerafdruk.
Er wordt een waarschuwing weergegeven als de herkenning afwijkend
is of binnen een bepaalde tijd niet is geslaagd.
Het herkenningspercentage kan per gebruiker verschillen.
Toshiba garandeert niet dat de technologie voor
vingerafdrukherkenning foutloos is.
Toshiba garandeert niet dat de sensor voor vingerafdrukken de
opgeslagen gebruiker altijd herkent of onbevoegde gebruikers altijd de toegang weigert. Toshiba is niet aansprakelijk voor fouten of beschadigingen die het gevolg kunnen zijn van het gebruik van de software of het hulpprogramma voor vingerafdrukherkenning.
Basisbeginselen
Aandachtspunten met betrekking tot het hulpprogramma voor vingerafdrukken
Als de bestandscoderingsfunctie EFS (Encryption File System) van
Windows Vista™ wordt gebruikt om een bestand te coderen, kan het bestand niet worden gecodeerd met de coderingsfunctie van deze software.
U kunt een reservekopie maken van de vingerafdrukgegevens of de
informatie die is opgeslagen in de Password Bank.
Gebruik het menu Import/Export (Importeren/Exporteren) in Fingerprint
Software Management (Vingerafdrukbeheer).
Gebruikershandleiding 4-5
Raadpleeg tevens het Help-bestand in het hulpprogramma voor
vingerafdrukken voor meer informatie. Dit kunt u op de volgende manier starten:
Klik op Start, wijs All Programs (Alle programma's) aan en
vervolgens TrueSuite Access Manager en klik op Document.
Klik op Start, wijs All Programs (Alle programma's) aan en
vervolgens TrueSuite Access Manager en klik hierop. Het hoofdscherm wordt weergegeven. Klik in de rechterbovenhoek van het scherm op Help.
Configuratieprocedure
Voer de volgende stappen uit als u voor het eerst vingerafdrukverificatie gebruikt.
Registratie van vingerafdrukken
Sla de vereiste verificatiegegevens op met de Fingerprints Enrollment Wizard (Wizard voor vastlegging van vingerafdrukken).
De vingerafdrukverificatie gebruikt dezelfde aanmeldings-id en
hetzelfde wachtwoord dat u Windows gebruikt. Als u geen aanmeldingswachtwoord voor Windows hebt ingesteld, doet u dat voorafgaand aan de registratie.
Er kunnen maximaal 30-34 vingerafdrukpatronen worden geregistreerd.
1. Klik op Start, wijs All Programs (Alle programma's) aan en vervolgens
TrueSuite Access Manager en klik hierop. U kunt ook dubbelklikken
op het pictogram in de taakbalk.
2. Het scherm Enter Windows Password (Voer Windows-wachtwoord in)
wordt weergegeven. Voer een wachtwoord in het veld Enter Windows Password (Voer Windows-wachtwoord in) in. Klik op Volgende.
3. Het scherm van het Control Center wordt weergegeven. Klik op het
pictogram voor niet-opgeslagen vingers boven de vinger.
4. Het venster Fingerprint Enrollment (Vingerafdruk vastleggen) wordt
weergegeven. Bevestig het bericht en klik op Volg ende.
5. Het venster Scanning Practice (Scanoefening) wordt weergegeven. U
kunt nu oefenen en uw vinger over de sensor halen. Wanneer u klaar bent met oefenen, klikt u op Volgende.
6. Het scherm Fingerprint Image Capture (Afbeelding vingerafdruk
vastleggen) wordt weergegeven. Volg de instructies op het scherm en beweeg dezelfde vinger die u hebt geselecteerd in het Control Center (met goede afbeeldingen) drie keer langs de sensor zodat er een vingerafdruksjabloon kan worden gemaakt.
7. Ingeval van een verwonde vinger of een verificatiefout wordt
aanbevolen ook andere vingerafdrukken te registreren. Het volgende bericht wordt weergegeven:
least two fingerprint images.]
minste twee afbeeldingen van uw vingerafdruk vast te leggen) Klik op OK en herhaal stap 3, 4, 5 en 6 met een andere vinger.
[We recommended enrolling at
(Wij raden u aan om ten
Basisbeginselen
Gebruikershandleiding 4-6
Basisbeginselen
Aanmelden bij Windows via vingerafdrukverificatie
In plaats van de gebruikelijke Windows-aanmelding met een id en een wachtwoord, kunt u zich ook bij Windows aanmelden via vingerafdrukverificatie.
Dit is met name handig als de pc door veel gebruikers wordt gebruikt aangezien hierbij de gebruikersselectie kan worden overgeslagen.
Procedure voor vingerafdrukverificatie
1. Start de computer op.
2. Het venster Logon Authorization wordt weergegeven. Haal een van
de geregistreerde vingers over de sensor. Als de verificatie is gelukt, wordt de gebruiker aangemeld bij Windows.
Als de vingerafdrukverificatie mislukt, dient u zich aan te melden met
het Windows-wachtwoord.
Meld u aan met het Windows-wachtwoord als de vingerafdrukverificatie
vijfmaal mislukt. Als u zich wilt aanmelden met het Windows-wachtwoord, voert u dit wachtwoord op de gebruikelijke manier in het
welkomstscherm in.
Er wordt een waarschuwing weergegeven als de verificatie afwijkend is
of binnen een bepaalde tijd niet is geslaagd.
Vingerafdrukverificatie tijdens het opstarten van het systeem
Algemeen
Het systeem voor vingerafdrukverificatie kan worden gebruikt als vervanging van het wachtwoordverificatiesysteem via het toetsenbord tijdens het opstarten.
Als u het vingerafdrukverificatiesysteem niet wilt gebruiken tijdens het opstarten, maar liever een wachtwoord invoert met behulp van het toetsenbord, drukt u op de toets BACKSPACE wanneer het venster Fingerprint System Boot Authentication (Vingerafdrukverificatie bij opstarten) wordt weergegeven. Het scherm waarin u een wachtwoord met het toetsenbord kunt invoeren wordt nu weergegeven.
U moet een gebruikerswachtwoord registreren voordat u
opstartbeveiliging via vingerafdrukken en de aanvullende functie, enkelvoudige aanmelding via vingerafdrukken, kunt gebruiken. Registreer het gebruikerswachtwoord met behulp van TOSHIBA HW Setup.
Als de vingerafdrukverificatie vaker dan vijfmaal mislukt, moet u het
gebruikers- of supervisorwachtwoord handmatig invoeren om de computer te starten.
Haal uw vinger langzaam en met een constante snelheid langs de
sensor. Als het verificatiepercentage hierdoor niet toeneemt, pas dan de snelheid aan.
Als er wijzigingen zijn in de omgeving of instellingen die te maken
hebben met verificatie, moet u de verificatiegegevens opgeven, zoals het gebruikerswachtwoord of het wachtwoord voor de vaste schijf.
Gebruikershandleiding 4-7
Basisbeginselen
De instellingen voor vingerafdrukverificatie tijdens het opstarten inschakelen
U moet uw vingerafdruk vastleggen met TrueSuite Access Manager voordat u de opstartbeveiliging via vingerafdrukken kunt inschakelen en configureren.
Controleer of uw vingerafdruk is vastgelegd voordat u de instellingen configureert.
1. Haal uw vinger over de sensor voor vingerafdrukken. U kunt ook uw
Windows-wachtwoord invoeren en op Next (Volgende) klikken.
2. Klik op Settings (Instellingen).
3. Het scherm Administrator Settings (Beheerdersinstellingen) wordt
weergegeven. Zet een vinkje in "Enable Pre-OS Fingerprint Authentication" (Opstartbeveiliging via vingerafdrukverificatie inschakelen) en klik op OK.
De gewijzigde configuratie voor opstartbeveiliging via vingerafdrukken wordt toegepast wanneer u het systeem opnieuw opstart.
De functie voor enkelvoudige aanmelding via vingerafdrukken
Algemeen
Via deze functie kan de gebruiker zowel de verificatie van het gebruikerswachtwoord (en desgewenst het wachtwoord voor de vaste schijf) uitvoeren als hij zich aanmeldt bij Windows met slechts één vingerafdrukverificatie tijdens het opstarten. De gebruiker moet het gebruikerswachtwoord en het aanmeldingswachtwoord voor Windows registreren voordat de opstartbeveiliging via vingerafdrukken en de functie voor enkelvoudige aanmelding via vingerafdrukken kunnen worden gebruikt. Registreer uw gebruikerswachtwoord met behulp van TOSHIBA HW Setup.
Er is slechts één vingerafdrukverificatie vereist ter vervanging van het gebruikerswachtwoord (en het wachtwoord voor de vaste schijf, indien geselecteerd) en het wachtwoord voor de Windows-aanmelding.
De functie voor enkelvoudige aanmelding via vingerafdrukken inschakelen
U moet uw vingerafdruk vastleggen met het programma TrueSuite Access Manager voordat u enkelvoudige aanmelding via vingerafdrukken kunt inschakelen en configureren. Controleer of de vingerafdruk is geregistreerd voordat u de instellingen configureert.
1. Haal uw vinger over de sensor voor vingerafdrukken. U kunt ook uw
Windows-wachtwoord invoeren en op Next (Volgende) klikken.
2. Klik op Settings (Instellingen).
3. Het scherm Administrator Settings (Beheerdersinstellingen) wordt
weergegeven. Zet een vinkje in "Enable Pre-OS Fingerprint Authentication" (Opstartbeveiliging via vingerafdrukverificatie inschakelen).
Gebruikershandleiding 4-8
4. Zet vervolgens een vinkje in "Enable Single Sign-On Fingerprint
Authentication" (Enkelvoudige aanmelding via vingerafdrukverificatie inschakelen) en klik op OK.
De gewijzigde configuratie voor opstartbeveiliging via vingerafdrukken wordt toegepast wanneer u het systeem opnieuw opstart.
Beperkingen van het hulpprogramma voor vingerafdrukken
TOSHIBA garandeert niet dat de technologie voor het vingerafdrukhulpprogramma volledig veilig of foutloos werkt. TOSHIBA garandeert niet dat het vingerafdrukprogramma onbevoegde gebruikers altijd de toegang weigert. TOSHIBA is niet aansprakelijk voor fouten of beschadigingen die het gevolg kunnen zijn van het gebruik van de software of het hulpprogramma voor vingerafdrukken.

Functie voor USB-slaapstand en laden

Uw computer kan de USB-poort van stroom (5 V gelijkstroom) voorzien, zelfs als de computer is uitgeschakeld. Met uitgeschakeld wordt bedoeld dat de computer in de slaapstand of de sluimerstand staat of volledig is uitgeschakeld.
Deze functie kan alleen worden gebruikt voor poorten die de functie voor laden via USB in slaapstand ondersteunen (hierna "compatibele poorten" genoemd).
Compatibele poorten zijn USB-poorten met het symbool ( ). U kunt de functie "Laden via USB in slaapstand" gebruiken om bepaalde
externe USB-compatibele apparaten op te laden, zoals mobiele telefoons of draagbare digitale muziekspelers.
De functie "Laden via USB in slaapstand" werkt echter mogelijk niet bij bepaalde externe apparaten, zelfs als deze compatibel zijn met de USB-specificatie. Zet in die gevallen de computer aan om het apparaat op te laden.
Basisbeginselen
Gebruikershandleiding 4-9
Basisbeginselen
De functie "Laden via USB in slaapstand" werkt alleen voor
compatibele poorten. Deze functie is standaard uitgeschakeld. U schakelt de functie in door in HW Setup [Disabled] (Uitgeschakeld) te veranderen in [Enabled] (Ingeschakeld).
Als de functie "Laden via USB in slaapstand" in HW Setup is ingesteld
op [Enabled] (Ingeschakeld), krijgen compatibele USB-poorten stroom (5 V gelijkstroom), zelfs als de computer is uitgeschakeld. Er wordt ook stroom (5 V) geleverd aan externe apparaten die op de compatibele USB-poorten zijn aangesloten. Sommige externe apparaten kunnen echter niet alleen via USB-stroom (5 V) worden opgeladen. Neem voor de specificaties van de externe apparaten contact op met de fabrikant van het apparaat of raadpleeg de specificaties van het apparaat voordat u dit gebruikt.
Externe apparaten opladen via de functie 'USB-slaapstand en laden'
duurt langer dan wanneer u de eigen lader van het apparaat gebruikt.
Als externe apparaten zijn aangesloten op compatibele poorten terwijl
de netadapter niet op de computer is aangesloten, zal de accu van de computer leeg raken, zelfs als de computer is uitgeschakeld. Daarom raden wij aan de netadapter op de computer aan te sluiten wanneer u de functie voor laden via USB in slaapstand gebruikt.
Externe apparaten die stroom (5 V) krijgen via de USB-poorten van de
computer, kunnen altijd worden gebruikt.
Als de externe apparaten die op de compatibele poorten zijn aangesloten,
te veel stroom trekken, kan de toevoer van USB-stroom (5 V) uit veiligheidsoverwegingen worden gestopt.
Metalen paperclips of haarspelden genereren warmte als ze in contact komen met een USB-poort. Voorkom daarom dat USB-poorten in contact komen met metalen voorwerpen, bijvoorbeeld wanneer u de computer in een tas draagt.
De functie voor laden via USB in slaapstand in-/uitschakelen
U kunt de functie voor laden via USB in slaapstand in- en uitschakelen in HW Setup. Raadpleeg Functie voor USB-slaapstand en laden in hoofdstuk 7, HW Setup.

De webcamera gebruiken

In deze paragraaf wordt het gebundelde hulpprogramma voor webcams beschreven. Hiermee kunnen foto's en videobeelden worden vastgelegd. De webcamera wordt automatisch ingeschakeld als Windows wordt opgestart.
Verwijder het plastic beschermfolie voordat u de webcamera gaat gebruiken.
Gebruikershandleiding 4-10
Ingebouwde microfoon*
Lampje van webcamera*
Lens van de webcam*
* Aanwezig op sommige modellen
De software gebruiken
De software voor de webcamera is vooraf geconfigureerd om te worden gestart als u Windows Vista inschakelt; als u de software opnieuw moet starten, gaat u naar Start All Programs (Alle programma's) Camera
Assistant Software (Software camerahulp) Camera Assistant Software (Software camerahulp).
Foto's
vastleggen
Video
opnemen
Audio
opnemen
Basisbeginselen
Functie
Weergavevenster
Cameraresolutie
Effecten Dempen
Gebruikershandleiding 4-11
Basisbeginselen
Foto's vastleggen Klik hier als u een voorbeeld van de vastgelegde
foto wilt zien; u kunt de foto ook per e-mail verzenden.
Video opnemen Klik hier als u video wilt opnemen. Klik opnieuw
om te beginnen met opnemen. Klik nogmaals om te stoppen met opnemen en een voorbeeld van de video te zien.
Audio opnemen Klik hier om te beginnen met opnemen. Klik
nogmaals om te stoppen en te luisteren naar een voorbeeld van de audio.
Functie Toegang tot extra functies: About, Player,
Effecten, Eigenschappen, Instellingen en Help.
About Hier worden de gegevens van de
softwarefabrikant weergegeven.
Player Hiermee speelt u videobestanden af. Effecten Kies beelden die moeten worden weergegeven
op het vastlegscherm.
Eigenschappen Kies het tabblad Options (Opties) voor omdraaien,
zoomen, knippersnelheid, nachtmodus en compensatie achtergrondverlichting; wijzig de kleurinstellingen in het tabblad Image (Afbeelding); wijzig de lichtomstandigheden in het tabblad
Profiles (Profielen).
Instellingen Kies het tabblad Options (Opties) om de positie
van het hulpprogramma te wijzigen; kies het tabblad Picture (Afbeelding) om de opties voor afbeeldingsuitvoer zoals grootte, exportbestand en opslagpad te selecteren; kies het tabblad Video voor video-uitvoerinstellingen zoals framesnelheid, grootte, compressie en framesnelheid, grootte, opnamecompressor en opslagpad te kiezen; kies het tabblad Audio om audioapparaat, audiocompressor, volume en opslagpad te wijzigen.
Help Hier worden de Help-bestanden voor de software
weergegeven.
Gebruikershandleiding 4-12

De microfoon gebruiken

De computer heeft een ingebouwde microfoon waarmee u monogeluid voor uw toepassingen kunt opnemen. Deze kan ook worden gebruikt om spraakopdrachten te geven aan toepassingen die dergelijke functies ondersteunen. (Sommige modellen zijn voorzien van een ingebouwde microfoon)
Omdat de computer een ingebouwde microfoon en luidspreker heeft, kan er onder bepaalde omstandigheden "rondzingen" optreden. Rondzingen doet zich voor wanneer het geluid van de luidspreker door de microfoon wordt opgevangen en versterkt wordt doorgegeven naar de luidspreker, die het geluid verder versterkt naar de microfoon doorgeeft.
Dit rondzingen herhaalt zich en veroorzaakt een hard, hoogtonig geluid. Dit is een veelvoorkomend verschijnsel dat zich voordoet in elk geluidssysteem wanneer het in de microfoon ingesproken geluid naar de luidspreker wordt doorgegeven en de luidspreker te hard staat of zich te dicht bij de microfoon bevindt. U kunt de doorvoer regelen door het volume van de luidspreker aan te passen of met de functie Dempen in het deelvenster Hoofdvolume. Raadpleeg de Windows-documentatie voor informatie over het gebruik van het deelvenster Hoofdvolume (Master Volume).

TOSHIBA-gezichtsherkenning gebruiken

Als uw computer is uitgerust met een webcamera, kunt u de TOSHIBA­gezichtsherkenningsfunctie gebruiken om het gezicht van gebruikers te
controleren als ze zich aanmelden bij Windows. Als de verificatie geslaagd is, wordt de gebruiker automatisch aangemeld bij Windows. Op deze manier hoeft de gebruiker geen wachtwoord in te voeren, wat het aanmeldproces eenvoudiger maakt.
Basisbeginselen
Met de TOSHIBA-gezichtsherkenningsfunctie kan niet worden
gegarandeerd dat de identificatie van een gebruiker juist is. Wijzigingen aan het uiterlijk van een geregistreerde gebruiker zoals haardracht, het dragen van een pet of een bril kunnen gevolgen hebben voor het slagingspercentage van de gezichtsherkenning wanneer deze veranderingen plaatsvinden na registratie van de gebruiker.
Met de TOSHIBA-gezichtsherkenningsfunctie kan een gezicht dat lijkt
op het gezicht van een andere gebruiker ten onrechte worden herkend.
TOSHIBA-gezichtsherkenning is niet geschikt voor voor streng
beveiligde toepassingen; het is geen geschikte vervanger voor wachtwoorden van Windows. Gebruik de wachtwoorden die u hebt ingesteld voor Windows als beveiliging zeer belangrijk is.
Scherpe achtergrondverlichting en/of schaduw kunnen tot gevolg
hebben dat een geregistreerde gebruiker niet wordt herkend. Meld u in dat geval aan met uw wachtwoord voor Windows. Als de herkenning van een gebruiker herhaaldelijk mislukt, dient u de documentatie van uw computer te raadplegen voor tips om de prestaties van de gezichtsherkenningsfunctie te verbeteren.
Gebruikershandleiding 4-13
Afwijzing van aansprakelijkheid
Toshiba garandeert niet dat de technologie voor het gezichtsherkenningshulpprogramma volledig veilig of foutloos werkt. Toshiba garandeert niet dat het gezichtsherkenningshulpprogramma onbevoegde gebruikers altijd de toegang weigert. Toshiba is niet aansprakelijk voor fouten of beschadigingen die het gevolg kunnen zijn van het gebruik van de software of het gezichtsherkenningshulpprogramma.
TOSHIBA EN ZIJN DOCHTERONDERNEMINGEN EN LEVERANCIERS ZIJN NIET AANSPRAKELIJK VOOR SCHADE AAN OF VERLIES VAN PROGRAMMA'S, GEGEVENS, NETWERKSYSTEMEN OF VERWISSELBARE OPSLAGMEDIA, WINSTDERVING OF BEDRIJFSSCHADE DIE VOORTVLOEIT UIT OF HET GEVOLG IS VAN HET GEBRUIK VAN HET PRODUCT, OOK AL IS TOSHIBA OP DE HOOGTE GESTELD VAN DE MOGELIJKHEID DAARVAN.
Als u de functie "Log Record" van de gezichtsherkenningssoftware van Toshiba gebruikt, zorg er dan voor dat u zich aan de toepasbare juridische eisen houdt, met name aan de nationale wetgeving met betrekking tot gegevensbescherming, en aan interne bedrijfsrichtlijnen, als die er zijn.
De gegevens voor gezichtsherkenning registreren
Maak een foto voor gezichtsherkenningsdoeleinden en registreer de vereiste gegevens als u zich aanmeld. Volg de hierna genoemde stappen om de vereiste gegevens bij het aanmelden te registreren:
1. Klik op Start All Programs (Alle programma's) TOSHIBA
Utilities (TOSHIBA Hulpprogramma's) TOSHIBA Face Recognition (TOSHIBA-gezichtsherkenning).
Voor een aangemelde gebruiker waarvan het gezicht niet is
geregistreerd, wordt het venster Registration (Registratie) wordt weergegeven.
Voor een aangemelde gebruiker waarvan het gezicht al is
geregistreerd, wordt het venster Management (Beheer) weergegeven.
2. Als u al geregistreerd bent, klik dan op de knop Register face (Gezicht
registreren) in het venster Management (Beheer) anders wordt het venster Registration (Registratie) weergegeven.
Als u wilt oefenen, klik dan in het venster Registration (Registratie)
op de knop Next (Volgende).
Als u niet wilt oefenen, klik dan in het venster Registration
(Registratie) op de knop Skip (Overslaan).
3. Klik op de knop Next (Volgende) als u de gids wilt starten.
4. Maak eerst een foto terwijl u uw hoofd iets naar links en naar rechts beweegt.
5. Maak vervolgens een foto terwijl u uw hoofd omlaag en omhoog beweegt.
Klik op de knop Back (Terug) als u de gids nog een keer wilt uitvoeren.
6. Klik op de knop Next (Volgende) als u de opnameprocedure voor de foto wilt starten.
Houd uw gezicht zo dat het binnen het gezichtvormige kader valt.
Basisbeginselen
Gebruikershandleiding 4-14
Basisbeginselen
7. Zodra u uw gezicht in de juiste positie houdt, start de opname. Beweeg uw hoofd iets naar links en naar rechts, en beweeg het
vervolgens omhoog en omlaag.
8. De opname stopt nadat u uw hoofd een aantal keren naar links en rechts, en omlaag en omhoog hebt bewogen.
Als de registratie is geslaagd, wordt in het venster het volgende bericht weergegeven:
"Registration successful. Now we’ll do the verification test. Click the Next button."
Klik op de knop Next (Volgende)). Klik op de knop Next (Volgende) om de verificatietest uit te voeren.
9. Voer de verificatietest uit. Kijk naar het venster, net als bij de registratie.
Klik op de knop Back (Terug) als de verificatie mislukt en registreer
uzelf opnieuw. Zie stap 6 t/m 8.
10. Klik op de knop Next (Volgende) als de verificatie is voltooid en registreer een account.
11. Registreer de account. Vul de velden in voor de accountregistratie.
Vul de velden User Name (Gebruikersnaam), User Full name
(Volledige naam gebruiker ), Log on to (Aanmelden bij), Password (Wachtwoord) en Confirm password (Wachtwoord bevestigen) in;
Klik op de knop Next (Volgende) als u klaar bent.
12. Het venster Management (Beheer) wordt weergegeven. De naam van de geregistreerde account wordt weergegeven. Als u erop
klikt, wordt de foto die u van uw gezicht hebt gemaakt links weergegeven.
(Registratie voltooid. We voeren nu een verificatietest uit.
De gegevens voor gezichtsherkenning verwijderen
Afbeeldingsgegevens, accountgegevens en gegevens uit de persoonlijke record die zijn aangemaakt bij de registratie verwijderen. Voer de hierna beschreven stappen uit als u de gegevens voor gezichtsherkenning wilt verwijderen:
1. Klik op Start All Programs (Alle programma's) TOSHIBA Utilities (TOSHIBA Hulpprogramma's) TOSHIBA Face Recognition (TOSHIBA-gezichtsherkenning).
Het venster Management (Beheer) wordt weergegeven.
2. Selecteer de gebruiker die is verwijderd uit het venster Management (Beheer).
3. Klik op de knop Delete (Verwijderen).
delete the user data. Would you like to continue?"
verwijderen. Wilt u doorgaan?) wordt weergegeven op het scherm.
Als u niet wilt dat de gegevens worden verwijderd, klik dan op de
knop No (Nee). U keert dan terug naar het venster Management (Beheer).
Als u op de knop Yes (Ja) klikt, wordt de geselecteerde gebruiker uit
het venster Management (Beheer) verwijderd.
Gebruikershandleiding 4-15
(U staat op het punt om de gebruikersgegevens te
"You are about to
Basisbeginselen
Het Help-bestand openen
Verdere informatie over dit hulpprogramma vindt u in het Help-bestand.
1. Als u het Help-bestand wilt starten, klikt u op Start All Programs  (Alle programma's) TOSHIBA Utilities  (TOSHIBA Hulpprogramma's)
TOSHIBA Face Recognition Help (Help bij TOSHIBA-gezichtsherkenning).
Aanmelden bij Windows via TOSHIBA-gezichtsherkenning
In deze sectie wordt beschreven hoe u zich kunt aanmelden bij Windows via TOSHIBA-gezichtsherkenning. Er zijn twee verificatiemodi beschikbaar.
Venster AUTO Mode Login (Aanmelding via AUTO-modus): als
standaard het gezichtsherkenningsbestand wordt geselecteerd, kunt u zicht aanmelden zonder toetsenbord of muis.
Venster 1:1 Mode Login (Aanmelding via 1:1-modus): deze modus is
vrijwel hetzelfde als de AUTO-modus. Voordat het venster Display Captured Image (Opgeslagen afbeelding weergeven) wordt weergegeven, verschijnt echter eerst het venster Select Account (Account selecteren). U dient de gebruikersaccount te selecteren die moet worden geverifieerd voordat het verificatieproces kan worden gestart.
Venster AUTO Mode Login (Aanmelding via AUTO-modus)
1. Schakel de computer in.
2. Het venster Select Tiles (Tegels selecteren) wordt weergegeven.
3. Selecteer de tegel voor de gezichtsherkenning.
"Please turn your face to the camera" (Draai met uw
4. gezicht naar de camera) wordt weergegeven.
5. De verificatie wordt uitgevoerd. Als de verificatie is voltooid, verschijnen langzaam de afbeeldingsgegevens die zijn vastgelegd in stap 4 over elkaar heen.
Als er een fout optreedt tijdens de verificatie, keert u terug naar het
venster Select Tiles (Tegels selecteren).
6. Het welkomstscherm van Windows wordt weergegeven en u wordt automatisch aangemeld bij Windows.
Venster 1:1 Mode Login (Aanmelding via 1:1-modus)
1. Schakel de computer in.
2. Het venster Select Tiles (Tegels selecteren) wordt weergegeven.
3. Selecteer de tegel voor de gezichtsherkenning.
4. Het venster Select Account (Account selecteren) wordt weergegeven.
5. Selecteer de account en klik op de pijlknop.
"Please turn your face to the camera" (Draai met uw
6. gezicht naar de camera) wordt weergegeven.
Gebruikershandleiding 4-16
7. De verificatie wordt uitgevoerd. Als de verificatie is voltooid, verschijnen langzaam de afbeeldingsgegevens die zijn vastgelegd in stap 6 over elkaar heen.
Als er een fout optreedt tijdens de verificatie, keert u terug naar het
venster Select Tiles (Tegels selecteren).
8. Het welkomstscherm van Windows wordt weergegeven en u wordt automatisch aangemeld bij Windows.

Het optische station gebruiken

Alle andere optische stations functioneren op dezelfde manier. Het station ondersteunt een snelle uitvoering van CD- en DVD-programma's. U kunt CD's van 12 cm (4,72 inch) of 8 cm (3,15 inch) zonder adapter gebruiken. Voor het aansturen van CD/DVD wordt een ATAPI-interface-controller gebruikt. Zodra de computer toegang verkrijgt tot een CD/DVD, gaat het lampje op het station branden.
Raadpleeg ook het gedeelte Een CD/DVD beschrijven met het DVD Super
Multi-station voor voorzorgsmaatregelen wanneer u CD's/DVD's beschrijft.
Schijven laden
Voer de volgende stappen uit en raadpleeg de bijbehorende afbeeldingen om een schijf te laden.
1. a. Zorg dat de computer is ingeschakeld en druk op de uitwerpknop
om de lade een stukje te openen.
Basisbeginselen
Ejectknop
De uitwerpknop indrukken
Gebruikershandleiding 4-17
Basisbeginselen
b. U kunt de lade niet met de ejectknop openen als het station geen
stroom krijgt. In dat geval kunt u de lade openen door een dun voorwerp (ongeveer 15 mm lang) zoals een rechtgebogen paperclip in het ejectgaatje rechts van de ejectknop te steken.
De lade door middel van het ejectgaatje openen
2. Trek de lade voorzichtig uit totdat deze volledig is geopend.
De lade opentrekken
Gebruikershandleiding 4-18
Basisbeginselen
3. Leg de schijf met het label omhoog in de lade.
Een schijf plaatsen
Wanneer de lade volledig is uitgeschoven, steekt de rand van de computer iets uit over de lade. Wanneer u de schijf in de lade plaatst, moet u de schijf daarom schuin houden. Zorg na het plaatsen van de schijf echter dat deze plat ligt (zie de vorige afbeelding).
Raak de laserlens niet aan. Hierdoor kunt u de uitlijning van de toetsen
verstoren.
Zorg dat er geen stof, vuil of voorwerpen in het station terechtkomen.
Controleer alvorens het station te sluiten of de achterkant van de lade vrij is van ongerechtigheden.
4. Druk voorzichtig in het midden van de schijf tot deze vastklikt. De schijf moet onder de bovenkant van de as liggen, vlak op het ladeoppervlak.
5. Duw zachtjes tegen het midden van de lade tot deze dichtklikt. Duw zachtjes tot de lade zich vergrendelt.
Als de schijf niet goed zit wanneer de lade gesloten is, bestaat het risico dat de schijf beschadigd raakt. Bovendien kan het dan gebeuren dat de lade niet volledig wordt geopend wanneer u op de ejectknop drukt.
Gebruikershandleiding 4-19
De lade sluiten
Schijven verwijderen
Als u de schijf wilt verwijderen, voert u de volgende stappen uit en raadpleegt u de volgende afbeelding.
Basisbeginselen
Druk niet op de uitwerpknop terwijl de computer toegang heeft tot het schijfstation. Wacht tot het lampje van het optische stations uitgaat voor u de lade opent. Neem de schijf pas uit de lade nadat deze is opgehouden met draaien.
1. Druk op de ejectknop om de lade een stukje te openen. Trek de lade voorzichtig open.
Wanneer de lade een stukje wordt geopend, moet u even wachten tot de
schijf is opgehouden met draaien voordat u de lade volledig opentrekt.
Als u de lade handmatig wilt openen door middel van het gaatje naast
de ejectknop, dient u de computer eerst uit te schakelen. Als de schijf nog draait terwijl u de lade opent, kan de schijf van de as vliegen en letsel veroorzaken.
Gebruikershandleiding 4-20
Basisbeginselen
2. De schijf steekt iets uit over de zijkanten van de lade, zodat u deze kunt pakken. Pak de schijf voorzichtig aan de randen uit de lade.
Een schijf verwijderen
3. Duw zachtjes tegen het midden van de lade tot deze dichtklikt. Duw zachtjes tot de lade zich vergrendelt.

Een CD/DVD beschrijven met het DVD Super Multi-station

Op sommige modellen in deze serie kunt u CD's/DVD's schrijven met het DVD Super Multi-station.
Met het DVD Super Multi-station kunt u gegevens schrijven naar CD-R-/CD­RW-schijven en naar DVD-R/-RW/+R/+RW/-RAM-schijven. De volgende schrijftoepassingen zijn vooraf geïnstalleerd: TOSHIBA Disc Creator en TOSHIBA Direct Disc Writer. Ulead MovieFactory voor TOSHIBA.
Belangrijke mededeling (DVD Super Multi-station)
Lees deze paragraaf vóór het beschrijven van CD-R-/RW-schijven of DVD­R-/RW-/+R-/+RW-/-RAM-schijven grondig door en volg alle configuratie- en gebruiksaanwijzingen. Doet u dit niet, dan kan het gebeuren dat het DVD Super Multi-station niet correct werkt en krijgt u mogelijk te maken met schrijf- of herschrijffouten, gegevensverlies of materiële schade.
Gebruikershandleiding 4-21
Voordat u gaat schrijven of herschrijven
Op grond van TOSHIBA’s beperkte compatibiliteitstests worden de
volgende fabrikanten van CD-R-/CD-RW-schijven en DVD-R-/DVD-RW-, DVD+R-/DVD+RW- en DVD-RAM-schijven aanbevolen. TOSHIBA staat echter niet in voor de werking, kwaliteit of prestaties van enigerlei schijven. De schijfkwaliteit kan het schrijf- of herschrijfproces beïnvloeden.
CD-R: TAIYO YUDEN Co., Ltd.
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO, LTD. Ricoh Co., Ltd. Hitachi Maxell Ltd.
CD-RW: MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO, LTD.
Ricoh Co., Ltd.
High-speed CD-RW:
Ultra-speed CD-RW:
DVD-R: DVD-specificaties voor beschrijfbare schijven
DVD-R(DL): MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO, LTD. DVD+R: MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO, LTD.
DVD+R(DL): MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO, LTD.
DVD-RW: DVD-specificaties voor beschrijfbare schijven
DVD+RW: MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO, LTD.
DVD-RAM: DVD-specificaties voor DVD-RAM voor versie
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO, LTD. Ricoh Co., Ltd.
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO, LTD.
voor algemeen gebruik, versie 2.0
TAIYO YUDEN Co., Ltd. Matsushita Electric Industrial Co., Ltd.
Ricoh Co., Ltd.
voor versie 1.1 of 1.2
Victor Company of Japan, Ltd. (JVC) MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO, LTD.
2.0, 2.1 of 2.2
Hitachi Maxell Ltd. Matsushita Electric Industrial Co., Ltd.
Basisbeginselen
Dit station is niet geschikt voor schijven die schrijfsnelheden van 8-speed of hoger (DVD-R, DVD+R, DVD+RW) of schrijfsnelheden van 6-speed of hoger (DVD-RW) ondersteunen.
Controleer of de disc van goede kwaliteit, schoon en onbeschadigd is. Is dit
niet het geval, dan kunnen fouten optreden tijdens het (her)schrijven. Controleer de schijf op vuil of beschadiging voor u deze gebruikt.
Hoe vaak een CD-RW, DVD-RW, DVD+RW of DVD-RAM kan worden
beschreven, is afhankelijk van de schijfkwaliteit en de manier waarop de schijf wordt gebruikt.
Gebruikershandleiding 4-22
Basisbeginselen
Er bestaan twee soorten DVD-R's: voor authoring en voor algemeen
gebruik. Gebruik geen zogeheten authoring-schijven. Alleen schijven voor algemeen gebruik kunnen met een computerstation worden beschreven.
Alleen Format 1 wordt ondersteund voor DVD-R DL. Daarom kunt u
niets extra schrijven. Als uw gegevens minder dan 4,7 GB zijn, raden wij aan DVD-R (SL)-schijven te gebruiken.
U kunt DVD-RAM-schijven gebruiken die u uit hun omhulsel kunt
verwijderen en DVD-RAM-schijven die geen omhulsel bevatten. U kunt schijven met een capaciteit van 2,6 GB enkelzijdig of 5,2 GB dubbelzijdig niet gebruiken.
DVD-R-/RW-schijven en DVD+R-/+RW-schijven kunnen wellicht niet
worden gelezen op andere DVD-spelers of andere DVD-ROM-stations voor computers.
Gegevens die naar een CD-R, DVD-R of DVD+R zijn geschreven,
kunnen niet gedeeltelijk of volledig worden verwijderd.
Gegevens die van een CD-RW, DVD-RW, DVD+RW of DVD-RAM zijn
gewist, kunnen niet worden teruggehaald. Controleer de inhoud van een schijf zorgvuldig voordat u deze verwijdert. Als er meerdere stations zijn aangesloten die gegevens naar schijven kunnen schrijven, dient u op te letten dat u niet de gegevens van het verkeerde station verwijdert.
Bij het schrijven naar een DVD-R/-RW, DVD+R/+RW of DVD-RAM is
schijfruimte nodig voor bestandsbeheer, wat inhoudt dat schijven mogelijk niet tot de maximale capaciteit kunnen worden beschreven.
De schijf functioneert volgens de DVD-norm en wordt mogelijk
opgevuld met dummygegevens als er gegevens naar worden geschreven die minder dan 1 GB in beslag nemen. Zelfs als u een kleine hoeveelheid gegevens schrijft, kan het even duren om de schijf met dummygegevens te vullen.
Een DVD-RAM die met FAT32 is geformatteerd, kan onder Windows
2000 alleen met een DVD-RAM-stuurprogramma worden gelezen.
Als er meerdere stations zijn aangesloten die gegevens naar schijven
kunnen schrijven, dient u op te letten dat u niet naar het verkeerde station schrijft.
Vergeet niet de netadapter aan te sluiten voordat u begint met schrijven
of herschrijven.
Als u wilt overschakelen naar de (zuinige) slaapstand, moet u eerst
controleren of het schrijven naar DVD-RAM is voltooid. Het schrijven is voltooid wanneer u de DVD-RAM-schijf kunt uitwerpen.
Sluit alle softwareprogramma's behalve de schrijfsoftware.
Voer geen programma's uit die de processor belasten, zoals een
schermbeveiliging.
Gebruik de computer met het energiebeheerschema High Performance
(Hoge prestaties). Gebruik geen energiebesparingsfuncties.
Schrijf niet terwijl anti-virussoftware actief is. Wacht tot de viruscontrole
is beëindigd en schakel vervolgens de antivirussoftware (en eventuele op de achtergrond uitgevoerde bestandscontroleprogramma's) uit.
Gebruikershandleiding 4-23
Gebruik geen hulpprogramma's voor vaste schijven, met inbegrip van
hulpprogramma's voor snelle schijftoegang. Doet u dit toch, dan loopt u het risico van storingen en gegevensverlies.
Schrijf vanaf de vaste schijf van de computer naar de CD/DVD. Probeer
niet te schrijven vanaf gedeelde apparaten zoals een LAN-server of andere netwerkapparaten.
Schrijven met andere software dan TOSHIBA Disc Creator wordt niet
aangeraden.
Schrijven of herschrijven
Neem de volgende punten in acht wanneer u CD-R-/CD-RW-schijven, DVD-R-/DVD-RW-/DVD-RAM-schijven of DVD+R-/DVD+RW-schijven beschrijft of herschrijft.
Vermijd de volgende handelingen tijdens het schrijf-/herschrijfproces:
Wisselen van gebruiker in het besturingssysteem Windows
Gebruik van de computer zoals het hanteren van het
aanwijsapparaat (muis of touchpad) en het sluiten/openen van het LCD-scherm.
communicatietoepassingen starten (bijvoorbeeld een modemprogramma);
handelingen waardoor de pc wordt blootgesteld aan schokken of
trillingen;
het installeren, verwijderen of aansluiten van externe apparaten
zoals: ExpressCard, USB-apparaten, extern beeldscherm, optische digitale apparaten.
gebruik van de audio-/videobedieningsknoppen om geluid te
reproduceren.
Het DVD Super Multi-station openen.
Gebruik tijdens het schrijven of herschrijven niet de afsluit-/afmeldprocedure
en (zuinige) slaapstand.
Zorg ervoor dat het schrijven of herschrijven is voltooid voordat u
overschakelt naar de (zuinige) slaapstand. Het schrijfproces is voltooid als u de lade van het DVD Super Multi-station kunt openen.
Plaats de PC op een vlak, horizontaal oppervlak en vermijd plaatsen
waar trillingen waarneembaar zijn, bijvoorbeeld auto's, treinen en vliegtuigen. Gebruik geen instabiele plekken zoals een wankele tafel.
Houd mobiele telefoons en andere draadloze-communicatieapparaten
uit de buurt van de computer.
Kopieer altijd gegevens van de vaste schijf naar de CD-R/-RW-,
DVD-R/-RW/-RAM- of DVD+R/+RW-schijf. Gebruik geen functies voor knippen en plakken. In het geval van schrijffouten gaan de originele gegevens verloren.
Basisbeginselen
®
Vista.
Gebruikershandleiding 4-24
Afwijzing van aansprakelijkheid (DVD Super Multi-station)
TOSHIBA is niet aansprakelijk voor:
beschadiging van CD-R-/RW-schijven of DVD-R-/RW-/+R-/+RW-/RAM-
schijven als gevolg van het (her)schrijfproces;
Wijzigingen of verlies van de opgenomen inhoud van de CD-R/RW- of
DVD-R/-RW/+R/+RW/-RAM-schijf als gevolg van het schrijf- of herschrijfproces, of eventuele hieruit voortvloeiende winstderving of bedrijfsschade.
schade die is veroorzaakt door het gebruik van hardware of software
van andere leveranciers. Hedendaagse optische stations zijn onderhevig aan dusdanige technologische beperkingen dat er onverwachte schijf- of herschrijffouten kunnen optreden als gevolg van de schijfkwaliteit of problemen met de gebruikte apparaten. Het is dan ook raadzaam om ten minste twee kopieën te maken van belangrijke gegevens, voor het geval de opgenomen inhoud onverhoopt wordt veranderd of verloren gaat.

TOSHIBA Disc Creator

Opmerking: let op de volgende beperkingen wanneer u TOSHIBA Disc Creator gebruikt:
TOSHIBA Disc Creator kan niet worden gebruikt voor het maken van
DVD-video.
TOSHIBA Disc Creator kan niet worden gebruikt voor het maken van
DVD-audio.
De functie Audio CD van TOSHIBA Disc Creator kan niet worden gebruikt
voor het opnemen van muziek op DVD-R/-RW of DVD+R/+RW.
Gebruik de functie Disc Backup van TOSHIBA Disc Creator niet voor
het kopiëren.
van auteursrechtelijk beschermde DVD-video's en DVD-ROM's. Met de
functie Disc Backup van TOSHIBA Disc Creator kunt u geen back-up maken van DVD-RAM-media.
U kunt de inhoud van een CD-ROM of CD-R/RW niet naar een DVD-R/
DVD-RW of DVD+R/DVD+RW kopiëren met de functie Disc Backup van TOSHIBA Disc Creator.
U kunt de inhoud van een DVD-ROM, DVD-video-schijf, DVD-R/DVD-
RW of DVD+R/DVD+RW niet naar een CD-R/CD-RW kopiëren met TOSHIBA Disc Creator.
TOSHIBA Disc Creator kan niet in pakketindeling opnemen.
Met de functie Disc Backup van TOSHIBA Disc Creator kunt u wellicht
geen back-up maken van een DVD-R-/-RW of DVD+R/+RW die met andere software op een andere DVD-R/-RW- of DVD+R/+RW-recorder is gemaakt.
Basisbeginselen
Gebruikershandleiding 4-25
Als u gegevens toevoegt aan een DVD-R of DVD+R waarop reeds
gegevens zijn opgenomen, kunnen de toegevoegde gegevens in bepaalde omstandigheden niet worden gelezen. Het kan niets lezen vanuit 16-bits besturingsystemen zoals Windows 98 Tweede Editie en Windows ME. In Windows NT4 hebt u Service Pack 6 of later nodig om gegevens te kunnen lezen en in Windows 2000 hebt u hiervoor Service Pack 2 of later nodig. Sommige optische stations kunnen geen toegevoegde gegevens lezen, ongeacht het besturingssysteem.
Opname op DVD-RAM-schijven wordt niet ondersteund door TOSHIBA
Disc Creator. Als u op een DVD-RAM wilt opnemen, dient u Verkenner of een ander hulpprogramma te gebruiken.
Controleer alvorens een back-up van een DVD te maken of het
bronstation ondersteuning biedt voor opnemen op DVD-R-/DVD-RW- of DVD+R-/DVD+RW-schijven. Is dit niet het geval, dan wordt de DVD mogelijk niet correct gekopieerd.
Wanneer u een back-up maakt van een DVD-R, DVD-RW, DVD+R of
DVD+RW, dient u hetzelfde type schijf te gebruiken.
Gegevens die naar een CD-RW, DVD-RW of DVD+RW zijn
geschreven, kunnen niet gedeeltelijk worden verwijderd.

Gegevensverificatie

Om te controleren of het schrijf-/herschrijfproces naar CD/DVD correct verloopt, voert u de volgende stappen uit voordat u gegevens naar een data-CD of -DVD schrijft:
1. Geef het dialoogvenster Instellingen op een van de volgende twee manieren weer:
Klik op de knop Opname-instellingen ( ) voor schrijven op de
hoofdwerkbalk in de modus Gegevensschijf.
Selecteer in het menu Setting (Instellingen) Setting for Each Mode
(Instellingen voor elke modus)  Data Disc (Gegevensschijf).
2. Schakel het selectievakje Verify written data (Gegevens controleren) in.
3. Selecteer de modus File Open or Full Compare (Bestand openen of Volledige vergelijking).
4. Klik op OK.
Basisbeginselen
Meer informatie over TOSHIBA Disc Creator achterhalen
Raadpleeg de Help-bestanden voor meer informatie over TOSHIBA Disc Creator.

Video

Met Ulead DVD MovieFactory® for TOSHIBA kunt u video opnemen.
Gebruikershandleiding 4-26
Basisbeginselen

Wanneer u Ulead DVD MovieFactory® voor TOSHIBA gebruikt

Een DVD-video maken
Vereenvoudigde stappen om een DVD-video te maken van videogegevens die zijn vastgelegd met een DV-camera:
1. Klik op All Programs (Alle programma's)  MovieFactory for TOSHIBA Ulead MovieFactory for TOSHIBA Launcher om MovieFactory te starten.
2. Plaats een DVD-RW of DVD+RW in de brander.
3. Klik op Video Disc (Videoschijf) Burn Video to Disc (Video op schijf branden) om het dialoogvenster Direct Recording (Direct opnemen) te starten, selecteer DVD-Video/+VR om de pagina Straight Capture to Disc (Rechtstreeks vastleggen op schijf) te openen.
4. Selecteer DVD-Video (DVD-video-indeling).
5. Controleer of de bron DV is.
6. Druk op de knop Capture (Opnemen).
Eenvoudige stappen voor het maken van een DVD-video door een videobron toe te voegen.
1. Klik op All Programs (Alle programma's)  MovieFactory for TOSHIBA Ulead MovieFactory for TOSHIBA Launcher om MovieFactory te starten.
2. Klik op Video Disc (Videoschijf) New Project (Nieuw project) om de
e
Launcher te starten, selecteer uw projecttype en start vervolgens
2 MovieFactory.
3. Voeg bron toe van HD-schijf door op de knop Add Video files (Videobestanden toevoegen) te klikken en het dialoogvenster van de browser te openen.
4. Selecteer de bronvideo en ga naar de volgende pagina om het menu toe te passen.
5. Nadat u een menusjabloon hebt geselecteerd, drukt u op de knop Next (Volgende) om naar de Burning Page (Branden-pagina) te gaan.
6. Selecteer het invoertype en druk vervolgens op de knop Burn (Branden).
Meer informatie over Ulead MovieFactory
Raadpleeg de Help-bestanden en de handleiding voor aanvullende informatie over Ulead MovieFactory.
Gebruikershandleiding 4-27
Belangrijke informatie over het gebruik
Houd rekening met de volgende beperkingen wanneer u een video-DVD maakt:
1. Digitale video bewerken
Meld u aan met beheerdersrechten om MovieFactory te kunnen
gebruiken.
Zorg dat de computer op de netadapter werkt wanneer u
MovieFactory gebruikt.
Zorg dat de computer met een volledige stroomvoorziening werkt.
Gebruik geen energiebesparingsfuncties.
U kunt een voorbeeld weergeven terwijl u een DVD bewerkt.
Als echter een andere toepassing actief is, worden voorbeelden mogelijk niet correct weergegeven.
Met MovieFactory kunt u geen auteursrechtelijk beschermde inhoud
bewerken of afspelen.
Activeer de (zuinige) slaapstand niet terwijl u MovieFactory gebruikt.
Gebruik MovieFactory niet direct nadat u de computer hebt
ingeschakeld. Wacht tot alle schijfactiviteit is geëindigd.
Als u opneemt naar een DV-camera, laat de camera dan gedurende
enkele seconden opnemen voor u de daadwerkelijke gegevens opneemt om ervoor te zorgen dat alle gegevens worden vastgelegd.
Deze versie ondersteunt geen CD-recorder-, JPEG-, DVD-audio-,
mini-DVD- en video-CD-functies.
Sluit alle andere programma’s terwijl u video opneemt op DVD.
Voer geen programma's uit die de CPU belasten, zoals een
schermbeveiliging.
Ondersteunt geen mp3-decodering en -codering.
2. Voor u de video opneemt op DVD
Als u opneemt op DVD, gebruik dan alleen schijven die worden
aanbevolen door de fabrikant van het station.
Stel de werkschijf niet in op een traag apparaat, zoals een vaste
schijf met USB 1.1, omdat dan geen DVD's geschreven kunnen worden.
Vermijd de volgende handelingen:
Gebruik van de computer zoals het hanteren van het
aanwijsapparaat (muis of touchpad) en het sluiten/openen van het LCD-scherm.
Handelingen waardoor de computer wordt blootgesteld aan
schokken of trillingen. Gebruik van de modusschakelaar en audio-/videobedieningsknoppen
om muziek of spraak af te spelen;
Het DVD-station openen;
Het installeren, verwijderen of aansluiten van externe apparaten
zoals: ExpressCard, SD-kaart, USB-apparaten, extern beeldscherm, i.LINK- apparaten, optische digitale apparaten.
Basisbeginselen
Gebruikershandleiding 4-28
Controleer de schijf nadat u belangrijke gegevens hebt opgenomen.
Een DVD-R/+R/+RW kan niet in VR-indeling worden beschreven.
Ondersteunt geen weergave van VCD- SVCD-indeling.
3. Over Rechtstreeks naar schijf
Ondersteunt geen opnamen op DVD-R/+R
Ondersteunt geen opnamen in DVD+VR-indeling door HDV
HDV-ondersteuning voor alleen branden van DVD-video
In de DVD-VR-indeling kan geen menu worden toegevoegd.
4. Over opgenomen DVD’s
DVD-R's, DVD+R's, DVD-RW's en DVD-RAM's kunnen wellicht niet
worden gelezen op bepaalde DVD-spelers of op DVD-ROM-stations voor PC's.
Als u een opgenomen schijf afspeelt op uw computer, gebruik dan
de DVD-videospeler
Als u een vaak gebruikte herschrijfbare schijf gebruikt, is een volledige
formattering wellicht niet mogelijk. Gebruik een nieuwe schijf.

Behandeling van schijven

Dit gedeelte bevat tips voor het beschermen van de gegevens die u op CD's of DVD's hebt opgeslagen.
Ga voorzichtig om met schijven en diskettes. Door de volgende eenvoudige richtlijnen in acht te nemen kunt u de levensduur van uw media verlengen en de erop opgeslagen gegevens beschermen:
Basisbeginselen
CD/DVD
1. Bewaar uw CD's/DVD's in hun originele houders om ze te beschermen en schoon te houden.
2. Buig een CD/DVD niet.
3. Beschadig het oppervlak van een CD/DVD die gegevens bevat niet door er bijvoorbeeld een etiket op te plakken of erop te schrijven.
4. Houd een CD/DVD bij de rand of bij het gat in het midden vast. Vingerafdrukken op het oppervlak van een CD/DVD kunnen de schijf onleesbaar maken.
5. Stel de schijven niet bloot aan direct zonlicht, extreme hitte of extreme koude. Plaats geen zware voorwerpen op uw CD's/DVD's.
6. Als uw CD's/DVD's stoffig of vuil raken, kunt u ze afvegen met een schone, droge doek. Veeg vanuit het midden van de CD/ DVD naar buiten (niet in een cirkel). Gebruik zo nodig een doek die is bevochtigd met water of een neutraal schoonmaakmiddel. Gebruik geen benzine, verdunningsmiddel of soortgelijke schoonmaakmiddelen.
Gebruikershandleiding 4-29

Modem

Regioselectie
Basisbeginselen
Sommige modellen hebben een ingebouwde modem. In deze paragraaf wordt beschreven hoe u het interne modem aan een
telefoonaansluiting koppelt en ervan ontkoppelt.
Spraakfuncties worden niet door de interne modem ondersteund. De data­en faxfuncties worden wel ondersteund.
Bij onweer dient u de modemkabel uit de telefoonaansluiting te verwijderen.
Sluit de modem niet op een digitale telefoonlijn aan. Hierdoor zal het
modem schade oplopen.
Telecommunicatievoorschriften variëren per regio, en u moet er dus voor zorgen dat de modeminstellingen correct zijn voor de regio waarin u het modem gaat gebruiken.
Om een regio te selecteren voert u de volgende stappen uit.
1. Klik op Start, wijs All Programs (Alle programma's) TOSHIBA en Networking (Netwerken) aan en klik Modem Regio Select (Modemregioselectie).
Als in het hulpprogramma voor de modem van het Configuratiescherm een functie voor regio-/landselectie beschikbaar is, dient u deze niet te gebruiken. Als u het land/de regio in het Configuratiescherm wijzigt, wordt deze wijziging mogelijk niet doorgevoerd.
2. Het pictogram Regioselectie wordt weergegeven in de taakbalk. Klik met de primaire knop op het pictogram om een lijst van ondersteunde regio's weer te geven. U ziet tevens een submenu met telefoonlocatie­informatie. Naast de geselecteerde regio en de geselecteerde telefoonlocatie staat een kruisje.
3. Selecteer een regio in het regiomenu of een telefoonlocatie uit het submenu.
Wanneer u op een regio klikt, wordt dit de regioselectie van het
modem en wordt automatisch de nieuwe telefoonlocatie ingesteld.
Wanneer u een telefoonlocatie selecteert, wordt automatisch de
corresponderende regio geselecteerd en wordt dit de huidige regio­instelling van het modem.
Het menu met eigenschappen
Klik met de secundaire knop op het pictogram om het menu met eigenschappen op het scherm weer te geven.
Gebruikershandleiding 4-30
Instellingen
U kunt de volgende instellingen in- of uitschakelen:
AutoRun Mode
Het hulpprogramma voor regioselectie wordt automatisch gestart wanneer u het besturingssysteem start.
Dialoogvenster Open the Dialling Properties (Keuze-opties openen) na selectie van de regio
Het dialoogvenster met kiesopties wordt automatisch geopend nadat u de regio hebt geselecteerd.
Locatielijst voor regioselectie
Er wordt een submenu met informatie over telefoonlocaties weergegeven.
Dialoogvenster openen als modem en huidige telefoonlocatie niet overeenkomen
Er verschijnt een waarschuwingsvenster als de huidige instellingen voor het regionummer en de telefoonlocatie incorrect zijn.
Modemselectie
Als de computer de interne modem niet herkent, wordt er een dialoogvenster weergegeven. Selecteer de COM-poort die u voor de modem wilt gebruiken.
Basisbeginselen
Kiesopties
Als u Dialing Properties selecteert, worden de kiesopties weergegeven.
Als u de computer in Japan gebruikt, bent u wettelijk verplicht Japan als regio te selecteren. Het is niet toegestaan de modem in Japan met een andere selectie te gebruiken.
Gebruikershandleiding 4-31
Loading...