Toshiba SATELLITE PRO P100, SATELLITE P100 User Manual [nl]

Gebruikershandleiding
P100
Copyright
©2006 by TOSHIBA Corporation. Alle rechten voorbehouden. Krachtens de auteurswetten mag deze handleiding op geen enkele wijze worden verveelvoudigd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van TOSHIBA. Met betrekking tot het gebruik van de informatie in deze handleiding wordt geen octrooirechtelijke aansprakelijkheid aanvaard.
Gebruikershandleiding voor de P100 draagbare personal computer
Eerste druk januari 2006 Eigendom en auteursrecht van muziek, video, computerprogramma’s,
databases en dergelijke worden beschermd door de auteurswetten. Deze auteursrechtelijk beschermde materialen mogen uitsluitend worden gekopieerd voor persoonlijk gebruik thuis. Als u deze materialen, afgezien van de bovenstaande beperking, toch kopieert (ook om gegevensindelingen om te zetten) of wijzigt, overdraagt of verspreidt via internet zonder toestemming van de houders van het auteursrecht, kunt u gerechtelijk worden vervolgd voor schadevergoeding en/of gerechtelijke straffen ondergaan vanwege inbreuk op het auteursrecht of persoonlijke rechten. Houd u daarom aan de auteurswetten wanneer u dit product gebruikt om auteursrechtelijk beschermde werken te kopiëren of andere bewerkingen uit te voeren.
Houd er rekening mee dat u de auteursrechtelijk beschermde rechten van de eigenaar kunt schenden als u de functies voor het schakelen tussen beeldschermmodi (zoals breedbeeld of zoomen) van dit product gebruikt om beelden/video vergroot weer te geven in een café of hotel met als doel winst te maken of deze beelden aan het publiek aan te bieden.
Dit product gebruikt een technologie voor copyrightbeveiliging die wordt beschermd door octrooien in de V.S. en andere intellectuele eigendomsrechten. Gebruik van deze technologie is alleen toegestaan met toestemming van Macrovision en is uitsluitend bedoeld voor privé-gebruik en weergave voor een beperkt publiek, tenzij Macrovision toestemming heeft verleend voor andere gebruiksmogelijkheden. Reverse engineering of deassembleren is verboden.
Afwijzing van aansprakelijkheid
Deze handleiding is zorgvuldig gevalideerd en nagekeken. De aanwijzingen en beschrijvingen waren correct voor draagbare personal computers uit de P100-serie op het tijdstip waarop deze handleiding ter perse ging. Eropvolgende computers en handleidingen kunnen echter zonder kennisgeving worden gewijzigd. TOSHIBA aanvaardt dientengevolge geen aansprakelijkheid voor schade die direct of indirect voortvloeit uit fouten of omissies in de handleiding, of uit discrepanties tussen computer en handleiding.
ii Gebruikershandleiding
Handelsmerken
Intel, Centrino, Core en Celeron zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Intel Corporation.
Windows® en Microsoft zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
Photo CD is een handelsmerk van Eastman Kodak. TruSurround XT, WOW XT, SRS en het symbool zijn handelsmerken
van SRS Labs, Inc. De technologieën TruSurround XT, WOW XT, TruBass, SRS 3D en FOCUS
vallen onder licentie van SRS Labs, Inc. In deze handleiding wordt mogelijk verwezen naar andere handelsmerken
en gedeponeerde handelsmerken die hierboven niet zijn genoemd.
EU-verklaring van overeenstemming
Dit product draagt het CE-keurmerk in overeenstemming met de relevante Europese richtlijnen. De verantwoording voor de toewijzing van CE­keurmerken ligt bij TOSHIBA Europe GmbH, Hammfelddamm 8, 41460 Neuss, Duitsland.
De volledige en officiële EU-verklaring van overeenstemming is te vinden op de TOSHIBA-website http://epps.toshiba-te
g.com op het Internet.
Modemwaarschuwing
Verklaring van overeenstemming
De apparatuur is goedgekeurd (conform Commissiebesluit “CTR21”) voor aansluiting van één toestel op het PSTN (Public Switched Telephone Network: openbaar geschakeld telefoonnetwerk) in alle Europese landen.
Als gevolg van variaties tussen de individuele PSTN’s in verschillende landen vormt deze goedkeuring niet per se een garantie voor storingsvrije werking op elke telefoonaansluiting.
Wend u in het geval van problemen in eerste instantie tot uw leverancier.
Gebruikershandleiding iii
Netwerkcompatibiliteit
Dit product is ontworpen voor gebruik met de volgende netwerken en is compatibel met deze netwerken. Het is getest en voldoet aan de aanvullende voorschriften in EG 201 121.
Duitsland ATAAB AN005, AN006, AN007, AN009, AN010 en
DE03, 04, 05, 08, 09, 12, 14, 17 Griekenland ATAAB AN005, AN006 en GR01, 02, 03, 04 Portugal ATAAB AN001, 005, 006, 007, 011 en P03, 04, 08, 10 Spanje ATAAB AN005, 007, 012 en ES01 Zwitserland ATAAB AN002 Alle overige
landen/regio’s Voor elk netwerk zijn specifieke switchinstellingen of een specifieke
softwareconfiguratie vereist; raadpleeg de relevante gedeelten van de gebruikershandleiding voor nadere informatie.
De hookflash-functie is onderhevig aan afzonderlijke nationale goedkeuring. Deze functie is niet getest op conformiteit met nationale voorschriften, en correcte werking van deze functie op nationale netwerken kan niet worden gegarandeerd.
ATAAB AN003, 004
De volgende informatie is alleen bestemd voor lidstaten van de EU:
Dit symbool geeft aan dat dit product niet mag worden behandeld als huishoudelijk afval. Zorg ervoor dat dit product op de juiste manier als afval wordt verwerkt, aangezien een onjuiste verwerking risico’s voor het milieu en de gezondheid met zich mee kan brengen. Neem voor meer informatie over recycling van dit product contact op met het gemeentekantoor, de vuilnisdienst of de winkel waar u het product hebt gekocht.
Veiligheidsinstructies voor optische schijfstations
Vergeet niet de internationale voorzorgsmaatregelen aan het einde van deze paragraaf te lezen.
iv Gebruikershandleiding
Panasonic
DVD Super Multi UJ-841B en UJ-850B
Het DVD Super Multi-station gebruikt een lasersysteem. Om te zorgen
dat dit product correct wordt gebruikt, dient u deze handleiding zorgvuldig te lezen en ter referentie bij de hand te houden. Als het apparaat ooit moet worden gerepareerd, neemt u contact op met een Authorized Toshiba Service Center.
Het gebruik van regelaars, instellingen of procedures die hier niet zijn
vermeld, kan resulteren in blootstelling aan gevaarlijke straling.
Probeer niet de kast te openen. Doet u dit wel, dan loopt u het risico
van directe blootstelling aan de laserstraal.
Gebruikershandleiding v
TEAC
DVD Super Multi DV-W28EB
Het DVD Super Multi-station gebruikt een lasersysteem. Om te zorgen
dat dit product correct wordt gebruikt, dient u deze handleiding zorgvuldig te lezen en ter referentie bij de hand te houden. Als het apparaat ooit moet worden gerepareerd, neemt u contact op met een Authorized Toshiba Service Center.
Het gebruik van regelaars, instellingen of procedures die hier niet zijn
vermeld, kan resulteren in blootstelling aan gevaarlijke straling.
Probeer niet de kast te openen. Doet u dit wel, dan loopt u het risico
van directe blootstelling aan de laserstraal.
vi Gebruikershandleiding
Hitachi-LG Data Storage, Inc.
DVD Super Multi GMA-4.082N
Het DVD Super Multi-station gebruikt een lasersysteem. Om te zorgen
dat dit product correct wordt gebruikt, dient u deze handleiding zorgvuldig te lezen en ter referentie bij de hand te houden. Als het apparaat ooit moet worden gerepareerd, neemt u contact op met een Authorized Toshiba Service Center.
Het gebruik van regelaars, instellingen of procedures die hier niet zijn
vermeld, kan resulteren in blootstelling aan gevaarlijke straling.
Probeer niet de kast te openen. Doet u dit wel, dan loopt u het risico
van directe blootstelling aan de laserstraal.
Gebruikershandleiding vii
Pioneer
DVD Super Multi DVR-K16
Het DVD Super Multi-station gebruikt een lasersysteem. Om te zorgen
dat dit product correct wordt gebruikt, dient u deze handleiding zorgvuldig te lezen en ter referentie bij de hand te houden. Als het apparaat ooit moet worden gerepareerd, neemt u contact op met een Authorized Toshiba Service Center.
Het gebruik van regelaars, instellingen of procedures die hier niet zijn
vermeld, kan resulteren in blootstelling aan gevaarlijke straling.
Probeer niet de kast te openen. Doet u dit wel, dan loopt u het risico
van directe blootstelling aan de laserstraal.
viii Gebruikershandleiding
TOSHIBA SAMSUNG OPSLAGTECHNOLOGIE
Het DVD-ROM- en CD-R/RW-station...
Het DVD-ROM- & CD-R/RW-station gebruikt een lasersysteem. Om te
zorgen dat dit product correct wordt gebruikt, dient u deze handleiding zorgvuldig te lezen en ter referentie bij de hand te houden. Als het apparaat ooit moet worden gerepareerd, neemt u contact op met een Authorized Toshiba Service Center.
Het gebruik van regelaars, instellingen of procedures die hier niet zijn
vermeld, kan resulteren in blootstelling aan gevaarlijke straling.
Probeer niet de kast te openen. Doet u dit wel, dan loopt u het risico
van directe blootstelling aan de laserstraal.
Gebruikershandleiding ix
Panasonic
Het DVD-ROM- en CD-R/RW-station...
Het DVD-ROM- & CD-R/RW-station gebruikt een lasersysteem. Om te
zorgen dat dit product correct wordt gebruikt, dient u deze handleiding zorgvuldig te lezen en ter referentie bij de hand te houden. Als het apparaat ooit moet worden gerepareerd, neemt u contact op met een Authorized Toshiba Service Center.
Het gebruik van regelaars, instellingen of procedures die hier niet zijn
vermeld, kan resulteren in blootstelling aan gevaarlijke straling.
Probeer niet de kast te openen. Doet u dit wel, dan loopt u het risico
van directe blootstelling aan de laserstraal.
x Gebruikershandleiding
Hitachi-LG Data Storage, Inc.
Het DVD-ROM- en CD-R/RW-station...
Het DVD-ROM- & CD-R/RW-station gebruikt een lasersysteem. Om te
zorgen dat dit product correct wordt gebruikt, dient u deze handleiding zorgvuldig te lezen en ter referentie bij de hand te houden. Als het apparaat ooit moet worden gerepareerd, neemt u contact op met een Authorized Toshiba Service Center.
Het gebruik van regelaars, instellingen of procedures die hier niet zijn
vermeld, kan resulteren in blootstelling aan gevaarlijke straling.
Probeer niet de kast te openen. Doet u dit wel, dan loopt u het risico
van directe blootstelling aan de laserstraal.
Gebruikershandleiding xi
Internationale voorzorgsmaatregelen
LET OP: Dit apparaat bevat een lasersysteem en is geclassificeerd als een laserproduct van klasse 1. Om te zorgen dat u dit product correct gebruikt, dient u de gebruiksaanwijzingen zorgvuldig te lezen en ter referentie bij de hand te houden. Wend u in geval van problemen met dit model tot het dichtstbijzijnde Authorized Toshiba Service Center. Probeer niet de kast te openen. Doet u dit wel, dan loopt u het risico van directe blootstelling aan de laserstraal.
VORSICHT: Dieses Gerät enthält ein Laser-System und ist als “LASERSCHUTZKLASSE 1 PRODUKT” klassifiziert. Für den richtigen Gebrauch dieses Modells lesen Sie bitte die Bedienungsanleitung sorgfältig durch und bewahren diese bitte als Referenz auf. Falls Probleme mit diesem Modell auftreten, benachrichtigen Sie bitte die nächste “autorisierte Service-Vertretung”. Um einen direkten Kontakt mit dem Laserstrahl zu vermeiden darf das Gerät nicht geöffnet werden.
ADVARSEL: Denne mærking er anbragt udvendigt på apparatet og indikerer, at apparatet arbejder med laserstråler af klasse 1, hviket betyder, at der anvendes laserstrlier af svageste klasse, og at man ikke på apparatets yderside kan bilve udsat for utilladellg kraftig stråling.
APPARATET BOR KUN ÅBNES AF FAGFOLK MED SÆRLIGT KENDSKAB TIL APPARATER MED LASERSTRÅLER!
Indvendigt i apparatet er anbragt den her gengivne advarselsmækning, som advarer imod at foretage sådanne indgreb i apparatet, at man kan komme til at udsatte sig for laserstråling.
xii Gebruikershandleiding
OBS! Apparaten innehåller laserkomponent som avger laserstråining överstigande gränsen för laserklass 1.
VAROITUS. Suojakoteloa si saa avata. Laite sisältää laserdiodin, joka lähetää näkymätöntä silmilie vaarallista lasersäteilyä.
LET OP: HET GEBRUIK VAN REGELAARS, INSTELLINGEN OF PROCEDURES DIE NIET IN DE GEBRUIKERSHANDLEIDING ZIJN VERMELD, KAN RESULTEREN IN BLOOTSTELLING AAN GEVAARLIJKE STRALING.
VORSICHT: DIE VERWENDUNG VON ANDEREN STEURUNGEN ODER EINSTELLUNGEN ODER DAS DURCHFÜHREN VON ANDEREN VORGÄNGEN ALS IN DER BEDIENUNGSANLEITUNG BESCHRIEBEN KÖNNEN GEFÄHRLICHE STRAHLENEXPOSITIONEN ZUR FOLGE HABEN.
Gebruikershandleiding xiii
xiv Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Voorwoord
Inhoud van de handleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xix
Conventies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xx
Hoofdstuk 1 Inleiding
Controlelijst van apparatuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-1
Voorzieningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-3
Speciale voorzieningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-9
Hulpprogramma’s. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-11
Opties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-13
Hoofdstuk 2 Rondleiding
Voorkant met gesloten beeldscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-1
Rechterkant. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-3
Linkerkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-4
Achterkant. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-5
Onderkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-6
Voorkant met geopend beeldscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-7
Toetsenbordlampjes. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-10
Optisch schijfstation . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-10
Hoofdstuk 3 Voor u begint
Uw werkplek inrichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-2
Aansluiten van de netadapter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-5
Het beeldscherm openen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-6
De computer inschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-6
Voor het eerst opstarten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-7
De computer uitschakelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-7
Computer opnieuw opstarten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-10
De vooraf geïnstalleerde software herstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-11
Gebruikershandleiding xv
Hoofdstuk 4 Grondbeginselen
Het touchpad gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-1
Het interne modem gebruiken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-2
LAN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-5
Draadloze communicatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-7
Optische schijfstations gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-10
Express Media Player . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-14
De TOSHIBA-afstandsbediening gebruiken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-17
CD’s beschrijven met een DVD-ROM- & CD-R/RW-station . . . . . . . .4-18
CD’s/DVD’s schrijven naar een DVD Super Multi-station
dat opname op een dubbellaags schijf ondersteunt . . . . . . . . . . .4-20
Behandeling van schijven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-25
Diskettes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-25
Meerdere beeldschermen instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-26
De computer schoonmaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-27
De computer verplaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-27
Hoofdstuk 5 Het toetsenbord
Typemachinetoetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-1
F1 ... F12 functietoetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-2
Softkeys: Fn-toetscombinaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-2
Sneltoetsen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-2
Speciale Windows-toetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-3
Bureaubladtoetsenbord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-4
ASCII-tekens genereren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-4
Hoofdstuk 6 Stroomvoorziening en spaarstanden
Stroomvoorzieningsomstandigheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-1
Voedingslampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-3
Accutypen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-4
Onderhoud en gebruik van de accu-eenheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-5
De accu-eenheid vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-11
TOSHIBA-wachtwoordhulpprogramma . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-13
Spaarstanden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-14
Uit/Inschakelen via LCD. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-14
Systeem op stand-by/in slaapstand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-14
xvi Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 7 HW Setup
HW Setup starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-1
Het HW Setup-venster . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-1
Hoofdstuk 8 Optionele apparaten
PC-kaart. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-2
ExpressCard . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-4
SD/MMC/MS/MS Pro/xD-geheugenkaarten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-6
Geheugenuitbreiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-9
Extra accu-eenheid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-13
Extra netadapter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-13
Externe monitor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-13
Televisie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-13
i.LINK (IEEE1394) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-14
Beveiligingsslot . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-15
Hoofdstuk 9 Probleemoplossing
Handelwijze bij probleemoplossing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-1
Controlelijst voor hardware en systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-3
TOSHIBA-ondersteuning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-18
Bijlage A Specificaties
Bijlage B Weergavemodi
Bijlage C Draadloos LAN
Bijlage D Netsnoer en connectoren
Bijlage E Als uw computer wordt gestolen
Woordenlijst
Index
Gebruikershandleiding xvii
xviii Gebruikershandleiding

Voorwoord

Gefeliciteerd met uw nieuwe P100-computer. Deze krachtige, hoogpresterende notebook staat garant voor jarenlang betrouwbaar computergebruik en biedt uitstekende uitbreidingsmogelijkheden, bijvoorbeeld voor multimedia-apparaten.
In deze handleiding wordt beschreven hoe u de P100-computer installeert en gebruikt. Verder wordt gedetailleerde informatie gegeven over het configureren van de computer, elementaire bewerkingen en onderhoud, het gebruik van optionele apparaten en probleemoplossing.
Als u nog nooit een computer hebt gebruikt of nog nooit met een portable hebt gewerkt, leest u eerst de hoofdstukken Inleiding en Rondleiding om uzelf vertrouwd te maken met de voorzieningen, onderdelen en accessoires van de computer. Vervolgens leest u Voor u begint voor stapsgewijze instructies voor het gebruiksklaar maken van de computer.
Bent u een ervaren computergebruiker, dan leest u dit voorwoord verder door om inzicht te krijgen in de indeling van deze handleiding, waarna u de handleiding kunt doorbladeren om ermee vertrouwd te raken. Lees met name de paragraaf Speciale voorzieningen in de Inleiding om kennis te maken met de voorzieningen die bijzonder of uniek zijn voor deze computer.

Inhoud van de handleiding

Deze handleiding bestaat uit negen hoofdstukken, vijf bijlagen, een woordenlijst en een index
hoofdstuk 1, Inleiding, geeft een overzicht van de speciale voorzieningen, hulpprogramma’s en opties van de computer.
In hoofdstuk 2, Rondleiding, worden de onderdelen van de computer geïdentificeerd en kort toegelicht.
In hoofdstuk 3, Voor u begint, wordt beknopt uitgelegd hoe u met de computer aan de slag kunt gaan en worden tips gegeven over veiligheid en het inrichten van uw werkplek. Lees in elk geval de gedeelten over het installeren van het besturingssysteem en het herstellen van de vooraf geïnstalleerde software.
hoofdstuk 4, Grondbeginselen, bevat aanwijzingen voor het gebruik van de volgende apparaten en functies: Touchpad, de optische stations, de interne modem, LAN, draadloze communicatie, Express Media Player en de TOSHIBA-afstandsbediening. U vindt hier ook tips voor het onderhoud van de computer en het gebruik van diskettes en DVD-/CD-ROM’s.
In hoofdstuk 5, Het toetsenbord, worden speciale toetsenbordfuncties, zoals sneltoetsen, beschreven.
Gebruikershandleiding xix
Voorwoord
hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en spaarstanden, bevat informatie over de voedingsbronnen van de computer.
hoofdstuk 7, HW Setup, beschrijft het programma TOSHIBA Hardware Setup.
hoofdstuk 8, Optionele apparaten, beschrijft welke optionele hardware beschikbaar is.
hoofdstuk 9, Probleemoplossing, verschaft nuttige informatie over het uitvoeren van diagnostische tests en suggesties voor de beste handelwijze als de computer niet correct lijkt te werken.
De Bijlagen verschaffen technische informatie over de computer. De Woordenlijst bevat definities van algemene computertermen en
acroniemen die in de tekst worden gebruikt.

Conventies

In deze handleiding worden de volgende notatieconventies gebruikt voor het beschrijven, identificeren en markeren van termen en bedieningsprocedures.
Afkortingen
Wanneer een afkorting voor het eerst wordt gebruikt, wordt deze gevolgd door een verklaring (al dan niet tussen haakjes). Bijvoorbeeld: ROM (Read Only Memory). Acroniemen worden tevens gedefinieerd in de Woordenlijst.
Pictogrammen
Pictogrammen identificeren poorten, regelaars en andere delen van de computer. Het paneel met systeemlampjes gebruikt tevens pictogrammen ter aanduiding van de onderdelen waarover het informatie verschaft.
Toetsen
De toetsenbordtoetsen worden in de tekst gebruikt ter beschrijving van een aantal computerbewerkingen. De toetsopschriften die op het toetsenbord te zien zijn, worden in een ander lettertype gedrukt. Enter duidt bijvoorbeeld de Enter-toets aan.
Gebruik van toetsen
Voor sommige bewerkingen moet u tegelijkertijd twee of meer toetsen indrukken. Dergelijke bewerkingen worden aangeduid door een plusteken (+) tussen de toetsopschriften (+). Zo betekent Ctrl + C dat u op C moet drukken terwijl u Ctrl ingedrukt houdt. Als er drie toetsen worden gebruikt, houdt u de eerste twee ingedrukt en drukt u tegelijkertijd op de derde.
DISKCOPY A: B: Wanneer u in een procedure een handeling moet
uitvoeren (bijvoorbeeld een pictogram aanklikken of tekst invoeren), wordt de naam van het pictogram of de te typen tekst weergegeven in het lettertype dat u hier links ziet.
xx Gebruikershandleiding
Beeldscherm
Voorwoord
ABC
De namen van vensters en pictogrammen, en door de computer gegenereerde tekst die op het beeldscherm verschijnt, worden in het links weergegeven lettertype gedrukt.
Mededelingen
Mededelingen worden in deze handleiding gebruikt om u attent te maken op belangrijke informatie. Elk type mededeling wordt aangeduid zoals hieronder wordt geïllustreerd.
Attentie! In dit soort mededelingen wordt u gewaarschuwd dat incorrect gebruik van apparatuur of het negeren van instructies kan resulteren in gegevensverlies of beschadiging van de apparatuur.
Opmerking. Een opmerking is een tip of aanwijzing die u helpt de apparatuur optimaal te gebruiken.
Gebruikershandleiding xxi
Voorwoord
xxii Gebruikershandleiding
Inleiding
In dit hoofdstuk worden de speciale voorzieningen, opties en accessoires van de computer beschreven.
Sommige voorzieningen die in deze handleiding worden toegelicht, functioneren wellicht niet correct als u een besturingssysteem gebruikt dat niet vooraf door TOSHIBA is geïnstalleerd.

Controlelijst van apparatuur

Verwijder de computer voorzichtig uit de verpakking. Berg de doos en het verpakkingsmateriaal op voor toekomstig gebruik. Controleer of u de volgende items hebt:
Hardware
P100 draagbare personal computer
Accu (geïnstalleerd of los meegeleverd)
Universele netadapter en netsnoer
Afstandsbediening (bij sommige modellen meegeleverd)
Modulaire kabel voor modem (optioneel)
Hoofdstuk 1
Gebruikershandleiding 1-1
Inleiding
Software
Microsoft® Windows® XP Home Edition/Professional
De volgende software is vooraf op de vaste schijf geïnstalleerd:
Microsoft
DVD-videospeler
TOSHIBA Assist
TOSHIBA-hulpprogramma Touchpad aan/uit
TOSHIBA Accessibility (hulpprogramma)
TOSHIBA Controls
TOSHIBA HW Setup (hulpprogramma)
TOSHIBA PC-diagnoseprogramma
TOSHIBA-hulpprogramma Zoom
TOSHIBA SD-geheugenkaart formatteren
TOSHIBA Acoustic Silencer
TOSHIBA-sneltoetsprogramma
WinDVD Creator
RecordNow!
DLA
Adobe Reader
ConfigFree
On line handleiding
Schermstuurprogramma
Touchpadstuurprogramma
Geluidsstuurprogramma
Diverse stuurprogramma’s (afhankelijk van het gekochte model:
Modem, LAN, draadloos LAN, Bluetooth, infrarood, kaartsleuf voor meerdere digitale media)
On line Help-systeem
Het systeem functioneert wellicht niet correct als u gebruik maakt van stuurprogramma’s die niet zijn geïnstalleerd of gedistribueerd door TOSHIBA.
®
Windows® XP Home Edition/Professional
Documentatie en backupmedia
De documentatie voor de computer:
Gebruikershandleiding voor P100 personal computer
P100 Aan de slag
Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort
Garantie-informatie
DVD-ROM Productherstel
Als een of meer items ontbreken of beschadigd zijn, neemt u onmiddellijk contact op met uw dealer.
1-2 Gebruikershandleiding

Voorzieningen

Processor
Chipset en grafische controller
Inleiding
Afhankelijk van het gekochte model:
®
Celeron® M-processor 410 of sneller.
Intel Intel® Core™ Solo-processor T1300 of sneller.
®
Core™ Duo-processor T2300 of sneller.
Intel
®
Mobile Intel
945GM Express-chipset voor
interne grafische controller Mobile Intel® 945PM Express-chipset voor
externe grafische controller (Chipset afhankelijk van het gekochte model.)
®
NVIDIA NVIDIA
GeForce™ Go 7900
®
GeForce™ Go 7600
(De grafische controller hangt af van het aangeschafte model.)
Geheugen
Afwijzing van aansprakelijkheid met betrekking tot het hoofdgeheugen
Sleuf voor geheugenmodule
Gebruikershandleiding 1-3
Een deel van het hoofdsysteemgeheugen kan door het grafische systeem worden gebruikt om de grafische prestaties te verbeteren, waardoor de beschikbare hoeveelheid systeemgeheugen voor andere computeractiviteiten afneemt. De hoeveelheid systeemgeheugen die wordt wordt toegewezen om de grafische prestaties te verbeteren, hangt af van het grafische systeem, de gebruikte toepassingen, de grootte van het systeemgeheugen en andere factoren. Voor pc’s met 4 GB systeemgeheugen zal de totale hoeveelheid systeemgeheugen voor computeractiviteiten aanzienlijk minder zijn en afhangen van het model en de systeemconfiguratie.
Er kunnen twee DDRII SO-DIMM’s (compatibel met de 533/667MHz-specificatie) van maximaal 2 GB worden geïnstalleerd in de twee geheugensleuven, wat een hoofdgeheugen van maximaal 4 GB oplevert.
Inleiding
Video-RAM Afhankelijk van het gekochte model:
UMA 32/64MB voor intern grafisch systeem
®
128MB/256MB GDDR2 voor NVIDIA GeForce™ Go 7300
128MB/256MB/512MB GDDR2 voor NVIDIA® GeForce™ Go 7600
®
256MB/512MB GDDR3 voor NVIDIA GeForce™ Go 7900
Voeding
Accu-eenheid Li-Ion smart accu-eenheid (6 cellen) met een
capaciteit van 10,8V * 4000mAh of Li-Ion smart accu-eenheid (9 cellen) met een
capaciteit van 10,8V * 6000mAh Oplaadtijd tot 100% accucapaciteit is circa 4-12
uur of meer (met systeem ingeschakeld). Oplaadtijd tot 100% accucapaciteit is circa 4 uur
(met systeem uit) De ontlaadtijd in afsluitmodus bedraagt circa 1
maand.
RTC-batterij De computer bevat een interne batterij voor de
interne Real Time Clock (RTC) en kalender. Deze batterij gaat gemiddeld 1 maand mee zonder externe voedingsbron.
Netadapter De universele netadapter voorziet het systeem
van stroom en laadt de accu’s op wanneer deze opraken. De adapter wordt geleverd met een verwisselbaar netsnoer.
Touchpad
Met het touchpad en de besturingsknoppen in de polssteun kunt u de schermaanwijzer verplaatsen.
Beeldscherm
17-inch Trubrite TFT-scherm met een resolutie van 1440 horizontale x 900 verticale pixels
17-inch Trubrite TFT-scherm met een resolutie van 1680 horizontale x 1050 verticale pixels
1-4 Gebruikershandleiding
Schijven
Inleiding
Vrijwaringsverklarin g voor vaste schijf
1 Gigabyte (GB) is 109 = 1.000.000.000 bytes in het decimale talstelsel. Het besturingssysteem van de computer gebruikt echter het binaire talstelsel en definieert de opslagcapaciteit dus als volgt: 1 GB = 2
30
= 1.073.741.824 bytes. Hierdoor wordt een lagere opslagcapaciteit weergegeven. De beschikbare opslagcapaciteit is minder als er op het product een of meer besturingssystemen zijn voorgeïnstalleerd, zoals Microsoft Windows XP, en/of een of meer toepassingen zijn voorgeïnstalleerd. De werkelijke capaciteit na formatteren kan per model verschillen.
Vaste schijf Beschikbaar in de volgende grootten:
40,0 miljard bytes (37,26 GB) 60,0 miljard bytes (55,88 GB) 80,0 miljard bytes (74,52 GB) 100,0 miljard bytes (93,16 GB) 120,0 miljard bytes (111,78 GB) 160,0 miljard bytes (149,04GB) Seriële ATA vaste schijf Ondersteuning van 2,5-inch vaste schijf van
9,5 mm/12,5 mm hoog
DVD-ROM- en CD-R/RW-station
Sommige modellen zijn uitgerust met een DVD-ROM- en CD-R/RW-station van volledige grootte waarmee u gegevens kunt opslaan op hershrijfbare CD’s/CD-RW’s en CD’s/DVD’s van 12 cm of 8 cm kunt lezen zonder adapter. De maximale leessnelheid is 8-speed voor DVD-ROM en 24-speed voor CD-ROM. De maximale schrijfsnelheid is 24-speed voor CD-R’s en 24-speed voor CD-RW’s. Dit station ondersteunt de volgende indelingen:
DVD-ROM DVD-video
CD-R CD-RW
CD-DA CD-Text
Photo CD (single/multi-sessie)
CD-ROM Mode1, Mode2
CD-ROM XA Mode2 (Form1, Form2)
Enhanced CD (CD-EXTRA)
Gebruikershandleiding 1-5
Inleiding
DVD Super Multi-station met ondersteuning voor Double Layer
Sommige modellen zijn uitgerust met een DVD Super Multi-stationsmodule van volledige grootte waarmee u zonder adapter gegevens op herschrijfbare CD’s/DVD’s kunt vastleggen en CD’s/DVD’s van 12 cm of 8 cm kunt lezen. De maximale leessnelheid is 8-speed voor DVD-ROM en 24-speed voor CD-ROM. De maximale schrijfsnelheid bedraagt 24-speed voor CD-R, 10-speed voor CD-RW, 8-speed voor DVD-R, 4-speed voor DVD-RW, 8-speed voor DVD+R, 4-speed voor DVD+RW, 4-speed voor DVD-R DL, 2,4-speed voor DVD+R DL en 5-speed voor DVD-RAM. Dit station ondersteunt de volgende indelingen:
DVD-ROM DVD-video
DVD-R DVD-RW
DVD+R DVD+RW
DVD+R DL CD-Text
CD-DA CD-RW
CD-R DVD-RAM
Photo CD (single/multi-session)
CD-ROM Mode1, Mode2
CD-ROMXA Mode2 (Form1, Form2)
Enhanced CD (CD-EXTRA)
Computers in deze serie kunnen worden geconfigureerd met meerdere typen optische schijfstations. Wend u tot uw dealer voor nadere informatie over de beschikbare optische schijfstations. Raadpleeg hoofdstuk 4,
Grondbeginselen, voor meer informatie over het gebruik van het optische
schijfstation.
Sleuven (afhankelijk van configuratie)
PC-kaart geschikt voor één type II-apparaat.
ExpressCard In deze sleuf kunt u een ExpressCard plaatsen.
Een Express Card is een kleine, modulaire, toevoegbare kaart met een PCI Express en Universal Serial Bus (USB)-interface. Zowel ExpressCard/34 als ExpressCard/54 wordt ondersteund.
Kaarten voor meerdere digitale media (SD/MMC/MS/MS Pro/xD)
1-6 Gebruikershandleiding
Door middel van deze sleuf kunt u gemakkelijk gegevens overbrengen van apparaten die gebruik maken van flashgeheugen, bijvoorbeeld digitale camera’s en PDA’s (Personal Digital Assistants).
Inleiding
Poorten (afhankelijk van de configuratie)
Externe monitor De 15-pens analoge VGA-poort ondersteunt
VESA DDC2B-compatibele functies.
Universal Serial Bus Deze computer heeft vier USB-poorten (Universal
Serial Bus) die voldoen aan de USB 2.0-standaard, die gegevensoverdrachtssnelheden ondersteunen die ruimt 40 maal hoger zijn dan met USB 1.1 (dat eveneens door deze computer wordt ondersteund.) De USB-stations kunnen worden gebruikt voor gegevensoverdracht op lage (Low), volledige (Full) en hoge (High) snelheid.
i.LINK (IEEE1394) Deze poort ondersteunt snelle, rechtstreekse
gegevensoverdracht vanaf externe apparaten zoals digitale videocamera’s.
Tv-uit De 4-pins S-Video-poort is compatibel met de
PAL- of NTSC-standaard voor tv en ondersteunt Macrovision 7.02-kopieerbeveiliging.
Infraroodontvangst­venster
Dit venster poort ontvangt signalen van de afstandsbediening.
DVI Via deze 25-pins poort kunt u een Digital Visual
Interface-monitor rechtstreeks op de computer aansluiten. Dit kan bijvoorbeeld een HD-televisie, een flat-screen monitor of een ander, vergelijkbaar product zijn.
Multimedia
Geluidssysteem Het geluidssysteem, dat compatibel is met
Windows aansluitingen voor een externe microfoon en hoofdtelefoon.
Express Media Player
Dankzij de Express Media Player-functie kunt u het interne optische station van de computer gebruiken als zelfstandige audio-CD-speler of DVD-videospeler.
Hoofdtelefoon- en S/PDIF-aansluiting
Er is een standaard 3,5mm-aansluiting aanwezig voor aansluiting van een hoofdtelefoon of externe luidsprekers.
Opmerking: Deze poort wordt ook gebruikt door de S/PDIF-functie die het mogelijk maakt audiogegevens digitaal zonder verlies tussen twee apparaten over te zetten.
®
, heeft interne luidsprekers en
Gebruikershandleiding 1-7
Inleiding
Microfoonbus Op de standaard 3,5-mm mini-microfoonbus kan
besturingsknoppen Er zijn twee programmeerbare knoppen
een monomicrofoon worden aangesloten.
aanwezig (één knop die standaard is ingesteld op Internet en uw webbrowser opent en één knop die Windows Media Player start) en vier multimediaknoppen voor bediening en weergave van CD’s/DVD’s en/of mediabestanden.
Communicatie
Modem Het ingebouwde modem voorziet in gegevens-
LAN De computer heeft ingebouwde ondersteuning
Draadloos LAN De computer is voorzien van een mini-PCI-kaart
Bluetooth (optioneel)5
en faxcommunicatie. Al naar gelang uw land wordt V.90 of V.92 ondersteund. De snelheid van gegevensoverdracht en faxcommunicatie is afhankelijk van de toestand van de analoge telefoonlijn. De computer heeft een modempoort voor aansluiting op een telefoonlijn.
voor Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T), Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-TX) of Gigabit Ethernet LAN (1000 megabits per seconde, 1000BASE-T).
voor draadloos LAN die compatibel is met andere LAN-systemen die de communicatiestandaard
802.11a/b/g of 802.11b/g ondersteunen. Tevens ondersteunt de kaart frequentiebandselectie (2,4 of 5 GHz) en “roaming” over meerdere kanalen.
Sommige computers uit deze serie zijn uitgerust met Bluetooth-functionaliteit. Bluetooth is een draadloze technologie voor korte afstanden. U kunt met deze technologie PAN’s (Personal Area Networks) maken voor uw apparaten en andere apparaten zoals mobiele computers, mobiele telefoons en digitale camera’s.
Beveiliging
Wachtwoordbeveiliging bij opstarten Wachtwoordarchitectuur met twee niveaus
Sleuf beveiligingsslot
Hiermee kan de computer door middel van een optioneel beveiligingsslot aan een bureau of ander groot, zwaar voorwerp worden verankerd.
1-8 Gebruikershandleiding

Speciale voorzieningen

De volgende voorzieningen zijn uniek voor TOSHIBA-computers of zijn geavanceerde voorzieningen die het gebruik van de computer vergemakkelijken.
Houd er rekening mee dat bij de beschrijving van het starten van bepaalde speciale functies wordt uitgegaan van de categorieweergave van
Configuratiescherm. De beschrijving verschilt voor de klassieke weergave.
Inleiding
Sneltoetsen Door middel van deze toetscombinaties kunt u de
Wachtwoord voor opstarten
Directe beveiliging Met de sneltoets Fn + F1 kunt u het scherm
Beeldscherm automatisch uitschakelen
systeemconfiguratie snel wijzigen zonder een programma voor systeemconfiguratie te hoeven gebruiken.
Er zijn twee niveaus van wachtwoordbeveiliging: supervisor en gebruiker. Hierdoor kunt u voorkomen dat onbevoegden uw computer gebruiken.
Als u een supervisorwachtwoord wilt instellen, dubbelklikt u op het pictogram TOSHIBA Assist op het bureaublad, klikt u op de tab Beveiliging en start u het hulpprogramma Supervisorwachtwoord.
Als u een gebruikerswachtwoord wilt instellen, klikt u op de tabl Beveiliging in TOSHIBA Assist en start u het hulpprogramma
Gebruikerswachtwoord. Op het tabblad Wachtwoord kunt u een gebruikerswachtwoord
instellen.
leegmaken en de computer blokkeren; deze functie dient voor gegevensbeveiliging.
Met deze functie wordt de stroom naar het interne beeldscherm automatisch stopgezet als het toetsenbord of aanwijsapparaat een bepaalde tijd niet is gebruikt. De stroomvoorziening wordt hersteld zodra een toets wordt ingedrukt of het aanwijsapparaat wordt gebruikt. U stelt de tijdsduur in door te klikken op Start,
Configuratiescherm, Prestaties en onderhoud, Energiebeheer. Op het tabblad Energiebeheerschema’s kunt u een tijdsduur
instellen voor Beeldscherm uitschakelen.
Gebruikershandleiding 1-9
Inleiding
Vaste schijf automatisch uitschakelen
Systeem stand-by/in slaapstand
Intelligente stroomvoorziening
Energiebesparings­modus
Met deze functie wordt de stroom naar de vaste schijf automatisch stopgezet als een bepaalde tijd lang geen activiteit op de vaste schijf heeft plaatsgevonden. De stroomvoorziening wordt hersteld zodra de vaste schijf wordt gebruikt. U stelt de tijdsduur in door te klikken op Start,
Configuratiescherm, Prestaties en onderhoud, Energiebeheer. Op het tabblad Energiebeheerschema’s kunt u een tijdsduur
instellen voor Vaste schijven uitschakelen.
Met deze functie wordt het systeem automatisch op stand-by of in de slaapstand gezet als een bepaalde tijd lang geen invoer of hardwareactiviteit heeft plaatsgevonden. U stelt de tijdsduur in door te klikken op Start,
Configuratiescherm, Prestaties en onderhoud, Energiebeheer. Op het tabblad Energiebeheerschema’s kunt u een tijdsduur instellen voor Systeem op stand-by of Systeem in slaapstand.
Een microprocessor in de intelligente stroomvoorziening van de computer detecteert de acculading en berekent de resterende accucapaciteit. De microprocessor beschermt de elektronische onderdelen tevens tegen ongewone omstandigheden, zoals extreme spanningspieken vanuit een voedingsbron. U controleert de resterende accucapaciteit door te klikken op Start, Configuratiescherm, Prestaties en onderhoud, Energiebeheer en vervolgens op de tab Energiemeter.
Met deze voorziening kunt u accu-energie besparen. U stelt de energiebesparingsmodus in door te klikken op Start, Configuratiescherm, Prestaties en onderhoud, Energiebeheer. Op het tabblad Energiebeheerschema’s kunt u een modus kiezen onder Energiebeheerschema’s.
In-/uitschakelen via LCD
Met deze functie wordt de stroom naar de computer uitgeschakeld wanneer het LCD­scherm wordt gesloten, en weer ingeschakeld zodra het scherm wordt geopend. Selecteer een instelling door te klikken op Start,
Configuratiescherm, Prestaties en onderhoud, Energiebeheer en het tabblad Geavanceerd.
1-10 Gebruikershandleiding
Inleiding
Automatische slaapstand bij lage acculading
Slaapstand Met deze functie kunt u de stroom uitschakelen
Stand-by Als u uw werk moet onderbreken, kunt u de

Hulpprogramma’s

In dit gedeelte worden vooraf geïnstalleerde hulpprogramma’s beschreven en wordt toegelicht hoe u de programma’s start. Raadpleeg de online handleiding, Help of readme-bestanden bij elk hulpprogramma voor informatie over bewerkingen.
Als de acculading zover is gedaald dat u de computer niet meer kunt gebruiken, wordt automatisch de slaapstand geactiveerd en wordt het systeem afgesloten. Selecteer een instelling door te klikken op Start, Configuratiescherm, Prestaties en onderhoud, Energiebeheer en het tabblad Waarschuwingen.
zonder de software te hoeven sluiten. De inhoud van het hoofdgeheugen wordt op de vaste schijf opgeslagen, zodat u uw werk kunt hervatten op de plaats waar u was opgehouden wanneer u de computer weer aanzet. Raadpleeg de paragraaf
De computer uitschakelen in hoofdstuk 3, Voor u begint, voor bijzonderheden.
computer uitschakelen zonder de software te hoeven sluiten: de gegevens worden opgeslagen in het hoofdgeheugen van de computer, zodat u kunt verder werken waar u was gebleven wanneer u de computer weer aanzet.
Houd er rekening mee dat bij de beschrijving van het starten van bepaalde hulpprogramma’s wordt uitgegaan van de categorieweergave van
Configuratiescherm. De beschrijving verschilt voor de klassieke weergave.
TOSHIBA Assist TOSHIBA Assist is een grafische
gebruikersinterface waarmee u gemakkelijk toegang tot Help en services kunt verkrijgen.
HW Setup Met dit programma kunt u uw hardware-
Gebruikershandleiding 1-11
instellingen aanpassen aan uw werkwijzen en de randapparaten die u gebruikt. U start het hulpprogramma door te dubbelklikken op TOSHIBA Assist op het bureaublad. Klik vervolgens op de tab Optimaliseren en klik op TOSHIBA HW Setup.
Inleiding
DVD-videospeler De DVD-videospeler wordt gebruikt om
DVD-video’s af te spelen. De speler heeft een scherminterface en -functies. Klik op Start, wijs Alle programma’s en InterVideo WinDVD aan en klik op InterVideo WinDVD.
TOSHIBA­hulpprogramma Zoom
Met dit hulpprogramma kunt u de pictogrammen op het bureaublad of in het toepassingsvenster vergroten of verkleinen.
U start het TOSHIBA-hulpprogramma Zoom door te klikken op Start. Selecteer Alle programma’s, TOSHIBA en Hulpprogramma’s en klik tot slot op Zoom.
RecordNow! Basic for TOSHIBA
U kunt CD’s/DVD’s in verschillende indelingen maken: audio-CD’s die op een gewone stereo­CD-speler kunnen worden afgespeeld, en data­CD’s voor het opslaan van de bestanden en mappen op uw vaste schijf. Deze software kan worden gebruikt op een model met een DVD-ROM/CD-R/RW-station of een DVD Super Multi-station.
DLA voor TOSHIBA DLA (Drive Letter Access ofwel
stationslettertoegang) is het pakketschrijfprogramma waarmee bestanden en/of mappen via een stationsletter naar een DVD+RW-, DVD-RW- of CD-RW-schijf kunnen worden geschreven, op dezelfde manier als met een diskette of andere verwisselbare schijven.
TOSHIBA PC­diagnoseprogramma
TOSHIBA PC-diagnoseprogramma toont gegevens over de configuratie van de computer en biedt de mogelijkheid bepaalde ingebouwde apparaten te testen. U start het TOSHIBA PC­diagnoseprogramma door te klikken op Start. Wijs vervolgens Alle programma’s, TOSHIBA en Hulpprogramma’s aan en klik op PC-diagnoseprogramma.
1-12 Gebruikershandleiding

Opties

Inleiding
TOSHIBA ConfigFree ConfigFree is een programmapakket waarmee
communicatieapparaten en netwerkverbindingen op simpele wijze kunnen worden beheerd. Met ConfigFree kunt u tevens communicatieproblemen opsporen en profielen maken waarmee u eenvoudig tussen locaties en communicatienetwerken kunt schakelen.
U start ConfigFree door te klikken op Start. Selecteer vervolgens Alle programma’s, TOSHIBA en Hulpprogramma’s en klik tot slot op ConfigFree.
TOSHIBA­hulpprogramma Touchpad aan/uit
U kunt uw computer nog krachtiger en gebruikersvriendelijker maken door een aantal opties toe te voegen. De volgende opties zijn beschikbaar:
Geheugenmodules Er kunnen twee geheugenmodules in de
Als u op Fn + F9 drukt, wordt de touchpadfunctie in- of uitgeschakeld. Wanneer u op deze sneltoets drukt, wordt de huidige instelling veranderd en als pictogram weergegeven.
computer worden geïnstalleerd.
Gebruik alleen DDRII-533MHz/667MHz-compatibele geheugenmodules Neem contact op met uw TOSHIBA-dealer voor nadere informatie.
Accu-eenheid U kunt een extra accu-eenheid bij uw TOSHIBA-
dealer kopen. U kunt deze als reserve-exemplaar gebruiken, zodat u langer met uw computer kunt werken.
Netadapter Als u de computer regelmatig op verschillende
locaties gebruikt, is het wellicht een goed idee om voor elke locatie een extra netadapter te kopen: u hoeft de adapter dan niet telkens mee te nemen.
Extern USB­diskettestation
Gebruikershandleiding 1-13
Hiermee kunt u een diskettestation op de computer aansluiten door middel van een USB-kabel.
Inleiding
1-14 Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 2
Rondleiding
In dit hoofdstuk worden de verschillende onderdelen van de computer geïdentificeerd. Maak uzelf vertrouwd met elk onderdeel voordat u met de computer aan de slag gaat.
Bepaalde soorten notebookchassis zijn ontworpen om alle mogelijke configuraties voor een volledige productserie te huisvesten. Uw geselecteerde model heeft mogelijk niet alle voorzieningen en specificaties die corresponderen met de pictogrammen of schakelaars op het notebookchassis, tenzij u al deze voorzieningen hebt geselecteerd.

Voorkant met gesloten beeldscherm

De volgende afbeelding illustreert de voorkant van de computer met het beeldscherm gesloten.
Beeldschermvergrendeling
Kaartsleuf voor
meerdere digitale media
Line-in-bus
Microfoonaansluiting
Voorkant van de computer met gesloten beeldscherm
Gebruikershandleiding 2-1
Hoofdtelefoon- en
S/PDIF-aansluiting
Volumeregeling
Infraroodont-
vangstvenster
Draadloze­communicatiela mpje
Schakelaar voor draadloze communicatie
Rondleiding
Beeldschermver­grendeling
Deze vergrendelingsschuif zet het LCD-scherm vast wanneer dit gesloten is. Duw de vergrendelingsschuif opzij om het beeldscherm te openen.
Microfoonaansluiting Op de 3,5-mm mini-microfoonbus kan een
standaard drie-aderige miniplug voor niet­stereofonische microfooninvoer worden aangesloten.
Hoofdtelefoon- en S/PDIF-aansluiting
Op de hoofdtelefoonbus kunt u een stereohoofdtelefoon of andere audio­uitvoerapparatuur zoals externe luidsprekers met een versterker aansluiten. Als u een hoofdtelefoon of een ander apparaat op deze bus aansluit, worden de interne luidsprekers automatisch uitgeschakeld.
Opmerking: Deze poort wordt ook gebruikt door de S/PDIF-functie die het mogelijk maakt audiogegevens digitaal zonder verlies tussen twee apparaten over te zetten.
Line-in-bus Op de standaard 3,5-mm mini-line-aansluiting
kan een drie-aderige miniplug worden aangesloten.
Volumeregeling Gebruik deze regelaar om het volume van de
stereoluidsprekers of hoofdtelefoon in te stellen.
Kaartsleuf voor meerdere digitale media
Hiermee kunt u mediakaarten van digitale fotocamera’s en verschillende soorten draagbare gegevensapparaten gebruiken.
Infraroodontvangst­venster
Sommige modellen zijn met een infraroodontvangstvenster uitgerust. Dit is een sensorvenster dat signalen van de afstandsbediening ontvangt die bij de computer is geleverd.
Schakelaar voor draadloze communicatie
Met de draadloze-communicatieschakelaar wordt de zender/ontvanger van het draadloze netwerk ingeschakeld. Het lampje voor draadloze communicatie brandt ten teken dat de draadloze netwerkfunctie is ingeschakeld.
Draadloze­communicatielampje
2-2 Gebruikershandleiding
Geeft aan of het draadloze LAN of de Bluetooth­functie actief is.

Rechterkant

De volgende afbeelding illustreert de rechterkant van de computer.
Rondleiding
Uitwerpgaatje
Optisch station
Rechterkant van de computer
Lampje voor optisch
Uitwerpknop
schijfstation
Universal Serial
Bus-poorten (USB)
Optisch station De computer is uitgerust met een optisch-
stationsmodule van volledige grootte waarin u schijven van 12 cm (4,72 inch) of 8 cm (3,15 inch) zonder adapter kunt uitvoeren. Raadpleeg het gedeelte Stations in dit hoofdstuk voor technische specificaties voor elk station, en hoofdstuk 4, Grondbeginselen, voor informatie over het gebruik van het station en het omgaan met schijven.
Het lampje voor optische-schijfactiviteit brandt wanneer het station wordt gebruikt.
Uitwerpgaatje Druk op deze knop om de lade van het optische
station handmatig te openen indien het station op onverklaarbare wijze blokkeert of niet meer reageert.
Uitwerpknop Druk op deze knop om de lade van het optische
station te openen.
Lampje voor optisch schijfstation
Universal Serial Bus-poorten (USB)
Dit lampje geeft aan wanneer het optische schijfstation wordt gebruikt.
Via de Universal Serial Bus-poorten (USB 2.0 en
1.1) kunt u USB-apparaten zoals toetsenborden, muizen, vaste schijven, scanners en printers aansluiten op de computer.
Gebruikershandleiding 2-3
Rondleiding

Linkerkant

De volgende afbeelding illustreert de linkerkant van de computer.
Luchtopeningen
Universal Serial
Bus-poort (USB)
Universal Serial Bus-poort (USB)
i.LINK-poort (IEEE 1394)
Linkerkant van de computer
PC Card-sleuf
ExpressCard-
sleuf
Via de Universal Serial Bus-poort (USB 2.0 en
1.1) kunt u USB-apparaten zoals toetsenborden, muizen, vaste schijven, scanners en printers aansluiten op de computer.
Luchtopeningen De luchtopeningen dienen om de binnenkant te
beschermen tegen oververhitting.
i.LINK-poort (IEEE 1394) (optioneel)
Koppel een extern apparaat zoals een digitale videocamera aan deze poort voor snelle gegevensoverdracht.
PC Card-sleuf De PC-kaartsleuf biedt ruimte voor één PC-kaart
van Type II. U kunt elke standaard-PC-kaart installeren, bijvoorbeeld een SCSI-adapter, Ethernet-adapter of flash-geheugenkaart.
ExpressCard-sleuf (optioneel)
In deze sleuf kunt u een ExpressCard plaatsen. Een Express Card is een kleine, modulaire, toevoegbare kaart met een PCI Express en Universal Serial Bus (USB)-interface. Zowel ExpressCard/34 als ExpressCard/54 wordt ondersteund.
2-4 Gebruikershandleiding

Achterkant

De volgende afbeelding illustreert het achterpaneel van de computer.
Beveiligingsslot
LAN-aansluiting
Luchtopeningen
Gelijkstroomingang
(15 V)
De achterkant van de computer
Modemaansluiting
VGA-poort (monitor)
Universal Serial Bus-poort (USB)
DVI-poort (monitor)
Rondleiding
TV Out-
poort
Beveiligingsslot Aan dit slot kan een beveiligingskabel worden
bevestigd. De optionele beveiligingskabel verankert de computer aan een bureau of ander groot voorwerp ter bescherming tegen diefstal.
Universal Serial Bus-poort (USB)
Via de Universal Serial Bus-poort (USB 2.0 en
1.1) kunt u USB-apparaten zoals toetsenborden, muizen, vaste schijven, scanners en printers aansluiten op de computer.
VGA-poort (monitor) Via deze 15-pens poort kunt u een extern
beeldscherm op de computer aansluiten.
DVI-poort (monitor) (optioneel)
Via deze poort kunt u een extern beeldscherm met een DVI-kabel op de computer aansluiten.
TV Out-poort Koppel een 4-pins S-Video-kabel aan deze poort
voor de uitvoer van NTSC- of PAL-signalen.
Gelijkstroomingang
Op de DC-IN-poort sluit u de netadapter aan.
(15 V)
Luchtopeningen De ventilatoropeningen dienen om de CPU te
beschermen tegen oververhitting.
LAN-aansluiting Via deze poort kunt u de computer op een LAN
aansluiten. De adapter heeft ingebouwde ondersteuning voor Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T) en Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-TX), of Gigabit Ethernet LAN (1000 megabits per seconde, 1000BASE-T). De LAN-status wordt aangegeven met twee lampjes op de bus.
Gebruikershandleiding 2-5
Rondleiding
Modemaansluiting U kunt de modemaansluiting gebruiken om het
Om oververhitting van de CPU te voorkomen dient u ervoor te zorgen dat de luchtopeningen niet worden geblokkeerd.

Onderkant

De volgende afbeelding illustreert de onderkant van de computer. Zorg dat het beeldscherm gesloten is voordat u de computer ondersteboven zet.
modem rechtstreeks via een modemkabel aan te sluiten op een telefoonlijn.
Vaste schijf
Vergrendeling accu-eenheid
Accuontgrendelings­schuif
Accu-eenheid
Accuontgrendelingsschuif
De onderkant van de computer
Duw deze schuif opzij om de accu-eenheid te verwijderen. Deze schuif kan niet worden
Klepje over sleuf voor
geheugenmodule
Afdekplaatje voor
draadloos LAN
verplaatst als de accuvergrendeling in de vergendelde stand staat.
Vergrendeling accu-eenheid
Verschuif deze vergendeling om de accu­eenheid te ontgrendelen, zodat u deze kunt verwijderen door de accuontgrendelingsschuif te verschuiven.
Accu-eenheid De accu-eenheid voorziet de computer van
stroom wanneer de netadapter niet is aangesloten. Raadpleeg hoofdstuk 6,
Stroomvoorziening en spaarstanden, voor
uitgebreide informatie over de accu-eenheid.
2-6 Gebruikershandleiding
Rondleiding
Sleuf voor geheugenmodule
In deze sleuf kunt u een geheugenmodule installeren om het computergeheugen uit te breiden. Raadpleeg de paragraaf
Geheugenuitbreiding in hoofdstuk 8, Optionele apparaten.
Afdekplaatje voor draadloos LAN
Dit plaatje beschermt de Wireless LAN-sleuf en de Wireless LAN-kaart indien deze is geïnstalleerd.
Vaste schijf De verwisselbare vaste schijf bevindt zich in
deze bay aan de onderkant van de computer. Dit is handig als u een schijf met een grotere capaciteit wilt gebruiken of de schijf uit veiligheidsoverwegingen wilt verwijderen wanneer u gedurende langere tijd niet aan de computer zit.

Voorkant met geopend beeldscherm

De volgende afbeelding illustreert de voorkant van de computer met het beeldscherm geopend. Om het beeldscherm te openen duwt u de vergrendelingsschuif op de voorkant van het beeldscherm opzij en kantelt u het scherm omhoog. Zet het scherm in een stand waar u er goed zicht op hebt.
Beeldscherm
Aan/uit-knop
Internet-knop
CD/DVD-knop
Afspelen/Pauze
Stop
Vorige
Volgende
Touchpad
Linker
luidspreker
Touchpadbesturingsk noppen
DC-IN-lampje
Aan/uit-lampje
Gebruikershandleiding 2-7
Acculampje Lampje voor
De voorkant met geopend beeldscherm
vaste schijf
Lampje voor kaartsleuf voor
meerdere digitale media
Rechter
luidspreker
Rondleiding
DC-IN-lampje Het DC-IN-lampje brandt wanneer de computer
is aangesloten op de netadapter, die op zijn beurt aan een voedingsbron is gekoppeld.
Aan/uit-lampje Het Aan/uitlampje knippert oranje wanneer het
systeem Stand-by is. Het lampje gaat uit wanneer de computer wordt uitgeschakeld of in de slaapstandmodus wordt gezet. Tijdens normaal gebruik is het lampje blauw.
Acculampje Het acculampje geeft het ladingsniveau van de
accu aan. Het lampje brandt blauw wanneer de accu volledig is opgeladen. Het lampje brandt oranje wanneer de accu door de netadapter wordt opgeladen. Het knippert oranje wanneer de accu bijna leeg is.
Lampje voor vaste schijf
Het lampje voor de vaste schijf geeft aan of de vaste schijf wordt gebruikt. Telkens wanneer de computer een programma uitvoert, een bestand opent of een ander functie verricht waarbij de vaste schijf wordt gebruikt, gaat dit lampje branden.
Lampje voor kaartsleuf voor meerdere digitale media
Linker en rechter
Dit lampje gaat branden wanneer er toegang wordt gezocht tot de kaart voor meerdere digitale media.
De audiospeakers.
luidspreker
Beeldscherm De LCD toont contrastrijke tekst en afbeeldingen.
Raadpleeg Bijlage B. Als de computer door de accu wordt gevoed, ziet het scherm er niet zo helder uit als bij gebruik van de netadapter. Het lagere helderheidsniveau dient om accu-energie te besparen.
Gebruik een schermbeveiliging wanneer u de computer niet gebruikt om zo de gebruiksduur van het beeldscherm te verlengen.
Aan/uit-knop Druk op de aan/uit-knop om de computer in en
uit te schakelen.
Internet-knop Druk op de Internet-knop om uw
standaardwebbrowser te openen. U kunt de knopinstelling wijzigen in het
eigenschappenvenster van TOSHIBA Controls. U opent dit venster door door achtereenvolgens op Start, Configuratiescherm en Printers en
andere hardware te klikken en het pictogram TOSHIBA Controls te selecteren.
2-8 Gebruikershandleiding
Rondleiding
CD/DVD-knop Als u in uitgeschakelde toestand op deze knop
drukt, wordt de Express Media Player uitgevoerd. Nadat Express Media Player is gestart, gaat het aan/uit-lampje branden en wordt de audiobedieningsknop ingeschakeld. Terwijl Express Media Player wordt uitgevoerd, gebeurt er niets als u op deze knop drukt. Als u op deze knop drukt wanneer de computer is ingeschakeld of in de stand-bystand staat, wordt Windows Media Player of WinDVD gestart.
U kunt de knopinstelling wijzigen in het eigenschappenvenster van TOSHIBA Controls. U opent dit venster door door achtereenvolgens op Start, Configuratiescherm en Printers en
andere hardware te klikken en het pictogram TOSHIBA Controls te selecteren.
Afspelen/Pauze Druk op deze knop om te beginnen met het
afspelen van een audio-CD, DVD-film of digitale audiobestanden. Deze knop fungeert tevens als pauzeknop.
Stop Hiermee wordt het afspelen van de CD, DVD of
digitale audio stopgezet.
Vorige Hiermee gaat u terug naar vorige nummers.
Zie hoofdstuk 4, Grondbeginselen, voor meer informatie.
Volgende Volgende nummers/hoofdstukken/gegevens
weergeven. Zie hoofdstuk 4, Grondbeginselen, voor meer informatie.
Als in Windows® Media Player de optie Willekeurig (Random) of Willekeurige volgorde (Shuffle) is geselecteerd, gaat u naar een willekeurige selectie wanneer u Volgende of Vorige selecteert.
Touchpa d Met een aanwijsapparaat in het midden van de
polssteun kunt u de schermaanwijzer verplaatsen. Raadpleeg de paragraaf Het touchpad gebruiken in hoofdstuk 4, Grondbeginselen.
Touchpadbestu­ringsknoppen
Met de besturingsknoppen onder het touchpad kunt u menuopties selecteren en bewerkingen uitvoeren op tekst en afbeeldingen die u met de schermaanwijzer hebt geselecteerd.
Gebruikershandleiding 2-9
Rondleiding

Toetsenbordlampjes

Caps Lock
Caps Lock Het Caps Lock-pictogram gaat branden wanneer
u op de toets Caps Lock drukt. In dat geval wordt bij het indrukken van een lettertoets een hoofdletter weergegeven.
Scroll Lock Als het Scroll Lock-pictogram blauw brandt, is de
Scroll Lock-functie actief. De werking van deze functie wordt bepaald door de software die u gebruikt.
Num Lock U kunt het numerieke toetsenblok gebruiken om
cijfers in te voeren als het Num Lock-pictogram blauw brandt.

Optisch schijfstation

De computer is uitgerust met een van de volgende optische schijfstations: een DVD-ROM- en CD-R/RW-station of een DVD Super Multi-station (al naar gelang de configuratie van uw computer met ondersteuning voor enkellaags of dubbellaags schijven). Voor het aansturen van CD-/DVD-ROM’s wordt een ATAPI-interfacecontroller gebruikt. Zodra de computer toegang verkrijgt tot een schijf, gaat het lampje op het station branden.
Regiocodes voor DVD-stations en -media
Het schijfstation en de media worden vervaardigd conform de specificaties van zes verkoopgebieden. Om problemen bij het afspelen van DVD-video’s te voorkomen dient u bij de aanschaf van DVD-video-schijven te controleren of de schijven geschikt zijn voor uw station.
Scroll Lock
Num Lock
Code Regio
1 Canada, Verenigde Staten
2 Japan, Europa, Zuid-Afrika, Midden-Oosten
3 Zuid-Oost-Azië, Oost-Azië
4 Australië, Nieuw Zeeland, Stille-Oceaaneilanden,
Midden-Amerika, Zuid-Amerika, Caribisch gebied
5 Rusland, Indisch subcontinent, Afrika, Noord-Korea, Mongolië
6 China
2-10 Gebruikershandleiding
Rondleiding
Beschrijfbare schijven
In deze paragraaf worden de verschillende soorten beschrijfbare schijven beschreven. Controleer in de specificaties voor uw station welke schijftypen kunnen worden beschreven. Gebruik Record Now! voor het beschrijven van CD’s. Raadpleeg hoofdstuk 4, Grondbeginselen.
CD’s
Beschrijfbare CD’s (CD-R’s) kunnen slechts één keer worden
beschreven. De opgenomen gegevens kunnen niet worden gewist of veranderd.
CD-RW- ofwel CD-Rewritable-schijven kunnen meermaals worden
beschreven. Gebruik multispeed CD-RW’s (1x, 2x of 4x) of high-speed 4- tot 10-speed schijven. De schrijfsnelheid van ultra-speed CD-RW’s is maximaal 24-speed.
DVD’s
DVD-R’s en DVD+R’s kunnen slechts één keer worden beschreven.
De opgenomen gegevens kunnen niet worden gewist of veranderd.
DVD-RW-, DVD+RW- en DVD-RAM-schijven kunnen meermaals
worden beschreven.
Het DVD-ROM- en CD-R/RW-station van volledige grootte...
In de DVD-ROM & CD-R/RW-stationsmodule van volledige grootte kunt u zonder adapter gegevens op herschrijfbare CD’s vastleggen en CD’s/ DVD’s van 12 cm of 8 cm lezen zonder een adapter te gebruiken.
In het midden van een schijf is de leessnelheid lager dan aan de rand.
DVD lezen 8-speed (maximaal) CD lezen 24-speed (maximaal) CD-R schrijven 24-speed (maximaal) CD-RW schrijven 24-speed (maximaal, ultra-speed media)
Gebruikershandleiding 2-11
Rondleiding
DVD Super Multi-station met opnameondersteuning voor Double Layer-schijven
In de DVD Super Multi-stationsmodule van volledige grootte kunt u zonder adapter gegevens op herschrijfbare schijven vastleggen en schijven van 12 cm (4,72 inch) of 8 cm (3,15 inch) lezen zonder een adapter te gebruiken.
In het midden van een schijf is de leessnelheid lager dan aan de rand.
DVD lezen 8-speed (maximaal) DVD-R schrijven 8-speed (maximaal) DVD-RW schrijven 4-speed (maximaal) DVD+R schrijven 8-speed (maximaal) DVD+RW schrijven 4-speed (maximaal) DVD-RAM schrijven 5-speed (maximaal) CD lezen 24-speed (maximaal) CD-R schrijven 24-speed (maximaal) CD-RW schrijven 10-speed (maximaal, ultra-speed media) DVD-R (DL) schrijven 2-speed (maximaal) DVD+R(DL) schrijven 2,4-speed (maximaal)
Dit station ondersteunt geen schijven met schrijfsnelheden die hoger zijn dan 8-speed (DVD-R, DVD+R met Single Layer), 4-speed (DVD-RW, DVD+RW), 5-speed (DVD-RAM) of ultra-speed+(CD-RW).
2-12 Gebruikershandleiding
Netadapter
De netadapter zet wisselstroom om in gelijkstroom en vermindert de spanning die aan de computer wordt geleverd. De netadapter kan zich automatisch aanpassen aan elke spanning tussen 100 en 240 volt en aan een frequentie van 50 of 60 hertz, waardoor u de computer in praktisch elk land of gebied kunt gebruiken.
Om de accu op te laden sluit u de netadapter eenvoudig aan op een voedingsbron en op de computer. Raadpleeg hoofdstuk 6,
Stroomvoorziening en spaarstanden, voor meer informatie.
Rondleiding
De netadapter
Gebruik van de verkeerde adapter kan resulteren in beschadiging van de computer. In dergelijke gevallen aanvaardt TOSHIBA geen aansprakelijkheid voor schade. De nominale uitvoer voor de computer bedraagt 15 Volt.
Gebruik alleen de netadapter die bij de computer is geleverd of een netadapter die door TOSHIBA is gecertificeerd.
Gebruikershandleiding 2-13
Rondleiding
2-14 Gebruikershandleiding
Voor u begint
Dit hoofdstuk verschaft basisinformatie aan de hand waarvan u met uw computer aan de slag kunt. De volgende onderwerpen worden behandeld:
Uw werkplek inrichten - met het oog op uw gezondheid en veiligheid
Lees ook de Instructiegids voor veiligheid en comfort. In deze gids wordt productaansprakelijkheid toegelicht.
de netadapter aansluiten
Het beeldscherm openen
De computer inschakelen
Voor het eerst opstarten
De computer uitschakelen
Computer opnieuw opstarten
De vooraf geïnstalleerde software herstellen
Alle gebruikers dienen tevens zorgvuldig het gedeelte Voor het eerste opstarten te lezen, waarin wordt beschreven wat u moet doen wanneer u de computer voor het eerst aanzet.
Hoofdstuk 3
Gebruikershandleiding 3-1
Voor u begint

Uw werkplek inrichten

Het is voor uzelf en voor de computer belangrijk om een comfortabele werkplek in te richten. Een slechte werkomgeving of ongunstige werkgewoonten kunnen resulteren in ongemak of ernstige RSI-blessures aan handen of polsen of andere gewrichten. Ook voor het functioneren van de computer is het van belang dat de omgeving in orde is. In dit gedeelte komen de volgende onderwerpen aan de orde:
Algemene omstandigheden
Plaatsing van de computer
Stoel en werkhouding
Verlichting
Werkgewoonten
Algemene omstandigheden
Een werkomgeving waarin u zich prettig voelt, is in het algemeen ook geschikt voor de computer. Lees echter het volgende om te controleren of uw werkplek aan de eisen voldoet.
Zorg voor voldoende ventilatie door genoeg ruimte vrij te laten rond de
computer.
Zorg dat het netsnoer is aangesloten op een gemakkelijk toegankelijk
stopcontact dicht bij de computer.
De omgevingstemperatuur moet tussen 5 en 35° C liggen en de
relatieve vochtigheid tussen 20 en 80 procent.
Vermijd plaatsen waar plotselinge of extreme temperatuurs- of
vochtigheidsveranderingen kunnen optreden.
Houd de computer stof- en vochtvrij en vermijd blootstelling aan direct
zonlicht.
Houd de computer uit de buurt van warmtebronnen, bijvoorbeeld
elektrische kachels.
Houd vloeistoffen of bijtende chemische stoffen uit de buurt van de
computer.
Sommige interne computeronderdelen en gegevensopslagmedia kunnen
door magneten worden beschadigd. Houd de computer uit de buurt van magnetische voorwerpen. Wees voorzichtig met voorwerpen die sterke magnetische velden genereren, bijvoorbeeld stereoluidsprekers. Wees tevens voorzichtig met metalen voorwerpen (bijvoorbeeld armbanden): dergelijke voorwerpen kunnen per ongeluk worden gemagnetiseerd.
Houd mobiele telefoons uit de buurt van de computer.
Laat genoeg ventilatieruimte vrij. Zorg dat er zich rond de in- en laten
van het systeem geen obstakels bevinden.
3-2 Gebruikershandleiding
Plaatsing van de computer
Plaats de computer en randapparaten zodanig dat comfort en veiligheid gewaarborgd zijn.
Plaats de computer op een vlak oppervlak, op een hoogte en afstand
die voor u comfortabel zijn. Het beeldscherm mag niet hoger zijn dan op oogniveau, om vermoeide ogen te voorkomen.
Plaats de computer zodanig dat deze direct vóór u staat wanneer u werkt
en zorg dat u voldoende ruimte hebt om eventuele andere apparaten te bedienen.
Zorg voor voldoende ruimte achter de computer, zodat u de stand van
het beeldscherm naar wens kunt bijstellen. Het scherm moet zo staan dat u er optimaal zicht op hebt, met minimale reflectie.
Als u een papierstandaard gebruikt, dient u deze op ongeveer dezelfde
hoogte en afstand te zetten als de computer.
Stoel en werkhouding
De hoogte van uw stoel in verhouding tot de computer en het toetsenbord, en de steun die de stoel biedt, zijn belangrijke factoren bij het verminderen van de werkbelasting.
Onder ooghoogte
Voor u begint
Hoeken van 90°
Voetsteun
Werkhouding en plaatsing van de computer
Plaats uw stoel zodanig dat het toetsenbord zich ter hoogte van uw
ellebogen of iets lager bevindt. U moet gemakkelijk kunnen typen met uw schouders ontspannen.
Uw knieën moeten iets hoger zijn dan uw heupen. Gebruik zo nodig
een voetsteun om uw knieën omhoog te brengen en de druk op de achterkant van uw dijen te verminderen.
Zorg dat de rugleuning uw onderrug steunt.
Zit rechtop, zodat uw knieën, heupen en ellebogen een hoek van
ongeveer 90 graden vormen wanneer u werkt. Buig niet te ver voorover en leun niet te ver naar achteren.
Gebruikershandleiding 3-3
Voor u begint
Verlichting
Werkgewoonten
Juiste verlichting kan de leesbaarheid van het beeldscherm verbeteren en vermoeidheid van de ogen verminderen.
Plaats de computer op een positie waar het scherm geen zonlicht of fel
kunstlicht kan weerkaatsen. Gebruik vensters van getint glas, jaloezieën of zonneschermen om schel zonlicht te weren.
Plaats de computer niet vóór een fel licht dat direct in uw ogen kan
schijnen.
Gebruik zo mogelijk zachte, indirecte verlichting op uw werkplek.
Gebruik een lamp om uw documenten of bureau te verlichten, maar zorg dat het licht niet in uw ogen schijnt of door het scherm wordt weerkaatst.
Om ongemak of spierblessures te voorkomen is het van essentieel belang dat u uw werkzaamheden afwisselt.
Probeer uw werkdag zodanig in te delen dat u een aantal verschillende taken hebt uit te voeren. Als u lange periodes achter de computer moet zitten, kunt u overbelasting voorkomen en uw efficiëntie verbeteren door uw dagelijkse routine te doorbreken.
Zit in een ontspannen houding. Goede plaatsing van uw stoel en
apparatuur (zie de aanwijzingen eerder in dit hoofdstuk) kan spierklachten in schouders en nek verminderen en rugpijn helpen voorkomen.
Verander regelmatig van houding.
Sta nu en dan op en strek uw spieren of doe een paar oefeningen.
Oefen en strek een aantal maal per dag uw handen en polsen.
Kijk regelmatig weg van de computer en richt uw ogen een aantal
seconden (bijvoorbeeld 30 seconden per kwartier) op een voorwerp in de verte.
Neem regelmatig korte pauzes in plaats van een of twee lange pauzes,
bijvoorbeeld twee of drie minuten per half uur.
Laat uw ogen regelmatig testen en ga direct naar een dokter als u
vermoedt dat u last hebt van een RSI-blessure.
Controleer elke twee maanden of de luchtinlaat- en luchtuitlaatopeningen
voor de ventilator vrij zijn en maak ze zo nodig schoon.
Er is een aantal boeken verkrijgbaar over ergonomie en RSI (Repetitive Strain Injuries) of RSS (Repetitive Stress Syndrome). Voor nadere informatie over deze onderwerpen of over oefeningen voor RSI-gevoelige lichaamsdelen zoals handen en polsen kunt u terecht bij uw bibliotheek of boekhandel. Raadpleeg ook de Veiligheidsinstructies bij de computer.
3-4 Gebruikershandleiding

Aansluiten van de netadapter

Sluit de netadapter aan wanneer u de accu moet opladen of via de netvoeding wilt werken. Dit is tevens de snelste manier om met de computer aan de slag te gaan, omdat de accu-eenheid eerst moet worden opgeladen voordat u de computer hiermee van stroom kunt voorzien. De netadapter kan worden aangesloten op elk stopcontact dat tussen 100 en 240 volt, en 50 of 60 hertz levert. Raadpleeg hoofdstuk 6,
Stroomvoorziening en spaarstanden, voor informatie over het opladen van
de accu-eenheid met de netadapter.
Gebruik van de verkeerde adapter kan resulteren in beschadiging van de computer. In dergelijke gevallen aanvaardt TOSHIBA geen aansprakelijkheid voor schade. De nominale uitvoer voor de computer bedraagt 15 Volt.
1. Sluit het netsnoer aan op de netadapter.
Voor u begint
Het netsnoer aan op de netadapter aansluiten
2. Koppel de gelijkstroomuitgangsstekker van de netadapter aan de DC IN-ingang op de achterkant van de computer.
De adapter op de computer aansluiten
3. Sluit het netsnoer op een wandcontactdoos aan. Het acculampje en het DC IN-lampje op de voorkant van de computer gaan branden.
Gebruikershandleiding 3-5
Voor u begint

Het beeldscherm openen

Het LCD-scherm kan in een aantal standen worden gezet voor optimaal kijkgemak.
1. Schuif de schermvergrendeling op de voorkant van de computer naar rechts om het beeldscherm te ontgrendelen.
Het beeldscherm openen
2. Kantel het scherm omhoog en zet het in de stand waar u er het beste zicht op hebt.
Wees voorzichtig bij het openen en sluiten van het beeldscherm. Als u het te ruw opent of dichtklapt, bestaat het risico dat u de computer beschadigt.

De computer inschakelen

In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de computer inschakelt.
Nadat u de computer voor het eerst hebt ingeschakeld, dient u hem niet uit te zetten voordat het besturingssysteem is geïnstalleerd. Raadpleeg het gedeelte De computer voor het eerst opstarten in dit hoofdstuk.
1. Als het USB-diskettestation is aangesloten, controleert u of dit leeg is. Als het station een diskette bevat, drukt u op de uitwerpknop en verwijdert u de diskette.
2. Druk op de aan/uit-knop.
De computer inschakelen
3-6 Gebruikershandleiding

Voor het eerst opstarten

Voor u begint
Wanneer u de computer voor het eerst inschakelt, verschijnt het opstartscherm van Windows Tijdens de configuratie kunt u op de knop Ter ug klikken om terug te keren naar het vorige scherm.
Vergeet niet om de Windows door te lezen.

De computer uitschakelen

U kunt de computer uitschakelen in een van de volgende modi: afsluitmodus (ofwel opstartmodus), slaapstand of Stand-by-modus.
Afsluitmodus (opstartmodus)
Wanneer u de computer uitschakelt in de afsluitmodus, worden er geen gegevens opgeslagen; bij het opstarten van de computer wordt het hoofdscherm van het besturingssysteem weergegeven.
1. Als u gegevens hebt ingevoerd, slaat u deze op op de vaste schijf of
een diskette.
2. Controleer of er geen schijfactiviteit meer plaatsvindt en verwijder
vervolgens eventuele schijfmedia.
Controleer of het vaste-schijflampje en het lampje van het optische schijfstation uit zijn. Als u de computer uitzet terwijl er nog schijfactiviteit
plaatsvindt, loopt u het risico dat gegevens verloren gaan of de schijf beschadigd raakt.
3. Klik op Start en vervolgens op Computer uitschakelen. Klik in het
dialoogvenster Computer uitschakelen op Uitschakelen.
4. Schakel eventuele randapparaten uit.
Schakel de computer of randapparaten niet meteen weer in. Wacht even tot alle condensatoren volledig zijn ontladen.
®
XP. Volg de aanwijzingen op elk scherm.
®
gebruiksrechtovereenkomst zorgvuldig
Slaapstand
De slaapstand (ook wel winterslaap genoemd) zorgt ervoor dat de inhoud van het geheugen wordt opgeslagen wanneer de computer wordt uitgeschakeld. De volgende keer dat de computer wordt aangezet, wordt de vorige toestand hersteld. De status van randapparaten wordt niet door de slaapfunctie opgeslagen.
1. Wanneer de slaapstand wordt geactiveerd, wordt de inhoud van het
geheugen op de vaste schijf opgeslagen. Als u de accu verwijdert of de netadapter ontkoppelt voordat het opslagproces is voltooid, gaan gegevens verloren. Wacht tot het vaste-schijflampje uitgaat.
2. Wanneer de computer in de slaapstand is, dient u geen
geheugenmodule te installeren of te verwijderen. Doet u dit toch, dan gaan gegevens verloren.
Gebruikershandleiding 3-7
Voor u begint
Voordelen van de slaapstand
De voordelen van de slaapstand zijn:
Wanneer de computer automatisch wordt afgesloten omdat de accu
bijna leeg is, worden gegevens op de vaste schijf opgeslagen.
Om de computer te kunnen afsluiten in de slaapstand, moet u de slaapstandfunctie activeren via het tabblad Slaapstand van Energiebeheer. Anders wordt de computer in de Stand-by modus afgesloten wanneer de accu bijna leeg is. Als de accu leeg raakt, gaan de gegevens die in de Stand-by-modus zijn opgeslagen, verloren.
Na het inschakelen van de computer kunt u direct naar uw vorige
werkomgeving terugkeren.
De functie bespaart stroom door het systeem af te sluiten wanneer
geen hardwareactiviteit plaatsvindt of de computer geen invoer ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de functie Systeem in slaapstand.
U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
Slaapstand activeren
U kunt de slaapstand ook activeren door op Fn + F4 te drukken. Zie hoofdstuk 5, Het toetsenbord, voor meer informatie.
Voer de volgende stappen uit om de slaapstand in te schakelen:
1. Klik op Start.
2. Selecteer Computer uitschakelen.
3. Open het dialoogvenster Computer uitschakelen. Als Slaapstand niet wordt weergegeven, gaat u naar stap 4. Als Slaapstand wel wordt weergegeven, gaat u naar stap 5.
4. Druk op de Shift-toets. De optie Stand-by verandert in Slaapstand.
5. Selecteer Slaapstand.
Automatische slaapstand
Wanneer u op de aan/uit-knop drukt of het beeldscherm sluit, wordt de computer automatisch in de slaapstand gezet. Eerst dient u echter de juiste instellingen te definiëren door de volgende stappen uit te voeren.
1. Open het Configuratiescherm.
2. Open Prestaties en onderhoud en vervolgens Energiebeheer.
3. Selecteer het tabblad Slaapstand.
4. Selecteer Slaapstand inschakelen en klik op OK.
3-8 Gebruikershandleiding
Gegevensopslag in de slaapstand
Zodra u de computer in de slaapstand afsluit, worden de gegevens uit het geheugen op de vaste schijf opgeslagen, wat enkele ogenblikken zal duren. Gedurende deze tijd brandt het vaste-schijflampje.
Nadat u de computer hebt uitgeschakeld en de geheugeninhoud op de vaste schijf is opgeslagen, dient u eventuele randapparaten uit te schakelen.
Schakel de computer of randapparaten niet meteen weer in. Wacht even tot alle condensatoren volledig zijn ontladen.
Stand-by-modus
In de Stand-by-modus blijft de computer ingeschakeld maar worden de CPU en alle andere apparaten in een sluimerstand gezet.
Als er gedurende circa 15 à 30 minuten geen activiteit (inclusief de
ontvangst van e-mail) op de computer plaatsvindt terwijl de netadapter aangesloten is, wordt de computer automatisch in de stand-by-modus gezet (de standaardinstelling van Energiebeheer).
Wilt u de computer weer in gebruik nemen, dan drukt u op de
aan/uit-knop.
Als de computer automatisch op stand-by wordt gezet terwijl een
netwerktoepassing actief is, wordt deze toepassing mogelijk niet hersteld wanneer de computer uit de Stand-by-modus wordt gehaald.
Als u wilt voorkomen dat de computer automatisch op stand-by wordt
gezet, schakelt u Stand-by uit in Energiebeheer. Hierna is de computer echter niet langer compatibel met de Energy Star-richtlijnen.
Voor u begint
Voorzorgsmaatregelen voor de Stand-by-modus
Vergeet niet uw gegevens op te slaan alvorens de computer op stand-
by te zetten.
Verwijder/installeer geen geheugen en verwijder geen
voedingscomponenten:
Verwijder/installeer geen geheugenmodule. Doet u dit toch, dan
bestaat het risico dat de computer of de module schade oploopt.
Verwijder de accu-eenheid niet.
In de bovenstaande gevallen wordt de stand-by-configuratie niet opgeslagen.
Als u de computer meeneemt aan boord van een vliegtuig of in een
ziekenhuis, dient u de computer af te sluiten in de slaapstand of afsluitmodus om verstoring van radiosignalen te voorkomen.
Voordelen van Stand-by
De voordelen van de Stand-by-functie zijn als volgt.
De vorige werkomgeving wordt sneller hersteld dan met de slaapstand.
De functie bespaart energie door het systeem af te sluiten wanneer geen
hardwareactiviteit plaatsvindt of de computer geen invoer ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de functie Systeem stand-by.
U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
Gebruikershandleiding 3-9
Voor u begint
Stand-by inschakelen
U kunt de stand-by-modus ook activeren door op Fn + F3 te drukken. Zie hoofdstuk 5, Het toetsenbord, voor meer informatie.
U kunt de Stand-by-modus op een van de volgende drie manieren activeren:
1. Klik op Start, klik vervolgens op Computer uitschakelen en ten slotte op Stand-by.
2. Sluit het beeldscherm. Deze functie moet ingeschakeld zijn. Raadpleeg het tabblad Geavanceerd in Energiebeheer in het Configuratiescherm.
3. Druk op de aan/uit-knop. Deze functie moet ingeschakeld zijn. Raadpleeg het tabblad Geavanceerd in Energiebeheer in het Configuratiescherm.
Wanneer u de computer weer inschakelt, kunt u uw werk hervatten op het punt waar u was opgehouden toen u de computer afsloot.
Wanneer de computer in de Stand-by-modus wordt afgesloten,
gaat het Aan/uit-lampje oranje branden.
Als u de computer via de accu gebruikt, kunt u de bedrijfstijd verlengen
door in de slaapstand af te sluiten. De Stand-by-modus gebruikt meer energie.
Beperkingen van de stand-by-modus
In de volgende omstandigheden werkt Stand-by niet:
De computer wordt onmiddellijk na het afsluitproces weer aangezet.
Geheugenschakelingen zijn blootgesteld aan statische elektriciteit of
elektrische ruis.

Computer opnieuw opstarten

In bepaalde gevallen dient u het systeem opnieuw op te starten. Bijvoorbeeld:
als u bepaalde computerinstellingen hebt gewijzigd;
als er een fout optreedt en de computer niet reageert op
toetsenbordopdrachten.
Er zijn drie manieren om de computer opnieuw in te stellen:
1. Klik in het dialoogvenster Computer uitschakelen op Opnieuw opstarten.
2. Als de computer reeds ingeschakeld is, drukt u op Ctrl + Alt + Del.
3. Druk op de aan/uit-knop om de computer uit te schakelen en druk nogmaals op de aan/uit-knop om de computer opnieuw op te starten.
Gebruik stap 3 alleen als het besturingssysteem is vastgelopen en u niets anders kunt doen. Als u stap 3 uitvoert, gaan alle niet-opgeslagen gegevens verloren en loopt u het risico dat kritieke bestanden beschadigd raken.
3-10 Gebruikershandleiding

De vooraf geïnstalleerde software herstellen

Als vooraf geïnstalleerde bestanden beschadigd zijn, gebruikt u de DVD-ROM Productherstel om de bestanden te herstellen. Voer de volgende stappen uit om het besturingssysteem en alle vooraf geïnstalleerde software te herstellen.
Het Windows-besturingssysteem herstellen
Wanneer u het Windows®-besturingssysteem opnieuw installeert, wordt de vaste schijf opnieuw geformatteerd, waardoor alle gegevens erop verloren gaan.
1. Plaats de schijf Productherstel in het station en schakel de computer uit.
2. Schakel de computer in en druk op de toets F12 zodra het bericht In
Tou c h w ith Tomorrow T O SHIBA verschijnt. U ziet het opstartmenu.
3. Gebruik de pijltoets omhoog of omlaag om het CD-ROM-/DVD-ROM-
station te selecteren.
4. Volg de aanwijzingen op het scherm.
5. Als de computer is geleverd met extra software geïnstalleerd, kan deze
software niet worden hersteld met de productherstel-DVD-ROM. Installeer deze toepassingen (bijvoorbeeld Works Suite, DVD-speler of spelletjes) zo nodig apart vanaf andere media.
Express Media Player herstellen
Voor u begint
Gebruik de Recovery-CD voor Express Media Player Recovery om de “Express Media Player” te installeren voordat u Windows installeert.
Ga als volgt te werk om de Express Media Player te herstellen.
1. Plaats de Recovery-CD voor Express Media Player in het optische
schijfstation en schakel de computer uit.
2. Houd de toets F12 ingedrukt en zet de computer aan. Laat F12 los
zodra In Touch with Tomorrow TOSHIBA wordt weergegeven.
3. Gebruik de pijltoets links of rechts om het pictogram van het
CD-/DVD-ROM-station te selecteren in het menu Opstartapparaten. Raadpleeg de paragraaf Opstartprioriteit in hoofdstuk 7, HW Setup voor meer informatie.
4. Volg de aanwijzingen op het scherm.
®
opnieuw
TOSHIBA-hulpprogramma’s en -stuurprogramma’s herstellen
Als Windows naar behoren werkt, kunnen stuurprogramma’s of toepassingen afzonderlijk worden hersteld. De map C:\TOOLSCD bevat de stuurprogramma’s en toepassingen van uw computer. Als systeemstuurprogramma’s of ­toepassingen op een of andere manier zijn beschadigd, kunt u de meeste van deze componenten opnieuw installeren vanuit deze map.
Maak voor het gemak een kopie van deze map op een extern medium.
Gebruikershandleiding 3-11
Voor u begint
3-12 Gebruikershandleiding
Grondbeginselen
In dit hoofdstuk worden de grondbeginselen van computergebruik toegelicht. Verder worden tips gegeven voor het onderhoud van de computer.

Het touchpad gebruiken

Als u het touchpad wilt gebruiken, dient u uw vingertop op het touchpad te plaatsen en deze in de richting te bewegen waarin u de schermaanwijzer wilt verplaatsen.
De twee knoppen onder het touchpad worden op dezelfde wijze gebruikt als de knoppen op een muis. Druk op de linkerknop om een menuoptie te selecteren of om tekst of afbeeldingen te bewerken die u met de aanwijzer hebt geselecteerd. Druk op de rechterknop om een menu of andere functie weer te geven, afhankelijk van de gebruikte software.
U kunt de functies die doorgaans met de linkerknop worden uitgevoerd, ook activeren door zachtjes op het touchpad te tikken.
Klikken: Tik het touchpad eenmaal aan. Dubbelklikken: Tik het touchpad tweemaal aan. Slepen en neerzetten: Tik om het te verplaatsen materiaal te selecteren.
Laat uw vinger na de tweede tik op het touchpad en verplaats het materiaal.
Hoofdstuk 4
Gebruikershandleiding 4-1
Grondbeginselen
Touchpadbesturingsknoppen
Touchpad/Dual Pad en besturingsknoppen

Het interne modem gebruiken

In dit gedeelte wordt beschreven hoe u instellingen opgeeft en het modem aansluit. Raadpleeg de online Help van de computer voor meer informatie. Raadpleeg tevens de on line Help bij uw modemsoftware.
Het interne modem biedt geen ondersteuning voor de spraakfuncties die in de on line Help worden beschreven. De data- en faxfuncties worden wel ondersteund.
Touchpad of Dual Pad
Bij onweer dient u de modemkabel uit de telefoonaansluiting te
verwijderen.
Sluit de modem niet op een digitale telefoonlijn aan. Bij aansluiting op
een digitale lijn zal het modem schade oplopen.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Neem bij het gebruik van uw telefoonapparatuur fundamentele veiligheidsvoorschriften in acht om het risico van brand, elektrische schokken en persoonlijk letsel te beperken. Bijvoorbeeld:
1. Gebruik dit product niet in de buurt van water, bijvoorbeeld bij een badkuip, wasbak of gootsteen, in een vochtige kelder of bij een zwembad.
2. Telefoneer niet tijdens onweer (behalve als u een draadloze telefoon gebruikt). Bliksem kan elektrische schokken veroorzaken.
3. Gebruik de telefoon niet om een gaslek te rapporteren in de nabijheid van het lek.
4. Gebruik alleen het in deze handleiding vermelde netsnoer.
4-2 Gebruikershandleiding
Regioselectie
Telecommunicatievoorschriften verschillen per land/regio en u moet er dus voor zorgen dat de modeminstellingen correct zijn voor het land of de regio waarin u het modem gaat gebruiken.
1. Open de toepassing Selectie van modemregio. U vindt deze toepassing
in het menu Programma’s onder TOSHIBA > Netwerken.
Als in het hulpprogramma Modeminstallatie van het Configuratiescherm een functie voor regio-/landselectie beschikbaar is, dient u deze niet te gebruiken. Als u het land/de regio in het Configuratiescherm wijzigt, wordt deze wijziging mogelijk niet doorgevoerd.
2. Het pictogram Regioselectie wordt weergegeven in de Windows-taakbalk.
Het pictogram Regioselectie
3. Klik met de primaire knop op het pictogram om een lijst van ondersteunde
regio’s weer te geven. U ziet tevens een submenu met telefoonlocatie­informatie. Naast de geselecteerde regio en de geselecteerde telefoonlocatie staat een kruisje.
4. Selecteer een regio uit het regiomenu of een telefoonlocatie uit het
submenu.
Wanneer u op een regio klikt, wordt dit de regioselectie van het
modem en wordt automatisch de nieuwe telefoonlocatie ingesteld.
Wanneer u een telefoonlocatie selecteert, wordt automatisch
de corresponderende regio geselecteerd en wordt dit de huidige regio-instelling van het modem.
Grondbeginselen
Menu Eigenschappen
Klik met de secundaire knop op het pictogram om het volgende menu weer te geven.
Het menu Eigenschappen
Gebruikershandleiding 4-3
Grondbeginselen
Instelling
Modemselectie
U kunt de volgende instellingen in- of uitschakelen:
Automatisch uitvoeren
Het hulpprogramma voor regioselectie wordt automatisch gestart wanneer u het besturingssysteem start.
Dialoogvenster Keuze-opties openen na selectie van de regio
Het dialoogvenster Keuze-opties wordt automatisch geopend nadat u de regio hebt geselecteerd.
Locatielijst voor regioselectie
Er verschijnt een submenu met informatie over telefoonlocaties.
Dialoogvenster openen als modem en huidige telefoonlocatie niet overeenkomen
Er verschijnt een waarschuwingsvenster als de huidige instellingen voor het regionummer en de telefoonlocatie incorrect zijn.
Als de computer het interne modem niet herkend, wordt er een dialoogvenster weergegeven. Selecteer de COM-poort die u voor de modem wilt gebruiken.
Keuze-opties
Als u deze optie selecteert, worden de keuze-opties weergegeven.
Als u de computer in Japan gebruikt, bent u verplicht Japan als regio te selecteren. Het is in strijd met de wet om de modem in Japan met een andere regioselectie te gebruiken.
Aansluiten
Om de kabel van het interne modem aan te sluiten voert u de volgende stappen uit.
Bij onweer dient u de modemkabel uit de telefoonaansluiting te
verwijderen.
Sluit de modem niet op een digitale telefoonlijn aan. Bij aansluiting op
een digitale lijn zal het modem schade oplopen.
1. Steek één uiteinde van de modemkabel in de modempoort.
4-4 Gebruikershandleiding
2. Koppel het andere uiteinde van de modemkabel aan een
telefoonaansluiting.
De interne modem aansluiten
U dient niet aan de kabel te trekken of de computer te verplaatsen terwijl de kabel is aangesloten.
Als u gebruik maakt van een opslagapparaat (bijvoorbeeld een DVD-ROM­station of vaste schijf) dat aan een 16-bits PC-kaart is gekoppeld, krijgt u mogelijk te maken met lage modemsnelheid en/of onderbrekingen in de communicatie.
Ontkoppelen
Voer de volgende stappen uit om de kabel van de interne modem te ontkoppelen.
1. Knijp het palletje op de connector in de telefoonaansluiting in en trek de
connector eruit.
2. Trek de andere kabelconnector op dezelfde manier uit de computer.
Grondbeginselen
LAN
De computer heeft LAN-circuits met ondersteuning voor Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T) en Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-TX) of Gigabit Ethernet LAN (1000 megabits per seconde, 1000BASE-T). In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de computer koppelt aan en ontkoppelt van een LAN.
Als u Gigabit Ethernet LAN(1000 megabits per seconde, 1000BASE-T) gebruikt, moet u een CAT5e- OF CAT6-kabel gebruiken.
Installeer of verwijder geen optionele geheugenmodule zolang Activering op LAN is ingeschakeld.
Activering op LAN werkt niet zonder netadapter. Laat de netadapter daarom aangesloten als u deze functie gebruikt.
Gebruikershandleiding 4-5
Grondbeginselen
Een LAN-kabel aansluiten
De computer moet correct worden geconfigureerd alvorens verbinding met een LAN te maken. Als u zich bij een LAN aanmeldt terwijl de standaardinstellingen van de computer van kracht zijn, kunnen storingen op het LAN optreden. Vraag de LAN-beheerder naar de juiste configuratieprocedures.
Als u Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-TX) gebruikt, dient u de computer met een CAT5-kabel aan te sluiten. U kunt geen CAT3-kabel gebruiken.
Gebruikt u Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T), dan kunt u de computer aansluiten met een CAT5- of een CAT3 kabel.
Als u Gigabit Ethernet LAN(1000 megabits per seconde, 1000BASE-T) gebruikt, moet u een CAT5e- OF CAT6-kabel gebruiken.
Voer de volgende stappen uit om de LAN-kabel aan te sluiten.
1. Schakel de computer en alle erop aangesloten externe apparaten uit.
2. Koppel één uiteinde van de kabel aan de LAN-poort. Duw voorzichtig tot de vergrendeling vast klikt.
Een LAN-kabel aansluiten
3. Koppel het andere uiteinde van de kabel aan een LAN-hubconnector. Raadpleeg de LAN-beheerder voordat u de kabel op een hub aansluit.
De LAN-kabel loskoppelen
Voer de volgende stappen uit om de LAN-kabel te ontkoppelen.
1. Druk het palletje op de connector in de LAN-poort van de computer in en trek de connector eruit.
2. Ontkoppel de kabel op dezelfde wijze van de LAN-hub. Raadpleeg de LAN-beheerder voordat u de kabel van de hub ontkoppelt.
4-6 Gebruikershandleiding

Draadloze communicatie

De functie voor draadloze communicatie van de computer ondersteunt zowel Wireless LAN- als Bluetooth-apparaten.
Alle modellen zijn voorzien van een schakelaar voor draadloze communicatie. Sommige modellen zijn voorzien van functies voor draadloos LAN en Bluetooth.
Draadloos LAN
Het draadloze LAN is compatibel met andere LAN-systemen die voldoen aan de 802.11b/g of 802.11a/b/g-norm voor draadloos LAN.
Deze voorziening ondersteunt de volgende functies:
Automatische selectie van de verzendsnelheid in het verzendbereik 54,
11, 5,5, 2 en 1 Mbit/s
AES-gegevenscodering (AES = Advanced Encryption Standard),
gebaseerd op het 128-bits coderingsalgoritme
De functie Activering op LAN (Wake-up on LAN) werkt niet op een Wireless LAN.
Frequentiebandselectie (5 GHz en 2,4 GHz)
Zwerven (roaming) over meerdere kanalen
Kaartenergiebeheer
WEP-gegevenscodering (WEP = Wired Equivalent Privacy).
Grondbeginselen
Afwijzing van aansprakelijkheid voor draadloos LAN:
De verzendsnelheid via het draadloos LAN en het maximale bereik van draadloos LAN kunnen variëren al naar gelang de elektromagnetische omgeving, obstakels, ontwerp en configuratie van toegangspunten, clientontwerp en software-/hardwareconfiguratie. De werkelijke verzendsnelheid zal lager zijn dan de theoretische maximumsnelheid.
U kunt de Atheros-functie SuperAG™ of SuperG™ alleen gebruiken als uw client en toegangspunt de corresponderende voorziening ondersteunen. De werking van deze functies kan variëren afhankelijk van de indeling van de verzonden gegevens.
Beveiliging
1. Schakel de functie WEP (codering) in. Uw computer kan anders via het
draadloos LAN toegankelijk zijn voor anderen, die uw gegevens kunnen vernietigen of beschadigen. De eigenaar van een internetverbinding is bovendien verantwoordelijk voor alle browser-, download- en uploadactiviteiten die via zijn verbinding verlopen. Een niet-beveiligd, draadloos netwerk dat direct op internet is aangesloten, staat open voor misbruik voor anderen. TOSHIBA raadt u daarom met klem aan de WEP-functie in te schakelen.
2. TOSHIBA is niet verantwoordelijk voor onrechtmatige toegang tot
gegevens via het draadloze LAN of voor beschadiging van gegevens.
Gebruikershandleiding 4-7
Grondbeginselen
Bluetooth-technologie
Bluetooth™-technologie ondersteunt draadloze communicatie tussen elektronische apparaten zoals desktopcomputers, printers en mobiele telefoons.
U kunt de ingebouwde Bluetooth-functies en een optioneel Bluetooth­apparat niet tegelijk gebruiken.
De kenmerken van Bluetooth-technologie zijn als volgt:
Wereldwijde toepasbaarheid
De Bluetooth-radiozender en -ontvanger werkt op de 2,4-GHz band. Deze band, waarvoor geen vergunning nodig is, is compatibel met radiosystemen in de meeste landen.
Radioverbindingen
U kunt gemakkelijk verbindingen tussen twee of meer apparaten tot stand brengen. De verbinding wordt gehandhaafd zelfs als een apparaat buiten het gezichtsveld ligt.
Beveiliging
Twee geavanceerde beveiligingsmechanismen zorgen voor optimale beveiliging:
Verificatie voorkomt dat onbevoegden toegang tot kritieke gegevens
krijgen en maakt het onmogelijk de oorsprong van een bericht te vervalsen.
Codering biedt bescherming tegen afluisteren en waarborgt de privacy
van verbindingen.
Bluetooth™-stack voor Windows® van TOSHIBA
Denk eraan dat deze software speciaal ontworpen is voor de volgende besturingssystemen:
®
Microsoft
Microsoft
U vindt hieronder gedetailleerde informatie over het gebruik met deze besturingssystemen. Raadpleeg ook de elektronische informatie die bij deze software is inbegrepen.
Deze Bluetooth™-stack is gebaseerd op Bluetooth™-specificatie versie
1.1/1.2/2.0+EDR. TOSHIBA kan de compatibiliteit tussen pc-producten en/of andere elektronische apparaten met Bluetooth™ alleen garanderen voor draagbare pc’s van Toshiba.
4-8 Gebruikershandleiding
Windows® 2000 Professional
®
Windows® XP
Grondbeginselen
Release-informatie voor de Bluetooth™-stack voor
®
Windows
1. Installatie:
Onder Windows 2000 of Windows XP heeft de Bluetooth™-stack voor Windows
2. Faxtoepassingen:
Sommige faxtoepassingen kunnen niet met deze Bluetooth™-stack worden gebruikt.
3. Meerdere gebruikers:
In Windows XP wordt Bluetooth niet ondersteund in een omgeving met meerdere gebruikers. Dit betekent dat als u Bluetooth gebruikt, andere gebruikers die op dezelfde computer zijn aangemeld de Bluetooth­functionaliteit niet kunnen gebruiken.
van TOSHIBA
®
van TOSHIBA geen digitale handtekening nodig.
Productondersteuning:
De laatste informatie over de ondersteuning van besturingssystemen, taalondersteuning of beschikbare upgrades vindt u op onze website in Europa (http://www.toshiba-europe.com/computers/tnt/bluetooth.htm) of de Verenigde Staten (www.pcsupport.toshiba.com).
Draadloze-communicatieschakelaar
U kunt de draadloze LAN- en Bluetooth-functie in- of uitschakelen met de schakelaar voor draadloze communicatie. Als de schakelaar op uit staat, kunnen geen gegevens worden verzonden of ontvangen. Schuif de schakelaar naar links als u de functie wilt uitschakelen en naar rechts als u de functie wilt inschakelen.
Zet de schakelaar in vliegtuigen en ziekenhuizen op uit. Controleer het lampje. Het lampje brandt niet wanneer de functie voor draadloze communicatie is uitgeschakeld.
Lampje voor draadloze communicatie
Dit lampje geeft de status van de functies voor draadloze communicatie aan.
Status van lampje Betekenis
Lampje uit Schakelaar voor draadloze communicatie staat
Lampje brandt Schakelaar voor draadloze communicatie staat
Gebruikershandleiding 4-9
op uit.
op aan.
Grondbeginselen

Optische schijfstations gebruiken

De illustraties in deze paragraaf stroken wellicht niet helemaal met uw station, maar het gebruik is voor alle optische schijfstations identiek. Het station van volledige grootte voorziet in snelle uitvoering van schijfprogramma’s. U kunt schijven van 12 cm of 8 cm zonder adapter gebruiken. Zodra de computer toegang verkrijgt tot een schijf, gaat het lampje op het station branden.
Gebruik het programma WinDVD om DVD-video’s te bekijken.
Raadpleeg bij gebruik van een DVD-ROM- & CD-R/RW-station tevens de paragraaf CD’s beschrijven met een DVD-ROM- & CD-R/RW-station voor voorzorgsmaatregelen bij het beschrijven van CD’s.
Raadpleeg bij gebruik van een DVD Super Multi-station tevens de paragraaf CD’s/DVD’s schrijven naar een DVD Super Multi-station dat
opname op een dubbellaags schijf ondersteunt voor voorzorgsmaatregelen
bij het beschrijven van CD’s.
Schijven laden
Voer de volgende stappen uit om schijven te laden.
1. Schakel de stroom in.
2. a. Druk op de uitwerpknop om de lade een stukje te openen.
Uitwerpknop
De uitwerpknop indrukken
b. U kunt de lade niet met de uitwerpknop openen wanneer de
computer is uitgeschakeld. In dat geval kunt u de lade openen door een dun voorwerp (ongeveer 15 mm lang) zoals een rechtgebogen paperclip in het uitwerpgaatje rechts van de uitwerpknop te steken.
De lade openen door middel van het uitwerpgaatje
4-10 Gebruikershandleiding
Grondbeginselen
3. Trek de lade voorzichtig uit totdat deze volledig is geopend.
De lade opentrekken
4. Plaats de schijf met het label omhoog in de lade.
Een schijf plaatsen
Zorg dat u de lens of het gebied eromheen niet aanraakt. Hierdoor kunt u storingen teweegbrengen in de werking van het station.
5. Druk voorzichtig in het midden van de schijf tot deze vastklikt. De schijf
moet onder de bovenkant van de as liggen, vlak op het lade-oppervlak.
Gebruikershandleiding 4-11
Grondbeginselen
6. Duw zachtjes tegen het midden van de lade tot deze dichtklikt. Duw zachtjes tot de lade vastklikt.
Als de schijf niet goed zit wanneer de lade gesloten is, bestaat het risico dat de schijf beschadigd raakt. Bovendien kan het dan gebeuren dat de lade niet volledig wordt geopend wanneer u op de uitwerpknop drukt.
Schijven verwijderen
Voer de volgende stappen uit om de schijf te verwijderen.
De schijflade sluiten
Druk niet op de uitwerpknop terwijl de computer toegang heeft tot het schijfstation. Wacht tot het optisch-stationslampje uitgaat voordat u de lade opent. Neem de schijf pas uit de lade nadat deze is opgehouden met draaien.
1. Druk op de uitwerpknop om de lade een stukje te openen. Trek de lade voorzichtig open.
Wanneer de lade een stukje wordt geopend, moet u even wachten tot
de schijf is opgehouden met draaien voordat u de lade volledig opentrekt.
Als u de lade handmatig wilt openen door middel van het uitwerpgaatje,
dient u de computer eerst uit te schakelen. Als de schijf nog draait terwijl u de lade opent, kan de schijf van de as vliegen en letsel teweegbrengen.
4-12 Gebruikershandleiding
2. De schijf steekt iets uit over de zijkanten van de lade, zodat u hem kunt
pakken. Til de schijf voorzichtig uit de lade.
Een schijf verwijderen
3. Duw zachtjes tegen het midden van de lade tot deze dichtklikt.
Duw zachtjes tot de lade vastklikt.
Knoppen
U kunt aan de Internet-knop en de CD/DVD-knop functies en toepassingen toewijzen in het eigenschappenvenster van TOSHIBA Controls.
Grondbeginselen
Gebruikershandleiding 4-13
Grondbeginselen
CD-/DVD-bedieningsknoppen
Met de volgende vier knoppen kunt u functies van het optische schijfstation en digitale audiogegevens besturen:
Afspelen/Pauze Start of onderbreekt het afspelen
Stop Stopt het afspelen.
Volg ende Volgende nummer/hoofdstuk/gegevens afspelen.
Vori ge Vorige nummer/hoofdstuk/gegevens afspelen.
Als in Windows® Media Player de optie Willekeurig of Willekeurige volgorde is geselecteerd, gaat u naar een willekeurige selectie wanneer u Volgende of Vorige selecteert.

Express Media Player

Express Media Player is een directe afspeelfunctie waarmee u DVD’s en CD’s kunt afspelen.
Opmerkingen voor Express Media Player
Gebruik van Express Media Player (CD) en Express Media Player (DVD)
Vuile of bekraste CD’s/DVD’s kunnen mogelijk niet worden afgespeeld.
Bovendien kan het gebeuren dat u een CD/DVD met met vuil of krassen niet kunt verwijderen.
Houd de aan/uit-knop van de pc vijf seconden of langer ingedrukt om
de pc uit te schakelen. U kunt de lade openen door een dun voorwerp (van circa 15 mm) in het uitwerpgat te steken. Raadpleeg de paragraaf Schijven laden in hoofdstuk 4, Grondbeginselen.
Gebruik van Express Media Player (DVD)
De DVD-video wordt afgespeeld op dezelfde manier die de producer
heeft geprogrammeerd. Met de Express Media Player (DVD) wordt de schijf afgespeeld op de manier waarop de DVD-video door de producer is geproduceerd, zodat de DVD soms niet werkt zoals verwacht.
( ) kan tijdens de werking op het scherm worden weergegeven.
Wanneer ( ) wordt weergegeven, betekent dit dat Express Media Player (DVD) of DVD-Video voorkomt dat een bepaalde bewerking wordt uitgevoerd.
Lees de instructies die u ontvangen hebt bij de DVD die u wilt afspelen.
Al naar gelang de afgespeelde DVD kunnen er frames wegvallen of kan
er audio worden overgeslagen.
De DVD kan alleen worden afgespeeld op de LCD-display van de
computer. Externe video-uitvoer wordt niet ondersteund.
Voor DVD-titels met ouderlijke controle kunnen scènes worden
afgespeeld die vooraf als DVD-Video zijn ingesteld. De niveau-instelling voor ouderlijke controle wordt niet ondersteund.
4-14 Gebruikershandleiding
Grondbeginselen
Gegevens opgeslagen in de indelingen Video CD, DVD-Audio, -VR of
+VR kunnen niet worden afgespeeld. Onvoltooide media, MPEG, DivX, mini DVD en andere typen bestandsindelingen kunnen evenmin worden afgespeeld.
Ondertiteling kan niet worden weergegeven.
Audio wordt alleen naar de 2ch-indeling uitgevoerd.
Titels met DTS- of SDDS-audio hebben geen audio-uitvoer als u
dergelijke audio selecteert.
Dit systeem is niet compatibel met de modus Karaoke.
Wanneer u continue handelingen uitvoert, moet de huidige handeling
zijn voltooid voordat u de volgende uitvoert. Als u dat niet doet, kan dat tot onverwachte resultaten leiden.
In deze lijst wordt aangegeven hoe de toetsenbordfuncties overeenkomen met de functies op het voorste bedieningspaneel.
Voorpaneel Computer CD DVD
- Aan/uit-knop Beëindigt CD Beëindigt DVD
CD/DVD - Start de CD Start de DVD
- 1 Selecteer een nummer 1
- 2 Selecteer een nummer 2
- 3 Selecteer een nummer 3
- 4 Selecteer een nummer 4
- 5 Selecteer een nummer 5
- 6 Selecteer een nummer 6
- 7 Selecteer een nummer 7
- 8 Selecteer een nummer 8
- 9 Selecteer een nummer 9
- 0 Fungeert meestal als “0”
- F8 of F9 - Geeft het bovenste
-
-
Verplaats de cursor Verplaats de cursor
Verplaats de cursor Verplaats de cursor
Selecteer een hoofdstuk 1
Selecteer een hoofdstuk 2
Selecteer een hoofdstuk 3
Selecteer een hoofdstuk 4
Selecteer een hoofdstuk 5
Selecteer een hoofdstuk 6
Selecteer een hoofdstuk 7
Selecteer een hoofdstuk 8
Selecteer een hoofdstuk 9
Fungeert meestal als “0”
menu weer
Gebruikershandleiding 4-15
Grondbeginselen
-
-
- Enter Hiermee wordt de
- F2 - Geeft het
-
-
- M Dempt het volume Dempt het volume
- O Spoelt ongeveer
- P Verspringt ongeveer
 
Ctrl +
Ctrl +
K Vorig nummer Vorig hoofdstuk
L Volgend nummer Volgend hoofdstuk
Spatiebalk Afspelen of
Ctrl + Spatie Stop Stop
Verplaats de cursor Verplaats de cursor
Verplaats de cursor Verplaats de cursor
Hiermee wordt de geselecteerde optie uitgevoerd
Verhoogt het volume Verhoogt het volume
Verlaagt het volume Verlaagt het volume
10 seconden terug
10 seconden
pauzeren
geselecteerde optie
uitgevoerd
instellingsmenu weer
of verbergt dit
Spoelt snel terug
Spoelt snel vooruit
Afspelen of pauzeren
- Ctrl + R Repeat -
- Ctrl + S Willekeurige volgorde
- Ctrl + K - Direct terugspelen
- Ctrl + L - Direct overslaan
- D Verandert het scherm.
- G - Verandert de hoek
- S - Verandert de
- A - Wijzigt het
- T Timer wijzigen -
- Y - Langzaam afspelen
- F1 Geeft overzicht van toetsen weer
- E Uitwerpen Uitwerpen
4-16 Gebruikershandleiding
Verandert het scherm.
ondertitels
audiokanaal
Geeft overzicht van toetsen weer
-

De TOSHIBA-afstandsbediening gebruiken

Met de TOSHIBA-afstandsbediening kunt u uw Windows®-software, digitale mediabestanden en bestanden op CD of DVD beheren. De ontvangerpoort op de voorkant van de computer werkt alleen als deze niet wordt geblokkeerd of bedekt. U gebruikt de afstandsbediening door het apparaat eenvoudig naar het voorpaneel van de computer te wijzen en op de juiste knop te drukken.
Niet alle modellen worden met de TOSHIBA-afstandsbediening geleverd.
Grondbeginselen
De functies van de afstandsbediening zijn als volgt:
Voeding Druk op deze knop om de computer in te
schakelen in de Windows-modus of om de computer uit te schakelen vanuit de Windows­modus of de Express Media Player-modus.
Opmerking: De aan/uit-knop op de TOSHIBA­afstandsbediening kan niet worden gebruikt als de computer niet op netstroom werkt. Druk in dit geval op de aan/uit-knop of CD/DVD-knop op de computer om de computer uit te schakelen.
CD/DVD Als de computer is ingeschakeld in de Windows-
modus, drukt u op deze knop om WinDVD/ Windows Media Player te starten.
DVD Menu Gaat naar titelmenu van DVD
Vorige Gaat naar vorige hoofdstuk
Gebruikershandleiding 4-17
Grondbeginselen
Pijlen omhoog DVD-menu: Pijlen omhoog
Volg ende Gaat naar volgende hoofdstuk
Pijlen naar links DVD-menu: Pijlen naar links
OK Selecteert het menu-item
Pijlen naar rechts DVD-menu: Pijlen naar rechts
Afspelen/Pauze Schakelt tussen afspelen en pauzeren
Pijlen omlaag DVD-menu: Pijlen omlaag
Volu m e + Volume omhoog
Stop Stopt de weergave
Volu m e - Volume omlaag

CD’s beschrijven met een DVD-ROM- & CD-R/RW-station

Met het DVD-ROM- & CD-R/RW-station kunt u gegevens naar CD-R/RW’s schrijven.
Belangrijk bericht
Lees deze paragraaf vóór het beschrijven van CD-R-/CD-RW-schijven grondig door en volg alle configuratie- en gebruiksaanwijzingen. Doet u dit niet, dan kan het gebeuren dat het DVD-ROM- & CD-R/RW-station niet correct werkt en krijgt u mogelijk te maken met schrijf- of herschrijffouten, gegevensverlies of andere schade.
Afwijzing van aansprakelijkheid
TOSHIBA is niet aansprakelijk voor:
Beschadiging van CD-R/-RW-schijven als gevolg van het schrijf- of
herschrijfproces.
Wijziging of verlies van de opgenomen inhoud van CD-R-/CD-RW-
schijven als gevolg van het schrijf- of herschrijfproces, of hieruit voortvloeiende winstderving of bedrijfsonderbreking.
schade die is veroorzaakt door het gebruik van hardware of software
van andere leveranciers.
Hedendaagse optische stations zijn onderhevig aan dusdanige technologische beperkingen dat er onverwachte schijf- of herschrijffouten kunnen optreden als gevolg van de schijfkwaliteit of problemen met de gebruikte apparaten. Het is dan ook raadzaam om ten minste twee kopieën te maken van belangrijke gegevens, voor het geval de opgenomen inhoud onverhoopt wordt veranderd of verloren gaat.
Beschrijfbare CD’s (CD-R’s) kunnen slechts één keer worden beschreven. Herschrijfbare CD’s (CD-RW’s) kunnen meermaals worden beschreven.
4-18 Gebruikershandleiding
Vóór schrijven of herschrijven
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij het schrijven en herschrijven van gegevens.
De volgende fabrikanten van CD-R- en CD-RW-media worden
aanbevolen. De kwaliteit van media kan het (her)schrijfproces beïnvloeden.
CD-R: TAIYOYUDEN CO., LTD.
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION RICOH Co., Ltd. MITSUI CHEMICAL, Inc.
CD-RW: MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
RICOH Co., Ltd.
TOSHIBA heeft de werking van CD-R’s en CD-RW’s van bovenstaande fabrikanten bevestigd. De werking van andere media kan niet worden gegarandeerd.
Herschrijfbare CD’s (CD-RW’s) kunnen ongeveer 1.000 keer worden
beschreven. Het werkelijke aantal hangt af van de kwaliteit van de media en het gebruik ervan.
Vergeet niet de netadapter aan te sluiten voordat u begint met schrijven
of herschrijven.
Sluit alle softwareprogramma’s behalve de schrijfsoftware.
Voer geen programma’s uit die de CPU belasten, bijvoorbeeld
schermbeveiliging.
Gebruik de computer met het energiebeheerschema Altijd aan.
Gebruik geen energiebesparingsfuncties.
Schrijf niet terwijl anti-virussoftware actief is. Wacht tot de viruscontrole
is beëindigd en schakel vervolgens de anti-virussoftware (en eventuele op de achtergrond uitgevoerde bestandscontroleprogramma’s) uit.
Gebruik geen vasteschijfprogramma’s, met inbegrip van hulpprogramma’s
voor snelle schijftoegang. Doet u dit toch, dan loopt u het risico van storingen en gegevensverlies.
Schrijf vanaf de vaste schijf van de computer naar de CD. Probeer niet
te schrijven vanaf gedeelde apparaten zoals een LAN-server of andere netwerkapparaten.
Voor het beschrijven van schijven wordt uitsluitend Sonic RecordNow!
aanbevolen. De werking in combinatie met andere software kan derhalve niet worden gegarandeerd.
Grondbeginselen
Gebruikershandleiding 4-19
Grondbeginselen
Tijdens schrijven of herschrijven
Houd u aan de volgende richtlijnen/voorschriften bij het schrijven van gegevens naar een CD-R of CD-RW.
Kopieer gegevens altijd vanaf de vaste schijf naar de CD. Gebruik geen
functies voor knippen en plakken. In het geval van schrijffouten gaan de originele gegevens verloren.
Vermijd de volgende handelingen:
het wisselen van gebruikers in het besturingssysteem Windows XP;
gebruik van de computer zoals het hanteren van het aanwijsapparaat
(muis of touchpad) en het sluiten/openen van het LCD-scherm;
het starten van communicatietoepassingen (bijvoorbeeld een
modemprogramma);
handelingen waardoor de pc wordt blootgesteld aan schokken of
trillingen;
het installeren, verwijderen of aansluiten van externe stations zoals:
PC-kaart, USB-apparaten, extern beeldscherm, i.LINK-apparaten, optische digitale apparaten.
het openen van het optische station.
Controleer of de schijven van goede kwaliteit, schoon en onbeschadigd
zijn. Is dit niet het geval, dan kunnen fouten optreden tijdens het (her)schrijven.
Plaats de computer op een egaal, horizontaal oppervlak en vermijd
plaatsen waar trillingen waarneembaar zijn, bijvoorbeeld auto’s, treinen en vliegtuigen. Gebruik geen instabiele plekken zoals een wankele tafel.
Houd mobiele telefoons en andere draadloze communicatieapparaten
uit de buurt van de computer.

CD’s/DVD’s schrijven naar een DVD Super Multi-station dat opname op een dubbellaags schijf ondersteunt

Met het DVD Super Multi-station kunt u gegevens schrijven naar CD-R-/ CD-RW-schijven en naar DVD-R-/DVD-RW-, DVD+R-/DVD+RW- en DVD-RAM-schijven.
Belangrijk bericht
Lees deze paragraaf vóór het beschrijven van CD-R-/CD-RW-schijven of DVD-R-/DVD-RW-, DVD+R-/DVD+RW- of DVD-RAM-schijven grondig door en volg alle configuratie- en gebruiksaanwijzingen. Doet u dit niet, dan kan het gebeuren dat het DVD Super Multi-station niet correct werkt en krijgt u mogelijk te maken met schrijf- of herschrijffouten, gegevensverlies of materiële schade.
4-20 Gebruikershandleiding
Afwijzing van aansprakelijkheid
TOSHIBA is niet aansprakelijk voor:
beschadiging van CD-R-/CD-RW-, DVD-R-/DVD-RW- of DVD+R-/
DVD+RW-/DVD-RAM-schijven als gevolg van het (her)schrijfproces;
wijziging of verlies van de opgenomen inhoud van CD-R-/CD-RW-
schijven, DVD-R-/DVD-RW-schijven of DVD+R-/DVD+RW-/DVD-RAM­schijven als gevolg van het (her)schrijfproces, of hieruit voortvloeiende winstderving of bedrijfsonderbreking;
schade die is veroorzaakt door het gebruik van hardware of software
van andere leveranciers.
Hedendaagse optische stations zijn onderhevig aan dusdanige technologische beperkingen dat er onverwachte schijf- of herschrijffouten kunnen optreden als gevolg van de schijfkwaliteit of problemen met de gebruikte apparaten. Het is dan ook raadzaam om ten minste twee kopieën te maken van belangrijke gegevens, voor het geval de opgenomen inhoud onverhoopt wordt veranderd of verloren gaat.
Vóór schrijven of herschrijven
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij het schrijven en herschrijven van gegevens.
Op grond van TOSHIBA’s beperkte compatibiliteitstests worden de
volgende fabrikanten van CD-R-/CD-RW-schijven en DVD-R-/DVD-RW-, DVD+R-/DVD+RW- en DVD-RAM-schijven aanbevolen. TOSHIBA staat echter niet in voor de werking, kwaliteit of prestaties van enigerlei schijven. De schijfkwaliteit kan het schrijf- of herschrijfproces beïnvloeden.
Grondbeginselen
CD-R: TAIYOYUDEN CO., LTD.
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION RICOH Co., Ltd. MITSUI CHEMICAL, Inc.
CD-RW: MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
RICOH Co., Ltd.
DVD-R: DVD-specificaties voor beschrijfbare schijven voor
DVD-RW: DVD-specificaties voor herschrijfbare schijven,
Gebruikershandleiding 4-21
algemene versie 2.0 TAIYOYUDEN CO., LTD. Matsushita Electric Industrial Co., Ltd.
Versie 1.1 of Versie 1.2 VICTOR COMPANY OF JAPAN, LIMITED MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
Grondbeginselen
DVD+R: MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
RICOH Co., Ltd.
DVD+RW: MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
RICOH Co., Ltd.
*DVD-RAM: DVD-specificaties voor DVD-RAM voor versie 2.0,
versie 2.1 of versie 2.2 Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. Hitachi Maxell Ltd. *Het DVD Multi-station en het DVD Super Multi-
station ondersteunen DVD-RAM.
DVD+R
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
(Double Layer):
DVD-R
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
(Double Layer):
Controleer of de disc van goede kwaliteit, schoon en onbeschadigd is. Is
dit niet het geval, dan kunnen fouten optreden tijdens het (her) schrijven. Controleer de schijf op vuil of beschadiging voor u deze gebruikt.
Hoe vaak een CD-RW of DVD-RW/DVD+RW/DVD-RAM kan worden
beschreven, is afhankelijk van de schijfkwaliteit en de manier waarop de schijf wordt gebruikt.
Er zijn twee soorten DVD-R-schijven: authoring-schijven en schijven
voor algemeen gebruik (ofwel General-schijven). Gebruik geen authoring-schijven. Alleen schijven voor algemeen gebruik kunnen met een computerstation worden beschreven.
Multi-sessie schrijven van DVD-R DL-schijven wordt niet ondersteund.
Als uw gegevens minder zijn dan 4,7 GB, wordt het daarom aanbevolen een DVD-R (enkellaags) te gebruiken.
U kunt DVD-RAM-schijven gebruiken die u uit hun omhulsel kunt
verwijderen en DVD-RAM-schijven die geen omhulsel bevatten. U kunt geen gebruik maken van enkelzijdige schijven met een capaciteit van 2,6 GB of van dubbelzijdige schijven met een capaciteit van 5,2 GB.
DVD-R’s, DVD+R’s, DVD-RW’s, DVD+RW’s en DVD-RAM’s kunnen
wellicht niet worden gelezen op bepaalde DVD-spelers of op DVD­ROM-stations voor computers.
Gegevens die naar een CD-R-, DVD-R- of DVD+R-schijf zijn
geschreven, kunnen niet gedeeltelijk of volledig worden verwijderd.
Gegevens die van een CD-RW of DVD-RW/DVD+RW/DVD-RAM zijn
gewist, kunnen niet worden teruggehaald. Controleer de inhoud van een schijf zorgvuldig voordat u deze verwijdert. Als er meerdere stations zijn aangesloten die gegevens naar schijven kunnen schrijven, dient u op te letten dat u niet de gegevens van het verkeerde station verwijdert.
4-22 Gebruikershandleiding
Grondbeginselen
Bij het schrijven naar een DVD-R/DVD+R/DVD-RW/DVD+RW is
schijfruimte nodig voor bestandsbeheer, wat inhoudt dat schijven mogelijk niet tot de maximale capaciteit kunnen worden beschreven.
De schijf functioneert volgens de DVD-R/-RW-norm en wordt opgevuld
met dummygegevens als er gegevens naar worden geschreven die minder dan 1 GB in beslag nemen. Zelfs als u een kleine hoeveelheid gegevens schrijft, kan het even duren om de schijf met dummygegevens te vullen.
Er zijn twee typen DVD-R-/DVD+R-/DVD-RW-/DVD+RW-/DVD-RAM-
schijven op de markt: data en video. U gebruikt een videodisc om videogegevens op te slaan. Videoschijven zijn geschikt voor DVD­recorders en DVD-ROM-stations van computers. U kunt datadiscs niet gebruiken in een DVD-recorder.
Een DVD-RAM die met FAT32 is geformatteerd, kan onder Windows
2000 alleen met een DVD-RAM-stuurprogramma worden gelezen.
Als er meerdere stations zijn aangesloten die gegevens naar schijven
kunnen schrijven, dient u op te letten dat u niet naar het verkeerde station schrijft.
Vergeet niet de netadapter aan te sluiten voordat u begint met schrijven
of herschrijven.
Als u wilt overschakelen naar stand-by of de slaapstand, moet u eerst
controleren of het schrijven naar DVD-RAM is voltooid. Het schrijven is voltooid wanneer u de DVD-RAM-schijf kunt uitwerpen.
Sluit alle softwareprogramma’s behalve de schrijfsoftware.
Voer geen programma’s uit die de CPU belasten, bijvoorbeeld
schermbeveiligingsprogramma’s.
Gebruik de computer met het energiebeheerschema Altijd aan.
Gebruik geen energiebesparingsfuncties.
Schrijf niet terwijl anti-virussoftware actief is. Wacht tot de viruscontrole
is beëindigd en schakel vervolgens de anti-virussoftware (en eventuele op de achtergrond uitgevoerde bestandscontroleprogramma’s) uit.
Gebruik geen vasteschijfprogramma’s, met inbegrip van
hulpprogramma’s voor snelle schijftoegang. Doet u dit toch, dan loopt u het risico van storingen en gegevensverlies.
Schrijf vanaf de vaste schijf van de computer naar de schijf. Probeer
niet te schrijven vanaf gedeelde apparaten zoals een LAN-server of andere netwerkapparaten.
Voor het beschrijven van schijven wordt uitsluitend Sonic RecordNow!
aanbevolen. De werking in combinatie met andere software kan derhalve niet worden gegarandeerd.
Gebruikershandleiding 4-23
Grondbeginselen
Tijdens schrijven of herschrijven
Neem de volgende punten in acht wanneer u CD-R-/CD-RW-schijven, DVD-R-/DVD-RW-/DVD-RAM-schijven of DVD+R-/DVD+RW-schijven beschrijft of herschrijft.
Vermijd de volgende handelingen tijdens het (her)schrijven:
het wisselen van gebruikers in het besturingssysteem Windows XP;
gebruik van de computer zoals het hanteren van het aanwijsapparaat
(muis of touchpad) en het sluiten/openen van het LCD-scherm;
het starten van communicatietoepassingen (bijvoorbeeld een
modemprogramma);
handelingen waardoor de computer wordt blootgesteld aan
schokken of trillingen;
het installeren, verwijderen of aansluiten van externe apparaten
zoals: PC-kaart, USB-apparaten, extern beeldscherm, optische digitale apparaten;
gebruik van de audio-/videobedieningsknoppen om geluid te
reproduceren;
Open het station.
Gebruik tijdens het (her)schrijven niet de afsluit-/afmeldprocedure en de
stand-by-modus/slaapstand.
Zorg ervoor dat het schrijven of herschrijven is voltooid voordat u
overschakelt naar de stand-by-modus of de slaapstand. Het schrijfproces is voltooid als u de lade van het station kunt openen.
Plaats de computer op een egaal, horizontaal oppervlak en vermijd
plaatsen waar trillingen waarneembaar zijn, bijvoorbeeld auto’s, treinen en vliegtuigen. Gebruik geen instabiele plekken zoals een wankele tafel.
Houd mobiele telefoons en andere draadloze communicatieapparaten
uit de buurt van de computer.
Kopieer gegevens altijd vanaf de vaste schijf naar de DVD-RAM.
Gebruik geen functies voor knippen en plakken. In het geval van schrijffouten gaan de originele gegevens verloren.
4-24 Gebruikershandleiding

Behandeling van schijven

Dit gedeelte bevat tips voor het beschermen van de gegevens die u op schijven of diskettes hebt opgeslagen.
Ga voorzichtig om met schijven. Door de volgende eenvoudige richtlijnen in acht te nemen kunt u de levensduur van uw media verlengen en de erop opgeslagen gegevens beschermen:
1. Bewaar schijven in hun originele houders om ze te beschermen en schoon te houden.
2. Buig de schijf niet.
3. Beschadig het oppervlak van een schijf niet door er bijvoorbeeld een etiket op te plakken of erop te schrijven.
4. Houd een schijf bij de rand of bij het gat in het midden vast. Vingerafdrukken op het oppervlak van een CD/DVD kunnen de schijf onleesbaar maken.
5. Stel de schijven niet bloot aan direct zonlicht, extreme hitte of extreme koude. Plaats geen zware voorwerpen op uw schijven.
6. Als uw schijven stoffig of vuil raken, kunt u ze afvegen met een schone, droge doek. Veeg vanuit het midden naar buiten (niet in een cirkel). Gebruik zo nodig een doek die is bevochtigd met water of een neutraal schoonmaakmiddel. Gebruik geen benzeen, verdunningsmiddel of soortgelijke schoonmaakmiddelen.

Diskettes

Grondbeginselen
1. Bewaar diskettes in hun originele houder om ze te beschermen en schoon te houden. Maak een vuile diskette schoon met een zachte doek die is bevochtigd met water. Gebruik geen schoonmaakmiddelen.
2. Duw het metalen schuifje van een diskette niet opzij en raak het magnetische oppervlak niet aan. Vingerafdrukken kunnen een diskette onleesbaar maken.
3. Buig diskettes niet en stel ze niet bloot aan direct zonlicht of extreme temperaturen; als u dit voorschrift niet in acht neemt, kunnen gegevens verloren gaan.
4. Plaats geen zware voorwerpen op diskettes.
5. Eet, rook of gum niet in de nabijheid van diskettes. Vreemde deeltjes kunnen het magnetische oppervlak van de diskette beschadigen.
6. Magnetische energie kan de gegevens op diskettes vernietigen. Houd diskettes daarom uit de buurt van voorwerpen die magnetische velden genereren, zoals luidsprekers, radio’s en tv’s.
Gebruikershandleiding 4-25
Grondbeginselen

Meerdere beeldschermen instellen

U kunt de computer configureren voor het gebruik van meerdere beeldschermen, zodat het bureaublad in feite over twee monitors wordt verdeeld.
In het venster Eigenschappen voor Beeldscherm kunt u de relatieve posities van de twee beeldschermen (wanneer deze als een uitgebreid bureaublad zijn geconfigureerd) preciezer aanpassen. In dit venster kunt u de twee beeldschermen in een horizontale, verticale of diagonale configuratie plaatsen, zoals in de volgende afbeelding wordt aangegeven.
Als er geen extern beeldscherm aangesloten zal zijn wanneer u de computer de volgende keer gebruikt, dient u eventuele kloonscherminstellingen of instellingen voor een uitgebreid bureaublad uit te schakelen alvorens de computer af te sluiten.
Kloonscherminstellingen zijn instellingen waar meer dan één apparaat is geselecteerd en tegelijk van toepassing is.
4-26 Gebruikershandleiding

De computer schoonmaken

Om een lange levensduur en storingsvrij gebruik te waarborgen dient u de computer stofvrij te houden en voorzichtig te zijn met vloeistoffen in de buurt van de computer.
Mors geen vloeistoffen in de computer. Als de computer toch nat wordt,
schakelt u onmiddellijk de stroom uit; laat de computer volledig drogen voordat u hem weer aanzet.
Reinig de computer met een licht (met water) bevochtigde doek. Voor
het beeldscherm kunt u een glasreinigingsmiddel gebruiken. Sproei een kleine hoeveelheid reinigingsmiddel op een zachte, schone doek en veeg het scherm hiermee voorzichtig af.
Sproei schoonmaakmiddel nooit rechtstreeks op de computer en laat er geen vloeistof inlopen. Gebruik nooit bijtende chemicaliën om de computer te reinigen.

De computer verplaatsen

De computer is een robuust apparaat. Wanneer u de computer verplaatst, dient u echter enkele eenvoudige voorzorgsmaatregelen te treffen om te zorgen dat het systeem probleemloos blijft werken.
Zorg dat alle schijfactiviteit is gestopt voor u de computer verplaatst.
Controleer het vaste-schijf- en het optisch-stationslampje op de computer.
Als het optische schijfstation een schijf bevat, verwijdert u deze.
Zorg tevens dat de lade van het schijfstation goed is gesloten.
Schakel de computer uit.
Ontkoppel alle randapparaten alvorens de computer te verplaatsen.
Sluit het beeldscherm. Til de computer niet op aan het scherm of aan
de achterkant (waar de interfacepoorten zich bevinden).
Ontkoppel de netadapter als deze is aangesloten.
Gebruik een draagtas wanneer u de computer vervoert.
Grondbeginselen
Gebruikershandleiding 4-27
Grondbeginselen
4-28 Gebruikershandleiding
Het toetsenbord
Het toetsenbord van de computer is een uitgebreid toetsenbord met 101/102 toetsen.
Het aantal toetsen op uw toetsenbord is afhankelijk van de toetsenbordindeling waarmee uw computer is geconfigureerd. Er zijn toetsenborden voor verschillende talen beschikbaar.
Er zijn vier soorten toetsenbordtoetsen: typemachinetoetsen, functietoetsen, zogenoemde “softkeys” en cursorbesturingstoetsen.

Typemachinetoetsen

De typemachinetoetsen produceren de hoofd- en kleine letters, cijfers, leestekens en speciale symbolen die op het scherm verschijnen.
Er zijn echter enkele verschillen tussen het gebruik van een typemachine en het gebruik van een computertoetsenbord:
Letters en cijfers die met de computer zijn geproduceerd, verschillen
van breedte. Spaties, die door een spatieteken worden gecreëerd, kunnen ook variëren, al naar gelang uitlijning en andere factoren.
Op computers zijn de kleine letter l (el) en het cijfer 1 (één) niet
verwisselbaar.
Hoofdletter O en 0 (nul) zijn niet verwisselbaar.
Caps Lock, de functietoets voor hoofdlettervergrendeling, is alleen van
invloed op de lettertoetsen, niet (zoals op typemachines) op de cijfer­en symbooltoetsen.
De Shift- of hoofdlettertoetsen, de Tab -toets en de toets BkSp
(backspace- ofwel correctietoets) hebben dezelfde functie als de gelijknamige typemachinetoetsen maar hebben bovendien speciale computerfuncties.
Hoofdstuk 5
Gebruikershandleiding 5-1
Het toetsenbord

F1 ... F12 functietoetsen

De functietoetsen, niet te verwarren met de Fn-toets, zijn de 12 toetsen boven aan het toetsenbord.
F1 tot en met F12 worden aangeduid als functietoetsen, omdat u hiermee geprogrammeerde functies kunt uitvoeren. Als u pictogramtoetsen in combinatie met de Fn-toets gebruikt, worden specifieke functies op de computer uitgevoerd. Zie de paragraaf Softkeys: Fn-toetscombinaties in dit hoofdstuk. De werking van individuele toetsen is afhankelijk van de software die u gebruikt.

Softkeys: Fn-toetscombinaties

De toets Fn (functie) is een bijzondere toets die alleen op TOSHIBA­computers aanwezig is en die in combinatie met andere toetsen softkeys vormt. Softkeys zijn toetscombinaties die specifieke voorzieningen activeren, uitschakelen of configureren.
In sommige softwareprogramma’s werken softkeys niet naar behoren of werken ze in het geheel niet. De softkey-instellingen worden niet hersteld door de Stand-by-functie.

Sneltoetsen

Fn + Esc Geluid dempen Hiermee schakelt u het volume
Fn + F1 Directe beveiliging Hiermee wordt het scherm
Fn + F2 Energiebesparingsmodi Opent Eigenschappen
Fn + F3 Stand-by Hiermee wordt het systeem in de
Fn + F4 Slaapstand Hiermee wordt het systeem in de
Fn + F5 Beeldschermselectie Hiermee kunt u van
De standaardresolutie voor de simultaanmodus is 1024 x 768. Als u een RGB-monitor aansluit die deze resolutie niet ondersteunt, dient u de resolutie te wijzigen via Eigenschappen voor Beeldscherm.
5-2 Gebruikershandleiding
in of uit.
leeggemaakt en de schermbeveiliging geactiveerd. U kunt het bureaublad weer herstellen door op een willekeurige toets te drukken of het touchpad aan te raken.
voor Energiebeheer. Hier kunt u de status van de stroomvoorziening controleren of instellingen voor energiebesparing configureren.
Stand-by-modus gezet.
slaapstand gezet.
beeldscherm wisselen.
Het toetsenbord
Fn + F6 Helderheid verlagen Fn + F7 Helderheid verhogen Fn + F8 Draadloos apparaat omschakelen Met deze
sneltoets kunt u omschakelen tussen actieve draadloze apparaten. Werkt alleen als de draadloze-communicatieschakelaar op aan staat.
Fn + F9 Touchpad aan/uit Fn + spatiebalk Resolutie wijzigen Hiermee doorloopt u de
Fn + 1 Uitzoomen Om de pictogrammen op het
Fn + 2 Inzoomen Om de pictogrammen op het
Voordat u Fn+1 en Fn+2 gebruikt, dient u het TOSHIBA-hulpprogramma Zoom te installeren. Dit hulpprogramma ondersteunt uitsluitend de volgende toepassingen: Microsoft Internet Explorer, Microsoft Office, Windows Media Player, Adobe Reader en de pictogrammen op het bureaublad.
beschikbare resoluties, van de huidige resolutie tot 800x600 en 2048x1536, en weer terug naar de oorspronkelijke resolutie.
bureaublad of in het toepassingsvenster te verkleinen drukt u op 1 terwijl u Fn ingedrukt houdt.
bureaublad of in het toepassingsvenster te vergroten drukt u op 2 terwijl u Fn ingedrukt houdt.

Speciale Windows-toetsen

Het toetsenbord is voorzien van twee toetsen die in Windows XP speciale functies hebben. De ene activeert het menu Start en de andere heeft dezelfde functie als de secundaire muisknop.
Deze toets activeert het menu Start van Windows XP.
Deze toets heeft dezelfde functie als de secundaire muisknop.
Gebruikershandleiding 5-3
Het toetsenbord

Bureaubladtoetsenbord

Uw P100-computer heeft een ingebouwd “bureaubladtoetsenbord”. Dit is een toetsenbord van volledige grootte met een complete set numerieke functietoetsen (een numeriek toetsenblok) aan de rechterkant. In tegenstelling tot andere notebooks met kleinere toetsenborden, is er geen ’Numerieke modus’ of een gesimuleerd numeriek toetsenblok.

ASCII-tekens genereren

Niet alle ASCII-tekens kunnen via het gewone toetsenbord worden gegenereerd. U kunt deze tekens echter door middel van hun ASCII-codes genereren.
1. Houd Alt ingedrukt.
2. Typ de ASCII-code met behulp van de numerieke functietoetsen.
3. Laat Alt los; het ASCII-teken verschijnt op het scherm.
Bureaubladtoetsenbord
5-4 Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 6
Stroomvoorziening en spaarstanden
De computer kan via de netadapter of via de interne accu van stroom worden voorzien. In dit hoofdstuk leest u hoe u deze energiebronnen optimaal gebruikt en hoe u de accu oplaadt en vervangt. Verder worden tips gegeven voor het besparen van accu-energie en krijgt u informatie over spaarstanden.

Stroomvoorzieningsomstandigheden

De bedrijfscapaciteit en de accu-energiestatus van de computer worden beïnvloed door de stroomvoorzieningsomstandigheden: of er een netadapter is aangesloten, of er een accu is geïnstalleerd en wat het ladingsniveau van de accu is.
Stroom ingeschakeld Stroom uitgeschakeld
Netadapter aangesloten
Gebruikershandleiding 6-1
Accu volledig opgeladen
Accu gedeeltelijk opgeladen
Geen accu geïnstalleerd of accu leeg
• In werking
• Wordt niet opgeladen
• Lampje: Accu Blauw DC INblauw
• In werking
• Wordt geladen
• Lampje:Accu Oranje DC INblauw
• In werking
• Wordt niet opgeladen
• Lampje:Accu uit DC INblauw
(buiten werking)
• Wordt niet opgeladen
• Lampje:Accu Blauw DC INblauw
• Wordt geladen
• Lampje:Accu Oranje DC INblauw
• Wordt niet opgeladen
• Lampje:Accu uit DC INblauw
Stroomvoorziening en spaarstanden
Netadapter niet aangesloten
Accucapaciteit is boven activeringsniveau lage acculading
Stroom ingeschakeld Stroom uitgeschakeld
(buiten werking)
• In werking
• Lampje: Accu uit DC IN uit
Accucapaciteit is onder activeringsniveau lage acculading
• In werking
• Alarm klinkt (afhankelijk
van de optie Low Battery Alarm in het CMOS SETUP-menu & de corresponderende instelling in Energiebeheer)
• Lampje: Accu knippert amber
DC IN uit
Accu leeg Computer wordt in
slaapstand gezet of afgesloten (afhankelijk van de instelling in Energiebeheer)
Geen accu geïnstalleerd
• Buiten werking
• Lampje: Accu uit DC IN uit
6-2 Gebruikershandleiding

Voedingslampjes

Zoals in de vorige tabel wordt aangegeven, maken het accu-, DC IN- en aan/uit-lampje op het paneel met systeemlampjes u attent op de
bedrijfscapaciteit en de accu-energiestatus van de computer.
Acculampje
Aan de hand van het acculampje kunt u de status van de accu controleren. De accustatus wordt als volgt aangeduid:
Stroomvoorziening en spaarstanden
Knipperend amber De accu is bijna leeg. De netadapter moet
Amber Geeft aan dat de netadapter is aangesloten en
blauw Geeft aan dat de netadapter is aangesloten en
Lampje brandt niet In alle andere omstandigheden is het lampje uit.
worden aangesloten om de accu op te laden.
dat de accu wordt opgeladen.
dat de accu volledig is opgeladen.
DC IN-lampje
Aan de hand van het DC IN-lampje kunt u de stroomvoorzieningsstatus voor de aangesloten netadapter controleren:
blauw Geeft aan dat de netadapter is aangesloten en
Lampje brandt niet Geeft aan dat de netadapter niet is
de computer van stroom voorziet.
aangesloten.
Aan/uit-lampje
Aan de hand van het aan/uit-lampje kunt u de algemene stroomvoorzieningsstatus controleren:
blauw De aan/uit-knop brandt blauw wanneer de
computer van stroom wordt voorzien en ingeschakeld is. Het aan/uit-lampje op de voorkant van de computer brandt blauw wanneer het systeem aanstaat.
Knipperend amber Geeft aan dat de computer van stroom wordt
voorzien en in de Stand-by-modus is.
Lampje brandt niet In alle andere omstandigheden is het lampje uit.
Gebruikershandleiding 6-3
Stroomvoorziening en spaarstanden

Accutypen

De computer bevat twee soorten accu’s/batterijen:
Accu
RTC-batterij (batterij voor de realtime klok)
Accu
De verwisselbare lithium-ion accu-eenheid, in deze handleiding ook wel kortweg ’accu’ genoemd, is de voornaamste energiebron van de computer wanneer de netadapter niet is aangesloten.
U kunt extra accu-eenheden kopen voor langdurig computergebruik zonder netstroom.
De accu heeft een beperkte levensduur. Als de bedrijfstijd van een accu zelfs na volledig opladen afneemt, dient u de accu te vervangen.
De accu-eenheid bestaat uit een lithium-ion batterij. Indien de batterij
onjuist wordt vervangen, gebruikt, gehanteerd of afgedankt, bestaat ontploffingsgevaar. Houd u bij het afdanken van de accu aan de plaatselijke verordeningen of voorschriften. Gebruik alleen accu’s die door TOSHIBA zijn aanbevolen.
Verwijder de accu-eenheid niet terwijl de computer in de Stand-by-
modus staat. Gegevens worden in het RAM opgeslagen, dus als de stroomvoorziening naar de computer wordt afgebroken, gaan de gegevens verloren.
RTC-batterij
De RTC-batterij (Real Time Clock) levert stroom voor de interne real-time klok en kalender. Deze batterij handhaaft tevens de systeemconfiguratie.
Als de RTC-batterij leeg is, gaan deze gegevens verloren en werken de realtime klok en kalender niet meer. In dat geval ziet u het volgende bericht wanneer u de computer weer inschakelt:
ERROR 0271:Check date and time settings. WARNING 0251:System CMOS checksum bad - Default configuration used. Press <F1> to resume, <F2> to Setup.
De RTC-batterij van de computer is een lithiumbatterij die uitsluitend mag worden vervangen door uw leverancier of een TOSHIBA­servicevertegenwoordiger. Indien de batterij onjuist wordt vervangen, gebruikt, gehanteerd of afgedankt, bestaat ontploffingsgevaar. Houd u bij het afdanken van de accu aan de plaatselijke verordeningen of voorschriften.
6-4 Gebruikershandleiding
Stroomvoorziening en spaarstanden
Als dit foutbericht wordt weergegeven, verdient het aanbeveling de volgende procedure uitvoeren.
1. Sluit de netadapter aan en laat de computer minstens 24 uur op het lichtnet aangesloten.
2. Druk op F2 om het BIOS Setup-menu te openen.
3. Stel de juiste datum en tijd in.
Als het foutbericht hierna opnieuw verschijnt, neemt u contact op met TOSHIBA Service.

Onderhoud en gebruik van de accu-eenheid

De accu-eenheid is een essentieel onderdeel van de draagbare computer. Door de eenheid naar behoren te gebruiken en te onderhouden zorgt u ervoor dat deze langer stroom levert en langer meegaat. Volg de aanwijzingen in dit gedeelte zorgvuldig ter waarborging van veilig gebruik en maximale prestaties.
Voorzorgsmaatregelen
Verkeerde behandeling van accu’s kan resulteren in ernstig of dodelijk letsel of materiële schade.
Neem de volgende richtlijnen zorgvuldig in acht: Gevaar: Duidt op een dreigend gevaar dat bij veronachtzaming van de
instructies kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel. Waarschuwing: Duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die bij
veronachtzaming van de instructies kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel. Let op: Duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die, indien geen
ontwijkende maatregelen worden getroffen, kan resulteren in letsel of materiële schade.
Opmerking: Duidt op belangrijke informatie.
Gevaar
1. Probeer niet om een gebruikte accu-eenheid te verbranden of te verwarmen, bijvoorbeeld in een magnetronoven. Hierdoor kan de accu­eenheid ontploffen en persoonlijk letsel veroorzaken.
2. Probeer nooit om een accu-eenheid te demonteren, te repareren of op een andere wijze aan te passen. Hierdoor zal de accu-eenheid oververhit raken en vlam vatten. Uit de accu gelekte alkalische vloeistof of andere elektrolytische stoffen kunnen resulteren in brand en ernstig of dodelijk letsel.
3. Houd metalen voorwerpen uit de buurt van de accupolen ter voorkoming van kortsluiting. Kortsluiting kan brand veroorzaken of de accu-eenheid anderszins beschadigen en in verwondingen resulteren. Wanneer u de accu-eenheid opbergt, dient u deze altijd in plastic te wikkelen en de polen met isolatieband te bedekken om kortsluiting te voorkomen.
Gebruikershandleiding 6-5
Stroomvoorziening en spaarstanden
4. Doorboor de accu-eenheid nooit met een spijker of een ander scherp voorwerp. Sla nooit met een hamer of een ander voorwerp op de accu­eenheid. Ga niet op de accu staan.
5. Probeer de accu-eenheid nooit op te laden op een andere wijze dan wordt beschreven in de gebruikershandleiding. Koppel de accu-eenheid nooit aan een contactdoos of aan het aanstekercontact in een auto. Hierdoor kan de eenheid barsten of vlam vatten.
6. Gebruik alleen de accu-eenheid die bij de computer of andere hardware is geleverd, of een accu-eenheid die is goedgekeurd door de computer­of hardwarefabrikant. Voltage en polariteit variëren per accu-eenheid. Gebruik van een incorrecte accu kan resulteren in beschadiging van de accu-eenheid of in rookontwikkeling of brand.
7. Stel een accu-eenheid nooit bloot aan warmte door deze bijvoorbeeld in de buurt van een radiator op te bergen. Door blootstelling aan warmte kan de accu-eenheid vlam vatten, ontploffen of lek raken, en zodoende ernstig of dodelijk letsel teweegbrengen. Verder kan de eenheid bij blootstelling aan warmte defect raken, waardoor gegevens verloren kunnen gaan.
8. Stel de accu-eenheid nooit bloot aan abnormale schokken, trillingen of druk. Hierdoor zal het interne beschermende apparaat van de accu­eenheid defect raken, waardoor de accu oververhit of lek kan raken, vlam kan vatten of ontploffen, met ernstig of dodelijk letsel als gevolg.
9. Laat een accu-eenheid nooit vochtig worden. Een vochtige accu­eenheid zal oververhit raken, vlam vatten of barsten, en zodoende ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Waarschuwing
1. Elektrolytische vloeistof die uit een accu-eenheid is gelekt, mag nooit in contact komen met uw ogen, huid of kleren. Mocht bijtende elektrolytische vloeistof onverhoopt in uw ogen terechtkomen, dan dient u uw ogen onmiddellijk met flinke hoeveelheden stromend water te wassen en medische hulp in te roepen. Als elektrolytische vloeistof in contact komt met uw huid, dient u deze onmiddellijk onder stromend water af te spoelen. Als elektrolytische vloeistof op uw kleren terechtkomt, dient u deze direct uit te trekken teneinde contact met uw huid of ogen te voorkomen.
2. Als u tijdens het gebruiken of opladen van de accu-eenheid een vreemde geur, extreme hitte of wijzigingen in de kleur of vorm van de accu bespeurt, schakelt u de computer onmiddellijk uit en verwijdert u de stekker uit het stopcontact. Verwijder de accu-eenheid voorzichtig uit de computer. Laat de computer vervolgens nakijken door een Authorized Toshiba Service Center voordat u er weer mee aan de slag gaat. Als u deze waarschuwing negeert, zal de accu-eenheid mogelijk rook gaan afgeven, vlam vatten of barsten.
3. Zorg dat de accu-eenheid correct in de computer is geïnstalleerd voordat u probeert de eenheid op te laden. Onjuiste installatie kan resulteren in beschadiging van de accu-eenheid of in rookontwikkeling of brand.
4. Bewaar accu-eenheid buiten bereik van kinderen. De accu kan letsel veroorzaken.
6-6 Gebruikershandleiding
Loading...