Toshiba QOSMIO F10 User Manual [nl]

Qosmio F10
Choose freedom.Choose freedom.
computers.toshiba-europe.com
Copyright
© 2004 by TOSHIBA Corporation. Alle rechten voorbehouden. Onder de auteurswetten mag deze handleiding op geen enkele wijze worden verveelvoudigd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van TOSHIBA. Met betrekking tot het gebruik van de informatie in deze handleiding wordt geen octrooirechtelijke aansprakelijkheid aanvaard.
TOSHIBA Qosmio F10 Draagbare personal computer Gebruikershandleiding
Eerste editie september 2004 Eigendom en auteursrecht van muziek, video's, computerprogramma's,
databases etc. zijn beschermd onder de auteursrechtelijke wetgeving. Deze materialen waarop auteursrecht rust, mogen alleen voor privé­gebruik, thuis worden gekopieerd. Indien u buiten de bovengenoemde beperking om deze materialen kopieert of bewerkt (hieronder valt tevens het transformeren van gegevensindelingen), via internet verzendt of verspreidt zonder toestemming van de houder van het auteursrecht, kan dit leiden tot schadeclaims en/of strafrechtelijke vervolging wegens schending van het auteursrecht of de persoonlijke rechten van de auteur. Neem altijd het auteursrecht in acht wanneer u dit product gebruikt om auteursrechtelijk beschermd materiaal te kopiëren of andere handelingen te verrichten.
Let erop dat u de onder het auteursrecht geldende rechten van de eigenaar kunt schenden als u wisselt tussen de schermmodi (bijv. Wide-modus, Wide Zoom-modus etc.) of dit product gebruikt om vergrote afbeeldingen/ video's weer te geven in een horecagelegenheid of hotel met als doel winst te maken of dit materiaal aan het publiek te tonen.
Niet-aansprakelijkheidsverklaring
Deze handleiding is zorgvuldig gevalideerd en nagekeken. De aanwijzingen en beschrijvingen waren correct voor draagbare personal computers uit de Qosmio F10 op het tijdstip waarop deze handleiding ter perse ging. Navolgende computers en handleidingen kunnen echter zonder kennisgeving worden gewijzigd. TOSHIBA aanvaardt dientengevolge geen aansprakelijkheid voor schade die direct of indirect voortvloeit uit fouten of omissies in de handleiding, of uit discrepanties tussen computer en handleiding.
Gebruikershandleiding ii
Handelsmerken
IBM is een geregistreerd handelsmerk en IBM PC is een handelsmerk van International Business Machines Corporation.
Intel, Intel SpeedStep, Centrino en Pentium zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Intel Corporation.
Windows en Microsoft zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
Photo CD is een handelsmerk van Eastman Kodak. Bluetooth is een handelsmerk in eigendom van de eigenaar en wordt door
TOSHIBA onder licentie gebruikt. Memory Stick is een gedeponeerd handelsmerk en i.LINK is een
handelsmerk van Sony Corporation.
TruSurround XT, WOW XT, SRS en het -symbool zijn handelsmerken van SRS Labs, Inc.
De technologieën TruSurround XT, WOW XT, TruBass, SRS 3D en FOCUS vallen onder licentie van SRS Labs, Inc.
InterVideo en WinDVD zijn geregistreerde handelsmerken van InterVideo Inc. WinDVR en WinDVD Creator zijn handelsmerken van InterVideo Inc., vervaardigd onder licentie van Dolby Laboratories.
"Dolby" en het dubbel-D-symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories.
In deze handleiding wordt mogelijk verwezen naar andere handelsmerken en gedeponeerde handelsmerken die hierboven niet zijn vermeld.
Macrovision-licentie
Dit product is uitgerust met technologie ter bescherming van het auteursrecht en intellectueel eigendom die zijn gepatenteerd in de VS en overige landen. Deze patenten zijn eigendom van Macrovision Corporation. Het gebruik van materiaal waarop copyright berust, dient te worden goedgekeurd door Macrovision Corporation. Het is bedoeld voor gebruik thuis en overig beperkt gebruik, tenzij Macrovision Corporation uitdrukkelijk toestemming heeft verleend. Alle vormen van terugwerkend construeren of demonteren zijn verboden.
Conformiteitverklaring EU
Dit product draagt het CE-keurmerk in overeenstemming met de desbetreffende Europese richtlijnen. De verantwoording voor de toewijzing van CE-keurmerken ligt bij TOSHIBA Europe GmbH, Hammfelddamm 8, 41460 Neuss, Duitsland.
De volledige en officiële EU-verklaring van overeenstemming is te vinden op de TOSHIBA-website http://epps.toshiba-te Internet.
Gebruikershandleiding iii
g.com op het
Werkomgeving
Dit product is ontworpen conform de EMC-voorschriften (elektromagnetische compatibiliteit) voor zogenoemde “commerciële, licht­industriële en woonomgevingen”.
De volgende omgevingen zijn bijvoorbeeld niet goedgekeurd:
Industriële omgevingen (d.w.z. omgevingen met een netspanning
> 380V~)
In de volgende omgevingen kan het gebruik van dit product worden beperkt:
Medische omgevingen: dit product is niet gecertificeerd als een
medisch product volgens Richtlijn 93/42/EEG voor medische producten.
Voertuigomgevingen: lees de handleiding van de fabrikant van het
voertuig voor beperkingen in gebruik.
Vliegtuigomgevingen: volg de aanwijzingen van het
vliegtuigpersoneel voor beperkingen in gebruik.
Gevolgen van het gebruik van dit product in niet-geoorloofde werkomgevingen vallen niet onder de verantwoordelijkheid van TOSHIBA Corporation. Mogelijke gevolgen van het gebruik van dit product in dergelijke werkomgevingen zijn onder andere:
storing van de werking van andere apparaten of machines in de
nabijheid;
storing van de werking van dit product, mogelijk resulterend in
gegevensverlies, als gevolg van storingen die worden gegenereerd door andere apparaten of machines in de nabijheid.
Verder is het in verband met algemene veiligheidsoverwegingen verboden dit product te gebruiken in omgevingen met ontploffingsgevaar.
Conformiteit met CE-richtlijnen
Dit product is voorzien van het CE-keurmerk in overeenkomst met de gerelateerde Europese richtlijnen, emt name die omtrent elektromagnetische compatibiliteit, (89/336/EEC) voor de notebook en de elektronische accessoires, waaronder de meegeleverde netadapter, de richtlijn voor radioapparatuur en telecomapparatuur (99/5/EEC) in het geval van geïmplementeerde telecommunicatieaccessoires en de richtlijn omtrent lage spanning (73/23/EEC) voor de meegeleverde netadapter.
Gebruikershandleiding iv
Dit product en de meegeleverde accessoires zijn ontworpen conform de relevante EMC- (Elektromagnetische compatibiliteit) en veiligheidsnormen. TOSHIBA garandeert echter niet dat dit product nog steeds aan deze EMC-normen voldoet indien kabels of accessoires van andere leveranciers of distributeurs zijn aangesloten of geïmplementeerd. Ter voorkoming van algemene EMC-problemen moeten in het algemeen de volgende richtlijnen in acht worden genomen:
Alleen accessoires met het CE-keurmerk mogen worden
aangesloten/geïmplementeerd.
Alleen hoogwaardige afgeschermde kabels mogen worden
aangesloten.
Waarschuwing bij gebruik van modems
Verklaring van conformiteit
De apparatuur is goedgekeurd (conform Commissiebesluit CTR21) voor aansluiting van één toestel op het PSTN (Public Switched Telephone Network: openbaar geschakeld telefoonnetwerk) in alle Europese landen.
Als gevolg van variaties tussen de individuele PSTNs in verschillende landen/regio's biedt deze goedkeuring niet per se een garantie voor storingsvrije werking op elke telefoonaansluiting.
Wend u in geval van problemen in eerste instantie tot uw dealer.
Verklaring netwerkcompatibiliteit
Dit product is ontworpen voor gebruik met de volgende netwerken en is compatibel met deze netwerken. Het is getest en voldoet aan de aanvullende voorschriften in EG 201 121.
Duitsland ATAAB AN005,AN006,AN007,AN009,AN010
Griekenland ATAAB AN005, AN006 en GR01,02,03,04 Portugal ATAAB AN001,005,006,007,011 en
Spanje ATAAB AN005,007,012 en ES01 Zwitserland ATAAB AN002 Alle overige landen/regio's ATAAB AN003,004 Voor elk netwerk zijn specifieke schakelopties of een specifieke
softwareconfiguratie vereist; raadpleeg de relevante paragrafen van de gebruikershandleiding voor nadere informatie.
De hookflash-functie is onderhevig aan afzonderlijke nationale goedkeuring. Deze functie is niet getest op conformiteit met nationale voorschriften. De correcte werking van deze functie op nationale netwerken kan niet worden gegarandeerd.
en DE03,04,05,08,09,12,14,17
P03,04,08,10
Gebruikershandleiding v
Veiligheidsinstructies voor optisch schijfstation
Lees de voorzorgsmaatregelen aan het einde van deze sectie.
Panasonic
DVD Super Multi met dubbellaagse recorder UJ-831
Het DVD Super Multi-station met dubbellaagse recorder maakt gebruik
van een lasersysteem. Lees met het oog op een veilig en correct gebruik van dit product eerst deze gebruikershandleiding zorgvuldig door. Bewaar deze handleiding altijd in de nabijheid van het product, zodat u deze handleiding eenvoudig kunt naslaan. Als het apparaat ooit moet worden gerepareerd, neemt u contact op met een Authorized Toshiba Service Center.
Gebruik van regelaars, aanpassingen of het uitvoeren van procedures
die hier niet zijn vermeld, kan leiden tot blootstelling aan gevaarlijke straling.
Open nooit de behuizing, zodat rechtstreekse blootstelling aan de
laserstraal wordt voorkomen.
Gebruikershandleiding vi
DVD Super Multi UJ-830
Het DVD Super Multi-station gebruikt een lasersysteem. Lees met het
oog op een veilig en correct gebruik van dit product eerst deze gebruikershandleiding zorgvuldig door. Bewaar deze handleiding altijd in de nabijheid van het product, zodat u deze handleiding eenvoudig kunt naslaan. Als het apparaat ooit moet worden gerepareerd, neemt u contact op met een Authorized Toshiba Service Center.
Gebruik van regelaars, aanpassingen of het uitvoeren van procedures
die hier niet zijn vermeld, kan leiden tot blootstelling aan gevaarlijke straling.
Open nooit de behuizing, zodat rechtstreekse blootstelling aan de
laserstraal wordt voorkomen.
Gebruikershandleiding vii
HITACHI LG
DVD Super Multi met dubbellaagse recorder GSA-4080N
Het DVD Super Multi-station met dubbellaagse recorder maakt gebruik
van een lasersysteem. Lees met het oog op een veilig en correct gebruik van dit product eerst deze gebruikershandleiding zorgvuldig door. Bewaar deze handleiding altijd in de nabijheid van het product, zodat u deze handleiding eenvoudig kunt naslaan. Als het apparaat ooit moet worden gerepareerd, neemt u contact op met een Authorized Toshiba Service Center.
Gebruik van regelaars, aanpassingen of het uitvoeren van procedures
die hier niet zijn vermeld, kan leiden tot blootstelling aan gevaarlijke straling.
Open nooit de behuizing, zodat rechtstreekse blootstelling aan de
laserstraal wordt voorkomen.
Gebruikershandleiding viii
Internationale voorzorgsmaatregelen
LET OP: De apparatuur bevat een lasersysteem, dat is geclassificeerd als een KLASSE 1 LASERPRODUCT. Om te zorgen dat u dit product correct gebruikt, dient u de gebruiksaanwijzingen zorgvuldig te lezen en ter referentie bij de hand te houden. Als u problemen met dit model mocht ondervinden, moet u contact opnemen met de dichtstbijzijnde erkende servicedienst. Probeer niet de kast te openen. Doet u dit wel, dan loopt u het risico van directe blootstelling aan de laserstraal.
CLASS 1 LASER PRODUCT LASERSCHUTZKLASSE 1 PRODUKT TOEN60825
ADVERSEL:USYNLIG LASERSTRÅLING VED ÅBNING, NÅR SIKKERHEDSAF-BRYDER
ER UDE AF FUNKTION. UNDGÅ UDSÆTTSLSE FOR STRÅLING
VORSICHT: Dieses Gerät enthält ein Laser-System und ist als “LASERSCHUTZKLASSE 1 PRODUKT” klassifiziert. Für den richtigen Gebrauch dieses Modells lesen Sie bitte die Bedienungsanleitung sorgfältig durch und bewahren diese bitte als Referenz auf. Falls Probleme mit diesem Modell auftreten, benachrichtigen Sie bitte die nächste “autorisierte Service-Vertretung”. Um einen direkten Kontakt mit dem Laserstrahl zu vermeiden darf das Gerät nicht geöffnet werden.
ADVARSEL: Denne mærking er anbragt udvendigt på apparatet og indikerer, at apparatet arbejder med laserstråler af klasse 1, hviket betyder, at der anvendes laserstrlier af svageste klasse, og at man ikke på apparatets yderside kan bilve udsat for utilladellg kraftig stråling.
APPARATET BOR KUN ÅBNES AF FAGFOLK MED SÆRLIGT KENDSKAB TIL APPARATER MED LASERSTRÅLER!
Indvendigt i apparatet er anbragt den her gengivne advarselsmækning, som advarer imod at foretage sådanne indgreb i apparatet, at man kan komme til at udsatte sig for laserstråling.
Gebruikershandleiding ix
OBS! Apparaten innehåller laserkomponent som avger laserstråining överstigande gränsen för laserklass 1.
VAROITUS. Suojakoteloa si saa avata. Laite sisältää laserdiodin, joka lähetää näkymätöntä silmilie vaarallista lasersäteilyä.
LET OP: HET GEBRUIK VAN REGELAARS, INSTELLINGEN OF PROCEDURES DIE NIET IN DE GEBRUIKERSHANDLEIDING ZIJN VERMELD, KAN RESULTEREN IN BLOOTSTELLING AAN GEVAARLIJKE STRALING.
VORSICHT: DIE VERWENDUNG VON ANDEREN STEURUNGEN ODER EINSTELLUNGEN ODER DAS DURCHFÜHREN VON ANDEREN VORGÄNGEN ALS IN DER BEDIENUNGSANLEITUNG BESCHRIEBEN KÖNNEN GEFÄHRLICHE STRAHLENEXPOSITIONEN ZUR FOLGE HABEN.
Gebruikershandleiding x
Qosmio F10

Inhoudsopgave

Voorwoord
handleiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xviii
Conventies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xix
Afkortingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xix
Pictogrammen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xix
Toetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xx
Gebruik van toetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xx
Display . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xx
Mededelingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xx
Algemene voorzorgsmaatregelen
Hoofdstuk 1: Inleiding
Controlelijst met apparatuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-1
Hardware . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-1
Software . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-2
Documentatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-3
Voorzieningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-4
Speciale voorzieningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-10
Hulpprogramma's. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-12
Opties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-15
Hoofdstuk 2: Rondleiding
Voorkant met gesloten beeldscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-1
Linkerkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-2
Rechterkant. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-4
Achterkant. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-5
Onderkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-7
Voorkant met geopend beeldscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-8
Lampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-11
Systeemlampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2-11
Toetsenbordlampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-12
USB-diskettestation (optioneel) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-13
Gebruikershandleiding xi
Optische mediastations . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-14
Regiocodes voor DVD-stations en media. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-14
Beschrijfbare schijven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-14
CD's . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-14
DVD's . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-15
Formaten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-15
DVD Super Multi-station . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-15
DVD Super Multi-station met Double Layer . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-16
Netadapter. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-16
Hoofdstuk 3: Aan de slag
Uw werkplek inrichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-1
Algemene omstandigheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-2
Plaatsing van de computer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-2
Stoel en werkhouding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-3
Belichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-3
Werkgewoonten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-4
De netadapter aansluiten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-4
Het beeldscherm openen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-5
De computer inschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-6
Voor het eerst opstarten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-7
De computer uitschakelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-7
Afsluitmodus (opstartmodus) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-7
Slaapstand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-7
Stand-bymodus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-9
Computer opnieuw opstarten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-11
De vooraf geïnstalleerde software herstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-11
Het complete systeem herstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3-11
TOSHIBA-hulpprogramma’s en -stuurprogramma’s herstellen. . . . 3-12
Hoofdstuk 4: Grondbeginselen
Het touchpad gebruiken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-1
Het USB-diskettestation gebruiken (optioneel) . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-2
Het USB-diskettestation aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-2
Het USB-diskettestation ontkoppelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-3
Optische stations gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-3
Schijven laden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-3
Schijven verwijderen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-6
TV-tuner . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-7
De TV-tuner gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-7
De kabel aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-7
Gebruikershandleiding xii
Geluidssysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-8
De microfoon gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-8
SoundMAX-regelpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-9
TOSHIBA Audio Effect . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-10
CD's/DVD's beschrijven met het DVD Super Multi-station . . . . . . . 4-10
Belangrijk bericht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-10
Niet-aansprakelijkheidsverklaring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-11
Voor schrijven of herschrijven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-11
Tijdens schrijven of herschrijven. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-14
RecordNow! Basic for TOSHIBA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-14
Gegevensverificatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-15
DLA voor TOSHIBA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-16
Video. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-16
Bij gebruik van WinDVD Creator Platinum:. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-16
Een DVD-video maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-17
Meer informatie over InterVideo WinDVD Creator achterhalen . . . 4-17
Belangrijke informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-17
Behandeling van schijven/diskettes. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-19
CDs/DVDs . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-19
Diskettes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-20
Modem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-20
Regioselectie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-20
Het menu met eigenschappen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-21
Instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-21
Modemselectie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-22
Kiesopties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-22
Aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-22
Ontkoppelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-23
Draadloos LAN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-23
Beveiliging. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-24
Schakelaar voor draadloze communicatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-24
Draadloze-communicatie-lampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-24
LAN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-25
LAN-kabeltypen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-25
Een LAN-kabel aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-25
Een LAN-kabel ontkoppelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-26
Schoonmaken van de computer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-26
De computer verplaatsen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-26
Warmteverspreiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-27
Gebruikershandleiding xiii
Hoofdstuk 5: Het toetsenbord
Typemachinetoetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-1
Functietoetsen F1 F12 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-2
Softkeys: Fn-toetscombinaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-2
Toetsen op een uitgebreid toetsenbord emuleren. . . . . . . . . . . . . . . 5-2
Sneltoetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-4
Fn-plaktoets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-7
Speciale Windows-toetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-7
Geïntegreerde numerieke toetsen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-8
De geïntegreerde numerieke toetsen inschakelen . . . . . . . . . . . . . . 5-8
Tijdelijk het gewone toetsenbord gebruiken
(geïntegreerde numerieke toetsen ingeschakeld). . . . . . . . . . . . . . . 5-9
Tijdelijk de geïntegreerde numerieke toetsen gebruiken
(geïntegreerde numerieke toetsen uitgeschakeld) . . . . . . . . . . . . . . 5-9
Tijdelijk van modus wisselen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-9
ASCII-tekens genereren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-10
Hoofdstuk 6: Voeding
Stroomvoorzieningsomstandigheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-1
Voedingslampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-3
Accu-lampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-3
DC IN-lampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-3
Aan/uit-lampje. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-4
Accutypen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-4
Accu-eenheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-4
RTC-batterij. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-5
Onderhoud en gebruik van de accu-eenheid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-5
Voorzorgsmaatregelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-5
De accu’s opladen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-8
Accu-capaciteit controleren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-10
Bedrijfstijd van de accu maximaliseren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-10
Behoud van gegevens bij het uitschakelen van de computer. . . . . .6-11
Levensduur van de accu verlengen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-11
De accu-eenheid vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-12
De accu-eenheid verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-12
De accu-eenheid installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-13
TOSHIBA Password Utility. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-15
Gebruikerswachtwoord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-15
Supervisorwachtwoord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-15
De computer opstarten met een wachtwoord . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-16
Spaarstanden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-16
Windows-hulpprogramma’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-16
Sneltoetsen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-16
Gebruikershandleiding xiv
In-/uitschakelen via LCD . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-17
Systeem automatisch uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-17
Hoofdstuk 7: HW Setup
HW Setup starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-1
Het HW Setup-venster . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-1
Hoofdstuk 8: Gebruik van de afstandsbediening, AV-knoppen en
Qosmio-Player
Afstandsbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-1
QosmioPlayer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-1
Windows XP Media Center Edition en QosmioPlayer . . . . . . . . . . . 8-2
Functies van de afstandsbediening en het toetsenbord van de
QosmioPlayer-modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-6
Functie van AV-knoppen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-10
Windows-modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-10
QosmioPlayer-modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-12
QosmioPlayer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-13
Qosmio-engine . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-13
Beperkingen van de QosmioPlayer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-14
Beperkingen in de Monitor-in-modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-14
Gebruik van de afstandsbediening. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-16
Aansluiten van de afstandsbedieningontvanger . . . . . . . . . . . . . . . 8-16
Gebruiksbereik van de afstandsbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-18
Plaatsen/Verwijderen van batterijen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-19
Afstandsbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-19
Beeldinvoer wijzigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-21
Hoofdstuk 9: Optionele apparaten
PC-kaart. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-2
Een PC-kaart installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-2
Een PC-kaart verwijderen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-2
Sleuf voor Bridge-media . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-3
SD-kaart . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-3
Memory Stick/Memory Stick Pro . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-6
xD-Picture Card . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-7
MultiMediaCard. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-8
Geheugenuitbreiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-10
Een geheugenmodule installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-10
Een geheugenmodule verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-12
Accu-eenheden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-13
Netadapter. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-13
Accuoplader . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-13
USB-diskettestation . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-13
Gebruikershandleiding xv
Externe monitor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-13
TV . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-14
Installatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-14
Instellingen beeldweergave op TV . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-15
De resolutie wijzigen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-15
Monitor-in . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-16
Modellen met een ingebouwde TV-tuner . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-16
Ander apparaat aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-16
Afsluiten van de QosmioPlayer-modus. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-17
Modellen zonder TV-tuner. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-18
S-Video-in . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-18
Model zonder de TV-tuner . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-19
i.LINK (IEEE1394) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-19
Voorzorgsmaatregelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-20
Aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-20
Ontkoppelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-21
Beveiligingsslot . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-21
Hoofdstuk 10: Problemen oplossen
Handelwijze bij probleemoplossing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-1
Algemene controlepunten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-2
Het probleem analyseren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-2
Controlelijst voor hardware en systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-3
Opstartprocedure van het systeem. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-3
Zelftest . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-4
Voeding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-4
Password . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-7
Toetsenbord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-7
LCD-scherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-8
Vaste schijf . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-8
DVD Super Multi-station . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-9
USB-diskettestation . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-10
PC-kaart . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-10
SD card . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10-11
Memory Stick/Memory Stick Pro . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10-11
xD-Picture Card . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10-11
MultiMediaCard. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-12
Aanwijsapparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-12
USB. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-13
Geheugenuitbreiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-14
Geluidssysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-14
Externe monitor. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-14
Modem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-15
Gebruikershandleiding xvi
LAN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-16
Draadloos LAN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-16
TV-uitvoersignaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-16
i.LINK (IEEE1394). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-17
TOSHIBA-ondersteuning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-17
Voordat u opbelt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-17
Schrijven naar TOSHIBA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-17
Bijlage A: Specificaties
Bijlage B: Beeldschermcontroller en videomodi
Bijlage C: Draadloos LAN
Bijlage D: Het netsnoer en de voedingsaansluitingen
Bijlage E: Beperkingen van gebruik
Bijlage F: Als uw computer wordt gestolen
Woordenlijst
Index
Gebruikershandleiding xvii
Qosmio F10

Voorwoord

Gefeliciteerd met de aankoop van uw computer uit de Qosmio F10-serie. Deze krachtige, hoogpresterende notebook staat garant voor jarenlang betrouwbaar computergebruik en biedt uitstekende uitbreidingsmogelijkheden, bijvoorbeeld voor multimedia-apparaten.
In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u uw computer uit de Qosmio F10 gebruiksklaar maakt en ermee aan de slag gaat. Verder wordt gedetailleerde informatie gegeven over het configureren van de computer, elementaire bewerkingen en onderhoud, het gebruik van optionele apparaten en probleemoplossing.
Als u nog nooit een computer hebt gebruikt of nog nooit met een portable hebt gewerkt, lees dan eerst de hoofdstukken Inleiding en Rondleiding om uzelf vertrouwd te maken met de voorzieningen, onderdelen en accessoires van de computer. Lees vervolgens Aan de slag voor stapsgewijze instructies voor het gebruiksklaar maken van de computer.
Als u een ervaren computergebruiker bent, dient u dit voorwoord te lezen om inzicht te krijgen in de indeling van deze handleiding. Blader daarna de handleiding door om ermee vertrouwd te raken. Besteed met name aandacht aan de paragraaf Speciale voorzieningen van de Inleiding om kennis te maken met de voorzieningen die bijzonder of uniek zijn voor de computers, en lees HW Setup aandachtig.
De inhoud van de handleiding
Deze handleiding bestaat uit de volgende zes hoofdstukken, tien bijlagen, een woordenlijst en een index.
In hoofdstuk 1, Inleiding, vindt u een overzicht van de voorzieningen, mogelijkheden en opties van de computer.
In hoofdstuk 2, Rondleiding, worden de onderdelen van de computer geïdentificeerd en kort toegelicht.
In hoofdstuk 3, Aan de slag, wordt beknopt uitgelegd hoe u met de computer aan de slag kunt gaan en worden tips gegeven over veiligheid en het inrichten van uw werkplek.
Gebruikershandleiding xviii
Voorwoord
In hoofdstuk 4, Grondbeginselen, staan instructies voor het gebruik van de volgende apparaten: touchpad, USB-diskettestation (optioneel), optische mediastations, TV-tuner, geluidssysteem, modem, draadloos LAN, en LAN. U krijgt ook tips voor het onderhoud van de computer en het omgaan met diskettes en CD's/DVD's.
In hoofdstuk 5, Het toetsenbord, worden speciale toetsenbordfuncties beschreven zoals de geïntegreerde numerieke toetsen en de sneltoetsen.
In hoofdstuk 6, Voeding, vindt u informatie over de voedingsbronnen en energiebesparingsmodi van de computer.
In hoofdstuk 7, HW Setup, wordt uitgelegd hoe u de computer met het programma HW Setup kunt configureren.
In hoofdstuk 8, Gebruik van de afstandsbediening, AV-knoppen en
QosmioPlayer, wordt beschreven hoe u de afstandsbediening met
Windows XP Media Center Edition-modellen en Windows XP Media Center-modellen kunt gebruiken. Dit hoofdstuk geeft tevens informatie over QosmioPlayer.
In hoofdstuk 9, Optionele apparaten, wordt beschreven welke optionele hardware beschikbaar is.
In hoofdstuk 10, Problemen oplossen, vindt u nuttige informatie over het uitvoeren van diagnostische tests en suggesties voor de beste handelwijze indien de computer niet correct lijkt te werken.
De Bijlagen verschaffen technische informatie over de computer. De Woordenlijst bevat definities van algemene computertermen en
acroniemen die in de tekst worden gebruikt. Met behulp van de Index kunt u snel informatie in deze handleiding
opzoeken.

Conventies

In deze handleiding worden de volgende notatieconventies gebruikt om termen en bedieningsprocedures te beschrijven, identificeren en markeren.

Afkortingen

Wanneer een afkorting voor het eerst wordt gebruikt, wordt deze gevolgd door een verklaring (al dan niet tussen haakjes). Bijvoorbeeld: ROM (Read Only Memory). Acroniemen worden tevens gedefinieerd in de Woordenlijst.

Pictogrammen

Pictogrammen duiden poorten, regelaars en andere delen van de computer aan. Op het paneel met systeemlampjes worden tevens pictogrammen gebruikt om onderdelen aan te duiden waarover informatie wordt verschaft.
Gebruikershandleiding xix

Toet sen

De toetsenbordtoetsen worden in de tekst gebruikt om computerbewerkingen mee aan te duiden. De toetsopschriften die op het toetsenbord te zien zijn, worden in een ander lettertype gedrukt. Enter duidt bijvoorbeeld de Enter-toets aan.

Gebruik van toetsen

Voor sommige bewerkingen moet u tegelijkertijd twee of meer toetsen indrukken. Dergelijke bewerkingen worden aangeduid door een plusteken (+) tussen de toetsopschriften (+). Zo betekent Ctrl + C dat u op C moet drukken terwijl u Ctrl ingedrukt houdt. Als er drie toetsen worden gebruikt, dient u de eerste twee toetsen ingedrukt te houden en tegelijkertijd op de derde toets te drukken.
Voorwoord
ABC
Als in procedures een actie moet worden uitgevoerd, zoals het klikken op een pictogram of het invoeren van tekst, wordt de naam van het pictogram of wordt de tekst die moet worden ingevoerd, weergegeven in het lettertype dat hier links is afgebeeld.

Display

S
ABC
De namen van vensters en pictogrammen, en door de computer gegenereerde tekst die op het beeldscherm wordt weergegeven, worden in het links weergegeven lettertype gedrukt.

Mededelingen

Mededelingen worden in deze handleiding gebruikt om u attent te maken op belangrijke informatie. Elk type mededeling wordt aangeduid zoals hieronder wordt geïllustreerd.
Let op! Een waarschuwing geeft aan dat incorrect gebruik van apparatuur of het negeren van instructies kan resulteren in gegevensverlies of beschadiging van de apparatuur.
Belangrijk. Een opmerking is een tip of aanwijzing die u helpt de apparatuur optimaal te gebruiken.
Duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die bij veronachtzaming van de instructies kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
Gebruikershandleiding xx
Qosmio F10

Algemene voorzorgsmaatregelen

TOSHIBA-computers bieden optimale veiligheid en optimaal gebruikerscomfort; bovendien zijn ze robuust, een belangrijke eigenschap voor draagbare computers. U dient echter bepaalde voorzorgsmaatregelen te nemen om het risico van lichamelijk letsel of beschadiging van de computer verder te beperken.
Lees de onderstaande algemene aanwijzigen en let op de waarschuwingen die in de handleiding worden gegeven. Raadpleeg ook de Veiligheidsinstructies.
Blessures door overbelasting
Lees de Veiligheidsinstructies zorgvuldig door Hierin wordt toegelicht hoe u hand- en polsblessures als gevolg van langdurig toetsenbordgebruik kunt voorkomen. In hoofdstuk 3, Aan de slag, staat eveneens informatie over het inrichten van de werkplek, de lichaamshouding en de verlichting, met behulp waarvan u lichamelijke overbelasting kunt reduceren.
Verhitting van computeroppervlakken
Vermijd langdurig contact met de computer. Bij langdurig
computergebruik kan het oppervlak bijzonder warm worden. Zelfs als de computer niet heet aanvoelt, kan langdurig lichamelijk contact (als u de computer bijvoorbeeld op schoot houdt of als u uw handen op de polssteun plaatst) resulteren in rode plekken op de huid.
Als de computer lange tijd is gebruikt, dient u direct contact met de
metalen plaat die de I/O-poorten ondersteunt, te vermijden. Deze plaat wordt heet na langdurig computergebruik.
Het oppervlak van de netadapter kan heet worden. Dit duidt niet op een
storing. Als u de netadapter wilt vervoeren, dient u deze eerst te ontkoppelen en te laten afkoelen.
Plaats de netadapter niet op materiaal dat warmtegevoelig is. Het
materiaal kan daardoor beschadigd raken.
Schade door druk of stoten
Zorg dat de computer niet wordt blootgesteld aan zware druk of harde stoten. Door extreme druk of stoten kunnen computeronderdelen beschadigd raken en kunnen er storingen ontstaan.
Gebruikershandleiding xxi
Algemene voorzorgsmaatregelen
Oververhitting van PC-kaarten
Sommige PC-kaarten kunnen bij langdurig gebruik heet worden. Oververhitting van een PC-kaart kan resulteren in fouten of een onstabiele werking van de PC-kaart. Ga ook voorzichtig te werk bij het verwijderen van een PC-kaart die langdurig is gebruikt.
Mobiele telefoons
Het gebruik van mobiele telefoons kan storing veroorzaken in het audiosysteem. Hoewel de werking van de computer hierdoor niet wordt beïnvloed, verdient het aanbeveling om tijdens telefoongesprekken een afstand van minimaal 30 cm te handhaven tussen de computer en de mobiele telefoon.
Vrijwaringsverklaringen
Maximale helderheid is alleen beschikbaar wanneer de computer op
netvoeding wordt gebruikt. Het beeldscherm wordt gedimd wanneer computer op accu-energie wordt gebruikt. Het is niet mogelijk de helderheid van het scherm te vergroten.
Alle afbeeldingen zijn gesimuleerd voor illustratiedoeleinden.
Na verloop van tijd en afhankelijk van het gebruik van de computer,
neemt de helderheid van het LCD-scherm af. Dit is een bekend kenmerk van de LCD-technologie.
Bij verwijzingen naar QosmioPlayer
TM
QosmioPlayer
QosmioPlayer werking.
Bij verwijzingen naar de levensduur van de batterij
QosmioPlayerTM is geen Windows-toepassing. De levensduur van
de batterij is korter dan wanneer u soortgelijke toepassingen van het Windows-besturingssysteem gebruikt.
Vrijwaringsverklaring met betrekking tot CPU-prestaties
De prestaties van de CPU (Central Processing Unit ofwel centrale verwerkingseenheid) in uw computer kunnen onder invloed van de volgende factoren afwijken van de specificaties:
gebruik van bepaalde externe randapparaten
gebruik van de accu in plaats van netstroom
gebruik van bepaalde multimedia, door de computer gegenereerde
afbeeldingen of videotoepassingen
gebruik van standaardtelefoonlijnen of langzame
netwerkverbindingen
gebruik van complexe ontwerpsoftware, bijvoorbeeld geavanceerde
CAD-toepassingen
gelijktijdig gebruik van verschillende toepassingen of functies
is geen Windows-toepassing. Bij het gebruik van
TM
treedt de audio-/video-opnamefunctie buiten
Gebruikershandleiding xxii
Algemene voorzorgsmaatregelen
gebruik van de computer in gebieden met een lage luchtdruk (op
een hoogte van meer dan duizend meter boven zeeniveau)
gebruik van de computer bij temperaturen onder 5°C of boven 30°C,
of boven 25°C op grote hoogte (deze temperatuurlimieten zijn niet precies en kunnen afwijken al naar gelang het specifieke computermodel; raadpleeg bijlage A of de website van TOSHIBA op www.pcsupport.toshiba.com).
De CPU-prestaties kunnen bovendien afwijken van de specificaties als gevolg van de ontwerpconfiguratie.
In bepaalde omstandigheden kan uw computer zichzelf automatisch uitschakelen. Dit is een normale beschermende maatregel die de kans op gegevensverlies of beschadiging van het product vermindert wanneer dit product anders wordt gebruikt dan onder de aanbevolen omstandigheden. Om het risico van gegevensverlies te verkleinen, dient u altijd reservekopieën van gegevens te maken door deze regelmatig op een extern opslagmedium op te slaan. Voor optimale prestaties dient u uw computer alleen onder de aanbevolen omstandigheden te gebruiken. Raadpleeg Werkomgeving in bijlage A van uw product voor verdere beperkingen. Neem voor nadere informatie contact op met de TOSHIBA­afdeling voor service en ondersteuning.
Het LCD-scherm heeft een helderheid die overeenkomt met die van
een TV. We raden aan dat u de helderheid van het LCD-scherm aan uw eigen voorkeur aanpast zodat u vermoeidheid van uw ogen voorkomt.
Technologie ter bescherming van het auteursrecht in sommige media
verhindert mogelijk het weergeven en opnemen van die media.
Er zijn alleen SRS-geluidsverbeteringen beschikbaar in het Windows-
besturingssysteem van Microsoft.
Als u tijdens onweer met de computer werkt en de TV-tuner op een
externe antenne hebt aangesloten, dient u de computer op netvoeding te gebruiken. De netadapter biedt enige bescherming tegen mogelijke elektrische schokken als gevolg van onweer (maar kan deze niet helemaal voorkomen). Volledige bescherming ontstaat als u de computer tijdens onweer niet gebruikt.
1 Gigabyte (GB) betekent 1000 × 1000 × 1000 = 1.000.000.000 bytes
met machten van 10. Echter, het besturingssysteem van de computer vermeldt de opslagcapaciteit van de computer met machten van 2 voor de definitie van 1 GB = 1024 × 1024 × 1024 = 1.073.741.824 bytes, en kan daarom een lagere opslagcapaciteit weergeven. De beschikbare opslagcapaciteit is minder als er op het product een of meer besturingssystemen zijn voorgeïnstalleerd, zoals Microsoft Windows, en/of een of meer toepassingen zijn voorgeïnstalleerd. De werkelijke capaciteit na formatteren kan per model verschillen.
Gebruikershandleiding xxiii
Algemene voorzorgsmaatregelen
LCD-scherm
De TFT-kleuren-LCD is gebaseerd op technologie die gebruikmaakt van zeer hoge helderheid.
Sommige opeenvolgende pixels worden mogelijk niet of juist altijd verlicht, maar dit is geen storing.
Nabeeld
Nabeeld treedt op het scherm op als de inhoud van het scherm wijzigt nadat deze relatief lang is weergegeven. Het nabeeld zal langzaam maar zeker verdwijnen. Echter, als hetzelfde beeld erg lang op het scherm is weergegeven, kan dit permanent blijven staan. Voorkom dat dezelfde inhoud lang op het scherm blijft staan. Wij raden aan het beeld op het scherm te veranderen door een andere achtergrond te kiezen of een schermbeveiliging te gebruiken.
Om dit fenomeen te voorkomen, zijn twee opties beschikbaar. De ene is de optie Monitor Power OFF in de Toshiba Power Saver, die de stroom van het beeldscherm automatisch uitschakelt. De andere is de optie Schermbeveiliging in de Eigenschappen voor Beeldscherm, die automatisch de inhoud van het scherm verandert. Beide opties zijn standaard ingeschakeld.
Gebruikershandleiding xxiv
Qosmio F10
Inleiding
Dit hoofdstuk bevat een controlelijst met de geleverde apparatuur en beschrijft de voorzieningen, opties en accessoires van de computer.
Sommige voorzieningen die in deze handleiding worden toegelicht, functioneren wellicht niet correct als u een besturingssysteem gebruikt dat niet vooraf door TOSHIBA is geïnstalleerd.

Controlelijst met apparatuur

Verwijder de computer voorzichtig uit de verpakking. Berg de doos en het verpakkingsmateriaal op voor toekomstig gebruik.

Hardware

Controleer of u de volgende onderdelen hebt:
Qosmio F10 Draagbare Personal Computer
Netadapter en netsnoer
Monitor-in-kabel
Afstandsbediening (alleen voor modellen met TV-tuner)
Afstandsbedieningontvanger (alleen voor modellen met TV-tuner)
Infraroodzenderkabel (alleen voor modellen met TV-tuner)
Antenneadapter (alleen voor modellen met TV-tuner)
Hoofdstuk 1
Gebruikershandleiding 1-1

Software

Microsoft® Windows XP Home Edition
De volgende software is vooraf geïnstalleerd:
Microsoft
TOSHIBA Utilities
DVD Video Player
TOSHIBA Power Saver
TOSHIBA ConfigFree
TOSHIBA Console
TOSHIBA Controls
TOSHIBA PC Diagnostic Tool
TOSHIBA Touch and Launch
TOSHIBA TouchPad On/Off
TOSHIBA Zooming
TOSHIBA Picture Enhancement
TOSHIBA SD Memory Card Format
TOSHIBA Acoustic Silencer
TOSHIBA Audio Effect
TOSHIBA Hotkey Utility for Display Devices
TOSHIBA Display Device Change
TOSHIBA Password
Wireless Hotkey
On line handleiding
Productherstel-DVD
CD-ROM Tools & hulpprogrammas
®
Windows XP Home Edition
Inleiding
Gebruikershandleiding 1-2
Microsoft® Windows XP Media Center Edition
De volgende software is vooraf geïnstalleerd:
Microsoft
TOSHIBA Utilities
DVD Video Player
TOSHIBA Power Saver
TOSHIBA Console
TOSHIBA Controls
TOSHIBA PC Diagnostic Tool
TOSHIBA Touch and Launch
TOSHIBA TouchPad On/Off
TOSHIBA Zooming
TOSHIBA Picture Enhancement
TOSHIBA ConfigFree
TOSHIBA SD Memory Card Format
TOSHIBA Acoustic Silencer
TOSHIBA Audio Effect
TOSHIBA Hotkey Utility for Display Devices
TOSHIBA Display Device Change
TOSHIBA Password
Wireless Hotkey
On line handleiding
Productherstel-DVD
Herstel-CD voor QosmioPlayer
CD-ROM Tools & Utilities
®
Windows XP Media Center Edition
Inleiding

Documentatie

Qosmio F10 Gebruikershandleiding voor de draagbare personal
computer
Qosmio F10 Aan de slag
De handleiding Veiligheidsinstructies
Garantie-informatie
Neem onmiddellijk contact op met uw dealer als een of meer items ontbreken of beschadigd zijn.
Gebruikershandleiding 1-3

Voorzieningen

Dankzij de geavanceerde LSI- en CMOS-technologie (Large Scale Integration- en Complementary Metal-Oxide Semiconductor-technologie) van TOSHIBA is de computer compact, licht van gewicht, uiterst betrouwbaar en energiezuinig. Deze computer biedt de volgende voorzieningen en voordelen:
Processor
Inleiding
Ingebouwd
De computer is uitgerust met een Intel Pentium
®
M-processor, die is voorzien van een
®
level 2-cachegeheugen van 2 MB. De processor
®
ondersteunt Enhanced Intel
SpeedStepTM
technologie.
Sommige modellen in deze serie zijn uitgerust met Intel® CentrinoTM­technologie, die is gebaseerd op drie afzonderlijke componenten: Intel
®
Pentium® M, Intel® PRO-draadloze netwerkverbindingen en de Intel® 855­chipsetfamilie.
Geheugen
Sleuven Er kunnen geheugenmodules van 256, 512 of
Video-RAM Maximaal 64-MB/128-MB RAM voor
1.024 MB in de twee sleuven worden geïnstalleerd voor een systeemgeheugen van maximaal 2.048 GB.
videoweergave.
Voeding
Accu-eenheid De computer wordt van stroom voorzien door
RTC-batterij De computer heeft een interne batterij voor de
één oplaadbare lithium-ion accu-eenheid.
interne RTC (Real Time Clock) en kalender.
Netadapter De netadapter voorziet het systeem van stroom
en laadt de accus op wanneer deze opraken. De adapter wordt geleverd met een verwisselbaar netsnoer.
Aangezien de netadapter universeel is, ondersteunt deze netspanningen tussen 100 en 240 volt; de uitgangsstroom varieert echter al naar gelang het model. Gebruik van het verkeerde model kan resulteren in beschadiging van de computer.
Gebruikershandleiding 1-4
Stations/schijven
Vaste schijf Verkrijgbaar in drie formaten.
60,0 miljard bytes (55,88 GB)
80,0 miljard bytes (74,52 GB)
100,0 miljard bytes (93,16 GB)
Inleiding
USB-diskettestation (optioneel)
Dit station ondersteunt 3,5-inch diskettes met een capaciteit van 1,44 MB of 720 KB. Voor aansluiting op een USB-poort.
De computer is uitgerust met een van de optische mediastations in de volgende lijst.
DVD Super Multi-station
Sommige modellen zijn uitgerust met een DVD Super Multi-stationsmodule van volledige grootte waarmee u zonder adapter gegevens op herschrijfbare CD's/DVD's kunt vastleggen en CDs/DVD's van 12 cm (4,72 inch) of 8 cm (3,15 inch) cm kunt lezen. Het station leest DVD­ROMs met maximaal 8-speed en CD-ROMs met maximaal 24-speed. De maximale schrijfsnelheid is 24-speed voor CD-R's, 10-speed voor CD­RW's, 8-speed voor DVD-R's en DVD+R's, 4­speed voor DVD-RW's en DVD+RW's en 3­speed voor DVD-RAM's. Dit station ondersteunt de volgende indelingen:
DVD-ROM
DVD-Video
DVD-R
DVD-RW
DVD+R
DVD+RW
CD-DA
CD-Text
CD-R
CD-RW
Photo CD (single/multi-session)
CD-ROM Mode 1, Mode 2
CD-ROM XA Mode 2 (Form1, Form2)
Enhanced CD (CD-EXTRA)
Adresseringsmethode 2
Gebruikershandleiding 1-5
Inleiding
DVD Super Multi­station met Double Layer
Sommige modellen zijn uitgerust met een DVD Super Multi-stationsmodule van volledige grootte waarmee u zonder adapter gegevens op herschrijfbare CD's/DVD's kunt vastleggen en CDs/DVD's van 12 cm (4,72 inch) of 8 cm (3,15 inch) cm kunt lezen. Het station leest DVD­ROMs met maximaal 8-speed en CD-ROMs met maximaal 24-speed. De maximale schrijfsnelheid is 24-speed voor CD-R's, 10-speed voor CD­RW's, 8-speed voor DVD-R's en DVD+R's, 2,4­speed voor DVD+R DL, 4-speed voor DVD-RW's en DVD+RW's en 3-speed voor DVD-RAM's. Dit station ondersteunt dezelfde indelingen als het DVD Super Multi-station (UJ-830).
Display
Het LCD-scherm van de computer ondersteunt videobeelden met hoge resolutie. Het scherm kan in diverse standen worden gezet voor maximaal comfort en optimale leesbaarheid.
Ingebouwd 15,4-inch TFT-scherm, 32 miljoen kleuren, met
Grafische controller Grafische controller voor optimale
een resolutie van 1280 horizontale × 800 verticale pixels WXGA.
beeldschermprestaties. Raadpleeg de paragraaf
Beeldschermcontroller en videomodi in bijlage B
voor meer informatie.
Keyboard
®
Ingebouwd 85 of 86 toetsen, compatibel met IBM
toetsenbord, geïntegreerde numerieke toetsen, speciale cursorbesturingstoetsen, en twee Windows-toetsen . Zie hoofdstuk 5, Het
toetsenbord, voor meer informatie.
uitgebreid
Aanwijsapparaat
Ingebouwd touchpad Met een touchpad, besturingsknoppen en schuif-
Gebruikershandleiding 1-6
knop in de polssteun kunt u de schermaanwijzer verplaatsen en door de inhoud van vensters schuiven.
Poorten
Inleiding
Externe monitor De analoge VGA-poort ondersteunt VESA
Universal Serial Bus (USB 2.0)
i.LINK (IEEE1394) Deze poort ondersteunt snelle, rechtstreekse
DDC2B-compatibele functies.
De verschillende USB 2.0-compatibele poorten op uw computer ondersteunen gegevensoverdrachtsnelheden die 40 maal hoger zijn dan met de USB 1.1-norm (USB 1.1 wordt eveneens ondersteund).
gegevensoverdracht vanaf externe apparaten zoals digitale videocamera’s.
Sleuven
PC-kaart De PC-kaartsleuf biedt ruimte voor een PC-kaart
Bridge-media In deze sleuf kunt u een SD-kaart, Memory Stick
van 5 mm (Type II).
(Pro), xD-Picture Card en MultiMediaCard plaatsen. Raadpleeg hoofdstuk 9, Optionele
apparaten.
Multimedia
Geluidssysteem Het Windows-compatibele geluidssysteem omvat
interne luidsprekers en een interne microfoon evenals aansluitingen voor een externe microfoon en koptelefoon.
Monitor-in-poort Voor videoweergave van een digitale camcorder
TV-antennepoort Sommige modellen worden geleverd met
S-Video-in-poort Via een S-Video-in-kabel voor het importeren
Gebruikershandleiding 1-7
of een videorecorder op het interne LCD-scherm. Deze poort kan ook worden gebruikt als line-in-
poort en voor aansluiting van een stereoapparaat voor audio-invoer. Raadpleeg de paragraaf
Monitor-in in hoofdstuk 9, Optionele apparaten.
ingebouwde TV-tuner. Sluit de antenneadapter aan op deze poort om
TV-programma's op de computer te kijken of op te nemen.
van videogegevens kan er een camcorder of een ander opnameapparaat op de computer worden aangesloten. Sluit de kabel hiervoor aan op deze poort. Raadpleeg de paragraaf S-Video-in in hoofdstuk 9, Optionele apparaten.
Inleiding
S-Video-uit-poort Met deze S-Video-uit-poort kunt u NTSC- of PAL-
gegevens overbrengen naar externe apparaten. Raadpleeg de paragraaf TV in hoofdstuk 9, Optionele apparaten.
D-Video-uit-poort Met deze D-Video-uit-poort kunt u 525i- (480i),
525p- (480p), 1125i- (1080i) of 750p-gegevens (720p) overbrengen naar externe apparaten. Raadpleeg de paragraaf TV in hoofdstuk 9, Optionele apparaten.
Hoofdtelefoonbus (S/P DIF)
Op deze bus kunt u luidsprekers of een stereohoofdtelefoon (minimaal 16 ohm) aansluiten. Wanneer u een hoofdtelefoon of externe luidsprekers aansluit, worden de interne luidsprekers automatisch uitgeschakeld.
Deze bus kan ook worden gebruikt als S/P DIF­bus en voor aansluiting van optische digitale apparatuur.
Microfoonbus Op de 3,5-mm mini-microfoonaansluiting kan
een stereomicrofoon of een drie-aderige miniplug voor niet-stereofonische microfoon- of audio­invoer worden aangesloten.
Ingebouwde TV-tuner
Sommige modellen worden geleverd met ingebouwde TV-tuner.
Als u de TV-tuner onder Windows XP wilt gebruiken, dient u Media Center op te starten en My TV in de lijst met weergegeven functies te selecteren.
Infraroodontvangst­venster
Dit is een sensorapparaat dat signalen van de afstandsbediening ontvangt.
Niet ondersteund door Windows XP Media Center Edition.
Afstandsbediening Met dit apparaat kunt u Media Center (in een
Windows-omgeving) of QosmioPlayer bedienen, bijv. om TV te kijken of CD's/DVD's af te spelen.
Afstandsbedie­ningontvanger
Dit is een sensorapparaat dat signalen van de afstandsbediening ontvangt. Deze ontvanger wordt alleen ondersteund door modellen met Windows XP Media Center Edition.
Gebruikershandleiding 1-8
Communicatie
Inleiding
Modem Het ingebouwde modem voorziet in gegevens-
en faxcommunicatie. Raadpleeg bijlage E. De modem heeft een modembus voor aansluiting op een telefoonlijn. Het bevat een aansluiting voor een telefoonlijn. V.92 wordt uitsluitend in de VS, Canada, Australië, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Duitsland ondersteund. Alleen V.90 is beschikbaar in andere regio's.
LAN De computer heeft ingebouwde ondersteuning
voor Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T) en Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-TX).
Draadloos LAN Sommige computers in deze serie zijn uitgerust
met een mini-PCI-kaart voor draadloze LAN's. Deze kaart is compatibel met andere LAN­systemen die zijn gebaseerd op DSSS-/OFDM­radiotechnologie (Direct Sequence Spread Spectrum/Orthogonal Frequency Division Multiplexing) en die voldoen aan de IEEE 802.11­norm (Revisie A, B of G) en de turbomodus.
Theoretische maximumsnelheid: 54 Mbps
(IEEE 802.11a, 802.11g)
Theoretische maximumsnelheid: 11 Mbps
(IEEE 802.11b)
Theoretische maximumsnelheid: 108 Mbps
(turbomodus; Atheros-moduletype)
Frequentiebandselectie (5 GHz: Revisie A /
2,4 GHz: Revisie B/G)
Zoeken op meerdere kanalen
Energiebeheer voor kaarten
TM
Atheros Super G
of Super AGTM
technologie (Atheros-moduletype).
WEP-gegevenscodering (WEP = Wired
Equivalent Privacy), gebaseerd op het 152­bits coderingsalgoritme (Atheros­moduletype).
WEP-gegevenscodering (WEP = Wired
Equivalent Privacy), gebaseerd op het 128­bits coderingsalgoritme (Intel-moduletype).
AES-gegevenscodering (AES = Advanced
Encryption Standard), gebaseerd op het 256­bits coderingsalgoritme (Atheros­moduletype).
Schakelaar voor draadloze communi-
Deze schakelaar zet de draadloze LAN-functies aan en uit.
catie
Gebruikershandleiding 1-9
Beveiliging
Inleiding
Beveiligingsslot Hierop kan een optioneel veiligheidsslot op de

Speciale voorzieningen

De volgende functies zijn ofwel uniek voor Toshiba-computers ofwel geavanceerde functies, waardoor de computer handiger is in gebruik.
Sneltoetsen Door middel van deze toetsencombinaties kunt u
De sneltoetsfuncties worden alleen ondersteund door Windows, niet door QosmioPlayer.
Beeldscherm automatisch uitschakelen
Vaste schijf automatisch uitschakelen
Systeem automatisch in stand-by of slaapstand
computer worden aangesloten om deze aan een bureau of ander groot voorwerp te verankeren.
de systeemconfiguratie snel wijzigen zonder een systeemconfiguratieprogramma te hoeven gebruiken.
Met deze functie wordt de stroom naar het interne beeldscherm automatisch stopgezet als het toetsenbord of aanwijsapparaat een bepaalde tijd niet is gebruikt. De stroomvoorziening wordt hersteld zodra een toets wordt ingedrukt of het aanwijsapparaat wordt gebruikt. U kunt de tijdlimiet opgeven met de optie Monitor power off op het tabblad Basic Setup van TOSHIBA Power Saver.
Met deze functie wordt de stroom naar de vaste schijf automatisch stopgezet als een bepaalde tijd lang geen activiteit op de vaste schijf heeft plaatsgevonden. De stroomvoorziening wordt hersteld zodra de vaste schijf wordt gebruikt. U kunt de tijdlimiet opgeven met de optie HDD power off op het tabblad Basic Setup van TOSHIBA Power Saver.
Met deze functie wordt het systeem automatisch op stand-by of in de slaapstand gezet als een bepaalde tijd lang geen invoer of hardware­activiteit heeft plaatsgevonden. U kunt de tijdlimiet opgeven via System Standby en System hibernation in het onderdeel System standby and System op het tabblad Basic Setup van TOSHIBA Power Saver.
Gebruikershandleiding 1-10
Inleiding
Geïntegreerde numerieke toetsen
In het toetsenbord zijn tien numerieke toetsen geïntegreerd. Raadpleeg de paragraaf
Geïntegreerde numerieke toetsen in hoofdstuk 5,
Het toetsenbord, voor informatie over het gebruik
van deze toetsen.
Wachtwoord voor opstarten
Er zijn twee niveaus voor het beveiligen van wachtwoorden beschikbaar om ongeoorloofd gebruik van uw computer te voorkomen.
Directe beveiliging Met een sneltoets kunt u het scherm leegmaken
en de computer blokkeren.
Intelligente stroomvoorziening
Een microprocessor in de intelligente stroomvoorziening van de computer detecteert de acculading en berekent de resterende accucapaciteit. De microprocessor beschermt de elektronische onderdelen tevens tegen abnormale omstandigheden, zoals extreme spanningspieken vanuit een voedingsbron. U kunt de resterende batterijcapaciteit in de gaten houden. Gebruik de optie Battery remaining in TOSHIBA Power Saver.
Energiebesparings­modus
Met deze voorziening kunt u accu-energie besparen. U kunt de energiebesparingsmodus opgeven via het onderdeel Profile in TOSHIBA Power Saver.
In-/uitschakelen via LCD
Met deze functie wordt de stroom naar de computer uitgeschakeld wanneer het scherm wordt gesloten, en ingeschakeld wanneer het scherm wordt geopend. U kunt de instelling opgeven met de optie When I close the lid op het tabblad Setup Action van TOSHIBA Power Saver.
Automatische slaapstand bij lage acculading
Als de acculading zover is gedaald dat u de computer niet meer kunt gebruiken, wordt automatisch de slaapstand geactiveerd en wordt het systeem afgesloten. U kunt de instelling opgeven op het tabblad Setup action van TOSHIBA Power Saver.
Warmteverspreiding De CPU heeft een interne temperatuursensor ter
bescherming tegen oververhitting. Als de interne temperatuur van de computer een bepaald niveau bereikt, wordt de ventilator aangezet of wordt de CPU-verwerkingssnelheid verlaagd. Gebruik de optie Cooling Method op het tabblad Basic Settings van TOSHIBA Power Saver.
Gebruikershandleiding 1-11
Inleiding
Maximum
Performance
Performance Combinatie van inschakelen
Battery
optimized
Slaapstand Met deze functie kunt u de stroom uitschakelen
zonder de software te hoeven sluiten. De inhoud van het hoofdgeheugen wordt op de vaste schijf opgeslagen, en wanneer u de computer weer aanzet, kunt u uw werk hervatten op de plaats waar u was opgehouden. Raadpleeg het gedeelte De computer uitschakelen in hoofdstuk 3, Aan de slag, voor meer informatie.
Stand-by Als u uw werk moet onderbreken, kunt u de com-
puter uitschakelen zonder de software te hoeven afsluiten. De gegevens worden bewaard in het hoofdgeheugen van de computer. Wanneer u de computer weer aanzet, kunt u uw werk hervatten op de plaats waar u was opgehouden.
Eerst wordt de ventilator ingeschakeld en vervolgens wordt zonodig de CPU­verwerkingssnelheid verlaagd.
van ventilator en verlaging van de processorsnelheid.
Eerst de processorsnelheid verlagen en dan zonodig de koelmethode aanzetten.

Hulpprogramma's

In dit gedeelte worden vooraf geïnstalleerde hulpprogrammas beschreven en wordt toegelicht hoe u de programma’s start. Raadpleeg de on line handleiding, Help of het readme-bestanden bij elk hulpprogramma voor informatie over bewerkingen.
TOSHIBA Power Saver
HW Setup Met dit programma kunt u uw hardware-
Gebruikershandleiding 1-12
Klik als u dit energiebeheerprogramma wilt starten op Start, vervolgens op
Configuratiescherm, daarna op Prestaties en onderhoud en selecteer het pictogram TOSHIBA Power Saver.
instellingen aanpassen aan uw werkwijzen en de randapparaten die u gebruikt. Klik als u het hulpprogramma wilt starten op Start en Configuratiescherm. Selecteer vervolgens het pictogram TOSHIBA HW Setup.
Inleiding
TOSHIBA Controls Dit hulpprogramma heeft drie secties, waarmee u
de volgende bewerkingen kunt uitvoeren:
To et se n:
TV-Model
Hiermee kunt u toepassingen toewijzen aan de knoppen REC, Brightness, Monitor-in, en TV-out.
No TV-Model
Hiermee kunt u toepassingen toewijzen aan de knoppen TV-out, Brightness, Zoom out, en Zoom in.
Media Apps: hiermee kunt u de modus
instellen voor de Audio-/Video­bedieningsknoppen. Ook kunt u de toepassing voor het afspelen van audio en video selecteren. (Deze wordt alleen weergegeven in Windows XP Home Edition.)
TOSHIBA Remote Control: hiermee kunt u de
TOSHIBA-afstandsbediening in- en uitschakelen. (Deze wordt alleen weergegeven in Windows XP Home Edition.)
DVD Video Player Het DVD-videoafspeelprogramma wordt gebruikt
om DVD-videos af te spelen. Het programma bevat een interface met functies op het scherm. Klik op Start, wijs Alle programmas aan, wijs
InterVideo WinDVD aan en klik op InterVideo WinDVD.
TOSHIBA Picture Enhancement
Met dit hulpprogramma kunt u de beeldkwaliteit aanpassen aan de omgevingscondities en de instellingen selecteren voor de externe invoer van videocamera's, games, enz.
TOSHIBA ConfigFree TOSHIBA ConfigFree bestaat uit een reeks
hulpprogramma's waarmee u verbindingen met communicatieapparaten en netwerken beheert. Met TOSHIBA ConfigFree kunt u tevens communicatieproblemen opsporen en profielen maken, waarmee u eenvoudig schakelt tussen locaties en communicatienetwerken. ConfigFree starten: klik op Start, wijs Alle programma's aan, wijs TOSHIBA aan, wijs Networking aan en klik op ConfigFree.
TOSHIBA Console TOSHIBA Console is een grafische
gebruikersinterface waarmee u gemakkelijk toegang tot Help en services kunt krijgen.
Gebruikershandleiding 1-13
Inleiding
TOSHIBA Zooming Met dit hulpprogramma kunt u de pictogrammen
op het bureaublad of die in het toepassingsvenster vergroten of verkleinen.
RecordNow! Basic for TOSHIBA
U kunt CD's/DVD's in verschillende indelingen maken: audio-CD's die op een gewone stereo­CD-speler kunnen worden afgespeeld, en gegevens-CD's/-DVD's voor het opslaan van de bestanden en mappen op uw vaste schijf. Deze software kan worden gebruikt op een model met een DVD-ROM- & CD-R/RW-station en DVD Super Multi-station.
DLA voor TOSHIBA DLA (Drive Letter Access ofwel
stationslettertoegang) is het pakketschrijfprogramma waarmee bestanden en/ of mappen via een stationsletter naar een DVD+RW-, DVD-RW- of CD-RW-schijf kunnen worden geschreven, op dezelfde manier als met een diskette of andere verwisselbare schijven.
TOSHIBA PC Diagnostic Tool
TOSHIBA PC Diagnostic Tool geeft de basisgegevens weer van de PC en biedt de mogelijkheid om ingebouwde apparaten te testen. TOSHIBA PC Diagnostic Tool starten: klik op Start, wijs Alle programma's aan, wijs
TOSHIBA aan, wijs Utility aan en klik op PC Diagnostic Tool.
TOSHIBA Touch and Launch
Het hulpprogramma TOSHIBA Touch and Launch vergemakkelijkt diverse touchpadtaken. TOSHIBA Touch and Launch komt van pas:
Voor het openen van een bestand waarvan
het bureaubladpictogram achter een venster schuilgaat.
Voor het openen van een pagina in het menu
Favorieten van Internet Explorer.
Voor het weergeven van een lijst met actieve
vensters en het activeren van een ander venster.
TOSHIBA Touch and Launch biedt tevens de volgende functies door aanpassing van de instellingen:
Een bestand openen dat in een vooraf
gedefinieerde map is opgeslagen.
Snel uw veelgebruikte toepassingen starten.
Gebruikershandleiding 1-14
Inleiding

Opties

TOSHIBA TouchPad On/Off
TOSHIBA Password Met dit hulpprogramma kunt u een wachtwoord
U kunt een aantal optionele onderdelen toevoegen om uw computer nog veelzijdiger en gemakkelijker in het gebruik te maken. De volgende opties zijn beschikbaar:
Geheugenuitbrei­ding
Accu-eenheid U kunt een extra accu-eenheid aanschaffen bij
Netadapter Indien u uw computer vaak op verschillende
Beveiligingsslot U kunt een beveiligingskabel aan de computer
USB-diskettestation Het USB-diskettestation ondersteunt 1,44-MB en
Accuoplader Met de accuoplader kunt u extra accus buiten de
De functie van dit hulpprogramma is als volgt: Het touchpad kan worden in- of uitgeschakeld met de toetsen Fn + F9.
instellen om toegang tot de computer te krijgen.
U kunt gemakkelijk een 256-MB, 512-MB of
1.024-MB geheugenmodule (PC2700 DDR) in de computer installeren.
uw TOSHIBA-dealer. U kunt deze als reserve­exemplaar of ter vervanging gebruiken.
plekken gebruikt, is het wellicht handig om een extra netadapter aan te schaffen per werkplek, zodat u deze niet hoeft mee te nemen.
bevestigen om de computer te beschermen tegen diefstal.
720-KB diskettes en wordt aangesloten op een USB-poort. (In Windows XP kunt u 720-KB diskettes niet formatteren, maar u kunt wel eerder geformatteerde diskettes gebruiken.)
computer opladen.
Gebruikershandleiding 1-15
Qosmio F10
Hoofdstuk 2
Rondleiding
In dit hoofdstuk worden de verschillende onderdelen van de computer beschreven. Maak uzelf vertrouwd met elk onderdeel voordat u met de computer aan de slag gaat.
Bepaalde notebookchassis zijn zodanig ontworpen dat deze alle mogelijke configuraties voor een volledige productserie kunnen huisvesten. Uw geselecteerde model heeft mogelijk niet alle voorzieningen en specificaties die corresponderen met de pictogrammen of schakelaars op het notebookchassis, tenzij u al deze voorzieningen hebt geselecteerd.

Voorkant met gesloten beeldscherm

De volgende afbeelding illustreert de voorkant van de computer met het beeldscherm gesloten.
Vergrendelingsschuif voor het beeldschermLampjes (1)
Infraroodontvangstvenster (geleverd bij sommige modellen)
Voorkant van de computer met gesloten beeldscherm
Lampjes (1) Aan de hand van twee statuslampjes kunt u zien
of de netadapter is aangesloten, of de computer aan is, en wat de status van de accu is. U vindt meer informatie in de paragraaf Lampjes.
Gebruikershandleiding 2-1
Microfoon
Rondleiding
Infraroodontvangst­venster
Vergrendelings­schuif voor het beeldscherm
Microfoon Met de ingebouwde microfoon kunt u geluiden

Linkerkant

De volgende afbeelding illustreert de linkerkant van de computer.
Beveiligings­slot sleuf
Luchtopeningen
Sommige modellen zijn met een infraroodontvangstvenster uitgerust. Dit is een sensorvenster dat signalen van de afstandsbediening ontvangt die bij de computer is geleverd.
Het wordt niet ondersteund door modellen met Windows XP Media Center Edition.
Deze vergrendelingsschuif zet de LCD vast wanneer deze gesloten is. Duw de vergrendelingsschuif opzij om het beeldscherm te openen.
opnemen in uw toepassingen. Raadpleeg de paragraaf Geluidssysteem in hoofdstuk 4, Grondbeginselen.
USB­poort
Lampje van sleuf voor Bridge-media
Sleuf voor
Bridge-media
Uitwerp­knop voor PC-kaart
Schakelaar voordraadloze communicatie
Schakelaar voor draadloze communicatie Lampje
De linkerkant van de computer
i.LINK-poort (IEEE 1394)
PC-kaartsleuf
Beveiligingsslot U kunt aan dit slot een beveiligingskabel
bevestigen. Met de optionele beveiligingskabel kunt u de computer aan een bureau of ander groot voorwerp verankeren en tegen diefstal beschermen.
Luchtopeningen De luchtopeningen dienen om de CPU te
beschermen tegen oververhitting.
Blokkeer nooit de ventilatieopeningen. Zorg er ook voor dat er geen voorwerpen in terechtkomen. Een speld of soortgelijk voorwerp kan de elektronica van de computer beschadigen.
Gebruikershandleiding 2-2
Rondleiding
Schakelaar voor draadloze
Deze schakelaar zet de draadloze LAN-functies aan en uit.
communicatie
Zet de schakelaar in vliegtuigen en ziekenhuizen op uit. Controleer het lampje voor draadloze communicatie. Het statuslampje brandt niet wanneer de functie voor draadloze communicatie is uitgeschakeld.
Lampje van de schakelaar voor draadloze communicatie
Universal Serial Bus (USB 2.0)-poort
Het lampje van de schakelaar voor draadloze communicatie licht op in de kleur oranje
wanneer de draadloze LAN-functie is ingeschakeld.
Aan de linkerkant bevindt zich een USB-poort. Deze poort is compatibel met de USB 2.0-norm en ondersteunt gegevensoverdrachtsnelheden die 40 maal hoger zijn dan de USB 1.1-norm (USB 1.1 wordt eveneens ondersteund).
Zorg ervoor dat er geen voorwerpen in de USB-connectoren terechtkomen. Een speld of soortgelijk voorwerp kan de elektronica van de computer beschadigen.
De werking van alle functies op alle USB-apparaten is niet gecontroleerd. Het is mogelijk dat sommige functies niet correct werken.
Sleuf voor Bridge­media
In deze sleuf kunt u een SD-kaart, Memory Stick (Pro), xD-Picture Card en MultiMediaCard plaatsen. Raadpleeg hoofdstuk 9, Optionele
apparaten.
Zorg ervoor dat er geen voorwerpen in de sleuf voor Bridge-media terechtkomen. Een speld of soortgelijk voorwerp kan de elektronica van de computer beschadigen.
Lampje van sleuf voor Bridge-media
Het statuslampje voor de Bridge-media brandt groen wanneer de computer toegang tot de sleuf heeft.
i.LINK-poort (IEEE 1394)
Sluit een extern apparaat, bijvoorbeeld een digitale videocamera, aan op deze poort voor snelle gegevensoverdracht.
PC-kaartsleuf De PC-kaartsleuf biedt ruimte voor een Type II-
kaart van 5 mm. De sleuf ondersteunt 16-bits PC-kaarten en CardBus-PC-kaarten.
Gebruikershandleiding 2-3
Rondleiding
Zorg dat er geen voorwerpen in de PC-kaartsleuf terechtkomen. Een speld of soortgelijk voorwerp kan de elektronica van de computer beschadigen.
Uitwerpknop voor de PC-kaart

Rechterkant

De volgende afbeelding illustreert de rechterkant van de computer.
Volumeregelaar Gebruik deze regelaar om het volume van de
Hoofdtelefoonbus (S/P DIF)
Gebruik deze knop om een PC-kaart te verwijderen uit de PC-kaartsleuf.
Hoofdtelefoonbus (S/P DIF)
Volumeregelaar
De rechterkant van de computer
stereoluidsprekers of de stereohoofdtelefoon af te stemmen.
Op deze bus kunt u luidsprekers of een stereohoofdtelefoon (minimaal 16 ohm) aansluiten. Wanneer u een hoofdtelefoon of externe luidsprekers aansluit, worden de interne luidsprekers automatisch uitgeschakeld.
Deze bus kan ook worden gebruikt als S/P DIF­bus en voor aansluiting van optische digitale apparatuur.
Microfoonbus
Optisch station
USB-poort
Microfoonbus Op de 3,5-mm mini-microfoonaansluiting kan
een stereomicrofoon of een drie-aderige miniplug voor niet-stereofonische microfoon- of audio­invoer worden aangesloten.
Optisch station De computer is geconfigureerd met een DVD
Super Multi-station of een DVD Super Multi­station met ondersteuning voor twee lagen.
Universal Serial Bus (USB 2.0)-poort
Aan de rechterkant bevindt zich een USB-poort. Raadpleeg de paragraaf Linkerkant voor meer informatie.
Gebruikershandleiding 2-4

Achterkant

De volgende afbeelding geeft de achterkant van de computer weer.
Rondleiding
Monitor-in-poort
S-Video-in-poort
Modempoort
TV-antennepoort (geleverd bij som­mige modellen)
DC IN 15V-
aansluiting
D-Video-uit-poort
USB-
poorten
S-Video-
uit-poort
Achterkant van de computer
LAN-actief-lampje (oranje)
Luchtopeningen
Poort voor externe monitor
Verbindings­lampje (groen)
LAN-poort
Modempoort Met de modempoort kunt u het modem via een
modemkabel rechtstreeks op een telefoonlijn aansluiten.
Bij onweer dient u de modemkabel uit de telefoonaansluiting te
verwijderen.
Sluit de modem niet op een digitale telefoonlijn aan. Een digitale lijn zal
het modem beschadigen.
Monitor-in-poort Voor videoweergave van een digitale camcorder
of een videorecorder op het interne LCD-scherm. Deze poort kan ook worden gebruikt als line-in-
poort en voor aansluiting van een stereoapparaat voor audio-invoer. Raadpleeg de paragraaf
Monitor-in in hoofdstuk 9, Optionele apparaten.
TV-antennepoort Sommige modellen zijn met TV-antennepoort
uitgerust. Sluit de antenneadapter aan op deze poort om TV-programma's op de computer te kijken of op te nemen.
Gebruikershandleiding 2-5
Rondleiding
S-Video-in-poort Via een S-Video-in-kabel voor het importeren
van videogegevens kan er een camcorder of een ander opnameapparaat op de computer worden aangesloten. Raadpleeg de paragraaf S-Video-in in hoofdstuk 9, Optionele apparaten.
Universal Serial Bus (USB 2.0)-poorten
Op de achterkant bevinden zich twee USB­poorten. Raadpleeg de paragraaf Linkerkant voor meer informatie.
Deze poorten bevinden zich vlak bij de luchtopeningen. De temperatuur kan daar erg hoog oplopen. Controleer de gegarandeerde werktemperaturen van uw USB-apparaat als u dat dicht bij deze luchtopeningen plaatst of gebruik een langere USB-kabel.
DC IN 15V­aansluiting
Hierop wordt de netadapter aangesloten. Gebruik alleen het model netadapter dat bij de computer is geleverd. Gebruik van een verkeerd model netadapter kan resulteren in beschadiging van de computer.
S-Video-uit-poort Met deze S-Video-uit-poort kunt u NTSC-,
SECAM of PAL-gegevens overbrengen naar externe apparaten. Raadpleeg de paragraaf TV in hoofdstuk 9, Optionele apparaten.
D-Video-uit-poort Met deze D-Video-uit-poort kunt u 525i- (480i),
525p- (480p), 1125i- (1080i) of 750p-gegevens (720p) overbrengen naar externe apparaten. Raadpleeg de paragraaf TV in hoofdstuk 9, Optionele apparaten.
Poort voor externe monitor
Op deze poort kunt u een extern beeldscherm aansluiten.
LAN-poort Via deze bus kunt u de computer op een LAN
aansluiten. De adapter ondersteunt Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T) en Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-TX). Er zijn twee lampjes voor het LAN. Zie hoofdstuk 4, Grondbeginselen, voor meer informatie.
Verbind geen andere kabel dan een LAN-kabel aan de LAN-
aansluiting. Dit zou schade of een storing kunnen veroorzaken.
Sluit de LAN-kabel niet aan op een stroomvoorziening. Dit zou schade
of een storing kunnen veroorzaken.
Gebruikershandleiding 2-6
Rondleiding
Verbindingslampje (groen)
LAN-actief-lampje (oranje)
Luchtopeningen De luchtopeningen dienen om de CPU te
Blokkeer nooit de ventilatieopeningen. Zorg er ook voor dat er geen voorwerpen in terechtkomen. Een speld of soortgelijk voorwerp kan de elektronica van de computer beschadigen.

Onderkant

De volgende afbeelding illustreert de onderkant van de computer. Zorg dat het beeldscherm gesloten is voordat u de computer ondersteboven zet.
Dit lampje brandt groen wanneer de computer verbinding heeft met een LAN en het LAN correct functioneert.
Dit lampje brandt oranje tijdens de overdracht van gegevens tussen de computer en het LAN.
beschermen tegen oververhitting.
Veiligheidsslot van de accu
Behuizing van de geheugenmodule
Accu-eenheid
Behuizing van de geheugenmodule
De onderkant van de computer
Deze behuizing beschermt de sleuven waarin geheugenmodules kunnen worden geplaatst.
Accuvergrendelingsschuif
Raadpleeg de paragraaf Geheugenuitbreiding in hoofdstuk 9, Optionele apparaten.
Veiligheidsslot van de accu
Schuif het veiligheidsslot van de accu in de ont­grendelde stand om de accuvergrendelingsschuif te kunnen bewegen.
Gebruikershandleiding 2-7
Rondleiding
Accu-eenheid De accu-eenheid voorziet de computer van
stroom wanneer de netadapter niet is aangeslo­ten. Raadpleeg hoofdstuk 6 Voedingvoor uitge­breide informatie over de accu-eenheid.
Accuvergrendelings­schuif
Duw deze schuif opzij en houd de schuif vast om de accu-eenheid vrij te geven.
Raadpleeg hoofdstuk 6, Voeding, voor uitge­breide informatie over het verwijderen van de accu-eenheden.

Voorkant met geopend beeldscherm

Deze paragraaf beschrijft de voorkant van de computer met geopend beeldscherm. Om het beeldscherm te openen dient u de vergrendelingsschuif op de voorkant van het beeldscherm naar rechts te bewegen en het scherm omhoog te kantelen. Zet het scherm in een stand waar u er goed zicht op hebt.
Beeldschermscharnier
LCD­sensorschakelaar (niet zichtbaar)
Beeldscherm­scharnier
Stereo luidspreker (links)
Beeldscherm
Stereo luidspreker
(rechts)
Touchpad
Schuifknop
Aan/uit-knop
AV-knoppen (10)
Touchpad-besturings-
Lampjes (2)
De voorkant van de computer met geopend beeldscherm
Gebruikershandleiding 2-8
knoppen
Rondleiding
Beeldschermschar­nieren
De beeldschermscharnieren zorgen dat het scherm in de gewenste stand blijft staan.
Beeldscherm Het LCD-scherm toont contrastrijke tekst en
afbeeldingen. Het Wide-XGA-scherm van de computer bestaat uit 1280 × 800 pixels. Raadpleeg Beeldschermcontroller en videomodi in bijlage B. Als de computer door de accu wordt gevoed, ziet het scherm er minder helder uit als bij gebruik van de netadapter. Het lagere helderheidsniveau dient om accu-energie te besparen.
Stereoluidsprekers Via de luidsprekers kunt u het geluid horen dat
door uw software wordt gegenereerd, en de geluidssignalen die door het systeem worden gegenereerd, bijvoorbeeld als de accu bijna leeg is.
Lampjes (2) Aan de hand van statuslampjes kunt u zien of de
netadapter is aangesloten, of de computer aan is, en wat de status van de accu of de vaste schijf is. U vindt meer informatie in de paragraaf
Lampjes.
AV-knoppen (10)
Er zijn tien knoppen beschikbaar: Model met TV-tuner:
TV, CD/DVD, Play/Pause, Stop, Previous, Next, Record, Brightness, Monitor-in, TV-out.
Model zonder TV-tuner: Internet, CD/DVD, Play/Pause, Stop, Previous, Next, TV-out, Brightness, Zoom out (-), Zoom in (+).
Met deze knoppen kunt u audio en video beheren, toepassingen uitvoeren en toegang krijgen tot hulpprogramma's.
Raadpleeg hiertoe de paragraaf Functie van AV-
knoppen in hoofdstuk 8, Gebruik van de
afstandsbediening, AV-knoppen en QosmioPlayer voor meer informatie.
Aan/uit-knop Druk op de Aan/uit-knop om de computer in en
uit te schakelen.
Touchpad Met het touchpad in de polssteun kunt u de
schermaanwijzer verplaatsen. Raadpleeg de paragraaf Het touchpad gebruiken in hoofdstuk 4, Grondbeginselen.
Gebruikershandleiding 2-9
Rondleiding
Touchpad­besturingsknoppen
Met de besturingsknoppen onder het touchpad kunt u menuopties selecteren en bewerkingen uitvoeren op tekst en afbeeldingen die u met de schermaanwijzer hebt geselecteerd.
Schuifknop Met de schuifknop kunt u de weergave op het
scherm laten verschuiven. Zo kunt u verborgen delen van een venster op het scherm zichtbaar maken. Druk de schuifknop omhoog of omlaag om vensters omhoog of omlaag te laten schuiven.
LCD­sensorschakelaar
Deze schakelaar neemt waar wanneer het LCD­scherm wordt gesloten of geopend en activeert de functie In-/uitschakelen via LCD. Wanneer u het scherm sluit, wordt de computer in de slaapstand gezet en uitgeschakeld. Wanneer u het scherm opent, wordt de computer in de slaapstand gestart. Gebruik het hulpprogramma TOSHIBA Power Saver om deze functie in of uit te schakelen. Standaard is de functie ingeschakeld. Raadpleeg de gedeelten over TOSHIBA Power Saver en In-/uitschakelen via LCD in hoofdstuk 1, Inleiding, voor informatie over het instellen.
Plaats geen magnetische voorwerpen in de buurt van de schakelaar. Als u dit wel doet, wordt de computer automatisch in de slaapstand gezet en uitgeschakeld, zelfs als de functie In-/uitschakelen via LCD uitgeschakeld is.
Gebruikershandleiding 2-10

Lampjes

Systeemlampjes

Rondleiding
In deze paragraaf worden de systeemlampjes beschreven.
De volgende statuslampjes aan de voorkant van de computer kunnen ook worden bekeken als het scherm is gesloten.
DC-IN Aan/uit
Systeemlampjes
Accu
Vaste schijf
DC-IN Het DC IN-lampje wordt groen als via de
netadapter gelijkstroom (DC) wordt geleverd. Als er problemen zijn met de uitgangsspanning van de adapter of met de stroomvoorziening, knippert dit statuslampje oranje.
Aan/uit Het Aan/uit-lampje brandt groen als de computer
aan is. Als u Stand-by selecteert in het venster Windows afsluiten, knippert dit lampje oranje (één seconde aan, twee seconden uit) terwijl de computer wordt uitgezet.
Accu Het Accu-lampje geeft het ladingsniveau van de
accu weer: groen betekent volledig opgeladen, oranje dat de accu wordt opgeladen en knipperend oranje dat de accu bijna leeg is. Raadpleeg hoofdstuk 6, Voeding.
Vaste schijf Het Vaste-schijf-lampje brandt groen wanneer
de computer toegang tot de geïntegreerde vaste schijf heeft.
Gebruikershandleiding 2-11

Toetsenbordlampjes

In de volgende afbeeldingen ziet u waar de lampjes van de geïntegreerde numerieke toetsen en het Caps Lock-lampje zich bevinden.
Caps Lock-lampje
Rondleiding
Caps Lock-lampje
Caps-Lock Het CapsLock-lampje brandt groen wanneer bij
het indrukken van een lettertoets een hoofdletter wordt weergegeven.
De volgende lampjes geven de status van het beeldscherm weer.
Lampje voor cursormodus
Lampjes van de geïntegreerde numerieke toetsen
Lampje voor numerieke modus
Cursormodus Als het Cursormodus-lampje groen brandt, kunt
u de geïntegreerde numerieke toetsen (de toetsen met de grijze opschriften) als cursortoetsen gebruiken. Raadpleeg de paragraaf Geïntegreerde numerieke toetsen in hoofdstuk 5, Het toetsenbord.
Numerieke modus Als het Numerieke modus-lampje groen brandt,
kunt u de geïntegreerde numerieke toetsen (de toetsen met de grijze opschriften) gebruiken om cijfers in te voeren. Raadpleeg de paragraaf
Geïntegreerde numerieke toetsen in hoofdstuk 5,
Het toetsenbord.
Gebruikershandleiding 2-12

USB-diskettestation (optioneel)

Dit station ondersteunt 1,44-MB en 720-kB diskettes. Voor aansluiting op de USB-poort.
USB-connector
Rondleiding
Disketteactiviteit­lampje
Diskettesleuf
USB-diskettestation
Uitwerpknop
USB-connector Plaats deze connector in de USB-poort van de
computer.
Disketteactiviteit­lampje
Dit lampje gaat branden wanneer gegevens van de diskette worden gelezen of ernaar worden geschreven.
Diskettesleuf Plaats een diskette in deze sleuf.
Uitwerpknop Wanneer een diskette volledig in het station is
ingebracht, komt de uitwerpknop omhoog. Als u een diskette wilt verwijderen dient u op de uitwerpknop te drukken. De diskette wordt een stukje uitgeschoven en kan worden verwijderd.
Controleer het Disketteactiviteit-lampje wanneer u het diskettestation gebruikt. U dient niet op de uitwerpknop te drukken of de computer uit te schakelen terwijl het lampje brandt. Doet u dit wel, dan loopt u het risico van gegevensverlies en beschadiging van de diskette of het station.
Gebruik het externe diskettestation op een plat, horizontaal oppervlak.
Plaats het station tijdens gebruik niet op een vlak dat meer dan 20
o
helt.
Plaats geen voorwerpen op het diskettestation.
Gebruikershandleiding 2-13

Optische mediastations

De computer is uitgerust met een van de volgende optische mediastations: DVD Super Multi-station. Voor het aansturen van CD-/DVD-ROMs wordt een ATAPI-interface-controller gebruikt. Wanneer de computer een CD/ DVD opent, licht op het station een statuslampje op.
Meer informatie over schijven plaatsen en verwijderen vindt u in de paragraaf Optische stations gebruiken in hoofdstuk 4, Grondbeginselen.

Regiocodes voor DVD-stations en media

DVD Super Multi-stations en -media worden vervaardigd conform de specificaties van zes verkoopgebieden. Om problemen bij het afspelen van DVD-video's te voorkomen dient u bij de aanschaf van DVD-Video-schijven te controleren of de schijven geschikt zijn voor uw station.
Code Regio
1 Canada, Verenigde Staten
2 Japan, Europa, Zuid-Afrika, Midden-Oosten
3 Zuidoost-Azië, Oost-Azië
Rondleiding
4 Australië, Nieuw Zeeland, Stille-Oceaaneilanden,
5 Rusland, Indisch subcontinent, Afrika, Noord-
6 China
Midden-Amerika, Zuid-Amerika, Caribisch gebied
Korea, Mongolië

Beschrijfbare schijven

In dit gedeelte worden de typen beschrijfbare CD's/DVD's beschreven. Controleer de specificaties van uw station om te zien welke typen schijven het kan beschrijven. Gebruik RecordNow! voor het beschrijven van CD's. Raadpleeg hoofdstuk 4, Grondbeginselen.

CD's

CD-R-schijven kunnen slechts eenmaal worden beschreven. De
opgenomen gegevens kunnen niet worden gewist of veranderd.
CD-RW- ofwel CD-Rewritable-schijven kunnen meer dan één keer
worden beschreven. Gebruik multispeed CD-RW's (1x, 2x of 4x) of snelle 4-speed tot 10-speed schijven. De schrijfsnelheid van ultra­speed CD-RW's is maximaal 24-speed.
Gebruikershandleiding 2-14

DVD's

DVD-R's en DVD+R's kunnen slechts één keer worden beschreven.
De opgenomen gegevens kunnen niet worden gewist of veranderd.
DVD-RW-, DVD+RW- en DVD-RAM-schijven kunnen meermaals
worden beschreven.

Formaten

De stations ondersteunen de volgende formaten:
Rondleiding
DVD-ROM
CD-DA
Photo CD
CD-ROM XA Mode 2 (Form1, Form2)
DVD-Video
TM
(single/multi-session)
CD-Text
CD-ROM Mode 1, Mode 2
Enhanced CD (CD-EXTRA)
Adresseringsmethode 2

DVD Super Multi-station

In de DVD Super Multi-stationsmodule van volledige grootte kunt u zonder adapter gegevens op herschrijfbare CD's en DVD's vastleggen en CD’s/ DVDs van 12 cm (4,72 inch) of 8 cm (3,15 inch) lezen.
In het midden van een schijf is de leessnelheid lager dan aan de buitenste rand.
DVD lezen 8-speed (maximaal) DVD-R schrijven 8-speed (maximaal) DVD-RW schrijven 4-speed (maximaal) DVD+R schrijven 8-speed (maximaal) DVD+RW schrijven 4-speed (maximaal) DVD-RAM schrijven 3-speed (maximaal) CD lezen 24-speed (maximaal) CD-R schrijven 24-speed (maximaal) CD-RW schrijven 10-speed (maximaal, ultra-speed media)
Gebruikershandleiding 2-15

DVD Super Multi-station met Double Layer

In de DVD Super Multi-stationsmodule van volledige grootte kunt u zonder adapter gegevens op herschrijfbare CD's en DVD's vastleggen en CD’s/ DVDs van 12 cm (4,72 inch) of 8 cm (3,15 inch) lezen.
In het midden van een schijf is de leessnelheid lager dan aan de buitenste rand.
DVD lezen 8-speed (maximaal) DVD-R schrijven 8-speed (maximaal) DVD-RW schrijven 4-speed (maximaal) DVD+R schrijven 8-speed (maximaal) DVD+RW schrijven 4-speed (maximaal) DVD-RAM schrijven 3-speed (maximaal) CD lezen 24-speed (maximaal) CD-R schrijven 24-speed (maximaal) CD-RW schrijven 10-speed (maximaal, ultra-speed media) DVD+R DL 2,4-speed (maximaal)

Netadapter

De netadapter zet wisselstroom om in gelijkstroom en reduceert de spanning die aan de computer wordt geleverd. De netadapter kan zich automatisch aanpassen aan elke spanning tussen 100 en 240 volt en aan een frequentie van 50 of 60 hertz, waardoor u de computer in praktisch elk land of gebied kunt gebruiken.
Als u de accu wilt opladen, dient u de netadapter op een voedingsbron en op de computer aan te sluiten. Zie hoofdstuk 6, Voeding, voor meer informatie.
Rondleiding
De netadapter
Gebruikershandleiding 2-16
Rondleiding
Gebruik alleen de netadapter die u bij de computer hebt ontvangen of een vergelijkbare optionele adapter. Gebruik van de verkeerde netadapter kan resulteren in beschadiging van de computer. TOSHIBA aanvaardt in een dergelijk geval geen aansprakelijkheid voor eventuele schade.
Gebruik alleen de netadapter die als accessoire is geleverd. Andere netadapters hebben een ander voltage en andere uitgangspolariteit, en kunnen heet worden, rook produceren of zelfs beschadigd raken of brand veroorzaken.
Gebruikershandleiding 2-17
Qosmio F10
Aan de slag
In dit hoofdstuk vindt u basisinformatie aan de hand waarvan u met uw computer aan de slag kunt. De volgende onderwerpen worden behandeld:
Uw werkplek inrichten – met het oog op uw gezondheid en veiligheid
Raadpleeg ook de handleiding Veiligheidsinstructies. In deze gids, die u bij de computer hebt ontvangen, wordt de betrouwbaarheid van het product nader uitgelegd.
De netadapter aansluiten
Het beeldscherm openen
De computer inschakelen
Voor het eerst opstarten
De computer uitschakelen
Computer opnieuw opstarten
De vooraf geïnstalleerde software herstellen
Hoofdstuk 3
Lees in elk geval de paragraaf Voor het eerst opstarten.

Uw werkplek inrichten

Het is voor uzelf en voor de computer belangrijk om een comfortabele werkplek in te richten. Een slechte werkomgeving of ongunstige werkgewoonten kunnen resulteren in ongemak of ernstige RSI-blessures aan handen of polsen of andere gewrichten. Ook voor het functioneren van de computer is het van belang dat de omgeving in orde is. In deze paragraaf komen de volgende onderwerpen aan de orde:
Algemene omstandigheden
Plaatsing van de computer
Stoel en werkhouding
Belichting
Werkgewoonten
Gebruikershandleiding 3-1

Algemene omstandigheden

Een werkomgeving waarin u zich prettig voelt, is in het algemeen ook geschikt voor de computer. Lees echter het volgende om te controleren of uw werkplek aan de eisen voldoet.
Zorg voor voldoende ventilatie door genoeg ruimte vrij te laten rond de
computer.
Zorg dat het netsnoer is aangesloten op een gemakkelijk toegankelijk
stopcontact dicht bij de computer.
De omgevingstemperatuur moet tussen 5 en 35° C liggen en de
relatieve vochtigheid tussen de 20 en 80 procent.
Vermijd plaatsen waar plotselinge of extreme temperatuurs- of
vochtigheidsveranderingen kunnen optreden.
Houd de computer stof- en vochtvrij en vermijd blootstelling aan direct
zonlicht.
Houd de computer uit de buurt van warmtebronnen, bijvoorbeeld
elektrische verwarmingselementen.
Houd vloeistoffen of bijtende chemische stoffen uit de buurt van de
computer.
Plaats de computer niet in de buurt van voorwerpen die sterke
magnetische velden genereren (bijvoorbeeld stereoluidsprekers).
Sommige interne computeronderdelen en gegevensopslagmedia
kunnen door magneten worden beschadigd. Plaats de computer daarom niet in de buurt van magnetische objecten en houd een magnetische objecten in de buurt van de computer. Wees voorzichtig met objecten, zoals stereoluidsprekers, die tijdens gebruik sterke magnetische velden genereren. Wees ook voorzichtig met metalen objecten, zoals armbanden, die onbedoeld gemagnetiseerd kunnen worden.
Houd mobiele telefoons uit de buurt van de computer.
Laat genoeg ventilatieruimte vrij. Blokkeer de luchtopeningen niet.
Het LCD-scherm heeft een helderheid die overeenkomt met die van
een TV. We raden aan dat u de helderheid van het LCD-scherm aan uw eigen voorkeur aanpast zodat u vermoeidheid van uw ogen voorkomt.
Aan de slag

Plaatsing van de computer

Plaats de computer en randapparaten zodanig dat comfort en veiligheid gewaarborgd zijn.
Plaats de computer op een vlak oppervlak, op een hoogte en afstand
die voor u comfortabel zijn. Het beeldscherm mag niet hoger zijn dan op oogniveau, om vermoeide ogen te voorkomen.
Plaats de computer zodanig dat deze direct vóór u staat wanneer u
werkt en zorg dat u voldoende ruimte hebt om eventuele andere apparaten te bedienen.
Zorg voor voldoende ruimte achter de computer, zodat u de stand van
het beeldscherm naar wens kunt bijstellen. Het scherm moet zo staan dat u er optimaal zicht op hebt, met minimale reflectie.
Gebruikershandleiding 3-2
Als u een papierstandaard gebruikt, dient u deze op ongeveer dezelfde
hoogte en afstand te zetten als de computer.

Stoel en werkhouding

De hoogte van uw stoel in verhouding tot de computer en het toetsenbord, en de steun die de stoel biedt, zijn belangrijke factoren bij het verminderen van de werkbelasting. Hanteer de volgende richtlijnen (zie ook de volgende afbeelding).
Onder ooghoogte
Voetsteun
Aan de slag
Hoeken van 90°
Werkhouding en plaatsing van de computer
Plaats uw stoel zodanig dat het toetsenbord zich ter hoogte van uw
ellebogen of iets lager bevindt. U moet gemakkelijk kunnen typen met ontspannen schouders.
Uw knieën moeten zich iets hoger dan uw heupen bevinden. Gebruik zo
nodig een voetsteun om uw knieën omhoog te brengen en de druk op de achterkant van uw dijen te verminderen.
Zorg dat de rugleuning van de stoel uw onderrug steunt.
Zit rechtop, zodat uw knieën, heupen en ellebogen een hoek van
ongeveer 90 graden vormen wanneer u werkt. Leun niet voorover of te ver achterover.

Belichting

Juiste verlichting kan de leesbaarheid van de monitor verbeteren en vermoeidheid van de ogen verminderen.
Plaats de computer op een positie waar het scherm geen zonlicht of fel
kunstlicht kan weerkaatsen. Gebruik vensters van getint glas of zonneschermen om weerkaatsing zoveel mogelijk te reduceren.
Plaats de computer niet vóór een fel licht dat direct in uw ogen kan
schijnen.
Gebruikershandleiding 3-3
Gebruik zo mogelijk zachte, indirecte verlichting op uw werkplek.
Gebruik een lamp om uw documenten of bureau te verlichten, maar zorg dat het licht niet in uw ogen schijnt of door het scherm wordt weerkaatst.

Werkgewoonten

Om ongemak of spierblessures te voorkomen is het van essentieel belang dat u uw werkzaamheden afwisselt. Neem, als het mogelijk is, verschillende taken op in de planning voor uw werkdag. Als u lange periodes achter de computer moet zitten, kunt u overbelasting voorkomen en uw efficiëntie verbeteren door uw dagelijkse routine te doorbreken.
Zit in een ontspannen houding. Goede plaatsing van uw stoel en
apparatuur (zie de aanwijzingen eerder in dit hoofdstuk) kan spierklachten in schouders en nek verminderen en rugpijn helpen voorkomen.
Verander regelmatig van houding.
Sta nu en dan op en strek uw spieren of doe een paar oefeningen.
Beweeg en strek een aantal maal per dag uw handen en polsen.
Kijk regelmatig weg van de computer en richt uw ogen een aantal
seconden (bijvoorbeeld 30 seconden per kwartier) op een voorwerp in de verte.
Neem regelmatig korte pauzes in plaats van een of twee lange pauzes,
bijvoorbeeld twee of drie minuten per half uur.
Laat uw ogen regelmatig testen en ga direct naar een dokter als u
vermoedt dat u last hebt van een RSI-blessure.
Er is een aantal boeken verkrijgbaar over ergonomie en RSI (Repetitive Strain Injuries) of RSS (Repetitive Stress Syndrome). Voor nadere informatie over deze onderwerpen of over oefeningen voor RSI-gevoelige lichaamsdelen zoals handen en polsen kunt u terecht bij uw bibliotheek of boekhandel. Raadpleeg ook de Instructiegids voor veiligheid en comfort bij de computer.
Aan de slag

De netadapter aansluiten

Sluit de netadapter aan wanneer u de accu moet opladen of via de netvoeding wilt werken. Dit is tevens de snelste manier om met de computer aan de slag te gaan, omdat de accu-eenheid eerst moet worden opgeladen voordat u de computer hiermee van stroom kunt voorzien.
De netadapter kan worden aangesloten op elke voedingsbron van 100 tot 240 V en 50 of 60 Hz. Raadpleeg hoofdstuk 6, Voeding, voor informatie over het opladen van de accu-eenheid met de netadapter.
Gebruik alleen de netadapter die bij de computer is geleverd, of een soortgelijke, compatibele netadapter. Gebruik van een incompatibele adapter kan resulteren in beschadiging van de computer. TOSHIBA aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade die is veroorzaakt door het gebruik van een incompatibele adapter.
Gebruikershandleiding 3-4
Aan de slag
1. Sluit het netsnoer aan op de netadapter.
Het netsnoer op de netadapter aansluiten
2. Koppel de gelijkstroomuitgangsstekker van de netadapter aan de gelijkstroomingang (DC IN 15V) op de achterkant van de computer.
DC IN 15V­aansluiting
De adapter op de computer aansluiten
3. Sluit het netsnoer op een wandcontact aan. Het Accu-lampje en het DC IN-lampje op de voorkant van de computer gaan branden.

Het beeldscherm openen

Het LCD-scherm kan in een aantal standen worden gezet voor optimaal kijkgemak.
1. Schuif de schermvergrendeling op de voorkant van de computer naar rechts.
2. Houdt de polssteun met één hand naar beneden, zodat het hoofdgedeelte niet wordt opgetild. Til het scherm nu langzaam omhoog. Pas de hoek van het scherm aan voor een optimale helderheid.
Gebruikershandleiding 3-5
Wees voorzichtig bij het openen en sluiten van het beeldscherm. Als u het te ruw opent of dichtklapt, bestaat het risico dat u de computer beschadigt.
Het beeldscherm openen

De computer inschakelen

In deze paragraaf wordt beschreven hoe u de computer inschakelt.
Schakel de computer nadat u hem voor het eerst hebt ingeschakeld niet uit voordat u het besturingssysteem hebt geïnstalleerd. Raadpleeg de paragraaf Voor het eerst opstarten.
Aan de slag
Vergrende­lingsschuif voor het beeldscherm
1. Open het beeldscherm.
2. Houd de Aan/uit-knop van de computer twee à drie seconden ingedrukt.
Aan/uit-knop
De computer inschakelen
Gebruikershandleiding 3-6

Voor het eerst opstarten

Wanneer u de computer de eerste keer inschakelt, bestaat het eerste scherm uit het opstartlogo van Microsoft Windows XP. Volg de aanwijzingen op elk scherm. Tijdens de installatie kunt u klikken op de knop Vorige om naar het vorige scherm terug te keren.
Lees de Licentie-overeenkomst voor eindgebruikers van Windows zorgvuldig door.
De licentie-overeenkomst is belangrijk.

De computer uitschakelen

U kunt de computer uitschakelen in een van de volgende modi: afsluitmodus (ofwel opstartmodus), slaapstand of stand-bymodus.

Afsluitmodus (opstartmodus)

Wanneer u de computer uitschakelt in de afsluitmodus, worden er geen gegevens opgeslagen; bij het opstarten van de computer wordt het hoofdscherm van het besturingssysteem weergegeven.
1. Als u gegevens hebt ingevoerd, dient u deze op de vaste schijf of een diskette op te slaan.
2. Controleer of er geen schijfactiviteit meer plaatsvindt en verwijder vervolgens eventuele schijfmedia (CD/DVD, diskette).
Aan de slag
Controleer of het Schijf-lampje uit is. Als u de computer uitzet terwijl er nog schijfactiviteit plaatsvindt, loopt u het risico dat gegevens verloren gaan of de schijf beschadigd raakt.
3. Klik op Start en vervolgens op Afsluiten. Klik in het venster dat wordt weergegeven op Afsluiten.
4. Schakel eventuele randapparaten uit.
Schakel de computer of randapparaten niet meteen weer in. Wacht even tot alle condensatoren volledig zijn ontladen.

Slaapstand

De slaapstand zorgt ervoor dat de inhoud van het geheugen wordt opgeslagen wanneer de computer wordt uitgeschakeld. De volgende keer dat de computer wordt aangezet, wordt de vorige toestand hersteld. De status van randapparaten wordt bij het inschakelen van de slaapstand niet opgeslagen.
Gebruikershandleiding 3-7
Aan de slag
Sla uw gegevens op. Wanneer de slaapstand wordt geactiveerd, wordt
de inhoud van het geheugen op de vaste schijf opgeslagen. U kunt uw gegevens voor de zekerheid echter het beste handmatig opslaan.
Als u de accu verwijdert of de netadapter ontkoppelt voordat het
opslagproces is voltooid, gaan de gegevens verloren. Wacht tot het Schijf-lampje uit is.
Wanneer de computer zich in de slaapstand bevindt, dient u geen
geheugenmodule te installeren of te verwijderen. Doet u dit toch, dan gaan de gegevens verloren.
Voordelen van de slaapstand
De voordelen van de slaapstand zijn:
Wanneer de computer automatisch wordt afgesloten omdat de accu
bijna leeg is, worden gegevens op de vaste schijf opgeslagen.
De computer kan alleen in de slaapstand worden gezet als de slaapstand op twee plaatsen is ingeschakeld: op het tabblad Slaapstand van het onderdeel Energiebeheer en op het tabblad Setup Action van TOSHIBA Power Saver.
Anders wordt de computer in de stand-bymodus afgesloten wanneer de accu bijna leeg is. Als de accu leeg raakt, gaan de gegevens die in de stand-bymodus zijn opgeslagen, verloren.
Na het inschakelen van de computer kunt u direct naar uw vorige
werkomgeving terugkeren.
De functie bespaart stroom doordat het systeem wordt afgesloten
wanneer er geen hardwareactiviteit plaatsvindt of de computer geen invoer ontvangt in de tijdsduur die op het tabblad Slaapstand van het onderdeel Systeem is ingesteld.
U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
Slaapstand activeren
U kunt de slaapstand ook activeren door op Fn + F4 te drukken. Zie hoofdstuk 5, Het toetsenbord, voor meer informatie.
Als u de slaapstand wilt inschakelen, dient u de volgende stappen uit te voeren.
1. Klik op Start.
2. Selecteer Afsluiten.
3. Het dialoogvenster Windows afsluiten wordt weergegeven. Slaapstand wordt niet weergegeven.
4. Druk op de Shift-toets. Het item Stand-by verandert in Slaapstand.
5. Selecteer Slaapstand.
Gebruikershandleiding 3-8
Aan de slag
Automatische slaapstand
De computer wordt automatisch in de slaapstand gezet wanneer u op de Aan/uit-knop drukt of het scherm sluit. Eerst dient u echter de juiste instellingen te definiëren door de volgende stappen uit te voeren.
1. Klik op Start en open het Configuratiescherm.
2. Open Prestaties en onderhoud en vervolgens Energiebeheer.
3. Ga naar het tabblad Slaapstand in het dialoogvenster Eigenschappen voor Energiebeheer, schakel het selectievakje Slaapstand inschakelen in en klik op de knop Toepassen.
4. Open TOSHIBA Power Saver.
5. Selecteer het venster Setup Action.
6. Activeer de gewenste slaapstandinstelling voor When I press the power button en When I close the lid.
7. Klik op OK.
Gegevensopslag in de slaapstand
Zodra u de computer in de slaapstand afsluit, worden de gegevens in het geheugen op de vaste schijf opgeslagen, wat enkele ogenblikken zal duren. Gedurende deze tijd brandt het Schijf-lampje.
Nadat u de computer hebt uitgeschakeld en de geheugeninhoud op de vaste schijf is opgeslagen, dient u eventuele randapparaten uit te schakelen.
Schakel de computer of randapparaten niet meteen weer in. Wacht even tot alle condensatoren volledig zijn ontladen.

Stand-bymodus

Als u uw werk moet onderbreken, kunt u de computer uitschakelen zonder de software te hoeven afsluiten. De gegevens worden bewaard in het hoofdgeheugen van de computer. Wanneer u de computer weer aanzet, kunt u uw werk hervatten op de plaats waar u was opgehouden.
Wanneer de netadapter is aangesloten, wordt de computer op stand-by
gezet conform de instellingen in het hulpprogramma TOSHIBA Power Saver.
Als u de computer uit de stand-bymodus wilt halen, dient u op de Aan/
uit-knop of op een willekeurige toets te drukken. Laatstbeschreven handeling werkt alleen als de optie Wake-up on Keyboard is ingeschakeld in HW Setup.
Als de computer automatisch naar de stand-bymodus schakelt terwijl
een netwerktoepassing actief is, wordt de toepassing mogelijk niet hersteld als de computer uit de stand-bymodus ontwaakt.
Schakel de stand-bymodus uit in TOSHIBA Power Saver als u wilt
voorkomen dat de computer automatisch naar de stand-bymodus schakelt. Hierna is de computer echter niet langer compatibel met de Energy Star-richtlijnen.
Gebruikershandleiding 3-9
Aan de slag
Vergeet niet uw gegevens op te slaan alvorens de computer in de
stand-bymodus te zetten.
Wanneer de computer zich in de slaapstand bevindt, dient u geen
geheugenmodule te installeren of te verwijderen. Doet u dit toch, dan bestaat het risico dat de computer of de module schade oploopt.
Verwijder de accu-eenheid niet terwijl de computer zich in de stand-
bymodus bevindt (tenzij de computer op de netvoeding is aangesloten). Gegevens in het geheugen gaan dan verloren.
Als u de computer meeneemt aan boord van een vliegtuig of in een
ziekenhuis, dient u de computer af te sluiten in de slaapstand of afsluitmodus om verstoring van radiosignalen te voorkomen.
Voordelen van stand-by
De voordelen van de stand-bymodus zijn:
De vorige werkomgeving wordt sneller hersteld dan met de slaapstand.
De functie bespaart stroom doordat het systeem wordt afgesloten
wanneer geen hardwareactiviteit plaatsvindt of de computer geen invoer ontvangt in de tijdsduur die op het tabblad Slaapstand van het onderdeel Systeem is ingesteld.
U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
Stand-by activeren
U kunt de stand-bymodus ook activeren door op Fn + F3 te drukken. Zie hoofdstuk 5, Het toetsenbord, voor meer informatie.
U kunt de stand-bymodus op een van de volgende drie manieren activeren:
1. Klik op Start, vervolgens op Afsluiten en ten slotte op Stand-by.
2. Sluit het venster met beeldscherminstellingen. Deze functie moet worden ingeschakeld. Raadpleeg het tabblad Setup Action in het hulpprogramma TOSHIBA Power Saver in het Configuratiescherm. Open Prestaties en onderhoud en vervolgens TOSHIBA Power
Saver.
3. Druk op de Aan/uit-knop. Deze functie moet worden ingeschakeld. Raadpleeg het tabblad Setup Action in het hulpprogramma TOSHIBA Power Saver in het Configuratiescherm. Open Prestaties en onderhoud en vervolgens TOSHIBA Power
Saver.
Wanneer u de computer opnieuw inschakelt, kunt u uw werk hervatten op het punt waar u was opgehouden toen u de computer afsloot.
Wanneer de computer in de stand-bymodus wordt afgesloten, gaat het
Aan/uit-lampje oranje knipperen.
Als u de computer via de accu gebruikt, kunt u de bedrijfstijd verlengen
door in de slaapstand af te sluiten. De stand-bymodus verbruikt meer energie.
Gebruikershandleiding 3-10
Beperkingen van stand-by
In de volgende omstandigheden werkt stand-by niet:
De computer wordt onmiddellijk na het afsluitproces weer aangezet.
Geheugenschakelingen zijn blootgesteld aan statische elektriciteit of
elektrische ruis.

Computer opnieuw opstarten

In bepaalde omstandigheden moet u het systeem opnieuw instellen (ofwel een reset uitvoeren), bijvoorbeeld: Bijvoorbeeld:
als u bepaalde computerinstellingen hebt gewijzigd.
als er een fout optreedt en de computer niet reageert op
toetsenbordopdrachten.
Er zijn drie manieren om de computer opnieuw in te stellen:
1. Klik in Windows op Start en vervolgens op Afsluiten. Klik in het venster dat wordt weergegeven op Opnieuw opstarten.
2. Druk op Ctrl + Alt + Del om Windows Taakbeheer te openen en selecteer vervolgens Afsluiten en Opnieuw starten.
3. Druk op de Aan/uit-knop en houd deze knop circa 5 seconden ingedrukt. Wacht 10 à 15 seconden en schakel de computer vervolgens weer in door op de aan/uit-knop te drukken.
Aan de slag

De vooraf geïnstalleerde software herstellen

Gebruik de meegeleverde productherstelmedia of de Toshiba CD-ROM Tools & Utilities om de bestanden te herstellen als de vooraf geïnstalleerde bestanden beschadigd zijn.

Het complete systeem herstellen

Als u het besturingssysteem en alle vooraf geïnstalleerde software wilt herstellen, dient u de volgende stappen uit te voeren.
Het Windows-besturingssysteem herstellen
Wanneer u het Windows-besturingssysteem opnieuw installeert, wordt de vaste schijf opnieuw geformatteerd, waardoor alle gegevens erop verloren gaan.
1. Plaats de productherstel-DVD in het optische station en schakel de computer uit.
2. Houd de toets F12 ingedrukt en zet de computer aan. Laat F12 los wanneer Qosmio wordt weergegeven.
3. Gebruik de pijltoets links of rechts om het pictogram van het CD-/DVD- ROM-station te selecteren in het weergegeven menu. Raadpleeg paragraaf Boot Priority in hoofdstuk 7, HW Setup.
Gebruikershandleiding 3-11
Aan de slag
4. Volg de aanwijzingen op het scherm.
5. Als de computer is geleverd met extra software geïnstalleerd, kan deze software niet worden hersteld met de productherstel-DVD. Installeer deze toepassingen (bijvoorbeeld Works Suite, DVD-speler of spelletjes) zo nodig apart vanaf andere media.
De QosmioPlayer herstellen (alleen voor modellen met TV­tuner)
Ga als volgt te werk om de QosmioPlayer te herstellen.
1. Plaats de productherstel-CD van QosmioPlayer in het optische station en schakel de computer uit.
2. Houd de toets F12 ingedrukt en zet de computer aan. Laat F12 los wanneer Qosmio wordt weergegeven.
3. Gebruik de pijltoets links of rechts om het pictogram van het CD-/DVD- ROM-station te selecteren in het weergegeven menu. Raadpleeg paragraaf Boot Priority in hoofdstuk 7, HW Setup.
4. Volg de aanwijzingen op het scherm.

TOSHIBA-hulpprogramma’s en -stuurprogramma’s herstellen

Als Windows naar behoren werkt, kunnen stuurprogrammas of toepassingen afzonderlijk worden hersteld. Op de CD-ROM TOSHIBA Tools & Utilities staan de stuurprogramma's en toepassingen die in de fabriek op uw computer zijn geïnstalleerd. Als systeemstuurprogramma's of
-toepassingen die niet bij uw Microsoft Windows-besturingssysteem zijn
geleverd, op een of andere manier zijn beschadigd, kunt u de meeste van deze onderdelen met deze CD opnieuw installeren.
Gebruikershandleiding 3-12
Qosmio F10
Grondbeginselen
In dit hoofdstuk worden de grondbeginselen van computergebruik toegelicht; zo wordt ingegaan op het gebruik van het touchpad, het optionele USB-diskettestation, optische mediastations, TV-tuner, het geluidssysteem, het modem, het draadloos LAN en het LAN. U krijgt ook tips voor het onderhoud van de computer en het omgaan met diskettes en CD's/DVD's.

Het touchpad gebruiken

Als u het touchpad wilt gebruiken, dient u uw vingertop op het touchpad te plaatsen en deze in de richting te bewegen waarin u de schermaanwijzer wilt verplaatsen.
Hoofdstuk 4
Schuifknop
Touchpad
Touchpad­besturings­knoppen
Touchpad en touchpad-besturingsknoppen
De twee knoppen onder het toetsenbord worden op dezelfde wijze gebruikt als de knoppen op een muis. Druk op de linkerknop om een menuoptie te selecteren of om tekst of afbeeldingen te bewerken die u met de aanwijzer hebt geselecteerd. Druk op de rechterknop om een menu of andere functie weer te geven, afhankelijk van de gebruikte software.
Met de schuifknop kunt u de weergave op het scherm laten verschuiven. Zo kunt u verborgen delen van een venster op het scherm zichtbaar maken. Druk de schuifknop omhoog of omlaag om vensters omhoog of omlaag te laten schuiven. Schuiven is ook mogelijk via het touchpad.
Gebruikershandleiding 4-1
Grondbeginselen
U kunt de functies die doorgaans met de linkerknop worden uitgevoerd, ook activeren door zachtjes op het touchpad te tikken.
Klikken: één keer tikken Dubbelklikken: twee keer tikken Slepen-en-neerzetten: tik op het touchpad om het onderdeel dat u wilt
verplaatsen te selecteren. Laat uw vinger na de tweede tik op het touchpad en verplaats het materiaal.

Het USB-diskettestation gebruiken (optioneel)

Op een van de USB-poorten van de computer wordt een optioneel USB­diskettestation aangesloten. Dit station ondersteunt 1,44-MB en 720-KB diskettes.

Het USB-diskettestation aansluiten

Als u het station wilt aansluiten, dient u de USB-connector van het diskettestation in een USB-poort te steken.
Bepaal wat de boven- en onderkant van de connector is en steek de connector recht in de stationsaansluiting. Wees voorzichtig dat u de verbindingspennen niet beschadigt door de aansluiting te forceren.
USB-poort
USB-connector
Het USB-diskettestation aansluiten
Als u het diskettestation aansluit nadat u de computer hebt ingeschakeld, duurt het circa 10 seconden voordat de computer het station herkent. Als de computer het station na 10 seconden nog niet herkent, ontkoppelt u het station en sluit u het opnieuw aan.
Gebruikershandleiding 4-2

Het USB-diskettestation ontkoppelen

Voer na gebruik van het diskettestation de volgende stappen uit om het station te ontkoppelen:
1. Wacht tot het lampje uitgaat en u zeker weet dat er geen disketteactiviteit meer plaatsvindt.
Als u het diskettestation ontkoppelt of de stroom uitschakelt terwijl de computer het station gebruikt, loopt u het risico dat gegevens verloren gaan of dat de diskette of het station beschadigd raakt.
2. Klik op het pictogram Hardware veilig verwijderen op de taakbalk.
3. Klik op diskettestation.
4. Verwijder de USB-connector van het diskettestation uit de USB-poort.

Optische stations gebruiken

Het station van volledige grootte ondersteunt snelle uitvoering van programma's op CD-ROM en DVD-ROM. U kunt CD's/DVD's van 12 cm of 8 cm zonder adapter gebruiken. Voor het aansturen van CD-/DVD-ROMs wordt een ATAPI-interface-controller gebruikt. Wanneer de computer een CD/DVD opent, licht op het station een statuslampje op.
Gebruik het programma WinDVD om DVD-video's te bekijken.
Raadpleeg bij gebruik van een DVD Super Multi-station tevens de paragraaf CD's/DVD's beschrijven met het DVD Super Multi-station voor voorzorgsmaatregelen bij het beschrijven van CD's/DVD's.

Schijven laden

Als u een CD/DVD wilt laden, dient u de volgende stappen uit te voeren. Zie afbeelding 4-3 tot en met 4-7.
1. a. Zorg dat de computer is ingeschakeld en druk op de uitwerpknop om de lade een stukje te openen.
Grondbeginselen
Uitwerpknop
De uitwerpknop indrukken
Gebruikershandleiding 4-3
Grondbeginselen
b. U kunt de lade niet met de uitwerpknop openen wanneer de stroom
van het station is uitgeschakeld. In dat geval kunt u de lade openen door een dun voorwerp (ongeveer 15 mm lang) zoals een rechtgebogen paperclip in het uitwerpgaatje rechts van de uitwerpknop te steken.
Uitwerpgaatje
De lade openen door middel van het uitwerpgaatje
2. Trek de lade voorzichtig uit totdat deze volledig is geopend.
De lade opentrekken
3. Leg de CD/DVD met het opschrift omhoog in de lade.
Laserlens
Een CD/DVD in de lade plaatsen
Gebruikershandleiding 4-4
Grondbeginselen
Wanneer de lade volledig is geopend, steekt de rand van de computer iets uit over de CD/DVD-lade. U moet de CD/DVD daarom schuin houden om deze in de lade te plaatsen. Zorg na het plaatsen van de CD/DVD echter dat de schijf plat ligt.
Raak de lens van de laser niet aan. Dit kan de uitlijning verstoren.
Zorg dat er geen stof, vuil of voorwerpen in het station terechtkomen.
Controleer of de bodem van de lade schoon is voordat u het station sluit, vooral het gedeelte achter de voorrand van de lade.
4. Druk voorzichtig in het midden van de CD/DVD tot deze vastklikt. De CD/DVD moet onder de bovenkant van de as liggen, vlak op het ladeoppervlak.
5. Duw zachtjes tegen het midden van de lade tot deze dichtklikt. Duw zachtjes tot de lade zich vergrendelt.
Als de CD/DVD niet goed op zijn plaats ligt wanneer de lade wordt gesloten, is de CD/DVD mogelijk beschadigd. Bovendien kan het dan gebeuren dat de lade niet volledig wordt geopend wanneer u op de uitwerpknop drukt.
De CD-/DVD-lade sluiten
Gebruikershandleiding 4-5

Schijven verwijderen

Voer de volgende stappen uit om de CD/DVD te verwijderen.
Druk niet op de uitwerpknop terwijl er activiteit in het optische station plaatsvindt. Wacht tot het lampje voor het optisch station uit is voordat u de lade opent. Neem de CD/DVD pas uit de lade nadat de schijf is opgehouden met draaien
1. Druk op de uitwerpknop om de lade een stukje te openen. Trek de lade voorzichtig open.
Wanneer de lade een stukje wordt geopend, moet u even wachten tot
de CD/DVD is opgehouden met draaien voordat u de lade volledig kunt opentrekken.
Als u de lade handmatig wilt openen door middel van het gaatje naast
de uitwerpknop, dient u de computer eerst uit te schakelen. Als de CD/ DVD nog draait terwijl u de lade opent, kan de schijf uit de as vliegen en lichamelijk letsel teweegbrengen.
2. De CD/DVD steekt iets uit over de zijkanten van de lade, zodat u hem kunt pakken. Til de CD/DVD voorzichtig uit de lade.
.
Grondbeginselen
Een CD/DVD verwijderen
3. Duw zachtjes tegen het midden van de lade tot deze dichtklikt. Duw zachtjes tot de lade zich vergrendelt.
Gebruikershandleiding 4-6

TV-tuner

Sommige modellen in deze serie zijn uitgerust met een TV-tuner. Hiermee kunt u naar TV-programma's kijken op de ingebouwde LCD en deze programma's opnemen.
Het is ook mogelijk om opgenomen programma's te bewerken en deze op DVD op te slaan.
Gebruik hiervoor de functie My TV van Windows XP Media Center Edition.
In verband met wettelijke voorschriften is het niet toegestaan om een PAL/ SECAM TV-tuner in Korea in te voeren.

De TV-tuner gebruiken

Antenne
De kwaliteit van beeld en geluid is sterk afhankelijk van de
Als u de computer gebruikt in gebieden met zwakke radiogolven en

De kabel aansluiten

Gebruik de meegeleverde antenneadapter om de antenne aan te sluiten op de computer.
Grondbeginselen
voortplanting van radiogolven.
de ontvangst is slecht, neem dan contact op met de leverancier van de computer of gebruik een in de handel verkrijgbare antenneversterker. Raadpleeg de handleiding bij de antenneversterker voor meer informatie.
De antenneadapter aansluiten
Bij onweer dient u de antennekabel niet aan te raken. Als u dit toch doet, kan dit een elektrische schok veroorzaken.
Als u tijdens onweer met de computer werkt en de TV-tuner op een externe antenne hebt aangesloten, dient u de computer op netvoeding te gebruiken. De netadapter biedt enige bescherming tegen mogelijke elektrische schokken als gevolg van onweer (maar kan deze niet helemaal voorkomen). Volledige bescherming ontstaat als u de computer tijdens onweer niet gebruikt.
1. Sla uw werk op, sluit Windows af en schakel de computer uit.
2. Sluit de antenneadapter aan op de TV-antennepoort van de computer.
Gebruikershandleiding 4-7
TV-antennepoort
Antenneadapter
De antenneadapter aansluiten
3. Sluit de antennekabel aan op het andere uiteinde van de antenneadapter.
Antenneadapter
Antennekabel
Grondbeginselen
De antennekabel aansluiten
Als u een descrambler hebt gebruikt om de programma's via kabel-TV of satelliet te ontvangen, dient u de descrambler aan te sluiten op de antennekabel.

Geluidssysteem

De microfoon gebruiken

De computer heeft een ingebouwde microfoon waarmee u monogeluid in uw toepassingen kunt opnemen. U kunt de microfoon ook gebruiken voor het geven van spraakopdrachten in toepassingen die hiervoor ondersteuning bieden.
Aangezien de computer een ingebouwde microfoon en luidspreker heeft, kan in bepaalde omstandigheden akoestische terugkoppeling ("rondzingen") optreden. Rondzingen ontstaat als geluid van de luidspreker opgevangen wordt door de microfoon en via de luidspreker versterkt wordt, waarna het weer in versterkte vorm de microfoon bereikt.
Gebruikershandleiding 4-8
Deze terugkoppeling treedt herhaalde malen op en veroorzaakt een harde, hoge toon. Het gaat hier om een algemeen verschijnsel dat in elk geluidssysteem voorkomt wanneer de microfooninvoer naar de luidspreker wordt uitgevoerd (doorvoer) terwijl de luidspreker te hard staat of zich te dicht bij de microfoon bevindt. U kunt de doorvoer regelen door het volume van de luidspreker aan te passen of door de functie Dempen te gebruiken.
Klik in Windows op Start, wijs Alle programma's aan, wijs Bureau- accessoires aan, wijs Entertainment aan en klik op Volumeregeling om het volume aan te passen of Dempen te activeren. In het venster Volumeregeling kunt u met de schuifregelaars het volume aanpassen of onder in het venster op Dempen klikken.

SoundMAX-regelpaneel

Met het SoundMAX-regelpaneel kunt u extra functies voor microfoonoptimalisering en audio-energiebeheer opgeven. Voer de volgende stappen uit om het SoundMAX-regelpaneel te starten.
1. Klik in Windows op Start en vervolgens op Configuratiescherm.
2. Als het Configuratiescherm in de categorieweergave is geopend, dient u op Klassieke weergave te klikken.
3. Dubbelklik op het SoundMAX-pictogram.
Via Microphone Setup kunt u de microfooninvoerinstellingen voor uw specifieke configuratie optimaliseren. Kies Standard Microphone als u een gewone bureaubladmicrofoon hebt. Kies Headset als uw microfoon aan de hoofdtelefoon is bevestigd.
U kunt vanuit het Configuratiescherm de Setup Wizard starten om automatisch de juiste microfooninvoervolumes in te stellen en te zorgen dat uw invoerbronnen voor spraak correct werken. Wanneer u in de microfoon spreekt, geeft de geluidsmeter het door de PC ontvangen audiosignaal aan.
Met de functie Noise Reduction kunt u omgevingsgeluid uitfilteren, zodat toepassingen een zuiver, duidelijk signaal ontvangen. Deze functie kan met elke microfoon worden gebruikt.
Als de audiofunctie lange tijd niet wordt gebruikt, kan de stroom naar de audio-controller worden verminderd. Voer de volgende stappen uit als u audio-energiebeheer wilt activeren:
1. Klik op het tabblad Power Management.
2. Selecteer Normal Power Savings in de vervolgkeuzelijst met energiemodi.
Grondbeginselen
Als u de optie No Power Savings inschakelt, is de audiocontroller continu actief.
Gebruikershandleiding 4-9
Als u een effectievere vorm van energiebeheer wilt, dient u de modus High Power Savings te kiezen. In deze modus wordt meer energie bespaard
dan in de modus Normal Power Savings. Voer de volgende stappen als u deze modus wilt selecteren.
1. Klik op het tabblad Power Management.
2. Selecteer High Power Savings in de vervolgkeuzelijst met energiemodi.
3. Voer in het vak Power Save Delay (Seconds) de time-out voor activering van de energiebesparingsmodus in.
Als u High Power Saving selecteert, moet u eenmaal een audiobestand afspelen voordat u een microfoon kunt gebruiken of een audio-CD via de analoge CD-audio kunt afspelen.

TOSHIBA Audio Effect

Tot TOSHIBA Audio Effect behoort TOSHIBA Virtual Sound. Met TOSHIBA Virtual Sound worden de muziek en de geluiden die u afspeelt op de computer realistischer gemaakt. De functie maakt gebruik van de SRS WOW XT- en SRS TruSurround XT-technologieën van SRS Labs, Inc. Raadpleeg de Help-functie voor meer informatie over het gebruik van TOSHIBA Virtual Sound.
Als u de Help-functie van TOSHIBA Virtual Sound wilt starten, gaat u als volgt te werk: klik in Windows op Start, wijs achtereenvolgens Alle programmas, TOSHIBA en Utilities aan en klik op Virtual Sound Help.
Grondbeginselen
CD's/DVD's beschrijven met het DVD Super Multi-station
Met het DVD Super Multi-station kunt u gegevens schrijven naar CD-R-/ CD-RW-schijven en naar DVD-R-/DVD-RW-, DVD+R-/DVD+RW- en DVD­RAM-schijven. De volgende schrijftoepassingen worden op CD-ROM geleverd: RecordNow!, onder licentie van Sonic Solutions. InterVideo WinDVD Creator Platinum, een product van InterVideo, Inc.

Belangrijk bericht

Lees deze paragraaf vóór het beschrijven van CD-R-/CD-RW-, DVD-R-/ DVD-RW-, DVD+R-/DVD+RW- of DVD-RAM-schijven grondig door en volg alle configuratie- en gebruiksaanwijzingen. Doet u dit niet, dan kan het gebeuren dat het DVD Super Multi-station niet correct werkt en krijgt u mogelijk te maken met schrijf- of herschrijffouten, gegevensverlies of materiële schade.
Gebruikershandleiding 4-10

Niet-aansprakelijkheidsverklaring

TOSHIBA draagt geen verantwoordelijkheid voor het volgende:
Beschadiging van CD-R-/CD-RW-, DVD-R-/DVD-RW- of DVD+R-/
DVD+RW-/DVD-RAM-schijven als gevolg van het schrijf- of herschrijfproces.
Wijziging of verlies van de opgenomen inhoud van CD-R-/CD-RW-
schijven, DVD-R-/DVD-RW-schijven of DVD+R-/DVD+RW-/DVD-RAM­schijven als gevolg van het schrijf- of herschrijfproces, of hieruit voortvloeiende winstderving of bedrijfsonderbreking.
Schade die is veroorzaakt door het gebruik van apparatuur of software
van andere fabrikanten. Gezien de technologische beperkingen van stations die optische media kunnen beschrijven, kunt u onverwachte schrijffouten ondervinden die worden veroorzaakt door de kwaliteit van de schijven of problemen met hardwareapparaten. Daarom is het aan te raden twee of meer kopieën te maken van belangrijke gegevens voor het geval de opgeslagen gegevens ongewild worden gewijzigd of schade oplopen.

Voor schrijven of herschrijven

Op grond van TOSHIBA’s beperkte compatibiliteitstests worden de
volgende fabrikanten van CD-R-/CD-RW-schijven en DVD-R-/DVD­RW-, DVD+R-/DVD+RW- en DVD-RAM-schijven aanbevolen. TOSHIBA biedt echter geen enkele garantie voor de werking, kwaliteit of prestaties van deze schijven. De kwaliteit van de schijf kan invloed hebben op het slagen van schrijven en herschrijven.
Grondbeginselen
CD-R: TAIYO YUDEN CO., LTD.
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION RICOH Co., Ltd. Hitachi Maxell Ltd.
CD-RW: (Multi-Speed
en High-Speed)
CD-RW: (Ultra-Speed) MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
DVD-R: DVD-specificaties voor beschrijfbare schijven
DVD+R: MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
DVD+R DL (alleen
station met
dubbellaagse
recorder):
Gebruikershandleiding 4-11
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION RICOH Co., Ltd.
voor algemeen gebruik, versie 2.0
TAIYO YUDEN CO., LTD. PIONEER VIDEO CORPORATION Matsushita Electric Industrial Co., Ltd.
RICOH Co., Ltd.
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
Grondbeginselen
DVD-RW: DVD-specificaties voor herschrijfbare schijven
voor versie 1.1 of versie 1.2
VICTOR COMPANY OF JAPAN.LIMITED MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
DVD+RW:
DVD-RAM (alleen
DVD Super Multi-
station):
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION RICOH Co., Ltd.
DVD-specificaties voor DVD-RAM-schijven voor versie 2.0 of versie 2.1
Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. Hitachi Maxell Ltd.
Dit station is niet geschikt voor schijven die schrijfsnelheden van 8-speed of hoger (DVD-R, DVD+R), schrijfsnelheden van 4-speed (DVD-RW, DVD+RW) of schrijfsnelheden van 3-speed (DVD-RAM) ondersteunen.
Controleer of de schijf van goede kwaliteit, schoon en onbeschadigd is.
Is dit niet het geval, dan kunnen fouten optreden tijdens het schrijf- of herschrijfproces. Controleer of de schijf niet vuil of beschadigd is voordat u hem gebruikt.
Hoe vaak een CD-RW, DVD-RW, DVD+RW of DVD-RAM kan worden
beschreven, is afhankelijk van de schijfkwaliteit en de manier waarop de schijf wordt gebruikt.
Er bestaan twee soorten DVD-R's: voor authoring en voor algemeen
gebruik. Gebruik geen zogeheten authoring-schijven. Alleen schijven voor algemeen gebruik kunnen worden beschreven met een computerstation.
U kunt gebruik maken van DVD-RAM-schijven die uit een cassette
kunnen worden verwijderd, en DVD-RAM-schijven die zonder cassette zijn ontworpen. U kunt schijven met een capaciteit van 4,7 GB enkelzijdig of 9,4 GB dubbelzijdig niet gebruiken.
DVD-R-/DVD-RW-schijven en DVD+R-/DVD+RW-schijven kunnen
wellicht niet worden gelezen op andere DVD-spelers of andere DVD­ROM-stations voor computers.
Gegevens die naar een CD-R, DVD-R of DVD+R zijn geschreven,
kunnen niet gedeeltelijk of volledig worden verwijderd.
Gegevens die van een CD-RW, DVD-RW, DVD+RW of DVD-RAM zijn
gewist, kunnen niet worden teruggehaald. Controleer de inhoud van de schijf zorgvuldig voor u deze verwijdert. Als er meerdere stations zijn aangesloten die gegevens op schijven kunnen schrijven, let er dan op dat u geen gegevens verwijdert van het verkeerde station.
Gebruikershandleiding 4-12
Grondbeginselen
Bij het schrijven naar een DVD-R/DVD-RW, DVD+R/DVD+RW of DVD-
RAM is schijfruimte nodig voor bestandsbeheer, wat inhoudt dat schijven mogelijk niet tot de maximale capaciteit kunnen worden beschreven.
De schijf functioneert volgens de DVD-norm en wordt mogelijk
opgevuld met dummy-gegevens als er gegevens naar worden geschreven die minder dan 1 GB in beslag nemen. Zelfs als u slechts een kleine hoeveelheid gegevens schrijft, kost het mogelijk tijd om de schijf te vullen met de dummy-gegevens.
Een DVD-RAM die is geformatteerd met FAT32 kan niet worden
gelezen in Windows 2000 zonder een DVD-RAM-stuurprogramma.
Als er meerdere stations zijn aangesloten die gegevens op schijven
kunnen schrijven, let er dan op dat u geen gegevens schrijft naar het verkeerde station.
Vergeet niet de netadapter aan te sluiten voordat u begint met schrijven
of herschrijven.
Als u wilt overschakelen naar stand-by of de slaapstand, moet u eerst
controleren of het schrijven naar DVD-RAM is voltooid. Het schrijfproces is voltooid als u de DVD-RAM uit het station kunt verwijderen.
Sluit alle softwareprogramma's af, behalve de schrijfsoftware.
Voer geen programma's uit die de processor belasten, zoals een
schermbeveiliging.
Gebruik de computer met volledige stroomvoorziening. Gebruik geen
energiebesparingsfuncties.
Schrijf geen gegevens terwijl antivirussoftware actief is. Wacht tot de
viruscontrole is beëindigd en schakel vervolgens de antivirussoftware (en eventuele op de achtergrond uitgevoerde bestandscontroleprogramma's) uit.
Gebruik geen vasteschijfprogramma's, met inbegrip van
hulpprogramma's voor snelle schijftoegang. Doet u dit toch, dan loopt u het risico van storingen of gegevensverlies.
CD-RW (Ultra Speed +)-media zijn niet beschikbaar. Bij gebruik kunnen
er gegevens verloren of beschadigd raken.
DVD+R DL-media zijn niet beschikbaar (Met uitzondering van UJ-831
en GSA-4080N.)
Schrijf vanaf de vaste schijf van de computer naar de CD/DVD. Probeer
niet te schrijven vanaf gedeelde apparaten, zoals een LAN-server of andere netwerkapparaten.
Het gebruik van andere schrijfsoftware dan RecordNow! en InterVideo
WinDVD Creator Platinum wordt niet aanbevolen.
Gebruikershandleiding 4-13

Tijdens schrijven of herschrijven

Neem de volgende punten in acht wanneer u CD-R-/CD-RW-schijven, DVD-R-/DVD-RW-/DVD-RAM-schijven of DVD+R-/DVD+RW-schijven beschrijft of herschrijft.
Vermijd de volgende handelingen tijdens het (her)schrijven:
Gebruikers wijzigen in het besturingssysteem Windows XP.
Gebruik van de pc, zoals de muis of het touchpad gebruiken of het
LCD-scherm sluiten/openen.
Communicatietoepassingen starten (bijvoorbeeld een
modemprogramma).
Handelingen waardoor de pc wordt blootgesteld aan schokken of
trillingen.
Het installeren, verwijderen of aansluiten van externe apparaten
zoals: PC-kaart, USB-apparaten, extern beeldscherm, optische digitale apparaten.
Muziek of spraak reproduceren via de Audio/Video-
bedieningsknoppen.
Open het DVD Super Multi-station
Gebruik tijdens het schrijven of herschrijven niet de afsluit-/
afmeldprocedure en stand-by/slaapstand.
Zorg ervoor dat het (her)schrijven is voltooid voordat de stand-bymodus
of slaapstand wordt ingeschakeld. Het schrijfproces is voltooid als u de lade van het DVD Super Multi-station kunt openen.
Plaats de PC op een vlak, horizontaal oppervlak en vermijd plaatsen
waar trillingen waarneembaar zijn, bijvoorbeeld auto's, treinen en vliegtuigen. Gebruik geen instabiele plekken zoals een wankele tafel.
Houd mobiele telefoons en andere draadloze-communicatieapparaten
uit de buurt van de computer.
Kopieer gegevens altijd van de vaste schijf naar de DVD-RAM. Gebruik
geen functies voor knippen en plakken. In het geval van schrijffouten gaan de originele gegevens verloren.
Grondbeginselen

RecordNow! Basic for TOSHIBA

Wanneer u RecordNow! gebruikt, dient u rekening te houden met de volgende beperkingen:
RecordNow! kan niet worden gebruikt voor het maken van DVD-video.
RecordNow! kan niet worden gebruikt voor het maken van DVD-audio.
U kunt de functie Audio CD for Car or Home CD Player van
RecordNow! niet gebruiken voor het opnemen van muziek op DVD-R/ DVD-RW of DVD+R/DVD+RW.
Gebruik de functie “Exact Copy van RecordNow! niet voor het kopiëren
van auteursrechtelijk beschermde DVD-video's en DVD-ROM's.
U kunt geen back-up maken van DVD-RAM-schijven met de functie
Exact Copy van RecordNow!.
Gebruikershandleiding 4-14
Grondbeginselen
U kunt de inhoud van een CD-ROM of CD-R/RW niet naar een DVD-R/
DVD-RW of DVD+R/DVD+RW kopiëren met de functie Exact Copy van RecordNow!.
U kunt de inhoud van een DVD-ROM, DVD-video, DVD-R/DVD-RW of
DVD+R/DVD+RW niet naar een CD-R/CD-RW kopiëren met de functie Exact Copy van RecordNow!.
RecordNow! kan niet in pakketindeling opnemen.
Met de functie Exact Copy van RecordNow! kunt u wellicht geen back-
up maken van een DVD-R-/DVD-RW of DVD+R/DVD+RW die met andere software op een andere DVD-R/-RW- of DVD+R/+RW-recorder is gemaakt.
Als u gegevens toevoegt aan een DVD-R of DVD+R waarop reeds
gegevens zijn opgenomen, kunnen de toegevoegde gegevens in bepaalde omstandigheden niet worden gelezen. Zo kunnen de gegevens niet worden gelezen in 16-bits besturingssystemen zoals Windows 98SE en Windows ME. Bij Windows NT4 hebt u Service Pack 6 of nieuwer nodig om toegevoegde gegevens te kunnen lezen. In Windows 2000 hebt u Service Pack 2 of hoger nodig om de gegevens te kunnen lezen. In bepaalde DVD-ROM-stations en DVD-ROM- & CD­R/-RW-stations kunnen toegevoegde gegevens helemaal niet worden gelezen, ongeacht het besturingssysteem.
Opname op DVD-RAM-schijven wordt niet ondersteund door
RecordNow!. Als u op een DVD-RAM wilt opnemen, dient u Verkenner of een ander hulpprogramma te gebruiken.
Controleer alvorens een back-up van een DVD te maken of het
bronstation ondersteuning biedt voor opnemen op DVD-R-/DVD-RW- of DVD+R-/DVD+RW-schijven. Is dit niet het geval, dan wordt de DVD mogelijk niet correct gekopieerd.
Wanneer u een back-up maakt van een DVD-R, DVD-RW, DVD+R of
DVD+RW, dient u hetzelfde type schijf te gebruiken.
Gegevens die naar een CD-RW, DVD-RW of DVD+RW zijn
geschreven, kunnen niet gedeeltelijk worden verwijderd.

Gegevensverificatie

Om te controleren of het schrijf-/herschrijfproces correct verloopt, voert u de volgende stappen uit voordat u gegevens naar een data-CD of -DVD schrijft.
1. Klik op de knop Options ( ) op het bedieningspaneel van RecordNow! om de optiepanelen te openen.
2. Selecteer de gegevens in het menu aan de linkerkant.
3. Activeer het selectievakje Verify data written to the disc after burning (Gegevens controleren die na het branden aan de schijf zijn toegevoegd) in Data Options (Gegevensopties).
4. Klik op OK.
Gebruikershandleiding 4-15

DLA voor TOSHIBA

Wanneer u DLA gebruikt, dient u rekening te houden met de volgende beperkingen:
Deze software ondersteunt uitsluitend herschrijfbare schijven
(DVD+RW, DVD-RW en CD-RW). Niet-herschrijfbare schijven zoals DVD+R's, DVD-R's en CD-R's worden niet ondersteund.
Het formatteren en beschrijven van DVD-RAM-schijven wordt niet
ondersteund door DLA. Deze functies worden uitgevoerd door het DVD-RAM-stuurprogramma. Als het DLA-formatteringsmenu wordt weergegeven wanneer u een DVD-RAM-schijf in het station plaatst en in Windows Verkenner met de rechtermuisknop op het stationspictogram klikt, kunt u de schijf met "DVDForm" formatteren. U kunt DVDForm uitvoeren door in Windows op de knop Start te klikken en in het menu Start achtereenvolgens Alle programma's, DVD-RAM, DVD-RAM Driver en DVDForm te selecteren.
Gebruik geen schijven die zijn geformatteerd met andere
pakketschrijfsoftware dan DLA. Gebruik schijven die met DLA zijn geformatteerd, niet met andere pakketschrijfsoftware. Formatteer schijven waarmee u niet bekend bent vóór gebruik met de optie “Full Format.
Pas de functies voor knippen en plakken niet toe op bestanden en
mappen. Een geknipt bestand of geknipte map kan verloren gaan als het schrijven mislukt door een schijffout.
Wanneer u de Setup-bestanden voor het programma naar een met DLA
geformatteerde schijf schrijft en Setup vanaf deze schijf start, kan er een fout optreden. Kopieer de bestanden in dat geval naar de vaste schijf en start Setup.
Grondbeginselen

Video

Zoals bij InterVideo WinDVD Creater Platinum. Alleen geleverd bij modellen waarmee u DVD's kunt beschrijven.

Bij gebruik van WinDVD Creator Platinum:

Met WinDVD Creator Platinum kunt u via i.LINK (IEEE1394) video op uw digitale camcorder opnemen. Bij het afspelen van de video kan het geluid echter schokkerig klinken.
1. Klik op Start en selecteer het Configuratiescherm.
2. Klik in het Configuratiescherm op het pictogram Prestaties en onderhoud.
3. Klik in het venster Prestaties en onderhoud op het pictogram Systeem.
4. Klik in het venster Systeemeigenschappen op het tabblad Geavanceerd.
5. Klik op het pictogram Instellingen in de sectie Prestaties.
6. Klik in het venster Instellingen voor prestaties op het tabblad Geavanceerd.
7. Klik op het pictogram Wijzigen in de sectie Virtueel geheugen.
Gebruikershandleiding 4-16
8. Selecteer de knop Aangepaste grootte in het venster Virtueel geheugen.
9. Geef veel hogere waarden op voor Begingrootte en Maximale grootte.
10. Klik op de knop Instellen in het venster Virtueel geheugen.
11. Klik op OK in het venster Virtueel geheugen.

Een DVD-video maken

Eenvoudige stappen voor het maken van een DVD-video op basis van videogegevens afkomstig van een DV-camcorder:
1. Klik op [Start]-[Alle programma's] - [InterVideo WinDVD Creator2]­[InterVideo WinDVD Creator] om WinDVD Creator te starten.
2. Klik op de knop Capture en neem de videogegevens via IEEE1394 over van de DV-camcorder.
3. Klik op de knop Edit en sleep de videoclips van het tabblad Video Library naar de edit-strook.
4. Klik op de knop Make Movie bovenaan.
5. Dubbelklik op de pijlknop rechts, in het midden van de rechterkant.
6. Plaats een lege DVD-R/DVD+R of een gewiste DVD-RW/DVD+RW in het station.
7. Klik op Start om te beginnen met opnemen.
8. De lade gaat open zodra de opname is voltooid.

Meer informatie over InterVideo WinDVD Creator achterhalen

Raadpleeg de on line Help voor extra informatie over InterVideo WinDVD Creator.
Grondbeginselen

Belangrijke informatie

Houd rekening met de volgende beperkingen wanneer u een video-DVD maakt:
1. Digitale video bewerken
U kunt WinDVD Creator alleen gebruiken als u bent aangemeld met
beheerdersbevoegdheden (Administrator).
Gebruik WinDVD Creator alleen terwijl de computer op de
netvoeding is aangesloten.
Zorg dat de computer op volledige energie werkt. Gebruik geen
energiebesparingsfuncties.
Tijdens het bewerken van een DVD kunt u voorbeelden ("Previews")
weergeven. Als er echter een andere toepassing actief is, worden de voorbeelden mogelijk vervormd.
WinDVD Creator kan geen videobeelden op de externe monitor
weergeven wanneer de modus voor gelijktijdige weergave actief is.
DVD-inhoud die tegen kopiëren is beveiligd, kan niet met WinDVD
Creator worden bewerkt of afgespeeld.
Gebruikershandleiding 4-17
Grondbeginselen
Wijzig geen beeldscherminstellingen tijdens het gebruik van
WinDVD Creator.
Zorg dat de computer tijdens het gebruik van WinDVD Creator niet
op stand-by of in de slaapstand wordt gezet.
Gebruik WinDVD Creator niet direct na het inschakelen van de
computer. Wacht tot alle schijfactiviteit is gestopt.
Wanneer u met een DV-camcorder opneemt, dient u de camcorder
eerst enkele seconden te laten draaien voordat u daadwerkelijk begint met opnemen. Doet u dit niet, dan gaan de eerste seconden van uw opname mogelijk verloren.
Deze versie ondersteunt geen CD-recorder-, JPEG-, DVD-audio-,
mini-DVD- en video-CD-functies.
Zorg dat alle andere programma's tijdens het opnemen van
videogegevens op DVD of tape gesloten zijn.
Voer geen programma's uit die de CPU belasten, bijvoorbeeld
schermbeveiligingsprogramma's.
Voer geen communicatieprogramma's uit (bijvoorbeeld een
modemtoepassing).
2. Alvorens de video op een DVD op te nemen
Wanneer u op een DVD opneemt, dient u alleen schijven te
gebruiken die door de stationsfabrikant zijn aanbevolen.
Stel het actieve station niet in op een langzaam apparaat zoals een
vaste schijf van het type USB 1.1. Als u dit doet, zal het beschrijven van de DVD mislukken.
Vermijd de volgende handelingen:
Gebruik van de computer zoals het hanteren van het
aanwijsapparaat (muis of touchpad) en het sluiten/openen van het LCD-scherm.
Handelingen waardoor de computer wordt blootgesteld aan
schokken of trillingen.
Gebruik van de modusschakelaar en audio-/videobedienings-
knoppen om geluid te reproduceren.
Het openen van het DVD-station.
Het installeren, verwijderen of aansluiten van externe apparaten
zoals: PC-kaart, SD-kaart, USB-apparaten, extern beeldscherm, i.LINK­apparaten, optische digitale apparaten.
Controleer de schijf na het opnemen van belangrijke gegevens.
Een DVD-R/DVD+R/DVD-RW kan niet in VR-indeling worden
beschreven.
U kunt maximaal 2 uur aan videogegevens in DVD-video-indeling
naar een DVD-R/DVD+R/DVD-RW/DVD+RW schrijven.
Met WinDVD Creator kunt u niet naar DVD-audio-, video-CD-, of
mini-DVD-indeling exporteren.
Gebruikershandleiding 4-18
Grondbeginselen
Met WinDVD Creator kunt u een DVD-RAM/DVD+RW in VR-
indeling beschrijven, maar de schijf kan vervolgens alleen op uw computer worden afgespeeld.
Wanneer u naar een DVD schrijft, heeft WinDVD Creator voor elk
uur video minstens 2 GB schijfruimte nodig.
Wanneer u een DVD vol schrijft, worden de hoofdstukken mogelijk
niet in de juiste volgorde afgespeeld.
3. Disc Manager
Met WinDVD Creator kunt u één afspeellijst op een schijf bewerken.
In WinDVD Creator wordt mogelijk een andere miniatuur
weergegeven dan u oorspronkelijk op de CE (consumentenelektronica) DVD-RAM-recorder hebt ingesteld.
Met Disc Manager kunt u gegevens in de volgende indelingen
bewerken: DVD-VR op DVD-RAM, DVD+VR op DVD+RW en DVD­video op DVD-RW.
4. Opgenomen DVD's
DVD-R's, DVD+R's, DVD-RW's, DVD+RW-'s en DVD-RAM's
kunnen wellicht niet worden gelezen op bepaalde DVD-spelers of op DVD-ROM-stations voor PC's.
Gebruik de toepassing WinDVD om de opgenomen schijf op de
computer af te spelen.
Als u opneemt op een herschrijfbare schijf die te veel is gebruikt,
kan de schijf mogelijk niet volledig worden geformatteerd. Gebruik een nieuwe schijf.

Behandeling van schijven/diskettes

In deze paragraaf treft u tips aan voor het beschermen van de gegevens die u op CD's, DVD's of diskettes hebt opgeslagen.
Ga voorzichtig om met schijven en diskettes. Door de volgende eenvoudige richtlijnen in acht te nemen kunt u de levensduur van uw media verlengen en de erop opgeslagen gegevens beschermen:

CDs/DVD’s

1. Bewaar uw CD's/DVD's in hun originele houders om ze te beschermen en schoon te houden.
2. Buig een CD/DVD niet.
3. Beschadig het oppervlak van een CD/DVD niet door er bijvoorbeeld een etiket op te plakken of erop te schrijven.
4. Houd een CD/DVD bij de rand of bij het gat in het midden vast. Vingerafdrukken op het oppervlak van een CD/DVD kunnen de schijf onleesbaar maken.
5. Stel de schijven niet bloot aan direct zonlicht, extreme hitte of koude. Plaats geen zware voorwerpen op uw CD's/DVD's.
Gebruikershandleiding 4-19
6. Als uw CD's/DVD's stoffig of vuil raken, kunt u ze afnemen met een schone, droge doek. Veeg vanuit het midden naar buiten (niet in een cirkel). Gebruik zo nodig een doek die is bevochtigd met water of een neutraal schoonmaakmiddel. Gebruik geen benzine, verdunningsmiddel of soortgelijke schoonmaakmiddelen.

Diskettes

1. Bewaar diskettes in hun originele houders om ze te beschermen en schoon te houden. Gebruik geen schoonmaakmiddel op een vuile diskette. Reinig deze met een vochtige doek.
2. Duw het metalen schuifje van een diskette niet opzij en raak het magnetische oppervlak niet aan. Vingerafdrukken kunnen een diskette onleesbaar maken.
3. Buig diskettes niet en stel ze niet bloot aan direct zonlicht of extreme temperaturen; als u dit voorschrift niet in acht neemt, kunnen gegevens verloren gaan.
4. Plaats geen zware voorwerpen op uw diskettes.
5. Eet, rook of gum niet in de nabijheid van uw diskettes. Vreemde deeltjes kunnen het magnetische oppervlak van de diskette beschadigen.
6. Magnetische energie kan de gegevens op diskettes vernietigen. Houd uw diskettes daarom uit de buurt van voorwerpen die magnetische velden genereren, zoals luidsprekers, radios en TV’s.
Grondbeginselen

Modem

In dit gedeelte wordt beschreven hoe u het interne modem op een telefoonbus aansluit en ervan ontkoppelt.
Spraakfuncties worden niet door het interne modem ondersteund. Alle gegevens- en faxfuncties worden ondersteund.
Bij onweer dient u de modemkabel uit de telefoonaansluiting te
verwijderen.
Sluit de modem niet op een digitale telefoonlijn aan.
Een digitale lijn zal het modem beschadigen.

Regioselectie

Telecommunicatievoorschriften variëren per regio, en u moet er dus voor zorgen dat de modeminstellingen correct zijn voor de regio waarin u het modem gaat gebruiken.
Gebruikershandleiding 4-20
Om een regio te selecteren voert u de volgende stappen uit.
1. Klik in Windows op Start, wijs achtereenvolgens Alle programmas,
TOSHIBA en Network aan en klik op Modem Region Select.
Als in het hulpprogramma voor de modem van het Configuratiescherm een functie voor regio-/landselectie beschikbaar is, dient u deze niet te gebruiken. Als u het land/de regio in het Configuratiescherm wijzigt, wordt deze wijziging mogelijk niet doorgevoerd.
2. Het pictogram voor regioselectie wordt weergegeven op de taakbalk van Windows. Klik met de primaire muisknop (meestal de linker) op het pictogram om een lijst van ondersteunde regio's weer te geven. U ziet tevens een submenu met informatie over telefoonlocaties. Naast de geselecteerde regio en de geselecteerde telefoonlocatie staat een kruisje.
3. Selecteer een regio in het regiomenu of een telefoonlocatie uit het
submenu.
Wanneer u op een regio klikt, wordt dit de regioselectie van de
modem en wordt automatisch de nieuwe telefoonlocatie ingesteld.
Wanneer u een telefoonlocatie selecteert, wordt automatisch de
corresponderende regio geselecteerd en wordt dit de huidige regio­instelling van de modem.

Het menu met eigenschappen

Klik met de secundaire knop op het pictogram om het menu met eigenschappen op het scherm weer te geven.
Grondbeginselen

Instellingen

U kunt de volgende instellingen in- of uitschakelen:
AutoRun Mode
Het hulpprogramma voor regioselectie wordt automatisch gestart wanneer u het besturingssysteem start.
Open the Dialing Properties dialog box after selecting region.
Het dialoogvenster met kiesopties wordt automatisch geopend nadat u de regio hebt geselecteerd.
Location list for region selection.
Er wordt een submenu met informatie over telefoonlocaties weergegeven.
Open dialog box, if the modem and Telephony Current Location region code do not match.
Er wordt een waarschuwingsvenster weergegeven als de huidige instellingen voor het regionummer en de telefoonlocatie incorrect zijn.
Gebruikershandleiding 4-21

Modemselectie

Als de computer het interne modem niet herkend, wordt er een dialoogvenster weergegeven. Selecteer de COM-poort die u voor de modem wilt gebruiken.

Kiesopties

Als u Dialing Properties selecteert, worden de kiesopties weergegeven.
Als u de computer in Japan gebruikt, bent u op grond van de bedrijfswet inzake telecommunicatie verplicht de modus voor de regio Japan te kiezen. Het is niet toegestaan de modem in Japan met een andere selectie te gebruiken.

Aansluiten

Voer de volgende stappen uit om de modemkabel aan te sluiten.
1. Sluit één uiteinde van de modemkabel aan op de modemaansluiting van de computer.
2. Steek het andere uiteinde van de modemkabel in een telefoonbus.
Modempoort
Grondbeginselen
Telefoon­aansluiting
Het interne modem aansluiten
Trek niet aan de kabel of verplaats de computer niet terwijl de kabel is aangesloten.
Als u gebruikmaakt van een opslagapparaat (bijvoorbeeld een optisch station of een vaste schijf) dat aan een 16-bits PC-kaart is gekoppeld, kunt u te maken krijgen met de volgende modemproblemen:
Lage modemsnelheid of onderbreking van de communicatie
Geluidsstoringen
Gebruikershandleiding 4-22

Ontkoppelen

Voer de volgende stappen uit om de modemkabel los te koppelen.
1. Knijp het palletje op de connector in de telefoonbus in en trek de connector eruit.
2. Verwijder de kabel op dezelfde manier uit de modemaansluiting van de computer.

Draadloos LAN

Het draadloze LAN is compatibel met andere LAN-systemen die zijn gebaseerd op DSSS-/OFDM-radiotechnologie (Direct Sequence Spread Spectrum/Orthogonal Frequency Division Multiplexing) en die voldoen aan de IEEE 802,11-norm voor draadloze LAN's (Revisie A, B of G) en de turbomodus.
Ondersteunde functies. Het ondersteunt de volgende voorzieningen:
Theoretische maximumsnelheid: 54 Mbps (IEEE 802.11a, 802.11g)
Theoretische maximumsnelheid: 11 Mbps (IEEE 802.11b)
Theoretische maximumsnelheid: 108 Mbps (turbomodus; Atheros-
moduletype)
Frequentiebandselectie (Revisie A/turbomodus: 5 GHz, Revisie B/G:
2,4 GHz)
Zoeken op meerdere kanalen
Energiebeheer voor kaarten
Atheros Super G
WEP-gegevenscodering (WEP = Wired Equivalent Privacy), gebaseerd
op het 152-bits coderingsalgoritme (Atheros-moduletype).
WEP-gegevenscodering (WEP = Wired Equivalent Privacy), gebaseerd
op het 128-bits coderingsalgoritme (Intel-moduletype).
AES-gegevenscodering (AES = Advanced Encryption Standard),
gebaseerd op het 256-bits coderingsalgoritme (Atheros-moduletype).
Grondbeginselen
TM
of Super AGTM technologie (Atheros-moduletype).
De transmissiesnelheid over het draadloze LAN en de afstand die het draadloze LAN kan overbruggen, is afhankelijk van elektromagnetische velden in de omgeving, obstakels, ontwerp en configuratie van het toegangspunt alsmede ontwerp en software-/hardwareconfiguraties van de client.
De overdrachtssnelheid (xx Mbit/s) is de theoretische maximumsnelheid volgens de IEEE802.11-standaard (a/b/g). De werkelijke overdrachtssnelheid is lager dan de theoretische maximumsnelheid.
TM
Als u de Atheros SuperAG
- of SuperGTM-functie wilt gebruiken, dienen uw client en toegangspunt deze functie te ondersteunen. De prestaties van deze functies zullen variëren al naar gelang de indeling van de overdrachtsgegevens.
Gebruikershandleiding 4-23

Beveiliging

Schakel de WEP-coderingsfunctie in. Doet u dat niet, dan is uw
computer via het draadloze LAN toegankelijk voor buitenstaanders, wat kan leiden tot onwettige binnendringing, afluisterpraktijken en verlies of vernietiging van opgeslagen gegevens. TOSHIBA raadt de klant daarom ten zeerste aan de WEP-functie in te schakelen.
TOSHIBA is niet verantwoordelijk voor indringing tot gegevens via het
draadloos LAN of voor beschadiging van die gegevens.

Schakelaar voor draadloze communicatie

Met de schakelaar voor draadloze communicatie kunt u de functie voor draadloos LAN in- of uitschakelen. Als de schakelaar op uit staat, kunnen geen gegevens worden verzonden of ontvangen. Schuif de schakelaar naar links (in de richting van de achterkant van de computer) om de functie voor draadloze communicatie in te schakelen en naar rechts (in de richting van de voorkant van de computer) om de functie uit te schakelen.
Zet de schakelaar in vliegtuigen en ziekenhuizen op uit. Controleer het
lampje. Het statuslampje brandt niet wanneer de functie voor draadloze communicatie is uitgeschakeld.
Schakel de computer uit als u een vliegtuig betreedt. Lees de regels
van de vliegmaatschappij voordat u aan boord uw computer gebruikt.

Draadloze-communicatie-lampje

Het lampje geeft de status weer van de functies voor draadloze communicatie.
Grondbeginselen
Lampje Aanduiding
uit Schakelaar voor draadloze communicatie staat
op uit.
aan Schakelaar voor draadloze communicatie staat
op aan. Draadloos LAN is geactiveerd door een toepassing.
Als u W-LAN hebt uitgeschakeld via de taakbalk, start de computer dan opnieuw op of voer de onderstaande stappen uit om ervoor te zorgen dat het systeem W-LAN weer herkent. Open of klik op het volgende: Start,
Configuratiescherm, Systeem, Hardware, Apparaatbeheer, Netwerkadapters, Intel
®
PRO/Wireless 2200BG-netwerkverbinding of
Atheros AR5004X/AR5004G Wireless-netwerkadapter en schakel de
functie in.
Gebruikershandleiding 4-24
LAN
De computer heeft ingebouwde ondersteuning voor Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T) en Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-TX). In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de computer koppelt aan en ontkoppelt van een LAN.

LAN-kabeltypen

De computer moet correct worden geconfigureerd alvorens verbinding met een LAN te maken. Als u zich bij een LAN aanmeldt terwijl de standaardinstellingen van de computer van kracht zijn, kunnen storingen op het LAN optreden. Vraag de LAN-beheerder naar de juiste configuratieprocedures.
Als u Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-TX) gebruikt, dient u de computer met een CAT5-kabel aan te sluiten. U kunt geen CAT3-kabel gebruiken.
Gebruikt u Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T), dan kunt u de computer aansluiten met een CAT5- of een CAT3 kabel.

Een LAN-kabel aansluiten

Om een LAN-kabel aan te sluiten voert u de volgende stappen uit.
1. Schakel de computer en alle erop aangesloten externe apparaten uit.
2. Koppel één uiteinde van de kabel aan de LAN-aansluiting. Duw voorzichtig tot de vergrendeling vastklikt.
Grondbeginselen
LAN-poort
Een LAN-kabel aansluiten
3. Koppel het andere uiteinde van de kabel aan een LAN-hubconnector. Raadpleeg de LAN-beheerder voordat u de kabel op een hub aansluit.
Wanneer de computer gegevens met het LAN uitwisselt, brandt het LAN­actief-lampje oranje. Wanneer de computer op een LAN-hub is aangeslo- ten maar geen gegevens uitwisselt, brandt het Verbindingslampje groen.
Gebruikershandleiding 4-25

Een LAN-kabel ontkoppelen

Voer de volgende stappen uit om een LAN-kabel te ontkoppelen.
Controleer of het LAN-actief-lampje (het oranje statuslampje) uit is voordat u de computer loskoppelt van het LAN.
1. Knijp het palletje op de connector in de LAN-aansluiting van de computer in en trek de connector eruit.
2. Ontkoppel de kabel op dezelfde wijze van de LAN-hub. Raadpleeg de LAN-beheerder voordat u de kabel van de hub ontkoppelt.

Schoonmaken van de computer

Om een lange levensduur en storingsvrij gebruik te waarborgen dient u de computer stofvrij te houden en voorzichtig te zijn met vloeistoffen in de buurt van de computer.
Mors geen vloeistoffen in de computer. Als de computer toch nat wordt,
dient u onmiddellijk de stroom uit te schakelen en de computer volledig te laten drogen voordat u deze weer aanzet.
Reinig de computer met een licht (met water) bevochtigde doek. Voor
het beeldscherm kunt u een glasreinigingsmiddel gebruiken. Sproei een kleine hoeveelheid reinigingsmiddel op een zachte, schone doek en veeg het scherm hiermee voorzichtig af.
Sproei schoonmaakmiddel nooit rechtstreeks op de computer en laat er geen vloeistof inlopen. Gebruik nooit bijtende chemicaliën om de computer te reinigen.
Grondbeginselen

De computer verplaatsen

De computer is een robuust apparaat. Wanneer u de computer verplaatst, dient u echter enkele eenvoudige voorzorgsmaatregelen te treffen om te zorgen dat het systeem probleemloos blijft werken.
Zorg dat alle schijfactiviteit is gestopt voordat u de computer verplaatst.
Controleer het Schijf-lampje op de computer.
Als er een CD/DVD in het station zit, dient u deze te verwijderen.
Controleer of de stationslade goed dicht zit.
Schakel de computer uit.
Ontkoppel de universele netadapter en alle randapparaten alvorens de
computer te verplaatsen.
Sluit het beeldscherm. Til de computer niet op bij het beeldscherm.
Sluit alle poortafdekkingen.
Gebruik een draagtas wanneer u de computer vervoert.
Houd de computer goed vast tijdens het dragen, zodat deze niet kan
vallen of iets kan raken.
Til de computer niet op aan uitstekende delen.
Gebruikershandleiding 4-26

Warmteverspreiding

De CPU heeft een interne temperatuursensor ter bescherming tegen oververhitting. Als de interne temperatuur van de computer een bepaald niveau bereikt, wordt de ventilator aangezet of wordt de CPU­verwerkingssnelheid verlaagd. U kunt bepalen of om de temperatuur van de CPU wordt geregeld door eerst de ventilator in te schakelen en vervolgens, indien nodig, de CPU-snelheid te verlagen. Of door eerst de CPU-snelheid te verlagen en vervolgens, indien nodig, de ventilator in te schakelen. Gebruik de optie Cooling Method op het tabblad Basic Setup van TOSHIBA Power Saver.
Grondbeginselen
Maximum
Performance
Performance Deze optie is een combinatie van het inschakelen van de
Battery
optimized
Zodra de CPU-temperatuur tot een normaal niveau is gedaald, wordt de ventilator uitgeschakeld en gaat de CPU weer op standaardsnelheid werken.
Als de CPU-temperatuur met een van beide instellingen een onaanvaardbaar hoog niveau bereikt, wordt het systeem automatisch afgesloten om beschadiging te voorkomen. Gegevens in het geheugen gaan dan verloren.
De ventilator wordt eerst ingeschakeld en vervolgens wordt zo nodig de CPU-verwerkingssnelheid verlaagd.
ventilator en verlaging van de processorsnelheid.
De processorsnelheid wordt eerst verlaagd en vervolgens wordt zo nodig de ventilator aangezet.
Gebruikershandleiding 4-27
Qosmio F10
Het toetsenbord
Het toetsenbord van de computer is compatibel met een uitgebreid toetsenbord met 101/102 toetsen. Door bepaalde toetsen tegelijkertijd in te drukken kunt u alle functies uitvoeren die op een toetsenbord met 101/102 toetsen beschikbaar zijn.
Het aantal toetsen op uw toetsenbord is afhankelijk van de toetsenbordin­deling waarmee uw computer is geconfigureerd. Er zijn toetsenborden voor verschillende talen beschikbaar.
Er zijn vijf soorten toetsenbordtoetsen: typemachinetoetsen, geïntegreerde numerieke toetsen, functietoetsen, zogenoemde “softkeys” en cursorbesturingstoetsen.

Typemachinetoetsen

De typemachinetoetsen produceren de hoofd- en kleine letters, cijfers, leestekens en speciale symbolen die op het scherm worden weergegeven.
Er zijn echter enkele verschillen tussen het gebruik van een typemachine en het gebruik van een computertoetsenbord:
Letters en cijfers die met de computer zijn geproduceerd, verschillen
van breedte. Spaties, die door een spatieteken worden gemaakt, kunnen ook variëren, al naar gelang uitlijning en andere factoren.
Op computers zijn de kleine letter l (el) en het cijfer 1 (één) niet
verwisselbaar.
Hoofdletter O en 0 (nul) zijn niet verwisselbaar.
Caps Lock, de functietoets voor hoofdlettervergrendeling, is alleen van
invloed op de lettertoetsen, niet (zoals op typemachines) op de cijfer­en symbooltoetsen.
De Shift-toetsen (of hoofdlettertoetsen), de Tab-toets en de toets BkSp
(backspace- ofwel correctietoets) hebben dezelfde functie als de gelijknamige typemachinetoetsen maar hebben bovendien speciale computerfuncties.
Hoofdstuk 5
Gebruikershandleiding 5-1

Functietoetsen F1 F12

De functietoetsen, niet te verwarren met de Fn-toets, zijn de 12 toetsen bovenaan op het toetsenbord. Deze toetsen werken anders dan de overige toetsen.
F1 tot en met F12 worden aangeduid als functietoetsen, omdat u hiermee geprogrammeerde functies kunt uitvoeren. Als u pictogramtoetsen in combinatie met de Fn-toets gebruikt, worden specifieke functies op de computer uitgevoerd. Raadpleeg de paragraaf Softkeys: Fn-
toetscombinaties in dit hoofdstuk. De werking van individuele toetsen is
afhankelijk van de software die u gebruikt.

Softkeys: Fn-toetscombinaties

De toets Fn (functie) is een bijzondere toets die alleen op TOSHIBA- computers aanwezig is en die in combinatie met andere toetsen “softkeys” vormt. Softkeys zijn toetscombinaties die specifieke voorzieningen activeren, uitschakelen of configureren.
In sommige softwareprogrammas werken softkeys niet naar behoren of werken ze in het geheel niet. De softkey-instellingen worden niet hersteld door de stand-bymodus.
Het toetsenbord

Toetsen op een uitgebreid toetsenbord emuleren

Een uitgebreid toetsenbord met 101 toetsen
Gebruikershandleiding 5-2
Het toetsenbord
Het toetsenbord is zodanig ontworpen dat het voorziet in alle functies van het uitgebreide toetsenbord met 101 toetsen, zoals geïllustreerd in de bovenstaande afbeelding. Het uitgebreide toetsenbord met 101/102 toetsen heeft een apart numeriek toetsenblok, een Scroll Lock-toets. Het heeft bovendien een extra Enter- en Ctrl-toets rechts van het hoofdtoetsenbord. Aangezien dit toetsenbord kleiner is en minder toetsen heeft, moet een aantal van de functies van het uitgebreide toetsenbord worden gesimuleerd door middel van toetscombinaties.
Het is mogelijk dat uw softwaretoepassing een toets vereist die niet op het toetsenbord voorkomt. Door de Fn-toets in combinatie met een van de volgende toetsen in te drukken emuleert u de functies van het uitgebreide toetsenbord.
Druk op Fn + F10 of Fn + F11 om de geïntegreerde numerieke toetsen te activeren. De toetsen met grijze markering op de onderrand worden hierdoor cijfertoetsen (Fn + F11) of cursorbesturingstoetsen (Fn + F10). Raadpleeg de paragraaf Geïntegreerde numerieke toetsen in dit hoofdstuk voor meer informatie over het gebruik van deze toetsen. Standaard zijn beide functies bij het opstarten van de computer uitgeschakeld.
Druk op Fn + F12 (ScrLock) om de cursor op een bepaalde regel te vergrendelen. Bij het opstarten is deze functie standaard uitgeschakeld.
Met Fn + Enter emuleert u de Enter-toets op het numerieke toetsenblok van het uitgebreide toetsenbord.
Met Fn + Ctrl emuleert u de rechter Ctrl-toets van het uitgebreide toetsenbord.
Gebruikershandleiding 5-3

Sneltoetsen

Met sneltoetsen (Fn + functietoets of Esc) kunt u bepaalde computer- functies in- en uitschakelen.
De sneltoetsfuncties worden alleen ondersteund door Windows, niet door QosmioPlayer.
Geluid dempen: Als u in een Windows-omgeving op Fn + Esc drukt, wordt het geluid in- of uitgeschakeld. Wanneer u op deze sneltoets drukt, wordt de huidige instelling veranderd en als pictogram weergegeven.
Instant security: Press Fn + F1 to blank the screen to prevent others from accessing your data. To restore the screen and original settings, press any key or press the Touch Pad. If a screensaver password is registered, a dialog box will appear. Enter the screensaver password and click OK. If no password is set, the screen will be restored when you press any key or press the Touch Pad.
Het toetsenbord
In de Monitor-in-modus is Fn + F1 niet beschikbaar.
Energiebesparingsmodus: Met Fn + F2 kunt u de energiebesparingsmodus wijzigen.
Als u Fn + F2 indrukt in een Windows-omgeving, wordt de energiebesparingsmodus weergegeven in een dialoogvenster zoals het volgende. Houd Fn ingedrukt en druk nogmaals op F2 om de instelling te wijzigen. U kunt deze instelling ook wijzigen via het onderdeel Profile in TOSHIBA Power Saver.
Stand-by: Als u Fn + F3 indrukt, wordt de computer in stand-by gezet. Er wordt een dialoogvenster weergegeven om te voorkomen dat u de compu­ter onbedoeld in stand-by zet. Als u het venster voortaan niet wilt weerge­geven, schakelt u het selectievakje in.
Gebruikershandleiding 5-4
Het toetsenbord
Slaapstand: Als u op Fn + F4 drukt, wordt de computer in de slaapstand gezet. Er wordt een dialoogvenster weergegeven om te voorkomen dat u de computer onbedoeld in de slaapstand zet. Als u het venster voortaan niet wilt weergegeven, schakelt u het selectievakje in.
Beeldschermselectie: Met Fn + F5 wijzigt u het actieve beeldscherm. Wanneer u op deze sneltoets drukt, wordt er een dialoogvenster weergegeven. Alleen apparaten die beschikbaar zijn voor selectie, worden weergegeven. Houd Fn ingedrukt en druk nogmaals op F5 om het apparaat te wijzigen. Wanneer u Fn and F5 loslaat, verandert het geselecteerde apparaat. Als u deze sneltoets vijf seconden lang ingedrukt houdt, wordt opnieuw LCD geselecteerd.
In de Monitor-in-modus is Fn + F5 niet beschikbaar.
Schermhelderheid: Als u op Fn + F6 drukt, wordt de schermhelderheid in stappen verlaagd. Wanneer u op deze sneltoets drukt, wordt de huidige instelling twee seconden lang weergegeven door middel van een pictogram. U kunt deze instelling tevens wijzigen met de optie Screen brightness in het venster Basic Setup van TOSHIBA Power Saver.
Schermhelderheid: Als u op Fn + F7 drukt, wordt de schermhelderheid in stappen verhoogd. Wanneer u op deze sneltoets drukt, wordt de huidige instelling twee seconden lang weergegeven door middel van een pictogram. U kunt deze instelling tevens wijzigen met de optie Screen brightness in het venster Basic Setup van TOSHIBA Power Saver.
Het helderheidsniveau is altijd ingesteld op een maximumwaarde van
circa 18 seconden wanneer het beeldscherm aan gaat. Na 18 seconden verschijnt het helderheidsniveau bij de instelling voor de energiebesparingsmodus of kunt u de instelling handmatig wijzigen.
De helderheid van het beeldscherm neemt toe met het
helderheidsniveau.
Gebruikershandleiding 5-5
Loading...