Eerste editie juni 2012
Het auteursrecht voor muziek, films, computerprogramma's, databases en
ander auteursrechtelijk beschermd intellectueel eigendom berust bij de
maker of de copyrighthouder. Auteursrechtelijk beschermd materiaal mag
uitsluitend voor privé- of huiselijk gebruik worden verveelvoudigd. Andere
toepassingen dan hierboven zijn vermeld (met inbegrip van conversie naar
digitale indeling, wijziging, overdracht van gekopieerd materiaal en
verspreiding via een netwerk) zonder toestemming van de copyrighthouder
vormen schendingen van het auteursrecht en kunnen strafrechtelijk of
middels een schadevergoeding worden vervolgd. Houd u aan de
auteurswetten wanneer u deze handleiding of delen ervan verveelvoudigt.
Afwijzing van aansprakelijkheid
Deze handleiding is zorgvuldig geverifieerd en nagekeken. De
aanwijzingen en beschrijvingen waren correct voor uw computer op het
tijdstip waarop deze handleiding ter perse ging. Erop volgende computers
en handleidingen kunnen echter zonder kennisgeving worden gewijzigd.
TOSHIBA aanvaardt dientengevolge geen aansprakelijkheid voor schade
die direct of indirect voortvloeit uit fouten of omissies in de handleiding, of
uit discrepanties tussen computer en handleiding.
Handelsmerken
Intel, Intel SpeedStep, Intel Core en Centrino zijn handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van Intel Corporation.
Windows, Microsoft en het Windows-logo zijn gedeponeerde
handelsmerken van Microsoft Corporation.
Bluetooth is een handelsmerk in eigendom van de eigenaar en wordt door
TOSHIBA onder licentie gebruikt.
De termen HDMI en HDMI High-Definition Multimedia Interface en het
HDMI-logo zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van HDMI
Licensing LLC in de Verenigde Staten en andere landen.
SRS en het SRS-logo zijn handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken van SRS Labs, Inc. De SRS-technologie wordt gebruikt
onder licentie van SRS Labs, Inc.
Corel Digital Studio is een handelsmerk of gedeponeerd handelsmerk van
Corel Corporation.
Photo CD is een handelsmerk van Eastman Kodak Company.
Gebruikershandleiding
iv
ConfigFree is een handelsmerk van TOSHIBA Corporation.
Wi-Fi is een gedeponeerd handelsmerk van de Wi-Fi Alliance.
Secure Digital en SD zijn handelsmerken van SD Card Association.
Memory Stick en Memory Stick PRO zijn handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken van Sony Corporation.
MultiMediaCard en MMC zijn handelsmerken van MultiMediaCard
Association.
Blu-ray Disc™, Blu-ray™, Blu-ray 3D™, BDXL™ en de logo's ervan zijn
handelsmerken van de Blu-ray Disc Association.
QUALCOMM is een handelsmerk van Qualcomm Incorporated,
gedeponeerd in de Verenigde Staten en andere landen. ATHEROS is een
handelsmerk van Qualcomm Atheros, Inc., gedeponeerd in de Verenigde
Staten en andere landen.
Realtek is een gedeponeerd handelsmerk van Realtek Semiconductor
Corporation.
In deze handleiding wordt mogelijk verwezen naar andere handelsmerken
en gedeponeerde handelsmerken die hierboven niet zijn genoemd.
FCC-informatie
FCC-verklaring van overeenstemming
Deze apparatuur is getest en voldoet aan de voorschriften voor een digitaal
apparaat van klasse B, conform deel 15 van de FCC-voorschriften. Deze
voorwaarden zijn ontworpen teneinde redelijke bescherming te bieden
tegen schadelijke interferentie bij gebruik in woongebieden. Deze
apparatuur genereert en gebruikt hoogfrequente energie en kan deze
energie uitstralen. Indien de apparatuur niet volgens de instructies wordt
geïnstalleerd en gebruikt, kan dit resulteren in schadelijke storing van de
radiocommunicatie. Zelfs als alle instructies zijn opgevolgd, kan echter
storing optreden. Als deze apparatuur schadelijke storing voor radio- of
televisieontvangst oplevert (wat kan worden vastgesteld door de
apparatuur uit en weer aan te zetten), verdient het aanbeveling een of
meer van de volgende maatregelen te treffen om de storing te verhelpen:
Wijzig de richting of positie van de ontvangstantenne.
Vergroot de afstand tussen de apparatuur en de radio/tv.
Sluit de apparatuur en de ontvanger op verschillende stopcontacten
aan.
Raadpleeg de leverancier of een ervaren radio-/tv-monteur.
Alleen randapparaten die voldoen aan de FCC-normen voor klasse B
mogen op deze apparatuur worden aangesloten. Gebruik met nietcompatibele randapparaten of randapparaten die niet door TOSHIBA zijn
aanbevolen, zal waarschijnlijk resulteren in storing op radio- en tvtoestellen. U moet afgeschermde kabels gebruiken tussen de externe
Gebruikershandleidingv
apparaten en de Universal Serial Bus-poorten (USB 2.0 en 3.0), de HDMIpoort en de microfoonaansluiting van de computer. Het wijzigen of
aanpassen van deze apparatuur zonder uitdrukkelijke toestemming van
TOSHIBA of door TOSHIBA erkende partijen kan de machtiging tot het
gebruik van de apparatuur tenietdoen.
FCC-voorwaarden
Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-voorschriften. De werking
van dit product dient te voldoen aan de volgende twee voorwaarden:
1.Het apparaat mag geen schadelijke storingen veroorzaken.
2.Het apparaat moet in staat zijn alle ontvangen storing te accepteren,
zelfs als de werking van het apparaat hierdoor wordt aangetast.
Contact
Adres:TOSHIBA America Information Systems, Inc.
9740 Irvine Boulevard
Irvine, Californië 92618-1697, V.S.
Telefoon:(949) 583-3000
EU-verklaring van overeenstemming
Dit product draagt het CE-keurmerk in overeenstemming
met de relevante Europese richtlijnen. De verantwoording
voor de toewijzing van CE-keurmerken ligt bij TOSHIBA
Europe GmbH, Hammfelddamm 8, 41460 Neuss,
Duitsland. De volledige en officiële EU-verklaring van
overeenstemming is te vinden op de TOSHIBA-website
http://epps.toshiba-teg.com.
Overeenstemming met CE-richtlijnen
Dit product is voorzien van het CE-keurmerk in overeenstemming met de
relevante Europese richtlijnen, met name de richtlijn voor
elektromagnetische compatibiliteit (2004/108/EG) voor het notebook en de
elektronische accessoires, waaronder de meegeleverde netadapter, de
richtlijn voor radioapparatuur en telecommunicatie-apparatuur (1999/5/EG)
in het geval van geïmplementeerde telecommunicatieaccessoires en de
laagspanningsrichtlijn (2006/95/EG) voor de meegeleverde netadapter.
Bovendien voldoet het product aan de richtlijn inzake ecologisch ontwerp
2009/125/EG (ErP) en de bijbehorende implementatiemaatregelen.
Dit product en de oorspronkelijke opties zijn ontworpen conform de
relevante EMC- (Elektromagnetische compatibiliteit) en veiligheidsnormen.
Gebruikershandleiding
vi
TOSHIBA garandeert echter niet dat dit product nog steeds aan deze
EMC-normen voldoet indien kabels of opties van andere leveranciers zijn
aangesloten of geïmplementeerd. In dat geval moeten de personen die
deze opties/kabels hebben geïmplementeerd/aangesloten, ervoor zorgen
dat het systeem (pc plus opties/kabels) nog steeds aan de vereiste normen
voldoet. Ter voorkoming van EMC-problemen moeten in het algemeen de
volgende richtlijnen in acht worden genomen:
Alleen opties met het CE-keurmerk mogen worden aangesloten/
geïmplementeerd.
Alleen hoogwaardige afgeschermde kabels mogen worden
aangesloten.
Werkomgeving
Dit product is ontworpen conform de EMC-voorschriften
(elektromagnetische compatibiliteit) voor zogenoemde 'commerciële, lichtindustriële en woonomgevingen'. TOSHIBA keurt het gebruik van dit
product in andere werkomgevingen dan de bovengenoemde 'commerciële,
licht-industriële en woonomgevingen' af.
De volgende omgevingen zijn bijvoorbeeld niet goedgekeurd:
industriële omgevingen (bijvoorbeeld omgevingen waar krachtstroom
van 380 V (drie fasen) wordt gebruikt)
omgevingen met medische apparatuur
gemotoriseerde voertuigen
vliegtuigen
Gevolgen van het gebruik van dit product in niet-geoorloofde
werkomgevingen vallen niet onder de verantwoordelijkheid van TOSHIBA.
Mogelijke gevolgen van het gebruik van dit product in niet-geoorloofde
werkomgevingen zijn onder andere:
storing van de werking van andere apparaten of machines in de
nabijheid;
storing van de werking van dit product, mogelijk resulterend in
gegevensverlies, als gevolg van storingen die worden gegenereerd
door andere apparaten of machines in de nabijheid.
TOSHIBA beveelt gebruikers dan ook met klem aan de elektromagnetische
compatibiliteit van dit product vóór gebruik naar behoren te testen in alle
niet-geoorloofde omgevingen. In het geval van auto’s of vliegtuigen mag dit
product uitsluitend worden gebruikt nadat de fabrikant of
luchtvaartmaatschappij hiervoor toestemming heeft verleend.
Verder is het in verband met algemene veiligheidsoverwegingen verboden
dit product te gebruiken in omgevingen met ontploffingsgevaar.
DIT PRODUCT WORDT IN LICENTIE GEGEVEN ONDER DE VISUAL
PATENT PORTFOLIO LICENSE VOOR AVC, VD-1 EN MPEG-4 INZAKE
PERSOONLIJK, NIET-COMMERCIEEL GEBRUIK DOOR EEN KLANT
VOOR (I) CODERING VAN VIDEO IN OVEREENSTEMMING MET DE
BOVENGENOEMDE STANDAARDEN ("VIDEO") EN/OF (II)
DECODERING VAN AVC, VC-1 EN MPEG-4 VIDEO DIE IS GECODEERD
DOOR EEN KLANT ALS ONDERDEEL VAN EEN PERSOONLIJKE EN
NIET-COMMERCIËLE ACTIVITEIT EN DIE IS VERKREGEN VAN EEN
VIDEOPROVIDER DIE OVER EEN LICENTIE VAN MPEG LA BESCHIKT
OM EEN DERGELIJKE VIDEO AAN TE BIEDEN. VOOR AL HET
OVERIGE GEBRUIK WORDT GEEN LICENTIE VERLEEND, OOK NIET
IMPLICIET. AANVULLENDE INFORMATIE, INCLUSIEF INFORMATIE
MET BETREKKING TOT PROMOTIONEEL, INTERN EN COMMERCIEEL
GEBRUIK KAN WORDEN VERKREGEN BIJ MPEG LA, L.L.C. ZIE
HTTP://WWW.MPEGLA.COM.
Canadese voorschriften (alleen in Canada)
De radioruis die door dit digitale apparaat wordt uitgezonden, ligt binnen de
limieten voor digitale apparaten van klasse B conform de Radio
Interference Regulation (voorschriften voor radiostoring) van het Canadese
ministerie van Communicatie (Department of Communications ofwel DOC).
De DOC-voorschriften bepalen dat het wijzigen of aanpassen van deze
apparatuur zonder uitdrukkelijke toestemming van TOSHIBA Corporation
de machtiging tot het gebruik van de apparatuur kan tenietdoen.
Dit digitale apparaat van klasse B voldoet aan alle voorschriften van de
Canadese regeling voor storingsveroorzakende apparatuur.
Cet appareil numérique de la class B respecte toutes les exgences du
Règlement sur le matériel brouilleur du Canada.
Gebruikershandleiding
viii
De volgende informatie is alleen van toepassing voor
lidstaten van de EU:
Afvalverwerking van producten
Het symbool van een doorgekruiste vuilnisbak geeft aan
dat producten afzonderlijk moeten worden ingezameld en
gescheiden van huishoudelijk afval moeten worden
verwerkt. Interne batterijen en accu's kunnen met het
product worden weggegooid. Ze worden gescheiden door
het recyclingcentrum.
De zwarte balk geeft aan dat het product op de markt is
gebracht na 13 augustus 2005.
Door producten en batterijen gescheiden in te zamelen,
draagt u bij aan de juiste afvalverwerking van producten
en batterijen en helpt u mogelijk schadelijke gevolgen voor
het milieu en de menselijke gezondheid voorkomen.
Voor meer informatie over inzameling en recycling in uw
land bezoekt u onze website (http://eu.computers.toshibaeurope.com) of neemt u contact op met het
gemeentekantoor of de winkel waar u het product hebt
gekocht.
Afvalverwerking van batterijen en/of accu's
Het symbool van een doorgekruiste vuilnisbak geeft aan
dat batterijen en/of accu's afzonderlijk moeten worden
ingezameld en gescheiden van huishoudelijk afval moeten
worden verwerkt.
Als de batterij of accu meer lood (Pb), kwik (Hg) en/of
cadmium (Cd) bevat dan de waarden die zijn gedefinieerd
in de richtlijn inzake batterijen en accu's (2006/66/EG),
worden de chemische symbolen voor lood (Pb), kwik (Hg)
en/of cadmium (Cd) weergegeven onder het symbool van
de doorgekruiste vuilnisbak.
Door producten en batterijen/accu's afzonderlijk in te
leveren, helpt u producten en batterijen op de juiste wijze
te verwerken. Ook draagt u eraan bij mogelijke negatieve
gevolgen voor het milieu en de menselijke gezondheid te
voorkomen.
Voor meer informatie over inzameling en recycling in uw
land bezoekt u onze website (http://eu.computers.toshibaeurope.com) of neemt u contact op met het
gemeentekantoor of de winkel waar u het product hebt
gekocht.
Gebruikershandleidingix
Afhankelijk van in welk land of welke regio u dit product hebt aangeschaft,
zijn deze symbolen mogelijk niet aanwezig.
Verwijdering van de computer en de computeraccu's
Verwijder deze computer overeenkomstig de toepasselijke wetten en
voorschriften. Raadpleeg uw lokale overheid voor nadere informatie.
Denk om het milieu. Raadpleeg de lokale overheden voor meer details
met betrekking tot de recycling van oude accu's of het op de juiste
wijze weggooien hiervan.
Verklaring over REACH-compatibiliteit
De nieuwe verordening van de Europese Unie (EU) met betrekking tot
chemische stoffen, REACH (Registration, Evaluation, Authorization and
Restriction of Chemicals ofwel registratie, beoordeling, autorisatie en
beperkingen van chemische stoffen), is vanaf 1 juni 2007 van kracht.
TOSHIBA voldoet aan alle REACH-vereisten en verplicht zich klanten
informatie te geven over de chemische stoffen in onze producten in
overeenstemming met de REACH-verordening.
Raadpleeg de volgende website www.toshiba-europe.com/computers/info/
reach voor informatie over de aanwezigheid in onze producten van stoffen
die op de kandidatenlijst staan volgens artikel 59(1) van verordening (EG)
Nr. 1907/2006 („REACH“) in een concentratie van meer dan 0,1
gewichtsprocent (g/g).
De volgende informatie geldt alleen voor Turkije:
Overeenstemming met EEE-richtlijnen: TOSHIBA voldoet aan alle
vereisten van de Turkse richtlijn 26891 'Beperking op het gebruik van
bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische
apparatuur'.
Het aantal mogelijke pixelfouten van het beeldscherm wordt
gedefinieerd volgens de norm ISO 9241-307. Als het aantal
pixelfouten minder is dan deze norm, wordt dit niet als een fout of
defect gerekend.
Accu's zijn verbruiksartikelen, aangezien de accugebruiksduur afhangt
van het gebruik van de computer. Als de accu niet meer kan worden
opgeladen, wordt dit veroorzaakt door een fout of defect.
Veranderingen in de accugebruiksduur zijn geen fout of defect.
Gebruikershandleiding
x
ENERGY STAR®-programma
Uw computer voldoet mogelijk aan de ENERGY STAR®richtlijnen. Als het model dat u hebt gekocht, hieraan
voldoet, is de computer voorzien van het ENERGY
STAR®-logo en is de volgende informatie van toepassing.
TOSHIBA neemt deel aan het ENERGY STARprogramma van de Environmental Protection Agency
(EPA). Deze computer voldoet aan de nieuwste ENERGY
STAR-richtlijnen voor energiebesparing. Bij levering zijn
de opties voor energiebeheer van uw computer ingesteld
op een configuratie die de meest stabiele werkomgeving
en optimale systeemprestaties biedt voor gebruik met de
netvoeding en met de accu.
Om energie te besparen, wordt uw computer in de
energiebesparende slaapstand gezet die het systeem en
het beeldscherm uitschakelt als er gedurende 15 minuten
in de netvoedingsmodus geen activiteiten hebben
plaatsgevonden. TOSHIBA raadt aan deze en andere
energiebesparende instellingen ingeschakeld te laten,
zodat de computer zo energiezuinig mogelijk werkt. U kunt
de slaapstand uitschakelen door op de aan/uit-knop te
drukken.
Producten die een ENERGY STAR hebben, voorkomen
uitstoting van broeikasgassen doordat ze voldoen aan de
strenge richtlijnen die zijn ingesteld door de US EPA en de
Europese Commissie. Volgens de EPA gebruikt een
computer die aan de nieuwe ENERGY STAR-specificaties
voldoet tussen 20% en 50% minder energie, afhankelijk
van het gebruik. Ga naar http://www.eu-energystar.org of
http://www.energystar.gov voor meer informatie over het
ENERGY STAR-programma.
Veiligheidsinstructies voor optische schijfstations
Vergeet niet de voorzorgsmaatregelen aan het einde van deze paragraaf te
lezen.
Het model met een station gebruikt een lasersysteem. Om er zeker
van te zijn dat dit product correct wordt gebruikt, dient u deze
handleiding zorgvuldig te lezen en ter referentie bij de hand te houden.
Als het apparaat ooit moet worden gerepareerd, neemt u contact op
met een Authorized Toshiba Service Center.
Gebruikershandleidingxi
Het gebruik van regelaars, instellingen of procedures anders dan
Panasonic Precision Devices Co., Ltd.
1080 Takano Nagomi-machi Tamana-Gun
Kumamoto, Japan
TOSHIBA SAMSUNG STORAGE
TECHNOLOGY KOREA
CORPORATION 14F, Bldg. No.102,
Digital empire2, 486 Sin-dong,
Yeongtong-gu, Suwon-si,
Gyeonggi-do, Korea, 443-734
Hitachi-LG Data Storage, Inc.
22-23,KAIGAN 3-CHOME,
MINATO-KU,TOKYO,108-0022
JAPAN
wordt vermeld, kan resulteren in blootstelling aan gevaarlijke straling.
Probeer de kast niet te openen. Doet u dit wel, dan loopt u het risico
van directe blootstelling aan de laserstraal.
DVD SuperMulti met Double Layer
Blu-ray™-combinatiestation
3. HITACHI-LG Data Storage, Inc.
Gebruikershandleiding
DVD SuperMulti met Double Layer
Blu-ray™-schrijfstation BDXL™
xii
Voorzorgsmaatregelen
LET OP: Dit apparaat bevat een
lasersysteem, dat is geclassificeerd
als een KLASSE 1LASERPRODUCT. Om te zorgen
dat u dit product correct gebruikt,
dient u de gebruiksaanwijzingen
zorgvuldig te lezen en ter referentie
bij de hand te houden. Wend u in
geval van problemen met dit model
tot het dichtstbijzijnde Authorized
Toshiba Service Center. Probeer de
kast niet te openen. Doet u dit wel,
dan loopt u het risico van directe
blootstelling aan de laserstraal.
Gebruikershandleidingxiii
Voorwoord
Gefeliciteerd met de aankoop van deze computer. Deze krachtige,
hoogpresterende staat garant voor jarenlang betrouwbaar computergebruik
en biedt uitstekende uitbreidingsmogelijkheden, bijvoorbeeld voor
multimedia-functionaliteit.
In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u uw computer gebruiksklaar
maakt en ermee aan de slag gaat. Verder wordt gedetailleerde informatie
gegeven over het configureren van de computer, elementaire bewerkingen
en onderhoud, het gebruik van optionele apparaten en probleemoplossing.
Conventies
In deze handleiding worden de volgende notatieconventies gebruikt voor
het beschrijven, identificeren en markeren van termen en
bedieningsprocedures.
Afkortingen
Wanneer een afkorting voor het eerst wordt gebruikt, wordt deze gevolgd
door een verklaring (al dan niet tussen haakjes). Bijvoorbeeld: ROM (Read
Only Memory). Acroniemen worden tevens gedefinieerd in de Woordenlijst.
Pictogrammen
Pictogrammen identificeren poorten, regelaars en andere delen van de
computer. Het paneel met systeemlampjes gebruikt tevens pictogrammen
ter aanduiding van de onderdelen waarover het informatie biedt.
Toetsen
De toetsenbordtoetsen worden in de tekst gebruikt ter beschrijving van een
aantal computerbewerkingen. De toetsopschriften die op het toetsenbord te
zien zijn, worden in een ander lettertype gedrukt. ENTER duidt bijvoorbeeld
de ENTER-toets aan.
Toetsbediening
Voor sommige bewerkingen moet u tegelijkertijd twee of meer toetsen
indrukken. Dergelijke bewerkingen worden aangeduid door een plusteken
(+) tussen de toetsopschriften. Zo betekent CTRL + C dat u op C moet
drukken terwijl u CTRL ingedrukt houdt. Als er drie toetsen worden
gebruikt, houdt u de eerste twee ingedrukt en drukt u tegelijkertijd op de
derde.
Gebruikershandleiding
xiv
ABCAls in procedures een actie moet worden
uitgevoerd, zoals het klikken op een pictogram of
het invoeren van tekst, wordt de naam van het
pictogram of de tekst die moet worden ingevoerd,
weergegeven in het lettertype dat hier links is
afgebeeld.
Mededelingen
Mededelingen worden in deze handleiding gebruikt om u attent te maken
op belangrijke informatie. Elk type mededeling wordt aangeduid zoals
hieronder wordt geïllustreerd.
Duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die bij veronachtzaming van de
instructies kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
Attentie! In dit soort mededelingen wordt u gewaarschuwd dat incorrect
gebruik van apparatuur of het negeren van instructies kan resulteren in
gegevensverlies of beschadiging van de apparatuur.
Opmerking. Een opmerking is een tip of aanwijzing die u helpt de
apparatuur optimaal te gebruiken.
Terminologie
Deze term wordt in dit document als volgt gedefinieerd:
Start
HDD of Hard Disk
Drive
(vasteschijfstation)
Gebruikershandleidingxv
Het woord 'Start' verwijst naar de knop '' in
Windows 7.
Sommige modellen zijn uitgerust met een solidstate drive (SSD) in plaats van een vaste schijf.
In deze handleiding verwijst de term 'vaste
schijf' ook naar de SSD, tenzij anders wordt
aangegeven.
Algemene
voorzorgsmaatregelen
TOSHIBA-computers bieden optimale veiligheid en optimaal
gebruikerscomfort; bovendien zijn ze robuust, een belangrijke eigenschap
voor draagbare computers. U moet echter bepaalde voorzorgsmaatregelen
nemen om het risico van lichamelijk letsel of beschadiging van de
computer verder te beperken.
Lees de onderstaande algemene aanwijzigen en let op de waarschuwingen
die in de handleiding worden gegeven.
Zorg voor afdoende ventilatie
Zorg er altijd voor dat er afdoende ventilatie beschikbaar is voor de
computer en de netadapter en dat deze apparaten zijn beschermd tegen
oververhitting als de stroom wordt ingeschakeld of als een netadapter
wordt aangesloten op een stopcontact (zelfs als de computer in de
slaapstand staat). Let hierbij op het volgende:
Dek de computer of netadapter nooit met een voorwerp af.
Plaats de computer of netadapter nooit in de buurt van een
warmtebron, zoals een elektrische deken of een verwarmingstoestel.
Bedek of blokkeer de luchtopeningen nooit.
Plaats de computer voor gebruik altijd op een harde, vlakke
ondergrond.
Zorg altijd voor voldoende ruimte rondom de computer.
Oververhitting van de computer of de netadapter kan resulteren in
systeemstoringen, schade aan computer of netadapter of brand, met
mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Een gebruiksvriendelijke omgeving inrichten
Plaats de computer op een egaal oppervlak dat groot genoeg is voor de
computer en eventuele andere apparaten die u nodig hebt, zoals een
printer.
Laat voldoende ruimte vrij rondom de computer en andere apparatuur voor
een adequate ventilatie. De apparaten kunnen anders oververhit raken.
Houd uw computer in optimale werkconditie door de werkplek niet bloot te
stellen aan:
Stof, vocht en direct zonlicht.
Apparatuur met sterke magnetische velden, zoals stereoluidsprekers
(andere dan die op de computer zijn aangesloten) of een headset.
Plotselinge veranderingen in temperatuur of vochtigheid, en
warmtebronnen zoals radiatoren en airconditioningroosters.
Extreme hitte, koude of vochtigheid.
Vloeistoffen en bijtende chemicaliën.
Gebruikershandleiding
xvi
Blessures door overbelasting
Lees zorgvuldig de Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort. Hierin
wordt toegelicht hoe u hand- en polsblessures als gevolg van langdurig
toetsenbordgebruik kunt voorkomen. Dit document bevat eveneens
informatie over het inrichten van de werkplek, de lichaamshouding en de
verlichting, met behulp waarvan u lichamelijke overbelasting kunt
reduceren.
Letsel door verhitting
De metalen plaat die de interfacepoorten ondersteunt, kan heet
worden. Vermijd daarom rechtstreeks contact met deze plaat na
langdurig computergebruik.
Het oppervlak van de netadapter kan bij gebruik heet worden, maar dit
is normaal. Als u de netadapter wilt vervoeren, koppelt u deze los en
laat u deze eerst afkoelen.
Plaats de netadapter niet op materiaal dat hittegevoelig is, deze kan
namelijk schade veroorzaken.
Schade door druk of stoten
Zorg dat de computer niet wordt blootgesteld aan zware druk of harde
stoten, hierdoor kunnen onderdelen van de computer worden beschadigd
of storingen optreden.
Mobiele telefoons
Let erop dat het gebruik van mobiele telefoons kan leiden tot storingen in
het audiosysteem. Hoewel de werking van de computer hierdoor niet wordt
beïnvloed, verdient het aanbeveling om tijdens telefoongesprekken een
afstand van minimaal 30 cm in acht te nemen tussen de computer en de
mobiele telefoon.
Beschermende aarding
Apparatuur die is verbonden met de beschermende aarding van het
gebouw via de lichtnetaansluiting of via andere apparatuur die is
verbonden met de beschermende aarding, en die met een coaxkabel is
aangesloten op een kabeldistributiesysteem, kan in sommige gevallen
brandgevaar veroorzaken. Daarom moet het apparaat op een
kabeldistributiesysteem worden aangesloten via een apparaat dat
elektrische isolatie biedt onder een bepaald frequentiebereik (galvanische
isolatie, zie EN 6072811).
Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort
Alle belangrijke informatie voor veilig en juist gebruik van deze computer
wordt beschreven in de bijgesloten Instructiegids voor veiligheid en
comfort. Lees deze gids voordat u de computer gebruikt.
Gebruikershandleiding
xvii
Hoofdstuk 1
Aan de slag
Dit hoofdstuk bevat een controlelijst voor de apparatuur en alle
basisgegevens om met uw computer aan de slag te gaan.
Sommige voorzieningen die in deze handleiding worden toegelicht,
functioneren wellicht niet correct als u een besturingssysteem gebruikt dat
niet vooraf door TOSHIBA is geïnstalleerd.
Controlelijst van apparatuur
Pak de computer voorzichtig uit en bewaar de doos en het
verpakkingsmateriaal voor toekomstig gebruik.
Hardware
Controleer u de volgende items hebt:
TOSHIBA All-in-One personal computer
TOSHIBA draadloos toetsenbord van volledige grootte
TOSHIBA draadloze optische muis
TOSHIBA daadloze ontvanger (dongle)
Afstandsbediening (geleverd bij sommige modellen)
Netadapter en netsnoer (stekker met 2 of 3 pinnetjes)
Twee AA-batterijen (voor afstandsbediening) en vier AAA-batterijen
(voor draadloos toetsenbord/draadloze muis)
Documentatie
Neem onmiddellijk contact op met uw leverancier als een of meer items
ontbreken of beschadigd zijn.
Software
Het volgende Windows®-besturingssysteem en de volgende software zijn
vooraf geïnstalleerd.
Gebruikershandleiding
Aan de slag
Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort
Garantie-informatie
Windows 7
TOSHIBA Recovery Media Creator
TOSHIBA Assist
1-1
TOSHIBA Flash Cards
TOSHIBA Disc Creator
TOSHIBA VIDEO PLAYER
TOSHIBA Resolution+-invoegtoepassing voor Windows Media Player
TOSHIBA Blu-ray Disc Player
Corel Digital Studio for TOSHIBA
TOSHIBA Media Controller
Hulpprogramma TOSHIBA HDD/SSD-waarschuwing
TOSHIBA eco Utility
TOSHIBA HW Setup (hulpprogramma)
TOSHIBA PC-diagnoseprogramma
TOSHIBA-webcameratoepassing
TOSHIBA Accessibility
TOSHIBA Service Station
TOSHIBA PC Health Monitor
TOSHIBA-hulpprogramma Slaapstand
CyberLink PowerCinema voor TOSHIBA
CyberLink YouPaint
Gebruikershandleiding (deze handleiding)
Afhankelijk van het model dat u hebt gekocht, hebt u mogelijk niet alle
bovengenoemde software.
Aan de slag
Dit hoofdstuk bevat basisinformatie om met de computer aan de slag te
gaan. De volgende onderwerpen worden behandeld:
Gebruikershandleiding
Lees in elk geval de paragraaf De computer voor het eerst opstarten.
Zorg dat u de bijgesloten Instructiehandleiding voor veiligheid en
comfort hebt gelezen om deze computer veilig en juist te gebruiken.
De handleiding is bedoeld om u comfortabeler en productiever met
een computer te laten werken. Als u de aanbevelingen in deze
handleiding volgt, verkleint u de kans op pijnlijk of blijvend letsel aan
uw handen, armen, schouders of nek.
De netadapter aansluiten
Het toetsenbord/de muis op de computer aansluiten
De batterij van het toetsenbord en de muis plaatsen
Toetsenbord/muis koppelen
Het apparaat inschakelen
Voor het eerst opstarten
De computer uitschakelen
De computer opnieuw opstarten
1-2
Gebruik een programma voor viruscontrole en zorg ervoor dat dit
regelmatig wordt bijgewerkt.
Formatteer opslagmedia nooit zonder eerst de inhoud ervan te
controleren. Tijdens het formatteren gaan alle opgeslagen gegevens
verloren.
Het is verstandig om af en toe een back-up van de interne vaste schijf
of een ander primair opslagapparaat te maken op externe media.
Algemene opslagmedia zijn niet duurzaam of stabiel op de lange
termijn en onder bepaalde omstandigheden kan dit resulteren in
gegevensverlies.
Voordat u een apparaat of toepassing installeert, zorgt u ervoor dat
alle gegevens in het geheugen worden opgeslagen op de vaste schijf
of op een ander opslagmedium. Als u dat niet doet, kan dit mogelijk
resulteren in gegevensverlies.
De netadapter aansluiten
Sluit de netadapter aan wanneer u de computer wilt gebruiken
De netadapter kan zich automatisch aanpassen aan elke spanning tussen
100 en 240 volt en aan een frequentie van 50 of 60 hertz, waardoor u de
computer in praktisch elk land of gebied kunt gebruiken. De netadapter zet
wisselstroom om in gelijkstroom en reduceert de spanning die aan de
computer wordt geleverd.
Gebruik altijd de TOSHIBA-netadapter die bij uw computer is
meegeleverd of gebruik een andere netadapter die door TOSHIBA
wordt aanbevolen om het risico van brand of andere schade aan de pc
te vermijden. Het gebruik van een incompatibele netadapter kan
leiden tot brand of schade aan de computer, mogelijk met ernstig
letsel tot gevolg. TOSHIBA aanvaardt geen aansprakelijkheid voor
schade die is veroorzaakt door het gebruik van een incompatibele
adapter.
Sluit de netadapter nooit aan op een voedingsbron die niet
overeenstemt met de spanning en frequentie die op het
voorschriftetiket van het apparaat zijn vermeld. Als u dat niet doet,
kunnen er brand of elektrische schokken optreden met mogelijk
ernstig letsel tot gevolg.
Gebruik of koop altijd netsnoeren die overeenstemmen met de
wettelijke specificaties en voorschriften met betrekking tot spanning en
frequentie die gelden in het land van gebruik. Als u dat niet doet,
kunnen er brand of elektrische schokken optreden met mogelijk
ernstig letsel tot gevolg.
Gebruikershandleiding1-3
Het meegeleverde netsnoer voldoet aan de veiligheidsregels en voorschriften in de regio waarin het product wordt verkocht en mag
niet buiten deze regio worden gebruikt. Voor gebruik in andere regio's
dient u een netsnoer aan te schaffen dat voldoet aan de
veiligheidsregels en -voorschriften in die regio.
Gebruik geen verloopstekker van 3-pins naar 2-pins.
Wanneer u de netadapter op de computer aansluit, dient u de stappen
precies in de hier beschreven volgorde uit te voeren. Het aansluiten
van het netsnoer op een stopcontact moet de laatste stap zijn. Als u
deze handeling in een eerder stadium verricht, kan de
gelijkstroomuitgangsstekker van de netadapter onder stroom komen te
staan, waardoor u het risico van een elektrische schok of persoonlijk
letsel loopt. Raak voor de veiligheid geen metalen onderdelen aan.
Plaats de computer of netadapter nooit op een houten oppervlak,
meubelstuk of een ander oppervlak dat door verhitting kan
beschadigen. Tijdens normaal gebruik zal de temperatuur aan de
onderkant van de computer en de buitenkant van de netadapter
namelijk stijgen.
Plaats de computer of netadapter altijd op een vlak en hard,
warmtebestendig oppervlak.
Raadpleeg de bijgesloten Instructiegids voor veiligheid en comfort voor
gedetailleerde voorzorgsmaatregelen en bedieningsinstructies.
1.Sluit het netsnoer op de netadapter aan.
Gebruikershandleiding
Afbeelding 1-1 Het netsnoer op de netadapter aansluiten (2-pins stekker)
Afbeelding 1-2 Het netsnoer op de netadapter aansluiten (3-pins stekker)
1-4
Een 2- of 3-pins adapter/snoer wordt met de computer meegeleverd,
2
1
afhankelijk van het model.
2.Sluit de uitgangsstekker van de netadapter aan op de DC IN-ingang
(19 V) op de achterkant van de computer.
Afbeelding 1-3 De gelijkstroomuitgangsstekker op de computer aansluiten
3.Sluit het netsnoer aan op het stopcontact. Het voedingslampje op de
voorzijde van de computer moeten nu gaan branden.
Let erop dat u uw vingers niet op het schanier tussen de achterzijde
van de computer en de standaard houdt omdat dit kan leiden tot letsel,
zoals een beknelde vinger.
Voor modellen met een subwoofer wordt het aangeraden de kabels
niet door de opening in de standaard te laten lopen aangezien dit kan
leiden tot interferentie.
Het toetsenbord/de muis op de computer aansluiten
Om het draadloze toetsenbord en de muis te kunnen gebruiken, moet u
eerst een koppeling tot stand brengen tussen de computer en het
toetsenbord/de muis door de volgende stappen uit te voeren:
1.Open het klepje van de draadloze ontvanger op de computer.
Gebruikershandleiding
1-5
2.Plaats de draadloze ontvanger in de daarvoor bestemde aansluiting.
1
2
3
21
Afbeelding 1-4 De dongle op de computer aansluiten
1. Klepje van draadloze ontvanger3. Draadloze ontvanger (dongle)
2. Aansluiting voor draadloze
ontvanger
3.Sluit het klepje van de draadloze ontvanger.
Plaats de computer en het draadloze toetsenbord/de muis op een
bepaalde afstand omdat het toetsenbord/de muis anders niet correct werkt.
De batterij van het toetsenbord en de muis plaatsen
De batterijen van de muis plaatsen
1.Open het batterijklepje van de draadloze muis.
2.Plaats twee AAA-batterijen in de batterijruimte.
Afbeelding 1-5 De batterijen in de muis plaatsen
3.Sluit het batterijklepje.
De batterijen van het toetsenbord plaatsen
1.Open het batterijklepje van het draadloze toetsenbord.
Gebruikershandleiding
1. Batterijklepje
2. Batterijen
1-6
2.Plaats twee AAA-batterijen in de batterijruimte.
1
2
1
2
Afbeelding 1-6 De batterijen van het toetsenbord plaatsen
1. Batterijklepje2. Batterijen
3.Sluit het batterijklepje.
Het toetsenbord/de muis koppelen
Het draadloze toetsenbord of de draadloze muis kan automatisch door de
computer worden gedetecteerd. Dit kan echter ook onverwacht mislukken.
In dat geval moet u het draadloze toetsenbord/de muis koppelen door de
volgende stappen uit te voeren:
1.Open het klepje van de draadloze ontvanger op de computer.
2.Druk met een dun voorwerp, zoals een pincet, op de koppelingsknop
van de dongle.
Afbeelding 1-7 Druk op de koppelingsknop van de dongle
1. Koppelingsknop2. Pincet
3.Schuif de aan/uit-schakelaar op de achterkant van het toetsenbord/de
muis naar de positie AAN.
4.Druk op de koppelingsknop van het toesenbord/de muis. Raadpleeg
de paragrafen Draadloos toetsenbord en Draadloze muis in hoofdstuk
2, Rondleiding, voor de locatie van de koppelingsknop.
De koppeling wordt tot stand gebracht.
Het apparaat inschakelen
In deze paragraaf wordt beschreven hoe u de computer aanzet. Het aan/
uit-lampje geeft de status aan. Raadpleeg de paragraaf De
stroomvoorziening controleren in hoofdstuk 5, Stroomvoorziening en
spaarstanden, voor meer informatie.
Nadat u het apparaat voor het eerst hebt ingeschakeld, dient u dit niet
Gebruikershandleiding1-7
uit te zetten voordat het besturingssysteem is geïnstalleerd.
Het volume kan niet worden aangepast tijdens de installatie van
1
Windows.
Houd de aan/uit-knop van de computer twee à drie seconden ingedrukt. De
computer wordt ingeschakeld.
Afbeelding 1-8 Het apparaat inschakelen
1. Aan/uit-knop
Voor het eerst opstarten
Het opstartscherm van Windows 7 wordt als eerste weergegeven wanneer
u de computer aanzet. Volg de aanwijzingen in elk scherm om het
besturingssysteem te installeren.
Lees zorgvuldig de Licentievoorwaarden voor de software door wanneer
deze worden weergegeven.
Het apparaat uitschakelen
U kunt de computer uitschakelen in een van de volgende drie modi:
afsluitmodus, sluimerstand of slaapstand.
Afsluitmodus
Wanneer u het apparaat uitschakelt in de afsluitmodus, worden er geen
gegevens opgeslagen. De volgende keer zal bij het inschakelen het
hoofdscherm van het besturingssysteem worden weergegeven.
1.Als u gegevens hebt ingevoerd, slaat u deze op op de vaste schijf of
een opslagmedium.
Gebruikershandleiding
1-8
2.Zorg dat alle schijfactiviteit is gestopt voordat u de schijf verwijdert.
Als u de computer uitzet terwijl er nog schijfactiviteit plaatsvindt,
kunnen gegevens verloren gaan of de schijf beschadigd raken.
Zet het apparaat nooit uit terwijl een toepassing actief is. Dit zou tot
gegevensverlies kunnen leiden.
Zet het apparaat nooit uit, koppel nooit een extern opslagapparaat los
en verwijder nooit opslagmedia tijdens het lezen/schrijven van
gegevens. Als u dat wel doet, kan dit tot gegevensverlies leiden.
3.Klik op Start.
4.
Klik op de knop Uitschakelen ().
5.Schakel eventuele randapparaten die op de computer zijn
aangesloten uit.
Zet de computer of de randapparaten niet direct weer aan. Wacht korte tijd
om mogelijke beschadiging te voorkomen.
Slaapstand
Als u uw werk moet onderbreken, kunt u de computer uitschakelen zonder
dat u de software hoeft sluiten door de computer in de slaapstand te
zetten. In deze modus worden de gegevens opgeslagen in het
hoofdgeheugen van de computer, zodat u kunt verder werken waar u was
gebleven wanneer u de computer weer inschakelt.
Als u de computer moet uitschakelen aan boord van een vliegtuig of op
een plaats waar elektronische apparaten worden bestuurd of bediend,
dient u de computer altijd helemaal uit te zetten. Hierbij moet u ook functies
voor draadloze communicatie uitschakelen en instellingen annuleren die de
computer automatisch activeren, zoals een opnametimer. Als u de
computer niet volledig op deze manier uitschakelt, kan het
besturingssysteem opnieuw worden geactiveerd en voorgeprogrammeerde
taken uitvoeren of niet-opgeslagen gegevens opslaan en zo luchtvaart- of
andere systemen verstoren, wat mogelijk ernstig letsel kan veroorzaken.
Vergeet niet uw gegevens op te slaan alvorens de computer in de
slaapstand te zetten.
Als de netadapter is aangesloten, wordt de computer in de slaapstand
gezet op basis van de instellingen in Energiebeheer (dat u opent via
Start -> Configuratiescherm -> Systeem en beveiliging ->
Energiebeheer).
Als u de computer uit de slaapstand wilt halen, houdt u de aan/uitknop of een toets op het toetsenbord kort ingedrukt.
Gebruikershandleiding1-9
Als de computer automatisch in de slaapstand wordt gezet terwijl een
netwerktoepassing actief is, wordt deze toepassing mogelijk niet
hersteld wanneer de computer de volgende keer wordt ingeschakeld
en uit de slaapstand wordt gehaald.
Als u wilt voorkomen dat de computer automatisch in de slaapstand
wordt gezet, schakelt u de slaapstand uit in Energiebeheer (dat u
opent via Start -> Configuratiescherm -> Systeem en beveiliging ->Energiebeheer).
Als u de hybride slaapfunctie wilt gebruiken, configureert u deze via
Energiebeheer.
Voordelen van de slaapstand
De slaapstand biedt de volgende voordelen:
De vorige werkomgeving wordt sneller hersteld dan met de
sluimerstand.
De functie bespaart energie door het systeem af te sluiten wanneer
geen hardwareactiviteit plaatsvindt of de computer geen invoer
ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de functie Slaapstand.
De slaapstand uitvoeren
U kunt de slaapstand ook inschakelen door te drukken op FN + F3.
Raadpleeg de paragraaf Sneltoetsfuncties in hoofdstuk 3, Basisbeginselen,
voor meer informatie.
U kunt de slaapstand op een van de volgende manieren activeren:
Klik op Start, wijs het pijlpictogram () aan en selecteer
Slaapstand in het menu.
Druk op de aan/uit-knop. Deze functie moet worden ingeschakeld via
Energiebeheer (dat u opent door te klikken op Start ->Configuratiescherm -> Systeem en beveiliging -> Energiebeheer).
Wanneer u de computer weer inschakelt, kunt u uw werk hervatten op het
punt waar u was opgehouden toen u de computer afsloot.
Wanneer de computer in de slaapstand staat, knippert het aan/uit-lampje
oranje.
Beperkingen van de slaapstand
In de volgende omstandigheden werkt de slaapstand niet:
De computer wordt onmiddellijk na het afsluitproces weer aangezet.
Geheugenschakelingen zijn blootgesteld aan statische elektriciteit of
elektrische ruis.
Gebruikershandleiding1-10
Sluimerstand
De sluimerstand zorgt ervoor dat de inhoud van het geheugen op de vaste
schijf wordt opgeslagen wanneer de computer wordt uitgeschakeld zodat
de vorige toestand wordt hersteld als de computer weer wordt aangezet.
Vergeet niet dat de status van de randapparaten die op de computer zijn
aangesloten, niet wordt opgeslagen bij het inschakelen van de
sluimerstand.
Sla uw gegevens op. Wanneer de sluimerstand wordt geactiveerd,
wordt de inhoud van het geheugen op de vaste schijf opgeslagen. U
kunt uw gegevens voor de zekerheid echter het beste handmatig
opslaan.
Als u de netadapter loskoppelt voordat het opslagproces is voltooid,
gaan gegevens verloren.
Wanneer de computer in de sluimerstand staat, dient u geen
geheugenmodule te installeren of te verwijderen. Doet u dit toch, dan
gaan gegevens verloren.
Voordelen van de sluimerstand
De sluimerstand biedt de volgende voordelen.
Gegevens worden opgeslagen op de vaste schijf.
Na het inschakelen van de computer kunt u direct naar uw vorige
werkomgeving terugkeren.
De functie bespaart energie door het systeem af te sluiten wanneer
geen hardwareactiviteit plaatsvindt of de computer geen invoer
ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de functie Sluimerstand.
Sluimerstand activeren
Voer de volgende stappen uit om de sluimerstand in te schakelen:
1.Klik op Start.
2.
Wijs het pijlpictogram (
) aan en selecteer Sluimerstand in
het menu.
Automatische sluimerstand
De computer wordt automatisch in de sluimerstand gezet wanneer u op de
aan/uit-knop drukt of het scherm sluit. Om deze instellingen in te voeren
kunt u de volgende stappen nemen:
1.Klik op Start en vervolgens op Configuratiescherm.
2.Klik op Systeem en beveiliging en vervolgens op Energiebeheer.
3.Selecteer Het gedrag van de aan/uit-knop bepalen.
4.Activeer de gewenste zuinige slaapstandinstelling voor Als ik op de aan/uit-knop druk.
5.Klik op de knop Wijzigingen opslaan.
Gebruikershandleiding1-11
Gegevensopslag in de sluimerstand
Zodra u de computer in de sluimerstand afsluit, worden de gegevens uit
het geheugen op de vaste schijf opgeslagen, wat enkele ogenblikken zal
duren.
Nadat u de computer hebt uitgeschakeld en de geheugeninhoud op de
vaste schijf is opgeslagen, dient u eventuele randapparaten uit te
schakelen.
Schakel de computer of randapparaten niet meteen weer in. Wacht even
tot alle condensatoren volledig zijn ontladen.
De computer opnieuw opstarten
In bepaalde omstandigheden moet u de computer opnieuw instellen (ofwel
een reset uitvoeren), bijvoorbeeld:
Als u bepaalde systeeminstellingen hebt gewijzigd
Als er een fout optreedt en de computer niet reageert op
toetsenbordopdrachten.
Als u de computer opnieuw moet opstarten, zijn er drie manieren om dit te
doen:
Klik op Start, wijs het pijlpictogram () aan en selecteer
Opnieuw opstarten in het menu.
Druk tegelijk op CTRL, ALT en DEL (eenmaal) om het menuvenster
weer te geven en selecteer Opnieuw starten onder Opties voor afsluiten.
Druk op de aan/uit-knop en houd deze knop circa 5 seconden
ingedrukt. Als de computer zichzelf heeft uitgeschakeld wacht u 10 tot
15 seconden voordat u de computer weer inschakelt door de aan/uitknop in te drukken.
Gebruikershandleiding1-12
Rondleiding
1
7
4
5
8
6
23
In dit hoofdstuk worden de verschillende onderdelen van de computer
beschreven. Het wordt aanbevolen vertrouwd te raken met elk onderdeel
voordat u de computer gebruikt.
Wettelijke voetnoot (niet-toepasselijke pictogrammen)
Raadpleeg het gedeelte met wettelijke voetnoten in bijlage C voor meer
informatie over niet-toepasselijke pictogrammen.
Ga voorzichtig om met de computer om krassen of beschadiging van het
oppervlak te voorkomen.
Computer
Voorkant
De volgende afbeelding illustreert de voorkant van de computer.
Hoofdstuk 2
Afbeelding 2-1 Voorkant van de computer
Gebruikershandleiding
* Aanwezig op sommige modellen.
De vormgeving van het product verschilt per model.
1. Bluetooth-antenne en draadloos
LAN-antenne (niet zichtbaar)*
2. Microfoon6. Aan/uit-knop
3. Webcamlampje7. Luidsprekers
4. Webcam8. Beeldscherm
5. Infraroodontvangstvenster*
2-1
Bluetooth-antenneSommige computers in deze serie zijn uitgerust
met een Bluetooth-antenne.
Draadloos LANantenne
Sommige computers in deze serie worden
geleverd met een draadloos LAN-antenne.
Wettelijke voetnoot (draadloos LAN)
Raadpleeg het gedeelte met wettelijke voetnoten in bijlage C voor meer
informatie over draadloos LAN.
MicrofoonMet de ingebouwde microfoon kunt u geluiden
voor uw toepassingen importeren en opnemen.
WebcamlampjeHet webcamlampje brandt wanneer de webcam
wordt gebruikt.
WebcamEen webcam is een apparaat waarmee u video
kunt opnemen of foto's kunt maken met uw
computer. U kunt deze camera gebruiken voor
videochats of videovergaderingen via een
communicatieprogramma zoals Windows Live
Messenger. Met de TOSHIBAwebcameratoepassing kunt u diverse video-
effecten aan uw video of foto toevoegen.
Hiermee kunt u video verzenden en chatten met
videobeelden via internet met behulp van
speciale toepassingen.
Raadpleeg de online Help van de
webcamtoepassing voor meer informatie.
Richt de webcam niet direct op de zon.
Raak de lens van de webcam niet aan en druk er niet op. Als u dat wel
doet, kan de beeldkwaliteit afnemen. Gebruik een brillendoekje
(lensdoekje) of andere zachte doek om de lens te reinigen als deze
vuil wordt.
Als u opnamen maakt bij weinig licht, selecteert dan Nachtmodus voor
heldere beelden met minder ruis.
Infraroodontvangstvenster
Het infraroodontvangstvenster ontvangt signalen
van de afstandsbediening waarmee u de
computer of toepassingen kunt bedienen.
Gebruikershandleiding2-2
Aan/uit-knopDruk op de aan/uit-knop om de computer in en
uit te schakelen.
Bij aansluiting op de netadatper brandt het aan/
uit gewoonlijk wit wanneer de computer is
ingeschakeld en amber wanneer de computer is
uitgeschakeld. Als u de computer echter
uitschakelt in de slaapstand, knippert dit lampje
oranje (circa twee seconden aan en twee
seconden uit).
StereoluidsprekersVia de luidsprekers kunt u het geluid horen dat
door uw software wordt gegenereerd, en de
geluidssignalen die door het systeem worden
gegenereerd.
BeeldschermLcd-scherm van 58,42 cm (23 inch),
geconfigureerd met de volgende resolutie:
FHD, 1920 pixels horizontaal x 1080 pixels
verticaal
Wettelijke voetnoot (LCD)
Raadpleeg het gedeelte met wettelijke voetnoten in bijlage C voor meer
informatie over het LCD-scherm.
Linkerkant
De volgende afbeelding illustreert de linkerkant van de computer.
5. Knop Volume omhoog10. Universal Serial Bus (USB 3.0)poorten
De vormgeving van het product verschilt per model.
Knop Beeldscherm
uitschakelen
Druk op deze knop om het beeldscherm van de
computer uit te schakelen.
AV-selectieknopDruk op deze knop om te wisselen tussen de AV-
invoermodi.
Knop Helderheid
verhogen
Knop Helderheid
verlagen
Knop Volume
omhoog
Knop Volume omlaag Druk op deze knop om het volume van de
Gebruikershandleiding2-4
Druk op deze knop om de helderheid van het
computerscherm te verhogen.
Druk op deze knop om de helderheid van het
computerscherm te verlagen.
Druk op deze knop om het volume van de
computer te verhogen.
computer te verlagen.
Geheugenmediasleuf In deze sleuf kunt u een SD™/SDHC™/SDXC™-
geheugenkaart, miniSD™/microSD™-kaart,
Memory Stick™ (PRO™) of MultiMediaCard™
plaatsen. Raadpleeg de paragraaf Optionele
apparaten in hoofdstuk 3, Basisbeginselen, voor
meer informatie.
Hoofdtelefoonaansluiting
Microfoonaansluiting Op de 3,5-mm mini-microfoonaansluiting kan een
Het ingebouwde geluidssysteem ondersteunt de interne luidsprekers en
microfoon van de computer en biedt aansluitingsmogelijkheden voor een
externe microfoon en een hoofdtelefoon.
Universal Serial Bus
(USB 3.0)-poorten
Zorg ervoor dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en
paperclips, in de USB-poort komen. Metalen voorwerpen kunnen tot
kortsluiting leiden, waardoor de beschadigd raakt en er brand ontstaat, met
mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Op de 3,5-mm mini-hoofdtelefoonaansluiting kan
een stereohoofdtelefoon worden aangesloten.
drie-aderige miniplug voor stereomicrofooninvoer
worden aangesloten.
De microfoonaansluiting heeft een functie voor
Slaapstand en muziek.
Twee USB-poorten, die voldoen aan de USB 3.0standaard, bevinden zich aan de linkerkant van
de computer.
De USB 3.0-poort is compatibel met de USB 3.0standaard en is neerwaarts compatibel met USB
2.0-apparaten.
De poort met het pictogram biedt de functie
Slaapstand en laden.
Het is niet mogelijk om het gebruik van alle functies van alle USBapparaten die beschikbaar zijn te bevestigen. Het is in dit verband van
belang te weten dat sommige functies die verbonden zijn aan een bepaald
apparaat, niet goed werken.
Rechterkant
De volgende afbeelding illustreert de rechterkant van de computer.
Gebruikershandleiding
2-5
Afbeelding 2-3 Rechterkant van de computer
1
1. Optisch station
Optisch stationDe computer kan zijn geconfigureerd met een
DVD Super Multi-station, Blu-ray™combinatiestation of Blu-ray™-schrijfstation
(BDXL™).
DVD-RAM-schijven van 2,6 GB en 5,2 GB kunnen niet worden gelezen of
beschreven.
Terug
De volgende afbeelding illustreert de achterkant van de computer.
Gebruikershandleiding
2-6
Afbeelding 2-4 De achterkant van de computer
1
11
10
3
5
4
6
2
8
9
7
1. Luchtopeningen7. Universal Serial Bus (USB 3.0)poorten
5. HDMI-in-poort11. Sleuf voor draadloze ontvanger
(dongle)
6. Universal Serial Bus (USB 2.0)-
poorten
* Aanwezig op sommige modellen.
De vormgeving van het product verschilt per model.
LuchtopeningenDe luchtopeningen helpen oververhitting van de
processor voorkomen.
U mag de luchtopeningen niet blokkeren. Zorg ervoor dat er nooit metalen
voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en paperclips, in de koelopeningen
komen. Metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de
beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot
gevolg.
U houdt uw computer in optimale staat door uw werkplek te beschermen
tegen stof, vocht en direct zonlicht. Wanneer u de computer in een stoffige
ruimte gebruikt, kan zich in de luchtopeningen stof en vuil verzamelen. Als
dit gebeurt, bestaat het gevaar dat de computer oververhit raakt, wat ertoe
kan leiden dat de computer tijdens gebruik wordt uitgeschakeld. Verwijder
het stof van het oppervlak van de luchtopeningen voorzichtig met een
zachte doek.
Gebruikershandleiding2-7
Sleuf voor
geheugenmodule
In deze sleuven kunt u een extra
geheugenmodule plaatsen, vervangen en
verwijderen.
De grootte van de geheugenmodules is
afhankelijk van het model. De daadwerkelijke
hoeveelheid bruikbaar systeemgeheugen is
minder dan de geïnstalleerde geheugenmodules.
Raadpleeg de paragraaf Aanvullende
geheugenmodule in hoofdstuk 3,
Basisbeginselen, voor meer informatie.
Sommige modellen zijn uitgerust met vier
sleuven voor geheugenmodules, waarvan er
slechts twee toegankelijk zijn voor de gebruiker.
De maximale hoeveelheid systeemgeheugen
hangt af van het vooraf geïnstalleerde
besturingssysteem. Neem voor gedetailleerde
specificaties contact op met Microsoft.
Aansluiting tv-tunerSluit de coaxkabel aan op deze poort om tv-
programma's op de computer te kijken of op te
nemen.
De afmetingen en vorm van de tvtuneraansluiting verschillen per regio.
Sommige modellen zijn uitgerust met een tvtuner.
HDMI-uit-poortOp de HDMI-uit-poort kan een HDMI-kabel met
een type A-stekker worden aangesloten.
HDMI-in-poortAls u de HDMI-kabel aansluit op deze poort,
kunnen de video- en audiosignalen van digitale
apparaten zoals notebooks of camcorders
worden verzonden en weergegeven op deze
computer.
Universal Serial Bus
(USB 2.0)-poorten
De twee USB-poorten, die voldoen aan de USB
2.0-standaard, bevinden zich in de achterkant
van de computer.
Gebruikershandleiding2-8
Universal Serial Bus
(USB 3.0)-poorten
De twee USB-poorten, die voldoen aan de USB
3.0-standaard, bevinden zich in de achterkant
van de computer.
De USB 3.0-poort is compatibel met de USB 3.0standaard en is neerwaarts compatibel met USB
2.0-apparaten.
Sleuf voor draadloze
ontvanger (dongle)
LAN-aansluitingVia deze poort kunt u de computer op een LAN
Op de LAN-poort mogen alleen LAN-kabels worden aangesloten. Als
u dit doet, kunnen schade of storingen optreden.
Koppel de LAN-kabel niet aan een voedingsbron. Als u dit doet,
kunnen schade of storingen optreden.
Gelijkstroomingang
(19 V)
In deze sleuf kunt u een draadloze ontvanger
installeren. Raadpleeg hoofdstuk 3,
Basisbeginselen, voor meer informatie.
aansluiten. De adapter heeft ingebouwde
ondersteuning voor Ethernet LAN (10 megabits
per seconde, 10BASE-T), Fast Ethernet LAN
(100 megabits per seconde, 100BASE-TX), of
Gigabit Ethernet LAN (1000 megabits per
seconde, 1000BASE-T). Raadpleeg hoofdstuk 3,
Basisbeginselen, voor meer informatie.
Op deze aansluiting sluit u de netadapter aan om
de computer van stroom te voorzien. Let erop dat
u alleen het type netadapter gebruikt dat bij de
computer is geleverd ten tijde van de aankoop.
Het gebruik van een verkeerde netadapter kan
de computer beschadigen (afhankelijk van het
gekochte model).
Sleuf beveiligingsslot Aan deze sleuf kunt u een beveiligingskabel
bevestigen waarmee u de computer aan een
bureau of ander groot voorwerp kunt verankeren
ter bescherming tegen diefstal.
Draadloos toetsenbord
Voorkant
In de volgende afbeelding ziet u de voorkant van het draadloze
toetsenbord.
Gebruikershandleiding
2-9
Afbeelding 2-5 Voorkant van draadloos toetsenbord
152 34
Achterkant
In de volgende afbeelding ziet u de achterkant van het draadloze
toetsenbord.
Afbeelding 2-6 Achterkant van draadloos toetsenbord
1. Standaard4. Batterijklepje
2. Koppelingsknop5. Standaard
3. Aan/uit-schakelaar (toetsenbord)
StandaardHiermee kun u het toetsenbord kantelen.
KoppelingsknopIn normale omstandigheden wordt deze knop niet
gebruikt.
Aan/uit-schakelaar
Hiermee schakelt u het toetsenbord in.
(toetsenbord)
BatterijklepjeDekt de batterij in het toetsenbord af.
Draadloze muis
Voorkant
In de volgende afbeelding ziet u de voorkant van de draadloze muis.
seconden rood wanneer de muis wordt
ingeschakeld. Als het lampje vijf seconden rood
knippert, betekent dat dat de batterij in de muis
bijna leeg is. Als het lampje twee seconden snel
knippert en daarna uitgaat, is de batterij van de
muis leeg.
RechterknopVoor normale gebruik als rechtermuisknop.
LinkerknopVoor normale gebruik als linkermuisknop.
Achterkant
In de volgende afbeelding ziet u de achterkant van de draadloze muis.
Afbeelding 2-8 Achterkant van de draadloze muis
1. Aan/uit-schakelaar (muis)
2. Optische sensor4. Batterijklepje
Aan/uit-schakelaar
Hiermee zet u de muis aan.
3. Koppelingsknop
(muis)
Optische sensorWordt gebruikt om de positie van de muis te
bepalen.
KoppelingsknopIn normale omstandigheden wordt deze knop niet
Gebruikershandleiding2-11
gebruikt.
BatterijklepjeDekt de batterij in de muis af.
Afstandsbediening
Met de afstandsbediening, die bij sommige modellen wordt geleverd, kunt
u bepaalde functies van de computer op afstand uitvoeren.
De afstandsbediening kan worden gebruikt in combinatie met Windows
Media Center om discs en video's af te spelen, om foto's te bekijken en om
televisieprogramma's te bekijken en op te nemen.
Met de afstandsbediening navigeert u in Windows Media Center op
dezelfde manier als waarop u met een afstandsbediening door
televisieopties navigeert of de weergave van een film met een
videorecorder of DVD-speler regelt.
Gebruiksmogelijkheden van de afstandsbediening:
Alle schermen in Windows Media Center bedienen en erin navigeren.
Bediening van de weergave van video of live-tv.
De computer in de slaapstand zetten en weer activeren.
Raadpleeg de paragraaf De afstandsbediening gebruiken in dit hoofdstuk
voor informatie over het gebruik van de afstandsbediening en over het
plaatsen en verwijderen van de batterij.
Gebruikershandleiding2-12
Afbeelding 2-9 Afstandsbediening
5
4
2
3
9
8
12
14
17
16
19
25
22
6
7
1
10
11
13
15
18
20
21
23
24
1. Aan/uit-knop8. Rode knop14. Kanaal-/
20. Pauzeren
paginaregeling
2. Starten9. Groene knop15. Pijlen en OK21. Stoppen
Aan/uitHiermee wordt het besturingssysteem gestart of
afgesloten. Deze knop werkt als de Aan/uit-knop
van de computer. De slaapstand komt standaard
overeen met het uitschakelen van uw computer.
Als u de instelling wilt wijzigen, klikt u op Start ->
StartHiermee opent u Windows Media Center in het
TeletekstHiermee wordt teletekst weergegeven of
Gebruikershandleiding2-13
Configuratiescherm -> Systeem en
beveiliging -> Energiebeheer. U kunt kiezen uit
de volgende vier opties: Niets doen, Slaapstand,
Sluimerstand en Uitschakelen.
hoofdvenster.
afgesloten.
Opgenomen tvHiermee kunt u de opname van tv-programma's
starten. De functie Opgenomen tv van Windows
Media Center wordt geactiveerd.
GidsHiermee opent u de tv-programmagids en
worden tv-kanalen en -programma's
weergegeven die bekeken en opgenomen
kunnen worden.
Live-tvHiermee kunt u beelden schermvullend
weergeven. Hiermee gaat u ook terug naar het
actuele moment in een live-tv-programma, als u
live-tv hebt gepauzeerd.
DVD-menuHiermee opent u het hoofdmenu van een DVD-
film, indien beschikbaar.
Rode, groene, gele en
blauwe knop
Hiermee springt u naar een vaste koppeling.
Sommige modellen zijn niet uitgerust met deze
knoppen.
TerugHiermee wordt het vorige venster weergegeven.
Meer infoDeze knop heeft dezelfde functie als de
secundaire (rechter)muisknop. Hiermee kunt u
meer uitvoerbare opties weergeven.
Kanaal/pagina
omhoog (+) en
omlaag (-)
Hiermee verandert u het tv-kanaal of gaat u één
pagina omhoog of omlaag, afhankelijk van de
beschikbare opties.
Pijlen en OKPijlen: hiermee verplaatst u de cursor binnen de
vensters van Windows Media Center.
OK: hiermee selecteert u de gewenste actie of
schermoptie. Dit heeft dezelfde functie als de
ENTER-toets.
DempenHiermee schakelt het geluid van de computer in/
uit.
TerugspelenHiermee spoelt u het medium achteruit.
OverslaanHiermee spoelt u het medium vooruit.
Gebruikershandleiding2-14
OpnemenHiermee neemt u de geselecteerde tv-
programma's op en worden deze op de vaste
schijf opgeslagen.
PauzerenHiermee onderbreekt u de weergave van een
audionummer of videotrack en van live of
opgenomen tv-programma's.
StoppenHiermee stopt u het medium dat op dat moment
wordt afgespeeld.
VolumeregelingHiermee verhoogt of verlaagt u het volume terwijl
u tv of DVD kijkt of een CD afspeelt.
AfspelenHiermee speelt u het geselecteerde medium af.
FWD (vooruitspoelen) Hiermee spoelt u het medium (video, disc,
muziek enzovoort) vooruit.
REW (terugspoelen)Hiermee spoelt u het medium (video, disc,
muziek enzovoort) terug.
Gebruik van de afstandsbediening
Sommige computers worden geleverd met een afstandsbediening,
waarmee een aantal van de functies van de computer op afstand kunnen
worden bediend.
De afstandsbediening is speciaal ontworpen voor deze computer.
Sommige toepassingen bieden mogelijk geen ondersteuning voor
afstandsbedieningsfuncties.
Gebruiksbereik van de afstandsbediening
Richt de afstandsbediening op de computer en druk op een toets. De
werkzame hoek en afstand worden hierna beschreven.
AfstandBinnen 5 m van het infraroodontvangstvenster.
HoekBinnen een hoek van 30 graden horizontaal en
15 graden verticaal ten opzichte van het
infraroodontvangstvenster.
Het uiterlijk van de meegeleverde afstandsbediening hangt af van het
aangeschafte model.
Gebruikershandleiding2-15
Zelfs als de afstandsbediening zich binnen het aangegeven effectieve
bereik bevindt, werkt deze mogelijk niet of niet correct in de volgende
gevallen.
Als tussen het infraroodontvangstvenster van de computer en de
afstandsbediening een obstakel staat.
Als direct zonlicht of sterk tl-licht op het infraroodontvangstvenster valt.
Als het infraroodontvangstvenster of gedeelte van de
afstandsbediening waaruit het infraroodlicht komt vuil is.
Als er in de buurt van de computer wordt gewerkt met andere
computers die een infraroodafstandsbediening gebruiken.
Als de batterijen bijna leeg zijn.
De batterij plaatsen/vervangen
Zorg dat u de meegeleverde batterij plaatst voordat u de afstandsbediening
gebruikt.
Bewaar de batterij voor de afstandsbediening buiten bereik van kinderen.
Een kind kan stikken als het een batterij inslikt. Mocht dit gebeuren,
waarschuw dan direct een arts.
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht wanneer u de batterij van
de afstandsbediening gebruikt.
Gebruik geen andere batterij dan de aangegeven batterij.
Plaats de batterij met de positieve (+) en negatieve pool (-) in de juiste
richting.
De batterij niet herladen, verhitten, uit elkaar halen of kortsluiten, of
aan vuur blootstellen.
Gebruik geen batterijen waarvan de houdbaarheidsdatum is
verstreken of die geheel leeg zijn.
Gebruik geen verschillende soorten batterijen of oude en nieuwe
batterijen door elkaar.
Vervoer de batterij niet samen met metalen kettingen, haarspelden of
andere metalen voorwerpen.
Bij het opbergen of weggooien van batterijen dient u de polen (+ en -)
met isolatietape te bedekken om kortsluiting te voorkomen.
Bij het niet naleven van deze voorzorgsmaatregelen kan verhitting, lekkage
of ontploffing voorkomen. Hierdoor kunnen brandwonden of ander letsel
ontstaan. Wanneer de huid of kleding in aanraking komt met
batterijvloeistoffen, dient u deze direct te wassen met schoon water. Als
batterijvloeistof in de ogen komt, moet u de ogen onmiddellijk spoelen met
Gebruikershandleiding2-16
schoon water en een arts raadplegen. Raak de batterijvloeistof op
RC6
ir
Made in China
MCE IR Remote Control
Model: G83C000BF116
1x 3V CR2032 Lithium battery
instrumenten of apparaten niet met blote handen aan. Veeg de vloeistof af
met een doek of papieren handdoek.
Wanneer de batterij die bij de afstandsbediening wordt geleverd, leeg is,
vervangt u deze door een in de winkel verkrijgbare CR2032-batterij.
Andere soorten batterijen mogen niet worden gebruikt.
De batterij plaatsen en vervangen
1.Open het batterijklepje aan de achterzijde van de afstandsbediening.
2.Schuif de batterij uit het batterijvak.
Afbeelding 2-10 De batterij plaatsen/vervangen
3.Plaats de nieuwe batterij op de juiste plaats. Plaats de batterij met de
polariteiten in de juiste positie. Duw de batterij in het batterijvak.
4.Sluit het batterijklepje stevig.
Interne hardwareonderdelen
In dit gedeelte worden de interne hardwareonderdelen van de computer
beschreven.
De werkelijke specificaties hangen af van het gekochte model.
CPUHet type processor hangt af van het model.
Als u wilt controleren welk type processor uw
model bevat, opent u TOSHIBA PC
diagnoseprogramma door te klikken op Start ->
Alle programma's -> TOSHIBA ->
Ondersteuning & herstel -> PC
diagnoseprogramma.
Gebruikershandleiding2-17
Wettelijke voetnoot (CPU)
Raadpleeg het gedeelte met wettelijke voetnoten in bijlage C voor meer
informatie over de CPU.
Vaste schijfDe grootte van de vaste schijf is afhankelijk van
het model.
Als u wilt controleren welk type processor uw
model bevat, opent u TOSHIBA PC
diagnoseprogramma door te klikken op Start ->
Alle programma's -> TOSHIBA ->
Ondersteuning & herstel -> PC
diagnoseprogramma.
Houd er rekening mee dat een deel van de
ruimte op de vaste schijf wordt gebruikt voor
beheerdoeleinden.
Wettelijke voetnoot (capaciteit van vaste schijf)
Raadpleeg het gedeelte met wettelijke voetnoten in bijlage C voor meer
informatie over de capaciteit van de vaste schijf.
RTC-batterijHet apparaat heeft een interne batterij voor de
interne RTC (Real Time Clock) en kalender.
Video-RAMHet geheugen in de grafische kaart van een
computer, dat wordt gebruikt om het beeld op te
slaan dat wordt weergegeven op een
bitmapscherm.
De beschikbare hoeveelheid video-RAM is
afhankelijk van het systeemgeheugen van de
computer.
U kunt de hoeveelheid video-RAM controleren
door te klikken op de knop Geavanceerde instellingen in het venster Schermresolutie.
Wettelijke voetnoot (geheugen (hoofdsysteem))
Raadpleeg het gedeelte met wettelijke voetnoten in bijlage C voor meer
informatie over het geheugen (hoofdsysteem).
Gebruikershandleiding2-18
Beeldschermcontroller
Aangezien het beeldscherm een hoge resolutie heeft, kunnen regels
worden afgebroken wanneer beelden in de tekstmodus en schermvullend
worden weergegeven.
Grafische controllerDe grafische controller maximaliseert de
Wettelijke voetnoot (Graphics Processing Unit (GPU))
Raadpleeg het gedeelte met wettelijke voetnoten in bijlage C voor meer
informatie over de GPU (Graphics Processing Unit).
De beeldschermcontroller zet softwareopdrachten om in hardware-opdrachten die
bepaalde elementen op het scherm in- of
uitschakelen.
De schermcontroller bestuurt tevens de
videomodus, die de schermresolutie en het
maximum aantal kleuren dat per keer op het
beeldscherm kan worden weergegeven bepaalt
op basis van industriestandaardregels. Software
die voor een bepaalde videomodus is
geschreven, kan worden gebruikt op elke
computer die deze modus ondersteunt.
prestaties van het beeldscherm.
Grafische controller
Sommige modellen met een grafische kaart van NVIDIA beschikken
mogelijk over de NVIDIA® Optimus™-technologie.
De NVIDIA® Optimus™-technologie optimaliseert op intelligente wijze de
prestaties van de all-in-one pc door naadloos te schakelen tussen een
afzonderlijke GPU van NVIDIA voor uitstekende grafische prestaties en
een geïntegreerde grafische chip van Intel voor een langere gebruiksduur
van de accu. Dit schakelen gebeurt automatisch en hiervoor hoeft de
gebruiker de computer niet opnieuw op te starten.
In het menu Manage 3D Settings (3D-instellingen beheren) van het
NVIDIA-regelpaneel kunt u de algemene 3D-instellingen wijzigen en
uitzonderingen creëren voor bepaalde programma's. Deze uitzonderingen
worden automatisch gebruikt wanneer de opgegeven programma's worden
gestart.
Gebruik de standaardinstelling voor de NVIDIA Optimus-technologie.
Als het programma niet normaal wordt uitgevoerd nadat de instelling is
gewijzigd, herstelt u de standaardinstelling van het programma.
Gebruikershandleiding2-19
Als het programma niet normaal wordt uitgevoerd, herstelt u de
standaardinstelling van de grafische processor die de voorkeur heeft.
Wanneer u bepaalde videoafspeelprogramma's gebruikt om
videobestanden af te spelen, kunt u de grafische processor van uw
voorkeur op het tabblad 'Program Settings' (Programma-instellingen)
niet wijzigen in een andere optie dan 'Integrated Graphics'
(Geïntegreerde grafische kaart).
U opent het tabblad 'Program Settings' door te klikken op 'NVIDIA
Control Panel' -> 'Manage 3D settings' (3D-instellingen beheren) ->
'Program Settings'.
U start het NVIDIA-configuratievenster door te klikken op Start ->
Configuratiescherm. Selecteer Grote pictogrammen of Kleine
pictogrammen bij Weergeven op en klik daarna op NVIDIA Control
Panel.
Voor meer informatie over het NVIDIA-configuratievenster raadpleegt u de
Help ervan. U opent de Help door te klikken op Help in het hoofdmenu en
daarna NVIDIA Control Panel Help te selecteren.
Op Optimus-modellen zijn twee beeldschermstuurprogramma's
geïnstalleerd: 'Intel® HD Graphics Driver' en 'NVIDIA Graphics Driver
XXX.XX'.
Verwijder het schermstuurprogramma niet via 'Programma verwijderen' in
het Configuratiescherm.
Als u het schermstuurprogramma moet verwijderen, voert u de volgende
stappen uit:
1. Verwijder 'NVIDIA Graphics Driver XXX.XX'.
2. Verwijder vervolgens 'Intel® HD Graphics Driver'.
Gebruikershandleiding2-20
Basisbeginselen
In dit hoofdstuk worden de basisbeginselen van computergebruik
beschreven en wordt toegelicht welke voorzorgsmaatregelen u daarbij
dient te treffen.
Touchscreen
Sommige modellen zijn voorzien van een optisch touchscreen
Met uw vinger kunt u pictogrammen, knoppen, menuopties, het
schermtoetsenbord en andere items op het aanraakscherm aansturen.
Tikken
Tik eenvoudig met uw vinger op het aanraakscherm om de items op
het scherm te gebruiken, zoals pictogrammen voor toepassingen en
instellingen, om letters en symbolen te typen met het
schermtoetsenbord of om op knoppen op het scherm te tikken.
Drukken en vasthouden
Druk op een item op het scherm en laat uw vinger staan totdat er iets
gebeurt. Dit werkt op dezelfde manier als klikken met de
rechtermuisknop van een standaardmuis.
Slepen
Tik op een item, laat uw vinger even staan en verplaats uw vinger
vervolgens, zonder deze op te tillen, over het scherm totdat u de
doelpositie hebt bereikt.
Vegen of schuiven
Voor deze bewerking beweegt u uw vinger snel over het
schermoppervlak zonder te pauzeren wanneer u het scherm voor het
eerst aanraakt (zodat u het item niet versleept). U kunt bijvoorbeeld
omhoog of omlaag schuiven om door een lijst te bladeren.
Dubbeltikken
Tik twee keer snel op een kaart of ander scherm om in te zoomen.
Knijpen
In sommige toepassingen (zoals Browser en Galerij) kunt u in- en
uitzoomen door twee vingers tegelijkertijd op het scherm te plaatsen
en ze samen te knijpen of te spreiden.
Gebruik niet te veel kracht wanneer u op het touchscreen tikt.
Hierdoor kan het scherm beschadigd raken of de computer omvallen.
Hoofdstuk 3
Gebruikershandleiding3-1
Het optische touchscreen bevat retroflecterende tapes aan de linker-,
rechter- en onderzijde van het scherm. Deze tapes worden gebruikt
om het punt dat u aanraakt te bepalen door de lichtreflecties van de
bovenste rand te berekenen.
Zorg dat de rand van het LCD-scherm en de retroflecterende tapes
schoon blijven. Anders werkt het touchscreen mogelijk niet correct.
Het toetsenbord
Het indelingen van het meegeleverde draadloze toetsenbord zijn
compatibel met een uitgebreid toetsenbord met 104/105 toetsen. Door
bepaalde toetsen tegelijkertijd in te drukken kunnen alle uitgebreide
functies van dit toetsenbord op de computer worden uitgevoerd.
Het aantal toetsen op uw toetsenbord is afhankelijk van de
toetsenbordindeling waarmee uw computer is geconfigureerd. Er zijn
toetsenborden voor verschillende talen beschikbaar.
Er zijn vijf soorten toetsenbordtoetsen: typemachinetoetsen, functietoetsen,
zogenoemde 'softkeys', sneltoetsen en speciale Windows-toetsen.
Verwijder nooit de toetsen van het toetsenbord. Dit kan schade
veroorzaken aan de onderdelen onder de toetsen.
Toetsenbordlampjes
Om de stroom van het toetsenbord te besparen, heeft het toetsenbord
geen lampje. De computer geeft de status van NUM LOCK, CAPS LOCK ,
SCROLL LOCK en de toetsenbordbatterij aan via pictogrammen
rechtsonder op het scherm. U kunt de pictogrammen in- of uitschakelen
door te klikken op de TOSHIBA-toetsenbordaanduiding (
systeemvak van de taakbalk.
NUM LOCKWanneer u drukt op de toets NUM LOCK op het
) in het
toetsenbord, gaat het pictogram NUM LOCK op
het scherm branden en kunt u de cijfertoetsen op
het toetsenbord gebruiken om cijfers in te
voeren.
CAPS LOCKWanneer u drukt op de toets CAPS LOCK op het
toetsenbord, gaat het pictogram CAPS LOCK op
het scherm branden. De toetsen zijn dan
vergrendeld voor hoofdlettergebruik.
SCROLL LOCKWanneer u drukt op de toets SCROLL LOCK op
het toetsenbord, gaat het pictogram SCROLL LOCK op het scherm branden.
Gebruikershandleiding3-2
ToetsenbordbatterijHet pictogram van de toetsenbordbatterij geeft
de status van de toetsenbordbatterij als volgt
aan:
: Goed niveau
: Laag niveau
: Kritiek niveau
: Onbekend
Als de computer wordt herstart vanuit de sluimerstand of hybride
slaapstand zonder dat het toetsenbord wordt gebruikt, wordt de status
van de toetsenbordbatterij aangegeven als onbekend. In dat geval
kunt u drukken op een toets op het toetsenbord, zodat de huidige
status wordt weergegeven door het batterijpictogram.
Het batterijpictogram behoudt de vorige status in de volgende
situaties:
De computer wordt opnieuw ingeschakeld of opnieuw opgestart
Het toetsenbord bevat geen batterijen of de batterijen zijn leeg
Het toetsenbord is uitgeschakeld
Functietoetsen: F1 ... F12
De functietoetsen (niet te verwarren met de speciale toets FN) zijn de
zeven toetsen op de bovenste rij van het toetsenbord. Deze toetsen
werken anders dan de andere toetsen.
F1 tot en met F12 worden functietoetsen genoemd omdat ze
geprogrammeerde functies uitvoeren als ze worden ingedrukt. In
combinatie met de toets FN voeren toetsen die gemarkeerd zijn met een
pictogram speciale functies uit op de computer.
Softkeys: FN-toetscombinaties
De toets FN (functie) vormt in combinatie met andere toetsen 'softkeys'.
Softkeys zijn toetscombinaties die specifieke voorzieningen activeren,
uitschakelen of configureren.
Let erop dat bepaalde software de werking van de softkeys kan
uitschakelen of beïnvloeden, en dat de instellingen van de softkeys niet
worden hersteld als de computer uit de slaapstand wordt gehaald.
Sneltoetsfuncties
Met de sneltoetsfuncties kunt u bepaalde functies van de computer in- of
uitschakelen. De sneltoetsfuncties kunnen worden uitgevoerd met behulp
Gebruikershandleiding
3-3
van de sneltoetskaarten of door op de bijbehorende sneltoetsen te
drukken.
U kunt de functietoetsmodus configureren door 'Speciale functiemodus' of
'Standaard F1-F12-modus' te selecteren. Raadpleeg de paragraaf HW
Setup in hoofdstuk 4, Hulpprogramma's en geavanceerd gebruik.
Sneltoetskaarten
De sneltoetskaarten zijn gewoonlijk niet zichtbaar.
De sneltoetskaarten gebruiken:
1.U start TOSHIBA Flash Cards als volgt:
Houd de toets FN ingedrukt (in de standaard F1-F12-modus).
Druk op de bijbehorende sneltoets (in de speciale functiemodus).
2.Selecteer de gewenste optie.
De geselecteerde kaart wordt op volledige grootte weergegeven met
eronder de beschikbare opties. Alle andere kaarten worden weer
verborgen.
Een sneltoetskaart gebruiken met een sneltoets in de standaard F1-F12modus:
1.Druk op de FN-toets en houd de toets ingedrukt.
2.Druk op de sneltoets voor de gewenste functie. De desbetreffende
sneltoetskaart verschijnt bovenaan in het scherm met eronder de
beschikbare opties.
3.U rouleert door de weergegeven opties door FN ingedrukt te houden
en meerdere malen op de sneltoets te drukken. Laat de FN-toets los
zodra de gewenste optie is geselecteerd.
Raadpleeg het Help-bestand voor TOSHIBA-flashkaarten voor meer
informatie.
Voor toegang tot deze Help klikt u op Start -> Alle programma's ->TOSHIBA -> Tools en hulpprogramma's -> Flashkaarten. Klik in het
venster Instellingen voor flashkaarten op de knop Help.
Sneltoetsen
In dit gedeelte worden de functies beschreven die aan de sneltoetsen zijn
gekoppeld.
Speciale
functiemodus
Standaard F1F12-modus
Functie
F1FN + F1Start het Help-bestand van de
software.
F2FN + F2Hiermee verlaagt u stapsgewijs de
helderheid van het computerscherm.
Gebruikershandleiding3-4
Speciale
functiemodus
Standaard F1F12-modus
Functie
F3FN + F3Hiermee verhoogt u stapsgewijs de
helderheid van het computerscherm.
F4FN + F4Hiermee start u de internetbrowser
(standaard)/ Bulletin Board/Eco
Utility/Intel® WiDi of wijzigt u het
actieve apparaat op basis van de
instelling in het hulpprogramma
TOSHIBA-knopondersteuning. De
beschikbare opties van het
hulpprogramma TOSHIBAknopondersteuning hangen af van
het model.
F5FN + F5Hiermee start u de mediaspeler/
Bulletin Board/Eco Utility/Intel® WiDi
of wijzigt u het actieve apparaat op
basis van de instelling in het
hulpprogramma TOSHIBAknopondersteuning. De beschikbare
opties van het hulpprogramma
TOSHIBA-knopondersteuning
hangen af van het model.
F6FN + F6Hiermee spoelt u het medium
achteruit.
F7FN + F7Hiermee speelt u media af of
pauzeert u de weergave.
F8FN + F8Hiermee spoelt u het medium
vooruit .
F9FN + F9Verlaagt het geluidsvolume van de
computer.
F10FN + F10Verhoogt het geluidsvolume van de
computer.
F11FN + F11Schakelt het geluid in of uit.
F12FN + F12Hiermee schakelt u actieve draadloze
apparaten in of uit.
FN + 1FN + 1Hiermee verkleint u pictogrammen op
het bureaublad of de tekengrootte
binnen een van de ondersteunde
toepassingsvensters.
Gebruikershandleiding3-5
Speciale
functiemodus
FN + 2FN + 2Hiermee vergroot u pictogrammen op
FN + spatiebalk FN + spatiebalk Wijzigt de beeldschermresolutie.
FN + ZFN + ZZet de toetsenbordverlichting aan/uit
Standaard F1F12-modus
Functie
het bureaublad of de tekengrootte
binnen een van de ondersteunde
toepassingsvensters..
(ondersteund door sommige
modellen).
FN-plaktoets
Met het hulpprogramma TOSHIBA Accessibility kunt u de FN-toets
vergrendelen, zodat u deze toets bij het gebruik van toetscombinaties niet
ingedrukt hoeft te houden. In plaats hiervan dient u eenmaal op de FNtoets te drukken, de toets los te laten en op een functietoets te drukken (F1
t/m F12). U start het hulpprogramma TOSHIBA Accessibility door te klikken
op Start -> Alle programma's -> TOSHIBA -> Hulpprogramma's ->Accessibility .
Speciale Windows-toetsen
Het toetsenbord is voorzien van twee toetsen die in Windows een speciale
functie hebben: de Windows Start-toets activeert het menu Start, terwijl de
toepassingstoets dezelfde functie heeft als de rechtermuisknop.
Deze toets activeert het menu Start van Windows.
Deze toets heeft dezelfde functie als de secundaire (rechter)muisknop.
ASCII-tekens genereren
Niet alle ASCII-tekens kunnen via het gewone toetsenbord worden
gegenereerd, maar u kunt al deze tekens genereren via hun specifieke
ASCII-codes.
1.Houd de ALT-toets ingedrukt.
2.Typ de ASCII-code voor het gewenste teken met behulp van de
numerieke toetsen.
3.Laat ALT los. Het ASCII-teken verschijnt op het scherm.
Gebruikershandleiding
3-6
Optische stations
Er is mogelijk een DVD Super Multi-station, Blu-ray™-combinatiestation of
Blu-ray™-schrijfstation (BDXL™) in de computer geïnstalleerd.
Indelingen
De stations ondersteunen de volgende indelingen.
DVD Super Multi-station
Dit station ondersteunt de volgende indelingen: CD-ROM, DVD-ROM,
DVD-Video, CD-DA, CD-Text, Photo CD™ (single/multi-sessie), CD-ROM
Mode 1/Mode 2, CD-ROM XA Mode 2 (Form1, Form2), Enhanced CD (CDEXTRA), addresseringsmethode 1, DVD-R, DVD-RW, DVD+R, DVD+RW,
DVD-RAM, DVD-R DL (Format1) en DVD+R DL.
Blu-ray™-combinatiestation
Naast de bovenstaande indelingen ondersteunt het Blu-ray™combinatiestation BD-ROM en BD-ROM DL.
Blu-ray™-schrijfstation
Naast de bovenstaande indelingen ondersteunt het Blu-ray™-schrijfstation
BD-R, BD-R DL, BE-RE en BD-RE DL.
Blu-ray™-schrijfstation BDXL™
Naast de bovenstaande indelingen ondersteunt het Blu-ray™-schrijfstation
BDXL™ BD-R TL, BD-R QL en BD-RE TL.
DVD-R DL- en DVD+R DL-schijven in bepaalde indelingen kunnen
onleesbaar zijn.
Schijfstations voor optische media gebruiken
Het station van volledige grootte ondersteunt snelle uitvoering van
programma's op een optische schijf. U kunt schijven van 12 cm of 8 cm
zonder adapter gebruiken.
Gebruik de DVD-afspeeltoepassing als u DVD-video's wilt bekijken.
Raadpleeg de paragraaf Schijven beschrijven voor voorzorgsmaatregelen
bij het beschrijven van schijven.
Voer de volgende stappen uit om schijven te laden:
1.Zorg dat de computer is ingeschakeld en druk op de uitwerpknop om
de stationslade enigszins te openen.
Gebruikershandleiding
3-7
2.Trek de schijflade voorzichtig uit totdat deze volledig is geopend.
2
1
1
Afbeelding 3-3 Drukken op de uitwerpknop en de stationslade opentrekken
1. Uitwerpknop2. Schijflade
3.Leg de schijf in de schijflade met het label naar de voorzijde van de
computer gericht.
Afbeelding 3-4 Een schijf plaatsen
Wanneer de schijflade volledig is uitgeschoven, bedekt de rand van de
computer de schijflade een stukje. Wanneer u de schijf in de lade plaatst,
moet u de schijf daarom schuin houden. Zorg na het plaatsen van de schijf
echter dat de schijf plat ligt.
4.Druk voorzichtig in het midden van de schijf tot deze vastklikt. De
5.Duw zachtjes tegen het midden van de schijflade om deze te sluiten.
Gebruikershandleiding
1. Laserlens
Raak nooit de laserlens of de omringende behuizing aan om onjuiste
uitlijning te voorkomen.
Zorg dat er geen stof, vuil of voorwerpen in het station terechtkomen.
Controleer of de bodem van de schijflade, vooral het gedeelte achter
de voorrand van de lade, schoon is voordat u het station sluit.
schijf moet onder de bovenkant van de as liggen, vlak op het
ladeoppervlak.
Duw zachtjes tot de lade vastklikt.
3-8
Als de schijf niet goed zit wanneer de schijflade gesloten is, bestaat het
Diameter: 1 mm
1
risico dat de schijf beschadigd raakt. Bovendien kan het dan gebeuren dat
de schijflade niet volledig wordt geopend wanneer u op de uitwerpknop
drukt.
Schijven verwijderen
Voer de volgende stappen uit om schijf te verwijderen:
Druk niet op de uitwerpknop terwijl er activiteit in het optische station
plaatsvindt. Wellicht draait de schijf nog wanneer u de lade opent.
Verwijder de schijf pas als deze stil ligt.
1.Druk op de uitwerpknop om de lade een stukje te openen. Trek de
lade voorzichtig helemaal open.
Wanneer de schijflade een stukje wordt geopend, moet u even wachten
totdat de schijf is opgehouden met draaien voordat u de schijflade volledig
opentrekt.
2.De schijf steekt iets uit over de zijkanten van de schijflade, zodat u
hem kunt pakken. Til de schijf er voorzichtig uit.
3.Duw zachtjes tegen het midden van de schijflade om deze te sluiten.
Duw zachtjes tot de lade vastklikt.
Een schijf verwijderen wanneer de schijflade niet opengaat
U kunt de lade niet met de uitwerpknop openen wanneer de computer is
uitgeschakeld. In dat geval kunt u de schijflade openen door een dun
voorwerp (ongeveer 15 mm lang), zoals een rechtgebogen paperclip, in het
uitwerpgaatje rechts van de uitwerpknop te steken.
Afbeelding 3-5 De lade openen door middel van het uitwerpgaatje
1. Uitwerpgaatje
Als u de lade handmatig wilt openen door middel van het uitwerpgaatje,
dient u de computer eerst uit te schakelen. Als de schijf nog draait terwijl u
de schijflade opent, kan de schijf van de as vliegen en letsel veroorzaken.
Gebruikershandleiding3-9
Beschrijfbare schijven
In deze paragraaf worden de verschillende soorten beschrijfbare schijven
beschreven. Controleer in de specificaties van uw station welke schijftypen
kunnen worden beschreven. Gebruik TOSHIBA Disc Creator en Corel
Digital Studio om CD's te beschrijven.
CD's
Beschrijfbare CD's (CD-R's) kunnen slechts één keer worden
beschreven. De opgenomen gegevens kunnen niet worden gewist of
veranderd.
CD-RW-schijven, zoals multispeed CD-RW's, high-speed CD-RW’s en
ultra-speed CD-RW’s kunnen meer dan één keer worden beschreven.
DVD's
DVD-R's, DVD+R's, DVD-R DL- en DVD+R DL-schijven kunnen
slechts één keer worden beschreven. De opgenomen gegevens
kunnen niet worden gewist of veranderd.
DVD-RW-, DVD+RW- en DVD-RAM-schijven kunnen meermaals
worden beschreven.
Blu-ray™-discs
Een BD-R, BD-R DL, BD-R TL of BD-R QL kan slechts eenmaal
worden beschreven. De opgenomen gegevens kunnen niet worden
gewist of veranderd..
Een BD-RE, BD-RE DL of BD-RE TL kan meer dan eenmaal worden
beschreven.
Schijven beschrijven
TOSHIBA Disc Creator en Corel Digital Studio worden als schrijfsoftware
bij deze computer geleverd.
Corel Digital Studio kan worden gebruikt om bestanden in de video-indeling
te schrijven. TOSHIBA Disc Creator kan worden gebruikt om gegevens te
schrijven.
Met het DVD Super Multi-station of het Blu-ray™-combinatiestation kunt u
gegevens schrijven naar CD-R, CD-RW, DVD-R, DVD-R DL, DVD-RW,
DVD+R, DVD+R DL, DVD+RW of DVD-RAM.
Met het Blu-ray™-schrijfstation kunt u gegevens schrijven naar CD-R, CDRW, DVD-R, DVD-R DL, DVD-RW, DVD+R, DVD+R DL, DVD+RW, DVDRAM, BD-R, BD-R DL, BD-RE of BD-RE DL.
Met het Blu-ray™-schrijfstation BDXL™ kunt u gegevens schrijven naar
CD-R, CD-RW, DVD-R, DVD-R DL, DVD-RW, DVD+R, DVD+R DL, DVD
+RW, DVD-RAM, BD-R, BD-R DL, BD-RE, BD-RE DL,BD-R TL, BD-R QL
of BD-RE TL.
Gebruikershandleiding3-10
Wanneer u media beschrijft met behulp van een optisch station, moet u de
netadapter altijd aansluiten op een stopcontact.
Belangrijk bericht
Lees dit gedeelte grondig door voordat u media gaat beschrijven die door
het optische station worden ondersteund en volg alle configuratie- en
gebruiksaanwijzingen. Doet u dat niet, dan kan het gebeuren dan het
optische station niet correct werkt en krijgt u mogelijk te maken met schrijfof herschrijffouten, wat kan leiden tot gegevensverlies of schade aan
station of media.
Afwijzing van aansprakelijkheid
TOSHIBA is niet aansprakelijk voor:
Schade aan een schijf die is veroorzaakt door te (her)schrijven met dit
product.
Wijzigingen in of verlies van de opgenomen inhoud van media als
gevolg van het schrijf- of herschrijfproces, en eventuele resulterende
winstderving of bedrijfsschade.
Schade die is veroorzaakt door het gebruik van hardware of software
van andere leveranciers.
Hedendaagse optische stations zijn onderhevig aan dusdanige
technologische beperkingen dat er onverwachte schijf- of herschrijffouten
kunnen optreden als gevolg van de schijfkwaliteit of problemen met de
gebruikte apparaten. Het is dan ook raadzaam om ten minste twee kopieën
te maken van belangrijke gegevens, voor het geval de opgenomen inhoud
onverhoopt wordt veranderd of verloren gaat.
Vóór schrijven of herschrijven
Op grond van TOSHIBA’s beperkte compatibiliteitstests worden de
volgende fabrikanten van schijfmedia aanbevolen. De schijfkwaliteit
kan echter van invloed zijn op het schrijf- of herschrijfproces TOSHIBA
staat niet in voor de werking, kwaliteit of prestaties van enigerlei
schijven.
CD-R:
TAIYO YUDEN CO., Ltd.
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD.
CD-RW: (Multi-Speed, High-Speed en Ultra-Speed)
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD.
Gebruikershandleiding3-11
DVD-R:
DVD-specificaties voor beschrijfbare schijven voor algemeen
gebruik, versie 2.0
TAIYO YUDEN Co., Ltd. (voor 8- en 16-speed media)
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD. (voor 8- en 16-speed media)
Hitachi Maxell, Ltd. (voor 8x- en 16x-speed media)
DVD-R DL:
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA Co., Ltd. (voor 4x- en 8x-speed media)
DVD+R:
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD. (voor 8- en 16-speed media)
TAIYO YUDEN Co., Ltd. (voor 8x- en 16x-speed media)
DVD+R DL:
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD. (voor 8-speed media)
DVD-RW:
DVD-specificaties voor herschrijfbare schijven voor versie 1.1 of
versie 1.2
Victor Company of Japan, Ltd. (JVC) (voor 2x-, 4x- en 6x-speed media)
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA Co., Ltd. (voor 2x-, 4x- en 6x-speed
media)
DVD+RW:
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD. (voor 4- en 8-speed media)
DVD-RAM (alleen DVD Super Multi-station):
DVD-specificaties voor DVD-RAM-schijven voor versie 2.0, 2.1 of 2.2
Panasonic Corporation (voor 3x- en 5x-speed media)
Hitachi Maxell, Ltd. (voor 3x- en 5x-speed media)
BD-R:
Panasonic Corporation
BD-R DL:
Panasonic Corporation
BD-RE:
Panasonic Corporation
BD-RE DL:
Panasonic Corporation
Gebruikershandleiding3-12
BD-R TL:
TDK.
SHARP
BD-RE TL:
Panasonic Corporation
DVD-R DL- en DVD+R DL-schijven in bepaalde indelingen kunnen
onleesbaar zijn.
Schijven die zijn gemaakt als DVD-R DL indeling 4 (Layer Jump
Recording) kunnen niet worden gelezen.
Tijdens schrijven of herschrijven
Neem de volgende punten in acht wanneer u een medium beschrijft of
herschrijft:
Kopieer gegevens altijd van de vaste schijf naar het optische station.
Gebruik geen knippen en plakken, aangezien de oorspronkelijke
gegevens verloren gaan ingeval van een schrijffout.
Vermijd de volgende handelingen:
Wisselen tussen gebruikers in het besturingssysteem.
De computer gebruiken voor een andere functie zoals het gebruik
van een muis.
Een communicatietoepassing starten.
Handelingen waardoor de computer wordt blootgesteld aan
schokken of trillingen.
Het installeren, verwijderen of aansluiten van externe apparaten
zoals een geheugenkaart, USB-apparaat of een optisch digitaal
apparaat.
Gebruik van de audio-/videobedieningsknoppen om geluid te
reproduceren.
Het openen van het optische station.
Gebruik tijdens het schrijven of herschrijven niet de functies Afsluiten,
Afmelden, Slaapstand of Sluimerstand.
Zorg ervoor dat het schrijven/herschrijven is voltooid voordat u
overschakelt naar de slaapstand of de sluimerstand. (U kunt een
optisch medium uit het optische schijfstation verwijderen nadat het
schrijven is voltooid.)
Controleer of de schijven van goede kwaliteit, schoon en
onbeschadigd zijn. Is dit niet het geval, dan kunnen fouten optreden
tijdens het (her)schrijven.
Plaats de computer op een horizontale ondergrond en vermijd
plaatsen die blootstaan aan trillingen zoals auto's of treinen. Gebruik
ook geen instabiele plekken zoals een wankele tafel.
Gebruikershandleiding3-13
Houd mobiele telefoons en andere draadloze communicatieapparaten
uit de buurt van de computer.
TOSHIBA Disc Creator
Wanneer u TOSHIBA Disc Creator gebruikt, dient u rekening te houden
met de volgende beperkingen:
TOSHIBA Disc Creator kan niet worden gebruikt om DVD-video's te
maken.
TOSHIBA Disc Creator kan niet worden gebruikt om audio-DVD's te
maken.
U kunt met de functie 'Audio-CD' van TOSHIBA Disc Creator geen
muziek opnemen op DVD-R, DVD-R DL, DVD-RW, DVD+R, DVD+R
DL of DVD+RW.
Gebruik de functie 'Schijfback-up' van TOSHIBA Disc Creator niet om
auteursrechtelijk beschermde DVD-video's en DVD-ROM's te
kopiëren.
U kunt met de functie 'Schijfback-up' van TOSHIBA Disc Creator geen
reservekopieën van DVD-RAM-schijven maken.
U kunt de inhoud van een CD-ROM, CD-R of CD-RW niet naar een
DVD-R, DVD-R DL of DVD-RW kopiëren met de functie 'Schijfbackup' van TOSHIBA Disc Creator.
U kunt de inhoud van een CD-ROM, CD-R of CD-RW niet naar een ,
DVD+R, DVD+R DL of DVD+RW kopiëren met de functie 'Schijfbackup' van TOSHIBA Disc Creator.
U kunt de inhoud van een DVD-ROM, video-DVD, DVD-R, DVD-R DL,
DVD-RW, DVD+R, DVD+R DL of DVD+RW niet naar een CD-R of
CD-RW kopiëren met de functie 'Schijfback-up' van TOSHIBA Disc
Creator.
TOSHIBA Disc Creator kan niet opnemen in de pakketindeling.
Met de functie 'Schijfback-up' van TOSHIBA Creator kunt u wellicht
geen back-up maken van een DVD-R, DVD-R DL, DVD-RW, DVD+R,
DVD+R DL of DVD+RW die met andere software op een andere
recorder is gemaakt.
Als u gegevens toevoegt aan een DVD-R, DVD-R DL, DVD+R of DVD
+R DL waarop reeds gegevens zijn opgenomen, kunnen de
toegevoegde gegevens in bepaalde omstandigheden niet worden
gelezen. Zo kan er bijvoorbeeld niets worden gelezen vanuit 16-bits
besturingsystemen zoals Windows 98SE en Windows ME. In
Windows NT4 hebt u Service Pack 6 of later nodig om gegevens te
kunnen lezen en in Windows 2000 hebt u hiervoor Service Pack 2 of
later nodig. Daarnaast kunnen met bepaalde DVD-ROM-stations en
DVD-ROM- en CD-R/-RW-stations toegevoegde gegevens in het
geheel niet worden gelezen, ongeacht het besturingssysteem.
TOSHIBA Disc Creator ondersteunt het opnemen naar DVD-RAMschijven niet. Hiervoor hebt u Windows Verkenner of een soortgelijk
hulpprogramma nodig.
Gebruikershandleiding3-14
Als u een back-up maakt van een DVD, dient u ervoor te zorgen dat
het bronstation het opnemen naar DVD-R, DVD-R DL, DVD-RW, DVD
+R, DVD+R DL of DVD+RW ondersteunt. Als dit niet het geval is, zal
de back-up van de bronschijf mogelijk niet goed zijn.
Als u een reservekopie maakt van een DVD-R, DVD-R DL, DVD-RW,
DVD+R, DVD+R DL of DVD+RW, dient u hetzelfde type schijf te
gebruiken.
Gegevens die naar een CD-RW, DVD-RW of DVD+RW zijn
geschreven, kunnen niet gedeeltelijk worden verwijderd.
Gegevenscontrole
Om te controleren of het schrijf-/herschrijfproces naar correct verloopt,
voert u de volgende stappen uit voordat u gegevens naar een
gegevensschijf schrijft:
1.Klik op Start -> Alle programma's -> TOSHIBA -> Media &
entertainment -> Disc Creator om het hulpprogramma TOSHIBA
Disc Creator te openen.
2.Geef het dialoogvenster met instellingen weer door een van de
volgende twee stappen uit te voeren:
Klik op de knop Opname-instellingen (
hoofdwerkbalk in de modus Gegevens-CD/DVD.
Selecteer Instellingen voor elke modus -> Gegevens-CD/DVD in
het menu Instellingen.
3.Schakel het selectievakje Geschreven gegevens controleren in.
4.Selecteer de modus Bestand openen of Volledige vergelijking.
5.Klik op OK.
) voor schrijven op de
Meer informatie over TOSHIBA Disc Creator achterhalen
Raadpleeg de Help-bestanden voor meer informatie over TOSHIBA Disc
Creator.
Corel Digital Studio for TOSHIBA gebruiken
Sommige modellen zijn voorzien van deze functie.
Een DVD-video of film op Blu-ray Disc™ maken
Eenvoudige stappen voor het maken van een DVD-video of film op Blu-ray
Disc™ van een videobron:
1.Klik op Start -> Alle programma's -> Corel Digital Studio for TOSHIBA -> Corel Digital Studio for TOSHIBA om Corel Digital
Studio te starten.
2.Plaats een schijf in het optische station.
3.Zoek een videobron en sleep deze naar de Media Tray.
4.Klik op Burn -> Video Disc.
5.Selecteer DVD of Blu-ray bij Select disc (Schijf selecteren).
Gebruikershandleiding3-15
6.Selecteer DVD-Video of BDMV voor Project format (Projectindeling).
7.Voer een projectnaam in en selecteer een stijl.
8.Klik op de knop Go to menu editing (Ga naar menubewerking).
9.Klik op de knop Burn (Branden).
Meer informatie over Corel Digital Studio
Raadpleeg de Help-bestanden en de handleiding voor aanvullende
informatie over Corel Digital Studio.
De handleiding van Corel Digital Studio openen
Druk op F1 terwijl Corel Digital Studio is gestart.
Belangrijke informatie over het gebruik
Houd rekening met de volgende beperkingen wanneer u een video-DVD of
film op Blu-ray Disc™ schrijft, bestanden converteert of bestanden
afspeelt.
Digitale video bewerken
Meld u aan met beheerdersrechten om Corel Digital Studio te
gebruiken.
Zorg dat de computer op de netadapter werkt wanneer u Corel Digital
Studio gebruikt.
Zorg dat de computer met een volledige stroomvoorziening werkt.
Gebruik geen energiebesparingsfuncties.
U kunt een voorbeeld weergeven terwijl u een DVD bewerkt. Als
echter een andere toepassing actief is, worden voorbeelden mogelijk
niet correct weergegeven.
Met Corel Digital Studio kunt u geen inhoud met kopieerbeveiliging
bewerken of afspelen.
Activeer de slaapstand of de sluimerstand niet terwijl u Corel Digital
Studio gebruikt.
Gebruik Corel Digital Studio niet direct nadat u de computer hebt
aangezet. Wacht tot alle schijfactiviteit is geëindigd.
Deze versie ondersteunt geen CD-recorder-, DVD-audio- en videoCD-functies.
Voer geen programma's uit die de CPU belasten, zoals een
schermbeveiliging.
MP3-bestanden coderen of decoderen wordt niet ondersteund.
De DVD-VR-indeling wordt niet ondersteund door deze versie.
Voordat u de opneemt op een video-DVD of Blu-ray Disc™
Als u opneemt op een DVD of een Blu-ray Disc™, gebruik dan alleen
schijven die worden aanbevolen door de fabrikant van het station.
Stel de werkschijf niet in op een traag apparaat, zoals een vaste schijf
met USB 1.1, omdat anders geen DVD’s of Blu-ray Discs™ kunnen
worden geschreven.
Gebruikershandleiding3-16
Vermijd de volgende handelingen:
De computer gebruiken voor een andere functie zoals het gebruik van
een muis.
Handelingen waardoor de computer wordt blootgesteld aan schokken
of trillingen.
Gebruik van de modusschakelaar en audio-/videobedieningsknoppen
om muziek of spraak te reproduceren.
Het openen van het optische station.
Het installeren, verwijderen of aansluiten van externe apparaten zoals
een geheugenkaart, USB-apparaat, extern beeldscherm of digitaal
optisch apparaat.
Controleer de schijf nadat u belangrijke gegevens hebt opgenomen.
Uitvoer naar de indelingen VCD en SVCD wordt niet ondersteund.
De schijf uitwerpen.
Over opgenomen DVD’s en Blu-ray™-discs
Sommige DVD-ROM-stations voor computers of andere DVD-spelers
kunnen mogelijk geen DVD-R/+R/-RW/+RW/-RAM's lezen.
Wanneer u een opgenomen DVD op uw computer afspeelt, gebruikt u
de toepassing TOSHIBA VIDEO PLAYER of TOSHIBA Blu-ray Disc
Player.
Als u een opgenomen Blu-ray Disc™ op de computer afspeelt, kunt u
het beste de toepassing TOSHIBA Blu-ray Disc™ Player gebruiken.
Als u een vaak gebruikte herschrijfbare schijf gebruikt, is een volledige
formattering wellicht niet mogelijk. Gebruik een nieuwe schijf.
TOSHIBA VIDEO PLAYER
Wanneer u TOSHIBA VIDEO PLAYER gebruikt, dient u rekening te
houden met de volgende beperkingen:
Opmerkingen betreffende het gebruik
Deze software kan alleen worden gebruikt in Windows 7.
TOSHIBA VIDEO PLAYER wordt meegeleverd voor weergave van
DVD-video en DVD-VR.
Er kunnen frames wegvallen, het geluid kan overslaan en het geluid
en beeld kunnen niet meer synchroon lopen tijdens de weergave van
bepaalde DVD-video's.
Sluit alle andere toepassingen wanneer u TOSHIBA VIDEO PLAYER
gebruikt. Open geen andere toepassingen en voer geen andere
bewerkingen uit tijdens de videoweergave. De weergave kan in
sommige gevallen stoppen of niet correct werken.
Niet-afgesloten DVD's die zijn gemaakt op een gewone DVD-recorder
kunnen mogelijk niet worden afgespeeld op de computer.
Gebruikershandleiding3-17
Gebruik DVD-video's met een de regiocode 'gelijk aan de
standaardfabrieksinstelling' (indien van toepassing) of 'alles'.
Speel geen video af terwijl u met een ander programma een
televisieprogramma kijkt of opneemt. Hierdoor kunnen fouten ontstaan
in de weergave van DVD-video of de opname van het
televisieprogramma. Als een voorgeprogrammeerde opname start
tijdens DVD-video-weergave, kan dit fouten veroorzaken in de
weergave van de DVD-video of de opname van het
televisieprogramma. Bekijk een DVD-video wanneer er geen opname
is geprogrammeerd.
De hervattingsfunctie kan niet worden gebruikt met bepaalde schijven
in TOSHIBA VIDEO PLAYER.
De schermbeveiliging wordt uitgeschakeld tijdens videoweergave met
TOSHIBA VIDEO PLAYER. De computer wordt niet automatisch in de
sluimerstand, slaapstand of afsluitmodus gezet.
Configureer de functie Beeldscherm automatisch uitschakelen niet
zodanig dat deze wordt uitgevoerd terwijl TOSHIBA VIDEO PLAYER
actief is.
Schakel niet over naar de sluimerstand of de slaapstand terwijl u
TOSHIBA VIDEO PLAYER gebruikt.
Vergrendel de computer niet met de toetsen Windows-logo ( ) + L
of FN + F1 wanneer u TOSHIBA VIDEO PLAYER gebruikt.
TOSHIBA VIDEO PLAYER heeft een functie voor ouderlijk toezicht.
Ter bescherming van het auteursrecht is de Windows-functie Print
Screen uitgeschakeld wanneer TOSHIBA VIDEO PLAYER wordt
uitgevoerd.
De Print Screen-functies zijn zelfs uitgeschakeld als u andere
toepassingen uitvoert naast TOSHIBA VIDEO PLAYER en TOSHIBA
VIDEO PLAYER is geminimaliseerd. Sluit TOSHIBA VIDEO PLAYER
als u de Print Screen-functie wilt gebruiken.
Installeer of verwijder TOSHIBA VIDEO PLAYER terwijl u bent
aangemeld met een gebruikersaccount met beheerdersrechten.
Schakel niet over naar een andere Windows-gebruiker terwijl
TOSHIBA VIDEO PLAYER wordt uitgevoerd.
Als u bij sommige DVD-video's het geluidsspoor wijzigt via het
bedieningsvenster, wordt ook het ondertitelspoor gewijzigd.
Als het scherm knippert terwijl u een DVD met ondertitels afspeelt in
Media Player, gebruikt u TOSHIBA VIDEO PLAYER of Windows
Media Center om de DVD af te spelen.
Deze software kan MPEG2-, MP4- en WTV-bestanden afspelen die
zijn gemaakt met Corel Digital Studio voor TOSHIBA. De weergave
werkt mogelijk niet correct als u andere bestanden dan deze
bestandstypen gebruikt.
Gebruikershandleiding3-18
Beeldschermen en geluid
TOSHIBA VIDEO PLAYER kan alleen worden uitgevoerd als 'Kleuren'
is ingesteld op 'Ware kleuren (32 bits)'. Klik op Start ->
Configuratiescherm -> Vormgeving en persoonlijke instellingen > Beeldscherm -> Resolutie aanpassen, klik op 'Geavanceerde
instellingen', selecteer het tabblad 'Monitor' en stel 'Kleuren' in op
'Ware kleuren (32-bits)'.
Als het beeld van de DVD-video niet wordt weergegeven op het
externe beeldscherm of de televisie, stopt u TOSHIBA VIDEO
PLAYER en wijzigt u de schermresolutie. Als u de schermresolutie wilt
wijzigen, klikt u op Start -> Configuratiescherm -> Vormgeving en persoonlijke instellingen -> Beeldscherm -> Resolutie aanpassen.
Video kan echter niet worden uitgevoerd naar sommige externe
schermen en televisie vanwege de uitvoer- of
weergaveomstandigheden.
Als u DVD-video kijkt op een extern scherm of een tv, wijzigt u het
weergaveapparaat voordat u de video start. Een video-DVD kan niet
gelijktijdig (in kloonmodus) op zowel het computerscherm als het
externe scherm worden weergegeven.
Wijzig de schermresolutie niet terwijl TOSHIBA VIDEO PLAYER wordt
uitgevoerd.
Wijzig het weergaveapparaat niet terwijl TOSHIBA VIDEO PLAYER
wordt uitgevoerd.
Functies voor 3D-weergave
(alleen op bepaalde modellen)
TOSHIBA VIDEO PLAYER biedt een 3D-weergavefunctie die 3D-video-
inhoud kan afspelen en 2D-homevideo's (DVD of videobestand) kan
omzetten in 3D met behulp van real-time 2D-naar-3D-conversie.
Het effect van 3D kan alleen worden weergegeven op externe 3Dapparaten die zijn aangesloten op een HDMI-uitgang. Het kan niet
worden weergegeven op het interne beeldscherm.
De functie voor 2D-naar-3D-conversie gebruikt TOSHIBA’s originele
algoritme om een 3D-effect toe te passen op uw eigen 2D-video's.
Deze functie biedt echter niet dezelfde soort video-inhoud als een
video die oorspronkelijk wordt aangeboden in 3D en maakt geen
nieuwe video in de 3D-indeling, maar speelt enkel 2D-video's af in een
3D-achtige modus.
De functie voor 2D-naar-3D-conversie is bedoeld om u desgewenst in
3D te kunnen laten genieten van uw eigen 2D-homevideo's en van
andere 2D-inhoud die u maakt.
Gebruikershandleiding3-19
TOSHIBA VIDEO PLAYER is standaard ingesteld op de 2D-indeling.
Pas als u drukt op de knop van de functie voor 2D-naar-3D-conversie,
activeert u deze functie en geeft u aan dat u uw 2D-inhoud in 3D wilt
weergeven. TOSHIBA VIDEO PLAYER voert de functie voor 2Dnaar-3D-conversie niet automatisch uit. Raadpleeg de
waarschuwingen in dit gedeelte met betrekking tot mogelijke
schending van het auteursrecht en zorg dat u over de benodigde
toestemming beschikt.
TOSHIBA VIDEO PLAYER is bedoeld om DVD-video-, DVD-VR- en
videobestanden af te spelen en om 2D-homevideos's weer te geven in
3D. Voor 3D-weergave van video-inhoud die niet door de gebruiker is
gemaakt, is mogelijk toestemming van derden nodig indien de inhoud
wordt beschermd door het auteursrecht. TOSHIBA hecht veel waarde
aan de bescherming van intellectuele eigendomsrechten. Daarom
benadrukt TOSHIBA dat de speler niet mag worden gebruikt op een
manier die dergelijke rechten schendt. Het is uw verantwoordelijkheid
om ervoor te zorgen dat u geen toepasselijke wetten met betrekking
tot intellectueel eigendom schendt wanneer u besluit de speler te
gebruiken en met name wanneer u de functie voor 2D-naar-3Dconversie van TOSHIBA VIDEO PLAYER gebruikt.
Sommige functies werken niet tijdens 3D-weergave. In dat geval zijn
de bijbehorende knoppen niet beschikbaar.
Er kan enige vertraging optreden als u een van de volgende
bewerkingen uitvoert terwijl het videoweergavevenster schermvullend
wordt weergegeven.
Vensters weergeven zoals het menu van de rechtermuisknop, het
instellingenvenster, [Titel/hoofdstuk zoeken], [Bestand selecteren]
of een foutbericht.
Bewerkingen in Windows
- Bewerkingen in andere toepassingen
3D-weergave kan alleen schermvullend worden uitgevoerd. Wanneer
u 3D-weergave inschakelt, wordt het videoweergavevenster
automatisch schermvullend gemaakt.
Als u 3D-weergave wilt gebruiken op een extern beeldscherm of een
tv, moet u een beeldscherm/tv met 3D-ondersteuning en een HDCPcompatibele HDMI-poort gebruiken.
3D-video-inhoud kan alleen worden afgespeeld op een extern
beeldscherm via HDMI met 3D.
Het 3D-effect verschilt per persoon.
Kijken naar 3D-beelden kan een onaangenaam gevoel veroorzaken.
Stop in dat geval met kijken en raadpleeg een arts.
Overweeg voordat u een kind toestaat om naar 3D-inhoud te kijken, of
dit wel geschikt voor hem of haar is en of u de kijkduur moet
beperken.
Afhankelijk van de verlichtingsomstandigheden van de kamer kunt u
flikkeringen waarnemen wanneer u de 3D-bril draagt.
Gebruikershandleiding3-20
De functies voor upconvert en 3D-weergave kunnen niet tegelijkertijd
worden gebruikt. Als u overschakelt naar 3D-weergave terwijl
upconvert wordt uitgevoerd, wordt de upconvert-functie automatisch
uitgeschakeld.
Afhankelijk van de video-inhoud kan deze mogelijk niet worden
afgespeeld in 3D.
Alleen de video-indelingen Side-by-Side en Interleave 3D worden
ondersteund voor weergave van 3D-video-inhoud.
TOSHIBA VIDEO PLAYER starten
Voer de volgende stappen uit om TOSHIBA VIDEO PLAYER te starten.
1.
Plaats een DVD-Video in het DVD-station terwijl Windows® 7 wordt
uitgevoerd.
Wanneer een DVD-video in het DVD-station wordt geplaatst (voor
modellen met een DVD-station) en het venster voor selectie van de
toepassing verschijnt, selecteert u Dvd-film afspelen (met TOSHIBA VIDEO PLAYER) om TOSHIBA VIDEO PLAYER te starten.
2.Selecteer Start -> Alle programma's -> Media & entertainment ->TOSHIBA VIDEO PLAYER om TOSHIBA VIDEO PLAYER te starten.
TOSHIBA VIDEO PLAYER gebruiken
Opmerkingen over het gebruik van TOSHIBA VIDEO PLAYER.
De schermweergave en de beschikbare functies kunnen per videoDVD en per scène verschillen.
Als het menu in het weergavegebied is geopend via het bovenste
menu of de menuknoppen in het bedieningsvenster, kan de muis
mogelijk niet worden gebruikt om het menu te bedienen.
De Help van TOSHIBA VIDEO PLAYER 3D openen
De functies van en instructies voor TOSHIBA VIDEO PLAYER worden ook
uitgebreid toegelicht in de Help van TOSHIBA VIDEO PLAYER. Voer de
volgende stappen uit om de Help van TOSHIBA VIDEO PLAYER te
openen.
Klik op de knop Help (
) in het weergavegebied.
TOSHIBA Blu-ray Disc™ Player
Wanneer u TOSHIBA Blu-ray Disc™ Player gebruikt, dient u rekening te
houden met de volgende beperkingen:
Opmerkingen betreffende het gebruik
Deze software kan alleen worden gebruikt in Windows 7.
Gebruikershandleiding3-21
Tijdens de weergave van inhoud met een hoge bitsnelheid kunnen
frames wegvallen, kan het geluid overslaan of kunnen de
computerprestaties afnemen.
Sluit alle andere toepassingen voordat u een Blu-ray Disc™ afspeelt.
Open geen andere toepassingen en voer geen andere bewerkingen
uit tijdens de weergave van een Blu-ray Disc™.
Schakel niet over naar de sluimerstand of slaapstand terwijl u
TOSHIBA Blu-ray Disc™ Player gebruikt.
Aangezien de weergave van Blu-ray Discs™ werkt op basis van
programma's die in de inhoud zijn ingebouwd, kunnen de werkwijze,
schermen, geluidseffecten, pictogrammen en andere functies per
schijf verschillen. Raadpleeg voor meer informatie over deze items de
instructies bij de inhoud of neem rechtstreeks contact op met de
fabrikant van de inhoud.
Sluit de netadapter van de computer aan wanneer u een Blu-ray
Disc™ afspeelt.
TOSHIBA Blu-ray Disc™ Player ondersteunt de
kopieerbeveiligingstechnologie AACS (Advanced Access Control
System). De AACS-code die in dit product is ingebouwd, moet worden
vernieuwd als u ononderbroken wilt genieten van Blu-ray Discs™.
Voor verlenging is een internetverbinding vereist.
U kunt de AACS-code gratis vernieuwen gedurende 5 jaar nadat u dit
product hebt gekocht. Na 5 jaar gelden er echter voorwaarden voor de
vernieuwing die worden bepaald door de softwareleverancier,
TOSHIBA Corporation.
Speel geen Blu-ray Disc™ af terwijl u een televisieprogramma
opneemt met Windows Media Center, Mijn tv of een andere
toepassing. Hierdoor kunnen fouten ontstaan in de weergave van de
Blu-ray Disc™ of de opname van het televisieprogramma. Als een
voorgeprogrammeerde opname start tijdens weergave van een video
op een Blu-ray Disc™, kan dit fouten veroorzaken in de weergave van
de Blu-ray Disc™ of de opname van het televisieprogramma. Bekijk
een video op Blu-ray Disc™ wanneer er geen opname is
geprogrammeerd.
De sneltoets functioneert niet wanneer een BD-J-titel wordt
afgespeeld.
De hervattingsfunctie kan niet worden gebruikt met sommige schijven
en TOSHIBA Blu-ray Disc™ Player.
De interactieve functie van Blu-ray™-discs werkt mogelijk niet,
afhankelijk van de inhoud of de netwerksituatie.
Blu-ray™-stations en de bijbehorende media worden vervaardigd
conform de specificaties van drie verkoopgebieden. Regiocodes
kunnen worden ingesteld via TOSHIBA Blu-ray Disc™ Player. (Klik in
het weergavegebied op de knop Setting (Instelling) en klik op het
menu Region (Regio)). Om problemen bij het afspelen van Blu-ray™video's te voorkomen, dient u bij de aanschaf ervan te controleren of
de disc geschikt is voor uw station.
Gebruikershandleiding3-22
Als u video wilt afspelen op een extern beeldscherm of een tv met
TOSHIBA Blu-ray Disc™ Player, gebruikt u een uitvoerapparaat, zoals
een extern beeldscherm of een tv, met een HDMI-poort met HDCPondersteuning.
De film op de Blu-ray Disc™ kan alleen worden afgespeeld op het
interne LCD-scherm of op externe apparaten die zijn aangesloten via
een HDMI-uitgang. In de kloonmodus (Dual View) wordt TOSHIBA
Blu-ray Disc™ Player weergegeven op het scherm dat als
hoofdscherm is ingesteld; de andere schermen zijn zwart.
Dit product kan geen HD DVD-schijven afspelen. Voor HD-weergave
zijn Blu-ray™-discs met high-definition inhoud vereist.
Deze software kan MPEG2-, MP4- en WTV-bestanden afspelen die
zijn gemaakt met Corel Digital Studio voor TOSHIBA. De weergave
werkt mogelijk niet correct als u andere bestanden dan deze
bestandstypen gebruikt.
Opmerkingen over 3D-weergave voor TOSHIBA Blu-ray
Disc™ Player
(alleen op bepaalde modellen)
De 3D-weergavefunctie kan 3D-video-inhoud en 2D-homevideo's en
andere 2D-inhoud die u hebt gemaakt (DVD of videobestand) afspelen in
3D met behulp van real-time 2D-naar-3D-conversie.
De 3D-weergavefunctie kan NIET worden gebruikt om 2D-videoinhoud op een Blu-ray Disc™ of AVCHD in 3D af te spelen met behulp
van real-time 2D-naar-3D-conversie.
De 3D-weergavefunctie van de speler is alleen bedoeld voor
persoonlijk gebruik thuis. Houd er rekening mee dat toepasselijke
auteurswetten weergave in het openbaar kunnen verbieden wanneer
u 3D-weergave van video-inhoud van derden aanbiedt aan onbekende
personen of een groot publiek.
De functie voor 2D-naar-3D-conversie gebruikt TOSHIBA’s originele
algoritme om een 3D-effect toe te passen op uw eigen 2D-video's.
Deze functie biedt echter niet dezelfde soort video-inhoud als een
video die oorspronkelijk wordt aangeboden in 3D en maakt geen
nieuwe video in de 3D-indeling, maar speelt enkel 2D-video's af in een
3D-achtige modus.
Het beeld dat wordt gegenereerd door de functie voor 2D-naar-3Dconversie is niet hetzelfde als het beeld dat wordt gemaakt voor 3Dweergave. De functie voor 2D-naar-3D-conversie gebruikt TOSHIBA’s
originele algoritme om een pseudo-3D-effect toe te passen op de 2Dinhoud.
Gebruikershandleiding3-23
De speler is standaard ingesteld op de 2D-indeling. Pas als u drukt op
de knop van de functie voor 2D-naar-3D-conversie, activeert u deze
functie en geeft u aan dat u uw 2D-inhoud in 3D wilt weergeven. De
speler voert de functie voor 2D-naar-3D-conversie niet automatisch
uit. Raadpleeg de waarschuwingen in dit gedeelte met betrekking tot
mogelijke schending van het auteursrecht en zorg dat u over de
benodigde toestemming beschikt.
De speler is bedoeld om DVD-video, DVD-VR en videobestanden af te
spelen en om 2D-homevideo's en andere 2D-inhoud die u zelf hebt
gemaakt weer te geven in 3D. Voor 3D-weergave van video-inhoud
die niet door de gebruiker is gemaakt, kan directe of indirecte
toestemming van derden zijn vereist, indien dergelijke inhoud wordt
beschermd door het auteursrecht, tenzij anders is toegestaan volgend
de toepasselijke wetten. TOSHIBA hecht veel waarde aan de
bescherming van intellectuele eigendomsrechten. Daarom benadrukt
TOSHIBA dat de speler niet mag worden gebruikt op een manier die
dergelijke rechten schendt. Het is uw verantwoordelijkheid om ervoor
te zorgen dat u geen toepasselijke wetten met betrekking tot
intellectueel eigendom schendt wanneer u besluit de speler te
gebruiken en met name wanneer u de functie voor 2D-naar-3Dconversie van de speler gebruikt.
Sommige functies kunnen niet worden gebruikt tijdens 3D-weergave.
In dat geval zijn de knoppen voor dergelijke functies mogelijk niet
beschikbaar.
Afhankelijk van de systeemomgeving kan de speler automatisch
overschakelen naar 2D als u een van de volgende bewerkingen
uitvoert tijdens 3D-weergave. Bovendien kunt u enige vertraging
ondervinden wanneer de omschakeling plaatsvindt.
- Vensters of pop-upmenu's openen zoals het menu van de
rechtermuisknop, het instellingenvenster, [Bestand selecteren] of een
foutbericht.
- Windows-functies gebruiken.
- Andere toepassingen gebruiken.
Zorg dat u de netadapter aansluit wanneer u de functie voor 3D-
weergave gebruikt.
Afhankelijk van de systeemomgeving kan de 3D-weergave mogelijk
alleen worden gebruikt als het videovenster schermvullend wordt
weergegeven. De 3D-weergave werkt mogelijk niet in een venster.
Als u 3D-weergave wilt gebruiken op een extern beeldscherm of een
tv, moet u een beeldscherm/tv met 3D-ondersteuning en een HDCPcompatibele HDMI-poort gebruiken.
3D-video-inhoud kan alleen worden weergegeven op een extern
beeldscherm dat 3D-functies ondersteunt en is aangesloten via HDMI
met 3D.
Gebruikershandleiding3-24
De 3D-instellingen kunnen worden gewijzigd in het venster 'Settings'
(Instellingen), maar het wordt ten zeerste aanbevolen de
standaardinstellingen te gebruiken. Als u de instellingen wijzigt, kan
het stereoscopische 3D-effect sterker worden, wat kan leiden tot
vermoeide ogen.
Het 3D-effect verschilt per persoon. Stop de weergave en controleer
de instellingen van de apparatuur als u dubbele videobeelden ziet of
het stereoscopische 3D-effect niet ziet wanneer u 3D-videobeelden
kijkt. Als u het beeld nog steeds niet correct ziet, stopt u de weergave.
Kijk geen 3D-videobeelden of stop met kijken als u zich ziek voelt of
een onaangenaam gevoel krijgt.
Ga recht voor het scherm zitten wanneer u 3D-videobeelden kijkt.
Neem tussendoor regelmatig pauze.
Vanwege de mogelijke invloed op de ontwikkeling van het
gezichtsvermogen moeten kijkers van 3D-videobeelden 6 jaar of
ouder zijn.
Overweeg voordat u een kind toestaat om naar 3D-inhoud te kijken, of
dit wel geschikt voor hem of haar is en of u de kijkduur moet
beperken.
Deze software biedt geen kinderslot voor 3D-videoweergave. Gebruik
de Windows-functies voor aanmelding met een wachtwoord als u zich
zorgen maakt over het effect van 3D-weergave op het
gezichtsvermogen van uw kinderen.
Deze software kan MPEG2-, MP4- en WTV-bestanden afspelen. Uw
eigen 2D-video-inhoud die u hebt opgenomen met een
videocamcorder en andere inhoud die u zelf hebt gemaakt kan worden
afgespeeld in 2D of in 3D met behulp van real-time 2D-naar-3Dconversie. Voor de weergave van 3D-video-inhoud worden alleen de
3D-video-indelingen Side-by-Side en Interleave ondersteund.
Niet alle bestanden kunnen worden afgespeeld.
TOSHIBA Blu-ray Disc™ Player starten
Voer de volgende stappen uit om TOSHIBA Blu-ray Disc™ Player te
starten.
Als een Blu-ray Disc™ in het Blu-ray™-station is geplaatst, wordt
TOSHIBA Blu-ray Disc™ Player automatisch gestart of.
Selecteer Start -> Alle programma's -> TOSHIBA -> Media & entertainment -> TOSHIBA Blu-ray Disc™ Player.
TOSHIBA Blu-ray Disc™ Player gebruiken
Opmerkingen over het gebruik van TOSHIBA Blu-ray Disc™ Player.
De schermweergave en de beschikbare functies kunnen per Bluray™-video en per scène verschillen.
Als het menu in het weergavegebied is geopend via het bovenste
menu of de menuknoppen in het bedieningsvenster, kan de muis
mogelijk niet worden gebruikt om het menu te bedienen.
Gebruikershandleiding3-25
De handleiding van TOSHIBA Blu-ray Disc™ Player
openen
De functies van en instructies voor TOSHIBA Blu-ray Disc™ Player worden
uitgebreid toegelicht in de handleiding van TOSHIBA Blu-ray Disc™
Player.
U opent de handleiding van TOSHIBA Blu-ray Disc™ Player als volgt.
Druk op de toets F1 wanneer TOSHIBA Blu-ray Disc™ Player is
gestart en klik op de knop Help.
Draadloze communicatie
De functie voor draadloze communicatie van de computer ondersteunt
sommige draadloze apparaten.
Alleen sommige modellen zijn voorzien van functies voor draadloos LAN
en Bluetooth.
Gebruik de functies voor draadloos LAN (Wi-Fi) en Bluetooth niet in de
buurt van een magnetron of in gebieden met radiostoring of
magnetische velden. Storing van een magnetron of andere bron kan
tot onderbreking van de Wi-Fi- of Bluetooth-functie leiden.
Schakel alle draadloze functies uit in de buurt van personen bij wie
mogelijk een pacemaker of een ander medisch elektrisch apparaat is
geïmplanteerd. Radiogolven kunnen de werking van de pacemaker of
het medische apparaat beïnvloeden met mogelijk ernstig letsel tot
gevolg. Volg de instructies bij uw medische apparaat als u
gebruikmaakt van een draadloze functie.
Schakel de draadloze functie altijd uit als de computer in de buurt
komt van automatische besturingsapparatuur of -toestellen, zoals
automatische deuren of brandmelders. Radiogolven kunnen storingen
veroorzaken in dergelijke apparatuur met mogelijk ernstig letsel tot
gevolg.
Het is wellicht niet mogelijk om een netwerkverbinding met een
opgegeven netwerknaam tot stand te brengen door middel van de adhoc netwerkfunctie. Als dit het geval is, moet het nieuwe netwerk(*)
worden geconfigureerd voor alle computers die zijn aangesloten op
hetzelfde netwerk om zo de netwerkverbindingen opnieuw tot stand te
brengen.
* Zorg dat u de nieuwe netwerknaam gebruikt.
Draadloos LAN
Het draadloze LAN is compatibel met andere LAN-systemen die zijn
gebaseerd op de DSSS-/OFDM-radiotechnologie (Direct Sequence Spread
Spectrum/Orthogonal Frequency Division Multiplexing) en die voldoen aan
de IEEE 802.11-norm voor draadloos LAN.
Gebruikershandleiding3-26
Selectie van frequentiekanaal van 5 GHz voor IEEE 802.11a en/of
IEEE802.11n
Selectie van frequentiekanaal van 2,4 GHz voor IEEE 802.11b/g en/of
IEEE.802.11n
Zwerven (roaming) over meerdere kanalen
Kaartenergiebeheer
WEP-gegevenscodering (Wired Equivalent Privacy), gebaseerd op
De verzendsnelheid via het draadloos LAN en het maximale bereik van het
draadloze LAN kunnen variëren al naar gelang de elektromagnetische
omgeving, obstakels, ontwerp en configuratie van toegangspunten,
clientontwerp en software-/hardwareconfiguratie. De vermelde
verzendsnelheid is de theoretische maximumsnelheid van de
desbetreffende norm. De daadwerkelijke verzendsnelheid zal lager zijn dan
de theoretische maximumsnelheid.
Instelling
1.Zorg dat de functie voor draadloze communicatie is ingeschakeld.
2.Klik op Start -> Configuratiescherm -> Netwerk en internet ->Netwerkcentrum.
3.Klik op Een nieuwe verbinding of een nieuw netwerk instellen.
4.Volg de stappen in de wizard. U hebt de naam van het draadloze
netwerk en de beveiligingsinstellingen nodig. Raadpleeg de
documentatie van de router of de beheerder van het draadloze
netwerk voor de instellingen.
Veiligheid
TOSHIBA beveelt u met klem aan codering in te schakelen om te
voorkomen dat anderen via een draadloze verbinding illegaal toegang
tot uw computer krijgen. Als u dit advies niet opvolgt, stelt u zich bloot
aan afluisterpraktijken en bestaat bovendien het gevaar dat
opgeslagen gegevens door onbevoegden worden verwijderd of
vernietigd.
TOSHIBA is niet verantwoordelijk voor verlies of beschadiging van
gegevens als gevolg van afluisterpraktijken of onrechtmatige toegang
via het draadloze LAN.
Kaartspecificaties
ModelPCI Express Mini-kaart
CompatibiliteitIEEE 802.11-norm voor draadloze LAN's
Wi-Fi (Wireless Fidelity), gecertificeerd door
de Wi-Fi Alliance. Het logo 'Wi-Fi certified' is
een keurmerk van de Wi-Fi Alliance.
Gebruikershandleiding3-27
Netwerkbesturingssysteem
Media Access
Protocol
Microsoft Windows Networking
CSMA/CA (Collision Avoidance) met ACK
(Acknowledgement)
Radiospecificaties
De radiospecificaties van draadloos LAN-modules kunnen variëren
afhankelijk van:
land/regio waarin het product is aangeschaft
type product
Draadloze communicatie is vaak gebonden aan plaatselijke voorschriften
voor radiocommunicatie. Hoewel netwerkproducten voor draadloos LAN
zijn ontworpen voor gebruik op de vrij toegankelijk band 2,4 GHz en 5 GHz,
is het mogelijk dat onder plaatselijke radiovoorschriften beperkingen
worden gesteld aan het gebruik van apparatuur voor draadloze
communicatie.
Radiofrequentie5-GHz band (5150-5850 MHz) (revisie a en
n)
2,4-GHz band (2400-2483,5 MHz) (revisie b/
g en n)
Het bereik van het draadloze signaal is afhankelijk van de
overdrachtssnelheid van de draadloze communicatie. Bij lagere
overdrachtssnelheden kan over grotere afstanden worden
gecommuniceerd.
Het bereik van uw draadloze apparaten kan worden aangetast
wanneer de antennes in de buurt van metalen oppervlakken en
materialen met een hoge dichtheid worden geplaatst.
Het bereik kan eveneens afnemen als gevolg van obstakels op het
pad van het radiosignaal. Deze obstakels kunnen het radiosignaal
namelijk absorberen of reflecteren.
Bluetooth-technologie
Sommige computers in deze serie beschikken over een Bluetooth-functie
voor draadloze communicatie waardoor er geen snoeren meer nodig zijn
tussen elektronische apparaten zoals computers, printers en mobiele
telefoons. Als deze functie is ingeschakeld, biedt Bluetooth snel en
eenvoudig een veilige en betrouwbare, draadloze netwerkomgeving.
U kunt de ingebouwde Bluetooth-functies van de computer en een externe
Bluetooth-adapter niet tegelijk gebruiken. De kenmerken van Bluetoothtechnologie zijn als volgt:
Gebruikershandleiding3-28
Wereldwijde toepasbaarheid
De Bluetooth-radiozender en -ontvanger werkt op de 2,4-GHz band. Deze
band, waarvoor geen vergunning nodig is, is compatibel met
radiosystemen in de meeste landen.
Radioverbindingen
U kunt eenvoudig verbindingen tot stand brengen tussen twee of meer
apparaten, deze verbindingen worden gehandhaafd zelfs als de apparaten
buiten het gezichtsveld van elkaar liggen.
Veiligheid
Twee geavanceerde beveiligingsmechanismen zorgen voor optimale
beveiliging:
Verificatie voorkomt dat onbevoegden toegang tot kritieke gegevens
krijgen en maakt het onmogelijk de oorsprong van een bericht te
vervalsen.
Codering biedt bescherming tegen afluisteren en waarborgt de privacy
van verbindingen.
Bluetooth-stack voor Windows van TOSHIBA
Denk eraan dat deze software speciaal ontworpen is voor de volgende
besturingssystemen:
Windows
Informatie over het gebruik van deze software met deze
besturingssystemen vindt u hieronder. Meer uitgebreide informatie vindt u
in de elektronische Help-bestanden die met de software zijn meegeleverd.
Deze Bluetooth-stack is gebaseerd op de Bluetooth-specificatie, afhankelijk
van het gekochte model. TOSHIBA kan de compatibiliteit tussen
computerproducten en/of andere elektronische apparaten met Bluetooth
alleen garanderen voor notebookcomputers van TOSHIBA.
Release-informatie voor de Bluetooth-stack voor Windows
van TOSHIBA
1.Faxtoepassingen:Sommige faxtoepassingen kunnen niet met deze
Bluetooth-stack worden gebruikt.
2.Meerdere gebruikers: het gebruik van Bluetooth in een omgeving met
meerdere gebruikers wordt niet ondersteund. Dit betekent dat als u
Bluetooth gebruikt, andere gebruikers die op dezelfde computer zijn
aangemeld de Bluetooth-functionaliteit niet kunnen gebruiken.
Productondersteuning:
De nieuwste informatie over de ondersteuning van besturingssystemen,
taalondersteuning of beschikbare upgrades vindt u op onze website in
Gebruikershandleiding3-29
Europa (http://www.toshiba-europe.com/computers/tnt/bluetooth.htm) of de
Verenigde Staten (www.pcsupport.toshiba.com).
LAN
De computer heeft ingebouwde ondersteuning voor Ethernet LAN (10
megabits per seconde, 10BASE-T), Fast Ethernet LAN (100 megabits per
seconde, 100BASE-TX) of Gigabit Ethernet LAN (1000 megabits per
seconde, 1000BASE-T).
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de computer koppelt aan en
ontkoppelt van een LAN.
Installeer of verwijder geen geheugenmodule zolang Activering op LAN is
ingeschakeld.
Typen LAN-kabels
De computer moet correct worden geconfigureerd voordat u verbinding met
een LAN maakt. Als u zich bij een LAN aanmeldt terwijl de
standaardinstellingen van de computer van kracht zijn, kunnen storingen in
het LAN optreden. Vraag de LAN-beheerder naar de juiste
configuratieprocedures.
De functie Activering op LAN werkt niet zonder de netadapter. Laat de
netadapter aangesloten als u deze functie gebruikt.
De verbindingssnelheid (10/100/1000 megabits per seconde)
verandert automatisch, afhankelijk van de netwerkomstandigheden
(aangesloten apparaat, kabel of ruis en dergelijke).
Als u Gigabit Ethernet LAN (1000 megabits per seconde, 1000BASE-T)
gebruikt, dient u de computer via een CAT5E-kabel of hoger aan te sluiten.
U kunt geen CAT3- of CAT5-kabel gebruiken.
Als u Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-TX)
gebruikt, dient u de computer met een CAT5-kabel of hoger aan te sluiten.
U kunt geen CAT3-kabel gebruiken.
Gebruikt u Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T), dan kunt
u de computer aansluiten met een CAT3-kabel of hoger.
De LAN-kabel aansluiten
Voer de volgende stappen uit om de LAN-kabel los te koppelen:
Gebruikershandleiding3-30
Sluit de netadapter aan alvorens de LAN-kabel aan te sluiten. Tijdens
2
1
LAN-gebruik moet de netadapter aangesloten blijven. Als u de
netadapter ontkoppelt terwijl de computer gegevens uitwisselt met een
LAN, wordt de verbinding wellicht verbroken.
Sluit uitsluitend LAN-kabels aan op de LAN-poort. Doet u dat wel, dan
kan dit schade of storingen veroorzaken.
Sluit geen voedingsapparaat aan op de LAN-kabel die aan de LANpoort is gekoppeld. Als u dit doet, kunnen schade of storingen
optreden.
1.Schakel alle externe apparaten uit die op de computer zijn
aangesloten.
2.Koppel één uiteinde van de kabel aan de LAN-poort. Duw voorzichtig
tot de vergrendeling vast klikt.
Afbeelding 3-6 De LAN-kabel aansluiten
1. LAN-kabel2. LAN-aansluiting
3.Koppel het andere uiteinde van de kabel aan een LAN-hubconnector
of router. Raadpleeg de netwerkbeheerder en hardware- of
softwareleverancier voordat u een netwerkverbinding gebruikt of
configureert.
Optionele apparaten
Optionele apparaten kunnen de capaciteiten en de veelzijdigheid van de
computer uitbreiden. In deze paragraaf wordt beschreven hoe de volgende
apparaten worden aangesloten of geïnstalleerd.
Deze computer is uitgerust met een geheugenmediasleuf waarin u
verschillende soorten geheugenmedia met diverse capaciteiten kunt
plaatsen, zodat u eenvoudig gegevens kunt overbrengen vanaf apparaten
zoals digitale camera's en PDA's (Personal Digital Assistants).
Zorg dat er geen voorwerpen in de geheugenmediasleuf terechtkomen. Let
erop dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en
paperclips in de geheugenmediasleuf terechtkomen. Vreemde metalen
voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de computer
beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot
gevolg.
Deze geheugenmediasleuf biedt ondersteuning voor de volgende
geheugenmedia:
Secure Digital (SD)-kaart (SD-geheugenkaart, SDHCgeheugenkaart, SDXC-geheugenkaart, miniSD-kaart, microSDkaart)
Voor gebruik van een miniSD/microSD-kaart is een adapter vereist.
Houd er rekening mee dat niet alle geheugenmedia zijn getest op een
correcte werking. Er kan derhalve niet worden gegarandeerd dat alle
geheugenmedia probleemloos functioneren.
De sleuf ondersteunt geen Magic Gate-functies.
Afbeelding 3-7 Voorbeelden van geheugenmedia
Secure Digital (SD)kaart
Gebruikershandleiding3-32
microSD-
kaartadapter en
microSD-kaart
MultiMediaCard
(MMC)
Memory Stick
Geheugenmedia
Dit gedeelte bevat belangrijke voorzorgsmaatregelen voor een correcte
behandeling van geheugenmedia.
Aandachtspunten met betrekking tot
geheugenkaarten
SD/SDHC/SDXC-geheugenkaarten zijn compatibel met SDMI (Secure
Digital Music Initiative), een technologie ter voorkoming van het illegaal
kopiëren of afspelen van digitale muziek. U kunt beschermd materiaal dus
niet op andere computers of apparaten afspelen of naar andere computers
of apparaten kopiëren, en u mag auteursrechtelijk materiaal alleen
verveelvoudigen voor privégebruik.
Hieronder vindt u een eenvoudige uitleg van de manier waarop u SDgeheugenkaarten kunt onderscheiden van SDHC-geheugenkaarten.
SD-, SDHC- en SDXC-geheugenkaarten zien er vrijwel hetzelfde uit.
Het logo op geheugenkaarten verschilt echter, zodat u bij aanschaf
goed op het logo moet letten.
Het logo van een SD-geheugenkaart is ().
Het logo van een SDHC-geheugenkaart is ().
Het logo van een SDXC-geheugenkaart is (TM).
De maximale capaciteit van SD-geheugenkaarten is 2 GB. De
maximale capaciteit van SDHC-geheugenkaarten is 32 GB. De
maximale capaciteit van SDXC-geheugenkaarten is 64 GB.
Nieuwe mediakaarten worden geformatteerd volgens specifieke normen.
Als u een mediakaart opnieuw wilt formatteren, gebruik hiervoor dan een
apparaat dat mediakaarten kan gebruiken.
Gebruikershandleiding3-33
Een geheugenkaart formatteren
Wanneer u een geheugenkaart koopt, is deze reeds geformatteerd
conform specifieke normen. Als u een geheugenkaart opnieuw formatteert,
dient u deze te formatteren met een apparaat, zoals een digitale camera of
digitale audiospeler, dat geheugenkaarten gebruikt en niet met de
formatteeropdracht van Windows.
Als u alle gebieden van de SD-geheugenkaart wilt formatteren, inclusief het
beschermde gebied, dient u een toepassing aan te schaffen die overweg
kan met het kopieerbeveiligingssysteem.
Behandeling van schijven
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen voor de behandeling van
kaarten in acht.
Buig kaarten niet.
Houd kaarten uit de buurt van vloeistoffen en bewaar ze niet op een
vochtige plaats.
Raak het metalen deel van een kaart niet aan en laat het niet vochtig
of vuil worden.
Plaats de kaart na gebruik terug in de houder.
De kaart kan slechts op één manier worden geplaatst. Gebruik geen
overmatige kracht om de kaart in de sleuf te duwen.
Laat een kaart niet gedeeltelijk in de sleuf zitten. Duw de kaart in de
sleuf totdat deze vastklikt.
Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in de vergrendelde stand als u
geen gegevens wilt vastleggen.
Geheugenkaarten hebben maar een beperkte levensduur, zorg er dus
voor dat u een back-up maakt van belangrijke gegevens.
Verwijder een kaart niet tijdens het lezen of schrijven van gegevens.
De schrijfbeveiliging
De volgende geheugenkaarten hebben een beveiligingsfunctie.
Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in de vergrendelde stand als u geen
gegevens wilt vastleggen.
Een geheugenmedium plaatsen
De volgende instructies zijn van toepassing op alle soorten ondersteunde
media. Voer de volgende stappen uit als u een geheugenmedium wilt
plaatsen:
Gebruikershandleiding3-34
1.Draai het geheugenmedium zodanig dat de contactpunten (metalen
1
2
delen) naar achteren zijn gericht.
2.Plaats het geheugenmedium in de geheugenmediasleuf aan de
linkerkant van de computer.
3.Duw het geheugenmedium voorzichtig aan tot dit stevig vastzit.
Afbeelding 3-8 Een geheugenmedium plaatsen
1. Geheugenmediasleuf2. Geheugenmedium
Zorg dat u het geheugenmedium recht voor de sleuf houdt voordat u
dit plaatst. Als u het medium verkeerd plaatst, kunt u dit mogelijk niet
meer verwijderen.
Raak de metalen contactpunten niet aan wanneer u geheugenmedia
plaatst. Hierdoor wordt het opslaggebied mogelijk blootgesteld aan
statische elektriciteit, waardoor gegevens verloren kunnen gaan.
Schakel niet over op de slaapstand of de sluimerstand terwijl
bestanden worden gekopieerd. Hierdoor kunnen gegevens verloren
gaan.
Een geheugenmedium verwijderen
De volgende instructies zijn van toepassing op alle soorten ondersteunde
media. Voer de volgende stappen uit om een geheugenmedium te
verwijderen:
1.Open het pictogram Hardware veilig verwijderen en media uitwerpen op de Windows-taakbalk.
2.Wijs geheugenmedium aan en klik erop.
3.Druk op het geheugenmedium, zodat dit deels uit de computer steekt.
4.Verwijder nu het medium.
Als u het geheugenmedium verwijdert of de computer uitschakelt
terwijl de computer het geheugenmedium gebruikt, bestaat de kans
dat gegevens op het medium verloren gaan of beschadigd raken.
Verwijder een geheugenmedium niet terwijl de computer in de
Gebruikershandleiding3-35
slaapstand of de sluimerstand staat. Hierdoor kan de computer
instabiel raken of kunnen gegevens op het geheugenmedium verloren
gaan.
Verwijder niet alleen de miniSD/microSD-kaart terwijl u de adapter in
de geheugenmediasleuf laat zitten.
Aanvullende geheugenmodule
U kunt het geheugen van de computer uitbreiden om de hoeveelheid
beschikbaar systeemgeheugen te vergroten. In dit gedeelte wordt
beschreven hoe u een optionele geheugenmodule installeert en verwijdert.
Raak geen andere interne computeronderdelen aan als u een
geheugenmodule installeert of verwijdert.
Plaats de twee geheugenmodules in respectievelijk sleuf A en sleuf B.
De computer werkt nu in de tweekanaalsmodus. U hebt efficiënt
toegang tot de geplaatste geheugenmodules in de
tweekanaalsmodus.
Gebruik alleen geheugenmodules die zijn goedgekeurd door
TOSHIBA.
U mag een geheugenmodule niet installeren of verwijderen in de
volgende omstandigheden:
a. De computer is ingeschakeld.
b. De computer is afgesloten in de slaapstand of de sluimerstand.
c. Activering op LAN is actief.
d. De functie voor draadloze communicatie is ingeschakeld.
e. De functie Slaapstand en laden is ingeschakeld.
Zorg dat u geen schroefjes of ander materiaal in de computer laat
vallen. Dit kan storing of een elektrische schok veroorzaken.
Aanvullende geheugenmodules zijn elektronische
precisiecomponenten die onherstelbaar kunnen worden beschadigd
door statische elektriciteit. Aangezien het menselijk lichaam statische
elektriciteit kan bevatten, is het belangrijk dat u zichzelf ontlaadt
voordat u aanvullende geheugenmodules aanraakt of plaatst. Raak
eenvoudig met blote handen een metalen voorwerp aan om de
statische elektriciteit van uw lichaam te laten afvloeien.
Gebruik een kruiskopschroevendraaier nummer 0 om de schroeven te
verwijderen en vast te draaien. Een verkeerde schroevendraaier kan de
schroefkoppen beschadigen.
Een geheugenmodule installeren
Voer de volgende stappen uit om een geheugenmodule te installeren :
Gebruikershandleiding3-36
1.Zet de computer uit. Zorg dat het aan/uit-lampje uit is (raadpleeg zo
1
2
nodig de paragraaf De computer uitschakelen in hoofdstuk 1, Aan de
slag).
2.Verwijder de netadapter en alle kabels en randapparaten die op de
computer zijn aangesloten.
3.Draai de achterzijde van de computer naar u toe.
4.Draai de schroef los waarmee het afdekplaatje van de
geheugenmodules is bevestigd. De schroef is aan het plaatje
bevestigd om zoekraken te voorkomen.
5.Schuif uw nagel of een dun voorwerp onder het plaatje en til het op.
Afbeelding 3-9 Het afdekplaatje van de geheugenmodule verwijderen
1. Afdekplaatje geheugenmodule2. Schroef
Gebruikershandleiding3-37
6.Breng het uitstekende gedeelte van de geheugenmodule op één lijn
1
3
2
met de geheugensleuf en plaats de voorzichtig in de sleuf onder een
hoek van ongeveer 30 graden. Duw de module vervolgens omlaag tot
deze aan weerszijden vastklikt.
Afbeelding 3-10 De geheugenmodule plaatsen
1. Inkeping3. Sleuf A
2. Sleuf B
Let erop dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes of
paperclips in de computer terechtkomen. Vreemde metalen
voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de computer
beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot
gevolg.
Raak de connectoren op de geheugenmodule en op de computer niet
aan. Vuil op de connectoren kan problemen met de toegang tot het
geheugen veroorzaken.
Sleuf A is gereserveerd voor de eerste geheugenmodule. Gebruik
sleuf B voor het uitbreidingsgeheugen. Als er slechts één module is
geïnstalleerd, gebruikt u sleuf A.
Plaats de groeven aan de randen van de geheugenmodule tegenover
de vergrendellipjes op de connector en sluit de module stevig aan op
de connector. Als het u in eerste instantie niet lukt de
geheugenmodule te installeren, duwt u de vergrendellipjes voorzichtig
naar buiten met uw vinger.
Houd de module vast aan de linker- en rechterrand, de randen met de
groeven.
Gebruikershandleiding3-38
7.Plaats het afdekplaatje van de geheugenmodule terug en bevestig het
1
2
met de schroef.
Zorg ervoor dat het afdekplaatje goed vastzit.
Afbeelding 3-11 Het afdekplaatje over de geheugenmodule plaatsen
1. Afdekplaatje geheugenmodule2. Schroef
8.Zet de computer aan en controleer of het toegevoegde geheugen
wordt herkend door te klikken op Start -> Configuratiescherm ->Systeem en beveiliging -> Systeem.
Een geheugenmodule verwijderen
Voer de volgende stappen uit als u een geheugenmodule wilt verwijderen:
1.Zet de computer uit. Zorg dat het aan/uit-lampje uit is (raadpleeg zo
nodig de paragraaf De computer uitschakelen in hoofdstuk 1, Aan de
slag).
2.Verwijder de netadapter en alle kabels en randapparaten die op de
computer zijn aangesloten.
3.Draai de achterzijde van de computer naar u toe.
4.Draai de schroef los waarmee het afdekplaatje van de
geheugenmodules is bevestigd. De schroef is aan het plaatje
bevestigd om zoekraken te voorkomen.
5.Schuif uw nagel of een dun voorwerp onder het plaatje en til het op.
6.Druk de veertjes naar buiten om de module los te maken. Eén uiteinde
van de module komt schuin omhoog.
Gebruikershandleiding3-39
7.Pak de module bij de randen vast en verwijder hem uit de computer.
1
1
Bij langdurig computergebruik worden de geheugenmodules en de
nabijgelegen schakelingen heet. Laat de geheugenmodules in dat
geval afkoelen tot kamertemperatuur alvorens ze te hanteren. Als u de
modules eerder aanraakt, kunt u zich branden.
Raak de connectoren op de geheugenmodule en op de computer niet
aan. Vuil op de connectoren kan problemen met de toegang tot het
geheugen veroorzaken.
Afbeelding 3-12 De geheugenmodule verwijderen
1. Klemmetjes
8.Plaats het afdekplaatje van de geheugenmodule terug en bevestig het
met de schroef.
Zorg ervoor dat het afdekplaatje goed vastzit.
Tv-tuner
Gebruik de functie Mijn tv van Windows Media Center om tv-programma's
te kijken of op te nemen.
De afmetingen en vorm van de tv-tuneraansluiting verschillen per regio.
Sommige modellen zijn uitgerust met een tv-tuner.
Sommige computermodellen zijn uitgerust met een ontvanger die
digitale uitzendingen kan ontvangen. Deze ontvangers kunnen digitale
DVB-T-uitzendingen ontvangen. Digitale uitzendingen kunnen niet
worden ontvangen in gebieden waar digitale DVB-T-uitzendingen niet
beschikbaar zijn.
Gebruikershandleiding3-40
Gelijktijdige ontvangst en opname is niet mogelijk als een extern
video-apparaat is aangesloten en de bovenstaande instellingen
worden gebruikt.
Gelijktijdige ontvangst en opname is niet mogelijk als de set-top-box is
aangesloten en de bovenstaande instellingen worden gebruikt.
In verband met wettelijke voorschriften is het niet toegestaan om PAL/
2
1
SECAM tv-tuners in Korea in te voeren.
De tv-tuner gebruiken
Antenne
De kwaliteit van beeld en geluid is sterk afhankelijk van de
voortplanting van radiogolven.
Als u de computer gebruikt in gebieden met zwakke radiogolven en de
ontvangst is slecht, neem dan contact op met de leverancier van de
computer of gebruik een in de handel verkrijgbare antenneversterker.
Raadpleeg de handleiding bij de antenneversterker voor meer
informatie.
De kabel aansluiten
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de coaxkabel op de computer
aansluit.
De coaxkabel aansluiten
Bij onweer dient u de antennekabel niet aan te raken. Als u dit toch doet,
kan dit een elektrische schok veroorzaken.
Als u tijdens onweer met de computer werkt en de tv-tuner op een externe
antenne hebt aangesloten, dient u de computer op netvoeding te
gebruiken. De netadapter biedt enige bescherming tegen mogelijke
elektrische schokken als gevolg van onweer (maar kan deze niet helemaal
voorkomen). Volledige bescherming ontstaat als u de computer tijdens
onweer niet gebruikt.
1.Sla uw werk op, sluit Windows af en schakel de computer uit.
2.Sluit de coaxkabel aan op de tv-tuneraansluiting van de computer.
Afbeelding 3-13 De coaxkabel aansluiten
1. Coaxkabel
Gebruikershandleiding3-41
2. Aansluiting tv-tuner
Als u een descrambler hebt gebruikt om de programma's via kabel-tv of
1
2
satelliet te ontvangen, dient u de set-top-box en splitter aan te sluiten op de
coaxkabel.
HDMI-uitgang
Sommige modellen zijn uitgerust met een HDMI-uit-poort.
Op de HDMI -uit-poort van de computer kunt u een HDMI-beeldscherm
aansluiten. Als u een HDMI-apparaat wilt aansluiten, voert u de volgende
stappen uit:
Aangezien de poortwerking niet van alle HDMI-beeldschermen (HighDefinition Multimedia Interface) is gecontroleerd, werken sommige HDMIbeeldschermen mogelijk niet correct.
De HDMI-uit-poort aansluiten
1.Sluit het ene uiteinde van de HDMI-kabel aan op de HDMI-uit-poort
van het HDMI-weergaveapparaat.
2.Sluit het andere uiteinde van de HDMI-kabel aan op de HDMI-uit-poort
van de computer.
Afbeelding 3-14 De HDMI-uit-poort aansluiten
1. HDMI-uit-poort2. HDMI-kabel
In de volgende omstandigheden mag u een HDMI-apparaat niet aansluiten
of loskoppelen:
Het systeem wordt opgestart.
Het systeem wordt afgesloten.
Wanneer u een televisie of externe monitor aansluit op de HDMIpoort, moet het beelduitvoerapparaat zijn ingesteld op HDMI.
Wanneer u de HDMI-kabel loskoppelt en weer aansluit, dient u
Gebruikershandleiding3-42
minstens 5 seconden te wachten voordat u de HDMI-kabel weer
aansluit.
Wanneer u het beelduitvoerapparaat verandert met een sneltoets
zoals FN + P, wordt het afspeelapparaat mogelijk niet automatisch
gewijzigd. In dit geval stelt u het afspeelapparaat in op hetzelfde
apparaat als het beelduitvoerapparaat door het afspeelapparaat als
volgt aan te passen:
1.Klik op Start -> Configuratiescherm -> Hardware en geluiden -
> Geluid.
2.Selecteer op het tabblad Afspelen het afspeelapparaat waarnaar
u wilt overschakelen.
3.Als u de interne luidsprekers van de computer wilt gebruiken,
selecteert u Luidsprekers. Als u de televisie of externe monitor
wilt gebruiken die u op de computer hebt aangesloten, selecteert
u een ander afspeelapparaat.
4.Klik op de knop Standaard.
5.Klik op OK om het dialoogvenster Geluid te sluiten.
Instellingen voor beeldweergave op HDMI
Als u beelden op een HDMI-apparaat wilt weergeven, dient u de volgende
instellingen te configureren. Als u dit niet doet, wordt er mogelijk niets
weergegeven.
Gebruik voordat u de video gaat afspelen, de sneltoets om het
weergaveapparaat te selecteren. Kies tijdens het afspelen geen ander
weergaveapparaat.
Kies geen ander weergaveapparaat in de volgende situaties:
Terwijl er gegevens worden gelezen of weggeschreven.
Terwijl er communicatie plaatsvindt.
De HD-indeling selecteren
Voer de onderstaande stappen uit om de weergavemodus te selecteren:
1.Klik op Start en klik vervolgens op Configuratiescherm.
2.Klik op Vormgeving aan persoonlijke voorkeur aanpassen.
3.Klik op Beeldscherm.
4.Klik op Beeldscherminstellingen wijzigen.
5.Klik op Geavanceerde instellingen.
6.Klik op Alle modi weergeven.
7.Selecteer een van de volgende modi bij Alle modi weergeven.
HDMI-in-poort
Apparaten met een HDMI-uit-poort, zoals een camcorder of notebook,
kunnen worden aangesloten op de HDMI-ingang van de computer.
Gebruikershandleiding3-43
Als u een HDMI-apparaat wilt aansluiten, voert u de volgende stappen uit:
1
2
1
1.Sluit het ene uiteinde van de HDMI-kabel aan op de HDMI-uit-poort
van het digitale apparaat.
2.Zet het digitale apparaat aan.
3.Sluit het andere uiteinde van de HDMI-kabel aan op de HDMI-uit-poort
van de computer.
1. HDMI-in-poort2. HDMI-kabel
Beveiligingsslot
Met het beveiligingsslot kunt u de computer aan een bureau of ander groot
voorwerp verankeren om te voorkomen dat de computer wordt gestolen of
door onbevoegden wordt verwijderd. Aan de achterkant van de computer
bevindt zich een sleuf voor een beveiligingsslot. Bevestig één uiteinde van
een kabel aan bijvoorbeeld een bureau en het andere uiteinde aan de sleuf
voor het beveiligingslot. De methoden voor het bevestigen van
beveiligingskabels verschillen per product. Raadpleeg voor meer informatie
de instructies bij het product dat u gebruikt.
Afbeelding 3-15 De HDMI-uit-poort aansluiten
Het beveiligingsslot aansluiten
Voer de onderstaande stappen uit om een beveiligingskabel aan te sluiten:
1.Zet de computer met de achterkant naar u toe.
2.Lijn de beveiligingskabel uit met de sleuf van het beveiligingsslot en
zorg ervoor dat deze stevig vastzit.
Afbeelding 3-16 Beveiligingsslot
Gebruikershandleiding3-44
1. Sleuf beveiligingsslot
Optionele TOSHIBA-accessoires
U kunt uw computer nog krachtiger en gebruikersvriendelijker maken door
een aantal opties en accessoires toe te voegen. In de volgende lijst vindt u
informatie over enkele items die verkrijgbaar zijn u bij uw verkoper of
TOSHIBA-leverancier:
GeheugenkitDDR3-1600-geheugenmodules kunnen
gemakkelijk in de computer worden
geïnstalleerd.
Het beschikbare optionele geheugen hangt af
van de TOSHIBA-autorisatie.
Universele netadapter Als u de computer regelmatig op verschillende
locaties gebruikt, is het wellicht een goed idee
om voor elke locatie een extra netadapter te
kopen: u hoeft de adapter dan niet telkens mee
te nemen.
Geluidssysteem
In dit gedeelte worden enkele van de audiobedieningsfuncties beschreven.
Volume Mixer
Met het hulpprogramma Volumemixer kunt u het afspeelvolume regelen
van apparaten en toepassingen onder Windows.
U start het hulpprogramma Volumemixer door met de
rechtermuisknop te klikken op het luidsprekerpictogram op de taakbalk
en Volumemixer openen te selecteren in het submenu.
U past het volume van de luidsprekers of de hoofdtelefoon aan door te
schuifregelaar Luidsprekers te verslepen.
Als u het volume wilt aanpassen van een toepassing die u gebruikt,
versleept u de schuifregelaar van de desbetreffende toepassing.
Microfoonvolume
Volg de onderstaande stappen om het opnamevolume van de microfoon te
wijzigen.
1.Klik met de rechtermuisknop op het luidsprekerpictogram op de
taakbalk en selecteer Opnameapparaten in het submenu.
2.Selecteer Microfoon en klik op Eigenschappen.
3.Versleep de schuifregelaar Microfoon op het tabblad Niveaus om het
volume van de microfoon te verhogen of te verlagen.
Als het microfoonvolume niet toereikend is, verplaatst u de schuifregelaar
Microfoonversterking naar een hoger niveau.
Gebruikershandleiding3-45
Audio-aanpassingen
Voer de onderstaande stappen uit als u de geluidseffecten van de huidige
luidspreker wilt toepassen.
1.Klik met de rechtermuisknop op het luidsprekerpictogram op de
taakbalk en selecteer Afspeelapparaten in het submenu.
2.Selecteer Luidsprekers en klik op Eigenschappen.
3.Selecteer de gewenste geluidseffecten op het tabblad Aanpassingen
en klik op Toepassen.
SRS
SRS Premium Sound 3D™ biedt de beste audio- en entertainmentervaring
voor alle pc-toepassingen op het gebied van muziek, film en games SRS
Premium Sound 3D gebruikt de revolutionaire 3D-audiotechnologie van
SRS en biedt daarmee een indrukwekkende en natuurgetrouwe
luisterervaring die elke andere oplossing voor twee luidsprekers overtreft.
SRS Premium Sound 3D biedt een breder surround-effect en een veel
natuurlijker positionering van het geluid, zowel voor 2D- als 3D-inhoud, en
produceert een overrompelende surround-sound, compleet met diepe, rijke
bassen en zeer heldere spraak. Het biedt ook uitstekend geluid op de hoge
frequenties, voor heldere details in elke luisteromgeving. Hierdoor ervaren
gebruikers een uitstekend, natuurgetrouw geluid bij elke
luidsprekerconfiguratie.
U opent dit hulpprogramma door te klikken op Start -> Alle programma's -
> SRS Labs -> SRS Premium Sound 3D.
Raadpleeg het Help-bestand voor voor meer informatie.
Realtek HD Audio Manager
U kunt de audioconfiguratie controleren en wijzigen met Realtek HD
Audio Manager. U start Realtek HD Audio Manager door te klikken op
Start -> Configuratiescherm, Grote pictogrammen te selecteren voor
Weergeven op en te klikken op Realtek HD Audio Manager.
Wanneer u Realtek HD Audio Manager voor het eerst start, ziet u twee
apparaattabs. Speakers (Luidsprekers) is het standaarduitvoerapparaat.
Microphone is het standaardinvoerapparaat. Als u het standaardapparaat
wilt wijzigen, klikt u op de knop Set Default Device (Standaardapparaat
instellen) onder de tab van het gekozen apparaat.
Informatie
Klik op de informatieknop om hardwaregegevens, softwaregegevens en
de taalinstelling weer te geven.
Gebruikershandleiding3-46
Energiebeheer
De audiocontroller in uw computer kan worden uitgeschakeld wanneer de
audiofunctie niet actief is. Als u de configuratie van het audioenergiebeheer wilt aanpassen, klikt op de batterijknop
Als audio-energiebeheer is ingeschakeld, is de knop met het rondje
linksboven in Power Management (Energiebeheer) blauw en bol.
Als deze knop zwart en hol is, is audio-energiebeheer uitgeschakeld.
Luidsprekerconfiguratie
Klik op de knop Audio Test om te controleren of het geluid van de
interne luidsprekers of de koptelefoon uit de juiste richting komt.
Standaardindeling
U kunt de samplingfrequentie en bitdiepte van geluid wijzigen.
Videomodus
De video-instellingen worden ingesteld in het dialoogvenster
Schermresolutie.
U opent het dialoogvenster Eigenschappen voor Beeldscherm door te
klikken op Start -> Configuratiescherm -> Vormgeving en persoonlijke instellingen -> Beeldscherm -> Beeldscherminstellingen wijzigen.
Als u bepaalde toepassingen uitvoert (zoals een 3D-toepassing,
videoweergave of iets dergelijks), kunt u storingen op het scherm zien,
zoals flikkering of weggevallen frames.
Als dit gebeurt, verlaagt u de schermresolutie totdat het scherm correct
wordt weergegeven.
U kunt dit probleem mogelijk ook verhelpen door Windows Aero™ uit te
schakelen.
.
Omgaan met de computer
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u met de computer omgaat en deze
onderhoudt.
De computer schoonmaken
Om een lange levensduur en storingsvrij gebruik te waarborgen dient u de
computer stofvrij te houden en voorzichtig te zijn met vloeistoffen in de
buurt van de computer.
Mors geen vloeistoffen in de computer. Als de computer vochtig wordt,
zet u deze direct uit en laat u de computer helemaal droog worden. In
deze omstandigheden moet u de computer laten nakijken door een
erkende onderhoudsdienst om de schade vast te stellen.
Gebruikershandleiding3-47
Reinig de plastic delen van de computer met een licht bevochtigde
doek.
U kunt het beeldscherm reinigen door een kleine hoeveelheid
reinigingsmiddel op een zachte, schone doek te sproeien en het
scherm voorzichtig af te vegen.
Sproei schoonmaakmiddel nooit rechtstreeks op de computer en laat er
geen vloeistof inlopen. Gebruik nooit bijtende chemicaliën om de computer
te reinigen.
De computer verplaatsen
Hoewel de computer is ontworpen voor flexibel dagelijks gebruik, dient u
enkele eenvoudige voorzorgsmaatregelen te treffen wanneer u de
computer verplaatst om te zorgen dat het systeem probleemloos blijft
werken.
Controleer aan de hand van het lampje op de voorzijde van de
computer of alle schijfactiviteit is gestopt voordat u de computer
verplaatst.
Schakel de computer uit (afsluiten).
Koppel de netadapter en alle randapparaten los alvorens de computer
te verplaatsen.
Til de computer niet op aan het beeldscherm.
Druk niet te hard op de afdekking van de luidsprekers onder het
scherm omdat deze dan kan vervormen.
Voordat u de computer optilt, moet deze zijn gesloten, de adapter
afgekoppeld en afgekoeld. Nalatigheid van deze instructie kan tot een
lichte brandwond leiden.
Let erop dat er niet tegen de computer wordt gedrukt of gestoten. Als
u zich niet aan deze instructie houdt, kan dat leiden tot beschadiging
van de computer, storingen of gegevensverlies.
Vervoer uw computer nooit als er nog kaarten zijn geplaatst. Dit kan
leiden tot schade aan de computer en/of aan de kaart waardoor het
product niet meer werkt.
Gebruik een geschikte draagtas wanneer u de computer vervoert.
Houd de computer stevig vast wanneer u deze draagt om zo stoten en
vallen te vermijden.
Houd de computer tijdens het dragen niet aan uitstekende delen vast.
Warmteverspreiding
Om de processor tegen oververhitting te beschermen, is deze voorzien van
een interne temperatuursensor die een ventilator inschakelt of de
verwerkingssnelheid verlaagt indien de interne temperatuur van de
computer een bepaald niveau bereikt. U kunt instellen of u deze
temperatuur wilt regelen door eerst de ventilator aan te zetten en daarna
Gebruikershandleiding3-48
zo nodig de processorsnelheid te verlagen of vice versa. Deze functies
worden beide ingesteld via Energiebeheer.
Zodra de temperatuur van de processor tot een normaal niveau is gedaald,
wordt de ventilator uitgeschakeld en werkt de processor weer op de
standaardsnelheid.
Als de temperatuur van de processor bij een van beide instellingen een
onaanvaardbaar hoog niveau bereikt, wordt de computer automatisch
uitgeschakeld om beschadiging te voorkomen. In dat geval gaan alle nietopgeslagen gegevens in het geheugen verloren.
Gebruikershandleiding3-49
Hoofdstuk 4
Hulpprogramma's en
geavanceerd gebruik
In dit hoofdstuk worden de hulpprogramma's en speciale voorzieningen
van deze computer beschreven en wordt het geavanceerde gebruik van
bepaalde hulpprogramma's toegelicht.
Hulpprogramma's en toepassingen
In deze paragraaf worden de op de computer voorgeïnstalleerde
hulpprogramma's beschreven en er wordt toegelicht hoe u de programma's
start. Raadpleeg indien van toepassing de online handleiding, de Helpbestanden of het bestand Leesmij.txt bij elk hulpprogramma voor informatie
over toepassing en het gebruik.
TOSHIBA PC
diagnoseprogramma
TOSHIBAwachtwoordhulpprogramma
HW SetupMet dit programma kunt u uw hardware-
TOSHIBA
Accessibility
Het TOSHIBA PC diagnoseprogramma toont
gegevens over de basisconfiguratie van de
computer en biedt de mogelijkheid de
functionaliteit van bepaalde ingebouwde
hardware-apparaten te testen.
Met het TOSHIBA-wachtwoordhulpprogramma
kunt u een wachtwoord instellen om de toegang
tot de computer te beperken.
instellingen aanpassen aan uw werkwijzen en de
randapparaten die u gebruikt.
Het hulpprogramma TOSHIBA Toegankelijkheid
biedt ondersteuning voor gebruikers met
bewegingsbeperkingen wanneer ze de
TOSHIBA-sneltoetsfuncties willen gebruiken. Met
dit hulpprogramma kunt u de FN-toets
vastzetten. U drukt dan eenmaal op de FN-toets,
laat de toets los en drukt op een van de
functietoetsen (F-toetsen) om de functie ervan te
activeren. De FN-toets blijft in dit geval actief
totdat een andere toets wordt ingedrukt.
Gebruikershandleiding4-1
TOSHIBA VIDEO
PLAYER
Deze software wordt meegeleverd voor het
afspelen van DVD-video.
U opent dit hulpprogramma door te klikken op
Start -> Alle programma's -> Media &
entertainment -> TOSHIBA VIDEO PLAYER.
Raadpleeg het Help-bestand voor meer
informatie over het gebruik van TOSHIBA VIDEO
PLAYER.
Bluetooth-stack voor
Windows van Toshiba
Door middel van deze software kunnen de
computer en externe Bluetooth-apparaten zoals
printers en mobiele telefoons draadloos met
elkaar communiceren.
Bluetooth-functies kunnen niet worden gebruikt in
modellen waarin geen Bluetooth-module is
geïnstalleerd.
TOSHIBA AssistTOSHIBA Assist is een grafische
gebruikersinterface waarmee u toegang krijgt tot
speciale hulpprogramma's en toepassingen die
het gebruik en de configuratie van de computer
vereenvoudigen.
Start het hulpprogramma door te klikken op Start
-> Alle programma's -> TOSHIBA ->
Ondersteuning en herstel -> TOSHIBA Assist.
TOSHIBA eco UtilityDeze computer beschikt over een 'ecostand'. In
deze stand worden de prestaties van sommige
apparaten iets verminderd om zo het
stroomverbruik te verlagen. Als u deze stand
doorlopend gebruikt, is de energiebesparing
meetbaar. Het TOSHIBA eco Utility helpt u uw
stroombesparing te controleren door real-time
een benadering van het stroomverbruik weer te
geven. Bovendien wordt een benadering
weergegeven van het totale stroomverbruik en
de totale energiebesparing per dag, per week en
per maand bij gebruik van de ecostand. U kunt
de energiebesparing bijhouden als u de ecostand
doorlopend gebruikt.
Start het hulpprogramma door te klikken op Start
-> Alle programma's -> TOSHIBA ->
Hulpprogramma's -> eco Utility.
Gebruikershandleiding4-2
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.