Toro 71283 Operator's Manual [nl]

17-44HXLE
Wheel Horse Gazontractor
Modelnr. 71283 – Serienr. 230000001 en hoger
Form No. 3328-617
Gebruikershandleiding
Vertaling van de oorspronkelijke versie (NL)
Dit vonkontstekingssysteem is in overeenstemming met de Canadese ICES-002.
Inhoud
Page
Inleiding 2. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Veiligheid 3. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Veilige bediening 3. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Veilige Bediening Toro Rijdende Maaimachine 5. .
Geluidsdruk 5. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Geluidsniveau 5. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Trillingsniveau 5. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Hellingsdiagram 7. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Veiligheids- en instructiestickers 9. . . . . . . . . . . . . .
Benzine en olie 12. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Aanbevolen benzine 12. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Gebruik van stabilizer/conditioner 12. . . . . . . . . . . . .
Brandstoftank met benzine vullen 12. . . . . . . . . . . . .
Oliepeil van de motor controleren 12. . . . . . . . . . . . .
Gebruiksaanwijzing 13. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Bedieningsorganen 13. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Parkeerrem gebruiken 13. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Bestuurdersstoel instellen 13. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Gebruik van de koplampen 14. . . . . . . . . . . . . . . . . .
Bediening van de aftakas 14. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
De maaihoogte instellen 14. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Motor starten 14. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Motor afzetten 15. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Het Veiligheidssysteem gebruiken 15. . . . . . . . . . . . .
Veiligheidssysteem testen 16. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
De tractor met de hand duwen 17. . . . . . . . . . . . . . . .
Vooruit- en achteruitrijden 17. . . . . . . . . . . . . . . . . . .
De tractor stoppen 18. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Tips voor bediening en gebruik 18. . . . . . . . . . . . . . .
Onderhoud 19. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Aanbevolen onderhoudsschema 19. . . . . . . . . . . . . . .
Motorolie controleren 20. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Onderhoud van het luchtfilter 21. . . . . . . . . . . . . . . .
Onderhoud van de bougie 22. . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Onderhoud van de rem 23. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Tractor smeren 23. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Bandenspanning controleren 24. . . . . . . . . . . . . . . . .
Onderhoud van de accu 24. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Benzine aftappen uit de brandstoftank 26. . . . . . . . . .
Brandstoffilter vervangen 27. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Transaxle-vloeistof controleren 27. . . . . . . . . . . . . . .
Onderhoud van de zekeringen 27. . . . . . . . . . . . . . . .
Page
Onderhoud van de koplampen 28. . . . . . . . . . . . . . . .
Reiniging en opslag van de tractor 29. . . . . . . . . . . . .
Elektrisch schema 30. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Storingen, oorzaak en remedie 31. . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inleiding
Lees deze handleiding zorgvuldig, zodat u weet hoe u de machine op de juiste wijze kunt gebruiken en onderhouden. De informatie in deze handleiding kan u en anderen helpen letsel en schade te voorkomen. Hoewel Toro veilige producten ontwerpt en fabriceert, blijft u verantwoordelijk voor het juiste en veilige gebruik van de machine.
Als u service, originele Toro-onderdelen of aanvullende informatie nodig hebt, kunt u contact opnemen met een erkende Service Dealer of met de klantenservice van Toro. U dient hierbij altijd het modelnummer en het serienummer van het product te vermelden. De locatie van het plaatje met het modelnummer en het serienummer van het product is aangegeven op Figuur 1.
1
m-1856
Figuur 1
1. Locatie van het modelnummer en het serienummer.
U kunt het modelnummer en het serienummer noteren in de ruimte hieronder:
Modelnr.:
Serienr.:
In deze handleiding is een systeem gebruikt om mogelijke gevaren aan te duiden en u te attenderen op bijzondere aanwijzingen om lichamelijk (mogelijk dodelijk) letsel van u en anderen te voorkomen. De termen Gevaar, Waarschuwing en Voorzichtig duiden de mate van het risico aan. Ga als regel altijd uiterst voorzichtig te werk.
Gevaar duidt op een zeer gevaarlijke situatie die ernstig letsel of de dood tot gevolg zal hebben wanneer de veiligheidsvoorschriften niet in acht worden genomen.
2003 – The Toro Company 8111 Lyndale Avenue South Bloomington, MN 55420-1196
Alle rechten
voorbehouden Gedrukt in de VS
Waarschuwing duidt op een gevaarlijke situatie die ernstig letsel of de dood tot gevolg kan hebben wanneer de veiligheidsvoorschriften niet in acht worden genomen.
Voorzichtig duidt op een gevaarlijke situatie die licht letsel tot gevolg kan hebben wanneer de veiligheidsvoorschriften niet in acht worden genomen.
Er worden in deze handleiding nog twee woorden gebruikt om u op belangrijke informatie te wijzen. attendeert u op bijzondere technische informatie en Note: duidt algemene informatie aan die uw bijzondere aandacht verdient.
Important
Het is niet toegestaan passagiers te vervoeren.
Elke bestuurder moet ervoor zorgen dat hij of zij
professionele en praktische instructie krijgt. Bij een dergelijke instructie moet de nadruk liggen op:
– zorgvuldigheid en concentratie bij het werken met
tractorvoertuigen;
– als de machine op een helling begint te glijden, kan
dat niet met de rem worden gecorrigeerd. De belangrijkste oorzaken voor het verliezen van de controle zijn:
onvoldoende grip van de wielen;
Veiligheid
Lees deze handleiding en zorg ervoor dat u deze begrijpt voordat u de machine in gebruik neemt.
Dit is het veiligheidssymbool. Het wordt gebruikt om u attent te maken op mogelijk risico’s op lichamelijk letsel. Houd u aan alle veiligheidsberichten bij dit symbool teneinde lichamelijk of zelfs dodelijk letsel te voorkomen.
Veilige bediening
De volgende instructies zijn ontleend aan de CEN norm EN 836:1997.
Dit product kan handen of voeten afsnijden en voorwerpen uitwerpen. Volg altijd alle veiligheidsinstructies op om ernstig lichamelijk of dodelijk letsel te voorkomen.
Instructie
Lees deze handleiding aandachtig door. Zorg ervoor dat
u vertrouwd raakt met de bedieningsorganen en weet hoe u de machine moet gebruiken.
U dient erop toe te zien dat de machine nooit door
kinderen wordt bediend of door volwassenen die niet van de instructies op de hoogte zijn. Voor de bestuurder kan een wettelijke minimumleeftijd gelden.
Houd iedereen weg uit het gebied waarin u de machine
gebruikt, met name kinderen en huisdieren.
Denk erom dat de bestuurder verantwoordelijk is voor
ongevallen of schade aan andere personen of hun eigendommen.
te snel rijden;
onjuist gebruik van de rem;
het type machine is niet geschikt voor het
specifieke werk;
zich onvoldoende bewust zijn van de specifieke
omstandigheden van het terrein, met name op hellingen;
onjuiste bevestiging en verdeling van het
gewicht.
Voor ingebruikname
Draag tijdens het maaien altijd een lange broek en
stevige schoenen. Draag geen schoenen met open tenen en loop niet op blote voeten.
Inspecteer het terrein waarop u de maaimachine gaat
gebruiken grondig, en verwijder eventuele voorwerpen die door de machine kunnen worden uitgeworpen.
Waarschuwing – Brandstof is zeer ontvlambaar.
– Bewaar brandstof uitsluitend in tanks of blikken die
speciaal daarvoor bedoeld zijn.
– Vul de brandstoftank nooit binnenshuis; tijdens het
bijvullen niet roken.
– Vul zo nodig brandstof bij voordat u de motor
aanzet. Nooit de dop van de brandstoftank verwijderen of brandstof bijvullen als de motor draait of heet is.
– Probeer de motor niet te starten als er brandstof is
gemorst. Verwijder de machine dan uit de buurt van de plek waar is gemorst, en voorkom elke vorm van open vuur of vonken totdat de brandstofdampen volledig zijn verdwenen.
– Zorg ervoor dat de doppen van brandstoftanks en
-blikken weer goed bevestigd zijn.
Vervang geluiddempers die gebreken vertonen.
Controleer voor het gebruik de messen,
bevestigingsbouten en het maaimechanisme altijd op sporen van slijtage of beschadiging. Vervang versleten of beschadigde messen en bouten altijd als complete set om een goede balans te behouden.
Let erop dat bij machines met meer maaimessen andere
messen kunnen gaan draaien doordat u een mes draait.
Gebruiksaanwijzing
Let op het verkeer als u in de buurt van de openbare
weg werkt of deze oversteekt.
Zet de maaimessen stil voordat u andere oppervlakken
dan grasvelden oversteekt.
Bij gebruik van werktuigen nooit de afvoeropening naar
omstanders toe richten of personen in de buurt van de in werking zijnde machine laten komen.
Gebruik de machine nooit als schermen, schilden of
andere beveiligingsmiddelen zijn beschadigd of ontbreken.
Laat de motor niet in een afgesloten ruimte lopen,
omdat zich giftige koolmonoxidedampen kunnen verzamelen.
Alleen bij daglicht of goed kunstlicht maaien.
Alle werktuigkoppelingen uitschakelen en versnelling
in neutraalstand zetten alvorens de motor te starten.
Gebruik de maaimachine niet op de volgende hellingen:
– dwars op een helling van meer dan 5; – heuvelopwaarts op een helling van meer dan 10; – heuvelafwaarts op een helling van meer dan 15.
Denk eraan dat elke helling gevaarlijk is. Wees extra
voorzichtig als u rijdt op met gras begroeide hellingen. Om te voorkomen dat de machine kantelt:
– niet plotseling stoppen of starten bij het op- en
afrijden van hellingen;
– laat de koppeling langzaam opkomen, laat de
machine altijd in de versnelling rijden, vooral
wanneer u een helling afrijdt;
– houd de snelheid laag bij het rijden op hellingen en
in scherpe bochten;
– let op bulten en kuilen en andere verborgen gevaren; – maai nooit dwars over een helling, tenzij de
maaimachine speciaal daarvoor is bedoeld.
Ga voorzichtig te werk als u lasten sleept of zware
werktuigen gebruikt. – Alleen goedgekeurde trekstangbevestigingspunten
gebruiken.
– Belasting beperken tot wat u veilig kunt beheersen. – Maak geen scherpe bochten. Ga voorzichtig te werk
als u achteruitrijdt.
– Gebruik contragewicht(en) of wielgewichten, als dit
in de instructiehandleiding wordt geadviseerd.
Verander de instellingen van de motor niet en voorkom
overbelasting van de motor. De motor met te hoog toerental laten draaien kan de kans op lichamelijk letsel vergroten.
Voordat u de bestuurdersplaats verlaat:
– aftakas uitschakelen en werktuigen laten zakken; – versnelling in neutraalstand zetten en parkeerrem in
werking stellen;
– motor afzetten en sleuteltje uit contact nemen.
Aandrijving naar werktuigen uitschakelen, motor
afzetten en bougiekabel(s) losmaken of sleuteltje uit het contact verwijderen
– voordat u verstoppingen losmaakt of de
afvoertunnel ontstopt;
– voordat u de maaimachine gaat controleren,
schoonmaken of andere werkzaamheden gaat uitvoeren;
– als u een vreemd voorwerp raakt. Controleer de
maaimachine op beschadigingen en voer alle benodigde reparaties uit alvorens deze weer te gebruiken;
– als de maaimachine abnormaal begint te trillen
(direct controleren).
Aandrijving naar werktuigen uitschakelen bij transport
of als de machine niet in gebruik is.
Motor afzetten en aandrijving naar werktuigen
uitschakelen: – voor het bijvullen van brandstof; – voor verwijdering van de grasvanger, – voordat u de maaihoogte instelt, tenzij die vanaf de
bestuurderspositie kan worden ingesteld.
Neem gas terug terwijl de motor uitloopt. Als de
machine met een brandstofafsluitklep is uitgerust, draai deze dan dicht als het maaiwerk voltooid is.
Onderhoud en stalling
Draai alle moeren, bouten en schroeven regelmatig
strak aan, zodat de machine steeds veilig in gebruik is.
Stal de machine nooit met brandstof in de tank in een
gebouw waar dampen open vlammen of vonken kunnen bereiken.
Laat de motor afkoelen voordat u de machine in een
afgesloten ruimte stalt.
Houd de motor, geluiddemper, accubehuizing en de
brandstofopslagplaats vrij van overtollig vet, gras en bladeren om brandgevaar te verminderen.
Controleer de grasvanger regelmatig op slijtage en
mankementen.
Vervang versleten of beschadigde onderdelen met het
oog op een veilig gebruik.
Als de brandstoftank moet worden afgetapt, moet dit
buiten plaatsvinden.
Let erop dat bij machines met meer maaimessen andere
messen kunnen gaan draaien doordat u een mes draait.
Als u de machine parkeert, stalt of onbewaakt
achterlaat, moet u het maaiwerktuig neerlaten, tenzij u een betrouwbare mechanische vergrendeling gebruikt.
Veilige Bediening Toro Rijdende Maaimachine
De volgende paragraaf bevat veiligheidsinstructies die specifiek zijn toegesneden op Toro-producten, of andere veiligheidsinstructies die niet zijn opgenomen in de CEN-norm.
Gebruik uitsluitend door Toro goedgekeurde werktuigen. De garantie kan komen te vervallen als werktuigen worden gebruikt die niet zijn goedgekeurd.
Geluidsdruk
Deze machine oefent een A-gewogen equivalente continue geluidsdruk uit op het gehoor van de bestuurder van 87 dBA, gebaseerd op metingen bij identieke machines volgens procedures zoals vastgelegd in Richtlijn 98/37/EG (Machinerichtlijn) en wijzigingen daarvan.
Geluidsniveau
Deze machine heeft een geluidsniveau van 100 Lwa, gebaseerd op metingen bij identieke machines volgens procedures zoals vastgelegd in Richtlijn 2000/14/EG (Geluidrichtlijn) en wijzigingen daarvan.
Trillingsniveau
Bij gebruik van deze machine worden de handen- en armen van de bestuurder blootgesteld aan een maximaal trillingsniveau van 10,0 m/s blootgesteld aan een maximaal trillingsniveau van 0,4 m/s2, op basis van metingen bij identieke machines, in overeenstemming met EN 1033 en EN 1032.
2
en wordt het gehele lichaam
Hellingsdiagram
BRENG DEZE RAND IN LIJN MET EEN VERTICAAL OPPERVLAK
(BOOM, GEBOUW, PAAL, ENZ.)
LANGS DE DAARTOE BESTEMDE LIJN VOUWEN
VOORBEELD:
VERGELIJK HELLING
MET OMGEVOUWEN
RAND.
Veiligheids- en instructiestickers
Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers.
92-5730
1. Choke
2. Snel
3. Continu snelheidsregeling
4. Langzaam
1. Inschakelen
2. Aftakas
93-6673
3. Uitschakelen
4. Parkeerrem
93-6676
1. Parkeerrem – Om de parkeerrem in werking te stellen, moet u het rempedaal intrappen en de parkeerremhendel omhoog zetten; om de parkeerrem vrij te zetten, moet u de het rempedaal intrappen en laten opkomen.
2. Rem – om deze in werking te stellen, moet u het rempedaal intrappen.
3. Tractie-aandrijving – trap de bovenkant van het tractiepedaal naar voren en beneden om vooruit te rijden; trap de onderkant van het tractiepedaal naar achteren en beneden om achteruit te rijden.
4. Waarschuwing – Lees de
5. Waarschuwing – Om de voorkomen dat de machine omslaat, wordt u aangeraden deze niet te gebruiken dwars op hellingen van meer dan 5 graden, heuvelopwaarts op hellingen van meer dan 10 graden of heuvelafwaarts op hellingen van meer dan 15 graden.
6. De machine kan voorwerpen uitwerpen – Houd omstanders op een veilige afstand van de machine.
7. Machine kan voorwerpen uitwerpen – Zorg ervoor dat de grasgeleider op zijn plaats zit.
8. Handen of voeten kunnen worden gesneden/geamputeerd, maaimes – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen.
9. Ledematen van omstanders kunnen bekneld raken/worden afgesneden – Houd omstanders op een veilige afstand van de machine.
Gebruikershandleiding.
99-2986
1. Ledematen van omstanders kunnen bekneld raken/afgesneden worden bij het achteruitrijden – Draai nooit het sleuteltje om als er kinderen in de buurt zijn. Houd kinderen op een veilige afstand van de machine.
99-5340
1. KeyChoice-sleuteltje – Omdraaien als u wilt maaien in de achteruit-stand.
1. Trek de hendel uit om de machine te duwen.
2. Duw de hendel in om de machine te laten rijden.
1. Risico van explosie
2. Geen vonken of vuur en niet roken.
3. Risico van bijtende vloeistof/chemische brandwonden
100-7449
3. Lees de instructies
4. U mag de machine nooit
104-4163
4. Draag oogbescherming.
5. Lees de
6. Houd omstanders op
alvorens service- of onderhoudswerkzaam­heden uit te voeren.
slepen.
Gebruikershandleiding
veilige afstand van de accu.
.
1. Maaien in de achteruit-stand ingeschakeld
2. Motor – Afzetten
99-8141
3. Motor – Lopen
4. Motor – Starten
5. Koplampen
10
Loading...
+ 22 hidden pages