BELANGRIJK: Lees deze handleiding aandachtig door. De handleiding
bevat informatie ten behoeve van uw veiligheid en die van anderen. Zorg
dat u vertrouwd bent met de plaats en functie van de bedieningsorganen
voordat u de machine gaat gebruiken.
Dutch (NL)
Inleiding
Dank u voor de keuze van een Toro produkt.
Wij bij Toro wensen dat u geheel tevreden bent met
dit nieuwe produkt. Aarzel daarom niet contact op te
nemen met uw erkende Toro Service Dealer voor
eventuele hulp, service, originele Toro onderdelen of
andere informatie.
Wanneer u de dealer of de fabriek raadpleegt, dient u
de model- en serienummers van de machine altijd te
vermelden. Aan de hand van deze nummers kan de
Service Dealer of vertegenwoordiger u de juiste
informatie over de specifieke machine verschaffen.
De model- en serienummers vindt u op een plaatje dat
op een speciale plaats op de machine is aangebracht
(zie onder).
1
Lees deze handleiding aandachtig door, zodat u leert
hoe u de machine op de juiste wijze bedient en
onderhoudt. Door het lezen van de handleiding kunt u
persoonlijk letsel van u en anderen en schade aan de
machine voorkomen. Ofschoon Toro veilige en
moderne produkten ontwerpt, produceert en op de
markt brengt, blijft u verantwoordelijk voor een
correct en veilig gebruik daarvan. U bent tevens
verantwoordelijk voor de instructie m.b.t. veiligheid
van personen die u met de machine laat werken.
In deze handleiding gebruikt Toro een systeem om
mogelijke gevaren aan te duiden en u te attenderen op
bijzondere aanwijzingen om lichamelijk (mogelijk
fataal) letsel van u en anderen te voorkomen. De
woorden GEVAAR, W
VOORZICHTIG geven de ernst van het gevaar aan.
Ga als regel altijd voorzichtig te werk.
GEVAAR waarschuwt u voor zeer gevaarlijke
situaties, die kunnen resulteren in ernstig lichamelijk
letsel of zelfs overlijden, die kunnen ontstaan als u
niet de vereiste voorzorgsmaatregelen neemt.
AARSCHUWING en
1. Model-
Noteer de model- en serienummers van de machine
hieronder, dan hebt u ze altijd bij de hand.
Modelnr.:
Serienr.:
en serienummerplaatje (onder de zitting)
1856
WAARSCHUWING waarschuwt u voor een
gevaarlijke situatie die kan resulteren in ernstig
lichamelijk letsel of zelfs overlijden, die kan ontstaan
als u niet de vereiste voorzorgsmaatregelen neemt.
VOORZICHTIG duidt belangrijke instructies inzake
uw persoonlijke veiligheid aan. Om letsel te
voorkomen moet u dergelijke instructies zorgvuldig
lezen en opvolgen.
Er worden nog twee woorden gebruikt om u op
belangrijke informatie te wijzen. “Belangrijk”
attendeert u op bijzondere technische informatie en
“Opmerking” duidt algemene informatie aan die
bijzondere aandacht verdient.
Als de handleiding verwijst naar de linker- of
rechterkant van de machine, betekent dit gezien vanaf
de normale bedieningspositie, d.w.z. zittend op de
bestuurdersstoel.
Printed in USA
The Toro Company - 1998
All Rights Reserved
Inhoud
Blz.
Veiligheid2.
Instructies voor veilige bediening van
Veilige bediening 2
Geluidsdruk4
Geluidsniveau5
Trillingsniveau5
Hellingsdiagram 6
Overzicht van symbolen8
Overzicht van symbolen9
Overzicht van symbolen10
voor veilige
bediening van (rijdende)
cirkelmaaiers met zittende
bestuurder
Deze machine voldoet ten minste aan de Europese
normen, van kracht op het moment van
produktie. Onjuist gebruik of onderhoud door de
gebruiker of eigenaar kan echter letsel
veroorzaken. Om het risico van letsel te
vermijden, dient u zich aan de volgende
veiligheidsinstructies te houden en altijd op het
veiligheidssymbool
V
OORZICHTIG, W
GEVAARLIJK - “instructie voor persoonlijke
veiligheid.” Het niet opvolgen van de instructie
kan leiden tot (mogelijk fataal) lichamelijk letsel.
Veilige
bediening
te letten, dat betekent
AARSCHUWING, of
4.Onthoud dat de gebruiker verantwoordelijk is
voor ongevallen of schade aan andere personen
of hun eigendommen.
5.Vervoer van passagiers is niet toegestaan.
6.Elke bestuurder moet op professionele en
praktische wijze worden geïnstrueerd. Bij
dergelijke instructie moet de nadruk liggen op:
•de nodige zorg en concentratie tijdens het
werken met tractorvoertuigen;
•als de maaier op een helling begint te
glijden, kan dat niet met de rem worden
gecorrigeerd. De belangrijkste oorzaken
voor het verliezen van de controle zijn:
onvoldoende grip van de wielen,
te snel rijden,
onjuist gebruik van de rem,
het type machine is niet geschikt voor
het specifieke werk,
Dit produkt kan amputatie van handen of voeten
veroorzaken en voorwerpen uitwerpen. Volg altijd
alle veiligheidsinstructies op om ernstig of mogelijk
fataal letsel te voorkomen.
Training
1.Lees deze handleiding aandachtig door voordat u
de maaimachine gaat gebruiken. Let op de plaats
en functie van de bedieningselementen en hoe u
de machine moet gebruiken.
2.U dient erop toe te zien dat de machine niet door
kinderen wordt bediend of door volwassenen die
niet van de instructies op de hoogte zijn. Voor
het werken met de machine kan een wettelijke
minimumleeftijd bestaan.
3.Houd iedereen weg uit het gebied waarin u de
machine gebruikt, met name kinderen en
huisdieren.
zich onvoldoende bewust zijn van de
specifieke omstandigheden van het
terrein, met name op hellingen,
onjuiste aankoppeling en verdeling van
de last.
Voorbereiding
1.Draag tijdens het maaien altijd een lange broek
en stevige schoenen. Draag geen schoenen met
open tenen en loop niet op blote voeten.
2.Inspecteer het terrein waarop u de maaier gaat
gebruiken grondig en verwijder eventuele
voorwerpen die door de maaier kunnen worden
uitgeworpen.
3.WAARSCHUWING - Benzine is licht
ontvlambaar.
•Bewaar benzine uitsluitend in tanks of
blikken die daar speciaal voor bedoeld zijn.
2
Veiligheid
•Vul de brandstoftank nooit binnenshuis;
tijdens het bijvullen niet roken.
•Vul brandstof bij voordat u de motor start.
Verwijder nooit de dop van de
brandstoftank en vul nooit benzine bij
wanneer de motor loopt of heet is.
•Als er benzine gemorst is de motor niet
aanzetten, maar eerst de maaier verplaatsen.
Zorg ervoor dat er geen ontstekingsbronnen
in de buurt van de gemorste brandstof
komen totdat alle benzinedampen
verdwenen zijn.
•Zorg voor een goede bevestiging van
afsluitdoppen van brandstoftanks en
-blikken.
4.Vervang geluiddempers die gebreken vertonen.
5.Controleer de messen, bevestigingsbouten en het
maaimechanisme altijd op sporen van slijtage of
beschadiging voor het gebruik. Vervang
versleten of beschadigde messen en bouten altijd
als complete set om een goede balans te
behouden.
•Maak geen scherpe bochten. Ga zorgvuldig
te werk bij achteruit rijden.
•Gebruik contragewicht(en) of
wielgewichten, als dit in de
bedieningshandleiding wordt geadviseerd.
5.Uitkijken voor verkeer bij oversteken en in de
buurt van de openbare weg.
6.Zet de maaimessen stil voordat u andere
oppervlakken dan grasvelden oversteekt.
7.Bij gebruik van werktuigen nooit de
afvoeropening naar omstanders toe richten of
personen in de buurt van de in werking zijnde
machine laten komen.
8.Gebruik de maaier niet als schermen, schilden of
andere beveiligingsmiddelen ontbreken.
9.Verander de instellingen van de motor niet en
voorkom overbelasting van de motor. Hoge
snelheden kunnen de kans op persoonlijk letsel
vergroten.
10. Voordat u de bestuurdersplaats verlaat:
6.Let op dat bij machines met meer maaimessen
andere messen kunnen gaan draaien doordat u
een mes draait.
Gebruiksaanwijzing
1.Laat de motor niet in een afgesloten ruimte
lopen, omdat zich giftige koolmonoxydedampen
kunnen verzamelen.
2.Alleen bij daglicht of goed kunstlicht maaien.
3.Alle werktuigkoppelingen uitschakelen en
versnelling in vrij schakelen alvorens de motor
te starten.
4.Ga zorgvuldig te werk bij het trekken van lasten
of gebruik van zware werktuigen.
•Alleen goedgekeurde trekstang
aanhangpunten gebruiken.
•Belasting beperken tot wat u veilig kunt
beheersen.
•maaikoppeling uitschakelen en werktuigen
laten zakken,
•versnelling in neutraal zetten en parkeerrem
in werking stellen,
•motor stoppen en sleutels uit
contactschakelaar en keuzeschakelaar
verwijderen.
11. Aandrijving naar werktuig(en) uitschakelen,
motor stoppen en bougiekabel(s) losmaken of
sleutel uit contactschakelaar verwijderen:
•voordat u verstoppingen losmaakt of de
afvoertunnel ontstopt,
•voordat u de maaier gaat controleren,
schoonmaken of andere werkzaamheden
gaat uitvoeren,
•als u een vreemd voorwerp hebt geraakt.
Controleer de maaier op beschadigingen en
voer alle benodigde reparaties uit alvorens
hem weer te gebruiken,
3
V
eiligheid
•als de maaier abnormaal begint te trillen
(direct controleren).
12. Aandrijving naar werktuig(en) uitschakelen bij
transport of als de machine niet in gebruik is.
13. Motor stoppen en aandrijving naar werktuig(en)
uitschakelen:
•alvorens brandstof bij te vullen,
•voor het afnemen van een grasvanger,
•voor het instellen van de maaihoogte, tenzij
die vanaf de bestuurderspositie kan worden
ingesteld.
14. Zet het handgas terug voordat u de motor afzet.
Als de machine met een brandstofafsluitklep is
uitgerust, draai deze dan dicht als het maaiwerk
voltooid is.
Werken op hellingen
1.Gebruik de maaier niet op de volgende
hellingen:
•dwars op een helling van meer dan 5_
•heuvelopwaarts op een helling van meer
dan 10_
•heuvelafwaarts op een helling van meer dan
15_
•maai nooit dwars over een helling, tenzij de
maaier daar speciaal voor bedoeld is.
Onderhoud en stalling
1.Draai alle moeren, bouten en schroeven
regelmatig strak aan, zodat de machine steeds
veilig in gebruik is.
2.Als zich brandstof in de tank bevindt de maaier
niet stallen in een afgesloten ruimte waar
benzinedampen in contact met open vuur of
vonken kunnen komen.
3.Laat de motor afkoelen voordat u de
maaimachine in een afgesloten ruimte stalt.
4.Om brandgevaar te beperken dienen motor,
geluiddemper, accucompartiment en de
omgeving van de brandstoftank steeds te worden
vrijgemaakt van een overmaat aan vet, gras,
bladeren en opgehoopt vuil.
5.Controleer de grasvanger regelmatig op slijtage
en achteruitgang.
6.Versleten of beschadigde onderdelen vervangen
ten behoeve van een veilig gebruik.
7.Als de brandstoftank moet worden leeggemaakt,
dient dit buiten plaats te vinden.
2.Onthoud dat er geen “veilige” hellingen bestaan.
Het rijden op met gras begroeide hellingen
vereist bijzondere zorgvuldigheid. Om te
voorkomen dat de machine kantelt:
•niet plotseling stoppen of gaan rijden bij het
op- en afrijden van hellingen,
•laat de koppeling langzaam opkomen, laat
de machine altijd in de versnelling rijden,
vooral wanneer u een helling afrijdt,
•houd de snelheid laag bij het rijden op
hellingen en in scherpe bochten,
•let op bulten en kuilen en andere verborgen
gevaren,
4
8.Let op dat bij machines met meer maaimessen
andere messen kunnen gaan draaien doordat u
een mes draait.
9.Als u de machine parkeert, stalt of onbewaakt
achterlaat, het maaiwerktuig laten zakken, tenzij
u een afdoende mechanische vergrendeling
gebruikt.
Geluidsdruk
Deze machine produceert een continu-geluidsdruk
volgens A-norm bij het oor van de bestuurder van:
87 dB(A), op basis van metingen uitgevoerd op
identieke machines volgens Richtlijn 84/538/EEG en
wijzigingen daarop.
Geluidsniveau
Deze machine produceert een geluidsniveau van:
100 Lwa, op basis van metingen van identieke
machines, uitgevoerd volgens Richtlijn 84/538/EEG
en wijzigingen daarop.
Trillingsniveau
Deze machine produceert een maximum hand-arm
trillingsniveau van10,0 m/s2 en over het gehele
lichaam van 0,4 m/s2 op basis van metingen van
identieke machines volgens EN 1033 en EN 1032.
Raadpleeg technische
handleiding voor juiste
onderhoudsprocedures
Uitgeworpen voorwerpengevaar voor alle lichaams
delen
van symbolen
-
Amputatiegevaar-maaier in
achterwaartse beweging
Blijf altijd op veilige afstand
van de maaier
Blijf altijd op veilige afstand
van de maaier
Houd kinderen op veilige
afstand van de machine
Uitgeworpen voorwerpen –
aan zijkant gemonteerde
cirkelmaaier. Zorg dat
veiligheidsscherm altijd
aangebracht is
Roterend mes - kan tenen of
voet afsnijden
Roterend mes - kan vingers of
hand afsnijden
Roterend mes, kan tenen of
vingers afsnijden. Houd
handen en voeten uit de buurt
van het draaiende mes zolang
de motor loopt
V
eiligheidsschermen niet
openen of verwijderen terwijl
de motor loopt
Machine kantelt dwars
op helling
Machine kantelt bij helling
oprijden
Machine kantelt bij helling
afrijden
Machine kantelt
Gebruik in achteruit niet
toegestaan, tenzij uitgeschakeld
via keuzeschakelaar
8
Veiligheid
Overzicht
Maaimes
Maaimes instelling maaihoogte
Maaier - zakken
Maaier - heffen
Maaitrommel-kan voet
afsnijden of afknellen
Rotor-kan vingers of
hand afsnijden
van symbolen
- basissymbool
Meerijden op deze machine
uitsluitend toegestaan op
passagierszitplaats en als
zicht van de bestuurder niet
belemmerd wordt
Vingers of hand kunnen
bekneld raken - zijwaartse
kracht
erugslag of opwaartse
T
beweging - opgeslagen
energie
Motor afzetten en contactsleutel verwijderen alvorens
onderhoud of reparatie te
verrichten
Blijf op veilige afstand van
sneeuwruimer
Blijf op veilige afstand van
sneeuwruimer
T
ractoren moeten uitgerust
zijn met achterwielgewicht
van 45 kg voor aanbouw van
dit werktuig
Machine kantelt
veiligheidsbeugel sneeuwruimer
Roterend mes – kan hand
afsnijden
Roterend mes – kan voet
afsnijden
Rijrichting van de machine gecombineerd
Laag
Hoog
Achteruit
Neutraal
Eerste versnelling
T
weede versnelling
Derde versnelling t/m maximum
aantal versnellingen vooruit
9
V
eiligheid
Overzicht
Snel
Langzaam
Toename/afname
Aan/lopen
Uit/Stop
Motor
starten
Motor
Motor afzetten
van symbolen
Brandstof
Brandstofvoorraad
Leeg
Vol
Laadtoestand van de accu
KoplampenDim-/grootlicht
Choke
Motortemperatuur
Motoroliedruk
Motoroliepeil
Keuzeschakelaar
Remsysteem
Parkeerrem
Koppeling
Aftakas
Vast
Los
Openen
Sluiten
10
Benzine en olie
Aanbevolen
Gebruik LOODVRIJE normaalbenzine voor
automobielen (octaangetal minimaal 85). Gelode
normaalbenzine kan worden gebruikt als loodvrije
benzine niet verkrijgbaar is.
Belangrijk:Gebruik nooit methanol, benzine die
MOGELIJK GEV
benzine
methanol bevat, gasohol die meer
dan 10% ethanol bevat, omdat het
brandstofsysteem van de motor
hierdoor beschadigd kan raken.
Geen olie door de benzine mengen.
AAR
• Benzine is onder bepaalde omstandigheden
uitermate brandbaar en explosief.
T ER KAN GEBEUREN
WA
• Brand of explosie van benzine kan
brandwonden of schade aan eigendommen
veroorzaken.
AARLIJKE SITUA
GEV
VOORKOMEN
TIES
• Gebruik een trechter of tuit; brandstof
uitsluitend in de open lucht bij koude
motor bijvullen. Veeg gemorste benzine
meteen op.
• Vul de tank nooit helemaal, maar slechts tot
6-13 mm (1/4-1/2”) vanaf de onderkant van
de vulopening. De vulopening mag zelf niet
volstaan, omdat deze ruimte nodig is voor
het uitzetten van de brandstof.
• Rook niet wanneer u met benzine bezig
bent en houd de brandstof weg van open
vlammen of vonken.
• Brandstof in goedgekeurde vaten opslaan
en buiten bereik van kinderen bewaren.
Nooit meer voorraad dan voor 30 dagen
kopen.
MOGELIJK GEV
AAR
• Benzine is onder bepaalde omstandigheden
uitermate brandbaar en explosief.
T ER KAN GEBEUREN
WA
• Brand of explosie van benzine kan
brandwonden of schade aan eigendommen
veroorzaken.
AARLIJKE SITUA
GEV
VOORKOMEN
TIES
• Benzinevaten altijd op de grond en uit de
buurt van de tractor zetten alvor
tank bij te vullen.
ens de
• Benzinevaten nooit in een vrachtwagen of
aanhanger vullen, omdat bekleding of
kunststof beplating het vat kan isoleren en
de afvoer van statische lading kan
bemoeilijken.
• Indien praktisch uitvoerbaar, door benzine
aangedreven machines uit de vrachtwagen
of aanhanger verwijderen en de tank
bijvullen terwijl de machine met de wielen
op de grond staat.
• Als dit niet mogelijk is, dergelijke machines
op een truck of aanhanger bij voorkeur uit
een draagbaar vat bijvullen, niet met
behulp van een vulpistool van een pomp.
• Als een vulpistool moet worden gebruikt,
de vulpijp voortdurend in contact met de
rand van de brandstoftank of de opening
van het vat houden, totdat het bijvullen
voltooid is.
11
Benzine en olie
Stabilizer/Conditioner
Voeg de juiste hoeveelheid stabilizer/conditioner aan
de benzine toe. Gebruik van stabilizer/conditioner in
de machine:
•Houdt de benzine vers gedurende stalling van
90 dagen of minder. Voor langere stalling wordt
aanbevolen alle benzine uit de tank af te tappen.
•Houdt de motor tijdens het gebruik schoon.
•Voorkomt harsachtige afzettingen in het
brandstofsysteem, die tot startproblemen kunnen
leiden.
Belangrijk:Gebruik nooit brandstofadditieven
die methanol of ethanol bevatten.
Brandstoftank
met benzine
vullen
1.Motor afzetten en parkeerrem in werking stellen.
2.Omgeving van beide brandstoftankdoppen
reinigen en doppen afnemen. Beide
brandstoftanks vullen met loodvrije
normaalbenzine tot 6 - 13 mm (1/4 - 1/2”) onder
de onderkant van de vulbuis. Deze ruimte is
nodig voor het uitzetten van de benzine. De
brandstoftanks nooit helemaal vullen.
3.Tankdoppen terugplaatsen en goed vastzetten.
Gemorste benzine opvegen.
4.De brandstofvoorraadmeter bevindt zich in de
rechter tank.
Motoroliepeil
controleren
Voordat u de motor start en de machine gebruikt,
moet u het peil van de motorolie in het carter
controleren, zie: Motoroliepeil controleren,
pagina 35.
12
Loading...
+ 30 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.