Topcom BUTLER 550 User Manual

HANDLEIDING
MODE D’EMPLOI
USER GUIDE
BEDIENUNGSANLEITUNG
Beste Klant,
Wij feliciteren u met de aankoop van uw Butler 550
DECT draadloos telefoontoestel!
Chère Cliente, cher Client,
Nous vous félicitons de l’achat de votre Butler 550
DECT téléphone sans fil!
Dear Customer,
Congratulations for having bought the Butler 550
DECT cordless telephone!
Liebe Kundin, lieber Kunde,
Herzlichen Glückwunsch zum Kauf des Butler 550
DECT schnurlosen Telefons!
1 Installatie 3
1.1 Installatie 3
1.2 De batterijen opladen 3
1.3 Handset aan/uit 3
2 Toetsen 4
3 Telefoneren 5
3.1 Gewoon telefoneren 5
3.2 Blokkiezen 5
3.3 Herkiezen van de laatst gevormde nummers 5
3.4 Snelkiezen vanuit het geheugen 5
3.5 Een oproep ontvangen 6
3.6 Niet-Storen-functie 6
3.7 Interne oproep 7
3.8 Doorverbinden 7
3.8.1 Doorverbinden naar een andere handset 7
3.8.2 Doorverbinden indien aangesloten op een centrale (PABX) 7
3.9 Interne verbinding tijdens externe oproep 8
4 Programmatie van het basisstation 8
4.1 De 4-cijferige basiscode 8
4.2 Handset blokkeren 9
4.2.1 Interzonale oproepen blokkeren 9
4.2.2 Internationale oproepen blokkeren 9
4.2.3 Uitgaande externe gesprekken volledig blokkeren 10
4.3 Telefoneren via een PABX binnenhuiscentrale 10
4.4 Pauzetijd instellen 11
4.5 De 4-cijferige basiscode wijzigen 11
4.6 Fabrieksinstellingen inladen (toestel reset) 12
4.7 Multilink, Multibasis - Meerdere handsets of basisstations gebruiken 12
4.7.1 De handset aanmelden op een basisstation (automatische selectie) 12
4.7.2 De handset manueel aanmelden op het basisstation 13
4.7.3 De handset afmelden van het basisstation 13
1
5 Programmatie van de handset 14
5.1 Geheugennummers programmeren 14
5.2 Babycall 15
5.2.1 Babycall nummer programmeren 15
5.2.2 Babycall activeren 15
5.2.3 Babycall deactiveren 15
5.3 Gespreksduur aan/uit 15
5.3.1 Gespreksduur activeren 15
5.3.2 Gespreksduur deactiveren 16
5.4 Buiten Bereik-alarm 16
5.4.1 Buiten Bereik-alarm activeren 16
5.4.2 Buiten Bereik-alarm deactiveren 16
5.5 Batterij-status 16
5.5.1 Batterij-status activeren 16
5.5.2 Batterij-status deactiveren 17
5.6 Bezet-indicatie 17
5.6.1 Bezet-indicatie activeren 17
5.6.2 Bezet-indicatie deactiveren 17
5.7 Klaviertoon aan/uit 17
5.7.1 Klaviertoon aan 17
5.7.2 Klaviertoon uit 17
5.8 Manuele/automatische ontvangst 18
5.8.1 Manuele ontvangst 18
5.8.2 Automatische ontvangst 18
5.9 Basisstation traceren 18
5.9.1 Manuele selectie 18
5.9.2 Automatische selectie. 18
5.10 Belvolume van de handset selecteren 19
5.11 Belmelodie selecteren 19
5.12 Volume van de luidspreker selecteren 19
5.13 Mute (C)-Toets (tijdelijk onderbreken van de microfoon) 19
1 Installatie
2 1
1. Installatie
1. Sluit de connector van het telefoonsnoer aan op het telefoontoestel (1) en steek het andere uiteinde in de wandcontactdoos van het telefoonnet.
2 . Steek de kleine stekker van de AC adapter in het toestel (2)
en het andere uiteinde in het stopcontact.
1.2 De batterijen opladen
Steek 3 AAA batterijen (NiMH) in de batterijruimte van de handset. Leg de handset met de toetsen naar beneden op het basisstation. Er weerklinkt een korte bieptoon. Het opladen van de batterijen duurt ongeveer 15 uur wanneer deze volledig leeg is. Bij het eerste gebruik is het aan te raden de batterijen volledig te laden. Tijdens de snelle oplading is het mogelijk dat de handset en de basis opwarmen. De handset zal pas over zijn volledige capaciteit beschikken na de vierde of vijfde oplading.
Om de levensduur van de batterijen te optimaliseren, dient men deze op regelmatige tijdstippen (1x per kwartaal) volledig te ontladen. Hiervoor legt u de handset naast en niet op de basis tot het zich automatisch deactiveert. Ve rgeet de batterijen nadien niet opnieuw volledig op te laden. Afhankelijk van het aantal opladingen verm i n d e rt de levensduur van de batterijen.
6 Garantie 20
2 3
1.3 Handset aan/uit
Om het toestel te deactiveren, drukt U gedurende 3 seconden op de Aan/Uit-toets. Druk opnieuw op de Aan/Uit-toets om het toestel terug aan te zetten.
1.4 Toetsvergrendeling Aan/Uit
Door een enkele druk op de Aan/Uit-toets wordt de toetsvergrendeling geactiveerd. Er verschijnen drie koppeltekens op de display. Druk nogmaals kort op de Aan/Uit-toets om de toetsvergrendeling te deactiveren.
2 Toetsen
1 Lijntoets 2 Cijfertoetsen 3 Programmeertoets 4 Geheugentoets 5 Herkiestoets 6 INT/Doorverbindtoets 7 C-toets/Mute 8 Aan/Uit-toets
3 Telefoneren
3.1 Gewoon telefoneren
• Druk op de Lijntoets.
• Voer het gewenste nummer in.
• Druk op de Lijntoets om, na het gesprek, de verbinding te verbreken.
3.2 Blokkiezen
• Geef het gewenste nummer in.
• Een foute ingave kan gecorr i g e e rd worden met de C-toets.
• Druk op de Lijntoets. Het nummer wordt gevormd en knippert in de display.
• Druk opnieuw op de Lijntoets om, na het gesprek, de verbinding te verbreken.
36
3.3 Herkiezen van de laatst gevormde nummers.
De 5 laatst gevormde nummers worden opgeslagen in het geheugen. Zij kunnen worden opgeroepen met de
2
4 5
8 7
1
Herkiestoets.
• Druk op de Herkiestoets tot het gewenste nummer in de display verschijnt.
• Druk op de Lijntoets. Het nummer knippert in de display en wordt gevormd.
• Druk opnieuw op de Lijntoets om, na het gesprek, de verbinding te verbreken.
3.4 Snelkiezen vanuit het geheugen.
Als u geheugennummers geprogrammeerd hebt (zie hoofdstuk 5.1), kunnen deze als volgt opgeroepen worden:
4 5
• Druk op de Geheugentoets.
• Geef het nummer van de geheugenplaats in of druk herhaaldelijk op de Geheugentoets tot het gewenste nummer in de display verschijnt.
• D ruk op de Lijntoets. Het nummer in de display wordt gevorm d en begint te knipperen.
• D ruk opnieuw op de Lijntoets om, na het gesprek, de verbinding te verbreken.
3.5 Een oproep ontvangen
Als bij een binnenkomende oproep de handset op de basis ligt, hoeft u enkel de hoorn op te nemen als de functie ‘Automatische Ontvangst’ geactiveerd is. Zoniet drukt u op de Lijntoets. Druk nogmaals op de Lijntoets om de verbinding, na het gesprek, te verbreken.
Ligt de handset niet op de basis, moet u op de Lijntoets drukken om een binnenkomende oproep aan te nemen. Druk nogmaals op de Lijntoets om de verbinding, na het gesprek, te verbreken.
3.6 Niet-Storen-functie
Indien U niet wil dat de handset rinkelt tijdens een oproep, maar toch dat er een indicatie wordt gegeven op de display dat u een oproep hebt ontvangen, dan dient U de Niet-Storen-functie te activeren. Druk op de Programmeertoets, gevolgd door 0 en nogmaals op de Programmeertoets.
Inkomende oproepen zijn niet hoorbaar maar het -symbool verschijnt op de handset. Deze functie wordt gedeactiveerd als u op eender welke toets drukt of als het toestel op de basis ligt.
3.7 Interne oproep
De Butler 550 biedt U de mogelijkheid, indien er meerdere handsets op één basisstation zijn geprogrammeerd, een gesprek te voeren tussen de verschillende handsets. U kan een intern gesprek voeren met een andere interne handset terwijl u een extern gesprek voert met een bijkomende handset.
• Druk op de Doorverbindtoets (INT).
• Geef het nummer in van de handset die U wil bereiken.
• Als de oproep beantwoord wordt, kan U het gesprek voere n .
• Om de interne verbinding te verbreken, druk op de Lijntoets.
3.8 Doorverbinden
3.8.1 Doorverbinden naar een andere handset
De Butler 550 biedt U de mogelijkheid, indien er meerdere handsets op één basisstation zijn geprogrammeerd, een gesprek door te verbinden met aankondiging.
• Als u een extern gesprek wil doorverbinden, drukt u op de Doorverbindtoets (INT).
• Geef het nummer in van de handset waarnaar U het gesprek wil doorverbinden.
• Als de oproep beantwoord wordt, kan U, door de interne verbinding, met de andere handset communiceren.
• Wenst U het gesprek door te verbinden, drukt u op de Lijn­toets. De oproep is doorverbonden naar de andere extensie.
3.8.2 Doorverbinden indien aangesloten op een
centrale (PABX)
U kan een gesprek ook doorverbinden naar een andere
6 7
binnenpost (indien aangesloten op PABX) door op de Pro g r a m m e e r­toets te drukken, vervolgens op de INT-toets (Recall), gevolgd door het extensienummer van de binnenpost.
3.9 Interne verbinding tijdens externe oproep
De Butler 550 biedt U de mogelijkheid, indien er meerdere handsets op één basisstation zijn geprogrammeerd, een intern gesprek te voeren tijdens een externe oproep.
• Als U een intern gesprek wil voeren tijdens een gesprek met de buitenlijn, drukt U op de Doorverbindtoets (INT).
• Geef het nummer in van de handset waarmee U intern wil communiceren.
• Wenst U het intern gesprek te beëindigen, drukt U nogmaals op de Doorverbindtoets (INT).
• U bent terug in verbinding met de externe oproep. De interne verbinding is verbroken.
4 Programmatie van het basisstation
Als u het programmatiemenu wil verlaten zonder veranderingen aan te brengen, drukt u op de C-toets.
4.1 De 4-cijferige basiscode
Als u het basisstation wil programmeren, moet u een 4-cijferige basiscode ingeven. U vindt de basiscode aan de onderkant van het toestel en in de batterijruimte van de handset.
Opgelet: Voor de programmatie van het basisstation hebt u enkel de 4 laatste cijfers van deze code nodig.
Hoofdstuk 4.5 – Wijzigen basiscode, leert U hoe U deze code kan wijzigen.
4.2 Handset blokkeren
U kan de handsets blokkeren zodat er geen uitgaande oproepen, interzonale of internationale oproepen kunnen gevoerd worden. Zo kan U vanaf één bepaalde handset beperkingen opleggen aan de verschillende handsets. Binnenkomende oproepen blijven mogelijk.
4.2.1 Interzonale oproepen blokkeren
Telefoonnummers die met ‘0’ beginnen, worden geweigerd.
• Druk op de Programmeertoets, gevolgd door “1”.
• Geef de 4-cijferige basiscode in en druk vervolgens “21”.
• Geef de nummers van de handsets in die U wil blokkeren. De handsetnummers verschijnen op het display.
• Wenst U een ingave op te heffen, geeft U nogmaals het nummer van de desbetreffende handset in.
• Druk op de Programmeertoets om de instelling te bevestigen.
Wenst U deze programmatie te deactiveren, volgt U dezelfde procedure.
4.2.2 Internationale oproepen blokkeren
Telefoonnummers die met ‘00’ beginnen, worden geweigerd.
• Druk op de Programmeertoets, gevolgd door “1”.
• Geef de 4-cijferige basiscode in en druk vervolgens “22”.
• Geef de nummers van de handsets in welke U wil blokkeren. Deze nummers verschijnen op de display.
• Wenst U een ingave op te heffen, geeft U nogmaals het nummer van de betreffende handset in.
• Druk de Programmeertoets om de instelling te bevestigen.
8 9
Wenst U deze programmatie te deactiveren, volgt U dezelfde procedure.
4.2.3 Uitgaande externe gesprekken volledig blokkeren.
• Druk op de Programmeertoets, gevolgd door “1”.
• Geef de 4-cijferige basiscode in en druk vervolgens “9”.
• Rechts verschijnen de handsetnummers die volledige toegang hebben.
• Geef de nummers van de handsets in die geen toegang mogen hebben tot de hoofdlijn.
• Wenst U een ingave op te heffen, geeft U nogmaals het nummer van de betreffende handset in.
• Druk de Programmeertoets om de instelling te bevestigen.
Wenst U deze programmatie te deactiveren, volgt U dezelfde procedure.
4.3 Telefoneren via een PABX binnenhuiscentrale.
Indien men aangesloten is op een PABX centrale, dan dient men in de meeste gevallen een pauze te laten tussen het nummer van de buitenlijn en het telefoonnummer. De Butler 550 laat je toe 2 nummers met 3 cijfers te programmeren welke bij het kiezen gevolgd worden door een pauze.
• Geef de 4-cijferige basiscode in en druk vervolgens “81”.
• Geef het nummer van de hoofdverbinding van de PABX in (max. 3 cijfers).
• Druk op de Programmeertoets.
Instellingen wissen
• Druk op de Programmeertoets, gevolgd door “1”.
• Geef de 4-cijferige basiscode in en druk vervolgens “80”.
• Druk op de Programmeertoets.
Alle instellingen, die geprogrammeerd zijn voor het bekomen van de buitenlijn op een PABX centrale, zijn gewist.
4.4 Pauzetijd instellen.
De pauze is instelbaar in 3 of 6 seconden.
• Druk op de Programmeertoets, gevolgd door “1”.
• Geef de 4-cijferige basiscode in en druk vervolgens “83”.
• Druk op “1” voor een korte pauze (3 sec.) na het nemen van de hoofdlijn.
• Druk op “2” voor een lange pauze (6 sec.) na het nemen van de hoofdlijn.
• Druk op de Programmeertoets.
1e nummer voor het bekomen van de buitenlijn.
• Druk op de Programmeertoets, gevolgd door “1”.
• Geef de 4-cijferige basiscode in en druk vervolgens “82”.
• Geef het hoofdlijnnummer van de PABX in (max. 3 cijfers).
• Druk op de Programmeertoets.
2e nummer voor het bekomen van de buitenlijn
• Druk op de Programmeertoets, gevolgd door “1”.
10 11
4.5 De 4-cijferige basiscode wijzigen
De 4-cijferige basiscode, die standaard bestaat uit de laatste vier cijfers van de code onderaan het toestel en in de batterijruimte van de handset, kan gewijzigd worden. Zorg ervoor dat U de code nooit verliest.
• Druk op de Programmeertoets, gevolgd door “1”.
• Geef de oude basiscode in en druk vervolgens “1”.
• Geef de nieuwe basiscode tweemaal in.
• Druk op de Programmeertoets.
4.6 Fabrieksinstellingen inladen (toestel reset)
Wanneer U volgende programmering uitvoert, zullen alle per­soonlijke instellingen worden gewist. Alle fabrieksinstellingen zijn terug ingesteld. Zelfs de basiscode staat terug op “0000” en geen enkele handset is nog aangemeld.
• Druk op de Programmeertoets, gevolgd door “1”.
• Geef de 4-cijferige basiscode in en druk vervolgens “0250”.
• Druk opnieuw op de Programmeertoets.
4.7 Multilink, Multibasis - Meerdere handsets of basisstations gebruiken.
Er kunnen tot 5 handsets aangemeld worden op de basis. Eén handset kan eveneens gebruikt worden met 4 verschillende basisstations. De meegeleverde handset is reeds aangemeld op de basis.
4.7.1 De handset aanmelden op een basisstation (automatische selectie)
• Druk op de Programmeertoets, gevolgd door “8”.
• Druk op de Herkiestoets.
• Geef de 4-cijferige basiscode van het basisstation in.
• Druk op de Herkiestoets.
• Kies het nummer dat u aan de basis wil toekennen.
• Druk op de Programmeertoets ter bevestiging.
Het nummer van de basis verschijnt in het midden van de display en aan de rechterkant van de display verschijnt het handset­nummer.
Opmerking:
Wanneer, bij het aanmelden van een handset op een basis, verschillende basisstations in de buurt van de handset, dezelfde basiscode hebben, dan zal deze handset automatisch één van deze basisstations selecteren. De gebruiker weet echter niet op welke basis er wordt aangemeld. Wanneer deze situatie zich voordoet, kan men beter de procedure “4.7.2 De handset manueel aanmelden op het basisstation” volgen.
4.7.2 De handset manueel aanmelden op het
basisstation.
Wenst U één bepaald basisstation te selecteren, dan kan U de programmatie verfijnen door het 15-cijferige ID-nummer toe te voegen. Deze code vindt U op de achterzijde van de handleiding.
• Druk op de Programmeertoets, gevolgd door “8”.
• Geef het 15-cijferige ID-nummer van het gewenste basisstation in (achterzijde handleiding).
• Druk op de Herkiestoets.
• Geef de 4-cijferige basiscode van het basisstation in.
• Druk op de Herkiestoets.
• Druk op de Programmeertoets ter bevestiging.
De nummers van de basis en de handset verschijnen in het midden en aan de rechterkant van de display.
4.7.3 De handset afmelden van het basisstation.
Een handset kan afgemeld worden door volgende procedure:
• Druk op de Programmeertoets.
12 13
• Vorm “9 2 5 0”.
• Druk op de Programmeertoets ter bevestiging.
De handset is nu afgemeld op de huidige basis en kan enkel op dit basisstation terug gebruikt worden na een nieuwe aanmelding op deze basis.
Opmerking:
Indien de handset op meerdere basisstations is aangemeld, zal deze, na afmelding op het huidig basisstation, automatisch een ander basisstation kiezen.
5 Programmatie van de handset
De volgende instellingen zijn enkel voor de handset waarop ze ingesteld werden. Elke handset kan anders ingesteld worden.
5.1 Geheugennummers programmeren
In elke handset kunnen 10 geheugennummers geprogrammeerd worden.
• Druk op de Programmeertoets.
• Druk op de Geheugentoets.
• Aan de linkerzijde van de display wordt het geheugennummer aangegeven.
• Geef de geheugenplaats (0-9) in waaronder u het nummer wil programmeren en druk op de Herkiestoets.
• Geef het telefoonnummer in. Wenst U een pauze in te voeren, dan drukt U gedurende enkele seconden op de #-toets (zie hoofdstuk 4.3 - 4.4).
• Druk op de Programmeertoets ter bevestiging.
Herhaal dezelfde stappen voor het programmeren van de andere nummers.
5.2 Babycall
U kan de handset zodanig programmeren dat één enkel specifiek nummer automatisch wordt gevormd wanneer men gelijk welke toets drukt.
5.2.1 Babycall nummer programmeren
• Druk op de Programmeertoets.
• Vorm “2 7 1”.
• Geef het telefoonnummer in.
• Druk opnieuw op de Programmeertoets.
5.2.2 Babycall activeren
• Druk op de Programmeertoets.
• Vorm “2 7 2”.
• Bevestig met de Programmeertoets.
5.2.3 Babycall deactiveren
• Druk op de Programmeertoets.
• Vorm “2 7 0”.
• Bevestig met de Programmeertoets.
5.3 Gespreksduur aan/uit
Als u deze functie activeert, verschijnt de gespreksduur van ieder telefoongesprek in de display.
5.3.1 Gespreksduur activeren
• Druk op de Programmeertoets.
• Vorm “2 2 1”.
14 15
• Bevestig met de Programmeertoets.
5.3.2 Gespreksduur deactiveren
• Druk op de Programmeertoets.
• Vorm “2 2 0”.
• Bevestig met de Programmeertoets.
5.4 Buiten Bereik-alarm
Het toestel geeft een waarschuwingssignaal als u buiten het bereik van de basis komt.
5.4.1 Buiten Bereik-alarm activeren
• Druk op de Programmeertoets.
• Vorm “2 1 1”.
• Bevestig met de Programmeertoets.
5.4.2 Buiten Bereik-alarm deactiveren
• Druk op de Programmeertoets.
• Vorm “2 1 0”.
• Bevestig met de Programmeertoets.
5.5.2 Batterij-status deactiveren
• Druk op de Programmeertoets.
• Vorm “2 6 2”.
• Bevestig met de Programmeertoets.
5.6 Bezet-indicatie
In het midden van de display wordt aangegeven dat de basis bezet is.
5.6.1 Bezet-indicatie activeren
• Druk op de Programmeertoets.
• Vorm “2 3 1”.
• Bevestig met de Programmeertoets.
5.6.2 Bezet-indicatie deactiveren
• Druk op de Programmeertoets.
• Vorm “2 3 0”.
• Bevestig met de Programmeertoets.
5.7 Klaviertoon aan/uit
5.5 Batterij-status
De batterij-status is zichtbaar op de display. Als de batterij leeg is, hoort u ook een waarschuwingstoon vooraleer het toestel uitvalt.
5.5.1 Batterij-status activeren
• Druk op de Programmeertoets.
• Vorm “2 6 1”.
• Bevestig met de Programmeertoets.
16 17
5.7.1 Klaviertoon aan
• Druk op de Programmeertoets.
• Vorm “2 4 1”.
• Bevestig met de Programmeertoets.
5.7.2 Klaviertoon uit
• Druk op de Programmeertoets.
• Vorm “2 4 0”.
• Bevestig met de Programmeertoets.
5.8 Manuele/automatische ontvangst
U kan het toestel zo instellen dat, als er een oproep binnenkomt, u enkel de handset van de basis dient te nemen om de verbinding tot stand te brengen. U hoeft niet meer op de Lijntoets te dru k k e n .
5.8.1 Manuele ontvangst
• Druk op de Programmeertoets.
• Vorm “2 8 1”.
• Bevestig met de Programmeertoets.
5.8.2 Automatische ontvangst
• Druk op de Programmeertoets.
• Vorm “2 8 2”.
• Bevestig met de Programmeertoets.
5.9 Basisstation traceren
De handset heeft de mogelijkheid om aan te geven of u in het bereik komt van een andere basis waarop de handset ook is aangemeld.
5.9.1 Manuele selectie
• Druk op de Programmeertoets.
• Vorm “2 5”.
• Kies het gewenste basisstation.
• Bevestig met de Programmeertoets.
De handset zoekt de gekozen basis en het nummer verschijnt op het display.
5.9.2 Automatische selectie.
De handset traceert elk ander basisstation waarop het is aangemeld.
Zodra een basis gevonden is, verschijnt het nummer op de display.
• Druk op de Programmeertoets.
• Vorm “2 5 *”.
• Bevestig met de Programmeertoets.
5.10 Belvolume van de handset selecteren
• Druk op de Programmeertoets.
• Druk op “5”.
• Selecteer het gewenste belvolume (0 tot 5).
• Druk op de Programmeertoets.
5.11 Belmelodie selecteren
• Druk op de Programmeertoets.
• Druk op “6”.
• Selecteer de gewenste belmelodie (0 tot 9).
• Druk op de Programmeertoets.
5.12 Volume van de luidspreker selecteren
• Druk op de Lijntoets. U hoort de kiestoon.
• Druk op de Programmeertoets.
• Druk op “7”.
• Selecteer het gewenste belvolume (1 tot 3).
• Druk op de Programmeertoets ter bevestiging.
5.13 Mute (C)-Toets (tijdelijk onderbreken van de micro f o o n )
Indien u tijdens een gesprek iets wil bespreken en u wil niet dat uw gespre k s p a rtner hier iets van hoort, drukt u op de C-toets. Op de display verschijnt het -symbool.
18 19
Om het gesprek verder te zetten, drukt u nogmaals op de Mute-toets.
6. Garantie
1 jaar
Contacteer uw dealer en vraag naar de gratis omruilgarantie.
Opgelet:
Vergeet uw aankoopbewijs niet bij uw toestel te steken.
1 Installation 23
1.2 Charger les batteries 23
1.3 Activer/désactiver le combiné 23
1.4 Activer/désactiver le blocage du clavier 24
2 Touches 24
3 Téléphoner 25
3.1 Téléphoner normalement 25
3.2 Téléphoner en bloc 25
3.3 Rappel des derniers numéros composés (redial) 25
3.5 Recevoir un appel 26
3.6 Fonction Ne-pas-Déranger 26
3.7 Un appel interne 27
3.8 Transférer 27
3.8.1 Transférer un appel à un autre combiné 27
3.8.2 Transférer si connecté à un central téléphonique (PABX) 28
3.9 Connexion interne pendant un appel externe 28
4 Programmation du poste de base 28
4.2 Blocage du combiné 29
4.2.1 Bloquer des appels interzonaux 29
4.2.2 Bloquer des appels internationaux 30
4.2.3 Bloquer tous les appels externes 30
4.3 Téléphoner via un central téléphonique PABX 31
4.4 Insérer une pause 32
4.5 Modifier le code de base à 4 chiffres 32
4.6 Les réglages d’usine (reset appareil) 32
4.7 Multilink, Multibase - Utiliser plusieurs combinés et postes de base 33
4.7.1 Annoncer le combiné à un poste de base (sélection automatique) 33
4.7.2 Annoncer manuellement le combiné à un poste de base 34
4.7.3 Annuler le combiné sur le poste de base 34
20
21
5 Programmation du combiné 35
5.1 Programmer les numéros de mémoire 35
5.2 Activer/désactiver Babycall 35
5.2.1 Programmer un numéro Babycall 36
5.2.2 Activer Babycall 36
5.2.3 Désactiver Babycall 36
5.3 Activer/désactiver la durée de conversation 36
5.3.1 Activer la durée de conversation 36
5.3.2 Désactiver la durée de conversation 36
5.4 Alarme Hors-Portée 37
5.4.1 Activer l’alarme Hors-Portée 37
5.4.2 Désactiver l’alarme Hors-Portée 37
5.5 Etat batterie 37
5.5.1 Activer l’indication de l’état de la batterie 37
5.5.2 Désactiver l’indication de l’état de la batterie 38
5.6 Indication ‘Occupé’ 38
5.6.1 Activer l’indication ‘Occupé’ 38
5.6.2 Désactiver l’indication ‘Occupé’ 38
5.7 Activer/désactiver les tonalités du clavier 38
5.7.1 Activer les tonalités du clavier 38
5.7.2 Désactiver les tonalités du clavier 39
5.8 Réception manuelle/automatique 39
5.8.1 Réception manuelle 39
5.8.2 Réception automatique 39
5.9 Tracer le poste de base 39
5.9.1 Sélection manuelle 39
5.9.2 Sélection automatique 40
5.10 Sélectionner le volume de sonnerie 40
5.11 Sélectionner la mélodie de sonnerie 40
5.12 Sélectionner le volume du haut-parleur 40
5.13 Coupure du micro (Mute) 41
6 Garantie 41
1 Installation
2 1
1.1 Installation
1. Connectez un bout du câble téléphonique à l’appareil (1) et l’autre bout à la prise de contact murale du réseau téléphonique.
2. Introduisez le petit connecteur de l’adaptateur AC dans l’appareil (2) et l’autre bout dans la prise de contact.
1.2 Charger les batteries
Introduisez 3 batteries AAA (NiMH) dans le compartiment à batterie du combiné. Placez le combiné sur le poste de base avec les touches en bas. Vous entendez un bip sonore bref. Le chargement des batteries dure environ 15 heures. Nous vous recommandons de charger complètement les batteries quand vous l’utilisez la première fois. Pendant le chargement rapide, il est possible que le combiné et le poste de base s’échauffent. Le combiné disposera de sa capacité complète après le quatrième ou cinquième chargement. Afin d’optimaliser la durée de vie des batteries, il faut la décharger régulièrement (1 x par trimestre). Pour décharger le combiné, placez-le à côté et non pas sur le poste de base pour obtenir une désactivation automatique. N’oubliez pas de recharger de nouveau les batteries après le déchargement. La durée de vie de les batteries diminue au fur et à mesure des chargements.
1.3 Activer/désactiver le combiné
Afin de désactiver l’appareil, maintenez enfoncée la touche On/O ff pendant 3 secondes. Pour réactiver le combiné, appuyez encore une fois sur la touche On/O ff .
22 23
Loading...
+ 30 hidden pages