Geachte cliënt(e),
Het doet ons veel genoegen dat u hebt gekozen
voor een kwaliteitsproduct van de firma STIHL.
Dit product werd met moderne productiemetho‐
den en onder uitgebreide kwaliteitscontroles
gefabriceerd. Er is ons alles aan gelegen dat u
tevreden bent met dit apparaat en er probleem‐
loos mee kunt werken.
Wendt u zich met vragen over uw apparaat tot
uw dealer of de importeur.
Met vriendelijke groet,
Dr. Nikolas Stihl
1Met betrekking tot deze
handleiding
1.1Symbolen
Alle symbolen die op het apparaat zijn aange‐
bracht worden in deze handleiding toegelicht.
1.2Codering van tekstblokken
WAARSCHUWING
Waarschuwing voor kans op ongevallen en letsel
voor personen alsmede voor zwaarwegende
materiële schade.
LET OP
Waarschuwing voor beschadiging van het appa‐
raat of afzonderlijke componenten.
1.3Technische doorontwikkeling
STIHL werkt continu aan de verdere ontwikkeling
van alle machines en apparaten; wijzigingen in
de leveringsomvang qua vorm, techniek en uit‐
rusting behouden wij ons daarom ook voor.
Aan gegevens en afbeeldingen in deze handlei‐
ding kunnen dan ook geen aanspraken worden
ontleend.
2Veiligheidsaanwijzingen en
werktechniek
Deze handleiding heeft betrekking op een
STIHL plantenspuit, in deze handleiding ook
apparaat genoemd.
Er zijn extra veiligheidsmaatregelen
nodig bij het werken met het appa‐
raat.
De gehele handleiding voor de eerste
ingebruikneming aandachtig doorle‐
zen en voor later gebruik goed opber‐
gen. Het niet in acht nemen van de
handleiding kan levensgevaarlijk zijn.
2.1In het algemeen in acht nemen
De nationale veiligheidsvoorschriften, bijv. van
beroepsgroepen, sociale instanties, arbeidsin‐
spectie en andere in acht nemen.
Wie voor het eerst met het apparaat werkt: door
de verkoper of door een andere deskundige
laten uitleggen hoe men hiermee veilig kan wer‐
ken – of deelnemen aan een cursus.
Minderjarigen mogen niet met het apparaat wer‐
ken – behalve jongeren boven de 16 jaar die
onder toezicht leren met het apparaat te werken.
Kinderen, huisdieren en toeschouwers op
afstand houden.
Als het apparaat niet wordt gebruikt, het appa‐
raat zo neerzetten dat niemand in gevaar kan
worden gebracht. Het apparaat zo opbergen dat
onbevoegden er geen toegang toe hebben.
De gebruiker is verantwoordelijk voor ongevallen
die andere personen of hun eigendommen over‐
komen, resp. voor de gevaren waaraan deze
worden blootgesteld.
Het apparaat alleen meegeven of uitlenen aan
personen die met dit model en het gebruik ervan
vertrouwd zijn – altijd de handleiding meegeven.
Het apparaat alleen dan in gebruik nemen als
alle componenten in goede staat verkeren. Con‐
troleren of alle delen van het apparaat lekvrij zijn.
Het reservoir alleen met de in het apparaat inge‐
bouwde pomp onder druk zetten.
Het apparaat alleen compleet gemonteerd
gebruiken.
Originele handleiding
0000006598_013_NL
Gedrukt op chloorvrij gebleekt papier.
Drukinkten bevatten plantaardige olie, papier is recyclebaar.
Wie met het apparaat werkt moet goed uitgerust,
gezond zijn en een goede lichamelijke conditie
hebben.
Na gebruik van alcohol, medicijnen die het reac‐
tievermogen beïnvloeden of drugs mag niet met
het apparaat worden gewerkt.
2.2Gebruik conform de voorschrif‐
ten
De plantenspuit is geschikt voor het vernevelen
van vloeistoffen tegen schimmelvorming en aan‐
tasting door ongedierte en voor de onkruidbestrij‐
ding. Ze worden vooral gebruikt in de fruit-,
groenteteelt en tuinbouw, plantages, grasvelden/
grasland en de bosbouw.
Alleen die plantenbeschermingsmiddelen ver‐
werken die voor het gebruik met spuitapparatuur
zijn vrijgegeven.
Het gebruik van het apparaat voor andere doel‐
einden is niet toegestaan en kan leiden tot onge‐
lukken of schade aan het apparaat. Geen wijzi‐
gingen aan de plantenspuit aanbrengen – ook dit
kan leiden tot ongelukken of schade aan de
plantenspuit.
SG 11 PLUS
Als PLUS-uitvoering is de SG 11 ook geschikt
voor het spuiten van alkalische reinigingsmidde‐
len met een pH-waarde van 7‑14.
Alleen die reinigingsmiddelen verwerken die voor
het gebruik met spuitapparatuur zijn vrijgegeven.
Het gebruik van reinigingsmiddelen buiten de
aangegeven pH-grenzen is niet toegestaan en
kan leiden tot ongelukken of schade aan het
apparaat.
2.3Kleding en uitrusting
De voorgeschreven kleding en uitrusting dragen
bij het werken met, het vullen en reinigen van het
apparaat. De instructies voor de veiligheid in de
handleiding van het plantenbeschermings-, reini‐
gingsmiddel opvolgen.
De werkkleding moet nauw aansluiten en mag tij‐
dens het werk niet hinderen.
Met plantenbeschermings-, reinigingsmiddelen in
aanraking gekomen kleding direct verwisselen.
Bij sommige plantenbeschermings-,
reinigingsmiddelen moet een vloei‐
stofdicht veiligheidspak worden
gedragen.
Bij werkzaamheden boven het hoofd bovendien
een vloeistofdicht hoofddeksel dragen.
Vloeistofdichte en plantenbescher‐
mings-, reinigingsmiddelbestendige
veiligheidslaarzen met stroeve zool
dragen.
Nooit blootsvoets of met sandalen werken.
Vloeistofdichte en plantenbescher‐
mings-, reinigingsmiddelbestendige
handschoenen dragen.
WAARSCHUWING
Om de kans op oogletsel te reduce‐
ren een nauw aansluitende veilig‐
heidsbril volgens de norm EN 166
dragen. Erop letten dat de veilig‐
heidsbril goed zit.
Een geschikte mondkap dragen.
Het inademen van plantenbeschermings-, reini‐
gingsmiddelen kan schadelijk zijn voor de
gezondheid. Om gezondheidsrisico's of allergi‐
sche reacties te voorkomen een geschikte mond‐
kap dragen. Op de aanwijzingen van het plan‐
tenbeschermings-, reinigingsmiddel en de natio‐
nale veiligheidsvoorschriften, bijv. van beroeps‐
groepen, sociale instanties, de arbeidsinspectie
en andere letten.
2.4Vervoer
Bij vervoer in voertuigen:
Het apparaat tegen kantelen en beschadiging
–
beveiligen
Het reservoir moet leeg, drukloos en schoon
–
zijn
2.5Reinigen
Kunststof onderdelen reinigen met een doek.
Agressieve reinigingsmiddelen kunnen het kunst‐
stof beschadigen.
Voor het reinigen geen hogedrukreiniger gebrui‐
ken. De harde waterstraal kan componenten
beschadigen.
2.6Toebehoren
Alleen die onderdelen of toebehoren monteren
die door STIHL voor dit apparaat zijn vrijgegeven
of technisch gelijkwaardige onderdelen. Bij vra‐
gen hierover contact opnemen met een geautori‐
seerde dealer. Alleen hoogwaardige onderdelen
of toebehoren monteren. Als dit wordt nagelaten
is er kans op ongelukken of schade aan het
apparaat.
0458-596-7621-C3
Nederlands2 Veiligheidsaanwijzingen en werktechniek
STIHL adviseert originele STIHL onderdelen en
toebehoren te monteren. Deze zijn qua eigen‐
schappen optimaal op het apparaat en de eisen
van de gebruiker afgestemd.
Geen wijzigingen aan het apparaat aanbrengen
– uw veiligheid kan hierdoor in gevaar worden
gebracht. Voor persoonlijke en materiële schade
die door het gebruik van niet-vrijgegeven aan‐
bouwapparaten wordt veroorzaakt is STIHL niet
aansprakelijk.
2.7Omgang met plantenbescher‐
mings-, reinigingsmiddel
Voor ieder gebruik de gebruikshandleiding van
het plantenbeschermings-, reinigingsmiddel
lezen. De aanwijzingen voor het mengen, het
gebruik, de persoonlijke veiligheidsuitrusting, het
opslaan en het milieuverantwoord afvoeren
opvolgen.
De wettelijke voorschriften met betrekking tot de
omgang met plantenbeschermings-, reinigings‐
middelen aanhouden.
Plantenbeschermings-, reinigingsmiddelen kun‐
nen bestanddelen bevatten die schadelijk zijn
voor mensen, dieren, planten en het milieu –
kans op vergiftiging en levensgevaarlijk letsel!
Contact met het plantenbeschermings-, reini‐
gingsmiddel vermijden.
Plantenbeschermings-, reinigingsmiddelen
mogen alleen door die personen worden gebruikt
die een cursus hebben gevolgd voor de omgang
met plantenbeschermings-, reinigingsmiddelen
en bekend zijn met de betreffende maatregelen
voor eerstehulpverlening.
De gebruikshandleiding of het etiket van het
plantenbeschermings-, reinigingsmiddel altijd bij
de hand houden om in geval van nood de arts
direct over het plantenbeschermings-, reinigings‐
middel te kunnen informeren. In geval van nood
de aanwijzingen op het etiket of in de gebruiks‐
handleiding van het plantenbeschermings-, reini‐
gingsmiddel opvolgen. De bladen met de veilig‐
heidsgegevens van de fabrikant in acht nemen!
2.7.1Plantenbeschermings-, reinigingsmid‐
Plantenbeschermings-, reinigingsmiddelen alleen
volgens de fabrieksgegevens gebruiken.
–
del mengen en bijvullen
Voor het vullen van het reservoir met een
plantenbeschermings-, reinigingsmiddel eerst
een test uitvoeren met schoon water en hierbij
controleren of de onderdelen van het apparaat
geen lekkage vertonen
Vloeibare concentraten van plantenbescher‐
–
mings-, reinigingsmiddelen nooit onverdund
spuiten
Plantenbeschermings-, reinigingsmiddel alleen
–
in de open lucht of in een goed geventileerde
ruimte mengen en bijvullen
Slechts zoveel plantenbeschermings-, reini‐
–
gingsmiddel voorbereiden als nodig is, om res‐
thoeveelheden te voorkomen
Verschillende plantenbeschermings-, reini‐
–
gingsmiddelen alleen met elkaar vermengen
als deze door de fabrikant hiervoor zijn vrijge‐
geven
Bij het mengen van de verschillende planten‐
–
beschermings-, reinigingsmiddelen de instruc‐
ties in de gebruikshandleiding opvolgen – door
verkeerde mengverhoudingen kunnen giftige
dampen of explosieve mengsels ontstaan
Het apparaat op een vlakke ondergrond plaat‐
–
sen – het reservoir niet tot boven het max.merkteken vullen
Bij het vullen via het waterleidingnet de vul‐
–
slang niet in het plantenbeschermings-, reini‐
gingsmiddel dompelen – de onderdruk in het
leidingsysteem zou de vloeistof hierin kunnen
zuigen
Het reservoir na het vullen goed afsluiten
–
2.7.2Gebruik
Alleen in de buitenlucht of in zeer goed geven‐
–
tileerde ruimten, bijv. open kassen, werken
Tijdens de werkzaamheden met een planten‐
–
beschermings-, reinigingsmiddel dit niet inha‐
leren, niet eten, roken en ook niet drinken
Spuitmonden en andere kleine onderdelen
–
nooit met de mond uitblazen
Alleen werken als het windstil is
–
Een te hoge of te lage werkdruk alsmede ongun‐
stige weersomstandigheden kunnen leiden tot
een verkeerde concentratie van het plantenbe‐
schermings-, reinigingsmiddel. Een overdosering
kan het te behandelen oppervlak, de planten of
het milieu aantasten. Een te lage dosering kan
leiden tot het uitblijven van resultaten op het
behandelde oppervlak.
Om schade aan het oppervlak, de planten en het
milieu te voorkomen het apparaat nooit gebrui‐
ken:
Met te hoge of te lage werkdruk
–
Bij wind
–
Bij temperaturen boven de 30 °C in de scha‐
–
duw
Bij direct zonlicht
–
40458-596-7621-C
0076BA001 AS
2 Veiligheidsaanwijzingen en werktechniekNederlands
Om schade aan het apparaat en ongelukken te
voorkomen, het apparaat nooit gebruiken met:
Ontvlambare vloeistoffen
–
Stroperige of plakkerige vloeistoffen
–
Etsende en zuurhoudende middelen
–
Vloeistoffen, die warmer zijn dan 30 °C
–
2.7.3Opslag
Bij een werkonderbreking het apparaat niet
–
blootstellen aan direct zonlicht en warmtebron‐
nen
Plantenbeschermings-, reinigingsmiddelen
–
nooit langer dan een dag in het reservoir
bewaren
Plantenbeschermings-, reinigingsmiddelen
–
alleen in hiervoor goedgekeurde flessen/blik‐
ken opslaan en transporteren
Plantenbeschermings-, reinigingsmiddelen
–
niet opslaan in flessen/blikken bestemd voor
levensmiddelen, drank en voedermiddelen
Plantenbeschermings-, reinigingsmiddelen
–
niet bewaren in de nabijheid van levensmidde‐
len, drank en voedermiddelen
Plantenbeschermings-, reinigingsmiddelen uit
–
de buurt houden van kinderen en dieren
Het apparaat afgetapt, drukloos en schoonge‐
–
maakt opslaan
Het plantenbeschermings-, reinigingsmiddel
–
en het apparaat zo opbergen, dat onbevoeg‐
den hier geen toegang toe hebben
Het apparaat droog en vorstvrij opslaan
–
2.7.4Milieuverantwoord afvoeren
Plantenbeschermings-, reinigingsmiddelen vol‐
gens voorschrift en milieuverantwoord afvoeren –
op de aanwijzingen van de fabrikant van het
plantenbeschermings-, reinigingsmiddel letten
De resten van het plantenbeschermings-, reini‐
gingsmiddel en de spoelvloeistoffen van het
apparaat niet in open water, afvoeren, sloten,
greppels en goten en drainagesystemen laten
stromen.
Spuitmiddelresten en gebruikte reservoirs vol‐
–
gens de plaatselijke voorschriften voor afval
milieubewust afvoeren
0458-596-7621-C5
2.8Apparaat vasthouden en bedie‐
nen
Het apparaat met de rechter- of de linkerhand op
de handgreep vasthouden.
2.9Tijdens de werkzaamheden
Nooit in de richting van andere personen spuiten
– kans op letsel!
Let op bij gladheid, regen, sneeuw, ijs, op hellin‐
gen, in oneffen terrein enz. – kans op uitglijden!
Op obstakels letten: afval, boomstronken, wor‐
tels, greppels – kans op struikelen!
Op tijd rustpauzes nemen om vermoeidheid en
uitputting te voorkomen – kans op ongelukken!
Rustig en met overleg werken – alleen bij vol‐
doende licht en goed zicht. Voorzichtig werken,
anderen niet in gevaar brengen.
Niet op een ladder, niet op onstabiele plaatsen
werken.
Bij werkzaamheden in de buitenlucht en in tuinen
op micro-organismen letten waarvoor de
gebruikte middelen een bedreiging kunnen vor‐
men.
Niet in de buurt van elektriciteitskabels werken –
levensgevaar door elektrische schokken!
Tussen het verwisselen van de verschillende
plantenbeschermings-, reinigingsmiddelen het
complete apparaat reinigen.
2.10Na de werkzaamheden
Alle onderdelen van het apparaat op lekkage
controleren.
Na beëindiging van de werkzaamheden het
apparaat, de handen, het gezicht en zo nodig de
kleding grondig reinigen.
Personen en dieren weghouden van plaatsen die
zijn bespoten – pas na het volledig opdrogen van
het plantenbeschermingsmiddel weer betreden.
1.5 lt
0076BA002 AM
0076BA017 ST
1
0076BA004 AS
2
0076BA006 AS
Nederlands3 Reservoir vullen
2.11Onderhoud en reparaties
Alleen die onderhouds- en reparatiewerkzaam‐
heden uitvoeren die in de handleiding staan
beschreven. Alle andere werkzaamheden laten
uitvoeren door een geautoriseerde dealer.
STIHL adviseert onderhouds- en reparatiewerk‐
zaamheden alleen door de STIHL dealer te laten
uitvoeren. De STIHL dealers nemen regelmatig
deel aan scholingen en ontvangen Technische
informaties.
Alleen hoogwaardige onderdelen monteren. Als
dit wordt nagelaten is er kans op ongelukken of
schade aan het apparaat. Bij vragen hierover
contact opnemen met een geautoriseerde dea‐
ler.
STIHL adviseert originele STIHL onderdelen te
monteren. Deze zijn qua eigenschappen opti‐
maal op het apparaat en de eisen van de gebrui‐
ker afgestemd.
Reparatie- en onderhoudswerkzaamheden
alleen bij een drukloos, geheel leeg en gereinigd
apparaat uitvoeren.
Bij het reinigen van het reservoir, de lans en de
slang erop letten, dat er niemand in gevaar wordt
gebracht door de resterende vloeistof – kans op
letsel!
3Reservoir vullen
► Deksel aanbrengen en goed vastdraaien
4Spuiten
4.1Druk in het reservoir opbouwen
► Pompstang (1) gelijkmatig 20- tot 30 maal op
en neer bewegen
4.2Werking van de drukafblaas‐
klep controleren
► Reservoir op een vlakke ondergrond plaatsen
► Goed gemengde plantenbeschermings-, reini‐
gingsmiddel bijvullen. Maximale vulcapaciteit
van 1,5 liter (50,7 oz.) niet overschrijden (pijl)
► Kartelwieltje (2) tot aan de aanslag verdraaien
De lucht moet hoorbaar ontsnappen.
60458-596-7621-C
1
0076BA007 AS
0076BA005 ST
1
0076BA009 AS
0076BA013 ST
1
2
5 Na het spuitenNederlands
4.3Spuiten
5.2Reservoir aftappen en appa‐
raat reinigen
► Het reservoir op een goed geventileerde
plaats legen
► Het reservoir met schoon water uitspoelen
► Het reservoir met schoon water vullen
► Het deksel op het reservoir plaatsen en vast‐
schroeven
► Druk in het reservoir opbouwen en zolang
spuiten tot het reservoir leeg is en de druk vol‐
ledig is afgebouwd
► Drukknop (1) indrukken
Bij afnemende druk:
► De pompstang gelijkmatig ca. 15 maal op en
neer bewegen om de druk in het reservoir
weer op te bouwen
6Controle en onderhoud
door de gebruiker
6.1O-ring invetten
4.4G 11 PLUS – sproeibeeld
instellen
Het sproeibeeld (met een gemiddelde straal of
een fijne verstuiving) kan door het verdraaien
van de sproeier worden ingesteld.
5Na het spuiten
5.1Druk in het reservoir afbouwen
► De cilinder losschroeven en van de pompplun‐
jer trekken
Na frequent gebruik de volgende O-ringen invet‐
ten met een smeervet.
O-ring (1) tussen cilinder en deksel
–
O-ring (2) van de pompplunjer
–
► De montage van de O-ring (1) tussen de cilin‐
der en het deksel controleren
► Pompplunjer in de cilinder schuiven. De cilin‐
► Kartelwieltje (1) tot aan de aanslag verdraaien
en vasthouden, tot de druk in het reservoir vol‐
ledig is afgebouwd
0458-596-7621-C7
der in het deksel schroeven en vastdraaien
0076BA016 KK
1.5 lt
1 lt
0.5 lt
1
2
6
10
11
3
12
4
5
7
13
8
14
9
15
9
8
0076BA014 ST
000BA073 KN
français7 Belangrijke componenten
6.2Sproeier schoonmaken
13 Beschermkap
14 Stijgbuis voor lucht
15 Verstelbare sproeier
8Technische gegevens
Max. vulhoeveelheid:1,5 liter (50,7 oz.)
Inhoud reservoir:1,9 liter (64,2 oz.)
Max. druk:3 bar (43,51 psi)
Max. temperatuur:30 °C (86 °F)
► De sproeier onder stromend water afspoelen
Opbrengst bij een druk
van 3 bar (43,51 psi):
Gewicht:0,47 kg (1,0 lbs.)
600 cm3/min
(36,61 cu.in/min)
9Milieuverantwoord afvoe‐
7Belangrijke componenten
ren
Informatie over de afvoer is verkrijgbaar bij de
gemeente of bij een STIHL dealer.
Een onjuiste afvoer kan schadelijk zijn voor de
gezondheid en voor het milieu.
Notice d'emploi d'origine
0000006598_013_F
Imprimé sur papier blanchi sans chlore
L'encre d'imprimerie contient des huiles végétales, le papier est recyclable.
► De STIHL producten inclusief de verpakking
volgens de plaatselijke voorschriften bij een
geschikt verzamelpunt voor recycling inleve‐
ren.