De volledige gebruikersdocumentatie bij uw telefoon bestaat uit:
•
Gebruikershandleiding (bij uw telefoon geleverd) – een overzicht van uw telefoon met de
informatie die u nodig hebt om aan de slag te gaan.
•
Help-teksten – Help in uw telefoon bij de meeste applicaties.
•
Uitgebreide gebruikershandleiding - een up-to-date gebruikershandleiding met
stapsgewijze instructies en aanvullende informatie voor functies die op de telefoon
beschikbaar zijn. De uitgebreide gebruikershandleiding vindt u op de geheugenkaart. U
vindt dit document ook op www.sonyericsson.com/support.
Lees de Belangrijke informatie voordat u de mobiele telefoon in gebruik neemt.
Voer de PIN-code van uw SIM-kaart in als dat wordt gevraagd en selecteer OK.
3
Wanneer u de telefoon de eerste keer inschakelt, volgt u de instructies voor het
gebruik van de Setup wizard voor basisinstellingen en handige tips.
PIN-code
U hebt mogelijk een PIN-code (Personal Identification Number) nodig om de services en
functies van uw telefoon te activeren. U hebt de PIN-code van uw netwerkoperator
gekregen. Elk cijfer van de PIN-code wordt als een sterretje (*) weergegeven, tenzij het met
de cijfers van een noodnummer begint, bijvoorbeeld 112 of 911. U kunt noodnummers zien
en bellen zonder een PIN-code in te voeren.
Als u drie keer achter elkaar de verkeerde PIN-code invoert, wordt de SIM-kaart geblokkeerd.
Zie SIM-kaartblokkering op pagina 80.
SIM-kaart
De SIM-kaart (Subscriber Identity Module), die u van uw netwerkoperator hebt ontvangen,
bevat informatie over uw abonnement. Zet de telefoon altijd uit en koppel de lader los
voordat u de SIM-kaart plaatst of verwijdert.
U kunt contacten op de SIM-kaart opslaan voordat u de kaart uit de telefoon verwijdert. Zie
Contacten kopiëren tussen de geheugenkaart en de SIM-kaart op pagina 28.
De telefoon opladen
De batterij van de telefoon is bij aanschaf gedeeltelijk opgeladen.
Zie Lampje op pagina 83 voor meer informatie over de functies van het lampje.
De telefoon opladen met de lichtnetadapter
•
Sluit de telefoon met de meegeleverde USB-kabel en de lichtnetadapter aan op een
stopcontact.
U kunt de telefoon gebruiken tijdens het opladen. U kunt de batterij met de lichtnetadapter op
ieder gewenst moment en langer of korter dan 3 uur opladen. U kunt het opladen onderbreken
zonder de batterij te beschadigen.
De telefoon opladen met een computer
•
Sluit de telefoon met de meegeleverde USB-kabel aan op een USB-poort van een
computer.
Geheugen
U kunt inhoud opslaan op een geheugenkaart, in het telefoongeheugen en op uw SIMkaart. Foto's en muziek worden op de geheugenkaart opgeslagen als deze is geplaatst.
Als dat niet het geval is of als de geheugenkaart vol is, worden foto's en muziek in het
telefoongeheugen opgeslagen. Berichten en contacten worden standaard in het
telefoongeheugen opgeslagen, maar u kunt ervoor kiezen om ze op de SIM-kaart op te
slaan.
Beschikbaar geheugen weergeven
•
Selecteer Menu > Agenda > Bestandsbeheer.
Geheugenkaart
De telefoon ondersteunt geheugenkaarten om extra geheugenruimte aan de telefoon toe
te voegen. Een geheugenkaart die wordt gebruikt in de telefoon, kan ook in andere
compatibele apparaten worden gebruikt.
U kunt content verplaatsen tussen de geheugenkaart en het telefoongeheugen.
Een geheugenkaart plaatsen of verwijderen
1
Plaats de geheugenkaart met de goudkleurige contactpunten naar beneden.
2
Als u de geheugenkaart wilt ontgrendelen en verwijderen, drukt u op
en
selecteert u Geh.kaart verwijderen. Druk vervolgens de rand van de geheugenkaart
naar binnen.
Een uitgebreide gebruikershandleiding is opgeslagen op de geheugenkaart van uw
telefoon. Dit document is ook te vinden op www.sonyericsson.com/support. Voor de
meeste applicaties is Help beschikbaar via de Agenda in uw telefoon.
Netwerk
Wi-Fi
Bluetooth
USB
Bestemmingen
Verbind.beheer
Gegevensoverdr.
Externe stations
Beheerinstellingen
* Sommige menu's zijn
afhankelijk van uw
netwerkoperator, netwerk en
abonnement.
** Met de aanraakfunctie kunt u
tussen tabbladen in submenu's
bladeren. Zie Navigatie op
pagina 12 voor meer
informatie.
Pictogrammen in het
hoofdmenu kunnen
veranderen als het thema
wordt gewijzigd.
U kunt met uw vingertoppen of digitale pen door menu's navigeren. Tik of tik tweemaal op
een item om het te selecteren of te openen. U kunt ook tussen actieve applicaties
schakelen.
Hoofdmenu
Vanuit Menu hebt u toegang tot menu's. Tik op een menu om het te openen. U kunt menu's
in een lijst of een raster weergeven, uw eigen mappen maken of inhoud tussen mappen
verplaatsen.
Het hoofdmenu openen
•
Druk op de toets voor het hoofdmenu
De hoofdmenuweergave wijzigen
1
Selecteer Menu > Opties > Menuweergave wijzigen.
2
Selecteer een optie.
Automatische toetsblokkering en schermbeveiliging
Het scherm en de toetsen worden na een periode van inactiviteit mogelijk automatisch
geblokkeerd.
Instellingen voor automatische toetsblokkering en schermbeveiliging wijzigen
In de meeste gevallen selecteert u Opties > Afsluiten.
Items verwijderen
•
In de meeste applicaties verwijdert u items, zoals bestanden, mappen, berichten of
mediabestanden door de items te selecteren en vervolgens Opties > Verwijderen
te selecteren.
Stand-by
Nadat u de telefoon hebt ingeschakeld en uw PIN-code hebt ingevoerd, wordt de naam
van de netwerkoperator weergegeven. Deze weergave wordt stand-by genoemd. De
telefoon is nu gereed voor gebruik.
Terugkeren naar stand-by
•
Druk op .
Standaardstand-byscherm
Het standaardstand-byscherm kent vijf verschillende stand-byweergaven:
Weergave Favoriete contacten
Weergave Twitter
Weergave Flow
Weergave Albums
Weergave Snelkoppelingen
Het pictogram voor bepaalde stand-byweergaven (zoals voor de albumweergave) kan
veranderen, afhankelijk van de content die wordt weergegeven in het stand-byscherm.
Deze vijf weergaven zijn alleen beschikbaar als Sony Ericsson is geselecteerd als
standaardstand-bythema.
Schakelen tussen stand-byweergaven
•
Tik op het pictogram van de gewenste weergave.
U kunt met uw vinger naar rechts of links over het scherm vegen om tussen weergaven te
schakelen.
Navigeren binnen een stand-byweergave
•
Als u zich bijvoorbeeld in de albumweergave bevindt, veegt u met uw vinger omhoog
of omlaag op het scherm.
Toegang tot meer informatie
U kunt meer informatie openen vanuit een stand-byweergave. U kunt bijvoorbeeld de
datum en tijd weergeven, de muziekplayer in de stand-bystand openen of de aanraakbalk
gebruiken.
Meer informatie weergeven vanuit een stand-byweergave
•
Als u meer informatie wilt weergeven of de aanraakbalk wilt weergeven, drukt u op
•
Als u wilt terugkeren naar volledige schermweergave, tikt u op het gebied op het scherm
tussen de weergavepictogrammen en de aanraakbalk.
Als de aanraakbalk niet onder aan het scherm wordt weergegeven, drukt u op .
2
Tik op een van de volgende pictogrammen:
•
– bellen.
•
– naar het hoofdmenu van Media gaan.
•
– berichten verzenden en ontvangen.
•
– op de telefoon of op internet zoeken.
De achtergrond van een stand-byweergave wijzigen
1
Houd uw vinger op een weergavepictogram en selecteer een optie:
•
Leeg – geen achtergrond.
•
Afbeelding – een afbeelding weergeven als achtergrond.
•
Adobe Flash – gebruik een Adobe™ Flash™-bestand als achtergrond.
•
Twitter – de applicatie Twitter™ weergeven als achtergrond.
•
Flow – een golf weergeven die horizontaal wordt aangepast, ongeacht hoe u de
telefoon houdt.
•
Album – foto´s of videoclips weergeven vanuit Media.
•
Favoriete contacten – uw favoriete contacten weergeven als achtergrond.
•
Snelkoppelingen – snelkoppelingen naar applicaties of websites weergeven als
achtergrond.
2
Selecteer een bestand als hierom wordt gevraagd.
3
Selecteer Afsluiten als u uw wijzigingen wilt opslaan.
Het is niet mogelijk hetzelfde bestand te selecteren als achtergrond voor meerdere weergaven.
Flow view - Stroomweergave
Flow view displays a wave that adjusts itself horizontally irrespective of the orientation in
which you hold the phone. - In de weergave Flow ziet u een golf die horizontaal wordt
aangepast, ongeacht hoe u de telefoon houdt.
Weergave Favorieten
In de weergave Favorieten hebt u snel toegang tot uw favoriete contacten.
Voor elk contact in de weergave Favorieten kunt u kiezen of u het contact wilt bellen, een
bericht naar het contact wilt verzenden, of gedetailleerde contactgegevens in de applicatie
Contacten wilt weergeven.
Een contact toevoegen aan Favorieten
1
Tik op .
2
Tik op en selecteer de contacten die u wilt toevoegen.
Een contact uit Favorieten verwijderen
1
Tik op .
2
Tik op
3
Tik op het contact dat u wilt verwijderen en selecteer Ja.
4
Herhaal stap 3 als u meer contacten wilt verwijderen.
Een favoriet contact bellen
1
Tik op
2
Tik op een contact en selecteer Bellen.
.
.
Een bericht naar een favoriet contact verzenden
1
Tik op .
2
Tik op een contact en selecteer Bericht.
Details over een favoriet contact in Contacten weergeven
1
Tik op
2
Tik op een contact en selecteer Weergeven in Contacten.
Met de albumweergave hebt u snel toegang tot foto's en videoclips.
U kunt deze content weergeven of verzenden naar andere compatibele apparaten. U kunt
ook een foto instellen als achtergrond voor een stand-byweergave.
Videoclips worden in de albumweergave gemarkeerd met .
Een foto instellen als achtergrond van een weergave
1
Tik op .
2
Tik op een foto en selecteer Instellen als achtergrond.
3
Selecteer een weergave.
Een foto of videoclip verzenden
1
Tik op .
2
Tik op een foto of videoclip en selecteer Verzenden als.
3
Selecteer een verzendmethode.
Een foto in volledig formaat weergeven in Media
1
Tik op
2
Tik op een foto en selecteer Weergeven in Media.
Videoclips afspelen vanuit de albumweergave
•
Tik op een videoclip en selecteer Weergeven in Media.
.
Weergave Snelkoppelingen
In de weergave Snelkoppelingen vindt u een lijst met snelkoppelingen naar verschillende
applicaties en bookmarks. U kunt instellen welke snelkoppelingen u wilt weergeven.
Snelkoppelingsinstellingen wijzigen
1
Tik op
2
Tik op .
3
Selecteer een snelkoppeling en tik op Opties > Wijzigen.
4
Wanneer Type snelkoppeling: wordt weergegeven, selecteert u Applicatie of
Favoriet.
5
Tik tweemaal op een item.
6
Selecteer Terug als u uw instellingen wilt opslaan.
.
Weergave Twitter
Vanuit deze weergave kunt u Twitter activeren. U kunt de status van uw vrienden
controleren of reageren op hun meest recente posts.
U moet de vereiste verbindingsinstellingen voor internet opgeven op de telefoon voordat u deze
service kunt gebruiken.
Een nieuwe post maken
•
Voer tekst in het tekstveld in en tik op
Een opmerking op de Twitter-website weergeven
•
Tik op naast de gewenste opmerking.
.
Opmerkingen plaatsen bij nieuwe posts
1
Tik op naast een post en voer uw opmerkingen in het tekstveld in dat boven de
post wordt weergegeven.
Het is mogelijk dat extra kosten in rekening worden gebracht voor het bellen en gebeld
worden, voor het gebruik van Berichten en gegevensoverdracht, bijvoorbeeld
internetservices, buiten uw thuisnetwerk (roaming). Neem contact op met uw
netwerkoperator voor meer informatie.
Statuspictogrammen worden boven in het scherm weergegeven. U kunt op
statuspictogrammen tikken om meer informatie weer te geven of instellingen te wijzigen.
Batterij volledig opgeladen
Netwerksignaalsterkte
Berichten in postvak UIT
GSM beschikbaar
Gemist gesprek
Headset is verbonden
Gesprek doorgeschakeld
Tekstbericht ontvangen
Nieuwe e-mail ontvangen
Hoofdtelefoon geplaatst
GPS aangesloten
Wekker geactiveerd
Bluetooth™ aangesloten
Toetsblokkering geactiveerd
USB-gegevens worden overgebracht
Gegevens worden gesynchroniseerd
Vliegtuigmodus is geactiveerd
Verbinding met veilig Wi-Fi™-netwerk
Verbinding met Wi-Fi™-netwerk
3G beschikbaar
HSDPA beschikbaar
EGPRS beschikbaar
U moet de telefoon inschakelen en zich binnen het bereik van een netwerk bevinden.
Een gesprek starten
1
Selecteer om de kiezer te openen en een telefoonnummer (met internationaal
landnummer en netnummer, indien van toepassing) in te voeren.
2
Druk op .
U kunt nummers bellen vanuit uw contacten en de gesprekkenlijsten.
Een gesprek beëindigen
•
Druk op
Internationale gesprekken voeren
1
Selecteer en tik tweemaal op *+ voor een plusteken (+).
2
Voer de landcode, het netnummer (zonder de eerste nul) en het telefoonnummer in.
3
Druk op .
Automatisch opnieuw kiezen instellen
•
Selecteer Menu > Instellingen > Telefonie > Opr.inst. > Automat. opnieuw
kiezen > Aan.
.
Een gesprek aannemen
•
Druk op
Een gesprek weigeren.
•
Druk op .
Het volume van de oorspeaker veranderen tijdens een gesprek
•
Druk de volumetoets omhoog of omlaag.
De microfoon dempen tijdens een gesprek
1
Tik op Dempen om de microfoon te dempen.
2
Tik op Demp. oph. om de microfoon opnieuw te activeren.
De luidspreker inschakelen tijdens een gesprek
•
Tik op
Houd de telefoon niet bij uw oor als u de luidspreker gebruikt. Dit kan uw gehoor beschadigen.
Gemiste gesprekken weergeven
•
Druk op
.
.
om de gesprekkenlijst te openen.
Netwerken
Uw telefoon schakelt automatisch tussen GSM- en 3G-netwerken (UMTS), afhankelijk van
de beschikbaarheid. Sommige netwerkoperators staan het handmatig schakelen tussen
netwerken toe.
Handmatig tussen netwerken schakelen
1
Selecteer Menu > Instellingen > Connectiviteit > Netwerk > Netwerkmodus.
De telefoon ondersteunt internationale noodnummers, bijvoorbeeld 112 of 911. Dit houdt
in dat u deze nummers normaal vanuit elk land kunt bellen om een noodoproep te doen,
met of zonder SIM-kaart in het toestel, zolang u zich binnen het bereik van een netwerk
bevindt.
In bepaalde landen kunnen ook andere alarmnummers worden aangeboden. Uw
netwerkoperator heeft daarom mogelijk aanvullende lokale noodnummers op de SIM-kaart
opgeslagen.
Een alarmnummer bellen
•
Selecteer , voer 112 (het internationaal noodnummer) in en druk op .
Video-oproepen
U kunt ervaringen met vrienden en familie uitwisselen op het moment dat deze zich
voordoen en ze opslaan om later uit te wisselen. U ziet de persoon met wie u praat in het
scherm. De andere persoon ziet de video die met uw camera wordt opgenomen.
Voordat u video-oproepen tot stand brengt
Om te kunnen deelnemen aan een video-oproep moeten beide partijen een 3Gtelefoonabonnement (UMTS) hebben dat de 3G-service (UMTS) en 3G-dekking (UMTS)
ondersteunt.
Een video-oproep tot stand brengen
1
Selecteer
netnummer, indien van toepassing) in.
2
Selecteer Video-opr..
en voer een telefoonnummer (met internationale landcode en
Een videogesprek aannemen
•
Druk op .
Een video-oproep beëindigen
•
Druk op
De zoomfunctie gebruiken tijdens een uitgaande video-oproep
•
Selecteer Opties > Zoomen.
Video-oproepopties weergeven
•
Selecteer Opties tijdens een video-oproep.
.
Gesprekkenlijst
U kunt informatie over onlangs gevoerde gesprekken weergeven.
Een nummer uit de gesprekkenlijst bellen
1
Druk op
2
Selecteer een naam of nummer en druk op .
en selecteer een tabblad.
Snelkeuze
Met Snelkeuze kunt u acht contacten selecteren die u vanuit stand-by snel kunt kiezen. U
moet aan elk contact voor snelkeuze een getal tussen 2 en 9 toewijzen.
Snelkeuzenummers toewijzen aan contacten
1
Selecteer Menu > Instellingen > Telefonie > Snelkeuze.
2
Selecteer een nummer van 2 tot 9 op uw toetsenbord en selecteer vervolgens
Selecteer , voer een snelkeuzenummer in en druk op .
Meer belfuncties
Voicemail
Als in uw abonnement een antwoorddienst is opgenomen, kunnen bellers een
voicemailbericht achterlaten als u een gesprek niet kunt aannemen.
Uw voicemailnummer invoeren
1
Selecteer Menu > Instellingen > Telefonie > Voicemail> Voicemailbox.
2
Voer het nummer in en selecteer OK.
Uw voicemailservice bellen
•
Selecteer . Houd 1 ingedrukt.
Gesprekken doorschakelen
U kunt gesprekken doorschakelen, bijvoorbeeld naar een antwoorddienst.
Wanneer Oproepen beperken wordt gebruikt, zijn bepaalde opties voor het doorschakelen van
gesprekken niet beschikbaar.
Oproep doorschakelen
1
Selecteer Menu > Instellingen > Telefonie > Doorschakelen.
2
Selecteer een type oproep en een doorschakeloptie.
3
Selecteer Inschakelen.
4
Voer het nummer in waarnaar u oproepen wilt doorschakelen en selecteer OK.
Meer dan één gesprek
U kunt meerdere gesprekken tegelijk afhandelen. U kunt bijvoorbeeld een actief gesprek
in de wacht zetten terwijl u een tweede gesprek tot stand brengt of beantwoordt. U kunt
ook tussen de twee gesprekken schakelen. U kunt een derde gesprek pas beantwoorden
wanneer u een van de eerste twee gesprekken hebt beëindigd.
Een tweede gesprek tot stand brengen
1
Selecteer Toetsenbord tijdens een gesprek. Hiermee plaatst u het actieve gesprek
in de wacht.
2
Voer het nummer in dat u wilt bellen en druk op
.
Gesprek in wachtrij
U hoort een pieptoon als u een tweede gesprek ontvangt terwijl Gesprek in wachtrij actief
is.
Oproep in wachtrij activeren
•
Selecteer Menu > Instellingen > Telefonie > Opr.inst. > Oproep in wachtrij >
Inschakelen.
Een tweede gesprek aannemen
•
Druk tijdens een gesprek op
hoort. Hiermee plaatst u het actieve gesprek in de wacht.
Een tweede gesprek weigeren
•
Selecteer tijdens een gesprek Weigeren en zet het actieve gesprek voort.
Een actief gesprek beëindigen en een tweede gesprek aannemen
•
Selecteer tijdens een gesprek Opties > Actieve opr. beëindigen en vervolgens
Aannemen.
Twee spraakoproepen afhandelen
U kunt een gesprek voeren en tegelijkertijd een gesprek in de wacht hebben staan.
Schakelen tussen twee gesprekken
•
Druk tijdens een gesprek op .
Een actief gesprek beëindigen en terugkeren naar het gesprek in de wacht
•
Druk op en druk op .
Conference calls
Met de functie voor conference calls kunt u een gezamenlijke conversatie met andere
mensen voeren.
Een conference call tot stand brengen
1
Bel de eerste deelnemer op.
2
Selecteer Toetsenbord, voer het nummer in van de volgende deelnemer die u wilt
bellen en druk op .
3
Selecteer
4
Herhaal stap 2 als u meer deelnemers wilt toevoegen.
5
Selecteer wanneer de oproep wordt beantwoord, als u de nieuwe deelnemer aan
de conference call wilt toevoegen.
wanneer de volgende oproep wordt beantwoord.
Een deelnemer vrijgeven
1
Selecteer .
2
Selecteer een deelnemer en selecteer
Een privégesprek met één deelnemer voeren
1
Selecteer tijdens het gesprek om alle deelnemers weer te geven.
2
Selecteer de deelnemer waarmee u een privégesprek wilt voeren en selecteer
Terugkeren naar de conference call
•
Selecteer .
.
Beperkt bellen
U kunt uitgaande en inkomende gesprekken beperken. U hebt een wachtwoord van uw
serviceprovider nodig.
Als u inkomende gesprekken doorschakelt, kunt u bepaalde opties voor gespreksbeperking niet
gebruiken.
Oproepen beperken
1
Selecteer Menu > Instellingen > Telefonie > Oproepen blokk.
2
Selecteer een optie.
3
Selecteer Inschakelen.
4
Voer uw wachtwoord in en selecteer OK.
.
Gesprekstijd en -kosten
Tijdens een gesprek wordt de duur van het gesprek op de telefoon weergegeven. U kunt
ook de duur van uw laatste gesprek, uw uitgaande gesprekken en de totale duur van al uw
gesprekken controleren.
U kunt letters, cijfers en speciale tekens invoeren via het uitschuiftoetsenbord, het virtuele
toetsenbord of handschriftherkenning. U kunt tussen deze invoermethoden schakelen.
Tekst invoeren via het virtuele toetsenbord of handschriftherkenning
1
Tik op een willekeurig invoerveld. Selecteer bijvoorbeeld Menu > Berichten >
Bericht maken en tik in het gebied van het scherm onder het veld Aan.
2
Een tekstinvoervenster wordt geopend. Tik op en selecteer een optie:
•
QWERTY-minitoetsenb. – toetsenbord in compacte modus.
•
QWERTY op voll. scherm – toetsenbord in landschapmodus.
1Sluiten – tik op dit pictogram om de tekst in het invoervenster te accepteren de weergave met het
schermtoetsenbord te sluiten.
2Opties – tik op dit pictogram om het menu met invoeropties te openen waarmee u bijvoorbeeld de
Schrijftaal kunt wijzigen of Help kunt weergeven.
3Tekstinvoerindicator – tik op dit pictogram om een pop-upvenster te openen waarin u de modus voor
voorspellende tekstinvoer kunt in- en uitschakelen, tussen hoofdletters en kleine letters kunt schakelen en
tussen de letter- en cijfermodus kunt schakelen.
4Invoermethoden – tik op dit pictogram om naar een andere invoermethode te gaan: QWERTY-
minitoetsenb., QWERTY op voll. scherm of Handschrift
5Links – tik om de cursor naar links te verplaatsen.
6Rechts – tik om de cursor naar rechts te verplaatsen.
7Backspace – tik om de letter links van de cursor te verwijderen.
8Symbool – tik op dit pictogram om de symbolentabel te openen
9Spatie – tik om een spatie of 0 in te voeren.
10 Shift – tik om tussen hoofdletters en kleine letters te schakelen, de modus voor voorspellende tekstinvoer
in of uit te schakelen, en tussen de alfabetische modus en cijfermodus te schakelen.
Het alfanumerieke toetsenbord activeren
1
Tik op een willekeurig invoerveld. Selecteer bijvoorbeeld Menu > Berichten >
Bericht maken en tik in het gebied van het scherm onder het veld Aan.
2
Een tekstinvoervenster wordt geopend. Tik op
en selecteer Alfanumeriek
toetsenbl..
Tekst invoeren met voorspellende tekstinvoer
1
Als niet in de tekstinvoerindicator wordt weergegeven, tikt u op en selecteert
u Tekstvoorspell. activeren.
2
Druk slechts eenmaal op elke toets, zelfs als de gewenste letter niet de eerste letter
op de toets is. Als u bijvoorbeeld het woord 'Jane' wilt typen, tikt u op
J, 2 voor de a,
voor de n en 3 voor de e. Schrijf het hele woord voordat
u de suggesties bekijkt.
3
Tik op het onderstreepte woord om meer woordsuggesties weer te geven. Selecteer
Tik om de cursor aan het begin van de tekst te plaatsen die u wilt selecteren om te
kopiëren. Sleep uw vingertop of stylus vervolgens naar het einde van de tekst.
2
Tik op en selecteer Kopiëren om de geselecteerde tekst te kopiëren.
3
Als u de tekst in hetzelfde tekstveld wilt plakken, plaatst u de cursor waar u de tekst
wilt invoegen, tikt u op en selecteert u Plakken.
Als u de tekst in een ander tekstveld wilt plakken, gaat u naar dat tekstveld, plaatst u de cursor
waar u de tekst wilt invoegen en selecteert u Opties > Plakken.
Het uitschuiftoetsenbord gebruiken
U kunt uw telefoon uitschuiven en tekst invoeren met het QWERTY-toetsenbord.
Uitschuiftoetsenbord
1
Alt – druk één keer op deze toets om het teken rechtsboven op een toets in te voeren. Als u bijvoorbeeld
@ wilt invoeren, tikt u één keer op en drukt u op
. Tik twee keer op om de Alt-modus te
vergrendelen.
2Shift en Caps Lock – druk op deze toetsen als u wilt schakelen tussen hoofdletters en kleine letters.
3
Symbool – druk één keer op deze toets om de tabel met symbolen weer te geven. Houd
ingedrukt
en druk op een andere toets om verborgen tekens in te voeren. Als u bijvoorbeeld ê wilt invoeren, houdt u
ingedrukt en drukt u meerdere keren op de toets E totdat de ê verschijnt.
4Spatie – druk op deze toets om een spatie in te voeren.
5
Ctrl – houd
•
•
•
•
6
Links – druk op deze toets om de cursor naar links te verplaatsen; houd ingedrukt en druk vervolgens
ingedrukt en druk één keer op een van de volgende toetsen:
om alle tekst te selecteren
om geselecteerde tekst te kopiëren
om geselecteerde tekst te knippen
om de tekst te plakken die u zojuist hebt geknipt
op om tekst links van de cursor te selecteren.
7
Omhoog – druk op deze toets om de cursor naar de vorige regel te verplaatsen; houd ingedrukt en
druk vervolgens op om links van de cursor tekst ter breedte van een regel te selecteren.
8
Rechts – druk op deze tets om de cursor naar rechts te verplaatsen; houd ingedrukt en druk vervolgens
op om tekst rechts van de cursor te selecteren.
9
Omlaag – druk op deze toets om de cursor naar de volgende regel te verplaatsen; houd ingedrukt en
druk vervolgens op om rechts van de cursor tekst ter breedte van een regel te selecteren.
10 Regelterugloop – druk op deze toets om een regelterugloop in te voegen.
11 Taalschakelaar – druk op deze toets om naar een andere schrijftaal over te schakelen.
12 Backspace – druk op deze toets om de letter links van de cursor te verwijderen.
De schrijftaal wijzigen
•
Selecteer Opties > Schrijftaal.
Als het tekstinvoervenster is geopend, kunt u ook op tikken en Schrijftaal selecteren.
Tekst kopiëren en plakken
1
Tik om de cursor aan het begin van de tekst te plaatsen die u wilt selecteren om te
kopiëren. Sleep uw vingertop of stylus vervolgens naar het einde van de tekst.
2
Tik op en selecteer Kopiëren om de geselecteerde tekst te kopiëren.
3
Als u de tekst in hetzelfde tekstveld wilt plakken, plaatst u de cursor waar u de tekst
wilt invoegen, tikt u op en selecteert u Plakken.
Als u de tekst in een ander tekstveld wilt plakken, gaat u naar dat tekstveld, plaatst u de cursor
waar u de tekst wilt invoegen en selecteert u Opties > Plakken.