Lees de Belangrijke informatie voordat u de mobiele telefoon in gebruik neemt.
Bepaalde services en functies die in deze gebruikershandleiding worden beschreven, worden
niet in alle landen/regio's of door alle netwerken en/of serviceproviders in alle gebieden
ondersteund. Dit geldt ook voor het internationale GSM-alarmnummer 112. Neem contact op
met uw netwerkoperator of serviceprovider voor de beschikbaarheid van specifieke services of
functies en voor informatie over bijkomende toegangs- of gebruikskosten.
Een Android™-telefoon kan veel van dezelfde functies als een computer uitvoeren. U kunt
het echter ook beter aanpassen aan uw behoeften om de informatie te krijgen die u wilt,
en tegelijkertijd plezier te hebben. U kunt applicaties toevoegen en verwijderen, of uitbreiden
om de functionaliteit te verbeteren. In Android Market™ kunt u verschillende applicaties en
games downloaden uit een continu groeiende verzameling. U kunt ook applicaties op uw
Android™-telefoon integreren met uw persoonlijke gegevens en online accounts. U kunt
een back-up maken van uw telefooncontacten, op één plaats toegang krijgen tot uw
verschillende e-mailaccounts en kalenders, uw afspraken bijhouden en zoveel sociaal
netwerken gebruiken als u wilt.
Android™-telefoons evolueren constant. Wanneer een nieuwe softwareversie verkrijgbaar
is en uw telefoon deze nieuwe software ondersteunt, kunt u uw telefoon bijwerken met
nieuwe functies en de laatste verbeteringen.
Op uw Android™-telefoon zijn vooraf Google™-services geïnstalleerd. Om het meeste te halen
uit Google™-services, moet u een Google™-account maken en u hiermee aanmelden wanneer
u uw telefoon voor de eerste keer opstart. U moet ook internettoegang hebben voor veel functies
in Android™.
Toepassingen
Een toepassing is een telefoonprogramma dat u helpt om een taak uit te voeren. Er zijn
bijvoorbeeld toepassingen om gesprekken te voeren, foto's te maken en meer
toepassingen te downloaden.
Plaats het topje van uw vinger stevig in de opening aan de zijkant van de telefoon,
tussen de telefoon en de batterij-cover. Til vervolgens de cover langzaam maar met
enige kracht op.
Gebruik geen scherpe voorwerpen. Deze kunnen onderdelen van de telefoon beschadigen.
De SIM-kaart en geheugenkaart plaatsen
•
Verwijder de batterij-cover en plaats vervolgens de SIM-kaart en de geheugenkaart
in de relevante sleuven.
De geheugenkaart wordt mogelijk niet bij de aankoop geleverd in alle markten.
De batterij verwijderen
1
Verwijder de batterij-cover.
2
Plaats de top van uw vinger in de opening onderaan de batterij en til de batterij
omhoog.
De geheugenkaart verwijderen
•
Verwijder de batterij-cover en de batterij en trek de geheugenkaart naar buiten om
deze te verwijderen.
Plaats uw vingertop op de SIM-kaart en schuif deze naar buiten uit de sleuf.
De batterij-cover plaatsen
1
Plaats de cover over de achterkant van de telefoon zodat het cameralensgat in de
cover met de cameralens is uitgelijnd.
2
Druk stevig op alle randen van de batterij-cover om te zorgen dat het aan beide zijden
stevig bevestigd is.
De telefoon inschakelen
De telefoon inschakelen
1
Houd de aan-/uit-toets boven op de telefoon ingedrukt tot de telefoon trilt.
2
Als uw scherm donker wordt, moet u kort op of drukken om het scherm te
activeren.
3
Sleep
4
Voer uw SIM-kaart en PIN in wanneer hierom wordt gevraagd en selecteer OK.
De PIN-code van uw SIM-kaart wordt aanvankelijk door uw netwerkoperator geleverd, maar u
kunt deze later wijzigen in het menu Instellingen. Als u een fout wilt corrigeren tijdens het
invoeren van de PIN-code van uw SIM-kaart, drukt u op .
Het kan even duren voor de telefoon is opgestart.
naar rechts over het scherm om het scherm te ontgrendelen.
Wanneer uw telefoon is ingeschakeld en gedurende een bepaalde periode inactief is, wordt
het scherm verduisterd om batterijvermogen te sparen en wordt deze automatisch
vergrendeld. Deze vergrendeling verhindert ongewilde handelingen op het aanraakscherm
wanneer u uw telefoon niet gebruikt.
Het scherm activeren
•
Druk op of druk kort op .
Het scherm ontgrendelen
•
Sleep het pictogram naar rechts over het scherm.
Het scherm handmatig vergrendelen
•
Wanneer het scherm actief is, drukt u kort op de
-toets.
Setup wizard
Wanneer u de telefoon voor de eerste keer start, wordt er een setup wizard geopend waarin
de elementaire telefoonfuncties worden uitgelegd en u wordt geholpen om belangrijke
instellingen in te voeren. Dit is een goed moment om uw telefoon te configureren op basis
van uw specifieke behoeften.
De setup wizard omvat het volgende:
•
Basistelefooninstellingen, zoals taal en internet. U kunt bijvoorbeeld instellingen aanpassen
voor hoe u verbinding maakt met het internet.
•
Wi-Fi®-instellingen – maak uw verbinding sneller en verlaag de kosten voor dataoverdracht.
•
Onlineservice-instellingen – helpt u bij het instellen van uw e-mail, onlineserviceaccounts
en het overbrengen van contacten van een oude telefoon of andere gegevensbron.
U kunt ook de respectievelijke hoofdstukken raadplegen in de gebruikershandleiding op de
telefoon, die ook beschikbaar is in de ondersteuningsapplicatie op de telefoon en op
www.sonyericsson.com/support voor meer hulp bij de volgende zaken:
•
Wi-Fi®
•
Sony Ericsson Sync
Als u dat verkiest, kunt u enkele stappen overslaan en de setup wizard later openen vanaf het
applicatiescherm of de instellingen wijzigen in het menu Instellingen.
De setup wizard openen
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingengids.
Accounts en services
Meld u aan bij uw online serviceaccounts vanaf uw telefoon en gebruik een groot aanbod
aan services. Combineer services en haal er nog meer uit. Verzamel bijvoorbeeld contacten
uit uw Google™- en Facebook™-accounts en integreer ze in uw telefoonboek, zodat u
alles op één plaats hebt.
U kunt zich inschrijven voor online services vanaf uw telefoon of vanaf uw computer.
Wanneer u zich voor de eerste keer aanmeldt, wordt een account gemaakt met uw
gebruikersnaam, wachtwoord, instellingen en persoonlijke informatie. Wanneer u zich de
volgende keer aanmeldt, krijgt u een gepersonaliseerde weergave.
U moet een Google-account hebben om een aanbod aan applicaties en services te
gebruiken op uw Android-telefoon. U hebt bijvoorbeeld een Google™-account nodig om
de Gmail™ -applicatie op uw telefoon te gebruiken, om met vrienden te chatten met Google
Talk™, om uw telefoonagenda te synchroniseren met Google Agenda™ en om applicaties
en games te downloaden van Android Market™.
Sony Ericsson-account
Sla uw telefooncontacten op een beveiligde Sony Ericsson-server op, zodat u altijd een
online back-up hebt. U kunt uw telefoonkalender en internetfavorieten in uw Sony Ericssonaccount opslaan.
Exchange ActiveSync®-account
Synchroniseer uw telefoon met uw Exchange Active Sync®-bedrijfsaccount. Op deze
manier hebt u uw bedrijfs-e-mail, contacten en kalender-events altijd bij u.
Facebook™ -account
Facebook™ verbindt u met uw vrienden, familie en collega's overal ter wereld. Meld u nu
aan om uw wereld met anderen te delen.
Het schermtoetsenblok, een dialoogvenster, een optiemenu of het meldingsvenster sluiten
Home
•
Naar het Startscherm gaan
•
Als het scherm donker wordt, het scherm weer activeren
•
Ingedrukt houden om een venster te openen met daarin de onlangs gebruikte applicaties
Menu
•
Een lijst openen met opties die beschikbaar zijn op het huidige scherm of in de huidige applicatie
De batterij opladen
Wanneer u de telefoon aanschaft, is de telefoonbatterij opgeladen. Het kan enkele minuten
duren voordat het batterijpictogram op het scherm wordt weergegeven wanneer u de
kabel van de telefoonlader aansluit op een voedingsbron, zoals een USB-poort of
telefoonlader. U kunt de telefoon blijven gebruiken wanneer deze wordt opgeladen.
De batterij wordt eerst een klein beetje ontladen nadat deze volledig is opgeladen en vervolgens
na een bepaalde tijd opnieuw opgeladen wanneer de telefoonlader is aangesloten. Hiermee
wordt de levensduur van de batterij verlengd. Dit kan ertoe leiden dat laadstatus wordt
weergegeven als een niveau onder de 100 procent.
Steek de stekker van de telefoonlader in een stopcontact.
2
Steek het ene uiteinde van de USB-kabel in de lader (of in de USB-poort van een
computer).
3
Steek het andere uiteinde van de kabel met het USB-symbool naar boven in de
micro-USB-poort op uw telefoon.
4
Wanneer de telefoon helemaal is opgeladen, koppelt u de USB-kabel los van uw
telefoon door de connector recht naar buiten te trekken.
Voorkom dat u de connector buigt wanneer u de kabel loskoppelt van de telefoon.
Het aanraakscherm gebruiken
Er is plastic beschermfolie op het scherm van de telefoon geplakt wanneer u de telefoon
aanschaft. U moet de beschermfolie lostrekken van het scherm voordat u het
aanraakscherm kunt gebruiken. Als u dat niet doet, werkt het aanraakscherm mogelijk niet
goed.
Wanneer uw telefoon is ingeschakeld en gedurende een bepaalde periode inactief is, wordt
het scherm verduisterd om batterijstroom te besparen en wordt het scherm ook
automatisch vergrendeld. Deze vergrendeling voorkomt dat u per ongeluk ongewenste
bewerkingen uitvoert op het aanraakscherm wanneer u de telefoon niet gebruikt. U kunt
ook persoonlijke vergrendelingen instellen om uw abonnement te beschermen en ervoor
te zorgen dat alleen u toegang hebt tot de inhoud van de telefoon.
Het scherm van uw telefoon is van glas gemaakt. Raak het scherm niet aan als het glas gebarsten
of gebroken is. Repareer een beschadigd scherm niet zelf. Glazen schermen zijn gevoelig voor
vallen en mechanische schokken. Schade die het gevolg is van onvoldoende zorg wordt niet
gedekt door de garantieservice van Sony Ericsson.
Een item openen of markeren
•
Tik op het item.
Opties in- of uitschakelen
•
Tik op het toepasselijke selectievakje of in sommige gevallen de rechterzijde van de
lijstoptie om een optie in of uit te schakelen.
Sleep of veeg met uw vinger in de richting waarin u op het scherm wilt bladeren.
Veeg om sneller te bladeren met uw vinger in de gewenste richting op het scherm.
Vegen
•
Veeg om sneller te bladeren met uw vinger in de gewenste richting op het scherm.
U kunt wachten tot het schuiven vanzelf stopt of het schuiven direct stoppen door
op het scherm te tikken.
Sensoren
De telefoon is uitgerust met een lichtsensor en nabijheidssensor. De lichtsensor detecteert
het niveau van het omgevingslicht en past de helderheid van het scherm
dienovereenkomstig aan. De nabijheidssensor zorgt ervoor dat het scherm wordt
uitgeschakeld wanneer uw gezicht het scherm raakt. Hiermee wordt voorkomen dat u
ongewenst telefoonfuncties activeert tijdens een gesprek.
Het Startscherm van uw telefoon is het equivalent van het bureaublad op een computer.
Het is uw gateway tot de hoofdfuncties in uw telefoon. U kunt uw Startscherm aanpassen
met widgets, snelkoppelingen, mappen, thema's, achtergronden en andere items.
De vier hoeken van het Startscherm geven u snelle toegang tot snelkoppelingen voor
applicaties of webpagina's.
Het Startscherm strekt zich uit buiten de normale schermbreedte, dus u moet naar links of
rechts vegen om content in één van de vier extensies van het scherm te bekijken. In
wordt getoond in welk deel van het Startscherm u zich bevindt.
Ga naar de startpagina
•
Druk op .
Bladeren door de startpagina
•
Naar rechts of links vegen.
Een item vanaf het startscherm delen
1
Druk op
2
Raak een item aan en houd het ingedrukt tot het groter wordt en de telefoon trilt.
om uw Startscherm te openen.
Sleep het item vervolgens naar .
3
Kies een optie en bevestig uw keuze als dat nodig is. U kunt nu de applicaties en
widgets die u leuk vindt, met uw vrienden delen, zodat iedereen deze kan
downloaden en gebruiken.
Widgets
Widgets zijn kleine toepassingen die u direct op uw Startscherm kunt gebruiken. Met de
widget Muziekplayer kunt u bijvoorbeeld direct muziek afspelen en met de widget Sony
Ericsson Timescape™ worden inkomende berichten weergegeven.
Een widget toevoegen aan het startscherm
1
Druk vanuit uw Startscherm op .
2
Tik op Toevoegen > Widgets.
3
Tik op een widget.
Een overzicht krijgen van alle widgets op uw startscherm
•
Breng uw vingers samen op een gebied van het Startscherm. Alle widgets in
verschillende delen van uw Startscherm worden nu in één weergave getoond.
Wanneer alle Startscherm-widgets worden gecombineerd in één weergave, tikt u op een widget
om naar het deel van het Startscherm te gaan waarin de widget zich bevindt.
Pas de vormgeving van uw startscherm aan en wijzig de functies die toegankelijk zijn vanaf
het startscherm. Wijzig de schermachtergrond, verplaats items, maak mappen en voeg
snelkoppelingen naar contacten toe.
Het optiemenu van het startscherm openen
U kunt het optiemenu van het Startscherm op twee manieren openen:
•
Druk vanuit uw Startscherm op .
•
Raak een deel van het Startscherm aan en houd het vast.
Uw startschermhoeken organiseren
Organiseer de items in de startschermhoeken met de applicaties of snelkoppelingen voor
webpagina's (favorieten) die u het vaakst gebruikt. U kunt maximaal vier snelkoppelingen
toevoegen aan elke hoek.
Een applicatie toevoegen aan een hoek
1
Tik op het Startscherm op .
2
Raak een applicatie aan en houd deze vast tot het Startscherm wordt weergegeven
en de telefoon trilt. Sleep vervolgens de applicatie naar een van de hoeken.
Een snelkoppeling voor een webpagina toevoegen aan een hoek
1
Druk vanuit uw Startscherm op .
2
Tik op Toevoegen > Sneltoetsen > Bladwijzer.
3
Selecteer een favoriet om de favoriet toe te voegen aan uw Startscherm.
4
Sleep de favoriet naar een van de hoeken.
Zie Een snelkoppeling voor een webpagina toevoegen aan uw startscherm op pagina 77.
Een item uit een hoek verwijderen
1
Tik vanaf het Startscherm op een van de vier hoeken om deze te vergroten.
2
Raak een item in de hoek aan en houd het ingedrukt tot de telefoon trilt. Sleep het
item vervolgens naar
.
Een item uit een hoek verplaatsen
1
Tik vanaf het Startscherm op een van de vier hoeken om deze te vergroten.
2
Raak een item in de hoek aan en houd het ingedrukt tot de telefoon trilt. Sleep het
item vervolgens weg uit de hoek en plaats het item op een gebied van uw
Startscherm.
Een snelkoppeling toevoegen aan het startscherm
1
Druk vanuit uw Startscherm op
2
Tik op Toevoegen > Snelkoppelingen.
3
Zoek en selecteer een snelkoppeling.
Voeg een snelkoppeling naar een applicatie rechtstreeks toe vanaf het applicatiescherm door
de applicatie aan te raken en vast te houden.
.
Een map toevoegen aan het startscherm
1
Druk vanuit uw Startscherm op .
2
Tik op Toevoegen > Map.
3
Voer een naam in voor de map, selecteer een pictogram en tik op Gereed.
Laat een item boven een ander item los op het startscherm om automatisch een map te maken.
Items toevoegen aan een map
•
Raak een item aan en houd het ingedrukt tot het groter wordt en de telefoon trilt.
Sleep het item vervolgens naar de map.
Raak de titelbalk van de map aan om het veld Mapnaam weer te geven.
3
Voer de naam van de nieuwe map in en tik op Gereed.
Een item verplaatsen op het startscherm
1
Druk op om uw Startscherm te openen.
2
Raak een item aan en houd het ingedrukt tot het groter wordt en de telefoon trilt.
Sleep het item vervolgens naar de nieuwe locatie.
Een item verwijderen van de startpagina
•
Raak een item aan en houd het ingedrukt tot het groter wordt en de telefoon trilt.
Sleep het item vervolgens naar .
De achtergrond van uw startscherm veranderen
Pas het Startscherm aan uw stijl aan met achtergronden en verschillende thema's.
De achtergrond voor uw startscherm wijzigen
1
Druk vanuit uw Startscherm op .
2
Tik op Achtergrond en selecteer vervolgens een achtergrond.
U kunt een foto die u hebt gemaakt gebruiken, of een animatie. Ga naar Android Market™ en
andere bronnen om bijvoorbeeld live achtergronden te downloaden die wijzigen met de
wijzigende uren van de dag.
Een thema instellen
1
Druk vanuit uw Startscherm op .
2
Tik op Thema en selecteer vervolgens een thema.
Wanneer u een thema wijzigt, verandert in sommige applicaties ook de achtergrond.
Toepassingen openen en gebruiken
Open applicaties op basis van snelkoppelingen op uw Startscherm of vanuit het scherm
Toepassingen.
Scherm Toepassingen
Het scherm Toepassingen dat u opent vanuit Startscherm bevat de toepassingen die vooraf
op uw telefoon zijn geïnstalleerd en de toepassingen die u downloadt.
Het scherm Toepassingen strekt zich uit buiten de normale schermbreedte. U moet dus
naar links en naar rechts vegen om alle content te bekijken.
Het scherm Toepassingen openen
•
Tik vanuit uw Startscherm op
Bladeren door het scherm Toepassingen
•
Open het scherm Toepassingen en veeg naar links of rechts.
Een snelkoppeling naar een toepassing maken op de startpagina
1
Tik vanuit uw Startscherm op .
2
Raak een toepassing aan en houd deze ingedrukt tot deze op uw Startscherm
verschijnt en sleep het naar de gewenste locatie.
Een applicatie delen vanuit het applicatiescherm
1
Tik op het Startscherm op .
2
Raak een applicatie aan en houd deze vast totdat de applicatie op het Startscherm
wordt weergegeven. Sleep het item vervolgens naar .
3
Kies een optie en bevestig uw keuze als dat nodig is. U kunt nu de applicaties die u
leuk vindt, met uw vrienden delen, zodat zij deze kunnen downloaden en gebruiken.
Toepassingen openen en sluiten
Een toepassing openen
•
Tik vanaf uw Startscherm of het scherm Toepassingen op de toepassing.
Een toepassing sluiten
•
Druk op .
Bepaalde toepassingen worden gepauzeerd wanneer u drukt op
toepassingen kunnen actief blijven op de achtergrond. In het eerste geval kunt u de volgende
keer dat u de toepassing opent doorgaan waar u bent gestopt.
om af te sluiten. Andere
Het venster met onlangs gebruikte toepassingen
Vanuit dit venster kunt u onlangs gebruikte toepassingen weergeven en openen.
Het venster met onlangs gebruikte toepassingen openen
•
Houd de toets ingedrukt.
Toepassingenmenu
U kunt op elk moment een menu openen wanneer u een toepassing gebruikt door op de
toets op de telefoon te drukken. Afhankelijk van de toepassing die u gebruikt, ziet het
menu er anders uit.
Een menu in een toepassing openen
•
Druk tijdens het gebruik van de toepassing op .
Niet in alle toepassingen is een menu beschikbaar.
Uw scherm Toepassingen organiseren
Verplaats de toepassingen op het scherm Toepassingen op basis van uw voorkeuren.
Applicaties schikken op het applicatiescherm
1
Tik vanuit uw Startscherm op om het applicatiescherm te openen.
Een toepassing verplaatsen op het scherm Toepassingen
1
Open het scherm Toepassingen en tik op .
2
Raak een item aan en houd het ingedrukt tot het groter wordt en de telefoon trilt.
Sleep het item vervolgens naar de nieuwe locatie.
3
Tik op om de bewerkingsmodus af te sluiten.
U kunt uw toepassingen alleen verplaatsen wanneer is geselecteerd.
Een applicatie verwijderen vanuit het applicatiescherm
1
Tik op het Startscherm op .
2
Tik op . Alle applicaties die kunnen worden verwijderd, zijn gemarkeerd met het
pictogram .
3
Tik op de applicatie die u wilt verwijderen en tik op OK.
Status en meldingen
In de statusbalk boven aan het scherm wordt getoond wat er op uw telefoon plaatsvindt.
Aan de linkerkant krijgt u meldingen wanneer er iets nieuw of actief is. Nieuwe berichten en
kalendermeldingen worden bijvoorbeeld hier weergegeven. Aan de rechterkant vindt u de
signaalsterkte, de batterijstatus en andere informatie.
Meldingen en lopende activiteiten controleren
U kunt de statusbalk omlaag slepen om het meldingsvenster te openen en meer informatie
te krijgen. Open bijvoorbeeld een nieuw bericht of bekijk een agenda-event vanuit het
meldingsvenster. U kunt ook actieve toepassingen openen, zoals de muziekplayer.
Sleep het tabblad onderaan het meldingsvenster omhoog.
Een actieve toepassing openen vanuit het meldingsvenster
•
Tik vanuit het meldingsvenster op het pictogram van de actieve toepassing om deze
te openen.
Het paneel Meldingen wissen
•
Tik in het paneel Meldingen op Wissen.
Menu Telefooninstellingen
Uw telefooninstellingen bekijken en wijzigen vanuit het menu Instellingen.
De telefooninstellingen openen
1
Tik vanuit de Startscherm op .
2
Tik op Instellingen.
Tekst typen
Gebruik het toetsenblok of het virtuele toetsenbord om letters, cijfers en andere tekens in
te voeren. Het toetsenblok is vergelijkbaar met het standaard telefoontoetsenblok met 12
toetsen. Het virtuele toetsenbord heeft de QWERTY-indeling.
Toetsenblok
Het toetsenblok kan worden vergeleken met een standaardtelefoontoetsenblok met 12
toetsen. Er zijn opties voor tekstvoorspelling en multitik tekstinvoer beschikbaar. U kunt de
tekstinvoermethode Toetsenblok activeren via de toetsenbordinstellingen. Het toetsenblok
is alleen beschikbaar in de staande stand.
2 Tussen hoofdletters en kleine letters schakelen en caps lock inschakelen
3 Cijfers weergeven
4 Symbolen en smileys weergeven
5 Een spatie invoeren
6 Het menu met tekstinvoerinstellingen openen om bijvoorbeeld de opties voor Schrijftalen te wijzigen. Met
deze toets wordt ook de schrijftaal gewijzigd wanneer er meerdere invoertalen zijn geselecteerd.
7 Regelterugloop invoeren of tekstinvoer bevestigen
8 Een teken vóór de cursor verwijderen
Alle illustraties zijn uitsluitend bedoeld voor referentiedoeleinden en vormen mogelijk geen exacte
weergave van de daadwerkelijke telefoon.
Het toetsenblok weergeven om tekst in te voeren
•
Houd de telefoon in de staande stand en tik op een tekstinvoerveld.
Tekst invoeren met het toetsenblok
Wanneer u het toetsenblok gebruikt, kunt u kiezen uit twee invoeropties:
•
Wanneer
zelfs wanneer de gewenste letter niet de eerste letter op de toets is. Tik op het woord dat
wordt weergegeven of tik op om meer woordsuggesties weer te geven en een woord
uit de lijst te selecteren.
•
Wanneer wordt weergegeven op het toetsenblok, tikt u op de toetsen op het scherm
voor de tekens die u wilt invoeren. Blijf de toets indrukken tot het gewenste teken is
geselecteerd. Doe vervolgens hetzelfde voor het volgende teken dat u wilt invoeren,
enzovoort.
Het toetsenblok verbergen
•
Wanneer het telefoontoetsenblok is geopend, drukt u op .
Schakelen tussen hoofdletters en kleine letters
•
Tik voordat u een letter invoert op
versa.
wordt weergegeven op het toetsenblok, tikt u één keer op elke tekentoets,
om naar hoofdletters te schakelen of vice
Caps Lock inschakelen
•
Tik voordat u een woord typt op
Cijfers invoeren met het toetsenblok
•
Wanneer het toetsenblok is geopend, tikt u op
cijfers weergegeven.
Wanneer het toetsenblok is geopend, tikt u op . Er wordt een raster weergegeven
met symbolen en smileys.
2
Blader omhoog of omlaag om meer opties weer te geven. Tik op een symbool of
smiley om het gewenste item te selecteren.
Tekens verwijderen
•
Tik om de cursor te plaatsen na het teken dat u wilt verwijderden en tik vervolgens
op .
Een regelterugloop invoeren
•
Tik wanneer u tekst invoert op om een regelterugloop in te voeren.
Tekst bewerken
1
Houd wanneer u tekst invoert het tekstveld ingedrukt tot het menu Tekst
bewerken wordt weergegeven.
2
Selecteer een optie.
Virtueel toetsenbord
Tik op de toetsen van het virtuele QWERTY-toetsenbord om eenvoudig tekst in te voeren.
In bepaalde applicaties wordt het virtuele toetsenbord automatisch geopend. U kunt dit
toetsenbord ook openen door een tekstveld aan te raken.
Het virtuele toetsenbord gebruiken
1
Tussen hoofdletters en kleine letters schakelen en caps lock inschakelen. Voor bepaalde talen wordt deze
toets gebruikt om extra tekens in de taal te gebruiken.
2 Het virtuele toetsenbord sluiten
3 Cijfers en symbolen weergeven. Aangeraakt houden om smileys weer te geven.
4 Een spatie invoeren
5 Het menu met tekstinvoerinstellingen openen om bijvoorbeeld de opties voor Schrijftalen te wijzigen. Met
deze toets wordt ook de schrijftaal gewijzigd wanneer er meerdere invoertalen zijn geselecteerd.
6 Regelterugloop invoeren of tekstinvoer bevestigen
7 Een teken vóór de cursor verwijderen
Alle illustraties zijn uitsluitend bedoeld voor referentiedoeleinden en vormen mogelijk geen exacte
weergave van de daadwerkelijke telefoon.
Het virtuele toetsenbord voor het eerst gebruiken
•
Houd de telefoon horizontaal en tik op een tekstinvoerveld.
•
Als u het virtuele toetsenbord in de staande stand wilt gebruiken, tikt u op een
tekstinvoerveld en tikt u op
of raakt u aan en houdt u het ingedrukt als u al
meerdere invoertalen hebt geselecteerd. Tik op Staand toetsenbord en selecteer
een optie.
Zodra u de instelling hebt doorgevoerd, kunt u het virtuele toetsenbord eenvoudigweg activeren
door op een tekstinvoerveld te tikken.
Schakelen tussen het virtuele toetsenbord en het toetsenblok
1
Wanneer u tekst invoert, tikt u op of raakt u aan en houdt u het ingedrukt als
u al meerdere invoertalen hebt geselecteerd.
2
Tik op Staand toetsenbord en selecteer een optie.
Onthoud dat het toetsenblok alleen beschikbaar is in de staande stand.
Tekst invoeren met het virtuele toetsenbord
•
Als u een teken wilt invoeren dat zichtbaar is op het toetsenbord, tikt u op dit teken.
•
Als u een tekenvariant wilt invoeren, raakt u een regulier teken op het toetsenbord
aan en houdt u dit vast om een lijst met beschikbare opties weer te geven. Selecteer
vervolgens een optie in de lijst. Als u bijvoorbeeld 'é' wilt invoeren, raakt u 'e' aan en
houd u het ingedrukt tot andere opties worden weergegeven. Sleep terwijl u uw
vinger op het toetsenbord houdt, naar 'é' en selecteer deze optie.
Cijfers of symbolen invoeren
•
Tik op wanneer u tekst invoert. Er wordt een toetsenbord met cijfers en symbolen
weergegeven. Tik op
Een smiley invoegen
1
Raak bij het invoeren van tekst aan en houd deze optie vast.
2
Selecteer een smiley.
om meer opties weer te geven.
Instellingen voor toetsenbord en toetsenblok
U kunt instellingen selecteren voor het virtuele toetsenbord en het toetsenblok, zoals de
schrijftaal en automatische correctie.
De instellingen voor het virtuele toetsenbord en het toetsenblok openen
•
Wanneer u tekst invoert met het virtuele toetsenbord of het toetsenblok, tikt u op
. Als u meerdere schrijftalen hebt geselecteerd, raakt u in plaats hiervan aan
en houdt u dit vast.
De schrijftaal wijzigen met het virtuele toetsenbord of het toetsenblok
1
Wanneer u tekst invoert, tikt u op of raakt u aan en houdt u het ingedrukt als
u al meerdere invoertalen hebt geselecteerd.
2
Tik op Schrijftalen en selecteer de schrijftalen die u wilt gebruiken.
3
Als u meerdere invoertalen hebt geselecteerd, tikt u op
de geselecteerde schrijftalen.
om te schakelen tussen
Instellingen voor tekstinvoer
Bij het invoeren van tekst kunt u toegang krijgen tot een menu met tekstinvoerinstellingen
dat u helpt om opties in te stellen voor tekstvoorspelling. U kunt bijvoorbeeld beslissen hoe
u wilt dat uw telefoon woordalternatieven presenteert en woorden corrigeert terwijl u typt
of de tekstinvoerapplicatie inschakelen om nieuwe woorden die u schrijft te onthouden.
Tekstinvoerinstellingen wijzigen
1
Wanneer u tekst invoert met het virtuele toetsenbord of het toetsenblok, tikt u op
of raakt u aan en houdt u dit vast.
2
Tik op Instellingen voor tekstinvoer.
3
Selecteer de gewenste instellingen.
Het volume aanpassen
U kunt het beltoonvolume aanpassen voor telefoonoproepen en -meldingen, en voor
muziek- en videoweergave.
Ga naar en tik op Instellingen > Geluid > Beltoon telefoon.
3
Selecteer een ringtone.
4
Tik op Gereed.
Aanraaktonen inschakelen
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Geluid.
3
Schakel de selectievakjes Aanraaktonen en Hoorbare selectie in.
Een ringtone voor meldingen selecteren
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Geluid > Beltoon voor meldingen.
3
Selecteer een ringtone.
4
Tik op Gereed.
Een trilsignaal instellen
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Geluid.
3
Selecteer Trillen en kies een optie.
.
Scherminstellingen
De schermhelderheid aanpassen
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Weergave > Helderheid.
3
Als u de helderheid wilt verlagen, sleept u de schuifregelaar naar links. Als u deze
wilt verhogen, sleept u de schuifregelaar naar rechts.
4
Tik op OK.
Het helderheidsniveau heeft een invloed op uw batterijprestaties. Voor tips over het verbeteren
van de batterijprestaties raadpleegt u Batterijprestaties op de pagina 28.
Het scherm op trillen instellen
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Geluid.
3
Schakel het selectievakje Haptische feedback in. Het scherm trilt nu wanneer u op
zachte toetsen en op bepaalde applicaties tikt.
Opgeven na hoeveel tijd het scherm moet worden uitgeschakeld als de telefoon niet
wordt gebruikt
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Weergave > Time-out scherm.
3
Selecteer een optie.
Als u het scherm snel wilt uitschakelen, drukt u kort op de aan/uit-toets
.
.
.
Het scherm ingeschakeld houden terwijl de telefoon wordt opgeladen
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Toepassingen > Ontwikkeling.
3
Schakel het selectievakje Stand-by in.
Telefoontaal
U kunt een taal selecteren die wordt gebruikt op de telefoon.
Ga naar en tik op Instellingen > Taal en toetsenbord > Taal selecteren.
3
Selecteer een optie.
4
Tik op Gereed.
Als u de verkeerde taal kiest en u de menuteksten niet meer kunt lezen, zoekt u het pictogram
Instellingen en tikt u erop. Selecteer vervolgens de vermelding naast en selecteer de eerste
vermelding in de volgende menu. U kunt vervolgens de gewenste taal selecteren.
Vliegmodus
In de Vliegmodus worden de netwerk- en radio-ontvangers uitgeschakeld om storing van
gevoelige apparatuur te voorkomen. U kunt echter nog altijd games spelen, naar muziek
luisteren, video's bekijken en andere content, zolang deze content op uw geheugenkaart
wordt opgeslagen. U kunt ook op de hoogte worden gebracht door alarmen als alarmen
zijn geactiveerd.
Als u Vliegmodus inschakelt, reduceert dit het batterijverbruik.
De vliegmodus inschakelen
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Draadloos en netwerken.
3
Schakel het selectievakje Vliegmodus in.
U kunt ook
te openen, drukt u op de aan-/uit-toets en houd u deze vast .
Vliegmodus selecteren in het menu Telefoonopties. Om het menu Telefoonopties
Batterij
Uw Android™-telefoon houdt u verbonden en bijgewerkt, waar u ook bent. Dit beïnvloedt
de levensduur van de batterij van uw telefoon. Hieronder vindt u enkele tips voor het
verlengen van de levensduur van de batterij en toch verbonden en up-to-date te blijven.
Batterijprestaties
Stand-bytijd, een term die veel wordt gebruikt bij batterijprestaties, verwijst naar de tijd waarin
de telefoon met het netwerk is verbonden en niet wordt gebruikt. Hoe langer uw telefoon zich in
de stand-bystand bevindt (en niet op een andere manier actief is), hoe langer de levensduur van
de batterij.
Aan de hand van de volgende tips kunt u ervoor zorgen dat de batterij langer meegaat:
•
Laad de telefoon vaak op. Dit heeft geen invloed op de levensduur van de batterij.
•
Gegevens van het internet downloaden verbruikt veel energie. Wanneer u het internet niet
gebruikt, kunt u energie besparen door alle gegevensverbindingen via mobiele netwerken
uit te schakelen. U kunt dit doen via Instellingen > Draadloos en netwerken > Mobielenetwerken. Bij deze instelling kunt u niet verhinderen dat uw telefoon gegevens verzendt
via andere draadloze netwerken.
•
Schakel GPS, Bluetooth™ en Wi-Fi® uit wanneer u deze functies niet nodig hebt. U kunt
deze functies gemakkelijker in- en uitschakelen door de widget Statusschakelaar aan uw
Startscherm toe te voegen. U hoeft 3G niet uit te schakelen.
•
Stel uw synchronisatieapplicaties (die worden gebruikt om uw e-mail, kalender en
contacten te synchroniseren) in op handmatig synchroniseren. U kunt de telefoon ook
automatisch laten synchroniseren, maar vergroot in dat geval het interval.
•
Controleer het menu batterijgebruik op de telefoon om te zien welke applicaties de meeste
energie gebruiken. Uw batterij verbruikt meer energie wanneer u applicaties voor het
streamen van video en muziek, zoals YouTube™, gebruikt. Bepaalde Android Market™applicaties verbruiken ook meer energie.
•
Sluit applicaties af die u niet gebruikt. Multitasken heeft namelijk een nadelige invloed op
de batterijprestaties.
•
Verlaag het helderheidsniveau van de schermweergave.
Schakel uw telefoon uit of gebruik Vliegmodus als u zich in een gebied zonder
netwerkdekking bevindt. Als u dit niet doet, zoekt de telefoon steeds opnieuw naar
beschikbare netwerken en dat kost energie.
•
Gebruik een originele headset van Sony Ericsson om naar muziek te luisteren. Dit verbruikt
minder batterijvermogen dan wanneer u naar muziek luistert via de luidsprekers van de
telefoon.
Bezoek www.sonyericsson.com/support voor meer informatie over het optimaliseren van de
batterijprestaties.
Het menu voor batterijgebruik openen
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Over de telefoon > Accugebruik om te zien welke
geïnstalleerde applicaties de meeste batterijstroom verbruiken.
De widget Gegevensverkeer aan uw startscherm toevoegen
1
Druk vanuit uw Startscherm op .
2
Tik op Toevoegen > Widgets.
3
Selecteer de widget Dataverkeer. U kunt nu uw gegevensverbinding gemakkelijker
in- en uitschakelen.
De widget Statusschakelaar aan uw startscherm toevoegen
1
Druk vanuit uw Startscherm op .
2
Tik op Toevoegen > Widgets.
3
Selecteer de widget Status wijzigen.
Status batterij-LED
Groen
Knippert roodHet batterijniveau is laag
OranjeDe batterij wordt opgeladen. Het batterijniveau ligt tussen laag en volledig opgeladen
Het batterijniveau controleren
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Over de telefoon > Status.
De batterij is volledig opgeladen
.
Geheugen
U kunt content opslaan op een geheugenkaart en in het telefoongeheugen. Muziek,
videoclips en foto's worden opgeslagen op de geheugenkaart. Applicaties, contacten en
berichten worden opgeslagen in het telefoongeheugen.
U kunt bepaalde applicaties van het telefoongeheugen naar de geheugenkaart verplaatsen.
Een applicatie naar de geheugenkaart verplaatsen
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Toepassingen > Toepassingen beheren.
3
Tik op de gewenste applicatie.
4
Tik op Verplaatsen naar SD-kaart.
.
U kunt bepaalde applicaties niet van het telefoongeheugen naar de geheugenkaart verplaatsen.
Geheugenkaart
U moet de geheugenkaart mogelijk afzonderlijk aanschaffen.
De telefoon biedt ondersteuning voor microSD™-kaarten. Deze kaarten worden gebruikt
voor media-inhoud. Dit type kaart kan ook in andere compatibele apparaten worden
gebruikt als draadbare geheugenkaart.
Zonder geheugenkaart kunt u de camera niet gebruiken en kunt u geen muziekbestanden of
videoclips afspelen of downloaden.
De geheugenkaart formatteren
U kunt de geheugenkaart formatteren op uw telefoon, bijvoorbeeld om geheugen vrij te
maken. Dit betekent dat u alle gegevens op de kaart wist.
Alle content op de geheugenkaart wordt gewist wanneer u deze formatteert. Zorg dat u een backup maakt van alle zaken die u wilt behouden voordat u de geheugenkaart formatteert. Als u een
back-up wilt maken van uw content, kunt u deze kopiëren naar de computer. Zie voor meer
informatie het hoofdstuk Uw telefoon aansluiten op een computer op pagina 107.
De geheugenkaart formatteren
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Opslagruimte > SD-kaart ontkoppelen.
3
Nadat u de geheugenkaart hebt ontkoppeld, tikt u op SD-kaart wissen.
Draagbare stereoheadset
Een headset gebruiken
1
Sluit een draagbare headset aan.
2
Als u een gesprek wilt beantwoorden, drukt u op de toets voor afhandeling van
gesprekken. Als u muziek beluistert, wordt de muziek onderbroken wanneer u een
gesprek ontvangt en hervat wanneer het gesprek is beëindigd.
3
Als u een gesprek wilt beëindigen, drukt u op de toets voor afhandeling van
gesprekken.
Als er geen draagbare headset bij de telefoon is geleverd, kunt u deze afzonderlijk aanschaffen.
Instellingen voor internet en berichten
Als u SMS- en MMS-berichten wilt verzenden en toegang wilt hebben tot internet, moet u
over een mobiele 2G/3G-gegevensverbinding beschikken en de juiste instellingen
configureren. Er zijn verschillende manieren om deze instellingen op te halen:
•
Voor de meeste mobiele telefoonnetwerken en operators worden de instellingen voor
internet en berichten vooraf op de telefoon geïnstalleerd. U kunt vervolgens direct internet
gebruiken en berichten verzenden.
•
In sommige gevallen hebt u de mogelijkheid om instellingen voor internet en berichten te
downloaden wanneer u de telefoon voor de eerste keer inschakelt. Het is ook mogelijk om
deze instellingen later te downloaden via het menu Instellingen.
U kunt op elk moment handmatig instellingen voor internet en berichten op uw telefoon
toevoegen en wijzigen. Neem contact op met uw netwerkoperator voor gedetailleerde
informatie over de instellingen voor internet en berichten.
Instellingen voor internet en berichten downloaden
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Sony Ericsson > Internetinstellingen.
De huidige APN (Access Point Name, toegangspuntnaam) weergeven
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Draadloos en netwerken > Mobiele netwerken.
3
Tik op Namen toegangspunten.
Als er meerdere verbindingen beschikbaar zijn, wordt de actieve netwerkverbinding aangegeven
met een geselecteerd keuzerondje aan de rechterkant.
APN-instellingen handmatig configureren
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Draadloos en netwerken > Mobiele netwerken
.
> Namen toegangspunten.
3
Druk op .
4
Tik op Nieuwe APN.
5
Tik op Naam en voer de naam in voor het netwerkprofiel dat u wilt maken.
6
Tik op APN en voer de naam van het toegangspunt in.
7
Voer alle overige informatie in die vereist is door uw netwerkoperator.
8
Druk op
en tik op Opslaan.
Neem contact op met uw netwerkoperator voor gedetailleerde informatie over de
netwerkinstellingen.
De standaardinstellingen voor internet herstellen
1
Tik op het Startscherm op .
2
Tik op Instellingen > Draadloos en netwerken > Mobiele netwerken > APN's.
3
Druk op
4
Tik op Standaardinstellingen.
.
Gebruiksinformatie
Voor kwaliteitsdoeleinden verzamelt Sony Ericsson anonieme bugrapporten en statistieken
over uw telefoongebruik. Geen van de verzamelde informatie bevat persoonlijke gegevens.
De optie voor het verzenden van gebruikersinformatie wordt standaard niet geactiveerd.
Als u dat wilt, kunt u het echter activeren.
Gebruiksinformatie verzenden
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Sony Ericsson > Gebruiksinfo.
3
Schakel het selectievakje Gebruiksinfo verzenden in.
.
Data monitor gebruiken
Gebruik Data monitor om bij te houden hoeveel gegevens uw telefoon verzendt en
ontvangt. In deze applicatie wordt bijgehouden hoeveel gegevens er bij benadering via 2G/
3G-netwerken worden verzonden vanaf een vooraf gedefinieerde begindatum. Deze
waarden worden elke maand gereset. Als de begindatum bijvoorbeeld is ingesteld op 15,
wordt de teller voor het gegevensverkeer gereset op de 15e dag van elke maand. De eerste
keer dat u Data monitor start, wordt de begindag ingesteld op 1.
U kunt Data monitor zo instellen dat u een melding krijgt wanneer de hoeveelheid
overgebrachte gegevens een bepaalde limiet bereikt. U kunt afzonderlijke limieten instellen
voor verzonden gegevens, ontvangen gegevens en het totale aantal overgebrachte
gegevens. U kunt Data monitor ook activeren als een widget op het Startscherm.
De vermelde gegevenshoeveelheden zijn schattingen. Raadpleeg uw serviceprovider om het
effectieve gegevensverbruik te controleren.
Gegevens die worden verzonden of ontvangen via Wi-Fi®- of Bluetooth™-verbindingen, worden
niet bijgehouden.
De begindag voor Data monitor instellen
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Datacontrole.
3
Tik op Instllngn > Maand.
4
Pas de begindag aan met op en neer bladeren.
5
Als u klaar bent, tikt u op OK.
Een signaal voor Data monitor instellen
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Datacontrole.
3
Tik op het belpictogram naast Verzonden data, Ontvangen data of Totale
datahoeveelheid, afhankelijk van het signaal dat u wilt instellen.
4
Pas de waarden aan met op en neer bladeren.
5
Als u klaar bent, tikt u op OK.
Een melding van Data monitor wissen
1
Tik vanuit uw Startscherm op
2
Ga naar en tik op Datacontrole.
3
Tik op het belpictogram naast Verzonden data, Ontvangen data of Totale
.
datahoeveelheid, afhankelijk van de melding die u wilt verwijderen.
4
Tik op Resetten. De limiet voor meldingen wordt weer ingesteld op nul en de melding
wordt gedeactiveerd.
Gegevensverkeer uitschakelen
U kunt alle gegevensverbindingen via 2G-/3G-netwerken uitschakelen met uw telefoon om
ongewenste downloads en synchronisaties te voorkomen. Neem contact op met uw
netwerkoperator als u gedetailleerde informatie nodig hebt over uw abonnement en de
kosten van gegevensverkeer.
Wanneer gegevensverkeer is uitgeschakeld, kunt u nog altijd Wi-Fi™- en Bluetooth™verbindingen gebruiken. U kunt ook MMS-berichten verzenden en ontvangen.
Alle gegevensverkeer uitschakelen
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Draadloos en netwerken > Mobiele
netwerken.
3
Schakel het selectievakje Gegevenstoegang aan uit.
Gegevensroaming
Afhankelijk van uw netwerkoperator is het mogelijk om mobiele gegevensverbindingen via
2G/3G tot stand te brengen buiten uw thuisnetwerk (roaming). Er kunnen kosten voor
gegevensoverdracht in rekening worden gebracht. Neem contact op met uw
netwerkoperator voor meer informatie.
Toepassingen kunnen soms de internetverbinding gebruiken in uw thuisnetwerk zonder dat
hiervan melding wordt gemaakt. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij het verzenden van zoek- en
synchronisatieverzoeken. Er kunnen extra kosten voor dataroaming van toepassing zijn. Neem
contact op met uw serviceprovider.
Ga naar en tik op Instellingen > Draadloos en netwerken > Mobiele
netwerken.
3
Schakel het selectievakje Gegevensroaming in.
U kunt gegevensroaming niet activeren wanneer gegevensverbindingen zijn uitgeschakeld
Netwerkinstellingen
De telefoon schakelt automatisch tussen netwerken, afhankelijk van beschikbare
netwerken op verschillende locaties. De telefoon is standaard geconfigureerd om de snelste
modus voor mobiele netwerken die beschikbaar is te gebruiken voor gegevens. U kunt de
telefoon echter handmatig zo instellen dat alleen de langzamere 2G-netwerkmodus wordt
gebruikt voor gegevens om de batterijduur tussen ladingen te verlengen. U kunt de telefoon
ook zo instellen dat er een compleet verschillende set netwerkmodi wordt gebruikt, of u
kunt speciaal gedrag instellen tijdens roaming.
Een netwerkmodus selecteren
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Draadloos en netwerken > Mobiele
netwerken.
3
Tik op Netwerkmodus.
4
Selecteer een netwerkmodus.
Handmatig een ander netwerk selecteren
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Draadloos en netwerken > Mobiele netwerken
.
> Mobiele providers.
3
Tik op Zoekmodus.
4
Tik op Handmatig selecteren wanneer er een pop-upvenster wordt weergegeven.
5
Selecteer een netwerk.
Als u handmatig een netwerk zoekt, wordt er op de telefoon niet naar andere netwerken gezocht,
zelfs wanneer u zich buiten het bereik van het geselecteerde netwerk begeeft.
Automatische netwerkselectie activeren
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Draadloos en netwerken > Mobiele netwerken
> Mobiele providers.
De telefoon ondersteunt internationale alarmnummers, bijvoorbeeld 112 of 911. Dit houdt
in dat u deze nummers normaal vanuit elk land kunt bellen om een noodoproep te doen,
met of zonder SIM-kaart in het toestel, zolang u zich binnen het bereik van een netwerk
bevindt.
Een alarmnummer bellen
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Telefoon.
3
Voer het alarmnummer in en tik op Oproep. Als u een nummer wilt verwijderen, tikt
u op .
U kunt ook alarmnummers bellen wanneer er geen SIM-kaart in de telefoon zit of wanneer
uitgaande gesprekken zijn geblokkeerd.
Een noodnummer bellen terwijl de SIM-kaart is vergrendeld
1
Tik op Noodoproep.
2
Voer het alarmnummer in en tik op Oproep. Als u een nummer wilt verwijderen, tikt
u op
.
Afhandeling van gesprekken
U kunt bellen door handmatig een telefoonnummer te kiezen, door op een nummer te tikken
dat is opgeslagen in de contactenlijst op de telefoon of door op te tikken naast een
telefoonnummer in Gesprek.
Bellen door een nummer te kiezen
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Telefoon.
3
Voer het nummer van de ontvanger in en tik op Oproep. Als u een nummer wilt
verwijderen, tikt u op
Een gesprek beëindigen
•
Tik op
Een internationaal gesprek voeren
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Telefoon.
3
Raak 0 en houd deze waarde vast tot er een plusteken (+) wordt weergegeven.
4
Voer de landcode, het netnummer (zonder de eerste 0) en het telefoonnummer in.
Tik vervolgens op Oproep.
Een oproep beantwoorden
.
.
•
Sleep naar rechts over het scherm.
Als u een normale hoofdtelefoon zonder microfoon gebruikt, moet u de hoofdtelefoon uit de
headsetaansluiting verwijderen voordat u de oproep kunt beantwoorden.
Het volume van de oorspeaker veranderen tijdens een oproep
•
Druk de volumetoets omhoog of omlaag.
De luidspreker inschakelen tijdens een gesprek
•
Tik op .
De microfoon dempen tijdens een gesprek
•
Tik op .
Het scherm activeren tijdens een gesprek
•
Druk op .
Cijfers invoeren tijdens een gesprek
1
Tik tijdens een gesprek op
2
Voer cijfers in.
De beltoon voor een inkomende oproep dempen
•
Druk op de volumetoets als u een oproep ontvangt.
. Er wordt een toetsenblok weergegeven.
Recente oproepen
In het oproeplogboek vindt u onlangs gemiste , ontvangen en gekozen oproepen.
Uw gemiste gesprekken weergeven
1
Als u een gemiste gesprek hebt, wordt in de statusbalk weergegeven. Sleep de
statusbalk omlaag.
2
Tik op Gemiste oproep.
Een nummer uit uw gesprekkenlijst bellen
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Telefoon > Gesprek om de gesprekkenlijstweergave te openen.
3
Als u een nummer direct wilt bellen, tikt u op naast het nummer. Als u een nummer
wilt bewerken voordat u het belt, raakt u het gewenste nummer aan, houdt u het
vast en tikt u op Nr. bewerken voor bellen.
Een nummer uit het oproeplogboek toevoegen aan uw contacten
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Telefoon > Gesprek.
3
Raak het nummer aan en houd het vast en tik op Toevoegen aan Contacten.
4
Tik op het gewenste contact of tik op Nieuw contact maken.
5
Bewerk de contactgegevens en tik op Gereed.
.
.
Voicemail
Als uw abonnement een voicemailservice omvat, dan kunnen bellers spraakberichten voor
u achterlaten, wanneer u gesprekken niet kunt beantwoorden. Uw
voicemailservicenummer wordt doorgaans op uw simkaart opgeslagen. Als dit niet het
geval is, kunt u het nummer krijgen bij uw serviceprovider en het handmatig invoeren.
Uw voicemailnummer invoeren
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Oproepinstellingen > Instellingen voor
voicemail > Voicemailnummer.
Als u de wisselgespreksfunctie hebt geactiveerd, kunt u meerdere gesprekken tegelijk
verwerken. Als u de functie hebt geactiveerd, klinkt er een pieptoon wanneer u nog een
gesprek ontvangt.
Wisselgesprek activeren of deactiveren
1
Tik vanuit de Startscherm op .
2
Zoek de volgende opties en tik erop: Instellingen > Oproepinstellingen >
Aanvullende instellingen.
3
Als u wisselgesprek wilt activeren of deactiveren, tikt u op Wisselgesprek.
Een tweede gesprek weigeren
•
Tik op Bezet wanneer u een herhaalde pieptoon hoort tijdens een gesprek.
Een tweede gesprek beantwoorden en het actieve gesprek beëindigen
•
Tik op Huidig beëindigen en antw. wanneer u een herhaalde pieptoon hoort tijdens
een gesprek.
Een tweede gesprek beantwoorden en het actieve gesprek in de wacht plaatsen
•
Tik op Beantw. wanneer u een herhaalde pieptoon hoort tijdens een gesprek.
Een tweede gesprek tot stand brengen
1
Tik tijdens een gesprek op
2
Voer het nummer van de ontvanger in en tik op .
3
Als de ontvanger antwoordt, wordt het eerste gesprek in de wacht geplaatst.
Dezelfde procedure is van toepassing op alle volgende gesprekken.
Schakelen tussen meerdere gesprekken
•
Als u wilt schakelen naar een ander gesprek en het huidige gesprek in de wacht wilt
plaatsen, tikt u op het gewenste nummer of contact.
Het actieve gesprek beëindigen en terugkeren naar het volgende gesprek in de wacht
•
Tik op .
.
Telefonische vergaderingen
Met telefonische vergaderingen of gesprekken met meerdere partijen kunt u gelijktijdig
spreken met twee of meer personen.
Een telefonische vergadering tot stand brengen
1
Tik tijdens een gesprek op .
2
Kies het nummer van de tweede deelnemer en tik op
3
Als de tweede deelnemer antwoordt, wordt het eerste gesprek in de wacht
geplaatst.
4
Tik op .
.
Herhaal stap 1 tot en met 4 om meer deelnemers toe te voegen.
Een privégesprek met een deelnemer aan een telefonische vergadering voeren
1
Tik tijdens een actieve telefonische vergadering op de knop met het aantal
deelnemers. Tik bijvoorbeeld op 3 deelnemers als het gesprek drie deelnemers
heeft.
2
Tik op de naam van de deelnemer met wie u een privégesprek wilt voeren.
3
Als u het privégesprek wilt beëindigen en wilt terugkeren naar de telefonische
vergadering, tikt u op .
Een deelnemer vrijgeven vanuit een telefonische vergadering
1
Tik tijdens een actieve telefonische vergadering op de knop met het aantal
deelnemers. Tik bijvoorbeeld op 3 deelnemers als er drie deelnemers zijn.
2
Tik op naast de deelnemer die u wilt vrijgeven.
Een telefonische vergadering beëindigen
•
Tik tijdens het gesprek op
.
Oproepinstellingen
Gesprekken blokkeren
U kunt alle categorieën of slechts bepaalde categorieën van inkomende en uitgaande
gesprekken blokkeren. Wanneer u de gespreksblokkeringsfunctie voor de eerste keer
gebruikt, moet u eerst uw PUK-code (Personal Unblocking Key) invoeren en vervolgens
een nieuw wachtwoord invoeren om de gespreksblokkeringsfunctie te activeren.
Inkomende of uitgaande gesprekken blokkeren
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Oproepinstellingen > Gespreksblokkering.
3
Selecteer een optie.
4
Voer het wachtwoord in en tik op Insch..
Oproepen doorschakelen
U kunt oproepen bijvoorbeeld naar een ander telefoonnummer of een antwoorddienst
doorschakelen.
Gesprekken doorschakelen
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Oproepinstellingen > Oproep doorschakelen.
3
Selecteer een optie.
4
Voer het nummer in waarnaar u de gesprekken wilt doorschakelen en tik vervolgens
op Insch..
Gesprekken doorschakelen uitschakelen
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Oproepinstellingen > Oproep doorschakelen.
3
Selecteer een optie en tik vervolgens op Uitsch..
.
.
Uw telefoonnummer weergeven of verbergen
U kunt kiezen of u uw telefoonnummer wilt weergegeven of verbergen op het apparaat van
ontvangers wanneer u ze belt.
Uw telefoonnummer weergeven of verbergen
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Oproepinstellingen > Aanvullende instellingen
> Beller-id.
Gebruik de contactenapplicatie om al uw contacten op te slaan en te beheren. Bewaar uw
telefoonnummers, e-mailadressen en andere contactgegevens op één plaats. In de
contactenapplicatie wordt alle communicatie met een bepaald contact weergegeven. Tik
op een contact om deze informatie weer te geven in een simpel overzicht.
U kunt nieuwe contacten aan uw telefoon toevoegen en deze synchroniseren met de
contacten in uw Sony Ericsson Sync-account, Google™-account, Microsoft® Exchange
ActiveSync®-account of andere accounts die het synchroniseren van contacten
ondersteunen. De contactenapplicatie probeert automatisch een nieuw adres met een
bestaand contact samen te voegen tot één enkele vermelding. U kunt deze procedure ook
handmatig uitvoeren. Ga naar www.sonyericsson.com/support/contacts voor meer
informatie.
Applicatie Contacten voor de eerste keer openen
De eerste keer dat u de contactenapplicatie opent, krijgt u tips over het toevoegen van
contacten op uw telefoon. Dit is hét moment om een methode te kiezen die aansluit op uw
situatie en instellingen.
Contacten in uw telefoon plaatsen
Er zijn meerdere methoden om uw bestaande contacten en andere gegevens op uw nieuwe
telefoon te plaatsen:
Uw telefoon synchroniseren met contacten die al bij een online synchronisatieservice zijn opgeslagen,
zoals Sony Ericsson Sync of Google Sync™.
Contacten importeren vanaf een SIM-kaart. U kunt mogelijk niet alle informatie van de ene telefoon naar
de andere overdragen met deze methode vanwege het beperkte geheugen op de SIM-kaart.
Contacten importeren vanaf een geheugenkaart.
Een Bluetooth™-verbinding gebruiken.
Contacten verzenden met berichtenservices zoals SMS, MMS of e-mail.
De online synchronisatiemethode werkt het beste voor de meeste gebruikers. Op deze manier
hebt u altijd een back-up online.
Uw contacten weergeven
•
Tik in Startscherm op en vervolgens op . Uw contacten worden hier genoemd.
De contacten van uw telefoon met een synchronisatieaccount synchroniseren
1
Tik in Startscherm op
2
Druk op en tik vervolgens op Instellingen > Accounts en synchr..
3
Tik op Account toevoegen en volg de instructies op het scherm om een
en vervolgens op .
synchronisatieaccount in te stellen. Als u al een synchronisatieaccount hebt ingesteld
en u met dit account wilt synchroniseren, tikt u op het account, drukt u op
en
tikt u op Nu synchroniseren.
Contacten importeren vanaf de simkaart
1
Tik in Startscherm op en vervolgens op .
2
Druk op
3
Als u een synchronisatie-account hebt ingesteld, kunt u ervoor kiezen de contacten
en tik vervolgens op Contacten imprt. > SIM-kaart.
op de simkaart onder die account toe te voegen. Of u kunt ervoor kiezen alleen deze
contacten in de telefoon te gebruiken. Selecteer de gewenste optie.
4
Om een individueel contact te importeren, zoekt u het contact en tikt u erop. Als u
alle contacten wilt importeren, drukt u op en tikt u op Alles importeren.
Druk op en tik vervolgens op Contacten imprt. > Geheugenkaart.
3
Als u een synchronisatie-account hebt ingesteld, kunt u de geïmporteerde contacten
op geheugenkaarten onder die account toevoegen. Of u kunt ervoor kiezen alleen
de geïmporteerde contacten in de telefoon te gebruiken. Selecteer de gewenste
optie.
4
Als er meer dan één vCard-bestanden op de SD-kaart staan, wordt er een lijst
weergegeven met verschillende batches van telefooncontacten en de bijbehorende
aanmaakdatums. Selecteer de batch die u wilt importeren.
Telefooncontacten ontvangen die zijn verzonden met Bluetooth™ technologie
1
Zorg ervoor dat de Bluetooth™-functie is ingeschakeld en uw telefoon op zichtbaar
is ingesteld. Indien niet kunt u geen gegevens van andere apparaten ontvangen.
2
Wanneer u wordt gevraagd om te bevestigen of u het bestand wilt ontvangen, tikt
u op Accepteren.
3
Sleep het meldingsvenster omlaag en tik op het bestand dat u hebt ontvangen om
de contactgegevens te importeren.
Contacten ontvangen die zijn verzonden met een berichtenservice
1
Wanneer u een nieuw SMS-bericht, MMS-bericht of e-mailbericht ontvangt, opent
u dit bericht.
2
De ontvangen contactgegevens verschijnen als een vCard-bijlage. Ik op het vCardbestand en houd het vast om een menu te openen en de contactgegevens op te
slaan.
Contacten schermoverzicht
1
Tik op dit pictogram om een contactpersoon aan te maken.
2 Zoekveld voor contactpersonen
3 Tik op een contactpersoon om de details weer te geven.
4 Het pictogram toont de status van de contactpersoon bij chatservices.
5 Tik op de miniatuur van een contactpersoon om het snelle contactmenu te openen.
6 Tabblad voor snelkoppelingen
Uw contacten beheren
Maak, bewerk en synchroniseer uw contacten in enkele eenvoudige stappen. Maak een
selectie zodat alleen de contacten die u in de telefoon wilt gebruiken, worden weergegeven.
Als u uw contacten met meer dan één account synchroniseert, kunt u contacten in uw
telefoon samenvoegen om duplicaten te vermijden.
Bij bepaalde synchronisatieservices, bijvoorbeeld bij bepaalde sociale netwerkservices, kunt u
geen contactgegevens bewerken.
Selecteren welke contacten moeten worden weergegeven in de applicatie Contacten
1
Tik op het Startscherm op en vervolgens op .
2
Druk op en tik op Filteren.
3
Selecteer en deselecteer de gewenste opties in de lijst die wordt weergegeven. Als
u uw contacten met een synchronisatie-account hebt gesynchroniseerd, wordt dit
account in de lijst weergegeven. U kunt op het account tikken om de lijst met opties
verder uit te vouwen. Als u klaar bent, tikt u op OK.
Een contact toevoegen
1
Tik op het Startscherm op en vervolgens op .
2
Tik op
3
Als u uw contacten met één of meerdere accounts hebt gesynchroniseerd,
.
selecteert u het account dat u voor dit contact wilt gebruiken of tikt u op
Telefooncontact als u dit contact alleen op de telefoon wilt gebruiken.
4
Voer de gewenste gegevens voor het contact in of selecteer deze.
5
Als u klaar bent, tikt u op Gereed.
Als u vóór het telefoonnummer van een contact een plusteken en de landcode toevoegt, kunt u
ook bellen vanuit andere landen.
Een contact bewerken
1
Tik vanaf het Startscherm op en vervolgens op .
2
Raak het bericht aan dat u wilt bewerken, houd het vast en tik vervolgens op Contact
bewerken.
3
Bewerk de gewenste informatie. Als u klaar bent, tikt u op Gereed.
Een afbeelding koppelen aan een contact
1
Tik op het Startscherm op
2
Raak het bericht aan dat u wilt bewerken, houd het vast en tik vervolgens op Contact
en vervolgens op .
bewerken.
3
Tik op
en selecteer de gewenste methode voor het toevoegen van de
contactafbeelding.
4
Als u de gewenste afbeelding hebt toegevoegd, tikt u op Gereed.
U kunt ook een afbeelding aan een contact toevoegen vanuit de applicatie
Galerij.
Uw communicatie met een contact weergeven
1
Tik vanaf het Startscherm op en vervolgens op .
2
Tik op het contact dat u wilt weergeven.
3
Tik op of veeg over de filteritems onderaan het scherm om communicatie met het
contact via andere media weer te geven.
Contacten verwijderen
1
Tik op het Startscherm op
2
Druk op
3
Markeer de contacten die u wilt verwijderen of tik op Alles markeren als u alle
Raak Mijzelf bovenaan de contactlijst, houd het vast en tik vervolgens op Contact
bewerken.
3
Voer de nieuwe gegevens in of maak de gewenste wijzigingen.
4
Als u klaar bent, tikt u op Gereed.
Dubbele items in de applicatie Contacten vermijden
Als u uw contacten met een nieuw account synchroniseert of op een andere manier
contactgegevens importeert, kan dit mogelijk leiden tot dubbele vermeldingen in de
applicatie Contacten. Als dit het geval is, kunt u deze duplicaten samenvoegen tot één
vermelding. Als u per ongeluk vermeldingen samenvoegt, kunt u ze later ook opnieuw
splitsen.
Contacten samenvoegen
1
Tik op het Startscherm op
2
Tik op het contact dat u wilt samenvoegen met een ander contact, houd het vast en
tik op Contacten samenvoegen.
3
Tik in de lijst die verschijnt op het contact waarvan u de informatie wilt samenvoegen
met het eerste contact en tik vervolgens op OK om te bevestigen. De informatie van
het eerste contact wordt samengevoegd met het tweede contact en het eerste
contact wordt niet meer in de contactenlijst weergegeven.
Samengevoegde contacten scheiden
1
Tik op het Startscherm op
2
Raak het samengevoegde contact aan dat u wilt bewerken en houd het vast. Tik
vervolgens op Contact bewerken.
3
Druk op
4
Tik op OK.
en tik op Scheiden.
en vervolgens op .
en vervolgens op .
Favorieten
U kunt een contact als favoriet markeren. Het tabblad Favoriet geeft u snelle toegang tot
uw gemarkeerde contacten. In Favoriet kunt u ook een lijst vinden met contacten waarmee
u het vaakst communiceert.
Een contact als favoriet toevoegen of verwijderen
1
Tik vanaf het Startscherm op
2
Tik op het contact dat u wilt toevoegen aan of verwijderen uit uw favorieten.
3
Tik op
.
en vervolgens op .
Communiceren met uw contacten
Een contact zoeken
1
Tik op het Startscherm op
2
Voer de eerste letters van de contactnaam in het veld Zoeken in. Alle contactnamen
die met de betreffende letters beginnen, worden weergegeven.
Het snelle contactmenu
Tik op de miniatuurafbeelding van het contact voor snelle communicatieopties voor dit
contact. Tot de opties behoren het bellen van het contact, het verzenden van een SMS- of
MMS-bericht en het starten van een chatgesprek via de applicatie Google Talk™.
Mogelijk moet een applicatie eerst op uw telefoon worden geïnstalleerd en moet u bij de applicatie
zijn aangemeld voordat deze als optie in het snelle contactmenu verschijnt. U moet bijvoorbeeld
eerst de applicatie Gmail™ starten en uw inloggegevens invoeren voordat u Gmail™ vanuit het
snelle contactmenu kunt gebruiken.
Selecteer een beschikbare overdrachtsmethode en volg de instructies op het
scherm.
Een contact verzenden
1
Tik op het Startscherm op en vervolgens op .
2
Tik op het contact waarvan u de details wilt verzenden.
3
Druk op en tik op Contact verzendn > OK.
4
Selecteer een beschikbare overdrachtsmethode en volg de instructies op het
scherm.
Meerdere contacten tegelijkertijd verzenden
1
Tik op het Startscherm op en vervolgens op .
2
Druk op en tik op Contacten verzenden.
3
Markeer de contacten die u wilt verzenden of selecteer ze allemaal als u alle
contacten wilt verwijderen.
4
Tik op Verz. en vervolgens op OK om te bevestigen.
5
Selecteer een beschikbare overdrachtsmethode en volg de instructies op het
scherm.
Een back-up maken van contacten
U kunt een geheugenkaart, SIM-kaart of onlinesynchronisatieprogramma gebruiken, zoals
Microsoft® Exchange ActiveSync® om een back-up te maken van contacten.
Alle contacten exporteren naar de geheugenkaart
1
Tik op het Startscherm op
2
Druk op
3
Tik op OK.
Contacten exporteren naar een SIM-kaart
1
Tik in Startscherm op
2
Druk op
3
Markeer de contacten die u wilt exporteren of tik op Alles markeren als u alle
contacten wilt exporteren.
4
Tik op Back-up.
5
Selecteer Contacten toevoegen als u de contacten wilt toevoegen aan de
bestaande contacten op uw simkaart of Alle contacten vervangen als u de
bestaande contacten op uw simkaart wilt vervangen.
Wanneer u contacten naar de simkaart exporteert, wordt mogelijk niet alle informatie
geëxporteerd. Dit heeft te maken met geheugenbeperkingen op simkaarten.
U kunt tekstberichten (SMS-berichten) verzenden en ontvangen op de telefoon met SMS
(Short Message Service). Als uw abonnement ondersteuning biedt voor MMS (Multimedia
Messaging Service), kunt u ook berichten verzenden en ontvangen die mediabestanden
bevatten, zoals afbeeldingen en video's. Een SMS-bericht kan uit maximaal 160 tekens
bestaan. Als u meer dan 160 tekens gebruikt, worden al uw individuele berichten gekoppeld
en samen verzonden. Elk verzonden bericht van 160 tekens wordt in rekening gebracht.
Wanneer u uw berichten bekijkt, worden ze als gesprekken weergegeven. Dit betekent dat
alle berichten naar en van een specifieke persoon samen zijn gegroepeerd.
Als u MMS-berichten wilt verzenden, moeten de juiste MMS-instellingen zijn ingesteld op uw
telefoon. Zie Instellingen voor internet en berichten op pagina 30.
Een bericht maken en verzenden
1
Tik op het Startscherm op , ga naar en tik hierop.
2
Tik op Nieuw bericht.
3
Tik op Bericht schrijven en voer de tekst van het bericht in.
4
Als u een ontvanger wilt toevoegen, tikt u op Ontvanger toevoegen, selecteert u
een contact of voert u handmatig het volledige nummer in.
5
Als u een mediabestand wilt toevoegen, tikt u op en selecteert u een optie.
6
Als u ontvangers wilt toevoegen of verwijderen voordat u het bericht verzendt, drukt
u op . Als u een ontvanger wilt toevoegen, tikt u op Ontvanger toevoegen. Als
u een ontvanger wilt verwijderen, tikt u op Ontvangers bewerken en tikt u op
naast het veld van een ontvanger. Als u klaar bent, tikt u op Gereed.
7
Als u het bericht wilt verzenden, tikt u op Verz..
Als u een bericht afsluit voordat u het verzendt, wordt het bericht opgeslagen als een concept.
De conversatie wordt gelabeld met het woord Concept:.
Een ontvangen bericht lezen
1
Tik in Startscherm op ; zoek vervolgens naar en tik daarop.
2
Tik op het gewenste gesprek.
3
Tik op het bericht als dit nog niet is gedownload en houd dit vast en tik vervolgens
op Bericht downloaden.
Als u een SMS-bericht of een MMS-bericht ontvangt, wordt
Als u het bericht wilt lezen, kunt u ook de statusbalk omlaag slepen en op het ontvangen bericht
tikken wanneer de statusbalk is geopend.
Een bericht beantwoorden
1
Tik vanaf uw Startscherm op en vervolgens op Berichten.
2
Tik op het gewenste gesprek.
3
Voer uw antwoord in en tik op Verz..
Een bericht doorsturen
1
Tik op het Startscherm op
2
Tik op het gewenste gesprek.
3
Raak het bericht aan dat u wilt doorsturen, houd het vast en tik vervolgens op
Bericht doorsturen.
4
Selecteer een ontvanger in de lijst of tik op Ontvanger toevoegen om een ontvanger
toe te voegen die niet in de lijst is opgenomen.
Tik vanaf uw Startscherm op en vervolgens op Berichten.
2
Tik op het gewenste gesprek.
3
Raak het bericht aan dat u wilt verwijderen, houd het vast en tik vervolgens op
Bericht verwijderen > Ja.
Gesprekken verwijderen
1
Tik vanaf uw Startscherm op en vervolgens op Berichten.
2
Druk op en tik vervolgens op Diverse verwijderen.
3
Schakel de selectievakjes in voor de gesprekken die u wilt verwijderen en tik op
Verwijd..
Het nummer van een afzender opslaan in een contact
1
Tik vanaf uw Startscherm op en vervolgens op Berichten.
2
Tik op een gesprek.
3
Tik op het nummer van de afzender boven aan het scherm.
4
Tik op
5
Selecteer een bestaand contact of tik op
6
Bewerk de contactgegevens en tik op Gereed.
.
als u een nieuw contact wilt maken.
De afzender van een bericht bellen
1
Tik op het Startscherm op en vervolgens op Berichten.
2
Tik op een conversatie.
3
Tik op de naam of het nummer van de ontvanger boven aan het scherm.
4
Als de ontvanger is opgeslagen is uw contacten, tikt u op het telefoonnummer dat
u wilt bellen. Als u de ontvanger niet hebt opgeslagen in uw contacten, tikt u op
.
Een bestand in een ontvangen bericht opslaan
1
Tik in Startscherm op
2
Tik op het gewenste gesprek.
3
Als het bericht nog niet is gedownload, tikt u op het bericht, houd u dit vast en tikt
en vervolgens op Berichten.
u op Bericht downloaden.
4
Raak het bericht aan dat u wilt opslaan en houd het vast en selecteer de gewenste
optie.
Opties voor SMS- en MMS-berichten
De meldingsinstellingen voor berichten wijzigen
1
Tik vanaf uw Startscherm op
2
Druk op en tik vervolgens op Instellingen.
3
Tik indien gewenst op Meldingstoon en selecteer een meldingsgeluid.
4
Tik indien gewenst op Meldingstrilling en vink het selectievakje om te activeren aan.
De instellingen voor leveringsrapporten voor uitgaande berichten wijzigen
1
Tik vanaf uw Startscherm op
2
Druk op en tik vervolgens op Instellingen.
3
Tik op Ontvangstbevestiging om het leveringsrapport te activeren of deactiveren.
Wanneer een bericht is afgeleverd bij de ontvanger, wordt
Berichten weergeven die zijn opgeslagen op de SIM-kaart
1
Tik vanaf uw Startscherm op en vervolgens op Berichten.
2
Druk op en tik vervolgens op Instellingen > SIM-berichten.
Gebruik de e-mailtoepassing op uw telefoon om e-mails te verzenden en te ontvangen via
uw normaal e-mailaccount of via uw bedrijfsaccount. Of u kunt het allebei doen. Uw telefoon
kan meerdere e-mailaccounts tegelijkertijd aan. U kunt deze accounts zo instellen dat ze
via één gecombineerd postvak IN of via afzonderlijke postvakken IN worden uitgevoerd.
Denk eraan dat u de e-mails die u in uw Gmail™ -account ontvangt, kunt openen in de
telefoon vanuit de e-mail- en de Gmail™ -applicaties.
Uw Microsoft® Outlook®-bedrijfs-e-mailberichten moeten op een Microsoft® Exchange-server
worden opgeslagen voor de hierboven beschreven functionaliteit. Zie Uw zakelijke e-mail,kalender en contacten synchroniseren op pagina 67 voor meer informatie.
Een e-mailaccount instellen op de telefoon
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op E-mail.
3
Voer uw e-mailadres en wachtwoord in en tik vervolgens op Volgende.
4
Als de instellingen voor het e-mailaccount niet automatisch kunnen worden
gedownload, voltooit u de instelling handmatig.
5
Voer, als u dat wordt gevraagd, een naam in voor uw e-mailaccount, zodat dit
gemakkelijk kan worden herkend. Tik vervolgens op Gereed.
Als u de instellingen handmatig moet invoeren, neemt u contact op met de e-mailserviceprovider
voor de juiste e-mailaccountinstellingen. Selecteer voor bedrijfs-e-mail Exchange Active Sync
als het accounttype.
U kunt meer dan één e-mailaccount instellen. Zie Een extra e-mailaccount toevoegen aan detelefoon op de pagina 48.
E-mail gebruiken
Een e-mailbericht maken en verzenden
1
Tik op het Startscherm op
2
Tik op E-mail.
3
Als u meerdere e-mailaccounts gebruikt, tikt u op het account waarmee u het bericht
wilt verzenden.
4
Tik op Opstellen.
5
Tik op Aan en begin het adres van de ontvanger in te voeren. Overeenkomende
vermeldingen worden in een dynamische lijst weer te geven. Tik op de bijbehorende
vermelding of ga door met het invoeren van het volledige e-mailadres. Voer een
komma ( , ) of een punt-komma ( ; ) in en begin een andere naam in te voeren om
ontvangers toe te voegen. Tik op de toets
6
Tik op Onderwerp en voer het onderwerp van de e-mail in.
7
Voer de tekst van uw bericht in het berichtengebied in.
8
Tik op Bijlage toevoegen om een bestand als bijlage toe te voegen. Selecteer het
bestandstype, tik op het bestand dat u als bijlage wilt toevoegen in de lijst met
bestanden die verschijnen.
9
Tik op Verzenden.
E-mailberichten ontvangen
1
Tik vanuit uw Startscherm op
2
Tik op E-mail.
3
Als u over meerdere e-mailaccounts beschikt, tikt u op het account dat u wilt
controleren. Als u al uw e-mailaccounts tegelijkertijd wilt controleren, tikt u op
Gecombineerd Postvak IN.
4
Druk op
en tik vervolgens op Vernieuwen om nieuwe berichten te downloaden.
.
om een ontvanger te verwijderen.
.
Voor bedrijfsaccounts die op push-modus zijn ingesteld, moet u het postvak IN niet vernieuwen.
Wanneer de push-modus wordt ingeschakeld, wordt uw telefoon automatisch bijgewerkt
wanneer nieuwe e-mails worden ontvangen.
Tik op het account dat u wilt controleren als u meerdere e-mailaccounts gebruikt.
Tik op Gecombineerd Postvak IN als u al uw e-mailaccounts tegelijkertijd wilt
controleren.
4
Blader omhoog of omlaag in het postvak IN en tik op de e-mail die u wilt lezen.
Een voorbeeld weergeven van e-mail en e-mail lezen met het voorbeeldvenster
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op E-mail.
3
Tik op het account dat u wilt controleren als u meerdere e-mailaccounts gebruikt.
.
Tik op Gecombineerd Postvak IN als u al uw e-mailaccounts tegelijkertijd wilt
controleren.
4
Het voorbeeldvenster voor e-mail wordt weergegeven, indien ingeschakeld.
5
Blader omhoog of omlaag in het postvak IN en tik op de e-mail die u wilt lezen. De
e-mail wordt geopend in het voorbeeldvenster.
6
Sleep de splitsbalk (tussen het postvak IN en het voorbeeldvenster) om de e-mail in
volledig-schermformaat te bekijken. Gebruik in het volledige-schermformaat de
pijlen Volgende en Vorige boven aan het scherm om uw volgende of vorige berichten
te lezen.
7
Als u wilt terugkeren naar de weergave Postvak IN, sleept u de splitsbalk opnieuw.
De instellingen van het e-mailvoorbeeldvenster wijzigen
1
Tik op het Startscherm op
2
Tik op het account dat u wilt controleren als u meerdere e-mailaccounts gebruikt.
, ga naar E-mail en tik hierop.
Tik op Gecombineerd Postvak IN als u al uw e-mailaccounts tegelijkertijd wilt
controleren.
3
Druk op , tik vervolgens op Voorbeeldvenster en selecteer een optie.
De bijlage van een e-mailbericht weergeven
1
Tik vanuit uw Startscherm op
2
Ga naar en tik op E-mail.
3
Zoek en tik op het gewenste bericht in uw postvak IN.
4
Blader indien nodig omlaag in het voorbeeldvenster van de e-mail om de bijlage te
.
zien. Tik op Openen of Opslaan ernaast.
Het e-mailadres van een afzender opslaan in uw contacten
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op E-mail.
3
Zoek en tik op het gewenste bericht in uw postvak IN.
4
Tik op de naam van de afzender boven aan het scherm.
5
Tik op OK wanneer u wordt gevraagd om de naam aan uw contacten toe te voegen.
6
Selecteer een bestaand contact of tik op Nieuw contact maken als u een nieuw
.
contact wilt maken.
7
Bewerk de contactgegevens en tik op Gereed.
Een e-mailbericht beantwoorden
1
Tik op het Startscherm op
2
Tik op E-mail.
3
Raak in het postvak IN het bericht aan dat u wilt beantwoorden en houd het vast.
Raak in het postvak IN het bericht aan dat u wilt doorsturen en houd het vast.
4
Tik op Doorsturen.
5
Tik op Aan en voer het adres van de ontvanger in.
6
Voer uw bericht in en tik op Verzenden.
Een e-mailbericht verwijderen
1
Tik op het Startscherm op
2
Tik op E-mail.
3
Raak in het postvak IN het bericht aan dat u wilt doorsturen en houd het vast. Tik
.
vervolgens op Verwijderen.
De controlefrequentie voor het postvak IN wijzigen
1
Tik vanuit uw Startscherm op .
2
Ga naar en tik op E-mail.
3
Als u meer dan één e-mailaccount hebt ingesteld, tikt u op het account dat u wilt
aanpassen.
4
Druk op , tik op Accountinstellingen > Controlefrequentie inbox en selecteer
een optie.
E-mailaccount gebruiken
Een extra e-mailaccount toevoegen aan de telefoon
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op E-mail.
3
Druk op en tik op Accounts.
4
Druk op en tik op Account toevoegen.
5
Voer het e-mailadres en wachtwoord in en tik vervolgens op Volgende. Als de
.
instellingen voor het e-mailaccount niet automatisch kunnen worden gedownload,
voltooit u de instelling handmatig.
6
Voer, als u dat wordt gevraagd, een naam in voor uw e-mailaccount, zodat dit
gemakkelijk kan worden herkend. Tik vervolgens op Gereed.
Als u meer dan één e-mailaccount op uw telefoon hebt, ziet u een lijst met uw accounts wanneer
u de E-mail-applicatie opent. Tik gewoon op de naam van het account dat u wilt openen.
Een e-mailaccount als uw standaardaccount instellen
1
Tik vanuit uw Startscherm op .
2
Ga naar en tik op E-mail.
3
Tik op het account dat u als standaardaccount wilt gebruiken voor het opstellen en
verzenden van e-mails.
4
Druk op
5
Schakel het selectievakje Standaardaccount in.
Als u slechts één e-mailaccount hebt, dan is dit account automatisch het standaardaccount.
en tik vervolgens op Accountinstellingen.
Een e-mailaccount verwijderen van de telefoon
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op E-mail.
3
Als u meerdere e-mailaccounts op uw telefoon hebt, gaat u naar stap 4. Als u slechts
.
één e-mailaccount hebt, drukt u op en tikt u vervolgens op Accounts.
4
Raak het bericht aan dat u wilt verwijderen, en tik vervolgens op Account
verwijderen > OK.
Als u een Google™-account hebt, kunt u de Gmail™ -applicatie in uw telefoon gebruiken
om e-mailberichten te lezen, te schrijven en te organiseren. Nadat u uw Google™-account
hebt ingesteld om op de telefoon te werken, kunt u ook met vrienden chatten met de
Google Talk™-toepassing, uw telefoonagendatoepassing synchroniseren met uw Google
Agenda™ en toepassingen en games downloaden van Android Market™.
Een Google™-account instellen op de telefoon
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Accounts/synchronisatie > Account
toevoegen > Google.
3
Voer de stappen in de registratiewizard uit om een Google™-account te maken of
meld u aan als u al een account hebt. De telefoon is nu gereed voor gebruik met
Gmail™ , Google Talk™ en Google Agenda™.
U kunt zich ook aanmelden bij een Google™-account of er een maken vanuit de setup wizard
als u de telefoon voor het eerst opstart. Of u kunt online gaan en een account maken op
www.google.com/accounts.
Sony Ericsson Timescape™ verandert de manier waarop u met anderen omgaat door al
uw communicatie in één weergave te verzamelen. Alle events (zoals SMS- en MMSberichten, gemiste gesprekken en updates van webservices) worden in chronologische
volgorde als tegels weergegeven op het scherm. Zo krijgt u een voorbeeldweergave van
events te zien voordat u ze opent en de volledige content weergeeft. U kunt ook op de
Oneindig-knop tikken om verschillende content weer te geven die verwant is aan het
item dat u op dat moment in Timescape™ bekijkt.
De services en functies die in dit hoofdstuk worden beschreven, worden mogelijk niet voor alle
landen of regio's of voor alle netwerken en/of netwerkoperators in alle gebieden ondersteund.
Timescape™ starten
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Timescape™.
3
De eerste keer dat u Timescape start, kunt u op de tegel op het welkomstscherm
tikken om u aan te melden bij uw Facebook- of Twitter-account. Als u zich niet wilt
aanmelden, tikt u op Gereed.
Hoofdweergave van Timescape™
1
Uw status op de geselecteerde webservices
2Timescape™-tegels in chronologische volgorde met de meest recente tegel bovenaan
3Timescape™-eventfilter
Timescape™-widget
In de Timescape™-widget worden de meest recente Timescape™-events getoond. De
Timescape™-widget kan voor snelle toegang worden toegevoegd aan het Startscherm.
Zie Startscherm op pagina 17.
Tik op de filterpictogrammen of veeg door de pictogrammen.
De hoofdweergave vernieuwen in Timescape™
•
Wanneer de Timescape™-eventfilter is ingesteld op alle events, drukt u op
tikt u vervolgens op Vernieuwen.
Wanneer u de hoofdweergave vernieuwt, maakt de telefoon verbinding met internet om de
informatie voor de webserviceaccounts bij te werken die u aan Timescape™ hebt gekoppeld.
Aanmelden voor Facebook™ of Twitter™ vanuit Timescape™
1
Tik vanuit uw Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Timescape™.
3
Druk op en tik vervolgens op Instellingen > Services instellen.
4
Tik op de service waarvoor u zich wilt aanmelden.
5
Voer uw logingegevens in.
Wanneer u zich hebt aangemeld voor een webservice, kunt u uw status bijwerken of updates
uit de webservice weergeven in Timescape™.
Uw Facebook™- of Twitter™-status bijwerken in Timescape™
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Timescape™.
3
Tik op > Status bijwerken.
4
Tik op de service waarvoor u uw status wilt bijwerken. Als u niet bent aangemeld bij
.
de service, moet u zich aanmelden voordat u verdergaat. Als u de gewenste service
hebt geselecteerd, tikt u op Doorgaan.
5
Tik op het tekstveld en voer uw nieuwe status in. Tik vervolgens op Posten.
en
U afmelden voor Facebook™ of Twitter™ vanuit Timescape™
1
Tik vanuit uw Startscherm op
2
Ga naar en tik op Timescape™.
3
Druk op en tik vervolgens op Instellingen > Services instellen.
4
Tik op de service waarvoor u zich wilt afmelden.
Uw accountinformatie wordt verwijdert wanneer u zich afmeldt.
.
Een event in Timescape™ weergeven
1
Tik vanuit de Startscherm op
2
Ga naar en tik op Timescape™.
3
Blader naar de tegel voor het gewenste event en tik op de tegel zodat het in
.
voorbeeldmodus wordt weergegeven. Tik vervolgens opnieuw op de tegel.
Terugbellen vanaf Timescape ™ wanneer u een gesprek heeft gemist
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Timescape™.
3
Tik op de tegel die het gemiste gesprek vertegenwoordigt en tik nogmaals op de
tegel.
4
Tik op
terug te gaan naar de oproep.
Een SMS- of MMS-bericht beantwoorden in Timescape™
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Timescape™.
3
Blader naar een tegel voor een SMS- of MMS-bericht en tik op de tegel.
4
Tik opnieuw op de berichttegel, bewerk het bericht en tik op Verz..
Wanneer u op een tegel tikt, verschijnt de Oneindig-knop in de rechterbovenhoek. Als
de tegel is gekoppeld aan een contact, kunt u verwante inhoud openen door op de
Oneindig-knop te tikken.
Alle communicatie met een contact in Timescape™ weergeven
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Timescape™.
3
Tik op een tegel voor een event dat met een contact is verbonden.
4
Tik op . Alle communicatie met het contact wordt weergegeven.
5
Tik op of veeg over de filteritems onder aan het scherm om communicatie met het
contact via andere media weer te geven.
Timescape™-instellingen
Timescape™-instellingen openen
1
Tik vanuit de Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Timescape™.
3
Druk op en tik vervolgens op Instellingen.
Updates voor webservice-inhoud plannen in Timescape™
1
Tik vanuit uw Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Timescape™.
3
Druk op
4
Tik op de gewenste optie. Als u Handmatig selecteert, zijn er geen automatische
updates gepland.
Open Android Market™ en ga een wereld van toepassingen en games binnen. U kunt
bladeren door deze toepassingen en games met behulp van verschillende categorieën. U
kunt ook feedback geven voor toepassingen en games, en deze een waarderingsscore
geven.
U moet beschikken over een Google™-account voordat u Android Market™ kunt
gebruiken. Zie Een Google™-account instellen op de telefoon op pagina 49 voor meer
informatie.
Android Market™ is mogelijk niet beschikbaar in alle landen of regio's
Android Market™ openen
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Market.
Betalingsopties
Wanneer u betaalde toepassingen downloadt van Android Market™, wordt uw aankoop
verwerkt via Google Checkout™. In sommige gevallen kunt u gratis testversies van
toepassingen downloaden via Android Market™, maar als u de toepassing na een
bepaalde periode wilt blijven gebruiken, moet het downloaden en betalen van de volledige
versie worden uitgevoerd via de website van de fabrikant.
•
Google Checkout™ – Google Checkout™ is een service voor de verwerking van online
betalingen. Deze service biedt bijvoorbeeld informatie over uw aankoopgeschiedenis en
biedt beveiliging tegen fraude met creditcards door niet het volledige nummer van de
creditcard aan de leverancier door te geven. U kunt uw Google™account gebruiken om u
vanaf uw telefoon aan te melden bij Google Checkout™. Als u geen Google Checkout™account hebt, kunt u zich voor een nieuw account aanmelden vanaf uw telefoon. U kunt
betalen met een creditcard of geschenkbon. Sommige leveranciers accepteren ook
betalingen via uw telefoonrekening.
Het is mogelijk niet in alle landen of regio's mogelijk om toepassingen aan te schaffen via Android
Market™.
Downloaden van Android Market™
U kunt alle soorten toepassingen van Android Market™ downloaden, inclusief de gratis
toepassingen. Als u voor een toepassing betaalt via Google Checkout™, is de toepassing
met uw Google™-account verbonden zodat u deze onbeperkt op gelijk welk apparaat kunt
installeren.
Voordat u toepassingen downloadt
Zorg ervoor dat u een werkende internetverbinding hebt voordat u begint met downloaden
van Android Market™.
Denk eraan dat u mogelijk kosten voor gegevensverkeer worden aangerekend wanneer u
inhoud naar uw telefoon downloadt. Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer
informatie.
Een gratis applicatie downloaden
1
Zoek in Android Market™ een item dat u wilt downloaden door te bladeren door
categorieën of via de zoekfunctie.
2
Tik op het item waarvoor u de details wilt weergeven en volg de instructies op om
de installatie te voltooien.
3
Als de applicatie die u wilt downloaden, toegang tot uw gegevens of controle over
telefoonfuncties vereist, wordt er een aanvullende scherm met details weergegeven.
Lees dit scherm zorgvuldig omdat de functionaliteit van uw telefoon ernstig kan
worden beïnvloed als u doorgaat. Tik op OK als u akkoord gaat of op Annuleren als
u de download wilt annuleren.
Zoek in Android Market™ een item dat u wilt downloaden door te bladeren door
categorieën of via de zoekfunctie.
2
Tik op het item waarvoor u de details wilt weergeven en volg de instructies op de
telefoon op om de aankoop te voltooien.
3
Als de applicatie die u wilt downloaden, toegang tot uw gegevens of controle over
telefoonfuncties vereist, wordt er een aanvullende scherm met details weergegeven.
Lees dit scherm zorgvuldig omdat de functionaliteit van uw telefoon ernstig kan
worden beïnvloed als u doorgaat. Tik op OK als u akkoord gaat of op Annuleren als
u de download wilt annuleren.
Een gedownloade applicatie openen
1
Druk in Android Market™ op en tik op My apps.
2
Tik op de gedownloade applicatie.
U kunt gedownloade applicaties ook openen vanaf het applicatiescherm.
Toepassingsgegevens wissen
Mogelijk moet u soms gegevens voor een toepassing wissen. Dit kan zich voordoen als het
geheugen van de toepassing bijvoorbeeld bijna vol is of als u de highscores voor een game
wilt wissen. U wilt mogelijk ook inkomende e-mailberichten, SMS-berichten en MMSberichten in sommige toepassingen wissen.
Alle cachegegevens voor een applicatie wissen
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen.
3
Tik op Toepassingen > Toepassingen beheren.
4
Tik op de applicatie waarvoor u alle cachegegevens wilt wissen.
5
Tik op Cache wissen.
.
Voor sommige applicaties is het niet mogelijk om de cachegegevens te wissen.
Een geïnstalleerde toepassing verwijderen
1
Tik vanuit de Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen.
3
Tik op Toepassingen > Toepassingen beheren.
4
Tik op de gewenste toepassing.
5
Tik op Verwijderen.
Bepaalde vooraf geïnstalleerde toepassingen kunnen niet worden verwijderd.
.
Machtigingen
Sommige toepassingen hebben toegang tot onderdelen van uw telefoon nodig om goed
te kunnen werken. Een toepassing voor navigatiedoeleinden heeft bijvoorbeeld
machtigingen nodig om gegevens te verzenden en te ontvangen en informatie te krijgen
over uw locatie. Sommige toepassingen maken mogelijk misbruik van hun machtigingen
door gegevens te stelen of te verwijderen of uw locatie door te geven. Zorg ervoor dat u
alleen toepassingen installeert die u vertrouwt en alleen machtigingen geeft aan
toepassingen die u vertrouwt.
Als u applicaties installeert van onbekende oorsprong of uit een onbetrouwbare bron, kan
uw telefoon beschadigd raken. De telefoon is standaard zo ingesteld dat de installatie van
dergelijke applicaties wordt geblokkeerd. U kunt deze instelling echter wijzigen en het
installeren van applicaties uit onbekende bronnen toestaan.
Sony Ericsson biedt geen garantie voor de prestaties van een applicatie of content van derden
die via downloaden of op een andere manier naar uw telefoon is overgebracht. Sony Ericsson is
evenmin verantwoordelijk voor eventuele schade aan, of een verminderd prestatievermogen van,
uw telefoon als die schade of dat verminderde prestatievermogen is toe te schrijven aan het
overbrengen van content van derden. Gebruik alleen content uit betrouwbare bronnen. Neem
contact op met de leverancier van de content als u vragen hebt of problemen ondervindt.
De installatie toestaan van applicaties die niet afkomstig zijn uit Android Market™
U kunt de PlayNow™-service gebruiken om toepassingen, games en muziek te
downloaden. De PlayNow™-service biedt gratis en betalende downloads aan.
De PlayNow™-service is niet in alle landen beschikbaar.
Alvorens inhoud te downloaden
Controleer voordat u toepassingen of inhoud downloadt of u een internetverbinding hebt.
Mogelijk moet er ook een geheugenkaart in de telefoon zijn geplaatst om inhoud, zoals
muziek, beltonen en thema's te kunnen downloaden.
Wanneer u inhoud naar uw telefoon downloadt, worden er mogelijk kosten in rekening gebracht
voor de hoeveelheid gegevens die wordt overgebracht. Neem contact op met uw operator voor
informatie over de kosten van gegevensoverdracht in uw land.
PlayNow™ starten
1
Tik vanuit de Startscherm op .
2
Ga naar en tik op .
Downloaden vanuit de PlayNow™-service
Download verschillende content vanuit de PlayNow™-service, rechtstreeks naar uw
telefoon. Kies uit verschillende applicaties, games, muziek, ringtones en andere content.
Denk eraan dat de betalingsopties voor betalende applicaties per land kunnen variëren.
Een PlayNow-item downloaden naar uw telefoon
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Store.
3
Zoek een item dat u wilt downloaden door te bladeren door categorieën of via de
zoekfunctie.
4
Tik op het item om de details ervan weer te geven.
5
Klik op Nu kopen om het aankoopproces te starten. Nadat de aankoop is
gevalideerd, kunt u de content downloaden.
Video's huren en kopen die u niet alleen op uw telefoon kunt weergeven, maar ook op uw
pc, PlayStation® Portable (PSP) en PlayStation® 3.
Qriocity™ Video is mogelijk niet in alle landen of regio's beschikbaar
Qriocity™ openen
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op
Overzicht van Qriocity™-menu
Uw accountinformatie weergeven
Naar de zoekfunctie gaan om een video te zoeken
De downloadstatus weergeven voor al uw items
Instellingen voor uw account, aankopen en downloads weergeven en wijzigen
De huidige video toevoegen aan een verlanglijst
Alle items in uw verlanglijst verwijderen
.
De video verwijderen die u momenteel weergeeft in de verlanglijst
Informatie over de huidige video delen via een sociaal netwerk, e-mail, Bluetooth of een andere methode
Juridische informatie weergeven
Het Qriocity™-menu is dynamisch. Dit houdt in dat niet alle opties altijd beschikbaar zijn. De
optie om alle items in de verlanglijst te verwijderen, is bijvoorbeeld alleen beschikbaar wanneer
u de lijst weergeeft.
Het Qriocity™-menu openen
•
Open Qriocity™ en druk op .
Een Qriocity™-account maken
U moet een Qriocity™-account maken als u films wilt kopen of huren met deze service. Als
u al beschikt over een PlayStation® Network-account, kunt u in plaats hiervan dat account
gebruiken.
De Qriocity™-videoselectie verkennen
Blader door video's op categorie of voer tekst in om een specifiek item te zoeken. U kunt
er ook voor kiezen een voorbeeld te bekijken van video's waarin u bent geïnteresseerd.
Een video huren of kopen
Huur of koop een video uit een selectie met de meest recente Hollywood-releases,
actiefilms, comedy's en nog veel meer. Wanneer u een video huurt, hebt u een vooraf
ingestelde hoeveelheid tijd om deze te bekijken. Deze tijd verschilt per markt. U kunt er ook
voor kiezen een aangeschafte video te downloaden naar de meeste Sony™-apparaten die
zijn gekoppeld aan uw Qriocity™-account.
Wanneer u video's koopt of huurt, kunnen de volgende meldingen worden weergegeven:
De video is gedownload
Het downloaden is mislukt. U moet bijvoorbeeld controleren of de telefoon is verbonden met een WiFi®-netwerk en of u over voldoende vrije ruimte beschikt op de geheugenkaart.
De video wordt gedownload
Het downloaden is onderbroken
De aankoop is voltooid
De aftelperiode voor het huuritem is begonnen
Een video bekijken vanuit Qriocity™
U kunt uw gehuurde of aangeschafte video's bekijken op de meeste Sony™-apparaten die
zijn gekoppeld aan uw Qriocity™-account.
Overzicht van het Qriocity™-videomenu
Wanneer u een video bekijkt, kunt u een menu openen met de volgende opties:
De huidige video verwijderen
Informatie over de huidige video weergeven
De taal van de ondertiteling wijzigen of de ondertiteling verwijderen
De telefoon bevat een agenda waarmee u uw tijdsplanning kunt beheren. Als u een
Sony Ericsson-account of een Google™-account hebt, kunt u de telefoonagenda ook
synchroniseren met de webagenda. Zie Synchroniseren op pagina 66.
De kalenderweergave instellen
1
Tik op het Startscherm op , ga naar Kalender en tik hierop.
2
Druk op en selecteer een optie.
Meerdere kalenders weergeven
1
Tik op het Startscherm op , ga naar Kalender en tik hierop.
2
Druk op en tik op Meer > Mijn agenda's.
3
Tik om de agenda's te selecteren die u wilt weergeven.
Een kalender-event maken
1
Tik op het Startscherm op en vervolgens op Kalender.
2
Druk op en tik op Nieuwe afspraak.
3
Voer de naam, tijd, locatie en beschrijving voor de event in.
4
Selecteer indien gewenst een andere optie onder Herhaling.
5
Selecteer een herinnering voor de event. Als u een nieuwe herinnering voor de event
wilt toevoegen, tikt u op
6
Tik op Opslaan.
.
Wanneer de tijd van de afspraak nadert, wordt op de telefoon ter herinnering een kort geluid
afgespeeld. Verder wordt weergegeven in de statusbalk.
Een kalender-event weergeven
1
Tik op het Startscherm op en vervolgens op Kalender.
2
Tik op de event die u wilt weergeven.
De kalenderinstellingen wijzigen
1
Tik op het Startscherm op en vervolgens op Kalender.
2
Druk op en tik op Meer > Instellingen.
3
Tik op een instelling die u wilt wijzigen om deze te openen en bewerk de instelling
naar wens.
Wekker
Gebruik uw telefoon als wekker en selecteer een geluid op de telefoon als alarmsignaal.
Het alarm klinkt niet als uw telefoon is uitgeschakeld. Het klinkt echter wel wanneer de
telefoon is ingesteld op de stille modus.
De wekker openen
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Alarmen.
U kunt de wekker ook openen door op de analoge klok te klikken nadat u deze als widget hebt
toegevoegd aan het Startscherm.
Bewerk indien gewenst de overige alarminstellingen.
7
Tik op Gereed.
Een bestaand alarm bewerken
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Alarmen.
3
Tik op het alarm dat u wilt bewerken.
4
Tik op Tijd.
5
Schuif omhoog of omlaag om de tijd aan te passen.
6
Tik op Instellen.
7
Bewerk indien gewenst de overige alarminstellingen.
8
Tik op Gereed.
De weergave-indeling voor alarmtijden is hetzelfde als de indeling die u hebt geselecteerd voor
de algemene tijdinstellingen, bijvoorbeeld een 12-uurs- of 24-uursindeling.
.
Een alarm deactiveren
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Alarmen.
3
Tik op een ingeschakeld alarm.
4
Schakel het selectievakje Alarm inschakelen uit.
.
Een bestaand alarm activeren
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Alarmen.
3
Tik op een uitgeschakeld alarm.
4
Schakel het selectievakje Alarm inschakelen in.
.
Een alarm verwijderen
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Alarmen.
3
Tik op het alarm dat u wilt verwijderen.
4
Tik op Verwijderen en op OK.
.
Een ringtone voor een alarm instellen
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Alarmen.
3
Tik op het alarm dat u wilt bewerken.
4
Tik op Beltoon en selecteer een optie.
5
Tik op Gereed.
.
Een herhaald alarm instellen
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Alarmen.
3
Tik op het alarm dat u wilt bewerken.
4
Tik op Herhalen.
5
Schakel de selectievakjes in voor de gewenste dagen en tik op OK.
Gebruik uw telefoon als een barcodescanner om meer te weten te komen over de artikelen
die u scant. Stel dat u een jas ziet in een advertentie in een tijdschrift en dat u wilt weten
waar de dichtstbijzijnde vestiging is van de winkel waar u die jas kunt kopen. Als de
advertentie een leesbare barcode (streepjescode) bevat, kan de applicatie NeoReader™
deze code gebruiken om toegang te krijgen tot webcontent voor de mobiele telefoon, zoals
een webpagina met meer productinformatie of een kaart met winkelvestigingen in de buurt.
NeoReader™ ondersteunt de meeste standaardbarcodetypen.
De applicatie NeoReader™ starten
1
Tik vanuit de Startscherm op .
2
Ga naar NeoReader™ en tik erop.
Een streepjescode scannen
1
Houd in de applicatie NeoReader™ de telefooncamera boven de streepjescode tot
de volledige streepjescode zichtbaar is in de zoeker.
2
De telefoon scant automatisch de streepjescode en trilt wanneer deze wordt
herkend. Als streepjescode niet wordt herkend, tikt u op om de code handmatig
te scannen.
3
Wanneer de streepjescode wordt herkent, tikt u op Doorgaan om de gegevens van
de streepjescode weer te geven of tikt u op Terug om de bewerking te annuleren.
Handmatig streepjescodenummers invoeren
1
Tik in de applicatie NeoReader™ op
2
Tik op het tekstveld en voer de streepjescodenummers in.
3
Tik op OK.
.
NeoReader™-applicatie menu-overzicht
De volgende menu-items zijn beschikbaar in de NeoReader™-applicatie:
Klik om de streepjescode handmatig te scannen met een hogere beeldresolutie
Voer de streepjescodenummers handmatig in. U kunt deze optie gebruiken als uw camera moeite heeft
met het lezen van de streepjescode
Een lijst met eerder gescande streepjescodes bekijken
Uw voorkeuren instellen:
•
Het geluid dempen of inschakelen
•
De berichtbevestigingsfunctie in- of uitschakelen. Indien dit is ingeschakeld, ontvangt u een
bevestigingsbericht dat u vraagt of u wilt doorgaan met het bekijken van de mobiele webinhoud
van de streepjescode te bekijken na een gelukte scan
•
Kies of u wilt teruggaan naar de toepassing NeoReader™ of naar de toepassingsvensters nadat u
de inhoud van de streepjescode hebt bekeken
•
Selecteren hoeveel streepjescodes u in de geschiedenislijst wilt bewaren
Informatie bekijken over de applicatie NeoReader™
Meer lezen over verschillende typen streepjescodes en over hoe u NeoReader™ gebruikt
Selecteer uw persoonlijke instellingen. Deze informatie wordt gebruikt om de inhoud van de
streepjescode te personaliseren
Een SMS-bericht verzenden om een vriend uit te nodigen om de applicatie NeoReader™ te downloaden
Uw telefoon is uitgerust met ANT+. Dit is een interoperabiliteitsfunctie die de verzameling,
automatische overdracht en tracering van sensorgegevens mogelijk maakt voor het
controleren van uw persoonlijk welzijn. Wanneer u uw telefoon op verschilende fitness- en
sportuitrusting aansluit, maakt ANT+ het mogelijk om uw telefoon te gebruiken voor het
vastleggen van informatie van apparaten zoals een hartslagmeter.
U hebt een applicatie zoals iMapMyFitness nodig om gegevens te renderen die een apparaat
verzamelt dat compatibel is met ANT+.
U kunt contacten, e-mail, kalender-events en andere informatie synchroniseren met uw
telefoon vanuit meerdere e-mailaccounts, synchronisatieservices en andere typen
accounts, afhankelijk van de applicaties die zijn geïnstalleerd op uw telefoon. Uw telefoon
synchroniseren met andere informatiebronnen is een eenvoudige en praktische manier om
up-to-date te blijven.
U kunt het volgende doen:
•
Toegang krijgen tot uw Gmail™ , Google Agenda™, Google™-contacten en andere
Google-services die u gebruikt.
•
Toegang krijgen tot uw zakelijke e-mail, contacten en agenda.
•
Toegang krijgen tot uw Facebook™-contacten, -agenda, -albums en andere services die
u gebruikt.
•
Uw telefoon synchroniseren met een internetserver via SyncML™.
•
Uw contacten synchroniseren, opslaan en beheren op de Sony Ericsson-website en deze
downloaden naar een nieuwe telefoon of naar verschillende telefoons met Sony Ericsson
Sync.
Met Google™ synchroniseren
Synchroniseer uw telefoon met uw Gmail™ , Google Agenda™, Google™-contacten en
gegevens van andere Google-services die u gebruikt. Bekijk en beheer ze op uw telefoon
net zo eenvoudig als vanaf een computer.
Na het synchroniseren vindt u Gmail™ in de applicatie Gmail™ , Google Agenda™ in de
applicatie Agenda, Google™-contacten in de applicatie Contacten en andere gegevens in
de overeenkomstige Google-applicaties die u hebt geïnstalleerd.
Een Google™-account instellen op de telefoon voor synchronisatie
1
Tik op het Startscherm op .
2
Tik op Instellingen > Accounts/synchronisatie.
3
Zorg ervoor dat het selectievakje Auto-synchronisatie is ingeschakeld, zodat
applicaties gegevens automatisch kunnen synchroniseren.
4
Tik op Account toevoegen > Google.
5
Voer de stappen in de registratiewizard uit om een Google™-account te maken of
meld u aan als u al een account hebt.
6
Tik op uw nieuwe Google™-account en tik op de items die u wilt synchroniseren.
Handmatig synchroniseren met uw Google™-account
1
Tik vanuit de Startscherm op
2
Tik op Instellingen > Accounts/synchronisatie.
3
Tik op het Google™-account dat u wilt synchroniseren.
4
Druk op
Een Google™-account van de telefoon verwijderen
1
Tik op het Startscherm op .
2
Tik op Instellingen > Accounts/synchronisatie.
3
Tik op het Google™-account dat u uit de accountlijst wilt verwijderen.
4
Tik op Account verwijderen.
5
Tik opnieuw op Account verwijderen uw keuze te bevestigen.
U kunt al uw Google™-accounts uit de accountlijst verwijderen, met uitzondering van de eerste.
U moet uw telefoon resetten om het eerste account te verwijderen. Zie De telefoon resetten op
de pagina 124.
Uw zakelijke e-mail, kalender en contacten synchroniseren
Open uw zakelijke e-mailberichten, afspraken en contacten rechtstreeks van uw telefoon.
Bekijk en beheer deze net zo makkelijk als vanaf een computer. Na de installatie kunt u uw
informatie vinden in de applicaties E-mail, Kalender en Contacten.
Als u de hierboven beschreven functies wilt openen, moet u uw zakelijke informatie opslaan op
een Microsoft® Exchange-server.
Zakelijke e-mail, de kalender en contacten instellen op de telefoon
1
Tik op het Startscherm op .
2
Tik op Instellingen > Accounts/synchronisatie.
3
Zorg ervoor dat het selectievakje Auto-synchronisatie is ingeschakeld, zodat de
gegevens automatisch worden gesynchroniseerd met het synchronisatie-interval
dat u hebt ingesteld.
4
Tik op Account toevoegen > Exchange Active Sync.
5
Voer uw zakelijke e-mailadres en wachtwoord in.
6
Tik op Volgende.
7
Volg de stappen voor configuratie van uw account en selecteer de gegevenstypen
die u wilt synchroniseren met de telefoon, zoals contacten en de agenda. Als de
instellingen voor het zakelijke account niet automatisch kunnen worden gevonden,
voltooit u de instelling handmatig. Neem contact op met de beheerder van uw
bedrijfsnetwerk als u meer informatie nodig hebt.
8
Wanneer de instelling is voltooid, voert u een naam in voor dit zakelijke account,
zodat het gemakkelijk kan worden geïdentificeerd. Tik vervolgens op Gereed.
9
Activeer de apparaatbeheerfunctie indien hierom wordt gevraagd om bepaalde
beveiligingsfuncties op de telefoon te laten beheren vanaf de bedrijfsserver.
Apparaatbeheerfuncties voor uw telefoon zijn normaal gesproken applicaties voor
e-mail, kalender of overige zaken die u wilt machtigen voor het implementeren van
beveiligingsbeleid op de telefoon wanneer u verbinding maakt met bedrijfsservices
waarvoor deze machtiging vereist is.
De instelling van bedrijfse-mail, agenda en contacten bewerken
1
Tik vanuit uw Startscherm op
2
Tik op Instellingen > Accounts/synchronisatie en selecteer uw bedrijfsaccount.
3
Tik op Accountinstellingen.
4
De instellingen wijzigen zodat ze voldoen aan uw behoeften. U kunt bijvoorbeeld
beslissen:
•
hoe vaak de telefoon op nieuwe e-mailberichten moeten controleren.
•
om uw bedrijfsagenda en -contacten naar uw telefoon te downloaden.
•
serverinstellingen in Instellingen inkomende e-mail.
Een synchronisatie-interval instellen voor een bedrijfsaccount
1
Tik op het Startscherm op
2
Tik op Instellingen > Accounts/synchronisatie en selecteer uw bedrijfsaccount.
3
Tik op Accountinstellingen.
4
Tik op Controlefrequentie inbox en selecteer een intervaloptie.
Een bedrijfsaccount van de telefoon verwijderen
1
Tik vanuit uw Startscherm op
2
Tik op Instellingen > Accounts/synchronisatie en tik vervolgens op uw
bedrijfsaccount.
3
Tik op Account verwijderen.
4
Tik opnieuw op Account verwijderen uw keuze te bevestigen.
.
.
.
Met Facebook™ synchroniseren
Synchroniseer uw Facebook™-contacten, -agenda en -albums met Galerij en gegevens
van andere services die u gebruikt. Bekijk en beheer ze op uw telefoon net zo eenvoudig
als vanaf een computer. Wanneer u een Facebook-account hebt ingesteld voor gebruik op
uw telefoon, wordt er automatisch een Sony Ericsson Facebook-integratieaccount
gemaakt. U kunt dit Sony Ericsson Facebook-integratieaccount gebruiken om uw
contacten, agendagegevens en albums te synchroniseren.
Een Facebook™-account instellen op de telefoon
1
Tik op het Startscherm op .
2
Tik op Instellingen > Accounts/synchronisatie.
3
Zorg ervoor dat het selectievakje Auto-synchronisatie is ingeschakeld, zodat
applicaties gegevens automatisch kunnen synchroniseren.
4
Tik op Account toevoegen > Facebook.
5
Voer de stappen in de registratiewizard uit om een Facebook™-account te maken
of meld u aan als u al een Facebook-account hebt.
6
Selecteer een synchronisatieoptie voor uw account en tik op Voltooien. Het
Facebook-account is nu zo ingesteld dat u het account kunt gebruiken op uw
telefoon. Er is ook een Sony Ericsson Facebook-integratieaccount gemaakt.
Handmatig synchroniseren met uw Facebook™-account
1
Tik op het Startscherm op
2
Tik op Instellingen > Accounts/synchronisatie.
3
Tik op het Facebook™-account of het Sony Ericsson Facebook-integratieaccount.
4
Druk op en tik op Nu synchroniseren.
Een Facebook™-account van de telefoon verwijderen
1
Tik op het Startscherm op
2
Tik op Instellingen > Accounts/synchronisatie.
3
Tik op het Facebook™-account.
4
Tik op Account verwijderen.
5
Tik opnieuw op Account verwijderen uw keuze te bevestigen. Het Facebookaccount en het Sony Ericsson Facebook-integratieaccount worden nu verwijderd.
Als u een Facebook-account van uw telefoon verwijdert, wordt het Facebookaccount zelf niet gewist. U kunt nog steeds toegang krijgen tot uw Facebookaccount op een computer.
.
.
Uw contacten en kalender synchroniseren en opslaan
Gebruik Sony Ericsson Sync om uw contacten met een Sony Ericsson-webpagina te
synchroniseren op www.sonyericsson.com/user.
Op deze manier worden uw contacten op één plaats opgeslagen en kunt u ze gemakkelijk
overbrengen naar andere telefoons. En u hebt altijd een back-up online. U moet een Sony
Ericsson-account hebben om deze methode te laten werken.
Een Sony Ericsson-account instellen op de telefoon
1
Tik op het Startscherm op
2
Tik op Instellingen > Accounts/synchronisatie.
3
Zorg ervoor dat het selectievakje Auto-synchronisatie is ingeschakeld, zodat de
gegevens automatisch worden gesynchroniseerd met het interval dat u hebt
ingesteld.
4
Tik op Account toevoegen > Sony Ericsson Sync.
5
Log in als u al een Sony Ericsson-account hebt of registreer u en volg de instructies
in de registratiewizard op om een account te maken.
6
Tik op Synchronisatie-interval en selecteer hoe vaak u de telefoon automatisch
wilt laten synchroniseren.
7
Tik op Gereed.
Handmatig synchroniseren met Sony Ericsson Sync
1
Tik vanuit uw Startscherm op
2
Tik op Instellingen > Accounts/synchronisatie en tik op uw Sony Ericssonaccount.
Tik op Instellingen > Accounts/synchronisatie en tik op uw Sony Ericssonaccount.
3
Schakel de selectievakjes voor de synchronisatie-items die u wilt synchroniseren in
of uit.
4
Als u uw accountinstellingen moet wijzigen, tikt u op Accountinstellingen, bewerkt
u de gewenste informatie en tikt u op Gereed.
Een synchronisatie-interval instellen
1
Tik op het Startscherm op
2
Tik op Instellingen > Accounts/synchronisatie en tik op uw Sony Ericsson-
.
account.
3
Tik op Accountinstellingen.
4
Tik op Synchronisatie-interval en selecteer een intervaloptie.
Een Sony Ericsson-account verwijderen op uw telefoon
1
Tik vanuit uw Startscherm op .
2
Tik op Instellingen > Accounts/synchronisatie en tik op uw Sony Ericssonaccount.
3
Tik op Account verwijderen.
4
Tik opnieuw op Account verwijderen uw keuze te bevestigen.
Het account wordt van uw telefoon verwijderd, maar bestaat nog op de Sony Ericsson-server.
U kunt uw accountgegevens gebruiken om u aan te melden bij de Sony Ericsson-website op
www.sonyericsson.com/user.
Synchroniseren met SyncML™
Synchroniseer uw telefoon met een internetserver via SyncML™. Hiermee kunt u uw
contacten, agendagegevens en favorieten net zo eenvoudig bekijken en beheren op uw
telefoon als op een computer.
Een SyncML™-account instellen op de telefoon
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Accounts/synchronisatie.
3
Zorg ervoor dat het selectievakje Auto-synchronisatie is ingeschakeld, zodat de
gegevens automatisch worden gesynchroniseerd met het interval dat u hebt
ingesteld.
4
Tik op Account toevoegen > SyncML.
5
Tik op de velden voor het account, het serveradres, de gebruikersnaam en het
wachtwoord en voer de vereiste gegevens in.
6
Tik op Synchronisatie-interval en selecteer hoe vaak u de telefoon automatisch
wilt laten synchroniseren.
7
Tik op een item dat u wilt synchroniseren, zoals Contacten. Voer vervolgens het
serveradres, de gebruikersnaam en het wachtwoord in. Herhaal deze stap voor elk
item dat u wilt synchroniseren.
8
Als u klaar bent, tikt u op Gereed.
Neem contact op met uw SyncML™-serviceprovider voor meer informatie over de
accountinstellingen.
Handmatig synchroniseren met uw SyncML™-account
1
Tik op het Startscherm op
2
Tik op Instellingen > Accounts/synchronisatie.
3
Tik op het SyncML™-account dat u wilt synchroniseren.
U hebt vanaf uw telefoon toegang tot internet met behulp van de Wi-Fi®-technologie. Op
deze manier kunt u op internet surfen en goedkoper bellen en gegevens overbrengen.
Als uw bedrijf of organisatie over een VPN (Virtual Private Network) beschikt, kunt u
verbinding met dit netwerk maken met uw telefoon. U kunt een VPN gebruiken om toegang
te krijgen tot intranetten en andere interne services in uw bedrijf.
Wi-Fi™
Met de Wi-Fi™-technologie hebt u draadloze internettoegang via uw telefoon. Als u via een
Wi-Fi™-verbinding toegang wilt krijgen tot internet, moet u eerst zoeken naar een
beschikbaar Wi-Fi™-netwerk en verbinding maken met dit netwerk. De signaalsterkte van
het Wi-Fi™-netwerk kan verschillen, afhankelijk van de locatie van de telefoon. U kunt de
signaalsterkte mogelijk verbeteren door uw afstand tot het Wi-Fi™-toegangspunt te
verkleinen.
Voordat u Wi-Fi™ gaat gebruiken
Als u met behulp van een Wi-Fi™-verbinding wilt surfen, moet u een beschikbaar Wi-Fi™netwerk zoeken en hiermee verbinding maken, en daarna de internetbrowser openen. De
signaalsterkte van het Wi-Fi™-netwerk kan verschillen, afhankelijk van de locatie van de
telefoon. Verbeter de signaalsterkte door uw afstand tot het Wi-Fi™-toegangspunt te
verkleinen.
Wi-Fi® inschakelen
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Draadloos en netwerken.
3
Schakel het selectievakje Wi-Fi in. Op de telefoon wordt nu gescand naar
beschikbare Wi-Fi®-netwerken.
Het kan enkele seconden duren voordat de Wi-Fi®-verbinding is ingeschakeld.
Verbinding maken met een Wi-Fi®-netwerk
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Draadloos en netwerken > Wi-Fi-instellingen.
3
Beschikbare Wi-Fi®-netwerken worden weergegeven onder Wi-Fi-netwerken. De
beschikbare netwerken kunnen open of beveiligd zijn. Open netwerken worden
aangeduid met
Fi®-netwerknaam.
4
Tik op een Wi-Fi®-netwerk om hiermee verbinding te maken. Als u verbinding
probeert te maken met een beveiligd Wi-Fi®-netwerk, wordt u gevraagd een
wachtwoord in te voeren. Op de statusbalk wordt weergegeven als u verbinding
hebt.
Uw telefoon onthoudt de Wi-Fi®-netwerken waarmee u verbinding maakt. De volgende keer dat
u zich binnen het bereik van een Wi-Fi™-netwerk bevindt waarmee u eerder verbinding hebt
gemaakt, maakt de telefoon automatisch verbinding met dit netwerk.
Op bepaalde locaties moet u voor een open Wi-Fi®-netwerk mogelijk inloggen op een
webpagina voordat u toegang krijgt tot het netwerk. Neem contact op met de desbetreffende
Wi-Fi®-netwerkbeheerder voor meer informatie.
en beveiligde netwerken worden aangeduid met naast de Wi-
.
Verbinding maken met een ander Wi-Fi®-netwerk
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Draadloos en netwerken > Wi-Fi-instellingen.
Gedetecteerde Wi-Fi®-netwerken worden weergegeven in de sectie Wi-Fi-
netwerken.
3
Tik op een ander Wi-Fi®-netwerk om hiermee verbinding te maken.
Wanneer u bent verbonden met een Wi-Fi™-netwerk of wanneer er Wi-Fi™-netwerken
beschikbaar zijn in uw omgeving, is het mogelijk de status van deze Wi-Fi™-netwerken te
bekijken. U kunt op de telefoon instellen dat u een melding ontvangt wanneer een open
Wi-Fi™-netwerk wordt gedetecteerd.
Wi-Fi®-netwerkmeldingen inschakelen
1
Schakel Wi-Fi® in als dat nog niet het geval was.
2
Tik op het Startscherm op .
3
Ga naar en tik op Instellingen > Draadloos en netwerken > Wi-Fi-instellingen.
4
Schakel het selectievakje Netwerkmelding in.
Handmatig scannen naar Wi-Fi®-netwerken
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Draadloos en netwerken > Wi-Fi-instellingen.
3
Druk op .
4
Tik op Scannen. Op de telefoon wordt gescand naar Wi-Fi®-netwerken. De
beschikbare netwerken worden in een lijst weergegeven.
5
Tik op een Wi-Fi®-netwerk om hiermee verbinding te maken.
Geavanceerde Wi-Fi™-instellingen
Voordat u handmatig een Wi-Fi™-netwerk toevoegt, moet u de Wi-Fi™-instelling in uw
telefoon inschakelen.
Een Wi-Fi®-netwerk handmatig toevoegen
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Draadloos en netwerken > Wi-Fi-instellingen.
3
Tik op Wi-Fi-netwerk toev..
4
Voer de SSID van netwerk voor het netwerk in.
5
Tik op het veld Beveiliging om een beveiligingstype te selecteren.
6
Voer een wachtwoord in als dat vereist is.
7
Tik op Opslaan.
Neem contact op met de beheerder van het Wi-Fi®-netwerk om de
de waarde voor Draadloos wachtwoord te verkrijgen.
SSID van netwerk-naam en
Gedetailleerde informatie weergeven over een Wi-Fi®-netwerk waarmee verbinding
is gemaakt
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Draadloos en netwerken > Wi-Fi-instellingen.
3
Tik op het Wi-Fi®-netwerk waarmee u momenteel bent verbonden. Er wordt
.
gedetailleerde informatie over het netwerk weergegeven.
Wi-Fi®-slaapbeleid
Door een Wi-Fi®-slaapbeleid toe te voegen, kunt u opgeven wanneer er moet worden
geschakeld van Wi-Fi naar mobiele gegevens.
Als u niet bent verbonden met een Wi-Fi®-netwerk, wordt op de telefoon een mobiele
dataverbinding gebruikt voor internettoegang (indien u een mobiele dataverbinding hebt
ingesteld en ingeschakeld op de telefoon).
Een beleid voor de Wi-Fi®-slaapstand toevoegen
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Draadloos en netwerken > Wi-Fi-instellingen.
3
Druk op .
4
Tik op Geavanceerd
5
Tik op Wi-Fi-slaapbeleid.
6
Selecteer een waarde voor Wi-Fi-slaapbeleid die moet worden gebruikt.
U kunt de telefoon zo instellen dat deze verbinding maakt met een Wi-Fi™-netwerk via een
statisch IP-adres.
Een statisch IP-adres instellen
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Draadloos en netwerken > Wi-Fi-instellingen.
3
Druk op .
4
Tik op Geavanceerd .
5
Schakel het selectievakje Statisch IP gebruiken in.
6
Tik en voer de vereiste gegevens voor uw Wi-Fi®-netwerk in:
•IP-adres
•Gateway
•Netmasker
•DNS 1
•DNS 2
7
Druk op
en tik op Opslaan.
Aangesloten apparaten
Mediabestanden op uw telefoon delen met andere apparatuur via een gedeelde Wi-Fi®verbinding. Wanneer uw telefoon met uw thuisnetwerk is verbonden via Wi-Fi® en de
functie Aangesloten apparaten is ingeschakeld, kunnen andere client-apparaten die met
hetzelfde thuisnetwerk zijn verbonden mediabestanden die op uw telefoon zijn opgeslagen
openen, bekijken en afspelen. U kunt bijvoorbeeld foto's bekijken of een muziektrack
afspelen op een aangesloten client-apparaat. Een aangesloten client-apparaat kan
bijvoorbeeld een computer zijn met client-software, een camera, een tv of een
PlayStation®3. Alle apparaten moeten DLNA™ (Digital Living Network Alliance)gecertificeerd zijn.
Gebruik van de functie Aangesloten apparaten
1
Uw telefoon verbinden met een Wi-Fi®-netwerk.
2
Tik op het Startscherm op
3
Tik op naast Servernaam wijzigen en bewerk zo nodig de naam van uw telefoon.
, ga naar Aangesloten apparaten en tik hierop.
Deze naam wordt later ter identificatie weergegeven op de client-toestellen die
verbinding hebben met het Wi-Fi-netwerk.
4
Schakel het selectievakje Content delen in. wordt in de statusbalk weergegeven.
Uw telefoon kan nu als mediaserver functioneren.
5
Verbind uw computer of andere client-apparaten met hetzelfde Wi-Fi®-netwerk.
6
Activeer de client-software die op uw computer is geïnstalleerd. Zoek en selecteer
uw telefoon als de server.
7
Er verschijnt een melding in de statusbalk van de telefoon. Tik erop en stel de
toegangsrechten in.
8
Uw telefooncontent overbrengen naar client-apparaten en weergeven. Het kan
enkele minuten duren om alle content op de client-apparaten weer te geven als er
veel foto- of muziekbestanden op de telefoon zijn opgeslagen.
9
Om de weergave Aangesloten apparaten te sluiten, drukt u op . De functie
Aangesloten apparaten blijft op de achtergrond actief.
10
Ga naar de weergave Aangesloten apparaten op de telefoon en schakel het
selectievakje Content delen uit om de verbinding met de server te verbreken.
Een client-toestel waarvoor u de toegangsrechten reeds heeft ingesteld, is een
geregistreerd client-apparaat en wordt weergegeven in de lijst Geregistreerdeapparaten. Een client-toestel dat aan het wachten is totdat u daaraan toegangsrechten
heeft toegekend, wordt weergegeven in de lijst Apparaten in behandeling.
De bovenstaande instructies kunnen verschillen afhankelijk van de client-apparaten. Raadpleeg
ook de gebruikershandleiding op uw client-apparaat. Als het apparaat geen verbinding kan
maken, controleert u of uw thuisnetwerk werkt.
Toegangsmachtigingen instellen voor een hangend client-apparaat
1
Tik op het Startscherm op , ga naar Aangesloten apparaten en tik hierop.
2
Selecteer een client-apparaat in de lijst Apparaten in behandeling.
3
Selecteer een toegangsmachtigingniveau.
De naam van een geregistreerd client-apparaat wijzigen
1
Tik op het Startscherm op , ga naar Aangesloten apparaten en tik hierop.
2
Selecteer een client-apparaat in de lijst Geregistreerde apparaten en selecteer
vervolgens Naam wijzigen.
3
Voer een nieuwe naam voor het client-apparaat in.
Het toegangsniveau van een geregistreerd client-apparaat wijzigen
1
Tik vanaf het Startscherm op en zoek en tik op Aangesloten apparaten.
2
Selecteer een client-apparaat in de lijst Geregistreerde apparaten.
3
Tik op Toegangsniveau wijzigen en selecteer een optie.
Meer informatie krijgen over het delen van content
•
Wanneer de Aangesloten apparaten-weergave open is, tikt u op Help om
informatie te krijgen over het delen van content in uw telefoon met client-apparaten.
De mobiele gegevensverbinding van uw telefoon delen
U kunt de mobiele gegevensverbinding van uw telefoon delen met één computer via een
USB-kabel. Dit proces heet USB tethering- tethering. U kunt ook de gegevensverbinding
van uw telefoon delen met tot acht apparaten tegelijkertijd door van uw telefoon een
draagbare Wi-Fi® -hotspot te maken.
Wanneer uw telefoon de gegevensverbinding deelt, kunnen de volgende pictogrammen in
de statusbalk of in het meldingsvenster verschijnen:
USB-tethering is actief
Draagbare Wi-Fi®-hotspot is actief
Zowel USB-tethering als de draagbare hotspot is actief
De gegevensverbinding van uw telefoon delen via een USB-kabel
1
Gebruik de USB-kabel die bij uw telefoon is geleverd om uw telefoon op een
computer aan te sluiten.
2
Tik vanuit uw Startscherm op .
3
Zoek de volgende opties en tik erop: Instellingen > Draadloos en netwerken >
Tethering/mobiele hotspot.
4
Schakel het selectievakje USB-tethering in. De telefoon begint zijn
gegevensverbinding via het mobiele netwerk met de computer te delen via de USBverbinding. Een actieve melding verschijnt in de statusbalk en het meldingsvenster.
5
Vink het selectievakje USB-tethering uit of koppel de USB-kabel los om te stoppen
met het delen van uw gegevensverbinding.
U kunt de gegevensverbinding van uw telefoon niet tegelijkertijd met een SD-kaart via een USBkabel delen. Als u uw USB-verbinding gebruikt om uw SD-kaart toegankelijk te maken voor uw
computer, moet u de deze verbinding eerst deactiveren voordat u de gegevensverbinding van
uw telefoon kunt delen. Zie Uw telefoon aansluiten op een computer op pagina 107.
U moet uw computer mogelijk voorbereiden op het tot stand brengen van een netwerkverbinding
via een USB-kabel. Ga naar android.com/tether voor de meest recent informatie over welke
besturingssystemen USB-tethering ondersteunen en hoe u ze configureert.
De gegevensverbinding van uw telefoon delen als een draagbare Wi-Fi®-hotspot
1
Tik vanuit de Startscherm op .
2
Zoek de volgende opties en tik erop: Instellingen > Draadloos en netwerken >
Tethering/mobiele hotspot.
3
Schakel het selectievakje Draagb. Wi-Fi-hotspot in. De telefoon begint zijn Wi-Fi®netwerknaam (SSID) uit te zenden. U kunt dit netwerk nu verbinden met maximaal
8 computers of andere apparaten.
4
Vink het selectievakje Draagb. Wi-Fi-hotspot uit wanneer u wilt stoppen met het
delen van uw gegevensverbinding via Wi-Fi®.
Uw draagbare hotspot een nieuwe naam geven of beveiligen
1
Tik vanuit de Startscherm op
2
Zoek de volgende opties en tik erop: Instellingen > Draadloos en netwerken >
Tethering/mobiele hotspot.
3
Zorg ervoor dat het selectievakje Draagb. Wi-Fi-hotspot is aangevinkt.
4
Tik op Instellingen voor draagbare Wi-Fi-hotspot > Wi-Fi-hotspot
configureren.
5
Voer de SSID van netwerk voor het netwerk in.
6
Tik op het veld Beveiliging om een beveiligingstype te selecteren.
7
Voer een wachtwoord in als dat vereist is.
8
Tik op Opslaan.
.
VPN's (Virtual Private Network)
Gebruik uw telefoon om verbinding te maken met VPN's, waarmee u van buitenaf toegang
kunt krijgen tot bronnen binnen een beveiligd lokaal netwerk. VPN-verbindingen worden
bijvoorbeeld vaak gebruikt door organisaties en onderwijsinstellingen voor gebruikers die
toegang moeten krijgen tot intranetten en andere interne services terwijl ze zich buiten het
interne netwerk bevinden, zoals vertegenwoordigers van een bedrijf die op reis zijn.
VPN-verbindingen kunnen op veel verschillende manieren tot stand worden gebracht,
afhankelijk van het netwerk. Voor bepaalde netwerken moet u mogelijk een
beveiligingscertificaat overbrengen naar uw telefoon om het daar te installeren. Zie Uwtelefoon aansluiten op een computer op pagina 107 voor meer informatie over het
overbrengen van content naar uw telefoon. Als u meer gedetailleerde informatie wilt hebben
over het tot stand brengen van een verbinding met uw VPN, neemt u contact op met de
netwerkbeheerder van uw bedrijf of organisatie.
Een VPN (Virtual Private Network) toevoegen
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Draadloos en netwerken > VPN-instellingen.
3
Tik op VPN toevoegen.
4
Selecteer het type VPN dat u wilt toevoegen.
5
Voer uw VPN-instellingen in.
6
Druk op
Verbinding maken met een VPN (Virtual Private Network)
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Draadloos en netwerken > VPN-instellingen.
3
Tik in de lijst met beschikbare netwerken op het VPN waarmee u verbinding wilt
maken.
4
Voer de vereiste informatie in.
5
Tik op Verbinden.
De verbinding verbreken met een VPN (Virtual Private Network)
1
Sleep de statusbalk omlaag.
2
Tik op de melding voor de VPN-verbinding om deze uit te schakelen.
Gebruik uw webbrowser om webpagina's weer te geven en op de pagina's te navigeren,
om pagina's toe te voegen als bladwijzers of om snelkoppelingen te maken vanuit het
startscherm. U kunt meerdere browservensters tegelijk openen en de zoomfunctie
gebruiken wanneer u op een pagina navigeert.
De webbrowser openen
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op .
Werkbalk
De werkbalkopties vereenvoudigen het surfen:
Een nieuw browservenster openen
Een bladwijzer toevoegen, openen of bewerken. Uw meest bezochte webpagina's weergeven of
webpagina's uit de browsergeschiedenis openen
Open vensters weergeven
De huidige webpagina vernieuwen
Eén pagina vooruit gaan in de browsergeschiedenis
Een menu openen om meer opties weer te geven
De werkbalk openen
•
Druk vanuit de browser op .
Surfen op internet
Zoek- en adresbalk
Gebruik de zoek- en adresbalk om op het internet te surfen:
1
De downloadvoortgang van de huidige webpagina bekijken
2 Een zoekwoord invoeren om een webpagina te zoeken of voer het adres van een webpagina in om een
webpagina te laden
3 Het downloaden van de huidige webpagina annuleren
Wanneer een pagina is gedownload, kunt u er een favoriet van maken door op het
favorietenpictogram te tikken naast de zoek- en adresbalk.
Naar een webpagina gaan
1
Tik in uw browser op het tekstveld in de zoek- en adresbalk om het toetsenblok te
activeren.
2
Voer een webadres in.
3
Tik op .
Een webpagina zoeken
1
Tik op het zoek- en adrestekstveld om het toetsenblok te activeren.
Wanneer u de browser weer opent, wordt de laatste weergave vóór het afsluiten in de browser
hersteld, dus met hetzelfde aantal vensters, dezelfde positie en hetzelfde zoomniveau.
Navigeren door webpagina's
Een link selecteren
•
Als u een link op een webpagina wilt selecteren, tikt u erop. De geselecteerde link
wordt oranje gemarkeerd en de webpagina wordt geladen wanneer u uw vinger weer
van de link haalt.
Als u per ongeluk een link selecteert voordat u uw vinger weghaalt, kunt u de selectie ervan
opheffen door uw vinger weg te slepen totdat de link niet langer gemarkeerd is.
Naar de vorige pagina gaan tijdens het surfen
•
Druk op .
In- of uitzoomen op een webpagina
Gebruik een van de volgende methoden om in of uit te zoomen op een webpagina:
•
Raak een gebied op de pagina met twee vingers tegelijkertijd aan en breng ze samen om
uit te zoomen of spreid ze uit elkaar om in te zoomen.
•
Schuif uw vinger over het scherm om het zoombesturingselement weer te geven. Tik op
het pictogram om in te zoomen of tik op om uit te zoomen.
•
Dubbeltik om in te zoomen op de webpagina en dubbeltik opnieuw om uit te zoomen.
De huidige webpagina opnieuw laden
1
Druk op .
2
Tik op Vernieuwen
Een snelkoppeling voor een webpagina toevoegen aan uw startscherm
1
Druk wanneer u een webpagina weergeeft op
2
Tik op Bladwijzers > Toev..
3
Indien gewenst kunt u de naam en het webadres bewerken. Als u klaar bent, tikt u
op OK.
4
Tik op de favoriet en houd deze ingedrukt om een menu te openen.
5
Tik op Snelk. nr startpagina toev..
Een koppeling naar de huidige webpagina delen
1
Druk tijdens het surfen op
2
Tik op Meer > Pagina delen.
3
Selecteer een beschikbare overdrachtsmethode en volg de instructies op het
scherm.
.
.
Bladwijzers beheren
Met bladwijzers kunt u uw favoriete en veelbezochte webpagina's snel openen. Afhankelijk
van uw netwerkoperator zijn er mogelijk bepaalde bladwijzers vooraf geïnstalleerd op de
telefoon.
Indien gewenst kunt u de naam en het webadres bewerken.
4
Als u klaar bent, tikt u op OK.
Als u een webpagina als favoriet wilt opslaan, kunt u ook op het pictogram rechts van het het
zoek- en adrestekstveld tikken.
Een favoriet openen
1
Wanneer de browser is geopend, drukt u op
2
Tik op Bladwijzers.
3
Tik op de favoriet die u wilt openen.
.
Een favoriet bewerken
1
Wanneer de browser is geopend, drukt u op .
2
Tik op Bladwijzers.
3
Raak een favoriet aan en houd deze ingedrukt om een menu te openen.
4
Tik op Bladwijzer bewerken.
5
Bewerk de naam en het webadres naar wens.
6
Als u klaar bent, tikt u op OK.
Een favoriet verwijderen
1
Wanneer de browser is geopend, drukt u op .
2
Tik op Bladwijzers.
3
Raak een favoriet aan en houd deze ingedrukt om een menu te openen.
4
Tik op Bladwijzer verwijderen om de geselecteerde favoriet te verwijderen.
Een eerder bezochte webpagina als favoriet opslaan
1
Wanneer de browser is geopend, drukt u op
2
Tik op Bladwijzers.
3
Tik op het tabblad Geschiedenis of het tabblad Meest bezocht om een lijst van
.
eerder bezochte webpagina's weer te geven.
4
Tik op het pictogram
rechts van het webpagina-item dat u als een favoriet wilt
toevoegen.
Tekst en afbeeldingen beheren
Tekst op een webpagina zoeken
1
Druk wanneer u een webpagina weergeeft op .
2
Tik op Meer > Zoeken op pagina.
3
Voer uw zoektekst in. Overeenkomende tekens worden groen gemarkeerd.
4
Tik op de pijl-links of de pijl-rechts om naar het vorige of volgende overeenkomende
item te gaan.
5
Tik op
Tekst op een webpagina kopiëren
1
Zoek de tekst die u wilt kopiëren.
2
Druk op .
3
Tik op Meer > Tekst selecteren.
4
Plaats uw vinger aan het begin van de tekst die u wilt selecteren en sleep uw vinger
naar het gewenste eindpunt. De tekst die u selecteert, wordt gemarkeerd.
5
Tik op de geselecteerde tekst om deze te kopiëren.
6
Als u tekst in een e-mail, SMS-bericht of MMS-bericht wilt plakken, raakt u het
tekstveld in de toepasselijke applicatie aan, houdt u het veld vast en tikt u op
Plakken in het menu dat wordt weergegeven.
Raak de gewenste afbeelding aan en houd deze vast tot een menu verschijnt.
2
Tik op Afbeelding opslaan.
Meerdere vensters
In de browser kunnen maximaal acht verschillende vensters tegelijk worden geopend. U
kunt zich bijvoorbeeld aanmelden bij uw webmail in het ene venster en een nieuwssite
openen in het andere. U kunt eenvoudig schakelen tussen de vensters.
Een nieuw browservenster openen
1
Wanneer de browser is geopend, drukt u op .
2
Tik op Nieuw venster.
Een koppeling in een nieuw browservenster openen
1
Raak een koppeling aan tot een menu verschijnt.
2
Tik op Openen in een nieuw venster.
Schakelen tussen browservensters
1
Wanneer de browser is geopend, drukt u op
2
Tik op Vensters om een lijst van alle geopende vensters weer te geven.
3
Tik op het venster dat u wilt openen.
.
Downloaden van internet
U kunt toepassingen en inhoud downloaden wanneer u met de webbrowser van de telefoon
op internet surft. Doorgaans hoeft u alleen maar een downloadlink aan te raken om het
downloaden van het gewenste bestand te starten.
Gedownloade bestanden weergeven
1
Wanneer de browser is geopend, drukt u op .
2
Tik op Meer > Downloads.
Een lopende download annuleren
1
Wanneer de browser is geopend, drukt u op
2
Tik op Meer > Downloads.
3
Schakel het selectievakje in naast het downloadbestand dat u wilt verwijderen.
4
Tik op Annuleren.
.
Browserinstellingen
Uw browserinstellingen wijzigen
1
Wanneer de browser is geopend, drukt u op
2
Tik op Meer > Instellingen.
Webpagina's automatisch aanpassen
De opie automatisch aanpassen maakt het eenvoudige om grote websites met tekst en
afbeeldingen, zoals nieuwssites, te lezen. Als u bijvoorbeeld inzoomt op een webpagina
wanneer automatisch aanpassen is ingeschakeld, wordt de tekst automatisch aan de
grootte van het nieuwe scherm aangepast. Als automatisch aanpassen is uitgeschakeld,
moet u mogelijk zijwaarts schuiven om een volledige zin te lezen.
.
Het formaat van webpagina's automatisch aanpassen
1
Wanneer de browser is geopend, drukt u op
2
Tik op Meer > Instellingen > Pagina's passend maken.
Haal alles uit uw Walkman™-player. Beluister en orden muziek, audioboeken en podcasts
die u vanaf een computer hebt overgebracht naar uw geheugenkaart, of die u hebt
aangeschaft en gedownload vanuit online winkels.
Installeer de applicatie Media Go™ op de computer en breng content over van en naar de
geheugenkaart in de telefoon. Media Go™ kan worden gedownload van
www.sonyericsson.com/support. Zie Uw telefoon aansluiten op een computer op pagina 107
voor meer informatie.
Mediabestanden naar uw geheugenkaart kopiëren
Kopieer al uw favoriete media-inhoud van uw computer naar uw telefoon en gebruik de
volledige entertainmentfuncties van uw telefoon. Het is gemakkelijk om muziek, foto's,
video's en andere bestanden over te brengen. Sluit uw telefoon op een computer aan met
een USB-kabel en gebruik een van de volgende methoden:
•
Gebruik een toepassing voor bestandsbeheer, bijvoorbeeld Windows Verkenner.
Zie Content tussen telefoon en computer slepen met behulp van een USB-kabel op
pagina 107
•
Gebruik de Media Go™-computertoepassing.
Zie Media Go™ op pagina 109
Zie Uw telefoon aansluiten op een computer op pagina 107 voor meer algemene
informatie over het verbinden van uw telefoon en het overdragen van bestanden.
De Walkman™-player gebruiken
Audiocontent afspelen
1
Tik vanuit het Startscherm op
Startscherm, tikt u op , gaat u naar en tikt u hierop.
2
Tik op om de muziekbibliotheek te openen.
3
Tik op om op artiest door audio te bladeren. Tik op om op album te bladeren.
Tik op om op playlist te bladeren. Tik op om door audio te bladeren op track.
4
Blader omhoog of omlaag om naar een track te bladeren.
Selecteer een of meer tracks die u wilt verwijderen.
5
Tik op Verwijd..
Een track delen
1
Raak wanneer u bladert door uw tracks in de bibliotheek van de Walkman™-player
een tracktitel aan en houd deze vast.
2
Tik op Verz..
3
Selecteer een beschikbare overdrachtsmethode en volg de instructies op het
scherm.
U kunt op deze manier ook albums en playlists delen.
U kunt auteursrechtelijk beschermde items mogelijk niet kopiëren, verzenden of overbrengen.
Eén of meer tracks tegelijkertijd delen
1
Druk wanneer u door uw tracks in de bibliotheek van de Walkman™-player bladert
op
2
Tik op Meerdere verzenden.
3
Tik op een of meer tracks die u wilt delen.
4
Tik op Verz..
5
Selecteer een beschikbare overdrachtsmethode en volg de instructies op het
.
scherm.
U kunt auteursrechtelijk beschermde items mogelijk niet kopiëren, verzenden of overbrengen.
Een track aanbevelen op Facebook™
1
Terwijl de track wordt afgespeeld in de muziekplayer, tikt u op om aan te geven
dat u deze "Leuk vindt" op Facebook™. Voeg indien gewenst een opmerking toe
in het opmerkingenveld.
2
Tik op Delen om de track naar Facebook™ te verzenden. Als u de track ontvangt,
krijgt u een bevestigingsbericht van Facebook™.
Walkman™-playerwidget
De widget Walkman™-player is een miniatuurapplicatie waarmee u rechtstreeks toegang
krijgt tot de Walkman™-player vanaf uw Startscherm. U moet deze widget aan het
Startscherm toevoegen voordat u deze kunt gebruiken.
De widget Walkman™-player aan uw startscherm toevoegen
1
Druk vanuit uw Startscherm op
2
Tik op Toevoegen > Widgets.
3
Tik op
.
.
Verwante audio-content ontdekken
In de Walkman™-player kunt u audio-content ontdekken die verwant is met de artiest
waarnaar u luister door op de Oneindig-knop te tikken.
Als u door muziek bladert of deze beluistert, kunt u zoeken naar audio-content die verwant
is aan een specifieke artiest. Walkman™-player zoekt op de volgende plaatsen naar
resultaten en geeft ze in een lijst weer:
De Walkman™ -player bevat een Karaoke-functie. Karaoke is een leuke manier om van
muziek te genieten. Wanneer u een nummer afspeelt, worden de liedjesteksten op het
scherm weergegeven zodat u kunt meezingen. U kunt een microfoon en luidsprekers
aansluiten om de fun met anderen te delen.
De Karaoke-functie werkt alleen wanneer er liedjesteksten beschikbaar zijn. De vaakst
voorkomende bestandstypen voor liedjesteksten zijn.LRC en .TXT. Liedjesteksten moeten
ook dezelfde naam als het muziekbestand hebben. U kunt eenvoudig uw eigen .LRCbestanden maken.
De Karaoke-functie gebruiken met verwante audio-content
1
Tik in de Walkman™-player op .
2
Tik om de overeenkomstige Karaoke-video/-muziek te zoeken op YouTube™.
3
U kunt meezingen met de Karaokeopnames.
4
Druk op om terug te keren naar de Walkman™-player.
Muziek in een willekeurige volgorde afspelen
U kunt tracks in afspeellijsten in willekeurige volgorde afspelen. Een afspeellijst kan
bijvoorbeeld een afspeellijst zijn die u zelf hebt gemaakt, of de afspeellijst voor een album.
Tracks in een willekeurige volgorde afspelen
1
Tik in de Walkman™-player op .
2
Tik op en ga naar een album of tik op en blader naar een afspeellijst.
3
Open het album of de afspeellijst door op de naam te tikken.
4
Tik op .
U kunt ook tikken op
en alle tracks in de lijst in willekeurige volgorde plaatsen.
Playlists
De Walkman™-player maakt Slimme playlists op het tabblad met playlists in de
bibliotheek van de Walkman™-player. De Walkman™-player maakt ook een playlist (met
de naam Vaakst afgespeeld) met de meest afgespeelde nummers van de verschillende
artiesten in uw audiobibliotheek. U kunt uw eigen playlists maken op basis van de muziek
op uw geheugenkaart.
Bovendien kunt u playlists vanaf een computer naar de geheugenkaart kopiëren als u de
Media Go™-applicatie op de computer hebt geïnstalleerd. Wanneer u de telefoon met een
USB-kabel aansluit op en koppelt aan de computer, wordt uw geheugenkaart
weergegeven in de applicatie Media Go™ op de computer. Zie voor meer informatie Uwtelefoon aansluiten op een computer op pagina 107.
Slimme afspeellijsten afspelen
1
Tik in de Walkman™-player op
2
Tik op .
3
Tik onder Slimme playlists op een afspeellijst.
4
Tik op een track om deze af te spelen.
De meest afgespeelde nummers van een artiest afspelen
1
Tik in de Walkman™-player op
2
Tik op en tik op een artiest.
3
Tik op Toptracks. Er worden maximaal tien tracks van de artiest weergegeven.
Raak de naam van de artiest of de titel van het album of de track aan om een menu
te openen en een artiest, album of track aan aan playlist toe te voegen.
3
Tik op Toevoegen aan playlist > Nieuwe playlist maken.
4
Voer een naam voor de afspeellijst in en tik op OK. U hebt nu een playlist gemaakt
en een artiest, een album of een track aan de playlist toegevoegd. Bekijk uw playlists
door op te tikken in de bibliotheek van de Walkman™-player.
Tracks toevoegen aan een playlist
1
Wanneer u in de bibliotheek van de Walkman™-player bladert, raakt u de naam van
de artiest of de titel van het album of de track die u wilt toevoegen aan en houdt u
deze ingedrukt.
2
Tik op Toevoegen aan playlist.
3
Tik op de naam van de playlist waaraan u de artiest, het album of de track wilt
toevoegen. De artiest, het album of de track wordt aan de playlist toegevoegd.
Uw eigen playlists afspelen
1
Tik in de Walkman™-player op .
2
Tik op
3
Tik onder Mijn playlists op een playlist.
4
Tik op een track om deze af te spelen.
.
Een nummer verwijderen uit een playlist
1
Houd in een playlist de titel van de track aangeraakt die u wilt verwijderen.
2
Tik op Verwijderen uit playlist.
Een playlist verwijderen
1
Tik in de Walkman™-player op
2
Raak de playlist die u wilt verwijderen aan en houd deze vast.
Gebruik de TrackID™-muziekherkenningsservice om een muziektrack te identificeren die
in uw omgeving wordt afgespeeld. Leg een kort stukje van de track vast en binnen enkele
seconden ziet u de info over artiest, titel en het album. U kunt bovendien tracks kopen die
u met TrackID™ hebt geïdenficeerd. Gebruik de TrackID™-technologie in een rustige
omgeving voor de beste resultaten. Zie Ik kan geen internetservices gebruiken op
pagina 125 als u de applicatie niet kunt gebruiken.
De TrackID™-applicatie en de TrackID™-service worden niet in alle landen/regio's en door alle
netwerken en/of serviceproviders in alle gebieden ondersteund.
De toepassing TrackID™ openen
1
Tik vanuit de Startscherm op .
2
Ga naar TrackID™ en tik erop.
Informatie over een track zoeken
1
Houd de telefoon in de richting van de muziekbron wanneer de applicatie
TrackID™ is geopend.
2
Tik op Opnemen. De resultaten worden als trackinformatie weergegeven in het
resultatenscherm.
3
Als u wilt terugkeren naar de startpagina van TrackID™, drukt u op
Charts in TrackID™ weergeven
1
Wanneer de toepassing TrackID™ open is, tikt u op het tabblad
de eerste keer een chart weergeeft, is dit op uw eigen regio ingesteld.
2
Tik om charts met de populairste zoekopdrachten in andere regio's te zien op
> Regio's.
3
Selecteer een land of regio.
.
. Wanneer u voor
De resultaten van de TrackID™-technologie gebruiken
Er wordt trackinformatie weergegeven nadat een track is herkend met een TrackID™zoekopdracht. U kunt ervoor kiezen de track aan te schaffen, aan te bevelen op
Facebook™, gerelateerde content op de YouTube™-service te zoeken of meer informatie
op te halen over de artiest van de track.
Een track aanschaffen met behulp van TrackID™-technologie
1
Wanneer de toepassing TrackID™ is geopend, tikt u op een tracktitel.
2
In het trackinformatiescherm tikt u op Downloaden.
3
Volg de instructies op uw telefoon om uw aankoop te voltooien.
De functie voor het aanschaffen van tracks wordt mogelijk niet in alle landen/regio's en door alle
netwerken en/of serviceproviders in alle gebieden ondersteund.
U kunt bladeren door FM-radiozenders, deze beluisteren en de zenders opslaan als
favorieten. U kunt radio beluisteren via een draagbare headset, de hoofdtelefoon of de
luidspreker in de telefoon. U moet een draagbare headset of een hoofdtelefoon aansluiten,
aangezien deze werken als antenne voor de FM-radio. Wanneer u de FM-radio opent,
worden de beschikbare zenders automatisch weergegeven. Als een zender RDS-informatie
doorgeeft, wordt deze enkele seconden nadat u begonnen bent met luisteren
weergegeven.
De FM-radio starten
1
Een draagbare headset of een hoofdtelefoon aansluiten op uw telefoon.
2
Tik vanuit uw Startscherm op .
3
Ga naar FM-radio en tik erop. De beschikbare zenders worden weergegeven
wanneer u door de frequentieband bladert.
U moet een draagbare headset of een hoofdtelefoon aansluiten. Deze werkt als antenne.
Overzicht van FM-radio
1
Omhoog gaan naar de vorige favoriet (beschikbaar wanneer u favorieten hebt opgeslagen)
2De ingestelde frequentie
3Een zender als favoriet opslaan of verwijderen
4Omlaag gaan naar de volgende favoriet (beschikbaar wanneer u favorieten hebt opgeslagen)
5Een opgeslagen favoriete zender
6Aan/uit-toets voor radio
7RDS-informatie (Radio Data System) – niet beschikbaar in alle landen/regio's
8De applicatie TrackID™ openen
Schakelen tussen radiozenders
U kunt op de volgende manieren schakelen tussen radiozenders op een frequentieband:
•
Omhoog en omlaag vegen.
•
Slepen.
•
Tikken op een zender of de RDS-informatie (zender-id), indien beschikbaar.
Uw favoriete radiokanalen gebruiken
U kunt de radiozenders die u het vaakst beluistert, opslaan als favorieten. Met favorieten
kunt u snel teruggaan naar een radiozender.
Ga wanneer de radio is geopend naar de zender die u wilt opslaan als favoriet.
2
Tik op .
Een zender als favoriet verwijderen
1
Ga wanneer de radio is geopend naar de zender die u wilt verwijderen als favoriet.
2
Tik op .
Schakelen tussen favoriete zenders
•
Wanneer de radio is geopend, tikt u op of .
Als u wilt schakelen tussen favorieten, moet u ten minste twee zenders als favorieten opslaan.
Opnieuw zoeken naar radiozenders
Als u zich op een nieuwe locatie bevindt of wanneer de ontvangst is verbeterd op uw huidige
locatie, kunt u opnieuw scannen naar radiozenders.
De nieuwe zoekopdracht is niet van invloed op opgeslagen favorieten.
Opnieuw zoeken naar radiozenders
1
Wanneer de radio is geopend, drukt u op .
2
Tik op Kanalen zoeken. De hele frequentieband wordt gescand en alle beschikbare
zenders worden weergegeven.
Schakelen tussen de speaker en de headset
U kunt radio beluisteren via de draagbare headset, de hoofdtelefoon of de speaker in de
telefoon.
Schakelen tussen de speaker en de headset
1
Wanneer de radio is geopend, drukt u op
2
Tik op Via luidspreker afsp..
3
Als u het geluid weer via de draagbare headset of hoofdtelefoon wilt afspelen, drukt
u op
en tikt u op Via headset afspelen.
.
Radiotracks identificeren met TrackID™
Gebruik TrackID™-technologie om muziektracks te identificeren wanneer ze op de FMradio van uw telefoon worden afgespeeld.
Een nummer identificeren op de FM-radio via TrackID™
1
Tik op terwijl het nummer op de FM-radio van uw telefoon wordt afgespeeld.
2
Er wordt een voortgangsindicator weergegeven terwijl de TrackID™-applicatie het
nummer analyseert. Als dit lukt, krijgt u een trackresultaat of een lijst met mogelijke
tracks te zien.
3
Druk op
De TrackID™-toepassing en de TrackID™-service worden niet in alle landen/regio's en door alle
netwerken en/of serviceproviders in alle gebieden ondersteund.
Maak een foto of neem een video op met de camera in uw telefoon. U kunt de camera
horizontaal of verticaal houden. Gebruik de camera vooraan om zelfportretten te maken.
Alle foto's en video's worden automatisch opgeslagen op de geheugenkaart. U kunt een
foto of video delen met vrienden of uw foto's en video's uploaden naar een webservice.
Uw camera beschikt over een erg gevoelige Exmor R-sensor, waardoor u scherpe foto's
en video's kunt vastleggen, zelfs bij een lage belichting.
Camerabesturingselementen
1Cameratoets. Camera activeren/foto's maken/video's opnemen
Tik op het startscherm op , ga naar en tik hierop.
2
Als de fotocamera niet is geselecteerd, tikt u op .
3
Druk de cameratoets half in om autofocus te activeren.
4
Wanneer het focuskader groen is of de focuskaders groen zijn, drukt u de
cameratoets volledig in.
Een foto maken door op het scherm te tikken
1
Tik op het startscherm op , ga naar en tik hierop.
2
Als de fotocamera niet is geselecteerd, tikt u op .
3
Druk op om alle instellingen weer te geven.
4
Tik op Aanraken en selecteer Aan als het nog niet is geselecteerd.
5
Tik ergens op het scherm. De foto wordt gemaakt zodra u uw vinger van het scherm
haalt.
Pas op dat u , of andere pictogrammen niet aanraakt wanneer u op het scherm tikt om een
foto te nemen.
Een zelfportret maken met de camera vooraan
1
Tik op het startscherm op
2
Als de fotocamera niet is geselecteerd, tikt u op .
3
Tik op als de camera vooraan nog niet is geselecteerd.
4
Druk op om alle instellingen weer te geven.
5
Tik op Aanraken en selecteer Aan als het nog niet is geselecteerd.
6
Als u een foto wilt maken, tikt u op een punt op het scherm. De foto wordt gemaakt
zodra u uw vinger van het scherm haalt.
, ga naar en tik hierop.
De zoomfunctie gebruiken
•
Druk de volumetoets omhoog of omlaag om in of uit te zoomen wanneer de camera
is geopend.
De flitser voor de fotocamera gebruiken
1
Wanneer de camera is geopend, drukt u op .
2
Tik op Flitser en selecteer de gewenste flitserinstelling.
3
Maak de foto.
Uw foto's weergeven
1
Wanneer de camera is geopend, sleept u de miniatuurbalk naar links. De
miniatuurbalk bevindt zich rechts op het scherm.
2
Veeg omhoog of omlaag om door de foto's en video's te bladeren. Video's worden
aangeduid met
3
Tik op de foto die u wilt weergeven.
4
Veeg naar links of rechts om te bladeren door andere foto's en video's.
Een foto verwijderen
1
Wanneer de camera is geopend, sleept u de miniatuurbalk naar links om alle foto's
en video's weer te geven. De miniatuurbalk bevindt zich rechts op het scherm.
2
Tik op de foto die u wilt verwijderen.
3
Druk op
.
en tik op .
Gezichtsdetectie
Met gezichtsdetectie kunt u de focus richten op een gezicht dat niet in het midden staat.
De camera kan maximaal vijf gezichten herkennen. De gezichten worden gemarkeerd met
witte kaders. Met een geel kader wordt aangegeven op welk gezicht wordt scherpgesteld.
De focus wordt ingesteld op het gezicht dat zich het dichtst bij de camera bevindt. U kunt
ook op een van de kaders tikken om te bepalen op welk gezicht moet worden
scherpgesteld.
Gezichtsdetectie inschakelen
1
Tik op het startscherm op , ga naar en tik hierop.
2
Als de fotocamera niet is geselecteerd, tikt u op .
3
Druk op om alle instellingen weer te geven.
4
Tik op Opnamemodus > Normaal.
5
Tik op Focusmodus > Gezichts-detectie.
Een foto maken met gezichtsdetectie
1
Wanneer de camera is geopend en Gezichts-detectie is ingesteld, richt u de
camera op uw onderwerp. Er kunnen tot 5 gezichten worden gedetecteerd en elk
gedetecteerd gezicht wordt in een kader geplaatst.
2
Tik op het kader dat u wilt selecteren voor scherpstelling. Tik niet op een kader als
u de scherpstelling automatisch wilt laten bepalen.
3
Druk de cameratoets half in. Met een groen kader wordt het gezicht aangegeven
waarop wordt scherpgesteld.
4
Druk de cameratoets volledig in als u een foto wilt maken.
Lachdetectie
Met glimlachdetectie kunt u lachende gezichten vastleggen. In de camera worden
maximaal vijf gezichten herkend. Eén van deze gezichten wordt geselecteerd voor
glimlachdetectie en autofocus. Met een groen kader wordt aangegeven welk gezicht is
geselecteerd. Wanneer het geselecteerde gezicht lacht, wordt automatisch een foto
gemaakt.
Glimlachdetectie inschakelen
1
Tik op het startscherm op
2
Als de fotocamera niet is geselecteerd, tikt u op .
3
Druk op om alle instellingen weer te geven.
4
Tik op Opnamemodus > Glimlachdetectie.
5
Tik op Glimlachniveau en selecteer een instelling.
Een foto maken met glimlachdetectie
1
Wanneer de camera is geopend en Glimlachdetectie is ingesteld, richt u de camera
op uw onderwerp. Om alle gedetecteerde gezichten verschijnt een kader (maximaal
vijf gezichten). In de camera wordt bepaald waarop moet worden scherpgesteld.
Het gezicht waarop wordt scherpgesteld, wordt gemarkeerd met een groen kader.
2
De foto wordt automatisch gemaakt wanneer het onderwerp waarop wordt
scherpgesteld, lacht.
3
Als er geen glimlach wordt gedetecteerd, drukt u de cameratoets volledig in om de
foto te maken.
, ga naar en tik hierop.
De geografische positie toevoegen aan uw foto's
Schakel geotagging in om een benadering van de geografische locatie (een geotag) toe te
voegen aan foto's die u maakt. De geografische locatie wordt bepaald met behulp van
draadloze netwerken (mobiele netwerken of Wi-Fi®) of GPS-technologie.
Wanneer
is de geografische positie niet gevonden. Wanneer wordt weergegeven, is geotagging
ingeschakeld en is de geografische locatie beschikbaar. U kunt dan een geotag toevoegen
aan uw foto. Wanneer geen van de twee symbolen wordt weergegeven, is geotagging
uitgeschakeld.
wordt weergegeven op het camerascherm, is geotagging ingeschakeld maar
Tik op het startscherm op , ga naar en tik hierop.
2
Druk op en tik op Geolabels.
3
Tik op Aan.
4
Tik op OK om akkoord te gaan met het inschakelen van GPS en/of draadloze
netwerken.
5
Schakel de gewenste opties in onder Mijn locatie.
6
Nadat u de instellingen hebt bevestigd, drukt u op om terug te keren naar het
camerascherm.
7
Controleer of uw locatie is gevonden. Wanneer op het camerascherm wordt
weergegeven, is uw locatie beschikbaar en kan een geotag aan uw foto worden
toegevoegd.
Fotocamera-instellingen gebruiken
Fotocamera-instellingen selecteren
1
Tik op het startscherm op , ga naar en tik hierop.
2
Als de fotocamera niet is geselecteerd, tikt u op
3
Druk op om alle instellingen weer te geven.
4
Tik op de instelling die u wilt selecteren.
Het instellingenvenster voor de fotocamera aanpassen
1
Wanneer de camera is geopend, drukt u op om alle instellingen weer te geven.
2
Raak de instelling aan die u wilt verplaatsen, houd deze ingedrukt en sleep deze naar
de gewenste positie.
.
Als u de instelling buiten het instellingenvenster sleept, wordt de wijziging geannuleerd.
Overzicht van instellingen voor fotocamera
Camera wijzigen
Schakelen tussen de hoofdcamera en de camera vooraan
Opnamemodus
Selecteren hoe u foto's wilt maken
Normaal
Scènes herkennen
Het meest geschikte onderwerp wordt in de camera vastgesteld. Er wordt een scènepictogram en een
tekst weergegeven wanneer de scène wordt geselecteerd.
Glimlachdetectie
Een lachend gezicht vastleggen. In de camera worden maximaal vijf gezichten herkend. Eén van deze
gezichten wordt geselecteerd voor glimlachdetectie en autofocus. Wanneer het geselecteerde gezicht
lacht, wordt automatisch een foto gemaakt.
Focusmodus
Met de scherpstelfunctie bepaalt u welk deel van een foto scherp moet zijn. Wanneer continue autofocus is
ingeschakeld, blijft de camera scherpstellen zodat het gebied in het witte focuskader scherp blijft.
Enkele autofocus
De camera stelt automatisch scherp op het geselecteerde onderwerp. Continue autofocus is
ingeschakeld. Raak het camerascherm aan en houd het vast. Het witte focuskader wordt groen als er is
scherpgesteld. De foto wordt gemaakt wanneer u uw vinger van het scherm haalt.
Er wordt automatisch scherpgesteld op verschillende gebieden van het beeld. Raak het camerascherm
aan en houd het vast. Het witte focuskader wordt groen als er is scherpgesteld. De foto wordt gemaakt
wanneer u uw vinger van het scherm haalt. Continue autofocus is uitgeschakeld.
Macro
Autofocus voor foto's met een extreme close-up. Continue autofocus is ingeschakeld. Raak het
camerascherm aan en houd het vast. Het witte focuskader wordt groen als er is scherpgesteld. De foto
wordt gemaakt wanneer u uw vinger van het scherm haalt.
Gezichts-detectie
De camera kan maximaal vijf menselijke gezichten herkennen. De gezichten worden gemarkeerd met
kaders op het camerascherm. De camera stelt automatisch scherp op het dichtstbijzijnde gezicht. U kunt
ook selecteren op welk gezicht u wilt scherpstellen door erop te tikken op het scherm. Raak het
camerascherm aan en houd het vast. Het witte focuskader wordt groen als er is scherpgesteld. De foto
wordt gemaakt wanneer u uw vinger van het scherm haalt. Gezichtsdetectie kan niet worden gebruikt
voor alle scènetypen. Continue autofocus is ingeschakeld.
Oneindig
Gebruik deze optie wanneer u foto's op grote afstand maakt. Er wordt scherpgesteld op onderwerpen
op grote afstand. Onderwerpen dicht bij de camera worden mogelijk wazig weergegeven. Continue
autofocus is uitgeschakeld.
Aanraakfocus
Raak een specifiek gebied op het camerascherm aan om het scherpstelgebied in te stellen. Continue
autofocus is uitgeschakeld. Raak het camerascherm aan en houd het vast. Het witte focuskader wordt
groen als er is scherpgesteld. De foto wordt gemaakt wanneer u uw vinger van het scherm haalt.
Deze instelling is alleen beschikbaar in de opnamemodus Normaal.
Lichtwaarde
Bepaal de hoeveelheid licht voor de foto die u wilt maken. Een hogere waarde duidt een hogere
lichthoeveelheid aan.
Deze instelling is alleen beschikbaar in de opnamemodus Normaal.
Lichtmeting
Met deze functie wordt automatisch een gebalanceerde belichting vastgesteld door de hoeveelheid licht te
meten voor het beeld dat u wilt vastleggen.
Centrum
De belichting aanpassen aan het centrum van de zoeker.
Gemiddeld
De belichting berekenen op basis van de hoeveelheid licht voor het gehele beeld.
Spot
De belichting aanpassen voor een uiterst klein deel van het beeld dat u wilt vastleggen.
Deze instelling is alleen beschikbaar in de opnamemodus Normaal.
Witbalans
Met de instelling voor de witbalans wordt de kleurbalans aangepast op basis van de lichtomstandigheden.
Auto
Hiermee wordt de kleurbalans automatisch aan de lichtomstandigheden aangepast.
LED-licht
Hiermee wordt kleurbalans aangepast voor warme lichtomstandigheden zoals onder gloeilampen.
Tl-licht
Hiermee wordt de kleurbalans aangepast voor tl-licht.
Daglicht
Hiermee wordt de kleurbalans aangepast voor voor zonnige omstandigheden buitenshuis.
Bewolkt
Hiermee wordt de kleurbalans aangepast voor een bewolkte lucht.
Deze instelling is alleen beschikbaar in de opnamemodus Normaal.
Het kan moeilijk zijn de telefoon stil te houden wanneer u een foto maakt. De stabilisator helpt u hierbij door
kleine bewegingen van de hand te compenseren.
Aan
De beeldstabilisator is ingeschakeld. Het opslaan van vastgelegde beelden duurt langer wanneer deze
functie is ingeschakeld.
Uit
Een foto maken waarbij de stabilisator is uitgeschakeld.
Deze instelling is alleen beschikbaar in de opnamemodus Normaal.
Scènes
Gebruik de functie Scènes om de camera met vooraf geprogrammeerde instellingen snel in te stellen voor
veelvoorkomende situaties. In de camera zijn een aantal instellingen vastgesteld die geschikt zijn voor de
geselecteerde scène. Hiermee bent u verzekerd van de best mogelijke foto.
Uit
De functie Scènes is uit en foto's kunnen handmatig worden gemaakt.
Staand
Gebruik deze optie voor portretfoto's. De instellingen worden geoptimaliseerd voor ietwat zachtere
huidtinten.
Liggend
Gebruik deze optie voor landschapsfoto's. De camera wordt scherpgesteld op objecten in de verte.
Wanneer Liggend is geselecteerd, wordt de scherpstelmodus gewijzigd naar Oneindig.
Nachtscène
Gebruik deze optie om 's nachts of in slecht belichte omgevingen foto's te maken (zonder flitser). Wegens
de lange belichtingstijd moet de camera stil worden gehouden of op een stabiel oppervlak worden
geplaatst. Wanneer Nachtscène is geselecteerd, wordt de scherpstelmodus gewijzigd naar Oneindig.
Nachtportret
Gebruik deze optie om 's nachts of in slecht belichte omgevingen portretfoto's te maken (met of zonder
flitser). Wegens de lange belichtingstijd moet de camera stil worden gehouden of op een stabiel oppervlak
worden geplaatst.
Strand en sneeuw
Gebruik deze optie in heldere omgevingen om onderbelichte foto's te voorkomen.
Sport
Gebruik deze optie voor foto's van snel bewegende onderwerpen. Door de korte belichtingstijd wordt de
bewegingsvervaging geminimaliseerd.
Feest
Gebruik deze optie voor foto's binnenshuis in slecht belichte omgevingen. Met deze scène worden
achtergrondverlichting en kaarslicht binnenshuis opgevangen. Wegens de lange belichtingstijd moet de
camera stil worden gehouden of op een stabiel oppervlak worden geplaatst.
Document
Gebruik deze optie voor foto's van tekst of tekeningen. Geeft de foto een verhoogd, scherper contrast.
Deze instelling is alleen beschikbaar in de opnamemodus Normaal.
Flitser
Gebruik de flitser om foto's te maken bij slechte lichtomstandigheden of bij tegenlicht
Automatisch
De camera bepaalt automatisch of de lichtomstandigheden het gebruik van een flitser vereisen.
Opvulflits
Gebruik deze instelling als de achtergrond helderder is dan het onderwerp. Hiermee worden ongewenste
donkere schaduwen verwijderd.
Uit
De flitser is uitgeschakeld. Soms kan de kwaliteit van een foto beter zijn zonder het gebruik van de flitser,
zelfs onder omstandigheden met slecht licht. Als u een goede foto wilt maken zonder de flitser te
gebruiken, hebt u een vaste hand nodig. Gebruik de zelfontspanner om wazige foto's te voorkomen.
Vermindert de rode kleur van ogen wanneer u een foto maakt.
Detailscherpte
Kies uit verschillende afbeeldingsformaten en hoogte-breedteverhoudingen voordat u een foto maakt. Voor een
foto met een hogere resolutie is meer geheugen vereist.
5MP 4:3
5 megapixel-fotoformaat met hoogte-breedteverhouding van 4:3. Geschikt voor foto's die u wilt
weergeven op niet-breedbeeldschermen of wilt afdrukken met een hoge resolutie.
3MP 16:9
3 megapixel-fotoformaat met hoogte-breedteverhouding van 16:9. Een breedbeeldformaat met hoge
resolutie. Heeft een hogere resolutie dan full HD. Geschikt voor foto's die u op breedbeeldschermen wilt
weergeven.
2MP 4:3
2 megapixel-fotoformaat met hoogte-breedteverhouding van 4:3. Geschikt voor foto's die u wilt
weergeven op niet-breedbeeldschermen.
2MP 16:9
2 megapixel-fotoformaat met hoogte-breedteverhouding van 16:9. Geschikt voor foto's die u op
breedbeeldschermen wilt weergeven.
Zelfontspanner
Met de zelfontspanner kunt u een foto maken zonder de telefoon vast te houden. Gebruik deze functie om
zelfportretten te maken, of groepsfoto's waarbij iedereen op de foto staat. U kunt de zelfontspanner gebruiken
om te voorkomen dat de camera beweegt tijdens het maken van foto's
Aan (10 seconden)
Een vertraging van 10 seconden instellen vanaf het moment dat u op het camerascherm tikt tot het moment
dat de foto wordt gemaakt
Aan (2 seconden)
Een vertraging van 2 seconden instellen vanaf het moment dat u op het camerascherm tikt tot het moment
dat de foto wordt gemaakt
Uit
De foto wordt gemaakt zodra u op het camerascherm tikt.
Aanraken
Kies een specifiek scherpstelgebied door het camerascherm met uw vinger aan te raken. De foto wordt gemaakt
zodra u uw vinger van het scherm haalt.
Aan
Tik op een gebied van het scherm om een foto te maken.
Uit
U kunt alleen een foto maken door op de cameratoets te drukken.
Glimlachniveau
Gebruik de functie voor het lachniveau om te bepalen op wat voor lach de camera reageert voordat u een foto
neemt.
Groot
Er wordt alleen een foto gemaakt wanneer een grote lach wordt gedetecteerd.
Normaal
Er wordt een foto gemaakt wanneer een normale lach wordt gedetecteerd.
Klein
Er wordt een foto gemaakt wanneer een kleine lach wordt gedetecteerd.
Geolabels
Foto's labelen met informatie over de locatie waar de foto is gemaakt
Wanneer geotagging is ingeschakeld, wordt een benadering van de geografische locatie toegevoegd aan
foto's die u maakt. Als u geotagging wilt gebruiken, moet u ook de locatiefuncties in het menu
Instellingen inschakelen.
Zie Locatieservices op pagina 111.
U moet de locatie bepalen voordat u een foto maakt om geotags aan de foto toe te voegen. Uw locatie
is vastgesteld wanneer op het camerascherm wordt weergegeven. wordt weergegeven wanneer
de telefoon zoekt naar uw locatie.
Uit
Wanneer geotagging is uitgeschakeld, kunt u de locatie waar u een foto nam niet bekijken
Sluitergeluid
Selecteer een geluid dat klinkt wanneer u op het camerascherm tikt om een foto te maken.
Tips voor gebruik van de camera
Regel van derden
Plaats het onderwerp niet midden in het kader. Als u het onderwerp op een derde van het
kader plaatst, levert dit betere resultaten op.
Houd de camera stil
Voorkom vage foto's door de camera stil te houden. U kunt uw hand stil houden door deze
tegen een vast object te laten steunen.
Kom dichterbij
U kunt de cameraschermweergave vullen met het onderwerp door de foto's zo dicht
mogelijk bij het onderwerp te maken.
Zorg voor afwisseling
Probeer verschillende hoeken uit en kom dichter bij het onderwerp. Maak enkele foto's in
de staande stand. Probeer verschillende posities uit.
Gebruik een rustige achtergrond
U kunt het onderwerp beter benadrukken door een rustige achtergrond te gebruiken.
Houd de lens schoon
Mobiele telefoons worden gebruikt in allerlei weersomstandigheden en locaties, en worden
vaak in zakken en tassen meegenomen. Hierdoor is de cameralens vaak vuil en bedekt
met vingerafdrukken. Gebruik een zachte doek om de lens schoon te maken.
De videocamera gebruiken
Een video opnemen met de cameratoets
1
Tik op het startscherm op
2
Als de videocamera niet is geselecteerd, tikt u op .
3
Druk op de cameratoets om het opnemen van een video te starten.
4
Druk opnieuw op de cameratoets om de opname te stoppen.
Een video opnemen door op het scherm te tikken
1
Tik op het startscherm op , ga naar en tik hierop.
2
Als de videocamera niet is geselecteerd, tikt u op .
3
Druk op om alle instellingen weer te geven.
4
Tik op Aanraken en selecteer Aan als het nog niet is geselecteerd.
Tik op het startscherm op , ga naar en tik hierop.
2
Sleep de miniatuurbalk (aan de rechterzijde van het scherm) naar links om alle foto's
en video's weer te geven.
3
Veeg omhoog of omlaag om door de foto's en video's te bladeren. Video's worden
aangeduid met .
4
Tik op de video die u wilt weergeven.
5
Tik op om een video af te spelen.
Wanneer een video is gepauzeerd, kunt u op drukken om andere foto's en video's weer te
geven.
Een opgenomen video verwijderen
1
Wanneer de camera is geopend, sleept u de miniatuurbalk (aan de rechterzijde van
het scherm) naar links om alle foto's en video's weer te geven.
2
Tik op de video die u wilt verwijderen.
3
Druk op
en tik op .
Videocamera-instellingen gebruiken
Videocamera-instellingen selecteren
1
Tik op het startscherm op , ga naar en tik hierop.
2
Als de videocamera niet is geselecteerd, tikt u op .
3
Druk op om alle instellingen weer te geven.
4
Tik op de instelling die u wilt selecteren.
Het instellingenvenster voor de videocamera aanpassen
1
Wanneer de videocamera is geopend, drukt u op om alle instellingen weer te
geven.
2
Raak de instelling aan die u wilt verplaatsen, houd deze ingedrukt en sleep deze naar
de gewenste positie.
Als u de instelling buiten het instellingenvenster sleept, wordt de wijziging geannuleerd.
Overzicht van videocamera-instellingen
Camera wijzigen
Schakelen tussen de hoofdcamera en de camera vooraan
Scènes
De functie Scènes helpt u om de camera met vooraf geprogrammeerde scènes snel in te stellen voor
veelvoorkomende situaties. In de camera wordt een aantal instellingen vastgesteld die geschikt zijn voor de
geselecteerde scène. Hiermee bent u verzekerd van de best mogelijke video.
Uit
De functie Scènes is uit en u kunt handmatig video's maken.
Staand
Gebruik deze optie voor portretvideo's. De instellingen worden geoptimaliseerd voor ietwat zachtere
huidtinten.
Liggend
Gebruik deze optie voor video's van landschappen. De camera wordt scherpgesteld op objecten in de
verte. Wanneer Liggend is geselecteerd, wordt de scherpstelmodus gewijzigd naar Oneindig.
Nachtmodus
Wanneer deze optie is ingeschakeld, wordt de lichtgevoeligheid verhoogd. Gebruik deze optie in slecht
belichte omgevingen. Video's van snelbewegende onderwerpen kunnen vaag worden. Houd uw hand
stil of gebruik een statief. Schakel de nachtmodus uit bij goede lichtomstandigheden om de videokwaliteit
te verbeteren.
Gebruik deze optie in heldere omgevingen om onderbelichte video's te voorkomen.
Sport
Gebruik deze optie voor video's van snelbewegende onderwerpen. Door de korte belichtingstijd wordt
de bewegingsvervaging geminimaliseerd.
Feest
Gebruik deze optie voor video's binnenshuis in slecht belichte omgevingen. Met deze scène worden
achtergrondverlichting en kaarslicht binnenshuis opgevangen. Video's van snelbewegende onderwerpen
kunnen vaag worden. Houd uw hand stil of gebruik een statief.
Fotolicht
Gebruik de verlichting om video's op te nemen bij slechte lichtomstandigheden of bij tegenlicht
Aan
Uit
Soms is de videokwaliteit beter zonder verlichting, zelfs bij slechte lichtomstandigheden.
Focusmodus
Met de scherpstelinstellingen bepaalt u welk deel van een foto scherp moet zijn. Wanneer continue autofocus
is ingeschakeld, blijft de camera scherpstellen zodat het gebied in het witte focuskader scherp blijft.
Enkele autofocus
De camera stelt automatisch scherp op het geselecteerde onderwerp. Continue autofocus is
ingeschakeld.
Gezichts-detectie
De camera kan maximaal vijf menselijke gezichten herkennen. De gezichten worden gemarkeerd met
kaders op het scherm. De camera stelt automatisch scherp op het dichtstbijzijnde gezicht. U kunt ook
selecteren op welk gezicht u wilt scherpstellen door erop te tikken op het scherm. Wanneer u op het
camerascherm tikt, geeft een groen kader het gezicht aan dat is geselecteerd en waarop wordt
scherpgesteld. Gezichtsdetectie kan niet worden gebruikt voor alle scènetypen. Continue autofocus is
ingeschakeld.
Oneindig
Gebruik deze optie wanneer u video's op een afstand opneemt. Er wordt scherpgesteld op onderwerpen
op grote afstand. Onderwerpen dicht bij de camera worden mogelijk wazig weergegeven.
Videogrootte
De videogrootte aanpassen voor verschillende indelingen
HD 720p
HD-indeling (High Definition) met hoogte-breedteverhouding 16:9. 1280×720 pixels.
Volledige Wide VGA
Full Wide VGA-indeling met hoogte-breedteverhouding 16:9. 864×480 pixels.
VGA
VGA-indeling met hoogte-breedteverhouding 4:3. 640 x 480 pixels.
QVGA
Quarter VGA-indeling met hoogte-breedteverhouding 4:3. 320 x 240 pixels.
MMS-bericht
Video's opnemen die geschikt zijn voor verzending in MMS-berichten. De opnametijd van deze videoindeling is beperkt zodat de video's aan MMS-berichten kunnen worden toegevoegd.
Zelfontspanner
Met de zelfontspanner kunt u een video opnemen zonder de telefoon vast te houden. Gebruik deze optie om
groepsvideo's op te nemen waarbij iedereen op de video staat. U kunt de zelfontspanner gebruiken om te
voorkomen dat de camera beweegt tijdens het opnemen van video's.
Aan (10 seconden)
Stel een vertraging van 10 seconden in vanaf het moment dat u op het camerascherm tikt tot het moment
dat de video-opname begint.
Aan (2 seconden)
Stel een vertraging van 2 seconden in vanaf het moment dat u op het camerascherm tikt tot het moment
dat de video-opname begint.
De video-opname begint zodra u op het camerascherm tikt.
Lichtwaarde
Met deze instelling kunt u de hoeveelheid licht bepalen die u vastlegt. Een hogere waarde duidt een hogere
lichthoeveelheid aan.
Witbalans
Met de instelling voor de witbalans wordt de kleurbalans aangepast op basis van de lichtomstandigheden
Auto
Hiermee wordt de kleurbalans automatisch aan de lichtomstandigheden aangepast.
LED-licht
Hiermee wordt kleurbalans aangepast voor warme lichtomstandigheden zoals onder gloeilampen.
Tl-licht
Hiermee wordt de kleurbalans aangepast voor tl-licht.
Daglicht
Hiermee wordt de kleurbalans aangepast voor voor zonnige omstandigheden buitenshuis.
Bewolkt
Hiermee wordt de kleurbalans aangepast voor een bewolkte lucht.
Beeldstabilisator
Het kan moeilijk zijn de telefoon stil te houden wanneer u een video opneemt. De stabilisator helpt u hierbij door
kleine bewegingen van de hand te compenseren
Aan
U kunt een video opnemen terwijl de stabilisator is ingeschakeld.
Uit
U kunt een video opnemen terwijl de stabilisator is uitgeschakeld.
Microfoon
Selecteer of het omgevingsgeluid moet worden opgenomen tijdens video-opnamen.
Aan
Uit
Sluitergeluid
Selecteer het geluid dat klinkt wanneer u op het camerascherm tikt om een video op te nemen.
Gebruik Galerij om foto's weer te geven en video's af te spelen die u met uw telefooncamera
hebt vastgelegd of om soortgelijke content weer te geven die u hebt gedownload of naar
uw geheugenkaart hebt gekopieerd. In Galerij kunt u ook foto's weergeven die u naar een
online service hebt geüpload, bijvoorbeeld naar een Picasa™-webalbum of de YouTubeservice. Als u Facebook™ gebruikt, kunt u uw Facebook™-foto's in Galerij weergeven.
In Galerij kunt u ook uw favoriete foto's en video's met vrienden delen via draadloze
Bluetooth™-technologie, e-mail of berichten. U kunt verder elementaire bewerkingstaken
op foto's uitvoeren en ze als achtergrond of als afbeelding voor een contact instellen. U
wordt aanbevolen de applicatie Media Go™ te gebruiken voor overdracht van content van
en naar de geheugenkaart in de telefoon. Raadpleeg Uw telefoon aansluiten op eencomputer op pagina 107 voor meer informatie.
Galerij openen en uw albums bekijken
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Galerij. De foto's en video's op uw geheugenkaart, inclusief de
foto's en video's die u met de camera hebt vastgelegd en de foto's en video's die
u van internet of andere locaties hebt gedownload, worden in albums weergegeven.
Als er een Picasa™-account is gekoppeld aan een Google™-account dat aan uw
telefoon is toegevoegd en als u dit account zo hebt geconfigureerd dat het met
Picasa™ wordt gesynchroniseerd, worden in Galerij ook uw Picasa™-webalbums
weergegeven.
.
Als de schermstand niet automatisch verandert wanneer u de telefoon een kwartslag draait,
schakelt u onder Instellingen > Weergave het selectievakje Scherm autom. draaien in.
1Tik hierop om de camera te openen
2Een album met de foto's en video's die u met de camera hebt vastgelegd
3Kijk in een stapel door deze met twee vingers aan te raken en ze uit elkaar te spreiden
4Veeg naar links of rechts op het scherm om meer albums te bekijken
Met albums werken
Albums zijn groepen met foto's en video's in mappen op uw geheugenkaart of in Picasa™webalbums.
Een album openen in Galerij
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Galerij.
3
Tik op het album dat u wilt weergeven. Het album wordt geopend en de foto- en
videocontent wordt in een raster in chronologische volgorde weergegeven. Boven
aan het scherm wordt de naam van het album weergegeven.
1Tik hierop om tussen raster- en stapelweergave te schakelen
2Tik op een foto of video om deze te bekijken
3Tik op een pijl om één scherm verder te bladeren. Sleep naar links of rechts om snel te bladeren.
Foto's en video's in Galerij weergeven
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Galerij.
3
Tik op een album.
4
De foto's en video's worden in een raster in chronologische volgorde weergegeven.
Tik op een foto of video om deze te bekijken. Video's worden aangeduid met
5
Veeg in de fotoviewer naar links om de volgende foto of video weer te geven. Veeg
naar rechts om de vorige foto of video weer te geven.
Als de schermstand niet automatisch verandert wanneer u de telefoon een kwartslag draait,
schakelt u onder Instellingen > Weergave het selectievakje Scherm autom. draaien in.
Facebook™-foto's weergeven in Galerij
1
Zorg ervoor dat u bent aangemeld bij Facebook™.
2
Tik op het Startscherm op
3
Ga naar en tik op Galerij.
4
Tik op een album waarvoor het pictogram
.
wordt weergegeven. Als dit de eerste
keer is dat u op een Facebook™-album tikt, worden uw Facebook™-foto's naar
Galerij gekopieerd.
5
De foto's worden in een raster in chronologische volgorde weergegeven. Tik op een
foto om deze te bekijken.
6
Veeg in de fotoviewer naar links om de volgende foto of video weer te geven. Veeg
naar rechts om de vorige foto of video weer te geven.
7
U kunt op elk moment teruggaan naar het hoofdscherm van Galerij door op te
tikken, links boven aan het scherm.
.
Wijzigen hoe de content van een album in Galerij wordt weergegeven
1
Wanneer u een album in Galerij bekijkt, sleept u de schakelaar voor de
albumweergave
naar rechts om de content van het album in stapels te
bekijken.
2
Versleep de schakelaar voor de albumweergave
naar links om de
albumcontent in chronologische volgorde te bekijken.
Met albums werken in de galerij
Naast het werken met volledige albums en met individuele foto's, kunt u één of meer foto's
of video's in een album selecteren om ermee te werken in batches, bijvoorbeeld om enkele
foto's in een album naar een vriend te sturen.