Gebruiksaanwijzing
Bruksanvisning
Bedienungsanleitung
Istruzioni per l’uso
Manual de instruções
NL
SE
DE
IT
PT
RM-TP504
2000 by Sony Corporation
WAARSCHUWING
Voor u de afstandsbediening
in gebruik neemt
Stel het apparaat niet bloot aan regen of
vocht, om gevaar voor brand of een
elektrische schok te voorkomen.
Voorzorgsmaatregelen
WAARSCHUWING (betreffende de
lithiumbatterij CR2032)
Bij onjuiste vervanging van de batterij zou deze
kunnen ontploffen. Vervang de batterij slechts door
een van hetzelfde of een gelijkwaardig type,
aanbevolen door de fabrikant. Werp lege batterijen
niet met het huisvuil weg, maar lever ze in als klein
chemisch afval.
Veiligheid
Mocht er vloeistof of een voorwerp in de versterker
terechtkomen, trek dan de stekker uit het stopcontact en laat de
versterker eerst nakijken door een deskundige, alvorens het
apparaat weer in gebruik te nemen.
Aansluiten
Alvorens enige aansluitingen te maken voor de te bedienen
apparatuur, schakelt u eerst de tuner/versterker uit en trekt u de
stekkers uit het stopcontact.
Werking van de tweeweg-afstandsbediening
Deze afstandsbediening is geschikt voor het tweewegafstandsbedieningssysteem. Hierbij reageert een apparaat
op de signalen van de afstandsbediening door extra
informatie terug te sturen (over de ingeschakelde functie,
tekstgegevens enz.) naar de afstandsbediening. Deze
communicatie tussen de afstandsbediening en de
component zorgt voor een veelzijdige, interactieve
bediening.
Afstandsbediening
Bij gebruik van een audio/video-installatie met diverse
componenten die geschikt zijn voor het tweewegafstandsbedieningssysteem, dient u echter de tweewegafstandsbediening te beperken tot een bepaalde
component. Gewoonlijk zult u de tweewegafstandsbediening moeten uitschakelen voor alle
componenten behalve de tuner/versterker.
Als u daarentegen de tweeweg-afstandsbediening voor de
tuner/versterker wilt uitschakelen, volg dan de
aanwijzingen onder “Instellen van het 2-weg
afstandsbedieningssysteem” in de gebruiksaanwijzing
van uw tuner/versterker.
Component
Reinigen
Reinig de behuizing, het paneel en de bedieningsorganen met een
zachte doek, licht bevochtigd met wat mild zeepsop. Gebruik
nooit schuurmiddelen of chemische oplosmiddelen zoals spiritus
of benzine.
Mocht u vragen hebben of problemen met het apparaat,
neem dan a.u.b. contact op met uw dichtstbijzijnde Sony
handelaar.
Bij dit product zijn batterijen geleverd. Wanneer
deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar
inleveren als KCA.
Betreffende deze
gebruiksaanwijzing
• In deze gebruiksaanwijzing zult u hier en daar het
volgende symbool aantreffen:
z Dit symbool vestigt uw aandacht op handige tips,
die de bediening vergemakkelijken.
De COMMAND MODE bedieningsstand
Als de COMMAND MODE bedieningsstand van de
afstandsbediening niet overeenkomt met de COMMAND
MODE bedieningsstand van de tuner/versterker, dan zal
de tuner/versterker niet reageren op de
afstandsbediening. Als u na aankoop de COMMAND
MODE instelling van de afstandsbediening en de tuner/
versterker niet hebt gewijzigd, hoeft u zich om deze
COMMAND MODE instelling verder niet te
bekommeren. Zie voor een nadere uitleg blz. 30.
NL
2
Opmerkingen vooraf
x Betreffende het LCD scherm
Afhankelijk van de verlichting in de kamer en de hoek
waaronder u de afstandsbediening houdt, kunnen de
aanduidingen op het LCD scherm wel eens moeilijk
leesbaar zijn. In dat geval houdt u de afstandsbediening
ietwat anders of stelt u het CONTRAST van het LCD
scherm zo in dat het beter leesbaar is. Als er stof, vuil of
vingerafdrukken op het LCD scherm zitten, kunt u het
scherm het best schoonvegen met een zachte droge doek.
Voor de bediening is het aanbevolen de bij deze
afstandsbediening geleverde aanraakpen te gebruiken.
INHOUDSOPGAVE
Voorbereidingen4
Op afstand te bedienen apparatuur en functies 4
Voorbereiden van de afstandsbediening 5
Samenhang van de aanraakpaneelfuncties 8
Plaats en functie van de
bedieningsorganen9
Voorpaneel 9
Achterpaneel 10
x Betreffende de batterijen
Gebruiksduur van de batterijen
Deze tweeweg-afstandsbediening verschilt van de
conventionele typen op twee punten: het grote LCD
scherm en de 2-richtings communicatie. Dit betekent
echter dat de batterijen sneller op zullen raken dan bij een
conventionele afstandsbediening.
Bij normaal gebruik zal een viertal batterijen ongeveer
2,5 maand* meegaan. Afhankelijk van de beginspanning
van de batterijen en hoe intensief u de afstandsbediening
gebruikt, kan de feitelijke gebruiksduur wel eens langer of
korter uitvallen.
* Deze waarde is gebaseerd op 60 toetsdrukken per dag, met de
schermverlichting ingeschakeld. Als u de schermverlichting
niet gebruikt, kunnen de batterijen veel langer meegaan. Om de
batterijen te sparen is het beter de schermverlichting uit te laten
wanneer u de afstandsbediening in een goed verlichte kamer
gebruikt.
Bediening11
Basisbediening 11
Voorbeeld: afstandsbediening van een compact disc
speler 13
Voorbeeld: afstandsbediening van de tuner voor
radio-ontvangst 14
Voorbeeld: opnemen van een compact disc op
minidisc 15
Automatisch een aantal handelingen achtereen
verrichten (MACRO bedieningsreeksen) 16
Instellingen van de tuner/versterker wijzigen 16
Gebruik van aangeleerde commando’s 17
Keuze van een geluidsbron voor weergave in een
andere kamer (2ND ROOM) 17
Keuze van akoestiekfuncties 18
Bijregelen van de klankbeelden 20
Aanpassen van de bedieningsfuncties van de
afstandsbediening 22
Aanvullende informatie31
Voorzorgen bij het gebruik 31
Verhelpen van storingen 32
Technische gegevens 33
Index 33
NL
NL
3
Voorbereidingen
Dit hoofdstuk geeft aan hoe u de
afstandsbediening kunt voorbereiden
voor de bediening van uw
apparatuur. Lees voor het in gebruik
nemen eerst dit hoofdstuk door.
Op afstand te bedienen
apparatuur en functies
Dit toestel is een afstandsbedieningseenheid die infrarode
stralen uitzendt, waarmee u een tuner/versterker en de
daarop aangesloten audio/video-apparatuur op afstand
kunt bedienen.
Geschikte apparatuur
U kunt deze afstandsbediening gebruiken voor de
bediening van Sony audio/video-apparatuur en tevens
voor audio/video-apparatuur van andere merken.
Voor de bediening van andere merken zult u de
afstandsbediening hier eerst op moeten instellen (zie blz.
23).
Opmerking
Sommige apparatuur kan niet goed op deze afstandsbediening
reageren.
Functies
Dit is een tweerichtings-afstandsbediening. Naast het
uitzenden van infrarode stralen voor de bediening van
een tuner/versterker en aangesloten apparatuur, kan de
afstandsbediening ook infrarode stralen van de tuner/
versterker ontvangen voor het aangeven van benamingen
en andere gegevens van apparatuur die op de tuner/
versterker is aangesloten via een CONTROL A1/A1
bedieningskabel.
NL
4
Voorbereiden van de afstandsbediening
Volg eerst de onderstaande aanwijzingen voor het
inleggen van de batterijen en verricht daarna de andere
voorbereidingen voor de aanraakschermbediening
beschreven onder “Gebruiksklaar maken van de
afstandsbediening” op blz. 6.
Batterijen in de afstandsbediening
plaatsen
Plaats in het batterijvak vier AA-formaat (LR6) alkalibatterijen (voor de afstandsbedieningsfuncties) en een
lithiumbatterij (voor het instandhouden van het geheugen
van de afstandsbediening).
1 Open het deksel van het batterijvak.
In de richting van de
pijl schuiven
4 Sluit het deksel van het batterijvak.
Voorbereidingen
Na het inleggen van de batterijen raakt u met een vinger het
LCD aanraakscherm aan zodat het oplicht en het
aanraakpaneel-instelscherm verschijnt. Volg de
aanwijzingen op de volgende pagina om het aanraakpaneel
naar wens in te stellen en de oorspronkelijke verbinding met
de versterker tot stand te brengen.
2 Leg de vier alkali-batterijen in de houder.
AA-formaat alkali-batterijen
]
}
Plaats de batterijen steeds met de
negatieve (–) pool eerst in de houder.
}
]
]
}
}
]
3 Leg de lithiumbatterij in het aparte vakje.
Veeg de lithiumbatterij eerst goed schoon met een
droog doekje en plaats de batterij dan met de positieve
(+) pool naar boven in het vakje.
Platte ronde CR2032
lithiumbatterij
Positieve (+) pool boven
z
U kunt ook een netspanningsadapter (niet bijgeleverd)
gebruiken in plaats van de vier alkali-batterijen.
Sluit een netspanningsadapter (6 V, minimaal 300 mA
gelijkstroom) (niet bijgeleverd) aan op de gelijkstroomingang van
de afstandsbediening (zie nummer 7 op blz. 10).
Stekkerpolariteit
Opgelet!
Steek de kleinere stekker van de netspanningsadapter altijd volledig in de
gelijkstroomingang.
Zolang de stekker van de netspanningsadapter stevig is ingestoken, zal er
gewoonlijk geen probleem zijn wanneer u tevens batterijen gebruikt. Als de
stekker echter niet goed vast zit en zijn ook batterijen aanwezig, dan kan er
een storing optreden, afhankelijk van de netspanningsadapter (of afhankelijk
van de stekker, als het uiteinde daarvan niet geïsoleerd is).
Als u het apparaat geruime tijd lang alleen op stroom van de
netspanningsadapter gebruikt, kunt u de alkali-batterijen beter verwijderen.
Voor de netspanningsadapter willen we u het type Sony AC-E60HG
aanbevelen.
Opmerkingen
•
Het LCD scherm licht op wanneer u dit aanraakt. Het LCD scherm licht tevens
op wanneer u op de BACK LIGHT/COMMANDER OFF toets drukt.
•
De VOL +/– volumetoetsen, MUTING geluiddempingstoets en SLEEP
sluimertoets zijn ook te gebruiken wanneer het LCD scherm niet oplicht.
•
Door indrukken van de BACK LIGHT/COMMANDER OFF toets schakelt u de
schermverlichting aan en uit. Door de toets ongeveer 2 seconden ingedrukt te
houden, schakelt u het gehele LCD scherm uit.
•
Als de afstandsbediening ongeveer 10 seconden lang niet gebruikt is, wordt het
LCD scherm automatisch uitgeschakeld (automatische uitschakelfunctie). De
tijd voor de automatische uitschakelfunctie kan worden ingesteld van 10 tot 30
seconden, zoals beschreven onder “Het LCD scherm automatisch laten
uitschakelen” via het SETUP menuscherm (zie blz. 29).
NL
5
Voorbereiden van de afstandsbediening
Voorbereidingen
Gebruiksklaar maken van de
afstandsbediening
Volg de onderstaande aanwijzingen van 1 t/m 5 om de
afstandsbediening voor gebruik gereed te maken.
Het LCD scherm van de afstandsbediening is een voor
aanraking gevoelig bedieningspaneel, waarop u dus met
de vinger gemakkelijk de gewenste instellingen kunt
maken.
1 Verwijder de aanraakpen.
Om de aanraakpen weer aan te brengen, dient u deze
met de punt naar voren in te steken.
Penhouder
Uitschuiven
Voorzichtig
Gebruik voor de bediening via het aanraakpaneel uitsluitend
een lichte aanraking met een vingertop of deze aanraakpen.
Andere voorwerpen zoals een balpen of potlood kunnen het
aanraakpaneel beschadigen, zodat het niet meer goed
reageert. Mocht de aanraakpen kwijt raken of de punt ervan
beschadigd worden, neemt u dan a.u.b. contact op met uw
dichtstbijzijnde Sony handelaar.
2 Draai aan de CONTRAST regelaar om de helderheid
van het LCD scherm naar wens in te stellen.
CONTRAST regelaar
Instellen van het aanraakpaneel
3 Leg de plaats van het aanraakpaneel op het LCD
scherm vast.
Raak het midden van elk van de vier instelpunten aan
met de aanraakpen. Wanneer u alle vier punten hebt
aangeraakt klinkt er een pieptoon, de aanduiding
“Adjusted” wordt aangegeven en dan verschijnt het
scherm voor de oorspronkelijke verbinding met de
versterker.
Raak de 4 instelpunten aan met de
aanraakpen.
Opgelet
Om het aanraakpaneel naar behoren te laten werken, zult u
eerst deze instelling van het aanraakpaneel moeten
verrichten. Als u tracht het aanraakpaneel te gebruiken
zonder dit te hebben ingesteld, zal het “Touch Panel
Adjustment” scherm verschijnen, telkens wanneer het LCD
scherm oplicht.
Eerste contact leggen met de tuner/versterker
4 Druk op de ?/1 toets van de tuner/versterker om
dat apparaat in te schakelen.
5 Richt de zend/ontvangkop van de
afstandsbediening op het uitleesvenster van de
tuner/versterker en raak de OK tiptoets op het
paneel aan.
Wanneer de oorspronkelijke verbinding met de tuner/
versterker eenmaal tot stand is gebracht, is de
afstandsbediening gereed voor bediening van de
tuner/versterker.
NL
6
1 à 2 meter
Opmerkingen
• Om een goede verbinding tot stand te brengen, dient u de
oorspronkelijke verbinding op korte afstand recht voor de
tuner/versterker te maken.
• Beweeg de afstandsbediening niet tijdens het maken van de
oorspronkelijke verbinding.
Als er iets mis gaat tijdens het voorbereiden van
de afstandsbediening
Dan verschijnt er een foutmelding op het scherm.
• Door aanraken van de OK tiptoets kunt u terugkeren
naar het scherm voor stap 5.
• Door aanraken van de SKIP tiptoets kunt u het gewone
bedieningsscherm laten verschijnen zonder de
oorspronkelijke instellingen te maken. Dan is de
afstandsbediening wel te gebruiken, maar er kunnen
bepaalde functies worden aangegeven die niet op de
tuner/versterker aanwezig zijn en kunnen sommige
toetsen niet werken. Bovendien zal dan het
oorspronkelijke instelscherm verschijnen, telkens
wanneer u het aanraakpaneel inschakelt.
Vervangen van de batterijen
Om te zorgen dat de geheugeninhoud van de afstandsbediening
ook bij het verwisselen van de batterijen bewaard blijft, dient u
de volgende voorzorgen in acht te nemen.
Wanneer de batterijen te vervangen
Wanneer de batterijen leeg raken, klinkt er een
waarschuwingstoon en verschijnt er een aanduiding op
het scherm. Vervang dan de batterijen door nieuwe,
volgens de aanwijzingen op het scherm.
Vervang de alkalibatterijen.
Verwijderen van de lithiumbatterij
Vervang de
lithiumbatterij.
Voorbereidingen
Opmerking
De afstandsbediening ontvangt en toont bedieningsgegevens van
de tuner/versterker. Er kunnen fouten in de gegevensoverdracht
optreden als u de zend/ontvangkop van de afstandsbediening
niet precies op de tuner/versterker gericht houdt.
Richt de afstandsbediening steeds recht op de tuner/versterker.
Opmerkingen
• Disctitels en muziekstuktitels, overgenomen van een CD-wisselaar,
worden bewaard in het geheugen van de afstandsbediening. De
lithiumbatterij dient om deze gegevens in het geheugen in stand te
houden. Als u de afstandsbediening blijft gebruiken wanneer de
lithiumbatterij leeg is, zullen de gegevens uit het geheugen
verdwijnen. Vervang daarom de lithiumbatterij zo spoedig
mogelijk nadat de “Battery Low” aanduiding verschijnt.
• Vervang de alkali-batterijen door nieuwe zodra ze leeg zijn. Als
u de afstandsbediening blijft gebruiken wanneer de alkalibatterijen leeg zijn, zal de lithiumbatterij voor instandhouding
van het geheugen sneller uitgeput raken en kunnen de
gegevens uit het geheugen verdwijnen.
• De gebruiksduur van de batterijen kan onder bepaalde
omstandigheden wel eens korter uitvallen dan normaal.
• Als de alkali-batterijen en de lithiumbatterij tegelijk uitgeput raken,
dient u eerst de alkali-batterijen te vervangen. Als u de lithiumbatterij
vervangt terwijl er lege alkali-batterijen in de afstandsbediening zitten,
zullen de gegevens uit het geheugen verdwijnen.
• Als de alkali-batterijen leeg zijn, dient u ze alle vier tegelijk
door nieuwe batterijen te vervangen.
• Na het vervangen van de batterijen dient u de oorspronkelijke
instelling van het aanraakpaneel opnieuw te verrichten (zie blz. 6).
NL
7
Samenhang van de aanraakpaneelfuncties
Voorbereidingen
Hieronder worden schematisch de bedieningsfuncties van het aanraakpaneel getoond in hun onderlinge samenhang.
FUNCTION scherm
Normaal verschijnt eerst het FUNCTION scherm. U kunt de functies hiervan doorlopen met de
JOG DIAL keuze/invoerknop.
Om een ander scherm te zien, raakt u de gewenste functie in de linker kolom van het LCD scherm aan.
Schermen voor de keuze
en bediening van andere
apparatuur, aangesloten
op de tuner/versterker.
Scherm voor het
verrichten van een
aantal handelingen
achtereen (zie blz. 16).
Scherm voor het
opnemen van beeld en
geluid vanaf één audio/
video-component naar
een andere (zie blz. 15).
Scherm voor het instellen
van de AUDIO SPLIT en
AUDIO INPUT
ingangssignaalkeuze en de
DISPLAY DIMMER
schermhelderheidsinstelling
van de tuner/versterker
(zie blz. 16).
SOUND FIELD
klankbeeldscherm
SETUP instelscherm
Scherm voor keuze en
bijregeling van de akoestiekklankbeelden (zie blz. 18~22).
Scherm voor het instellen van
de bedieningsfuncties voor
apparatuur van andere merken
(zie blz. 22~30).
Scherm voor het kiezen
van de geluidsbron die u
met 2ND ROOM in een
andere kamer wilt
beluisteren (zie blz. 17).
Scherm voor het
instellen van de
afstandsbedieningscodes
die nog niet in de
afstandsbediening zijn
vastgelegd (zie blz. 17).
RELOAD...
NL
8
Raak dit punt aan als de
muziektitels van een
afgespeelde compact disc of
minidisc niet goed worden
aangegeven.
Plaats en functie
Voorpaneel
van de
bedieningsorganen
Dit hoofdstuk geeft een overzicht van
de toetsen en regelaars, met een
beschrijving van de
bedieningsfuncties.
Overigens zullen niet alle beschreven
functies werken voor alle modellen
tuner/versterkers.
1
1
Licht-uitschakeltoets (BACK LIGHT/COMMANDER OFF)
Druk kort hierop om de schermverlichting uit te zetten of houd de
toets twee seconden lang ingedrukt om het LCD scherm geheel uit
te schakelen. Met een druk op de toets wanneer het scherm gedoofd
is, schakelt u het LCD scherm en de verlichting ervan weer in.
• Om de batterijen te sparen wordt het LCD scherm
automatisch uitgeschakeld als er 10 seconden lang geen
commando’s worden ingevoerd op het aanraakpaneel.
• Om de aanduidingen op het LCD scherm te zien zonder de
schermverlichting in te schakelen, raakt u het
aanraakpaneel aan wanneer de schermverlichting en het
LCD uit zijn.
23
4
5
6
7
8
Plaats en functie van de bedieningsorganen
2 Aanraakpaneel
Raak het scherm aan om een functie te bedienen. De
afstandsbediening wordt dan automatisch ingeschakeld.
3 Volumetoetsen (VOL +/–)
Hiermee kunt u de geluidssterkte van de tuner/
versterker naar wens instellen.
4 Keuze/invoerknop (JOG DIAL)
Draai hieraan om uit een lijst met functies e.d. de gewenste functie
te kiezen. Druk de knop in om de gekozen functie in te schakelen.
5 ?/1/Systeem-uitschakeltoets (SYSTEM STANDBY)
Hiermee kunt u de tuner/versterker in- en uitschakelen. Bovendien
kunt u hiermee al uw Sony audio/video-apparatuur in één keer
uitschakelen (SYSTEM STANDBY) als u voor deze toets de SYSTEM
STANDBY stand hebt gekozen via het SETUP menuscherm (zie
blz. 29). Ongeacht de instelling, ook wanneer u de toets langer dan 3
seconden ingedrukt houdt, het SYSTEM STANDBY
uitschakelcommando zal maar één keer worden verzonden.
6 Geluiddempingstoets (MUTING)
Druk hierop om de geluidsweergave van de tuner/versterker te
dempen.
7 Contrastregelaar (CONTRAST)
Draai hieraan om het contrast van het LCD scherm
scherper of zachter in te stellen.
8 Sluimerfunctietoets (SLEEP)
Druk hierop om de tuner/versterker na een bepaalde tijd
automatisch door de sluimerfunctie te laten uitschakelen. De
sluimerfunctie-uitschakeltijd wordt aangegeven in het
uitleesvenster van de tuner/versterker, niet op het LCD
scherm van de afstandsbediening.
9
NL
Achterpaneel
17
Plaats en functie van de bedieningsorganen
2
6
5
1 Zend/ontvangkop
Voor het zenden en ontvangen van infrarode signalen
aan en vanaf de tuner/versterker.
2 Deksel batterijvak
3 Aanraakpen
4 ?/1/Systeem-uitschakeltoets (SYSTEM STANDBY)
Hiermee kunt u de tuner/versterker in- en
uitschakelen. Bovendien kunt u hiermee al uw Sony
audio/video-apparatuur in één keer uitschakelen
(SYSTEM STANDBY) als u voor deze toets de
SYSTEM STANDBY stand hebt gekozen via het
SETUP menuscherm (zie blz. 29). Ongeacht de
instelling, ook wanneer u de toets langer dan 3
seconden ingedrukt houdt, het SYSTEM STANDBY
uitschakelcommando zal maar één keer worden
verzonden.
3
4
5 Ontvanger voor afstandsbedieningcodes
Om bedieningscodes over te nemen van een andere
afstandsbediening, richt u de laatste op dit punt voor
het doorgeven van het afstandsbedieningssignaal.
6 Houder voor de aanraakpen
Voor het gebruik van de aanraakpen trekt u deze uit
de houder en na het gebruik schuift u de pen er weer
in.
7 Gelijkstroomingang
Hierop kunt u een netspanningsadapter (6 V,
minimaal 300 mA gelijkstroom) (niet bijgeleverd)
aansluiten.
NL
10
Bediening
Basisbediening
In dit hoofdstuk wordt de bediening
van de tuner/versterker en de
aangesloten audio/video-apparatuur
beschreven.
Aangeven van het FUNCTION keuzescherm
Voor de afstandsbediening van apparatuur die is
aangesloten op de tuner/versterker laat u eerst het
FUNCTION scherm verschijnen en dan kiest u daarin de
component die u wilt bedienen (CD, MD voor minidisc,
enz.).
Normaal verschijnt eerst het FUNCTION scherm. Als dit
echter niet wordt aangegeven, raakt u de aanduiding
FUNCTION aan om dit scherm te laten verschijnen.
Raak de aanduiding FUNCTION op het LCD scherm
aan.
FUNCTION
Bediening
Het FUNCTION keuzescherm verschijnt.
De indeling van het FUNCTION scherm wordt uitgelegd
op de volgende pagina.
z
Keuze van een functie die niet wordt aangegeven
Gebruik de JOG DIAL keuze/invoerknop om andere
aanduidingen op het scherm te laten verschijnen.
z
U kunt kiezen welke functies worden aangegeven op het
FUNCTION scherm
Uitgezonderd de TUNER, REC EDIT en CUSTOMIZE functies
kunt u zelf kiezen welke functies u wel of niet op het scherm wilt
zien, met behulp van het FUNCTION HOOK UP keuzescherm
(zie blz. 24).
11
NL
Basisbediening
Het onderstaande schema toont de indeling van het FUNCTION scherm en de samenhang van de onderdelen.
U kunt kiezen welke componenten er worden aangegeven op het FUNCTION scherm, via het onderdeel FUNCTION
HOOK UP in het SETUP instelscherm. (Zie voor nadere bijzonderheden over de FUNCTION HOOK UP de beschrijving op
blz. 24).
Bediening
Indeling en samenhang van het FUNCTION scherm
SUB/
JOG DIAL
SUB/
JOG DIAL
LIST
12
NL
Voorbeeld: afstandsbediening van een compact disc speler
Hieronder wordt beschreven hoe u een CD-speler die is
aangesloten op de tuner/versterker op afstand kunt
bedienen. Andere soortgelijke componenten zijn op
dezelfde wijze te bedienen.
Zie voor nadere bijzonderheden over de bediening van de
CD-speler de daarbij geleverde gebruiksaanwijzing.
De schermaanduidingen in het onderstaande voorbeeld
zijn de aanduidingen die verschijnen voor
afstandsbediening van een SONY CD-wisselaar met een
CONTROL A1/A1
aansluiting.
1 Raak de aanduiding FUNCTION aan.
Het FUNCTION keuzescherm verschijnt.
2 Raak de aanduiding aan.
De weergavefunctie van de tuner/versterker wordt
ingesteld op CD-weergave en het CD
bedieningsscherm verschijnt.
Gekozen merk en
categorie (zie blz. 23)
Disctitel*
Bediening van andere functies
Raak de aanduiding SUB aan of draai aan de JOG DIAL
keuze/invoerknop. Dan verschijnt er een ander stel
tiptoetsen, waarmee u andere functies kunt bedienen.
Aangeven van een lijst met disc/muziektitels
Raak de aanduiding LIST aan om een overzicht te zien
van alle disc-titels in een Sony CD-wisselaar (voor 5, 50,
200, 300 of 400 discs) of een Sony minidisc-speler die is
aangesloten via een CONTROL A1/A1
bedieningskabel.
In dit geval moet de betreffende informatie eerst zijn
overgenomen uit de tuner/versterker (zie voor nadere
bijzonderheden blz. 24).
Het LIST titelscherm kan alleen worden aangegeven
wanneer voor de FUNCTION weergave is ingesteld op
CD of MD/DAT.
Bediening
Muziekstuktitel*
• Lange titels zijn te lezen door aanraken van het doorlooppictogram ( ) zodat de gehele titel door het scherm loopt.
* Alleen na instellen op een Sony CD-wisselaar (voor 5, 50, 200,
300 of 400 discs) of een voor CD-tekst geschikte compact disc
speler die op de tuner/versterker is aangesloten via een
CONTROL A1/A1 bedieningskabel.
3 Raak het N weergavesymbool aan om het
afspelen van de CD te starten.
z
Als een muziekstuknummer of muziektitel niet naar behoren
wordt aangegeven
Richt de afstandsbediening op de tuner/versterker en raak de
aanduiding RELOAD aan.
• Raak het gewenste discnummer aan om het afspelen van de
bijbehorende compact disc te starten.
De aanduiding geeft de weergegeven compact disc aan.
• Draai aan de JOG DIAL keuze/invoerknop of raak het v of V
pijltje aan om de lijst met nummers te doorlopen.
• Raak de NUMBER aanduiding aan om de lijst te sorteren op
nummervolgorde of de TITLE aanduiding om de lijst te
sorteren op alfabetische volgorde.
• Tussendoor kunt u op elk gewenst moment terugkeren naar het
FUNCTION keuzescherm door aanraken van de FUNCTION
aanduiding.
NL
13
Voorbeeld: afstandsbediening van de tuner voor radioontvangst
z
Hieronder wordt beschreven hoe u de tuner voor radioontvangst op afstand kunt bedienen. Zie voor nadere
bijzonderheden over de functies voor radio-ontvangst de
gebruiksaanwijzing van de tuner/versterker.
Als een zendernaam of afstemfrequentie niet naar behoren
wordt aangegeven
Richt de afstandsbediening op de tuner/versterker en raak de
aanduiding RELOAD aan.
1 Raak de aanduiding FUNCTION aan.
2 Raak de aanduiding aan.
Bediening
Dan verschijnt het FUNCTION keuzescherm.
De weergavefunctie van de tuner/versterker wordt
ingesteld op TUNER en het bedieningsscherm voor
radio-ontvangst verschijnt.
Voorkeurzender
Afstemband
• Raak de FM/AM aanduiding aan om de gewenste
afstemband te kiezen.
•
Raak de FM MODE aanduiding aan om bij FM radio-ontvangst
in te stellen op AUTO of MONO. Als een FM stereo uitzending
niet goed klinkt, stelt u in op MONO. Dan hoort u geen stereoeffect meer, maar de radio-ontvangst zal wel beter klinken.
• Raak de PRESET + of – aanduiding aan om een
voorkeurzender op te zoeken.
• Raak de TUNING + of – aanduiding aan om alle te
ontvangen zenders te doorzoeken.
• Raak de SHIFT aanduiding aan om een
zendergeheugengroep (A, B of C) te kiezen.
•
Raak de TUNING MODE aanduiding aan om de afstemfunctie
in te stellen op AUTO of MANUAL (handmatig afstemmen).
• Bij elk aangegeven scherm kunt u terugkeren naar het FUNCTION
keuzescherm door aanraken van de FUNCTION aanduiding.
• Raak de PTY aanduiding aan om te kiezen welk
programmatype u wilt horen, zodat de tuner automatisch op
een dergelijk programma afstemt. Om de verschillende
programmatypen door te nemen, raakt u de PTY aanduiding
net zovaak aan tot u het gewenste programma ziet.
• Raak de EON aanduiding aan om automatisch over te
schakelen naar een radiozender wanneer die een T.A.
uitzending met verkeersinformatie, een NEWS nieuwsbulletin
of een INFO informatieprogramma uitzendt.
Zendernaam
Afstemfrequentie
1)
2)
2)
Bediening van andere functies
Raak de aanduiding SUB aan of draai aan de JOG DIAL
keuze/invoerknop om de aanduidingen te zien voor het
vastleggen van voorkeurzenders.
• Voor handmatige zenderkeuze raakt u de DIRECT
aanduiding aan en voert u de gewenste afstemfrequentie
in.
• Om een ontvangen zender vast te leggen als
voorkeurzender raakt u eerst de MEMORY aanduiding aan
en dan voert u het zendernummer in.
Aangeven van een lijst met zendernamen
Raak de aanduiding LIST aan om een overzicht te zien
van alle zendernamen die zijn overgenomen uit de tuner/
versterker (Zie voor nadere bijzonderheden blz. 24).
Het LIST zendernamenscherm kan alleen worden
aangegeven wanneer voor de FUNCTION weergave is
ingesteld op TUNER voor radio-ontvangst.
1)
Deze aanduiding verschijnt alleen als de tuner is ingesteld in
plaats van een andere geluidsbron.
2)
Deze aanduiding kan niet altijd verschijnen, afhankelijk van het
model tuner/versterker.
NL
14
Voorbeeld: opnemen van een compact disc op minidisc
Hieronder wordt beschreven hoe u muziek van compact
discs kunt opnemen op minidisc, bij wijze van voorbeeld
voor audio/video-opname.
Andere opnamefuncties
Het opnemen van een DVD videodisc op een videocassette werkt
in principe op dezelfde wijze als hier beschreven. Zie voor nadere
bijzonderheden over de bedieningstoetsen de gebruiksaanwijzing
van de tuner/versterker en de andere componenten.
1 Raak de aanduiding FUNCTION aan.
Het FUNCTION keuzescherm verschijnt.
2 Raak de aanduiding aan.
Nu verschijnt het REC EDIT
opnamebedieningsscherm.
4 Raak de aanduiding voor opname-apparatuur aan
(in dit voorbeeld MD/DAT).
Bij aanraken van de MD/DAT aanduiding verschijnt
het REC EDIT scherm voor opname of montage.
Bediening
5 Raak eerst de z opnametoets onder RECORDER:
MD/DAT aan en dan de N weergavetoets onder
PLAYER: CD.
Start het afspelen van de CD.
3 Raak de aanduiding voor de weergavebron aan (in
dit voorbeeld dus CD).
Als de CD aanduiding niet zichtbaar is, draait u aan
de JOG DIAL keuze/invoerknop of raakt u het V
pijltje aan om de lijst met functies door te nemen. Als u
de lijst iets te ver doorloopt, raakt u het v pijltje aan
om terug te gaan.
PLAYER
Aanraken van het v pijltje brengt u hoger in de lijst
Aanraken van het V pijltje brengt u lager in de lijst
Wanneer u de PLAYER aanduiding kiest, wordt de
FUNCTION weergavefunctie van de tuner/versterker
automatisch ingesteld op de gekozen PLAYER
geluidsbron.
Start het opnemen op de minidisc-recorder.
Het opnemen begint.
Tussentijds stoppen met opnemen
Alhoewel het opnemen in het bovenstaande voorbeeld
automatisch stopt, kunt u het opnemen ook op elk
gewenst moment onderbreken door de x stoptoets onder
RECORDER aan te raken.
Tussentijds uitschakelen van de opnamefunctie
Raak de FUNCTION aanduiding aan zodat het
FUNCTION keuzescherm verschijnt. Tijdens de stappen 2
en 3 kunt u de opnamefunctie ook annuleren door de
aanduiding EXIT aan te raken.
15
NL
Automatisch een aantal
Instellingen van de tuner/
handelingen achtereen
verrichten (MACRO
bedieningsreeksen)
Met de MACRO bedieningsreeksen kunt u verscheidene
afstandsbedieningscodes achtereen in één keer doorgeven
als een enkele commando. Deze afstandsbediening biedt 3
bedieningsreeksen (MACRO 1, 2 en 3). Voor elke
bedieningsreeks kunt u 10 afstandsbedieningscodes
achtereen invoeren.
Bediening
1 Raak de FUNCTION toets aan.
2 Raak het teken aan.
Het FUNCTION keuzescherm verschijnt.
Nu verschijnt het MACRO bedieningsscherm.
Wanneer het
keuzescherm wordt aangegeven, draait u aan de JOG
DIAL knop totdat het teken verschijnt en dan raakt u
het aan.
• Raak de SEND toets aan om de MACRO bedieningsreeks te
verzenden. Het huidige commando wordt in zwart
aangegeven. De reeds verzonden commando’s verschijnen
in grijs.
teken niet op het FUNCTION
versterker wijzigen
U kunt het audio-ingangssignaal van de tuner/versterker
omschakelen en desgewenst de helderheid van het
uitleesvenster aanpassen.
1 Raak de FUNCTION toets aan.
Het FUNCTION keuzescherm verschijnt.
2 Raak het CUSTOM teken aan.
Nu verschijnt het CUSTOMIZE aanpassingsscherm.
Wanneer het
FUNCTION keuzescherm wordt aangegeven, draait u
aan de JOG DIAL knop totdat het teken verschijnt en
dan raakt u het aan.
CUSTOM teken niet op het
Volgnummer (BOX No.)
Verzendtoets
Commando
Categorie
• Om de MACRO bedieningsreeks te verlaten, drukt u op de
CANCEL annuleertoets. Wanneer de MACRO
bedieningsreeks is gestopt, kunt u met de CANCEL toets
terugkeren naar het FUNCTION keuzescherm.
Opmerkingen
• Sommige tuner/versterkers kunnen de MACRO
bedieningsreeksen niet bijhouden, omdat de commando’s te
snel op elkaar volgen. In dit geval kunt u zogenaamde “WAIT
TIME” pauzes tussen de commando’s aanbrengen. Voor het
instellen van de “WAIT TIME” pauzes volgt u de aanwijzingen
onder “MACRO bedieningsreeks-instellingen” op blz. 25 en 26.
• Bij andere merken dan Sony zult u bepaalde commando’s niet
in een bedieningsreeks kunnen opnemen.
NL
16
Toestand
Now Sending: Het
commando wordt
verzonden
Done!: Het is volledig
verzonden.
• Voor omschakelen van het audio-ingangssignaal bij een
geluidsbron waarop niet is ingesteld, raakt u de
FUNCTION toets aan.
• Voor omschakelen van het audio-ingangssignaal bij de
gekozen geluidsbron, raakt u de AUDIO SPLIT toets aan.
• Voor omschakelen van de INPUT MODE van de gekozen
geluidsbron, raakt u de AUDIO INPUT toets aan.
• Voor aanpassen van de helderheid van het uitleesvenster,
raakt u de DISPLAY DIMMER toets aan.
3 Druk enkele malen op de of tiptoets
totdat de gewenste instelling of waarde wordt
aangegeven.
Gebruik van aangeleerde
Keuze van een geluidsbron
commando’s
Met de aanleerfunctie kunt u deze afstandsbediening
nieuwe commando’s voor andere apparatuur bijbrengen.
Zie voor het overnemen van nieuwe commando’s met de
aanleerfunctie de aanwijzingen op blz. 27.
1 Raak de FUNCTION toets aan.
Het FUNCTION keuzescherm verschijnt.
2 Raak het teken aan.
Wanneer het
aangegeven, draait u aan de JOG DIAL knop totdat
het teken verschijnt en dan raakt u het aan.
teken niet op het keuzescherm wordt
voor weergave in een
andere kamer (2ND ROOM)
Kies een geluidsbron die u in een andere kamer wilt
beluisteren. Dan kunt u het uitgangssignaal omschakelen
naar de 2ND AV OUT aansluiting van de tuner/
versterker. Zie voor nadere bijzonderheden de
gebruiksaanwijzing van uw tuner/versterker.
1 Raak de FUNCTION toets aan.
Het FUNCTION keuzescherm verschijnt.
2 Raak het teken aan.
Wanneer het
aangegeven, draait u aan de JOG DIAL knop totdat
het teken verschijnt en dan raakt u het aan.
teken niet op het keuzescherm wordt
Bediening
3 Raak de toets van A tot J aan waaronder het
aangeleerde commando is vastgelegd.
4 Raak het veld aan met de instructie die u wilt
verzenden.
Er staat een (
nieuw commando is aangeleerd.
■) markering in elk veld waarvoor al een
3 Raak de geluidsbron aan waarnaar u in de andere
kamer wilt luisteren.
Dan wordt er overgeschakeld op de 2ND AV OUT
aansluiting van de tuner/versterker.
17
NL
Keuze van akoestiekfuncties
LEVEL
SURR EDIT
EQ EDIT
SETUP
Sound Field Mode
EQ BANK
Bediening
In deze hoofdstukken wordt beschreven hoe u een
akoestiekfunctie kunt kiezen en hoe u het klankbeeld kunt
bijregelen.
Zie voor nadere bijzonderheden over de akoestiekfuncties
en klankbeelden de gebruiksaanwijzing van de tuner/
versterker.
Aangeven van het SOUND FIELD
klankbeeldscherm
Raak de SOUND FIELD aanduiding aan.
SOUND FIELD
Het SOUND FIELD akoestiekinstelscherm verschijnt.
Samenhang van de SOUND FIELD
klankbeeldschermen
Rechts hiernaast wordt de samenhang van de SOUND
FIELD klankbeeldschermen aangegeven.
18
NL
Keuze van een klankbeeld
Zie voor nadere bijzonderheden over de beschikbare
klankbeelden de gebruiksaanwijzing van uw tuner/
versterker.
1 Raak de SOUND FIELD aanduiding aan.
Het SOUND FIELD klankbeeldscherm verschijnt.
2 Raak de Sound Field Mode aanduiding aan.
Het Sound Field Mode bioscoopgeluidscherm
verschijnt.
3 Draai aan de JOG DIAL keuze/invoerknop of raak
het v of V pijltje aan om de lijst met klankbeelden
te doorlopen.
4 Druk de JOG DIAL keuze/invoerknop in om het
aangegeven klankbeeld in te schakelen of raak
anders de aanduiding voor het gewenste
klankbeeld rechtstreeks aan.
Er verschijnt dan een vinkje (✔) voor het gekozen
klankbeeld en het geluid wordt weergegeven met de
bijbehorende akoestiekinstelling.
Keuze van de equalizer
1 Raak de SOUND FIELD aanduiding aan.
Het SOUND FIELD klankbeeldscherm verschijnt.
2 Raak de EQ BANK aanduiding aan.
Het EQ BANK scherm verschijnt.
3 Raak een van de EQ PRESET 1~5 aanduidingen aan
om de gewenste equalizer-voorinstellingen te
kiezen.
Raak EQ OFF aan om de equalizer van de tuner/
versterker uit te schakelen.
Er verschijnt een vinkje (✔) naast de gekozen
equalizer en de equalizer-instellingen worden
gewijzigd.
Gekozen
equalizer
Cursor
Bediening
Gekozen
klankbeeld
Cursor
Opmerking
Als EQ OFF wordt gekozen, kunnen de EQUALIZER
scherminstellingen niet worden gewijzigd.
19
NL
Bijregelen van de klankbeelden
Maak de vereiste instellingen in de SOUND FIELD
menu’s om optimaal te kunnen genieten van het
akoestiekeffect dat de klankbeelden bieden.
In het EQ EDIT scherm regelt u de frequentiebanden van
de voor-, midden- en achterluidsprekers bij van de
equalizer-voorinstelling (EQ PRESET 1~5) die u gekozen
hebt via het EQ BANK scherm.
Gebruik het SURROUND akoestiekscherm om de diverse
aspecten van de afzonderlijke klankbeelden bij te regelen.
Deze instellingen worden voor ieder klankbeeld apart in
Bediening
het geheugen vastgelegd.
In het LEVEL scherm stelt u het uitgangsniveau van de
luidsprekers in en regelt u de balans tussen de
luidsprekers af.
Tot slot kunt u in het CUSTOM scherm diverse andere
functies van de tuner/versterker naar wens instellen. Zie
de gebruiksaanwijzing van de tuner/versterker voor
nadere bijzonderheden omtrent de functies die bijgeregeld
kunnen worden.
In het SETUP scherm stelt u de gebruikte luidsprekers, het
formaat en de afstand tot de luisterplaats in.
Bijregelen van de frequentiebanden
1 Raak de aanduiding EQ EDIT in het SOUND FIELD
klankbeeldscherm aan.
Het EQUALIZER scherm van de equalizervoorinstellingen gekozen in het EQ BANK scherm
verschijnt.
Als EQ OFF is gekozen in het EQ BANK scherm,
verschijnen alle onderdelen van het EQUALIZER
scherm in grijs en kan er geen bijregeling worden
uitgevoerd.
2 Draai aan de JOG DIAL keuze/invoerknop of raak
het v of V pijltje aan om de lijst te doorlopen.
3 Druk de JOG DIAL keuze/invoerknop in om een
onderdeel te kiezen of raak het gewenste
onderdeel rechtstreeks aan.
Weergaveluidsprekers
BASS: lage tonen
MID: middentonen
TREBLE: hoge tonen
• Onderdelen die niet instelbaar zijn, vanwege het gekozen
klankbeeld of de luidsprekerinstellingen, verschijnen in grijs.
• Als er een waarschuwingstoon klinkt of alle onderdelen alleen
in grijs worden aangegeven, raakt u dan de aanduiding
RELOAD aan.
20
NL
Bijregelen van de akoestiekparameters
Bijregelen van het luidsprekervolume
1 Raak de aanduiding SURR EDIT in het SOUND FIELD
klankbeeldscherm aan.
Dan verschijnt het SURROUND
akoestiekinstelscherm.
2 Draai aan de JOG DIAL keuze/invoerknop of raak
het v of V pijltje aan om de lijst te doorlopen.
3 Druk de JOG DIAL keuze/invoerknop in om een
onderdeel te kiezen of raak het gewenste
onderdeel rechtstreeks aan.
4 Raak de of tiptoets aan om de
gewenste waarde in te stellen.
SURROUND EFFECT: Keuze van een hogere
waarde geeft meer “nadruk” aan het
akoestiekeffect.
WALL TYPE: Door keuze van de wandbekleding
kunt u verschillende luisterruimtes nabootsen.
REVERB TIME: Met deze parameter kunt u de
ruimtelijke werking van de vroege weerkaatsingen
bepalen, om zo een grotere of kleinere kamer na te
bootsen.
SCREEN DEPTH: Met deze schermdiepte-parameter
bepaalt u in hoeverre het geluid vanuit het scherm
lijkt te komen.
VIRTUAL SPEAKERS: Hiermee bepaalt u of u wel of
geen “virtuele” luidsprekers wilt simuleren.
Klank-impressie instellingen: Gebruik deze
parameters om de totale impressie van het gekozen
klankbeeld in te stellen.
5 Herhaal de stappen 2 t/m 4 voor elk van de
onderdelen die u wilt bijregelen.
1 Raak de aanduiding LEVEL EDIT in het SOUND
FIELD klankbeeldscherm aan.
Dan verschijnt het LEVEL volume-instelscherm.
Bediening
2 Draai aan de JOG DIAL keuze/invoerknop of raak
het v of V pijltje aan om de lijst te doorlopen.
3 Druk de JOG DIAL keuze/invoerknop in om een
onderdeel te kiezen of raak het gewenste
onderdeel rechtstreeks aan.
4 Raak de of tiptoets aan om de
gewenste instelling te maken.
5 Herhaal de stappen 2 t/m 4 voor elk van de
onderdelen die u wilt bijregelen.
6 Raak de aanduiding EXIT aan wanneer u de
geluidssterkte naar wens hebt bijgeregeld.
Afregelen van de luidsprekerbalans
Gebruik de TEST TONE functie om de niveaus van de
luidsprekers te controleren. Bij de AUTO instelling wordt de
testtoon beurtelings via iedere luidspreker weergegeven. U kunt
de luidsprekers ook afzonderlijk kiezen en dan de testtoon via de
gekozen luidspreker weergeven. Stel de luidsprekerniveaus zo in
dat de weergave van de testtoon via alle luidsprekers even luid
klinkt.
Opmerkingen
• Onderdelen die niet instelbaar zijn, vanwege het gekozen
klankbeeld of de luidsprekerinstellingen, verschijnen in grijs.
• Als er een waarschuwingstoon klinkt of alle onderdelen alleen
in grijs worden aangegeven, raakt u dan de aanduiding
RELOAD aan.
6 Raak de aanduiding EXIT aan wanneer u de
akoestiekparameters naar wens hebt bijgeregeld.
Opmerkingen
• Onderdelen die niet instelbaar zijn, vanwege het gekozen
klankbeeld of de luidsprekerinstellingen, verschijnen in grijs.
• Als er een waarschuwingstoon klinkt of alle onderdelen alleen
in grijs worden aangegeven, raakt u dan de aanduiding
RELOAD aan.
21
NL
Bijregelen van de klankbeelden
Aanpassen van de
bedieningsfuncties van de
1 Raak de aanduiding SETUP in het SOUND FIELD
Bediening
2 Draai aan de JOG DIAL keuze/invoerknop of raak
3 Druk de JOG DIAL keuze/invoerknop in om een
4 Raak de of tiptoets aan om de
Bijregelen van de luidsprekerinstellingen
klankbeeldscherm aan.
Het SETUP instelscherm verschijnt.
het v of V pijltje aan om de lijst te doorlopen.
parameter te kiezen of raak de gewenste
parameter rechtstreeks aan.
gewenste instelling te maken.
afstandsbediening
Volgens de onderstaande aanwijzingen kunt u
verschillende instellingen en functies van de
afstandsbediening naar wens aanpassen.
Aangeven van het SETUP instelscherm
Voor het aanpassen van de bedieningsfuncties laat u eerst
het SETUP instelscherm verschijnen.
Raak de SETUP aanduiding aan.
SETUP
5 Herhaal de stappen 2 t/m 4 voor elk van de
parameters die u wilt bijregelen.
6 Raak de aanduiding EXIT aan wanneer u klaar bent
met de bijregeling van de luidsprekerinstellingen.
Opmerkingen
• Onderdelen die niet instelbaar zijn, vanwege het gekozen
klankbeeld of de luidsprekerinstellingen, verschijnen in grijs.
• Als er een waarschuwingspieptoon klinkt of alle onderdelen
alleen in grijs worden aangegeven, raakt u dan de aanduiding
RELOAD aan.
Het SETUP instelscherm verschijnt.
22
NL
Registreren van de aangesloten
componenten
Volgens de onderstaande aanwijzingen kunt u de
afstandsbediening gereedmaken voor de bediening van
de componenten aangesloten op de tuner/versterker.
Voor het maken van deze instellingen dient u eerst de tuner/
versterker in te schakelen en dan de zend/ontvangkop van de
afstandsbediening op de tuner/versterker te richten.
4 Kies het merk en type van het aangesloten
apparaat (bijvoorbeeld VCR voor een
videorecorder).
Om de andere instelmogelijkheden te zien, draait u
aan de JOG DIAL keuze/invoerknop of raakt u het v
of V pijltje aan om de lijst met apparaten door te
nemen.
Het FUNCTION&USER IR: MAKER CODE merk- en
typescherm verschijnt.
1 Raak de SETUP aanduiding aan.
Het SETUP instelscherm verschijnt.
2 Raak de aanduiding FUNCTION&USER IR aan.
Dan verschijnt het FUNCTION&USER IR
registratiescherm.
3 Kies het soort component dat u wilt registreren
(bijvoorbeeld VIDEO1 voor een videoweergavebron).
Om de andere instelmogelijkheden te zien, draait u
aan de JOG DIAL keuze/invoerknop of raakt u het v
of V pijltje aan om de lijst met componenten door te
nemen.
Het FUNCTION&USER IR:CATEGORY keuzescherm
verschijnt.
Bediening
5 Raak de afstandsbedieningscode voor het
aangesloten apparaat aan (bijvoorbeeld Sony
VTR1).
Het type apparaat dat u hebt gekozen in de stappen 4
en 5 wordt nu geregistreerd voor de componentbedieningsfunctie gekozen in stap 3 en dan verschijnt
weer het FUNCTION&USER IR instelscherm. Er
klinkt een aangehouden pieptoon als de registratie
goed is verlopen. Dan kunt u de gekozen component
bedienen via het FUNCTION keuzescherm.
Als er echter een reeks korte pieptonen klinkt, dient u
de registratieprocedure te herhalen. Zorg dat de
tuner/versterker is ingeschakeld en richt de
afstandsbediening bij het registreren recht op de
tuner/versterker.
Tussentijds onderbreken van de registratie
Raak in stap 3 de aanduiding EXIT aan of in de stappen 4 t/m 5
de aanduiding CANCEL, voor annuleren.
Opmerkingen
• Bij registratie van componenten van bepaalde merken kunnen
niet alle functiesymbolen op het bedieningsscherm verschijnen.
• Bij bepaalde merken kunnen niet alle bedieningsfuncties goed
werken, ook al worden de bijbehorende symbolen wel op het
bedieningsscherm aangegeven.
23
NL
Aanpassen van de bedieningsfuncties van de afstandsbediening
U kunt zorgen dat het FUNCTION keuzescherm alleen de
componenten toont die u daadwerkelijk gebruikt.
1 Raak de SETUP aanduiding aan.
2 Raak de aanduiding HOOK UP aan.
Bediening
3 Kies een component die u niet op het scherm wilt
Weer aangeven van een eerder gewiste component
Herhaal het bovenstaande en raak in stap 3 de aanduiding YES
aan in plaats van NO.
Instellen van het FUNCTION keuzescherm
Het SETUP instelscherm verschijnt.
Dan verschijnt het FUNCTION HOOK UP
componentkeuzescherm.
zien en raak de aanduiding NO aan om die
component te verwijderen.
Om de andere instelmogelijkheden te zien, draait u
aan de JOG DIAL keuze/invoerknop of raakt u het v
of V pijltje aan om de lijst met componenten door te
nemen.
2 Raak de aanduiding DOWNLOAD aan.
Dan verschijnt het DOWNLOAD overnamescherm.
3 Raak het soort gegevens dat u wilt overnemen
aan:
FUNCTION NAME: Namen van de aangesloten
componenten.
TUNER PRESET NAME: Zendernamen e.d., vastgelegd
in de tuner/versterker.
CD MEMO: Disctitels en muziektitels van uw CD’s,
vastgelegd in een Sony CD-wisselaar (voor 5, 50,
200, 300 of 400 discs) die op de tuner/versterker is
aangesloten via een CONTROL A1/A1
bedieningskabel.
Het overnemen van de gekozen gegevens begint en er
wordt aangegeven hoever het overnemen is
gevorderd. Zorg dat de zend/ontvangkop van de
afstandsbediening hierbij steeds op het uitleesvenster
van de tuner/versterker gericht blijft.
z
Componenten die zijn geregistreerd worden automatisch op
“YES” ingesteld.
Opmerking
Als een component niet op het scherm wordt getoond terwijl u
de FUNCTION HOOK UP hiervoor wel op YES hebt ingesteld,
draait u aan de JOG DIAL keuze/invoerknop totdat de
component wel wordt aangegeven.
Overnemen van gegevens uit de tuner/
versterker
Deze afstandsbediening kan van de tuner/versterker
allerlei gegevens overnemen voor weergave op het
scherm.
Voor het maken van deze instellingen dient u eerst de tuner/
versterker in te schakelen en dan de zend/ontvangkop van de
afstandsbediening op het uitleesvenster van de tuner/versterker
te richten. Houd de afstandsbediening op een afstand van
ongeveer 1 à 2 meter van de tuner/versterker.
1 Raak de SETUP aanduiding aan.
Het SETUP instelscherm verschijnt.
NL
24
Bij aanraken van de CANCEL tiptoets worden de gegevens
die op dat moment al zijn overgenomen wel vastgelegd.
Na afloop van het overnemen van de gegevens
verschijnt weer het DOWNLOAD overnamescherm.
Er klinkt een aangehouden pieptoon om aan te geven
dat de gegevensoverdracht goed is verlopen.
Als er echter een reeks korte pieptonen klinkt, dient u
het overnemen van de gegevens te herhalen.
Zorg dat de versterker is ingeschakeld en richt de
afstandsbediening bij het overnemen recht op de
tuner/versterker.
4 Herhaal stap 3 als u nog andere gegevens wilt
overnemen.
5 Raak na afloop de aanduiding EXIT aan.
Dan stopt de gegevensoverdracht en verschijnt weer
het SETUP instelscherm.
MACRO bedieningsreeks-instellingen
In een MACRO bedieningsreeks kunt u verscheidene
afstandsbedieningscodes achtereen als een enkel
samengesteld commando doorgeven. Het onderstaande
voorbeeld toont hoe u het commando “POWER” voor het
inschakelen van een Sony videorecorder VTR1 kunt
vastleggen in het BOX 2 volgnummer van de MACRO 1
bedieningsreeks. Ga net zo te werk voor het vastleggen
van al de commando’s die u als automatische reeks wilt
laten uitvoeren.
1 Raak de SETUP aanduiding aan.
Het SETUP instelscherm verschijnt.
2 Raak de MACRO aanduiding aan.
Het instelscherm voor de MACRO bedieningsreeksen
verschijnt.
4 Kies het BOX volgnummer.
Kies het nummer van de BOX waarin u het volgende
commando wilt vastleggen. U kunt tot maximaal 10
commando’s elk in hun eigen BOX in een MACRO
bedieningsreeks vastleggen.
Nu verschijnt de CATEGORY lijst.
Bediening
5 Kies de categorie, d.w.z. het te bedienen apparaat.
Kies het soort apparaat dat u wilt bedienen met het
commando van de in stap 4 gekozen BOX.
Nu verschijnt een “MAKER CODE” lijst met
verschillende merken apparaten in de door u gekozen
categorie.
Als het een apparaat van Sony betreft, kunt u direct
doorgaan met stap 7.
In plaats van het soort apparaat kunt u voor de
CATEGORY ook een “WAIT TIME” pauze tussen de
commando’s inlassen.
3 Kies het MACRO nummer.
Kies of u een bedieningsreeks wilt vastleggen in
MACRO 1, MACRO 2 of MACRO 3. In dit voorbeeld
gebruiken we MACRO 1.
Nu verschijnt het keuzescherm voor een BOX
volgnummer.
25
NL
Aanpassen van de bedieningsfuncties van de afstandsbediening
6 Kies het merk van het te bedienen apparaat.
Bediening
7 Kies het gewenste commando.
z
Kies in stap 4 het BOX volgnummer van het commando dat u uit
de MACRO bedieningsreeks wilt wissen. Kies bij stap 5 voor de
CATEGORY nu de mogelijkheid “MACRO CLEAR”. De
instellingen worden dan uit de gekozen BOX van deze
bedieningsreeks gewist.
Stel in op het merk van uw apparaat in de merkenlijst.
Nu verschijnt de “COMMAND” lijst met beschikbare
commando’s voor het gekozen apparaat.
Stel in op de handeling die u het gekozen apparaat
wilt laten uitvoeren.
De punten die u hebt gekozen in de laatste stappen 5
t/m 7 worden nu vastgelegd in de bij stap 4 gekozen
BOX.
Nu verschijnt weer de BOX nummerlijst.
Wissen van een commando uit een MACRO bedieningsreeks
Instellen van de functienaam
1 Raak de SETUP aanduiding aan.
Het SETUP instelscherm verschijnt.
2 Raak de FUNC NAME aanduiding aan.
Nu verschijnt het FUNCTION NAME EDIT scherm
voor het aanpassen van de functienaam.
Als de aanduiding FUNC NAME niet op het scherm
verschijnt, draait u aan de JOG DIAL knop totdat het
FUNC NAME blokje verschijnt.
z
Inlassen van een “WAIT TIME” pauze
Kies in stap 4 het BOX volgnummer van de MACRO
bedieningsreeks waarin u een pauze wilt inlassen. Kies bij stap 5
voor de CATEGORY nu de mogelijkheid “WAIT TIME” voor een
pauze.
Nu verschijnt het instelbereik voor de wachttijd (van 1 tot 10
seconden, in stapjes van 1 seconde). Kies de lengte van de pauze
die nodig is voor een soepel verlopende bedieningsreeks. Na uw
keuze verschijnt weer de BOX nummerlijst.
Door indrukken van de ALL CLEAR toets in het SETUP
instelscherm kunt u in één keer alle geprogrammeerde
MACRO bedieningsreeksen tegelijk wissen.
z
De MACRO 1 bedieningsreeks is al in de fabriek
vooringesteld
Voor het verlaten van de fabriek is de MACRO 1 bedieningsreeks
ingesteld voor de stroomvoorziening van Sony audio/videoapparatuur.
Aanraken van het v pijltje brengt u hoger in de lijst
Aanraken van het V pijltje brengt u lager in de lijst
3 Raak de functie aan waarvan u de naam wilt
wijzigen.
26
NL
4 Raak de NAME EDIT aanduiding aan.
Nu verschijnt het NAME EDIT scherm voor het
aanpassen van de functienaam.
Bestaande functienaam
Naam-invoerkader
Naam-invoertoetsen
Raak deze
toets aan om
de naam aan
de tuner/
versterker
door te geven.
Raak deze toets aan
om de naam in de
afstandsbediening
vast te leggen.
5 Voer de gewenste functienaam in.
Wanneer de naam compleet is ingevoerd, raakt u de
SET tiptoets aan. Uw nieuw gekozen functienaam
wordt dan in de afstandsbediening vastgelegd.
Nadat de afstandsbediening de functienaam heeft
overgenomen, richt u de afstandsbediening op de
tuner/versterker en raakt u de UPLOAD tiptoets aan.
Dan wordt uw nieuwe functienaam ook in de tuner/
versterker vastgelegd.
Instellen van functiecodes die niet vast in
de afstandsbediening zijn vastgelegd
Als er voor een gewenste bedieningsfunctie nog geen
code in de afstandsbediening bestaat, kunt u deze functie
van een andere afstandsbediening overnemen met behulp
van de “LEARNING” aanleerfunctie. Zie blz. 17 voor het
toepassen van een dergelijke nieuw geleerde functie.
1 Raak de SETUP aanduiding aan.
Het SETUP instelscherm verschijnt.
2 Raak de LEARNING aanduiding aan.
Lettercodes voor
nieuwe instructies
Markering voor
bestaande instructie
Veldnummer voor
een nieuw te leren
instructie
Bediening
3 Raak een letter aan voor het veld waarin u een
nieuwe instructie wilt vastleggen. U kunt elke
gewenste letter van A tot J kiezen (in dit voorbeeld
gebruiken we de “A”).
4 Raak het veldnummer aan waaronder u de nieuwe
instructie wilt vastleggen (in dit voorbeeld “A6”).
Nu verschijnt het LEARNING SETUP aanleerscherm.
Gekozen veld voor de nieuwe instructie
Berichtenvenster
Commandotoets
Toetsenbord
voor naaminvoer
5 Raak de “Learning Start” commandotoets aan.
Het verzoek “Please Send Signal” verschijnt.
27
NL
Aanpassen van de bedieningsfuncties van de afstandsbediening
6
Bediening
7 Druk op de toets van de andere afstandsbediening
Richt de zend/ontvangkop van de afstandsbediening
op de zendkop van de andere afstandsbediening
waarvan u het signaal wilt overnemen.
Ongeveer 5 cm~15 cm
voor het signaal dat u wilt overnemen.
Gewoonlijk is een enkele lichte druk op de toets
voldoende. Na ongeveer 3 tot 5 seconden wordt er
gemeld of het signaal naar behoren is aangeleerd.
Als het bedieningssignaal goed is overgenomen,
wordt er “Learning OK!” aangegeven en verschijnt er
een (
■) markering in het veld waarvoor het nieuwe
commando is aangeleerd.
Opmerkingen
• In principe kunt u onder de letters van A t/m J met de
aanleerfunctie in totaal 80 nieuwe afstandsbedieningscodes
vastleggen. Afhankelijk van de vastgelegde signalen kan het
echter niet altijd mogelijk zijn om daadwerkelijk voor alle 80
USER nummers codes vast te leggen.
• Om instructies vast te leggen waarvoor u meestal een toets
langer ingedrukt moet houden, zoals voor de volumeregeling,
vooruit- of terugspoelen (enz.), houdt u in stap 7 de toets
ingedrukt totdat er “Learning OK” wordt aangegeven. Voor
andere instructies waarbij u de toets slechts kort indrukt, zoals
voor afspelen, pauzeren en stoppen (enz.) zult u de code
gewoonlijk kunnen overnemen door een enkele korte druk op
de toets.
• Sommige afstandsbedieningscodes kunnen niet aangeleerd
worden.
Als het aanleren niet gelukt is, verschijnt er “Learning
Fail..”, na 3 seconden opnieuw gevolgd door het
verzoek “Please Send Signal”. Herhaal dan de
aanleerprocedure vanaf stap 6.
Wissen van een aangeleerde code
Druk na stap 7 op de toets “Clear”, zodat de aanduiding
“Clear?” verschijnt. Als u nu op “Yes” drukt, wordt de
zojuist aangeleerde code uit het geheugen gewist. Drukt u
op “No”, dan wordt de code niet gewist en keert de
afstandsbediening terug naar de vorige toestand.
z
U kunt de werking van het aangeleerde commando
uitproberen
Druk op de “TEST” toets nadat in stap 7 de aanduiding
“Learning OK!” is aangegeven. Het nieuw geleerde commando
wordt nu door de afstandsbediening uitgezonden en als het goed
is wordt de bijbehorende functie van het betreffende apparaat
uitgevoerd.
z
U kunt een aangeleerd commando een naam van maximaal
14 letters geven
Gebruik het toetsenbord dat onder stap 4 wordt aangegeven om
de gewenste naam voor het commando in te voeren.
28
NL
Overige instellingen
x Wijzigen van de functie van de aan/uitschakelaar (POWER)
SYSTEM STANDBY: Voor uitschakelen van alle
aangesloten Sony audio/video-apparatuur tegelijk.
POWER ON/OFF: Voor in- en uitschakelen van alleen
de tuner/versterker. Door de toets langer dan 3
seconden ingedrukt te houden, kunt u toch het
SYSTEM STANDBY commando geven voor
uitschakelen van alle aangesloten apparatuur.
x Aangeven van de gekozen instellingen op een
TV- of monitorscherm (ON SCREEN)
Het gekozen klankbeeld van de tuner/versterker en de
SURROUND akoestiekparameters kunnen worden
aangegeven op het TV- of monitorscherm.
Raak de aanduiding ON SCREEN nogmaals aan om terug
te keren naar het SETUP scherm.
x Bijstellen van de plaats van het aanraakpaneel
op het LCD scherm (LCD)
U kunt de plaats van het aanraakpaneel op het LCD
scherm bijstellen als het om enige reden is verschoven.
1 Raak de aanduiding TOUCH PANEL in het SETUP
instelscherm aan.
Dan verschijnt het TOUCH PANEL ADJUSTMENT
plaatsbepalingsscherm.
2 Raak het midden van elk van de vier instelpunten
aan met de aanraakpen.
(Zie voor nadere bijzonderheden de paragraaf
“Instellen van het aanraakpaneel” op blz. 6).
Na enkele ogenblikken verschijnt de aanduiding
“Adjusted” en klinkt er een aangehouden pieptoon.
x In- en uitschakelen van de bedieningspieptoon
U kunt kiezen of u wel of geen pieptoon wilt horen bij
elke aanraking van het aanraakpaneel.
Raak de keuzetoets ON (voor wel een pieptoon) of
OFF (voor geen pieptoon) aan, bij het onderdeel
BEEP: ON/OFF in het SETUP instelscherm.
x In- en uitschakelen van de foutmeldingstoon
U kunt kiezen of u wel of geen waarschuwingstoon wilt
horen wanneer zich een fout voordoet in de
gegevensoverdracht.
Raak de keuzetoets ON (wel een foutmeldingstoon) of
OFF (geen foutmeldingstoon) aan, bij het
onderdeel ALARM: ON/OFF in het SETUP
instelscherm.
x Alle gemaakte instellingen terugzetten op de
fabrieksinstellingen
Ga als volgt te werk om alle gemaakte instellingen te
annuleren en de afstandsbediening terug te zetten op de
oorspronkelijke fabrieksinstellingen.
Let wel: de instellingen die u annuleert, zult u niet meer
terug kunnen halen.
Bediening
x Het LCD scherm automatisch laten
uitschakelen
U kunt zorgen dat de verlichting van het LCD scherm na
afloop van de bediening automatisch dooft.
1 Raak de aanduiding AUTO OFF TIME in het SETUP
instelscherm aan.
Het AUTO OFF TIME scherm voor de uitschakeltijd
verschijnt.
2 Raak de + of – toets aan of draai aan de JOG DIAL
knop om de wachttijd voor het automatisch
uitschakelen in te stellen.
U kunt de tijd voor het automatisch uitschakelen
instellen van 10 tot 30 seconden, in stapjes van
1 seconde.
3 Raak de EXIT toets aan.
z
Om de batterijen te sparen
De uitschakeltijd is in de fabriek ingesteld op 10 seconden. Kies
een korte uitschakeltijd in stap 2 als u energie wilt besparen.
Voor het maken van deze instellingen dient u eerst de tuner/
versterker in te schakelen en dan de zend/ontvangkop van de
afstandsbediening op het uitleesvenster van de tuner/versterker
te richten.
1 Raak de aanduiding ALL CLEAR in het SETUP
instelscherm aan.
2 Raak ter bevestiging de YES tiptoets aan.
x Automatische inschakelfunctie (CONTROL A1/
A1 ) (AUTO FUNC)
ON: Bij het afspelen van een geluidsbron die is
aangesloten via een CONTROL A1/A1
wordt deze versterker automatisch ingeschakeld en
ingesteld op weergave van die geluidsbron.
OFF: Als u deze automatische inschakelfunctie niet
wilt gebruiken, kiest u de stand [OFF].
Als de aanduiding AUTO FUNC niet op het scherm
verschijnt, draait u aan de JOG DIAL knop totdat het
AUTO FUNC blokje verschijnt.
snoer
29
NL
Aanpassen van de bedieningsfuncties van de afstandsbediening
x Gebruik van de automatische inschakelfunctie
(AUTO POWER)
Bediening
* Sommige TV-toestellen zijn niet onmiddellijk na het
ON: Als er is gekozen voor een video-weergavebron
(DVD speler e.d.), zendt de afstandsbediening
diverse commando’s naar de verschillende Sony
audio/video-apparatuur. U kunt een vast
ingangssignaal (VIDEO 1 ~ VIDEO 4) voor de TV
kiezen, om te zorgen dat het TV-toestel na
inschakelen daar steeds op afstemt. Bovendien kunt
u een korte pauze (van 1 tot 9 seconden)* inlassen
vóór het TV-toestel moet overschakelen.
Bijvoorbeeld) Wanneer u instelt op DVD weergave,
gebeurt er het volgende.
1 De tuner/versterker wordt ingesteld op DVD
geluidsweergave.
2 Het TV-toestel wordt ingeschakeld.
3 De DVD videospeler wordt ingeschakeld.
4 Het TV-toestel wordt automatisch ingesteld op
het laatst gekozen ingangssignaal.
OFF: Na het kiezen van een weergavebron werkt de
afstandsbediening alleen nog voor de tuner/
versterker.
inschakelen gereed voor de ontvangst van
afstandsbedieningssignalen. Om hiermee rekening te houden,
kunt u een korte pauze inlassen, om uw TV-toestel even de
nodige tijd te geven.
x Omschakelen van de bedieningsstand
(COMMAND MODE)
Als u de bedieningsstand van de tuner/versterker
omschakelt, dient u ook de bedieningsstand van deze
afstandsbediening te wijzigen. Pas als de bedieningsstand
van beide overeenkomt, zal er communicatie mogelijk zijn
tussen de afstandsbediening en de tuner/versterker.
COMMAND AV SYSTEM1: Kies deze stand als de
tuner/versterker is ingesteld op bedieningsstand
AV1.
COMMAND AV SYSTEM2: Kies deze stand als de
tuner/versterker is ingesteld op bedieningsstand
AV2.
x Eerste contact leggen met de tuner/versterker
(COMMUNICATION)
U kunt kiezen of het eerste contact (zie blz. 6) tussen de
afstandsbediening en de tuner/versterker gemaakt moet
worden na inschakelen van de afstandsbediening.
ON: Na inschakelen van de afstandsbediening wordt
het eerste contact gelegd. Als deze communicatie
goed verloopt, wordt deze instelling automatisch op
OFF gezet.
OFF: Na inschakelen van de afstandsbediening volgt
er geen eerste poging tot contact. Het is aanbevolen
deze stand te kiezen als u de afstandsbediening
ergens anders dan bij de tuner/versterker gebruikt.
Opmerking betreffende de aanvangscommunicatie
Wanneer u de instelling voor de aanvangscommunicatie wijzigt
van OFF naar ON, moet u wachten totdat de afstandsbediening
zichzelf automatisch uitschakelt. Wanneer u de
afstandsbediening opnieuw inschakelt, zal de
aanvangscommunicatie starten en ontvangt de afstandsbediening
de modelinformatie vanaf de receiver (zie blz. 6).
De modelinformatie wordt gewist wanneer de instelling wordt
gewijzigd van OFF naar ON. Als de bovenstaande procedure niet
is voltooid, zullen de instellingen in de afstandsbediening, zoals
de geluidsveldnaam, verschillen van de instellingen in de
receiver.
30
NL
Loading...
+ 134 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.