Typen "Memory Stick" die kunnen
worden gebruikt (niet bijgeleverd)
Het IC-opnamemedium dat in deze camera
wordt gebruikt, is een "Memory Stick
Duo".
"Memory Stick Duo": u kunt een
"Memory Stick Duo" gebruiken met de
camera.
"Memory Stick": u kunt geen "Memory
Stick" gebruiken met de camera.
• Bevestig geen etiket en dergelijke op een
"Memory Stick Duo" of een Memory Stick
Duo-adapter.
U kunt geen andere geheugenkaarten
gebruiken.
• Voor meer informatie over "Memory Stick
Duo", zie pagina 77.
Als u een "Memory Stick Duo" gebruikt
met "Memory Stick"-compatibele
apparatuur
U kunt de "Memory Stick Duo" gebruiken
door deze in de Memory Stick Duo-adapter
(niet bijgeleverd) te plaatsen.
Memory Stick Duo-adapter
Opmerkingen bij de batterij
• Laad de ingebouwde batterij op voordat u de
camera voor het eerst gebruikt.
• De batterij kan zelfs worden opgeladen wanneer
deze nog niet volledig leeg is. Zelfs als de
batterij niet volledig is opgeladen, kunt u de
gedeeltelijk opgeladen batterij gebruiken.
• Als u de camera langere tijd niet gebruikt, moet
u de resterende lading van de batterij verbruiken
en de camera opbergen op een koele, droge
plaats. Hierdoor zorgt u ervoor dat de batterij
goed blijft werken.
• Voor meer informatie over de batterij, zie
pagina 79.
Geen compensatie voor de inhoud van
de opname
• Er is geen compensatie mogelijk voor de inhoud
van de opname als het opnemen of weergeven
niet mogelijk is door een defect van de camera
of het opnamemedium, enz.
Intern geheugen en back-up van
"Memory Stick Duo"
• Schakel de camera niet uit en verwijder de
"Memory Stick Duo" niet terwijl het
toegangslampje brandt, omdat zo de gegevens in
het interne geheugen of op de "Memory Stick
Duo" verloren kunnen gaan. Bescherm uw
gegevens altijd door een reservekopie te maken.
De taalinstelling wijzigen
• De schermafbeeldingen in elke plaatselijke taal
worden gebruikt om de werkwijzen te
illustreren. Wijzig indien nodig de schermtaal
voordat u de camera gebruikt (pagina 19).
Opmerkingen over opname/weergave
• Deze camera is niet stofdicht, spatwaterdicht of
waterdicht.
• Voordat u eenmalige gebeurtenissen vastlegt,
maakt u best eerst een testopname zodat u zeker
bent dat de camera correct werkt.
• Let op dat de camera niet nat wordt. Als er water
binnendringt in de camera kan dit defecten
veroorzaken, die in bepaalde gevallen niet
kunnen worden hersteld.
• Richt de camera niet naar de zon of ander helder
licht. Dit kan uw ogen onherstelbaar
beschadigen. Of dit kan storingen in uw camera
veroorzaken.
• Gebruik de camera niet in de buurt van een
plaats met sterke radiogolven of straling. De
camera kan mogelijk niet goed opnemen of
weergeven.
• Als u de camera gebruikt op zanderige of
stoffige plaatsen, kan dat storingen veroorzaken.
2
Opmerkingen over het gebruik van de camera
• Als er condensatie van vocht optreedt, dient u
die te verwijderen voordat u de camera gebruikt.
• Schud niet met en sla niet tegen de camera.
Behalve storingen en het onvermogen om
beelden op te nemen, kan dit het
opnamemedium onbruikbaar maken of defecten,
beschadiging of verlies van gegevens
veroorzaken.
• Reinig het oppervlak van de flitser voor gebruik.
De warmte die wordt afgegeven door de flitser
kan ervoor zorgen dat vuil op het oppervlak van
de flitser verkleurt of vastplakt, waardoor de
flitser mogelijk onvoldoende licht produceert.
• Wanneer u de camera op een ander toestel
aansluit met een kabel, dient u erop te letten dat
de aansluitstekker op de juiste manier wordt
geplaatst. Door de stekker met kracht in de
aansluiting te duwen, wordt de aansluiting
beschadigd en kunnen er storingen in uw
camera optreden.
• Films die niet werden opgenomen, bewerkt of
samengesteld op deze camera, kunnen niet
worden afgespeeld.
Opmerkingen bij het LCD-scherm en de
lens
• Het LCD-scherm is vervaardigd met
precisietechnologie, zodat minstens 99,99% van
de beeldpunten voor gebruik beschikbaar is.
Soms kunnen er op het LCD-scherm of de LCDzoeker echter zwarte puntjes en/of heldere
puntjes (wit, rood, blauw of groen) permanent
zichtbaar zijn. Dit is normaal en heeft geen
enkele invloed op het opgenomen beeld.
Zwarte, witte,
rode, blauwe of
groene puntjes
• In een koude omgeving kunnen de beelden op
het LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is
normaal.
Opmerking over verwijdering/overdracht
• Wanneer u in de camera ingebedde software
gebruikt, kan persoonlijke informatie zoals
identificaties en mailadressen worden
opgeslagen in het interne geheugen van de
camera. Wanneer u de camera overdraagt aan
anderen of wegdoet, dient u eerst de ingevoerde
informatie te verwijderen.
Over de compatibiliteit van
beeldgegevens
• Deze camera is compatibel met DCF (Design
rule for Camera File system), de universele
standaard ontwikkeld door JEITA (Japan
Electronics and Information Technology
Industries Association).
• De weergave van beelden opgenomen met uw
camera op andere apparatuur en de weergave
van beelden opgenomen of bewerkt met andere
apparatuur op uw camera worden niet
gegarandeerd.
Waarschuwing over auteursrecht
• Televisieprogramma's, films, videotapes en
andere materialen zijn mogelijk
auteursrechtelijk beschermd. Het onwettig
opnemen van zulke materialen kan in strijd zijn
met de voorzieningen van de
auteursrechtwetgeving.
Informatie over dit handboek
• De foto's die in dit handboek worden gebruikt
als voorbeelden, zijn gereproduceerde beelden
die niet daadwerkelijk met deze camera zijn
opgenomen.
• Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
van opnamemedia en andere accessoires
voorbehouden zonder voorafgaande
kennisgeving.
• Als het LCD-scherm of de lens langdurig
worden blootgesteld aan direct zonlicht, kunnen
deze worden beschadigd. Wees voorzichtig
wanneer u de camera buiten of bij een raam
neerlegt.
• Duw niet op het LCD-scherm. Het scherm kan
verkleuren en hierdoor kunnen storingen
optreden.
3
De camera hanteren
• Wanneer u de camera draagt, dient u het LCD-scherm te sluiten zoals afgebeeld.
• Blokkeer de lens of de flitser niet met uw vinger tijdens het opnemen.
• Houd de camera niet vast met enkel het LCD-scherm.
4
Inhoud
Opmerkingen over het gebruik van de camera .........................................2
De camera hanteren..................................................................................4
Onderdelen en bedieningselementen .......................................................8
Aanduidingen op het scherm ..................................................................10
Aan de slag
De bijgeleverde accessoires controleren.................................................14
1 De ingebouwde batterij opladen...........................................................15
2 Een "Memory Stick Duo" plaatsen (niet bijgeleverd)............................17
3 De camera inschakelen/de klok instellen .............................................18
De taalinstellingen wijzigen............................................................................. 19
Basishandelingen
Het juiste beeldformaat selecteren..........................................................20
Camera: een camerafunctie selecteren
Kleurfunctie: de helderheid van het beeld wijzigen of speciale effecten toevoegen
EV: de lichtintensiteit instellen
Witbalans: de kleurtinten aanpassen
ISO: de lichtgevoeligheid selecteren
Beeldkwaliteit: compressie van stilstaande beelden
Opn.functie: de functie voor continu opnemen selecteren
Flitsniveau: de hoeveelheid flitslicht instellen
Verzadiging: de verzadiging aanpassen
Scherpte: de scherpte aanpassen
Setup: de opname-instellingen selecteren
(Map): een map selecteren voor het weergeven van beelden
(Beveiligen): voorkomen dat gegevens per ongeluk worden gewist
DPOF: een afdrukmarkering toevoegen
(Afdrukken): beelden afdrukken met een printer
(Dia): een reeks beelden afspelen
(Ander form.): het beeldformaat van een opgenomen beeld wijzigen
(Roteren): een stilstaand beeld roteren
(Opdelen): films splitsen
(Setup): setup-items wijzigen
K Keuzeknop (v/V/b /B) (18)
L Voor opnemen: Zoomtoets (W/T) (26)
Voor weergeven: / -toets
(Weergavezoom) /-toets (Index) (28,
29)
M MOVIE-toets (24)
N PHOTO-toets (24)
O Sharemark-toets (32)
Onderdelen en bedieningselementen
P Afdekking aansluiting
Q (USB)-aansluiting (47)
• Wordt gebruikt bij het aansluiten op een
computer met een USB-kabel of op een
printer met PictBridge.
• NSC-GC3: Via deze aansluiting kunt u geen
signalen naar uw camera voeren.
R A/V OUT-aansluiting (64)
• Wordt gebruikt bij het aansluiten op een tv,
enz. met een A/V-verbindingskabel.
S DC IN-aansluiting (15)
• Wordt gebruikt bij het aansluiten op de
netspanningsadapter om de batterij op te
laden of de camera op netstroom te
gebruiken.
T Bevestigingsoog voor de polsriem (14)
U POWER-toets (18)
V-toets (Schermweergaveschakelaar)
(25)
W RESET-toets
• Reset het toestel. De datum en instellingen
worden niet teruggezet op de
standaardinstellingen.
X-toets (Beeldformaat/
Verwijderen) (20, 30)
Y Schroefgat voor statief (onderkant)
• Gebruik een statief met een schroeflengte
van minder dan 5,5 mm. Bij gebruik van
schroeven die langer zijn dan 5,5 mm, kan
de camera niet stevig op het statief worden
bevestigd en kan de camera beschadigd
raken.
Telkens wanneer u op de -toets
(Schermweergaveschakelaar) drukt,
wijzigen de aanduidingen op het scherm
(pagina 25).
Zie de pagina's tussen haakjes voor meer
informatie.
In stand-by voor opnemen
1
2
Tijdens het opnemen van films
+2.0EV
640 30 f
00:00:05
3
4
5
A
SchermAanduiding
Resterende batterijlading
(16)
Zoomvergrotingsfactor (26)
PCamerafunctie
Witbalans
WB
Scherpte (43)
ISO400ISO-waarde (41)
ZWART&WIT
SEPIA
LEVENDIG
E
Camerafunctie
(scènekeuze) (37)
(programma) (37)
(40)
Close-upfunctie (26)
Verzadiging (43)
Kleurfunctie
Waarschuwing voor
zwakke batterij (74)
(38)
B
SchermAanduiding
Rode-ogeneffect (55)
Flitsfunctie (26)
Flitser wordt opgeladen
FINE STDBeeldkwaliteit (41)
Opnamefunctie voor
[400]Resterend aantal
Beeldformaat
stilstaande beelden (24)
opneembare beelden (22)
Menu/gidsmenu (34)
• Met MENU kunt u het
menu/gidsmenu in-/
uitschakelen.
(20)
10
Aanduidingen op het scherm
C
SchermAanduiding
Opnamemap (56)
• Dit wordt niet weergegeven
als het interne geheugen
wordt gebruikt.
Opnamemedia
Histogram
(25, 39)
D
SchermAanduiding
Zelfontspanner (27)
Beeldformaat (22)
+2.0EVBelichtingswaarde (39)
[00:28:25]
Resterende opnameduur
(22)
Filmopnamefunctie (24)
E
SchermAanduiding
+2.0EVBelichtingswaarde (39)
Filmopname
00:00:05Opnameduur (22)
11
Aanduidingen op het scherm
Bij weergave van films
1
2
Bij weergave van stilstaande beelden
1
+2.0EV
2
3
3
4
A
SchermAanduiding
Resterende batterijlading
(16)
///Weergeven/stoppen/
00:00:00Te ll er
VOL. Vo l um e
Beeldformaat
diavoorstelling snel
vooruitspoelen (24, 49)
Snel vooruitspoelen/
terugspoelen
PictBridge aansluiten (47)
Zoomvergrotingsfactor
(22)
(28)
(28)
E
Waarschuwing voor
zwakke batterij (74)
PictBridge aansluiten
• Koppel de USB-kabel niet
los wanneer het pictogram
wordt weergegeven.
B
SchermAanduiding
Weergavebalk
101_0012Map-bestandsnummer
2007 1 1
9:30 AM
VORIGE/
Opnamedatum/-tijd van het
weergavebeeld
Beelden selecteren
VOLGENDE
VOLUME
DPOF
Volume aanpassen
Menu/gidsmenu (34)
(47)
(56)
12
Aanduidingen op het scherm
C
SchermAanduiding
Map wijzigen (44)
• Dit wordt niet weergegeven
als het interne geheugen
wordt gebruikt.
Wee rg ave map (44)
• Dit wordt niet weergegeven
als het interne geheugen
wordt gebruikt.
– Picture Motion Browser (Software)
– Picture Motion Browser Guide
– Handboek voor camera voor delen via
internet (PDF)
• Gebruiksaanwijzing (1)
Bevestigingsoog
14
1 De ingebouwde batterij opladen
1
Isolatievel
/CHG-lampje
2
DC IN-aansluiting
• Er bevindt zich een ingebouwde batterij in de camera.
Netspanningsadapter
3
Stroomkabel
1 Verwijder het isolatievel.
2 Sluit de netspanningsadapter aan op de DC IN-aansluiting van de camera en
ga na of het toestel uitgeschakeld is.
3 Steek het stroomsnoer in een stopcontact.
• Het /CHG-lampje licht op en het laden begint.
Wanneer het /CHG-lampje dooft, is het laden voltooid (bruikbare lading).
Als u de batterij nog ongeveer een uur laat laden (tot ze volledig is opgeladen), zal de batterij iets langer
meegaan.
Aan de slag
15
1 De ingebouwde batterij opladen
Laadduur
Duur volledige lading
Ongeveer 120 min.
• Tijd nodig om een volledig lege batterij op te laden bij een temperatuur van 25°C. Het laden kan langer
duren onder bepaalde omstandigheden.
• Zie pagina 22 voor het aantal beelden dat kan worden opgenomen.
• Sluit de netspanningsadapter aan op een gemakkelijk toegankelijk stopcontact in de buurt.
• Zelfs als het /CHG-lampje niet brandt, is de netspanningsadapter niet losgekoppeld van de netstroom
zolang hij verbonden is met het stopcontact. Als er zich problemen voordoen tijdens het gebruik van de
netspanningsadapter, schakel het toestel dan onmiddellijk uit door de stekker uit het stopcontact te
trekken.
• Wanneer het laden voltooid is, trekt u de stroomkabel uit het stopcontact.
De resterende batterijlading controleren
Druk op de POWER-toets om het toestel in te schakelen en controleer de resterende
batterijlading op het LCD-scherm.
Aanduiding
resterende
batterijlading
Richtlijnen
resterende
batterijlading
Voldoende
resterend
vermogen
Batterij
bijna
volledig
opgeladen
Batterij
half
opgeladen
Batterij
bijna leeg,
opnemen/
weergeven
stopt
binnen
korte tijd.
Laad de batterij op. (De
waarschuwingsindicator
knippert.)
• Het duurt ongeveer één minuut tot de correcte aanduiding van de resterende batterijduur verschijnt.
• De weergegeven resterende batterijlading is mogelijk niet correct onder bepaalde omstandigheden.
• Het scherm voor het instellen van de klok verschijnt wanneer de camera de eerste keer wordt ingeschakeld
(pagina 18).
16
2 Een "Memory Stick Duo" plaatsen (niet
bijgeleverd)
"Memory Stick Duo"-klep
12
Duw de "Memory Stick Duo" volledig in de
camera tot hij vastklikt, zoals afgebeeld.
1 Open de "Memory Stick Duo"-klep.
2 Duw de "Memory Stick Duo" (niet bijgeleverd) volledig in de camera tot hij
vastklikt.
3 Sluit de "Memory Stick Duo"-klep.
Als er geen "Memory Stick Duo" is geplaatst
De camera kan geen beelden opnemen/weergeven met het interne geheugen (ongeveer 4 MB).
Verwijderen van "Memory Stick Duo"
Open de "Memory Stick Duo"-klep.
Aan de slag
Controleer of het toegangslampje
niet brandt en duw eenmaal op de
"Memory Stick Duo".
• Verwijder de "Memory Stick Duo" nooit wanneer het toegangslampje brandt. Dit kan de gegevens op de
"Memory Stick Duo" beschadigen.
17
3 De camera inschakelen/de klok instellen
1 LCD-scherm
1 POWER-toets
Kantel de keuzeknop van links naar rechts en naar
boven en beneden om een instelling te selecteren en
duw op het midden om de instelling te bevestigen.
2 Keuzeknop
MENU-toets
/:/
1 Open het LCD-scherm om het toestel in te schakelen.
• Open het LCD-scherm en draai het omhoog tot een hoek van 90 graden ten opzichte van de camera
(1) en zet het vervolgens in de gewenste hoek (2).
2 180 graden (max.)
1 90 graden (max.)
• U kunt het toestel ook inschakelen door op de POWER-toets te drukken.
2 90 graden (max.)
2 Stel de klok in met de keuzeknop.
1 Selecteer de datumnotatie met v/V.
2 Selecteer elk item met b/B en stel de numerieke waarde in met v/V.
3 Selecteer [OK].
De stroom uitschakelen
Druk op de knop POWER.
De datum en tijd wijzigen
Druk op MENU en selecteer [Klokinstel.] in (Setup 2) (pagina 63).
18
2
3 De camera inschakelen/de klok instellen
Wanneer u het toestel inschakelt
Als de camera op batterijvermogen werkt en u deze gedurende drie minuten niet bedient,
wordt de camera automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de batterij leegloopt
(automatische uitschakelfunctie).
De taalinstellingen wijzigen
U kunt de taal te wijzigen waarin de berichten die op het scherm verschijnen, worden
weergeven. Druk op MENU en selecteer [ Taal] in (Setup 1) (pagina 59) om de
schermtaal te selecteren.
1
Aan de slag
19
Basishandelingen
Het juiste beeldformaat selecteren
(Opnamemodus)-lampje
MODE-toets
Keuzeknop
-toets (Beeldformaat)
1 Druk op MODE om de opnamefunctie van de camera in te stellen.
• (Opnamemodus)-lampje brandt.
2 Druk op de -toets (Beeldformaat).
3 Selecteer (Fotoformaat) of (Filmformaat) met b/B op de keuzeknop
en selecteer het gewenste beeldformaat met v/V.
Fotofor maatFilmformaat
• Het aanbevolen gebruik en aantal resterende opnamen worden weergegeven in het bovenste gedeelte
van het LCD-scherm.
4 Druk op (Beeldformaat) om de instelling te voltooien.
20
Het juiste beeldformaat selecteren
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
Beeldformaat van filmsFrame/secondeGebruiksrichtlijnen
640(30fps) (640×480)Ongeveer 30*Films van hoge kwaliteit opnemen in formaten
320(30fps) (320×240)Ongeveer 30*Films van hoge kwaliteit opnemen in formaten
320(15fps) (320×240)Ongeveer 15*In een klein formaat opnemen voor verzenden
* Hoe donkerder het onderwerp, hoe kleiner het aantal frames per seconde.
• Hoe groter het beeldformaat, hoe hoger de beeldkwaliteit.
• Hoe meer frames u per seconde weergeeft, hoe vloeiender de weergave is.
• "fps" duidt het aantal frames per seconde aan. Het werkelijke aantal opneembare beelden kan verschillen
naargelang de opnameomstandigheden en het onderwerp.
geschikt voor weergave op een tv
geschikt voor weergave op websites
per e-mail
Basishandelingen
Beeldformaat
5M (2592×1944)Voor afdrukken tot A4
3:2* (2592×1728)Met beeldverhouding 3:2
3M (2048×1536)Voor afdrukken tot 10×15 cm of 13×18 cm
2M (1632×1224)Voor afdrukken tot 10×15 cm
VGA (640×480)In klein beeldformaat opnemen voor verzenden per e-mail
* De beelden worden opgenomen in de breedte-/hoogteverhouding 3:2, net zoals fotopapier, briefkaarten,
enz.
Richtlijnen
Het beeldformaat (compressieverhouding) in combinatie selecteren (pagina 41)
U kunt de compressieverhouding selecteren wanneer digitale beelden worden opgeslagen. Wanneer u een
hoge compressieverhouding selecteert, zijn de details van het beeld minder fijn, maar is het bestandsformaat
kleiner.
21
Het juiste beeldformaat selecteren
Opnameduur van films en aantal stilstaande beelden
De tijdsduur van films en het aantal stilstaande beelden kan verschillen naargelang de
opnameomstandigheden.
• De opnamefunctie stopt automatisch in de volgende situaties.
– Wanneer het bestandsformaat van de opgenomen film 2 GB overschrijdt.
– Nadat de maximale opnameduur* voor elk bestand is verstreken.
* NSC-GC1: 2 uur, NSC-GC3: 29 minuten
• Het vermelde aantal beelden is geldig wanneer [Opn.functie] is ingesteld op [Normaal].
• Wanneer het aantal resterende opneembare beelden hoger is dan 9.999, verschijnt de aanduiding ">9.999".
• Wanneer beelden opgenomen met oudere Sony-modellen worden weergegeven op deze camera, kan de
weergave afhangen van het werkelijke beeldformaat.
• De beeldkwaliteit is [Fijn] op de bovenste rij en [Standaard] op de laagste rij (pagina 41).
geheugen
Ongeveer
4MB
"Memory Stick Duo" geformatteerd met deze camera
17:00:00
34:00:00 68:00:00
(Eenheden: beelden)
"Memory Stick Duo" geformatteerd met deze camera
128 MB 256 MB 512 MB1GB2GB4GB8GB
22
Het juiste beeldformaat selecteren
• Alle waarden gemeten bij gebruik van een "Memory Stick Duo" geproduceerd door Sony Corporation.
Het aantal stilstaande beelden en de tijdsduur voor films kunnen verschillen naargelang de
opnameomstandigheden en de opnamemedia.
• Wat de capaciteit van de media betreft: 1 GB komt overeen met 1 miljard bytes, waarvan een deel wordt
gebruikt voor het beheer van de gegevens.
Basishandelingen
23
Beelden opnemen
Schakelaar
scherpstelbereik
(Opnamemodus)-lampje
Zoomtoets
MOVIE-toets
PHOTO-toets
POWER-toets
-toets (Schermweergaveschakelaar)
1 Open het LCD-scherm om het toestel in te schakelen.
• U kunt het toestel ook inschakelen door op POWER te drukken.
2 Ga na of de (Opnamemodus)-lampje brandt.
• Het REC-lampje licht op.
3 Bevestig de compositie.
MODE-toets
Zelfontspannertoets
Keuzeknop
MENU-toets
Flitsertoets
Plaats het onderwerp in het
midden van het scherm.
4 Start met opnemen.
Bij opname van films:
Druk op MOVIE.
Druk nogmaals op MOVIE om te stoppen
met opnemen.
Bij opname van stilstaande beelden:
Druk op PHOTO.
• Bij het opnemen van films wijzigt de gezichtshoek ten opzichte van het opnemen van stilstaande beelden.
24
FilmsStilstaande beelden
5M
[
]
400
+2.0EV
101
Beelden opnemen
• De opnamefunctie stopt automatisch in de volgende situaties.
– Wanneer het bestandsformaat van de opgenomen film 2 GB overschrijdt.
– Nadat de maximale opnameduur* voor elk bestand is verstreken.
* NSC-GC1: 2 uur, NSC-GC3: 29 minuten
• Bij het opnemen van films, wordt de steadyshot-functie ingeschakeld.
De schermweergave wijzigen
-toets (Schermweergaveschakelaar)
Telkens wanneer u op de -toets (Schermweergaveschakelaar) drukt, wijzigen de
aanduidingen op het scherm als volgt.
Histogramscherm (pagina 39)
Histogram aan*
Aanduidingen uit
Aanduidingen aan
* Tijdens de weergave worden de beeldgegevens weergegeven.
• Als u langer op de -toets (Schermweergaveschakelaar) drukt, kunt u de achtergrondverlichting van het
LCD-scherm verhogen.
• Als u beelden buiten bij helder licht bekijkt, kunt u de helderheid van de achtergrondverlichting van het
LCD-scherm aanpassen.
De batterij loopt echter sneller leeg als u dit doet.
• Het LCD-scherm geeft niets weer wanneer de camera is aangesloten op een tv.
• Het histogram wordt in de volgende gevallen niet weergegeven:
Tijdens het opnemen
– Als het menu wordt weergegeven.
– Tijdens het opnemen van films
Tijdens het weergeven
– Als het menu wordt weergegeven.
– In de indexfunctie
– Wanneer u de weergavezoom gebruikt.
– Wanneer u stilstaande beelden roteert.
– Tijdens het weergeven van films
• Er kan een groot verschil optreden tussen het histogram dat wordt weergegeven tijdens het opnemen en
tijdens het weergeven wanneer:
– De flitser afgaat.
– De sluitertijd langzaam of snel is.
Basishandelingen
25
Loading...
+ 58 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.