Sony MZ-R5ST User Manual [et]

3-860-705-32 (1)
Portable MiniDisc Recorder
Gebruiksaanwijzing Bruksanvisning Käyttöohjeet Istruzioni per l'uso Manual de Instruções
MZ-R5ST
1998 by Sony Corporation
NL
S FIN I
P
WAARSCHUWING
Om brand of een elektrische schok te voorkomen, het apparaat niet blootstellen aan regen of vocht.
Open de ombouw van het apparaat evenmin om dezelfde reden. Laat eventueel onderhoud over aan de erkende vakhandel.
Opgelet
Het gebruik van optische instrumenten in combinatie met dit produkt vergroot de kans op oogletsel.
Informatie
DE LEVERANCIER IS IN GEEN GEVAL AANSPRAKELIJK VOOR DIRECTE, INDIRECTE OF GEVOLGSCHADE VAN WELKE AARD DAN OOK, DIE VOORTVLOEIT UIT HET GEBRUIK VAN EEN DEFECT ARTIKEL OF ENIG ANDER PRODUKT.
Voor de klanten in Nederland
Bij dit produkt zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA.
“MD WALKMAN” is een handelsmerk van Sony Corporation.
2-NL
Welkom!
Welkom in de wereld van de MiniDisc en maak kennis met de vele mogelijkheden en eigenschappen van de nieuwe MiniDisc Recorder.
• Het MiniDisc-stationsysteem — De recorder kan apart worden gebruikt of aan het station worden gekoppeld. Wanneer de recorder aan het station is gekoppeld, zijn alle functies en aansluitmogelijkheden beschikbaar. Wanneer de recorder van het station is losgekoppeld, is hij draagbaar.
• HiFi-opname — High-fidelity geluid met weinig ruis of vervorming kan worden opgenomen via de optische digitale ingang van de recorder.
• Bemonsteringsfrequentie-omzetter — Met dit toestel kunt u opnemen van digitale apparatuur met andere bemonsteringsfrequenties, zoals een BS tuner of DAT deck.
• Opnamemogelijkheden – Langdurige opname in mono (tot 148 minuten) – Time Machine-opname biedt de mogelijkheid om vanaf het begin van een muziekstuk op te nemen, ook al werd de toets later ingedrukt. – Aansluiting op een audio-timer om op te nemen wanneer u niet thuis bent.
• Eenvoudige bewerking dankzij het grote LCD-paneel en de bewerkingstoetsen. – Titelvoorbeelden (21 woorden en zinnen). – Met de UNDO-functie kan een bewerking ongedaan worden gemaakt.
• Geprogrammeerde weergave — Voor de weergave van muziekstukken in de volgorde van uw keuze.
• Kaart-afstandsbediening — Om het station vanop afstand te bedienen. Direct Selection mogelijk.
• Uitgang voor actieve luidsprekers — Sluit de actieve luidsprekers SRS-Z1000 (niet meegeleverd) aan voor een krachtige MD-weergave.
NL
3-NL
Inhoudsopgave
Het stationsysteem opstellen ................................... 6
Meteen een MD opnemen!....................................... 8
Meteen een MD beluisteren!.................................. 10
Verschillende manieren van opnemen .................. 12
Gesynchroniseerde opname (Synchro-opname)................................. 12
2 seconden teruggaan en opname starten
(Time Machine-opname) ........................................................................ 13
Opname in mono voor dubbele opnameduur .................................... 14
Opname met een microfoon................................................................... 15
Het opnameniveau manueel instellen .................................................. 15
Opnemen via analoge ingang (analoge opname) ............................... 16
De resterende tijd of de opnamepositie controleren .......................... 17
Op het uitleesvenster van het station ...............................................17
Op de recorder ..................................................................................... 17
Op de afstandsbediening ................................................................... 18
De klok instellen om de opnametijd te markeren............................... 19
Verschillende manieren van afspelen .................... 20
Een MD afspelen op het station............................................................. 20
Weergave met actieve luidsprekers.................................................. 20
Direct een muziekstuk kiezen (Direct Selection) ............................20
Geselecteerde muziekstukken in de gewenste volgorde afspelen
(Program Play) ..................................................................................... 21
Herhaald afspelen van nummers ..........................................................22
Bass-geluid accentueren (DIGITAL MEGA BASS)............................. 23
Uw gehoor beschermen (AVLS) ............................................................ 23
De resterende tijd of de weergavepositie controleren ....................... 24
Op het station....................................................................................... 24
Op de recorder ..................................................................................... 24
Op de afstandsbediening ................................................................... 25
4-NL
Opgenomen muziekstukken bewerken................. 26
Muziekstukken wissen (ERASE) ........................................................... 26
Een muziekstuk wissen ...................................................................... 26
De hele disc wissen ............................................................................. 26
Een muziekstukmarkering toevoegen (TRACK MARK ON) ........... 27
Een muziekstukmarkering wissen (TRACK MARK OFF) ................ 28
Opgenomen muziekstukken verplaatsen (MOVE) ............................ 29
Opnames benoemen (TITLE) ................................................................. 29
De laatste bewerking ongedaan maken (UNDO) ...............................31
Andere nuttige functies ..........................................32
De bedieningselementen vergrendelen (HOLD) ................................ 32
Opname/weergave met een timer........................................................ 32
Aansluiting en spanningsbronnen ......................... 34
Aansluiting voor opname — verbinding met CD-spelers, enz. ....... 34
Aansluiting voor digitale opname ....................................................34
Aansluiting voor analoge opname ................................................... 34
Aansluiting voor weergave — verbinding met versterkers of
actieve luidsprekers ................................................................................ 35
Aansluiting van digitale apparatuur ................................................ 35
Aansluiting van analoge apparatuur ............................................... 35
Voedingsbronnen .................................................................................... 36
Gebruik van het station op netstroom ............................................. 36
Gebruik van de recorder met een oplaadbare
lithium ion-batterij .............................................................................. 36
Gebruik van de recorder op droge batterijen.................................. 37
Levensduur batterijen......................................................................... 38
Aanvullende informatie ..........................................39
Voorzorgsmaatregelen............................................................................ 39
Verhelpen van storingen ........................................................................ 42
Systeembeperkingen ............................................................................... 45
Foutmeldingen ......................................................................................... 46
Technische gegevens ............................................................................... 48
Wat is een MD? ........................................................................................ 49
Bedieningselementen .............................................................................. 51
5-NL
Het stationsysteem opstellen
Sluit eerst andere apparatuur aan op het station alvorens de stekker in het stopcontact te steken. In dit hoofdstuk leest u hoe u via de digitale ingang kunt opnemen van een draagbare CD-speler en dergelijke. Zie “Aansluiting voor opname”, (pagina 34).
1
Aansluiting
op OPTICAL/ DIGITAL OUT
op DC IN 9V
1 Sluit de draagbare CD-speler
aan op het station.
2
Open het deksel.
Druk op PUSH OPEN en open het deksel.
op DIGITAL IN OPT1 of OPT2
Draagbare CD-
Optische kabel (niet meegeleverd)
netspanningsadapter (meegeleverd)
2 Sluit de netspanningsadapter aan.
speler, enz.
op een stopcontact
6-NL
3
Bevestig de recorder op het station.
1 Plaats de rechterkant van de
recorder ...
De recorder losmaken van het station.
RELEASE
Schuif RELEASE volledig naar rechts in de stopstand.
2 ... en druk de linkerkant omlaag tot
hij vastklikt.
Het uitleesvenster licht op wanneer de recorder correct is bevestigd.
Opmerkingen
• Zet de klok gelijk om de opnamedatum en -tijd te registreren (zie pagina 19).
• Laat de draagbare CD-speler op netstroom werken. Controleer of de stabiliseerfunctie (bijvoorbeeld ESP*) van de draagbare CD-speler is uitgeschakeld. * Electronic Shock Protection
(elektronische bescherming tegen schokken)
• Kleef geen stickers en dergelijk op oppervlakken waarmee de recorder in contact komt met het station, want dit kan een defect veroorzaken.
7-NL
Meteen een MD opnemen!
Deze uitleg geldt voor opname via digitale ingang. Voor opname via een analoge ingang, zie pagina 16. Voor opname met een microfoon, zie pagina 15.
1
Breng een opneembare MD in.
1 Verschuif OPEN en
open het deksel.
2 Breng een opneembare MD in
met het label naar boven en druk het deksel omlaag om het te sluiten.
OPEN
2
Kies de ingang.
Stel de INPUT schakelaar in volgens de gekozen ingang.
Ingang
DIGITAL IN OPT 1 DIGITAL IN OPT 2
INPUT schakelaar
OPT 1 OPT 2
8-NL
INPUT
3
Kies het punt waar u de opname wil laten beginnen
Druk op END SEARCH als u de opname wil laten beginnen vanaf het einde van de vorige opname.
(Sla deze stap over wanneer u wil beginnen opnemen vanaf het begin).
END SEARCH
.
4
Opnemen op een MD.
1 Druk en schuif REC naar rechts.
CD-speler, enz. (bron)
“REC” licht op en de opname begint vanaf het begin van de disc.
2 Speel de CD of cassette die u wilt opnemen
af.
Druk op p om te stoppen met opnemen.
Opmerking
”Toc Edit” knippert tijdens het registreren van opnamegegevens (begin en einde van het muziekstuk,
REC
Om
Te pauzeren
enz.). Terwijl deze indicatie op het uitleesvenster knippert, mag u de recorder niet verplaatsen noch de voedingsbron loskoppelen.
Druk op
1)
P
Druk nogmaals op P om de opname te hervatten.
Gedeeltelijk over de vorige opname op te nemen.
2)
(, + of = om het begin van de opname te zoeken en druk op p om te stoppen. Verschuif dan REC.
De MD te verwijderen. Het toestel af te zetten.
1)
Een muziekstukmarkering wordt toegevoegd op het punt waar u op P drukt; de rest van het muziekstuk wordt dan als een nieuw muziekstuk beschouwd.
2)
Wanneer u begint op te nemen op een punt waar al een bestaande opname staat, wordt de vorige opname overschreven (gewist) door de nieuwe.
3)
Wanneer u het deksel opent, verschuift het beginpunt van de opname naar het begin van het eerste muziekstuk. Controleer het beginpunt van de opname op het uitleesvenster.
p en open het deksel. Druk op POWER
3)
Indien de opname niet begint
•Controleer of de MD niet tegen opname is beveiligd (pagina 40).
•Als “SCMS NO COPY” verschijnt, kunt u niet digitaal opnemen (pagina 40).
•Op voorbespeelde MD’s kan niet worden opgenomen.
z
•Sluit de hoofdtelefoon aan op 2HEADPHONES op het station of op 2/ REMOTE op de recorder. Merk op dat de geluidskwaliteit via de hoofdtelefoon die is aangesloten op de recorder lager is dan wanneer hij is aangesloten op het station. Gebruik die om de opname te controleren.
•Als het station in de stopstand gedurende 5 minuten niet wordt bediend, wordt het uitgeschakeld. Druk op om het opnieuw aan te zetten.
9-NL
Meteen een MD beluisteren!
In dit hoofdstuk leest u hoe MD’s kunnen worden afgespeeld op de recorder wanneer die is losgekoppeld van het station. Zorg ervoor dat de oplaadbare batterij volledig is opgeladen. Voor het opladen en andere spanningsbronnen, zie “Voedingsbronnen”, (pagina 36 tot
38).
1
Plaats de oplaadbare batterij.
10-NL
2
Breng een MD in.
1 Verschuif OPEN en open het
deksel.
OPEN
2 Breng een MD in met het label naar
boven en druk het deksel omlaag om het te sluiten.
3
Speel de MD af.
VOL –/+
(
VOL –/+
1 Druk op ( (Zet de regelaar op
(+ op de afstandsbediening).
Een korte beeptoon weerklinkt in de hoofdtelefoon.
2 Druk op VOL –/+ om het volume te
regelen.
U kunt het volume controleren in het uitleesvenster.
Om
Te pauzeren
p
Druk op (beeps in de hoofdtelefoon)
P (continu korte beeps)
Druk op p om de weergave te stoppen.
Het volume wordt aangegeven in het uitleesvenster.
Druk nogmaals op P om de weergave te hervatten.
Naar het begin van het huidige muziekstuk te gaan
Naar het begin van het volgende muziekstuk te gaan.
Achteruit te gaan tijdens het
1)
afspelen Vooruit te gaan tijdens het
1)
afspelen De MD te verwijderen
1)
Om snel achteruit of vooruit te gaan zonder het geluid te beluisteren, drukt u op P en houdt u = of + ingedrukt.
2)
Na het openen van het deksel begint de weergave opnieuw vanaf het begin van het eerste muziekstuk.
Indien de weergave niet begint
Controleer of de recorder niet is vergrendeld (pagina 32).
z
De weergave schakelt automatisch tussen stereo en mono afhankelijk van de geluidsbron.
= eenmaal (Zet de regelaar op =op de afstandsbediening) (drie korte beeps)
+ eenmaal (Zet de regelaar op (•+ op de afstandsbediening) (twee korte beeps)
hou = ingedrukt (Blokkeer de regelaar op = op de afstandsbediening)
hou + ingedrukt (Blokkeer de regelaar op
(+ op de afstandsbediening) p en open het deksel.
Weergave met de recorder op het station bevestigd
Zie “Een MD afspelen op het station” (pagina
20).
Gebruik van een optionele hoofdtelefoon
Gebruik een hoofdtelefoon met een stereo ministekker. U kunt geen hoofdtelefoon met een microstekker gebruiken.
2)
11-NL
zVerschillende manieren van opnemen
Gesynchroniseerde opname (Synchro­opname)
U kunt makkelijk digitale opnames maken van een digitale bron of een MD. Voor synchro-opname sluit u de digitale bron aan met een digitale kabel en brengt u een opneembare MD in.
CD-speler, enz.
Druk op p om te stoppen met opnemen.
z
•Tijdens synchro-opname kunt u niet handmatig pauzeren.
•Als er tijdens synchro-opname gedurende meer dan 3 seconden geen weergavegeluid is, schakelt de recorder automatisch over naar de opname-wachtstand. Wanneer er weer geluid is, wordt de synchro-opname hervat. Als de recorder 5 minuten of langer in de wachtstand blijft, wordt hij automatisch uitgeschakeld.
Opmerkingen
•Bedien SYNCHRO REC niet na stap 2. De opname gebeurt dan niet correct.
•Bij opname in mono volgt u stap 1 en 2 van ”Opname in mono voor dubbele opnameduur ” (pagina 14) alvorens de synchro-opnameprocedure te volgen.
SYNCHRO REC
INPUT
1 Zet de INPUT schakelaar op “OPT1”
of “OPT2”, afhandelijk van de ingang waarop de bron is aangesloten.
2 Verschuif SYNCHRO REC naar ON.
“SYNC” verschijnt in het uitleesvenster.
SYNC
0% 50% 100%
LEFT
–db5040 30 20
LEVEL
RIGHT
3 Druk en schuif REC naar rechts.
De recorder schakelt over naar de opname-pauzestand.
4 Geef het brongeluid weer. De
recorder begint op te nemen wanneer hij het weergavegeluid ontvangt.
12-NL
REC
0246812
2 seconden teruggaan en opname starten (Time Machine-opname)
De recorder slaat in de opnamewachtstand geluidsingangssignalen op in het geheugen. Bij het starten van Time Machine-opname wordt het geluid uit het geheugen gehaald en begint de opname 2 seconden vroeger. Dit is bijvoorbeeld handig als u het begin van een muziekstuk niet wilt missen bij het opnemen van een BS- of FM­programma.
4 Druk op TIME MACHINE REC om
de opname te starten. De recorder gaat 2 seconden achteruit en start de opname.
Druk op p om te stoppen met opnemen.
Opmerking
Als er minder dan 2 seconden verstrijken tussen stap 2 en 3, gaat de recorder ook minder dan 2 seconden terug.
Start (stap 3)
2 sec.
Opname
Het geluid wordt opgenomen vanaf dit punt
TIME MACHINE REC P
Stop
tijd
1 Hou P ingedrukt en druk en schuif
REC naar rechts. De recorder schakelt over naar de opname-wachtstand.
2 Laat de geluidsbron spelen.
De recorder begint de geluidsingangssignalen op te slaan.
3 Bij opname via de analoge ingang
moet u het opnameniveau regelen (volg stap 6 van “Opnemen via analoge ingang”, pagina 16).
13-NL
Opname in mono voor dubbele opnameduur
Kies mono-geluid voor langere opnames. De opnameduur verdubbelt dan immers. Mono-opname kan terwijl de recorder al dan niet op het station is bevestigd.
MODE
MODE REC P
REC
P
1 Druk en schuif REC naar rechts
terwijl u P ingedrukt houdt. De recorder schakelt over naar de opname-wachtstand.
4 Druk noogmals op P om de opname
te starten.
5 Geef de geluidsbron weer.
Druk op p om te stoppen met opnemen.
De recorder schakelt bij de volgende opname weer over op stereo-geluid.
Opmerkingen
•Voor langere opnamen raden wij aan de recorder op het station te bevestigen.
•Wanneer u in mono opneemt van een stereo-bron, wordt het geluid van het linker- en rechterkanaal gemengd.
•Zet SYNCHRO REC op OFF bij het opnemen via de digitale ingang. U kunt niet in mono opnemen wanneer SYNCRO REC op ON staat.
•MD's die werden opgenomen in mono kunnen alleen worden afgespeeld met een MD-speler/recorder met mono-stand.
2 Druk op MODE.
“MONO” en “Monaural REC” verschijnen in het uitleesvenster en de recorder schakelt over naar mono­opname. Druk nogmaals op MODE om op te nemen in stereo.
3 Bij opname via de analoge ingang op
het station, moet u het opnameniveau regelen (speel de bron en volg stap 6 van “Opnemen via analoge ingang”, pagina 16).
14-NL
Opname met een microfoon
Sluit een stereo microfoon ECM-717, ECM-MS907, ECM-MS957, enz., (niet meegeleverd) aan op MIC (PLUG IN POWER). Wanneer de recorder is losgekoppeld van het station, kan alleen met de microfoon worden opgenomen. Het opnameniveau wordt automatisch ingesteld maar u kunt het ook manueel regelen.
Stereo microfoon
naar MIC (PLUG IN POWER)
MIC SENS (onderaan)
1 Kies de gevoeligheid met MIC SENS.
Normaal staat dit op HIGH. Bij het opnemen van geluid met hoog volume, zoals een live concert, moet u het op LOW zetten.
2 Breng een opneembare MD in en start
de opname. Druk en schuif REC naar rechts. Voor andere handelingen, zie ”Meteen een MD opnemen!”(pagina
8). De toetsen op het station met dezelfde naam hebben dezelfde functie.
Opmerking
Wanneer de recorder op het station is bevestigd, kan niet worden opgenomen met de microfoon.
Het opnameniveau manueel instellen
+
=
p
REC
P
1 Hou P ingedrukt en druk en schuif
REC meer dan 2 seconden naar rechts. De recorder schakelt over naar de opname-wachtstand en het opnameniveau wordt aangegeven.
REC
Opname­niveaumeter
2 Laat de geluidsbron spelen. 3 Let op de niveaumeter in het
uitleesvenster en regel het opnameniveau door op +(+) of
= (–) te drukken.
Stel het niveau zo in dat de meter 4 streepjes aangeeft bij middelmatig ingangsniveau.
REC
Opname­niveau
4 Druk nogmaals op P om de opname
te starten.
Druk op p om te stoppen met opnemen.
Het opnameniveau wordt weer automatisch geregeld.
z
Kies de gevoeligheid met MIC SENS.
Opmerking
Het opnameniveau moet worden ingesteld met de recorder in de wachtstand. Tijdens de opname kan het niet worden ingesteld.
15-NL
Opnemen via analoge ingang (analoge opname)
Om op te nemen van een radio of een platenspeler, moet u analoog aansluiten (pagina 35) en opnemen als volgt. Stel het opnameniveau manueel in.
p
INPUT
REC
P
REC LEVEL (ANALOG)
1 Breng een opneembare MD in. 2 Zet INPUT op ANALOG. 3 Kies het punt waar u de opname wil
laten beginnen. Druk op END SEARCH als u de opname wil laten beginnen vanaf het einde van de vorige opname.
4 Hou P ingedrukt en druk en schuif
REC naar rechts. De recorder schakelt over naar de opname-wachtstand en het opnameniveau wordt aangegeven.
6 Let op de niveaumeter in het
uitleesvenster en regel het opnameniveau met REC LEVEL. Stel het niveau in op ongeveer 12 (-12dB) bij een middelmatig ingangsniveau.
1
REC
0% 50% 100%
LEFT
LEVEL
–db5040 30 20
RIGHT
0246812
laag hoog
Opnameniveau-indicator
7 Druk nogmaals op P om de opname
te starten.
Opmerking
Merk op dat REC LEVEL ook werkt tijdens de opname; door de instelling te wijzigen, wordt ook het opnameniveau veranderd.
1
REC
LEVEL
Opnameniveau-indicator
5 Laat de geluidsbron spelen.
16-NL
0% 50% 100%
LEFT
–db5040 30 20
RIGHT
0246812
De resterende tijd of de opnamepositie controleren
In het uitleesvenster van het station, het uitleesvenster van de recorder, of het uitleesvenster van de afstandsbediening.
Op het uitleesvenster van het station
DISPLAY
1 Druk op DISPLAY.
Bij elke druk verandert het uitleesvenster als volgt.
In de stopstand
A
B
Verstreken tijdsduur
Resterende opnameduur
Resterende tijd van de muziekstukken op de disc
Huidige tijd en
1)
datum
1)
Verschijnt alleen wanneer de klok gelijk is gezet.
Verstreken tijdsduur
Resterende duur van het huidige muziekstuk
Verstreken tijdsduur
Op de recorder
Er verschijnt niets op de recorder wanneer die op het station is bevestigd.
A
1 2 3 4 5 6 7 8 9
REC
0% 50% 100%
LEFT
–db5040 30 20
LEVEL
RIGHT
B
muziekstuk-
0246812
nummer
positiewijzer
Tijdens het opnemen
A
Resterende opnameduur
Huidige tijd en
1)
datum
1)
Verschijnt alleen wanneer de klok gelijk is gezet.
B
Verstreken tijdsduur
Verstreken tijdsduur
DISPLAY
1 Druk op DISPLAY. Bij elke druk op
de toets verandert het uitleesvenster als volgt.
REC
Tijdens de opname
A
Muziekstuknummer
B
Verstreken tijdsduur
Resterende opnameduur
Huidig jaar
Huidige maand en datum
1)
Verschijnt alleen wanneer de klok gelijk is gezet.
Huidige tijd
A
B
1)
wordt vervolgd
17-NL
In de stop-stand
A
Muziekstuknummer
B
Verstreken tijdsduur
—ç
Resterende opnameduur
Resterend aantal muziekstukken
Huidig jaar
Resterende weergaveduur
Huidige maand en datum
1)
Verschijnt alleen wanneer de klok is ingesteld.
Huidige tijd
Op de afstandsbediening
DISPLAY
1 Druk op DISPLAY.
Bij elke druk op de toets verandert het uitleesvenster als volgt. Als de recorder op het station is bevestigd, wordt alleen het muziekstuknummer en de verstreken tijdsduur aangegeven.
In de stop-stand
A
Muziekstuknummer Muziekstuknummer Het aantal
B
Verstreken tijd Muziekstuknaam Discnaam
1)
1)
muziekstukken op de disc
2)
1)
Verschijnt alleen als de disc/het muziekstuk werd benoemd.
2)
Verschijnt alleen wanneer de klok is ingesteld.
Huidige maand en
2)
datum Huidige tijd
2)
z
Als u tijdens het afspelen de weergavepositie of de muziekstuknaam wilt controleren, zie pagina 24.
A
B
Tijdens de opname
A
Muziekstuknummer Muziekstuknummer
1)
Verschijnt alleen wanneer de klok is ingesteld.
18-NL
B
Verstreken tijd Resterende
opnametijd Huidige maand en
1)
datum Huidige tijd
1)
De klok instellen om de opnametijd te markeren
Om de datum en tijd bij het opnemen op de MD te registreren, moet u eerst de klok instellen. U kunt de klok gelijkzetten vanaf de losgekoppelde recorder of vanaf het station wanneer de recorder erop is bevestigd.
LINE(ANALOG)ACTIVE
IN OUT OPT 1 OPT 2
SP OUT
DC IN 9V
DIGITAL IN DIGITAL OUT
OPTICAL
CLOCK SET
CLOCK SET
1 Druk op CLOCK SET.
Gebruik hiervoor een scherp voorwerp. De jaarcijfers knipperen.
Uitleesvenster van het station
1 2 3 4 5 6 7 8 9
0% 50% 100%
LEFT
–db5040 30 20
LEVEL
RIGHT
0246812
2 Voer het huidige jaar in door op  of
µ te drukken.
Hou  of µ ingedrukt om de cijfers snel te veranderen.
3 Druk op P om het jaar in te voeren.
Het maandcijfer knippert.
4 Herhaal stap 2 en 3 om de huidige
maand, datum en tijd in te voeren. Als u op TITLE/ENTER drukt om de minuten in te stellen, begint de klok te lopen.
Als u zich vergist bij het instellen van de klok
Druk op p en stel de klok opnieuw in vanaf stap 2. U kunt een stap overslaan door op m te drukken.
De klok op de recorder gelijkzetten
De procedure is dezelfde als die voor het gelijkzetten van de klok op het station. Druk op CLOCK SET onderaan de recorder zodat het jaar knippert. Verander het cijfer met = of + en bevestig met (. Nadat u op ( hebt gedrukt om de minuten in te voeren, begint de klok te lopen. Als u de recorder op het station bevestigt nadat u de klok op de recorder gelijk hebt gezet, wordt de klok op het station automatisch gesynchroniseerd.
Tijdweergave volgens het 24­urensysteem
Druk op DISPLAY terwijl u de klok instelt. Druk nogmaals op DISPLAY om de tijd weer te geven volgens het 12­urensysteem.
De ingebouwde batterij van de klok opladen
Wanneer u de recorder na lange tijd voor het eerst weer gebruikt, moet u na het instellen van de klok de ingebouwde batterij opladen. Na het instellen van de klok laat u de recorder ongeveer 2 uur aangesloten op het stopcontact om de ingebouwde batterij van de klok op te laden. Een opgeladen batterij moet ongeveer een maand meegaan zonder op een stroombron te zijn aangesloten. De recorder laadt de ingebouwde batterij automatisch op wanneer hij wordt gevoed door netstroom, droge batterijen of een oplaadbare batterij.
19-NL
zVerschillende manieren van afspelen
Een MD afspelen op het station
Speel een MD als volgt af met de recorder op het station bevestigd. U kunt ook de kaart-afstandsbediening gebruiken.
POWER
=
p
+(
ACTIVE SP LEVEL
POWER
1 2 3
(
=
4 5 6 7 8 9
>
10 0/10
= ( +
P p
PLAY MODE
ACTIVE SP
LEVEL
P
Om
af te spelen het volume te
regelen van de
Handeling
Druk op ( Draai aan LEVEL op
het station
hoofdtelefoon te pauzeren
Druk op P Druk nogmaals op P om de weergave
te hervatten het begin van het huidige muziekstuk te zoeken
het begin van het volgende
Druk eenmaal op
=
Druk eenmaal op
+
muziekstuk te zoeken
achteruit te gaan tijdens de weergave
1)
vooruit te gaan tijdens de weergave
1)
de MD te verwijderen
het toestel af te zetten
Hou = ingedrukt
Hou + ingedrukt
Druk op p en open
het deksel.
Druk op POWER
20-NL
P
POWER
+
ACTIVE SP LEVEL
p
2)
1)
Om snel achteruit of vooruit te gaan zonder geluid, drukt u op P terwijl u = of + ingedrukt houdt.
2)
Wanneer u het deksel hebt geopend, start de weergave vanaf het begin van het eerste muziekstuk.
Opmerking
Als het station in de stopstand gedurende 5 minuten niet wordt bediend, wordt het uitgeschakeld. Druk op POWER of ( om het opnieuw aan te zetten.
Weergave met actieve luidsprekers
U kunt MD’s afspelen met actieve luidsprekers zoals de SRS-Z1000 (niet meegeleverd) door die aan te sluiten op het station (pagina 35).
Gebruik de bedieningstoetsen op het station of op de kaart-afstandsbediening.
Het volume regelen
Druk op ACTIVE SP LEVEL –/+ op het station of de kaart-afstandsbediening.
Direct een muziekstuk kiezen (Direct Selection)
U kunt een muziekstuk direct kiezen door het betreffende muziekstuknummer in te toetsen op de kaart-afstandsbediening.
1 Druk op de cijfertoets(en) voor het
muziekstuknummer of het muziekstuk van uw keuze. De recorder speelt het gekozen muziekstuk.
POWER
1 2 3 4 5 6 7 8 9
>
10 0/10
= ( +
P p
PLAY MODE
ACTIVE SP
Cijfertoetsen
LEVEL
z
•Druk op 0/10 om muziekstuknummer 10 te kiezen.
•Om een muziekstuknummer groter dan 10 te kiezen, drukt u eerst op >10 en vervolgens op het cijfer voor de tientallen gevolgd door het cijfer voor de eenheden. Druk op 0/10 als het cijfer voor de eenheden nul is.
•Om een muziekstuknummer groter dan 100 te kiezen, drukt u eerst tweemaal op >10 en vervolgens op het cijfer voor de honderdtallen, gevolgd door het cijfer voor de tientallen en tenslotte de eenheden.
Geselecteerde muziekstukken in de gewenste volgorde afspelen (Program Play)
3 Druk op (.
De recorder speelt muziekstukken in de geprogrammeerde volgorde.
De muziekstukvolgorde laten verschijnen
Druk op SELECT op het station voor het afspelen. Bij elke druk verschijnt het muziekstuknummer in de geprogrammeerde volgorde.
Het programma wijzigen
Druk op ERASE/DELETE op het station voor het afspelen om het laatste muziekstuk te annuleren of druk op p om alle muziekstukken te annuleren. Begin dan opnieuw vanaf stap 2.
Programmeren vanaf het station
Kies maximum 20 muziekstukken en speel ze af in de volgorde van uw keuze.
POWER
1 2 3
(
4 5 6 7 8 9
>
10 0/10
= ( +
P p
PLAY MODE
ACTIVE SP
LEVEL
Cijfertoetsen PLAY MODE
1 Druk herhaaldelijk op PLAY MODE
tot “PROGRAM” oplicht in het uitleesvenster.
2 Druk op de cijfertoets(en) voor het
muziekstuknummer van uw keuze in de gewenste volgorde. De muziekstukken worden achtereenvolgens geprogrammeerd. Er kunnen maximum 20 muziekstukken worden geprogrammeerd.
Programma­nummer
1 2 4 8
11
0% 50% 100%
PROGRAM
LEFT
LEVEL
RIGHT
–db504030 20
0246812
Totale tijdsduur
Om een muziekstuk te wissen, drukt u op ERASE/DELETE op het station.
1 Druk herhaaldelijk op MODE tot
“PROGRAM” oplicht in het uitleesvenster.
2 Kies het muziekstuknummer met de
cursortoetsen en druk op SELECT.
3 Herhaal stap 2 en kies de
muziekstukken in de gewenste volgorde.
4 Druk op (.
Opmerking
Het programma wordt gewist wanneer u het volgende doet:
• op p drukken
• de disc verwijderen
• de recorder losmaken van het station
• opnemen of bewerken
Muziekstuk­nummer
21-NL
Herhaald afspelen van nummers
U kunt de nummers op drie verschillende manieren afspelen — herhaal alles, herhaal één nummer, herhaal in willekeurige volgorde.
Op de recorder
MODE
Op het station
MODE
1 2 3 4 5 6 7 8 9
>
10 0/10
= ( +
P p
PLAY MODE
POWER
ACTIVE SP
PLAY MODE
PLAY MODE
LEVEL
Weergave­stamd
Recorder/ afstands-
Station
bediening
Alle
“ ”
REPEAT muziekstukken worden herhaald afgespeeld. (alle muziekstukken herhalen)
Een muziekstuk
“ 1”
REPEAT 1 wordt herhaald afgespeeld. (één muziekstuk herhalen)
Alle muziekstukken
SHUF
REPEAT
SHUFFLE worden herhaald afgespeeld in willekeurige volgorde. (willekeurig herhalen)
Herhaalde weergave annulern
Druk herhaaldelijk op MODE (PLAY MODE op de afstandsbediening) tot "REPEAT" " " van het uitleesvenster verdwijnt.
1 Druk tijdens de weergave
herhaaldelijk op MODE (PLAY MODE op de afstandsbediening) tot de gewenste weergavestand verschijnt in het uitleesvenster.
22-NL
Bass-geluid accentueren (DIGITAL MEGA BASS)
Uw gehoor beschermen (AVLS)
De Mega Bass-functie versterkt lage frequenties voor een voller weergavegeluid. U kunt deze functie alleen gebruiken wanneer de recorder is losgekoppeld van het station.
DIGITAL MEGA BASS
1 Zet DIGITAL MEGA BASS op “1” of
“2”. De lage tonen worden min of meer versterkt (1: zwak effect, 2: sterk effect).
Opmerkingen
•Als het geluid bij het accentueren van de lage tonen wordt vervormd, moet u het volume lager zetten.
•De Mega Bass-functie heeft geen invloed op het opnamegeluid.
De functie AVLS (Automatische volumebeperking) zorgt ervoor dat het volume onder het maximumniveau blijft om uw oren te beschermen. U kunt deze functie alleen gebruiken wanneer de recorder is losgekoppeld van het station.
AVLS
1 Zet AVLS op LIMIT.
“AVLS” verschijnt in het uitleesvenster en het volume wordt beperkt.
23-NL
De resterende tijd of de weergavepositie controleren
Informatie zoals muziekstuk- en disc­naam kan worden afgelezen van het uitleesvenster van het station, het uitleesvenster van de recorder of het uitleesvenster van de afstandsbediening.
Op de recorder
Er verschijnt niets op de recorder wanneer die op het station is bevestigd.
Op het station
DISPLAY
1 Druk op DISPLAY tijdens de
weergave. Bij elke druk verandert het uitleesvenster als volgt.
Disc-
1)
naam
muziek­stuk­naam
A
Resterend aantal muziekstukken en resterende tijdsduur
Opnametijd en
-datum
1)
2)
1 2 3 4 5 6 7 8 9
B
Verstreken tijdsduur
Resterende tijd huidig muziekstuk
Opname­duur
0% 50% 100%
LEFT
–db5040 30 20
LEVEL
RIGHT
C
Muziekstuk­nummer
Muziekstuk­nummer
Jaar/maand/
1)
datum
DISPLAY
1 Druk op DISPLAY tijdens de
weergave. Bij elke druk verandert het uitleesvenster als volgt.
A
B
A
Muziekstuk­nummer
A
B C
0246812
Muziekstuk­nummer
Resterend aantal muziekstukken
Opnamejaar
1)
Verschijnt alleen als de opnamedatum en ­tijd werd geregistreerd.
1)
B
Verstreken tijdsduur
Resterende tijd huidig muziekstuk
Resterende tijdsduur
1)
Opnamemaand en ­datum
Opnametijd
1)
1)
1)
Verschijnt alleen als de disc/het muziekstuk werd benoemd.
2)
Verschijnt alleen als de opnamedatum en ­tijd werd geregistreerd.
24-NL
Op de afstandsbediening
DISPLAY
1 Druk op DISPLAY tijdens de
weergave. Bij elke druk op DISPLAY verandert het uitleesvenster als volgt: Wanneer de recorder is aangesloten op het station verandert de weergave van het muziekstuknummer en de verstreken tijd niet.
BA
A
Muziekstuknummer Muziekstuknummer Het aantal
B
Verstreken tijd Muziekstuknaam Discnaam
1)
1)
muziekstukken op de disc
1)
Verschijnt alleen als de disc/het muziekstuk werd benoemd.
2)
Verschijnt alleen wanneer de klok is ingesteld.
Opnamemaand en -
2)
datum Opnametijd
2)
z
Om de resterende tijd of de opnamepositie te controleren in de opname- of stop-stand, zie pagina 17.
25-NL
z
Opgenomen
muziekstukken bewerken
U kunt uw opnames bewerken door muziekstukmarkeringen toe te voegen of muziekstukken en MD’s te benoemen. Voorbespeelde MD’s kunnen niet worden bewerkt.
Opmerkingen betreffende het bewerken
•Verplaats de recorder niet terwijl “Toc Edit”* knippert in het uitleesvenster.
•U kunt geen muziekstukken bewerken op een opnamebeveiligde MD. Sluit het nokje op de zijkant van de MD alvorens muziekstukken te bewerken.
* TOC = Table of contents (inhoudsopgave)
2 Controleer het muziekstuknummer in
het uitleesvenster en druk op TITLE/ ENTER. Het muziekstuk wordt van de MD gewist en de resterende muziekstukken worden hernummerd. De recorder begint het volgende muziekstuk af te spelen.
Een muziekstuk gedeeltelijk wissen
Breng muziekstukmarkeringen aan (pagina 27) bij het begin en het einde van het deel dat u wilt wissen en wis vervolgens dat deel.
Muziekstukken wissen (ERASE)
Een muziekstuk wissen
Controleer welk muziekstuk u wist.
p
ERASE/ DELETE
TITLE/ ENTER
1 Druk op ERASE/DELETE tijdens het
afspelen van het muziekstuk dat u wilt wissen. “Erase OK? n Push Enter” verschijnt in het uitleesvenster. De recorder speelt het gekozen muziekstuk herhaaldelijk af. Druk op p om de wisfunctie te annuleren.
De hele disc wissen
U kunt alle muziekstukken en gegevens op een MD wissen. Controleer goed de inhoud van de disc die u wilt wissen.
p
REC
TITLE/ ENTER
ERASE/ DELETE
1 Hou in de stop-stand ERASE/
DELETE ingedrukt en schuif REC naar rechts. “ALL Erase OK? n Push Enter” verschijnt in het uitleesvenster. Druk op p om het wissen te annuleren.
2 Druk op TITLE/ENTER.
“Toc Edit” knippert in het uitleesvenster. Als de MD is gewist, verschijnt “BLANK DISC” in het uitleesvenster.
26-NL
Een muziekstukmarkering toevoegen (TRACK MARK ON)
U kunt muziekstukmarkeringen aanbrengen zodat het gedeelte achter de nieuwe markering als een nieuw muziekstuk wordt beschouwd. De muziekstuknummers lopen op als volgt.
1234
12345
4
Muziekstukmarkering
.
Muziekstuknummers lopen op
Cursortoetsen
TITLE/ENTER
TRACK MARK
1 Druk in de MD weergave- of
pauzestand op TRACK MARK op het station op het punt waar u een markering wilt aanbrengen. “Rehearsal” en “Muziekstuk Mark ON OK? n Push Enter” verschijnen. Een stuk van vier seconden wordt dan voortdurend herhaald. Bepaal het markeerpunt met de cursortoetsen. Dit punt kan in stappen van 0,06 seconden acht seconden vooruit of achteruit worden geschoven. Druk op p om geen muziekstukmarkeringen meer aan te brengen.
2 Druk op TITLE/ENTER.
“Muziekstuk Mark ON” verschijnt. Een muziekstukmarkering wordt toegevoegd en het gedeelte achter de markering wordt als een nieuw muziekstuk geteld.
Een muziekstukmarkering aanbrengen op de recorder
Druk in de weergave- of pauzestand op T MARK. Wanneer u op de toets drukt, wordt een muziekstukmarkering aangebracht.
Muziekstukmarkeringen toevoegen tijdens de opname
Druk op TRACK MARK op het station, T MARK op de recorder of TRACK MARK op de afstandsbediening. Wanneer u op de toets drukt, wordt een muziekstukmarkering aangebracht.
Opmerking
Wanneer u een muziekstukmarkering aanbrengt met de recorder of wanneer u een muziekstukmarkering aanbrengt tijdens de opname, wordt de markering aangebracht op het punt waarin u op de T MARK of TRACK MARK toets hebt gedrukt. De positie kan niet worden gewijzigd met de cursortoetsen.
27-NL
Een muziekstukmarkering wissen (TRACK MARK OFF)
Bij opname via de analoge (lijn) ingang kunnen onnodige muziekstukmarkeringen worden opgenomen. U kunt een muziekstukmarkering wissen om muziekstukken voor en na de muziekstukmarkering te combineren. De muziekstuknummers veranderen dan als volgt.
1234
.
123
Muziekstuknummers verminderen
1 Druk op P om te pauzeren tijdens de
weergave van het muziekstuk met de muziekstukmarkering die u wilt wissen.
4
Een muziekstukmarkering wissen
=
TITLE/ ENTER
P
TRACK MARK
2 Zoek de muziekstukmarkering door
lichtjes op = te drukken. Om bijvoorbeeld de derde muziekstukmarkering te wissen, zoekt u het begin van het derde muziekstuk. “00:00” verschijnt in het uitleesvenster.
3 Druk op TRACK MARK op het
station. “Rehearsal” licht op en “Track mark OFF OK? n Push Enter” verschijnen afwisselend. Een stuk van vier seconden wordt dan voortdurend herhaald. Druk op p om te stoppen met wissen.
4 Druk op TITLE/ENTER.
“Track mark OFF” verschijnt. De muziekstukmarkering wordt gewist en de twee muziekstukken worden samengevoegd. Het samengevoegde muziekstuk krijgt het nummer van het eerste muziekstuk. De volgende muziekstukken worden hernummerd.
Een muziekstukmarkering wissen op de recorder
Druk in de pauzestand op = of + om de muziekstukmarkering te zoeken die u wilt wissen. Druk op T MARK.
Opmerking
Wanneer een muziekstukmarkering wordt gewist met de recorder, wordt de markering gewist wanneer u op de T MARK toets drukt. De weergave wordt niet herhaald.
z
Wanneer u een muziekstukmarkering wist, worden ook de datum,tijd en naam gewist.
28-NL
Opgenomen
1 2 3 4 5 6 7 8 9
0% 50% 100%
LEVEL
0246812
LEFT RIGHT
–db5040 30 20
muziekstukken verplaatsen (MOVE)
U kunt de volgorde van de opgenomen muziekstukken wijzigen.
Voor het verplaatsen
Muziekstuk A Muziekstuk B Muziekstuk C Muziekstuk D
1234
Verplaatst u muziekstuk C van
Na het verplaatsen
Muziekstuk A Muziekstuk C Muziekstuk B Muziekstuk D
$
1234
het derde naar het tweede muziekstuk.
Opnames benoemen (TITLE)
U kunt de MD’s en muziekstukken die u hebt opgenomen benoemen met letters, cijfers en tekens. Elk label kan bestaan uit maximum 200 tekens en elke MD kan maximum ongeveer 1700 tekens bevatten.
INPUT POSITION
ERASE/DELETE
MOVE/INSERT
MOVE/INSERT
Cursortoetsen
1 Druk in de weergave- of pauzestand
van het muziekstuk dat u wilt verplaatsen op MOVE/INSERT.
In het bovenstaande voorbeeld verschijnen “Move No.003 n No.003” en “OK? n Push Enter” in het uitleesvenster.
2 Druk op de cursortoetsen om de
nieuwe muziekstukpositie te kiezen. M of µ verlaagt het muziekstuknummer. Â of m verhoogt muziekstuknummer. Druk op p om het verplaatsen te stoppen.
3 Druk nogmaals op TITLE/ENTER.
Het verplaatsen is gedaan en de recorder speelt het verplaatste muziekstuk.
p
TITLE/
P
ENTER
Cursortoetsen
1 Om een muziekstuk te benoemen,
speelt u het muziekstuk dat u wilt benoemen. Om een MD te benoemen, brengt u de MD in die u wilt benoemen. Als een MD reeds is ingebracht, drukt u op p om te stoppen.
CAPS TITLE/
ENTER
SELECT
2 Druk op TITLE/ENTER.
De disc-titel en een set tekens verschijnen.
3 Druk op de cursortoetsen om een
teken te kiezen en druk op SELECT om te bevestigen.
Cursor
29-NL
Druk op
CAPS
Om
over te schakelen tussen letters, symbolen, cijfers en titelvoorbeelden
Cursortoetsen
de cursor op/neer/ rechts/links te bewegen
INPUT POSITION M/m
SELECT
de invoerpositie naar links/rechts verplaatsen
een letter in te voeren en de invoerpositie naar rechts te verplaatsen
p
te stoppen met benoemen
MOVE/
een blanco in te lassen
INSERT ERASE/
DELETE
een letter te wissen en de invoerpositie naar links te verplaatsen
4 Herhaal stap 3 tot u alle tekens van
de naam hebt ingevoerd.
5 Druk op TITLE/ENTER.
Het muziekstuk of de disc is benoemd.
Druk op p om het benoemen te annuleren.
Beschikbare tekens
• Hoofdletters en kleine letters van het Engelse alfabet
• Cijfers 0 tot 9
• ! " # $ % & ( ) * + – . ; < = > ? @ _ ` ' , / : _ (blanco)
1 2 3 4 5 6 7 8 9
Cursor
0% 50% 100%
LEFT
–db5040 30 20
LEVEL
RIGHT
Pagina-aanduiding
0246812
Opnames opnieuw benoemen
Voer stappen 1 en 2 uit om de benaming van het muziekstuk of de MD in het uitleesvenster te laten verschijnen. Voer een nieuw teken in over het teken dat u wilt wijzigen en druk op TITLE/ ENTER.
Opmerkingen
•U kunt geen voorbespeelde noch onbespeelde MD’s opnieuw benoemen.
•De recorder kan Japanse ”Katakana” tekens weergeven maar u kunt er geen opnames mee benoemen.
De titelvoorbeelden gebruiken.
De titelvoorbeelden gebruiken. Gebruik de 21 voorbeeldwoorden/­zinnen om een discnaam, muziekstuktitel of bericht samen te stellen. Druk op M/m om van pagina te veranderen. Druk op Â/µ om de cursor (>) omhoog of omlaag te brengen. Druk op SELECT de om titel in te voeren die met de cursor werd gekozen.
30-NL
Loading...
+ 257 hidden pages