Sony DSC-W35, DSC-W55 Handbook [nl]

Page 1
VKLIK!
Inhoud
Basishandelingen
Het menu gebruiken
Digitale camera
Cyber-shot-handboek
DSC-W35/W55
Lees dit handboek en de
Het Setup-scherm gebruiken
Beelden bekijken op een televisiescherm
"Gebruiksaanwijzing" aandachtig door voordat u het apparaat gebruikt. Bewaar deze documenten voor het geval u deze later
De computer gebruiken
Stilstaande beelden afdrukken
Problemen oplossen
Overige
Index
© 2007 Sony Corporation 2-899-987-71(1)
NL
Page 2

Opmerkingen over het gebruik van de camera

Typen "Memory Stick" die kunnen worden gebruikt (niet bijgeleverd)
Het IC-opnamemedium dat in deze camera wordt gebruikt, is een "Memory Stick Duo". Er zijn twee typen "Memory Stick".
"Memory Stick Duo": u kunt een "Memory Stick Duo" gebruiken met de camera.
"Memory Stick": u kunt geen "Memory Stick" gebruiken met de camera.
U kunt geen andere geheugenkaarten gebruiken.
• Zie pagina 107 voor meer informatie over de "Memory Stick Duo".
Als u een "Memory Stick Duo" gebruikt met "Memory Stick"-compatibele apparatuur
U kunt de "Memory Stick Duo" gebruiken door deze in de Memory Stick Duo-adapter (niet bijgeleverd) te plaatsen.
• Als u de batterijdoos niet zult gebruiken gedurende langere tijd, moet u de bestaande lading volledig verbruiken, de batterijdoos uit de camera verwijderen en deze op een koele, droge plaats opbergen. Hierdoor blijven de functies van de batterijdoos behouden.
• Zie pagina 109 voor details over de bruikbare batterijdoos.
Carl Zeiss-lens
Deze camera heeft een Carl Zeiss-lens die in staat is scherpe beelden met een uitstekend contrast te reproduceren. De lens voor deze camera werd geproduceerd volgens een kwaliteitsgarantiesysteem dat door Carl Zeiss is gecertificeerd in overeenstemming met de kwaliteitsnormen van Carl Zeiss in Duitsland.
Opmerkingen over het LCD-scherm en de lens
• Het LCD-scherm is vervaardigd met precisietechnologie, waardoor meer dan 99,99% van de pixels operationeel is. Soms kunnen er op het LCD-scherm echter zwarte stipjes en/of heldere stipjes (wit, rood, blauw of groen) permanent zichtbaar zijn. Dit is normaal en heeft geen enkele invloed op het opgenomen beeld.
Zwarte, witte, rode,
blauwe of groene
puntjes
Memory Stick Duo-adapter
Opmerkingen over de batterijdoos
• Laad de batterijdoos (bijgeleverd) op voordat u de camera de eerste keer gebruikt.
• De batterijdoos kan altijd worden opgeladen, zelfs als deze nog niet volledig leeg is. Zelfs als de batterijdoos niet volledig is opgeladen, kunt u de gedeeltelijk opgeladen capaciteit van de batterijdoos gebruiken.
2
• Als het LCD-scherm of de lens langdurig wordt blootgesteld aan direct zonlicht, kunnen storingen optreden. Wees voorzichtig wanneer u de camera buiten of bij een raam neerlegt.
• Druk niet op het LCD-scherm. Het scherm kan verkleuren en hierdoor kunnen storingen optreden.
• In een koude omgeving kunnen de beelden op het LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is normaal.
Page 3
Opmerkingen over het gebruik van de camera
• Deze camera heeft een krachtige zoomlens. Wees voorzichtig dat u de lens niet ergens tegenaan stoot en oefen er geen druk op uit.
De beelden in dit handboek
De foto's die in dit handboek worden gebruikt als voorbeelden, zijn gereproduceerde beelden die niet daadwerkelijk met deze camera zijn opgenomen.
Over illustraties
De illustraties in dit handboek zijn van de DSC­W55 tenzij anders vermeld.
3
Page 4

Inhoud

Opmerkingen over het gebruik van de camera......................................... 2
Basistechnieken voor betere beelden....................................................... 7
Scherpstellen – Scherpstellen op een onderwerp ............................................ 7
Belichting – De lichtintensiteit instellen ............................................................. 8
Kleur – De effecten van de lichtbron ................................................................. 9
Kwaliteit – Over "beeldkwaliteit" en "beeldformaat" ......................................... 10
Onderdelen en bedieningselementen.....................................................11
Aanduidingen op het scherm .................................................................. 13
De schermweergave wijzigen ................................................................. 17
Het interne geheugen gebruiken.............................................................18
Basishandelingen
De modusknop gebruiken ....................................................................... 19
Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie) ....................20
Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuzefunctie)............................... 26
Beelden weergeven/verwijderen.............................................................29
Het menu gebruiken
De menu-items gebruiken ............................................................... 31
Menu-items ..........................................................................................32
Menu voor opnemen...............................................................................33
COLOR (Kleurfunctie): De levendigheid van het beeld wijzigen of speciale effecten toevoegen 9 (Scherpstellen): De scherpstelmethode wijzigen
(Lichtmeetfun.): De lichtmeetfunctie selecteren
WB (Witbalans): De kleurtinten aanpassen ISO: De lichtgevoeligheid selecteren
(Beeldkwaliteit): De kwaliteit voor stilstaande beelden selecteren
Mode (Opn.functie): De functie voor continu opnemen selecteren
M
(Interval): Het frame-interval in de [Multi Burst]-functie selecteren (Flitsniveau): De hoeveelheid flitslicht instellen (Contrast): Het contrast van het beeld aanpassen
(Scherpte): De scherpte van het beeld aanpassen
(Setup): De Setup-items wijzigen
4
Page 5
Inhoud
Menu voor weergeven.............................................................................44
(Map): De map voor beelden weergeven selecteren
- (Beveiligen): Voorkomen dat gegevens per ongeluk worden gewist DPOF: Een afdrukmarkering toevoegen
(Afdrukken): Beelden afdrukken met een printer
(Dia): Een reeks beelden afspelen
(Ander form.): Het beeldformaat van een opgenomen beeld wijzigen (Roteren): Een stilstaand beeld roteren
(Opdelen): Films knippen
(Setup): De Setup-items wijzigen
Trimmen: Een vergroot beeld opnemen
Het Setup-scherm gebruiken
De Setup-items gebruiken ...............................................................52
Camera ..............................................................................................53
AF-functie Digitale zoom Functiegids
Intern geheugen-tool..........................................................................56
Formatteren
Memory Stick tool..............................................................................57
Formatteren Opnamemap maken
Setup 1 ...............................................................................................60
1
LCD-verlicht (alleen DSC-W55) Pieptoon
Setup 2 ...............................................................................................61
2
Bestandsnr. USB-aansl.
Rode-ogeneff. AF-verlicht. Auto Review
Opnamemap wijz. Kopiëren
Taal
Initialiseren
Video-uit Klokinstel.
Beelden bekijken op een televisiescherm
Beelden bekijken op een televisiescherm ...............................................63
5
Page 6
Inhoud
De computer gebruiken
Werken met uw Windows-computer ....................................................... 65
De software (bijgeleverd) installeren.......................................................67
Beelden kopiëren naar de computer.......................................................68
Beeldbestanden opgeslagen op de computer weergeven op de
camera (met een "Memory Stick Duo")...................................................75
Met "Picture Motion Browser" (bijgeleverd) ............................................76
De Macintosh-computer gebruiken.........................................................82
Stilstaande beelden afdrukken
Stilstaande beelden afdrukken................................................................84
Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele
printer...................................................................................................... 85
Afdrukken bij een fotowinkel...................................................................89
Problemen oplossen
Problemen oplossen ............................................................................... 91
Waarschuwingsaanduidingen en berichten..........................................103
6
Overige
De camera in het buitenland gebruiken — Stroomvoorziening.............106
De "Memory Stick" ................................................................................ 107
Over de batterijdoos.............................................................................. 109
Over de batterijlader ............................................................................. 110
Index
Index .....................................................................................................111
Page 7

Basistechnieken voor betere beelden

Scherp-
Belichting Kleur Kwaliteit
stellen
Dit gedeelte beschrijft de basishandelingen voor het gebruik van de camera. Hier wordt het gebruik van de verschillende camerafuncties, zoals de modusknop (pagina 19), de menu's (pagina 31), enzovoort beschreven.
Scherp­stellen
Scherpstellen op een onderwerp
Als u de sluiterknop half indrukt, stelt de camera automatisch scherp (automatische scherpstelling). Houd er rekening mee dat de sluiterknop slechts half ingedrukt moet worden.
Aanduiding voor AE/
Druk de sluiterknop volledig in.
Druk de sluiterknop half in.
Als u een stilstaand beeld opneemt waarop u moeilijk kunt scherpstellen
AF-vergrendeling knippert , brandt/
piept
Druk vervolgens de sluiterknop volledig in.
t [Scherpstellen]
(pagina 34) Als het beeld zelfs na scherpstellen wazig is, kan dit komen doordat de camera is bewogen. Zie "Tips om wazige beelden te voorkomen" (hieronder).
t
Tips om wazige beelden te voorkomen
Houd de camera stil en houd uw armen langs uw zij. U wordt aangeraden tegen een boom of een gebouw in de buurt te leunen om uzelf te stabiliseren. U kunt ook opnemen met een zelfontspanner met een vertraging van 2 seconden of een statief gebruiken. Gebruik de flitser wanneer u opnamen maakt bij weinig licht.
7
Page 8
Basistechnieken voor betere beelden

Belichting

U kunt verschillende beelden maken door de belichting en de ISO-gevoeligheid aan te passen. Belichting is de hoeveelheid licht die door de lens in de camera valt wanneer u de sluiterknop indrukt.
De lichtintensiteit instellen
Belichting:
Overbelichting
= te veel licht Te licht beeld
Juiste belichting
Onderbelichting
= te weinig licht Te donker beeld
Sluitertijd = tijdsduur dat het licht in de camera valt Diafragma = grootte van de opening waardoor het licht
in de camera valt
ISO-gevoeligheid (Aanbevolen belichtingsindex) = opnamegevoeligheid
In de automatische instelfunctie wordt de belichting automatisch ingesteld op de juiste waarde. U kunt deze echter ook handmatig instellen met de hieronder beschreven functies.
EV aanpassen:
Hiermee kunt u de belichting aanpassen die door de camera is ingesteld (pagina 24).
Lichtmeetfun.:
Hiermee kunt u het gedeelte van het onderwerp wijzigen dat wordt gemeten om de belichting in te stellen (pagina 36).
De ISO-gevoeligheid aanpassen (Aanbevolen belichtingsindex)
ISO-gevoeligheid is de meting waarmee wordt geschat hoeveel licht er op het beeldopnameapparaat valt. Zelfs wanneer de belichting hetzelfde is, verschillen de beelden afhankelijk van de ISO-gevoeligheid. Zie pagina 38 als u de ISO-gevoeligheid wilt aanpassen.
Hoge ISO-gevoeligheid
Neemt een helder beeld op, zelfs op donkere plaatsen. Het beeld wordt echter korrelig.
Lage ISO-gevoeligheid
Neemt een vloeiender beeld op. Het beeld wordt echter donkerder als de belichting onvoldoende is.
8
Page 9
Basistechnieken voor betere beelden

Kleur

De natuurlijke kleur van het onderwerp wordt beïnvloed door de belichtingsomstandigheden.
De effecten van de lichtbron
Voorbeeld: de kleur van een beeld wordt beïnvloed door lichtbronnen
Weer/lichtbron
Kenmerken van het licht
In de automatische instelfunctie worden de kleurtinten automatisch aangepast. U kunt de kleurtinten echter ook handmatig aanpassen met [Witbalans] (pagina 37).
Daglicht Bewolkt Fluorescerend Gloeilamp
Wit (standaard) Blauwachtig Blauwgetint Roodachtig
9
Page 10
Basistechnieken voor betere beelden

Kwaliteit

Over "beeldkwaliteit" en "beeldformaat"
Een digitaal beeld is samengesteld uit een groot aantal kleine puntjes die pixels worden genoemd. Als een beeld uit veel pixels bestaat, is het beeld groot, neemt het meer geheugenruimte in beslag en wordt het zeer gedetailleerd weergegeven. "Beeldformaat" wordt aangegeven door het aantal pixels. Hoewel u op het scherm van de camera het verschil niet kunt zien, verschillen de kleine details en de verwerkingstijd wanneer het beeld wordt afgedrukt of weergegeven op een computerscherm.
Beschrijving van de pixels en het beeldformaat
1 Beeldformaat: 7M
3072 pixels × 2304 pixels = 7.077.888 pixels
2 Beeldformaat: VGA
2304
640 pixels × 480 pixels = 307.200 pixels
640
Pixels
3072
480
Het gewenste beeldformaat selecteren (pagina 25)
Pixel
Veel pixels (hoge beeldkwaliteit en groot bestand)
Weinig pixels (lage beeldkwaliteit en klein bestand)
Voorbeeld: afdrukken tot maximaal A3­formaat
Voorbeeld: een beeld verzenden als bijlage bij een e-mailbericht
De beeldkwaliteit selecteren (compressieverhouding) (pagina 39)
U kunt de compressieverhouding selecteren die gebruikt wordt voor het opslaan van digitale beelden. Als u een hoge compressieverhouding selecteert, mist het beeld de fijne details, maar is het beeldbestand kleiner.
10
Page 11

Onderdelen en bedieningselementen

Zie de pagina's tussen haakjes voor meer informatie.
1 2
3
4
8 9
A Sluiterknop (20) B Voor opnemen: Zoomhendel (W/T) (21)
Voor weergeven: / (weergavezoom)-hendel / (index)­hendel (29, 30)
C Zoekervenster D Lens E POWER-toets/POWER-lampje F Microfoon G Flitser (22) H Zelfontspannerlampje (23)/AF-
illuminator (55)
5 6 7
DSC-W55
qf qg qh qj qk ql
qd
DSC-W35
ws wd wf
A Lampje AE/AF-vergrendeling/
Zelfontspannerlampje (groen) (23)
B Oplaadlampje flitser/Opnamelampje
(oranje)
C Luidspreker D Zoeker E LCD-scherm (17)
0
qa qs
w;
wa 9
11
Page 12
Onderdelen en bedieningselementen
F DISP-toets (Schermweergave) (17)
• Houd de DISP-toets (schermweergave) langer ingedrukt om de helderheid van de achtergrondverlichting van het LCD-scherm te selecteren (alleen DSC-W55).
G MENU-toets (31)
• Druk langer op MENU om het scherm (Setup) weer te geven.
H (Weergave)-toets (29) I Bevestigingsoog voor de polsriem J Modusknop (19) K Regeltoets
Menu aan: v/V/b/B/z (31) Menu uit: / / / (22-24)
L -toets (Beeldformaat/
Verwijderen) (25, 29)
M Schroefgat voor statief (onderkant)
• Gebruik een statief met een schroeflengte van minder dan 5,5 mm. Bij gebruik van schroeven die langer zijn dan 5,5 mm, kan de camera niet stevig op het statief worden bevestigd en kan de camera beschadigd raken.
• Verwijder de camera na gebruik van het statief.
N Klep voor accu/"Memory Stick Duo" O Toegangslampje P "Memory Stick Duo"-sleuf Q Batterijsleuf R Hendel voor uitwerpen batterij
S Meervoudige aansluiting (onderkant)
(DSC-W55)
• De meervoudige aansluiting wordt in de volgende situaties gebruikt:
– USB-verbinding met een computer – AV-verbinding met een televisie – PictBridge-verbinding met een printer
T DC IN-aansluiting (DSC-W35)
Bij gebruik van de netspanningsadapter AC-LS5K (niet bijgeleverd) Raadpleeg de gebruiksaanwijzing die bij de netspanningsadapter is geleverd voor meer details.
2 Naar
1
DC IN­aansluiting
v
markering
• U kunt de batterijdoos niet opladen door uw camera aan te sluiten op de AC-LS5K­netspanningsadapter. Gebruik de batterijlader om de batterijdoos op te laden.
U Afdekking van de DC IN-aansluiting
(DSC-W35)
V A/V OUT-aansluiting (DSC-W35) W Klep aansluiting (DSC-W35) X (USB)-aansluiting (DSC-W35)
12
Page 13

Aanduidingen op het scherm

Zie de pagina's tussen haakjes voor meer informatie.
Bij opname van stilstaande beelden
1
2
Bij opname van films
A
Scherm Aanduiding
Resterende acculading
z AE/AF-vergrendeling
M
WB
Opnamefunctie (19, 40)
Witbalans (37)
(20)
3
4
5
Scherm Aanduiding
Zoomvergrotingsfactor (21,
)
1.3
53
Rode-ogeneffect beperken
(54)
Scherpte (43)
Contrast (43)
ON
RICH NATURAL SEPIA B&W
AF-illuminator (55)
Lichtmeetfunctie (36)
Kleurfunctie (33)
B
Scherm Aanduiding
Macro (22)
S AF M A F
1.0m Vooraf ingestelde afstand
V Donkerder v Helderder
AF-functie (53)
Aanduiding AF­bereikzoekerframe
scherpstelling
Aanpassingsbalk voor belichtingswaarde
• De weergave wordt gewijzigd, afhankelijk van de stand van de modusknop (links weergegeven).
Richtlijn voor belichtingswaarde
(34)
(34)
(24)
(24)
STBY OPNEMEN
SL
Stand-by/film opnemen
Modusknop (scènekeuze) (19)
Modusknop (Autom. Programma) (19)
Camerafunctie (20)
Flitsfunctie (22)
Flitser wordt opgeladen
13
Page 14
Aanduidingen op het scherm
C
Scherm Aanduiding
7M 5M
3:2
3M
2M
VGA
16:9
FINE
STD
6 40
6 40
Beeldformaat (25)
wordt alleen
1M
1M
weergegeven wanneer de Multi-burst-functie is
160
geactiveerd.
FINE STD Beeldkwaliteit (39)
101
Opnamemap (57)
• Dit wordt niet weergegeven als het interne geheugen wordt gebruikt.
Resterende interne geheugencapaciteit
Resterende "Memory Stick"-capaciteit
00:00:00 [00:28:25]
Opnameduur [maximale opnameduur]
1/30" Multi-burst-interval
400 Resterend aantal
opneembare beelden
Zelfontspanner
C:32:00 Weergave zelfdiagnose
(103)
ISO-waarde (38)
D
Scherm Aanduiding
Trillingswaarschuwing
• Waarschuwt dat door trillingen het beeld wellicht niet goed wordt opgenomen, vanwege onvoldoende belichting. Zelfs als de trillingswaarschuwing wordt weergegeven, kunt u het beeld opnemen. U kunt het best de flitser gebruiken voor een betere belichting of een statief of ander hulpmiddel gebruiken om de camera te stabiliseren (pagina 7).
E Waarschuwing voor
zwakke batterijen (103)
14
(23)
(42)
Scherm Aanduiding
+ Dradenkruis van de
puntlichtmeting
AF-bereikzoekerframe (34)
E
Scherm Aanduiding
Histogram (17, 24)
NR lage sluitertijd
• Wanneer de sluitertijd bij weinig licht onder een bepaalde snelheid daalt, wordt de NR (Ruisonderdrukking) lage sluitertijd-functie automatisch geactiveerd om de ruis in het beeld te beperken.
125 Sluitertijd
F3.5 Diafragmawaarde
+2.0EV Belichtingswaarde
(31)
Menu
(niet weergegeven op het scherm op de vorige pagina)
(36)
(24)
Page 15
Aanduidingen op het scherm
Bij weergave van stilstaande beelden
Bij weergave van films
A
Scherm Aanduiding
Resterende acculading
M
7M 5M
3:2
3M
2M
VGA
16:9
FINE
STD
6 40
6 40
Opnamefunctie (
Beeldformaat
1M
160
19, 40)
(25)
Weergavefunctie (29)
- Beveiligen
(44)
Afdrukmarkering (DPOF)
(89)
Map wijzigen (44)
• Dit wordt niet weergegeven als het interne geheugen wordt gebruikt.
1.3
Stap
Zoomvergrotingsfactor
(29)
Weergave per frame (40)
12/16
N Weergeven (29)
Volume (29)
B
Scherm Aanduiding
101-0012 Map-bestandsnummer (44)
Weergavebalk
15
Page 16
Aanduidingen op het scherm
C
Scherm Aanduiding
PictBridge verbinden (86)
101
101
Opnamemap (57)
• Dit wordt niet weergegeven als het interne geheugen wordt gebruikt.
Weergavemap (44)
• Dit wordt niet weergegeven als het interne geheugen wordt gebruikt.
Resterende interne geheugencapaciteit
Resterende "Memory Stick"-capaciteit
8/8 12/12 Beeldnummer/aantal
beelden opgenomen in geselecteerde map
C:32:00 Weergave zelfdiagnose
(103)
00:00:12 Teller
D
Scherm Aanduiding
PictBridge verbinden (88)
• Koppel de kabel voor de terminal voor meervoudig gebruik (DSC-W55)/USB­kabel (DSC-W35) niet los terwijl het pictogram wordt weergegeven.
+2.0EV Belichtingswaarde (24)
ISO-waarde (38)
Lichtmeetfunctie (36)
Flitser
WB
Witbalans
(37)
E
Scherm Aanduiding
Histogram (17, 24)
wordt weergegeven wanneer de histogramweergave is uitgeschakeld.
2007 1 1 9:30 AM
DPOF
z PAUZE z AFSP.
VORIGE/
Opnamedatum/-tijd van het weergavebeeld
Menu
Multi-burst-beelden in reeksen weergeven
Beelden selecteren
VOLGENDE
VOLUME
Volume regelen
(31)
(40)
500 Sluitertijd
F3.5 Diafragmawaarde
Weergave beeld
16
Page 17

De schermweergave wijzigen

• Houd de DISP-toets (schermweergave) langer ingedrukt om de helderheid van de achtergrondverlichting van het LCD-scherm te
DISP-toets (Schermweergave)
Wanneer u op de DISP-knop (schermweergave) drukt, worden de aanduidingen op het scherm als volgt gewijzigd.
Histogram aan
Histogramweer gave (pagina 24)
Aanduidingen uit
LCD-scherm uit
Aanduidingen aan
selecteren (alleen DSC-W55).
• Wanneer u de histogramweergave inschakelt, worden de beeldgegevens weergegeven tijdens het afspelen.
• Het histogram wordt niet weergegeven in de volgende situaties: Tijdens het opnemen
– Als het menu wordt weergegeven. – Tijdens het opnemen van films Tijdens het afspelen – Als het menu wordt weergegeven. – In de indexfunctie – Als u de weergavezoom gebruikt. – Als u stilstaande beelden roteert. – Tijdens het afspelen van films
• U kunt het LCD-scherm niet uitschakelen
tijdens de beeldweergave.
• In de volgende situaties kan er een groot
verschil zijn in het weergegeven histogram wanneer u opneemt en tijdens het afspelen:
– Wanneer de flitser afgaat. – Wanneer de sluitertijd te laag of te hoog is.
• Het histogram zal mogelijk niet worden
weergegeven voor beelden die met andere camera's zijn opgenomen.
• Als u het LCD-scherm uitschakelt, werkt de
digitale zoom niet en wordt [AF-functie] ingesteld op [Enkelvoud.] (pagina 53). Wanneer u (flitsfunctie)/ (zelfontspanner)/ (macro) selecteert, wordt het beeld gedurende ongeveer twee seconden weergegeven.
17
Page 18

Het interne geheugen gebruiken

De camera heeft een intern geheugen van ongeveer 56 MB. Dit geheugen kan niet uit de camera worden verwijderd. Zelfs als er geen "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst, kunt u beelden opnemen in dit interne geheugen.
• Films waarvoor het beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)] kunnen niet worden opgenomen op het interne geheugen.
Als een "Memory Stick Duo" is geplaatst
[Opnemen]: beelden worden op de "Memory Stick Duo" opgenomen.
[Weergeven]: beelden op de "Memory Stick Duo"
B
Intern geheugen
B
Beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen
U kunt het beste altijd een reservekopie (back-up) van de gegevens maken door een van de onderstaande procedures te volgen.
Een reservekopie (back-up) van gegevens maken op een "Memory Stick Duo"
Bereid een "Memory Stick Duo" met een opslagcapaciteit van 64 MB of meer voor en voer de procedure bij [Kopiëren] uit (pagina 52, 59).
Een reservekopie (back-up) van gegevens maken op de vaste schijf van een computer
Voer de procedure op pagina 68 tot en met 71 uit zonder dat er een "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst.
worden weergegeven. [Menu, Setup, enzovoort]: verschillende functies
kunnen worden toegepast op beelden op de "Memory Stick Duo".
Als er geen "Memory Stick Duo" is geplaatst
[Opnemen]: beelden worden in het interne geheugen opgenomen.
[Weergeven]: beelden die in het interne geheugen zijn opgeslagen, worden weergegeven.
[Menu, Setup, enzovoort]: verschillende functies kunnen worden toegepast op beelden in het interne geheugen.
• U kunt beeldgegevens die op een "Memory Stick Duo" zijn opgeslagen, niet kopiëren naar het interne geheugen.
• U kunt de gegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen naar een computer kopiëren via een USB­verbinding tussen een computer en uw camera, maar u kunt geen gegevens van een computer kopiëren naar het interne geheugen.
18
Page 19

Basishandelingen

De modusknop gebruiken

Zet de modusknop op de gewenste functie.
Modusknop
: Films opnemen
t pagina 20
Regeltoets
Opnamefuncties voor stilstaande beelden
: Autom. instellen
Hiermee kunt u gemakkelijk opnamen maken terwijl de instellingen automatisch worden aangepast.
t pagina 20
: Autom. instellen-functie
Hiermee kunt u opnemen terwijl de belichting automatisch wordt aangepast (zowel de sluitertijd als de diafragmawaarde). U kunt ook verschillende instellingen selecteren met het menu. (Voor meer informatie over de beschikbare functies
t pagina 32)
: scènekeuzefunctie
Hiermee kunt u opnemen met vooraf ingestelde instellingen op basis van de
t pagina 26
scène.
Functiegids
Wanneer [Functiegids] is ingesteld op [Aan], wordt de beschrijving van de functies weergegeven terwijl u de camera bedient. De standaardinstelling is [Aan]. Selecteer [Uit] als u de functiegids niet wilt weergeven (pagina 54).
Basishandelingen
19
Page 20
Beelden eenvoudig opnemen (Automatische
Aanduidi
AE/AF
instelfunctie)
Microfoon
v/V/b/B-toets
Zoeker
Zoomhendel
Sluiterknop
z-toets
Regeltoets
-toets
(Beeldformaat)
Modusknop
1 Selecteer een functie met de modusknop.
Stilstaand beeld (Automatische instelfunctie): selecteer . Film: selecteer .
2 Houd de camera stil en houd uw armen langs uw zij.
Plaats het onderwerp in het midden van het zoekframe. Dek de microfoon niet af met uw vinger.
3 Maak een foto met de sluiterknop.
Stilstaand beeld:
1Houd de sluiterknop half ingedrukt om het beeld scherp te stellen.
De aanduiding z (AE/AF-vergrendeling) (groen) knippert, u hoort een pieptoon, de aanduiding houdt op met knipperen en blijft branden.
2Druk de sluiterknop volledig in.
U hoort het geluid van de sluiter.
ng voor
-vergrendeling
20
Page 21
Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie)
Film:
Druk de sluiterknop volledig in.
Als u wilt stoppen met opnemen, drukt u de sluiterknop nogmaals volledig in.
Als u een stilstaand beeld opneemt van een onderwerp waarop u moeilijk kunt scherpstellen
• De minimale opnameafstand is ongeveer 50 cm. Neem op met de close-upopnamefunctie (Macro) (pagina 22) wanneer u opnamen maakt van een onderwerp dat dichterbij is dan de opnameafstand.
• Wanneer de camera niet automatisch kan scherpstellen op het onderwerp, gaat de aanduiding van de AE/ AF-vergrendeling langzaam knipperen en hoort u geen pieptoon. Stel de opname opnieuw samen en stel opnieuw scherp.
U kunt op de volgende onderwerpen moeilijk scherpstellen:
– Ver van de camera en donker – Het contrast tussen het onderwerp en de achtergrond is klein. – Gezien door glas – Snel bewegend – Weerkaatsend licht of glanzend – Knipperend – Met tegenlicht
De zoomfunctie gebruiken
Verschuif de zoomhendel.
• Wanneer de zoomvergrotingsfactor hoger wordt dan 3×, gebruikt de camera de digitale zoomfunctie. Zie pagina 53 voor meer informatie over de instellingen van [Digitale zoom] en de beeldkwaliteit.
• U kunt de zoomvergrotingsfactor niet wijzigen wanneer u een film opneemt.
Basishandelingen
21
Page 22
Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie)
Flitser (Een flitsfunctie selecteren voor stilstaande beelden)
Druk herhaaldelijk op v ( ) op de regeltoets tot de gewenste functie is geselecteerd.
(Geen aanduiding): Flitser Auto
Gaat af bij onvoldoende licht of achtergrondverlichting (standaardinstelling)
: Altijd flitsen
: Langzaam synchro (Altijd flitsen)
SL
De sluitertijd is lang in een donkere omgeving om de achtergrond helder op te kunnen nemen die buiten het bereik is van het flitslicht.
: Niet flitsen
• De flitser gaat twee keer af. Tijdens de eerste flits wordt de hoeveelheid licht aangepast.
• Tijdens het opladen van de flitser wordt weergegeven.
Macro (Close-upopname maken)
Druk op B ( ) op de regeltoets. Druk nogmaals op
(Geen aanduiding): Macro uit
B om te annuleren.
: Macro aan (W-kant: ongeveer 2 cm of verder, T-kant: ongeveer 30 cm of verder)
Macro
• U kunt de zoom het beste instellen op de W-kant.
• Het bereik dat is scherpgesteld, wordt smaller en het onderwerp is wellicht niet volledig scherpgesteld.
• De snelheid van de automatische scherpstelling gaat omlaag.
22
Page 23
Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie)
De zelfontspanner gebruiken
Druk herhaaldelijk op V ( ) op de regeltoets tot de gewenste functie is geselecteerd.
(Geen aanduiding): De zelfontspanner niet gebruiken
: De zelfontspanner met een vertraging van 10 seconden instellen
: De zelfontspanner met een vertraging van 2 seconden instellen
Druk op de sluiterknop, het zelfontspannerlampje knippert en u hoort een pieptoon tot de sluiter werkt.
Zelfontspannerlampje
Basishandelingen
Druk nogmaals op
• Gebruik de zelfontspanner met een vertraging van 2 seconden om wazige beelden te voorkomen wanneer
u de sluiterknop van de camera indrukt en de camera beweegt.
V om te annuleren.
23
Page 24
Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie)
EV (De belichting handmatig aanpassen)
Druk op b ( ) op de regeltoets en druk vervolgens op v (Helderder)/V (Donkerder) om de belichting aan te passen. Als u de weergegeven balk wilt uitschakelen, drukt u nogmaals op de
Naar +Naar –
• Zie pagina 8 voor meer informatie over de belichting.
• De compensatiewaarde kan worden ingesteld in stappen van 1/3EV.
• Wanneer een onderwerp wordt opgenomen onder bijzonder heldere of donkere omstandigheden, of wanneer u de flitser gebruikt, kan de belichting wellicht niet goed worden ingesteld.
z De EV (belichtingswaarde) aanpassen door een histogram weer te geven
b-toets.
Een histogram is een grafiek die de helderheid van een beeld toont. Druk herhaaldelijk op de
A
DISP-toets (schermweergave) om het histogram op het scherm weer te geven. De grafieweergave toont een helder beeld wanneer het naar rechts
B
HelderDonker
wordt scheefgetrokken en een donker beeld wanneer het naar links wordt scheefgetrokken. Stel de modusknop in op , of Scènekeuze en pas de EV aan terwijl u de belichting controleert volgens het histogram.
A Aantal pixels B Helderheid
• Het histogram verschijnt ook wanneer u één stilstaand beeld weergeeft, maar in dat geval kan de belichting niet worden aangepast.
24
Page 25
Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie)
Het beeldformaat wijzigen
Druk op (Beeldformaat) en druk vervolgens op v/V om het formaat te selecteren. Zie pagina 10 voor meer informatie over het beeldformaat. De standaardinstellingen worden aangegeven met .
Beeldformaat Richtlijnen Aantal beelden Afdrukken
7M (3072×2304) Max. formaat is A3 (11×17")
1)
3:2
(3072×2048) Net als beeldverhouding 3:2
5M (2592×1944) Max. formaat is A4 (8×10")
3M (2048×1536) Max. formaat is 13×18cm (5×7")
2M (1632×1224) Max. formaat is 10×15cm (4×6")
VGA (640×480) Voor e-mail
2)
(1920×1080) Weergeven op 16:9 HDTV
16:9
1) De beelden worden opgenomen in de breedte-/hoogteverhouding 3:2, net zoals fotopapier, briefkaarten, enzovoort.
2) Beide randen van het beeld worden mogelijk bijgesneden bij het afdrukken (pagina 100).
Filmbeeldformaat Frames/seconde Gebruiksrichtlijnen
Minder
Meer
Fijn
Ruw
640(Fijn) (640×480) Ongeveer 30 Weergave op tv, hoge kwaliteit
640(Standaard)
Ongeveer 17 Weergave op tv, standaard
(640×480)
160 (160×112) Ongeveer 8 Voor e-mail
• Hoe groter het beeldformaat, hoe hoger de beeldkwaliteit.
• Hoe meer frames per seconden worden weergegeven, hoe vloeiender de weergave wordt.
Basishandelingen
25
Page 26

Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuzefunctie)

Sluiterknop
Modusknop
1 Selecteer de gewenste functie in de scènekeuzefunctie ( , , , , ,
, ) met de modusknop.
• Zie de volgende pagina voor meer informatie over de functies.
2 Maak een foto met de sluiterknop.
De scènekeuzefunctie annuleren
Zet de modusknop op een andere functie dan de scènekeuzefunctie.
26
Page 27
Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuzefunctie)
n
Scènekeuzefuncties
De volgende functies zijn vooraf ingesteld om in overeenstemming te zijn met de scèneomstandigheden.
Hoge gevoeligheid
Hiermee worden wazige beelden voorkomen wanneer u beelden zonder flitser opneemt bij weinig licht.
Schemer*
Hiermee kunt u 's nachts beelden in de verte opnemen zonder de donkere atmosfeer van de omgeving te verliezen.
Landschap
Hiermee wordt alleen scherpgesteld op een onderwerp i de verte om landschappen, enzovoort op te nemen.
Soft Snap
Hiermee kunt u huidskleuren in helderdere en warmere tinten opnemen voor mooiere beelden. Daarnaast wordt met de zachte achtergrond een rustige atmosfeer voor foto's van personen, bloemen, enzovoort tot stand gebracht.
Schemer-portret*
Geschikt voor het opnemen van portretten op donkere plaatsen. Hiermee kunt u scherpe beelden van personen opnemen op donkere plaatsen zonder de donkere atmosfeer van de omgeving te verliezen.
* De sluitertijd is lager in (Schemer-functie) en (Schemer-portret-functie). Daarom is het aanbevolen
een statief te gebruiken.
Strand
Wanneer u beelden aan het water opneemt, wordt de blauwe kleur van het water duidelijk opgenomen.
Sneeuw
Wanneer u beelden in de sneeuw opneemt of op andere plaatsen waar het hele scherm wit is, gebruikt u deze functie om flauwe kleuren te voorkomen en duidelijke beelden op te nemen.
Basishandelingen
27
Page 28
Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuzefunctie)
Functies die niet kunnen worden gecombineerd met een scènekeuzefunctie
De camera bepaalt de meest geschikte combinatie van functies om een beeld correct op te nemen op basis van de scène. Bepaalde opties zijn niet beschikbaar, afhankelijk van de scènekeuzefunctie. Wanneer u op de toets drukt om functies te selecteren die niet gecombineerd kunnen worden met een scènekeuzefunctie, wordt een pieptoon weergegeven.
( : u kunt de gewenste instelling selecteren)
Macro Flitser
AF-
bereikzoeker
Vooraf
ingestelde
scherpstelling
Witbalans
Burst/
Multi-burst
Flitsniveau
SL
——
— /
/
/
Autom./ —
WB
28
Page 29

Beelden weergeven/verwijderen

v/V/b/B-toets
(Index)/ -hendel
(Weergavezoom)
-hendel
(Weergavezoom)
z-toets
Regeltoets
-toets
(Verwijderen)
(Weergave)-toets
1 Druk op de (Weergave)-toets.
Als u op de (Weergave)-toets drukt als de camera is uitgeschakeld, wordt de camera ingeschakeld in de weergavefunctie. Als u opnieuw drukt, schakelt het toestel over naar de opnamefunctie.
2 Selecteer een beeld met b/B op de regeltoets.
Film:
Druk op
z om een film af te spelen. (Druk nogmaals op z om het afspelen te stoppen.)
Druk op
B om snel vooruit te spoelen, druk op b als u wilt terugspoelen. (Druk op z om
terug te keren naar normaal afspelen.)
Druk op
v/V om het volume aan te passen.
• Films met het beeldformaat [160] worden op een kleiner formaat weergegeven.
Beelden verwijderen
1 Geef het beeld weer dat u wilt verwijderen en druk op (Verwijderen). 2 Selecteer [Wissen] met
Het verwijderen annuleren
Selecteer [Sluiten] en druk vervolgens op z.
Een vergroot beeld weergeven (Weergavezoom)
Verschuif de -hendel wanneer een stilstaand beeld wordt weergegeven. Verschuif de -hendel om het zoomen ongedaan te maken. Het gedeelte aanpassen: v/V/b/B Weergavezoom annuleren: z
Vergrote beelden bewaren: [Trimmen] (pagina 51)
v en druk vervolgens op z.
Basishandelingen
29
Page 30
Beelden weergeven/verwijderen
Indexscherm weergeven
Verschuif de -hendel (Index) en selecteer een beeld met v/V/b/B. Als u het volgende (vorige) indexscherm wilt weergeven, drukt u op b/B. Als u wilt terugkeren naar het scherm met één beeld, drukt u op z.
Beelden verwijderen in de indexfunctie
1 Druk terwijl een indexscherm wordt weergegeven, op (Verwijderen) en selecteer
[Kiezen] met v/V op de regeltoets en druk op z.
2 Selecteer het beeld dat u wilt verwijderen met v/V/b/B en druk op z om de aanduiding
(Verwijderen) weer te geven op het geselecteerde beeld.
Groen selectiekader
Een selectie annuleren
Selecteer een beeld dat u eerder hebt geselecteerd voor verwijderen en druk op z om de aanduiding van het beeld te verwijderen.
3 Druk op (Verwijderen). 4 Selecteer [OK] met B en druk vervolgens op z.
• Als u alle beelden in de map wilt verwijderen, selecteert u [Alle in deze map] met v/V in stap 1 in plaats
van [Kiezen] en drukt u op z.
30
Page 31

Het menu gebruiken

De menu-items gebruiken

v/V/b/B-toets
(Weergave)-toets
z-toets
Regeltoets
Modusknop
MENU-toets
1 Opnemen: schakel de camera in en zet de modusknop op de gewenste
functie. Weergave: druk op de (Weergave)-toets.
Verschillende items zijn beschikbaar, afhankelijk van de stand van de modusknop en de functie opnemen/weergeven.
2 Druk op MENU om het menu weer te geven.
3 Selecteer het gewenste menu-item met
b/B op de regeltoets.
• Als het gewenste item niet zichtbaar is, houdt u b/ B ingedrukt totdat het op het scherm wordt
weergegeven.
• Druk op z wanneer u een item hebt geselecteerd in de weergavefunctie.
4 Selecteer een instelling met v/V.
De instelling die u selecteert, wordt groter weergegeven en wordt ingesteld.
5 Druk op MENU om het menu uit te schakelen.
Het menu gebruiken
• Als een item niet wordt weergegeven, wordt de aanduiding v/V weergegeven aan het uiteinde van de
plaats waar de menu-items normaal gesproken worden weergegeven. Als u niet-weergegeven items wilt weergeven, selecteert u deze aanduiding met de regeltoets.
• U kunt geen items instellen die niet beschikbaar zijn.
31
Page 32

Menu-items

Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 31
Menu voor opnemen (pagina 33)
De beschikbare menuopties zijn afhankelijk van de stand van de modusknop en de instellingen. Alleen de beschikbare items worden op het scherm weergegeven.
( : beschikbaar)
Modusknop: Scène
COLOR (Kleurfunctie)
9 (Scherpstellen)
(Lichtmeetfun.)
WB (Witbalans)
ISO
(Beeldkwaliteit)
Mode (Opn.functie)
M
(Interval)
(Flitsniveau)
(Contrast)
(Scherpte)
(Setup)
*
*
Menu voor weergeven (pagina 44)
(Map) - (Beveiligen)
DPOF (Afdrukken)
(Dia) (Ander form.) (Roteren) (Opdelen)
(Setup) Trimmen**
* De bewerking is beperkt op basis van de scènekeuzefunctie (pagina 28). **Alleen beschikbaar voor weergavezoom.
In dit "Cyber-shot-handboek" worden de beschikbare instellingen van de modusknop als volgt weergegeven.
Niet beschikbaar Beschikbaar
32
Page 33

Menu voor opnemen

De standaardinstellingen worden aangegeven met .
Voor meer informatie over de bediening
COLOR (Kleurfunctie): De levendigheid van het beeld wijzigen of speciale effecten toevoegen
U kunt de helderheid van het beeld wijzigen, in combinatie met effecten.
Z-W (B & W)
Het beeld wordt ingesteld op monochromatische kleuren.
1 pagina 31
Het menu gebruiken
Sepia (SEPIA)
Natuurlijk (NATURAL)
Sprekend (RICH)
Normaal
• Wanneer u films opneemt, kunt u alleen [Normaal], [Z-W] of [Sepia] selecteren.
• Wanneer u [Multi Burst] hebt geselecteerd, wordt de kleurfunctie ingesteld op [Normaal].
Het beeld wordt ingesteld op sepia.
Het beeld wordt ingesteld op rustige kleuren.
Het beeld wordt ingesteld op heldere kleur.
33
Page 34
Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 31
9 (Scherpstellen): De scherpstelmethode wijzigen
U kunt de scherpstelmethode wijzigen. Gebruik het menu wanneer het moeilijk is een geschikte scherpstelling te verkrijgen in de automatische scherpstelfunctie.
(onbeperkte afstand)
7.0m
3.0m
1.0m
Stelt scherp op het onderwerp met een eerder ingestelde afstand tot het onderwerp. (Vooraf ingestelde scherpstelling)
• Wanneer u een opname maakt van een onderwerp doorheen een net of een vensterglas, is het moeilijk scherp te stellen in de automatische scherpstelfunctie. In dergelijke gevallen is het nuttig [Scherpstellen] te gebruiken.
0.5m
Midden-AF ()
Stelt automatisch scherp op een onderwerp in het midden van het zoekerframe.
• Als u deze optie gebruikt in combinatie met de AF­vergrendelingsfunctie, kunt u opnemen in de gewenste beeldcompositie.
AF-bereikzoekerframe
Aanduiding AF­bereikzoekerframe
Multi-AF (AF met meerdere punten) (Stilstaand beeld ) (Film )
• AF is de afkorting voor Auto Focus, of Automatisch scherpstellen.
• De gegevens over de afstandinsteling in [Scherpstellen] zijn bij benadering. Als u de lens omhoog of omlaag richt, vergroot de fout.
• [Multi-AF] is aanbevolen voor het opnemen van films.
• Wanneer u Digitale zoom of AF-illuminator gebruikt, krijgen de onderwerpen in of vlakbij het midden van het frame de prioriteit van de AF-beweging. In dit geval knippert de aanduiding of en wordt het AF-bereikzoekerframe niet weergegeven.
• Bepaalde opties zijn niet beschikbaar, afhankelijk van de scènekeuzefunctie (pagina 28).
Stelt automatisch scherp op een onderwerp in alle gebieden van het zoekerframe.
• Deze functie is nuttig wanneer het onderwerp zich niet in het midden van het frame bevindt.
AF-bereikzoekerframe
Aanduiding AF­bereikzoekerframe
34
Page 35
Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 31
z Als het onderwerp onscherp is
Wanneer u een opname maakt waarbij het onderwerp zich op de rand van het frame (of het scherm) bevindt, of wanneer u [Midden-AF] gebruikt, zal de camera mogelijk niet scherpstellen op een onderwerp aan de rand van het frame.
Ga in dergelijke gevallen als volgt te werk.
1 Stel de opname opnieuw samen zodat het onderwerp in de AF-framezoeker is gecentreerd en
druk de sluiterknop half in om scherp te stellen op het onderwerp (AF-vergrendeling).
Aanduiding voor AE/AF-vergrendeling
AF-bereikzoekerframe
Zolang u de sluiterknop niet volledig indrukt, kunt u de procedure zo vaak herhalen als u wilt.
2 Wanneer de aanduiding voor de AE/AF-vergrendeling stopt met knipperen en stabiel blijft
opgelicht, keert u terug naar de volledig samengestelde opname en drukt u de sluiterknop volledig in.
Het menu gebruiken
35
Page 36
Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 31
(Lichtmeetfun.): De lichtmeetfunctie
selecteren
Hiermee kunt u de lichtmeetfunctie selecteren die bepaalt welk gedeelte van het onderwerp wordt gemeten voor de berekening van de belichting.
Punt (Puntlichtmeting) ()
Hiermee wordt slechts een gedeelte van het onderwerp gebruikt voor de lichtmeting.
• Deze functie is handig wanneer het onderwerp tegenlicht heeft of wanneer er een sterk contrast is tussen het onderwerp en de achtergrond.
Dradenkruis van de puntlichtmeting
Plaats dit op het onderwerp
Midden (Centraal gewogen meting) ( )
Multi (Lichtmeting met meerdere patronen)
• Zie pagina 8 voor meer informatie over de belichting.
• Wanneer u de puntlichtmeting of de centraal gewogen meting gebruikt, raden wij u aan [9]
(Scherpstellen) in te stellen op [Midden-AF] om scherp te stellen op de meetpositie(pagina 34).
Meet het midden van het beeld en bepaalt de belichting op basis van het helderheid van het onderwerp in het beeld.
Hiermee wordt het beeld opgedeeld in meerdere gedeelten en wordt op elk gedeelte een lichtmeting uitgevoerd. De camera berekent een uitgebalanceerde belichting.
36
Page 37
Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 31
WB (Witbalans): De kleurtinten aanpassen
Hiermee kunt u de kleurtinten aanpassen aan de hand van de lichtomstandigheden tijdens het opnemen, bijvoorbeeld wanneer de kleuren van het beeld er vreemd uitzien.
WB
Flitser ( )
Hiermee wordt gecompenseerd voor de flitser.
• U kunt dit item niet selecteren als u films opneemt.
Gloeilamp (n)
Fluorescerend ( )
Bewolkt ( )
Hiermee wordt gecompenseerd voor gloeilamp- of felle verlichting, zoals in een fotostudio.
Hiermee wordt gecompenseerd voor fluorescerende verlichting.
Hiermee wordt gecompenseerd voor een bewolkte lucht of in de schaduw.
Het menu gebruiken
37
Page 38
Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 31
Daglicht ( )
Autom.
• Zie pagina 9 voor meer informatie over de witbalans.
• Het is mogelijk dat de witbalansfunctie niet goed werkt onder fluorescerende lampen die flikkeren, zelfs niet als u [Fluorescerend] ( ) hebt ingesteld.
• Wanneer de flitser afgaat, is [WB] ingesteld op [Autom.], behalve in de functie [Flitser] ( ).
• Bepaalde opties zijn niet beschikbaar, afhankelijk van de scènekeuzefunctie (pagina 28).
Hiermee kunt u de belichting aanpassen voor opnamen buitenshuis op een heldere dag, avondscènes, nachtscènes, neonlampen of vuurwerk.
Hiermee wordt de witbalans automatisch ingesteld.
WB

ISO: De lichtgevoeligheid selecteren

Hoge waardeLage waarde
Hiermee kunt u de lichtgevoeligheid instellen in de eenheid ISO. Hoe hoger de waarde, hoe hoger de gevoeligheid.
1000
800
Selecteer een hoge waarde wanneer u op een donkere plaats of een snel bewegend onderwerp opneemt, en selecteer een lage waarde om een hoge beeldkwaliteit te krijgen.
400
200
100
Autom.
• Zie pagina 8 voor meer informatie over de ISO-gevoeligheid.
• Houd er rekening mee dat het beeld meer ruis zal vertonen als de waarde voor de ISO-gevoeligheid hoger wordt.
• [ISO] is ingesteld op [Autom.] in de scènekeuzefunctie.
38
Page 39
Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 31
(Beeldkwaliteit): De kwaliteit voor
stilstaande beelden selecteren
Hiermee kunt u de kwaliteit voor stilstaande beelden selecteren.
Fijn (FINE)
Hiermee wordt met hoge kwaliteit (lage compressie) opgenomen.
Standaard (STD)
• Als de modusknop op staat, is de kwaliteit van stilstaande beelden [Fijn].
Hiermee wordt met standaardkwaliteit (hoge compressie) opgenomen.
Het menu gebruiken
39
Page 40
Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 31
Mode (Opn.functie): De functie voor continu opnemen selecteren
Hiermee kunt u selecteren of de camera continu opneemt wanneer u de sluiterknop indrukt.
Multi Burst ( )
M
Wanneer u op de sluiterknop drukt, worden 16 frames opeenvolgend opgenomen als een stilstaand beeldbestand.
• De beelden die in de Multi-burst-functie zijn opgenomen
hebben een beeldformaat van 1M.
• Dit is handig om bijvoorbeeld uw sportprestaties te beoordelen.
• U kunt het sluiterinterval voor Multi-burst selecteren in de
[Interval]-functie (pagina 42).
• De beelden worden in volgorde weergegeven op het
camerascherm.
• Het beeld wordt afgedrukt als één beeld met 16 frames.
• De flitser is ingesteld op (Niet flitsen).
Burst ( )
Wanneer u de sluiterknop ingedrukt houdt, wordt het maximum aantal opeenvolgende beelden opgenomen (raadpleeg de volgende tabel).
• Wanneer "Neemt op" is verdwenen, kunt u het volgende beeld
opnemen.
• De flitser is ingesteld op (Niet flitsen).
Normaal
Er wordt niet continu opgenomen.
De [Multi Burst]-functie
• U kunt beelden die in de Multi-burst-functie zijn opgenomen opeenvolgend weergeven met de volgende procedures:
– Om te pauzeren/hervatten: druk op de regeltoets op z. – Om frame per frame weer te geven: druk in de pauzestand op b/B. Druk op z om de opeenvolgende
weergave te hervatten.
40
Page 41
Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 31
• De volgende functies kunnen niet worden gebruikt in de Multi-burst-functie: – Slimme-zoomfunctie – Een reeks beelden die in de Multi-burst-functie zijn opgenomen, splitsen – Een frame in een reeks beelden die in de Multi-burst-functie zijn opgenomen, losmaken of verwijderen – Het frame-interval instellen naar een andere functie dan [1/30] wanneer de modusknop is ingesteld op
• Wanneer u een reeks opnamen die in de Multi-burst-functie zijn opgenomen weergeeft op een computer of een camera die niet is voorzien van de Multi-burst-functie, wordt het beeld weergegeven als één beeld met 16 frames.
• U kunt wellicht geen beelden opnemen in de Multi-burst-functie, afhankelijk van de scènekeuzefunctie (pagina 28).
De [Burst]-functie
• Wanneer u opnamen maakt met behulp van de zelfontspanner, wordt een reeks van maximum vijf beelden opgenomen.
• Het opname-interval is ongeveer 0,9 seconden.
• Wanneer de accu bijna leeg is of als het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" vol is, stopt de Burst-functie.
• U kunt wellicht geen beelden opnemen in de Burst-functie, afhankelijk van de scènekeuzefunctie (pagina 28).
Het maximum aantal continu opnamen
(Eenheden: beelden)
Formaat
Kwaliteit
Fijn Standaard
7M 4 6
3:2 4 6
5M 5 8
3M 7 13
2M 11 20
VGA 64 100
16:9 11 20
Het menu gebruiken
41
Page 42
Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 31
(Interval): Het frame-interval in de [Multi
Burst]-functie selecteren
Selecteert het frame-interval in de [Multi Burst]-functie (pagina 40).
1/7.5 (1/7.5")
1/15 (1/15")
1/30 (1/30")
• Selecteer eerst [Multi Burst] in [Mode] en stel vervolgens het gewenste frame-interval in [Interval] in. Als u een andere functie dan [Multi Burst] selecteert, is deze functie niet beschikbaar.
(Flitsniveau): De hoeveelheid flitslicht
instellen
Hiermee kunt u de hoeveelheid flitslicht instellen.
+ ( +)
Normaal
– ( –)
• Zie pagina 22 voor meer informatie over het wijzigen van de flitsfunctie.
Naar +: hiermee wordt het flitsniveau hoger.
Naar –: hiermee wordt het flitsniveau lager.
42
Page 43
Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 31
(Contrast): Het contrast van het beeld
aanpassen
Naar +Naar –
Past het contrast van het beeld aan.
+ ( )
Normaal
– ( )
Naar +: Verhoogt het contrast.
Naar –: Verlaagt het contrast.
(Scherpte): De scherpte van het beeld
aanpassen
Naar +Naar –
Het menu gebruiken
Hiermee kunt u de scherpte van het beeld regelen.
+ ( )
Normaal
– ( )
Naar +: Het beeld wordt scherper.
Naar –: Het beeld wordt zachter.
(Setup): De Setup-items wijzigen
Zie pagina 52.
43
Page 44

Menu voor weergeven

Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 31
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
(Map): De map voor beelden weergeven selecteren
Hiermee kunt u de map selecteren met het beeld dat u wilt weergeven wanneer u de camera met "Memory Stick Duo" gebruikt.
OK
Annul.
1 Selecteer de gewenste map met b/B op de regeltoets.
2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
z De map
De camera slaat de beelden op in een opgegeven map op de "Memory Stick Duo". U kunt de map wijzigen of een nieuwe map maken.
• Een nieuwe map maken t [Opnamemap maken] (pagina 57)
• De map voor opgenomen beelden wijzigen t [Opnamemap wijz.] (pagina 58)
• Wanneer meerdere mappen zijn gemaakt op de "Memory Stick Duo" en het eerste of laatste beeld in de map wordt weergegeven, worden de volgende aanduidingen weergegeven.
: naar de vorige map. : naar de volgende map. : naar de vorige of volgende map.
Zie de onderstaande procedure.
Hiermee wordt de selectie geannuleerd.
- (Beveiligen): Voorkomen dat gegevens per ongeluk worden gewist
Hiermee kunt u de beelden beveiligen tegen per ongeluk wissen.
Beveiligen (-)
Sluiten
Zie de onderstaande procedure.
Hiermee wordt de beveiligingsfunctie afgesloten.
Beelden beveiligen in de enkelbeeldfunctie
1 Geef het beeld weer dat u wilt beveiligen. 2 Druk op MENU om het menu weer te geven.
44
Page 45
Menu voor weergeven Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 31
3 Selecteer [-] (Beveiligen) met b/B op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het beeld is beveiligd en de aanduiding - (beveiligen) wordt op het beeld weergegeven.
-
4 Als u andere beelden wilt beveiligen, selecteert u het gewenste beeld met b/B en drukt u
vervolgens op z.
Beelden beveiligen in de indexfunctie
1 Verschuif de -hendel (Index) om het indexscherm weer te geven. 2 Druk op MENU om het menu weer te geven. 3 Selecteer [-] (Beveiligen) met b/B op de regeltoets en druk vervolgens op z. 4 Selecteer [Kiezen] met v/V en druk vervolgens op z. 5 Selecteer het beeld dat u wilt beveiligen met v/V/b/B en druk vervolgens op z.
Een groene aanduiding - wordt op het geselecteerde beeld weergegeven.
- (groen)
Het menu gebruiken
6 Herhaal stap 5 om andere beelden te beveiligen. 7 Druk op MENU. 8 Selecteer [OK] met B en druk vervolgens op z.
De aanduiding - wordt wit. De geselecteerde beelden zijn beveiligd.
• Als u alle beelden in de map wilt beveiligen, selecteert u [Alle in deze map] in stap 4 en drukt u op z.
Selecteer [Aan] met B en druk vervolgens op z.
De beveiliging annuleren
In de enkelbeeldfunctie
Druk op z in stap 3 of 4 van "Beelden beveiligen in de enkelbeeldfunctie".
In de indexfunctie
1 Selecteer het beeld waarvan u de beveiliging wilt opheffen in stap
de indexfunctie".
2 Druk op z om de aanduiding - grijs te maken. 3 Herhaal de bovenstaande bewerking voor alle beelden waarvan u de beveiliging wilt opheffen. 4 Druk op MENU, selecteer [OK] met B en druk vervolgens op z.
5 van "Beelden beveiligen in
45
Page 46
Menu voor weergeven Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 31
De beveiliging van alle beelden in een map annuleren
Selecteer [Alle in deze map] in stap 4 van "Beelden beveiligen in de indexfunctie" en druk
z. Selecteer [Uit] met B en druk vervolgens op z.
op
• Houd er rekening mee dat bij het formatteren van het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" alle gegevens op het opnamemedium worden gewist, zelfs als de beelden zijn beveiligd, en dat deze gegevens niet kunnen worden hersteld.
• Het beveiligen van een beeld kan enige tijd duren.

DPOF: Een afdrukmarkering toevoegen

Hiermee voegt u een afdrukmarkering (afdrukbestelling) toe aan beelden die u wilt afdrukken (pagina 89).
(Afdrukken): Beelden afdrukken met een printer
Zie pagina 85.
(Dia): Een reeks beelden afspelen
Hiermee kunt u de opgenomen beelden op volgorde weergeven (diavoorstelling).
Interval
3 sec
Het interval voor een diavoorstelling instellen.
5 sec
10 sec
30 sec
1 min
46
Herhalen
Aan
Uit
Beeld
Map
Alle
De weergave van de beelden wordt continu herhaald.
Nadat alle beelden zijn weergegeven, wordt de diavoorstelling beëindigd.
Alle beelden in de geselecteerde map worden weergegeven.
Alle beelden op een "Memory Stick Duo" worden op volgorde weergegeven.
Page 47
Menu voor weergeven Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 31
Start
Annul.
1 Selecteer [Interval], [Herhalen] en [Beeld] met v/V/b/B op de regeltoets. 2 Selecteer [Start] met V/B en druk vervolgens op z.
De diavoorstelling wordt gestart.
Als u de diavoorstelling wilt beëindigen, drukt u op z om de diavoorstelling te onderbreken. Selecteer [Sluiten] met V en druk vervolgens op z.
• Wanneer een diavoorstelling is onderbroken, kunt u het vorige/volgende beeld weergeven met b/B.
• De intervaltijd is alleen een richtlijn. Deze kan dus variëren afhankelijk van het beeldformaat, enz.
Start de diavoorstelling.
De diavoorstelling annuleren.
(Ander form.): Het beeldformaat van een opgenomen beeld wijzigen
Klein formaatGroot formaat
Hiermee kunt u het beeldformaat van een opgenomen beeld wijzigen (Ander form.) en het opslaan als nieuw bestand. Ook nadat u het formaat hebt gewijzigd, blijft het oorspronkelijke beeld bewaard.
7M
5M
Zie pagina 25 voor meer informatie over richtlijnen voor het selecteren van het beeldformaat.
3M
2M
VGA
Annul.
Hiermee wordt het wijzigen van het beeldformaat geannuleerd.
Het menu gebruiken
1 Geef het beeld weer waarvan u het beeldformaat wilt wijzigen. 2 Druk op MENU om het menu weer te geven. 3 Selecteer [ ] (Ander form.) met b/B op de regeltoets en druk vervolgens op z. 4 Selecteer het gewenste formaat met v/V en druk vervolgens op z.
Het beeld met het nieuwe formaat wordt opgenomen en opgeslagen in de opnamemap als het meest recente bestand.
• Zie pagina 10 voor meer informatie over het beeldformaat.
• Het formaat van films of Multi-burst-beelden kan niet worden gewijzigd.
• Wanneer u van een klein formaat overschakelt naar een groot formaat, neemt de beeldkwaliteit af.
47
Page 48
Menu voor weergeven Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 31
• U kunt het beeldformaat niet wijzigen in 3:2 of 16:9.
• Wanneer u het formaat van een beeld met het formaat 3:2 of 16:9 wijzigt, worden de bovenste en onderste zwarte gedeelten op het scherm weergegeven.
(Roteren): Een stilstaand beeld roteren
Hiermee kunt u een stilstaand beeld roteren.
OK
Annul.
1 Geef het beeld weer dat u wilt roteren. 2 Druk op MENU om het menu weer te geven. 3 Selecteer [ ] (Roteren) met b/B op de regeltoets en druk vervolgens op z. 4 Selecteer [ 5 Selecteer [OK] met v/V en druk vervolgens op z.
• U kunt geen beveiligde beelden, films of Multi-burst-beelden roteren.
• Beelden die met andere camera's zijn opgenomen, kunnen soms niet worden geroteerd.
• Wanneer u beelden op een computer weergeeft, wordt de beeldrotatie wellicht niet toegepast, afhankelijk van de gebruikte software.
] met v en roteer vervolgens het beeld met b/B.
Hiermee wordt een beeld geroteerd. Zie de onderstaande procedure.
Hiermee wordt het geroteerde beeld vastgelegd. Zie de onderstaande procedure.
Hiermee wordt het roteren geannuleerd.
(Opdelen): Films knippen
Stroom van de film ,
Splitsen
Splitsen
Knipt films of verwijdert onnodige filmscènes. Deze functie is aanbevolen wanneer er onvoldoende capaciteit is op het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" of wanneer u films als bijlage bij uw e-mailberichten voegt.
• Houd ermee rekening dat de originele film wordt verwijderd en dat het nummer wordt overgeslagen. Denk er ook aan dat u bestanden niet meer kunt herstellen nadat u ze hebt geknipt.
48
Page 49
Menu voor weergeven Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 31
OK
Annul.
Zie de onderstaande procedure.
Annuleert de splitsing.
Voorbeeld: een film met het nummer 101_0002 knippen
In dit gedeelte wordt een voorbeeld beschreven van het splitsen van een film met het nummer 101_0002 en het verwijderen ervan in de volgende bestandsconfiguratie.
101_0001
1
2
101_0002
101_0003
3
1 Knipscène A.
1
2
101_0002
3AB
Splitsen
101_0002 wordt gesplitst in 101_0004 en 101_0005.
2 Knipscène B.
101_0004
123 B
A
101_0005
Splitsen
101_0005 wordt gesplitst in 101_0006 en 101_0007.
3 Scènes A en B verwijderen als ze niet nodig zijn.
101_0004 101_0007
13
AB2
Het menu gebruiken
Verwijderen Verwijderen
101_0006
4 Alleen de gewenste scènes blijven over.
13
2
101_0006
49
Page 50
Menu voor weergeven Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 31
Procedure
1 Geef de film weer die moet worden gesplitst. 2 Druk op MENU om het menu weer te geven. 3 Selecteer [ ] (Opdelen) met b/B op de regeltoets en druk vervolgens op z. 4 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
De film wordt gestart.
5 Druk op z op het gewenste punt voor het knippen.
• Als u het knippunt wilt aanpassen, selecteert u [c/C ] (frame terugspoelen/vooruitspoelen) en past u het knippunt aan met b/B .
• Als u het knippunt wilt wijzigen, selecteert u [Annul.]. De film wordt opnieuw gestart.
6 Selecteer [OK] met v/V en druk vervolgens op z. 7 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
De film wordt geknipt.
• Er worden nieuwe nummers toegewezen aan de geknipte films en vervolgens worden ze opgeslagen als de nieuwste bestanden in de geselecteerde opnamemap.
• De volgende soorten beelden kunnen niet worden geknipt. – Stilstaande beelden – Films die niet lang genoeg zijn om te worden geknipt (korter dan ongeveer twee seconden) – Beveiligde films (pagina 44)
(Setup): De Setup-items wijzigen
Zie pagina 52.
50
Page 51
Menu voor weergeven Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 31

Trimmen: Een vergroot beeld opnemen

Neemt een vergroot beeld (pagina 29) op als een nieuw bestand.
Trimmen
Terug
Zie de onderstaande procedure.
Annuleert het bijsnijden.
1 Druk op MENU tijdens de weergavezoom om het menu weer te geven. 2 Selecteer [Trimmen] met B op de regeltoets en druk vervolgens op z. 3 Selecteer het beeldformaat met v/V en druk vervolgens op z.
Het beeld wordt opgenomen en het originele beeld wordt opnieuw weergegeven.
• Het bijgesneden beeld wordt opgenomen als het nieuwste bestand in de geselecteerde opnamemap en het originele beeld blijft behouden.
• De kwaliteit van de bijgesneden beelden kan verminderen.
• U kunt niet bijsnijden naar een beeldformaat met een breedte-/hoogteverhouding van 3:2 of 16:9.
Het menu gebruiken
51
Page 52

Het Setup-scherm gebruiken

De Setup-items gebruiken

U kunt de standaardinstellingen wijzigen met het Setup-scherm.
v/V/b/B-toets
z-toets
Regeltoets
MENU-toets
1 Druk op MENU om het menu weer te geven.
2 Nadat u op B op de regeltoets hebt gedrukt, gaat u naar de instelling
(Setup) en drukt u nogmaals op B.
3 Druk op v/V/b/B op de regeltoets om het item te selecteren dat u wilt
instellen.
Het kader van het geselecteerde item wordt geel.
4 Druk op z om de instelling op te
geven.
Druk op MENU om het scherm (Setup) uit te schakelen. Druk herhaaldelijk op b op de regeltoets om terug te keren naar het menu vanuit het scherm
(Setup).
• Druk de sluiterknop half in om het scherm (Setup) te sluiten en terug te keren naar de opnamefunctie.
Als het menu niet wordt weergegeven
Druk langer op MENU om het scherm (Setup) weer te geven.
De instelling (Setup) annuleren
Selecteer [Annul.] als dit wordt weergegeven en druk vervolgens op z op de regeltoets. Als dit niet wordt weergegeven, selecteert u de vorige instelling opnieuw.
• Deze instelling blijft ook na het uitschakelen van de camera bewaard.
52
Page 53

Camera

Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 52
De standaardinstellingen worden aangegeven met .

AF-functie

Selecteert de bedieningsfunctie automatisch scherpstellen.
Enkelvoud. (S AF)
Monitor (M AF)
Past de scherpstelling automatisch aan wanneer u de sluiterknop half ingedrukt houdt. Deze functie is nuttig voor het opnemen van stilstaande onderwerpen.
Past de scherpstelling automatisch aan voordat u de sluiterknop half ingedrukt houdt. Met deze functie is er minder tijd nodig voor het scherpstellen.
• De batterij verbruikt sneller zijn vermogen dan in de functie [Enkelvoud.].

Digitale zoom

Hiermee selecteert u de digitale zoomfunctie. De camera vergroot het beeld met de optische zoomfunctie (tot maximaal 3×). Zodra de zoomvergrotingsfactor hoger wordt dan 3×, gebruikt de camera de slimme-zoomfunctie of precisie-digitale-zoomfunctie.
Slim (Slimme-zoomfunctie) ()
Nauwkeurig (Precisie-digitale­zoomfunctie) ( )
Uit
Hiermee wordt het beeld vrijwel zonder vervorming digitaal vergroot. Dit is niet beschikbaar wanneer het beeldformaat is ingesteld op [7M] of [3:2].
• De maximale zoomvergrotingsfactor in de slimme-zoomfunctie wordt aangegeven in de volgende tabel.
Hiermee worden alle beeldformaten tot maximaal 6× vergroot, maar neemt de beeldkwaliteit af.
Hiermee wordt de digitale zoomfunctie niet gebruikt.
Het Setup-scherm gebruiken
Beeldformaat en maximale zoomvergrotingsfactor bij gebruik van de slimme-zoomfunctie
Formaat Maximale zoomvergrotingsfactor
5M Ongeveer 3,6×
3M Ongeveer 4,5×
2M Ongeveer 5,6×
VGA Ongeveer 14×
16:9 Ongeveer 4,8×
53
Page 54
Camera Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 52
• Als u de zoomhendel verschuift, wordt de aanduiding voor de zoomvergrotingsfactor als volgt weergegeven.
De W-kant van deze lijn is de optische zoom en de T-kant is de digitale zoom
Aanduiding voor de zoomvergrotingsfactor
• De maximale zoomvergrotingsfactor in de slimme-zoomfunctie/precisie-zoomfunctie is inclusief de optische-zoomvergrotingsfactor.
• Het AF-bereikzoekerframe verschijnt niet tijdens het gebruik van de digitale zoomfunctie. De aanduiding
of knippert en AF werkt met prioriteit voor de onderwerpen die zich dichtbij het midden van het
frame bevinden.
• Bij gebruik van de slimme-zoomfunctie kan het beeld op het scherm er grof uitzien. Dit verschijnsel heeft echter geen effect op het opgenomen beeld.

Functiegids

Wanneer u de camera bedient, wordt een beschrijving van de functies weergegeven.
Aan
Uit
Hiermee wordt de functiegids weergegeven.
Hiermee wordt de functiegids niet weergegeven.

Rode-ogeneff.

Hiermee kunt u het rode-ogeneffect beperken bij gebruik van de flitser. Selecteer deze instelling voordat u begint met opnemen.
Aan ( )
Uit
• Omdat het ongeveer een seconde duurt voordat de sluiter klikt, moet u de camera stilhouden om de invloed van trillingen te voorkomen. Zorg er ook voor dat het onderwerp niet beweegt.
• Afhankelijk van individuele verschillen, de afstand tot het onderwerp, het niet opmerken van de voorflitser door de gefotografeerde persoon of andere omstandigheden, levert de functie voor beperking van het rode-ogeneffect niet altijd het gewenste resultaat op.
Hiermee beperkt u het rode-ogeneffect.
• De flitser gaat vóór het opnemen twee of meerdere malen af.
Hiermee wordt de beperking van het rode-ogeneffect niet gebruikt.
54
Page 55
Camera Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 52

AF-verlicht.

De AF-illuminator biedt vullicht om gemakkelijker scherp te stellen op een onderwerp in een donkere omgeving. De AF-illuminator straalt rood licht uit zodat de camera gemakkelijk kan scherpstellen wanneer de sluiterknop half wordt ingedrukt tot de scherpstelling wordt vergrendeld. Op dat ogenblik verschijnt de aanduiding .
Autom.
Uit
• Als het bereik van het lampje van de AF-illuminator niet volstaat tot het onderwerp of als het onderwerp geen contrast heeft, kan er niet worden scherpgesteld. (Een afstand tot ongeveer 3,0 m (zoom: W) / 2,0 m (zoom: T) is aanbevolen.)
• De scherpstelling wordt bereikt op voorwaarde dat het lampje van de AF-illuminator het onderwerp bereikt, zelfs als het licht iets naast het midden van het onderwerp valt.
• Wanneer Vooraf ingestelde scherpstelling is ingesteld op (pagina 34), werkt de AF-illuminator niet.
• Het AF-bereikzoekerframe wordt niet weergegeven. De aanduiding of knippert en AF werkt met prioriteit voor de onderwerpen die zich dichtbij het midden van het frame bevinden.
• De AF-illuminator werkt niet wanneer u (Schemer-functie) of (Landschap-functie) hebt geselecteerd in de Scènefunctie.
• De AF-illuminator straalt een zeer helder licht uit. Hoewel er geen problemen zijn met de veiligheid, raden wij u toch af rechtstreeks van op korte afstand in de lichtstraal van de AF-illuminator te kijken.
ON
Maakt gebruik van de AF-illuminator.
Maakt geen gebruik van de AF-illuminator.

Auto Review

Hiermee kunt u het opgenomen beeld onmiddellijk na de opname twee seconden op het scherm weergeven.
Aan
Uit
Hiermee wordt de Auto Review-functie gebruikt.
Hiermee wordt de Auto Review-functie niet gebruikt.
Het Setup-scherm gebruiken
• Als u gedurende deze tijd de sluiterknop half indrukt, wordt het opgenomen beeld weergegeven en kunt u onmiddellijk het volgende beeld opnemen.
55
Page 56

Intern geheugen-tool

Dit item wordt niet weergegeven als een "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst.

Formatteren

Hiermee kunt u het interne geheugen formatteren.
• Houd er rekening mee dat bij het formatteren alle beeldgegevens in het interne geheugen, waaronder de beveiligde beelden, definitief worden verwijderd.
1 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het bericht "Alle data in het intern geheugen wordt gewist Klaar?" verschijnt.
2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
Het formatteren is voltooid.
Het formatteren annuleren
Selecteer [Annul.] in stap 1 van 2 en druk op z.
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 52
56
Page 57

Memory Stick tool

Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 52
Dit item wordt alleen weergegeven als een "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst.

Formatteren

Hiermee kunt u de "Memory Stick Duo" formatteren. Een in de handel verkrijgbare "Memory Stick Duo" is al geformatteerd en kan onmiddellijk worden gebruikt.
• Houd er rekening mee dat bij het formatteren alle gegevens op de "Memory Stick Duo", waaronder de beveiligde beelden, definitief worden verwijderd.
1 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het bericht "Alle data in de Memory Stick wordt gewist Klaar?" verschijnt.
2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
Het formatteren is voltooid.
Het formatteren annuleren
Selecteer [Annul.] in stap 1 van 2 en druk op z.

Opnamemap maken

Hiermee kunt u een map op een "Memory Stick Duo" maken waarin beelden worden opgenomen.
1 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het scherm voor het maken van mappen wordt weergegeven.
2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
Een nieuwe map wordt gemaakt met een nummer dat één hoger is dan het hoogste nummer, en de nieuwe map wordt ingesteld als de nieuwe opnamemap.
Het maken van een map annuleren
Selecteer [Annul.] in stap 1 van 2 en druk op z.
• Wanneer u geen nieuwe map maakt, wordt de map "101MSDCF" geselecteerd als opnamemap.
• U kunt mappen maken tot en met nummer "999MSDCF".
• De beelden worden opgenomen in de nieuwe map totdat een andere map wordt gemaakt of geselecteerd.
• U kunt een map niet met de camera verwijderen. Als u een map wilt verwijderen, moet u dit doen met een computer, enzovoort.
• Er kunnen maximaal 4.000 beelden in een map worden opgeslagen. Als de map vol is, wordt automatisch een nieuwe map gemaakt.
• Zie "Beeldbestandopslaglocaties en bestandsnamen" (pagina 74) voor meer informatie.
Het Setup-scherm gebruiken
57
Page 58
Memory Stick tool Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 52

Opnamemap wijz.

Hiermee kunt u de huidige opnamemap wijzigen.
1 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het scherm voor het selecteren van mappen wordt weergegeven.
2 Selecteer de gewenste map met b/B, selecteer vervolgens [OK] met v en druk op z.
Het wijzigen van de opnamemap annuleren
Selecteer [Annul.] in stap 1 van 2 en druk op z.
• U kunt de map "100MSDCF" niet selecteren als opnamemap.
• U kunt opgenomen beelden niet verplaatsen naar een andere map.
58
Page 59
Memory Stick tool Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 52

Kopiëren

Hiermee kunt u alle beelden die in het interne geheugen zijn opgeslagen, kopiëren naar een "Memory Stick Duo".
1 Plaats een "Memory Stick Duo" met een opslagcapaciteit van 64 MB of groter. 2 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het bericht "Alle data in het intern geheug. gekopieerd Klaar?" verschijnt.
3 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
Het kopiëren begint.
Het kopiëren annuleren
Selecteer [Annul.] in stap 2 of 3 en druk op z.
• Gebruik een volledig opgeladen batterijdoos. Als u probeert beeldbestanden te kopiëren terwijl de batterijdoos bijna leeg is, kan de batterijdoos helemaal leeg raken. Hierdoor kan het kopiëren mislukken en kunnen de gegevens zelfs beschadigd raken.
• U kunt afzonderlijke beelden niet kopiëren.
• De oorspronkelijke beelden blijven ook na het kopiëren bewaard in het interne geheugen. Als u de beeldgegevens in het interne geheugen wilt verwijderen, verwijdert u na het kopiëren eerst de "Memory Stick Duo" en voert u vervolgens [Formatteren] uit in (Intern geheugen-tool) (pagina 56).
• Wanneer u de gegevens in het interne geheugen naar de "Memory Stick Duo" kopieert, worden alle gegevens gekopieerd. U kunt geen bepaalde map op de "Memory Stick Duo" kiezen als de bestemmingsmap waarnaar de gegevens moeten worden gekopieerd.
• Zelfs als u gegevens kopieert, wordt een afdrukmarkering (afdrukbestelling) niet gekopieerd.
Het Setup-scherm gebruiken
59
Page 60

Setup 1

1
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 52

LCD-verlicht (alleen DSC-W55)

Hiermee kunt u de helderheid van de LCD-achtergrondverlichting selecteren wanneer u de camera gebruikt met een batterijdoos.
Helder
Normaal
• U kunt de instelling ook wijzigen door de DISP-knop (schermweergave) langer ingedrukt te houden.
• Als u [Helder] selecteert, wordt meer batterijlading verbruikt.
Hiermee wordt het scherm helderder.

Pieptoon

Hiermee kunt u het geluid selecteren dat wordt weergegeven wanneer u de camera bedient.
Sluiter
Aan
Uit
Hiermee wordt het sluitergeluid ingeschakeld dat wordt weergegeven als u de sluiterknop indrukt.
Hiermee wordt de pieptoon/het sluitergeluid ingeschakeld die/dat wordt weergegeven als u de regeltoets/sluiterknop indrukt.
Hiermee wordt de pieptoon/het sluitergeluid uitgeschakeld.

Taal

Hiermee kunt u de taal selecteren waarin de menu-items, waarschuwingen en berichten worden weergegeven.

Initialiseren

Hiermee kunt u alle instellingen terugzetten op de standaardinstellingen. De beelden die in het interne geheugen zijn opgeslagen, blijven bewaard.
1 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het bericht "Alle instellingen initialiseren Klaar?" verschijnt.
2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
Alle instellingen worden teruggezet op de standaardinstellingen.
Het terugzetten annuleren
Selecteer [Annul.] in stap 1 van 2 en druk op z.
• Zorg ervoor dat tijdens het terugzetten de stroombron niet wordt losgekoppeld.
60
Page 61

Setup 2

2
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 52
De standaardinstellingen worden aangegeven met .

Bestandsnr.

Hiermee kunt u de methode selecteren op basis waarvan bestandsnummers worden toegewezen aan beelden.
Reeks
Terugstel.
Hiermee worden de nummers op volgorde aan de bestanden toegewezen, zelfs als de opnamemap of de "Memory Stick Duo" wordt verwisseld. (Als de nieuw geplaatste "Memory Stick Duo" een bestand bevat met een hoger nummer dan het laatste toegewezen bestandsnummer, wordt een nummer dat één hoger is dan het hoogste bestandsnummer toegewezen.)
Hiermee beginnen de toegewezen bestandsnummers elke keer opnieuw vanaf 0001 wanneer de opnamemap wordt gewijzigd. (Als de opnamemap een bestand bevat, wordt een nummer toegewezen dat één hoger is dan het hoogte nummer.)

USB-aansl.

Selecteert de USB-functie die moet worden gebruikt wanneer u de camera aansluit op een computer of een PictBridge-compatibele printer met de kabel voor een terminal voor meervoudig gebruik (DSC-W55) of de USB-kabel (DSC-W35).
PictBridge
PTP
Mass Storage
Autom.
Hiermee wordt de camera aangesloten op een PictBridge­compatibele printer (pagina 85).
Als [PTP] (Picture Transfer Protocol) is ingesteld en de camera is aangesloten op een computer, worden de beelden in de opnamemap op de camera gekopieerd naar de computer. (Compatibel met Windows XP en Mac OS X.)
Hiermee wordt een verbinding voor massaopslag gemaakt tussen de camera en een computer of ander USB-apparaat (pagina 69).
De camera herkent en brengt automatisch een communicatie tot stand met een computer of een PictBridge-compatibele printer (pagina's 69 en 85).
• Als de camera niet kan worden verbonden met een PictBridge­compatibele printer wanneer de instelling [Autom.] is opgegeven, moet u de instelling wijzigen naar [PictBridge].
• Als de camera niet kan worden verbonden met een computer of een ander USB-apparaat wanneer de instelling [Autom.] is opgegeven, moet u de instelling wijzigen naar [Mass Storage].
Het Setup-scherm gebruiken
61
Page 62
Setup 2 Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 52

Video-uit

Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld overeenkomstig het televisiekleursysteem van de aangesloten videoapparatuur. In verschillende landen en regio's worden verschillende televisiekleursystemen gebruikt. Als u de beelden op een televisie wilt bekijken, raadpleegt u pagina 64 voor het televisiekleursysteem van het land of de regio waar de camera wordt gebruikt.
NTSC
PAL
Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld op de NTSC-functie (bijvoorbeeld voor de Verenigde Staten en Japan).
Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld op de PAL-functie (bijvoorbeeld voor Europa).

Klokinstel.

Hiermee kunt u de datum en tijd instellen.
1 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z. 2 Selecteer de datumnotatie met v/V en druk vervolgens op z. 3 Selecteer elk item met b/B, stel de numerieke waarde in met v/V en druk vervolgens op z. 4 Selecteer [OK] met B en druk vervolgens op z.
De klokinstelling annuleren
Selecteer [Annul.] en druk vervolgens op z.
62
Page 63

Beelden bekijken op een televisiescherm

Beelden bekijken op een televisiescherm

U kunt de beelden weergeven op een televisiescherm door de camera aan te sluiten op een televisie.
Schakel zowel de camera als de televisie uit voordat u de camera aansluit op de televisie.
1 Sluit de camera aan op de
televisie.
DSC-W55
1 Naar de audio-/
video-ingangen
2 Naar de meervoudige
aansluiting
Kabel voor terminal voor meervoudig gebruik
• Plaats de camera met het scherm omhoog gericht.
DSC-W35
A/V-kabel
1 Naar de audio-/video-
ingangen
2 Naar A/V OUT-
aansluiting
• Als de TV is uitgerust met stereo-ingangen, sluit u de audiostekker (zwart) van de kabel voor de terminal voor meervoudig gebruik (DSC-W55) of de A/V-kabel (DSC-W35) aan op de linkeraudio-ingang van de TV.
2 Schakel de TV in en stel de TV/
video-ingang in op "video".
• Lees de gebruiksaanwijzing bij de televisie voor meer informatie.
3 Druk op de -toets (weergave)
om de camera in te schakelen.
(Weergave)­toets
Regeltoets
De beelden die met de camera zijn opgenomen, worden op het televisiescherm weergegeven.
Druk op b/B op de regeltoets om het gewenste beeld te selecteren.
• Als u de camera in het buitenland gebruikt, kan het noodzakelijk zijn de videosignaaluitgang in te stellen overeenkomstig dat van het plaatselijke televisiesysteem (pagina 62).
Beelden bekijken op een televisiescherm
63
Page 64
Beelden bekijken op een televisiescherm
Televisiekleursystemen
Als u de beelden op een TV-scherm wilt weergeven, hebt u een TV met een video­ingang en de kabel voor de terminal voor meervoudig gebruik (DSC-W55) of de A/V-kabel (DSC-W35) nodig. Het kleursysteem van de televisie moet overeenkomen met dat van uw digitale camera. Raadpleeg de onderstaande lijsten voor het televisiekleursysteem van het land of de regio waar de camera wordt gebruikt.
NTSC-systeem
Bahama-eilanden, Bolivia, Canada, Chili, Colombia, Ecuador, Filippijnen, Jamaica, Japan, Korea, Mexico, Midden-Amerika, Peru, Suriname, Taiwan, Venezuela, Verenigde Staten, enzovoort.
PAL-systeem
Australië, België, China, Denemarken, Duitsland, Finland, Hongkong, Hongarije, Italië, Koeweit, Maleisië, Nederland, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal, Singapore, Slowakije, Spanje, Thailand, Tsjechië, Verenigd Koninkrijk, Zweden, Zwitserland, enzovoort.
PAL-M-systeem
Brazilië
PAL-N-systeem
Argentinië, Paraguay, Uruguay.
SECAM-systeem
Bulgarije, Frankrijk, Guyana, Irak, Iran, Monaco, Oekraïne, Rusland, enzovoort.
64
Page 65

De computer gebruiken

Werken met uw Windows-computer

Lees het gedeelte "De Macintosh-computer gebruiken" (pagina 82) door voor meer informatie over het gebruik van een Macintosh-computer. Deze tekst beschrijft de scherminhoud van de Engelse versie.
Eerst de software (bijgeleverd) installeren (pagina 67)
Beelden kopiëren naar de computer (pagina 68)
Beelden weergeven op de computer
De computer gebruiken
Genieten van beelden met de "Picture Motion Browser" (pagina 76)
Beelden weergeven die op de computer zijn opgeslagen
Beelden op datum weergeven
Beelden bewerken
De opnamelocaties van stilstaande beelden weergeven op
online kaarten. (Om dit te doen moet uw computer verbonden zijn met het internet.)
Een nieuwe datadisc maken. (CD-schrijfstation of DVD-
schrijfstation vereist.)
Afdrukken of opslaan van stilstaande beelden met de datum
ingevoegd.
65
Page 66
Werken met uw Windows-computer
Aanbevolen computeromgeving
Een computer die op de camera wordt aangesloten, moet aan de volgende vereisten voldoen.
Aanbevolen computeromgeving voor het kopiëren van beelden
Besturingssysteem
(voorgeïnstalleerd): Microsoft
Windows 2000 Professional, Windows XP Home Edition of Windows XP Professional
• De juiste werking kan niet worden gegarandeerd in een computeromgeving waarin een upgrade naar een van de bovenstaande besturingssystemen is uitgevoerd of in een computeromgeving met meerdere besturingssystemen (multi-boot).
USB-aansluiting: standaardonderdeel
Aanbevolen omgeving voor "Picture Motion Browser"
Besturingssysteem
(voorgeïnstalleerd): Microsoft
Windows 2000 Professional, Windows XP Home Edition of Windows XP Professional
Geluidskaart: 16-bits stereogeluidskaart met
luidsprekers
Processor/geheugen: Pentium III
500 MHz of sneller, 128 MB RAM of meer (aanbevolen: Pentium III 800 MHz of sneller en 256 MB RAM of meer)
Software: DirectX 9.0c of hoger
Vaste schijf: Vrije schijfruimte benodigd
voor installatie—200 MB of meer
Beeldscherm: Schermresolutie: 1024 × 768
pixels of meer, kleuren: hoge kleuren (16-bits kleuren) of meer
• De software is compatibel met DirectX­technologie. U moet wellicht "DirectX" installeren.
Opmerkingen over het aansluiten van de camera op een computer
• Een juiste werking kan niet worden gegarandeerd voor alle bovenstaande aanbevolen computeromgevingen.
• Als u twee of meer USB-apparaten tegelijkertijd op één computer aansluit, is het mogelijk dat sommige apparaten, waaronder de camera, niet werken afhankelijk van het type USB-apparaten dat u gebruikt.
• Een juiste werking kan niet worden gegarandeerd bij gebruik van een USB-hub.
• Wanneer u de camera aansluit via een USB­interface die compatibel is met Hi-Speed USB (USB 2.0-compatibel), is een geavanceerde overdracht (overdracht met hoge snelheid) mogelijk omdat deze camera compatibel is met Hi-Speed USB (USB 2.0-compatibel).
• Er zijn drie functies voor een USB-verbinding bij aansluiting op een computer: [Autom.] (standaardinstelling), [Mass Storage] en [PTP]. In dit gedeelte wordt een voorbeeld beschreven van [Autom.] en [Mass Storage]. Zie pagina 61 voor meer informatie over [PTP].
• Na herstel van de computer vanuit de stand-by­of slaapstand is het mogelijk dat de communicatie tussen de camera en de computer niet op hetzelfde moment wordt hersteld.
Technische ondersteuning
Ga naar de website voor klantenondersteuning van Sony voor meer informatie over dit product en antwoorden op veelgestelde vragen. http://www.sony.net/
66
Page 67

De software (bijgeleverd) installeren

U kunt de software (bijgeleverd) installeren met de volgende procedure.
• Wanneer u Windows 2000 gebruikt, moet u de camera niet aansluiten op de computer voordat u de installatie hebt uitgevoerd.
• In Windows 2000/XP meldt u zich aan als beheerder.
• Als de software (bijgeleverd) is geïnstalleerd, wordt het USB-stuurprogramma automatisch geïnstalleerd.
1 Schakel de computer in en plaats
de CD-ROM (bijgeleverd) in het CD-ROM-station.
Het installatiemenu wordt weergegeven.
4 Selecteer de [Region] en
[Country/Area] en klik vervolgens op [Next].
Wanneer de [Welcome to the InstallShield Wizard for Sony Picture Utility] verschijnt, klikt u op [Next].
Het scherm "License Agreement" wordt weergegeven. Lees de overeenkomst aandachtig door. Als u de voorwaarden van de overeenkomst accepteert, selecteert u het keuzerondje naast [I accept the terms of the license agreement] en klikt u op [Next].
5 Volg de aanwijzingen op het
scherm om de installatie te voltooien.
• Wanneer het bevestigingsbericht voor opnieuw opstarten wordt weergegeven, start
• Als dit niet wordt weergegeven, dubbelklikt u op (My Computer)
(SONYPICTUTIL).
t
u de computer opnieuw op volgens de aanwijzingen op het scherm.
• DirectX wordt wellicht geïnstalleerd afhankelijk van de systeemomgeving van uw computer.
2 Klik op [Install].
Het scherm "Choose Setup Language" wordt weergegeven.
6 Verwijder de CD-ROM uit de
computer nadat de installatie is voltooid.
3 Selecteer de gewenste taal en klik
op [Next].
Het scherm [Location Settings] verschijnt.
Nadat u de software hebt geïnstalleerd, wordt een snelkoppeling op het bureaublad gemaakt waarmee u naar de website voor klantenregistratie kunt gaan.
De computer gebruiken
Zodra u zich hebt geregistreerd op de website, kunt u veilige en nuttige klantenondersteuning krijgen. http://www.sony.net/registration/di
67
Page 68

Beelden kopiëren naar de computer

In dit gedeelte wordt de procedure op een Windows-computer beschreven. U kunt als volgt beelden vanaf de camera naar de computer kopiëren.
Voor een computer met een Memory Stick-sleuf
Verwijder de "Memory Stick Duo" uit de camera en steek deze in de Memory Stick Duo-adapter. Plaats de Memory Stick Duo­adapter in de computer en kopieer de beelden.
• Zelfs wanneer u Windows 95/98/98 Second Edition/NT/Me gebruikt, kunt u beelden kopiëren door de "Memory Stick Duo" in de Memory Stick-sleuf van de computer te plaatsen.
• Zie pagina 97 als de "Memory Stick PRO Duo" niet wordt herkend.
Voor een computer zonder een Memory Stick-sleuf
Voer fase 1 tot en met 4 op pagina 68 tot en met 73 uit om beelden te kopiëren.
• Wanneer u Windows 2000 gebruikt, moet u de software (bijgeleverd) installeren voordat u doorgaat. Als u Windows XP gebruikt, hoeft u de software niet te installeren.
• De schermafbeeldingen in dit gedeelte zijn voorbeelden van het kopiëren van beelden vanaf een "Memory Stick Duo".
Met Windows 95/98/98 Second Edition/ NT/Me:
Deze camera is niet compatibel met deze versies van het Windows­besturingssysteem. Als u een computer zonder Memory Stick-sleuf gebruikt, gebruik dan een in de handel verkrijgbare Memory Stick Reader/Writer om beelden van een "Memory Stick Duo" naar uw computer te kopiëren. Als u beelden in het interne geheugen naar de computer wilt kopiëren, kopieert u de beelden eerst naar een "Memory Stick Duo" en kopieert u ze vervolgens naar de computer.
Fase 1: De camera en de computer voorbereiden
1 Plaats een "Memory Stick Duo"
met opgenomen beelden in de camera.
• Deze stap is niet nodig wanneer u beelden kopieert die in het interne geheugen zijn opgeslagen.
2 Plaats een batterijdoos met
voldoende capaciteit in de camera of sluit de camera met de netspanningsadapter (niet bijgeleverd) (DSC-W35/W55) en de USB-, A/V-, DC IN-kabel voor een terminal voor meervoudig gebruik (niet bijgeleverd) (alleen DSC-W55) aan op een stopcontact.
• Als u beelden naar de computer kopieert terwijl de batterijdoos bijna leeg is, kan het kopiëren mislukken of kunnen de beeldgegevens beschadigd raken als de batterijdoos leeg raakt.
68
Page 69
Beelden kopiëren naar de computer
3 Druk op de (Weergave)-toets
om de computer in te schakelen.
(Weergave)-toets
Fase 2: De camera en de computer op elkaar aansluiten
DSC-W55
2 Naar de meervoudige
aansluiting
1 Naar een USB-aansluiting
Kabel voor terminal voor meervoudig gebruik
DSC-W35
USB-kabel
2 Naar de (USB)-
aansluiting
1 Naar de USB-
aansluiting
De computer gebruiken
• In Windows XP wordt de wizard AutoPlay automatisch weergegeven.
69
Page 70
Beelden kopiëren naar de computer
"USB-functie Mass Storage" wordt weergegeven op het scherm van de camera.
Toegangs­aanduidingen
Als een USB-verbinding voor het eerst tot stand wordt gebracht, wordt op de computer automatisch een programma uitgevoerd om de camera te herkennen. Wacht enige tijd.
* Tijdens communicatie zijn de
toegangsaanduidingen rood. Gebruik de computer niet totdat de aanduidingen wit zijn geworden.
• Als "USB-functie Mass Storage" niet verschijnt, stelt u [USB-aansl.] in op [Mass Storage] (pagina 61).
• Als de software (bijgeleverd) is geïnstalleerd, kan het scherm [Import Images] (pagina 77) worden weergegeven. In dit geval kunt u beelden rechtstreeks importeren met "Picture Motion Browser".
Fase 3-A: Beelden kopiëren naar een computer
• Voor Windows 2000 volgt u de procedure die wordt beschreven in "Fase 3-B: Beelden kopiëren naar een computer" op pagina 71.
• Wanneer u Windows XP gebruikt en het scherm met de wizard wordt niet automatisch weergegeven, volgt u de procedure die wordt beschreven in "Fase 3-B: Beelden kopiëren naar een computer" op pagina 71.
In dit gedeelte wordt het kopiëren van beelden naar de map "My Documents" beschreven.
1 Nadat u een USB-verbinding tot
stand hebt gebracht in fase 2, klikt u op [Copy pictures to a folder on my computer using
*
Microsoft Scanner and Camera Wizard]
t [OK] wanneer het
scherm met de wizard automatisch op de computer wordt weergegeven.
1
2
Het scherm "Scanner and Camera Wizard" wordt weergegeven.
2 Klik op [Next].
De beelden die op de "Memory Stick Duo" in de camera zijn opgeslagen, worden weergegeven.
• Als er geen "Memory Stick Duo" is geplaatst, worden de beelden weergegeven die in het interne geheugen zijn opgeslagen.
70
Page 71
Beelden kopiëren naar de computer
3 Schakel de selectievakjes van
niet-gewenste beelden uit zodat deze niet worden gekopieerd en klik op [Next].
1
2
Het scherm "Picture Name and Destination" wordt weergegeven.
4 Selecteer de naam en de
bestemming van de beelden en klik op [Next].
1
2
5 Selecteer het keuzerondje naast
[Nothing. I’m finished working with these pictures] en klik op [Next].
1
2
Het scherm "Completing the Scanner and Camera Wizard" verschijnt.
6 Klik op [Finish].
Het scherm met de wizard wordt gesloten.
• Als u wilt doorgaan met het kopiëren van andere beelden, koppelt u de kabel voor de terminal voor meervoudig gebruik (DSC­W55) of de USB-kabel (DSC-W35) los (pagina 73). Voer vervolgens de procedure uit die wordt beschreven in "Fase 2: De camera en de computer op elkaar aansluiten" op pagina 69.
De computer gebruiken
Het kopiëren van beelden wordt gestart. Wanneer het kopiëren is voltooid, verschijnt het scherm "Other Options".
• In dit gedeelte wordt het kopiëren van beelden naar de map "My Documents" beschreven.
Fase 3-B: Beelden kopiëren naar een computer
• Voor Windows XP volgt u de procedure die wordt beschreven in "Fase 3-A: Beelden kopiëren naar een computer" op pagina 70.
In dit gedeelte wordt het kopiëren van beelden naar de map "My Documents" beschreven.
71
Page 72
Beelden kopiëren naar de computer
1 Dubbelklik op [My Computer] t
[Removable Disk]
• Zie pagina 97 als het pictogram "R emovable Disk" niet wordt weergegeven.
t [DCIM].
2 Dubbelklik op de map met de
beeldbestanden die u wilt kopiëren. Klik vervolgens met de
rechtermuisknop op een beeldbestand en klik op [Copy] in het snelmenu.
1
2
• Zie (pagina 74) voor meer informatie over de opslaglocatie van de beeldbestanden.
3 Dubbelklik op de map [My
Documents]. Klik vervolgens met de rechtermuisknop op het venster "My Documents" en klik op [Paste] in het snelmenu.
1
2
De beeldbestanden worden naar de map "My Documents" gekopieerd.
• Als de bestemmingsmap een beeld met dezelfde bestandsnaam bevat, wordt een bevestigingsbericht voor overschrijven weergegeven. Als u het bestaande beeld overschrijft met een nieuw beeld, wordt het oorspronkelijke bestand gewist. Als u het beeldbestand naar de computer wilt kopiëren zonder overschrijven, geeft u het bestand eerst een andere naam en kopieert u vervolgens het beeldbestand. Houd er echter rekening mee dat u het betreffende beeld wellicht niet meer op de camera kunt weergeven als u de bestandsnaam wijzigt (pagina 75).
72
Page 73
Beelden kopiëren naar de computer
Fase 4: Beelden weergeven op de computer
In dit gedeelte wordt de procedure beschreven om gekopieerde beelden in de map "My Documents" weer te geven.
1 Klik op [Start] t [My Documents].
2
1
De inhoud van de map "My Documents" wordt weergegeven.
• Als u een ander besturingssysteem dan Windows XP gebruikt, dubbelklikt u op [My Documents] op het bureaublad.
2 Dubbelklik op het gewenste
beeldbestand.
De USB-verbinding annuleren
Voer eerst de onderstaande procedures uit wanneer u het volgende wilt doen:
• De kabel voor de terminal voor meervoudig gebruik (DSC-W55) of de USB-kabel (DSC­W35) loskoppelen.
• Een "Memory Stick Duo" verwijderen
• Een "Memory Stick Duo" in de camera plaatsen na het kopiëren van beelden vanuit het interne geheugen
• De camera uitschakelen
1 Dubbelklik op op de taakbalk.
Dubbelklik hier
2 Klik op (Sony DSC) 3 Controleer of het juiste apparaat wordt
aangegeven in het bevestigingsvenster en klik op [OK].
4 Klik op [OK].
De verbinding met het apparaat is verbroken.
• Voor Windows XP kunt u stap 4
overslaan.
t [Stop].
De computer gebruiken
Het beeld wordt weergegeven.
73
Page 74
Beelden kopiëren naar de computer
Beeldbestandopslaglocaties en bestandsnamen
De beeldbestanden die op de camera zijn opgenomen, zijn gegroepeerd in mappen op de "Memory Stick Duo".
Voorbeeld: mappen weergeven in Windows XP
A Map met beeldgegevens die zijn
opgenomen met een camera die geen functie bevat voor het maken van mappen
B Map met beeldgegevens die zijn
opgenomen met deze camera Als er geen nieuwe mappen worden gemaakt, worden de mappen als volgt weergegeven:
– "Memory Stick Duo"; alleen "101MSDCF" – Intern geheugen; alleen "101_SONY"
• U kunt geen beelden opnemen in de map "100MSDCF". De beelden in deze map zijn alleen beschikbaar voor weergave.
• U kunt geen beelden opnemen/weergeven in de map "MISC".
• Beeldbestanden worden als volgt benoemd.
ssss staat voor een nummer tussen 0001 en
9999. Het numerieke deel van de naam van een filmbestand dat is opgenomen in filmopnamefunctie, is hetzelfde als dat van het bijbehorende indexbeeldbestand.
– Stilstaande-beeldbestanden:
DSC0ssss.JPG
– Filmbestanden: MOV0ssss.MPG – Indexbeeldbestanden die worden opgenomen
wanneer u films opneemt: MOV0ssss.THM
• Zie pagina 44 en 57 voor meer informatie over mappen.
74
Page 75

Beeldbestanden opgeslagen op de computer weergeven op de camera (met een "Memory Stick Duo")

In dit gedeelte wordt de procedure op een Windows-computer beschreven. Wanneer een beeldbestand dat naar de computer is gekopieerd, niet meer op een "Memory Stick Duo" staat, kunt u dat beeld weer op de camera weergeven door het beeldbestand op de computer te kopiëren naar een "Memory Stick Duo".
• Als de bestandsnaam die door de camera is gegeven, niet is gewijzigd op de computer, kunt u stap 1 overslaan.
• Afhankelijk van het beeldformaat kunt u bepaalde beelden wellicht niet weergeven.
• Wanneer een beeldbestand is bewerkt door een computer of wanneer het beeldbestand is opgenomen met een ander cameramodel dan het model van uw camera, kan weergave op uw camera niet worden gegarandeerd.
• Als er geen map is, maakt u een nieuwe map met uw camera (pagina 57) en kopieert u vervolgens het beeldbestand.
bestandsextensie voor films is MPG. Wijzig de bestandsextensie niet.
2 Kopieer het beeldbestand naar de
map op de "Memory Stick Duo" met de onderstaande procedure.
1Klik met de rechtermuisknop op het
beeldbestand en klik op [Copy] in het snelmenu.
2Dubbelklik op [Removable Disk] of
[Sony MemoryStick] in [My Computer].
3Klik met de rechtermuisknop op de map
[sssMSDCF] in de map [DCIM] en klik op [Paste] in het snelmenu.
sss staat voor een nummer tussen 100
en 999.
1 Klik met de rechtermuisknop op
het beeldbestand en klik op [Rename] in het snelmenu. Wijzig de bestandsnaam in "DSC0ssss".
Geef een nummer op tussen 0001 en 9999 voor ssss.
De computer gebruiken
1
2
• Als het bevestigingsbericht voor overschrijven wordt weergegeven, geeft u een ander nummer op.
• De bestandsextensie kan worden weergegeven, afhankelijk van de computerinstellingen. De bestandsextensie voor stilstaande beelden is JPG en de
75
Page 76

Met "Picture Motion Browser" (bijgeleverd)

Met de software kunt u stilstaande beelden en films van de camera optimaal benutten. Dit gedeelte bevat een beschrijving en algemene instructies voor "Picture Motion Browser".
Overzicht "Picture Motion Browser"
Met "Picture Motion Browser" kunt u het volgende:
• Beelden die met de camera zijn opgenomen, importeren en weergeven op de computer.
• Beelden op de computer indelen op opnamedatum om deze te bekijken.
• Stilstaande beelden bijwerken, afdrukken en verzenden als bijlage bij e-mailberichten, de opnamedatum wijzigen en meer.
• Stilstaande beelden kunnen worden afgedrukt of opgeslagen met de datum.
• U kunt een datadisc maken met een CD­schrijfstation of DVD-schrijfstation.
• Raadpleeg de Help voor meer informatie over "Picture Motion Browser".
Als u de Help wilt openen, klikt u op [Start] t [All Programs] (in Windows 2000, [Programs]) t [Sony Picture Utility] t [Help] t [Picture Motion Browser].
"Picture Motion Browser" starten en afsluiten
"Picture Motion Browser" starten
Dubbelklik op het pictogram (Picture Motion Browser) op het bureaublad. Of vanuit het menu Start: Klik op [Start] t [All Programs] (in Windows 2000 [Programs]) t [Sony Picture Utility] t [Picture Motion Browser].
• Het bevestigingsbericht van het Informatie-tool verschijnt op het scherm wanneer u "Picture Motion Browser" de eerste keer opstart. Selecteer [Start]. Deze functie brengt u op de hoogte van nieuws, zoals software-updates. U kunt de instelling later wijzigen.
"Picture Motion Browser" afsluiten
Klik op in de rechterbovenhoek van het scherm.
Algemene instructies
Voer de volgende procedure uit om beelden vanaf de camera te importeren en weer te geven.
Beelden importeren
1 Controleer of "Media Check
Tool"* wordt uitgevoerd.
Controleer of het pictogram
Check Tool)
in de taakbalk wordt
weergegeven.
* "Media Check Tool" is een programma dat
automatisch beelden herkent en importeert wanneer een "Memory Stick" wordt geplaatst of wanneer de camera wordt aangesloten.
• Als het pictogram niet wordt
weergegeven: Klik op [Start] t [All Programs] (in Windows t [Sony Picture Utility] t [Tools] t [Media Check Tool].
(Media
2000, [Programs])
76
Page 77
Met "Picture Motion Browser" (bijgeleverd)
2 Sluit de camera aan op uw
computer met de kabel voor de terminal voor meervoudig gebruik (DSC-W55) of de USB-kabel (DSC­W35).
Als de camera automatisch is herkend, verschijnt het scherm [Import Images].
• Zie eerst pagina 68 als u de Memory Stick-
sleuf gebruikt.
• Als in Windows XP de wizard AutoPlay
wordt weergegeven, sluit u deze wizard.
3 Importeer de beelden.
Als u het importeren van de beelden wilt starten, klikt u op [Import].
De beelden worden standaard geïmporteerd naar een map in "My Pictures". Deze map heeft als naam de datum waarop de beelden zijn geïmporteerd.
• Zie pagina 80 voor instructies over het
wijzigen van de "Folder to be imported".
Beelden weergeven
1 Geïmporteerde beelden
controleren
Wanneer het importeren is voltooid, wordt de "Picture Motion Browser" gestart. Er worden miniaturen van de geïmporteerde beelden weergegeven.
• De map "My Pictures" is ingesteld als standaardmap in "Viewed folders".
• Als u een afzonderlijk beeld wilt weergeven, dubbelklikt u op de bijbehorende miniatuur.
2 Beelden in "Viewed folders"
weergeven op opnamedatum
1Klik op de tab [Calendar].
De jaren waarin de beelden zijn opgenomen, worden weergegeven.
2Klik op het jaar.
Beelden die in dat jaar zijn opgenomen, worden weergegeven, ingedeeld op opnamedatum.
3Als u de beelden per maand wilt
weergeven, klikt u op de gewenste maand. Miniaturen van beelden die in die maand zijn opgenomen, worden weergegeven.
4Als u de beelden op tijd wilt weergeven,
klikt u op de gewenste datum. Miniaturen van beelden die op die dag zijn opgenomen, worden weergegeven, ingedeeld op uur.
De computer gebruiken
77
Page 78
Met "Picture Motion Browser" (bijgeleverd)
Scherm met weergave per jaar
1
2
3
Scherm met weergave per maand
4
Scherm met weergave per uur
3 Afzonderlijke beelden weergeven
In het scherm met weergave per uur dubbelklikt u op een miniatuur om het betreffende beeld in een afzonderlijk venster weer te geven.
• U kunt weergegeven beelden bewerken door op in de werkbalk te klikken.
Beelden weergeven op volledig scherm
Als u een diavoorstelling van de huidige beelden wilt weergeven op volledig
scherm, klikt u op .
• Als u beelden van een bepaald jaar of een bepaalde maand wilt weergeven, klikt u op die periode aan de linkerkant van het scherm.
78
• Als u de diavoorstelling wilt afspelen of onderbreken, klikt u op in de linkerbenedenhoek van het scherm.
• Als u de diavoorstelling wilt stoppen, klikt u op in de linkerbenedenhoek van het scherm.
Page 79
Met "Picture Motion Browser" (bijgeleverd)
Een datadisc maken Kaartweergave gebruiken om
Beelden kunnen worden opgeslagen op een CD of DVD als datadisc.
CD-schrijfstation of DVD-schrijfstation
vereist.
De volgende disc kan worden gebruikt om
een datadisc te maken.
–CD–R/RW (12 cm) –DVD±R/RW (12 cm) –DVD±R DL (12 cm)
stilstaande beelden op een kaart weer te geven
Als uw stilstaande beelden positiegegevens bevatten, kunt u de beelden zien op de online kaarten met Kaartweergave.
Om de Kaartweergavefunctie te gebruiken
moet uw computer over een internetverbinding beschikken.
1 Selecteer de beelden die u wilt
opslaan op de disc.
• Om opeenvolgende beelden te selecteren, klikt u op het eerste beeld en houdt u vervolgens de "Shift"-toets ingedrukt terwijl u op het laatste beeld klikt.
• Om twee of meer niet opeenvolgende beelden te selecteren, houdt u de "Ctrl"­toets ingedrukt terwijl u op de beelden klikt.
2 Klik op de -toets in de
werkbalk.
Het scherm [Create Data Disc] verschijnt.
3 Klik op [Start].
4 Volg de instructies op het scherm
om verder te gaan met het maken van de datadisc.
• Om de gewenste beelden toe te voegen, sleep ze naar het scherm [Create Data Disc].
Alle beelden in een map selecteren
Klik op de tab [folders], klik met de rechtermuisknop op het gewenste mappictogram en selecteer [Create Data Disc]. Alle beelden in een map kunnen worden geselecteerd.
1 Selecteer een miniatuur met .
2 Klik op .
Het hoofdvenster voor de Kaartweergave verschijnt.
De computer gebruiken
• Kaarten en satellietbeelden ondersteund door de kaartendienst Google Maps.
U kunt de positiegegevens later toevoegen
aan de stilstaande beelden via de Kaartweergave. Raadpleeg de helpfunctie van de Kaartweergave voor meer informatie.
79
Page 80
Met "Picture Motion Browser" (bijgeleverd)
Andere functies
Beelden die op de computer zijn opgeslagen, voorbereiden voor weergave
Als u de beelden wilt weergeven, registreert u de map met de beelden als een van de "Viewed folders".
1 Klik op in het hoofdvenster, of
kies [Register Folders to View] in het menu [File].
Het scherm met instellingen voor registratie van "Viewed folders" wordt weergegeven.
2 Geef de map op met beelden die
moeten worden geïmporteerd om de map te registreren als een van de "Viewed folders".
3 Klik op [OK].
De beeldgegevens worden geregistreerd in de database.
Beelden in submappen van "Viewed
folders" worden ook geregistreerd.
Wijzigen van "Folder to be imported"
Als u de "Folder to be imported" wilt wijzigen, opent u het scherm "Import Settings".
1 Kies [Import Settings] t
[Location for Imported Images] in het menu [File].
Het scherm "Location for Imported Images" wordt weergegeven.
2 Selecteer de "Folder to be
imported".
U kunt de "Folder to be imported" kiezen
uit de mappen die zijn geregistreerd als "Viewed folders".
Registratiegegevens van beelden bijwerken
Als u beeldgegevens wilt bijwerken, kiest u [Update Database] in het menu [Tools].
Het bijwerken van de database kan enige
tijd duren.
Als u de naam van beeldbestanden of
mappen in "Viewed folders" wijzigt, kunnen deze niet worden weergegeven met deze software. Werk in dit geval de database bij.
Beelden opslaan met de datum
1 Dubbelklik op een beeld om het weer te
geven.
2 Klik op en selecteer [Insert Date] in
de vervolgkeuzelijst.
3 Selecteer de gewenste kleur en positie en
klik op [OK].
4 Klik op om op te slaan.
80
Page 81
Met "Picture Motion Browser" (bijgeleverd)
Beelden afdrukken met de datum
1 Selecteer het stilstaande beeld dat u wilt
afdrukken.
2 Klik op in de werkbalk. 3 Klik op het selectievakje van [Print date
taken] bij de afdrukopties.
4 Klik op [Print].
"Picture Motion Browser" verwijderen
1 Klik op [Start] t [Control Panel] (in
Windows 2000: [Start] t [Settings] t [Control Panel]) en dubbelklik op [Add/ Remove Programs].
2 Selecteer [Sony Picture Utility] en klik op
[Remove] (in Windows 2000: klik op [Change/Remove]) om de installatie ongedaan te maken.
De computer gebruiken
81
Page 82

De Macintosh-computer gebruiken

U kunt beelden naar een Macintosh­computer kopiëren.
• "Picture Motion Browser" is niet compatibel met Macintosh-computers.
Aanbevolen computeromgeving
Een computer die op de camera wordt aangesloten, moet aan de volgende vereisten voldoen.
Aanbevolen computeromgeving voor het kopiëren van beelden
Besturingssysteem
(voorgeïnstalleerd): Mac OS 9.1/9.2/
Mac OS X (v10.1 tot en met v10.4)
USB-aansluiting: standaardonderdeel
Opmerkingen over het aansluiten van de camera op een computer
• Een juiste werking kan niet worden gegarandeerd voor alle bovenstaande aanbevolen computeromgevingen.
• Als u twee of meer USB-apparaten tegelijkertijd op één computer aansluit, is het mogelijk dat sommige apparaten, waaronder de camera, niet werken afhankelijk van het type USB-apparaten dat u gebruikt.
• Een juiste werking kan niet worden gegarandeerd bij gebruik van een USB-hub.
• Wanneer u de camera aansluit via een USB­interface die compatibel is met Hi-Speed USB (USB 2.0-compatibel), is een geavanceerde overdracht (overdracht met hoge snelheid) mogelijk omdat deze camera compatibel is met Hi-Speed USB (USB 2.0-compatibel).
• Er zijn drie functies voor een USB-verbinding bij aansluiting op een computer: [Autom.] (standaardinstelling), [Mass Storage] en [PTP]. In dit gedeelte wordt een voorbeeld beschreven van [Autom.] en [Mass Storage]. Zie pagina 61 voor meer informatie over [PTP].
• Na herstel van de computer vanuit de stand-by­of slaapstand is het mogelijk dat de communicatie tussen de camera en de computer niet op hetzelfde moment wordt hersteld.
Beelden kopiëren naar en weergeven op een computer
1 Bereid de camera en Macintosh-
computer voor.
Voer dezelfde procedure uit als wordt beschreven in "Fase 1: De camera en de computer voorbereiden" op pagina 68.
2 Sluit de kabel voor de terminal
voor meervoudig gebruik (DSC­W55) of de USB-kabel (DSC-W35) aan.
Voer dezelfde procedure uit als wordt beschreven in "Fase 2: De camera en de computer op elkaar aansluiten" op pagina 69.
3 Kopieer beeldbestanden naar de
Macintosh-computer.
1Dubbelklik op het nieuwe pictogram t
2Sleep de beeldbestanden naar het
• Zie pagina 74 voor meer informatie over de
t de map met de beelden die u
[DCIM] wilt kopiëren.
pictogram van de vaste schijf en zet deze daar neer. De beeldbestanden worden naar de vaste schijf gekopieerd.
opslaglocatie van de beeldbestanden en de bestandsnamen.
82
Page 83
De Macintosh-computer gebruiken
4 Geef beelden weer op de
computer.
Dubbelklik op het pictogram van de harde schijf beeldbestand in de map met de gekopieerde bestanden om dat beeldbestand te openen.
De USB-verbinding annuleren
Voer eerst de onderstaande procedures uit wanneer u het volgende wilt doen:
• De kabel voor de terminal voor meervoudig gebruik (DSC-W55) of de USB-kabel (DSC­W35) loskoppelen.
• Een "Memory Stick Duo" verwijderen
• Een "Memory Stick Duo" in de camera plaatsen na het kopiëren van beelden vanuit het interne geheugen
• De camera uitschakelen
Sleep het pictogram van het station of het pictogram van de "Memory Stick Duo" naar het pictogram "Trash".
De verbinding tussen de camera en de computer is verbroken.
t het gewenste
De computer gebruiken
Technische ondersteuning
Ga naar de website voor klantenondersteuning van Sony voor meer informatie over dit product en antwoorden op veelgestelde vragen. http://www.sony.net/
83
Page 84

Stilstaande beelden afdrukken

Stilstaande beelden afdrukken

Wanneer u beelden afdrukt die in de [16:9]­functie zijn opgenomen, worden beide randen wellicht bijgesneden. Controleer dit dus voordat u begint met afdrukken (pagina 100).
Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele printer (pagina 85)
U kunt beelden afdrukken door de camera rechtsreeks aan te sluiten op een PictBridge-compatibele printer.
Beelden rechtstreeks afdrukken met een "Memory Stick"-compatibele printer
U kunt beelden afdrukken met een "Memory Stick"-compatibele printer. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij de printer voor meer informatie.
Beelden afdrukken met een computer
U kunt beelden naar een computer kopiëren met de software "Picture Motion Browser" (bijgeleverd) en de beelden afdrukken. U kunt beelden afdrukken met ingevoegde datum (pagina 81).
Afdrukken bij een fotowinkel (pagina 89)
U kunt een "Memory Stick Duo" met beelden die met de camera zijn opgenomen, meenemen naar een fotowinkel. U kunt van tevoren een afdrukmarkering aanbrengen op de beelden die u wilt afdrukken.
84
Page 85

Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele printer

Zelfs als u geen computer hebt, kunt u de beelden die u met de camera hebt opgenomen, afdrukken door de camera rechtstreeks aan te sluiten op een PictBridge-compatibele printer.
• "PictBridge" is gebaseerd op de CIPA-norm. (CIPA: Camera & Imaging Products Association)
In de enkelbeeldfunctie
U kunt één beeld afdrukken op één afdrukvel.
In de indexfunctie
U kunt meerdere beelden op kleiner formaat afdrukken op één afdrukvel. U kunt een aantal van dezelfde beelden (1) of een aantal verschillende beelden (2) afdrukken.
12
Fase 1: De camera voorbereiden
Bereid de camera voor door deze met behulp van een USB-kabel aan te sluiten op de printer. Wanneer u de camera aansluit op een printer die wordt herkend wanneer [USB-aansl.] is ingesteld op [Autom.], is fase 1 niet nodig.
Indexhendel
MENU-toets Regeltoets
• Wij raden u aan een volledig opgeladen batterijdoos te gebruiken om te vermijden dat de voeding tijdens het afdrukken wordt uitgeschakeld.
1 Druk op MENU om het menu weer
te geven.
2 Druk op B op de regeltoets en
selecteer (Setup).
• De functie voor het afdrukken van een index is wellicht niet beschikbaar, afhankelijk van de printer.
• De hoeveelheid beelden die als indexbeeld kunnen worden afgedrukt, verschilt afhankelijk van de printer.
• U kunt films niet afdrukken.
• Als de aanduiding ongeveer vijf seconden knippert op het scherm van de camera (foutmelding), controleert u de aangesloten printer.
3 Selecteer [ ] (Setup 2) met V en
selecteer vervolgens [USB-aansl.] met v/V/B.
2
Stilstaande beelden afdrukken
85
Page 86
Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele printer
4 Selecteer [PictBridge] met B/V en
druk vervolgens op z.
De USB-functie is ingesteld.
Fase 2: De camera aansluiten op de printer
1 Sluit de camera aan op de printer.
DSC-W55
2 Naar de meervoudige
aansluiting
Kabel voor terminal voor meervoudig gebruik
1 Naar de USB-
aansluiting
2 Schakel de camera en de printer
in.
Nadat de verbinding tot stand is gebracht, wordt de aanduiding weergegeven.
De camera wordt in de weergavefunctie gezet waarna een beeld en het afdrukmenu op het scherm worden weergegeven.
86
DSC-W35
USB-kabel
2 Naar de (USB)-
aansluiting
1 Naar de USB-
aansluiting
Page 87
Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele printer
Fase 3: Afdrukken
Nadat fase 2 is voltooid, wordt het afdrukmenu weergegeven, ongeacht de stand van de modusknop.
1 Selecteer de gewenste
afdrukmethode met v/V op de regeltoets en druk vervolgens op z.
[Alle in deze map]
Alle beelden in de map worden afgedrukt.
[DPOF-beeld]
Alle beelden met een afdrukmarkering
worden afgedrukt (pagina 89), ongeacht welk beeld wordt weergegeven.
[Kiezen]
U kunt beelden selecteren en alle geselecteerde beelden afdrukken.
1Selecteer het beeld dat u wilt afdrukken
met b/B en druk vervolgens op z. De markering wordt op het geselecteerde beeld weergegeven.
• Als u meer beelden wilt selecteren, herhaalt u deze procedure.
2Selecteer [Afdrukken] met V en druk
vervolgens op z.
[Dit beeld]
Het weergegeven beeld wordt afgedrukt.
• Als u [Dit beeld] selecteert en [Index] instelt op [Aan] in stap 2, kunt u een aantal van dezelfde beelden afdrukken als indexbeeld.
2 Selecteer de afdrukinstellingen
met v/V/b/B.
[Index]
Selecteer [Aan] om een indexbeeld af te drukken.
[Formaat]
Selecteer het formaat van het afdrukvel.
[Datum]
Selecteer [Dag&Tijd] of [Datum] om de datum en tijd in de beelden in te voegen.
• Als u [Datum] selecteert, wordt de datum ingevoegd met de geselecteerde notatie (pagina 62). Deze functie is wellicht niet beschikbaar, afhankelijk van de printer.
[Aantal]
Als [Index] is ingesteld op [Uit]:
Selecteer het aantal vellen waarop u het beeld wilt afdrukken. Het beeld wordt afzonderlijk afgedrukt.
Als [Index] is ingesteld op [Aan]:
Selecteer het aantal beelden dat u als indexbeeld wilt afdrukken. Als u [Dit beeld] hebt geselecteerd in stap 1, selecteert u het aantal van hetzelfde beeld dat u naast en onder elkaar op hetzelfde afdrukvel wilt afdrukken als indexbeeld.
• Het is mogelijk dat niet alle beelden op één vel passen, afhankelijk van het aantal beelden.
Stilstaande beelden afdrukken
87
Page 88
Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele printer
4 Selecteer de gewenste afdrukmethode met
3 Selecteer [OK] met V/B en druk
v/V en druk vervolgens op z.
vervolgens op z.
Het beeld wordt afgedrukt.
• Koppel de kabel voor de terminal voor meervoudig gebruik (DSC-W55) of de USB-kabel (DSC-W35) niet los wanneer de aanduiding (PictBridge-aansluiting) op het scherm wordt weergegeven.
[Kiezen]
-
aanduiding
Andere beelden afdrukken
Selecteer na stap 3 [Kiezen] en vervolgens het gewenste beeld met v/V en voer de procedure uit vanaf stap 1.
Beelden op het indexscherm afdrukken
Voer "Fase 1: De camera voorbereiden" (pagina 85) en "Fase 2: De camera aansluiten op de printer" (pagina 86) uit en ga als volgt verder.
U kunt beelden selecteren en alle geselecteerde beelden afdrukken. Selecteer het beeld dat u wilt afdrukken met v/V/b/B en druk vervolgens op z om de markering weer te geven. (Als u meer beelden wilt selecteren, herhaalt u deze procedure.) Druk vervolgens op MENU.
[DPOF-beeld]
Alle beelden met een afdrukmarkering
worden afgedrukt, ongeacht welk
beeld wordt weergegeven.
[Alle in deze map]
Alle beelden in de map worden afgedrukt.
5 Voer stap 2 en 3 van "Fase 3: Afdrukken"
(pagina 87) uit.
Nadat u de camera op de printer hebt aangesloten, wordt het afdrukmenu weergegeven. Selecteer [Annul.] om het afdrukmenu uit te schakelen en ga als volgt verder.
1 Verschuif de (Index)-hendel.
Het indexscherm wordt weergegeven.
2 Druk op MENU om het menu weer te
geven.
3 Selecteer [ ] (Print) met B en druk
vervolgens op z.
88
Page 89

Afdrukken bij een fotowinkel

U kunt een "Memory Stick Duo" met beelden die met de camera zijn opgenomen, meenemen naar een fotowinkel. Als de fotowinkel beschikt over een fotoafdrukservice die gebruikmaakt van DPOF, kunt u van tevoren een afdrukmarkering op de beelden aanbrengen, zodat u deze niet bij het afdrukken in de winkel hoeft te selecteren.
• U kunt de beelden in het interne geheugen niet rechtstreeks vanaf de camera afdrukken in een fotowinkel. Kopieer de beelden eerst naar een "Memory Stick Duo" en neem de "Memory Stick Duo" mee naar de fotowinkel.
Wat is DPOF?
DPOF (Digital Print Order Format) is een functie waarmee u een afdrukmarkering
kunt aanbrengen op beelden op de
"Memory Stick Duo" die u later wilt afdrukken.
• U kunt de beelden ook afdrukken met de afdrukmarkering met een printer die voldoet aan de DPOF-norm (Digital Print Order Format) of met een PictBridge-compatibele printer.
• Films kunnen niet worden voorzien van een afdrukmarkering.
• Als u beelden markeert die in de [Multi Burst]­functie zijn opgenomen, worden alle beelden op één vel afgedrukt, verdeeld over 16 panelen.
Als u een "Memory Stick Duo" meeneemt naar een fotowinkel
• Vraag aan de medewerkers van de fotowinkel welke typen "Memory Stick Duo" ze kunnen verwerken.
• Als de fotowinkel geen "Memory Stick Duo" kan verwerken, kopieert u de gewenste beelden naar een ander medium, zoals een CD-R, en neemt u die mee naar de fotowinkel.
• Vergeet niet de Memory Stick Duo-adapter mee te nemen.
• Voordat u beeldgegevens meeneemt naar een fotowinkel, moet u altijd eerst een reservekopie (back-up) van de gegevens maken op een schijf.
• U kunt het aantal afdrukken niet instellen.
• Als u datums op de beelden wilt afdrukken, raadpleegt u de fotowinkel.
Een afdrukmarkering aanbrengen in de enkelbeeldfunctie
MENU-toets Regeltoets
1 Geef het beeld weer dat u wilt
afdrukken.
2 Druk op MENU om het menu weer
te geven.
3 Selecteer [DPOF] met b/B en druk
vervolgens op z.
Een afdrukmarkering wordt weergegeven op het beeld.
Stilstaande beelden afdrukken
4 Als u andere beelden wilt
markeren, geeft u het gewenste beeld weer met b/B en drukt u vervolgens op z.
Een afdrukmarkering verwijderen in de enkelbeeldfunctie
Druk op z in stap 3 of 4.
89
Page 90
Afdrukken bij een fotowinkel
Een afdrukmarkering aanbrengen in de indexfunctie
1 Geef het indexscherm weer
(pagina 30).
2 Druk op MENU om het menu weer
te geven.
3 Selecteer [DPOF] met b/B en druk
vervolgens op z.
4 Selecteer [Kiezen] met v/V en
druk vervolgens op z.
• U kunt geen markering aanbrengen in [Alle in deze map].
5 Selecteer het beeld dat u wilt
markeren met v/V/b/B en druk vervolgens op z.
Een groene markering wordt op het geselecteerde beeld weergegeven.
(groen)
8 Selecteer [OK] met B en druk
vervolgens op z.
De markering wordt wit.
Als u het markeren wilt annuleren, selecteert u [Annul.] in stap 4 of selecteert u [Sluiten] in stap 8 en drukt u op z.
Een afdrukmarkering verwijderen in de indexfunctie
Selecteer de beelden waarvan u de afdrukmarkering wilt verwijderen in stap 5 en druk vervolgens op z.
Alle afdrukmarkeringen in de map verwijderen
Selecteer [Alle in deze map] in stap 4 en druk vervolgens op z. Selecteer [Uit] en druk vervolgens op z.
6 Herhaal stap 5 om andere beelden
te markeren.
7 Druk op MENU.
90
Page 91

Problemen oplossen

Problemen oplossen

Als u problemen ondervindt met de camera, kunt u de volgende oplossingen proberen.
1 Controleer de items op pagina's 92 tot en met 102.
Zie pagina 103 als een code zoals "C/E:ss:ss" op het scherm verschijnt.
2 Verwijder de batterijdoos uit de camera, plaats deze na ongeveer een minuut
terug en schakel de camera in.
3 Herstel de standaardinstellingen (pagina 60).
4 Neem contact op met uw Sony-handelaar of de plaatselijke technische dienst
van Sony.
Wanneer u de camera opstuurt voor reparatie, stemt u er automatisch mee in dat de beeldgegevens in het interne geheugen worden gecontroleerd.
Klik op een van de volgende items om naar de betreffende pagina te gaan waarop het probleem en de oorzaak of de bijbehorende oplossing worden beschreven.
Batterijdoos en stroomvoorziening
92
Stilstaande beelden/films opnemen 92
Beelden weergeven 95
Beelden verwijderen/bewerken 96
Computers 96
Picture Motion Browser 98
"Memory Stick Duo" 99
Intern geheugen 99
Afdrukken 100
PictBridge-compatibele printer
101
Overige 102
Problemen oplossen
91
Page 92
Problemen oplossen
Batterijdoos en stroomvoorziening
De batterijdoos kan niet worden geïnstalleerd.
Installeer de batterijdoos op de juiste manier waarbij u de top van de batterijdoos gebruikt om
de hendel voor het uitwerpen van de batterij naar de onderkant van de camera te duwen.
De camera kan niet worden ingeschakeld.
Plaats de batterijdoos op de juiste manier.
De batterijdoos is leeg. Plaats een opgeladen batterijdoos.
De batterijdoos heeft het einde van de levensduur bereikt (pagina 109). Plaats een nieuwe
batterijdoos.
Gebruik een aanbevolen batterijdoos.
De camera wordt plotseling uitgeschakeld.
Als de camera is ingeschakeld en u deze gedurende drie minuten niet bedient, wordt de
camera automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de batterijdoos leegloopt. Schakel de camera opnieuw in.
De batterijdoos heeft het einde van de levensduur bereikt (pagina 109). Plaats een nieuwe
batterijdoos.
De aanduiding voor de resterende lading van de batterijlading is onjuist.
Dit kan gebeuren wanneer u de camera op een zeer warme of koude plaats gebruikt.
De weergegeven resterende lading van de batterijdoos verschilt van de huidige lading.
Verbruik de batterijlading volledig en laad vervolgens de batterijdoos volledig op zodat de weergegeven tijdsduur juist is.
De batterijdoos is leeg. Plaats een opgeladen batterijdoos.
De batterijdoos heeft het einde van de levensduur bereikt (pagina 109). Plaats een nieuwe
batterijdoos.
De batterij kan niet worden opgeladen.
U kunt de batterij niet opladen met de netspanningsadapter (niet bijgeleverd).
Stilstaande beelden/films opnemen
Het scherm wordt niet ingeschakeld, zelfs wanneer de voeding is ingeschakeld.
Schakel het scherm in (pagina 17).
De camera kan geen beelden opnemen.
Controleer de resterende opslagcapaciteit van het interne geheugen of de "Memory Stick
Duo". Als deze vol is, voert u een van de volgende handelingen uit:
Verwijder overbodige beelden (pagina 29).Plaats een andere "Memory Stick Duo".
92
Page 93
Problemen oplossen
U gebruikt de "Memory Stick Duo" met de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK.
Zet de schakelaar in de stand voor opnemen (pagina 107).
Tijdens het opladen van de flitser kunt u geen beelden opnemen.
Stel de modusknop in een andere positie dan in wanneer u stilstaande beelden opneemt.
Zet de modusknop op wanneer u films wilt opnemen.
Het beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)] wanneer films worden opgenomen. Voer een van
de volgende bewerkingen uit:
Stel het beeldformaat in op een andere instelling dan [640(Fijn)].Plaats een "Memory Stick PRO Duo".
De camera stopt tijdens de opname van een film.
De camera stopt de opname automatisch wanneer het bestand een grootte van ongeveer 2GB heeft.
Het onderwerp is niet zichtbaar op het scherm.
De camera is ingesteld op de weergavefunctie. Druk op de (Weergave)-knop om de
opnamefunctie (pagina 29) te wijzigen.
De opname neemt veel tijd in beslag.
De NR lage sluitertijd-functie is geactiveerd (pagina 14). Dit is normaal.
Het beeld is onscherp.
Het onderwerp bevindt zich te dichtbij. Neem op met de opnamefunctie (Macro). Zorg
ervoor dat u tijdens het opnemen de lens verder van het onderwerp afhoudt dan de minimale opnameafstand, ongeveer 2 cm voor groothoek (W)/30 cm voor telefoto (T) .
(Schemer) of (Landschap) is geselecteerd in de scènekeuzefunctie bij het opnemen van
stilstaande beelden.
De functie Vooraf ingestelde scherpstelling is geselecteerd. Selecteer de functie automatisch
scherpstellen (pagina 34).
Raadpleeg "Als het onderwerp onscherp is" op pagina 35.
De zoomfunctie werkt niet.
De slimme-zoomfunctie kan niet worden gebruikt wanneer:Het beeldformaat is ingesteld op [7M] of [3:2].Opnemen in de Multi-burstfunctie.
De digitale zoomfunctie kan niet worden gebruikt wanneer u films opneemt.
U kunt de zoomvergrotingsfactor niet wijzigen wanneer u een film opneemt.
De flitser werkt niet.
De flitser is ingesteld op (Niet flitsen) (pagina 22).
U kunt in de volgende gevallen de flitser niet gebruiken:[Mode] (Opn.functie) is ingesteld op [Burst] of [Multi Burst] (pagina 40). (Hoge gevoeligheid) of (Schemer) is geselecteerd in de scènekeuzefunctie (pagina 27).U neemt films op.
Problemen oplossen
93
Page 94
Problemen oplossen
Stel de flitser in op (altijd flitsen ingeschakeld) wanneer (Landschap), (Strand) of
(Sneeuw) is geselecteerd in de scènekeuzefunctie (pagina 22).
Wazige vlekken verschijnen in beelden die met de flitser worden opgenomen.
Stof in de lucht heeft het flitslicht gereflecteerd en wordt in het beeld weergegeven. Dit is
normaal.
De close-upopnamefunctie (Macro) werkt niet.
(Schemer) of (Landschap) is geselecteerd in de scènekeuzefunctie (pagina 28).
De datum en tijd worden niet weergegeven.
Tijdens het opnemen worden de datum en tijd niet weergegeven. Ze worden alleen
weergegeven tijdens het afspelen.
Kan geen data aan beelden toevoegen.
Deze camera beschikt niet over een functie voor het toevoegen van data aan beelden
(pagina 101). U kunt beelden afdrukken of opslaan met de datum door "Picture Motion Browser" te gebruiken (pagina 80).
De F-waarde en de sluitertijd knipperen wanneer u de sluiterknop half ingedrukt houdt.
De belichting is niet goed. Pas de belichting aan (pagina 24).
Het scherm is te donker of te licht.
Pas de helderheid van de achtergrondverlichting van het LCD-scherm (alleen DSC-W55) aan
(pagina 17, 60).
Het beeld is te donker.
U neemt een onderwerp met een lichtbron erachter op. Selecteer de lichtmeetfunctie
(pagina 36) of pas de belichting aan (pagina 24).
Schakel het scherm in (pagina 17).
Het beeld is te licht.
Pas de belichting aan (pagina 24).
De kleuren van het beeld zijn niet juist.
Stel [COLOR] (Kleurfunctie) in op [Normaal] (pagina 33).
Bij het filmen van een zeer helder onderwerp verschijnen er verticale strepen.
Dit is een bekend verschijnsel. Dit verschijnsel duidt niet op een defect.
94
Page 95
Problemen oplossen
In het beeld verschijnt ruis wanneer u op een donkere plaats naar het scherm kijkt.
De camera probeert de zichtbaarheid van het scherm te verhogen door het beeld tijdelijk
helderder te maken onder omstandigheden met een slechte verlichting. Dit is niet van invloed op het opgenomen beeld.
De ogen van het onderwerp zijn rood.
Stel [Rode-ogeneff.] in het menu (Setup) in op [Aan] (pagina 54).
Neem het onderwerp op vanaf een afstand korter dan het flitsbereik bij gebruik van de flitser.
Verlicht het vertrek en neem het onderwerp op.
Er verschijnen puntjes op het scherm.
Dit is normaal. Deze puntjes worden niet opgenomen (pagina 2).
Het beeld dat zichtbaar is door de zoeker geeft het werkelijk opneembare bereik niet aan.
Het parallax-fenomeen doet zich voor wanneer het onderwerp dichtbij is. Gebruik het LCD-
scherm om het opneembare bereik te bevestigen.
Beelden kunnen niet continu worden opgenomen.
Het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" is vol. Verwijder overbodige beelden
(pagina 29).
De accu is bijna leeg. Plaats een opgeladen batterijdoos.
Beelden weergeven
De camera kan geen beelden weergeven.
Druk op de (Weergave)-toets (pagina 29).
De naam van de map of het bestand is gewijzigd op de computer (pagina 75).
Wanneer een beeldbestand is bewerkt door een computer of wanneer het beeldbestand is
opgenomen met een ander cameramodel dan het model van uw camera, kan weergave op uw camera niet worden gegarandeerd.
De camera is ingesteld op de USB-functie. Annuleer de USB-verbinding (pagina 73).
De datum en tijd worden niet weergegeven.
DISP-toets (Schermweergave) is uitgeschakeld(pagina 17).
Onmiddellijk nadat de weergave is begonnen, ziet het beeld er grof uit.
Onmiddellijk nadat de weergave is begonnen, kan het beeld er grof uitzien als gevolg van de
beeldverwerking. Dit is normaal.
Problemen oplossen
95
Page 96
Problemen oplossen
Tijdens de videoweergave kunnen onregelmatige kleuren worden weergegeven.
Dit is normaal. De opgenomen beelden worden niet beïnvloed.
De beelden worden niet weergegeven op het scherm.
Verwijder de kabel voor de terminal voor meervoudig gebruik (DSC-W55) of de A/V-kabel
(DSC-W35) als de kabel is aangesloten (pagina 63).
Het beeld verschijnt niet op het televisiescherm.
Controleer [Video-uit] om te zien of het video-uitgangssignaal van de camera is ingesteld op
het kleursysteem van de televisie (pagina 62).
Controleer de aansluiting (pagina 63).
Als de kabel voor een terminal voor meervoudig gebruik is aangesloten op de USB-
aansluiting, moet u de kabel verwijderen (alleen DSC-W55).
Beelden verwijderen/bewerken
De camera kan een beeld niet verwijderen.
Annuleer de beveiliging (pagina 45).
U gebruikt de "Memory Stick Duo" met de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK.
Zet de schakelaar in de stand voor opnemen (pagina 107).
U hebt per ongeluk een beeld verwijderd.
Als u een beeld hebt verwijderd, kunt u dit niet herstellen. U kunt het beste de beelden
beveiligen (pagina 44) of de "Memory Stick Duo" gebruiken met de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK (pagina 107) om te voorkomen dat beelden per ongeluk worden gewist.
De functie voor het wijzigen van het formaat werkt niet.
Het formaat van films en Multi-burst-beelden kan niet worden gewijzigd.
U kunt geen film knippen.
De film is niet lang genoeg om te worden geknipt (korter dan ongeveer twee seconden).
Annuleer de beveiliging (pagina 45).
Computers
U weet niet of het besturingssysteem van de computer compatibel is met de camera.
Controleer "Aanbevolen computeromgeving" op pagina 66 voor Windows en pagina 82 voor
Macintosh.
96
Page 97
Problemen oplossen
De "Memory Stick PRO Duo" wordt niet herkend door een computer met een "Memory Stick"-sleuf.
Controleer of de "Memory Stick PRO Duo" wordt ondersteund door de computer en de
Memory Stick Reader/Writer. Gebruikers van computers en Memory Stick Readers/Writers van een andere fabrikant dan Sony moeten contact opnemen met die fabrikant.
Als de "Memory Stick PRO Duo" niet wordt ondersteund, sluit u de camera aan op de
computer (pagina 69 en 82). De "Memory Stick PRO Duo" wordt door de computer herkend.
De computer herkent de camera niet.
Schakel de camera in.
Als de batterijlading laag is, plaatst u de opgeladen batterijdoos of gebruikt u de
netspanningsadapter (niet bijgeleverd) (pagina 68).
Stel [USB-aansl.] in op [Mass Storage] in het menu (Setup) (pagina 61).
Gebruik de kabel voor de terminal voor meervoudig gebruik (bijgeleverd) (DSC-W55) of de
USB-kabel (bijgeleverd) (DSC-W35) (pagina 69).
Koppel de kabel voor de terminal voor meervoudig gebruik (DSC-W55) of de USB-kabel
(DSC-W35) los van de computer en de camera en sluit de kabel vervolgens opnieuw stevig aan.
Koppel alle apparatuur, behalve de camera, het toetsenbord en de muis, los van de USB-
aansluitingen van de computer.
Sluit de camera rechtstreeks aan op de computer en niet via een USB-hub of ander apparaat
(pagina 69).
De software (bijgeleverd) is niet geïnstalleerd. Installeer de software (pagina 67).
De computer herkent het apparaat niet, omdat u de camera hebt aangesloten op de computer
met de kabel voor de terminal voor meervoudig gebruik (DSC-W55) of de USB-kabel (DSC­W35) voordat u de software (bijgeleverd) hebt geïnstalleerd. Verwijder het foutief herkende apparaat van de computer en installeer het USB-stuurprogramma (zie het volgende punt).
Het pictogram "Removable disk" wordt niet op het scherm weergegeven wanneer u de camera aansluit op de computer.
Volg de onderstaande procedure om het USB-stuurprogramma opnieuw te installeren. De
onderstaande procedure geldt voor Windows-computers. 1 Klik met de rechtermuisknop op [My Computer] en klik op [Properties] in het snelmenu.
Het scherm "System Properties" wordt weergegeven.
2 Klik op [Hardware]
t [Device Manager].
De "Device Manager" wordt weergegeven.
3 Klik met de rechtermuisknop op [ Sony DSC] en klik vervolgens op [Uninstall]
Het apparaat is verwijderd.
4 Installeer de software (pagina 67).
Er wordt ook een USB-stuurprogramma geïnstalleerd.
Problemen oplossen
t [OK].
97
Page 98
Problemen oplossen
U kunt geen beelden kopiëren.
Breng een USB-verbinding tussen de camera en de computer tot stand (pagina 69).
Volg de betreffende kopieerprocedure voor uw besturingssysteem (pagina 70 en 82).
Wanneer u beelden opneemt op een "Memory Stick Duo" die met een computer is
geformatteerd, kunt u de beelden wellicht niet naar een computer kopiëren. Maak opnamen op een "Memory Stick Duo" die met de camera is geformatteerd (pagina 57).
Nadat de USB-verbinding tot stand is gebracht, wordt "Picture Motion Browser" niet automatisch gestart.
Start "Media Check Tool" (pagina 76).
Breng de USB-verbinding tot stand nadat de computer is ingeschakeld (pagina 69).
Het beeld kan niet worden weergegeven op een computer.
Raadpleeg de Help-functie als u "Picture Motion Browser" gebruikt.
Raadpleeg de fabrikant van de computer of de software.
Wanneer u een film op een computer weergeeft, worden beeld en geluid onderbroken door storing.
U geeft de film rechtstreeks weer vanuit het interne geheugen of vanaf de "Memory Stick
Duo". Kopieer de film naar de vaste schijf van de computer en geef vervolgens de film weer vanaf de vaste schijf (pagina 68).
U kunt een beeld niet afdrukken.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de printer.
Beelden die al naar de computer zijn gekopieerd, kunnen niet op de camera worden weergegeven.
Kopieer de beelden naar een map die door de camera wordt herkend, zoals "101MSDCF"
(pagina 74).
Voer de bewerking correct uit (pagina 75).
Picture Motion Browser
Beelden worden niet correct weergegeven met "Picture Motion Browser".
Controleer of de map met de beelden is geregistreerd in "Viewed folders". Als de beelden niet
worden weergegeven, zelfs niet als de map is geregistreerd in "Viewed folders", moet u de database bijwerken (pagina 80).
U kunt beelden die zijn geïmporteerd met "Picture Motion Browser" niet vinden.
Kijk in de map "My Pictures".
Als u de standaardinstellingen hebt gewijzigd, gaat u naar "Wijzigen van "Folder to be
imported"" op pagina 80 en controleert u welke map wordt gebruikt voor het importeren.
98
Page 99
Problemen oplossen
U wilt de "Folder to be imported" wijzigen.
Open het scherm "Import Settings" om de "Folder to be imported" te wijzigen. U kunt een
andere map opgeven nadat u deze met "Picture Motion Browser" hebt geregistreerd in "Viewed folders" (pagina 80).
Alle geïmporteerde beelden worden in de kalender weergegeven met de datum 1 januari.
U hebt de datum nog niet ingesteld op de camera. Stel de datum in op de camera (pagina 62).
De -markering wordt weergegeven.
Als u de naam van beeldbestanden/-mappen in andere software hebt gewijzigd of deze hebt
verwijderd, worden de registratiegegevens van de beelden niet bijgewerkt. Als u registratiegegevens van beelden wilt bijwerken, selecteert u [Update Database] in het menu [Tools].
"Memory Stick Duo"
De "Memory Stick Duo" kan niet worden geplaatst.
Plaats deze in de juiste richting.
De "Memory Stick Duo" kan niet worden geformatteerd.
U gebruikt de "Memory Stick Duo" met de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK.
Zet de schakelaar in de stand voor opnemen (pagina 107).
U hebt een "Memory Stick Duo" per ongeluk geformatteerd.
Alle beeldgegevens op de "Memory Stick Duo" zijn verwijderd door het formatteren. U kunt
deze niet meer herstellen. U kunt het beste de schrijfbeveiligingsschakelaar van de "Memory Stick Duo" in de stand LOCK zetten om te voorkomen dat beeldgegevens per ongeluk worden gewist (pagina 107).
Intern geheugen
Er kunnen geen beelden worden weergegeven of opgenomen in het interne geheugen.
Er is een "Memory Stick Duo" in de camera geplaatst. Verwijder ze.
De beeldgegevens in het interne geheugen kunnen niet naar een "Memory Stick Duo" worden gekopieerd.
De "Memory Stick Duo" is vol. Controleer de opslagcapaciteit (64 MB of meer wordt
aanbevolen).
Problemen oplossen
99
Page 100
Problemen oplossen
De beeldgegevens op de "Memory Stick Duo" of de computer kunnen niet naar het interne geheugen worden gekopieerd.
De beeldgegevens op een "Memory Stick Duo" of een computer kunnen niet naar het interne
geheugen worden gekopieerd.
Afdrukken
Zie ook "PictBridge-compatibele printer" (hierna) in combinatie met de volgende punten.
Beelden worden zonder beide randen afgedrukt.
Afhankelijk van de printer kunnen de linker-, rechter-, boven- en onderrand van het beeld
worden bijgesneden. Vooral wanneer u een beeld hebt opgenomen met het beeldformaat [16:9], kunnen de randen van het beeld worden bijgesneden.
Wanneer u beelden afdrukt met uw eigen printer, kunt u de instellingen voor bijsnijden en
afdrukken zonder randen annuleren. Vraag de fabrikant van de printer of de printer beschikt over deze functies.
Wanneer u de beelden laat afdrukken bij een digitale-fotowinkel, vraagt u of de beelden
kunnen worden afgedrukt zonder beide randen bij te snijden.
Er worden beelden met 16 frames afgedrukt.
Beelden die in de Multi-burst-functie zijn opgenomen, worden als één beeld met 16 frames
opgenomen. U kunt het beeld niet per frame afdrukken.
Beelden kunnen niet met de datum worden afgedrukt.
U kunt beelden afdrukken met de datum door "Picture Motion Browser" te gebruiken
(pagina 81).
Deze camera beschikt niet over een functie voor het toevoegen van data aan beelden.
Aangezien de beelden die met de camera worden opgenomen, echter informatie bevatten over de opnamedatum, kunt u beelden met de datum afdrukken als de printer of de software Exif­gegevens kan herkennen. Raadpleeg de fabrikant van de printer of de software voor informatie over de compatibiliteit met de Exif-gegevens.
Als u beelden bij een fotowinkel laat afdrukken, kunt u in de fotowinkel vragen om de datum
op de beelden af te drukken.
100
Loading...