Voordat u deze printer gaat gebruiken, moet u de bijgeleverde
"Lees dit eerst" , "Over afdrukpakketen" en deze
"Gebruiksaanwijzing" aandachtig doorlezen. Bewaar de
handleidingen voor het geval u deze later als referentiemateriaal
nodig hebt.
Lees de bijgeleverde "Lees dit eerst" en
"Over afdrukpakketen" door.
WAARSCHUWING
Om het gevaar van brand of
elektrische schokken te verkleinen,
mag het apparaat niet worden
blootgesteld aan regen of vocht.
Waarschuwing voor klanten in
Europa
Dit product is getest en voldoet aan de beperkingen
die zijn uiteengezet in de EMC-richtlijn voor het
gebruik van een verbindingskabel van minder dan 3
meter.
Let op
De elektromagnetische velden kunnen bij de
opgegeven frequenties het beeld van deze digitale
fotoprinter beïnvloeden.
Opmerking
Als de gegevensoverdracht wordt onderbroken
(mislukt) door statische elektriciteit of
elektromagnetische storing, moet u de toepassing
opnieuw starten of de verbindingskabel (USB,
enzovoort) loskoppelen en opnieuw aansluiten.
Kennisgeving voor klanten in de
landen waar EU-richtlijnen van
toepassing zijn
De fabrikant van dit product is Sony Corporation,
1-7-1 Konan Minato-ku Tokyo, 108-0075 Japan. De
geautoriseerde vertegenwoordiger voor EMC en
productveiligheid is Sony Deutschland GmbH,
Hedelfinger Strasse 61, 70327 Stuttgart, Duitsland.
Voor kwesties met betrekking tot service of garantie
kunt u het adres in de afzonderlijke service- en
garantiedocumenten gebruiken.
Verwijdering van oude elektrische en
elektronische apparaten (Toepasbaar
in de Europese Unie en andere
Europese landen met gescheiden
ophaalsystemen)
Het symbool op het
product of op de
verpakking wijst erop dat
dit product niet als
huishoudelijk afval mag
worden behandeld. Het
moet echter naar een
plaats worden gebracht
waar elektrische en
elektronische apparatuur
wordt gerecycled. Als u
ervoor zorgt dat dit
product op de correcte
manier wordt verwijderd,
voorkomt u voor mens en milieu negatieve gevolgen
die zich zouden kunnen voordoen in geval van
verkeerde afvalbehandeling. De recycling van
materialen draagt bij tot het vrijwaren van natuurlijke
bronnen. Voor meer details in verband met het
recyclen van dit product, neemt u contact op met de
gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst
belast met de verwijdering van huishoudafval of de
winkel waar u het product hebt gekocht.
Het kopiëren, bewerken of afdrukken van CD’s,
televisieprogramma’s, auteursrechtelijk
beschermde materialen, zoals beelden en
publicaties, en alle andere materialen met
uitzondering van eigen opnamen en creaties is
beperkt tot huishoudelijk of privé-gebruik. Tenzij u
in het bezit bent van de auteursrechten of
toestemming hebt van de houder van de
auteursrechten om deze materialen te kopiëren, kan
gebruik van deze materialen een overtreding van
de auteursrechtwetten betekenen en moet u
wellicht schadevergoeding betalen aan de houder
van de auteursrechten.
Als u foto’s gebruikt met deze printer, moet u
ervoor zorgen dat u de auteursrechtwetten niet
overtreedt. Ongeoorloofd gebruik of aanpassing
van portretten van andere personen kan ook een
inbreuk op hun rechten betekenen.
Op bepaalde demonstraties, optredens en
tentoonstellingen is het nemen van foto’s niet
toegestaan.
2
Reservekopiëen
U kunt het beste een reservekopie van uw gegevens
opslaan om gegevensverlies door een
bedieningsfout of storing van de printer te
voorkomen.
NL
Informatie
IN GEEN GEVAL IS DE VERKOPER
AANSPRAKELIJK VOOR ENIGE DIRECTE OF
INCIDENTELE SCHADE OF
GEVOLGSCHADE VAN WELKE SOORT DAN
OOK, OF VOOR VERLIEZEN OF KOSTEN ALS
GEVOLG VAN EEN DEFECT PRODUCT OF
HET GEBRUIK VAN EEN PRODUCT.
Sony is niet aansprakelijk voor enige incidentele
schade of gevolgschade of verlies van opgenomen
gegevens als gevolg van het gebruik van of een
storing aan de printer of de geheugenkaart.
Opmerkingen over het LCD-scherm
• Het weergegeven beeld heeft niet dezelfde
beeldkwaliteit en kleuren als het afgedrukte beeld
omdat de fosformethoden en-profielen anders zijn.
U moet het weergegeven beeld beschouwen als
indicatie.
• Druk niet op het LCD-scherm. Het scherm kan dan
verkleuren, waardoor een storing wordt
veroorzaakt.
• Als het LCD-scherm langdurig wordt blootgesteld
aan direct zonlicht, kan dit tot defecten leiden.
• Het LCD-scherm is vervaardigd met behulp van
precisietechnologie, waardoor meer dan 99,99%
van de pixels effectief bruikbaar is. Deze punten
duiden niet op fabricagefouten en hebben geen
enkele invloed op de afdrukken.
• In een koude omgeving kunnen de beelden op het
LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is normaal.
Duo", , "Memory Stick
Micro", , , "Memory
Stick-ROM", , "MagicGate",
en zijn handelsmerken van Sony
Corporation.
• HDMI, en High-Definition Multimedia
Interface zijn handelsmerken of geregistreerde
handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
• Microsoft, Windows, Windows Vista en DirectX
zijn gedeponeerde handelsmerken of
handelsmerken van Microsoft Corporation in de
Verenigde Staten en/of andere landen.
• Intel en Pentium zijn gedeponeerde handelsmerken
of handelsmerken van Intel Corporation.
• CompactFlash is een handelsmerk van SanDisk
Corporation in de V.S.
• of xD-Picture Card
van FUJIFILM Corporation.
• is een handelsmerk van FotoNation Inc. in
de Verenigde Staten.
• is een handelsmerk van
Ichikawa Soft Laboratory.
• Alle andere bedrijven en productnamen die hierin
worden vermeld, kunnen de handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken zijn van hun
respectieve bedrijven. Bovendien worden "™" en
®
"
" niet elke keer vermeld in deze
gebruiksaanwijzing.
• Dit apparaat is voorzien van een functie voor
gezichtherkenning. Er wordt gebruik gemaakt van
Sony Face Recognition-technologie die ontwikkeld
is door Sony.
• Het Bluetooth woordmerk en logo's zijn eigendom
van Bluetooth SIG, Inc. en elk gebruik van
dergelijke merken door Sony Corporation gebeurt
onder licentie. Andere handelsmerken en
handelsnamen zijn van hun respectievelijke
eigenaren.
• Andere handelsmerken en handelsnamen zijn van
hun respectievelijke eigenaren.
Alle rechten voorbehouden. Deze handleiding en de
software die hierin wordt beschreven, geheel of
gedeeltelijk, mogen niet worden gereproduceerd,
vertaald of omgezet in een machineleesbare vorm
zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van
Sony Corporation.
IN GEEN GEVAL IS SONY CORPORATION
AANSPRAKELIJK VOOR ENIGE INCIDENTELE
OF SPECIALE SCHADE OF GEVOLGSCHADE
HETZIJ ONDER DWANG, CONTRACT OF
ANDERSZINS VOORTKOMEND UIT OF IN
VERBAND MET DEZE HANDLEIDING, DE
SOFTWARE OF ANDERE INFORMATIE DIE
HIERIN WORDT VERMELD OF HET GEBRUIK
ERVAN.
Door het zegel van de CD-ROM-verpakking te
verbreken, accepteert u alle bepalingen en
voorwaarden van deze overeenkomst. Als u deze
bepalingen en voorwaarden niet accepteert,
retourneert u de ongeopende CD-ROM-verpakking
samen met de rest van het pakket aan de handelaar bij
wie u het pakket hebt gekocht.
Sony Corporation behoudt zich het recht voor om te
allen tijde deze handleiding of de informatie in deze
handleiding te wijzigen zonder voorafgaande
kennisgeving.
De software die hierin wordt beschreven, kan ook
vallen onder de bepalingen van een afzonderlijke
gebruiksrechtovereenkomst.
Ontwerpgegevens, zoals de voorbeelden in deze
software, mogen uitsluitend voor persoonlijk gebruik
worden aangepast of gekopieerd. Het ongeoorloofd
kopiëren van deze software is volgens de
auteursrechtwetten verboden.
Houd er rekening mee dat het ongeoorloofd kopiëren
of aanpassen van portretten van andere personen of
van auteursrechtelijk beschermd werk een inbreuk op
de rechten van de houders van de auteursrechten kan
betekenen.
U wordt wellicht verwezen naar de bijgeleverde
"Lees dit eerst" en "Over afdrukpakketen" als
deze gedetailleerde beschrijvingen bevat.
Index ............................................90
6
NL
Voordat u begint
Aanduiding van de
onderdelen
Zie voor nadere bijzonderheden de bladzijden
die tussen haakjes worden genoemd.
Voorpaneel van de printer
A 1 (aan/standby) -toets/ (standby)
aanduiding
B MENU-toets
C (Indexweergave)
(uitzoomen)/ (inzoomen)
toetsen (.pagina 16)
D LCD-scherm
E ENTER-toets
F Pijl (g/G/f/F) toetsen
G AUTO TOUCH-UP-toets
(.pagina 22)
H PRINT-toets/aanduiding
I CANCEL-toets
J "Memory Stick PRO" (Standard/
Duo) sleuf (.pagina's 17, 83)
K SD-geheugenkaart/xD-Picture
Card dual-format sleuf
(.pagina's 17, 84, 85)
L CompactFlash-kaartsleuf
(.pagina's 17, 85)
M Klep van de papierladehouder
N Papierladehouder (.pagina 11)
O Toegangslampje
P Uitwerphendel voor het inktlint
(.pagina 9)
Q Inktlint (wordt apart verkocht)
(.pagina 9)
R Klep voor inktlinthouder
(.pagina 9)
Voordat u begint
Vervolg
7
NL
Achterpaneel van de printer
A Hendel
Breng, wanneer u de printer draagt, de hendel
omhoog, zoals de illustratie hieronder laat
zien.
Zet de hendel terug in de oorspronkelijke
stand, wanneer u de printer gebruikt.
van de netspanningsadapter in het
stopcontact.
Linkerzijpaneel van de printer
E HDMI OUT (uitgangs)-connector
(.pagina 47)
Sluit, wanneer u de printer gebruikt met een
High Definition-TV, een HDMI-kabel aan op
deze aansluiting.
F USB-aansluiting (.pagina 58)
Sluit, wanneer u de printer in PC-stand
gebruikt, een USB-kabel aan op deze
aansluiting.
G PictBridge/EXT INTERFACE-
aansluiting (.pagina 50 tot 53)
Wanneer u een digitale camera gebruikt die
geschikt is voor PictBridge, kunt u een toestel
voor massa-opslag, zoals een USB-geheugen
of een apparaat voor het opslaan van foto's,
een Bluetooth USB-adapter (DPPA-BT1*) of
een ander extern USB-apparaat op deze
aansluiting aansluiten.
* In sommige regio's wordt de DPPA-BT1
Bluetooth USB-adapter niet verkocht.
Opmerkingen
• Het is belangrijk dat, wanneer u de printer
draagt, u de geheugenkaarten, de externe
apparaten, de papierlade,
netspanningsadapter en de andere kabels
verwijdert. Er zouden anders storingen
kunnen optreden.
• Zet het LCD-scherm in de oorspronkelijke
stand.
B Ventilatieopeningen
C Papieruitgang
D DC IN 24 V-aansluiting
(.pagina 12)
Steek de geleverde netspanningsadapter in
deze aansluiting. Steek vervolgens de stekker
NL
8
Voorbereidingen
De inhoud van de
verpakking controleren
Controleer of de volgende accessoires met uw
printer worden bijgeleverd.
• Garantie (In sommige regio's wordt geen
garantie bijgeleverd.) (1)
• Gebruiksrechtovereenkomst van Sony (1)
*1
De vorm van de stekker en de specificaties van het
netsnoer verschillen afhankelijk van de regio waar
u de printer hebt aangeschaft.
Over Sony Print Packs (worden
apart verkocht)
Wij verzoeken u een als optie verkrijgbaar en
voor de printer ontworpen Sony afdrukpakket
voor kleuren te gebruiken. Voor informatie, zie
de meegeleverde "Over afdrukpakketten".
*1
(1)
Het inktlint instellen
1 Trek de klep voor de inktlinthouder
open.
2 Zet het inktlint in de richting van de
pijl totdat het op zijn plaats klikt.
Voorbereidingen
3 Sluit de klep van de inktlinthouder.
Het inktlint uitnemen
Duw de blauwe uitwerphendel voor het
inktlint omhoog en neem het gebruikte
inktlint uit de printer.
Vervolg
9
NL
Opmerkingen
• Raak het inktlint niet aan en zet het niet op een
stoffige plek. Vingerafdrukken of stof op het
inktlint kunnen minder goede afdrukken tot gevolg
hebben.
• Wind het inktlint niet opnieuw op en gebruik het
opgewonden inktlint niet opnieuw voor het
afdrukken. Anders worden geen goede
afdrukresultaten bereikt en kunnen er zelfs
storingen optreden. Als het niet lukt het inktlint op
zijn plaats te klikken, verwijder het dan en plaats
het daarna opnieuw. Alleen wanneer het inktlint
niet voldoende is opgewonden en u het niet kunt
inzetten, drukt u op het middelste gedeelte van het
lint en windt u het lint op in de richting van de pijl
zodat de vrije slag in het lint verdwijnt.
Wind het lint niet op
in de richting zoals
hier afgebeeld.
Het afdrukpapier
inleggen
1 Open de afdekplaat van de
papierlade.
Pak de afdekplaat van de papierlade aan
weerszijden vast (aangeduid met de pijlen)
en open de afdekplaat van de papierlade.
• Haal het inktlint niet uit elkaar.
• Trek het inktlint niet uit de inktcartridge.
• Haal het inktlint niet uit de printer tijdens het
printen.
• Berg het inktlint niet op een plaats waar hoge
temperaturen of een hoge luchtvochtigheid heerst,
waar het zeer stoffig is of waar het zonlicht direct
toegang heeft. Berg het op op een koele en donkere
plaats en gebruik het korte tijd na de
productiedatum. De kwaliteit van het inktlint kan
afnemen afhankelijk van de omstandigheden
waaronder het wordt bewaard. Het gebruik van een
dergelijk inktlint kan gevolgen hebben voor de
afdrukresultaten en wij kunnen daarvoor geen
garantie of vergoeding bieden.
NL
10
2 Leg het afdrukpapier in de
papierlade.
3 Sluit de afdekplaat van de
papierlade.
4 Open de schuif.
5 Schuif de papierlade in de printer.
Opmerkingen
• U kunt tot 20 vellen afdrukpapier in de lade doen.
Maak het afdrukpapier grondig los. Leg het
afdrukpapier zo in de printer dat het beschermvel
bovenop ligt. Neem het beschermvel uit de lade.
• Als er geen beschermvel is, leg het afdrukpapier
dan in de papierlade met het afdrukoppervlak (de
niet-bedrukte zijde) omhoog.
• Raak het afdrukoppervlak niet aan.
Vingerafdrukken of verontreiniging op het
afdrukoppervlak kunnen leiden tot
onvolkomenheden in de afdruk.
• Buig het afdrukpapier niet en snijd het
afdrukpapier niet los van de perforaties vóór het
afdrukken.
• Om te voorkomen dat er papier vast komt te zitten
in de printer of dat de printer niet goed
functioneert, is het belangrijk dat u:
– Niet op het afdrukpapier schrijft of typt.
– Geen stickers of zegels op het afdrukpapier
plakt.
– Wanneer u afdrukpapier toevoegt in de
papierlade, dient u erop te letten dat er in totaal
niet meer dan 20 vellen afdrukpapier in de lade
zitten.
– Geen verschillende typen afdrukpapier bij
elkaar in de papierlade legt.
– Niet afdrukt op gebruikt afdrukpapier. Het twee
keer afdrukken van dezelfde afbeelding op
hetzelfde vel papier maakt de afbeelding niet
dikker.
– Gebruik het afdrukpapier alleen voor deze
printer.
– Gebruik het afdrukpapier dat zonder afdruk uit
de printer komt niet nogmaals.
Opmerkingen over het opbergen van
papier
• Als u papier in de lade wilt opbergen, verwijdert u
de papierlade uit de printer en sluit u de schuif van
de papierlade.
• Berg papier niet gedurende langere tijd op met de
bedrukte oppervlakken tegen elkaar of in contact
met rubberen of kunststof producten die
vinylchloride bevatten of die zijn geplastificeerd;
hierdoor kunnen kleurveranderingen ontstaan of
kan de kwaliteit van de afgedrukte afbeelding
afnemen.
• Berg het afdrukpapier niet op op een plaats waar
hoge temperaturen of een hoge luchtvochtigheid
heerst, waar het zeer stoffig is of waar het zonlicht
direct toegang heeft.
• Wanneer u een gedeeltelijk gebruikt pak
afdrukpapier opbergt, plaats het dan in de
oorspronkelijke of een daarmee vergelijkbare
verpakking.
Voorbereidingen
11
NL
Aansluiten op de
netspanning
1 Steek de stekker van de
netspanningsadapter in de DC IN 24
V-aansluiting aan de achterzijde van
de printer.
2 Steek de ene stekker van het
netsnoer in de aansluiting van de
netspanningsadapter en de andere
stekker in het stopcontact.
Opmerkingen
• Plaats de printer niet op een instabiele ondergrond,
zoals een wankele tafel.
• Bewaar voldoende ruimte rondom de printer. Het
afdrukpapier komt tijdens het afdrukken enkele
keren uit de achterzijde te voorschijn. Houd 10 cm
of meer ruimte aan aan de achterzijde van de
printer.
• Sluit de netspanningsadapter aan op een
gemakkelijk bereikbaar stopcontact dicht bij de
printer. Als er iets misgaat bij het gebruik van de
adapter, verbreek dan onmiddellijk de netspanning
door de stekker uit het stopcontact te trekken.
• Sluit de stekker van de netspanningsadapter niet
kort met een metalen voorwerp, dit zou tot
storingen kunnen leiden.
• Plaats de netspanningsadapter niet in een smalle
ruimte, dus bijvoorbeeld niet tussen een wand en
een meubelstuk.
• Nadat u klaar bent met het gebruik van de
netspanningsadapter, trek de plug dan uit de
DC IN 24 V-aansluiting van de printer en de
netspanning.
• Zo lang de stekker in het stopcontact zit, is de
printer aangesloten op de netspanning, zelfs als de
printer zelf is uitgeschakeld.
• Het stopcontact dient zo dichtbij mogelijk te zijn
en makkelijk bereikbaar.
10 cm
Netsnoer
Netspanningsadapter
Naar het
stopcontact
12
NL
Bedieningshandelingen in de
opstartfase
Wanneer de fotoprinter wordt aangezet zonder
dat er een geheugenkaart is geplaatst of een
extern apparaat is aangesloten, verschijnt het
beginscherm dat hieronder wordt getoond.
Wanneer de printer 5 seconden lang niet wordt
bediend, wordt de demostand getoond. Als een
andere toets dan de toets 1 (aan/standby)
wordt ingedrukt, wordt het beginscherm weer
weergegeven. Als u op ENTER drukt,
verschijnen de afbeeldingen in het interne
geheugen op het scherm.
Als een geheugenkaart is geplaatst of een
extern apparaat is aangesloten, worden de
afbeeldingen van de geheugenkaart, het externe
apparaat of het interne geheugen op het scherm
getoond.
Voer als volgt bedieningshandelingen uit voor
het afdrukken:
• Zie pagina 17 als u direct van een
geheugenkaart, een extern apparaat of uit het
interne geheugen wilt afdrukken.
• Zie pagina 51 als u van een PictBridge
digital camera wilt afdrukken.
• Zie pagina 53 als u van een apparaat dat
geschikt is voor Bluetooth wilt afdrukken.
• Zie pagina 56 als u van een PC wilt
afdrukken.
Voorbereidingen
13
NL
Direct afdrukken
S
S
LCD-schermweergave
Een afdrukvoorbeeld van een
afbeelding bekijken
Schermweergave: Aan
chermweergave: Uit
chermweergave: Details
U kunt een andere weergave van het
afdrukvoorbeeld van een afbeelding kiezen
door "Schermweergave" (pagina 46) in te
stellen in het menu Beeld/printerinstelling.
Druk op g/G als u een andere afbeelding wilt
weergeven.
A Aanduidingen invoer/instelling
Er worden aanduidingen voor de invoer en
informatie over de instellingen voor een
afbeelding weergegeven.
Pictogrammen
Betekenis
"Memory Stick"-invoer
CompactFlash-kaart invoer
SD-geheugenkaart-invoer
xD-Picture Card-invoer
Extern Apparaat invoer
NL
14
Intern geheugen
Aanduiding beveiliging
Aanduiding DPOF
afdrukinstelling
Aanduiding bijbehorend bestand
(Wordt weergegeven wanneer er
een bijbehorend bestand is zoals
een bestand met bewegende
beelden of een miniatuur e-mailbeeldbestand.)
Pictogrammen
Betekenis
Geeft aan Datumafdruk "Aan".
Geeft aan Datumafdruk (Datum/
Tijd) "Aan".
Geeft aan "Patroon 1" (Randen).
Geeft aan "Patroon 2" (Randen).
Geeft aan Pagina’s per vel 4
"Aan".
Geeft aan Pagina’s per vel 9
"Aan".
Geeft aan Pagina’s per vel 16
"Aan".
B Aantal geselecteerde afbeeldingen/
Totaal aantal afbeeldingen
C Aanduiding inktlint
P: P-afmeting
C: Reinigingscartridge
D Afbeeldingsnummer (map-
bestandsnummer)*
* Alleen voor DCF-geschikte bestanden. In
het geval van andere bestandsindelingen,
wordt slechts een deel van de bestandsnaam
weergegeven.
E Bedieningstips
F Opname- of opslagdatum
G Ingestelde afdrukhoeveelheid
H Gedetailleerde informatieweergave
Indexweergave: "Op datum"
De afbeeldingen worden in de lijst opgevoerd
op datum dat zij zijn genomen of opgeslagen.
Direct afdrukken
Indexweergave
Geeft een lijst weer van de afbeeldingen die op
het geselecteerde medium (Indexweergave)
staan. U kunt de indexweergave wijzigen door
"Nr.vlg" of "Op datum" te selecteren in het menu
Indexweergave.
Indexweergave: "Nr.vlg"
De afbeeldingen worden in de lijst opgevoerd
in de volgorde van hun bestandsnamen.
A Cursor (oranje kader)
U kunt de cursor verplaatsen (selectie) door te
drukken op g/G/f/F.
B Ingestelde afdrukhoeveelheid
C Bedieningstips
D Bladerbalk
Geeft de positie van de afbeelding aan in het
totale aantal afbeeldingen.
E Opnamedatum
Vervolg
15
NL
Opmerking
Als het aantal afbeeldingen de 2 000 overschrijdt, dan
kunnen de afbeeldingen niet meer op datum worden
weergegeven. Zij worden weergegeven in Nr.vlg.
Het schakelen van de
weergave van afdrukvoorbeeld
en indexweergave
U kunt als volgt een andere weergave kiezen:
• De indexweergave weergeven
Druk in een afdrukvoorbeeld van een
afbeelding op (Indexweergave)/
(Verkleinen).
Druk op / wanneer een afbeelding
is vergroot, zodat de afbeelding wordt
teruggebracht tot de oorspronkelijke
schaal en vervolgens wordt de
indexweergave getoond.
• Een weergave van een
afdrukvoorbeeld weergeven
Druk in de indexweergave op g/G/f/F
zodat de cursor naar de afbeelding wordt
verplaatst waarvan u het afdrukvoorbeeld
wilt weergeven en druk op ENTER of
(Vergroten).
Een afbeelding vergroten
Blijf op op (Vergroten) drukken. De
afbeelding wordt vergroot tot 5 keer de
originele schaal.
16
NL
Eenvoudig afdrukken
T
Een geheugenkaart plaatsen
Plaats een geheugenkaart ("Memory Stick",
"Memory Stick Duo", CompactFlash-kaart,
SD-geheugenkaart of een xD-Picture Card) die
beelden bevat die u wilt afdrukken, in de juiste
sleuf met de labelkant naar boven gericht, tot deze vastklikt op zijn plaats. Op de
pagina's 83 tot 85 vindt u de typen
geheugenkaarten die u bij deze printer kunt
gebruiken.
Tip
Als u een afbeelding die in het interne geheugen staat,
wilt afdrukken, zet dan de printer aan en druk op
ENTER terwijl er geen geheugenkaart is geplaatst en
geen extern apparaat is aangesloten.
oegangslampje
Opmerkingen
• De printer ondersteunt kaarten van zowel
standaardformaat als klein formaat "Memory
Stick". Een "Memory Stick Duo" adapter is niet
nodig.
• De SD-geheugenkaart/xD-Picture Card dualformatsleuf detecteert automatisch het kaarttype.
Geselecteerde afbeeldingen
afdrukken
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de
afbeeldingen op een geheugenkaart, op een
extern apparaat of in het intern geheugen op het
LCD-scherm van de printer kunt weergeven en
de geselecteerde afbeeldingen kunt afdrukken
(Direct Printen). Zie pagina 50 voor
aanwijzingen voor het afdrukken vanaf een
extern apparaat.
1 Zet de printer aan door op 1 (Aan/
Standby) te drukken.
De standby aanduiding van de printer gaat
geel-groen branden. Een afbeelding die op
de geplaatste geheugenkaart of op een
aangesloten extern apparaat is opgeslagen,
wordt op het LCD-scherm weergegeven.
Als u op ENTER drukt, kunt zonder dat
een geheugenkaart is geplaatst of een
extern apparaat is aangesloten, een
afbeelding uit het interne geheugen van de
printer weergeven.
Direct afdrukken
Met de labelkant omhoog (xD-Picture Card, SDgeheugenkaart, CompactFlash-kaart of "Memory
Stick" ("Memory Stick Duo") vanaf de linkerzijde)
Een geheugenkaart uitwerpen
Als u de geheugenkaart uit de sleuf wilt nemen,
trekt u de kaart langzaam naar buiten in de
tegengestelde richting dat ze ingeschoven was.
2 Geef de afbeelding die u wilt
afdrukken, weer door op g/G te
drukken.
3 Stel de afdrukhoeveelheid in.
Als u één vel van de weergegeven
afbeelding wilt afdrukken, slaat u deze
procedure over en gaat u naar de volgende
stap.
Geef de aanduiding van het aantal
afdrukken weer door op ENTER te
drukken. Druk daarna op f/F zodat u het
aantal afdrukken kunt opgeven en druk op
ENTER.
Vervolg
17
NL
4 Druk op PRINT.
Wanneer de toets PRINT groen brandt, is
de printer gereed voor het maken van
afdrukken. Alle afbeeldingen waarvoor u
een aantal voor de afdrukken hebt
ingesteld, worden afgedrukt.
Meerdere afbeeldingen afdrukken
Herhaal de stappen 2 en 3.
Het aantal afdrukken wijzigen
Breng de afbeelding waarvan u het aantal
afdrukken wilt wijzigen op het scherm en
geef de aanduiding van het aantal
afdrukken weer door op ENTER te
drukken. Druk daarna op f/F zodat u het
aantal afdrukken kunt instellen en druk
dan op ENTER.
Selecteert u "0", dan worden er geen
afdrukken gemaakt.
Opmerkingen
• Het is belangrijk dat u de printer tijdens het
afdrukken nooit verplaatst of uitzet; het inktlint of
het afdrukpapier zou vast kunnen komen te zitten.
Als u de printer uitzet, laat de papierlade dan in de
printer zitten en zet de printer weer aan. Ga verder
met afdrukken nadat het papier uit de printer komt.
• Haal de papierlade niet uit de printer tijdens het
afdrukken. Er zou zich anders een storing kunnen
voordoen.
• Het afdrukpapier komt tijdens het afdrukken
enkele keren tevoorschijn. Raak het papier dat
tevoorschijn komt niet aan en trek er niet aan.
• Zie pagina 80, als er papier in de printer blijft
steken.
Over het selecteren van invoer
De printer is niet uitgerust met een schakelaar
voor het selecteren van de invoer. Wanneer u
een geheugenkaart in de printer plaatst of een
extern apparaat op de printer aansluit, worden
de afbeeldingen op de geplaatste geheugenkaart
of het aangesloten externe apparaat
automatisch weergegeven. Als meerdere
geheugenkaarten of een extern apparaat zijn
aangesloten, hebben de media die het eerst zijn
aangesloten prioriteit. De afbeeldingen in het
interne geheugen worden weergegeven
wanneer u drukt op ENTER terwijl er geen
geheugenkaart is geplaatst en geen extern
apparaat is aangesloten.
Wanneer u de printer aanzet terwijl er meerdere
media zijn geplaatst of aangesloten, neemt de
printer de media waar in de volgorde "Memory
Stick", CompactFlash-kaart, SDgeheugenkaart, xD-Picture Card en daarna het
externe apparaat dat is aangesloten op de
PictBridge/EXT INTERFACE-aansluiting, en
de computer.
18
NL
Genieten van diverse afdrukmogelijkheden
Bediening met behulp van de
printertoetsen
AUTO TOUCH-UP
Auto Touch-up-aanpassing
.pagina 22
Niet alleen de automatische aanpassing
Auto Fine Print6 vindt plaats, maar ook de
volgende aanpassingen worden uitgevoerd:
• Rode ogen-correctie
• Belichtingscorrectie (de functie
Druk op MENU.
gezichtsherkenning gebruiken)
• Focuscorrectie
• Witbalanscorr.
•Aut. Ontwijken
• Huidcorrectie
• Selecteer met een druk op g/G een
item van uw keuze en druk daarna op
ENTER.
• Druk opnieuw op CANCEL of MENU
als u het menu wilt afsluiten.
1 Bewerken .pagina 23
U kunt het formaat, de positie, de tint of andere beeldeigenschappen van de geselecteerde afbeelding
aanpassen.
ItemsProcedures
Draait een afbeelding.
Direct afdrukken
ItemsProcedures
/ Vergroot of verkleint het formaat
van een afbeelding.
Verplaatst een afbeelding.
Past de beeldkwaliteit van een
afbeelding aan.
Voegt een filter aan een
afbeelding toe.
Vermindert het fenomeen rode
ogen.
Vervolg
19
NL
ItemsProcedures
Maakt de bewerkingen die u
zojuist hebt uitgevoerd ongedaan
en brengt de afbeelding terug in de
status van vóór de bewerking.
Slaat de bewerkte afbeelding op.
Als u op de toets AUTO TOUCHUP drukt, worden er automatisch
aanpassingen aan onder meer de
belichting, scherpstelling en rodeogen uitgevoerd.
Drukt een bewerkte afbeelding af.
Sluit het menu Bewerken af.
2 Creatief afdrukken .pagina 28
U kunt een Kalender, ID-foto of diverse andere afdrukken maken.
Scrapbk mkenKalenderOpleggen
FotolijstLay-outafdruk
3 Batch afdrukken .pagina 37
U kunt profiteren van batch afdrukken
maken zoals "Indexafdruk" "DPOFafdruk" en "Alles afdrukken".
4 Diavoorstelling .pagina 38
U kunt een diavoorstelling van de afbeeldingen uitvoeren. U
kunt ook een diavoorstelling van de "Creatief afdrukken"
afdrukken uitvoeren.
NL
20
ID-foto
Indexafdruk
5 Afdrukinstelling 6 Beeld/printerinstelling
.pagina 41.pagina 45
7 Bestandsbewerking .pagina 39
• Afbeeldingen tussen geheugenkaarten kopiëren
• Een afbeelding verwijderen
• Een "Memory Stick" of het "Intern geh." formatteren
Direct afdrukken
21
NL
Een mislukte foto
automatisch corrigeren
(AUTO TOUCH-UP)
1 Selecteer de afbeelding die u wilt
aanpassen en druk daarna op
AUTO TOUCH-UP.
De aanpassing van de geselecteerde
afbeelding worden gestart. De resultaten
van de aanpassingen worden op het
scherm weergegeven. Wanneer een
gezicht van een mens wordt
waargenomen, wordt het gezicht in een
fotolijst weergegeven wanneer de
aanpassingen worden uitgevoerd.
Om het resultaat van de aanpassing
duidelijker te controleren:
Druk op en de afbeelding wordt
vergroot. (De afbeelding wordt niet
vergroot tijdens het afdrukken.)
Weer de oorspronkelijke afbeelding
(van vóór de aanpassingen)
weergeven
Druk op AUTO TOUCH-UP. Druk
opnieuw op AUTO TOUCH-UP als u de
aangepaste afbeelding wilt weergeven.
Als u het aantal afdrukken voor
meerdere afbeeldingen hebt
ingesteld
Alle afbeeldingen waarvoor u een aantal
voor de afdrukken hebt ingesteld, worden
aangepast. Druk op g/G als u andere
afbeeldingen wilt weergeven.
Het aantal afdrukken wijzigen
Geef de aanduiding van het aantal
afdrukken weer door op ENTER te
drukken. Druk daarna op f/F zodat u het
aantal afdrukken kunt instellen en druk
dan op ENTER.
2 Druk op PRINT.
Het afdrukken van de geselecteerde
afbeelding(en) wordt gestart.
Een gecorrigeerde afbeelding
opslaan
Druk op MENU en het dialoogvenster voor
bevestiging wordt weergegeven. Druk op g/G,
selecteer "Ja" en druk daarna op ENTER. Een
aangepaste afbeelding wordt als een nieuw
bestand opgeslagen. (pagina 27)
Tip
Aanpassingen zijn alleen van invloed op de
afbeelding die wordt afgedrukt. De oorspronkelijke
afbeelding wordt niet aangepast.
Opmerkingen
• Na de Auto Touch-up-aanpassing, kunt u geen
bijgesneden afdruk maken van een afbeelding die
is vergroot met een druk op .
• Afhankelijk van de afbeelding zal de Auto Touchup-aanpassing misschien niet helemaal goed
lukken. Selecteer in dat geval "Aanpassen" uit het
menu Bewerken, dan kunt u de
afbeeldingskwaliteit zelf aanpassen (pagina 24).
• Verwijder de geheugenkaart of het externe
apparaat niet tijdens de Auto Touch-upaanpassing.
• Afhankelijk van de staat van de afbeelding kan de
correctie enige tijd in beslag nemen.
De functie automatische rodeogencorrectie van deze printer
gebruikt de technologie van
FotoNation Inc. in de V.S.
De correctiefuncties "Huidcorrectie",
"Witbalanscorr." en "Aut. Ontwijken" van de
printer maken gebruik van de technologie van
Ichikawa Soft Laboratory.
22
NL
Een afbeelding
Een afbeelding draaien
bewerken
De grootte van een
afbeelding laten toenemen of
afnemen
1 Druk in het menu Bewerken
(pagina 19) op g/G en selecteer
(Vergroten) als u een afbeelding wilt
vergroten of op (Verkleinen) als
u de afbeelding wilt verkleinen en
druk daarna op ENTER.
Iedere keer dat u op de toets drukt, wordt
de afbeelding groter of kleiner. U kunt de
afbeelding ook groter of kleiner maken
met behulp van de toetsen (inzoomen)
en (uitzoomen):
: tot 200% vergroot
: tot 60% verkleind
2 Druk op PRINT.
Opmerking
De beeldkwaliteit van een vergrote afbeelding kan
afhankelijk van het formaat afnemen.
Een afbeelding verplaatsen
1 Druk in het menu Bewerken
(pagina 19) op g/G, selecteer
(Draaien) en druk daarna op
ENTER.
Het menu Draaien wordt weergegeven.
Direct afdrukken
2 Selecteer de draairichting van de
afbeelding door op f/F te drukken
en druk daarna op ENTER.
• 90° rechtsom draaien: Iedere keer dat u
op ENTER drukt, draait de afbeelding
90° rechtsom.
• 90° linksom draaien:
Iedere keer dat u op ENTER drukt,
draait de afbeelding 90° linksom.
3 Druk op PRINT.
1 Druk in het menu Bewerken
(pagina 19) op g/G, selecteer
(Verplaatsen) en druk daarna op
ENTER.
De g/G/f/F-aanwijzingen verschijnen
links/rechts/boven/onder de afbeelding en
u kunt de afbeelding verplaatsen.
2 Druk op g/G/f/F als u de
afbeelding wilt verplaatsen.
3 Druk op ENTER.
De afbeelding staat vast in de huidige
positie.
4 Druk op PRINT.
23
NL
Een afbeelding aanpassen
1 Druk in het menu Bewerken
(pagina 19) op g/G, selecteer
(Aanpassen) en druk daarna op
ENTER.
Het menu Aanpassen wordt weergegeven.
2 Selecteer met een druk op f/F het
aanpassingsgereedschap van uw
keuze en druk daarna op ENTER.
Het aanpassingsscherm van het
geselecteerde gereedschap verschijnt.
Wanneer "Helderheid" wordt geselecteerd.
Druk op g/G als u een afbeelding wilt
aanpassen terwijl u gelijk het niveau
controleert.
De afbeelding vóór de aanpassing wordt
weergegeven in de linkerhelft van het
scherm en de aangepaste afbeelding wordt
weergegeven in de rechterhelft van het
scherm.
• Helderheid: Druk op G om het beeld
helderder te maken of g om het
donkerder te maken.
• Tint: Druk op G om het beeld een
groene tint te geven of g om het een
rode tint te geven.
• Verzadiging: Druk op G om de
kleuren dieper te maken of g om ze
lichter te maken.
• Scherpte: Druk op G als u de
contouren scherper wilt maken of g als
u de contouren zachter wilt maken.
3 Druk op ENTER.
De aanpassing wordt doorgevoerd.
4 Druk op PRINT.
Een speciale filter aan een
afbeelding toevoegen
1 Druk in het menu Bewerken
(pagina 19) op g/G, selecteer
(Filter) en druk daarna op ENTER.
Het menu Filter wordt weergegeven.
.
2 Druk op f/F en selecteer het filter
dat u wilt toevoegen aan de
afbeelding.
• Geen filter: Er wordt geen speciaal
filter op de afbeelding gebruikt
(standaardinstelling).
• Eén kleur: Verandert alle kleuren
behalve de opgegeven kleur in een
grijsschaal.
• Tekenen: Maakt dat de afbeelding er
uitziet als een getekende foto.
Het "Tekenen" filter van de printer gebruikt de
technologie van Ichikawa Soft Laboratory.
• Stereffect: Voegt een bijzonder
sterrengloedeffect toe aan de lichtbron
om de afbeelding met een sprankelend
effect af te drukken.
• Gedeeltelijk kleur: Maakt de
omgeving van het onderwerp
monochroom zodat het onderwerp in
het midden wordt geaccentueerd.
• Sepia: Verandert de afbeelding zodat
het effect van een oude foto met
vervaagde kleuren ontstaat.
24
NL
• Monochroom: Verandert de
afbeelding in een zwart-wit-beeld.
• Visoog: Maakt dat de afbeelding er
uitziet als een foto die is gemaakt met
een supergroothoeklens (Fish-eye).
3 Druk op ENTER.
Het filter wordt toegepast.
Wanneer u "Stereffect", "Tekenen" of
"Eén kleur" hebt geselecteerd, wordt het
instelvenster weergegeven. Ga naar de
volgende stap.
4 Stel het niveau en het bereik in.
x Stereffect
1Selecteer "Niveau" met f/F en druk op
ENTER, pas het niveau aan met f/F en
druk daarna op ENTER.
Hoe hoger u het niveau instelt, des te
meer lichtbronnen lijken op sterren.
2Selecteer "Lengte" met f/F en druk op
ENTER, pas de lengte van licht aan met
f/F, en druk daarna op ENTER.
x Tekenen
Druk op f/F, pas de lengte van de lijn aan
en druk daarna op ENTER.
x Eén kleur
Een kleur selecteren uit opgegeven
kleuren
Druk op g/G, selecteer de kleur die u wilt
behouden en druk daarna op ENTER.
Een kleur van een foto selecteren
1Druk op f/F, selecteer "Selecteer
favoriete kleur." en druk daarna op
ENTER.
De afbeelding wordt weergegeven met
het kleurenkeuzegereedschap.
2Druk op g/G/f/F om het gedeelte te
specificeren dat een favoriete kleur
bevat en druk daarna op ENTER.
Direct afdrukken
3Druk op g/G om het bereik van de
geselecteerde kleur te specificeren.
De afbeelding wordt monochroom terwijl
de gespecificeerde kleur blijft.
4Druk op ENTER om de kleur en het
bereik te fixeren.
De afbeelding wordt monochroom
terwijl de gespecificeerde kleur blijft.
5 Druk op PRINT.
Tip
Om bovenstaande bewerkingen te overdoen, selecteer
"Geen filter" en voer de bewerkingen opnieuw uit.
25
NL
Corrigeren van het
fenomeen rode ogen
Met het indrukken van AUTO TOUCH-UP kan
het fenomeen rode ogen van een onderwerp dat
u hebt vastgelegd met flitslicht niet worden
verminderd. U kunt de afbeelding handmatig
aanpassen.
Opmerkingen
• Als u aanvullende bewerkingen na de rode ogen
correctie uitvoert, zoals het vergroten of v erkleinen
van het formaat van de afbeelding, het draaien of
verplaatsen van een afbeelding, heeft de rodeogencorrectie mogelijk geen effect. Voer de rode
ogen correctie uit na de bewerkingshandelingen.
• Als het gezicht van het onderwerp klein is, werkt
de rode-ogencorrectie misschien niet.
1 Druk in het menu Bewerken
(pagina 19) op g/G, selecteer
(Rode ogen-correctie) en druk
daarna op ENTER.
Het aanpassingskader verschijnt op de
afbeelding, en dit geeft het bereik voor de
rode-ogencorrectie aan.
Aanpassingskader
x Het aanpassingskader
verplaatsen
1Druk op g/G om (Verplaatsen) te
selecteren en druk op ENTER.
2Verplaats het kader met g/G/f/F.
Het kader verplaatst zich in de
geselecteerde richting.
3Druk op ENTER.
Het kader is gefixeerd in de huidige
positie.
x Het formaat van het
aanpassingskader wijzigen
Druk op g/G, selecteer (Vergroten) of
(Verkleinen) en druk op ENTER.
Iedere keer dat u op ENTER drukt, wordt
het kader groter of kleiner.
U kunt het formaat ook groter of kleiner
maken met behulp van de toetsen
(inzoomen) of (uitzoomen) op de printer.
Tip
Maak de grootte van het aanpassingskader 2 tot
7 keer zo groot als de ooggrootte.
3 Druk op g/G om te selecteren en
druk op ENTER.
Het bereik van de rode-ogencorrectie
wordt vergroot.
2 Pas de positie en het formaat van
het aanpassingskader aan.
Voer de rode-ogencorrectie afzonderlijk
uit voor het rechter- en het linkeroog.
NL
26
4 Druk op ENTER.
De aanpassing wordt doorgevoerd.
Het menu voor de rode-ogencorrectie
wordt weergegeven.
Als u de rode-ogencorrectie wilt toepassen
op andere ogen, herhaalt u de stappen 2 tot
4.
5 Druk op g/G om te selecteren
en druk op ENTER.
Het menu Bewerken wordt weer
weergegeven.
6 Druk op PRINT.
De aanpassing herstellen
Druk in stap 5 op CANCEL in plaats van op
ENTER.
Een bewerkte afbeelding
afdrukken
1 Druk op PRINT.
De aanduiding van het aantal afdrukken
wordt weergegeven.
2 Stel de afdrukhoeveelheid in.
• U kunt de afdrukhoeveelheid steeds met
één laten toenemen door herhaaldelijk
op f te drukken.
• U kunt het aantal afdrukken steeds met
één laten afnemen door herhaaldelijk
kort op F te drukken.
• U kunt het aantal afdrukken weer
terugzetten op 1 door gedurende langer
dan twee seconden op F te drukken.
3 Druk op PRINT.
Een bewerkte afbeelding
opslaan
3 Stel de datum in.
Selecteer een item met een druk op g/G
(dag, maand en jaar) en selecteer het getal
door op f/F te drukken en druk dan op
ENTER.
Direct afdrukken
De via het menu Bewerken of Creatief
afdrukken bewerkte afbeelding wordt als
een nieuwe afbeelding opgeslagen. Een
dialoogvenster voor het specificeren van
het nieuwe afbeeldingsnummer
(mapnummer-bestandsnummer) wordt
weergegeven.
1 Selecteer (Opslaan) en druk
daarna op ENTER.
Het dialoogvenster dat wordt gebruikt om
de bestemmingsmap op te geven, wordt
weergegeven.
2 Selecteer de bestemming waar u de
afbeelding wilt opslaan.
Druk op f/F, selecteer "Intern geh.",
"Memory Stick", "CompactFlash", "SDgeheugenkaart", "xD-Picture Card" of
"Extern apparaat" en druk op ENTER.
Tip
Wanneer u "Extern apparaat" selecteert, wordt
mogelijk een dialoogvenster voor het selecteren
van een station weergegeven. Volg de
instructies voor het selecteren van een
bestemmingsstation.
Het dialoogvenster voor het instellen van
een datum wordt weergegeven. U kunt de
ingestelde datum bij de afbeelding opslaan.
Tip
De oorspronkelijke afbeelding wordt niet
overschreven.
4 Druk op ENTER.
Opmerkingen
• Zet de printer niet uit, verwijder de geheugenkaart
niet uit de printer óf koppel het externe apparaat
niet los van de printer, wanneer de afbeelding
wordt opgeslagen. De printer, de geheugenkaart,
het USB-geheugen of het externe apparaat kan
beschadigd raken of de gegevens kunnen verloren
gaan.
• U kunt een afbeelding niet in het interne geheugen
opslaan voor de demostand van de printer.
27
NL
Uitvoeren "Creatief
Maken van een Scrapbook
afdrukken"
Het menu Creatief afdrukken
gebruiken
De bewerking halverwege ongedaan
maken
Druk op CANCEL Het venster van de vorige stap
wordt weergegeven. Afhankelijk van de stap is het
mogelijk dat u de bewerking niet ongedaan kunt
maken.
Het menu Creatief afdrukken verlaten
• Druk midden in de bewerkingen op MENU
en selecteer "Creatief afdrukken voltooid".
Druk daarna op ENTER.
• Druk in de weergave van het
afdrukvoorbeeld van de afbeelding op
f/F, om te selecteren en druk op
ENTER.
Het dialoogvenster voor het opslaan van een
afbeelding wordt mogelijk weergegeven
(pagina 27).
Tips
• U kunt op MENU drukken wanneer u Creatief
afdrukken uitvoert en een gedeelte van de
Afdrukinstelling-menu-items instellen.
• Met het menu Creatief afdrukken kunt u tekens
invoeren met het toetsenbord, een handgeschreven
bericht op een afbeelding leggen en een voorafgeïnstalleerde zin invoeren (pagina's 30, 33).
g/G/
1 Druk in het Creatief afdrukken
menu (pagina 20) op g/G/f/F,
selecteer "Scrapbk mken" en
druk daarna op ENTER.
Het venster voor het selecteren van een
thema wordt weergegeven.
2 Selecteer met een druk op g/G/f/F
het thema van uw keuze en druk
daarna op ENTER.
Het venster voor het selecteren van
sjablonen van het geselecteerde thema
wordt weergegeven.
3 Selecteer met een druk op g/G/f/F
de sjabloon van uw keuze en druk
daarna op ENTER.
Een afdrukvoorbeeld van de geselecteerde
sjabloon wordt weergegeven.
4 Selecteer een afbeelding.
Wanneer u een sjabloon met meerdere
afbeeldingen selecteert, herhaalt u de
onderstaande procedures en selecteert u
een afbeelding voor elk gebied.
Afbeeldingsgebied
28
NL
Loading...
+ 64 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.