Sony DPP-FP97 User Manual [nl]

Page 1
4-129-103-41 (1)
Voordat u begint
Printer voor digitale foto’s
DPP-FP97
Gebruiksaanwijzing
Voordat u deze printer gaat gebruiken, moet u de bijgeleverde "Lees dit eerst" , "Over afdrukpakketen" en deze "Gebruiksaanwijzing" aandachtig doorlezen. Bewaar de handleidingen voor het geval u deze later als referentiemateriaal nodig hebt.
Voorbereidingen
Direct afdrukken
digitale camera
Afdrukken vanaf een apparaat
dat geschikt is voor Bluetooth
Afdrukken vanaf een PC
Foutmeldingen
Oplossen van problemen
Aanvullende informatie
© 2009 Sony Corporation
Lees de bijgeleverde "Lees dit eerst" en "Over afdrukpakketen" door.
Page 2
WAARSCHUWING
Om het gevaar van brand of elektrische schokken te verkleinen, mag het apparaat niet worden blootgesteld aan regen of vocht.
Waarschuwing voor klanten in Europa
Dit product is getest en voldoet aan de beperkingen die zijn uiteengezet in de EMC-richtlijn voor het gebruik van een verbindingskabel van minder dan 3 meter.
Let op
De elektromagnetische velden kunnen bij de opgegeven frequenties het beeld van deze digitale fotoprinter beïnvloeden.
Opmerking
Als de gegevensoverdracht wordt onderbroken (mislukt) door statische elektriciteit of elektromagnetische storing, moet u de toepassing opnieuw starten of de verbindingskabel (USB, enzovoort) loskoppelen en opnieuw aansluiten.
Kennisgeving voor klanten in de landen waar EU-richtlijnen van toepassing zijn
De fabrikant van dit product is Sony Corporation, 1-7-1 Konan Minato-ku Tokyo, 108-0075 Japan. De geautoriseerde vertegenwoordiger voor EMC en productveiligheid is Sony Deutschland GmbH, Hedelfinger Strasse 61, 70327 Stuttgart, Duitsland. Voor kwesties met betrekking tot service of garantie kunt u het adres in de afzonderlijke service- en garantiedocumenten gebruiken.
Verwijdering van oude elektrische en elektronische apparaten (Toepasbaar in de Europese Unie en andere Europese landen met gescheiden ophaalsystemen)
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudelijk afval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte
manier wordt verwijderd, voorkomt u voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. De recycling van materialen draagt bij tot het vrijwaren van natuurlijke bronnen. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht.
Het kopiëren, bewerken of afdrukken van CD’s, televisieprogramma’s, auteursrechtelijk beschermde materialen, zoals beelden en publicaties, en alle andere materialen met uitzondering van eigen opnamen en creaties is beperkt tot huishoudelijk of privé-gebruik. Tenzij u in het bezit bent van de auteursrechten of toestemming hebt van de houder van de auteursrechten om deze materialen te kopiëren, kan gebruik van deze materialen een overtreding van de auteursrechtwetten betekenen en moet u wellicht schadevergoeding betalen aan de houder van de auteursrechten.
Als u foto’s gebruikt met deze printer, moet u ervoor zorgen dat u de auteursrechtwetten niet overtreedt. Ongeoorloofd gebruik of aanpassing van portretten van andere personen kan ook een inbreuk op hun rechten betekenen. Op bepaalde demonstraties, optredens en tentoonstellingen is het nemen van foto’s niet toegestaan.
2
Reservekopiëen
U kunt het beste een reservekopie van uw gegevens opslaan om gegevensverlies door een bedieningsfout of storing van de printer te voorkomen.
NL
Page 3
Informatie
IN GEEN GEVAL IS DE VERKOPER AANSPRAKELIJK VOOR ENIGE DIRECTE OF INCIDENTELE SCHADE OF GEVOLGSCHADE VAN WELKE SOORT DAN OOK, OF VOOR VERLIEZEN OF KOSTEN ALS GEVOLG VAN EEN DEFECT PRODUCT OF HET GEBRUIK VAN EEN PRODUCT.
Sony is niet aansprakelijk voor enige incidentele schade of gevolgschade of verlies van opgenomen gegevens als gevolg van het gebruik van of een storing aan de printer of de geheugenkaart.
Opmerkingen over het LCD-scherm
• Het weergegeven beeld heeft niet dezelfde beeldkwaliteit en kleuren als het afgedrukte beeld omdat de fosformethoden en-profielen anders zijn. U moet het weergegeven beeld beschouwen als indicatie.
• Druk niet op het LCD-scherm. Het scherm kan dan verkleuren, waardoor een storing wordt veroorzaakt.
• Als het LCD-scherm langdurig wordt blootgesteld aan direct zonlicht, kan dit tot defecten leiden.
• Het LCD-scherm is vervaardigd met behulp van precisietechnologie, waardoor meer dan 99,99% van de pixels effectief bruikbaar is. Deze punten duiden niet op fabricagefouten en hebben geen enkele invloed op de afdrukken.
• In een koude omgeving kunnen de beelden op het LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is normaal.
Handelsmerken en auteursrechten
• "BRAVIA", "BRAVIA" Sync, , Cyber-shot,
, "Memory Stick", , "Memory Stick Duo", , "MagicGate Memory Stick", "Memory Stick PRO",
Duo", , "Memory Stick Micro", , , "Memory Stick-ROM", , "MagicGate", en zijn handelsmerken van Sony Corporation.
• HDMI, en High-Definition Multimedia Interface zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
• Microsoft, Windows, Windows Vista en DirectX zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
• Intel en Pentium zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Intel Corporation.
• CompactFlash is een handelsmerk van SanDisk Corporation in de V.S.
of xD-Picture Card van FUJIFILM Corporation.
is een handelsmerk van FotoNation Inc. in de Verenigde Staten.
is een handelsmerk van Ichikawa Soft Laboratory.
• Alle andere bedrijven en productnamen die hierin worden vermeld, kunnen de handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken zijn van hun respectieve bedrijven. Bovendien worden "™" en
®
"
" niet elke keer vermeld in deze
gebruiksaanwijzing.
• Dit apparaat is voorzien van een functie voor gezichtherkenning. Er wordt gebruik gemaakt van Sony Face Recognition-technologie die ontwikkeld is door Sony.
• Het Bluetooth woordmerk en logo's zijn eigendom van Bluetooth SIG, Inc. en elk gebruik van dergelijke merken door Sony Corporation gebeurt onder licentie. Andere handelsmerken en handelsnamen zijn van hun respectievelijke eigenaren.
• Andere handelsmerken en handelsnamen zijn van hun respectievelijke eigenaren.
•Zlib © 1995-2002 Jean-loup Gailly and Mark Adler
• Bevat iType™ en lettertypen van Monotype Imaging Inc. iType™ is een handelsmerk van Monotype Imaging Inc.
, "Memory Stick PRO Duo",
, "Memory Stick PRO-HG
TM
is een handelsmerk
3
NL
Page 4

Kennisgeving voor gebruikers

Programma © 2009 Sony Corporation Documentatie © 2009 Sony Corporation
Alle rechten voorbehouden. Deze handleiding en de software die hierin wordt beschreven, geheel of gedeeltelijk, mogen niet worden gereproduceerd, vertaald of omgezet in een machineleesbare vorm zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Sony Corporation.
IN GEEN GEVAL IS SONY CORPORATION AANSPRAKELIJK VOOR ENIGE INCIDENTELE OF SPECIALE SCHADE OF GEVOLGSCHADE HETZIJ ONDER DWANG, CONTRACT OF ANDERSZINS VOORTKOMEND UIT OF IN VERBAND MET DEZE HANDLEIDING, DE SOFTWARE OF ANDERE INFORMATIE DIE HIERIN WORDT VERMELD OF HET GEBRUIK ERVAN.
Door het zegel van de CD-ROM-verpakking te verbreken, accepteert u alle bepalingen en voorwaarden van deze overeenkomst. Als u deze bepalingen en voorwaarden niet accepteert, retourneert u de ongeopende CD-ROM-verpakking samen met de rest van het pakket aan de handelaar bij wie u het pakket hebt gekocht.
Sony Corporation behoudt zich het recht voor om te allen tijde deze handleiding of de informatie in deze handleiding te wijzigen zonder voorafgaande kennisgeving. De software die hierin wordt beschreven, kan ook vallen onder de bepalingen van een afzonderlijke gebruiksrechtovereenkomst.
Ontwerpgegevens, zoals de voorbeelden in deze software, mogen uitsluitend voor persoonlijk gebruik worden aangepast of gekopieerd. Het ongeoorloofd kopiëren van deze software is volgens de auteursrechtwetten verboden.
Houd er rekening mee dat het ongeoorloofd kopiëren of aanpassen van portretten van andere personen of van auteursrechtelijk beschermd werk een inbreuk op de rechten van de houders van de auteursrechten kan betekenen.
U wordt wellicht verwezen naar de bijgeleverde "Lees dit eerst" en "Over afdrukpakketen" als deze gedetailleerde beschrijvingen bevat.
NL
4
Page 5

Inhoudsopgave

Kennisgeving voor gebruikers ........4
Voordat u begint
Aanduiding van de onderdelen .......7
Voorbereidingen
De inhoud van de verpakking
controleren .....................................9
Het inktlint instellen ........................9
Het afdrukpapier inleggen .............10
Aansluiten op de netspanning .......12
Bedieningshandelingen in de
opstartfase ......................................13
Direct afdrukken
LCD-schermweergave ..................14
Een afdrukvoorbeeld van een
afbeelding bekijken ........................14
Indexweergave ................................15
Eenvoudig afdrukken ....................17
Een geheugenkaart plaatsen ...........17
Geselecteerde afbeeldingen afdrukken
........................................................17
Genieten van diverse afdrukmoge-
lijkheden ..................................19
Een mislukte foto automatisch
corrigeren (AUTO TOUCH-UP) ......22
Een afbeelding bewerken ..............23
De grootte van een afbeelding laten
toenemen of afnemen .....................23
Een afbeelding verplaatsen .............23
Een afbeelding draaien ...................23
Een afbeelding aanpassen .............. 24
Een speciaal filter aan een afbeelding
toevoegen ...................................... 24
Corrigeren van het fenomeen rode
ogen ............................................... 26
Een bewerkte afbeelding afdrukken
....................................................... 27
Een bewerkte afbeelding opslaan ...27
Uitvoeren "Creatief afdrukken" ......28
Maken van een Scrapbook ............. 28
Maken van een Kalender ................ 31
Een Handgeschreven bericht, Stempelen of Vooraf geïnstalleerde zin
op een afbeelding leggen. .............. 33
Een Fotolijst toevoegen .................. 35
Maken van een Lay-outafdruk ........ 35
Maken van een ID-foto ................... 36
Batch afdrukken uitvoeren (Indexafdruk/DPOF-afdruk/Alles
afdrukken) ....................................37
Bekijken van een Diavoorstelling .... 38
Een Diavoorstelling laten zien ........38
Apart zetten voor afdrukken ............ 38
Afdrukken ....................................... 38
Bestandsbewerkingen ...................39
Afbeeldingen kopiëren ................... 39
Geselecteerde afbeeldingen
verwijderen .................................... 40
Formatteren van een "Memory Stick"
....................................................... 40
Het interne geheugen formatteren .... 41
De afdrukinstelling wijzigen ..........41
Maken van een Datumafdruk .......... 42
De Beeld/printerinstelling wijzigen
......................................................45
Aansluiten op een High Definition-TV
en Afdrukken ................................47
Aansluiten op een televisie ............. 47
Vervolg
5
NL
Page 6
Procedures voor het afdrukken ...... 48
De printertoetsen gebruiken voor het
afdrukken ....................................... 48
De afstandsbediening van het TV­toestel gebruiken voor het afdrukken
....................................................... 48
Afdrukken vanaf een extern apparaat
......................................................50
Afdrukken vanaf een PictBridge digitale camera
Afdrukken vanaf een PictBridge
digitale camera .............................51
Afdrukken vanaf een apparaat dat geschikt is voor Bluetooth
Afdrukken vanaf een apparaat dat
geschikt is voor Bluetooth ............53
Profielen die geschikt zijn voor
Bluetooth-communicatie ................ 53
Voorbereidingen: DPPA-BT1
verbinden ....................................... 53
Afdrukken ...................................... 54
Een afbeelding overzetten op een
geheugenkaart ............................... 54
Afdrukken vanaf een PC
Afdrukken vanaf een PC ................56
De software installeren .................56
Systeemvereisten ........................... 56
Het printerstuurprogramma installeren
....................................................... 57
Installeren van de PMB (Picture
Motion Browser) ............................ 59
Foto's afdrukken vanaf de PMB
(Picture Motion Browser) .............60
Een bladermap registreren ..............64
Afdrukken vanaf een in de handel
verkrijgbare softwareapplicatie .......65
Foutmeldingen
Als een foutmelding verschijnt .....66
Oplossen van problemen
Als er problemen zijn ....................69
Bij papierstoringen .......................80
Reinigen .......................................81
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen .................82
Over veiligheid ...............................82
Over de installatie ...........................82
Over het reinigen ............................83
Over de beperkingen op het kopiëren
........................................................83
Wanneer u de printer wegdoet ........83
Over de geheugenkaarten .............83
"Memory Stick" ..............................83
SD-geheugenkaart ..........................84
xD-Picture Card ..............................85
CompactFlash-kaartje .....................85
Opmerkingen over het gebruik van een
geheugenkaart ................................85
Specificaties .................................86
Afdrukbereik ...................................88
Woordenlijst .................................89
Index ............................................90
6
NL
Page 7

Voordat u begint

Aanduiding van de onderdelen

Zie voor nadere bijzonderheden de bladzijden die tussen haakjes worden genoemd.
Voorpaneel van de printer
A 1 (aan/standby) -toets/ (standby)
aanduiding
B MENU-toets C (Indexweergave)
(uitzoomen)/ (inzoomen)
toetsen (.pagina 16)
D LCD-scherm
E ENTER-toets F Pijl (g/G/f/F) toetsen G AUTO TOUCH-UP-toets
(.pagina 22)
H PRINT-toets/aanduiding I CANCEL-toets J "Memory Stick PRO" (Standard/
Duo) sleuf (.pagina's 17, 83)
K SD-geheugenkaart/xD-Picture
Card dual-format sleuf (.pagina's 17, 84, 85)
L CompactFlash-kaartsleuf
(.pagina's 17, 85)
M Klep van de papierladehouder N Papierladehouder (.pagina 11) O Toegangslampje P Uitwerphendel voor het inktlint
(.pagina 9)
Q Inktlint (wordt apart verkocht)
(.pagina 9)
R Klep voor inktlinthouder
(.pagina 9)
Voordat u begint
Vervolg
7
NL
Page 8
Achterpaneel van de printer
A Hendel
Breng, wanneer u de printer draagt, de hendel omhoog, zoals de illustratie hieronder laat zien. Zet de hendel terug in de oorspronkelijke stand, wanneer u de printer gebruikt.
van de netspanningsadapter in het stopcontact.
Linkerzijpaneel van de printer
E HDMI OUT (uitgangs)-connector
(.pagina 47)
Sluit, wanneer u de printer gebruikt met een High Definition-TV, een HDMI-kabel aan op deze aansluiting.
F USB-aansluiting (.pagina 58)
Sluit, wanneer u de printer in PC-stand gebruikt, een USB-kabel aan op deze aansluiting.
G PictBridge/EXT INTERFACE-
aansluiting (.pagina 50 tot 53)
Wanneer u een digitale camera gebruikt die geschikt is voor PictBridge, kunt u een toestel voor massa-opslag, zoals een USB-geheugen of een apparaat voor het opslaan van foto's, een Bluetooth USB-adapter (DPPA-BT1*) of een ander extern USB-apparaat op deze aansluiting aansluiten.
* In sommige regio's wordt de DPPA-BT1
Bluetooth USB-adapter niet verkocht.
Opmerkingen
• Het is belangrijk dat, wanneer u de printer draagt, u de geheugenkaarten, de externe apparaten, de papierlade, netspanningsadapter en de andere kabels verwijdert. Er zouden anders storingen kunnen optreden.
• Zet het LCD-scherm in de oorspronkelijke stand.
B Ventilatieopeningen C Papieruitgang D DC IN 24 V-aansluiting
(.pagina 12)
Steek de geleverde netspanningsadapter in deze aansluiting. Steek vervolgens de stekker
NL
8
Page 9

Voorbereidingen

De inhoud van de verpakking controleren

Controleer of de volgende accessoires met uw printer worden bijgeleverd.
• Papierlade (1)
• Netspanningsadapter (1)
•Netsnoer
• USB-kabel (1)
• Reinigingscartridge (1)/Reinigingsvel (1)
• CD-ROM (Windows Software Printerstuurprogramma Ver.1.0 en PMB (Picture Motion Browser) Ver.4.2) (1)
• Gebruiksaanwijzing (dit boekje) (1)
• Lees dit eerst (1)
• Over afdrukpakketen (1)
• Garantie (In sommige regio's wordt geen garantie bijgeleverd.) (1)
• Gebruiksrechtovereenkomst van Sony (1)
*1
De vorm van de stekker en de specificaties van het netsnoer verschillen afhankelijk van de regio waar u de printer hebt aangeschaft.
Over Sony Print Packs (worden apart verkocht)
Wij verzoeken u een als optie verkrijgbaar en voor de printer ontworpen Sony afdrukpakket voor kleuren te gebruiken. Voor informatie, zie de meegeleverde "Over afdrukpakketten".
*1
(1)

Het inktlint instellen

1 Trek de klep voor de inktlinthouder
open.
2 Zet het inktlint in de richting van de
pijl totdat het op zijn plaats klikt.
Voorbereidingen
3 Sluit de klep van de inktlinthouder.
Het inktlint uitnemen
Duw de blauwe uitwerphendel voor het inktlint omhoog en neem het gebruikte inktlint uit de printer.
Vervolg
9
NL
Page 10
Opmerkingen
• Raak het inktlint niet aan en zet het niet op een
stoffige plek. Vingerafdrukken of stof op het inktlint kunnen minder goede afdrukken tot gevolg hebben.
• Wind het inktlint niet opnieuw op en gebruik het
opgewonden inktlint niet opnieuw voor het afdrukken. Anders worden geen goede afdrukresultaten bereikt en kunnen er zelfs storingen optreden. Als het niet lukt het inktlint op zijn plaats te klikken, verwijder het dan en plaats het daarna opnieuw. Alleen wanneer het inktlint niet voldoende is opgewonden en u het niet kunt inzetten, drukt u op het middelste gedeelte van het lint en windt u het lint op in de richting van de pijl zodat de vrije slag in het lint verdwijnt.
Wind het lint niet op in de richting zoals hier afgebeeld.

Het afdrukpapier inleggen

1 Open de afdekplaat van de
papierlade.
Pak de afdekplaat van de papierlade aan weerszijden vast (aangeduid met de pijlen) en open de afdekplaat van de papierlade.
• Haal het inktlint niet uit elkaar.
• Trek het inktlint niet uit de inktcartridge.
• Haal het inktlint niet uit de printer tijdens het
printen.
• Berg het inktlint niet op een plaats waar hoge
temperaturen of een hoge luchtvochtigheid heerst, waar het zeer stoffig is of waar het zonlicht direct toegang heeft. Berg het op op een koele en donkere plaats en gebruik het korte tijd na de productiedatum. De kwaliteit van het inktlint kan afnemen afhankelijk van de omstandigheden waaronder het wordt bewaard. Het gebruik van een dergelijk inktlint kan gevolgen hebben voor de afdrukresultaten en wij kunnen daarvoor geen garantie of vergoeding bieden.
NL
10
2 Leg het afdrukpapier in de
papierlade.
Page 11
3 Sluit de afdekplaat van de
papierlade.
4 Open de schuif.
5 Schuif de papierlade in de printer.
Opmerkingen
• U kunt tot 20 vellen afdrukpapier in de lade doen. Maak het afdrukpapier grondig los. Leg het afdrukpapier zo in de printer dat het beschermvel bovenop ligt. Neem het beschermvel uit de lade.
• Als er geen beschermvel is, leg het afdrukpapier dan in de papierlade met het afdrukoppervlak (de niet-bedrukte zijde) omhoog.
• Raak het afdrukoppervlak niet aan. Vingerafdrukken of verontreiniging op het afdrukoppervlak kunnen leiden tot onvolkomenheden in de afdruk.
• Buig het afdrukpapier niet en snijd het afdrukpapier niet los van de perforaties vóór het afdrukken.
• Om te voorkomen dat er papier vast komt te zitten in de printer of dat de printer niet goed functioneert, is het belangrijk dat u:
– Niet op het afdrukpapier schrijft of typt. – Geen stickers of zegels op het afdrukpapier
plakt.
– Wanneer u afdrukpapier toevoegt in de
papierlade, dient u erop te letten dat er in totaal niet meer dan 20 vellen afdrukpapier in de lade zitten.
– Geen verschillende typen afdrukpapier bij
elkaar in de papierlade legt.
– Niet afdrukt op gebruikt afdrukpapier. Het twee
keer afdrukken van dezelfde afbeelding op hetzelfde vel papier maakt de afbeelding niet dikker.
– Gebruik het afdrukpapier alleen voor deze
printer.
– Gebruik het afdrukpapier dat zonder afdruk uit
de printer komt niet nogmaals.
Opmerkingen over het opbergen van papier
• Als u papier in de lade wilt opbergen, verwijdert u de papierlade uit de printer en sluit u de schuif van de papierlade.
• Berg papier niet gedurende langere tijd op met de bedrukte oppervlakken tegen elkaar of in contact met rubberen of kunststof producten die vinylchloride bevatten of die zijn geplastificeerd; hierdoor kunnen kleurveranderingen ontstaan of kan de kwaliteit van de afgedrukte afbeelding afnemen.
• Berg het afdrukpapier niet op op een plaats waar hoge temperaturen of een hoge luchtvochtigheid heerst, waar het zeer stoffig is of waar het zonlicht direct toegang heeft.
• Wanneer u een gedeeltelijk gebruikt pak afdrukpapier opbergt, plaats het dan in de oorspronkelijke of een daarmee vergelijkbare verpakking.
Voorbereidingen
11
NL
Page 12

Aansluiten op de netspanning

1 Steek de stekker van de
netspanningsadapter in de DC IN 24 V-aansluiting aan de achterzijde van de printer.
2 Steek de ene stekker van het
netsnoer in de aansluiting van de netspanningsadapter en de andere stekker in het stopcontact.
Opmerkingen
• Plaats de printer niet op een instabiele ondergrond, zoals een wankele tafel.
• Bewaar voldoende ruimte rondom de printer. Het afdrukpapier komt tijdens het afdrukken enkele keren uit de achterzijde te voorschijn. Houd 10 cm of meer ruimte aan aan de achterzijde van de printer.
• Sluit de netspanningsadapter aan op een gemakkelijk bereikbaar stopcontact dicht bij de printer. Als er iets misgaat bij het gebruik van de adapter, verbreek dan onmiddellijk de netspanning door de stekker uit het stopcontact te trekken.
• Sluit de stekker van de netspanningsadapter niet kort met een metalen voorwerp, dit zou tot storingen kunnen leiden.
• Plaats de netspanningsadapter niet in een smalle ruimte, dus bijvoorbeeld niet tussen een wand en een meubelstuk.
• Nadat u klaar bent met het gebruik van de netspanningsadapter, trek de plug dan uit de DC IN 24 V-aansluiting van de printer en de netspanning.
• Zo lang de stekker in het stopcontact zit, is de printer aangesloten op de netspanning, zelfs als de printer zelf is uitgeschakeld.
• Het stopcontact dient zo dichtbij mogelijk te zijn en makkelijk bereikbaar.
10 cm
Netsnoer
Netspannings­adapter
Naar het stopcontact
12
NL
Page 13

Bedieningshandelingen in de opstartfase

Wanneer de fotoprinter wordt aangezet zonder dat er een geheugenkaart is geplaatst of een extern apparaat is aangesloten, verschijnt het beginscherm dat hieronder wordt getoond.
Wanneer de printer 5 seconden lang niet wordt bediend, wordt de demostand getoond. Als een andere toets dan de toets 1 (aan/standby) wordt ingedrukt, wordt het beginscherm weer weergegeven. Als u op ENTER drukt, verschijnen de afbeeldingen in het interne geheugen op het scherm.
Als een geheugenkaart is geplaatst of een extern apparaat is aangesloten, worden de afbeeldingen van de geheugenkaart, het externe apparaat of het interne geheugen op het scherm getoond.
Voer als volgt bedieningshandelingen uit voor het afdrukken:
• Zie pagina 17 als u direct van een geheugenkaart, een extern apparaat of uit het interne geheugen wilt afdrukken.
• Zie pagina 51 als u van een PictBridge digital camera wilt afdrukken.
• Zie pagina 53 als u van een apparaat dat geschikt is voor Bluetooth wilt afdrukken.
• Zie pagina 56 als u van een PC wilt afdrukken.
Voorbereidingen
13
NL
Page 14

Direct afdrukken

S
S

LCD-schermweergave

Een afdrukvoorbeeld van een afbeelding bekijken

Schermweergave: Aan
chermweergave: Uit
chermweergave: Details
U kunt een andere weergave van het afdrukvoorbeeld van een afbeelding kiezen door "Schermweergave" (pagina 46) in te stellen in het menu Beeld/printerinstelling. Druk op g/G als u een andere afbeelding wilt weergeven.
A Aanduidingen invoer/instelling
Er worden aanduidingen voor de invoer en informatie over de instellingen voor een afbeelding weergegeven.
Picto­grammen
Betekenis
"Memory Stick"-invoer
CompactFlash-kaart invoer
SD-geheugenkaart-invoer
xD-Picture Card-invoer
Extern Apparaat invoer
NL
14
Intern geheugen Aanduiding beveiliging
Aanduiding DPOF afdrukinstelling
Aanduiding bijbehorend bestand (Wordt weergegeven wanneer er een bijbehorend bestand is zoals een bestand met bewegende beelden of een miniatuur e-mail­beeldbestand.)
Page 15
Picto­grammen
Betekenis
Geeft aan Datumafdruk "Aan".
Geeft aan Datumafdruk (Datum/ Tijd) "Aan".
Geeft aan "Patroon 1" (Randen).
Geeft aan "Patroon 2" (Randen).
Geeft aan Pagina’s per vel 4 "Aan". Geeft aan Pagina’s per vel 9 "Aan". Geeft aan Pagina’s per vel 16 "Aan".
B Aantal geselecteerde afbeeldingen/
Totaal aantal afbeeldingen
C Aanduiding inktlint
P: P-afmeting C: Reinigingscartridge
D Afbeeldingsnummer (map-
bestandsnummer)*
* Alleen voor DCF-geschikte bestanden. In
het geval van andere bestandsindelingen, wordt slechts een deel van de bestandsnaam weergegeven.
E Bedieningstips F Opname- of opslagdatum G Ingestelde afdrukhoeveelheid H Gedetailleerde informatieweergave
Indexweergave: "Op datum"
De afbeeldingen worden in de lijst opgevoerd op datum dat zij zijn genomen of opgeslagen.
Direct afdrukken

Indexweergave

Geeft een lijst weer van de afbeeldingen die op het geselecteerde medium (Indexweergave) staan. U kunt de indexweergave wijzigen door "Nr.vlg" of "Op datum" te selecteren in het menu Indexweergave.
Indexweergave: "Nr.vlg"
De afbeeldingen worden in de lijst opgevoerd in de volgorde van hun bestandsnamen.
A Cursor (oranje kader)
U kunt de cursor verplaatsen (selectie) door te drukken op g/G/f/F.
B Ingestelde afdrukhoeveelheid C Bedieningstips D Bladerbalk
Geeft de positie van de afbeelding aan in het totale aantal afbeeldingen.
E Opnamedatum
Vervolg
15
NL
Page 16
Opmerking
Als het aantal afbeeldingen de 2 000 overschrijdt, dan kunnen de afbeeldingen niet meer op datum worden weergegeven. Zij worden weergegeven in Nr.vlg.
Het schakelen van de weergave van afdrukvoorbeeld en indexweergave
U kunt als volgt een andere weergave kiezen:
• De indexweergave weergeven
Druk in een afdrukvoorbeeld van een afbeelding op (Indexweergave)/ (Verkleinen). Druk op / wanneer een afbeelding is vergroot, zodat de afbeelding wordt teruggebracht tot de oorspronkelijke schaal en vervolgens wordt de indexweergave getoond.
• Een weergave van een afdrukvoorbeeld weergeven
Druk in de indexweergave op g/G/f/F zodat de cursor naar de afbeelding wordt verplaatst waarvan u het afdrukvoorbeeld wilt weergeven en druk op ENTER of
(Vergroten).
Een afbeelding vergroten
Blijf op op (Vergroten) drukken. De afbeelding wordt vergroot tot 5 keer de originele schaal.
16
NL
Page 17

Eenvoudig afdrukken

T

Een geheugenkaart plaatsen

Plaats een geheugenkaart ("Memory Stick", "Memory Stick Duo", CompactFlash-kaart, SD-geheugenkaart of een xD-Picture Card) die beelden bevat die u wilt afdrukken, in de juiste sleuf met de labelkant naar boven gericht, tot deze vastklikt op zijn plaats. Op de pagina's 83 tot 85 vindt u de typen geheugenkaarten die u bij deze printer kunt gebruiken.
Tip
Als u een afbeelding die in het interne geheugen staat, wilt afdrukken, zet dan de printer aan en druk op ENTER terwijl er geen geheugenkaart is geplaatst en geen extern apparaat is aangesloten.
oegangslampje
Opmerkingen
• De printer ondersteunt kaarten van zowel standaardformaat als klein formaat "Memory Stick". Een "Memory Stick Duo" adapter is niet nodig.
• De SD-geheugenkaart/xD-Picture Card dual­formatsleuf detecteert automatisch het kaarttype.

Geselecteerde afbeeldingen afdrukken

In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de afbeeldingen op een geheugenkaart, op een extern apparaat of in het intern geheugen op het LCD-scherm van de printer kunt weergeven en de geselecteerde afbeeldingen kunt afdrukken (Direct Printen). Zie pagina 50 voor aanwijzingen voor het afdrukken vanaf een extern apparaat.
1 Zet de printer aan door op 1 (Aan/
Standby) te drukken.
De standby aanduiding van de printer gaat geel-groen branden. Een afbeelding die op de geplaatste geheugenkaart of op een aangesloten extern apparaat is opgeslagen, wordt op het LCD-scherm weergegeven.
Als u op ENTER drukt, kunt zonder dat een geheugenkaart is geplaatst of een extern apparaat is aangesloten, een afbeelding uit het interne geheugen van de printer weergeven.
Direct afdrukken
Met de labelkant omhoog (xD-Picture Card, SD­geheugenkaart, CompactFlash-kaart of "Memory Stick" ("Memory Stick Duo") vanaf de linkerzijde)
Een geheugenkaart uitwerpen
Als u de geheugenkaart uit de sleuf wilt nemen, trekt u de kaart langzaam naar buiten in de tegengestelde richting dat ze ingeschoven was.
2 Geef de afbeelding die u wilt
afdrukken, weer door op g/G te drukken.
3 Stel de afdrukhoeveelheid in.
Als u één vel van de weergegeven afbeelding wilt afdrukken, slaat u deze procedure over en gaat u naar de volgende stap.
Geef de aanduiding van het aantal afdrukken weer door op ENTER te drukken. Druk daarna op f/F zodat u het aantal afdrukken kunt opgeven en druk op ENTER.
Vervolg
17
NL
Page 18
4 Druk op PRINT.
Wanneer de toets PRINT groen brandt, is de printer gereed voor het maken van afdrukken. Alle afbeeldingen waarvoor u een aantal voor de afdrukken hebt ingesteld, worden afgedrukt.
Meerdere afbeeldingen afdrukken
Herhaal de stappen 2 en 3.
Het aantal afdrukken wijzigen
Breng de afbeelding waarvan u het aantal afdrukken wilt wijzigen op het scherm en geef de aanduiding van het aantal afdrukken weer door op ENTER te drukken. Druk daarna op f/F zodat u het aantal afdrukken kunt instellen en druk dan op ENTER.
Selecteert u "0", dan worden er geen afdrukken gemaakt.
Opmerkingen
• Het is belangrijk dat u de printer tijdens het afdrukken nooit verplaatst of uitzet; het inktlint of het afdrukpapier zou vast kunnen komen te zitten. Als u de printer uitzet, laat de papierlade dan in de printer zitten en zet de printer weer aan. Ga verder met afdrukken nadat het papier uit de printer komt.
• Haal de papierlade niet uit de printer tijdens het afdrukken. Er zou zich anders een storing kunnen voordoen.
• Het afdrukpapier komt tijdens het afdrukken enkele keren tevoorschijn. Raak het papier dat tevoorschijn komt niet aan en trek er niet aan.
• Zie pagina 80, als er papier in de printer blijft steken.
Over het selecteren van invoer
De printer is niet uitgerust met een schakelaar voor het selecteren van de invoer. Wanneer u een geheugenkaart in de printer plaatst of een extern apparaat op de printer aansluit, worden de afbeeldingen op de geplaatste geheugenkaart of het aangesloten externe apparaat automatisch weergegeven. Als meerdere geheugenkaarten of een extern apparaat zijn aangesloten, hebben de media die het eerst zijn aangesloten prioriteit. De afbeeldingen in het interne geheugen worden weergegeven wanneer u drukt op ENTER terwijl er geen geheugenkaart is geplaatst en geen extern apparaat is aangesloten.
Wanneer u de printer aanzet terwijl er meerdere media zijn geplaatst of aangesloten, neemt de printer de media waar in de volgorde "Memory Stick", CompactFlash-kaart, SD­geheugenkaart, xD-Picture Card en daarna het externe apparaat dat is aangesloten op de PictBridge/EXT INTERFACE-aansluiting, en de computer.
18
NL
Page 19

Genieten van diverse afdrukmogelijkheden

Bediening met behulp van de printertoetsen
AUTO TOUCH-UP
Auto Touch-up-aanpassing
.pagina 22
Niet alleen de automatische aanpassing Auto Fine Print6 vindt plaats, maar ook de volgende aanpassingen worden uitgevoerd:
• Rode ogen-correctie
• Belichtingscorrectie (de functie
Druk op MENU.
gezichtsherkenning gebruiken)
• Focuscorrectie
• Witbalanscorr.
•Aut. Ontwijken
• Huidcorrectie
• Selecteer met een druk op g/G een
item van uw keuze en druk daarna op ENTER.
• Druk opnieuw op CANCEL of MENU als u het menu wilt afsluiten.
1 Bewerken .pagina 23
U kunt het formaat, de positie, de tint of andere beeldeigenschappen van de geselecteerde afbeelding aanpassen.
Items Procedures
Draait een afbeelding.
Direct afdrukken
Items Procedures
/ Vergroot of verkleint het formaat
van een afbeelding. Verplaatst een afbeelding.
Past de beeldkwaliteit van een afbeelding aan.
Voegt een filter aan een afbeelding toe.
Vermindert het fenomeen rode ogen.
Vervolg
19
NL
Page 20
Items Procedures
Maakt de bewerkingen die u zojuist hebt uitgevoerd ongedaan en brengt de afbeelding terug in de status van vóór de bewerking.
Slaat de bewerkte afbeelding op.
Als u op de toets AUTO TOUCH­UP drukt, worden er automatisch aanpassingen aan onder meer de belichting, scherpstelling en rode­ogen uitgevoerd.
Drukt een bewerkte afbeelding af.
Sluit het menu Bewerken af.
2 Creatief afdrukken .pagina 28
U kunt een Kalender, ID-foto of diverse andere afdrukken maken.
Scrapbk mken Kalender Opleggen
Fotolijst Lay-outafdruk
3 Batch afdrukken .pagina 37
U kunt profiteren van batch afdrukken maken zoals "Indexafdruk" "DPOF­afdruk" en "Alles afdrukken".
4 Diavoorstelling .pagina 38
U kunt een diavoorstelling van de afbeeldingen uitvoeren. U kunt ook een diavoorstelling van de "Creatief afdrukken" afdrukken uitvoeren.
NL
20
ID-foto
Indexafdruk
Page 21
5 Afdrukinstelling 6 Beeld/printerinstelling
.pagina 41 .pagina 45
7 Bestandsbewerking .pagina 39
• Afbeeldingen tussen geheugenkaarten kopiëren
• Een afbeelding verwijderen
• Een "Memory Stick" of het "Intern geh." formatteren
Direct afdrukken
21
NL
Page 22

Een mislukte foto automatisch corrigeren (AUTO TOUCH-UP)

1 Selecteer de afbeelding die u wilt
aanpassen en druk daarna op AUTO TOUCH-UP.
De aanpassing van de geselecteerde afbeelding worden gestart. De resultaten van de aanpassingen worden op het scherm weergegeven. Wanneer een gezicht van een mens wordt waargenomen, wordt het gezicht in een fotolijst weergegeven wanneer de aanpassingen worden uitgevoerd.
Om het resultaat van de aanpassing duidelijker te controleren:
Druk op en de afbeelding wordt vergroot. (De afbeelding wordt niet vergroot tijdens het afdrukken.)
Weer de oorspronkelijke afbeelding (van vóór de aanpassingen) weergeven
Druk op AUTO TOUCH-UP. Druk opnieuw op AUTO TOUCH-UP als u de aangepaste afbeelding wilt weergeven.
Als u het aantal afdrukken voor meerdere afbeeldingen hebt ingesteld
Alle afbeeldingen waarvoor u een aantal voor de afdrukken hebt ingesteld, worden aangepast. Druk op g/G als u andere afbeeldingen wilt weergeven.
Het aantal afdrukken wijzigen
Geef de aanduiding van het aantal afdrukken weer door op ENTER te drukken. Druk daarna op f/F zodat u het aantal afdrukken kunt instellen en druk dan op ENTER.
2 Druk op PRINT.
Het afdrukken van de geselecteerde afbeelding(en) wordt gestart.
Een gecorrigeerde afbeelding opslaan
Druk op MENU en het dialoogvenster voor bevestiging wordt weergegeven. Druk op g/G, selecteer "Ja" en druk daarna op ENTER. Een aangepaste afbeelding wordt als een nieuw bestand opgeslagen. (pagina 27)
Tip
Aanpassingen zijn alleen van invloed op de afbeelding die wordt afgedrukt. De oorspronkelijke afbeelding wordt niet aangepast.
Opmerkingen
• Na de Auto Touch-up-aanpassing, kunt u geen bijgesneden afdruk maken van een afbeelding die is vergroot met een druk op .
• Afhankelijk van de afbeelding zal de Auto Touch­up-aanpassing misschien niet helemaal goed lukken. Selecteer in dat geval "Aanpassen" uit het menu Bewerken, dan kunt u de afbeeldingskwaliteit zelf aanpassen (pagina 24).
• Verwijder de geheugenkaart of het externe apparaat niet tijdens de Auto Touch-up­aanpassing.
• Afhankelijk van de staat van de afbeelding kan de correctie enige tijd in beslag nemen.
De functie automatische rode­ogencorrectie van deze printer gebruikt de technologie van FotoNation Inc. in de V.S.
De correctiefuncties "Huidcorrectie", "Witbalanscorr." en "Aut. Ontwijken" van de printer maken gebruik van de technologie van Ichikawa Soft Laboratory.
22
NL
Page 23
Een afbeelding

Een afbeelding draaien

bewerken

De grootte van een afbeelding laten toenemen of afnemen

1 Druk in het menu Bewerken
(pagina 19) op g/G en selecteer (Vergroten) als u een afbeelding wilt vergroten of op (Verkleinen) als u de afbeelding wilt verkleinen en druk daarna op ENTER.
Iedere keer dat u op de toets drukt, wordt de afbeelding groter of kleiner. U kunt de afbeelding ook groter of kleiner maken met behulp van de toetsen (inzoomen) en (uitzoomen):
: tot 200% vergroot : tot 60% verkleind
2 Druk op PRINT.
Opmerking
De beeldkwaliteit van een vergrote afbeelding kan afhankelijk van het formaat afnemen.

Een afbeelding verplaatsen

1 Druk in het menu Bewerken
(pagina 19) op g/G, selecteer (Draaien) en druk daarna op ENTER.
Het menu Draaien wordt weergegeven.
Direct afdrukken
2 Selecteer de draairichting van de
afbeelding door op f/F te drukken en druk daarna op ENTER.
• 90° rechtsom draaien: Iedere keer dat u op ENTER drukt, draait de afbeelding 90° rechtsom.
• 90° linksom draaien: Iedere keer dat u op ENTER drukt, draait de afbeelding 90° linksom.
3 Druk op PRINT.
1 Druk in het menu Bewerken
(pagina 19) op g/G, selecteer (Verplaatsen) en druk daarna op ENTER.
De g/G/f/F-aanwijzingen verschijnen links/rechts/boven/onder de afbeelding en u kunt de afbeelding verplaatsen.
2 Druk op g/G/f/F als u de
afbeelding wilt verplaatsen.
3 Druk op ENTER.
De afbeelding staat vast in de huidige positie.
4 Druk op PRINT.
23
NL
Page 24

Een afbeelding aanpassen

1 Druk in het menu Bewerken
(pagina 19) op g/G, selecteer (Aanpassen) en druk daarna op ENTER.
Het menu Aanpassen wordt weergegeven.
2 Selecteer met een druk op f/F het
aanpassingsgereedschap van uw keuze en druk daarna op ENTER.
Het aanpassingsscherm van het geselecteerde gereedschap verschijnt.
Wanneer "Helderheid" wordt geselecteerd.
Druk op g/G als u een afbeelding wilt aanpassen terwijl u gelijk het niveau controleert.
De afbeelding vóór de aanpassing wordt weergegeven in de linkerhelft van het scherm en de aangepaste afbeelding wordt weergegeven in de rechterhelft van het scherm.
Helderheid: Druk op G om het beeld helderder te maken of g om het donkerder te maken.
Tint: Druk op G om het beeld een groene tint te geven of g om het een rode tint te geven.
Verzadiging: Druk op G om de kleuren dieper te maken of g om ze lichter te maken.
Scherpte: Druk op G als u de contouren scherper wilt maken of g als u de contouren zachter wilt maken.
3 Druk op ENTER.
De aanpassing wordt doorgevoerd.
4 Druk op PRINT.
Een speciale filter aan een
afbeelding toevoegen
1 Druk in het menu Bewerken
(pagina 19) op g/G, selecteer (Filter) en druk daarna op ENTER.
Het menu Filter wordt weergegeven.
.
2 Druk op f/F en selecteer het filter
dat u wilt toevoegen aan de afbeelding.
Geen filter: Er wordt geen speciaal filter op de afbeelding gebruikt (standaardinstelling).
Eén kleur: Verandert alle kleuren behalve de opgegeven kleur in een grijsschaal.
Tekenen: Maakt dat de afbeelding er uitziet als een getekende foto.
Het "Tekenen" filter van de printer gebruikt de technologie van Ichikawa Soft Laboratory.
Stereffect: Voegt een bijzonder sterrengloedeffect toe aan de lichtbron om de afbeelding met een sprankelend effect af te drukken.
Gedeeltelijk kleur: Maakt de omgeving van het onderwerp monochroom zodat het onderwerp in het midden wordt geaccentueerd.
Sepia: Verandert de afbeelding zodat het effect van een oude foto met vervaagde kleuren ontstaat.
24
NL
Page 25
Monochroom: Verandert de afbeelding in een zwart-wit-beeld.
Visoog: Maakt dat de afbeelding er uitziet als een foto die is gemaakt met een supergroothoeklens (Fish-eye).
3 Druk op ENTER.
Het filter wordt toegepast. Wanneer u "Stereffect", "Tekenen" of
"Eén kleur" hebt geselecteerd, wordt het instelvenster weergegeven. Ga naar de volgende stap.
4 Stel het niveau en het bereik in.
x Stereffect
1Selecteer "Niveau" met f/F en druk op
ENTER, pas het niveau aan met f/F en druk daarna op ENTER. Hoe hoger u het niveau instelt, des te meer lichtbronnen lijken op sterren.
2Selecteer "Lengte" met f/F en druk op
ENTER, pas de lengte van licht aan met
f/F, en druk daarna op ENTER.
x Tekenen
Druk op f/F, pas de lengte van de lijn aan en druk daarna op ENTER.
x Eén kleur
Een kleur selecteren uit opgegeven kleuren
Druk op g/G, selecteer de kleur die u wilt behouden en druk daarna op ENTER.
Een kleur van een foto selecteren
1Druk op f/F, selecteer "Selecteer
favoriete kleur." en druk daarna op ENTER. De afbeelding wordt weergegeven met het kleurenkeuzegereedschap.
2Druk op g/G/f/F om het gedeelte te
specificeren dat een favoriete kleur bevat en druk daarna op ENTER.
Direct afdrukken
3Druk op g/G om het bereik van de
geselecteerde kleur te specificeren.
De afbeelding wordt monochroom terwijl de gespecificeerde kleur blijft.
4Druk op ENTER om de kleur en het
bereik te fixeren. De afbeelding wordt monochroom terwijl de gespecificeerde kleur blijft.
5 Druk op PRINT.
Tip
Om bovenstaande bewerkingen te overdoen, selecteer "Geen filter" en voer de bewerkingen opnieuw uit.
25
NL
Page 26
Corrigeren van het
fenomeen rode ogen
Met het indrukken van AUTO TOUCH-UP kan het fenomeen rode ogen van een onderwerp dat u hebt vastgelegd met flitslicht niet worden verminderd. U kunt de afbeelding handmatig aanpassen.
Opmerkingen
• Als u aanvullende bewerkingen na de rode ogen correctie uitvoert, zoals het vergroten of v erkleinen van het formaat van de afbeelding, het draaien of verplaatsen van een afbeelding, heeft de rode­ogencorrectie mogelijk geen effect. Voer de rode ogen correctie uit na de bewerkingshandelingen.
• Als het gezicht van het onderwerp klein is, werkt de rode-ogencorrectie misschien niet.
1 Druk in het menu Bewerken
(pagina 19) op g/G, selecteer (Rode ogen-correctie) en druk daarna op ENTER.
Het aanpassingskader verschijnt op de afbeelding, en dit geeft het bereik voor de rode-ogencorrectie aan.
Aanpassingskader
x Het aanpassingskader verplaatsen
1Druk op g/G om (Verplaatsen) te
selecteren en druk op ENTER.
2Verplaats het kader met g/G/f/F.
Het kader verplaatst zich in de geselecteerde richting.
3Druk op ENTER.
Het kader is gefixeerd in de huidige positie.
x Het formaat van het aanpassingskader wijzigen
Druk op g/G, selecteer (Vergroten) of
(Verkleinen) en druk op ENTER.
Iedere keer dat u op ENTER drukt, wordt het kader groter of kleiner.
U kunt het formaat ook groter of kleiner maken met behulp van de toetsen (inzoomen) of (uitzoomen) op de printer.
Tip
Maak de grootte van het aanpassingskader 2 tot 7 keer zo groot als de ooggrootte.
3 Druk op g/G om te selecteren en
druk op ENTER.
Het bereik van de rode-ogencorrectie wordt vergroot.
2 Pas de positie en het formaat van
het aanpassingskader aan.
Voer de rode-ogencorrectie afzonderlijk uit voor het rechter- en het linkeroog.
NL
26
4 Druk op ENTER.
De aanpassing wordt doorgevoerd. Het menu voor de rode-ogencorrectie
wordt weergegeven. Als u de rode-ogencorrectie wilt toepassen
op andere ogen, herhaalt u de stappen 2 tot
4.
5 Druk op g/G om te selecteren
en druk op ENTER.
Het menu Bewerken wordt weer weergegeven.
6 Druk op PRINT.
De aanpassing herstellen
Druk in stap 5 op CANCEL in plaats van op ENTER.
Page 27
Een bewerkte afbeelding
afdrukken
1 Druk op PRINT.
De aanduiding van het aantal afdrukken wordt weergegeven.
2 Stel de afdrukhoeveelheid in.
• U kunt de afdrukhoeveelheid steeds met
één laten toenemen door herhaaldelijk op f te drukken.
• U kunt het aantal afdrukken steeds met
één laten afnemen door herhaaldelijk kort op F te drukken.
• U kunt het aantal afdrukken weer
terugzetten op 1 door gedurende langer dan twee seconden op F te drukken.
3 Druk op PRINT.
Een bewerkte afbeelding
opslaan
3 Stel de datum in.
Selecteer een item met een druk op g/G (dag, maand en jaar) en selecteer het getal door op f/F te drukken en druk dan op ENTER.
Direct afdrukken
De via het menu Bewerken of Creatief afdrukken bewerkte afbeelding wordt als een nieuwe afbeelding opgeslagen. Een dialoogvenster voor het specificeren van het nieuwe afbeeldingsnummer (mapnummer-bestandsnummer) wordt weergegeven.
1 Selecteer (Opslaan) en druk
daarna op ENTER.
Het dialoogvenster dat wordt gebruikt om de bestemmingsmap op te geven, wordt weergegeven.
2 Selecteer de bestemming waar u de
afbeelding wilt opslaan.
Druk op f/F, selecteer "Intern geh.", "Memory Stick", "CompactFlash", "SD­geheugenkaart", "xD-Picture Card" of "Extern apparaat" en druk op ENTER.
Tip
Wanneer u "Extern apparaat" selecteert, wordt mogelijk een dialoogvenster voor het selecteren van een station weergegeven. Volg de instructies voor het selecteren van een bestemmingsstation.
Het dialoogvenster voor het instellen van een datum wordt weergegeven. U kunt de ingestelde datum bij de afbeelding opslaan.
Tip
De oorspronkelijke afbeelding wordt niet overschreven.
4 Druk op ENTER.
Opmerkingen
• Zet de printer niet uit, verwijder de geheugenkaart niet uit de printer óf koppel het externe apparaat niet los van de printer, wanneer de afbeelding wordt opgeslagen. De printer, de geheugenkaart, het USB-geheugen of het externe apparaat kan beschadigd raken of de gegevens kunnen verloren gaan.
• U kunt een afbeelding niet in het interne geheugen opslaan voor de demostand van de printer.
27
NL
Page 28
Uitvoeren "Creatief

Maken van een Scrapbook

afdrukken"
Het menu Creatief afdrukken gebruiken
De bewerking halverwege ongedaan maken
Druk op CANCEL Het venster van de vorige stap wordt weergegeven. Afhankelijk van de stap is het mogelijk dat u de bewerking niet ongedaan kunt maken.
Het menu Creatief afdrukken verlaten
• Druk midden in de bewerkingen op MENU en selecteer "Creatief afdrukken voltooid". Druk daarna op ENTER.
• Druk in de weergave van het afdrukvoorbeeld van de afbeelding op f/F, om te selecteren en druk op ENTER.
Het dialoogvenster voor het opslaan van een afbeelding wordt mogelijk weergegeven (pagina 27).
Tips
• U kunt op MENU drukken wanneer u Creatief afdrukken uitvoert en een gedeelte van de Afdrukinstelling-menu-items instellen.
• Met het menu Creatief afdrukken kunt u tekens invoeren met het toetsenbord, een handgeschreven bericht op een afbeelding leggen en een vooraf­geïnstalleerde zin invoeren (pagina's 30, 33).
g/G/
1 Druk in het Creatief afdrukken
menu (pagina 20) op g/G/f/F, selecteer "Scrapbk mken" en druk daarna op ENTER.
Het venster voor het selecteren van een thema wordt weergegeven.
2 Selecteer met een druk op g/G/f/F
het thema van uw keuze en druk daarna op ENTER.
Het venster voor het selecteren van sjablonen van het geselecteerde thema wordt weergegeven.
3 Selecteer met een druk op g/G/f/F
de sjabloon van uw keuze en druk daarna op ENTER.
Een afdrukvoorbeeld van de geselecteerde sjabloon wordt weergegeven.
4 Selecteer een afbeelding.
Wanneer u een sjabloon met meerdere afbeeldingen selecteert, herhaalt u de onderstaande procedures en selecteert u een afbeelding voor elk gebied.
Afbeeldingsgebied
28
NL
Page 29
1Druk op g/G/f/F om een
afbeeldingsgebied te selecteren en druk op ENTER. De indexweergave wordt weergegeven.
2Druk op g/G/f/F om de gewenste
afbeelding te selecteren en druk op ENTER. Het venster dat wordt gebruikt voor het aanpassen van de afbeelding wordt weergegeven.
5 Pas het formaat, de positie of
andere zaken van de geselecteerde afbeelding aan.
Selecteer met een druk op g/G het aanpassings-item van uw keuze en druk daarna op ENTER.
Aanpassingsgereedschap
Items Procedures
/ Verkleint of vergroot het
formaat van een afbeelding. Verplaats de afbeelding
met g/G/f/F, en druk daarna op ENTER.
Iedere keer dat u op ENTER drukt, draait de afbeelding 90° rechtsom.
Een mislukte foto waarbij er problemen zijn met tegenlicht, onscherpte of het fenomeen rode ogen wordt automatisch aangepast.(pagina 22)
6 Druk op g/G om te selecteren en
druk op ENTER.
De geselecteerde afbeelding wordt aan het afbeeldingsgebied toegevoegd.
• Herhaal stap 4 en 5 als u een afbeelding aan een ander afbeeldingsgebied wilt toevoegen.
• Ga door met stap 7 als u stempels of tekens op de afbeelding wilt leggen.
• Ga door naar stap 8, als u de afbeelding waarvan een afdrukvoorbeeld is gemaakt, wilt afdrukken.
Gereedschaptoetsen Afbeeldingsgebied
Direct afdrukken
Items Procedures
Hiermee kunt u ervoor kiezen tekens in te voeren met het toetsenbord, een vooraf­geïnstalleerde zin in te voeren, of een handgeschreven bericht op een afbeelding te leggen.
Selecteer het stempel van uw keuze met g/G/f/F en leg het daarna op een afbeelding door op ENTER te drukken.
Slaat de bewerkte afbeelding op op een geheugenkaart, op een extern apparaat of in het interne geheugen.
Drukt een bewerkte afbeelding af.
Voltooit de creatieve bedieningshandeling.
Vervolg
29
NL
Page 30
7 Leg stempels of tekens op een
afbeelding.
Selecteer met g/G/f/F het item van uw keuze, zoals een stempel of tekens, druk daarna op ENTER.
x Een stempel opleggen
1Selecteer met g/G/f/F
(Stempelen) en druk op ENTER. Het venster dat wordt gebruikt voor het selecteren van een stempel wordt weergegeven.
2Selecteer met g/G/f/F de kleur van uw
keuze en druk vervolgens op ENTER. Het geselecteerde stempel wordt weergegeven in het midden van het afdrukvoorbeeld.
3Pas met g/G/f/F de positie van het
stempel aan.
4Pas met / het formaat van het
stempel aan.
5Druk op ENTER.
Het stempel wordt opgelegd.
6Druk op CANCEL. 7Selecteer met g/G en druk
vervolgens op ENTER.
• Hetzelfde stempel herhaaldelijk opleggen
Druk na stap 5 opnieuw op ENTER; hetzelfde stempel wordt opgelegd. Herhaal de stappen 3 en 4 om de positie en het formaat aan te passen.
• Een stempel omkeren of draaien
Druk na stap g/G, selecteer (Spiegelen) of (90° rechtsom draaien) en druk op ENTER. U kunt het stempel verplaatsen door op g/G te drukken, te selecteren en op ENTER te drukken. U kunt het formaat van het stempel vergroten of verkleinen door met g/G of te selecteren en op ENTER te drukken. Druk, wanneer de aanpassingen zijn voltooid, op g/G, selecteer druk daarna op ENTER. Voer daarna stappen 5 tot en met 7 uit. Het stempel wordt opgelegd.
2 op CANCEL. Druk op
(Stempelen) en
x Tekens opleggen
1Selecteer met g/G/f/F (Tekst) en
druk op ENTER.
2Selecteer met f/F [Toetsenbord] en
druk vervolgens op ENTER. Het toetsenbord wordt weergegeven.
Tekeninvoervak
Keyboard
3Invoertekens.
Selecteer met een druk op teken van uw keuze en druk daarna op ENTER. De geselecteerde tekens worden getoond in het tekeninvoervak. U kunt tot ongeveer 50 tekens invoeren. U kunt alleen alfanumerieke tekens en symbolen invoeren.
• Wisselen tussen tekens of symbolen
Selecteer met
g/G/f/F [A/a/@] en
wissel vervolgens tussen kleine letters, hoofdletters en symbolen door herhaaldelijk op ENTER te drukken.
• Een teken verwijderen
Selecteer met
g/G/f/F [B] of [b] en
druk daarna herhaaldelijk op ENTER zodat de cursor in het tekeninvoervak wordt verplaatst naar direct rechts van het teken dat u wilt verwijderen. Druk
g/G/f/F, selecteer [Wissen] en
op druk daarna op ENTER. Iedere keer dat u op ENTER drukt, wordt het teken links van de cursor verwijderd.
g/G/f/F het
30
NL
Page 31
• Gebruik maken van het archief
Selecteer met g/G/f/F [F] of [f] en druk daarna op ENTER als u tekens die u in het verleden hebt ingevoerd, wilt weergeven en gebruiken (het archief).
• Het lettertype wijzigen
Druk op [Lettertype] en druk daarna op ENTER. Iedere keer dat u op ENTER drukt, wijzigt het lettertype. U kunt slechts één lettertype gebruiken voor een reeks van ingevoerde tekens.
4Wanneer u klaar bent met het invoeren
van tekens, selecteert u met
g/G/f/F, selecteer
en drukt u daarna op
ENTER. Het venster voor de kleurselectie wordt weergegeven.
5Selecteer met g/G/f/F de kleur van
uw keuze voor de tekens en druk vervolgens op ENTER. De ingevoerde tekens worden weergegeven in het midden van het afdrukvoorbeeld van een afbeelding.
6Pas de positie en het formaat van de
tekens aan. Zie pagina 29 voor de methode voor het aanpassen van de tekens.
7Selecteer met g/G/f/F en druk
vervolgens op ENTER. De weergave van de ingevoerde tekens staat op een vaste plaats. Door op ENTER te drukken kunt u de ingevoerde tekens in het geheugen van de printer opslaan. U kunt tot 10 zinnen registreren zodat u ze opnieuw kunt gebruiken.
8 Druk op PRINT.
Zie pagina 27 als u de afbeelding wilt opslaan.
g/G/f/F

Maken van een Kalender

1 Druk in het Creatief afdrukken
menu (pagina 20) op g/G/f/F, selecteer "Kalender" en druk daarna op ENTER.
Het venster dat wordt gebruikt voor het selecteren van de kalendersjabloon, wordt weergegeven.
2 Selecteer met een druk op g/G/f/F
de sjabloon van uw keuze en druk daarna op ENTER.
Het afdrukvoorbeeld van de geselecteerde sjabloon wordt weergegeven.
Afbeeldingsgebied Kalendergebied
Tip
U kunt een afbeeldingsgebied of kalendergebied in elke gewenste volgorde selecteren en instellen.
3 Selecteer een afbeelding.
Selecteer een afbeelding voor elk gebied wanneer u een sjabloon met meerdere afbeeldingen selecteert. Op pagina 28, stap 4 vindt u hoe u een afbeelding kunt selecteren. Wanneer u afbeelding(en) selecteert, wordt het venster voor het aanpassen van de afbeelding weergegeven.
Zie pagina 30 als u een stempel of tekens wilt opleggen.
4 Pas de afbeelding aan.
Op pagina 29, stap 5 vindt u hoe u een afbeelding kunt aanpassen. Wanneer u een afbeelding aanpast, wordt de afbeelding toegevoegd aan het afbeeldingsgebied.
Direct afdrukken
Vervolg
31
NL
Page 32
5 Stel de kalender in.
1Druk op g/G/f/F om het
kalendergebied te selecteren en druk op ENTER. Het instelscherm voor de kalender wordt weergegeven.
2Druk op f/F om het item te selecteren
dat u wilt instellen en druk dan op ENTER.
Item Instellingen/Procedures Start J/M Stel de eerste maand en het
jaar in waarmee de kalender begint. Druk op g/G, selecteer de maand of het jaar en stel het nummer in door op f/F te drukken. Druk op ENTER.
Startdag Stel de dag van de week in
(uiterst links op de kalender geplaatst). Druk op f/F, selecteer "Zondag" of "Maandag". Druk daarna op ENTER.
Dagkleur Stel de kleur in waarin de
zondag en zaterdag worden weergegeven op de kalender. Druk op G en daarna op f/F om de gewenste kleur voor zondag en zaterdag te selecteren. Druk daarna op ENTER.
Item Instellingen/Procedures Kalender w.U kunt een stempel of
gewenste kleur aan een specifieke dag in de kalender toevoegen.
Tijdens het toevoegen van een stempel (Voorbeeld)
1Druk op g/G om
(Stempelen) te selecteren
en druk op ENTER. Het venster voor de stempelselectie wordt weergegeven.
2Druk op g/G/f/F om het
gewenste stempel te
selecteren en druk op
ENTER.
De kalender wordt weergegeven.
3Selecteer met g
/G/f/F de datum van uw keuze voor het toevoegen van een stempel en druk op ENTER. Het stempel wordt toegevoegd aan de geselecteerde datum. Druk op CANCEL als u een ander stempel wil toevoegen en herhaal vervolgens stappen
3.
2 en
32
NL
Page 33
Item Instellingen/Procedures Kalender w.
De kalender wordt weergegeven in het kalendergebied.
4Druk op f/F om te
selecteren en druk op
ENTER. Druk als u het Kalender w. venster wilt verlaten en naar het instelvenster voor de kalender wilt terugkeren, op g/G, selecteer en druk vervolgens op ENTER. U kunt "Dagkleur " instellen met dezelfde procedures. Zie pagina 30 als u tekens wilt invoeren.
6 Druk op PRINT.
Zie pagina 27 als u de afbeelding wilt opslaan.

Een Handgeschreven bericht, Stempelen of Vooraf geïnstalleerde zin op een afbeelding leggen

Tip
Wanneer u een nieuw handgeschreven bericht of illustratie aanmaakt, teken dan een bericht of illustratie met een zwarte pen op een vel wit papier, maak er een foto van met een digitale camera en sla deze dan op op de bestemming waar ook de afbeelding die de achtergrond vormt, staat.
Over het archief van handgeschreven berichten of ingevoerde berichten
Er worden in totaal 12 met de hand getekende illustraties of handgeschreven ingevoerde berichten automatisch als het archief opgeslagen. (Wanneer er meer dan 12 berichten worden opgeslagen, wordt het oudste gewist.) U kunt met de hand getekende illustraties of handgeschreven ingevoerde berichten gebruiken door ze uit het archief op te roepen.
1 Druk in het Creatief afdrukken
menu (pagina 20) op g/G/f/F, selecteer "Opleggen/Stempelen" en druk daarna op ENTER.
Het venster dat wordt gebruikt voor het selecteren van de achtergrondafbeelding, wordt weergegeven.
2 Selecteer een afbeelding voor de
achtergrond.
1Druk op g/G/f/F om een afbeelding
voor de achtergrond te selecteren en druk op ENTER. Het venster dat wordt gebruikt voor het aanpassen van de afbeelding wordt weergegeven. Op pagina 29, stap 5 vindt u hoe u een afbeelding kunt aanpassen.
2Druk op g/G om te selecteren en
druk vervolgens op ENTER. Het afdrukvoorbeeldscherm wordt weergegeven.
3 Leg een handgeschreven bericht,
een illustratie, stempels of een vooraf ingestelde zin op de achtergrondafbeelding.
x Een handgeschreven bericht
opleggen
1Druk op g/G om (Tekst) te
selecteren en druk vervolgens op ENTER.
Het venster voor het selecteren van een methode voor het aanmaken van een bericht wordt weergegeven.
2Druk op g/G/f/F en selecteer [Vrije
hand-nieuw], als u een nieuw bericht vanaf het begin wilt aanmaken. Druk op
g/G/f/F en selecteer [Vrije hand-
geschiedenis], als u een bericht wilt aanmaken met behulp van de gegevens in het archief. Druk daarna op ENTER.
3Een nieuw bericht aanmaken: Druk
op
g/G/f/F, selecteer de afbeelding die
u wilt opleggen en druk op ENTER.
Vervolg
33
Direct afdrukken
NL
Page 34
Selecteer de afbeelding van de handgeschreven berichten of de illustraties die u van tevoren hebt gemaakt. Het venster dat wordt gebruikt voor het opgeven van het bijsnijgebied, wordt weergegeven. Ga verder met stap
Het bericht aanmaken uit het archief: Selecteer met
g/G/f/F het
bericht van uw keuze uit de archieflijst en drukt daarna op ENTER. Het geselecteerde bericht wordt in het midden van het afdrukvoorbeeld geplaatst. Ga door naar stap 5 voor de kleurselectie.
4Snijd het bericht bij als dat nodig is.
Druk op ENTER als u de afbeelding niet wilt bijsnijden.
Het bijsnijgebied opgeven
Selecteer met g/G/f/F bijsnijgereedschap en druk op ENTER. Verplaats met
g/G/f/F de cursor naar
de positie die u wilt opgeven als het beginpunt van het bijsnijgebied, druk daarna op ENTER. Herhaal dezelfde procedures voor het opgeven van het eindpunt van het bij te snijden gedeelte.
4.
Het venster voor de kleurselectie wordt weergegeven.
5Druk op g/G/f/F om de gewenste
kleur te selecteren en druk vervolgens op ENTER. Het scherm dat wordt gebruikt voor het aanpassen van het opgelegde beeld wordt weergegeven. Op pagina 29, stap 5 vindt u hoe u een afbeelding kunt aanpassen.
6Druk op g/G om te selecteren en
druk op ENTER. Een afdrukvoorbeeld van de geselecteerde afbeelding die op de achtergrondafbeelding is gelegd, wordt weergegeven. Door op ENTER te drukken slaat u de met de hand getekende illustratie of het handgeschreven bericht op in het geheugen van de printer. U kunt maximaal 12 berichten registreren en u kunt deze in stap
3 uit de archieflijst
oproepen.
x
Een vooraf ingestelde zin opleggen
1Selecteer met g/G (Tekst) en druk
op ENTER.
2Selecteer met f/F [Vooraf geïnstalleerde
zin] en druk vervolgens op ENTER. Het venster dat wordt gebruikt voor het selecteren van de vooraf ingestelde zin van uw keuze, wordt getoond.
34
3Selecteer met f/F de vooraf ingestelde
zin van uw keuze en druk op ENTER. Het venster voor de kleurselectie wordt weergegeven.
4Druk op g/G/f/F om de gewenste
kleur te selecteren en druk vervolgens op ENTER.
NL
Page 35
Het venster dat wordt gebruikt voor het aanpassen van het bericht wordt weergegeven. Op pagina 29, stap 5 vindt u hoe u een afbeelding kunt aanpassen.
5Druk op g/G om te selecteren en
druk op ENTER. Een afdrukvoorbeeld van de afbeelding die op de achtergrondafbeelding is gelegd, wordt weergegeven.
x Een stempel of bericht opleggen
Zie pagina 30 als u een stempel of bericht wilt opleggen.
4 Druk op PRINT.
Zie pagina 27 als u de afbeelding wilt opslaan.
Meerdere handgeschreven en/of vooraf ingestelde berichten opleggen
Selecteer met g/G (Tekst) en herhaal stap 3.

Een Fotolijst toevoegen

1 Druk in het Creatief afdrukken
menu (pagina 20) op g/G/f/F, selecteer "Fotolijst" en druk daarna op ENTER.
De Fotolijst-sjablonen worden weergegeven.
3 Druk op g/G/f/F, selecteer de
afbeelding van uw keuze en druk daarna op ENTER.
Het venster voor het aanpassen van de afbeelding wordt weergegeven. Op pagina 29, stap 5 vindt u hoe u een afbeelding kunt aanpassen.
4 Druk op g/G om te selecteren en
druk op ENTER.
De geselecteerde afbeelding wordt weergegeven met het geselecteerde kader.
Zie pagina 30 als u een stempel of tekens wilt opleggen.
5 Druk op PRINT.
Zie pagina 27 als u de afbeelding wilt opslaan.

Maken van een Lay-outafdruk

1 Druk in het Creatief afdrukken
menu (pagina 20) op g/G/f/F, selecteer "Lay-outafdruk" en druk daarna op ENTER.
De Lay-outafdruk-sjablonen worden weergegeven.
Direct afdrukken
2 Selecteer met een druk op g/G/f/F
het kader van uw keuze en druk daarna op ENTER.
De indexweergave wordt weergegeven.
2 Selecteer met een druk op g/G/f/F
de sjabloon van uw keuze en druk daarna op ENTER.
Het afdrukvoorbeeld van de geselecteerde sjabloon wordt weergegeven.
3 Selecteer een afbeelding.
Selecteer een afbeelding voor elk gebied wanneer u een sjabloon met meerdere afbeeldingen selecteert. Op pagina 28,
Vervolg
35
NL
Page 36
stap 4 vindt u hoe u een afbeelding kunt selecteren. Wanneer u afbeelding(en) selecteert, wordt het venster voor het aanpassen van de afbeelding weergegeven.
4 Pas een afbeelding aan.
Op pagina 29, stap 5 vindt u hoe u een afbeelding kunt aanpassen. Wanneer u een afbeelding aanpast, wordt de afbeelding toegevoegd aan het afbeeldingsgebied.
Zie pagina 30 als u een stempel of tekens wilt opleggen.
5 Druk op PRINT.

Maken van een ID-foto

1 Druk in het Creatief afdrukken
menu (pagina 20) op g/G/f/F, selecteer (ID-foto) en druk op ENTER.
Het venster voor het instellen van de hoogte en de breedte van een ID-foto wordt weergegeven.
Tip
De maximale waarden die u kunt instellen zijn 7,0 (breedte) x 9,0 (hoogte) cm.
2 Druk op g/G/f/F, om het item dat u
wilt aanpassen te selecteren en druk op ENTER.
• Het specificeren van de eenheid: Selecteer het tekstvakje links op het fotoframe. U kunt "cm" of "inch" selecteren.
• Het specificeren van de hoogte: Selecteer het cijfervakje rechts op het fotoframe.
• Om de hoogte te specificeren: Selecteer het cijfervakje boven in het fotoframe.
3 Druk op f/F om de afmeting of de
eenheid in te stellen en druk vervolgens op ENTER.
De lay-outafbeelding van het geselecteerde formaat wordt weergegeven.
4 Herhaal stappen 2 en 3 als u een
ander formaat wilt opgeven.
5 Druk op g/G/f/F om te
selecteren en druk op ENTER.
Het venster voor het selecteren van een afbeelding wordt weergegeven.
6 Druk op g/G/f/F, selecteer de
afbeelding van uw keuze en druk daarna op ENTER.
Het venster dat wordt gebruikt voor het aanpassen van de afbeelding wordt weergegeven.
U kunt ook de volgende instellingsitems instellen.
Items Procedures
Pas de beeldkwaliteit van een afbeelding aan (pagina 24). Geeft het scherm weer om het fenomeen rode ogen te corrigeren (pagina 26). Verandert een afbeelding in monochrome afbeeldingen (pagina 24).
Zie voor andere aanpassings-items stap 5 op pagina 29.
Zie pagina 30 als u een stempel of tekens wilt opleggen.
7 Druk op g/G om te selecteren en
druk op ENTER.
8 Druk op PRINT.
Opmerking
Een ID-fotoafdruk die met deze printer is gemaakt, kan mogelijk niet geschikt zijn om te worden gebruikt voor een identiteitskaart of een paspoort. Ga na aan welke eisen een foto moet voldoen die u wilt gebruiken voor het certificaat, voordat u de aanvraag voor de kaart of het paspoort indient.
36
NL
Page 37
Batch afdrukken uitvoeren
afdruk/Alles afdrukken)
• Indexafdruk
U kunt een lijst (index) afdrukken van alle afbeeldingen die op een geheugenkaart of een extern apparaat of in het intern geheugen van de printer zijn opgeslagen, zodat u gemakkelijk kunt zien wat er op het geselecteerde medium staat. Het aantal afbeeldingen op een vel wordt automatisch berekend. Afbeeldingen worden afgedrukt in elk afzonderlijk venster.
• Alles afdrukken
U kunt alle afbeeldingen die op een geheugenkaart of op een extern apparaat zijn opgeslagen, in één keer afdrukken.
• DPOF-afdruk
De afbeeldingen die voor het afdrukken zijn ingesteld op DPOF (Digital Print Order Format) worden met een afdruk-merkteken ( ) weergegeven in een afdrukvoorbeeld van een afbeelding. U kunt deze afbeeldingen in één keer afdrukken. De afbeeldingen worden afgedrukt met het vooraf ingestelde aantal kopieën in de volgorde waarin zij zijn weergegeven.
(Indexafdruk/DPOF-
1 Selecteer in het menu (Batch
afdrukken) en druk daarna op ENTER.
Het menu Batch afdrukken wordt weergegeven.
2 Druk op f/F, selecteer
"Indexafdruk", "DPOF-afdruk" of "Alles afdrukken" en druk daarna op ENTER.
Het dialoogvenster voor bevestiging wordt weergegeven.
Opmerking
Als er geen afbeeldingen zijn die vooraf zijn ingesteld voor DPOF toen u "DPOF-afdruk" selecteerde, wordt een foutmelding weergegeven.
3 Druk op g/G, selecteer "Ja" en start
het afdrukken of "Nee" als u het afdrukken wilt annuleren; druk daarna op ENTER.
Wanneer u "Ja" selecteert, wordt het afdrukken gestart.
Direct afdrukken
Opmerkingen
• Zie de handleiding van uw digitale camera voor instructies voor het vooraf instellen van afbeeldingen voor het afdrukken.
• Sommige typen digitale camera’s ondersteunen de DPOF-functie niet, of the printer ondersteunt misschien niet alle functies van de digitale camera.
37
NL
Page 38

Bekijken van een Diavoorstelling

Een Diavoorstelling laten zien

1 Druk in het menu g/G, selecteer
(Diavoorstelling) en druk op ENTER.
Het menu Diavoorstelling wordt weergegeven.
2 Druk op f/F, selecteer "Schakelen"
en druk daarna op ENTER.
Het venster voor het opgeven van de manier waarop afbeeldingen worden gewisseld, wordt weergegeven.
Items Procedures
Handmatig Druk op g/Gals u
afbeeldingen wilt wisselen.
Auto1 ev. De afbeeldingen worden
automatisch na elkaar weergegeven in de volgorde van de indexweergave.
Auto2 cr.* De "Creatief afdrukken"-
afbeeldingen of bewerkte afbeeldingen met filters worden automatisch willekeurig weergegeven.
*: Instellingen af-fabriek

Apart zetten voor afdrukken

Als u tijdens een diavoorstelling op ENTER drukt, wordt de weergegeven afbeelding apart gezet om te worden afgedrukt. Als u de wisseloptie "Auto2 cr." hebt geselecteerd, kunt u een afbeelding niet apart zetten om te worden afgedrukt.
Een diavoorstelling stoppen
Druk op CANCEL.
Opmerking
Bij sommige afbeeldingen duurt het wat langer voordat zij worden weergegeven.

Afdrukken

Druk tijdens een diashow op PRINT.
De afdrukweergave van het weergegeven beeld zal verschijnen.
Wanneer een afbeelding opzij is gezet om te worden afgedrukt, kunt u het afdrukvoorbeeld controleren door te drukken op g/G.
Druk nogmaals op PRINT zodat het afdrukken begint.
Nadat het afdrukken is voltooid, gaat de diashow weer verder.
3 Druk op f/F, selecteer "Uitvoeren"
en druk op ENTER.
De diavoorstelling start.
NL
38
Page 39

Bestandsbewerkingen

Afbeeldingen kopiëren

U kunt een afbeelding van een geheugenkaart of uit het interne geheugen van de printer kopiëren naar een andere geheugenkaart en het interne geheugen of naar een extern apparaat dat is aangesloten op de PictBridge/EXT INTERFACE-aansluiting.
Een afbeelding kopiëren uit het interne geheugen van de printer
Zet de printer aan zonder dat een geheugenkaart is geplaatst of een extern apparaat is aangesloten.
Breng met een druk op ENTER de afbeeldingen in het interne geheugen op het scherm en start daarna onderstaande procedures. Nadat u de afbeeldingen van uw keuze die moeten worden gekopieerd, in stap 3 hebt geselecteerd, brengt u de media waar naartoe u wilt kopiëren in gereedheid door een geheugenkaart te plaatsen of een extern apparaat aan te sluiten.
1 Druk in het menu op g/G, selecteer
(Bestandsbewerking) en druk op
ENTER.
Het menu Bestandsbewerking wordt weergegeven (pagina 21).
2 Druk op f/F, selecteer "Alle
bestanden kopiëren" of "Geselect. bestanden kopiëren" en druk op ENTER.
• Ga door naar stap 5, wanneer "Alle bestanden kopiëren" is geselecteerd.
• Wanneer "Geselect. bestanden kopiëren" is geselecteerd, wordt de indexweergave van de geheugenkaart, het interne geheugen of het externe apparaat weergegeven.
3 Druk op g/G/f/F, selecteer de
afbeelding van uw keuze en druk op ENTER.
Herhaal deze stap als u meerdere afbeeldingen wilt kopiëren.
De selectie ongedaan maken
Druk op g/G/f/F om de afbeelding te selecteren die u wilt annuleren en druk daarna opnieuw op ENTER.
Een afbeelding kopiëren uit het interne geheugen van de printer
Nadat u een afbeelding die u wilt kopiëren hebt geselecteerd, sluit u de geheugenkaart of het externe apparaat waarop u de afbeelding wilt opslaan aan.
4 Druk op MENU.
Het dialoogvenster voor het selecteren van de bestemming wordt weergegeven.
5 Druk op f/F, selecteer "Intern geh.",
"Memory Stick", "CompactFlash", "SD-geheugenkaart", "xD-Picture Card" of "Extern apparaat" en druk op ENTER.
Tip
Wanneer u "Extern apparaat" selecteert, wordt mogelijk een dialoogvenster voor het selecteren van een station weergegeven. Volg de instructies voor het selecteren van een bestemmingsstation.
Opmerking
U kunt geen afbeelding op dezelfde geheugenkaart of externe apparaat kopiëren die de te kopiëren afbeelding al bevat.
6 Druk op f/F, selecteer de map van
uw keuze en druk op ENTER.
De geselecteerde afbeeldingen worden gekopieerd naar de bestemmingsmap.
Tips
• U kunt een mapnummer van de doelbestemming selecteren. Als er niet zo’n map is op de bestemming, wordt een nieuwe map gemaakt.
• Druk, als u het menu Bestandsbewerking halverwege wilt afsluiten, op CANCEL.
Opmerkingen
• Wanneer u een afbeelding naar het interne geheugen kopieert, wordt een afbeelding van een grote afmeting geconverteerd naar een afbeelding gelijk aan ongeveer 2 000 000 pixels. Deze omzetting heeft geen gevolgen voor de kwaliteit van het afgedrukte beeld.
Vervolg
39
Direct afdrukken
NL
Page 40
• Als het interne geheugen vol raakt, wordt er een foutmelding op het LCD-scherm getoond. Volg de procedures die worden beschreven in "Geselecteerde afbeeldingen verwijderen" op pagina 40 voor het verwijderen van afbeeldingen uit het interne geheugen, die u niet meer wilt bewaren.
• Zet de printer niet uit of verwijder de geheugenkaart niet uit de printer of koppel een extern apparaat niet los van de printer, wanneer afbeeldingen worden gekopieerd. De printer, de geheugenkaart of het externe apparaat kan beschadigd raken of de gegevens kunnen verloren gaan.

Geselecteerde afbeeldingen verwijderen

U kunt afbeeldingen selecteren en verwijderen die zijn opgeslagen op een geheugenkaart of in het interne geheugen van de printer.
Opmerking
Als er geen geheugenkaart is geplaatst, kunnen afbeeldingen in het interne geheugen worden verwijderd.
1 Druk in het menu op g/G, selecteer
(Bestandsbewerking) en druk op
ENTER.
Het menu Bestandsbewerking wordt weergegeven (pagina 21).
2 Druk op f/F, selecteer "Afbeelding
verwijderen" en druk op ENTER.
De indexweergave van de geheugenkaart of het interne geheugen wordt weergegeven.
Pictogram prullenbak
3 Druk op g/G/f/F, verplaats het
pictogram van de prullenbak naar de afbeelding die u wilt verwijderen en druk daarna op ENTER.
Herhaal deze stap als u meerdere afbeeldingen wilt verwijderen.
De selectie ongedaan maken
Druk op g/G/f/F om de afbeelding te selecteren die u wilt annuleren en druk daarna opnieuw op ENTER.
4 Druk op MENU.
Er wordt een dialoogvenster voor bevestiging weergegeven.
5 Druk op g/G, selecteer "OK" en
druk op ENTER.
De geselecteerde afbeeldingen worden verwijderd.
Tip
Druk, als u het menu Bestandsbewerking wilt afsluiten, op CANCEL.
Opmerkingen
• Zet tijdens het verwijderen de printer niet uit en haal de geheugenkaart niet uit de printer. De printer of de geheugenkaart kan beschadigd raken. Of de gegevens kunnen verloren gaan.
• Wanneer afbeeldingen eenmaal zijn verwijderd, zijn ze voor altijd verloren.
• Wanneer u een afbeelding met een bijbehorende bestandsaanduiding ( ) verwijdert, wordt het bijbehorende bestand met bewegende beelden of e­mail-bestand ook verwijderd.
• U kunt een beveiligde afbeelding met een beveiligingsaanduiding ( ) of een bestand met een vooraf ingestelde DPOF-aanduiding ( ) dat wordt weergegeven, niet verwijderen. Gebruik uw digitale camera als u deze bestanden wilt verwijderen. Zie voor nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van de digitale camera.
40

Formatteren van een "Memory Stick"

U kunt een a "Memory Stick" formatteren.
1 Druk in het menu op g/G, selecteer
(Bestandsbewerking) en druk op
ENTER.
NL
Page 41
Het menu Bestandsbewerking wordt weergegeven (pagina 21).
2 Druk op f/F, selecteer "Formaat
Memory Stick" en druk op ENTER.
Het dialoogvenster voor bevestiging wordt weergegeven.
3 Druk op g/G, selecteer "OK" en
druk op ENTER.
De "Memory Stick" wordt geformatteerd.
Opmerkingen
• Wanneer u een worden alle afbeeldingen die erop staan verwijderd.
• Zet tijdens het formatteren de printer niet uit en haal de geheugenkaart niet uit de printer. De printer of de geheugenkaart kan beschadigd raken. Of de afbeelding kan verloren gaan.
• U kunt geen geheugenkaart formatteren behalve een "Memory Stick" of een extern apparaat zoals een USB-geheugen.
"Memory Stick" formatteert,

Het interne geheugen formatteren

U kunt het interne geheugen van de printer formatteren.
1 Druk in het menu op g/G, selecteer
(Bestandsbewerking) en druk op
ENTER.
Het menu Bestandsbewerking wordt weergegeven (pagina 21).
2 Druk op f/F, selecteer "Intern geh.
formatt." en druk op ENTER.
Het dialoogvenster voor bevestiging wordt weergegeven.
3 Druk op g/G, selecteer "OK" en
druk op ENTER.
Het interne geheugen wordt geformatteerd.
Opmerkingen
• Wanneer u het interne geheugen formatteert, worden alle bestanden verwijderd behalve de bestanden die standaard moeten worden behouden.
• Zet de printer tijdens het formatteren niet uit.

De afdrukinstelling wijzigen

1 Druk in het menu op g/G, selecteer
(Afdrukinstelling) en druk op
ENTER.
Het menu Afdrukinstelling wordt weergegeven.
Direct afdrukken
Opmerking
Tijdens de "Creatief afdrukken"-bewerkingen, kunt u geen items selecteren behalve "Kleurinstelling". (Instel-items die u niet kunt selecteren en wijzigen worden grijs weergegeven.)
2 Selecteer met een druk op f/F het
instel-item van uw keuze en druk daarna op ENTER.
Het instelvenster voor het geselecteerde item wordt weergegeven.
3 Druk op f/F, selecteer de instelling
van uw keuze en druk op ENTER.
De instelling wordt vastgelegd.
Tip
Druk, als u het menu Afdrukinstelling wilt afsluiten, op MENU.
41
NL
Page 42

Maken van een Datumafdruk

1 Druk in het menu op g/G, selecteer
(Afdrukinstelling) en druk op
ENTER.
Het menu Afdrukinstelling wordt weergegeven.
2 Druk op f/F, selecteer
[Datumafdruk] en druk op ENTER.
Het Datumafdruk-installatievenster wordt weergegeven.
3 Druk op f/F en selecteer [Datum]
wanneer u een afbeelding met de opnamedatum wilt afdrukken. Selecteer [Datum/Tijd] als u een afbeelding wilt afdrukken met de datum en tijd van opname. Druk daarna op ENTER.
De instelling wordt vastgelegd.
4 Druk op MENU. 5 Druk op PRINT.
De afbeelding wordt afgedrukt met de datum of met de datum en de tijd.
NL
42
Page 43
Item Instellingen Inhoud
Datumafdruk Datum/Tijd,
Datum
Maakt een afdruk van de datum en de tijd waarop de opname is gemaakt, volgens de DCF-indeling (DCF-Design rule for Camera File system) en de datum en de tijd van de opname worden vastgelegd als onderdeel van de opname­informatie. U kunt "Datum" of "Datum/Tijd" selecteren. Wanneer de afbeelding wordt bewerkt op de printer, worden de datum en de tijd die u invoert bij het opslaan van een afbeelding afgedrukt.
Uit* Drukt een afbeelding af zonder de datum en de tijd.
Randen Patroon 1/Patroon 2 Drukt een afbeelding af met een rand rond de afbeelding.
Selecteer "Patroon 1" als u een afbeelding wilt afdrukken zonder dat deze wordt afgesneden. Selecteer "Patroon 2" als u boven en onder de afbeelding en links en rechts daarvan een ongeveer gelijke rand wilt laten.
Opmerking
Wanneer u "Patroon 2" selecteert, kan het zijn dat - afhankelijk van de afbeelding - de afbeelding aan de boven- en onderzijde of aan de linker- en rechterzijde wordt bijgesneden.
Geen rand* Drukt een afbeelding af zonder een lege ruimte rond de
afbeelding.
Opmerking
Wanneer u een foto in standaard-4:3-indeling, die is gemaakt met een digitale camera, afdrukt, worden de bovenste en onderste rand van de afbeelding afgesneden en wordt de foto afgedrukt 3:2-indeling.
Direct afdrukken
Instelling Auto Touch-up
Patroon 1 Patroon 2 Geen rand
U kunt voor elk van de volgende elementen het correctieniveau opgeven wanneer u de toets AUTO TOUCH-UP indrukt. U kunt "Uit", "Standaard*", "Sterk" selecteren. (Voor "Rode ogen-correctie" kunt u "Aan*" of "Uit " selecteren.)
• Rode ogen-correctie: Vermindert het verschijnsel van de rode ogen bij opnamen met flitslicht.
• Belichtingscorrectie: U kunt de helderheid aanpassen door middel van de functies voor gezichtsherkenning.
• Focuscorrectie: Een onscherpe afbeelding wordt aangepast en er wordt een scherpe afbeelding van gemaakt.
• Witbalanscorr.: Afbeeldingen met een blauwe of rode zweem, onder invloed van de lichtbron (verlichting) wanneer de afbeelding wordt opgenomen, worden automatisch aangepast in natuurlijke kleuren, dicht bij hun oorspronkelijke kleuren.
• Aut. Ontwijken: De donkere gedeelten van een afbeelding worden automatisch helderder gemaakt terwijl de heldere gedeelten blijven zoals zij zijn. (Fabrieksinstelling is "Uit".)
• Huidcorrectie: De huidstatus wordt automatisch herkend en aangepast tot de optimale status.
*: Fabrieksinstellingen
Vervolg
43
NL
Page 44
Item Instellingen Inhoud
Auto Fine Print6 Foto*/Levendig De functie corrigeert automatisch de beeldkwaliteit zodat
van een afbeelding foto's kunnen worden afgedrukt die levendiger, helderder en mooier zijn. Deze functie is vooral effectief bij een donkerder afbeelding met weinig contrast. De foto's worden gecorrigeerd zodat een natuurlijke kleur van de huid, levendig groen van de bladeren en een heldere blauwe hemel ontstaat.
• Foto: Past een afbeelding automatisch aan zodat de afbeelding wordt afgedrukt in natuurlijke en mooie foto's. (Aanbevolen)
• Levendig: Past een afbeelding automatisch aan zodat de afbeelding wordt afgedrukt met een krachtiger correctie van de scherpte en in levendiger foto's dan in de stand Foto.
Tip
De afbeeldingen die zijn gemaakt met een Exif Print (Exif
2.21)-geschikte digitale camera, worden zo aangepast dat zij de optimale fotokwaliteit bereiken.
Opmerkingen
• De originele gegevens van de afbeelding worden niet gecorrigeerd.
• Wanneer u afdrukt in de PC-stand, heeft de Auto Fine Print6­instelling in het printerstuurprogramma prioriteit boven de instelling hier. In de PictBridge-stand is deze instelling effectief.
Uit Drukt een afbeelding af zonder enige correctie.
Pagina’s per vel 4 afb./9 afb./
16 afb.
Drukt het opgegeven aantal deelschermen af, waarbij in ieder scherm een afbeelding wordt geplaatst.
Uit* Drukt een afbeelding af zonder deelschermen.
Kleurinstelling Past de kleuren en de scherpte van een afdruk aan. Druk op g/G, selecteer een
kleurelement ( "R" (rood), "G" (groen) of "B" (blauw)) of "S" (Scherpte) en stel daarna het niveau in door op f/F te drukken. U kunt het niveau van R, G, B instellen in het bereik van +4 tot –4 en het niveau van S in het bereik van +7 tot 0.
R:Past de rode en blauwe elementen aan. Hoe hoger u het niveau instelt, des
te roder wordt het beeld, alsof er een rood licht wordt gebruikt. Hoe lager het u het niveau instelt, des te donkerder wordt het beeld, alsof blauw licht wordt toegevoegd.
G:Past de groene en paarse elementen aan. Hoe hoger u het niveau instelt,
des te groener wordt het beeld, alsof er een groen licht wordt gebruikt. Hoe lager het u het niveau instelt, des te donkerder wordt het beeld, alsof rood/paars licht wordt toegevoegd.
B:Past de blauwe en gele elementen aan. Hoe hoger u het niveau instelt, des
te blauwer wordt het beeld, alsof er een blauw licht wordt gebruikt. Hoe lager het u het niveau instelt, des te donkerder wordt het beeld, alsof geel licht wordt toegevoegd.
S:Hoe hoger u het niveau instelt, des te duidelijker worden de contouren.
(*R: 0/G:0/B:0/S:0)
*: Fabrieksinstellingen
44
NL
Page 45

De Beeld/ printerinstelling wijzigen

1 Druk in het menu op g/G, selecteer
(Beeld/printerinstelling) en druk
op ENTER.
Het menu Beeld/printerinstelling wordt weergegeven.
2 Selecteer met een druk op f/F het
instel-item van uw keuze en druk daarna op ENTER.
Het instelvenster voor het geselecteerde item wordt weergegeven (volgende pagina).
Tips
• Druk, als u het menu Beeld/printerinstelling wilt afsluiten, op MENU.
• U kunt de instellingen terugzetten naar de waarden af-fabriek door "Standaardinstelling" te selecteren en op ENTER te drukken. Alle instellingen worden teruggezet naar de waarden die in de fabriek zijn ingesteld.
Direct afdrukken
Opmerking
Tijdens Bewerken- of Creatief afdrukken­bewerkingen, kunnen sommige items niet worden geselecteerd en gewijzigd. Die items die u niet kunt wijzigen, worden grijs weergegeven.
3 Druk op f/F, selecteer de instelling
van uw keuze en druk op ENTER.
De instelling wordt vastgelegd.
Vervolg
45
NL
Page 46
Item Instellingen Inhoud
Indexweergave Nr.vlg* In de indexweergave worden de weergegeven
afbeeldingen gerangschikt op afbeeldingsnummer.
Op datum In de indexweergave worden de afbeeldingen op datum
weergegeven.
Weergavevolgorde Oplopend* In indexweergave worden de weergegeven afbeeldingen
gerangschikt op afbeeldingsnummer, te beginnen bij het laagste nummer.
Aflopend In indexweergave worden de weergegeven afbeeldingen
gerangschikt op afbeeldingsnummer, te beginnen bij het hoogste nummer.
Pictogram Aan In indexweergave worden de afbeeldingen zonder
miniatuur (miniatuur-afbeelding wordt gebruikt als index-aanduiding) weergegeven als pictogram.
Uit* In indexweergave worden de afbeeldingen zonder
miniatuur weergegeven als de oorspronkelijke afbeelding.
Volgorde datumwrg.
*2
Stel als volgt de volgorde waarin de datum (Jaar, Maand en Dag) wordt weergegeven, in: • J-M-D •M-D-J • D-M-J
LCD-achtergr.verl. Stel als volgt het helderheidsniveau van de LCD-achtergr.verl. in:
Helder*/Donker
Schermweergave In een afdrukvoorbeeld van een afbeelding kunt u de weergave van informatie
als volgt selecteren: Aan*/Uit/Details
CONTROLE VOOR HDMI
Aan* Door de printer aan een televisie te koppelen die HDMI-
apparaatbediening ondersteunt, kunt u diverse gesynchroniseerde bewerkingen met de televisie uitvoeren.
Uit De bediening van HDMI-apparaatbediening kan niet
worden gebruikt.
Weergave printerinformatie
*2
Taal
Informatie zoals de versie van de firmware en het totaalaantal afdrukken wordt weergegeven.
U kunt de taal selecteren waarin menu's of berichten worden weergegeven: Japans/Engels/Frans/Spaans/Duits/Italiaans/Russisch/Koreaans/Ver.Chin./ Trad.Chin./Nederlands/Portugees/Arabisch/Perzisch/Hongaars/Pools/ Tjechisch/Thais/Grieks/Turks/Maleisisch/Zweeds/Noors/Deens/Fins
Standaardinstelling Zet de instellingen terug in de standaardwaarden af-fabriek.
*: Fabrieksinstellingen *2: De fabrieksinstellingen verschillen afhankelijk van
het land of gebied waar u de printer heeft gekocht. Als u de printer begint te gebruiken, stel dan elk item in.
46
NL
Page 47

Aansluiten op een High Definition-TV en Afdrukken

De printer ondersteunt de HDMI (High­Definition Multimedia Interface) uitvoer. Als u de printer op een TV-toestel aansluit dat is voorzien van een een hogere resolutie bekijken op een TV­toestel en afdruk-bewerkingen uitvoeren.
HDMI-ingang, kunt u foto's in
Naar de HDMI OUT-aansluiting
een High Definition-TV-toestel

Aansluiten op een televisie

Gebruik voor de aansluiting een in de handel verkrijgbare aansluiting (A-Type) van de printer en een
HDMI-ingang van een TV-toestel.
HDMI-kabel tussen HDMI OUT-
1 Breng een in de handel verkrijgbare
HDMI-kabel in gereedheid
Opmerkingen
• Gebruik een HDMI-kabel die korter is dan 3m.
• Gebruik een HDMI-kabel die voorzien is van het HDMI-beeldmerk.
.
2 Sluit de HDMI OUT (uitgang)-
aansluiting van de printer aan op een HDMI-ingang-aansluiting van een televisie.
Naar een HDMI-ingang
Terwijl de printer signalen uitstuurt naar de televisie, gaat het LCD-scherm van de printer uit.
3 Schakel over op een ander TV-
ingangssignaal.
Wanneer de printer is aangesloten op een TV-toestel en de printer wordt aangezet, wordt bij een TV-toestel dat de regelfunctie ondersteunt het ingangssignaal automatisch overgezet naar de printer en worden de beelden van de printer op het scherm weergegeven. Wanneer het TV-toestel in de stand standby staat, wordt het TV-toestel ook aangezet.
Opmerkingen
• Wij kunnen niet garanderen dat alles goed werkt op alle typen TV-toestellen.
• Als de HDMI-regeling van uw TV-toestel uitstaat, wordt het ingangssignaal van het TV-toestel niet automatisch overgeschakeld. Instellingen variëren afhankelijk van het TV-toestel dat u gebruikt. Zie voor nadere bijzonderheden de handleiding die bij uw TV-toestel is geleverd.
• Als "CONTROLE VOOR HDMI" is ingesteld op"Uit", wordt het ingangssignaal niet automatisch overgeschakeld (pagina 46).
HDMI-
Direct afdrukken
Vervolg
47
NL
Page 48
• Indien u gebruikmaakt van een televisie die geen besturing voor HDMI ondersteunt, of u sluit voor het eerst een televisie aan op de printer, dan kan uw televisie mogelijk niet automatisch naar de invoer schakelen. Indien dit gebeurt, dient u de invoer handmatig te wisselen om de printerfoto’s op de televisie weer te geven. De procedures voor het overschakelen van het ingangssignaal verschillen afhankelijk van het type TV-toestel. Zie voor nadere bijzonderheden de handleiding die bij uw TV-toestel is geleverd.
• Indien u een HDMI-kabel aansluit of verwijdert terwijl de printer een beeldverwerking uitvoert, afdrukt, of een andere langdurige taak uitvoert, kan het weergavescherm schakelen tussen LCD en televisie. Tot de taak is voltooid kan het weergavescherm een ongewoon beeld weergeven. Tijdens het kopiëren van een bestand, het wissen van een bestand of andere bestandsuitvoeringen, dient u een HDMI-kabel niet te verwijderen of aan te sluiten. Als u dit doet wordt de taak geannuleerd.

Procedures voor het afdrukken

De printertoetsen gebruiken voor het afdrukken

1 Zet een geheugenkaart in de printer.
Als u een afbeelding in het interne geheugen wilt afdrukken, druk dan op ENTER terwijl er geen geheugenkaart is geplaatst.
2 Druk op g/G en ENTER van de
printer, selecteer een afbeelding en start het afdrukken door op PRINT te drukken.
De procedures voor het afdrukken zijn dezelfde als voor de printer zelf. U kunt Bewerken- en Creatief afdrukken­bewerkingen uitvoeren.
Opmerkingen
• Wij kunnen niet garanderen dat alles goed werkt op alle typen TV-toestellen.
• Als u een Sony TV-toestel gebruikt, kunt u de printer niet bedienen bedienen met de afstandsbediening van het TV-toestel als het TV­toestel "BRAVIA" Sync niet ondersteunt.
• Voor het bedienen van de printer zijn de toetsen %5$4, [Enter], [Return] van de afstandsbediening bedoeld voor de HDMI-regeling.
• Als de HDMI-regeling van uw TV-toestel uitstaat, kunt u de afstandsbediening niet gebruiken om de printer mee te bedienen. Instellingen variëren afhankelijk van het TV-toestel dat u gebruikt. Zie voor nadere bijzonderheden de handleiding die bij uw TV-toestel is geleverd.
• Als "CONTROLE VOOR HDMI" is ingesteld op "Uit", kunt u de printer niet bedienen met de afstandsbediening (pagina 46).
x Eenvoudige printer­bedieningshandelingen met een afstandsbediening van een TV-toestel
• Wanneer er een cursor wordt weergegeven in een indexweergave of in de weergave van een menu, kunt u de cursor verplaatsen door te drukken op
%5$4.
• Wanneer er geen cursor wordt getoond in een afdrukvoorbeeld van een afbeelding, kunt u het bedieningspaneel, zoals het bedieningspaneel van de printer, op het TV-scherm weergeven door op
$ te drukken. Selecteer een item door
op %5$4 op de afstandsbediening van het TV-toestel en daarna op de toets [Enter] te drukken.

De afstandsbediening van het TV-toestel gebruiken voor het afdrukken

Wanneer u de printer met een HDMI-kabel aansluit op een "BRAVIA" Sync-voorbereid TV-toestel, kunt u de printer bedienen met de afstandsbediening van het TV-toestel.
NL
48
Bedieningspaneel weergegeven op het TV­scherm
Page 49
• U kunt het bedieningspaneel verbergen door in de rechterbovenhoek van het bedieningspaneel te selecteren of door op CANCEL op de printer of op de afstandsbediening van het TV-toestel te drukken.
Opmerking
Met de afstandsbediening van het TV-toestel kunt u de volgende bewerking niet uitvoeren:
• Afdrukken vanuit een indexweergave
• Selecteren van meerdere afbeeldingen en ze dan verwijderen of kopiëren.
x Afdrukken
1 Zet een geheugenkaart in de printer. 2 Selecteer een afbeelding door op
%5 op de afstandsbediening van het TV-toestel te drukken, breng het bedieningspaneel op het TV-scherm door op $ te drukken en selecteer
(Afdrukken).
x Een menu weergeven
Breng met een druk op $ het bedieningspaneel op het TV-scherm, selecteer [Menu] met een druk op %5$4 en druk daarna op ENTER.
U kunt Bewerken- en Creatief afdrukken­menubewerkingen uitvoeren.
Regeling voor HDMI
Wanneer "CONTROLE VOOR HDMI" is ingesteld op "Aan", kunt u de volgende printerbewerkingen gebruiken:
• De printer samen met het TV-toestel uitzetten.
• Wanneer u de printer hebt aangesloten op het TV-toestel, kunt u het TV-ingangssignaal automatisch overschakelen naar de printer door de printer aan te zetten of door de ingeschakelde printer op het TV-toestel aan te sluiten. Als een TV-toestel in de stand standby staat, wordt het TV-toestel ook aangezet.
• U kunt de printerbewerkingen uitvoeren met behulp van de afstandsbediening van de televisie.
• Als u een andere taal kiest voor het TV­toestel terwijl de printer en het TV-toestel worden aangesloten, kunt u ook automatisch de taal van de printer wijzigen.
Opmerking
U kunt de hierboven genoemde functies alleen inschakelen als uw TV-toestel deze functies ondersteunt.
Aan BRAVIA PhotoTV HD
De printer ondersteunt "BRAVIA PhotoTV HD" en dit apparaat reproduceert beelden en kleuren in High Fidelity. Door een koppeling tot stand te brengen met producten die voorbereid zijn voor "BRAVIA PhotoTV HD" kunt u genieten van foto’s in volledige High Definition-beeldkwaliteit. Speciale weergave van bloemen en gezichten van mensen, dynamische weergave van zand en golven en andere foto's worden op een groot TV-scherm gereproduceerd in een verbazingwekkende foto-realistische beeldkwaliteit.
Wat is "BRAVIA" Sync
De "BRAVIA" Sync is de naam van een functie van Sony-producten die gebruikmaakt van HDMI-besturingsignalen, waarmee u gelinkte bedieningshandelingen van een "BRAVIA" Sync-voorbereid product vanaf een BRAVIA­besturingseenheid kunt bedienen.
Door de printer met een HDMI-kabel aan te sluiten op een TV-toestel dat geschikt is voor "BRAVIA" Sync, kunt u met een BRAVIA­besturingseenheid gelinkte bedieningshandelingen uitvoeren.
Direct afdrukken
49
NL
Page 50

Afdrukken vanaf een extern apparaat

U kunt een digitale camera die geschikt is voor massa-opslag, een USB-geheugen, een foto­opslagapparaat, een digitaal fotolijstje, of een ander extern apparaat aansluiten en een afbeelding direct van het externe apparaat afdrukken.
Opmerkingen
• Wij kunnen niet garanderen dat de aansluiting op alle typen apparaten voor massa-opslag goed verloopt.
• Als een geheugenkaart in de printer is gezet, kan de printer het signaal van een extern apparaat dat op de PictBridge/EXT INTERFACE-aansluiting van de printer is aangesloten niet lezen. Neem een geheugenkaart uit de printer als deze eventueel is ingezet.
1
Breng uw digitale camera of een ander extern apparaat in gereedheid voor het afdrukken met de printer die is geschikt is voor massa-opslag.
De instellingen en bewerkingen die nodig zijn voorafgaand aan de aansluiting zijn niet voor alle externe apparaten die u gebruikt, hetzelfde. Zie voor nadere bijzonderheden de bedieningsinstructies van het externe apparaat. (In het geval van een digitale camera van het type Sony Cyber-shot, bijvoorbeeld, selecteert u de stand "Normal" of de stand "Mass Storage" voor "USB Connect". )
2
Sluit de printer aan op de netspanning (pagina 12).
3
Druk op de 1 (aan/standby) schakelaar om de printer aan te zetten.
4
Sluit een extern apparaat zoals een USB-geheugen aan op de PictBridge/ EXT INTERFACE van de printer.
Gebruik de USB-kabel die bij de printer, uw digitale camera of het externe apparaat is meegeleverd. U kunt dan Direct Afdrukken uitvoeren.
Als u de printer aansluit op een digitale fotolijst, kunt u afbeeldingen afdrukken die zijn opgeslagen in één van de bestandsindelingen die de printer ondersteunt (pagina 86), uit het interne geheugen van de fotolijst.
Opmerking
U kunt geen RAW-bestand afdrukken of bestanden die zijn opgeslagen op een geheugenkaart die in de fotolijst is geplaatst.
Naar PictBridge/EXT INTERFACE­aansluiting
Digitale fotolijst
Naar USB­aansluiting
Naar PictBridge/EXT INTERFACE-aansluiting
Extern apparaat zoals een USB-geheugen
Opmerkingen
• Als u een USB-kabel gebruikt die in de handel verkrijgbaar is, gebruik dan een USB-kabel van het A-TYPE (connectortype aan de printerzijde) die korter is dan 3 m.
• Wanneer het toegangslampje van het externe apparaat knippert, schakel dan nooit de printer of een extern apparaat uit en koppel het externe apparaat ook niet af. De gegevens die zich op het externe apparaat bevinden, kunnen beschadigd raken. Wij kunnen geen schadevergoeding toekennen in het geval van verlies van gegevens of beschadiging.
• U kunt geen USB-hub of een USB-apparaat uitgerust met een USB-hub gebruiken.
• Gecodeerde of gecomprimeerde gegevens door middel van vingerafdrukherkenning of wachtwoorden kunnen niet worden gebruikt.
50
NL
Page 51

Afdrukken vanaf een PictBridge digitale camera

5 Druk een afbeelding af door de

Afdrukken vanaf een PictBridge digitale camera

U kunt een digitale camera gebruiken die geschikt is voor PictBridge en een afbeelding direct vanaf uw camera afdrukken.
Wanneer u afdrukt vanaf een PictBridge/EXT INTERFACE-aansluiting, let er dan wel op dat u op voorhand de geheugenkaart(en), uw computer en een televisie van de printer moet afkoppelen.
digitale camera te bedienen.
De printer ondersteunt de volgende afdrukken:
• Afdruk met een enkele afbeelding
• Afdruk met alle afbeeldingen
• Indexafdruk
• DPOF-afdruk
• Randen/Afdrukken zonder rand
• Datumafdruk
• Lay-outafdruk (2/4 afb.)
Naar PictBridge/EXT INTERFACE­aansluiting
1 Breng uw digitale camera in
gereedheid voor het afdrukken met een printer die geschikt is voor PictBridge.
De vereiste instellingen en bewerkingen die voorafgaand aan de aansluiting moeten zijn uitgevoerd, verschillen afhankelijk van de digitale camera. Zie voor nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van uw digitale camera. (In het geval van een digitale camera van het type Sony Cyber-shot, bijvoorbeeld, selecteert u de stand "PictBridge" voor "USB Connect".)
Camera of ander PictBridge-geschikt apparaat
Naar USB-aansluiting
2 Sluit de printer aan op de
netspanning (pagina 12).
Afdrukken vanaf een PictBridge digitale camera
3 Druk op de 1 (aan/standby)
schakelaar om de printer aan te zetten.
4 Sluit de voor PictBridge geschikte
digitale camera aan op de PictBridge/EXT INTERFACE­aansluiting van de printer.
Wanneer u een voor PictBridge geschikte digitale camera aansluit op de printer, wordt "PictBridge" weergegeven op het LCD-scherm van de printer.
Vervolg
51
NL
Page 52
Opmerkingen
• Als u een inktlint vervangt terwijl de printer is aangesloten op een digitale camera die geschikt is voor PictBridge, kan het zijn dat een afbeelding niet goed wordt afgedrukt. Als dit gebeurt, verbreek de aansluiting van de digitale camera dan en breng de aansluiting weer tot stand.
• Wanneer u afdrukt vanaf een digitale camera die geschikt is voor PictBridge, wordt een afbeelding afgedrukt volgens de instellingen van het menu Afdrukinstelling van de printer. Wanneer u Datumafdruk of opties voor afdrukken met Randen/Geen rand afdrukken instelt met uw digitale camera, hebben de instellingen van de digitale camera prioriteit. Als u "Geen rand" selecteert met de printer en "Randen" met uw camera, wordt "Patroon 1" gebruikt voor het afdrukken.
• Zelfs wanneer u "Datum/Tijd" selecteert voor het instellen van Datumafdruk kan het zijn dat de tijd niet wordt afgedrukt in overeenstemming met de digitale camera die u gebruikt.
• Raadpleeg voor foutmeldingen die worden weergegeven op uw digitale camera de gebruiksaanwijzing van uw digitale camera.
• U kunt geen USB-hub of een digitale camera met een USB-hub gebruiken.
52
NL
Page 53

Afdrukken vanaf een apparaat dat geschikt is voor Bluetooth

Geschikte bestandsindelingen voor

Afdrukken vanaf een apparaat dat geschikt is voor Bluetooth

Door een Sony DPPA-BT1 Bluetooth USB­adapter (wordt apart verkocht) op de PictBridge/EXT INTERFACE-aansluiting van uw printer aan te sluiten kunt u een afbeelding afdrukken vanaf iedere mobiele telefoon, digitale camera of andere apparatuur die geschikt is voor Bluetooth.
Opmerkingen
• Gebruik de DPPA-BT1 niet buiten het gebied van aankoop. In bepaalde gebieden bent u mogelijk in overtreding van de voorschriften voor radiofrequentie als u de adapter gebruikt en kunt u een boete opgelegd krijgen.
• In sommige regio's wordt de Sony DPPA-BT1 Bluetooth USB-adapter niet verkocht.

Profielen die geschikt zijn voor Bluetooth-communicatie

De DPP-FP97-adapter ondersteunt de volgende profielen:
• BIP (Basic Imaging Profile) Image Push Responder
• OPP (Object Push Profile) Object Push Server
Raadpleeg, als u wilt weten welke profielen uw Bluetooth-apparaat ondersteunt, de bijbehorende handleiding.
Wat is een "Profiel"?
Een profiel bestaat uit de standaarden waarmee draadloze communicatie via Bluetooth mogelijk is. Er zijn verschillende profielen beschikbaar, afhankelijk van het product en de doelen waarvoor het wordt gebruikt. Bluetooth-communicatie is alleen mogelijk als de apparaten die met elkaar communiceren hetzelfde profiel ondersteunen.
afbeeldingen die afgedrukt kunnen worden
Zie pagina 86.
Maximaal aantal pixels dat kan worden gehanteerd
Zie pagina 86.
• Als de bestandsgrootte van een afbeelding de 5 MB overschrijdt, kan de afbeelding niet worden verzonden of het miniatuur van de afbeelding wordt verzonden.

Voorbereidingen: DPPA-BT1 verbinden

Voordat u een afbeelding kan verzenden of afdrukken, dient u de volgende voorbereidingen te treffen:
1 Sluit de printer aan op de
netspanning.(pagina 12)
2 Druk op de 1 (aan/standby)
schakelaar om de printer aan te zetten.
3 Steek de Bluetooth-adapter in de
PictBridge/EXT INTERFACE­aansluiting van uw printer.
Het Bluetooth-afdrukmodusvenster wordt weergegeven. Linksboven in het scherm wordt weergegeven.
Opmerking
Als een ander apparaat dan de Bluetooth­adapter, zoals een geheugenkaart, camera, PC of ander USB-geheugen of een USB-kabel is aangesloten op een van de sleuven voor geheugenkaarten, de PictBridge/EXT INTERFACE-aansluiting of de USB­aansluiting van uw printer, verbreek dan de aansluiting daarvan met de printer en sluit daarna de Bluetooth-adapter aan.
Afdrukken vanaf een apparaat dat geschikt is voor Bluetooth
53
NL
Page 54

Afdrukken

Druk af vanaf de voor Bluetooth geschikte mobiele telefoon of vanaf een ander apparaat.
Raadpleeg voor de procedures voor het afdrukken de handleiding van het Bluetooth­apparaat dat u gebruikt.
Selecteer "Sony DPP-FP97 ##" als u de printer wilt selecteren vanaf een apparaat dat geschikt is voor Bluetooth. ("##" staat voor de twee cijfers vanaf de rechterkant van het adres weergegeven in het LCD-scherm.)
Wanneer een invoer van een wachtwoord* wordt gevraagd
Voer "0000" in. U kunt met de printer het wachtwoord niet wijzigen.
* Een wachtwoord wordt vaak "toegangssleutel" of
"Pincode" genoemd.

Een afbeelding overzetten op een geheugenkaart

1 Plaats een geheugenkaart in de
juiste geheugenkaartsleuf van de printer.
Plaats een geheugenkaart waarop u alleen een afbeelding wilt opslaan voor overzetten.
Het Bluetooth opslagmodusvenster wordt weergegeven. Linksboven in het scherm wordt weergegeven.
2 Een afbeelding overzetten van de
Bluetooth-geschikte mobiele telefoon of ander apparaat.
Voer vergelijkbare procedures uit als u een afbeelding afdrukt. Zie voor nadere gegevens de gebruiksaanwijzing van het voor Bluetooth geschikte apparaat dat u gebruikt.
Het verzonden beeld wordt opgeslagen op de geheugenkaart.
Opmerkingen
• U kunt geen afbeelding in het interne geheugen
van een digitale fotoprinter overzetten.
• Gebruik de
aankoop. In bepaalde gebieden bent u, als u dit product gebruikt, mogelijk in overtreding van de voorschriften voor radiofrequentie en kunt u een boete opgelegd krijgen.
• De communicatieafstand van het product kan
variëren afhankelijk van de obstakels (een menselijk lichaam, een metalen voorwerp of een muur) tussen het product en de mobiele telefoon of ander apparaat.
• De gevoeligheid van de Bluetooth-communicatie
kan onder de volgende omstandigheden worden beïnvloed:
– Wanneer er een obstakel staat tussen het product
– Waar een draadloze LAN is aangelegd of een
• Aangezien een Bluetooth-apparaat en een
draadloze LAN (IEEE802.11b/g) in hetzelfde frequentiebereik zitten, kunnen zich storingen voordoen wanneer het product wordt gebruikt bij een apparaat dat is uitgerust met een draadloze LAN. Het kan zijn dat de communicatiesnelheid en de kwaliteit van de verbinding hierdoor nadelig worden beïnvloed. Neem de volgende maatregelen als dit zich voordoet:
– Houd een afstand aan van ten minste 10 m tot
– Zet het draadloze LAN uit als u het product op
DPPA-BT1 niet buiten het gebied van
en de mobiele telefoon of ander product, zoals een menselijk lichaam een metalen voorwerp of een muur.
magnetron dichtbij wordt gebruikt, of waar een andere elektromagnetische golven wordt uitgezonden.
een draadloze LAN wanneer u een verbinding tot stand brengt tussen het product en de mobiele telefoon.
een afstand van minder dan 10 m van een draadloos LAN-apparaat gebruikt.
54
NL
Page 55
• Het is niet zo dat dit product gegarandeerd goed werkt met alle apparaten die zijn uitgerust met draadloze Bluetooth-technologie.
• Sony is niet verantwoordelijk voor het eventueel lekken van informatie veroorzaakt door de Bluetooth-gegevensuitwisseling.
• Sony accepteert geen aansprakelijkheid als niet aan de veiligheidseisen wordt voldaan, als deze fouten zijn veroorzaakt door niet aanbevolen wijzigingen of gebruik van het product.
PVoorzichtigheid
• Radiogolven van een Bluetooth-apparaat kunnen de werking van elektrische en medische apparaten nadelig beïnvloeden en kunnen leiden tot ongelukken die het gevolg zijn van storingen. Het is belangrijk dat u het product en de mobiele telefoon uitzet en dit product niet gebruikt op de volgende plaatsen:
– In medische voorzieningen en ziekenhuizen,
treinen, vliegtuigen, tankstations of andere plaatsen waar ontvlambaar gas vrij kan komen.
– In de buurt van automatische deuren of
brandalarmen of andere automatisch bestuurde apparaten.
• Houd dit product ten minste 22 cm verwijderd van pacemakers. Radiogolven die door dit product worden uitgezonden, kunnen de werking van pacemakers nadelig beïnvloeden.
• Haal dit product niet uit elkaar en breng er geen wijzigingen in aan. Als u dat doet, loopt u het risico van een elektrische schok of het risico dat er brand ontstaat.
Afdrukken vanaf een apparaat dat geschikt is voor Bluetooth
55
NL
Page 56

Afdrukken vanaf een PC

Afdrukken vanaf een PC

U kunt de afbeeldingen afdrukken vanaf een PC als u de geleverde software op uw PC installeert en een verbinding met de printer tot stand brengt.
In dit hoofdstuk vindt u uitleg bij het installeren van de geleverde software op uw PC en bij het gebruik van de PMB (Picture Motion Browser)-software voor het afdrukken van een afbeelding.
Raadpleeg ook de bedieningsinstructies die bij uw PC zijn meegeleverd voor informatie over de bediening van de PC.
U hoeft de software alleen te installeren wanneer u de printer voor de eerste keer op de PC aansluit.
Op de geleverde CD-ROM
Op de geleverde CD-ROM staat de volgende software:
• Printerstuurprogramma voor de DPP-FP97:
De software beschrijft de eisen die de printer stelt en maakt het afdrukken vanaf de PC mogelijk.
• PMB (Picture Motion Browser): Sony’s
oorspronkelijke softwareapplicatie die het u mogelijk maakt foto's en bewegende beelden te bewerken—dit omvat het vastleggen, beheren, verwerken en afdrukken.

De software installeren

Systeemvereisten

U kunt het geleverde printerstuurprogramma en PMB alleen gebruiken als uw PC aan de volgende vereisten voldoet:
Besturings­systeem voor printerstuur­programma
Besturings­systeem voor PMB
CPU: Pentium III 500 MHz of sneller
RAM: 256 MB of meer (512 MB of meer
Ruimte op de harde schijf:
Schermin­stelling:
Aansluiting:
Microsoft Windows Vista SP1 / Windows XP SP3/ Windows 2000 Professional SP4
*1
:
Microsoft Windows Vista SP1 Windows XP SP3
*2
*1
:
*2
*3
*4
Deze printer werkt niet onder Windows 2000 Professional SP2 of ouder en Windows Me of ouder. Deze printer werkt niet op Macintosh.
PMB kan niet worden geïnstalleerd op Windows 2000 of ouder. PMB werkt niet op Macintosh.
PMB werkt in een 32-bit compatibiliteitsstand op een 64-bit besturingssysteem.
64-bit edities en start (Editie) worden niet ondersteund.
*4
(Pentium III 800 MHz of sneller wordt aanbevolen.)
wordt aanbevolen.)
500 MB of meer (Afhankelijk van de Windows-versie die u gebruikt zal meer ruimte nodig zijn. Voor het bewerken van afbeeldingsgegevens zult u nog extra ruimte op de harde schijf nodig hebben.)
Schermresolutie: 1 024 × 768 pixels of meer
Schermkleuren: Hoge Kleuren (16­bit) of meer
USB-aansluiting
*3
/
56
NL
Page 57
Station: CD-ROM station (te gebruiken
voor software-installatie)

Het printerstuurprogramma installeren

Opmerkingen
• Als u een hub gebruikt voor de aansluiting tussen de printer en uw PC, of als u twee of meer USB­apparaten, waaronder andere printers, aansluit op uw PC, kunnen er storingen optreden. Als deze zich voordoen, breng dan de aansluiting tussen uw PC en de printer op eenvoudiger wijze tot stand.
• U kunt de printer niet bedienen vanaf een ander USB-apparaat dat tegelijkertijd wordt gebruikt.
• Haal de USB-kabel niet los van de printer en sluit de kabel niet aan op de printer terwijl er gegevenscommunicatie plaatsvindt of afdrukken worden gemaakt. Mogelijk zal de printer dan niet goed werken.
• De printer ondersteunt geen standby, slaap- en diepe slaap-standen en het opnieuw starten vanaf die standen. Laat de PC waarop de printer is aangesloten niet naar één van die standen schakelen tijdens het afdrukken. Als dat gebeurt, zal het afdrukken mogelijk niet goed verlopen.
• Als het afdrukken mislukt is, ontkoppel dan een USB-kabel en sluit die weer aan of start uw computer opnieuw op. Probeer het afdrukken vervolgens opnieuw.
• Wij kunnen niet garanderen dat bewerkingen op alle PC’s goed verlopen, ook al wordt aan de systeemvereisten voldaan of worden deze overschreden.
• PMB ondersteunt DirectX-technologie en het kan nodig zijn DirectX te installeren. DirectX is beschikbaar op de CD-ROM.
• Als de PMB wordt geïnstalleerd op een PC waarop de Cyber-shot Viewer al is geïnstalleerd, wordt de Cyber-shot Viewer overschreven en vervangen door de PMB. De bladermappen die voorheen waren geïnstalleerd in de Cyber-shot Viewer, worden automatisch geregistreerd in de PMB. Wanneer u de PMB gebruikt, kunt u de mappen gemakkelijker bekijken dan wanneer u de Cyber­shot Viewer gebruikt, omdat de geregistreerde mappen per groep worden weergegeven, wanneer u mappen bekijkt. De PMB biedt krachtiger bewerkingsfuncties, zoals een verbeterde rode­ogencorrectie en een nieuw toegevoegde tint­curveaanpassing. U kunt de software ook gebruiken om gegevens te schrijven op een externe geheugenkaart.
Volg onderstaande procedures voor het installeren van het printerstuurprogramma.
Opmerkingen
• Sluit de printer niet aan op de PC, voordat u het printerstuurprogramma installeert.
• Log in op Windows met een "Beheerder van deze computer"-gebruikers-account.
• Het is belangrijk dat u alle actieve programma's afsluit voordat u de software installeert.
• De weergegeven dialoogvensters in dit hoofdstuk zijn van Windows Vista, tenzij anders wordt vermeld. De installatieprocedures en de dialoogvensters die worden getoond, variëren afhankelijk van het besturingsprogramma.
1 Zet uw PC aan, start Windows, en
leg de geleverde CD-ROM in het CD-ROM-station van uw PC.
Het installatievenster wordt weergegeven.
Afdrukken vanaf een PC
Opmerkingen
• Als het installatievenster niet automatisch wordt weergegeven, dubbelklikt u op de "Setup.exe" van de CD-ROM.
• In Windows Vista, kan het AutoPlay­venster verschijnen. Ook als dit gebeurt, selecteert u "Setup.exe" uitvoering en installeert u het stuurprogramma volgens de instructies op het scherm.
Vervolg
57
NL
Page 58
2 Klik op "Bezig met installeren van
printerstuurprogramma".
Het dialoogvenster "InstallShield Wizard" wordt weergegeven.
3 Klik op "Volgende".
Het dialoogvenster voor de licentieovereenkomst wordt weergegeven.
4 Lees de overeenkomst aandachtig
door en vink, als u ermee instemt, "Ik ga akkoord met deze overeekomst" aan en klik op "Volgende".
5 Klik op "Installeren".
De installatie wordt gestart.
Naar USB­aansluiting
Windows PC
Opmerking
Als u een USB-kabel gebruikt die in de handel verkrijgbaar is, gebruik dan een USB-kabel van het B-TYPE (connectortype aan de printerzijde) die korter is dan 3 m.
Naar USB-aansluiting
9 Wacht even en controleer
vervolgens of "Sony DPP-FP97" is toegevoegd aan de "Printers" of "Printers en faxapparaten".
6 Wanneer het dialoogvenster "Het
printerstuurprogramma Sony DPP­FP97 is geïnstalleerd." wordt weergegeven, klikt u op "Voltooien".
7 Druk op de 1 (aan/standby)
schakelaar om de printer aan te zetten.
8 Breng de aansluiting tot stand
tussen de USB-aansluitingen van de printer en van uw PC met de meegeleverde of een in de handel verkrijgbare USB-kabel.
NL
58
10 Wanneer de installatie is voltooid,
verwijdert u de CD-ROM uit uw PC en bergt u de CD-ROM op zodat u deze ook later nog kunt gebruiken.
Als u verder wilt gaan met het installeren van de PMB-software, volgt u de procedures vanaf stap 2 op pagina 60.
Page 59
Opmerkingen
• Als de installatie mislukt, verbreek dan de aansluiting van de printer met uw PC, start uw PC opnieuw op en voer de installatieprocedure vanaf stap 1 opnieuw uit.
• Na de installatie is de "Sony DPP-FP97" nog niet ingesteld als de standaardprinter. Stel voor iedere applicatie de printer in die u gebruikt.
• Als u het printerstuurprogramma deïnstalleert of opnieuw installeert, hebt u de CD-ROM nodig. Bewaar het voor mogelijk toekomstig gebruik.
• Lees, voordat u de printer gebruikt, het bestand Readme.txt door (de map README van de CD-ROM c Dutch map c Readme.txt).
Wanneer de software is geïnstalleerd
Het pictogram wordt weergegeven op het bureaublad van Windows evenals een snelkoppeling naar de website zodat u zich als gebruiker van de printer kunt registreren. Nadat u klaar bent met de registratie, kunt u informatie over ondersteuning vinden op: http:/ /www.sony.net/registration/di/
Het printerstuurprogramma deïnstalleren
Wanneer het printerstuurprogramma niet meer nodig is, ga dan als volgt te werk om het te verwijderen:
1Koppel de USB-kabel los tussen de printer
en de PC.
2Plaats de bijgeleverde CD-ROM in het
CD-ROM-station van uw PC. Het installatievenster wordt weergegeven.
Opmerking
Als het installatievenster niet automatisch wordt weergegeven, dubbelklikt u op de "Setup.exe" van de CD-ROM.
Klik op "Bezig met installeren van
3
printerstuurprogramma". Het dialoogvenster "InstallShield Wizard" wordt weergegeven.
4Klik op "Volgende".
Het dialoogvenster voor de licentieovereenkomst wordt weergegeven.
5Lees de overeenkomst aandachtig door en
vink, als u ermee instemt, "Ik ga akkoord met deze overeekomst" aan en klik op "Volgende".
Het dialoogvenster voor de bevestiging dat wordt gebruikt voor het verwijderen van de software, wordt weergegeven.
6Klik op "Ja".
Het dialoogvenster voor bevestiging dat wordt gebruikt voor het opnieuw starten, wordt weergegeven.
7Vink "Ja, ik wil mijn computer nu opnieuw
opstarten." aan en klik op "OK". Wanneer u de computer opnieuw opstart, worden de relevante bestanden verwijderd en wordt het deïnstalleren voltooid.

Installeren van de PMB (Picture Motion Browser)

Volg onderstaande procedures voor het installeren van de PMB.
Opmerkingen
• Log in op Windows met een "Computerbeheerder"-gebruikers-account.
• Het is belangrijk dat u alle actieve programma's afsluit voordat u de software installeert.
Als u al één of meer versies van PMB op uw computer hebt geïnstalleerd, controleer dan welke versie van PMB is geïnstalleerd. (Klik op [Help] op de menubalk van de PMB en selecteer [Over PMB]. De versie-informatie wordt weergegeven.)
Vergelijk het versienummer van de geleverde CD-ROM met dat van de eerder geïnstalleerde PMB; controleer dat de versies in de juiste volgorde zijn geïnstalleerd, eerst de oude en daarna de nieuwe. Wanneer er op de computer die u gebruikt al een nieuwe versie van PMB is geïnstalleerd, deïnstalleer deze versie dan eerst, en installeer beide versies opnieuw, te beginnen bij de oudste. Als u de nieuwe versie eerst installeert, zullen sommige functies van PMB mogelijk niet goed werken.
1 Zet uw PC aan, start Windows, en
leg de geleverde CD-ROM in het CD-ROM-station van uw PC.
Het installatievenster wordt weergegeven (pagina 57).
Vervolg
59
Afdrukken vanaf een PC
NL
Page 60
2 Klik op "Bezig met installeren van
PMB (PictureMotionBrowser)".
Het dialoogvenster "Taal voor de installatie kiezen" wordt weergegeven.
3 Wanneer u uw taal hebt
geselecteerd en op "Volgende" klikt, wordt het dialoogvenster voor de licentieovereenkomst weergegeven.
4 Lees de overeenkomst aandachtig
door en vink, als u ermee instemt, "Ik ga akkoord met de voorwaarden van de licentieovereenkomst" aan en klik op "Volgende".
Wanneer u op "Volgende" in het dialoogvenster voor de licentieovereenkomst hebt geklikt, wordt het dialoogvenster weergegeven waarin u wordt gemeld dat het programma klaar is om te worden geïnstalleerd.
5 Klik op "Installeren" en vervolg de
installatie door de instructies op het scherm te volgen.
Volg, wanneer u wordt gevraagd uw PC opnieuw te starten, de weergegeven instructies en start uw PC opnieuw op.
6 Wanneer de installatie is voltooid,
verwijdert u de CD-ROM uit uw PC en bergt u de CD-ROM op zodat u deze ook later nog kunt gebruiken.
Opmerkingen
• Voer, als de installatie niet lukt, de installatieprocedures vanaf stap 2 opnieuw uit.
• Als u de PMB deïnstalleert of opnieuw installeert, hebt u de geleverde CD-ROM nodig. Bewaar de CD-ROM goed zodat u deze later nog kunt gebruiken.
Deïnstalleren van de PMB
Verwijder deze software als volgt van uw PC, als u deze niet langer meer nodig hebt:
1Klik op "Start" - "Configuratiescherm".
Het Configuratiescherm wordt weergegeven.
2Klik op "Een programma verwijderen".
Afhankelijk van het besturingssysteem zal het "Programma's en onderdelen" of "Software" worden genoemd.
3Selecteer "Sony Picture Utility" aan en klik
op "Wijzigen/Verwijderen". Het deïnstallatieproces van de software wordt gestart.

Foto's afdrukken vanaf de PMB (Picture Motion Browser)

U kunt met behulp van de PMB vanaf uw PC een afbeelding afdrukken op P size afdrukpapier.
1 Start het PMB-venster en gebruik
daarvoor één van de volgende methoden:
• Dubbelklik op (PMB) op het bureaublad van Windows.
• Klik op "Start" - "Alle programma’s" ­"Sony Picture Utility" - "PMB".
Wanneer u de PMB voor het eerst start, wordt het dialoogvenster voor het registreren van een bekeken map weergegeven. Klik, als er al afbeeldingen zijn opgeslagen in de map "Afbeeldingen", op "Nu registreren".
Als u afbeeldingen hebt opgeslagen in een andere folder dan "Afbeeldingen", klik dan op "Later". Zie "Een bladermap registreren" op pagina 64.
Tip
In Windows XP, lees "Afbeeldingen" als "Mijn afbeeldingen".
Zo gaat u naar de map "Afbeeldingen"
Klik op "Start"-"Afbeeldingen" in de taakbalk.
2 Klik op "Start".
Het hoofdvenster van de PMB wordt weergegeven.
Wanneer u PMB voor de tweede maal opstart, kunt u stap 2 overslaan.
60
NL
Page 61
In het hoofdvenster zijn de volgende twee weergaven mogelijk. U kunt een andere weergave kiezen door op het tabblad "Mappen" of "Kalender" in het rechterkader te klikken.
• "Mappen"-weergave
De afbeeldingen worden geordend in de geregistreerde mappen en worden weergegeven als miniaturen.
• "Kalender"-weergave
De afbeeldingen worden geordend op opnamedatum en worden weergegeven als miniaturen op de datums van de kalender. In de weergave "Kalender" kunt u de weergave kiezen op jaar, op
maand of op uur. In dit hoofdstuk worden vensters met "Mappen"-weergave gebruikt als voorbeelden.
3 Klik op de map die de foto's bevat
die u wilt afdrukken.
Als voorbeeld wordt de "Sample"-map geselecteerd in de volgende uitleg.
4 Selecteer de foto's die u wilt
afdrukken en klik op (afdrukken).
Het dialoogvenster Afdrukken wordt weergegeven.
5 Selecteer in de keuzelijst "Printer"
"Sony DPP-FP97". Ga naar stap 6 als u de papierstand of andere afdrukopties wilt instellen. Om af te drukken, ga naar stap 11.
Items Functies
Printer Selecteer de printer die u
Papierfor­maat
Afdrukop­ties
Eigen­schappen
gebruikt: "Sony DPP-FP97" Klik op "Eigenschappen" als u
het formaat wilt wijzigen. Let op: In sommige regio's wordt L size afdrukpapier niet verkocht.
• Afbeelding inzoomen totdat afdrukgebied gevuld is: Als u dit hebt aangevinkt, wordt een afbeelding over het gehele afdrukgebied van het papier afgedrukt. Mogelijk wordt er een rand van de foto afgesneden. Als u dit niet hebt aangevinkt, wordt een afbeelding volledig zonder bijsnijdingen afgedrukt.
• Opnamedatum afdrukken: Als u dit hebt aangevinkt, wordt een afbeelding met de datum van de opname afgedrukt als de afbeelding een bestand is dat is opgenomen in de DCF­indeling (DCF-Design rule for Camera File system).
Geeft papierformaat, oriëntatie, beeldkwaliteit en andere bijzonderheden op.
Afdrukken vanaf een PC
Vervolg
61
NL
Page 62
6 Klik op "Eigenschappen" als u de
papierstand of andere afdrukopties wilt instellen.
Het dialoogvenster "Eigenschappen" van de geselecteerde printer wordt weergegeven. Het printerstuurprogramma van de printer gebruikt de Universal Printer Driver, een door Microsoft veel gebruikt printerstuurprogramma. In de dialoogvensters staan enkele onderdelen die niet in deze printer worden gebruikt.
7 In het tabblad "Indeling" geeft u de
oriëntatie van het papier op of andere opties.
Items Functies
Afdrukstand Selecteer de oriëntatie van een
Paginavolg­orde
Pagina’s per vel
Geavanceerd
afbeelding wanneer deze wordt afgedrukt:
•Staand
• Liggend Selecteer de volgorde van de
pagina's wanneer deze worden afgedrukt:
• Vooraan beginnen
• Achteraan beginnen Geef het aantal kopieën per vel
op dat wordt afgedrukt. Selecteer "1".
Geeft het papierformaat op of andere opties.
8 Klik op "Geavanceerd".
Het dialoogvenster "Geavanceerde opties voor Sony DPP-FP97" wordt weergegeven.
Items Functies
Papier/ uitvoer
Grafisch ­Image Color Manage­ment
• Papierformaat: Selecteer in de keuzelijst het papierformaat dat u werkelijk gebruikt voor het afdrukken: P size/L size Let op: In sommige regio's wordt L size afdrukpapier niet verkocht.
• Aantal afdrukken: Geef het aantal kopieën op dat wordt afgedrukt.
• ICM-methode: De printer ondersteunt niet de instellingen van de ICM­methode. Zelfs als u een andere optie selecteert dan "ICM uitgeschakeld", zullen de afdrukresultaten de instelling niet weergeven. Laat de optie zoals deze is ingesteld.
• ICM-opzet: De printer ondersteunt niet de ICM Intent-instellingen. Laat de optie zoals deze is ingesteld.
62
NL
Page 63
Items Functies
Documen­topties
Printerfunc­ties
• Geavanceerde printerfuncties: Selecteer "Ingeschakeld" als u de geavanceerde afdrukopties wilt inschakelen, zoals "Paginavolgorde". Schakel deze functie uit als er zich problemen met de compatibiliteit voordoen.
• Kleurenafdrukmodus: Selecteer "Ware kleuren (24 bpp)" als u in kleur wilt afdrukken. Selecteer "Monochroom" als u in monochroom wilt afdrukken.
• Afdrukken zonder rand: Selecteer "ON" als u een afbeelding zonder randen wilt afdrukken. Selecteer "OFF" als u met randen wilt afdrukken. Afhankelijk van de applicatie-software wordt een afbeelding met randen afgedrukt, ook als "ON" is geselecteerd. Stel een afbeelding die u wilt afdrukken volledig in binnen het afdrukbereik.
• Auto Fine Print6: Kies uit "Foto", "Levendig" of "OFF ". Wanneer u "Foto" of "Levendig" selecteert, selecteer dan "ICM uitgeschakeld" voor "ICM­methode". Er wordt niet zoals bij Direct Afdrukken vanaf een geheugenkaart, gebruik gemaakt van Exif-gegevens.
• Auto Touch-up: Selecteer "ON" of "OFF". Wanneer u "ON" select eert, selecteer dan "ICM uitgeschakeld" voor "ICM-methode". Er wordt niet zoals bij Direct Afdrukken vanaf een geheugenkaart, gebruik gemaakt van Exif-gegevens. Zie voor nadere bijzonderheden pagina 22.
• Kleurinstelling: U kunt R (rood), G (groen), B (blauw) en de instellingen voor de scherpte wijzigen. Zie voor nadere bijzonderheden pagina 44.
9 In het tabblad "Papier/Kwaliteit"
geeft u de kleur of papierbron op.
Items Functies
Ladeselectie
Kleur Selecteer "Kleur" als u in kleur
Geavanceerd
Selecteer uit de "Papierinvoer" vervolgkeuzelijst "Automatisch selecteren".
wilt afdrukken. Selecteer "Zwart-wit" als u in monochroom wilt afdrukken.
Het dialoogvenster "Geavanceerde opties voor Sony DPP-FP97" wordt weergegeven. (pagina 62) Zie voor nadere bijzonderheden stap 8.
10 Klik op "OK".
Het dialoogvenster "Afdrukken" wordt weer weergegeven.
11 Klik op "Afdrukken".
Het afdrukken wordt gestart. Zie voor de nadere bijzonderheden over de eigenschappen van de PMB de PMB Help.
Opmerking
U kunt geen bestand van bewegende beelden of bestanden van RAW-gegevens afdrukken.
Vervolg
63
Afdrukken vanaf een PC
NL
Page 64
Tips
• Klik als u een reeks stilstaande beelden in het afbeeldingsgebied van het hoofdvenster wilt selecteren, op de eerste afbeelding van de reeks en klik daarna op de laatste afbeelding terwijl u de Shift-toets ingedrukt houdt. U kunt meerdere stilstaande beelden die geen reeks vormen, selecteren door één voor één op de afbeeldingen te klikken terwijl u de Ctrl-toets ingedrukt houdt.
• U kunt ook afdrukken vanuit een afdrukvoorbeeld van een afbeelding.
• Ga als volgt te werk als u het afdrukken wilt annuleren.
1Dubbelklik op het printer-pictogram op de
taakbalk en open het dialoogvenster "Afdrukken".
2Klik op de naam van het document waarvan u
het afdrukken wilt annuleren en klik daarna op "Annuleren" in het menu "Document". Het dialoogvenster dat wordt gebruikt voor de bevestiging van het verwijderen, wordt weergegeven.
3Klik op "Ja".
De afdruktaak wordt geannuleerd.
Opmerking
Wanneer u een afdruktaak annuleert, verwijder dan niet de taak die wordt afgedrukt. Als u dat doet, zou dat een papierstoring tot gevolg kunnen hebben.

Een bladermap registreren

In PMB kunt u niet direct afbeeldingen weergeven die zijn opgeslagen op de harddisk van de PC. Eerst moet u de bladermap als volgt registreren:
1 Klik op "Bestand"-"Weergegeven
mappen registreren" of klik op .
Het dialoogvenster "Mappen registreren voor weergave" wordt weergegeven.
2 Selecteer de map die u wilt
registreren en klik op "Registreren".
Opmerking
U kunt niet het gehele station registreren.
Het dialoogvenster voor bevestiging van de registratie wordt weergegeven.
3 Klik op "Ja".
De registratie van de informatie van de afbeelding in de database wordt gestart.
4 Klik op "Sluiten".
Opmerkingen
• De map die u selecteert als bestemming van de geïmporteerde afbeeldingen wordt automatisch geregistreerd.
• U kunt de registratie van de map die u hier registreert, niet annuleren.
Een andere bladermap kiezen
Klik op "Extra" - "Instellingen" ­"Weergegeven mappen".
Tips
• Als er een submap staat in de bronmap, worden de afbeeldingen in de submap ook geregistreerd.
• Wanneer de software voor het eerst wordt gestart, wordt een melding getoond waarin u wordt gevraagd "Afbeeldingen" te registreren.
• Afhankelijk van het aantal afbeeldingen kan het registreren van afbeeldingen wel enkele tientallen minuten duren.
64
NL
Page 65

Afdrukken vanaf een in de handel verkrijgbare softwareapplicatie

U kunt met een in de handel verkrijgbare softwareapplicatie een afbeelding op de DPP­FP97 afdrukken. Selecteer "DPP-FP97" als printer in het afdruk-dialoogvenster en selecteer het papierformaat in het dialoogvenster voor de pagina-opmaak. Zie de stappen 5 en 7 op pagina 61 en 62 voor nadere bijzonderheden over de afdrukinstellingen.
Over de instelling "Afdrukken zonder rand" in "Printerfuncties"
Wanneer u een andere applicatie gebruikt dan de PMB, kan het zijn dat een afbeelding wordt afgedrukt met randen ook als u "ON" selecteert voor "Afdrukken zonder rand" in "Printerfuncties" van het dialoogvenster "Geavanceerde opties voor Sony DPP-FP97".
Wanneer u de randloze afdrukoptie selecteert, wordt de informatie van het afdrukbereik voor randloze afdrukken aangeboden aan de applicatie. Sommige applicaties zullen echter misschien de afbeelding rangschikken en afdrukken met randen binnen het opgegeven bereik.
Als dit gebeurt, kunt u een afbeelding afdrukken zonder randen door als volgt te werk te gaan:
• Wanneer u een afdrukbereik kunt instellen met een applicatie, stelt u een afbeelding die u wilt afdrukken volledig in binnen het beschikbare afdrukbereik. Bijvoorbeeld, als u afbeeldingen afdrukt met "Windows Fotogalerie" van Windows Vista, selecteert u "Fotoafdruk op volledige pagina" en vinkt u "Afbeelding aan lijst aanpassen" aan.
Instelling van de oriëntatie
Afhankelijk van de softwareapplicatie die u gebruikt zal de oriëntatie misschien niet
veranderen als u de instelling Portret of Landschap wijzigt.
Met de instelling Randen/Geen rand van het printerstuurprogramma
Wanneer de softwareapplicatie die u gebruikt, de instelling Randen/Geen rand heeft, adviseren wij dat u "ON" voor "Afdrukken zonder rand" selecteert in "Printerfuncties" van het dialoogvenster "Geavanceerde opties voor Sony DPP-FP97" als de instelling van het printerstuurprogramma.
Instelling aantal afdrukken
Afhankelijk van de softwareapplicatie die u gebruikt, kan de gebruikte instelling voor het aantal afdrukken prioriteit hebben over de instelling die is opgegeven in het dialoogvenster van het printerstuurprogramma.
Afdrukken vanaf een PC
65
NL
Page 66

Foutmeldingen

Als een foutmelding verschijnt

Als er zich een fout voordoet, kunnen de volgende foutmeldingen op het LCD-scherm verschijnen. Volg de procedures die worden gegeven in de oplossingen, als een foutmelding verschijnt. Vraag uw
Sony-leverancier advies, als dezelfde melding vaak verschijnt, ook als u de aanbevolen maatregelen hebt getroffen.
Geheugenkaarten en externe apparaat
Foutmeldingen Betekenis/Oplossingen
Geen afbeeldingsbest. c Er staan op de geheugenkaart of op een extern apparaat
geen bestanden van afbeeldingen die de printer kan verwerken. Sluit een geheugenkaart of apparaat aan waarop afbeeldingen staan die met de printer kunnen worden weergegeven.
Geen DPOF-bestand. c Er zijn geen bestanden van afbeeldingen met DPOF-
instelling op de geheugenkaart of op het externe apparaat. Geef het afdruk-merkteken (DPOF) op met uw camera.
Kan geen beveiligde afbeelding verwijderen.
U kunt geen DPOF-afbeelding verwijderen.
Beveiligd. Annuleer beveiliging en probeer het opnieuw.
De Memory Stick is vol. (Vergelijkbare meldingen voor een Intern geh., CompactFlash-kaart, SD­geheugenkaart, xD-Picture Card en extern apparaat.)
Er is een probleem met de Memory Stick. (Vergelijkbare meldingen voor een Intern geh., CompactFlash-kaart, SD­geheugenkaart, xD-Picture Card en extern apparaat.)
Schrijffout in Memory Stick. (Vergelijkbare meldingen voor een Intern geh., CompactFlash-kaart, SD­geheugenkaart, xD-Picture Card en extern apparaat.)
Formatteerfout Memory Stick.
c Als u een afbeelding die is beveiligd wilt verwijderen,
moet u de beveiliging ongedaan maken met uw camera.
c Annuleer het afdruk-merkteken (DPOF) op uw camera
als u een afbeelding met een DPOF-instelling wilt verwijderen.
c De "Memory Stick" is tegen schrijven beveiligd. Hef
de schrijfbeveiliging op.
c Er is geen vrije geheugenruimte op de geselecteerde
geheugenkaart, in het interne geheugen of op een extern apparaat. Verwijder afbeeldingen die u niet wilt bewaren of vervang die door een geheugenkaart of een extern apparaat met voldoende geheugenruimte.
c Misschien heeft zich een fout voorgedaan. Als deze
meldingen vaak verschijnen, controleer dan de status van de geheugenkaart of een extern apparaat met een ander apparaat. In het geval van het interne geheugen: formatteer het.
In het geval van een extern apparaat
Een extern apparaat zou tegen schrijven beveiligd kunnen zijn. Hef de instelling van de schrijfbeveiliging van het apparaat dat u gebruikt, op. Een intern geheugen van een digitale camera kan tegen schrijven zijn beveiligd.
66
NL
Page 67
Foutmeldingen Betekenis/Oplossingen
De Memory Stick is beveiligd. c Een beveiligde "Memory Stick" is ingezet. Als u de
afbeeldingen wilt opslaan of bewerken met de printer, hef dan de beveiliging op met het apparaat dat u gebruikt.
Externe apparaten en apparaten die geschikt zijn voor PictBridge
Foutmeldingen Betekenis/Oplossingen
Incompatibel USB-apparaat. Controleer USB-instelling.
Sluit geen USB-hubs meer aan. c Sluit het apparaat direct aan op de printer of gebruik
Schrijffout in extern apparaat. c Het externe apparaat zou tegen schrijven beveiligd
c Er is misschien een USB-apparaat aangesloten dat niet
door de printer wordt ondersteund. Of de USB­instellingen van het aangesloten apparaat zijn niet geschikt. Raadpleeg de bedieningsinstructies van het USB-apparaat dat u gebruikt.
een apparaat dat niet voorzien is van een USB-hub­functie.
kunnen zijn. Hef de instelling van de schrijfbeveiliging van het apparaat dat u gebruikt, op. Het intern geheugen van een digitale camera kan tegen schrijven zijn beveiligd.
Inktlint
Foutmeldingen Betekenis/Oplossingen
Geen inktlint. Plaats een P size inktlint en druk op [PRINT].
Einde inktlint. c Vervang het huidige inktlint door een nieuw inktlint. Einde inktlint. Plaats een P size inktlint
en druk op [PRINT]. Verkeerd type inktlint. Plaats een P size
inktlint en druk op [PRINT].
c Het inktlint is niet in de printer gezet. Zet het inktlint in
de printer. (.pagina 9) Als "reinigingscartridge" wordt weergegeven, zet dan de reinigingscartridge in. (.pagina 81)
(.pagina 9)
c Zet een inktlint in en leg afdrukpapier van het
weergegeven formaat in. (.pagina 9)
Foutmeldingen
Vervolg
67
NL
Page 68
Afdrukpapier
Foutmeldingen Betekenis/Oplossingen
Geen papierlade. Plaats een papierlade met P size printer papier en druk op [PRINT].
Geen afdrukpapier. Plaats afdrukpapier voor P Size en druk op [PRINT].
Reinigingsvel niet geplaatst. Plaats reinigingsvel en druk op [PRINT].
Verkeerd afdrukpapier. Plaats afdrukpapier voor P Size en druk op [PRINT].
Papierstoring. Verwijder afdrukpapier. c Papier is vastgelopen. Zie "In het geval van
c Er ligt geen afdrukpapier in de printer.
– De papierlade is niet in de printer gezet. – Het afdrukpapier is niet in de papierlade gelegd. – Het afdrukpapier is op. Leg in elk van de gevallen afdrukpapier in de lade en zet de papierlade in de printer. (.pagina 10)
c Er zit geen reinigingsvel in de papierlade. Leg het
reinigingsvel in de papierlade en zet de papierlade in de printer. (.pagina 81)
c Het afdrukpapier en het inktlint horen niet bij elkaar.
Controleer het formaat van het inktlint dat in de printer is gezet en stel het afdrukpapier in op een overeenkomstig formaat. (.pagina's 9, 10)
papierstoringen" (.pagina 80) en verwijder vastgelopen papier uit de printer. Neem contact op met het Sony-servicecentrum als u het vastgelopen papier niet kunt verwijderen.
68
NL
Page 69

Oplossen van problemen

Als er problemen zijn

Volg, als u op problemen stuit bij het gebruik van de printer, de volgende aanwijzingen voor het oplossen daarvan.
Vraag advies aan uw Sony-dealer als het probleem blijft bestaan. Sony kan met het doel vast te stellen welke fouten zich voordoen en deze te evalueren en te
verbeteren de gegevens in het interne geheugen controleren binnen een zo klein mogelijk bereik. Wees ervan overtuigd dat wij de inhoud of de gegevens niet kopiëren of opslaan.
Netspanning
Symptoom Controle Oorzaak/Oplossing
De 1 (aan/ standby)­schakelaar werkt niet.
Afbeeldingen weergeven
Symptoom Controle Oorzaak/Oplossing
Het LCD-scherm geeft geen afbeeldingen meer.
Er verschijnen geen afbeeldingen op het LCD­scherm en ook niet op het scherm van het TV-toestel.
• Is het netsnoer goed aangesloten?
• Is de geheugenkaart goed ingezet en het externe apparaat goed aangesloten?
• Staan er op de geheugenkaart, in het interne geheugen en op een extern apparaat afbeeldingen die zijn vastgelegd met een digitale camera of een ander apparaat?
• Is de bestandsindeling geschikt voor de DCF?
• Is de selectieschakelaar voor het ingangssignaal van het TV-toestel ingesteld op de printer?
c Steek het netsnoer stevig in het
stopcontact. (. pagina 12)
c Zet de geheugenkaart goed in en sluit het
externe apparaat goed aan. (.pagina's 17, 50, 51)
c Zet een geheugenkaart in of sluit een
extern apparaat aan waarop vastgelegde afbeeldingen staan. Controleer of er afbeeldingen zijn vastgelegd in het interne geheugen.
c Controleer welke bestandsindelingen
kunnen worden afgedrukt met de printer. (.pagina 86)
c Als een afbeelding niet geschikt is voor de
DCF, dan is afdrukken met de printer misschien niet mogelijk, ook al wordt de afbeelding weergegeven op het scherm van de PC.
c Zelfs als de selectieschakelaar voor het
ingangssignaal van het TV-toestel is ingesteld op de printer, zullen er geen afbeeldingen worden weergegeven wanneer een HDMI-kabel is aangesloten.
c Schakel de selectieschakelaar voor het
ingangssignaal van het TV-toestel over op de printer. Of maak de HDMI-kabel los en schakel de weergave over op het LCD­scherm.
Oplossen van problemen
Vervolg
69
NL
Page 70
Symptoom Controle Oorzaak/Oplossing
Sommige afbeeldingen in de indexweergave worden niet weergegeven of ze worden niet afgedrukt terwijl ze wel worden weergegeven.
• Worden er miniatuur-
afbeeldingen weergegeven in de indexweergave?
• Verschijnt het merkteken dat
hieronder wordt weergegeven in de indexweergave?
c Als de afbeelding wordt weergegeven
maar de afbeelding kan niet worden afgedrukt, is het bestand dat wordt gebruikt voor het afdrukken beschadigd.
c Als een afbeelding niet geschikt is voor
DCF (Design rule for Camera File-systeem), dan is afdrukken met de printer misschien niet mogelijk, ook al wordt de afbeelding weergegeven op het scherm van de PC.
c Als het links getoonde merkteken wordt
weergegeven, kan de afbeelding een JPEG­bestand zijn dat is aangemaakt met uw computer of kunnen de gegevens van de miniatuur-afbeelding niet beschikbaar zijn. Selecteer het merkteken en druk op ENTER als u het afdrukvoorbeeld van de afbeelding wilt weergeven. Als een afbeelding wordt
• Is de afbeelding gemaakt op
uw PC?
weergegeven, kunt u de afbeelding afdrukken. Als hetzelfde merkteken weer wordt weergegeven, heeft de afbeelding een bestandsindeling die niet geschikt is en is afdrukken met de printer niet mogelijk.
• Verschijnt het merkteken dat
hieronder wordt weergegeven in de indexweergave?
c Als het links getoonde merkteken wordt
weergegeven, heeft de afbeelding een bestandsindeling die geschikt is maar kunnen de gegevens van de miniatuur­afbeelding of de gegevens zelf niet worden geopend. Selecteer het merkteken en druk op ENTER als u het afdrukvoorbeeld van de afbeelding wilt weergeven. Als een afbeelding wordt weergegeven, kunt u de afbeelding afdrukken. Als hetzelfde merkteken weer wordt weergegeven, is afdrukken met de printer niet mogelijk.
c
• Zijn er meer dan 9 999
afbeeldingen opgeslagen op de geheugenkaart, in het interne geheugen en op een extern apparaat?
De printer kan tot 9 999 bestanden van afbeeldingen weergeven, opslaan, verwijderen of verwerken. Gebruik, als er meer dan 9 999 afbeeldingen zijn opgeslagen op een geheugenkaart, in het interne geheugen of op een extern apparaat, de PC of de stand PictBridge voor het weergeven en verwerken van de overige afbeeldingen.
• Hebt u een bestand van een
afbeelding met behulp van uw PC een naam gegeven of een nieuwe naam gegeven?
c Wanneer u een bestand van een afbeelding
een naam geeft of een nieuwe naam geeft met behulp van uw computer en in de bestandsnaam komen andere tekens voor dan de alfanumerieke tekens, kan het zijn dat de bestandsnaam niet goed wordt weergegeven of dat de afbeelding niet wordt weergegeven op de printer.
70
NL
Page 71
Symptoom Controle Oorzaak/Oplossing
Sommige afbeeldingen in de indexweergave worden niet weergegeven of ze worden niet afgedrukt terwijl ze wel worden weergegeven.
• Hebt u het aantal afdrukken opgegeven in de indexweergave?
• Staat er op de geheugenkaart, in het interne geheugen of op een extern
c Wanneer u eenmaal afbeeldingen hebt
geselecteerd in de procedures voor "Meerdere afbeeldingen afdrukken", kunt u niet een afbeelding afdrukken waarbij de cursor enkel is geplaatst. Selecteer deze door op ENTER te drukken en geef het aantal afdrukken voor de afbeelding op. (.pagina 17)
c De printer kan de afbeeldingen die in een
map staan met een hiërarchie op meer dan
8 niveaus, niet weergeven. apparaat een map met een onderverdeling op meer dan 8 niveaus?
De bestandsnaam wordt niet juist weergegeven.
• Hebt u de naam van het bestand van de afbeelding met behulp van uw PC gewijzigd?
c Wanneer u op uw computer een bestand
van een afbeelding een naam of een nieuwe naam geeft en er staan in de naam van het bestand andere tekens dan alfanumerieke tekens, zal de naam van het bestand misschien niet juist worden weergegeven. Bij een bestand dat is aangemaakt met een PC-applicatie worden de eerste 8 tekens van de bestandsnaam als de bestandsnaam
weergegeven. In het menu Bewerken, zijn er in het afdrukvoorbeeld van de afbeelding lege gedeelten aan de onder-en bovenzijde.
• Is de afbeelding waarvan u een afdrukvoorbeeld bekijkt, zeer sterk uitgerekt in verticale of horizontale richting?
c Als een afbeelding zeer sterk in verticale
of horizontale richting wordt uitgerekt, kunnen er lege gedeelten verschijnen in het menu Bewerken.
c
De standaard beeldverhouding van een gemaakte afbeelding met een digitale camera is 3:4. Als u een ander apparaat dan de printer gebruikt om een afbeelding te bewerken of op te slaan, wordt het opgeslagen als een horizontale afdrukafbeelding en zijn de bovenkant- en onderkantranden afgesneden en worden deze in het zwart weergegeven.
Oplossen van problemen
Vervolg
71
NL
Page 72
Afdrukken
Symptoom Controle Oorzaak/Oplossing
Er wordt geen papier ingevoerd.
Het afdrukpapier komt tijdens het afdrukproces gedeeltelijk te voorschijn.
• Is het papier goed in de
papierlade gelegd?
• Gebruikt u afdrukpapier dat
niet bedoeld is voor de printer?
• Treedt dit problem
halverwege het afdrukproces op?
• Gebruikt u afdrukpapier dat
niet bedoeld is voor de printer?
c Als het afdrukpapier niet goed in de
printer is gelegd, kunnen er moeilijkheden met de printer ontstaan. (.pagina's 9,
10) Controleer het volgende:
• Leg het juiste afdrukpapier in in combinatie met het juiste inktlint.
• Leg het afdrukpapier in de juiste richting in de lade.
• U kunt maximaal 20 vellen afdrukpapier in de lade leggen. Als er meer dan 20 vellen in de lade liggen, neem het overtollige papier dan uit.
• Schud het afdrukpapier grondig los en leg het in de lade.
• Buig of vouw het afdrukpapier niet vóór het afdrukken, hierdoor kan er storing in de printer ontstaan.
c Gebruik afdrukpapier dat bedoeld is voor
de printer. Als u ongeschikt afdrukpapier gebruikt, kan er storing in de printer ontstaan. (.Over de Afdrukpakketten)
c Gebruik afdrukpapier dat bedoeld is voor
de printer. Als u ongeschikt afdrukpapier gebruikt, kan er storing in de printer ontstaan. (.Over de Afdrukpakketten)
Afdrukresultaten
Symptoom Controle Oorzaak/Oplossing
De afgedrukte beelden zijn inferieur van kwaliteit.
NL
72
• Hebt u afdrukvoorbeelden van afbeeldingen afgedrukt?
• Hebt u een afbeelding afgedrukt waarvan de afmeting (breedte of hoogte) kleiner is dan 480 dots?
c Afhankelijk van het type digitale camera
dat u gebruikt, is het mogelijk in de miniaturenlijst afdrukvoorbeelden van afbeeldingen weer te geven naast de eigenlijke afbeeldingen. De afdrukkwaliteit van de afdrukvoorbeelden van afbeeldingen zal niet zo goed zijn als de eigenlijke afbeeldingen. N.B., als u de afdrukvoorbeelden van de afbeeldingen verwijdert, kunnen de gegevens van de eigenlijke afbeeldingen beschadigd raken.
c Wanneer een afbeelding op klein formaat
wordt afgebeeld in een zwart kader, is de afdrukkwaliteit grof als gevolg van het kleine formaat van de afbeelding.
Page 73
Symptoom Controle Oorzaak/Oplossing
De afgedrukte beelden zijn inferieur van kwaliteit.
• Hebt u het menu Bewerken gebruikt voor het vergroten van de afbeelding?
• Hebt u een afbeelding vastgelegd in de bestandsindeling RAW?
c Een vergrote afbeelding, wordt,
afhankelijk van de afmeting van de afbeelding, afgedrukt in een mindere beeldkwaliteit.
c Wanneer u een afbeelding maakt in de
bestandsindeling RAW, wordt er mogelijk ook een zeer gecomprimeerd JPEG­bestand vastgelegd. Omdat de printer de RAW-bestandsindeling niet ondersteunt, kan het zijn dat het JPEG-bestand wordt gebruikt voor het afdrukken van een afbeelding. Een RAW-bestand kan worden afgedrukt vanaf een PC. Zie voor nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van de digitale camera die u gebruikt.
Wat is een RAW-bestand?
Een RAW-bestand is een oorspronkelijke bestandsindeling voor afbeeldingen voor het opslaan van ongecomprimeerde, onverwerkte gegevens van stilstaande beelden die met een digitale camera zijn vastgelegd.
Zie de gebruiksaanwijzing van de digitale camera als u wilt weten of uw digitale camera een afbeelding in de RAW­bestandsindeling kan vastleggen.
De beeldkwaliteit en de kleuren van het afdrukvoorbeeld op het scherm verschillen van die van de afdruk.
c Vanwege de verschillen in
weergavemethode of profielen van een LCD-scherm, dient de weergegeven afbeelding slechts als referentie te worden beschouwd. Ga op een van de volgende manieren te werk als u de beeldkwaliteit wilt aanpassen: – MENU-toets Afdrukinstelling-
Kleurinstelling (.pagina 44)
– MENU-toets Bewerken-Aanpassen
(.pagina 24)
De afgedrukte afbeelding, die direct wordt afgedrukt vanaf een geheugenkaart, het
c De afgedrukte afbeeldingen zullen
verschillen en dit wordt veroorzaakt door de verschillen tussen de interne verwerking van de printer en de software-
verwerking van de PC. interne geheugen en een op de printer aangesloten extern apparaat, verschilt van de afdruk die wordt gemaakt via een PC.
Vervolg
73
Oplossen van problemen
NL
Page 74
Symptoom Controle Oorzaak/Oplossing
De datum kan niet worden afgedrukt.
• Is "Datumafdruk" ingesteld op "Datum" of "Datum/ Tijd"?
c Druk op de toets MENU, en stel
"Datumafdruk" in het Afdrukinstelling menu in op "Datum" of "Datum/Tijd". (.pagina 42)
• Ondersteunt de afbeelding DCF?
c De functie "Datumafdruk" van deze unit
ondersteunt een afbeelding die geschikt is voor de DCF-criteria.
De datum wordt onbedoeld afgedrukt.
• Is "Datumafdruk" ingesteld op "Uit"?
• Is de datum opgeslagen bij de afbeelding toen deze werd vastgelegd met de digitale
c Druk op de toets MENU, en stel
"Datumafdruk" in het Afdrukinstelling menu in op "Uit". (.pagina 42)
c Wanneer de datum is opgeslagen bij de
afbeelding, kunt u geen afdruk maken zonder een datum.
camera?
De afbeelding kan niet volledig worden afgedrukt binnen het afdrukbereik. Randen blijven.
• Hebt u in het menu Afdrukinstelling "Patroon 1" of "Patroon 2" geselecteerd voor "Randen"?
• Is de beeldverhouding van de afbeelding juist?
c Druk op de toets MENU en stel "Geen
rand" in door het selecteren van Afdrukinstelling - Randen. (.pagina 43)
c Afhankelijk van het type digitale camera
dat u hebt gebruikt, verschilt de beeldverhouding van de vastgelegde afbeelding, en daardoor wordt de afbeelding misschien niet over het volledige afdrukbare gebied afgedrukt.
Hoewel "Geen rand" is geselecteerd in de Afdrukinstelling, wordt de afbeelding afgedrukt met randen aan beide kanten. Het is niet mogelijk het gehele gebied van een afbeelding af te drukken.
De afbeelding wordt afgedrukt
• Hebt u "Patroon 1" ingesteld in het menu Afdrukinstelling?
• Is de papierlade wel goed ingezet?
c Wanneer u een ander apparaat dan de
printer gebruikt voor het bewerken of opslaan van een afbeelding, worden de lege gebieden rondom een afbeelding ook als onderdeel van de afbeelding opgeslagen. Ook als u zulke afbeeldingen afdrukt met de instelling "Geen rand", kunt u de randen aan beide zijden van een afdruk niet wegnemen. (.pagina 43)
c U kunt het hele gebied van een afbeelding
afdrukken als u "Patroon 1" selecteert in het menu Afdrukinstelling. (.pagina 43)
c Zet de papierlade stevig opnieuw in zover
als mogelijk is. onder een hoek. Er staan witte lijnen of stippen op de afgedrukte beelden. Het beeld is te helder, te donker, te rood, te geel of te groen.
c
Misschien is de afdrukkop of het papierpad
vuil. Reinig de kop en het pad met behulp
van de geleverde reinigingscartridge en het
geleverde reinigingsvel. (.pagina 81)
c Pas de afbeelding aan door op de toets
MENU te drukken en vervolgens
Bewerken-Aanpassen te selecteren.
(.pagina 24)
74
NL
Page 75
Symptoom Controle Oorzaak/Oplossing
Rode­ogencorrectie werkt niet wanneer u de toets AUTO TOUCH-UP indrukt. Rode­ogencorrectie werkt niet met menu "Rode ogen­correctie".
• Hebt u een afbeelding vergroot, gedraaid, verplaatst of het formaat ervan verkleind na de rode­ogencorrectie?
c Pas het fenomeen rode ogen aan door op
de toets MENU te drukken en vervolgens Bewerken-Rode ogen-correctie te selecteren. (.pagina 26)
c Stel het formaat van het aanpassingskader
twee tot zeven keer zo groot in als het oog. (.pagina 26)
c Rode-ogencorrectie werkt mogelijk niet
goed als u andere bewerkingshandelingen uitvoert, zoals vergroten, draaien, verplaatsen van een afbeelding of het formaat ervan verkleinen. Voer deze bewerkingshandelingen eerst uit en daarna rode-ogencorrectie.
Instellingen
Symptoom Controle Oorzaak/Oplossing
De instellingen "Geen rand" en "Patroon 1/2" werken niet.
• Werkt u met het menu Creatief afdrukken?
c In het menu Creatief afdrukken worden
sjablonen gebruikt en u kunt niet afdrukken met rand/randloos afdrukken selecteren.
Een afbeelding opslaan of verwijderen
Symptoom Controle Oorzaak/Oplossing
U kunt een afbeelding niet opslaan.
U kunt een afbeelding niet verwijderen.
• Is de geheugenkaart beveiligd?
• Staat de schakelaar voor de schrijfbeveiliging van de geheugenkaart in de stand LOCK?
• Is de geheugenkaart vol? c Verwijder afbeeldingen die u niet meer
• Is de geheugenkaart beveiligd?
• Is de afbeelding vooraf ingesteld op DPOF?
c Hef met behulp van een digitale camera of
het extern apparaat de beveiliging op en probeer opnieuw de afbeelding op te slaan.
c Schuif de schakelaar voor de
schrijfbeveiliging in de stand waarin u weer gegevens op de geheugenkaart kunt schrijven.
wilt bewaren (.pagina 40) of zet een nieuwe geheugenkaart in met voldoende vrije geheugenruimte. Sla de afbeelding opnieuw op.
c Hef met behulp van een digitale camera of
het extern apparaat de beveiliging op en probeer opnieuw de afbeelding te verwijderen.
c Hef de instelling DPOF op met behulp van
uw digitale camera.
Oplossen van problemen
Vervolg
75
NL
Page 76
Symptoom Controle Oorzaak/Oplossing
U kunt een afbeelding niet verwijderen.
U hebt per ongeluk een afbeelding verwijderd.
De "Memory Stick" kan niet worden geformatteerd.
U hebt de "Memory Stick"per ongeluk geformatteerd.
• Is de afbeelding beveiligd? c Breng het afdrukvoorbeeld van de
• Staat de schakelaar voor de
schrijfbeveiliging van de geheugenkaart in de stand LOCK?
• Gebruikt u een "Memory
Stick-ROM"?
c U kunt een afbeelding wanneer deze is
• Staat de schakelaar voor de
schrijfbeveiliging van de geheugenkaart in de stand LOCK?
• Is het een "Memory Stick-
ROM"?
c Wanneer de "Memory Stick" is
afbeelding op het scherm en controleer de gedetailleerde informatieweergave (.pagina 14). Een afbeelding met
(aanduiding van beveiliging) kan alleen worden gelezen en niet van de printer worden verwijderd.
c Schuif de schakelaar voor de
schrijfbeveiliging in de stand waarin u weer gegevens op de geheugenkaart kunt schrijven.
c U kunt een afbeelding niet van een
"Memory Stick-ROM" verwijderen of een "Memory Stick-ROM" formatteren.
verwijderd niet meer terughalen.
c Schuif de schakelaar voor de
schrijfbeveiliging in de stand waarin u weer gegevens op de geheugenkaart kunt schrijven.
c U kunt een afbeelding niet van een
"Memory Stick-ROM" verwijderen of een "Memory Stick-ROM" formatteren.
geformatteerd, zijn alle gegevens verwijderd en deze kunnen niet worden teruggehaald.
Aansluiten op een digitale camera of een ander extern apparaat
Symptoom Controle Oorzaak/Oplossing
Het PictBridge­merkteken verschijnt niet op het LCD-scherm van de digitale camera.
NL
76
• Is de digitale camera goed aangesloten?
• Is de schakelaar 1 (on/ standby) in de stand Aan gezet?
• Ondersteunt uw digitale camera PictBridge?
• Wordt "Bezig met verbinden" weergegeven op het LCD-scherm van de printer?
c Sluit de kabel goed aan.
c Zet de printer aan met behulp van de 1
(aan/standby) schakelaar.
c Raadpleeg de handleiding die bij uw
camera is geleverd of neem contact op met de fabrikant.
c De melding wordt niet weergegeven
wanneer de printer staat in de stand Bewerken, Creatief afdrukken of in andere menu-standen. Verlaat het menu en sluit daarna de kabel opnieuw aan.
c Verbreek de aansluiting tussen de digitale
camera en de printer en breng daarna de aansluiting weer tot stand. Of zet de printer en de digitale camera uit en daarna weer aan.
Page 77
Symptoom Controle Oorzaak/Oplossing
Het PictBridge­merkteken verschijnt niet op het LCD-scherm van de digitale camera. U trekt de USB­kabel los en sluit hem daarna weer aan, maar er gebeurt niets.
U kunt het afdrukken niet stoppen, zelfs niet als u drukt op CANCEL.
U kunt geen index­afdrukken maken.
• Staat de USB-instelling van uw camera in de stand PictBridge?
c De printer staat in een foutstand die wordt
c De afdruk die volgt op de afdruk die nu
• Wordt de melding "Kan geen afdrukgegevens maken voor sommige afb." weergegeven?
c Zet de USB-instelling van uw camera in
de stand PictBridge.
veroorzaakt door een spanningspiek. U kunt de foutstand herstellen door de stekker van het netsnoer van de printer uit het stopcontact te trekken, de stekker weer in het stopcontact te steken en daarna op de schakelaar 1 (aan/standby) te drukken.
wordt gemaakt, wordt geannuleerd.
c Afhankelijk van de digitale camera die u
gebruikt, kunt u het afdrukken niet vanaf de printer annuleren. Stop het afdrukken door de digitale camera te bedienen. Raadpleeg de bedieningsinstructies van de digitale camera.
c De printer kan geen index-afdrukken
maken van de DPOF-afdrukken. U kunt index-afdrukken maken door de geheugenkaart direct in de printer te steken of door een extern apparaat voor een massa-opslag te gebruiken (.pagina's 17, 50).
Aansluiten op een computer
Symptoom Controle Oorzaak/Oplossing
De afbeeldingen op de geheugenkaart of op een extern apparaat aangesloten op de printer worden niet op de PC weergegeven. U hebt de geleverde CD-ROM niet meer en u wilt een nieuwe aanvragen.
c De printer biedt niet de functie voor het
bekijken van de afbeeldingen op de geheugenkaart of op een extern apparaat vanaf de computer.
c Download het printerstuurprogramma van
de homepage voor Klantenondersteuning. Of neem contact op met uw Sony-dealer.
Vervolg
77
Oplossen van problemen
NL
Page 78
Symptoom Controle Oorzaak/Oplossing
Het printerstuurprogram­ma kan niet worden geïnstalleerd.
• Weet u zeker dat u de
installatieprocedures goed hebt doorlopen?
c Doorloop de procedures in de
bedieningsinstructies en installeer het printerstuurprogramma (.pagina 57). Start de computer opnieuw, als er zich een fout voordoet en voer de installatieprocedures opnieuw uit.
• Is er een ander
applicatieprogramma actief?
• Hebt u de CD-ROM op
juiste wijze als de installatie­CD-ROM opgegeven?
c Sluit alle applicaties af en installeer het
printerstuurprogramma opnieuw.
c Dubbelklik op "Deze computer" en
vervolgens op het CD-ROM-pictogram in het geopende venster. Doorloop de procedures in de bedieningsinstructies en installeer het printerstuurprogramma.
c Het USB-stuurprogramma is misschien
niet goed geïnstalleerd. Volg de bedieningsinstructies en installeer het USB-stuurprogramma opnieuw.
The printer reageert niet op de opdracht tot afdrukken van de PC.
• Is er een anti-
virusprogramma of een ander programma actief op het systeem?
• Hebt u ingelogd met een
Administrator­gebruikersaccount?
c Als het Windows bureaublad geen
c Als er een anti-virusprogramma of een
ander programma actief is op het systeem, sluit dat dan af en begin met het installeren van het stuurprogramma.
c Log in in Windows met een
Administrator-gebruikersaccount en installeer het stuurprogramma.
moeilijkheden laat zien, kijk dan op het LCD-scherm van de printer. Ga als volgt te werk als de printer moeilijkheden laat zien:
1. Zet de toets 1 (aan/standby) van de
printer op Uit.
2. Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact, wacht 5 tot 10 seconden en steek de stekker van de kabel weer in het stopcontact.
3. Start uw computer opnieuw op.
Als hiermee het probleem niet wordt verholpen, vraag dan advies aan uw Sony-
dealer of aan een Sony-servicecentrum. Een afbeelding wordt afgedrukt met randen ook al selecteer ik "Geen rand".
• Gebruikt u andere applicatie­software dan PMB?
c Wanneer u een andere applicatie gebruikt
dan PMB, kan een afbeelding worden afgedrukt met randen ook al hebt u een randloze afdruk geselecteerd. Wanneer u met randen/randloos kunt instellen met een applicatie, stelt u een afbeelding die u wilt afdrukken volledig in in het afdrukbereik, ook al wordt de afbeelding tot buiten het bereik afgedrukt.
78
NL
Page 79
Symptoom Controle Oorzaak/Oplossing
De afdrukhoeveelheid die gespecificeerd is in "Pagina’s per vel" in het tabblad "Indeling" van het dialoogvenster "Eigenschappen voor Sony DPP-FP97" komt niet overeen met de feitelijke afdrukhoeveelheid en afdrukresultaten. De kleuren van de afbeelding die wor dt afgedrukt vanaf een PC, verschillen van die van de afbeelding die wor dt afgedrukt vanaf een geheugenkaart. Er wordt een foutmelding weergegeven die luidt "Er is een fout opgetreden terwijl een document naar het USB-apparaat wordt gestuurd.".
c Afhankelijk van de applicatie die u
gebruikt, zal de gebruikte instelling voor het aantal afdrukken misschien prioriteit hebben over de instelling die is opgegeven in het dialoogvenster van het printerstuurprogramma.
c Omdat het proces van het afdrukken van
een afbeelding vanaf een geheugenkaart verschilt van dat van het afdrukken vanaf een PC, kan het voorkomen dat de kleuren niet geheel hetzelfde zijn.
c Trek de USB-kabel los en sluit hem
daarna weer aan.
Overige
Symptoom Controle Oorzaak/Oplossing
Het inktlint inzetten gaat niet gemakkelijk.
U kunt het inktlint niet verwijderen.
c Als het niet lukt het inktlint op zijn plaats
te klikken, verwijder het dan en plaats het daarna opnieuw. Verwijder de vrije slag uit het inktlint alleen wanneer het inktlint te slap is en u het niet kunt inzetten. (.pagina’s 9, 10)
c Zet de printer uit met behulp van de 1 (aan/
standby) schakelaar en zet hem vervolgens weer aan. Probeer of u het inktlint kunt uitnemen wanneer het geluid van de motor stopt. Als dit geen oplossing biedt voor het probleem, neem dan contact op met het Sony-servicecentrum of uw Sony-dealer.
79
Oplossen van problemen
NL
Page 80

Bij papierstoringen

1 Zet de printer uit en daarna weer
aan.
Wacht tot het afdrukpapier automatisch wordt uitgeworpen.
1 (aan/standby)
Afdrukpapier
2 Neem het uitgeworpen afdrukpapier
weg bij de printer.
3 Haal de papierlade en het inktlint uit
de printer en zorg ervoor dat er geen papier meer vastzit in de printer.
Kijk of er papier vastzit in de printer. Verwijder het, als dat zo is.
Opmerking
Als u papier dat is vastgelopen niet kunt verwijderen, neem dan contact op met uw Sony-dealer.
NL
80
Page 81

Reinigen

Als er witte lijnen of puntige stipjes op de afbeelding worden afgedrukt is de thermische transferkop misschien vervuild met het stof dat zich in de printer heeft verzameld.
Reinig het binnenwerk van de printer met de geleverde reinigingscartridge en het reinigingsvel.
Verwijder voor het reinigen van de printer alle geheugenkaarten, USB-geheugens en USB­kabels.
5 Zet de papierlade in de printer en
druk op PRINT.
De reinigingscartridge en het reinigingsvel zullen de printer binnenin schoonmaken. Wanneer de reiniging is voltooid, wordt het reinigingsvel automatisch uitgeworpen.
6 Haal de reinigingscartridge en het
reinigingsvel uit de printer.
Tip
Bewaar de reinigingscartridge en het reinigingsvel bij elkaar voor een latere reinigingsbeurt. Zorg ervoor dat u ze niet kwijt raakt.
1 Open de klep voor de inktlinthouder
en als er een inktlint in de printer zit, verwijder dat dan.
2 Zet de geleverde reinigingscartridge
in de printer en sluit de klep voor inktlinthouder.
3 Neem de papierlade uit de printer.
Als er afdrukpapier in de lade ligt, haal dat er dan uit.
4 Plaats het reinigingsvel in de
papierlade met de niet-bedrukte zijde omhoog.
Reinigingsvel
Opmerkingen
• Wanneer de printer goed presteert, zal een reinigingsbeurt geen verbetering opleveren van de kwaliteit van de afdruk.
• Plaats het reinigingsvel niet op afdrukpapier wanneer u de reinigingsbeurt uitvoert, dit zou een papierstoring of andere moeilijkheden kunnen veroorzaken.
• Voer de reinigingsbeurt enkele malen uit, als één reinigingsbeurt geen verbetering oplevert van de afdrukkwaliteit,
• U kunt de printer niet reinigen terwijl deze is aangesloten op een PC of een PictBridge-camera.
Oplossen van problemen
81
NL
Page 82

Aanvullende informatie

Voorzorgsmaatregelen

Over veiligheid

• Let er goed op dat u geen zware voorwerpen op het netsnoer zet of erop laat vallen en let er goed op dat u het netsnoer niet op een of andere manier beschadigt. Werk nooit met deze printer wanneer het netsnoer beschadigd is.
• Als een vast voorwerp of een vloeistof in de kast zou vallen, trek de stekker van de printer dan uit het stopcontact en laat de printer nazien door vakbekwaam personeel voordat u de printer weer in gebruik neemt.
• Haal de printer nooit uit elkaar.
• Trek de stekker uit het stopcontact om het netsnoer van de netspanning los te koppelen. Trek nooit aan het netsnoer zelf.
• Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact wanneer u de printer langere tijd niet zult gebruiken.
• Behandel de printer met voorzichtigheid.
• Voorkom het risico van een elektrische schok door altijd de stekker van de printer uit het stopcontact te trekken voordat u de printer gaat reinigen en nazien.

Over de installatie

• U kunt de printer beter niet plaatsen op een locatie waar de printer blootstaat aan: – trilling – vocht – heel veel stof – direct zonlicht – extreem hoge of lage temperaturen
• Gebruik geen elektrische apparatuur in de buurt van de printer. De printer zal niet goed werken in elektromagnetische velden.
• Plaats geen zware voorwerpen op de printer.
• Laat voldoende ruimte vrij rond de printer zodat de ventilatieopeningen niet worden geblokkeerd. Wanneer u deze openingen
blokkeert, zou dat kunnen leiden tot interne warmteontwikkeling.
Over de netspanningsadapter
• Het is belangrijk dat u de bij de printer geleverde netspanningsadapter gebruikt. Gebruik geen andere netspanningsadapters omdat dit storingen zou kunnen veroorzaken.
• Gebruik de meegeleverde netspanningsadapter niet voor andere apparaten.
• Als het snoer van de netspanningsadapter is beschadigd, gebruik hem dan niet meer, omdat dat tot een gevaarlijke situatie kan leiden.
Over vochtcondensatie
Als de printer direct uit een koude ruimte wordt binnengebracht of in een zeer warme of vochtige kamer wordt gezet, kan er vocht in het apparaat condenseren. In dergelijke gevallen zal de printer waarschijnlijk niet goed werken en kan zelfs onklaar raken als u het apparaat blijft gebruiken. Als er vochtcondensatie optreedt, trek dan de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en gebruik de printer ten minste één uur niet.
Over transport
Wanneer u de printer vervoert, maak dan het inktlint, de papierlade, de netspanningsadapter, de geheugenkaart of een extern apparaat los van de printer en zet de printer en de bijbehorende randapparatuur in de originele doos met de beschermende verpakking.
Als u de originele doos en de onderdelen van de verpakking niet meer hebt, gebruik dan vergelijkbaar verpakkingsmateriaal zodat de printer niet beschadigt raakt tijdens het transport.
82
NL
Page 83

Over het reinigen

Reinig de kast, het paneel en de bedieningsfuncties met een zachte, droge doek of een zachte doek die u licht vochtig hebt gemaakt met een milde oplossing van een schoonmaakmiddel. Gebruik geen oplosmiddel van welk type ook, zoals alcohol of wasbenzine, omdat dat de afwerklaag zou kunnen beschadigen.

Over de beperkingen op het kopiëren

Als u documenten kopieert met de printer, let dan vooral goed op het volgende:
• Het kopiëren van bankbiljetten, munten of waardepapieren is wettelijk niet toegestaan.
• Het kopiëren van blanco certificaten, licenties, paspoorten, privé-waardepapieren of ongebruikte postzegels is ook niet wettelijk toegestaan.
• Op TV-programma's, films, videobanden, portretten van anderen of andere materialen kan een auteursrecht rusten. Het zonder toestemming videokopieën maken van dergelijke materialen kan een overtreding zijn van de bepalingen van de auteurswet.

Wanneer u de printer wegdoet

Mogelijk zullen bij het formatteren van het interne geheugen van de printer niet alle gegevens worden gewist. Wanneer u de printer wegdoet, adviseren wij u de printer fysiek onklaar te maken.

Over de geheugenkaarten

"Memory Stick"

Typen "Memory Stick" die de printer kan gebruiken
Bij de printer kunt u de volgende typen "Memory Stick"
Type "Memory Stick" Weergeven/
"Memory Stick" (Niet geschikt voor "MagicGate")
"Memory Stick" (Geschikt voor "MagicGate")
"MagicGate Memory
*2
Stick"
"Memory Stick PRO"
"Memory Stick PRO-
*2
HG"
"Memory Stick
*3
Micro"
*1
De printer ondersteunt FAT32. Gebleken is dat de printer kan worden gebruikt met een "Memory Stick" met een capaciteit van 16GB of minder die geproduceerd is door Sony Corporation. Wij garanderen echter niet dat de printer kan worden gebruikt met alle "Memory Stick".
*2
De printer is uitgerust met een sleuf die geschikt is voor media van zowel standaardafmeting als van Duo-afmeting. Zonder een "Memory Stick Duo"­adapter kunt u zowel het standaardformaat "Memory Stick" als het compacte formaat "Memory Stick Duo" gebruiken.
*3
Wanneer u de "Memory Stick Micro" met de printer gebruikt, steek hem dan altijd eerst in een M2-adaptor.
("M2"*4)
*1
gebruiken.
*2
*2
*2
Afdrukken/ Verwijderen/ Opslaan/ Formatteren
OK
*5
OK
*5
OK
*5
OK
*5*6
OK
*5
OK
Aanvullende informatie
Vervolg
83
NL
Page 84
*4
"M2" is een afkorting van "Memory Stick Micro". In dit hoofdstuk wordt "M2" gebruikt om "Memory Stick Micro" te beschrijven.
*5
De met "MagicGate" auteursrechterlijk beschermde gegevens kunnen niet worden gelezen/ opgenomen. "MagicGate" is de algemene naam van een technologie voor auteursrechterlijke bescherming die ontwikkeld is door Sony waarbij gebruik gemaakt wordt van techniek voor het vaststellen van de authenticiteit en het versleutelen van gegevens met behulp van encryptie.
*6
De printer ondersteunt geen 8-bit parallelle gegevensoverdracht.
Opmerkingen over gebruik
• Plaats niet meer dan één "Memory Stick"
tegelijkertijd, omdat dit moeilijkheden met de printer kan veroorzaken.
• Als u een "Memory Stick Micro" inzet in de
printer zonder een M2-adapter, is het misschien niet mogelijk de "Memory Stick Micro" uit te nemen.
• Als u de "Memory Stick Micro" inzet in een
M2-adapter en de M2-adapter inzet in een "Memory Stick Duo"-adapter, kan het zijn dat de printer niet goed functioneert.
• Wanneer u een "Memory Stick" formatteert,
gebruik dan de formatteerfunctie van de printer of van uw digitale camera. Als u een "Memory Stick" formatteert met uw computer, worden de afbeeldingen misschien niet goed weergegeven.
• Wanneer u een "Memory Stick" formatteert,
worden alle gegevens, ook de beveiligde bestanden van afbeeldingen gewist. Het is belangrijk dat u de inhoud van de "Memory Stick" controleert voordat u formatteert, zodat u voorkomt dat belangrijke gegevens per ongeluk worden gewist.
• U kunt geen gegevens opnemen, bewerken
of wissen als u de schrijfbeveiligingsknop op LOCK zet.
• Plak geen ander materiaal dan de geleverde label op de label-positie. Wanneer u de geleverde label vastplakt, is het belangrijk dat u deze plakt op de label-positie. Let er goed op dat de label niet uitsteekt.

SD-geheugenkaart

Met de SD-geheugenkaart/xD-Picture Card­dual-formatsleuf van de printer kunt u gebruik maken van:
• SD-geheugenkaart
• miniSD-geheugenkaart, microSD­geheugenkaart (Er is een adapter nodig.)
• SDHC-geheugenkaart
• MMC standaard-geheugenkaart
Wij garanderen geen goed functioneren van alle typen SD-geheugenkaart en MMC standaard-geheugenkaarten.
*1
Gebleken is dat de printer goed functioneert met een SD-geheugenkaart met een capaciteit van 2 GB of minder.
*2
Sommigen in de handel verkrijgbare kaartadapters hebben aan de achterzijde aansluitpunten die uitsteken. Mogelijk werkt dit type adapter niet goed met de printer.
*3
De printer blijkt goed te functioneren met een SDHC-geheugenkaartje met een capaciteit van 32 GB of minder.
*4
De printer blijkt goed te functioneren met een MMC standaard-geheugenkaart met een capaciteit van 2 GB of minder.
Opmerkingen over gebruik
Het lezen/vastleggen van gegevens waarvoor­auteursrechtbeveiliging nodig is, is niet mogelijk.
*1
*2
*3
*4
Aansluitpunten
84
NL
Page 85

xD-Picture Card

Met de SD-geheugenkaart/xD-Picture Card dual-format-sleuf van de printer, kunt u een
*5
xD-Picture Card
gebruiken. Niet alle bewerkingen van geheugenkaarten worden ondersteund en we garanderen geen juiste werking voor alle types xD-Picture Card.
*5
Gebleken is dat de printer goed functioneert met een xD-Picture Card met een capaciteit van 2 GB of minder.

CompactFlash-kaartje

Met de CompactFlash-kaartsleuf van de printer kunt u gebruik maken van:
• CompactFlash-opslagkaart (Type I/Type II)
en voor CF+Card (Type I/Type II) geschikte
CompactFlash-opslagkaart U kunt ook een Smart Media-kaart door middel van een in de handel verkrijgbare CompactFlash-kaartadapter
Wij garanderen echter geen goed functioneren voor alle typen CompactFlash-kaarten.
*6
Gebruik een CompactFlash-kaart met een
vermogensspecificatie van 3,3V of 3,3V/5V. U
kunt geen type voor alleen 3V of 5V gebruiken.
Steek geen andere typen CompactFlash-kaarten in
de insteeksleuf van de printer. De printer kan dan
beschadigd raken.
*7
Gebleken is dat de printer goed functioneert met
CompactFlash met een capaciteit van 32 GB
een
of minder.
*8
Wanneer u een in de handel verkrijgbare
CompactFlash-kaartadapter gebruikt, raadpleeg
dan de bedieningsinstructies van de adapter die u
gebruikt voor de wijze waarop u de kaart en de
adapter moet installeren. Wanneer u de
CompactFlash-kaartadapter gebruikt, kan het zijn
dat de tegen schrijven beveiligde kaart niet goed
werkt.
*8
*6*7
.
.
gebruiken

Opmerkingen over het gebruik van een geheugenkaart

• Wanneer u een kaart gebruikt, is het belangrijk dat u controleert wat de juiste richting voor het insteken van de kaart en de juiste insteeksleuf is.
• Verwijder geen kaart en zet de printer niet uit terwijl de printer gegevens benadert, of wanneer het toegangslampje knippert.
• Wij adviseren u een reservekopie van belangrijke gegevens te bewaren.
• De gegevens die met de computer zijn verwerkt kunnen niet met de printer worden afgespeeld.
• Wanneer u een kaartje meeneemt of opbergt, stop het dan in de verpakking die erbij is geleverd.
• Raak het aansluitpunt van een kaartje niet aan met uw hand of met een metalen voorwerp.
• Stoot en buig een kaartje niet en laat het niet vallen.
• Haal een kaartje niet uit elkaar en breng er geen wijzigingen in aan.
• Stel een kaartje niet bloot aan water.
• Gebruik of bewaar een kaartje niet onder de volgende omstandigheden: – Plaatsen waar omstandigheden heersen die
verschillen van de vereiste gebruiksomstandigheden, waaronder het zeer warme interieur van een auto die is geparkeerd in de zon en/of ’s zomers, buitenshuis in direct zonlicht of op een plaats in de buurt van de verwarming
– Vochtige locaties of locaties waar bijtende
stoffen zijn
– Locaties die blootstaan aan statische
elektriciteit of elektrische ruis
Aanvullende informatie
85
NL
Page 86

Specificaties

x Printer
Afdrukmethode
Kleur-sublimatieprinten (Geel/Magenta/
Cyaan 3-pass)
Resolutie
300 (H) × 300 (V) dpi
Beeldverwerking per dot
Verwerking op 256 niveaus (8 bits voor
Geel/Magenta/Cyaan elk)
Afdrukbereik
1800 dots × 1200 dots
Afdrukformaat
P size:
101,6 × 152,4 mm (maximaal, geen rand)
Afdruktijd (per vel)
Geheugenkaart/Intern geh.
Ongeveer 45 sec.
*3*5
PictBridge
:
Ongeveer 58 sec.
*6
Via PC
: Ongeveer 45 sec.
Aansluiting Ingang/Uitgang
HDMI OUT (uitgangs)-aansluiting
A-TYPE-aansluiting, Geschikt voor 1 080i (59,94Hz)/1 080i (50Hz)/576p (50Hz)/480p (59,94Hz), geschikt voor "BRAVIA" Sync
USB (Hi-Speed USB) voor PC-
aansluiting
PictBridge/EXT INTERFACE-aansluiting
Sleuf
"Memory Stick"-insteeksleuf SD-geheugenkaart/xD-Picture Card-
insteeksleuf dual-format
CompactFlash-kaartinsteeksleuf
*1*2*3*4
Geschikte bestandsindelingen voor afbeeldingen
JPEG: Geschikt voor DCF 2.0, geschikt
voor Exif 2.21, JFIF
*7
TIFF: Geschikt voor Exif 2.21
*8
BMP
: 1, 4, 8, 16, 24, 32 bit Windows-
indeling
Sommige bestandsindelingen van
afbeeldingen zijn niet geschikt.
Maximaal aantal pixels dat kan worden gehanteerd
8 192(H) × 6 144(V) beeldpunten
(Uitgezonderd "Indexafdruk" en onderdeel van "Creatief afdrukken")
Bestandssysteem
FAT12/16/32, sectorgrootte 2 048 bytes
of kleiner
Naam afbeeldingbestand
DCF formaat, 256 tekens 8ste hiërachie of
:
lager
Intern geheugen
Ongeveer 20 MB
Bij het meten van de capaciteit van de media is 1 MB gelijk aan 1 miljoen bytes, waarvan een deel wordt gebruikt voor gegevensbeheer.
Maximaal aantal bestanden dat kan worden gehanteerd
9 999 bestanden voor een geheugenkaart/
extern apparaat
Inktlint/Afdrukpapier
Zie meegeleverde "Over de
afdrukpakketten".
LCD-scherm
LCD-paneel:
8,8 cm (type 3,5) TFT-station
Totaal aantal stippen:
230 400 (320 RGB × 240)
Eisen die worden gesteld aan de netspanning
DC IN-aansluiting, 24V
Stroomverbruik
Tijdens het afdrukken: 83 W (maximaal) In de stand Standby: minder dan 1W
Bedrijfstemperatuur
5 °C tot 35 °C
86
NL
Page 87
Afmetingen
Hoogte: Ongev. 67 mm Breedte: Ongev. 180 mm Diepte: Ongev. 137 mm
(exclusief een hendel) Ongev. 149 mm (inclusief een hendel)
Diepte wanneer de papierlade is ingezet:
Ongev. 317 mm
Gewicht
Ongeveer 1,2 kg (exclusief de papierlade, het inktlint, de
netspanningsadapter)
Bijgeleverde accessoires
Zie pagina 9 van "Gebruiksaanwijzing"
(dit boekje)
x Netspanningsadapter AC-S2422
Eisen die worden gesteld aan de netspanning
- 100 V tot 240 V, 50/60 Hz, 1,5 A tot 0,75 A
Nominale uitgangsspanning
24 V 2,2 A (2,2A)
Piek 3,7 A 6,5 s
Bedrijfstemperatuur
5 °C tot 35 °C
Afmetingen
Ongeveer 60 × 30,5 × 122 mm (b/h/d, exclusief uitstekende gedeelten en
kabels)
Gewicht
Ongeveer 305 gr
Ontwerp en specificaties kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd.
* Het totale aantal vellen afdrukpapier van P-formaat
dat de printer kan afdrukken is geschat op ongeveer 2 000. Voor het totale aantal vellen, raadpleeg: "Weergave printerinformatie" op het "Beeld/printerinstelling" menu (pagina 45).
*1
Afdrukinstellingen: Geen rand, Datumafdruk: Uit, Auto Fine Print6: Aan (Foto) (Bij het weergeven op het LCD-scherm)
*2
Bij het afdrukken van een foto (bestandsgrootte ongeveer 4,3 MB) gemaakt met een digitale fotocamera van Sony die effectieve beeldelementen van ongeveer 12 100 000 of gelijkwaardig bevat, en vervolgens opgeslagen op "Memory Stick" of in
*3
Afdruksnelheid: Tijd vanaf het indrukken van de toets PRINT tot het tijdstip dat de afdruk klaar is. (De afdruktijd kan variëren afhankelijk van de gebruikte apparatuur, de indeling van een afbeelding, de gebruikte geheugenkaart, instellingen van een applicatie en bedrijfsomstandigheden.)
*4
Wanneer wordt afgedrukt van een Sony "Memory Stick PRO Duo" die in de sleuf van de printer is gestoken
*5
Wanneer wordt afgedrukt via DSC-W200 aangesloten door middel van een USB-kabel. Tijd vanaf het indrukken van de toets PRINT op de OSD van de camera tot het tijdstip dat de afdruk klaar is.
*6
De tijd voor de verwerking en de overdracht van de gegevens is niet inbegrepen.
*7
Baseline JPEG met indeling 4:4:4, 4:2:2 of 4:2:0
*8
U kunt niet afdrukken met de PMB (Picture Motion Browser).
"Intern geh.".
Homepage voor klantenondersteuning
De meest recente informatie over ondersteuning is beschikbaar op het volgende homepage-adres:
http://www.sony.net/
Aanvullende informatie
87
NL
Page 88

Afdrukbereik

P-afmeting
152,4 mm (1 800 stippen)
95,5 mm (1 128 stippen)
146,3 mm (1 728 beeldpunten)
Afdrukbereik met rand
Afdrukbereik zonder rand
Perforaties
101,6 mm (1 200 stippen)
De illustraties die u hierboven ziet zijn die van een afdruk van een afbeelding met een 2:3­beeldverhouding.
Het afdrukbereik voor een afdruk met een rand en een randloze afdruk is verschillend.
88
NL
Page 89

Woordenlijst

DCF (Design rule for Camera File system)
Deze printer voldoet aan de DCF-standaard (DCF-Design rule for Camera File-systeem) die is opgesteld door de JEITA (Japan Electronics and Information Technology Industries Association) voor het behouden van uitwisselbaarheid en geschiktheid van bestanden tussen digitale camera's en gerelateerde producten. Volledige uitwisselbaarheid en geschiktheid worden echter niet gegarandeerd.
DPOF (Digital Print Order Format)
De indeling die wordt gebruikt voor het vastleggen van de informatie die nodig is voor het automatisch afdrukken in een afdrukcentrale of op een printer die thuis wordt gebruikt, van afbeeldingen die zijn gemaakt met een digitale camera. De printer ondersteunt DPOF-afdrukken en kan automatisch het vooraf ingestelde aantal kopieën van afbeeldingen met een DPOF­instelling afdrukken.
Exif 2.21 (Exif Print)
Exif Print (Exchangeable Image File Format voor digitale camera’s) is een mondiale standaard voor het afdrukken van digitale foto's. Een digitale camera die Exif Print ondersteunt, slaat de gegevens op die relevant zijn voor de omstandigheden waaronder de opnamen worden gemaakt. De printer zorgt er door middel van de Exif Print-gegevens die in de bestanden van de afbeeldingen zijn opgeslagen, voor dat het afdrukresultaat zoveel mogelijk overeenkomt met de oorspronkelijke opname
*1
Wanneer de "Auto Fine Print6" is ingeschakeld en een afbeelding (JPEG-bestand) wordt opgenomen met een digitale camera die geschikt is voor Exif Print (Exif 2.21), wordt de afbeelding automatisch aangepast tot de optimale beeldkwaliteit en afgedrukt.
*1
.
HDMI (High-Definition Multimedia Interface)
De HDMI is een interface voor het oversturen van video/audio signalen over een enkele kabel zonder compressie en conversie. U kunt genieten van hoog kwalitatieve video- en audio-reproductie. Let op: de printer ondersteunt geen audio­uitvoer.
"Memory Stick"/CompactFlash-kaart/ SD-geheugenkaart/xD-Picture Card
Compact, licht, uitneembaar opslagmedium. Zie voor nadere bijzonderheden pagina's 83 tot 85.
PictBridge
Een standaard die is opgesteld door de Camera & Imaging Products Association en die het u mogelijk maakt een digitale camera die geschikt is voor PictBridge direct zonder een PC op een printer aan te sluiten, waardoor direct afdrukken ter plaatse mogelijk wordt.
Miniaturen
Miniatuur-afbeeldingen voor het weergeven van de oorspronkelijke afbeeldingen die door de digitale camera worden opgeslagen in de bestanden van de afbeeldingen. De printer maakt gebruik van miniaturen in de indexweergave.
Aanvullende informatie
89
NL
Page 90

Index

A
Aan/standby toets 7, 17, 50, 51, 53, 58
Aanduiding beveiliging 14 Aanduiding bijbehorend
bestand 14 Aanduidingen invoer 14 Aansluiten
Bluetooth-apparaat 53 Digitale camera 51 Extern apparaat 50 High Definition-TV 47 Netspanning 12
PC 58 Achterpaneel 8 Afdrukbereik 88 Afdrukhoeveelheid 15, 17,
27 Afdrukinstelling 41 Afdrukken
Bewerkte afbeelding 27
Een High Definition-TV
gebruiken 47
Geheugenkaartafbeelding
en 17
ID-foto 36
Ingelijste afbeelding 35
Kalender 31
Lay-outafdruk 35
Opgelegde afbeelding 33
PMB (Picture Motion
Browser) 60
Scrapbk mken 28
Van een extern apparaat
50
Van een PictBridge camera 51
Vanaf een Bluetooth­apparaat 53
Vanaf een PC 56 Vanuit een in de handel
verkrijgbare
softwareapplicatie 65 Afdrukken annuleren 64 Afdrukstand 62 Afdrukvoorbeeld 14 Afdrukvoorbeeld van een
afbeelding 14 Alles afdrukken 37 Archief 31, 33 Auto Fine Print6 44, 63 AUTO TOUCH-UP 22, 43,
63
B
Batch afdrukken 37 Beeld/printerinstelling 45 Bestandsbewerking 39 Bluetooth-apparaat 53
C
CompactFlash-kaart
Plaatsen 17
Typen 85 CONTROLE VOOR HDMI
46 Creatief afdrukken 28
D
Datumafdruk 42, 43 DC IN 24 V 12 DCF (Design rule for
Camera File system) 43, 89 De afdrukhoeveelheid
instellen 17
Deïnstalleren
PMB (Picture Motion Browser) 60
Printerstuurprogramma
59 Demostand 13 Diavoorstelling 38 Diverse afdrukken 19 DPOF 37, 89
E
Een afbeelding aanpassen 22, 24
Een afbeelding bewerken 23 Een afbeelding draaien 23 Een afbeelding kopiëren 39 Een afbeelding opslaan 27 Een afbeelding verplaatsen
23 Een afbeelding verwijderen
40 Een andere schermweergave
kiezen 16 Een bladermap registreren
64 Een filter toevoegen 24 Een fotolijst toevoegen 35 Een geheugenkaart plaatsen
17 Een geheugenkaart
uitwerpen 17 Een inktlint instellen 9 Één kleur 24 Een mislukte foto
automatisch corrigeren 22 Extern apparaat 50
F
Filter 24 Formatteren 40, 41 Fotolijst 35 Foutmeldingen 66
90
NL
Page 91
G
Gedeeltelijk kleur 24 Geleverde accessoires 9
H
Handgeschreven bericht 33 HDMI 47, 89 Helderheid 24 Hendel 8 Het afdrukpapier inleggen
10 Het formaat en de positie
aanpassen 29 Het formaat van een
afbeelding vergroten en verkleinen 16, 23
I
ID-foto 36 In-/uitzoomen 16, 23 Indexafdruk 37 Indexweergave
Nr.vlg 15, 46 Op datum 15, 46
Installeren
PMB (Picture Motion Browser) 59
Printerstuurprogramma 57
Interne geheugen
Formatteren 41
K
Kalender 31 Kleurinstelling 44
L
Lay-outafdruk 35 LCD-achtergr.verl. 46 LCD-scherm 7, 14
M
Massa-opslagapparaat 50 "Memory Stick"
Formatteren 40 Plaatsen 17 Typen 83
Monochroom 25
N
Netspanning 12
O
Onderdelen en bedieningsfuncties 7
Opleggen 33 Oplossen van problemen 69 Opstartfase 13
P
Papierstoringen 80 PictBridge camera 51 PictBridge/EXT
INTERFACE-aansluiting 50, 51, 53
Pictogram 46 PMB (Picture Motion
Browser) 59
R
Randen/Geen rand 43, 63 Reinigen 81 Rode ogen-correctie 26
S
Schermaanduidingen 14 Schermweergave 14, 46 Scherpte 24 Scrapbk mken 28 SD-geheugenkaart
Plaatsen 17
Typen 84 Sepia 24 Specificaties 86
Standaardinstelling 46 Stempelen 30, 32 Stereffect 24 Systeemvereisten 56
T
Taal 46 Tekenen 24 Tekens opleggen 30 Tint 24 TV-toetsel 47
U
USB-geheugen 50 USB-kabel 58
V
Verzadiging 24 Visoog 25 Volgorde datumwrg. 46 Vooraf geïnstalleerde zin 34 Voorpaneel 7
W
Weergave beeldgegevens 14 Weergave printerinformatie
46 Weergavevolgorde 46
X
xD-Picture Card
Plaatsen 17 Typen 85
Z
Zoeken naar een afbeelding 39
Aanvullende informatie
91
NL
Page 92
Gedrukt met VOC (vluchtige organische verbinding)-vrije inkt op basis vanplantaardige olie.
Sony Corporation Printed in China
Loading...