Sony DPP-FP90 User Manual [nl]

3-097-069-41 (1)
Voordat u begint
Printer voor digitale foto’s
DPP-FP70/FP90
Gebruiksaanwijzing
Voordat u deze printer gaat gebruiken, moet u de bijgeleverde “Lees dit eerst” en deze “Gebruiksaanwijzing” aandachtig doorlezen. Bewaar de handleidingen voor het geval u deze later als referentiemateriaal nodig hebt.
Verschillende afdrukken
maken
Afdrukken vanaf een
PictBridge-camera of extern
apparaat
Afdrukken vanaf een
computer
Problemen oplossen
Aanvullende informatie
2007 Sony Corporation
Lees de bijgeleverde “Lees dit eerst” door.
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht. Zo kunt u het risico op brand of elektrische schokken verkleinen
Waarschuwing voor klanten in Europa
Dit product is getest en voldoet aan de beperkingen die zijn uiteengezet in de EMC­richtlijn voor het gebruik van een aansluitsnoer van minder dan 3 meter.
Let op
De elektromagnetische velden kunnen bij de opgegeven frequenties het beeld van deze digitale fotoprinter beïnvloeden.
Opmerking
Als de gegevensoverdracht wordt onderbroken (mislukt) door statische elektriciteit of elektromagnetische storing, moet u de toepassing opnieuw starten of de verbindingskabel (USB, enzovoort) loskoppelen en opnieuw aansluiten.
.
Verwijdering van oude elektrische en elektronische apparaten (Toepasbaar in de Europese Unie en andere Europese landen met gescheiden ophaalsystemen)
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudelijk afval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u
ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. De recycling van materialen draagt bij tot het vrijwaren van natuurlijke bronnen. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht.
Het kopiëren, bewerken of afdrukken van CD’s, televisieprogramma’s, auteursrechtelijk beschermde materialen, zoals beelden en publicaties, en alle andere materialen met uitzondering van eigen opnamen en creaties is beperkt tot huishoudelijk of privé-gebruik. Tenzij u in het bezit bent van de auteursrechten of toestemming hebt van de houder van de auteursrechten om deze materialen te kopiëren, kan gebruik van deze materialen een overtreding van de auteursrechtwetten betekenen en moet u wellicht schadevergoeding betalen aan de houder van de auteursrechten.
Als u foto’s gebruikt met deze printer, moet u ervoor zorgen dat u de auteursrechtwetten niet overtreedt. Ongeoorloofd gebruik of aanpassing van portretten van andere personen kan ook een inbreuk op hun rechten betekenen.
Op bepaalde demonstraties, optredens en tentoonstellingen is het nemen van foto’s niet toegestaan.
2
Reservekopiëen
U kunt het beste een reservekopie van uw gegevens opslaan om gegevensverlies door een bedieningsfout of storing van de printer te voorkomen.
NL
Informatie
IN GEEN GEVAL IS DE VERKOPER AANSPRAKELIJK VOOR ENIGE DIRECTE OF INCIDENTELE SCHADE OF GEVOLGSCHADE VAN WELKE SOORT DAN OOK, OF VOOR VERLIEZEN OF KOSTEN ALS GEVOLG VAN EEN DEFECT PRODUCT OF HET GEBRUIK VAN EEN PRODUCT.
Sony is niet aansprakelijk voor enige incidentele schade of gevolgschade of verlies van opgenomen gegevens als gevolg van het gebruik van of een storing aan de printer of de geheugenkaart.
Opmerkingen over het LCD-scherm
•Het weergegeven beeld heeft niet dezelfde beeldkwaliteit en kleuren als het afgedrukte beeld omdat de fosformethoden en -profielen anders zijn. U moet het weergegeven beeld beschouwen als indicatie.
•Druk niet op het LCD-scherm. Het scherm kan dan verkleuren, waardoor een storing wordt veroorzaakt.
•Als het LCD-scherm langdurig wordt blootgesteld aan direct zonlicht, kan dit tot defecten leiden.
•Het LCD-scherm is vervaardigd met behulp van precisietechnologie, waardoor meer dan 99,99% van de pixels effectief bruikbaar is. Deze punten duiden niet op fabricagefouten en hebben geen enkele invloed op de afdrukken.
•In een koude omgeving kunnen de beelden op het LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is normaal.
Handelsmerken en auteursrechten
•Cyber-shot is een handelsmerk van Sony Corporation.
•"Memory Stick", , "Memory Stick PRO", , "Memory Stick Duo", , "Memory Stick PRO Duo", , "MagicGate" , , "Memory Stick Micro", en "M2" zijn handelsmerken van Sony Corporation.
•Dit apparaat is uitgerust met software voor gezichtsherkenning. Er wordt gebruikgemaakt van de Sony-technologie voor gezichtsherkenning die is ontwikkeld door Sony.
•De BLUETOOTH-handelsmerken zijn eigendom van Bluetooth SIG, Inc., U.S.A. en worden door Sony Corporation onder licentie gebruikt.
•Microsoft, Windows, Windows Vista en DirectX zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
•IBM en PC/AT zijn gedeponeerde handelsmerken van International Business Machines Corporation.
•Intel en Pentium zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Intel Corporation.
of xD-Picture Carda is een handelsmerk van Fuji Photo Film Co., Ltd.
•CompactFlash is een handelsmerk van SanDisk Corporation in de Verenigde Staten.
is een handelsmerk van FotoNation Inc. in de Verenigde Staten.
•Alle andere bedrijven en productnamen die hierin worden vermeld, kunnen de handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken zijn van hun respectieve bedrijven. Bovendien worden "™" en "®" niet elke keer vermeld in deze gebruiksaanwijzing.
•Het rasterproces van True Type-lettertypen is gebaseerd op de FreeType Team-software.
•Deze software is gedeeltelijk gebaseerd op het werk van de Independent JPEG Group.
•Libtiff Copyright © 1988-1997 Sam Leffler Copyright © 1991-1997 Silicon Graphics, Inc. Permission to use, copy, modify, distribute,
and sell this software and its documentation for any purpose is hereby granted without fee.
• Zlib © 1995-2002 Jean-loup Gailly en Mark Adler
3
NL
Kennisgeving voor gebruikers

Inhoudsopgave

Programma © 2007 Sony Corporation Documentatie © 2007 Sony Corporation
Alle rechten voorbehouden. Deze handleiding en de software die hierin wordt beschreven, geheel of gedeeltelijk, mogen niet worden gereproduceerd, vertaald of omgezet in een machineleesbare vorm zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Sony Corporation.
IN GEEN GEVAL IS SONY CORPORATION AANSPRAKELIJK VOOR ENIGE INCIDENTELE OF SPECIALE SCHADE OF GEVOLGSCHADE HETZIJ ONDER DWANG, CONTRACT OF ANDERSZINS VOORTKOMEND UIT OF IN VERBAND MET DEZE HANDLEIDING, DE SOFTWARE OF ANDERE INFORMATIE DIE HIERIN WORDT VERMELD OF HET GEBRUIK ERVAN.
Door het zegel van de CD-ROM-verpakking te verbreken, accepteert u alle bepalingen en voorwaarden van deze overeenkomst. Als u deze bepalingen en voorwaarden niet accepteert, retourneert u de ongeopende CD-ROM­verpakking samen met de rest van het pakket aan de handelaar bij wie u het pakket hebt gekocht.
Sony Corporation behoudt zich het recht voor om te allen tijde deze handleiding of de informatie in deze handleiding te wijzigen zonder voorafgaande kennisgeving.
De software die hierin wordt beschreven, kan ook vallen onder de bepalingen van een afzonderlijke gebruiksrechtovereenkomst.
Ontwerpgegevens, zoals de voorbeelden in deze software, mogen uitsluitend voor persoonlijk gebruik worden aangepast of gekopieerd. Het ongeoorloofd kopiëren van deze software is volgens de auteursrechtwetten verboden.
Houd er rekening mee dat het ongeoorloofd kopiëren of aanpassen van portretten van andere personen of van auteursrechtelijk beschermd werk een inbreuk op de rechten van de houders van de auteursrechten kan betekenen.
Voordat u begint......................
Onderdelen ............................................. 6
LCD-scherm ............................................ 8
Een voorbeeld ........................................... 8
Beeldenlijst ............................................... 9
Verschillende afdrukken maken
Een mislukte foto automatisch
corrigeren (AUTO TOUCH-UP) ........ 10
Afdrukken met de AUTO TOUCH-UP-
aanpassingen ..........................................10
Eenvoudige afdrukken maken
(Index/DPOF/All) ............................. 11
Beelden bewerken ................................ 12
Het menu Bewerken weergeven .............. 12
Beelden vergroten of verkleinen ..............13
Beelden verplaatsen ................................ 13
Beelden draaien ...................................... 14
Beelden aanpassen ................................. 14
Speciale filters aan een beeld toevoegen.. 15
De rode ogen corrigeren .......................... 16
Een bewerkt beeld afdrukken .................. 17
Een bewerkt beeld opslaan ...................... 17
U wordt wellicht verwezen naar de bijgeleverde "Lees dit eerst" als deze gedetailleerde beschrijvingen bevat.
Over de afbeeldingen en schermen die in deze handleiding worden gebruikt
In de afbeeldingen en de schermen die in deze handleiding worden gebruikt, wordt de DPP-FP70 weergegeven, tenzij anders aangegeven.
4
NL
Afdrukken met Creative Print maken.... 18
Het menu Creative Print weergeven .........18
Lay-outafdrukken maken .........................19
Kalenders maken ....................................20
ID-foto’s maken ...................................... 21
Tekens of illustraties op een
beeld leggen ........................................... 23
Een diavoorstelling weergeven ............. 25
Beelden zoeken .................................... 26
Beelden archiveren ............................... 27
Beelden kopiëren .................................... 27
Geselecteerde beelden verwijderen ..........28
Een "Memory Stick" formatteren ............. 29
De afdrukinstellingen wijzigen
(Afdrukinstelling) ............................ 30
De printervoorkeuren wijzigen
(Beeld/printerinstelling) .................. 33
Afdrukken vanaf een PictBridge-camera of extern apparaat
Afdrukken vanaf een digitale
PictBridge-camera .......................... 35
Afdrukken vanaf een
Bluetooth-compatibel apparaat ...... 36
Compatibele profielen voor
Bluetooth-communicatie ......................... 36
Procedures voor afdrukken ...................... 36
Afdrukken vanaf een extern apparaat .. 38
Problemen oplossen
Als er problemen optreden ................... 50
Als er een foutbericht wordt
weergegeven .................................. 65
Als het papier vastloopt........................ 68
De binnenkant van de printer reinigen . 68
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen ......................... 70
Veiligheid................................................ 70
Installatie ................................................70
Reinigen ................................................. 71
Beperkingen voor het kopiëren ................ 71
Over kleurenprintsets .............................. 71
Informatie over de geheugenkaarten ... 72
Informatie over de "Memory Stick" ......... 72
Informatie over de SD-kaart ..................... 74
Informatie over de CompactFlash-kaart ... 74
Technische gegevens ............................ 75
Afdrukbereik ........................................... 77
Woordenlijst ......................................... 78
Woordenlijst voor het opleggen
van tekens ...................................... 79
Index .................................................... 82
Afdrukken vanaf een computer
De software installeren......................... 39
Systeemvereisten..................................... 39
De printerdriver installeren ...................... 40
Picture Motion Browser installeren .......... 42
Foto’s afdrukken vanuit Picture
Motion Browser .............................. 44
Afdrukken vanuit een in de handel
verkrijgbare toepassing ........................... 49
5
NL

Voordat u begint

Onderdelen

Zie de pagina’s tussen haakjes voor meer informatie.
In de afbeeldingen wordt de DPP-FP70 weergegeven. De locaties en namen van de toetsen van de DPP-FP90 zijn gelijk, hoewel het LCD-scherm afwijkt.
Voorpaneel van de printer
1 1-schakelaar/aanduiding (aan/
standby) (.Lees dit eerst)
2 MENU-toets 3
/ -toetsen (uitzoomen/
inzoomen) (pagina 9)
4 LCD-scherm
Type 2.5 DPP-FP70 / Type 3.6 DPP-FP90
5 ENTER-toets 6 Pijltoetsen (f/F/g/G) 7 AUTO TOUCH-UP-toets (pagina 10) 8 PRINT-toets/aanduiding 9 CANCEL-toets 0 Toegangslampje qa CompactFlash-kaartsleuf (.Lees
dit eerst) (pagina 74)
qs Klep van de papierladehouder
(.Lees dit eerst)
qd Papierladehouder (.Lees dit
eerst)
qf SD CARD-sleuf (SD/miniSD-kaart)
(.Lees dit eerst) (pagina 74)
qg "Memory Stick PRO"-sleuf
(Standard/Duo) (.Lees dit eerst) (pagina 72)
6
Rechterpaneel van de printer
qh Uitwerphendel voor het inktlint
(.Lees dit eerst)
qj Inktlint (.Lees dit eerst) qk Klep voor inktlinthouder (.Lees
dit eerst)
NL
Achterpaneel van de printer
1 Handgreep
Zet de handgreep omhoog, zoals hieronder wordt weergegeven, wanneer u de printer wilt meenemen. Zet de handgreep terug in de oorspronkelijke positie wanneer u de printer gebruikt.
Opmerkingen
• Wanneer u de printer meeneemt, moet u geheugenkaarten, externe apparaten en de papierlade verwijderen. Als u dit niet doet, kan er een storing optreden.
• Wanneer u de DPP-FP90 gebruikt, zet u het LCD-scherm terug in de oorspronkelijke positie.
Voordat u begint
(*In bepaalde regio’s wordt de Bluetooth USB-adapter DPPA-BT1 niet verkocht.)
2 Ventilatieopeningen 3 DC IN 24V-aansluiting (.Lees dit
eerst)
Sluit de bijgeleverde netspanningsadapter aan op deze aansluiting.
Linkerpaneel van de printer
4 USB-aansluiting (pagina 41)
Wanneer u de printer in de PC-stand gebruikt, sluit u een computer aan op deze aansluiting.
5 PictBridge/EXT INTERFACE-
aansluiting (pagina 35 tot en met 38)
Wanneer u een PictBridge-compatibele digitale camera, een apparaat voor massaopslag, zoals een USB-geheugen of foto-opslagapparaat, Bluetooth USB­adapter (DPPA-BT1*) of een ander extern USB-apparaat gebruikt, sluit u het betreffende apparaat aan op deze aansluiting.
7
NL

LCD-scherm

Een voorbeeld

Weergave van beeldgegevens
x
Geen weergave van beeldgegevens
x
Wanneer u op ENTER drukt, wordt de weergavestand voor beelden gewijzigd. Als u een ander beeld wilt weergeven, drukt u op g/G.
1 Aanduidingen voor invoer/
instellingen
Invoeraanduidingen en informatie over instellingen voor een beeld worden weergegeven.
Pictogrammen Betekenis
Invoer van "Memory Stick" of "Memory Stick Duo" Invoer van SD-/miniSD-kaart Invoer van CompactFlash-kaart Invoer van extern apparaat
Beveiligingsaanduiding
DPOF-aanduiding
Aanduiding voor bijbehorend bestand (wordt weergegeven wanneer het beeld een bijbehorend bestand heeft, zoals een filmbestand of een verkleind beeldbestand dat per e-mail kan worden verzonden)
Gedetailleerde weergave van beeldgegevens
NL
8
x
2 Aantal geselecteerde beelden/
totaal aantal beelden
3 Aanduiding voor het inktlint
(P: P-formaat/C: Reinigingscartridge)
4
Beeldnummer (map-bestandsnummer)
(*Alleen DCF-compatibele bestanden. Bij andere bestandsindelingen wordt slechts een gedeelte van de bestandsnaam weergegeven.)
5 Gebruikstips 6 Opslagdatum (jaar/maand/dag) 7 Aantal exemplaren
Het maximum aantal exemplaren is 20.
• Als u herhaaldelijk op f drukt,
kunt u het aantal exemplaren steeds met één verhogen.
• Als u herhaaldelijk kort op F drukt,
kunt u het aantal exemplaren steeds met één verlagen.
• Als u het aantal exemplaren in één
keer weer op nul wilt zetten, drukt u ten minste twee seconden op F.
8 Schuifbalk
Hiermee wordt de positie van het beeld in het totaal aantal beelden aangegeven.
9 Gedetailleerde weergave van
beeldgegevens

Beeldenlijst

DPP-FP70
DPP-FP90
De schermweergave schakelen tussen een voorbeeld en de beeldenlijst
U kunt als volgt schakelen tussen een voorbeeld en de beeldenlijst:
• De beeldenlijst weergeven
Druk in een voorbeeld op (uitzoomen). Wanneer een beeld is vergroot, drukt u herhaaldelijk op Het beeld wordt verkleind tot het oorspronkelijke formaat en vervolgens wordt de beeldenlijst weergegeven.
• Een voorbeeld weergeven
Druk in de beeldenlijst op g/G/f/F om de cursor naar het gewenste beeld te verplaatsen en druk op ENTER of
(inzoomen). Op het scherm wordt in plaats van de beeldenlijst één voorbeeld weergegeven.
• Een voorbeeld vergroten
Druk in een voorbeeld herhaaldelijk op
(inzoomen). Het beeld wordt in 6 stappen vergroot tot maximaal 5 keer het oorspronkelijke formaat: x1, x 1,5, x2, x3, x4 en x5
.
Voordat u begint
1 Cursor (oranje kader)
U kunt op f/F/g/G drukken om de cursor te verplaatsen.
2 Gebruikstips 3 Schuifbalk
Hiermee wordt de positie van het beeld in het totaal aantal beelden aangegeven.
ENTER
9
NL

Verschillende afdrukken maken

Een mislukte foto automatisch corrigeren (AUTO TOUCH-UP)

Wat is de functie "AUTO TOUCH-UP"?
Als aanvulling op automatische aanpassing met Auto Fine Print 4 kunt u met de functie "AUTO TOUCH-UP" het beeld als volgt automatisch aanpassen:
• Gezichtsherkenning gebruiken om de helderheid aan te passen Het gezicht wordt automatisch gedetecteerd en de helderheid wordt aangepast, zodat het gezicht met optimale helderheid wordt weergegeven.
• Onscherpte beperken De onscherpte wordt automatisch vastgesteld en het beeld wordt verscherpt.
• Rode ogen-correctie De rode ogen die door de flitser worden veroorzaakt, worden automatisch gecorrigeerd.

Afdrukken met de AUTO TOUCH-UP-aanpassingen

Toetsen die worden gebruikt bij afdrukken van AUTO TOUCH-UP-correcties
g/G/f/F/ENTER AUTO TOUCH-UP PRINT
Selecteer een beeld of beelden.
1
Druk herhaaldelijk op g/G tot het gewenste beeld wordt weergegeven. Als u meerdere beelden wilt afdrukken, stelt u het aantal exemplaren voor elk beeld van tevoren in.
Druk op AUTO TOUCH-UP.
2
Het aanpassen van het geselecteerde beeld/de geselecteerde beelden wordt gestart. De aanpassingsresultaten worden op het scherm weergegeven. Wanneer het gezicht van een mens
NL
10
wordt gedetecteerd, wordt het gezicht aangegeven met een kader terwijl de aanpassingen worden verwerkt.
De aanpassingsresultaten duidelijker weergeven:
Druk op om het beeld te vergroten.
Het oorspronkelijke beeld (vóór de aanpassingen) opnieuw weergeven
Druk op AUTO TOUCH-UP. Als u het aangepaste beeld wilt
weergeven, drukt u nogmaals op AUTO TOUCH-UP.
Als u meerdere beelden hebt geselecteerd wanneer u op AUTO TOUCH-UP drukt
Alle geselecteerde beelden worden aangepast. Als u andere beelden wilt weergeven, drukt u op g/G.
3 Druk op PRINT.
Het afdrukken van het geselecteerde beeld/de geselecteerde beelden wordt gestart.
Tip
De aanpassingen zijn alleen van invloed op het beeld dat wordt afgedrukt. Het oorspronkelijke beeld wordt niet aangepast.
Opmerkingen
• Afhankelijk van het beeld wordt het gezicht mogelijk niet automatisch gedetecteerd. Als de helderheid van het gezicht niet goed wordt aangepast, gebruikt u het menu Bewerken-Aanpassen om de helderheid handmatig aan te passen (pagina 14).
• Afhankelijk van het beeld kan de onscherpte mogelijk niet worden gecorrigeerd. In dit geval gebruikt u de instelling Scherpte in het menu Bewerken-Aanpassen om de scherpte handmatig aan te passen.
• De functie voor het beperken van de onscherpte heeft geen invloed op wazige beelden die worden veroorzaakt door het schudden van de camera.
• Afhankelijk van het beeld kunnen de rode ogen mogelijk niet worden gecorrigeerd. In dit geval gebruikt u de optie Rode ogen­correctie om de rode ogen handmatig aan te passen (pagina 16).
De functie voor rode ogen­correctie van deze printer gebruikt de technologie van FotoNation Inc. in de Verenigde Staten.

Eenvoudige afdrukken maken (Index/DPOF/All)

Met het menu Gemakkelijk afdrukken kunt u meerdere beelden die zijn opgeslagen op een geheugenkaart of op een extern apparaat, in één keer afdrukken.
De printer biedt de volgende drie eenvoudige afdrukmethoden:
Index afdrukken
U kunt een lijst (index) afdrukken met alle beelden op een geheugenkaart of extern apparaat. Zo kunt u eenvoudig de inhoud van het geselecteerde medium controleren.
Het aantal deelvensters op een vel wordt automatisch berekend. De beelden worden afgedrukt met de bijbehorende beeldnummers (mapnummer-bestandsnummer).
Beeldnummer
Datum (als Datumafdruk is ingeschakeld.)
Opmerkingen
• Raadpleeg de handleiding bij de digitale camera voor meer informatie over het vooraf instellen van beelden voor afdrukken.
• Sommige digitale camera’s bieden geen ondersteuning voor de functie DPOF of de printer is wellicht niet compatibel met bepaalde functies van de digitale camera.
Toetsen die worden gebruikt bij gemakkelijk afdrukken
g/G/f/F/ENTER
CANCEL
MENU
Druk op MENU op de printer.
1
De menubalk wordt weergegeven.
Pictogram
Gemakkelijk afdrukken Menubalk
De menustand uitschakelen
Druk nogmaals op MENU. Het vorige venster wordt weergegeven.
Verschillende afdrukken maken
Beelden afdrukken die vooraf zijn ingesteld met DPOF
De beelden die vooraf zijn ingesteld met voor afdrukken met DPOF (Digital Print Order Format), worden in een voorbeeldweergave weergegeven met de afdrukmarkering (
beelden in één keer afdrukken. Het vooraf ingestelde aantal exemplaren van de beelden wordt afgedrukt in de volgorde waarin de beelden zijn weergegeven.
Alle beelden afdrukken U kunt alle beelden op een
geheugenkaart of extern apparaat in één keer afdrukken.
). U kunt deze
Druk op g/G om (Gemakkelijk
2
afdrukken) te selecteren en druk op ENTER.
Het menu Gemakkelijk afdrukken wordt weergegeven.
Menu Gemakkelijk afdrukken
Wordt vervolgd
11
NL
Druk op f/F om “Indexafdruk”,
3
“DPOF-afdruk” of “Alles afdrukken” te selecteren en druk vervolgens op ENTER.
Het bevestigingsvenster wordt weergegeven.
Opmerking
Als er geen beelden zijn die vooraf zijn ingesteld met DPOF wanneer u op “DPOF­afdruk” hebt geselecteerd drukt, wordt een foutbericht weergegeven.
Druk op g/G om "Ja" te
4
selecteren en het afdrukken te starten of om "Nee" te selecteren en het afdrukken te annuleren. Druk vervolgens op ENTER.
Als u "Ja" selecteert, wordt het afdrukken gestart. Tijdens het afdrukken knippert de PRINT-aanduiding en wordt het afdrukproces weergegeven.
Het afdrukken stoppen
Druk op CANCEL. Als u meerdere exemplaren afdrukt, wordt het afdrukken geannuleerd vanaf de volgende afdruk.
Als het afdrukken is voltooid, wordt het printpapier automatisch uitgevoerd naar de papierlade.
5 Verwijder het printpapier uit de
papierlade.
Tips
• Zelfs als het inktlint niet meer lang genoeg is
voor het aantal exemplaren, kunt u doorgaan met afdrukken. Als het inktlint opraakt tijdens het afdrukken en een bericht wordt weergegeven, volgt u de instructies op het scherm om het inktlint te vervangen (raadpleeg "Lees dit eerst").
• Als "Datumafdruk" in het menu
Afdrukinstelling is ingesteld op "Aan", wordt de opname- of opslagdatum van het beeld ook afgedrukt (pagina 32).
NL
12

Beelden bewerken

Het menu Bewerken weergeven

U kunt het menu Bewerken weergeven en beelden bewerken of effecten aan beelden toevoegen. U kunt een beeld waarvan u een voorbeeld bekijkt, afdrukken of opslaan.
Toetsen die worden gebruikt in het menu Bewerken
g/G/f/F/ENTER
PRINT
CANCEL
MENU
Geef het beeld weer dat u wilt
1
bewerken.
Geef het beeld weer in het voorbeeldvenster of verplaats de cursor naar het gewenste beeld in de beeldenlijst.
Druk op MENU op de printer.
2
De menubalk wordt weergegeven.
Pictogram voor menu Bewerken Menubalk
De menustand uitschakelen
Druk nogmaals op MENU. Het vorige venster wordt weergegeven.
Druk op g/G om (bewerken)
3
te selecteren en druk vervolgens op ENTER.
Het menu Bewerken wordt weergegeven.
Cursor Menu Bewerken
Items Functies
/ Beelden vergroten of
verkleinen met de toetsen op de printer.
Een beeld verplaatsen.
Een beeld draaien.

Beelden vergroten of verkleinen

Geef het menu Bewerken weer
1
(pagina 12).
Druk op (inzoomen) om een
2
beeld te vergroten of op (uitzoomen) om het te verkleinen.
Wanneer u op de toets drukt, wordt het beeld groter of kleiner:
: maximaal 200% : maximaal 60%
Opmerking
De beeldkwaliteit van een vergroot beeld kan afnemen, afhankelijk van de grootte.
Verschillende afdrukken maken
De beeldkwaliteit aanpassen.
Filters aan een beeld toevoegen.
Rode ogen beperken.
De laatste bewerking ongedaan maken en de status van het beeld voor de bewerking herstellen.
Het bewerkte beeld opslaan.
Het menu Bewerken sluiten.
Tip
U kunt een aantal van de items in het menu Afdrukinstelling instellen via MENU terwijl u een beeld bewerkt.

Beelden verplaatsen

Geef het menu Bewerken weer
1
(pagina 12).
Druk op g/G om (Verplaatsen)
2
te selecteren en druk vervolgens op ENTER.
De pijltoetsen b/B/v/V worden rechts van/links van/boven/onder het beeld weergegeven en u kunt het beeld verplaatsen.
Verplaats het beeld met de
3
pijltoets g/G/f/F.
Het beeld wordt in de geselecteerde richting verplaatst.
Druk op ENTER.
4
De positie van het beeld wordt vastgelegd.
Wordt vervolgd
13
NL
Tip
Als u het weergegeven beeld wilt afdrukken, drukt u op PRINT (pagina 17).

Beelden draaien

Geef het menu Bewerken weer
1
(pagina 12).
Druk op g/G om (draaien) te
2
selecteren en druk op ENTER.
Het menu Draaien wordt weergegeven.
Pictogram Draaien Menu Draaien
Druk op f/F om de richting te
3
selecteren waarin u het beeld wilt draaien en druk op ENTER.
• 90° rechtsom draaien: wanneer u op ENTER drukt, wordt het beeld 90° rechtsom gedraaid.
• 90° linksom draaien: wanneer u op ENTER drukt, wordt het beeld 90° linksom gedraaid.
Tip
Als u het weergegeven beeld wilt afdrukken, drukt u op PRINT (pagina 17).

Beelden aanpassen

Geef het menu Bewerken weer
1
(pagina 12).
Druk op g/G om (Aanpassen)
2
te selecteren en druk op ENTER.
Het menu Aanpassen wordt weergegeven.
Pictogram Aanpassen
Druk op f/F om het gewenste
3
hulpmiddel voor aanpassen te selecteren en druk op ENTER.
De aanpassingsbalk verschijnt
Als "Helderheid" is geselecteerd.
Aanpassingsbalk
Verplaats het schuifblokje naar de
4
gewenste positie om het niveau aan te passen.
Helderheid: druk op G om de foto
helderder te maken of op g om de foto donkerder te maken.
Verzadiging: druk op G om de foto
blauwer te maken of op g om de foto roder te maken.
Druk: druk op G om de kleuren dieper te maken of op g om de
Menu Aanpassen
14
NL
kleuren lichter te maken.
Scherpte: Druk op G om de randen
te verscherpen of op g om de randen zachter te maken.
Druk op ENTER.
5
De aanpassingen worden toegepast. Het menu Bewerken wordt opnieuw weergegeven.
Tip
Als u het weergegeven beeld wilt afdrukken, drukt u op PRINT (pagina 17).

Speciale filters aan een beeld toevoegen

Geef het menu Bewerken weer
1
(pagina 12).
Druk op g/G om (filter) te
2
selecteren en druk op ENTER.
Het menu Filter wordt weergegeven
Menu Filter Pictogram Filter
Druk op f/F om het filter te
3
selecteren dat u aan het beeld wilt toevoegen.
Geen filter: er wordt geen speciaal
filter toegepast op het beeld (standaardinstelling).
Stereffect: er wordt een stereffect
toegevoegd aan de lichtbron om een sprankelend beeld weer te geven.
Gedeeltelijk kleur: de omgeving
van het onderwerp wordt monochroom gemaakt om het onderwerp in het midden te benadrukken.
Sepia: het beeld wordt aangepast
zodat het lijkt op een oude foto met vervaagde kleuren.
Monochroom: het beeld wordt
gewijzigd in een zwart-witbeeld.
Verf: het beeld wordt aangepast
zodat het lijkt op een schilderij.
Visoog: het beeld wordt aangepast
zodat het lijkt op een foto die is genomen met een vissenooglens.
Druk op ENTER.
4
Het filter wordt geactiveerd.
.
Als u "Stereffect" hebt geselecteerd, wordt het instelvenster weergegeven.
Stel het niveau en bereik voor
5
Stereffect in.
1 Selecteer "Niveau" met f/F en
druk op ENTER, pas het niveau voor bijwerken aan met f/F en druk op ENTER.
Hoe hoger het niveau dat u instelt, hoe sprankelender de lichtbronnen worden.
2 Selecteer "Lengte" met f/F en
druk op ENTER, pas de lengte van het licht aan met f/F en druk op ENTER.
3 Druk op f/F om
Druk vervolgens op ENTER.
Tip
Als u het weergegeven beeld wilt afdrukken, drukt u op PRINT (pagina 17).
te selecteren.
Verschillende afdrukken maken
15
NL

De rode ogen corrigeren

Als de rode ogen van een onderwerp dat met een flitser is opgenomen, niet kunnen worden gecorrigeerd door op AUTO TOUCH-UP te drukken, kunt u dit handmatig aanpassen.
Opmerking
Als u aanvullende bewerkingen, zoals vergroten, verkleinen, draaien of verplaatsen van beelden, uitvoert nadat u de functie voor de beperking van rode ogen hebt ingesteld, wordt deze functie wellicht niet geactiveerd. Schakel deze functie pas in als u alle andere bewerkingen hebt uitgevoerd.
Geef het menu Bewerken weer
1
(pagina 12).
Druk op g/G om (Rode ogen-
2
correctie) te selecteren en druk op ENTER.
Het aanpassingskader verschijnt op het beeld. Dit kader geeft het gebied aan waarin de functie voor de beperking van rode ogen wordt uitgevoerd.
Aanpassingskader
2
Verplaats het kader met g/G/f/
F.
Het kader wordt in de geselecteerde richting verplaatst.
3 Druk op ENTER.
De huidige positie van het kader wordt vastgelegd.
De grootte van het aanpassingskader aanpassen
Druk op g/G om
(Verkleinen) te selecteren en druk
op ENTER. Wanneer u op ENTER drukt, wordt
het kader groter of kleiner. U kunt het formaat ook vergroten of
verkleinen met (uitzoomen) op de printer.
Tip
Maak het aanpassingskader twee tot zeven keer zo groot als het oog.
Druk op g/G om te selecteren
4
(Verkleinen) of
(inzoomen) of
en druk op ENTER.
Het gebied waarop de functie voor de beperking van rode ogen wordt toegepast, wordt vergroot.
Druk op ENTER.
5
De aanpassingen worden geactiveerd. Het menu Rode ogen-correctie wordt
weergegeven. Herhaal stap 3 tot en met 5 om andere
rode ogen aan te passen.
Pas de positie en de grootte van
3
het aanpassingskader aan.
U kunt de functie voor de beperking van rode ogen afzonderlijk toepassen op het linker- en rechteroog.
Het aanpassingskader verplaatsen
1 Druk op g/G om
selecteren en druk op ENTER.
NL
16
(positie) te
6 Druk op g/G om te selecteren
en druk op ENTER.
Het menu Bewerken wordt opnieuw weergegeven.
De aanpassingen ongedaan maken
Druk in stap 5 op CANCEL in plaats van ENTER. Het aanpassen van rode ogen wordt geannuleerd en het venster van stap 2 wordt weergegeven.
Tip
Als u het weergegeven beeld wilt afdrukken, drukt u op PRINT (pagina 17).

Een bewerkt beeld afdrukken

Druk op PRINT.
1
Het dialoogvenster voor het opgeven van het aantal exemplaren wordt weergegeven.
Druk op f/F om het aantal
2
exemplaren te verhogen of te verlagen.
• Als u het aantal exemplaren met één wilt verhogen, drukt u herhaaldelijk op f.
• Wilt u het aantal exemplaren met één verlagen, dan drukt u herhaaldelijk kort op F.
• Als u het aantal exemplaren weer op 1 wilt zetten, drukt u ten minste twee seconden op F.
Druk op PRINT om het afdrukken
3
te starten.
Het voorbeeld wordt afgedrukt.

Een bewerkt beeld opslaan

Als u (Opslaan) selecteert in het menu Bewerken of Creative Print, wordt het dialoogvenster weergegeven waarin u kunt aangeven waar u het beeld wilt opslaan. U kunt het beeld opslaan met een nieuw beeldnummer.
Tip
Het geselecteerde beeld wordt niet overschreven.
Selecteer de bestemming om een
1
beeld op te slaan.
Druk op f/F om "Memory Stick", "SD-kaart", "CompactFlash" of "Extern apparaat" te selecteren en druk op ENTER.
Tip
Wanneer u "Extern apparaat" selecteert, wordt er mogelijk een dialoogvenster weergegeven waarin u een station kunt selecteren. Volg de instructies op het scherm om het doelstation te selecteren.
Het dialoogvenster voor het instellen van de datum wordt weergegeven. U kunt de datum met het beeld opslaan.
Stel de datum in.
2
Druk op f/F om het nummer te selecteren en druk vervolgens op g/G om de dag, maand of het jaar te selecteren. Druk vervolgens op ENTER.
Het beeld dat met het menu Bewerken of Creative Print is bewerkt, wordt opgeslagen als nieuw beeld
. Het dialoogvenster voor het weergeven van nieuwe beeldnummers (mapnummer-bestandsnummer) wordt weergegeven.
Druk op ENTER.
3
Opmerking
Terwijl het beeld wordt opgeslagen, moet u de printer niet uitschakelen en een geheugenkaart of extern apparaat niet verwijderen van de printer. De printer, geheugenkaart, USB-kaart of het externe apparaat kan worden beschadigd en de gegevens kunnen verloren gaan.
Verschillende afdrukken maken
17
NL

Afdrukken met Creative Print maken

Met beelden die op een geheugenkaart of een extern apparaat zijn opgeslagen, kunt u de volgende afdrukken maken:
Menu U kunt maken...
Lay-outafdruk Een afdruk met 2/4/9/13/
16 deelbeelden.
Kalender Kalenders met uw favoriete
beelden.
ID-foto Een ID-foto door de
verticale en horizontale afmetingen voor een beeld op te geven.
Opleggen Een afdruk met een
opgelegd bericht, handgeschreven tekens of illustraties.

Het menu Creative Print weergeven

Toetsen die in Creative Print worden gebruikt
g/G/f/F/ENTER
Pictogram voor menu Creative Print Menubalk
De menustand uitschakelen
Druk op MENU. Het vorige venster wordt weergegeven.
Druk op g/G om (Creative
2
Print) te selecteren en druk op ENTER.
Het menu Creative Print wordt weergegeven.
De bewerking halverwege ongedaan maken
Druk op CANCEL. Het venster van de vorige stap wordt weergegeven. Afhankelijk van de stap kunt u de bewerking wellicht niet ongedaan maken.
PRINT
CANCEL
MENU
Druk op MENU.
1
De menubalk wordt weergegeven.
NL
18
Tip
Terwijl u een creatieve afdruk maakt, kunt u op MENU drukken en een aantal items in het menu Afdrukinstelling instellen.
Het menu Creative Print sluiten
• Druk tijdens de bewerkingen op MENU en selecteer "Creative Print voltooid".
• Geef het voorbeeld weer en druk op g/ G/f/F om vervolgens op ENTER.
Het dialoogvenster voor het opslaan van beelden wordt weergegeven (pagina 17).
te selecteren. Druk

Lay-outafdrukken maken

U kunt een afdruk maken met 2, 4, 9, 13 of 16 deelbeelden.
Geef het menu Creative Print
1
weer (pagina 18).
Druk op g/G/f/F om "Lay-
2
outafdruk" te selecteren en druk op ENTER.
De sjablonen voor Lay-outafdruk worden weergegeven.
Druk op g/G/f/F om de
3
gewenste sjabloon te selecteren en druk op ENTER.
Het voorbeeld van de gewenste sjabloon wordt weergegeven.
Beeldgebied
Druk op g/G/f/F om het
4
gewenste beeldgebied te selecteren en druk op ENTER.
Het venster voor het selecteren van een beeld wordt weergegeven.
Druk op g/G/f/F om het
5
gewenste beeldgebied te selecteren en druk vervolgens op ENTER.
Het venster voor het aanpassen van de beeldpositie wordt weergegeven.
Hulpmiddelen voor aanpassen
Pas het formaat en de positie van
6
het geselecteerde beeld aan.
Druk op g/G om het gewenste item voor aanpassing te selecteren en druk op ENTER.
Items Procedures
/ Beelden vergroten of verkleinen
met de toetsen op de printer.
Verplaats het beeld met
f/F
en druk op ENTER.
Wanneer u op ENTER drukt, wordt het beeld 90° rechtsom gedraaid.
AUTO TOUCH-UP
Een mislukte foto met problemen als tegenlicht, onscherpte of rode ogen wordt automatisch aangepast als u op de toets op de printer drukt.
Verschillende afdrukken maken
g/G/
Tip
U kunt elk gebied in een willekeurige volgorde selecteren en instellen.
Wordt vervolgd
19
NL
Druk op g/G om te selecteren
7
en druk op ENTER.
Het geselecteerde beeld wordt toegevoegd aan het beeldgebied. Als u een sjabloon met meerdere beelden selecteert, herhaalt u stappen 4 tot en met 7 om een beeld voor elk gebied te selecteren.
Tip
Zie pagina 17 om de lay-outbeelden waarvan u een voorbeeld bekijkt, op te slaan of af te drukken.

Kalenders maken

U kunt kalenders maken met uw favoriete beelden.
Geef het menu Creative Print
1
weer (pagina 18).
Druk op g/G/f/F om
2
"Kalender" te selecteren en druk op ENTER.
Het venster voor het selecteren van een kalendertype wordt weergegeven.
Druk op g/G/f/F om de
3
gewenste sjabloon te selecteren en druk op ENTER.
Het voorbeeld van de gewenste sjabloon wordt weergegeven.
Beeldgebied Kalendergebied
Tip
U kunt een beeld- of kalendergebied in een willekeurige volgorde selecteren en instellen
Selecteer een beeld.
4
Als u een sjabloon met meerdere beelden selecteert, herhaalt u de onderstaande procedure om een beeld voor elk gebied te selecteren.
1 Druk op g/G/f/F om een
beeldgebied te selecteren en druk op ENTER.
De beeldenlijst wordt weergegeven.
2 Druk op
gewenste beeld te selecteren en druk op ENTER.
Het venster voor het aanpassen van de beeldhoek en de beeldpositie wordt weergegeven.
Zie stap 6 op pagina 19 voor meer informatie over aanpassingen.
3 Druk op g/G om
en druk op ENTER. Het beeld wordt geselecteerd en
weergegeven in het betreffende gebied.
Stel de kalender in.
5
1 Druk op
kalendergebied te selecteren en druk op ENTER om het venster voor de kalenderinstellingen weer te geven.
g/G/f/F
g/G/f/F
om het
te selecteren
om het
.
20
NL
2 Druk op de pijltoets (
volgende items te selecteren en op de pijltoets ( selecteren.
Item Functies
Start J/M
Stel de beginmaand en het beginjaar voor de kalender in. Druk op jaar te selecteren en druk op om het nummer te selecteren. Druk op ENTER.
Startdag
Stel de eerste dag van de week in (wordt uiterst links op de kalender gezet). Druk op “Maandag” te selecteren. Druk op ENTER.
Dagkleur
Stel de kleur in voor zondag en zaterdag zoals u deze wilt weergeven in de kalender. Druk op gewenste kleur voor zondag en zaterdag te selecteren. Druk vervolgens op ENTER.
3 Druk op
selecteren en druk op ENTER. De kalender wordt weergegeven in
het kalendergebied.
Tip
Zie pagina 17 om de kalender waarvan u een voorbeeld bekijkt, op te slaan of af te drukken.
g/G
g/G
f/F
G
en vervolgens op
g/G/f/F
f/F
) om de
) om een optie te
om de maand of het
f/F
om “Zondag” of
f/F
om de
om te

ID-foto’s maken

U kunt de gewenste verticale en horizontale afmetingen opgeven voor een beeld dat wordt afgedrukt als foto voor een legitimatiebewijs als een paspoort of voor een kleine fotolijst.
Geef het menu Creative Print
1
weer (pagina 18).
2 Druk op g/G/f/F om "ID-foto"
te selecteren en druk op ENTER.
Het venster voor het instellen van de hoogte en breedte van een ID-foto wordt weergegeven.
Tip
U kunt voor de hoogte en de breedte een waarde tussen 2,0 en 6,0 cm instellen.
3 Druk op f/F om de hoogte of
breedte te selecteren die u wilt aanpassen en druk op ENTER.
De cursor wordt naar het gedeelte voor invoeren van cijfers verplaatst.
4 Druk op f/F om het formaat in
te stellen en druk vervolgens op ENTER.
Er wordt een voorbeeld van de ID­foto van het opgegeven formaat weergegeven.
Wordt vervolgd
NL
21
Verschillende afdrukken maken
5 Als u een ander formaat wilt
opgeven, herhaalt u stap 3 en 4.
6 Druk op f/F om te selecteren
en druk op ENTER.
Het venster voor het selecteren van een beeld wordt weergegeven.
7 Druk op g/G/f/F om het
gewenste beeld te selecteren en druk op ENTER.
Het venster voor het aanpassen van de beeldpositie wordt weergegeven.
8 Pas het formaat en de positie van
het geselecteerde beeld aan.
Druk op g/G om het gewenste aanpassingsitem te selecteren en druk op ENTER.
Hulpmiddelen voor aanpassen
Items Procedures
Druk op f/F om het gewenste aanpassingsitem te selecteren en druk op ENTER. Er worden een aanpassingsbalk weergegeven. Druk op g/G om de balk in de gewenste positie te zetten om de helderheid, tint, verzadiging of scherpte aan te passen.
Het beeld wordt gewijzigd in een monochroom beeld.
De rode ogen worden gecorrigeerd. (Pagina 16)
AUTO TOUCH-UP
Een mislukte foto met problemen als tegenlicht, onscherpte of rode ogen wordt automatisch aangepast als u op de toets op de printer drukt.
Druk op g/G om te selecteren
9
en druk op ENTER.
Het voorbeeld van de ID-foto wordt weergegeven.
Items Procedures
/ Het formaat van een beeld
Verplaats het beeld met g/
Wanneer u op ENTER drukt,
NL
22
vergroten of verkleinen door op de toetsen op de printer te drukken.
G/f/F en druk op ENTER.
wordt het beeld 90! rechtsom gedraaid.
Tip
Zie pagina 17 om de ID-foto waarvan u een voorbeeld bekijkt, op te slaan of af te drukken.
Opmerking
Een ID-foto is wellicht niet geschikt voor gebruikt op een legitimatiebewijs of paspoort. Controleer de vereisten voor de foto die u wilt gebruiken op het legitimatiebewijs voordat u het legitimatiebewijs of het paspoort aanvraagt.

Tekens of illustraties op een beeld leggen

U kunt een vooraf ingesteld bericht, handgeschreven tekens of illustraties op een beeld plaatsen (opleggen).
Tip
Als u handgeschreven tekens of illustraties wilt opleggen, moet u deze met een zwarte pen op wit papier tekenen, opnemen met een digitale camera en opslaan op een geheugenkaart. U kunt ook de “Woordenlijst voor het opleggen van tekens” op pagina 79 gebruiken.
1 Geef het menu Creative Print
weer (pagina 18).
2 Druk op g/G/f/F om
"Opleggen" te selecteren en druk op ENTER.
Het venster voor het selecteren van het achtergrondbeeld wordt weergegeven.
3 Selecteer een beeld voor de
achtergrond.
1 Druk op g/G/f/F om een beeld
voor de achtergrond te selecteren en druk op ENTER.
Het venster voor het aanpassen van de beeldhoek en de beeldpositie wordt weergegeven. Zie stap 6 op pagina 19 voor meer informatie over het aanpassen.
3 Druk op g/G om
en druk op ENTER. Het voorbeeldvenster wordt
weergegeven.
te selecteren
4 Leg het handgeschreven of vooraf
ingestelde bericht op het achtergrondbeeld.
x Handgeschreven tekst opleggen
1Druk op g/G om
(Handgeschreven bericht) te selecteren en druk op ENTER.
Verschillende afdrukken maken
Het venster voor het selecteren van
een beeld dat u wilt opleggen, wordt weergegeven.
2Druk op g/G/f/F om een beeld te
selecteren dat u wilt opleggen en druk op ENTER.
Selecteer het beeld met de handgeschreven tekens of illustraties die u van tevoren hebt gemaakt.
De cursor voor bijsnijden wordt weergegeven.
3Druk op g/G/f/F om het beginpunt
op te geven van het gebied dat u wilt opleggen en druk op ENTER.
4Druk op g/G/f/F om het
eindpunt van het gebied op te geven en druk op ENTER.
Wordt vervolgd
23
NL
Het selectievenster voor kleur wordt weergegeven.
Terugkeren naar de vorige stap
Druk op CANCEL.
5Druk op g/G/f/F om de
gewenste kleur te selecteren en druk vervolgens op ENTER.
Het venster voor het aanpassen van de hoek en de positie van het opgelegde beeld wordt weergegeven. Zie stap 6 op pagina 19 voor meer informatie over het aanpassen.
6Druk op g/G om
te selecteren
en druk op ENTER. Er wordt een voorbeeld
weergegeven van het geselecteerde beeld dat op het achtergrondbeeld is gelegd.
x Een bericht met een standaardindeling opleggen
1Druk op g/G om
(Bericht standaard formaat) te selecteren en druk op ENTER.
Het selectievenster voor kleur wordt weergegeven.
2Druk op f/F om het gewenste
bericht te selecteren en druk op ENTER.
Het venster voor het aanpassen van de beeldhoek en de beeldpositie wordt weergegeven.
3Druk op g/G om de gewenste
kleur te selecteren en druk vervolgens op ENTER.
Het venster voor het aanpassen van het formaat en de positie van het bericht wordt weergegeven. Zie stap 6 op pagina 19 voor meer informatie over het aanpassen.
4Druk op g/G om
te selecteren
en druk op ENTER. Er wordt een voorbeeld
weergegeven van het bericht dat op het achtergrondbeeld is gelegd.
Meerdere handgeschreven tekens of vooraf ingestelde beelden opleggen
Druk op g/G om bericht) of
(Bericht standaard formaat)
(Handgeschreven
te selecteren en herhaal stap 4.
Tip
Zie pagina 17 om het opgelegde beeld waarvan u een voorbeeld bekijkt, op te slaan of af te drukken.
24
NL

Een diavoorstelling weergeven

U kunt een diavoorstelling van de beelden op een geheugenkaart of extern apparaat weergeven. U kunt ook handmatig een beeld afdrukken dat wordt weergegeven.
Toetsen die in dit gedeelte worden gebruikt
g/G/f/F/ENTER
PRINT
CANCEL
MENU
Druk op MENU.
1
De menubalk wordt weergegeven.
Menubalk menu Diavoorstelling
Druk op g/G om
2
(
Diavoorstelling
druk op ENTER.
Het menu Diavoorstelling wordt weergegeven.
Pictogram voor
) te selecteren en
Menu Diavoorstelling
Druk op f/F om "Schakelen" te
3
selecteren en druk vervolgens op ENTER.
Het venster voor het schakelen tussen beelden wordt weergegeven.
Druk op f/F om "Auto" te
4
selecteren en automatisch tussen beelden te schakelen of om "Handmatig" te selecteren om handmatig te schakelen. Druk vervolgens op ENTER.
Druk op f/F om "Uitvoeren" te
5
selecteren en druk op ENTER.
Als "Auto" is geselecteerd: De op de geheugenkaart of het externe apparaat worden voor één weergegeven.
• Als "Handmatig" is geselecteerd: Het beeld met de cursor in de
beeldenlijst wordt weergegeven. Als u wilt schakelen tussen beelden, drukt u op g/G.
De diavoorstelling beëindigen
Druk op CANCEL.
Tip
Als u de diavoorstelling handmatig afspeelt, kunt u een weergegeven beeld afdrukken door op PRINT te drukken.
Opmerkingen
• Afhankelijk van het beeld kan het enige tijd duren voordat het beeld wordt weergegeven.
•U kunt beelden die niet als miniaturen worden weergegeven, niet weergeven, omdat deze zijn beschadigd of wegens een ander probleem.
automatisch één
beelden
Verschillende afdrukken maken
25
NL

Beelden zoeken

Met het menu Afbeelding zoeken kunt u op een geheugenkaart of extern apparaat zoeken naar beelden op beeldnummer of datum.
Opmerking
U kunt alleen zoeken naar beelden die als DCF­bestanden zijn opgeslagen.
Toetsen die in dit gedeelte worden gebruikt
g/G/f/F/ENTER
CANCEL
MENU
Druk op MENU.
1
De menubalk wordt weergegeven.
Pictogram voor menu Afbeelding zoeken
De menustand uitschakelen
Druk nogmaals op MENU. Het vorige venster wordt weergegeven.
Druk op g/G om (
2
zoeken
) te selecteren en druk op
ENTER.
Het menu Afbeelding zoeken wordt weergegeven.
Menu Afbeelding zoeken
Afbeelding
Druk op f/F om de zoekmethode
3
te selecteren en druk op ENTER.
Het dialoogvenster voor het opgeven van de zoekcriteria wordt weergegeven.
Druk op g/G om een item te
4
selecteren en op f/F om nummers op te geven.
• Als u "Op bestandsnumme" selecteert:
Geef de begin- en eindnummers op voor de bestanden (map- en bestandsnummers) waarnaar u wilt zoeken
:
Eerste Laatste beeldnummer beeldnummer
Tip
Het bovenstaande scherm is van toepassing wanneer een digitale Sony Cyber-shot-camera is aangesloten.
• Als u "Op datum" selecteert:
Geef de begin- en einddatums op voor de bestanden waarnaar u wilt zoeken:
Begindatum Einddatum
26
Tip
Als u beelden van een specifieke dag wilt zoeken, voert u in beide vakken dezelfde datum in.
NL
Loading...
+ 58 hidden pages