Voordat u deze printer gaat gebruiken, moet u de bijgeleverde
“Lees dit eerst” en deze “Gebruiksaanwijzing” aandachtig
doorlezen. Bewaar de handleidingen voor het geval u deze
later als referentiemateriaal nodig hebt.
Verschillende afdrukken
maken
Afdrukken vanaf een
PictBridge-camera of extern
apparaat
Afdrukken vanaf een
computer
Problemen oplossen
Aanvullende informatie
2007 Sony Corporation
Lees de bijgeleverde “Lees dit eerst” door.
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet bloot aan
regen of vocht. Zo kunt u het risico
op brand of elektrische schokken
verkleinen
Waarschuwing voor klanten in
Europa
Dit product is getest en voldoet aan de
beperkingen die zijn uiteengezet in de EMCrichtlijn voor het gebruik van een aansluitsnoer
van minder dan 3 meter.
Let op
De elektromagnetische velden kunnen bij de
opgegeven frequenties het beeld van deze
digitale fotoprinter beïnvloeden.
Opmerking
Als de gegevensoverdracht wordt onderbroken
(mislukt) door statische elektriciteit of
elektromagnetische storing, moet u de
toepassing opnieuw starten of de
verbindingskabel (USB, enzovoort) loskoppelen
en opnieuw aansluiten.
.
Verwijdering van oude elektrische en
elektronische apparaten (Toepasbaar in
de Europese Unie en andere Europese
landen met gescheiden ophaalsystemen)
Het symbool op het
product of op de
verpakking wijst erop
dat dit product niet als
huishoudelijk afval
mag worden
behandeld. Het moet
echter naar een plaats
worden gebracht waar
elektrische en
elektronische
apparatuur wordt
gerecycled. Als u
ervoor zorgt dat dit
product op de correcte manier wordt verwijderd,
voorkomt u voor mens en milieu negatieve
gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in
geval van verkeerde afvalbehandeling. De
recycling van materialen draagt bij tot het
vrijwaren van natuurlijke bronnen. Voor meer
details in verband met het recyclen van dit
product, neemt u contact op met de
gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst
belast met de verwijdering van huishoudafval of
de winkel waar u het product hebt gekocht.
Het kopiëren, bewerken of afdrukken van
CD’s, televisieprogramma’s, auteursrechtelijk
beschermde materialen, zoals beelden en
publicaties, en alle andere materialen met
uitzondering van eigen opnamen en creaties
is beperkt tot huishoudelijk of privé-gebruik.
Tenzij u in het bezit bent van de
auteursrechten of toestemming hebt van de
houder van de auteursrechten om deze
materialen te kopiëren, kan gebruik van deze
materialen een overtreding van de
auteursrechtwetten betekenen en moet u
wellicht schadevergoeding betalen aan de
houder van de auteursrechten.
Als u foto’s gebruikt met deze printer, moet u
ervoor zorgen dat u de auteursrechtwetten niet
overtreedt. Ongeoorloofd gebruik of
aanpassing van portretten van andere personen
kan ook een inbreuk op hun rechten betekenen.
Op bepaalde demonstraties, optredens en
tentoonstellingen is het nemen van foto’s
niet toegestaan.
2
Reservekopiëen
U kunt het beste een reservekopie van uw
gegevens opslaan om gegevensverlies door
een bedieningsfout of storing van de printer
te voorkomen.
NL
Informatie
IN GEEN GEVAL IS DE VERKOPER
AANSPRAKELIJK VOOR ENIGE DIRECTE
OF INCIDENTELE SCHADE OF
GEVOLGSCHADE VAN WELKE SOORT
DAN OOK, OF VOOR VERLIEZEN OF
KOSTEN ALS GEVOLG VAN EEN DEFECT
PRODUCT OF HET GEBRUIK VAN EEN
PRODUCT.
Sony is niet aansprakelijk voor enige
incidentele schade of gevolgschade of verlies
van opgenomen gegevens als gevolg van het
gebruik van of een storing aan de printer of
de geheugenkaart.
Opmerkingen over het LCD-scherm
•Het weergegeven beeld heeft niet dezelfde
beeldkwaliteit en kleuren als het afgedrukte
beeld omdat de fosformethoden en -profielen
anders zijn. U moet het weergegeven beeld
beschouwen als indicatie.
•Druk niet op het LCD-scherm. Het scherm kan
dan verkleuren, waardoor een storing wordt
veroorzaakt.
•Als het LCD-scherm langdurig wordt
blootgesteld aan direct zonlicht, kan dit tot
defecten leiden.
•Het LCD-scherm is vervaardigd met behulp
van precisietechnologie, waardoor meer dan
99,99% van de pixels effectief bruikbaar is.
Deze punten duiden niet op fabricagefouten
en hebben geen enkele invloed op de
afdrukken.
•In een koude omgeving kunnen de beelden op
het LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is
normaal.
Handelsmerken en auteursrechten
•Cyber-shot is een handelsmerk van Sony
Corporation.
•"Memory Stick", , "Memory Stick
PRO", , "Memory Stick
Duo", , "Memory Stick
PRO Duo", , "MagicGate"
, , "Memory Stick Micro", en
"M2" zijn handelsmerken van Sony
Corporation.
•Dit apparaat is uitgerust met software voor
gezichtsherkenning. Er wordt gebruikgemaakt
van de Sony-technologie voor
gezichtsherkenning die is ontwikkeld door
Sony.
•De BLUETOOTH-handelsmerken zijn
eigendom van Bluetooth SIG, Inc., U.S.A. en
worden door Sony Corporation onder licentie
gebruikt.
•Microsoft, Windows, Windows Vista en
DirectX zijn gedeponeerde handelsmerken of
handelsmerken van Microsoft Corporation in
de Verenigde Staten en/of andere landen.
•IBM en PC/AT zijn gedeponeerde
handelsmerken van International Business
Machines Corporation.
•Intel en Pentium zijn gedeponeerde
handelsmerken of handelsmerken van Intel
Corporation.
• of xD-Picture Carda is een
handelsmerk van Fuji Photo Film Co., Ltd.
•CompactFlash is een handelsmerk van
SanDisk Corporation in de Verenigde Staten.
• is een handelsmerk van FotoNation
Inc. in de Verenigde Staten.
•Alle andere bedrijven en productnamen die
hierin worden vermeld, kunnen de
handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken zijn van hun respectieve
bedrijven. Bovendien worden "™" en "®" niet
elke keer vermeld in deze gebruiksaanwijzing.
•Het rasterproces van True Type-lettertypen is
gebaseerd op de FreeType Team-software.
•Deze software is gedeeltelijk gebaseerd op het
werk van de Independent JPEG Group.
Alle rechten voorbehouden. Deze handleiding
en de software die hierin wordt beschreven,
geheel of gedeeltelijk, mogen niet worden
gereproduceerd, vertaald of omgezet in een
machineleesbare vorm zonder voorafgaande
schriftelijke toestemming van Sony Corporation.
IN GEEN GEVAL IS SONY CORPORATION
AANSPRAKELIJK VOOR ENIGE
INCIDENTELE OF SPECIALE SCHADE OF
GEVOLGSCHADE HETZIJ ONDER DWANG,
CONTRACT OF ANDERSZINS
VOORTKOMEND UIT OF IN VERBAND MET
DEZE HANDLEIDING, DE SOFTWARE OF
ANDERE INFORMATIE DIE HIERIN WORDT
VERMELD OF HET GEBRUIK ERVAN.
Door het zegel van de CD-ROM-verpakking te
verbreken, accepteert u alle bepalingen en
voorwaarden van deze overeenkomst. Als u
deze bepalingen en voorwaarden niet accepteert,
retourneert u de ongeopende CD-ROMverpakking samen met de rest van het pakket
aan de handelaar bij wie u het pakket hebt
gekocht.
Sony Corporation behoudt zich het recht voor
om te allen tijde deze handleiding of de
informatie in deze handleiding te wijzigen
zonder voorafgaande kennisgeving.
De software die hierin wordt beschreven, kan
ook vallen onder de bepalingen van een
afzonderlijke gebruiksrechtovereenkomst.
Ontwerpgegevens, zoals de voorbeelden in deze
software, mogen uitsluitend voor persoonlijk
gebruik worden aangepast of gekopieerd. Het
ongeoorloofd kopiëren van deze software is
volgens de auteursrechtwetten verboden.
Houd er rekening mee dat het ongeoorloofd
kopiëren of aanpassen van portretten van andere
personen of van auteursrechtelijk beschermd
werk een inbreuk op de rechten van de houders
van de auteursrechten kan betekenen.
qj Inktlint (.Lees dit eerst)
qk Klep voor inktlinthouder (.Lees
dit eerst)
NL
Achterpaneel van de printer
1 Handgreep
Zet de handgreep omhoog, zoals
hieronder wordt weergegeven, wanneer u
de printer wilt meenemen.
Zet de handgreep terug in de
oorspronkelijke positie wanneer u de
printer gebruikt.
Opmerkingen
• Wanneer u de printer meeneemt, moet
u geheugenkaarten, externe apparaten
en de papierlade verwijderen. Als u dit
niet doet, kan er een storing optreden.
• Wanneer u de DPP-FP90 gebruikt, zet u
het LCD-scherm terug in de
oorspronkelijke positie.
Voordat u begint
(*In bepaalde regio’s wordt de Bluetooth
USB-adapter DPPA-BT1 niet verkocht.)
2 Ventilatieopeningen
3 DC IN 24V-aansluiting (.Lees dit
eerst)
Sluit de bijgeleverde netspanningsadapter
aan op deze aansluiting.
Linkerpaneel van de printer
4 USB-aansluiting (pagina 41)
Wanneer u de printer in de PC-stand
gebruikt, sluit u een computer aan op
deze aansluiting.
5 PictBridge/EXT INTERFACE-
aansluiting (pagina 35 tot en met 38)
Wanneer u een PictBridge-compatibele
digitale camera, een apparaat voor
massaopslag, zoals een USB-geheugen of
foto-opslagapparaat, Bluetooth USBadapter (DPPA-BT1*) of een ander extern
USB-apparaat gebruikt, sluit u het
betreffende apparaat aan op deze
aansluiting.
7
NL
LCD-scherm
Een voorbeeld
Weergave van
beeldgegevens
x
Geen weergave
van beeldgegevens
x
Wanneer u op ENTER drukt, wordt de
weergavestand voor beelden gewijzigd.
Als u een ander beeld wilt weergeven,
drukt u op g/G.
1 Aanduidingen voor invoer/
instellingen
Invoeraanduidingen en informatie over
instellingen voor een beeld worden
weergegeven.
PictogrammenBetekenis
Invoer van "Memory Stick"
of "Memory Stick Duo"
Invoer van SD-/miniSD-kaart
Invoer van CompactFlash-kaart
Invoer van extern apparaat
Beveiligingsaanduiding
DPOF-aanduiding
Aanduiding voor bijbehorend
bestand (wordt weergegeven
wanneer het beeld een
bijbehorend bestand heeft,
zoals een filmbestand of een
verkleind beeldbestand dat per
e-mail kan worden verzonden)
Gedetailleerde
weergave van
beeldgegevens
NL
8
x
2 Aantal geselecteerde beelden/
totaal aantal beelden
3 Aanduiding voor het inktlint
(P: P-formaat/C: Reinigingscartridge)
4
Beeldnummer (map-bestandsnummer)
(*Alleen DCF-compatibele bestanden. Bij
andere bestandsindelingen wordt slechts een
gedeelte van de bestandsnaam weergegeven.)
5 Gebruikstips
6 Opslagdatum (jaar/maand/dag)
7 Aantal exemplaren
Het maximum aantal exemplaren is 20.
• Als u herhaaldelijk op f drukt,
kunt u het aantal exemplaren steeds
met één verhogen.
• Als u herhaaldelijk kort op F drukt,
kunt u het aantal exemplaren steeds
met één verlagen.
• Als u het aantal exemplaren in één
keer weer op nul wilt zetten, drukt
u ten minste twee seconden op F.
8 Schuifbalk
Hiermee wordt de positie van het beeld
in het totaal aantal beelden aangegeven.
9 Gedetailleerde weergave van
beeldgegevens
Beeldenlijst
DPP-FP70
DPP-FP90
De schermweergave
schakelen tussen een
voorbeeld en de beeldenlijst
U kunt als volgt schakelen tussen een
voorbeeld en de beeldenlijst:
• De beeldenlijst weergeven
Druk in een voorbeeld op
(uitzoomen).
Wanneer een beeld is vergroot, drukt
u herhaaldelijk op
Het beeld wordt verkleind tot het
oorspronkelijke formaat en
vervolgens wordt de beeldenlijst
weergegeven.
• Een voorbeeld weergeven
Druk in de beeldenlijst op g/G/f/F
om de cursor naar het gewenste beeld
te verplaatsen en druk op ENTER of
(inzoomen). Op het scherm wordt
in plaats van de beeldenlijst één
voorbeeld weergegeven.
• Een voorbeeld vergroten
Druk in een voorbeeld herhaaldelijk
op
(inzoomen). Het beeld wordt in
6 stappen vergroot tot maximaal 5
keer het oorspronkelijke formaat: x1,
x 1,5, x2, x3, x4 en x5
.
Voordat u begint
1 Cursor (oranje kader)
U kunt op f/F/g/G drukken om de
cursor te verplaatsen.
2 Gebruikstips
3 Schuifbalk
Hiermee wordt de positie van het beeld
in het totaal aantal beelden aangegeven.
ENTER
9
NL
Verschillende afdrukken maken
Een mislukte foto
automatisch corrigeren
(AUTO TOUCH-UP)
Wat is de functie "AUTO TOUCH-UP"?
Als aanvulling op automatische
aanpassing met Auto Fine Print 4 kunt u
met de functie "AUTO TOUCH-UP" het
beeld als volgt automatisch aanpassen:
• Gezichtsherkenning gebruiken om de
helderheid aan te passen
Het gezicht wordt automatisch gedetecteerd
en de helderheid wordt aangepast, zodat het
gezicht met optimale helderheid wordt
weergegeven.
• Onscherpte beperken
De onscherpte wordt automatisch vastgesteld
en het beeld wordt verscherpt.
• Rode ogen-correctie
De rode ogen die door de flitser worden
veroorzaakt, worden automatisch
gecorrigeerd.
Afdrukken met de AUTO
TOUCH-UP-aanpassingen
Toetsen die worden gebruikt bij afdrukken
van AUTO TOUCH-UP-correcties
g/G/f/F/ENTER
AUTO TOUCH-UP
PRINT
Selecteer een beeld of beelden.
1
Druk herhaaldelijk op g/G tot het
gewenste beeld wordt weergegeven.
Als u meerdere beelden wilt afdrukken,
stelt u het aantal exemplaren voor elk
beeld van tevoren in.
Druk op AUTO TOUCH-UP.
2
Het aanpassen van het geselecteerde
beeld/de geselecteerde beelden wordt
gestart. De aanpassingsresultaten
worden op het scherm weergegeven.
Wanneer het gezicht van een mens
NL
10
wordt gedetecteerd, wordt het gezicht
aangegeven met een kader terwijl de
aanpassingen worden verwerkt.
De aanpassingsresultaten
duidelijker weergeven:
Druk op om het beeld te vergroten.
Het oorspronkelijke beeld (vóór de
aanpassingen) opnieuw weergeven
Druk op AUTO TOUCH-UP.
Als u het aangepaste beeld wilt
weergeven, drukt u nogmaals op
AUTO TOUCH-UP.
Als u meerdere beelden hebt
geselecteerd wanneer u op AUTO
TOUCH-UP drukt
Alle geselecteerde beelden worden
aangepast. Als u andere beelden wilt
weergeven, drukt u op g/G.
3 Druk op PRINT.
Het afdrukken van het geselecteerde
beeld/de geselecteerde beelden wordt
gestart.
Tip
De aanpassingen zijn alleen van invloed op het
beeld dat wordt afgedrukt. Het oorspronkelijke
beeld wordt niet aangepast.
Opmerkingen
• Afhankelijk van het beeld wordt het gezicht
mogelijk niet automatisch gedetecteerd. Als
de helderheid van het gezicht niet goed
wordt aangepast, gebruikt u het menu
Bewerken-Aanpassen om de helderheid
handmatig aan te passen (pagina 14).
• Afhankelijk van het beeld kan de onscherpte
mogelijk niet worden gecorrigeerd. In dit
geval gebruikt u de instelling Scherpte in het
menu Bewerken-Aanpassen om de scherpte
handmatig aan te passen.
• De functie voor het beperken van de
onscherpte heeft geen invloed op wazige
beelden die worden veroorzaakt door het
schudden van de camera.
• Afhankelijk van het beeld kunnen de rode
ogen mogelijk niet worden gecorrigeerd. In
dit geval gebruikt u de optie Rode ogencorrectie om de rode ogen handmatig aan te
passen (pagina 16).
De functie voor rode ogencorrectie van deze printer gebruikt
de technologie van FotoNation Inc.
in de Verenigde Staten.
Eenvoudige afdrukken
maken (Index/DPOF/All)
Met het menu Gemakkelijk afdrukken
kunt u meerdere beelden die zijn
opgeslagen op een geheugenkaart of op
een extern apparaat, in één keer
afdrukken.
De printer biedt de volgende drie
eenvoudige afdrukmethoden:
• Index afdrukken
U kunt een lijst (index) afdrukken met
alle beelden op een geheugenkaart of
extern apparaat. Zo kunt u eenvoudig
de inhoud van het geselecteerde
medium controleren.
Het aantal deelvensters op een vel
wordt automatisch berekend. De
beelden worden afgedrukt met de
bijbehorende beeldnummers
(mapnummer-bestandsnummer).
Beeldnummer
Datum (als
Datumafdruk is
ingeschakeld.)
Opmerkingen
• Raadpleeg de handleiding bij de digitale
camera voor meer informatie over het vooraf
instellen van beelden voor afdrukken.
• Sommige digitale camera’s bieden geen
ondersteuning voor de functie DPOF of de
printer is wellicht niet compatibel met
bepaalde functies van de digitale camera.
Toetsen die worden gebruikt bij
gemakkelijk afdrukken
g/G/f/F/ENTER
CANCEL
MENU
Druk op MENU op de printer.
1
De menubalk wordt weergegeven.
Pictogram
Gemakkelijk afdrukkenMenubalk
De menustand uitschakelen
Druk nogmaals op MENU. Het vorige
venster wordt weergegeven.
Verschillende afdrukken maken
• Beelden afdrukken die vooraf zijn
ingesteld met DPOF
De beelden die vooraf zijn ingesteld met
voor afdrukken met DPOF (Digital Print
Order Format), worden in een
voorbeeldweergave weergegeven met de
afdrukmarkering (
beelden in één keer afdrukken. Het vooraf
ingestelde aantal exemplaren van de
beelden wordt afgedrukt in de volgorde
waarin de beelden zijn weergegeven.
• Alle beelden afdrukken
U kunt alle beelden op een
geheugenkaart of extern apparaat in één
keer afdrukken.
). U kunt deze
Druk op g/G om (Gemakkelijk
2
afdrukken) te selecteren en druk op
ENTER.
Het menu Gemakkelijk afdrukken
wordt weergegeven.
Menu Gemakkelijk afdrukken
Wordt vervolgd
11
NL
Druk op f/F om “Indexafdruk”,
3
“DPOF-afdruk” of “Alles
afdrukken” te selecteren en druk
vervolgens op ENTER.
Het bevestigingsvenster wordt
weergegeven.
Opmerking
Als er geen beelden zijn die vooraf zijn
ingesteld met DPOF wanneer u op “DPOFafdruk” hebt geselecteerd drukt, wordt een
foutbericht weergegeven.
Druk op g/G om "Ja" te
4
selecteren en het afdrukken te
starten of om "Nee" te selecteren
en het afdrukken te annuleren.
Druk vervolgens op ENTER.
Als u "Ja" selecteert, wordt het afdrukken
gestart. Tijdens het afdrukken knippert de
PRINT-aanduiding en wordt het
afdrukproces weergegeven.
Het afdrukken stoppen
Druk op CANCEL. Als u meerdere
exemplaren afdrukt, wordt het
afdrukken geannuleerd vanaf de
volgende afdruk.
Als het afdrukken is voltooid, wordt
het printpapier automatisch
uitgevoerd naar de papierlade.
5 Verwijder het printpapier uit de
papierlade.
Tips
• Zelfs als het inktlint niet meer lang genoeg is
voor het aantal exemplaren, kunt u doorgaan
met afdrukken. Als het inktlint opraakt
tijdens het afdrukken en een bericht wordt
weergegeven, volgt u de instructies op het
scherm om het inktlint te vervangen
(raadpleeg "Lees dit eerst").
• Als "Datumafdruk" in het menu
Afdrukinstelling is ingesteld op "Aan", wordt
de opname- of opslagdatum van het beeld
ook afgedrukt (pagina 32).
NL
12
Beelden bewerken
Het menu Bewerken
weergeven
U kunt het menu Bewerken weergeven en
beelden bewerken of effecten aan beelden
toevoegen. U kunt een beeld waarvan u
een voorbeeld bekijkt, afdrukken of
opslaan.
Toetsen die worden gebruikt in het
menu Bewerken
g/G/f/F/ENTER
PRINT
CANCEL
MENU
Geef het beeld weer dat u wilt
1
bewerken.
Geef het beeld weer in het
voorbeeldvenster of verplaats de
cursor naar het gewenste beeld in de
beeldenlijst.
Druk op MENU op de printer.
2
De menubalk wordt weergegeven.
Pictogram voor
menu BewerkenMenubalk
De menustand uitschakelen
Druk nogmaals op MENU. Het vorige
venster wordt weergegeven.
Druk op g/G om (bewerken)
3
te selecteren en druk vervolgens
op ENTER.
Het menu Bewerken wordt
weergegeven.
CursorMenu Bewerken
ItemsFuncties
/Beelden vergroten of
verkleinen met de toetsen
op de printer.
Een beeld verplaatsen.
Een beeld draaien.
Beelden vergroten of verkleinen
Geef het menu Bewerken weer
1
(pagina 12).
Druk op (inzoomen) om een
2
beeld te vergroten of op
(uitzoomen) om het te verkleinen.
Wanneer u op de toets drukt, wordt
het beeld groter of kleiner:
: maximaal 200%
: maximaal 60%
Opmerking
De beeldkwaliteit van een vergroot beeld kan
afnemen, afhankelijk van de grootte.
Verschillende afdrukken maken
De beeldkwaliteit
aanpassen.
Filters aan een beeld
toevoegen.
Rode ogen beperken.
De laatste bewerking
ongedaan maken en de
status van het beeld voor
de bewerking herstellen.
Het bewerkte beeld
opslaan.
Het menu Bewerken
sluiten.
Tip
U kunt een aantal van de items in het menu
Afdrukinstelling instellen via MENU terwijl u
een beeld bewerkt.
Beelden verplaatsen
Geef het menu Bewerken weer
1
(pagina 12).
Druk op g/G om (Verplaatsen)
2
te selecteren en druk vervolgens
op ENTER.
De pijltoetsen b/B/v/V worden
rechts van/links van/boven/onder
het beeld weergegeven en u kunt het
beeld verplaatsen.
Verplaats het beeld met de
3
pijltoets g/G/f/F.
Het beeld wordt in de geselecteerde
richting verplaatst.
Druk op ENTER.
4
De positie van het beeld wordt
vastgelegd.
Wordt vervolgd
13
NL
Tip
Als u het weergegeven beeld wilt afdrukken,
drukt u op PRINT (pagina 17).
Beelden draaien
Geef het menu Bewerken weer
1
(pagina 12).
Druk op g/G om (draaien) te
2
selecteren en druk op ENTER.
Het menu Draaien wordt
weergegeven.
Pictogram DraaienMenu Draaien
Druk op f/F om de richting te
3
selecteren waarin u het beeld wilt
draaien en druk op ENTER.
• 90° rechtsom draaien: wanneer u op
ENTER drukt, wordt het beeld 90°
rechtsom gedraaid.
• 90° linksom draaien: wanneer u op
ENTER drukt, wordt het beeld 90°
linksom gedraaid.
Tip
Als u het weergegeven beeld wilt afdrukken,
drukt u op PRINT (pagina 17).
Beelden aanpassen
Geef het menu Bewerken weer
1
(pagina 12).
Druk op g/G om (Aanpassen)
2
te selecteren en druk op ENTER.
Het menu Aanpassen wordt
weergegeven.
Pictogram Aanpassen
Druk op f/F om het gewenste
3
hulpmiddel voor aanpassen te
selecteren en druk op ENTER.
De aanpassingsbalk verschijnt
Als "Helderheid" is geselecteerd.
Aanpassingsbalk
Verplaats het schuifblokje naar de
4
gewenste positie om het niveau
aan te passen.
• Helderheid: druk op G om de foto
helderder te maken of op g om de
foto donkerder te maken.
• Verzadiging: druk op G om de foto
blauwer te maken of op g om de
foto roder te maken.
• Druk: druk op G om de kleuren
dieper te maken of op g om de
Menu Aanpassen
14
NL
kleuren lichter te maken.
• Scherpte: Druk op G om de randen
te verscherpen of op g om de
randen zachter te maken.
Druk op ENTER.
5
De aanpassingen worden toegepast.
Het menu Bewerken wordt opnieuw
weergegeven.
Tip
Als u het weergegeven beeld wilt afdrukken,
drukt u op PRINT (pagina 17).
Speciale filters aan een beeld
toevoegen
Geef het menu Bewerken weer
1
(pagina 12).
Druk op g/G om (filter) te
2
selecteren en druk op ENTER.
Het menu Filter wordt weergegeven
Menu FilterPictogram Filter
Druk op f/F om het filter te
3
selecteren dat u aan het beeld
wilt toevoegen.
• Geen filter: er wordt geen speciaal
filter toegepast op het beeld
(standaardinstelling).
• Stereffect: er wordt een stereffect
toegevoegd aan de lichtbron om
een sprankelend beeld weer te
geven.
• Gedeeltelijk kleur: de omgeving
van het onderwerp wordt
monochroom gemaakt om het
onderwerp in het midden te
benadrukken.
• Sepia: het beeld wordt aangepast
zodat het lijkt op een oude foto met
vervaagde kleuren.
• Monochroom: het beeld wordt
gewijzigd in een zwart-witbeeld.
• Verf: het beeld wordt aangepast
zodat het lijkt op een schilderij.
• Visoog: het beeld wordt aangepast
zodat het lijkt op een foto die is
genomen met een vissenooglens.
Druk op ENTER.
4
Het filter wordt geactiveerd.
.
Als u "Stereffect" hebt geselecteerd,
wordt het instelvenster weergegeven.
Stel het niveau en bereik voor
5
Stereffect in.
1 Selecteer "Niveau" met f/F en
druk op ENTER, pas het niveau
voor bijwerken aan met f/F en
druk op ENTER.
Hoe hoger het niveau dat u instelt,
hoe sprankelender de lichtbronnen
worden.
2 Selecteer "Lengte" met f/F en
druk op ENTER, pas de lengte van
het licht aan met f/F en druk op
ENTER.
3 Druk op f/F om
Druk vervolgens op ENTER.
Tip
Als u het weergegeven beeld wilt afdrukken,
drukt u op PRINT (pagina 17).
te selecteren.
Verschillende afdrukken maken
15
NL
De rode ogen corrigeren
Als de rode ogen van een onderwerp dat
met een flitser is opgenomen, niet kunnen
worden gecorrigeerd door op AUTO
TOUCH-UP te drukken, kunt u dit
handmatig aanpassen.
Opmerking
Als u aanvullende bewerkingen, zoals
vergroten, verkleinen, draaien of verplaatsen
van beelden, uitvoert nadat u de functie voor
de beperking van rode ogen hebt ingesteld,
wordt deze functie wellicht niet geactiveerd.
Schakel deze functie pas in als u alle andere
bewerkingen hebt uitgevoerd.
Geef het menu Bewerken weer
1
(pagina 12).
Druk op g/G om (Rode ogen-
2
correctie) te selecteren en druk op
ENTER.
Het aanpassingskader verschijnt op het
beeld. Dit kader geeft het gebied aan
waarin de functie voor de beperking
van rode ogen wordt uitgevoerd.
Aanpassingskader
2
Verplaats het kader met g/G/f/
F.
Het kader wordt in de
geselecteerde richting verplaatst.
3 Druk op ENTER.
De huidige positie van het kader
wordt vastgelegd.
De grootte van het
aanpassingskader aanpassen
Druk op g/G om
(Verkleinen) te selecteren en druk
op ENTER.
Wanneer u op ENTER drukt, wordt
het kader groter of kleiner.
U kunt het formaat ook vergroten of
verkleinen met
(uitzoomen) op de printer.
Tip
Maak het aanpassingskader twee tot zeven
keer zo groot als het oog.
Druk op g/G om te selecteren
4
(Verkleinen) of
(inzoomen) of
en druk op ENTER.
Het gebied waarop de functie voor de
beperking van rode ogen wordt
toegepast, wordt vergroot.
Druk op ENTER.
5
De aanpassingen worden geactiveerd.
Het menu Rode ogen-correctie wordt
weergegeven.
Herhaal stap 3 tot en met 5 om andere
rode ogen aan te passen.
Pas de positie en de grootte van
3
het aanpassingskader aan.
U kunt de functie voor de beperking
van rode ogen afzonderlijk toepassen
op het linker- en rechteroog.
Het aanpassingskader verplaatsen
1 Druk op g/G om
selecteren en druk op ENTER.
NL
16
(positie) te
6 Druk op g/G om te selecteren
en druk op ENTER.
Het menu Bewerken wordt opnieuw
weergegeven.
De aanpassingen ongedaan maken
Druk in stap 5 op CANCEL in plaats van
ENTER. Het aanpassen van rode ogen
wordt geannuleerd en het venster van stap
2 wordt weergegeven.
Tip
Als u het weergegeven beeld wilt afdrukken,
drukt u op PRINT (pagina 17).
Een bewerkt beeld afdrukken
Druk op PRINT.
1
Het dialoogvenster voor het opgeven
van het aantal exemplaren wordt
weergegeven.
Druk op f/F om het aantal
2
exemplaren te verhogen of te
verlagen.
• Als u het aantal exemplaren met
één wilt verhogen, drukt u
herhaaldelijk op f.
• Wilt u het aantal exemplaren met
één verlagen, dan drukt u
herhaaldelijk kort op F.
• Als u het aantal exemplaren weer
op 1 wilt zetten, drukt u ten minste
twee seconden op F.
Druk op PRINT om het afdrukken
3
te starten.
Het voorbeeld wordt afgedrukt.
Een bewerkt beeld opslaan
Als u (Opslaan) selecteert in het menu
Bewerken of Creative Print, wordt het
dialoogvenster weergegeven waarin u
kunt aangeven waar u het beeld wilt
opslaan. U kunt het beeld opslaan met een
nieuw beeldnummer.
Tip
Het geselecteerde beeld wordt niet overschreven.
Selecteer de bestemming om een
1
beeld op te slaan.
Druk op f/F om "Memory Stick",
"SD-kaart", "CompactFlash" of "Extern
apparaat" te selecteren en druk op
ENTER.
Tip
Wanneer u "Extern apparaat" selecteert,
wordt er mogelijk een dialoogvenster
weergegeven waarin u een station kunt
selecteren. Volg de instructies op het
scherm om het doelstation te selecteren.
Het dialoogvenster voor het instellen
van de datum wordt weergegeven. U
kunt de datum met het beeld opslaan.
Stel de datum in.
2
Druk op f/F om het nummer te
selecteren en druk vervolgens op g/G
om de dag, maand of het jaar te
selecteren. Druk vervolgens op
ENTER.
Het beeld dat met het menu
Bewerken of Creative Print is
bewerkt, wordt opgeslagen als nieuw
beeld
. Het dialoogvenster voor het
weergeven van nieuwe beeldnummers
(mapnummer-bestandsnummer)
wordt weergegeven.
Druk op ENTER.
3
Opmerking
Terwijl het beeld wordt opgeslagen, moet u de
printer niet uitschakelen en een geheugenkaart
of extern apparaat niet verwijderen van de
printer. De printer, geheugenkaart, USB-kaart of
het externe apparaat kan worden beschadigd en
de gegevens kunnen verloren gaan.
Verschillende afdrukken maken
17
NL
Afdrukken met
Creative Print maken
Met beelden die op een geheugenkaart of
een extern apparaat zijn opgeslagen, kunt
u de volgende afdrukken maken:
MenuU kunt maken...
Lay-outafdruk Een afdruk met 2/4/9/13/
16 deelbeelden.
KalenderKalenders met uw favoriete
beelden.
ID-fotoEen ID-foto door de
verticale en horizontale
afmetingen voor een beeld
op te geven.
OpleggenEen afdruk met een
opgelegd bericht,
handgeschreven tekens of
illustraties.
Het menu Creative Print
weergeven
Toetsen die in Creative Print worden
gebruikt
g/G/f/F/ENTER
Pictogram voor menu
Creative PrintMenubalk
De menustand uitschakelen
Druk op MENU. Het vorige venster
wordt weergegeven.
Druk op g/G om (Creative
2
Print) te selecteren en druk op
ENTER.
Het menu Creative Print wordt
weergegeven.
De bewerking halverwege ongedaan
maken
Druk op CANCEL. Het venster van de
vorige stap wordt weergegeven.
Afhankelijk van de stap kunt u de
bewerking wellicht niet ongedaan maken.
PRINT
CANCEL
MENU
Druk op MENU.
1
De menubalk wordt weergegeven.
NL
18
Tip
Terwijl u een creatieve afdruk maakt, kunt u op
MENU drukken en een aantal items in het menu
Afdrukinstelling instellen.
Het menu Creative Print sluiten
• Druk tijdens de bewerkingen op MENU
en selecteer "Creative Print voltooid".
• Geef het voorbeeld weer en druk op g/G/f/F om
vervolgens op ENTER.
Het dialoogvenster voor het opslaan van
beelden wordt weergegeven (pagina 17).
te selecteren. Druk
Lay-outafdrukken maken
U kunt een afdruk
maken met 2, 4, 9, 13 of
16 deelbeelden.
Geef het menu Creative Print
1
weer (pagina 18).
Druk op g/G/f/F om "Lay-
2
outafdruk" te selecteren en druk
op ENTER.
De sjablonen voor Lay-outafdruk
worden weergegeven.
Druk op g/G/f/F om de
3
gewenste sjabloon te selecteren
en druk op ENTER.
Het voorbeeld van de gewenste
sjabloon wordt weergegeven.
Beeldgebied
Druk op g/G/f/F om het
4
gewenste beeldgebied te
selecteren en druk op ENTER.
Het venster voor het selecteren van
een beeld wordt weergegeven.
Druk op g/G/f/F om het
5
gewenste beeldgebied te
selecteren en druk vervolgens op
ENTER.
Het venster voor het aanpassen van
de beeldpositie wordt weergegeven.
Hulpmiddelen voor aanpassen
Pas het formaat en de positie van
6
het geselecteerde beeld aan.
Druk op g/G om het gewenste item
voor aanpassing te selecteren en druk
op ENTER.
Items Procedures
/Beelden vergroten of verkleinen
met de toetsen op de printer.
Verplaats het beeld met
f/F
en druk op ENTER.
Wanneer u op ENTER drukt,
wordt het beeld 90° rechtsom
gedraaid.
AUTO TOUCH-UP
Een mislukte foto met
problemen als tegenlicht,
onscherpte of rode ogen wordt
automatisch aangepast als u op
de toets op de printer drukt.
Verschillende afdrukken maken
g/G/
Tip
U kunt elk gebied in een willekeurige
volgorde selecteren en instellen.
Wordt vervolgd
19
NL
Druk op g/G om te selecteren
7
en druk op ENTER.
Het geselecteerde beeld wordt
toegevoegd aan het beeldgebied. Als
u een sjabloon met meerdere beelden
selecteert, herhaalt u stappen 4 tot en
met 7 om een beeld voor elk gebied te
selecteren.
Tip
Zie pagina 17 om de lay-outbeelden waarvan u
een voorbeeld bekijkt, op te slaan of af te
drukken.
Kalenders maken
U kunt kalenders
maken met uw
favoriete beelden.
Geef het menu Creative Print
1
weer (pagina 18).
Druk op g/G/f/F om
2
"Kalender" te selecteren en druk
op ENTER.
Het venster voor het selecteren van
een kalendertype wordt weergegeven.
Druk op g/G/f/F om de
3
gewenste sjabloon te selecteren
en druk op ENTER.
Het voorbeeld van de gewenste
sjabloon wordt weergegeven.
BeeldgebiedKalendergebied
Tip
U kunt een beeld- of kalendergebied in een
willekeurige volgorde selecteren en instellen
Selecteer een beeld.
4
Als u een sjabloon met meerdere
beelden selecteert, herhaalt u de
onderstaande procedure om een beeld
voor elk gebied te selecteren.
1 Druk op g/G/f/F om een
beeldgebied te selecteren en druk
op ENTER.
De beeldenlijst wordt weergegeven.
2 Druk op
gewenste beeld te selecteren en
druk op ENTER.
Het venster voor het aanpassen van
de beeldhoek en de beeldpositie
wordt weergegeven.
Zie stap 6 op pagina 19 voor meer
informatie over aanpassingen.
3 Druk op g/G om
en druk op ENTER.
Het beeld wordt geselecteerd en
weergegeven in het betreffende
gebied.
Stel de kalender in.
5
1 Druk op
kalendergebied te selecteren en
druk op ENTER om het venster
voor de kalenderinstellingen weer
te geven.
g/G/f/F
g/G/f/F
om het
te selecteren
om het
.
20
NL
2 Druk op de pijltoets (
volgende items te selecteren en op
de pijltoets (
selecteren.
Item Functies
Start J/M
Stel de beginmaand en het
beginjaar voor de kalender in.
Druk op
jaar te selecteren en druk op
om het nummer te selecteren.
Druk op ENTER.
Startdag
Stel de eerste dag van de week in
(wordt uiterst links op de
kalender gezet).
Druk op
“Maandag” te selecteren. Druk op
ENTER.
Dagkleur
Stel de kleur in voor zondag en
zaterdag zoals u deze wilt
weergeven in de kalender. Druk
op
gewenste kleur voor zondag en
zaterdag te selecteren. Druk
vervolgens op ENTER.
3 Druk op
selecteren en druk op ENTER.
De kalender wordt weergegeven in
het kalendergebied.
Tip
Zie pagina 17 om de kalender waarvan u een
voorbeeld bekijkt, op te slaan of af te drukken.
g/G
g/G
f/F
G
en vervolgens op
g/G/f/F
f/F
) om de
) om een optie te
om de maand of het
f/F
om “Zondag” of
f/F
om de
om te
ID-foto’s maken
U kunt de gewenste verticale en horizontale
afmetingen opgeven voor een beeld dat
wordt afgedrukt als foto
voor een legitimatiebewijs
als een paspoort of voor
een kleine fotolijst.
Geef het menu Creative Print
1
weer (pagina 18).
2 Druk op g/G/f/F om "ID-foto"
te selecteren en druk op ENTER.
Het venster voor het instellen van de
hoogte en breedte van een ID-foto
wordt weergegeven.
Tip
U kunt voor de hoogte en de breedte een
waarde tussen 2,0 en 6,0 cm instellen.
3 Druk op f/F om de hoogte of
breedte te selecteren die u wilt
aanpassen en druk op ENTER.
De cursor wordt naar het gedeelte
voor invoeren van cijfers verplaatst.
4 Druk op f/F om het formaat in
te stellen en druk vervolgens op
ENTER.
Er wordt een voorbeeld van de IDfoto van het opgegeven formaat
weergegeven.
Wordt vervolgd
NL
21
Verschillende afdrukken maken
5 Als u een ander formaat wilt
opgeven, herhaalt u stap 3 en 4.
6 Druk op f/F om te selecteren
en druk op ENTER.
Het venster voor het selecteren van
een beeld wordt weergegeven.
7 Druk op g/G/f/F om het
gewenste beeld te selecteren en
druk op ENTER.
Het venster voor het aanpassen van
de beeldpositie wordt weergegeven.
8 Pas het formaat en de positie van
het geselecteerde beeld aan.
Druk op g/G om het gewenste
aanpassingsitem te selecteren en druk
op ENTER.
Hulpmiddelen voor aanpassen
Items Procedures
Druk op f/F om het gewenste
aanpassingsitem te selecteren
en druk op ENTER. Er worden
een aanpassingsbalk
weergegeven. Druk op g/G
om de balk in de gewenste
positie te zetten om de
helderheid, tint, verzadiging of
scherpte aan te passen.
Het beeld wordt gewijzigd in
een monochroom beeld.
De rode ogen worden
gecorrigeerd. (Pagina 16)
AUTO TOUCH-UP
Een mislukte foto met
problemen als tegenlicht,
onscherpte of rode ogen wordt
automatisch aangepast als u
op de toets op de printer
drukt.
Druk op g/G om te selecteren
9
en druk op ENTER.
Het voorbeeld van de ID-foto wordt
weergegeven.
Items Procedures
/Het formaat van een beeld
Verplaats het beeld met g/
Wanneer u op ENTER drukt,
NL
22
vergroten of verkleinen door
op de toetsen op de printer
te drukken.
G/f/F en druk op ENTER.
wordt het beeld 90!
rechtsom gedraaid.
Tip
Zie pagina 17 om de ID-foto waarvan u een
voorbeeld bekijkt, op te slaan of af te drukken.
Opmerking
Een ID-foto is wellicht niet geschikt voor
gebruikt op een legitimatiebewijs of paspoort.
Controleer de vereisten voor de foto die u wilt
gebruiken op het legitimatiebewijs voordat u het
legitimatiebewijs of het paspoort aanvraagt.
Tekens of illustraties op een
beeld leggen
U kunt een vooraf
ingesteld bericht,
handgeschreven tekens
of illustraties op een
beeld plaatsen (opleggen).
Tip
Als u handgeschreven tekens of illustraties wilt
opleggen, moet u deze met een zwarte pen op
wit papier tekenen, opnemen met een digitale
camera en opslaan op een geheugenkaart. U
kunt ook de “Woordenlijst voor het opleggen
van tekens” op pagina 79 gebruiken.
1 Geef het menu Creative Print
weer (pagina 18).
2 Druk op g/G/f/F om
"Opleggen" te selecteren en druk
op ENTER.
Het venster voor het selecteren van
het achtergrondbeeld wordt
weergegeven.
3 Selecteer een beeld voor de
achtergrond.
1 Druk op g/G/f/F om een beeld
voor de achtergrond te selecteren
en druk op ENTER.
Het venster voor het aanpassen van
de beeldhoek en de beeldpositie
wordt weergegeven. Zie stap 6 op
pagina 19 voor meer informatie
over het aanpassen.
3 Druk op g/G om
en druk op ENTER.
Het voorbeeldvenster wordt
weergegeven.
te selecteren
4 Leg het handgeschreven of vooraf
ingestelde bericht op het
achtergrondbeeld.
x Handgeschreven tekst opleggen
1Druk op g/G om
(Handgeschreven bericht) te
selecteren en druk op ENTER.
Verschillende afdrukken maken
Het venster voor het selecteren van
een beeld dat u wilt opleggen,
wordt weergegeven.
2Druk op g/G/f/F om een beeld te
selecteren dat u wilt opleggen en
druk op ENTER.
Selecteer het beeld met de
handgeschreven tekens of illustraties
die u van tevoren hebt gemaakt.
De cursor voor bijsnijden wordt
weergegeven.
3Druk op g/G/f/F om het beginpunt
op te geven van het gebied dat u wilt
opleggen en druk op ENTER.
4Druk op g/G/f/F om het
eindpunt van het gebied op te
geven en druk op ENTER.
Wordt vervolgd
23
NL
Het selectievenster voor kleur
wordt weergegeven.
Terugkeren naar de vorige stap
Druk op CANCEL.
5Druk op g/G/f/F om de
gewenste kleur te selecteren en
druk vervolgens op ENTER.
Het venster voor het aanpassen van
de hoek en de positie van het
opgelegde beeld wordt
weergegeven. Zie stap 6 op pagina
19 voor meer informatie over het
aanpassen.
6Druk op g/G om
te selecteren
en druk op ENTER.
Er wordt een voorbeeld
weergegeven van het geselecteerde
beeld dat op het achtergrondbeeld
is gelegd.
x Een bericht met een
standaardindeling opleggen
1Druk op g/G om
(Bericht
standaard formaat) te selecteren en
druk op ENTER.
Het selectievenster voor kleur
wordt weergegeven.
2Druk op f/F om het gewenste
bericht te selecteren en druk op
ENTER.
Het venster voor het aanpassen van
de beeldhoek en de beeldpositie
wordt weergegeven.
3Druk op g/G om de gewenste
kleur te selecteren en druk
vervolgens op ENTER.
Het venster voor het aanpassen van
het formaat en de positie van het
bericht wordt weergegeven. Zie
stap 6 op pagina 19 voor meer
informatie over het aanpassen.
4Druk op g/G om
te selecteren
en druk op ENTER.
Er wordt een voorbeeld
weergegeven van het bericht dat op
het achtergrondbeeld is gelegd.
Meerdere handgeschreven tekens of
vooraf ingestelde beelden opleggen
Druk op g/G om
bericht) of
(Bericht standaard formaat)
(Handgeschreven
te selecteren en herhaal stap 4.
Tip
Zie pagina 17 om het opgelegde beeld waarvan
u een voorbeeld bekijkt, op te slaan of af te
drukken.
24
NL
Een diavoorstelling
weergeven
U kunt een diavoorstelling van de beelden
op een geheugenkaart of extern apparaat
weergeven. U kunt ook handmatig een
beeld afdrukken dat wordt weergegeven.
Toetsen die in dit gedeelte worden
gebruikt
g/G/f/F/ENTER
PRINT
CANCEL
MENU
Druk op MENU.
1
De menubalk wordt weergegeven.
Menubalkmenu Diavoorstelling
Druk op g/G om
2
(
Diavoorstelling
druk op ENTER.
Het menu Diavoorstelling wordt
weergegeven.
Pictogram voor
) te selecteren en
Menu Diavoorstelling
Druk op f/F om "Schakelen" te
3
selecteren en druk vervolgens op
ENTER.
Het venster voor het schakelen tussen
beelden wordt weergegeven.
Druk op f/F om "Auto" te
4
selecteren en automatisch tussen
beelden te schakelen of om
"Handmatig" te selecteren om
handmatig te schakelen. Druk
vervolgens op ENTER.
Druk op f/F om "Uitvoeren" te
5
selecteren en druk op ENTER.
•
Als "Auto" is geselecteerd: De
op de geheugenkaart of het externe
apparaat worden
voor één weergegeven.
• Als "Handmatig" is geselecteerd:
Het beeld met de cursor in de
beeldenlijst wordt weergegeven.
Als u wilt schakelen tussen beelden,
drukt u op g/G.
De diavoorstelling beëindigen
Druk op CANCEL.
Tip
Als u de diavoorstelling handmatig afspeelt,
kunt u een weergegeven beeld afdrukken door
op PRINT te drukken.
Opmerkingen
• Afhankelijk van het beeld kan het enige tijd
duren voordat het beeld wordt weergegeven.
•U kunt beelden die niet als miniaturen
worden weergegeven, niet weergeven, omdat
deze zijn beschadigd of wegens een ander
probleem.
automatisch één
beelden
Verschillende afdrukken maken
25
NL
Beelden zoeken
Met het menu Afbeelding zoeken kunt u op
een geheugenkaart of extern apparaat zoeken
naar beelden op beeldnummer of datum.
Opmerking
U kunt alleen zoeken naar beelden die als DCFbestanden zijn opgeslagen.
Toetsen die in dit gedeelte worden
gebruikt
g/G/f/F/ENTER
CANCEL
MENU
Druk op MENU.
1
De menubalk wordt weergegeven.
Pictogram voor menu Afbeelding zoeken
De menustand uitschakelen
Druk nogmaals op MENU. Het vorige
venster wordt weergegeven.
Druk op g/G om (
2
zoeken
) te selecteren en druk op
ENTER.
Het menu Afbeelding zoeken wordt
weergegeven.
Menu Afbeelding zoeken
Afbeelding
Druk op f/F om de zoekmethode
3
te selecteren en druk op ENTER.
Het dialoogvenster voor het opgeven
van de zoekcriteria wordt weergegeven.
Druk op g/G om een item te
4
selecteren en op f/F om
nummers op te geven.
• Als u "Op bestandsnumme"
selecteert:
Geef de begin- en eindnummers op
voor de bestanden (map- en
bestandsnummers) waarnaar u wilt
zoeken
:
EersteLaatste
beeldnummerbeeldnummer
Tip
Het bovenstaande scherm is van
toepassing wanneer een digitale Sony
Cyber-shot-camera is aangesloten.
• Als u "Op datum" selecteert:
Geef de begin- en einddatums op
voor de bestanden waarnaar u wilt
zoeken:
BegindatumEinddatum
26
Tip
Als u beelden van een specifieke dag wilt
zoeken, voert u in beide vakken dezelfde
datum in.
NL
Loading...
+ 58 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.