Voordat u deze printer gaat gebruiken, moet u de bijgeleverde
"Lees dit eerst" , "Over afdrukpakketen" en deze
"Gebruiksaanwijzing" aandachtig doorlezen. Bewaar de
handleidingen voor het geval u deze later als referentiemateriaal
nodig hebt.
Lees de bijgeleverde "Lees dit eerst" en
"Over afdrukpakketen" door.
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet bloot aan regen
of vocht. Zo kunt u het risico op
brand of elektrische schokken
verkleinen.
Waarschuwing voor klanten in
Europa
Dit product is getest en voldoet aan de beperkingen
die zijn uiteengezet in de EMCrichtlijn voor het
gebruik van een aansluitsnoer van minder dan 3
meter.
Let op
De elektromagnetische velden kunnen bij de
opgegeven frequenties het beeld van deze digitale
fotoprinter beïnvloeden.
Opmerking
Als de gegevensoverdracht wordt onderbroken
(mislukt) door statische elektriciteit of
elektromagnetische storing, moet u de toepassing
opnieuw starten of de verbindingskabel (USB,
enzovoort) loskoppelen en opnieuw aansluiten.
Kennisgeving voor klanten in de
landen waar EU-richtlijnen van
toepassing zijn
De fabrikant van dit product is Sony Corporation,
1-7-1 Konan Minato-ku Tokyo, 108-0075 Japan. De
geautoriseerde vertegenwoordiger voor EMC en
productveiligheid is Sony Deutschland GmbH,
Hedelfinger Strasse 61, 70327 Stuttgart, Duitsland.
Voor kwesties met betrekking tot service of garantie
kunt u het adres in de afzonderlijke service- en
garantiedocumenten gebruiken.
Verwijdering van oude elektrische en
elektronische apparaten (Toepasbaar
in de Europese Unie en andere
Europese landen met gescheiden
ophaalsystemen)
Het symbool op het
product of op de
verpakking wijst erop dat
dit product niet als
huishoudelijk afval mag
worden behandeld. Het
moet echter naar een
plaats worden gebracht
waar elektrische en
elektronische apparatuur
wordt gerecycled. Als u
ervoor zorgt dat dit
product op de correcte
manier wordt verwijderd,
milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen
voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling.
De recycling van materialen draagt bij tot het
vrijwaren van natuurlijke bronnen. Voor meer details
in verband met het recyclen van dit product, neemt u
contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf
of de dienst belast met de verwijdering van
huishoudafval of de winkel waar u het product hebt
gekocht.
Het kopiëren, bewerken of afdrukken van CD’s,
televisieprogramma’s, auteursrechtelijk
beschermde materialen, zoals beelden en
publicaties, en alle andere materialen met
uitzondering van eigen opnamen en creaties is
beperkt tot huishoudelijk of privé-gebruik. Tenzij u
in het bezit bent van de auteursrechten of
toestemming hebt van de houder van de
auteursrechten om deze materialen te kopiëren, kan
gebruik van deze materialen een overtreding van
de auteursrechtwetten betekenen en moet u
wellicht schadevergoeding betalen aan de houder
van de auteursrechten.
Als u foto’s gebruikt met deze printer, moet u
ervoor zorgen dat u de auteursrechtwetten niet
overtreedt. Ongeoorloofd gebruik of aanpassing
van portretten van andere personen kan ook een
inbreuk op hun rechten betekenen.
Op bepaalde demonstraties, optredens en
tentoonstellingen is het nemen van foto’s niet
toegestaan.
voorkomt u voor mens en
2
Reservekopiëen
U kunt het beste een reservekopie van uw gegevens
opslaan om gegevensverlies door een
bedieningsfout of storing van de printer te
voorkomen.
NL
Informatie
IN GEEN GEVAL IS DE VERKOPER
AANSPRAKELIJK VOOR ENIGE DIRECTE OF
INCIDENTELE SCHADE OF
GEVOLGSCHADE VAN WELKE SOORT DAN
OOK, OF VOOR VERLIEZEN OF KOSTEN ALS
GEVOLG VAN EEN DEFECT PRODUCT OF
HET GEBRUIK VAN EEN PRODUCT.
Sony is niet aansprakelijk voor enige incidentele
schade of gevolgschade of verlies van opgenomen
gegevens als gevolg van het gebruik van of een
storing aan de printer of de geheugenkaart.
Opmerkingen over het LCD-scherm
• Het weergegeven beeld heeft niet dezelfde
beeldkwaliteit en kleuren als het afgedrukte beeld
omdat de fosformethoden en -profielen anders zijn.
U moet het weergegeven beeld beschouwen als
indicatie.
• Druk niet op het LCD-scherm. Het scherm kan dan
verkleuren, waardoor een storing wordt
veroorzaakt.
• Als het LCD-scherm langdurig wordt blootgesteld
aan direct zonlicht, kan dit tot defecten leiden.
• Het LCD-scherm is vervaardigd met behulp van
precisietechnologie, waardoor meer dan 99,99%
van de pixels effectief bruikbaar is. Deze punten
duiden niet op fabricagefouten en hebben geen
enkele invloed op de afdrukken.
• In een koude omgeving kunnen de beelden op het
LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is normaal.
• Microsoft, Windows, Windows Vista en DirectX
zijn gedeponeerde handelsmerken of
handelsmerken van Microsoft Corporation in de
Verenigde Staten en/of andere landen.
• Intel en Pentium zijn gedeponeerde handelsmerken
of handelsmerken van Intel Corporation.
• of xD-Picture Card™ is een handelsmerk
van Fuji Photo Film Co., Ltd.
• is een handelsmerk van FotoNation Inc. in
de Verenigde Staten.
• Alle andere bedrijven en productnamen die hierin
worden vermeld, kunnen de handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken zijn van hun
respectieve bedrijven. Bovendien worden "™" en
®
" niet elke keer vermeld in deze
"
gebruiksaanwijzing.
• Het Bluetooth woordmerk en logo’s zijn eigendom
van Bluetooth SIG, Inc. en elk gebruik van
dergelijke merken door Sony Corporation gebeurt
onder licentie. Andere handelsmerken en
handelsnamen zijn van hun respectievelijke
eigenaren.
Alle rechten voorbehouden. Deze handleiding en de
software die hierin wordt beschreven, geheel of
gedeeltelijk, mogen niet worden gereproduceerd,
vertaald of omgezet in een machineleesbare vorm
zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van
Sony Corporation.
IN GEEN GEVAL IS SONY CORPORATION
AANSPRAKELIJK VOOR ENIGE INCIDENTELE
OF SPECIALE SCHADE OF GEVOLGSCHADE
HETZIJ ONDER DWANG, CONTRACT OF
ANDERSZINS VOORTKOMEND UIT OF IN
VERBAND MET DEZE HANDLEIDING, DE
SOFTWARE OF ANDERE INFORMATIE DIE
HIERIN WORDT VERMELD OF HET GEBRUIK
ERVAN.
Door het zegel van de CD-ROM-verpakking te
verbreken, accepteert u alle bepalingen en
voorwaarden van deze overeenkomst. Als u deze
bepalingen en voorwaarden niet accepteert,
retourneert u de ongeopende CD-ROM-verpakking
samen met de rest van het pakket aan de handelaar bij
wie u het pakket hebt gekocht.
Sony Corporation behoudt zich het recht voor om te
allen tijde deze handleiding of de informatie in deze
handleiding te wijzigen zonder voorafgaande
kennisgeving.
De software die hierin wordt beschreven, kan ook
vallen onder de bepalingen van een afzonderlijke
gebruiksrechtovereenkomst.
Ontwerpgegevens, zoals de voorbeelden in deze
software, mogen uitsluitend voor persoonlijk gebruik
worden aangepast of gekopieerd. Het ongeoorloofd
kopiëren van deze software is volgens de
auteursrechtwetten verboden.
Houd er rekening mee dat het ongeoorloofd kopiëren
of aanpassen van portretten van andere personen of
van auteursrechtelijk beschermd werk een inbreuk op
de rechten van de houders van de auteursrechten kan
betekenen.
.
U wordt wellicht verwezen naar de bijgeleverde
"Lees dit eerst" en "Over afdrukpakketen" als
deze gedetailleerde beschrijvingen bevat.
Over de afbeeldingen en schermen
die in deze handleiding worden
gebruikt
In de afbeeldingen en de schermen die in deze
handleiding worden gebruikt, wordt de DPPFP75 weergegeven, tenzij anders aangegeven.
Index ............................................67
Foutmeldingen
Als een foutmelding verschijnt .....45
NL
6
Voordat u begint
Aanduiding van de
onderdelen
Zie voor nadere bijzonderheden de bladzijden
die tussen haakjes worden genoemd.
Afbeeldingen zijn van de DPP-FP75. De
plaatsing van de toetsen en de namen van de
DPP-FP65 zijn gelijk, maar het LCD-scherm
heeft andere afmetingen.
Voorpaneel van de printer
A 1 (aan/stand-by)-toest/(stand-by)
aan duiding
B CANCEL/ (Index Weergave)
toets
C MENU-toets
D LCD-scherm
type 2,4 DPP-FP65 type 3,5 DPP-FP75
E ENTER-toets
F Pijl (g/G/f/F) toetsen
G(Rode ogen Correctie) -toets
(.blz. 20)
H PRINT-toets/aanduiding
I Papierladehouder (.blz. 10)
J Klep van de papierladehouder
K "Memory Stick PRO" (Standaard/
Duo) sleuf (.pagina’s16, 61)
L xD-Picture Card-sleuf
(.pagina’s16, 62)
M SD-geheugenkaartsleuf
(.pagina’s16, 62)
N Uitwerphendel voor het inktlint
(.blz. 9)
O Inktlint (niet bijgeleverd)
(.blz. 9)
P Klep voor inktlinthouder
(.blz. 9)
Voordat u begint
Vervolg
7
NL
Achterpaneel van de printer
A Hendel
Breng, wanneer u de printer draagt, de hendel
omhoog, zoals de illustratie hieronder laat
zien.
Zet de hendel terug in de oorspronkelijke
stand, wanneer u de printer gebruikt.
Linkerzijpaneel van de printer
E USB-aansluiting (.blz. 36)
Koppel deze tijdens het gebruik van uw
computer via een USB-kabel aan deze
aansluiting.
F PictBridge/EXT INTERFACE-
aansluiting (.pagina 31 tot 32)
Koppel deze tijdens gebruik van een voor
PictBridge geschikte digitale camera, een
USB-geheugen, een Bluetooth USB-adapter
(DPPA-BT1*), of ander extern USB-apparaat
aan deze aansluiting.
(*In sommige regio's wordt de DPPA-BT1
Bluetooth USB-adapter niet verkocht.)
Opmerkingen
• Het is belangrijk dat, wanneer u de printer
draagt, u de geheugenkaarten, het USBgeheugen, de papierlade,
netspanningsadapter en de andere kabels
verwijdert. Er zouden anders storingen
kunnen optreden.
• Zet, wanneer u de DPP-FP75 gebruikt, het
LCD-paneel in de oorspronkelijke stand.
B Ventilatieopeningen
C Papieruitgang
D DC IN 24 V- aansluiting
(.blz. 12)
Steek de geleverde netspanningsadapter in
deze aansluiting. Steek vervolgens de stekker
van de netspanningsadapter in het
stopcontact.
NL
8
Voorbereidingen
De inhoud van de
verpakking controleren
Controleer of de volgende accessoires met uw
printer worden bijgeleverd.
• Garantie (In sommige regio's wordt geen
garantie bijgeleverd.)
• Gebruiksrechtovereenkomst van Sony
*1 De vorm van de stekker en de specificaties van het
netsnoer verschillen afhankelijk van de regio waar
u de printer hebt aangeschaft.
*1
(1)
Over Sony-afdrukpakketten
(niet bijgeleverd)
Wij verzoeken u een als optie verkrijgbaar en
voor de printer ontworpen Sony afdrukpakket
voor kleuren te gebruiken. Voor informatie, zie
de meegeleverde "Over de Afdrukpakketten".
(1)
Het inktlint instellen
1 Trek de klep voor de inktlinthouder
open.
2 Zet het inktlint in de richting van de
pijl totdat het op zijn plaats klikt.
Voorbereidingen
3 Sluit de klep van de inktlinthouder.
Het inktlint uitnemen
Duw de uitwerphendel voor het inktlint
omhoog en neem het gebruikte inktlint uit
de printer.
Vervolg
9
NL
Opmerkingen
• Raak het inktlint niet aan en zet het niet op een
stoffige plek. Vingerafdrukken of stof op het
inktlint kunnen minder goede afdrukken tot gevolg
hebben.
• Wind het inktlint niet opnieuw op en gebruik het
opnieuw opgewonden inktlint niet opnieuw voor
het afdrukken. Anders worden geen goede
afdrukresultaten bereikt en kunnen er zelfs
storingen optreden. Als het niet lukt het inktlint op
zijn plaats te klikken, verwijder het dan en plaats
het daarna opnieuw. Alleen wanneer het inktlint
niet voldoende is opgewonden en u het niet kunt
inzetten, drukt u op het middelste gedeelte van het
lint en windt u het lint op in de richting van de pijl
zodat de vrije slag in het lint verdwijnt.
Wind het
lint niet op
in de richting
zoals hier
afgebeeld.
Het afdrukpapier
inleggen
1 Open de afdekplaat van de
papierlade.
Pak de afdekplaat van de papierlade aan
weerszijden vast (aangeduid met de
pijlen) en open de afdekplaat van de
papierlade.
• Haal het inktlint niet uit elkaar.
• Trek het lint niet uit de inktcartridge.
• Haal het inktlint niet uit de printer tijdens het
printen.
• Berg het inktlint niet op een plaats waar hoge
temperaturen of een hoge luchtvochtigheid heerst,
waar het zeer stoffig is of waar het zonlicht direct
toegang heeft. Berg het op op een koele en donkere
plaats en gebruik het korte tijd na de
productiedatum. De kwaliteit van het inktlint kan
afnemen afhankelijk van de omstandigheden
waaronder het wordt bewaard. Het gebruik van een
dergelijk inktlint kan gevolgen hebben voor de
afdrukresultaten en wij kunnen daarvoor geen
garantie of vergoeding bieden.
NL
10
2 Leg het afdrukpapier in de
papierlade.
3 Sluit de afdekplaat van de
papierlade.
4 Open de schuif.
5 Schuif de papierlade in de printer.
Opmerkingen
• U kunt tot 20 vellen afdrukpapier in de lade doen.
Maak het afdrukpapier grondig los. Leg het
afdrukpapier zo in de printer dat het beschermvel
bovenop ligt. Verwijder vervolgens het
beschermvel.
• Leg het afdrukpapier met de afdrukzijde (de nietbedrukte zijde) omhoog in de printer.
• Raak het afdrukoppervlak niet aan.
Vingerafdrukken of verontreiniging op het
afdrukoppervlak kunnen leiden tot
onvolkomenheden in de afdruk.
• Buig het afdrukpapier niet en snijd het
afdrukpapier niet los van de perforaties vóór het
afdrukken.
• Om te voorkomen dat er papier vast komt te zitten
in de printer of dat de printer niet goed
functioneert, is het is belangrijk dat u:
– Niet op het afdrukpapier schrijft of typt.
– Geen stickers of zegels op het afdrukpapier
plakt.
– Wanneer u afdrukpapier toevoegt in de
papierlade, dient u erop te letten dat er in totaal
niet meer dan 20 vellen afdrukpapier in de lade
zit.
– Geen verschillende typen afdrukpapier bij
elkaar in de papierlade legt.
– Niet afdrukt op gebruikt afdrukpapier. Het twee
keer afdrukken van dezelfde afbeelding op
hetzelfde vel papier maakt de afbeelding niet
dikker.
– Gebruik het afdrukpapier alleen voor deze
printer.
– Gebruik het afdrukpapier dat zonder afdruk uit
de printer komt niet nogmaals.
Opmerkingen over het opslaan van
papier
• Als u papier in de lade wilt opbergen, verwijdert u
de papierlade uit de printer en sluit u de schuif van
de papierlade.
• Berg papier niet gedurende langere tijd op met de
bedrukte oppervlakken tegen elkaar of in contact
met rubberen of kunststof producten die
vinylchloride bevatten of die zijn geplastificeerd;
hierdoor kunnen kleurveranderingen ontstaan of
kan de kwaliteit van de afgedrukte afbeelding
afnemen.
• Berg het afdrukpapier niet op op een plaats waar
hoge temperaturen of een hoge luchtvochtigheid
heerst, waar het zeer stoffig is of waar het zonlicht
direct toegang heeft.
• Wanneer u een gedeeltelijk gebruikt pak
afdrukpapier opbergt, plaats het dan in de
oorspronkelijke of vergelijkbare verpakking.
Voorbereidingen
11
NL
Aansluiten op de
netspanning
1 Steek de stekker van de
netspanningadapter in de DC IN 24
V - aansluiting aan de achterzijde
van de printer.
2 Steek de ene stekker van het
netsnoer in de aansluiting van de
netspanningsadapter en de andere
stekker in het stopcontact.
Opmerkingen
• Plaats de printer niet op een instabiele ondergrond,
zoals een wankele tafel.
• Bewaar voldoende ruimte rondom de printer. Het
afdrukpapier komt tijdens het afdrukken enkele
keren uit de achterzijde te voorschijn. Houd 10 cm
of meer ruimte aan aan de achterzijde van de
printer.
• Sluit de netspanningsadapter aan op een
gemakkelijk bereikbaar stopcontact dicht bij de
printer. Als er iets misgaat bij het gebruik van de
adapter, verbreek dan onmiddellijk de netspanning
door de stekker uit het stopcontact te trekken.
• Sluit de stekker van de netspanningadapter niet
kort met een metalen voorwerp, dit zou tot
storingen kunnen leiden.
• Plaats de netspanningsadapter niet in een smalle
ruimte, dus bijvoorbeeld niet tussen een wand en
een meubelstuk.
• Nadat u klaar bent met het gebruik van de
netspanningadapter, trek de plug dan uit de
DC IN 24 V aansluiting van de printer en de
netspanning.
• Zo lang de stekker in het stopcontact zit, is de
printer aangesloten op de netspanning, zelfs als de
printer zelf is uitgeschakeld.
10 cm
Netsnoer
Netspan-
ningsadapter
Naar het
stopcontact
12
NL
Direct afdrukken
LCD-schermweergave
Een afdrukvoorbeeld van een
afbeelding
Schermweergave: Aan
Schermweergave: Uit
U kunt vanaf het menu de weergave van een
afdrukvoorbeeld van een afbeelding veranderen
door het instellen van "Schermweergave".
(blz. 27)
A Toegangslampje
Verschijnt als de printer toegang tot een
geheugenkaart of een USB-geheugen heeft.
Opmerking
Als het toegangslampje wordt weergegeven,
verwijder dan niet de geheugenkaart of USBgeheugen en schakel de netspanning niet uit.
Gegevens kunnen beschadigd raken.
B Aanduidingen invoer/instelling
Er worden aanduidingen voor de invoer en
informatie over de instellingen voor een
afbeelding weergegeven.
(*alleen voor DCF-geschikte bestanden. Bij
andere bestandsindelingen, wordt slechts een
deel van de bestandsnaam weergegeven.)
F Bedieningstips
G Opname of opslag -datum (jaar/
maand/dag)
H Instelling afdrukhoeveelheid
Vervolg
13
NL
Lijst van afbeeldingen
Geeft een lijst weer van de afbeeldingen die op
het geselecteerde medium opgeslagen zijn.
DPP-FP65
DPP-FP75
A Cursor (oranje kader)
U kunt de cursor verplaatsen (selectie) door te
drukken op g/G/f/F.
B Instelling afdrukhoeveelheid
Verschijnt alleen wanneer het aantal
afdrukken wordt ingesteld.
C Bladerbalk
Geeft een aanduiding van de positie van de
afbeelding in het totale aantal afbeeldingen.
D Aanduiding DPOF
afdrukinstelling
Een ander afdrukvoorbeeld
van een afbeelding of een
andere lijst van afbeeldingen
kiezen
U kunt als volgt een andere weergave kiezen:
• De lijst van afbeeldingen weergeven
Druk in een afdrukvoorbeeld op de
(Index weergave)-toets.
Als er meerdere pagina’s zijn, kunt u de
pagina’s afwisselen door op f/F te
drukken.
• Een afdrukvoorbeeld van een
afbeelding weergeven
Druk in de lijst van afbeeldingen op
g/G/f/Fzodat de cursor naar de
afbeelding van uw keuze wordt verplaatst
en druk op ENTER.
U kunt in een afdrukvoorbeeld de
weergegeven afbeelding wijzigen door op
g/G te drukken.
• Een afbeelding vergroten
Druk in het afdrukvoorbeeld van een
afbeelding op ENTER. Ieder keer als u op
de toets drukt, vergroot de afbeelding tot 5
keer ten opzichte van de oorspronkelijke
schaalgrootte: x1,5, x2, x3, x4 en
vervolgens x5. U kunt in een vergroot
afdrukvoorbeeld het weergegeven
afbeeldinggedeelte wijzigen door op
g/G/f/F te drukken.
r
x1 c x1,5 c x2 c x3 c x4 c x5
14
NL
Lijst van pictogrammen
Hieronder staan de pictogrammen die worden
weergegeven op het LCD-scherm.
U kunt met de werking doorgaan door het
kiezen van het gewenste pictogram met
g/G/f/F, en vervolgens te drukken op
ENTER.
Zie voor nadere uitleg de bladzijden tussen
haakjes.
Pictogrammen
Bewerkopmaakafdruk/ -ID foto
Betekenis
Bewerken (21)
Opmaakafdruk (23)
ID foto (24)
Batch-afdruk (25)
Afdrukinstelling (26)
De grootte van een afbeelding
laten toenemen of afnemen (21)
Een afbeelding verplaatsen (21)
Een afbeelding draaien (21)
(draait 90 rechtsom.)
Past de beeldkwaliteit van een
afbeelding aan (21)
Een foto veranderen in een
monochrome plaat (24)
* Deze optie is uitsluitend in ID
fotobewerking beschikbaar.
Terugzetten van de bewerkingen
(22)
Een bewerkte afbeelding
afdrukken (22)
Menu aan het verlaten (23)
Pictogrammen
Batch-afdruk
Afdrukinstelling
Betekenis
Indexafdruk (25)
(Drukt alle afbeeldingen af in
deelschermen.)
Alles afdrukken (25)
(Drukt van iedere afbeelding één
kopie af.)
DPOF-afdruk (25)
(Drukt de afbeeldingen met de
afdrukmarkering () af in een
afdrukvoorbeeld met het vooraf
ingestelde aantal kopieën in de
volgorde van weergave.)
Datumafdruk (26)
Randen/Randloos (26)
Schermweergave (27)
Kleurinstelling (28)
Weergave van de
printerinformatie (29)
Standaardinstelling (29)
(Zet de instellingen terug naar de
fabrieksinstellingen.)
Direct afdrukken
Vervolg
15
NL
Eenvoudig afdrukken
Een geheugenkaart plaatsen
Maak een geheugenkaart met afbeeldingen
gereed om af te drukken: "Memory Stick",
"Memory Stick Duo", SD Geheugenkaart of
een xD-Picture Card.
Schuif de gewenste kaart met de gelabelde zijde naar boven in de juiste sleuf en duw de
kaart naar binnen tot u een klik hoort.
Op de pagina's 61 tot 63 vindt u de typen
geheugenkaarten die u bij deze printer kunt
gebruiken.
Vanaf de linkerzijde met de gelabelde zijde naar
boven, "Memory Stick", ( "Memory Stick Duo"),
SD Geheugenkaart en xD-Picture Card
Een geheugenkaart uitwerpen
Als u de geheugenkaart uit de sleuf wilt nemen,
trekt u de kaart langzaam naar buiten.
Opmerkingen
• Plaats alleen de geheugenkaart die u voor het
afdrukken wilt gebruiken. Wanneer meerdere
geheugenkaarten zijn geplaatst, heeft de
geheugenkaart die het eerst is geplaatst prioriteit.
• The printer ondersteunt kaarten van zowel
standaardformaat als klein formaat. Een "Memory
Stick Duo"-adapter is niet nodig.
• Volg de opmerkingen op de pagina's 61 tot
63 , als u een geheugenkaart wilt gebruiken.
Geselecteerde afbeeldingen
afdrukken
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de
afbeeldingen op een geheugenkaart of op een
USB-geheugen op het LCD-scherm van de
printer kunt weergeven en de geselecteerde
afbeeldingen kunt afdrukken (Direct
Afdrukken). Zie blz. 30 voor aanwijzingen
voor het afdrukken vanaf een USB-geheugen.
Afdrukhoeveelheid instellen
1 Zet de printer aan door op de
schakelaar 1 (aan/standby) te
drukken.
De standby-indicator gaat uit. Een
afbeelding die op de geheugenkaart of op
USB-geheugen opgeslagen is, wordt op
het LCD-scherm weergegeven.
2 Geef de afbeelding die u wilt
afdrukken, weer door op g/G te
drukken.
3 Stel de afdrukhoeveelheid in.
Sla deze procedure over en ga naar de
volgende stap als u één exemplaar van de
weergegeven afbeelding wilt afdrukken.
Geef de aanduiding van het aantal
afdrukken weer door op f te drukken.
Druk daarna op f/F zodat u het aantal
afdrukken kunt opgeven.
16
NL
4 Druk op PRINT.
Wanneer de toets PRINT groen brandt, is
de printer gereed voor het maken van
afdrukken. De weergegeven afbeelding
wordt afgedrukt.
Meerdere afbeeldingen afdrukken
Herhaal de stappen 2 en 3.
Het aantal afdrukken wijzigen
Geef de afbeelding weer waarvan u het
aantal afdrukken wilt aanpassen en wijzig
het aantal afdrukken met f/F.
Selecteert u "0", dan worden er geen
afdrukken gemaakt.
Vergroten van een af te drukken
afbeelding (Afdruk kaderen)
Druk herhaaldelijk op ENTER totdat de
afbeelding tot de gewenste afmeting is
vergroot. U kunt een afbeelding tot vijf keer de
oorspronkelijke schaal vergroten. Druk op
g/G/f/F als u de afbeelding wilt verplaatsen.
Druk op PRINT om voor het afdrukken het
afdrukvoorbeeld weer te geven. Druk
vervolgens nogmaals op PRINT om de
bekeken afbeelding af te drukken.
Zelfs wanneer u het aantal afdrukken voor
andere afbeeldingen hebt ingesteld, wordt
alleen de afbeelding die bekeken wordt,
afgedrukt.
Over het selecteren van invoer
De printer is niet uitgerust met een schakelaar
voor het selecteren van de invoer. Wanneer u
een geheugenkaart in de printer steekt of USBgeheugen op de printer aansluit, worden de
afbeeldingen op de aangesloten media
automatisch weergegeven. Als meerdere
geheugenkaarten of een USB-geheugen zijn
aangesloten, heeft de media die het eerst is
aangesloten voorrang.
Wanneer u de printer aanzet terwijl er meerdere
media is geplaatst of aangesloten, detecteert de
printer de media in de volgorde "Memory
Stick", SD geheugenkaart, xD-Picture Card, en
vervolgens een USB-geheugen die gekoppeld
is met de PictBridge/EXT INTERFACE
aansluiting.
Direct afdrukken
Opmerkingen
• Het is belangrijk dat u de printer tijdens het
afdrukken nooit verplaatst of uitzet, het inktlint of
het afdrukpapier zou vast kunnen komen te zitten.
Als u de printer uitzet, laat de papierlade dan in de
printer zitten en zet de printer weer aan. Als er
papier waarop werd afgedrukt in de printer
achterblijft, verwijder dan het papier dat
automatisch wordt uitgeworpen en ga verder met
afdrukken.
• Haal niet de papierlade uit de printer tijdens het
afdrukken. Er zou zich anders een storing kunnen
voordoen.
• Het afdrukpapier komt tijdens het afdrukken
enkele keren te voorschijn. Raak het papier tijdens
het afdrukproces niet aan.
• Zie blz. 58, als er papier in de printer blijft steken.
17
NL
Genieten van diverse afdrukmogelijkheden
z Bediening met behulp van de printertoetsen
Rode-ogencorrectie
MENU
Rode-ogencorrectie .blz. 20
Druk op de (Rode-ogencorrectie)-toets om het fenomeen van de rode ogen op een
afbeelding automatisch te corrigeren.
Afdrukdiversiteit
Druk op MENU en selecteer een pictogram van de gewenste bewerking.
• Druk opnieuw op MENU als u het menu wilt
afsluiten.
18
NL
1 Bewerk.blz. 21
U kunt het formaat, de positie, de tint of andere beeldeigenschappen van de geselecteerde
afbeelding aanpassen.
Zie blz. 15 voor de pictogrammen die u kunt gebruiken.
2 Afdrukopmaak.blz. 23
U kunt meerdere foto’s op deelschermen plaatsen om een afdruk te maken
U kunt een afdruk maken met 2, 4, 9, 13 of 16 afbeeldingen.
3 ID foto.blz. 24
U kunt de gewenste breedte en hoogte van een foto specificeren.
U kunt een foto gebruiken voor bijvoorbeeld een paspoort.
4 Batch Afdruk .blz. 25
U kunt een groot aantal afbeeldingen ineens van een geheugenkaart of een USB-geheugen
afdrukken.
Direct afdrukken
U kunt kiezen uit afdrukopties zoals "alles afdrukken",
"indexafdruk" en "DPOF-afdruk".
5 Afdrukinstelling.blz. 26
U kunt tijdens het afdrukken de printerinstellingen en de instellingen van de
schermweergave wijzigen.
19
NL
Rode-ogencorrectie
1 Geef een afbeelding weer die u wilt
aanpassen en druk vervolgens op
(Rode-ogencorrectie).
Rode-ogencorrectie van de geselecteerde
afbeelding begint. De resultaten van de
aanpassingen worden op het scherm
weergegeven.
De oorspronkelijke afbeelding (van
vóór de correctie) opnieuw
weergeven
Druk op (Rode-ogencorrectie). Druk
opnieuw op als u de aangepaste
afbeelding wilt weergeven.
Correctie afbreken
Druk op CANCEL.
Tip
Hoewel u de status voor de rode ogen-correctie
kunt controleren door op ENTER te drukken en
een afbeelding kunt vergroten, wordt de af te
drukken afbeelding niet vergroot. Vergroot de
foto eerst en voer dan een rode-ogencorrectie uit
voordat u de afbeelding afdrukt.
Als u het aantal afdrukken voor
meerdere afbeeldingen hebt
ingesteld
Alle afbeeldingen waarvoor u een aantal
voor de afdrukken hebt ingesteld, worden
aangepast. Druk op g/G als u andere
afbeeldingen wilt weergeven.
De afdrukhoeveelheid instellen
Stel, voordat u de rode-ogencorrectie
begint, de afdrukhoeveelheid in (blz. 16).
U kunt na het beëindigen van de rodeogencorrectie de afdrukhoeveelheid niet
meer instellen of wijzigen. Breek de rodeogencorrectie af om de instelling van de
afdrukhoeveelheid te wijzigen.
Tips
• Als er geen afbeeldingen zijn met
instellingen voor het aantal afdrukken, past
de rode-ogencorrectie de afbeelding die
bekeken wordt aan.
• Als er andere afbeeldingen met instellingen
voor de afdrukhoeveelheid zijn en het
aantal afdrukken van de afbeelding die
bekeken wordt, is niet ingesteld, zal de
afbeelding die bekeken wordt niet worden
gecorrigeerd. De afbeeldingen met
instellingen voor de afdrukhoeveelheid
worden aangepast.
• Als u een afbeelding vergroot, zal alleen de
vergrote afbeelding worden aangepast en
dan afgedrukt.
2 Druk op PRINT.
Het afdrukken van de afbeelding die
wordt aangepast, begint. Als het aantal
afdrukken is ingesteld, zal het
overeenkomstige aantal exemplaren
worden afgedrukt.
Tips
• Aanpassingen zijn alleen van invloed op de
afbeelding die wordt afgedrukt. De oorspronkelijke
afbeelding wordt niet aangepast.
• U kunt geen bewerking uitvoeren op een
afbeelding na de Rode-ogencorrectie.
Opmerkingen
• Afhankelijk van de afbeelding kan het zijn dat het
verschijnsel van de rode ogen niet wordt
gecorrigeerd.
• Als u de bewerking afbreekt door het selecteren
van (Opnieuw instellen) in het menu Bewerken,
wordt de rode-ogencorrectie ook afgebroken.
• Tijdens het proces van de rode-ogencorrectie
wordt een animatie voor het lezen en omgaan van
en met gegevens van een geheugenkaart of een
USB-geheugen weergegeven. Verwijder tijdens de
animatie de geheugenkaart niet of ontkoppel het
USB-geheugen niet.
De automatische rodeogencorrectie van deze printer
gebruikt de technologie van
FotoNation Inc. in de V.S.
20
NL
Een afbeelding
Een afbeelding draaien
bewerken
De grootte van een afbeelding
laten toenemen of afnemen
1 Druk vanaf het menu Bewerken
(blz. 19) op g/G om (Vergroten)
te selecteren om een afbeelding te
vergroten of (Verkleinen) om
het te verkleinen en druk vervolgens
op ENTER.
Iedere keer dat u op de toets drukt, wordt
de afbeelding groter of kleiner. U kunt de
afbeelding ook groter of kleiner maken
met behulp van de toetsen (inzoomen)
en (uitzoomen):
: tot 200% vergroot
: tot 60% verkleind
Opmerking
De beeldkwaliteit van een vergrote afbeelding kan
afhankelijk van het formaat afnemen.
Een afbeelding verplaatsen
1 Druk in het menu Bewerken
(blz. 19), druk op g/G om
(Verplaatsen) te selecteren en druk
vervolgens op ENTER.
De g/G/f/Fverschijnt links/rechts/
boven/onder de afbeelding en u kunt de
afbeelding verplaatsen.
2 Druk op g/G/f/F als u de
afbeelding wilt verplaatsen.
De afbeelding wordt verplaatst in de
geselecteerde richting.
3 Druk op ENTER.
De afbeelding staat vast in de huidige
positie.
4 Druk op PRINT.
1 Druk in het menu Bewerken
(blz. 19), druk op g/G om
(Draaien) te selecteren en druk
vervolgens op ENTER.
Iedere keer dat u op ENTER drukt, draait
de afbeelding 90° rechtsom.
2 Druk op PRINT.
Een afbeelding
aanpassen
1 Druk in het menu Bewerken
(blz. 19), druk op g/G om
(Aanpassen) te selecteren en druk
vervolgens op ENTER.
Het menu Aanpassen wordt weergegeven.
Pictogrammen
Brightness
Tint
Saturation
Sharpness
Betekenis
Aanpassen van de
helderheid
Aanpassen van de tint
Aanpassen van de
kleurverzadiging
Aanpassen van de scherpte
Het menu Aanpassen
afsluiten. Slaat de
uitgevoerde bewerkingen op
en past ze toe en keert terug
naar de vorige stap.
2 Selecteer met een druk op g/G het
aanpassingsgereedschap van uw
keuze en druk daarna op ENTER.
Het aanpassingscherm van het
geselecteerde gereedschap verschijnt.
Direct afdrukken
Vervolg
21
NL
Als (Brightness) wordt geselecteerd
Schuifbalk
Druk op g/Gals u een afbeelding wilt
aanpassen terwijl u bijvoorbeeld het
niveau controleert.
• Brightness: Druk op Gals u het beeld
helderder wilt maken of gals u het
donkerder wilt maken.
• Tint: Druk op Gals u het beeld een
groene tint wilt geven of gals u het een
rode tint wilt geven.
• Saturation: Druk op Gals u de
kleuren dieper wilt maken gals u de
kleuren lichter wilt maken.
• Sharpness: Druk op Gals u de
contouren scherper wilt maken of gals
u de contouren zachter wilt maken.
Een bewerkte afbeelding
afdrukken
1 Druk op g/G om (Afdrukken) te
selecteren en druk vervolgens op
ENTER. Of druk op PRINT.
Het afdrukvenster wordt nu weergegeven.
De afdrukhoeveelheid wordt nu
weergegeven.
2 Stel de afdrukhoeveelheid in.
• U kunt de afdrukhoeveelheid steeds met
één laten toenemen door herhaaldelijk
op f te drukken.
• U kunt de afdrukhoeveelheid steeds met
één laten afnemen door herhaaldelijk
kort op F te drukken.
3 Druk op ENTER.
Bewerkingen ongedaan maken
3 Druk op ENTER.
De aanpassing wordt uitgevoerd en u kunt
andere opties voor aanpassingen
selecteren.
4 Druk op g/G om (Exit) te
selecteren en druk vervolgens op
ENTER.
Het aanpassingmenu wordt gesloten.
5 Druk op PRINT.
NL
22
1 Druk op g/G om (Opnieuw
instellen) te selecteren en druk
vervolgens op ENTER.
Het bevestigingsvenster wordt nu
weergegeven.
2 Druk op f/F, om "OK" te selecteren
en druk op ENTER.
De instellingen in het menu Bewerken en
de rode-ogencorrectie zijn uitgeschakeld
en de afbeelding is teruggezet in de staat
zoals het voor bewerking was.
Het scherm Bewerken of Aanpassen wordt
opnieuw weergegeven. Als u op CANCEL
drukt of "CANCEL" selecteert en op
ENTER drukt, wordt het vorige scherm
weergegeven.
Loading...
+ 50 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.