Sony DPP-FP65 User Manual [nl]

Page 1
3-285-375-41 (1)
Voordat u begint
Printer voor digitale foto’s
DPP-FP65/FP75
Gebruiksaanwijzing
Voordat u deze printer gaat gebruiken, moet u de bijgeleverde "Lees dit eerst" , "Over afdrukpakketen" en deze "Gebruiksaanwijzing" aandachtig doorlezen. Bewaar de handleidingen voor het geval u deze later als referentiemateriaal nodig hebt.
Direct afdrukken
Afdrukken vanaf een PictBridge
digitale camera
Afdrukken vanaf een apparaat
dat geschikt is voor Bluetooth
Afdrukken vanaf een PC
Foutmeldingen
Oplossen van problemen
Aanvullende informatie
© 2008 Sony Corporation
Lees de bijgeleverde "Lees dit eerst" en "Over afdrukpakketen" door.
Page 2
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht. Zo kunt u het risico op brand of elektrische schokken verkleinen.
Waarschuwing voor klanten in Europa
Dit product is getest en voldoet aan de beperkingen die zijn uiteengezet in de EMCrichtlijn voor het gebruik van een aansluitsnoer van minder dan 3 meter.
Let op
De elektromagnetische velden kunnen bij de opgegeven frequenties het beeld van deze digitale fotoprinter beïnvloeden.
Opmerking
Als de gegevensoverdracht wordt onderbroken (mislukt) door statische elektriciteit of elektromagnetische storing, moet u de toepassing opnieuw starten of de verbindingskabel (USB, enzovoort) loskoppelen en opnieuw aansluiten.
Kennisgeving voor klanten in de landen waar EU-richtlijnen van toepassing zijn
De fabrikant van dit product is Sony Corporation, 1-7-1 Konan Minato-ku Tokyo, 108-0075 Japan. De geautoriseerde vertegenwoordiger voor EMC en productveiligheid is Sony Deutschland GmbH, Hedelfinger Strasse 61, 70327 Stuttgart, Duitsland. Voor kwesties met betrekking tot service of garantie kunt u het adres in de afzonderlijke service- en garantiedocumenten gebruiken.
Verwijdering van oude elektrische en elektronische apparaten (Toepasbaar in de Europese Unie en andere Europese landen met gescheiden ophaalsystemen)
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudelijk afval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd,
milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. De recycling van materialen draagt bij tot het vrijwaren van natuurlijke bronnen. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht.
Het kopiëren, bewerken of afdrukken van CD’s, televisieprogramma’s, auteursrechtelijk beschermde materialen, zoals beelden en publicaties, en alle andere materialen met uitzondering van eigen opnamen en creaties is beperkt tot huishoudelijk of privé-gebruik. Tenzij u in het bezit bent van de auteursrechten of toestemming hebt van de houder van de auteursrechten om deze materialen te kopiëren, kan gebruik van deze materialen een overtreding van de auteursrechtwetten betekenen en moet u wellicht schadevergoeding betalen aan de houder van de auteursrechten.
Als u foto’s gebruikt met deze printer, moet u ervoor zorgen dat u de auteursrechtwetten niet overtreedt. Ongeoorloofd gebruik of aanpassing van portretten van andere personen kan ook een inbreuk op hun rechten betekenen. Op bepaalde demonstraties, optredens en tentoonstellingen is het nemen van foto’s niet toegestaan.
voorkomt u voor mens en
2
Reservekopiëen
U kunt het beste een reservekopie van uw gegevens opslaan om gegevensverlies door een bedieningsfout of storing van de printer te voorkomen.
NL
Page 3
Informatie
IN GEEN GEVAL IS DE VERKOPER AANSPRAKELIJK VOOR ENIGE DIRECTE OF INCIDENTELE SCHADE OF GEVOLGSCHADE VAN WELKE SOORT DAN OOK, OF VOOR VERLIEZEN OF KOSTEN ALS GEVOLG VAN EEN DEFECT PRODUCT OF HET GEBRUIK VAN EEN PRODUCT.
Sony is niet aansprakelijk voor enige incidentele schade of gevolgschade of verlies van opgenomen gegevens als gevolg van het gebruik van of een storing aan de printer of de geheugenkaart.
Opmerkingen over het LCD-scherm
• Het weergegeven beeld heeft niet dezelfde beeldkwaliteit en kleuren als het afgedrukte beeld omdat de fosformethoden en -profielen anders zijn. U moet het weergegeven beeld beschouwen als indicatie.
• Druk niet op het LCD-scherm. Het scherm kan dan verkleuren, waardoor een storing wordt veroorzaakt.
• Als het LCD-scherm langdurig wordt blootgesteld aan direct zonlicht, kan dit tot defecten leiden.
• Het LCD-scherm is vervaardigd met behulp van precisietechnologie, waardoor meer dan 99,99% van de pixels effectief bruikbaar is. Deze punten duiden niet op fabricagefouten en hebben geen enkele invloed op de afdrukken.
• In een koude omgeving kunnen de beelden op het LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is normaal.
Handelsmerken en auteursrechten
• Cyber-shot, , "Memory Stick",
"Memory Stick PRO", , "Memory Stick PRO Duo",
Duo", , "Memory Stick Micro", , , "Memory Stick­ROM", , "MagicGate", en
Corporation.
• Microsoft, Windows, Windows Vista en DirectX zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
• Intel en Pentium zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Intel Corporation.
of xD-Picture Card™ is een handelsmerk van Fuji Photo Film Co., Ltd.
is een handelsmerk van FotoNation Inc. in de Verenigde Staten.
• Alle andere bedrijven en productnamen die hierin worden vermeld, kunnen de handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken zijn van hun respectieve bedrijven. Bovendien worden "™" en
®
" niet elke keer vermeld in deze
" gebruiksaanwijzing.
• Het Bluetooth woordmerk en logo’s zijn eigendom van Bluetooth SIG, Inc. en elk gebruik van dergelijke merken door Sony Corporation gebeurt onder licentie. Andere handelsmerken en handelsnamen zijn van hun respectievelijke eigenaren.
, "Memory Stick Duo",
, "MagicGate Memory Stick",
, "Memory Stick PRO-HG
zijn handelsmerken van Sony
3
NL
Page 4

Kennisgeving voor gebruikers

Programma © 2008 Sony Corporation Documentatie © 2008 Sony Corporation
Alle rechten voorbehouden. Deze handleiding en de software die hierin wordt beschreven, geheel of gedeeltelijk, mogen niet worden gereproduceerd, vertaald of omgezet in een machineleesbare vorm zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Sony Corporation.
IN GEEN GEVAL IS SONY CORPORATION AANSPRAKELIJK VOOR ENIGE INCIDENTELE OF SPECIALE SCHADE OF GEVOLGSCHADE HETZIJ ONDER DWANG, CONTRACT OF ANDERSZINS VOORTKOMEND UIT OF IN VERBAND MET DEZE HANDLEIDING, DE SOFTWARE OF ANDERE INFORMATIE DIE HIERIN WORDT VERMELD OF HET GEBRUIK ERVAN.
Door het zegel van de CD-ROM-verpakking te verbreken, accepteert u alle bepalingen en voorwaarden van deze overeenkomst. Als u deze bepalingen en voorwaarden niet accepteert, retourneert u de ongeopende CD-ROM-verpakking samen met de rest van het pakket aan de handelaar bij wie u het pakket hebt gekocht.
Sony Corporation behoudt zich het recht voor om te allen tijde deze handleiding of de informatie in deze handleiding te wijzigen zonder voorafgaande kennisgeving. De software die hierin wordt beschreven, kan ook vallen onder de bepalingen van een afzonderlijke gebruiksrechtovereenkomst.
Ontwerpgegevens, zoals de voorbeelden in deze software, mogen uitsluitend voor persoonlijk gebruik worden aangepast of gekopieerd. Het ongeoorloofd kopiëren van deze software is volgens de auteursrechtwetten verboden.
Houd er rekening mee dat het ongeoorloofd kopiëren of aanpassen van portretten van andere personen of van auteursrechtelijk beschermd werk een inbreuk op de rechten van de houders van de auteursrechten kan betekenen. .
U wordt wellicht verwezen naar de bijgeleverde "Lees dit eerst" en "Over afdrukpakketen" als deze gedetailleerde beschrijvingen bevat.
Over de afbeeldingen en schermen die in deze handleiding worden gebruikt
In de afbeeldingen en de schermen die in deze handleiding worden gebruikt, wordt de DPP­FP75 weergegeven, tenzij anders aangegeven.
4
NL
Page 5
Inhoudsopgave
Kennisgeving voor gebruikers ........4
Voordat u begint
Aanduiding van de onderdelen .......7
Voorbereidingen
De inhoud van de verpakking
controleren .....................................9
Het inktlint instellen ........................9
Het afdrukpapier inleggen .............10
Aansluiten op de netspanning .......12
Direct afdrukken
LCD-schermweergave ..................13
Een afdrukvoorbeeld van een
afbeelding ......................................13
Lijst van afbeeldingen ....................14
Lijst van pictogrammen ..................15
Eenvoudig afdrukken ....................16
Een geheugenkaart plaatsen ...........16
Geselecteerde afbeeldingen afdrukken
........................................................16
Genieten van diverse
afdrukmogelijkheden ....................18
Rode-ogencorrectie ......................20
Een afbeelding bewerken ..............21
De grootte van een afbeelding laten
toenemen of afnemen ....................21
Een afbeelding verplaatsen ............21
Een afbeelding draaien ..................21
Een afbeelding aanpassen ..............21
Een bewerkte afbeelding afdrukken
....................................................... 22
Bewerkingen ongedaan maken .....22
Menu aan het verlaten ................... 23
Opmaakafdrukken maken ............23
Een ID-foto maken .......................24
Maken van een Batch Afdruk (Index Afdruk/DPOF Afdruk/Alles
afdrukken) ....................................25
Veranderen van de instellingen ....26
Datumafdruk instellen ................... 26
Instellen van de afdrukopmaak (afdruk
met randen/zonder randen) ............26
Instellen van de schermweergave
....................................................... 27
Veranderen van de kleurinstellingen
....................................................... 28
Verbergen of weergeven van de
weergave printerinformatie ............ 29
Terugzetten naar fabrieksinstellingen
....................................................... 29
Afdrukken vanaf een USB-geheugen
......................................................30
Afdrukken vanaf een PictBridge digitale camera
Afdrukken vanaf een PictBridge
digitale camera .............................31
Vervolg
5
NL
Page 6
Afdrukken vanaf een apparaat dat geschikt is voor Bluetooth
Afdrukken vanaf een apparaat dat
geschikt is voor Bluetooth ............32
Profielen die geschikt zijn voor
Bluetooth-communicatie ................ 32
Procedures voor het afdrukken ...... 32
Afdrukken vanaf een PC
Afdrukken vanaf een PC ................34
De software installeren .................34
Systeemvereisten ........................... 34
Het printerstuurprogramma installeren
....................................................... 35
Het printerstuurprogramma
deïnstalleren .................................. 37
Installeren van de Picture Motion
Browser ......................................... 38
De-installeren van de Picture Motion
Browser ......................................... 39
Foto’s afdrukken vanaf de Picture
Motion Browser ............................39
Een bladermap registreren ............. 43
Afdrukken stoppen ......................... 43
Afdrukken vanuit in de handel
verkrijgbare softwareapplicatie ....... 44
Oplossen van problemen
Als er problemen zijn ....................48
Bij papierstoringen .......................58
Reinigen .......................................59
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen .................60
Voor veiligheid ...............................60
Over de installatie ...........................60
Over het reinigen ............................60
Over de beperkingen op het kopiëren
........................................................61
Over de geheugenkaarten .............61
"Memory Stick" ..............................61
SD Geheugenkaart ..........................62
xD-Picture Card ..............................62
Opmerkingen over het gebruik van een
geheugenkaart ................................63
Specificaties .................................63
Afdrukbereik ...................................65
Woordenlijst .................................66
Index ............................................67
Foutmeldingen
Als een foutmelding verschijnt .....45
NL
6
Page 7

Voordat u begint

Aanduiding van de onderdelen

Zie voor nadere bijzonderheden de bladzijden die tussen haakjes worden genoemd.
Afbeeldingen zijn van de DPP-FP75. De plaatsing van de toetsen en de namen van de DPP-FP65 zijn gelijk, maar het LCD-scherm heeft andere afmetingen.
Voorpaneel van de printer
A 1 (aan/stand-by)-toest/(stand-by)
aan duiding
B CANCEL/ (Index Weergave)
toets
C MENU-toets D LCD-scherm
type 2,4 DPP-FP65 type 3,5 DPP-FP75
E ENTER-toets F Pijl (g/G/f/F) toetsen G (Rode ogen Correctie) -toets
(.blz. 20)
H PRINT-toets/aanduiding I Papierladehouder (.blz. 10) J Klep van de papierladehouder K "Memory Stick PRO" (Standaard/
Duo) sleuf (.pagina’s16, 61)
L xD-Picture Card-sleuf
(.pagina’s16, 62)
M SD-geheugenkaartsleuf
(.pagina’s16, 62)
N Uitwerphendel voor het inktlint
(.blz. 9)
O Inktlint (niet bijgeleverd)
(.blz. 9)
P Klep voor inktlinthouder
(.blz. 9)
Voordat u begint
Vervolg
7
NL
Page 8
Achterpaneel van de printer
A Hendel
Breng, wanneer u de printer draagt, de hendel omhoog, zoals de illustratie hieronder laat zien. Zet de hendel terug in de oorspronkelijke stand, wanneer u de printer gebruikt.
Linkerzijpaneel van de printer
E USB-aansluiting (.blz. 36)
Koppel deze tijdens het gebruik van uw computer via een USB-kabel aan deze aansluiting.
F PictBridge/EXT INTERFACE-
aansluiting (.pagina 31 tot 32)
Koppel deze tijdens gebruik van een voor PictBridge geschikte digitale camera, een USB-geheugen, een Bluetooth USB-adapter (DPPA-BT1*), of ander extern USB-apparaat aan deze aansluiting.
(*In sommige regio's wordt de DPPA-BT1 Bluetooth USB-adapter niet verkocht.)
Opmerkingen
• Het is belangrijk dat, wanneer u de printer draagt, u de geheugenkaarten, het USB­geheugen, de papierlade, netspanningsadapter en de andere kabels verwijdert. Er zouden anders storingen kunnen optreden.
• Zet, wanneer u de DPP-FP75 gebruikt, het LCD-paneel in de oorspronkelijke stand.
B Ventilatieopeningen C Papieruitgang D DC IN 24 V- aansluiting
(.blz. 12)
Steek de geleverde netspanningsadapter in deze aansluiting. Steek vervolgens de stekker van de netspanningsadapter in het stopcontact.
NL
8
Page 9

Voorbereidingen

De inhoud van de verpakking controleren

Controleer of de volgende accessoires met uw printer worden bijgeleverd.
• Papierlade (1)
• Netspanningsadapter
•Netsnoer
• Reinigingscartridge (1)/Reinigingsvel (1)
• CD-ROM (Windows Printer Software Printerstuurprogramma Ver.1.0 en Picture Motion Browser Ver.3.0)
• Gebruiksaanwijzing (dit boekje)
• Lees dit eerst (1)
• Over afdrukpakketen (1)
• Garantie (In sommige regio's wordt geen garantie bijgeleverd.)
• Gebruiksrechtovereenkomst van Sony
*1 De vorm van de stekker en de specificaties van het
netsnoer verschillen afhankelijk van de regio waar u de printer hebt aangeschaft.
*1
(1)
Over Sony-afdrukpakketten (niet bijgeleverd)
Wij verzoeken u een als optie verkrijgbaar en voor de printer ontworpen Sony afdrukpakket voor kleuren te gebruiken. Voor informatie, zie de meegeleverde "Over de Afdrukpakketten".
(1)

Het inktlint instellen

1 Trek de klep voor de inktlinthouder
open.
2 Zet het inktlint in de richting van de
pijl totdat het op zijn plaats klikt.
Voorbereidingen
3 Sluit de klep van de inktlinthouder.
Het inktlint uitnemen
Duw de uitwerphendel voor het inktlint omhoog en neem het gebruikte inktlint uit de printer.
Vervolg
9
NL
Page 10
Opmerkingen
• Raak het inktlint niet aan en zet het niet op een stoffige plek. Vingerafdrukken of stof op het inktlint kunnen minder goede afdrukken tot gevolg hebben.
• Wind het inktlint niet opnieuw op en gebruik het opnieuw opgewonden inktlint niet opnieuw voor het afdrukken. Anders worden geen goede afdrukresultaten bereikt en kunnen er zelfs storingen optreden. Als het niet lukt het inktlint op zijn plaats te klikken, verwijder het dan en plaats het daarna opnieuw. Alleen wanneer het inktlint niet voldoende is opgewonden en u het niet kunt inzetten, drukt u op het middelste gedeelte van het lint en windt u het lint op in de richting van de pijl zodat de vrije slag in het lint verdwijnt.
Wind het lint niet op in de richting zoals hier afgebeeld.

Het afdrukpapier inleggen

1 Open de afdekplaat van de
papierlade.
Pak de afdekplaat van de papierlade aan weerszijden vast (aangeduid met de pijlen) en open de afdekplaat van de papierlade.
• Haal het inktlint niet uit elkaar.
• Trek het lint niet uit de inktcartridge.
• Haal het inktlint niet uit de printer tijdens het printen.
• Berg het inktlint niet op een plaats waar hoge temperaturen of een hoge luchtvochtigheid heerst, waar het zeer stoffig is of waar het zonlicht direct toegang heeft. Berg het op op een koele en donkere plaats en gebruik het korte tijd na de productiedatum. De kwaliteit van het inktlint kan afnemen afhankelijk van de omstandigheden waaronder het wordt bewaard. Het gebruik van een dergelijk inktlint kan gevolgen hebben voor de afdrukresultaten en wij kunnen daarvoor geen garantie of vergoeding bieden.
NL
10
2 Leg het afdrukpapier in de
papierlade.
Page 11
3 Sluit de afdekplaat van de
papierlade.
4 Open de schuif.
5 Schuif de papierlade in de printer.
Opmerkingen
• U kunt tot 20 vellen afdrukpapier in de lade doen. Maak het afdrukpapier grondig los. Leg het afdrukpapier zo in de printer dat het beschermvel bovenop ligt. Verwijder vervolgens het beschermvel.
• Leg het afdrukpapier met de afdrukzijde (de niet­bedrukte zijde) omhoog in de printer.
• Raak het afdrukoppervlak niet aan. Vingerafdrukken of verontreiniging op het afdrukoppervlak kunnen leiden tot onvolkomenheden in de afdruk.
• Buig het afdrukpapier niet en snijd het afdrukpapier niet los van de perforaties vóór het afdrukken.
• Om te voorkomen dat er papier vast komt te zitten in de printer of dat de printer niet goed functioneert, is het is belangrijk dat u:
– Niet op het afdrukpapier schrijft of typt.
– Geen stickers of zegels op het afdrukpapier
plakt.
– Wanneer u afdrukpapier toevoegt in de
papierlade, dient u erop te letten dat er in totaal niet meer dan 20 vellen afdrukpapier in de lade zit.
– Geen verschillende typen afdrukpapier bij
elkaar in de papierlade legt.
– Niet afdrukt op gebruikt afdrukpapier. Het twee
keer afdrukken van dezelfde afbeelding op hetzelfde vel papier maakt de afbeelding niet dikker.
– Gebruik het afdrukpapier alleen voor deze
printer.
– Gebruik het afdrukpapier dat zonder afdruk uit
de printer komt niet nogmaals.
Opmerkingen over het opslaan van papier
• Als u papier in de lade wilt opbergen, verwijdert u de papierlade uit de printer en sluit u de schuif van de papierlade.
• Berg papier niet gedurende langere tijd op met de bedrukte oppervlakken tegen elkaar of in contact met rubberen of kunststof producten die vinylchloride bevatten of die zijn geplastificeerd; hierdoor kunnen kleurveranderingen ontstaan of kan de kwaliteit van de afgedrukte afbeelding afnemen.
• Berg het afdrukpapier niet op op een plaats waar hoge temperaturen of een hoge luchtvochtigheid heerst, waar het zeer stoffig is of waar het zonlicht direct toegang heeft.
• Wanneer u een gedeeltelijk gebruikt pak afdrukpapier opbergt, plaats het dan in de oorspronkelijke of vergelijkbare verpakking.
Voorbereidingen
11
NL
Page 12

Aansluiten op de netspanning

1 Steek de stekker van de
netspanningadapter in de DC IN 24 V - aansluiting aan de achterzijde van de printer.
2 Steek de ene stekker van het
netsnoer in de aansluiting van de netspanningsadapter en de andere stekker in het stopcontact.
Opmerkingen
• Plaats de printer niet op een instabiele ondergrond, zoals een wankele tafel.
• Bewaar voldoende ruimte rondom de printer. Het afdrukpapier komt tijdens het afdrukken enkele keren uit de achterzijde te voorschijn. Houd 10 cm of meer ruimte aan aan de achterzijde van de printer.
• Sluit de netspanningsadapter aan op een gemakkelijk bereikbaar stopcontact dicht bij de printer. Als er iets misgaat bij het gebruik van de adapter, verbreek dan onmiddellijk de netspanning door de stekker uit het stopcontact te trekken.
• Sluit de stekker van de netspanningadapter niet kort met een metalen voorwerp, dit zou tot storingen kunnen leiden.
• Plaats de netspanningsadapter niet in een smalle ruimte, dus bijvoorbeeld niet tussen een wand en een meubelstuk.
• Nadat u klaar bent met het gebruik van de netspanningadapter, trek de plug dan uit de DC IN 24 V aansluiting van de printer en de netspanning.
• Zo lang de stekker in het stopcontact zit, is de printer aangesloten op de netspanning, zelfs als de printer zelf is uitgeschakeld.
10 cm
Netsnoer
Netspan-
ningsadapter
Naar het stopcontact
12
NL
Page 13

Direct afdrukken

LCD-schermweergave

Een afdrukvoorbeeld van een afbeelding

Schermweergave: Aan
Schermweergave: Uit
U kunt vanaf het menu de weergave van een afdrukvoorbeeld van een afbeelding veranderen door het instellen van "Schermweergave". (blz. 27)
A Toegangslampje
Verschijnt als de printer toegang tot een geheugenkaart of een USB-geheugen heeft.
Opmerking
Als het toegangslampje wordt weergegeven, verwijder dan niet de geheugenkaart of USB­geheugen en schakel de netspanning niet uit. Gegevens kunnen beschadigd raken.
B Aanduidingen invoer/instelling
Er worden aanduidingen voor de invoer en informatie over de instellingen voor een afbeelding weergegeven.
Pictog­rammen
Betekenis
"Memory Stick"-invoer
SD Geheugenkaart-invoer
xD-Picture Card-invoer
USB geheugeninvoer
Aanduiding DPOF afdrukinstelling
Direct afdrukken
C Aantal geselecteerde
afbeeldingen/Totaal aantal van afbeelding
D Aanduiding inktlint
: P-afmeting
: Reinigingscartridge
E Bestandinformatie Afbeelding
( bestandsindeling, bestandsgrootte, afbeeldingnummer (map­bestandsnummer)*)
(*alleen voor DCF-geschikte bestanden. Bij andere bestandsindelingen, wordt slechts een deel van de bestandsnaam weergegeven.)
F Bedieningstips G Opname of opslag -datum (jaar/
maand/dag)
H Instelling afdrukhoeveelheid
Vervolg
13
NL
Page 14

Lijst van afbeeldingen

Geeft een lijst weer van de afbeeldingen die op het geselecteerde medium opgeslagen zijn.
DPP-FP65
DPP-FP75
A Cursor (oranje kader)
U kunt de cursor verplaatsen (selectie) door te drukken op g/G/f/F.
B Instelling afdrukhoeveelheid
Verschijnt alleen wanneer het aantal afdrukken wordt ingesteld.
C Bladerbalk
Geeft een aanduiding van de positie van de afbeelding in het totale aantal afbeeldingen.
D Aanduiding DPOF
afdrukinstelling
Een ander afdrukvoorbeeld van een afbeelding of een andere lijst van afbeeldingen kiezen
U kunt als volgt een andere weergave kiezen:
• De lijst van afbeeldingen weergeven
Druk in een afdrukvoorbeeld op de (Index weergave)-toets. Als er meerdere pagina’s zijn, kunt u de pagina’s afwisselen door op f/F te drukken.
• Een afdrukvoorbeeld van een afbeelding weergeven
Druk in de lijst van afbeeldingen op g/G/f/Fzodat de cursor naar de afbeelding van uw keuze wordt verplaatst en druk op ENTER. U kunt in een afdrukvoorbeeld de weergegeven afbeelding wijzigen door op g/G te drukken.
Een afbeelding vergroten Druk in het afdrukvoorbeeld van een afbeelding op ENTER. Ieder keer als u op de toets drukt, vergroot de afbeelding tot 5 keer ten opzichte van de oorspronkelijke schaalgrootte: x1,5, x2, x3, x4 en vervolgens x5. U kunt in een vergroot afdrukvoorbeeld het weergegeven afbeeldinggedeelte wijzigen door op g/G/f/F te drukken.
r
x1 c x1,5 c x2 c x3 c x4 c x5
14
NL
Page 15

Lijst van pictogrammen

Hieronder staan de pictogrammen die worden weergegeven op het LCD-scherm.
U kunt met de werking doorgaan door het kiezen van het gewenste pictogram met g/G/f/F, en vervolgens te drukken op ENTER.
Zie voor nadere uitleg de bladzijden tussen haakjes.
Pictog­rammen
Bewerkopmaakafdruk/ -ID foto
Betekenis
Bewerken (21)
Opmaakafdruk (23)
ID foto (24)
Batch-afdruk (25)
Afdrukinstelling (26)
De grootte van een afbeelding laten toenemen of afnemen (21)
Een afbeelding verplaatsen (21)
Een afbeelding draaien (21) (draait 90 rechtsom.)
Past de beeldkwaliteit van een afbeelding aan (21)
Een foto veranderen in een monochrome plaat (24)
* Deze optie is uitsluitend in ID
fotobewerking beschikbaar.
Terugzetten van de bewerkingen (22)
Een bewerkte afbeelding afdrukken (22)
Menu aan het verlaten (23)
Pictog­rammen
Batch-afdruk
Afdrukinstelling
Betekenis
Indexafdruk (25) (Drukt alle afbeeldingen af in deelschermen.)
Alles afdrukken (25) (Drukt van iedere afbeelding één kopie af.)
DPOF-afdruk (25) (Drukt de afbeeldingen met de afdrukmarkering ( ) af in een afdrukvoorbeeld met het vooraf ingestelde aantal kopieën in de volgorde van weergave.)
Datumafdruk (26)
Randen/Randloos (26)
Schermweergave (27)
Kleurinstelling (28)
Weergave van de printerinformatie (29)
Standaardinstelling (29) (Zet de instellingen terug naar de fabrieksinstellingen.)
Direct afdrukken
Vervolg
15
NL
Page 16

Eenvoudig afdrukken

Een geheugenkaart plaatsen

Maak een geheugenkaart met afbeeldingen gereed om af te drukken: "Memory Stick", "Memory Stick Duo", SD Geheugenkaart of een xD-Picture Card.
Schuif de gewenste kaart met de gelabelde zijde naar boven in de juiste sleuf en duw de kaart naar binnen tot u een klik hoort.
Op de pagina's 61 tot 63 vindt u de typen geheugenkaarten die u bij deze printer kunt gebruiken.
Vanaf de linkerzijde met de gelabelde zijde naar boven, "Memory Stick", ( "Memory Stick Duo"), SD Geheugenkaart en xD-Picture Card
Een geheugenkaart uitwerpen
Als u de geheugenkaart uit de sleuf wilt nemen, trekt u de kaart langzaam naar buiten.
Opmerkingen
• Plaats alleen de geheugenkaart die u voor het afdrukken wilt gebruiken. Wanneer meerdere geheugenkaarten zijn geplaatst, heeft de geheugenkaart die het eerst is geplaatst prioriteit.
• The printer ondersteunt kaarten van zowel standaardformaat als klein formaat. Een "Memory Stick Duo"-adapter is niet nodig.
• Volg de opmerkingen op de pagina's 61 tot 63 , als u een geheugenkaart wilt gebruiken.

Geselecteerde afbeeldingen afdrukken

In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de afbeeldingen op een geheugenkaart of op een USB-geheugen op het LCD-scherm van de printer kunt weergeven en de geselecteerde afbeeldingen kunt afdrukken (Direct Afdrukken). Zie blz. 30 voor aanwijzingen voor het afdrukken vanaf een USB-geheugen.
Afdrukhoeveelheid instellen
1 Zet de printer aan door op de
schakelaar 1 (aan/standby) te drukken.
De standby-indicator gaat uit. Een afbeelding die op de geheugenkaart of op USB-geheugen opgeslagen is, wordt op het LCD-scherm weergegeven.
2 Geef de afbeelding die u wilt
afdrukken, weer door op g/G te drukken.
3 Stel de afdrukhoeveelheid in.
Sla deze procedure over en ga naar de volgende stap als u één exemplaar van de weergegeven afbeelding wilt afdrukken.
Geef de aanduiding van het aantal afdrukken weer door op f te drukken. Druk daarna op f/F zodat u het aantal afdrukken kunt opgeven.
16
NL
Page 17
4 Druk op PRINT.
Wanneer de toets PRINT groen brandt, is de printer gereed voor het maken van afdrukken. De weergegeven afbeelding wordt afgedrukt.
Meerdere afbeeldingen afdrukken
Herhaal de stappen 2 en 3.
Het aantal afdrukken wijzigen
Geef de afbeelding weer waarvan u het aantal afdrukken wilt aanpassen en wijzig het aantal afdrukken met f/F.
Selecteert u "0", dan worden er geen afdrukken gemaakt.
Vergroten van een af te drukken afbeelding (Afdruk kaderen)
Druk herhaaldelijk op ENTER totdat de afbeelding tot de gewenste afmeting is vergroot. U kunt een afbeelding tot vijf keer de oorspronkelijke schaal vergroten. Druk op g/G/f/F als u de afbeelding wilt verplaatsen.
Druk op PRINT om voor het afdrukken het afdrukvoorbeeld weer te geven. Druk vervolgens nogmaals op PRINT om de bekeken afbeelding af te drukken.
Zelfs wanneer u het aantal afdrukken voor andere afbeeldingen hebt ingesteld, wordt alleen de afbeelding die bekeken wordt, afgedrukt.
Over het selecteren van invoer
De printer is niet uitgerust met een schakelaar voor het selecteren van de invoer. Wanneer u een geheugenkaart in de printer steekt of USB­geheugen op de printer aansluit, worden de afbeeldingen op de aangesloten media automatisch weergegeven. Als meerdere geheugenkaarten of een USB-geheugen zijn aangesloten, heeft de media die het eerst is aangesloten voorrang.
Wanneer u de printer aanzet terwijl er meerdere media is geplaatst of aangesloten, detecteert de printer de media in de volgorde "Memory Stick", SD geheugenkaart, xD-Picture Card, en vervolgens een USB-geheugen die gekoppeld is met de PictBridge/EXT INTERFACE aansluiting.
Direct afdrukken
Opmerkingen
• Het is belangrijk dat u de printer tijdens het afdrukken nooit verplaatst of uitzet, het inktlint of het afdrukpapier zou vast kunnen komen te zitten. Als u de printer uitzet, laat de papierlade dan in de printer zitten en zet de printer weer aan. Als er papier waarop werd afgedrukt in de printer achterblijft, verwijder dan het papier dat automatisch wordt uitgeworpen en ga verder met afdrukken.
• Haal niet de papierlade uit de printer tijdens het afdrukken. Er zou zich anders een storing kunnen voordoen.
• Het afdrukpapier komt tijdens het afdrukken enkele keren te voorschijn. Raak het papier tijdens het afdrukproces niet aan.
• Zie blz. 58, als er papier in de printer blijft steken.
17
NL
Page 18

Genieten van diverse afdrukmogelijkheden

z Bediening met behulp van de printertoetsen
Rode-ogencorrectie
MENU
Rode-ogencorrectie .blz. 20
Druk op de (Rode-ogencorrectie)-toets om het fenomeen van de rode ogen op een afbeelding automatisch te corrigeren.
Afdrukdiversiteit
Druk op MENU en selecteer een pictogram van de gewenste bewerking.
•Druk op g/G/f/F, selecteer het gewenste
pictogram en druk op ENTER.
1 Bewerken 2 Afdrukopmaak 3 ID foto 4 Batch Afdruk 5 Afdrukinstelling
• Druk opnieuw op MENU als u het menu wilt afsluiten.
18
NL
Page 19
1 Bewerk .blz. 21
U kunt het formaat, de positie, de tint of andere beeldeigenschappen van de geselecteerde afbeelding aanpassen.
Zie blz. 15 voor de pictogrammen die u kunt gebruiken.
2 Afdrukopmaak .blz. 23
U kunt meerdere foto’s op deelschermen plaatsen om een afdruk te maken
U kunt een afdruk maken met 2, 4, 9, 13 of 16 afbeeldingen.
3 ID foto .blz. 24
U kunt de gewenste breedte en hoogte van een foto specificeren.
U kunt een foto gebruiken voor bijvoorbeeld een paspoort.
4 Batch Afdruk .blz. 25
U kunt een groot aantal afbeeldingen ineens van een geheugenkaart of een USB-geheugen afdrukken.
Direct afdrukken
U kunt kiezen uit afdrukopties zoals "alles afdrukken", "indexafdruk" en "DPOF-afdruk".
5 Afdrukinstelling .blz. 26
U kunt tijdens het afdrukken de printerinstellingen en de instellingen van de schermweergave wijzigen.
19
NL
Page 20

Rode-ogencorrectie

1 Geef een afbeelding weer die u wilt
aanpassen en druk vervolgens op
(Rode-ogencorrectie).
Rode-ogencorrectie van de geselecteerde afbeelding begint. De resultaten van de aanpassingen worden op het scherm weergegeven.
De oorspronkelijke afbeelding (van vóór de correctie) opnieuw weergeven
Druk op (Rode-ogencorrectie). Druk opnieuw op als u de aangepaste afbeelding wilt weergeven.
Correctie afbreken
Druk op CANCEL.
Tip
Hoewel u de status voor de rode ogen-correctie kunt controleren door op ENTER te drukken en een afbeelding kunt vergroten, wordt de af te drukken afbeelding niet vergroot. Vergroot de foto eerst en voer dan een rode-ogencorrectie uit voordat u de afbeelding afdrukt.
Als u het aantal afdrukken voor meerdere afbeeldingen hebt ingesteld
Alle afbeeldingen waarvoor u een aantal voor de afdrukken hebt ingesteld, worden aangepast. Druk op g/G als u andere afbeeldingen wilt weergeven.
De afdrukhoeveelheid instellen
Stel, voordat u de rode-ogencorrectie begint, de afdrukhoeveelheid in (blz. 16). U kunt na het beëindigen van de rode­ogencorrectie de afdrukhoeveelheid niet meer instellen of wijzigen. Breek de rode­ogencorrectie af om de instelling van de afdrukhoeveelheid te wijzigen.
Tips
• Als er geen afbeeldingen zijn met instellingen voor het aantal afdrukken, past de rode-ogencorrectie de afbeelding die bekeken wordt aan.
• Als er andere afbeeldingen met instellingen voor de afdrukhoeveelheid zijn en het aantal afdrukken van de afbeelding die bekeken wordt, is niet ingesteld, zal de afbeelding die bekeken wordt niet worden gecorrigeerd. De afbeeldingen met instellingen voor de afdrukhoeveelheid worden aangepast.
• Als u een afbeelding vergroot, zal alleen de vergrote afbeelding worden aangepast en dan afgedrukt.
2 Druk op PRINT.
Het afdrukken van de afbeelding die wordt aangepast, begint. Als het aantal afdrukken is ingesteld, zal het overeenkomstige aantal exemplaren worden afgedrukt.
Tips
• Aanpassingen zijn alleen van invloed op de afbeelding die wordt afgedrukt. De oorspronkelijke afbeelding wordt niet aangepast.
• U kunt geen bewerking uitvoeren op een afbeelding na de Rode-ogencorrectie.
Opmerkingen
• Afhankelijk van de afbeelding kan het zijn dat het verschijnsel van de rode ogen niet wordt gecorrigeerd.
• Als u de bewerking afbreekt door het selecteren van (Opnieuw instellen) in het menu Bewerken, wordt de rode-ogencorrectie ook afgebroken.
• Tijdens het proces van de rode-ogencorrectie wordt een animatie voor het lezen en omgaan van en met gegevens van een geheugenkaart of een USB-geheugen weergegeven. Verwijder tijdens de animatie de geheugenkaart niet of ontkoppel het USB-geheugen niet.
De automatische rode­ogencorrectie van deze printer gebruikt de technologie van FotoNation Inc. in de V.S.
20
NL
Page 21
Een afbeelding

Een afbeelding draaien

bewerken

De grootte van een afbeelding laten toenemen of afnemen

1 Druk vanaf het menu Bewerken
(blz. 19) op g/G om (Vergroten) te selecteren om een afbeelding te vergroten of (Verkleinen) om het te verkleinen en druk vervolgens op ENTER.
Iedere keer dat u op de toets drukt, wordt de afbeelding groter of kleiner. U kunt de afbeelding ook groter of kleiner maken met behulp van de toetsen (inzoomen) en (uitzoomen):
: tot 200% vergroot : tot 60% verkleind
Opmerking
De beeldkwaliteit van een vergrote afbeelding kan afhankelijk van het formaat afnemen.

Een afbeelding verplaatsen

1 Druk in het menu Bewerken
(blz. 19), druk op g/G om (Verplaatsen) te selecteren en druk vervolgens op ENTER.
De g/G/f/Fverschijnt links/rechts/ boven/onder de afbeelding en u kunt de afbeelding verplaatsen.
2 Druk op g/G/f/F als u de
afbeelding wilt verplaatsen.
De afbeelding wordt verplaatst in de geselecteerde richting.
3 Druk op ENTER.
De afbeelding staat vast in de huidige positie.
4 Druk op PRINT.
1 Druk in het menu Bewerken
(blz. 19), druk op g/G om (Draaien) te selecteren en druk vervolgens op ENTER.
Iedere keer dat u op ENTER drukt, draait de afbeelding 90° rechtsom.
2 Druk op PRINT.

Een afbeelding aanpassen

1 Druk in het menu Bewerken
(blz. 19), druk op g/G om (Aanpassen) te selecteren en druk vervolgens op ENTER.
Het menu Aanpassen wordt weergegeven.
Pictog­rammen
Brightness
Tint
Saturation
Sharpness
Betekenis
Aanpassen van de helderheid
Aanpassen van de tint
Aanpassen van de kleurverzadiging
Aanpassen van de scherpte
Het menu Aanpassen afsluiten. Slaat de uitgevoerde bewerkingen op en past ze toe en keert terug naar de vorige stap.
2 Selecteer met een druk op g/G het
aanpassingsgereedschap van uw keuze en druk daarna op ENTER.
Het aanpassingscherm van het geselecteerde gereedschap verschijnt.
Direct afdrukken
Vervolg
21
NL
Page 22
Als (Brightness) wordt geselecteerd
Schuifbalk
Druk op g/Gals u een afbeelding wilt aanpassen terwijl u bijvoorbeeld het niveau controleert.
Brightness: Druk op Gals u het beeld helderder wilt maken of gals u het donkerder wilt maken.
Tint: Druk op Gals u het beeld een groene tint wilt geven of gals u het een rode tint wilt geven.
Saturation: Druk op Gals u de kleuren dieper wilt maken gals u de kleuren lichter wilt maken.
Sharpness: Druk op Gals u de contouren scherper wilt maken of gals u de contouren zachter wilt maken.

Een bewerkte afbeelding afdrukken

1 Druk op g/G om (Afdrukken) te
selecteren en druk vervolgens op ENTER. Of druk op PRINT.
Het afdrukvenster wordt nu weergegeven. De afdrukhoeveelheid wordt nu weergegeven.
2 Stel de afdrukhoeveelheid in.
• U kunt de afdrukhoeveelheid steeds met één laten toenemen door herhaaldelijk op f te drukken.
• U kunt de afdrukhoeveelheid steeds met één laten afnemen door herhaaldelijk kort op F te drukken.
3 Druk op ENTER.

Bewerkingen ongedaan maken

3 Druk op ENTER.
De aanpassing wordt uitgevoerd en u kunt andere opties voor aanpassingen selecteren.
4 Druk op g/G om (Exit) te
selecteren en druk vervolgens op ENTER.
Het aanpassingmenu wordt gesloten.
5 Druk op PRINT.
NL
22
1 Druk op g/G om (Opnieuw
instellen) te selecteren en druk
vervolgens op ENTER.
Het bevestigingsvenster wordt nu weergegeven.
2 Druk op f/F, om "OK" te selecteren
en druk op ENTER.
De instellingen in het menu Bewerken en de rode-ogencorrectie zijn uitgeschakeld en de afbeelding is teruggezet in de staat zoals het voor bewerking was.
Het scherm Bewerken of Aanpassen wordt opnieuw weergegeven. Als u op CANCEL drukt of "CANCEL" selecteert en op ENTER drukt, wordt het vorige scherm weergegeven.
Page 23

Menu aan het verlaten

1 Druk op g/G om (Exit) te
selecteren en druk vervolgens op ENTER.
Het bevestigingsvenster wordt nu weergegeven.
2 Druk op f/F, om "OK" te selecteren
en druk op ENTER.
De menubewerkingen worden afgebroken en het scherm voorafgaand aan die van het menu wordt opnieuw weergegeven.
Als u op CANCEL drukt of "CANCEL" selecteert en op ENTER drukt, wordt het vorige scherm weergegeven.

Opmaakafdrukken maken

1 Druk in het hoofdmenu (blz. 18), op
g/G/f/F om (Afdruk opmaken) te selecteren en druk vervolgens op ENTER.
De opmaaksjablonen voor het afdrukken worden weergegeven.
2 Selecteer met een druk op
g/G/f/F de sjabloon van uw keuze en druk daarna op ENTER.
Het afdrukvoorbeeld van de geselecteerde sjabloon wordt weergegeven
3 Selecteer een afbeelding.
Wanneer u een sjabloon met meerdere afbeeldingen selecteert, herhaalt u de onderstaande procedures en selecteert u een afbeelding voor elk gebied.
1Druk op g/G/f/F, selecteer een
afbeeldingsgebied en druk op ENTER. De lijst van afbeeldingen wordt weergegeven.
2Druk op g/G/f/F, selecteer de
afbeelding van uw keuze en druk op ENTER. Het venster dat wordt gebruikt voor het aanpassen van de afbeelding wordt weergegeven. Voor aanpassingen, zie "Een afbeelding aanpassen" op pagina 21. U kunt het fenomeen rode-ogen automatisch laten aanpassen door op de
(Rode-ogencorrectie)-toets te drukken(blz. 20). Na het uitvoeren van de rode-ogencorrectie kunt u geen andere aanpassingen aanbrengen. Zorg ervoor dat u klaar bent met het aanbrengen van andere aanpassingen voordat u de rode-ogencorrectie uitvoert.
4 Druk op g/G om te selecteren en
druk op ENTER.
De geselecteerde afbeelding wordt aan het afbeeldinggebied toegevoegd.
5 Druk op PRINT.
Direct afdrukken
23
NL
Page 24

Een ID-foto maken

1 Druk in het hoofdmenu (blz. 18), op
g/G/f/F om (ID Foto) te selecteren en druk vervolgens op ENTER.
Het venster voor het instellen van de hoogte en de breedte van een ID Foto wordt weergegeven.
Tip
De maximale waarden die u kunt instellen zijn 7,0 (breedte) × 9,0 (hoogte) cm.
2 Druk op g/G/f/F om de aan te
passen "Hoogte" of "Breedte" te selecteren en druk op ENTER.
De cursor wordt verplaatst naar het invoergebied voor getallen van het geselecteerde item.
• Om de eenheid te specificeren : Selecteer "cm" of "inch".
• Om de hoogte te specificeren : Selecteer het cijfervakje rechts op het fotoframe.
• Om de breedte te specificeren: Selecteer het cijfervakje boven in het fotoframe.
3 Stel met een druk op f/F de
afmeting in en druk daarna op ENTER.
Het afdrukvoorbeeld van de ID-foto van het opgegeven formaat wordt weergegeven.
4 Herhaal stappen 2 en 3 als u het
andere formaat wilt opgeven.
5 Druk op f/F om te selecteren
en druk op ENTER.
Het venster voor het selecteren van een afbeelding wordt weergegeven.
6 Druk op g/G/f/F, selecteer de
afbeelding van uw keuze, druk daarna op ENTER.
Het venster dat wordt gebruikt voor het aanpassen van de positie van de afbeelding wordt weergegeven.
Voor aanpassingen, zie stap "Een afbeelding aanpassen" op pagina 21.
U kunt tevens een kleurenfoto in een monochrome afbeelding veranderen. Selecteer (Monochroom) en druk op ENTER. U kunt deze optie selecteren tijdens het maken van een ID Foto.
7 Druk op g/G om te selecteren en
druk op ENTER.
Een afdrukvoorbeeld van ID-fotoafdruk wordt weergegeven.
8 Druk op PRINT.
Opmerking
Het is mogelijk dat het gebruik van een ID-fotoafdruk voor een identificatiekaart of een paspoort niet is toegestaan. Ga in de instructies na aan welke eisen een foto moet voldoen voordat u de aanvraag voor de kaart of het paspoort indient.
24
NL
Page 25
Maken van een Batch Afdruk
(Index Afdruk/DPOF Afdruk/Alles afdrukken)
• Indexafdruk
U kunt een lijst (index) afdrukken van alle afbeeldingen die in een geheugenkaart of een USB-geheugen opgeslagen staan, zodat u gemakkelijk kunt zien wat er op het geselecteerde medium staat. Het aantal afbeeldingen op een vel is gefixeerd op 8 horizontaal bij 6 verticaal.
• Alles afdrukken
U kunt alle afbeeldingen die op een geheugenkaart of op een USB-geheugen zijn opgeslagen, in één keer afdrukken.
• DPOF-afdruk
De afbeeldingen die voor het afdrukken zijn ingesteld op DPOF (Digital Print Order Format) worden met een afdruk-merkteken ( ) weergegeven in een afdrukvoorbeeld van een afbeelding. U kunt deze afbeeldingen in één keer afdrukken. De afbeeldingen worden afgedrukt met het vooraf ingestelde aantal kopieën in de volgorde waarin zij zijn weergegeven.
1 Druk in het hoofdmenu (blz. 18), op
g/G/f/F om (Batch afdruk) te selecteren en druk vervolgens op ENTER.
Het menu Batchafdruk wordt weergegeven.
Direct afdrukken
2 Druk op g/G voor (Index
afdrukken), (Alle afdrukken), of
(DPOF afdrukken) te selecteren
en druk vervolgens op ENTER.
Het dialoogvenster voor bevestiging wordt weergegeven.
Opmerking
Als er geen afbeeldingen zijn die vooraf zijn ingesteld op DPOF toen u "DPOF afdruk" selecteerde, wordt een foutmelding weergegeven.
3 Om het afdrukken te starten, druk
op f/F om "OK" te selecteren en druk op ENTER.
Wanneer u "OK" selecteert, wordt het afdrukken gestart.
Opmerkingen
• Zie de handleiding van uw digitale camera voor instructies voor het vooraf instellen van afbeeldingen voor het afdrukken.
• Sommige typen digitale camera’s ondersteunen de DPOF-functie niet, of the printer ondersteunt misschien niet alle functies van de digitale camera.
Tips
• Om het afdrukken te stoppen, druk op CANCEL en druk op ENTER in stap 3.
• Als het onderdeel "Datum afdruk" in het menu Instellen afdruk is ingesteld op "ON" wordt de datum waarop de afbeelding werd genomen of opgeslagen niet afgedrukt in modus Index Afdruk.
25
NL
Page 26

Veranderen van de instellingen

Datumafdruk instellen

Als de afbeelding is opgenomen met gebruik van het DCF-formaat (Design rule for Camera file system), kunt u een afbeelding met de datum van opname, die als onderdeel van de opname-informatie is vastgelegd, afdrukken. U kunt "ON" of "OFF" van datum afdruk selecteren en de volgorde jaar/maand/dag.
1 Druk in het (Afdrukinstelling)
menu op g/G/f/F om (Datum afdruk) te selecteren en druk vervolgens op ENTER.
Het menu afdrukinstelling wordt weergegeven.
g/G om de gewenste volgorde te selecteren:
• D-M-Y: De datum wordt weergegeven in de volgorde dag, maand en jaar.
• M-D-Y: De datum wordt weergegeven in de volgorde maand, dag en jaar.
• Y-M-D: De datum wordt weergegeven in de volgorde jaar, maand en dag.
4 Druk op ENTER.
De instelling wordt vastgelegd. Het venster afdrukinstelling wordt opnieuw weergegeven.
Om de bewerking ongedaan te maken
Druk op CANCEL. Het venster afdrukinstelling wordt opnieuw weergegeven.

Instellen van de afdrukopmaak (afdruk met randen/zonder randen)

1 Druk in het (Afdrukinstelling)
menu op g/G/f/F om (met randen/zonder randen) te selecteren en druk vervolgens op ENTER.
Het menu afdrukken met randen/zonder randen wordt weergegeven.
2 Druk op g/G om (datumafdruk)
of (geen datumafdruk) te selecteren en druk op ENTER.
3 Om de volgorde van de
datumafdruk in te stellen, druk op F om , te selecteren en druk vervolgens op
NL
26
Page 27
2 Druk op g/G om de gewenste
afdrukopmaak te selecteren.
Items Procedures
Zonder randen afbeelding af zonder een lege ruimte rond de afbeelding.
Randen (patroon 1): Drukt een afbeelding af met een rand rond de afbeelding, zonder in de afbeelding te snijden.
Randen (patroon 2): Drukt een afbeelding af en laat boven en onder de afbeelding en links en rechts daarvan ongeveer gelijke randen achter.
: Drukt een
Opmerkingen
• Als u "zonder randen" selecteert, kan een standaard 4:3 opname door een digitale camera worden afgedrukt met de boven- en onderhoekjes gesneden en wordt het afgedrukt als een 3:2 afbeelding.
• Wanneer u "Randen (patroon 2)" selecteert, kan het zijn dat de afbeelding - afhankelijk van de afbeelding - aan de boven- en onderzijde of aan de linker- en rechterzijde wordt bijgesneden.

Instellen van de schermweergave

1 Druk in het (Afdrukinstelling)
menu op g/G/f/F om (Schermweergave) te selecteren en druk vervolgens op ENTER.
Het menu schermweergave wordt weergegeven.
Direct afdrukken
3 Druk op ENTER.
De instelling wordt vastgelegd. Het venster afdrukinstelling wordt opnieuw weergegeven.
Om de bewerking ongedaan te maken
Druk op CANCEL. Het venster afdrukinstelling wordt opnieuw weergegeven.
2 Druk op g/G om de gewenste
iteminstelling te selecteren.
Vervolg
27
NL
Page 28
Items Procedures
Schermweergave staat uit. In een afdrukvoorbeeld wordt de informatie anders dan de afdrukhoeveelheid en invoerinstellingen niet weergegeven.
Schermweergave staat aan. In een afdrukvoorbeeld wordt informatie zoals het aantal geselecteerde afbeeldingen, opnamedatum en de gegevens van een afbeeldingenbestand in toevoeging op de afdrukhoeveelheid en de invoerinstellingen weergegeven.
3 Druk op ENTER.
De instelling wordt vastgelegd. Het venster afdrukinstelling wordt opnieuw weergegeven.
Om de bewerking ongedaan te maken
Druk op CANCEL. Het venster afdrukinstelling wordt opnieuw weergegeven.
Tip
Het jaar, de maand en de dag van de opname worden weergegeven in dezelfde volgorde als de instelling van de datumafdruk.

Veranderen van de kleurinstellingen

1 Druk in het (Afdrukinstelling)
menu op g/G/f/F om (Kleurinstelling) te selecteren en druk vervolgens op ENTER.
Het menu kleurinstelling wordt weergegeven.
2 Druk op g/G, selecteer het
gewenste kleurelement en druk op f/F om het niveau in te stellen.
U kunt de niveaus voor een kleurenelement instellen: "R" (rood), "G" (groen) of "B" (blauw) in de reeks van +4 tot –4.
R: Past de rode en blauwe elementen aan. Hoe
hoger u het niveau instelt, des te roder wordt het beeld, alsof er rood licht aanwezig is. Hoe lager het u het niveau instelt, des te donkerder wordt het beeld, alsof blauw licht wordt toegevoegd.
G:Past de groene en paarse elementen aan. Hoe
hoger u het niveau instelt, des te groener wordt het beeld, alsof er groen licht aanwezig is. Hoe lager het u het niveau instelt, des te donkerder wordt het beeld, alsof rood/paars licht wordt toegevoegd.
B: Past de blauwe en gele elementen aan. Hoe
hoger u het niveau instelt, des te blauwer wordt het beeld, alsof er blauw licht aanwezig is. Hoe lager het u het niveau instelt, des te donkerder wordt het beeld, alsof geel licht wordt toegevoegd.
28
NL
Page 29
3 Druk op ENTER.
De instelling wordt vastgelegd. Het venster afdrukinstelling wordt opnieuw weergegeven.
Om de bewerking ongedaan te maken
Druk op CANCEL. Het venster afdrukinstelling wordt opnieuw weergegeven.

Verbergen of weergeven van de weergave printerinformatie

1 Druk in het (Afdrukinstelling)
menu op g/G/f/F om (Weergave printerinformatie) te selecteren en druk vervolgens op ENTER.
Het menu printerinformatieweergave wordt weergegeven. U kunt het versienummer en de totale afdrukhoeveelheid van de printer controleren.

Terugzetten naar fabrieksinstellingen

U kunt alle instellingen naar fabrieksinstellingen terugzetten.
1 Druk in het (Afdrukinstelling)
menu op g/G/f/F om (Fabrieksinstelling) te selecteren en druk vervolgens op ENTER.
Het bevestigingsvenster wordt nu weergegeven.
2 Druk op f/F, selecteer "OK" en druk
op ENTER.
De printerinstellingen zijn teruggezet naar de fabrieksinstellingen.
Direct afdrukken
2 Druk op ENTER.
Het menu printerinformatieweergave wordt gesloten.
29
NL
Page 30

Afdrukken vanaf een USB-geheugen

U kunt een USB-geheugen en de printer met elkaar verbinden en een afbeelding direct vanaf het USB-geheugen afdrukken.
Opmerkingen
• Wij kunnen de aansluiting niet van alle typen USB-geheugens garanderen.
• We kunnen de aansluiting met een voor massaopslag geschikte digitale camera of foto­opslag niet garanderen.
• Als een geheugenkaart in de printer is gezet, kan de printer niet het signaal van een USB-geheugen dat is aangesloten op de PictBridge/EXT INTERFACE-connector van de printer, lezen. Neem een geheugenkaart uit de printer als deze eventueel is ingezet.
1 Sluit de printer aan op de
netspanning (blz. 12).
2 Druk op de schakelaar 1 (aan/
standby) om de printer aan te zetten.
Opmerkingen
• Schakel de stroom van de printer nooit uit als het toegangslampje van een USB-geheugen knippert. De gegevens die opgeslagen zijn in het USB­geheugen kunnen beschadigd raken. Wij kunnen geen schadevergoeding toekennen in het geval van verlies van gegevens of beschadiging.
• U kunt niet een USB-hub of een USB-apparaat uitgerust met een USB-hub gebruiken.
• Gecodeerde of gecomprimeerde gegevens door middel van vingerafdrukherkenning of wachtwoorden kunnen niet worden gebruikt.
3 Sluit een USB-geheugen aan op de
PictBridge/EXT INTERFACE aansluiting van de printer.
Naar PictBridge/EXT INTERFACE-aansluiting
USB-geheugen
NL
30
Page 31

Afdrukken vanaf een PictBridge digitale camera

• Indexafdruk

Afdrukken vanaf een PictBridge digitale camera

U kunt niet een digitale camera gebruiken die geschikt is voor PictBridge en een afbeelding direct vanaf uw camera afdrukken.
Voorafgaand aan het afdrukken in PictBridge­modus dienen geheugenkaart(en) en computer van de printer te worden losgekoppeld.
• DPOF-afdruk
• Afdruk met Randen/zonder Randen
• Datumafdruk
Naar PictBridge/EXT INTERFACE-aansluiting
1 Breng uw digitale camera in
gereedheid voor het afdrukken met een printer die geschikt is voor PictBridge.
De vereiste instellingen en bewerkingen die voorafgaand aan de aansluiting moeten zijn uitgevoerd, verschillen afhankelijk van de digitale camera. Zie voor nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van uw digitale camera. (In het geval van Sony Cyber-shot digitale camera bijvoorbeeld, selecteer "PictBridge" modus voor "USB Connect".)
2 Sluit de printer aan op de
netspanning (blz. 12).
3 Druk op de schakelaar 1 (aan/
standby) om de printer aan te zetten.
4 Sluit de voor PictBridge geschikte
digitale camera aan op de PictBridge/EXT INTERFACE­aansluiting van de printer.
Wanneer u een voor PictBridge geschikte digitale camera aansluit op de printer, wordt "PictBridge" weergegeven op het LCD-scherm van de printer.
5 Druk afbeelding af door de digitale
camera te bedienen.
De printer ondersteunt de volgende afdrukken:
• Afdruk met een enkele afbeelding
• Afdruk met afbeeldingen
Opmerkingen
• Als u een inktlint vervangt terwijl de printer is aangesloten op een digitale camera die geschikt is voor PictBridge, kan het zijn dat een afbeelding niet goed wordt afgedrukt. Als dit gebeurt, verbreek de aansluiting van de digitale camera dan en breng de aansluiting weer tot stand.
• Tijdens het afdrukken via de PictBridge/EXT INTERFACE aansluiting wordt een afbeelding afgedrukt volgens de instellingen van het menu Afdrukinstellingen van de printer. Wanneer u met uw digitale camera de datumafdruk of afdrukken met randen/zonder randen instelt, hebben de instellingen van de digitale camera prioriteit. Als u "zonder randen" selecteert met de printer en "randen" met uw camera, wordt "randen (patroon
1)" gebruikt voor het afdrukken.
• U kunt geen USB-hub of een digitale camera met een USB-hub gebruiken.
• Raadpleeg voor foutmeldingen die worden weergegeven op uw digitale camera de gebruiksaanwijzing van uw digitale camera.
Een PictBridge-camera
Naar USB-aansluiting
Afdrukken vanaf een PictBridge digitale camera
31
NL
Page 32

Afdrukken vanaf een apparaat dat geschikt is voor Bluetooth

BMP: 1, 4, 8, 16, 24, 32 bit Windows-indeling

Afdrukken vanaf een apparaat dat geschikt is voor Bluetooth

Met het aansluiten van de Sony DPPA-BT1 Bluetooth USB-adapter op de PictBridge/EXT INTERFACE aansluiting van uw printer, kunt u een afbeelding afdrukken vanaf iedere mobiele telefoon, digitale camera of ander apparaat die geschikt is voor Bluetooth.
Opmerkingen
• Gebruik de DPPA-BT1 niet buiten het gebied van aankoop. In bepaalde gebieden bent u mogelijk in overtreding van de voorschriften voor radiofrequentie als u de adapter gebruikt en kunt u een boete opgelegd krijgen.
• In sommige regio's wordt de Sony DPPA-BT1 Bluetooth USB-adapter DPPA-BT1 niet verkocht.

Profielen die geschikt zijn voor Bluetooth-communicatie

Sommige bestandsindelingen van afbeeldingen zijn niet geschikt.
Maximaal aantal pixels dat kan worden gehanteerd
8 000(H) × 6 000(V) stippen (Maximaal 3,5 MB of minder)

Procedures voor het afdrukken

Wanneer u afdrukt vanaf de PictBridge/EXT INTERFACE-aansluiting, let er dan wel op dat u eerst de geheugenkaart(en) uit de printer moet verwijderen.
1 Sluit de printer aan op de
netspanning.
2 Druk op de schakelaar 1 (aan-
standby) om de printer aan te zetten.
3 Steek de Bluetooth-adapter in de
PictBridge/EXIT INTERFACE­aansluiting van uw printer.
De DPP-FP65/FP75 ondersteunt de volgende profielen:
• BIP (Basic Imaging Profile)
• OPP (Object Push Profile)
Raadpleeg, als u wilt weten welke profielen uw Bluetooth-apparaat ondersteunt, de bijbehorende handleiding.
Wat is een "Profiel"?
Een profiel bestaat uit de standaarden waarmee draadloze communicatie via Bluetooth mogelijk is. Er zijn verschillende profielen beschikbaar, afhankelijk van het product en de doelen waarvoor het wordt gebruikt. Bluetooth­communicatie is alleen mogelijk als de apparaten die met elkaar communiceren hetzelfde profiel ondersteunen.
Geschikte bestandsindelingen voor afbeeldingen die afgedrukt kunnen worden
JPEG: Geschikt voor DCF 2.0, geschikt voor
Exif 2.21, JFIF (4:4:4, 4:2:2, 4:2:0 indelingen Baseline JPEG)
TIFF: Geschikt voor Exif 2.21
NL
32
Opmerking
Als een ander apparaat dan de Bluetooth ­adapter, zoals een geheugenkaart, camera, PC of ander USB-geheugen of een USB-kabel is aangesloten op een van de sleuven voor geheugenkaarten, de PictBridge/EXIT INTERFACE-aansluiting of de USB­aansluiting van uw printer, verbreek dan de aansluiting daarvan met de printer en sluit daarna de Bluetooth-adapter aan.
4 Druk af vanaf de voor Bluetooth
geschikte mobiele telefoon of vanaf een ander apparaat.
Raadpleeg voor de procedures voor het afdrukken de handleiding van het Bluetooth-apparaat dat u gebruikt.
Page 33
Om een printer te selecteren vanaf een Bluetooth-geschikt apparaat, selecteer: "Sony DPP-FP65 ##"/"Sony DPP-FP75 ##". ("##" staat voor de twee cijfers van acht de rechterkant van het adres weergegeven in het LCD-scherm:
Als het invoeren van de Toegangssleutel* is vereist
Invoer "0000". U kunt de toegangssleutel niet wijzigen met de printer.
* Een Toegangssleutel wordt ook vaak
"wachtwoord" of "Pincode" genoemd.
Opmerkingen
• Gebruik de aankoop. In bepaalde gebieden bent u, als u dit product gebruikt, mogelijk in overtreding van de voorschriften voor radiofrequentie en kunt u een boete opgelegd krijgen.
• De communicatieafstand van het product kan variëren afhankelijk van de obstakels tussen het product (een menselijk lichaam, een metalen voorwerp of een muur) en de mobiele telefoon of het andere apparaat.
• De gevoeligheid van de Bluetooth-communicatie kan onder de volgende omstandigheden worden beïnvloed:
– Wanneer er een obstakel staat tussen het product
DPPA-BT1 niet buiten het gebied van
en de mobiele telefoon of het andere product,
zoals een menselijk lichaam een metalen voorwerp of een muur.
– Waar een draadloze LAN is aangelegd of een
magnetron dichtbij wordt gebruikt, of waar een andere elektromagnetische golf wordt uitgezonden.
• Aangezien een Bluetooth-apparaat en een draadloze LAN (IEEE802.11b/g) in hetzelfde frequentiebereik zitten, kunnen zich storingen voordoen wanneer het product wordt gebruikt bij een apparaat dat is uitgerust met een draadloze LAN. Het kan zijn dat de communicatiesnelheid en de kwaliteit van de verbinding hierdoor nadelig worden beïnvloed. Neem de volgende maatregelen als dit zich voordoet:
– Houd een afstand aan van ten minste 10 m tot
een draadloze LAN wanneer u een verbinding tot stand brengt tussen het product en de mobiele telefoon.
– Zet het draadloze LAN uit als u het product op
een afstand van minder dan 10 m van een draadloze LAN-apparaat gebruikt.
• Het is niet zo dat dit product gegarandeerd goed werkt met alle apparaten die zijn uitgerust met draadloze Bluetooth-technologie.
• Sony is niet verantwoordelijk voor het eventueel lekken van informatie veroorzaakt door de Bluetooth-gegevensuitwisseling.
• Sony accepteert geen aansprakelijkheid van fouten waardoor niet wordt voldaan aan de veiligheidseisen, als deze fouten zijn veroorzaakt door niet aanbevolen wijzigingen of gebruik van het product.
• Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw printer voor informatie over klantondersteuning.
P Voorzichtigheid
• Radiogolven van een Bluetooth-apparaat kunnen de werking van elektrische en medische apparaten nadelig beïnvloeden en kunnen leiden tot ongelukken die het gevolg zijn van storingen. Het is belangrijk dat u het product en de mobiele telefoon uitzet en dit product niet gebruikt op de volgende plaatsen:
– In medische klinieken en ziekenhuizen, treinen,
vliegtuigen, tankstations of andere plaatsen waar ontvlambare gas vrij kan komen.
– In de buurt van automatische deuren of
brandalarmen of andere automatisch bestuurde apparaten.
• Houd dit product ten minste 22 cm verwijderd van pacemakers. Radiogolven die door dit product worden uitgezonden, kunnen de werking van pacemakers nadelig beïnvloeden.
• Haal dit product niet uit elkaar en breng er geen wijzigingen in aan. Als u dat doet, loopt u het risico van een elektrische schok of het risico dat er brand ontstaat.
Afdrukken vanaf een apparaat dat geschikt is voor Bluetooth
33
NL
Page 34

Afdrukken vanaf een PC

Afdrukken vanaf een PC

U kunt de afbeeldingen afdrukken vanaf een PC als u de geleverde software op uw PC installeert en een verbinding met de printer tot stand brengt.
In dit hoofdstuk vindt u uitleg bij het installeren van de geleverde software op uw PC en bij het gebruik van de Picture Motion Browser­software voor het afdrukken van een afbeelding.
Raadpleeg ook de bedieningsinstructies die bij uw PC zijn meegeleverd voor informatie over bediening van de PC.
U hoeft de software alleen te installeren wanneer u de printer voor de eerste keer op de PC aansluit.
Op de geleverde CD-ROM
Op de geleverde CD-ROM staat de volgende software:
• Printerstuurprogramma voor de DPP-FP65/ FP75: De software beschrijft de eisen die de printer stelt en maakt het afdrukken vanaf de PC mogelijk.
• Picture Motion Browser: Sony’s oorspronkelijke software-applicatie die het u mogelijk maakt foto's en bewegende beelden te bewerken—dit bevat het vastleggen, beheren, verwerken en afdrukken.

De software installeren

Systeemvereisten

U kunt het geleverde printerstuurprogramma en Picture Motion Browser alleen gebruiken als uw PC aan de volgende vereisten voldoet:
Besturingsy steem (*1)
CPU: Pentium III 500MHz of sneller
RAM: 256 MB of meer (512 MB of meer
Ruimte op de harde schijf:
Schermin­stelling:
Aansluiting USB-aansluiting
Station CD-ROMstation (voor het
Microsoft Windows Vista (*2)/ Windows XP SP2 (*2)/Windows 2000 Professional SP4 (Af-fabriek geïnstalleerd)
(*1) Dit printer-stuurprogramma werkt
niet op Windows 2000 Professional SP2 of Windows Me besturingsystemen. Deze printer werkt niet op Macintosh.
*2
) De Picture Motion Browser, 64-bit
(
edities en start (Editie) worden niet ondersteund.
(Pentium III 800MHz of sneller wordt aanbevolen.)
wordt aanbevolen.)
400 MB of meer (Afhankelijk van de Windows-versie die u gebruikt, zal meer ruimte nodig zijn. Voor het bewerken van gegevens van de afbeeldingen zult u nog extra ruimte op de harde schijf nodig hebben.)
Schermresolutie: 1024 × 768 stippen of meer
Schermkleuren: Hoge Kleuren (16­bit) of meer
installeren van de software)
34
NL
Page 35
Opmerkingen
• Als u een hub gebruikt voor de aansluiting tussen de printer en uw PC, of als u twee of meer USB­apparaten, waaronder andere printers aansluit op uw PC, kunnen er storingen optreden. Als deze zich voordoen, breng dan de aansluiting tussen uw PC en de printer op eenvoudiger wijze tot stand.
• U kunt de printer niet bedienen vanaf een ander USB-apparaat dat tegelijkertijd wordt gebruikt.
• Haal de USB-kabel niet los van de printer en sluit de kabel niet aan op de printer terwijl er gegevenscommunicatie plaatsvindt of afdrukken worden gemaakt. Mogelijk zal de printer dan niet goed werken.
• De printer biedt geen ondersteuning voor standby­stand, slaapstand en sluimerstand, en het opstarten vanuit die standen. Zorg ervoor dat de computer die op de printer is aangesloten, overschakelt naar een van deze standen tijdens het afdrukken. Als dit gebeurt, kan het afdrukken mislukken.
• Als u een opdracht tijdens het afdrukken pauzeert en na enige tijd hervat, is het mogelijk dat de printer niet goed afdrukt.
• Als u een lopende afdrukopdracht pauzeert en het afdrukken na enige tijd hervat, zal het afdrukken mogelijk niet correct worden uitgevoerd.
• Wij kunnen niet garanderen dat bewerkingen op alle PC’s goed verlopen, ook al wordt aan de systeemvereisten voldaan of worden deze overschreden.
• Picture Motion Browser ondersteunt DirectX­technologie en het kan nodig zijn DirectX te moeten installeren. DirectX is beschikbaar op de CD-ROM.
• Als de Picture Motion Browser wordt geïnstalleerd op een PC waarop de Cyber-shot Viewer al is geïnstalleerd, wordt de Cyber-shot Vieweroverschreven en vervangen door de Picture Motion Browser. De bladermappen worden, wanneer zij eenmaal zijn geïnstalleerd in de Cyber­shot Viewer, automatisch geregistreerd in de Cyber-shot Viewer. Wanneer u de Picture Motion Browser gebruikt, kunt u de mappen gemakkelijker bekijken dan wanneer u de Cyber-shot Viewer gebruikt, omdat de geregistreerde mappen per groep worden weergegeven, wanneer u mappen bekijkt. De Picture Motion Browser biedt krachtiger bewerkingsfuncties, zoals verbeterde aanpassing van het rode-ogeneffect en een nieuw toegevoegde tint-curveaanpassing. U kunt de software ook gebruiken om gegevens te schrijven op een externe geheugenkaart die u met u mee kunt nemen.

Het printerstuurprogramma installeren

Volg onderstaande procedures voor het installeren van het printerstuurprogramma.
Opmerkingen
• Sluit de printer niet aan op de PC, voordat u het printerstuurprogramma installeert.
• Log in op Windows met een "Beheerder van deze computer"-gebruikers-account.
• Het is belangrijk dat u alle actieve programma's afsluit voordat u de software installeert.
• De weergegeven dialoogvensters in dit hoofdstuk zijn van Windows Vista, tenzij anders wordt vermeld. De installatieprocedures en de dialoogvensters die worden getoond, variëren afhankelijk van het besturingsprogramma.
1 Zet uw PC aan, start Windows, leg
de geleverde CD-ROM in het CD-ROM-station van uw PC.
Het installatievenster wordt nu weergegeven.
Afdrukken vanaf een PC
Opmerkingen
• Als het installatievenster niet automatisch wordt weergegeven, dubbelklikt u op de "Setup.exe" van de CD-ROM.
• In Windows Vista kan het venster AutoPlayverschijnen. Selecteer, ook als dit gebeurt, de uitvoering van "Setup.exe" en installeer het printerstuurprogramma volgens de instructies op het scherm.
2 Klik op "Bezig met installeren van
printerstuurprogramma".
Het dialoogvenster "InstallShield Wizard" wordt weergegeven.
Vervolg
35
NL
Page 36
3 Klik op "Volgende".
Het dialoogvenster voor de licentieovereenkomst wordt weergegeven.
4 Lees de overeenkomst aandachtig
door. Als u akkoord gaat, schakelt u het selectievakje "Ik ga akkoord met deze overeekomst" in en klik op "Volgende".
Naar USB­aansluiting
5 Klik op "Installeren".
De installatie wordt gestart.
6 Wanneer het dialoogvenster "Het
printerstuurprogramma Sony DPP­FP65/FP75 is geïnstalleerd." wordt weergegeven, klikt u op "Voltooien".
7 Druk op de schakelaar 1 (aan/
standby) om de printer aan te zetten.
8 Breng met behulp van een USB-
kabel (niet bijgeleverd) een verbinding tot stand tussen de USB­aansluitingen van de printer en uw PC.
De installatie van het printerstuurprogramma wordt automatisch gestart.
Windows PC
Naar USB-aansluiting
Opmerking
Gebruik een USB-kabel van het B-type die korter is dan 3m.
9 Wacht even en controleer
vervolgens of "Sony DPP-FP65" of "Sony DPP-FP75" is toegevoegd aan"Printers en faxapparaten".
10 Wanneer de installatie is voltooid,
verwijdert u de CD-ROM uit uw PC en bergt u de CD-ROM op zodat u deze ook later nog kunt gebruiken.
Als u verder wilt gaan met het installeren van de Picture Motion Browser-software, volgt u de procedures vanaf stap 2 op blz. 38.
36
NL
Page 37
Opmerkingen
• Als de installatie mislukt, verbreek dan de aansluiting van de printer met uw PC, start uw PC opnieuw op en voer de installatieprocedure vanaf stap 2 opnieuw uit.
• Na de installatie is de "Sony DPP-FP65" of the "Sony DPP-FP75" nog niet ingesteld als de standaardprinter. Stel voor iedere applicatie de printer in die u gebruikt.
• Als u het printerstuurprogramma deïnstalleert of opnieuw installeert, hebt u de CD-ROM nodig. Bewaar het voor mogelijk toekomstig gebruik.
• Lees, voordat u de printer gebruikt, het bestand Readme door (de map Readme van de CD-ROM cDutch map c Readme.txt).
Wanneer de software is geïnstalleerd
Het pictogram wordt weergegeven op het bureaublad van Windows evenals een snelkoppeling naar de website zodat u zich als gebruiker van de printer kunt registreren. Nadat u klaar bent met de registratie, kunt u informatie over ondersteuning vinden op: http:/ /www.sony.net/registration/di/

Het printerstuurprogramma deïnstalleren

3 Klik op "Bezig met installeren van
printerstuurprogramma".
Het dialoogvenster "InstallShield Wizard" wordt weergegeven.
4 Klik op "Volgende".
Het dialoogvenster voor de licentieovereenkomst wordt weergegeven.
5 Lees de overeenkomst aandachtig
door. Als u akkoord gaat, schakelt u het selectievakje "Ik ga akkoord met deze overeekomst" in en klik op "Volgende".
Het dialoogvenster voor de bevestiging dat wordt gebruikt voor het verwijderen van de software, wordt weergegeven.
6 Klik op "Ja".
Het dialoogvenster voor bevestiging dat wordt gebruikt voor het opnieuw starten, wordt weergegeven.
7 Vink "Ja, ik wil mijn computer nu
opnieuw opstarten" aan en klik op "OK".
Wanneer u de computer opnieuw opstart, worden de relevante bestanden verwijderd en wordt het deïnstalleren voltooid.
Afdrukken vanaf een PC
Wanneer het printerstuurprogramma niet meer nodig is, volg dan onderstaande procedure om het te verwijderen:
1 Koppel de USB-kabel (niet
bijgeleverd) los tussen de printer en de PC.
2 Plaats de bijgeleverde CD-ROM in
het CD-ROM-station van uw PC.
Het installatievenster wordt nu weergegeven.
Opmerking
Als het installatievenster niet automatisch wordt weergegeven, dubbelklikt u op de "Setup.exe" van de CD-ROM.
Vervolg
37
NL
Page 38

Installeren van de Picture Motion Browser

Volg onderstaande procedures voor het installeren van de Picture Motion Browser.
Opmerkingen
• Log in op Windows met een "Beheerder van deze
computer"-gebruikers-account.
• Het is belangrijk dat u alle actieve programma's
afsluit voordat u de software installeert.
• De weergegeven dialoogvensters in dit hoofdstuk
zijn van Windows Vista, tenzij anders wordt vermeld. De installatieprocedures en de dialoogvensters die worden getoond, variëren afhankelijk van het besturingsprogramma.
1 Zet uw PC aan, start Windows, leg
de geleverde CD-ROM in het CD-ROM-station van uw PC.
Het installatievenster wordt weergegeven (blz. 35).
2 Klik op "Bezig met installeren van
Picture Motion Browser".
Het dialoogvenster "Taal voor de installatie kiezen" wordt weergegeven.
3 Selecteer uw taal en klik op
"Volgende".
Het dialoogvenster "Locatieinstellingen" wordt weergegeven.
4 Klik op "Volgende".
Het dialoogvenster voor de licentieovereenkomst wordt weergegeven.
5 Lees de overeenkomst aandachtig
door. Als u akkoord gaat, schakelt u het selectievakje "Ik ga akkoord met
deze overeekomst" in en klik op "Volgende".
Het dialoogvenster dat wordt gebruikt om de bestemming op te geven, wordt weergegeven.
6 Klik op de bestemming en klik
daarna op "Volgende".
Het dialoogvenster waarin wordt vermeld dat het programma kan worden geïnstalleerd, wordt weergegeven.
7 Klik op "Installeren" en vervolg de
installatie door de instructies op het scherm te volgen.
Volg, wanneer u wordt gevraagd uw PC opnieuw te starten, de weergegeven instructies en start uw PC opnieuw op.
8 Wanneer de installatie is voltooid,
verwijdert u de CD-ROM uit uw PC en bergt u de CD-ROM op zodat u deze ook later nog kunt gebruiken.
Opmerkingen
• Voer, als de installatie niet lukt, de installatieprocedures vanaf stap 2 opnieuw uit.
• Als u Picture Motion Browser de-installeert of opnieuw installeert, hebt u de geleverde CD-ROM nodig. Bewaar de CD-ROM goed zodat u deze later nog kunt gebruiken.
38
NL
Page 39

De-installeren van de Picture Motion Browser

Verwijder deze software als volgt van uw PC, als u deze niet langer meer nodig hebt:

Foto’s afdrukken vanaf de Picture Motion Browser

1 Klik op "Start" -
"Configuratiescherm".
Het Configuratiescherm wordt weergegeven.
2 Open "Software". 3 Selecteer "Sony Picture Utility" en
klik op"Wijzigen/Verwijderen".
Het deïnstallatieproces van de software wordt gestart.
U kunt met behulp van de Picture Motion Browser vanaf uw PC een afbeelding afdrukken op P size afdrukpapier.
1 Start het Picture Motion Browser-
venster en gebruik daarvoor één van de volgende methoden:
• Dubbelklik op (Picture Motion
Browser) op het bureaublad van Windows.
• Klik op "Start" - "Alle programma’s"
(of "Programma’s" in Windows 2000) ­"Sony Picture Utility" - "Picture Motion
Browser". Wanneer u de Picture Motion Browser voor het eerst start, wordt het dialoogvenster voor het registreren van een bekeken map weergegeven. Klik, als er al afbeeldingen zijn opgeslagen in de map "Afbeeldingen", op "Nu registreren".
Als u afbeeldingen hebt opgeslagen in een andere folder dan "Afbeeldingen", klik dan op "Later registreren". Lees "Een bladermap registreren" op pagina 43.
Tip
In Windows XP/Windows 2000, gelieve "Foto’s" te lezen als "Mijn foto’s".
Afdrukken vanaf een PC
Vervolg
39
NL
Page 40
Zo gaat u naar de map "Afbeeldingen"
• In Windows 2000: Klik op "Mijn documenten" ­"Afbeeldingen" op het bureaublad.
• In Windows Vista/XP: Klik op "Start" - "Afbeeldingen" in de taakbalk.
2 Klik op "Start".
Het hoofdvenster van de Picture Motion Browser wordt weergegeven
In het hoofdvenster zijn de volgende twee weergaven mogelijk. U kunt een andere weergave kiezen door op het tabblad "Mappen" of "Kalender" in het rechterkader te klikken.
• "Mappen"-weergave
De afbeeldingen worden geordend in de geregistreerde mappen en worden weergegeven als miniaturen.
• "Kalender"-weergave
De afbeeldingen worden geordend op opnamedatum en worden weergegeven als miniaturen op de datums van de kalender. In de weergave "Kalender" kunt u de weergave kiezen op jaar, op maand of op uur.
In dit hoofdstuk worden vensters met "Mappen"-weergave gebruikt als voorbeelden.
3 Klik op de map die de foto's bevat
die u wilt afdrukken.
Als voorbeeld wordt de "sample"-map geselecteerd in de volgende uitleg.
4 Selecteer de foto's die u wilt
afdrukken en klik op (afdrukken).
Het dialoogvenster Afdrukken wordt weergegeven.
5 Selecteer in de keuzelijst "Printer"
"Sony DPP-FP65" of "Sony DPP­FP75". Ga naar stap 6 als u de papierstand of andere afdrukopties wilt instellen. Om af te drukken, ga naar stap 11.
Items Functies
Printer Selecteer de printer die u
gebruikt: "Sony DPP-FP65" of "Sony DPP-FP75"
Papierfor­maat
Afdrukop­ties
Eigen­schappen
Klik op "Eigenschappen" als u het formaat wilt wijzigen. Opmerking: In sommige regio's wordt L size afdrukpapier niet verkocht.
• Zoom in op de afbeelding totdat het afdrukgebied is gevuld: Als u dit hebt aangekruist, wordt een afbeelding over het gehele afdrukgebied van het papier afgedrukt. Mogelijk wordt er een rand van de foto afgesneden. Als u dit niet hebt aangevinkt, wordt een afbeelding volledig zonder bijsnijdingen afgedrukt.
• Opnamedatum afdrukken: Als u dit hebt aangekruist, wordt een afbeelding met de datum van de opname afgedrukt als de afbeelding een bestand is dat is opgenomen in de DCF­indeling (DCF - Design rule for Camera File system).
Geeft papierformaat, oriëntatie, beeldkwaliteit en andere bijzonderheden op.
40
NL
Page 41
6 Klik op "Eigenschappen" als u de
papierstand of andere afdrukopties wilt instellen.
Het dialoogvenster "Eigenschappen" van de geselecteerde printer wordt weergegeven. Het printerstuurprogramma van de printer gebruikt de Universal Printer Driver, een door Microsoft veelgebruikt printerstuurprogramma. In de dialoogvensters staan enkele onderdelen die niet in deze printer worden gebruikt.
7 In het tabblad "Indeling" geeft u de
oriëntatie van het papier op of andere opties.
Items Functies
Afdrukstand Selecteer de oriëntatie van een
Paginavolgo­rde
Pagina’s per vel
Geavanceerd Geeft het papierformaat op of
afbeelding wanneer deze wordt afgedrukt:
•Staand
•Liggend
Selecteer de volgorde van de pagina's wanneer deze worden afgedrukt:
• Vooraan beginnen
• Achteraan beginnen
Geef het aantal kopieën per vel op dat wordt afgedrukt. Selecteer "1".
andere opties.
8 Klik op "Geavanceerd".
Het dialoogvenster "Geavanceerde opties voor Sony DPPFP65/FP75" wordt weergegeven.
Items Functies
Papier/ uitvoer
Grafisch ­Image Color Management
• Papierformaat: Selecteer in de keuzelijst het papierformaat dat u werkelijk gebruikt voor het afdrukken: P size (briefkaartformaat)/L size
Opmerking: In sommige
regio's wordt L size afdrukpapier niet verkocht.
• Aantal afdrukken: Geef het aantal kopieën op dat wordt afgedrukt.
• ICM-methode: De printer ondersteunt niet de instellingen van de ICM­methode. Zelfs als u een andere optie selecteert dan "ICM uitgeschakeld" zullen de afdrukresultaten de instelling niet weergeven. Laat de optie zoals deze is ingesteld.
• ICM-opzet: De printer ondersteunt niet de ICM Intent-instellingen. Laat de optie zoals deze is ingesteld.
Afdrukken vanaf een PC
Vervolg
41
NL
Page 42
Items Functies
Documen­topties
Printerfunc­ties
• Geavanceerde printerfuncties: Selecteer "Ingeschakeld" als u de geavanceerde afdrukopties wilt inschakelen, zoals "Paginavolgorde". Schakel deze functie uit als er zich problemen met de compatibiliteit voordoen.
• Kleurenafdrukmodus: Selecteer "Ware kleuren (24 bpp)" als u in kleur wilt afdrukken. Selecteer "Monochroom" als u in monochroom wilt afdrukken.
• Afdrukken zonder rand: Selecteer "Aan" als u een afbeelding randloos wilt afdrukken. Selecteer "Uit" als u randloos wilt afdrukken. Afhankelijk van de applicatiesoftware wordt een afbeelding met randen afgedrukt, zelfs als "Aan" is geselecteerd. Stel een afbeelding die u wilt afdrukken volledig in binnen het afdrukbereik.
9 In het tabblad "Papier/Kwaliteit"
geeft u de kleur of papierbron op.
Items Functies
Ladeselec­tie
Kleur Selecteer "Kleur" als u in kleur
Geavan­ceerd
Selecteer uit de "Papierinvoer" vervolgkeuzelijst "Automatisch selecteren".
wilt afdrukken. Selecteer "Black & White" (Zwart-wit) als u in monochroom wilt afdrukken.
Het dialoogvenster "Geavanceerde opties voor Sony DPPFP65/FP75" wordt weergegeven. (blz. 41) Zie voor nadere bijzonderheden stap 8.
42
10 Klik op "OK".
Het dialoogvenster "Afdrukken" wordt weer weergegeven.
11 Klik op "Afdrukken".
Het afdrukken wordt gestart. Zie voor de nadere bijzonderheden over de eigenschappen van de Picture Motion Browser de Picture Motion Browser Help.
Opmerking
U kunt niet een bestand van bewegende beelden of bestanden van RAW-gegevens afdrukken.
NL
Page 43
Tips
• Klik als u een reeks stilstaande beelden in het afbeeldingengebied van het hoofdvenster wilt selecteren, op de eerste afbeelding van de reeks en klik daarna op de laatste afbeelding terwijl u de Shift-toets ingedrukt houdt. U kunt meerdere stilstaande beelden die niet een reeks vormen, selecteren door één voor één op de afbeeldingen te klikken terwijl u de Ctrl-toets ingedrukt houdt.
• U kunt ook afdrukken vanuit een afdrukvoorbeeld van een afbeelding.

Een bladermap registreren

In de Picture Motion Browser kunt u niet direct afbeeldingen weergeven die zijn opgeslagen op de harddisk van de PC. Eerst moet u de bladermap als volgt registreren:
1 Klik op "Bestand" - "Weergegeven
map registreren" of klik op .
Het dialoogvenster "Mappen registreren voor weergave" wordt weergegeven.
2 Selecteer de map die u wilt
registreren en klik op "Registreren".
Opmerkingen
• De map die u selecteert als bestemming van de geïmporteerde afbeeldingen wordt automatisch geregistreerd.
• U kunt de registratie van de map die u hier registreert, niet annuleren.
Een andere bladermap kiezen
Klik op "Extra" - "Instelling" - "Weergegeven mappen".
Tips
• Als er een submap staat in de bronmap, worden de afbeeldingen in de submap ook geregistreerd.
• Wanneer de software voor het eerst wordt gestart, wordt een melding getoond waarin u wordt gevraagd "Afbeeldingen" te registreren.
• Afhankelijk van het aantal afbeeldingen kan het registreren van afbeeldingen wel enkele tientallen minuten duren.

Afdrukken stoppen

1 Dubbelklik op het printer-pictogram
op de taakbalk en open het dialoogvenster "Afdrukken".
2 Klik op de naam van het document
waarvan u het afdrukken wilt annuleren en klik daarna op "Annuleren" in het menu "Document".
Het dialoogvenster dat wordt gebruikt voor de bevestiging van het verwijderen, wordt weergegeven.
3 Klik op "Ja".
De afdruktaak wordt geannuleerd.
Afdrukken vanaf een PC
Opmerking
U kunt niet het gehele station registreren.
Het dialoogvenster voor bevestiging van de registratie wordt weergegeven.
3 Klik op "Ja".
De registratie van de informatie van de afbeelding in de database wordt gestart.
4 Klik op "Sluiten".
Opmerking
Verwijder niet een taak die wordt afgedrukt. Als u dat doet, zou dat een papierstoring tot gevolg kunnen hebben.
Vervolg
43
NL
Page 44

Afdrukken vanuit in de handel verkrijgbare softwareapplicatie

U kunt met in de handel verkrijgbaar softwareapplicatie een afbeelding op de DPP­FP65/FP75 afdrukken. Selecteer "DPP-FP65" of "DPP-FP75" als printer in het afdruk­dialoogvenster en selecteer het papierformaat in het dialoogvenster voor de pagina-opmaak. Zie voor nadere bijzonderheden over de afdrukinstellingen stap 5 en 7 op pagina blz. 40 en 41.
Over de instelling "Afdrukken zonder rand" in "Printerfuncties".
Wanneer u een andere applicatie gebruikt dan de Picture Motion Browser, kan het zijn dat een afbeelding wordt afgedrukt met randen ook als u "Aan" selecteert voor "Afdrukken zonder rand" in "Printerfuncties" van het dialoogvenster "Geavanceerde opties voor Sony DPPFP65/FP75".
Wanneer u de randloze afdrukoptie selecteert, wordt de informatie van het afdrukbereik voor randloze afdrukken aangeboden aan de applicatie. Sommige applicaties zullen echter misschien de afbeelding rangschikken en afdrukken met randen binnen het opgegeven bereik.
Als dit gebeurt, kunt u een afbeelding afdrukken zonder randen door als volgt te werk te gaan:
• Wanneer u een afdrukbereik kunt instellen met een applicatie, stelt u een afbeelding die u wilt afdrukken volledig in binnen het beschikbare afdrukbereik. Selecteer bijvoorbeeld "Fotoafdruk op volledige pagina" of een vergelijkbare optie.
Instelling van de oriëntatie
Afhankelijk van de softwareapplicatie die u gebruikt zal de oriëntatie misschien niet veranderen als u de instelling Portret of Landschap wijzigt.
Met de instelling Randen/Geen randvan het printerstuurprogramma
Wanneer de softwareapplicatie die u gebruikt, de instelling Randen/Geen rand heeft, adviseren wij dat u "Aan" voor "Afdrukken zonder rand" selecteert in "Printerfuncties" van het dialoogvenster "Geavanceerde opties voor Sony DPPFP65/FP75" zoals de instelling van het printerstuurprogramma.
Instelling aantal afdrukken
Afhankelijk van de softwareapplicatie die u gebruikt, kan de gebruikte instelling voor het aantal afdrukken prioriteit hebben over de instelling die is opgegeven in het dialoogvenster van het printerstuurprogramma.
44
NL
Page 45

Foutmeldingen

Als een foutmelding verschijnt

Als een fout optreedt, kan de volgende foutweergave op het LCD-scherm verschijnen. Volg de hier beschreven aanwijzingen voor het oplossen van het probleem.
Foutweergave Betekenis/Oplossingen
c Er staan op de geheugenkaart of op een USB-geheugen geen
bestanden van afbeeldingen die de printer kan verwerken. Sluit een geheugenkaart of apparaat aan waarop afbeeldingen staan die met de printer kunnen worden weergegeven.
c Er zijn geen bestanden van afbeeldingen met DPOF- instelling
op de geheugenkaart of op het USB-geheugen. Geef het afdruk­merkteken (DPOF) op met uw camera.
c De afbeelding kan een niet geschikt bestandsformaat zijn zoals
een JPEG-bestand die op uw computer is gemaakt of een geschikt bestandsformaat dat geen miniatuurafbeelding, of gedeelte van een afbeeldingbestand voor weergave bevat. Selecteer het merkteken in de afbeelding en druk op ENTER als u het afdrukvoorbeeld van de afbeelding wilt weergeven. Als een afbeelding wordt weergegeven, kunt u de afbeelding afdrukken. Als hetzelfde merkteken weer wordt weergegeven, heeft de afbeelding een bestandsindeling die niet geschikt is en is afdrukken met de printer niet mogelijk.
c De afbeelding heeft een geschikt bestandsformaat waarvan de
gegevens van de miniatuur of de gegevens zelf niet geopend kunnen worden. Selecteer het merkteken in de afbeelding en druk op ENTER als u het afdrukvoorbeeld van de afbeelding wilt weergeven. Als een afbeelding wordt weergegeven, kunt u de afbeelding afdrukken. Als hetzelfde merkteken weer wordt weergegeven, is afdrukken met de printer niet mogelijk.
c Er is misschien een USB apparaat aangesloten dat niet door de
printer wordt ondersteund. Of de USB-instellingen van het aangesloten apparaat zijn niet geschikt. Raadpleeg de bedieningsinstructies van het USB-apparaat dat u gebruikt.
Foutmeldingen
Vervolg
45
NL
Page 46
Foutweergave Betekenis/Oplossingen
c De printer ondersteunt geen USB-hub of een stuurprogramma
met ingebouwde USB-hub. Sluit het apparaat direct aan op de printer of gebruik een apparaat dat niet voorzien is van een USB-hub-functie.
c Er is een ongeschikte geheugenkaart ingestoken. Gebruik een
geheugenkaart of een USB-geheugen die de printer ondersteunt. (.pagina’s 61 tot 63)
c Er is een mogelijke fout opgetreden met de geheugenkaart of
een USB-geheugen. Als deze meldingen vaak verschijnen, controleer dan de status van de geheugenkaart of een USB­geheugen met een ander apparaat.
c De printer bevat geen inktlint. Plaats een inktlint van
weergegeven afmeting op de volgende wijze en druk op PRINT. (.blz. 9) – P: P-afmeting inktlint
46
c Het inktlint is op. Plaats een nieuw inktlint van weergegeven
afmeting op de volgende wijze en druk op PRINT. (.blz. 9) – P: P-afmeting inktlint
c Het verkeerde inktlint is geplaatst. Gebruik niet de verkeerde
afmeting, maar stel de weergegeven afmeting als volgt in en druk op PRINT. (.blz. 9) – P: P-afmeting inktlint
NL
Page 47
Foutweergave Betekenis/Oplossingen
c Het inktlint zit vast.
Koppel het netsnoer los van de printer, sluit het weer aan. Als de printermotor gestopt is, verwijder dan het inktlint en plaats een nieuw inktlint. Als u het inktlint niet kunt verwijderen, raadpleeg dan uw leverancier of de dienstverlening van Sony.
c Er is geen afdrukpapier of reinigingsblad in de papierlade
geplaatst. Plaats het afdrukpapier van de weergegeven afmeting als volgt in de papierlade, schuif de papierlade in de printer en druk vervolgens op PRINT. (.blz. 10) – P: P afmeting afdrukpapier – C: Reinigingsblad (.blz. 59)
c Het verkeerde afdrukpapier of reinigingsblad in de papierlade
geplaatst. Plaats het afdrukpapier van de weergegeven afmeting als volgt in de papierlade, schuif de papierlade in de printer en druk vervolgens op PRINT. (.blz. 10) – P: P afmeting afdrukpapier – C: Reinigingsblad (.blz. 59)
c Papierstoringen Zie "In het geval van papierstoringen"
(.blz. 58) en verwijder vastgelopen papier uit de printer. Neem contact op met het dichtsbijzijnde Sony-servicecentrum als u het vastgelopen papier niet kunt verwijderen.
c Er is geen papierlade in de printer geschoven. Plaats het
afdrukpapier of reinigingsblad in de papierlade, schuif de lade in de printer en druk vervolgens op PRINT. (.blz. 10)
47
Foutmeldingen
NL
Page 48

Oplossen van problemen

Als er problemen zijn

Volg, als u op problemen stuit bij het gebruik van de printer, de volgende aanwijzingen voor het oplossen daarvan. Vraag advies aan uw Sony-dealer als het probleem blijft bestaan.
Netspanning
Symptoom Controle Oorzaak/Oplossing
De printer kan niet worden aangezet
Afbeeldingen weergeven
Symptoom Controle Oorzaak/Oplossing
Het LCD-scherm geeft geen afbeeldingen meer.
Sommige afbeeldingen in de lijst van afbeeldingen worden niet weergegeven of ze worden niet afgedrukt terwijl ze wel worden weergegeven.
• Is het netsnoer goed aangesloten?
• Is de geheugenkaart of het USB-geheugen goed aangesloten?
• Staan er op de geheugenkaart of op een USB-geheugen afbeeldingen die zijn vastgelegd met een digitale camera of een ander apparaat?
• Is de bestandsindeling geschikt voor de DCF?
• Worden er miniatuurafbeeldingen in de lijst (index) van afbeeldingen weergegeven?
• Zijn er meer dan 999 afbeeldingen opgeslagen op de geheugenkaart of op een USB-geheugen?
• Hebt u een bestand van een afbeelding met behulp van uw PC een naam gegeven of een nieuwe naam gegeven?
c Steek het netsnoer stevig in het
stopcontact. (.blz. 12)
c Plaats op de juiste manier een
geheugenkaart of een USB-geheugen. (.blz. 16, 30)
c Plaats een geheugenkaart of een USB-
geheugen waarop de opgenomen afbeeldingen staan.
c Controleer welke bestandsindelingen
kunnen worden afgedrukt met de printer. (.blz. 63)
c Als een afbeelding niet geschikt is voor de
DCF, dan is afdrukken met de printer misschien niet mogelijk, ook al wordt de afbeelding weergegeven op het scherm van de PC.
c Als de afbeelding wordt weergegeven
maar de afbeelding kan niet worden afgedrukt, is het bestand dat wordt gebruikt voor het afdrukken beschadigd.
c Als een afbeelding niet geschikt is voor
DCF (Design rule for Camera File-systeem), dan is afdrukken met de printer misschien niet mogelijk, ook al wordt de afbeelding weergegeven op het scherm van de PC.
c De printer kan tot 999
afbeeldingsbe standen weergeven, opslaan, verwijderen of verwerken. Gebruik, als er meer dan 999 afbeeldingen zijn opgeslagen op een geheugenkaart of op een USB-geheugen, de PC of de stand PictBridge voor het weergeven en verwerken van de overige afbeeldingen.
c Wanneer u een bestand van een afbeelding
een naam geeft of een nieuwe naam geeft met behulp van uw computer en in de bestandsnaam komen andere tekens voor dan de alfanumerieke tekens, kan het zijn dat de bestandsnaam niet goed wordt weergegeven of dat de afbeelding niet wordt weergegeven op de printer.
48
NL
Page 49
Symptoom Controle Oorzaak/Oplossing
Sommige afbeeldingen in de lijst van afbeeldingen
• Er zijn 7 of meer hiërarchieën op de geheugenkaart of een USB­geheugen.
c De printer kan de afbeeldingen niet
weergeven die zijn opgeslagen in een map van de 7e of hogere hiërarchie.
worden niet weergegeven of ze worden niet afgedrukt terwijl ze wel worden weergegeven.
De bestandsnaam wordt niet juist weergegeven.
In het menu bewerken zijn er in het afdrukvoorbeeld van de afbeelding lege gedeelten aan de onder- en bovenzijde.
• Hebt u de naam van het bestand van de afbeelding met behulp van uw PC gewijzigd?
• Is de afbeelding waarvan u een afdrukvoorbeeld bekijkt, zeer sterk uitgerekt in verticale of horizontale richting?
c Wanneer u op uw computer een bestand
van een afbeelding een naam of een nieuwe naam geeft en er staan in de naam van het bestand andere tekens dan alfanumerieke tekens, zal de naam van het bestand misschien niet juist worden weergegeven. Bij een bestand dat is aangemaakt met een PC-applicatie worden de eerste 8 tekens van de bestandsnaam als de bestandsnaam weergegeven.
c Als een afbeelding zeer sterk in verticale
of horizontale richting wordt uitgerekt, kunnen er lege gedeelten verschijnen in het menu bewerken.
c De standaard beeldverhouding van een
afbeelding die genomen is met een digitale camera is 3:4. Als u een ander opname-/bewerkapparaat gebruikt dan de printer om een afbeelding te bewerken en op te slaan, wordt de afbeelding vaak opgeslagen als een afdrukafbeelding die groter is dan de beeldverhouding 3:4. In de afbeeldingenlijst worden die afbeeldingen in zwart weergegeven met gesneden bovenkant en hoekjes.
Oplossen van problemen
Vervolg
49
NL
Page 50
Afdrukken
Symptoom Controle Oorzaak/Oplossing
Er wordt geen papier ingevoerd.
Het afdrukpapier komt tijdens het afdrukproces gedeeltelijk te voorschijn.
• Is het papier goed in de
papierlade gelegd?
• Gebruikt u afdrukpapier dat
niet bedoeld is voor de printer?
• Treedt dit probleem
halverwege het afdrukproces op?
• Gebruikt u afdrukpapier dat
niet bedoeld is voor de printer?
c Als het afdrukpapier niet goed in de
printer is gelegd, kunnen er moeilijkheden met de printer ontstaan. (.blz. 9, 10) Controleer het volgende:
• Leg het juiste afdrukpapier in in combinatie met het juiste inktlint.
• Leg het afdrukpapier in de juiste richting in de lade.
• U kunt maximaal 20 vellen afdrukpapier in de lade leggen. Als er meer dan 20 vellen in de lade ligt, verwijder dan het overtollige papier.
• Schud het afdrukpapier grondig los en leg het in de lade.
• Buig of vouw het afdrukpapier niet vóór het afdrukken, hierdoor kan er storing aan de printer ontstaan.
c Gebruik afdrukpapier dat bedoeld is voor
de printer. Als u ongeschikt afdrukpapier gebruikt, kan er storing in de printer ontstaan. (.Over de Print Packs)
c Gebruik afdrukpapier dat bedoeld is voor
de printer. Als u ongeschikt afdrukpapier gebruikt, kan er storing in de printer ontstaan. (.Over de Print Packs)
50
NL
Page 51
Afdrukresultaten
Symptoom Controle Oorzaak/Oplossing
De afgedrukte beelden zijn inferieur van kwaliteit.
• Hebt u afdrukvoorbeelden van afbeeldingen afgedrukt?
• Hebt u een afbeelding afgedrukt waarvan de afmeting (breedte of hoogte) kleiner is dan 480 dots? Wordt de miniatuurafbeelding op de juiste manier weergegeven?
• Hebt u het menu bewerken gebruikt voor het vergroten van de afbeelding?
• Hebt u een afbeelding geschoten in de bestandsindeling RAW.
c Afhankelijk van het type digitale camera
dat u gebruikt, is het mogelijk in de miniaturenlijst afdrukvoorbeelden van afbeeldingen weer te geven naast de eigenlijke afbeeldingen. De afdrukkwaliteit van de afdrukvoorbeelden van afbeeldingen zal niet zo goed zijn als de eigenlijke afbeeldingen. N.B. Als u de afdrukvoorbeelden van de afbeeldingen verwijdert, kunnen de gegevens van de eigenlijke afbeeldingen beschadigd raken.
c Als de miniatuurafbeelding niet op de
juiste manier wordt weergegeven, is het een kleine afbeelding. De afdruk is van ruwe kwaliteit omdat de afbeelding een kleine afmeting heeft.
c Een vergrote afbeelding, wordt,
afhankelijk van de afmeting van de afbeelding, afgedrukt in een mindere beeldkwaliteit.
c Wanneer u een afbeelding schiet in de
bestandsindeling RAW, wordt er mogelijk ook een zeer gecomprimeerd JPEG­bestand vastgelegd. Omdat de printer de RAW-bestandsindeling niet ondersteund, kan het zijn dat het JPEG-bestand wordt gebruikt voor het afdrukken van een afbeelding. Een RAW-bestand kan worden afgedrukt vanaf een PC. Zie voor nadere bijzonderheden de bedieningsinstructies van de digitale camera die u gebruikt.
Wat is een RAW-bestand?
Een RAW-bestand is een oorspronkelijke bestandsindeling voor afbeeldingen voor het opslaan van ongecomprimeerde, onverwerkte gegevens van stilstaande beelden die met een digitale camera zijn vastgelegd.
Oplossen van problemen
Zie de bedieningsinstructies van de digitale camera als u wilt weten of uw digitale camera een afbeelding in de RAW-bestandsindeling kan vastleggen.
Vervolg
51
NL
Page 52
Symptoom Controle Oorzaak/Oplossing
De beeldkwaliteit en de kleuren van het afdrukvoorbeeld op het scherm verschillen van die van de afdruk.
c Vanwege de verschillen in
weergavemethode of profielen van een LCD-scherm, dient de weergegeven afbeelding slechts als referentie te worden beschouwd. Ga op een van de volgende manieren te werk als u de beeldkwaliteit wilt aanpassen: – Veranderen van de kleurinstellingen
(.blz. 28)
– Een afbeelding aanpassen (.blz. 21) De instellingen zijn uitsluitend van toepassing op de weergegevens afbeeldingen.
De afdruk vanaf een pc verschilt van een afdruk dat direct afkomstig is van een op de
c De afgedrukte afbeeldingen zullen
verschillen en dit wordt veroorzaakt door de verschillen tussen de interne verwerking van de printer en de software­verwerking van de PC.
printer aangeslot en geheugenkaart.
De datum kan niet worden afgedrukt.
• Is "Datum afdruk" ingesteld
op "ON"?
c Stel de "Datum afdruk" in op "ON".
(."Datumafdruk instellen" op pagina 26)
• Ondersteunt de afbeelding
DCF?
c De functie "Datumafdruk" van deze unit
ondersteunt een afbeelding die geschikt is voor de DCF-standaarden.
De datum wordt onbedoeld afgedrukt.
• Is "Datum afdruk" ingesteld
op "OFF"?
• Is de datum opgeslagen bij
de afbeelding toen deze werd geschoten met de digitale
c Stel de "Datum afdruk" in op "OFF".
(."Datumafdruk instellen" op pagina 26)
c Als de afbeelding met datum is
opgeslagen, kunt u geen afdruk zonder datum maken.
camera?
De afbeelding kan niet volledig worden afgedrukt binnen het afdrukbereik. Randen blijven.
• Hebt u "Randen (patroon 1)"
of "Randen (Patroon 2)" geselecteerd?
• Is de beeldverhouding van
de afbeelding juist?
c Selecteer "Randen". (."Instellen van
de afdrukopmaak (afdruk met randen/ zonder randen)" op pagina 26)
c Afhankelijk van het type digitale camera
dat u hebt gebruikt, verschilt de beeldverhouding van de vastgelegde afbeelding, en daardoor wordt de afbeelding misschien niet over het volledige afdrukbare gebied afgedrukt.
52
NL
Page 53
Symptoom Controle Oorzaak/Oplossing
Zelfs als "zonder randen" is geselecteerd, wordt de afbeelding afgedrukt met de randen aan beide zijden.
Het is niet mogelijk het gehele gebied van een afbeelding af te drukken.
De afbeelding wordt afgedrukt onder een hoek.
Er staan witte lijnen of stippen op de afgedrukte beelden.
Het beeld is te helder, te donker, te rood, te geel of te groen.
Het menu Bewerken kan niet worden gebruikt.
• Hebt u "Randen (Patroon 1)" geselecteerd?
• Is de papierlade wel goed ingezet?
• Hebt u een afbeelding vergroot, verkleind, gedraaid of verplaatst na het uitvoeren van een rode-ogencorrectie met de toets ?
c Als u een apparaat voor bewerking of
opname gebruikt anders dan de printer om een afbeelding te bewerken of op te slaan, wordt de afbeelding opgeslagen met blanco gebied rondom de afbeelding. Zelfs als u de afbeelding afdrukt met de instelling "zonder randen", kunt u de randen aan beide zijden van een afdruk niet wegnemen.
c U kunt het hele gebied van een afbeelding
afdrukken als u "Randen (Patroon 1)" selecteert. (."Instellen van de afdrukopmaak (afdruk met randen/zonder randen)" op pagina 26)
c Zet de papierlade stevig opnieuw in zover
als mogelijk is.
c Misschien is de afdrukkop of het
papierpad vuil. Reinig de kop en het pad met behulp van de geleverde reinigingscartridge en het geleverde reinigingsvel.
c U kunt de afbeelding aanpassen.
(."Een afbeelding aanpassen" op pagina 21)
c U kunt het menu bewerken niet gebruiken
na het uitvoeren van een rode­ogencorrectie met de toets . Selecteer het menu bewerken en voer deze bewerkingen eerst uit voor het uitvoeren van een rode-ogencorrectie.
Oplossen van problemen
Instellingen
Symptoom Controle Oorzaak/Oplossing
De instelling randen/zonder randen heeft geen effect.
• Gebruikt u het menu afdrukopmaak?
c In het menu afdrukopmaak worden
sjablonen gebruikt waardoor u het afdrukken met rand/randloos afdrukken niet kunt selecteren.
Vervolg
53
NL
Page 54
Overige
Symptoom Controle Oorzaak/Oplossing
Het inktlint inzetten gaat niet gemakkelijk.
c Als het niet lukt het inktlint op zijn plaats
te klikken, verwijder het dan en plaats het daarna opnieuw. Alleen als het inktlint te slap is om te kunnen plaatsen, moet het inktlint worden opgewonden in de richting van de pijl om het lint weer strak te trekken. (.blz. 9)
U kunt het inktlint niet verwijderen.
c Zet de printer uit met behulp van de
schakelaar 1 (aan/standby) en zet het vervolgens weer aan. Probeer of u het inktlint kunt uitnemen wanneer het geluid van de motor stopt. Als dit geen oplossing biedt voor het probleem, neem dan contact op met het Sony-servicecentrum of uw Sony-dealer.
54
NL
Page 55
Aansluiten op een digitale camera of een ander extern apparaat
Symptoom Controle Oorzaak/Oplossing
Het PictBridge­merkteken verschijnt niet op het LCD-scherm van de digitale camera.
U trekt de USB­kabel los en sluit hem daarna weer aan, maar er gebeurt niets.
U kunt het afdrukken niet stoppen, zelfs niet als u drukt op CANCEL.
U kunt geen indexafdrukken maken.
• Is de digitale camera goed aangesloten?
• Is de schakelaar 1 (aan/ standby) in de stand Aan gezet?
• Ondersteunt uw digitale camera PictBridge?
• Staat de USB-instelling van uw camera in de stand PictBridge?
c Sluit de kabel goed aan.
c Zet de schakelaar 1 (aan/standby) in de
stand Aan.
c Raadpleeg de handleiding die bij uw
camera is geleverd of neem contact op met de fabrikant.
c Zit er een geheugenkaart in de sleuf van
de printer? Verwijder de geheugenkaart als die geplaatst is.
c Zet de USB-instelling van uw camera in
de stand PictBridge.
c De printer staat in een foutstand die wordt
veroorzaakt door een spanningspiek. U kunt de foutstand herstellen door de stekker van het netsnoer van de printer uit het stopcontact te trekken, de stekker weer in het stopcontact te steken en daarna op de schakelaar 1 (aan/standby) te drukken.
c De afdruk die volgt op de afdruk die nu
wordt gemaakt, wordt geannuleerd.
c Afhankelijk van de digitale camera die u
gebruikt, kunt u het afdrukken niet vanaf de printer annuleren. Stop het afdrukken door de digitale camera te bedienen. Raadpleeg de bedieningsinstructies van de digitale camera.
c De printer kan geen indexafdrukken
maken tijden het afdrukken van DPOF. Om Indexafdrukken te maken, dient u direct de geheugenkaart in te voeren (.blz. 25).
Oplossen van problemen
Vervolg
55
NL
Page 56
Aansluiten op een computer
Symptoom Controle Oorzaak/Oplossing
De afbeeldingen op de geheugenkaart of op een USB­geheugen aangesloten op de printer worden niet op de PC weergegeven.
U hebt de geleverde CD-ROM niet meer en u wilt een nieuwe aanvragen.
Het printerstuurprogra mma kan niet worden geïnstalleerd.
• Weet u zeker dat u de
installatieprocedures goed hebt doorlopen?
• Is er een ander
applicatieprogramma actief?
• Hebt u de CD-ROM op
juiste wijze als de installatie­CD-ROM opgegeven?
• Is er een anti-
virusprogramma of een ander programma actief op het systeem?
• Hebt u ingelogd met een
Administrator­gebruikersaccount?
c De printer biedt geen functie voor het
bekijken van de afbeeldingen op de geheugenkaart of op een USB-geheugen vanaf de printer.
c Download het printerstuurprogramma van
de homepage voor Klantenondersteuning (.blz. 65). Of neem contact op met uw Sony-dealer.
c Doorloop de procedures in de
bedieningsinstructies en installeer het printerstuurprogramma (.blz. 35). Als er een fout optreedt, start de computer opnieuw en voer de installatieprocedures opnieuw uit.
c Sluit alle applicaties af en installeer het
printerstuurprogramma opnieuw.
c Dubbelklik op My Computer (Deze
computer)en dan op het CD-ROM­pictogram in het geopende venster. Doorloop de procedures in de bedieningsinstructies en installeer het printerstuurprogramma.
c Het USB-stuurprogramma is misschien
niet goed geïnstalleerd. Volg de bedieningsinstructies en installeer het USB-stuurprogramma opnieuw.
c Als er een anti-virusprogramma of een
ander programma actief is op het systeem, sluit dat dan af en begin met het installeren van het stuurprogramma.
c Om het stuurprogramma te installeren,
moet u zich met een Administrator­gebruikersaccount aanmelden aan Windows .
56
NL
Page 57
Symptoom Controle Oorzaak/Oplossing
The printer reageert niet op de opdracht tot afdrukken van de PC.
c Als het Windows bureaublad geen
moeilijkheden laat zien, kijk dan op het LCD-scherm van de printer. Ga als volgt te werk als de printer moeilijkheden laat zien:
1. Zet de toets 1 (on/standby) van de
printer op Uit.
2. Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact, wacht 5 tot 10 seconden en steek de stekker van de kabel weer in het stopcontact.
3. Start uw computer opnieuw op.
Als hiermee het probleem niet wordt verholpen, vraag dan advies aan uw Sony­dealer of aan een Sony-servicecentrum.
Een afbeelding wordt afgedrukt met randen ook al selecteer ik "Geen rand".
• Gebruikt u andere softwareapplicatie dan Picture Motion Browser?
c Als u een andere applicatie gebruikt dan
de Picture Motion Browser, kan een afbeelding worden geprint met Randen, zelfs als u Afdrukken zonder rand selecteert. Als u Randen/Geen rand met een applicatie kunt instellen, stelt u een afbeelding die u wilt afdrukken volledig in binnen het afdrukbereik, ook al wordt de afbeelding tot buiten het bereik afgedrukt.
De afdrukhoeveelheid die gespecificeerd is in "Pagina’s per vel" in het tabblad "Indeling" van het
c Afhankelijk van de softwareapplicatie die
u gebruikt, kan de gebruikte instelling voor het aantal afdrukken prioriteit hebben over de instelling die is opgegeven in het dialoogvenster van het
printerstuurprogramma. dialoogvenster "Eigenschappen
— voor Sony DPPFP65/FP75" komt niet overeen met de feitelijke afdrukhoeveelheid en afdrukresultaten.
De kleuren van de afbeelding die wordt afgedrukt vanaf een PC, verschillen van die van de afbeelding
c Omdat het proces van het afdrukken van
een afbeelding vanaf een geheugenkaart verschilt van dat van het afdrukken vanaf een PC, kan het voorkomen dat de kleuren niet exact hetzelfde zijn.
die wordt afgedrukt vanaf een geheugenkaart.
Oplossen van problemen
57
NL
Page 58

Bij papierstoringen

1 Zet de printer uit en daarna weer
aan.
Wacht tot het afdrukpapier automatisch wordt uitgeworpen.
1 (aan/standby)
Afdrukpapier
2 Neem het uitgeworpen afdrukpapier
weg bij de printer.
3 Haal de papierlade en het inktlint uit
de printer en zorg ervoor dat er geen papier meer vastzit in de printer.
Kijk of er papier vastzit in de printer. Als dat zo is, verwijder het dan.
Opmerking
Als u papier dat is vastgelopen niet kunt verwijderen, neem dan contact op met uw Sony-dealer.
NL
58
Page 59

Reinigen

Als witte lijnen of verspreide stippen worden afgedrukt op de foto's, reinig dan de binnenzijde van de printer met behulp van de reinigingscartridge en het reinigingvel.
Verwijder voor het reinigen van de printer alle geheugenkaarten, USB-geheugens en USB­kabels.
1 Open de klep voor de inktlinthouder
en als er een inktlint in de printer zit, verwijder dat dan.
2 Zet de geleverde reinigingscartridge
in de printer en sluit de klep van de inktlinthouder.
5 Zet de papierlade in de printer en
druk op PRINT.
De reinigingscartridge en het reinigingsvel zullen de printer binnenin schoonmaken. Wanneer de reiniging is voltooid, wordt het reinigingsvel automatisch uitgeworpen.
6 Haal de reinigingscartridge en het
reinigingsvel uit de printer.
Tip
Bewaar de reinigingscartridge en het reinigingsvel bij elkaar voor een latere reinigingsbeurt.
Opmerkingen
• Wanneer de printer goed presteert, zal een reinigingsbeurt geen verbetering opleveren van de kwaliteit van de afdruk.
• Plaats het reinigingsvel niet op afdrukpapier wanneer u de reinigingsbeurt uitvoert, dit zou een papierstoring of andere moeilijkheden kunnen veroorzaken.
• Voer de reinigingsbeurt enkele malen uit, als één reinigingsbeurt geen verbetering oplevert van de afdrukkwaliteit.
• U kunt de printer niet reinigen terwijl deze is aangesloten op een PC of een PictBridge-camera.
3 Neem de papierlade uit de printer.
Als er afdrukpapier in de lade ligt, haal dat er dan uit.
4 Plaats het reinigingsvel in de
papierlade met de niet-bedrukte zijde omhoog.
Oppervlak zonder
afdruk
59
Oplossen van problemen
NL
Page 60

Aanvullende informatie

Voorzorgsmaatregelen

Voor veiligheid

• Let er goed op dat u geen zware voorwerpen op het netsnoer zet of erop laat vallen en let er goed op dat u het netsnoer niet op een of andere manier beschadigt. Werk nooit met deze printer wanneer het netsnoer beschadigd is.
• Als een vast voorwerp of een vloeistof in de kast zou vallen, trek de stekker van de printer dan uit het stopcontact en laat de printer nazien door vakbekwaam personeel voordat u de printer weer in gebruik neemt.
• Haal de printer nooit uit elkaar.
• Trek de stekker uit het stopcontact om het netsnoer van de netspanning los te koppelen. Trek nooit aan het netsnoer zelf.
• Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact wanneer u de printer langere tijd niet zult gebruiken.
• Behandel de printer met voorzichtigheid.
• Voorkom het risico van een elektrische schok, trek altijd de stekker van de printer uit het stopcontact voordat u de printer gaat reinigen en nazien.

Over de installatie

• U kunt de printer beter niet plaatsen op een locatie waar de printer blootstaat aan: – trilling – vocht – heel veel stof – direct zonlicht – extreem hoge of lage temperaturen
• Gebruik niet elektrische apparatuur in de buurt van de printer. De printer zal niet goed werken in elektromagnetische velden.
• Plaats geen zware voorwerpen op de printer.
• Laat voldoende ruimte vrij rond de printer zodat de ventilatieopeningen niet worden geblokkeerd. Wanneer u deze openingen
blokkeert, zou dat kunnen leiden tot interne warmteontwikkeling.
Over de netspanningsadapter
• Het is belangrijk dat u de netspanningsadapter bij de printer gebruikt. Gebruik geen andere netspanningsadapters omdat dit storingen zou kunnen veroorzaken.
• Gebruik de meegeleverde netspanningadapter niet voor andere apparaten.
• Gebruik geen elektrische transformator (reisconverter), omdat dat oververhitting of een storing zou kunnen veroorzaken.
• Als het snoer van de netspanningadapter is beschadigd, gebruik het dan niet meer, omdat dat tot een gevaarlijke situatie kan leiden.
Over vochtcondensatie
Als de printer direct uit een koude ruimte wordt binnengebracht of in een zeer warme of vochtige kamer wordt gezet, kan er vocht in het apparaat condenseren. In dergelijke gevallen zal de printer waarschijnlijk niet goed werken en kan zelfs onklaar raken als u het apparaat blijft gebruiken. Als er vochtcondensatie optreedt, trek dan de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en gebruik de printer ten minste één uur niet.
Over transport
Wanneer u de printer vervoert, haal dan het inktlint, de papierlade, de netspanningadapter, de geheugenkaart of een USB-geheugen los van de printer en zet de printer en de bijbehorende randapparatuur in de originele doos met de beschermende verpakking.
Als u de originele doos en de onderdelen van de verpakking niet meer hebt, gebruik dan vergelijkbaar verpakkingsmateriaal zodat de printer niet beschadigt tijdens het transport.

Over het reinigen

Reinig de kast, het paneel en de bedieningsfuncties met een zachte, droge doek of een zachte doek die u licht vochtig hebt gemaakt met een milde oplossing van een schoonmaakmiddel. Gebruik niet een oplosmiddel van welk type dan ook, zoals alcohol of wasbenzine, omdat dat de afwerklaag zou kunnen beschadigen.
60
NL
Page 61

Over de beperkingen op het kopiëren

Als u documenten kopieert met de printer, let dan vooral goed op het volgende:
• Het kopiëren van bankbiljetten, munten of waardepapieren is wettelijk niet toegestaan.
• Het kopiëren van blanco certificaten, licenties, paspoorten, privé-waardepapieren of ongebruikte postzegels is ook niet wettelijk toegestaan.
• Op TV-programma’s, films, videobanden, portretten van andere mensen of andere materialen kan een auteursrecht rusten. Het zonder toestemming videokopieën maken van dergelijke materialen kan een overtreding zijn van de bepalingen van de auteurswet.

Over de geheugenkaarten

"Memory Stick"

Typen "Memory Stick" die de printer kan gebruiken
Bij de printer kunt u de volgende typen "Memory Stick"*1 gebruiken:
Type "Memory Stick" Weergeven/
"Memory Stick" (Niet geschikt voor "MagicGate")
"Memory Stick" (Geschikt voor "MagicGate")
"MagicGate Memory Stick"*2OK
"Memory Stick PRO-HG"
"Memory Stick PRO"
"Memory Stick Micro"
*1
De printer ondersteunt FAT32. Gebleken is dat de printer kan worden gebruikt met een "Memory Stick" met een capaciteit van acht 8 GB of minder die geproduceerd is door de Sony Corporation. Wij garanderen echter niet dat de printer kan worden gebruikt met alle "Memory Stick"- media.
*2
De printer is uitgerust met een sleuf die geschikt is voor media van zowel standaardafmeting als van Duo-afmeting. Zonder een Memory Stick Duo adaptor, kunt u zowel een "Memory Stick" van standaardafmeting als een "Memory Stick Duo" van compacte afmeting gebruiken.
*3
Voor gebruik van een "Memory Stick Micro" met de printer,
*4
"M2" is een afkorting van "Memory Stick Micro". In dit hoofdstuk wordt "M2"gebruikt om de "Memory Stick Micro" te beschrijven.
*5
De met "MagicGate"Auteursrechterlijk beschermde gegevens kunnen niet worden gelezen. "MagicGate" is de algemene naam van een technologie voor auteursrechterlijke bescherming die ontwikkeld is door Sony waarbij gebruik gemaakt wordt van techniek voor het vaststellen van de authenticiteit en het versleutelen van gegevens met behulp van encryptie.
*6
De printer ondersteunt niet 8-bit parallelle gegevensoverdracht.
*2
*2
*2
*3
("M2"*4)
steek het altijd in een M2-adapter.
*2
Afdrukken
OK
*5
OK
*5
*5*6
OK
*5
OK
*5
OK
Aanvullende informatie
Vervolg
61
NL
Page 62
Opmerkingen over gebruik
• Zie voor de meest recente informatie over de
"Memory Stick" die de printer ondersteunt, de informatie over geschiktheid van "Memory Stick" op de website van Sony: http://www.memorystick.com/en/support/ support.html (Selecteer de regio waar u uw printer gebruikt en selecteer daarna "Digital Printer" op de regiopagina.)
• Plaats niet meer dan één "Memory Stick"
tegelijkertijd, omdat dit moeilijkheden met de printer kan veroorzaken.
• Als u een "Memory Stick Micro" inzet in de
printer zonder een "M2"-adapter, is het misschien niet mogelijk de "Memory Stick Micro" uit te nemen.
• Als u een "Memory Stick Micro" plaatst in
een "M2"-adapter en een "M2"-adapter plaatst in de "Memory Stick Duo"-adapter, kan het zijn dat de printer niet goed functioneert.
• Wanneer u een "Memory Stick" formatteert,
Gebruik de formaatfunctie van uw digitale camera. Als u een "Memory Stick" formatteert met uw computer, worden de afbeeldingen misschien niet goed weergegeven.
• Wanneer u een "Memory Stick" formatteert,
worden alle gegevens van afbeeldingen, inclusief de beveiligde bestanden, gewist. Het is belangrijk dat u de inhoud van de Memory Stick controleert voordat u formatteert, zodat u voorkomt dat belangrijke gegevens per ongeluk worden gewist.
Aan sl uiti ng
u de geleverde label vastplakt, is het belangrijk dat u deze plakt op de label­positie. Let er goed op dat de label niet uitsteekt.

SD Geheugenkaart

Met de SD geheugenkaartsleuf van de printer kunt u gebruik maken van:
• SD-geheugenkaart
• miniSD-kaart, microSD-kaart (Er is een adapter nodig.)
• SDHC-geheugenkaart
• MMC standaard-geheugenkaart
*1
*2
*2
*3
Wij garanderen niet een goed functioneren van alle typen SD-geheugenkaarten en MMC standaard-geheugenkaarten.
*1
De printer blijkt goed te functioneren met een SD­geheugenkaart met een capaciteit van 2 GB of minder.
*2
De printer blijkt goed te functioneren met een SDHC-kaartje met een capaciteit van 8 GB of minder.
*3
De printer blijkt goed te functioneren met een MMC standaard-geheugenkaart met een capaciteit van 2 GB of minder.
Opmerkingen over gebruik
Het lezen van gegevens waarvoor auteursrechtbeveiliging nodig is, is niet mogelijk.

xD-Picture Card

Met de xD-Picture Card sleuf van de printer, kunt u een xD-Picture Card alle bedieningsfuncties van geheugenkaarten worden ondersteund en wij garanderen niet een goed functioneren voor alle typen xD-Picture Card.
*5
De printer blijkt goed te functioneren met een xD-
Picture Card
minder.
met een capaciteit van 2 GB of
*5
gebruiken. Niet
Plaats de label hier.
• Plak niet een ander materiaal dan de geleverde label op de label-positie. Wanneer
NL
62
Page 63

Opmerkingen over het gebruik van een geheugenkaart

• De printer kan niet op een geheugenkaart schrijven, niets ervan verwijderen of erop formatteren.
• Wanneer u een kaart gebruikt, is het belangrijk dat u controleert wat de juiste richting voor het insteken van de kaart en de juiste insteeksleuf is.
• Verwijder geen kaart en zet de printer niet uit terwijl de printer gegevens benadert, of wanneer het toegangslampje knippert. Anders kan het gebeuren dat de gegevens onleesbaar worden of worden gewist.
• Wij adviseren u een reservekopie van belangrijke gegevens te bewaren.
• De gegevens die met de computer zijn verwerkt kunnen mogelijk niet vanaf de printer worden afgedrukt.
• Wanneer u een kaartje meeneemt of opbergt, stop het dan in de verpakking die erbij is geleverd.
• Raak het aansluitpunt van een kaartje niet aan met uw hand of met een metalen voorwerp.
• Stoot niet tegen een kaart, verbuig het niet en laat het ook niet vallen.
• Haal een kaartje niet uit elkaar en breng er geen wijzigingen in aan.
• Stel een kaartje niet bloot aan water.
• Gebruik of bewaar een kaartje niet onder de volgende omstandigheden: – Plaatsen waar omstandigheden heersen die
verschillen van de vereiste gebruiksomstandigheden, waaronder het zeer warme interieur van een auto die in de zon is geparkeerd en/of ’s zomers in een geparkeerde auto, buitenshuis in direct zonlicht of op een plaats in de buurt van de verwarming.
– Vochtige locaties of locaties waar bijtende
stoffen zijn
– Locaties die blootstaan aan statische
elektriciteit of elektrische ruis

Specificaties

x Printer
Afdrukmethode
Kleur-sublimatieprinten (Geel/Magenta/
Cyaan 3-pass)
Resolutie
300 (H) × 300 (V) dpi
Beeldverwerking per dot
Verwerking op 256 niveaus (8 bits voor
Geel/Magenta/Cyaan elk)
Afdrukbereik
1800 dots × 1200 dots
Afdrukformaat
P size (Post Card):
101,6 × 152,4 mm (maximaal, randloos)
Afdruktijd (per vel)
Geheugenkaart PictBridge
Via PC
Aansluiting Ingang/Uitgang
USB (Volle snelheid) voor PC verbinding PictBridge/EXT INTERFACE-aansluiting
sleuven
"Memory Stick" Sleuf SD Geheugenkaartsleuf xD-Picture Card Sleuf
Geschikte bestandsindelingen voor afbeeldingen
JPEG: Geschikt voor DCF 2.0, geschikt
TIFF: Geschikt voor Exif 2.21
*8
BMP
Sommige bestandsindelingen van
afbeeldingen zijn niet geschikt.
Maximaal aantal pixels dat kan worden gehanteerd
8 000(H) × 6 000(V) stippen
(Uitgezonderd Index afdruk)
Bestandssysteem
FAT12/16/32
*1*2*3*4
*3*5
*6
: Ongeveer 60 sec.
voor Exif 2.21, JFIF
: Ongeveer 63 sec.
: Ongeveer 63 sec.
*7
: 1, 4, 8, 16, 24, 32 bit Windows-
indeling
Aanvullende informatie
Vervolg
63
NL
Page 64
Naam afbeeldingbestand
DCF format, 8.3 formaat, minder dan 6e
of hogere hiërarchie.
Maximaal aantal pixels dat kan worden gehanteerd
999 bestanden voor een geheugenkaart/
een USB-geheugen
Inktlint/Afdrukpapier
Voor informatie, zie de meegeleverde
"Over de afdrukpakketten".
LCD-scherm
LCD-paneel:
DPP-FP65: 6,0 cm (type 2,4) TFT­station DPP-FP75: 8,8 cm (type 3,5) TFT­station
Totaal aantal stippen:
DPP-FP65: 112 320 (480 × 234) punten DPP-FP75: 230 400 (320 RGB × 240) punten
Eisen die worden gesteld aan de netspanning
DC IN-aansluiting, 24 V
Stroomverbruik
Tijdens het afdrukken: 72 W (maximaal) In de stand Standby: minder dan 1 W
Bedrijfstemperatuur
5 °C tot 35 °C
Afmetingen
[DPP-FP65] Hoogte: Ongeveer 65 mm
Ongeveer 72 mm (inclusief LCD
uitstekende delen) Breedte: Ongeveer 180 mm Diepte: Ongeveer 137 mm
Ongeveer 148,5 mm (inclusief de
hendel)
[DPP-FP75] Hoogte: Ongeveer 66,8 mm Breedte: Ongeveer 180 mm
Diepte: Ongeveer 137 mm
Ongeveer 148,5 mm (inclusief de hendel)
Diepte wanneer de papierlade is ingezet:
Ongeveer 316 mm langer dan de hierboven vermelde diepte.
Gewicht
DPP-FP65: Ongeveer 1,0 kg DPP-FP75: Ongeveer 1,1 kg (exclusief de papierlade, het inktlint, de
netspanningsadapter)
Bijgeleverde accessoires
Zie blz. 9 van "Gebruiksaanwijzing" (dit
boekje)
x Netspanningsadapter AC-S2416
Eisen die worden gesteld aan de netspanning
- 100 V tot 240 V, 50/60 Hz, 1,2 A MAX
Nominale uitgangsspanning
24 V, 1,6 A (Peak 3.0 A, 9.2 s)
Bedrijfstemperatuur
5 °C tot 35 °C
Afmetingen
Ongeveer 60 × 30,5 × 122 mm (b/h/d, exclusief uitstekende delen en
kabels)
Gewicht
Ongeveer 300 gr
Ontwerp en specificaties kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd.
* Het totale aantal vellen afdrukpapier van
P-afmeting die de printer kan afdrukken is geschat op ongeveer 2.000. Voor het totale aantal afgedrukte vellen, raadpleeg: "Printerinformatieweergave" op het menu "Afdrukinstelling" door te drukken op de toets MENU (blz. 29).
*1
: Afdrukinstellingen: Randloos, Geen datumafdruk
64
NL
Page 65
*2
: Bij het afdrukken van een foto (bestandsgrootte
4.4 MB) gemaakt met een digitale fotocamera van Sony die effectieve beeldelementen van ongeveer
12.100.000 of gelijkwaardig bevat.
*3
: De benodigde tijd vanaf het moment waarop op de
PRINT-knop is gedrukt, tot het moment waarop het afdrukken klaar is. (De afdruktijd kan variëren afhankelijk van de gebruikte apparatuur, de grootte en het formaat van de beeldgegevens, het type geheugenkaart, de instellingen van een programma, en de gebruiksomstandigheden.)
*4
: Wanneer wordt afgedrukt van een "Memory Stick
Duo" die in de sleuf van de printer is gestoken

Afdrukbereik

P-afmeting
152,4 mm (1 800 stippen)
*5
: De tijdsduur vanaf het moment waarop op de
PRINT-knop is gedrukt op het display van de digitale camera DSC-W200 die met een USB­kabel is aangesloten, tot het moment waarop het afdrukken via de camera klaar is.
*6
: De tijd voor de verwerking en de overdracht van de
gegevens is niet inbegrepen.
*7
: Baseline JPEG met indeling 4:4:4, 4:2:2 of 4:2:0
*8
: U kunt niet afdrukken met behulp van Picture
Motion Browser.
Homepage voor klantenondersteuning
De meest recente informatie over ondersteuning is beschikbaar op het volgende hoofdpagina-adres:
http://www.sony.net/
95,5 mm (1 128 stippen)
101,6 mm (1 200 stippen)
146,3 mm (1 728 stippen)
Afdrukbereik met rand
Afdrukbereik zonder rand
Perforaties
De illustraties die u hierboven ziet zijn die van een afdruk van een afbeelding met een 2:3­beeldverhouding.
Het afdrukbereik voor een afdruk met een rand en een randloze afdruk is verschillend.
65
Aanvullende informatie
NL
Page 66

Woordenlijst

DCF (Design rule for Camera File system)
Deze printer voldoet aan de DCF-standaard (DCF - Design rule for Camera File­systeem) die is opgesteld door de JEITA (Japan Electronics and Information Technology Industries Association) voor het behouden van uitwisselbaarheid en geschiktheid van bestanden tussen digitale camera's en gerelateerde producten. Volledige uitwisselbaarheid en geschiktheid worden echter niet gegarandeerd.
DPOF (Digital Print Order Format)
De indeling die wordt gebruikt voor het vastleggen van de informatie die nodig is voor het automatisch afdrukken in een afdrukcentrale of op een printer die thuis wordt gebruikt, van afbeeldingen die zijn gemaakt met een digitale camera. De printer ondersteunt DPOF-afdrukken en kan automatisch het vooraf ingestelde aantal kopieën van afbeeldingen met een DPOF­instelling afdrukken.
Exif 2.21 (Exif Print)
Exif Print (Exchangeable Image File Format voor digitale camera’s) is een mondiale standaard voor het afdrukken van digitale foto's. Een digitale camera die Exif Print ondersteunt, slaat de gegevens op die relevant zijn voor de omstandigheden waaronder de opnamen worden gemaakt.
"Memory Stick"/SD Geheugenkaart/xD­Picture Card
Compact, licht, uitneembaar opslagmedium. Zie voor nadere bijzonderheden pagina's 61 tot 63.
Miniaturen
Miniatuur-afbeeldingen voor het weergeven van de oorspronkelijke afbeeldingen die door de digitale camera worden opgeslagen in de bestanden van de afbeeldingen. De printer maakt gebruik van miniaturen in de afbeeldingenlijst.
PictBridge
Een standaard die is opgesteld door de Camera & Imaging Products Association en die doet u mogelijk maakt een digitale camera die geschikt is voor PictBridge direct zonder een PC op een printer aan te sluiten, waardoor direct afdrukken ter plaatse mogelijk wordt.
66
NL
Page 67

Index

A
Aanduidingen invoer 13
Aanduidingen op het scherm 13
Aansluiten
Bluetooth-apparaat 32
Digitale camera 31
Extern apparaat 31
Netspanning 12
PC 36
Achterpaneel 8
Afdruk kaderen 17
Afdruk met Randen/zonder Randen 26
Afdrukbereik 65
Afdrukhoeveelheid 13, 14, 16, 22
Afdrukhoeveelheid instellen 16
Afdrukken
Bewerkte afbeelding 22
De Picture Motion Browser gebruiken 39
een afbeelding op een geheugenkaart 16
ID-foto 24
Meerdere afbeeldingen tegelijk 25
Opmaakafdruk 23
Vanaf een Bluetooth­apparaat 32
Vanaf een extern apparaat 33
Vanaf een PC 34
Vanaf een PictBridge­camera 31
Vanuit een in de handel verkrijgbare applicatie 44
Vergrote afbeelding 17
Afdrukken stoppen 43
Afdrukvoorbeeld 13
Afdrukvoorbeeld van een afbeelding 13
Alles afdrukken 25
B
Batch-afdruk 25
Bijgeleverde accessoires 9
Bluetooth-apparaat 32
D
Datumafdruk 26
DC IN 24 V 12
De grootte van een afbeelding late n toenemen of afnemen 14, 21
Deïnstalleren
Picture Motion Browser 39
Printerstuurprogramma 37
Diverse afdrukmogelijkheden 18
DPOF 13
DPOF-afdruk 25
E
Een afbeelding aanpassen 21
Een afbeelding bewerken 21
Een afbeelding draaien 21
Een afbeelding verplaatsen 21
Een andere schermweergave kiezen 14
Een bladermap registreren 43
Een geheugenkaart plaatsen 16
Een geheugenkaart uitwerpen 16
Een inktlint plaatsen 9
Extern apparaat 31
F
Foutmeldingen 45
H
Helderheid 22
Hendel 8
Het afdrukpapier inleggen 10
I
ID-foto 24
Indexafdruk 25
Installeren
Picture Motion Browser 38
Printerstuurprogramma 35
Inzoomen/Uitzoomen 14, 21
K
Kleurinstellingen 28
Kleurverzadiging 22
L
LCD-scherm 8
LCD-schermweergave 13
Lijst van afbeeldingen 14
M
Memory Stick
Opmerkingen over gebruik 62
Typen 61
Menu aan het verlaten 23
N
Netspanning 12
O
Onderdelen en bedieningsfuncties 7
Oplossen van problemen 48
Opmaakafdruk 23
Oriëntatie 41
Vervolg
67
Aanvullende informatie
NL
Page 68
P
Papierstoringen 58
PictBridge/EXT INTERFACE 30, 31, 32
PictBridge-camera 31
Pictogrammen 15
Picture Motion Browser 39
R
Randen/Randloos 42
Reinigen 59
Rode-ogencorrectie 20
S
Schakelaar aan/standby 16, 30, 31, 32, 36
Schermweergave 13, 27
Scherpte 22
SD Geheugenkaart
Opmerkingen over gebruik 62
Typen 62
Specificaties 63
Systeemvereisten 34
X
xD-Picture Card
Opmerkingen over gebruik 62
Typen 62
T
Tint 22
U
USB-geheugen 30
V
Voorpaneel 7
Voorzorgsmaatregelen 60
W
Weergave afbeeldinggegevens 13
Weergave van de printerinformatie 29
Werking opnieuw instellen 22
NL
68
Page 69
Page 70
Page 71
Page 72
PGedrukt met VOC (vluchtige organische verbinding)-vrije inkt op basis vanplantaardige olie.
Sony Corporation Printed in China
Loading...