Sony DPPFP50 User Manual [nl]

2-599-949-61 (1)
Voordat u begint
Voorbereidingen
Standaardafdrukken
maken
Afdrukken met het LCD-
scherm van de printer
Verschillende afdrukken
maken
Afdrukken vanaf een
PictBridge-camera
DPP-FP50
Gebruiksaanwijzing
Voordat u deze printer gaat gebruiken, moet u deze gebruiksaanwijzing aandachtig doorlezen. Bewaar de gebruiksaanwijzing voor het geval u deze later als referentiemateriaal nodig hebt.
2005 Sony Corporation
Afdrukken vanaf een
computer
Problemen oplossen
Aanvullende informatie
WAARSCHUWING
Waarschuwing voor klanten in Europa
Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht. Dit kan brand of elektrische schokken tot gevolg hebben.
Open de behuizing niet. Dit kan elektrische schokken tot gevolg hebben. Laat het apparaat alleen nakijken door bevoegde servicetechnici.
LET OP
Er kan vervorming van beeld en/of geluid optreden als u dit product te dicht bij apparaten plaatst die elektromagnetische straling produceren.
LET OP
Sony is niet aansprakelijk voor enige onvoorziene schade of gevolgschade of verlies van opnamen voortkomend uit het gebruik van of een storing van de printer of de “Memory Stick”.
WAARSCHUWING
De apparatuur moet op een gemakkelijk toegankelijk stopcontact worden aangesloten.
(Zodat de apparatuur, indien nodig, kan worden losgekoppeld van het lichtnet.)
Opmerking
De model- en serienummers vindt u aan de onderkant.
Dit product is getest en voldoet aan de beperkingen die zijn uiteengezet in de EMC-richtlijn voor het gebruik van een aansluitsnoer van minder dan 3 meter.
Verwijdering van Oude Elektrische en Elektronische Apparaten (Toepasbaar in de Europese Unie en andere Europese landen met gescheiden ophaalsystemen)
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op
de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. De recyclage van materialen draagt bij tot het vrijwaren van natuurlijke bronnen. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u het best contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht.
2
Ook van toepassing op: afstandsbediening
Voor klanten in Nederland
Gooi de batterij niet weg, maar lever deze in als klein chemisch afval (KCA).
NL
Het kopiëren, bewerken of afdrukken van CD’s, televisieprogramma’s, auteursrechtelijk beschermde materialen, zoals beelden en publicaties, en alle andere materialen met uitzondering van eigen opnamen en creaties is beperkt tot huishoudelijk of privé-gebruik. Tenzij u in het bezit bent van de auteursrechten of toestemming hebt van de houder van de auteursrechten om deze materialen te kopiëren, kan gebruik van deze materialen een overtreding van de auteursrechtwetten betekenen en moet u wellicht schadevergoeding betalen aan de houder van de auteursrechten.
Als u foto’s gebruikt met deze printer, moet u ervoor zorgen dat u de auteursrechtwetten niet overtreedt. Ongeoorloofd gebruik of aanpassing van portretten van andere personen kan ook een inbreuk op hun rechten betekenen.
Op bepaalde demonstraties, optredens en tentoonstellingen is het nemen van foto’s niet toegestaan.
Reservekopiëen
U kunt het beste een reservekopie van uw gegevens opslaan om gegevensverlies door een bedieningsfout of storing van de printer te voorkomen.
Informatie
IN GEEN GEVAL IS DE VERKOPER AANSPRAKELIJK VOOR ENIGE DIRECTE OF INCIDENTELE SCHADE OF GEVOLGSCHADE VAN WELKE SOORT DAN OOK, OF VOOR VERLIEZEN OF KOSTEN ALS GEVOLG VAN EEN DEFECT PRODUCT OF HET GEBRUIK VAN EEN PRODUCT.
Handelsmerken en auteursrechten
• VAIO is een handelsmerk van Sony Corporation.
• Microsoft en Windows® zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen.
• IBM en PC/AT zijn gedeponeerde handelsmerken van International Business Machines Corporation.
• Pentium is een gedeponeerd handelsmerk van Intel Corporation.
• "Memory Stick", " ", "MagicGate Memory Stick", "Memory Stick Duo", "Memory Stick PRO" en "Memory Stick-ROM" zijn handelsmerken van Sony Corporation.
• "MagicGate" is een handelsmerk van Sony Corporation.
• Het rasterproces van True Type-lettertypen is gebaseerd op de FreeType Team-software.
•Deze software is gedeeltelijk gebaseerd op het werk van de Independent JPEG Group.
• Libtiff Copyright © 1988-1997 Sam Leffler Copyright © 1991-1997 Silicon Graphics, Inc.
• Lib png Copyright © 1995, 1996 Guy Eric Schalnat,
Group 42, Inc. Copyright © 1996, 1997 Andreas Dilger Copyright © 1998, 1999 Glenn Randers-
Pehrson
• Zlib © 1995-2002 Jean-loup Gailly en Mark Adler
• Dit product gebruikt “Exif Toolkit For Windows Ver.2.4 (Copyright © 1998 FUJI PHOTO FILM CO., LTD. Alle rechten voorbehouden)”. Exif is een uitwisselbare bestandsindeling voor beelden voor digitale camera’s die is ontwikkeld door de JEITA (Japan Electronics and Information Technology Industries Association).
• Alle andere bedrijven en productnamen die hierin worden vermeld, kunnen de handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken zijn van hun respectieve bedrijven. Bovendien worden “™” en “®” niet elke keer vermeld in deze gebruiksaanwijzing.
3
NL
Kennisgeving voor gebruikers
Inhoudsopgave
Programma © 2005 Sony Corporation Documentatie © 2005 Sony Corporation
Alle rechten voorbehouden. Deze handleiding en de software die hierin wordt beschreven, geheel of gedeeltelijk, mogen niet worden gereproduceerd, vertaald of omgezet in een machineleesbare vorm zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Sony Corporation.
IN GEEN GEVAL IS SONY CORPORATION AANSPRAKELIJK VOOR ENIGE INCIDENTELE OF SPECIALE SCHADE OF GEVOLGSCHADE HETZIJ ONDER DWANG, CONTRACT OF ANDERSZINS VOORTKOMEND UIT OF IN VERBAND MET DEZE HANDLEIDING, DE SOFTWARE OF ANDERE INFORMATIE DIE HIERIN WORDT VERMELD OF HET GEBRUIK ERVAN.
Door het zegel van de CD-ROM-verpakking te verbreken, accepteert u alle bepalingen en voorwaarden van deze overeenkomst. Als u deze bepalingen en voorwaarden niet accepteert, retourneert u de ongeopende CD-ROM­verpakking samen met de rest van het pakket aan de handelaar bij wie u het pakket hebt gekocht.
Sony Corporation behoudt zich het recht voor om te allen tijde deze handleiding of de informatie in deze handleiding te wijzigen zonder voorafgaande kennisgeving.
De software die hierin wordt beschreven, kan ook vallen onder de bepalingen van een afzonderlijke gebruiksrechtovereenkomst.
Gebruikersregistratie
Als u gebruik wilt maken van de klantenservice, moet u de registratiekaart volledig invullen en retourneren.
Ontwerpgegevens, zoals de voorbeelden in deze software, mogen uitsluitend voor persoonlijk gebruik worden aangepast of gekopieerd. Het ongeoorloofd kopiëren van deze software is volgens de auteursrechtwetten verboden.
Houd er rekening mee dat het ongeoorloofd kopiëren of aanpassen van portretten van andere personen of van auteursrechtelijk beschermd werk een inbreuk op de rechten van de houders van de auteursrechten kan betekenen.
Voordat u begint
Mogelijkheden van deze printer ............. 6
Onderdelen ............................................. 8
Voorbereidingen
1 De inhoud van de verpakking
controleren ..................................... 10
2 De printset gereedmaken ............... 11
Formaten voor printpapier ....................... 11
Optionele printsets .................................. 11
3 De printcartridge plaatsen .............. 12
4 Het printpapier plaatsen ................. 13
5
De afstandsbediening gereedmaken ..
16
6 De stroombron aansluiten .............. 17
Het apparaat aansluiten op een
televisiescherm ............................... 18
Een geheugenkaart plaatsen ................ 18
Een "Memory Stick" plaatsen .................. 19
Een CompactFlash-kaart plaatsen ............19
Een SD-kaart plaatsen ............................. 19
Een camera of ander extern apparaat
aansluiten ....................................... 20
Standaardafdrukken maken
(MONITOR OUT-stand)
De beelden op een televisiescherm
weergeven ...................................... 21
Geselecteerde beelden afdrukken ........ 22
Een beeld afdrukken ............................... 22
Het voorbeeld controleren voordat u begint
met afdrukken ........................................ 23
Meerdere beelden afdrukken ................... 24
AUTO afdrukken (INDEX/DPOF/ALL) ..... 25
4
NL
Afdrukken met het LCD-scherm van de printer (LCD-stand)
Geselecteerde beelden afdrukken ........ 27
AUTO afdrukken (INDEX/DPOF/ALL) ..... 29
De afdrukinstellingen wijzigen ............. 30
Verschillende afdrukken maken
(MONITOR OUT-stand)
Beelden bewerken ................................ 31
Het menu Edit weergeven........................ 31
Beelden vergroten of verkleinen .............. 32
Beelden verplaatsen ................................ 32
Beelden draaien ...................................... 32
Beelden aanpassen ................................. 33
Speciale filters aan een beeld toevoegen.. 33
Rode ogen beperken ............................... 34
Tekens toevoegen ................................... 35
Beelden opslaan en afdrukken ................. 38
Bewerkte beelden afdrukken ................... 38
Verschillende afdrukken maken
(Creative Print) ............................... 39
Het menu Creative Print weergeven ......... 39
Afdrukken met een vrije indeling maken .. 40
Kalenders maken .................................... 44
Kaarten maken ....................................... 45
Deelbeelden maken................................. 46
De afdrukinstellingen wijzigen
(Set Up) .......................................... 48
Een diavoorstelling weergeven ............. 51
Beelden verwijderen ............................. 52
Geselecteerde beelden verwijderen ..........52
Een “Memory Stick” formatteren ............. 53
Beelden zoeken .................................... 53
De printervoorkeuren wijzigen
(Option) .......................................... 55
Afdrukken vanaf een PictBridge-camera (PictBridge-
stand)
Beelden afdrukken vanaf de digitale
camera............................................ 57
Afdrukken vanaf een computer
(PC-stand)
De software installeren......................... 58
Systeemvereisten..................................... 58
De printerdriver installeren ...................... 59
PictureGear Studio installeren .................. 62
Foto’s afdrukken vanuit PictureGear
Studio ............................................. 64
Afdrukken vanuit een andere toepassing ...
70
Problemen oplossen
Als er problemen optreden ................... 71
Als er een foutbericht wordt
weergegeven .................................. 86
Als het papier vastloopt........................ 89
De binnenkant van de printer reinigen ...
89
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen ......................... 91
Informatie over de “Memory Stick” ..... 92
“Memory Stick” ..................................... 92
Typen “Memory Stick” ............................ 92
Typen “Memory Stick” die geschikt zijn voor
de printer ................................................93
Opmerkingen over het gebruik ................ 93
Informatie over CompactFlash-/
SD-kaarten...................................... 94
Opmerkingen over het gebruik ................ 94
Technische gegevens ............................ 95
Afdrukbereik ........................................... 97
Woordenlijst ......................................... 98
Index .................................................... 99
5
NL

Voordat u begint

Mogelijkheden van deze printer

U kunt afdrukken vanaf een geheugenkaart of een extern apparaat
.pagina 18 tot en met 20
"Memory Stick",
Digitale camera of ander extern apparaat
CompactFlash­kaart of SD-kaart
U kunt afdrukken met het LCD-scherm van de printer
.pagina 27 tot en met 30
U kunt afdrukken met een televisiescherm
U kunt een beeld selecteren en afdrukken .pagina 22
U kunt verschillende afdrukken maken .pagina 31 tot en met 47
U kunt de afdruk- en printerinstellingen wijzigen .pagina 48 tot en met 56
U kunt afdrukken vanaf een PictBridge-compatibele camera
.pagina 57
NL
6
U kunt afdrukken vanaf een computer
.pagina 58
Verschillende afdrukmogelijkheden
Standaardafdrukken van één beeld (.pagina 22)
Afdrukken met een vrije indeling (.pagina 40)
Automatisch afdrukken (INDEX/ DPOF/ALL) (.pagina 25, 29)
Kalenders afdrukken (.pagina 44)
Functies voor uitstekende beeldkwaliteit waarmee u afdrukken van fotokwaliteit kunt maken
xMet dit professionele en zeer goede
afdruksysteem wordt voorkomen dat kleuren verslechteren als gevolg van een hete printkop en kunt u afdrukken van fotokwaliteit maken.
Met Super Coat 2 wordt de
x
duurzaamheid van afdrukken en de weerstand tegen vocht en vingerafdrukken verhoogd.
xMet Auto Fine Print 3 wordt een beeld
geanalyseerd en wordt de weergave van het beeld gecorrigeerd voor een optimale kwaliteit. (.pagina 49)
xMet Exif 2.21 (Exif Print)
worden de gegevens over de opnameomstandigheden die in een beeldbestand van een Exif 2.21­compatibele camera zijn opgeslagen, gebruikt om beelden aan te passen en met verbeterde kwaliteit af te drukken. (.pagina 49)
xBeperking van rode ogen, helderheid,
tint en andere correcties of aanpassingen zorgen voor afdrukken van een hoge kwaliteit. (.pagina 34)
Afdrukken van vergrote/verkleinde/ verplaatste/gedraaide beelden (.pagina 32)
Kaarten afdrukken (.pagina 45)
Samengestelde beelden (.pagina 35)
Deelbeelden afdrukken (.pagina 46)
Handige afdrukbewerkingen
xMet de processor met hoge snelheid
kunt u snel een beeld verwerken, bekijken en afdrukken.
xMet de papierlade kunt u maximaal 20
vellen papier tegelijkertijd afdrukken. (.pagina 13)
Diverse afdrukmogelijkheden
xU kunt afdrukformaten selecteren
(formaat Post Card (10 x 15 cm) and 3,5 x 5 inch (9 x 13 cm)).
xU kunt kiezen uit afdrukken met of
zonder rand (.pagina 49). U kunt een diavoorstelling van de
x
beelden op de geheugenkaart of op een extern apparaat bekijken. (.pagina 51)
xU kunt een beeld eenvoudig afdrukken
vanaf de camera of een extern apparaat voor massaopslag. (.pagina 20)
(*De werking van alle apparaten voor massaopslag kan niet worden gegarandeerd.)
xMet de bijgeleverde software kunt u een
beeld eenvoudig afdrukken vanaf de computer. (.pagina 58)
xU kunt een beeld
eenvoudig afdrukken vanaf een PictBridge-compatibele digitale camera. (.pagina 57)
Voordat u begint
7
NL

Onderdelen

Zie de pagina's tussen haakjes voor meer informatie.
Printer
1 MENU toets (pagina 31, 39, 48) 2 LCD-scherm (pagina 27) 3 INPUT SELECT toets (pagina 21, 27) 4 MONITOR OUT (uitgang) toets
(pagina 21, 27)
5 CANCEL toets (pagina 25) 6 ENTER toets 7 Pijltoetsen (g/G/f/F) 8 AUTO (automatisch) PRINT toets
(pagina 26, 29)
9 PICTURE toets (pagina 23) 0 Toegangslampje (pagina 19) qa ON/STANDBY toets (pagina 17) qs ON/STANDBY-aanduiding (pagina
17)
qd PRINT toets (pagina 23) qf PICTBRIDGE/CAMERA-aansluiting
(pagina 20)
qg Afstandsbedieningssensor (pagina
16)
qh Uitwerptoets voor CompactFlash-
kaart (pagina 19)
qj Sleuf voor de CF-kaart
(CompactFlash) (pagina 19)
qk Sleuf voor de “Memory Stick”/
“Memory Stick Duo” (pagina 19)
ql Sleuf voor de SD-kaart (pagina 19) w; Sleuf voor de geheugenkaart/klep
van de papierladehouder (pagina
15)
wa Klep van de printcartridgehouder
(pagina 12)
ws Uitwerphendel voor printcartridge
(pagina 12)
wd Printcartridge (pagina 12)
8
NL
wf Ventilatieopeningen
USB-aansluiting (pagina 60)
wg wh DC IN-aansluiting (pagina 17)
wj VIDEO OUT (uitgang) aansluiting
(pagina 18)
Papierlade
1 Adapter voor de papierlade
(pagina 13)
Gebruik deze adapter alleen als u papier van het formaat 3,5 x 5 inch (9 x 13 cm) in de papierlade plaatst.
Opmerking
In bepaalde landen/regio's wordt geen papier van het formaat 9 x 13 cm verkocht en wordt de adapter voor de papierlade niet bijgeleverd.
2 Papieruitvoerlade (pagina 13) 3 Klep van de papierlade (pagina
13)
Voordat u begint
Afstandsbediening
1 MONITOR OUT (uitgang) toets
(pagina 21, 27)
2 INPUT SELECT toets (pagina 21, 27) 3 MENU toets (pagina 31, 39, 48) 4 EDIT toets (pagina 31) 5 AUTO PRINT toets (pagina 26, 29) 6 PICTURE toets (pagina 23) 7 CANCEL toets (pagina 25) 8 ON/STANDBY toets (pagina 17) 9 PRINT toets (pagina 23) 0 CREATIVE PRINT toets (pagina 39) qa Pijltoetsen (g/G/f/F) qs ENTER toets
9
NL

Voorbereidingen

1 De inhoud van de
verpakking controleren
Controleer of de volgende accessoires in de verpakking van de printer aanwezig zijn.
Papierlade (1)
Afstandsbediening (1)
Er is al een lithiumknoopcel in de afstandsbediening geplaatst.
Netspanningsadapter AC-S24V1 (1)
Netsnoer * (1)
Kabelklem (1)
CD-ROM (1)
– Sony DPP-FP50 Printer Driver Software voor
Windows® XP Professional/Windows® XP Home Edition/Windows® XP Media Center Edition/Windows® 2000 Professional/ Windows® Millennium Edition/Windows® 98 Second Edition
– PictureGear Studio Ver.2.0
• Voorbeeldexemplaar kleurenprintset (1)
• Gebruiksaanwijzing (deze handleiding,
1)
• Snelle startgids (1)
• Garantie (1)
• Gebruiksrechtovereenkomst van Sony (1)
* Het weergegeven netsnoer is alleen geschikt
voor 120 V. De vorm van de stekker en de specificaties van het netsnoer kunnen verschillen, afhankelijk van de regio waarin u de printer hebt aangeschaft.
Videokabel (1)
Reinigingscartridge (1)
NL
10
2 De printset
gereedmaken
Als u een beeld wilt afdrukken, hebt u een printset nodig die voor de printer is samengesteld. Het voorbeeldexemplaar van de kleurenprintset bevat een set van 10 vellen printpapier van het formaat Post Card (10 x 15 cm) en een printcartridge voor 10 afdrukken.

Formaten voor printpapier

U kunt printpapier met de volgende twee formaten selecteren:
• Post Card (10 x 15 cm) (101,6 x 152,4 mm)
•9 x 13 cm (89 x 127 mm)*
(*het maximumformaat voor afdrukken zonder rand)

Optionele printsets

U kunt de volgende optionele printsets voor de printer gebruiken:
Formaat Post Card (10 x 15 cm) SVM-F40P
• Twee pakken van 20 vellen fotopapier van het formaat Post Card (10 x 15 cm)
• Printcartridge voor 40 afdrukken
SVM-F80P
• Vier pakken van 20 vellen fotopapier van het formaat Post Card (10 x 15 cm)
•2 printcartridges voor elk 40 afdrukken
Formaat 9 x 13 cm b SVM-F40L*
• Twee pakken van 20 vellen fotopapier van het formaat 9 x 13 cm
• Printcartridge voor 40 afdrukken
*Opmerking
In bepaalde landen of regio’s wordt geen papier van het formaat 9 x 13 cm verkocht.
Ga naar de volgende website als u een printset wilt bestellen:
www.sony.com/printers
Opmerkingen over het gebruik van printsets
• Gebruik de printcartridge en het printpapier uit dezelfde verpakking altijd samen. Als u cartridges en papier van verschillende typen combineert, is afdrukken wellicht niet mogelijk.
De onbedrukte zijde is de afdrukzijde. Stof en vingerafdrukken op de afdrukzijde kunnen een verminderde afdrukkwaliteit tot gevolg hebben. Raak de afdrukzijde niet aan.
• Buig het papier niet en scheur het niet af bij de perforatieranden voordat u gaat afdrukken.
• Druk niet af op gebruikt printpapier en spoel het inktlint in de printcartridge niet terug. Als u dit wel doet, kan de printer defect raken.
• Demonteer de printcartridge niet.
• Trek het inktlint niet uit de printcartridge.
Opmerkingen over het opbergen van printsets (voor kwaliteitsafdrukken)
• Als u de printcartridge en het printpapier gedeeltelijk hebt gebruikt en deze voor langere tijd wilt opbergen, moet u de originele verpakking of een vergelijkbare verpakking gebruiken.
Bewaar de printset niet op een plaats waar deze wordt blootgesteld aan hoge temperaturen, hoge luchtvochtigheid, overmatige hoeveelheden stof of direct zonlicht.
• Gebruik de printset binnen twee jaar na de productiedatum.
Opmerkingen over het opbergen van afdrukken
• Gebruik geen plakband of gum op de afdrukken. Laat de afdrukken niet onder plastic bureauleggers liggen.
Let op
Televisieprogramma’s, films, videobanden en andere materialen kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn. Het zonder toestemming afdrukken van dergelijk materiaal kan in strijd zijn met de auteursrechten.
Voorbereidingen
11
NL
3 De printcartridge
plaatsen
Trek de klep van de
1
cartridgehouder open.
Plaats de printcartridge in de
2
richting van de pijl in de printer tot deze vastklikt.
Pijl
De printcartridge verwijderen
Als de printcartridge leeg is, verschijnt de aanduiding voor een cartridgefout ( het LCD-scherm.
Open de klep van de cartridgehouder, duw de uitwerphendel omhoog en verwijder de gebruikte printcartridge.
Uitwerphendel
Aanduiding voor cartridgefout ( )
) op
Sluit de klep van de
3
cartridgehouder.
NL
12
Opmerkingen
• Gebruik de printcartridge die in dezelfde
doos als het printpapier wordt geleverd.
• Raak het inktlint niet aan en plaats de
printcartridge niet in een stoffige omgeving. De afdrukkwaliteit kan nadelig worden beïnvloed door vingerafdrukken of stof op het inktlint.
Inktlint
• Steek uw hand niet in de cartridgehouder. De thermische kop wordt erg heet, vooral na herhaaldelijk afdrukken.
4 Het printpapier
plaatsen
Open de papieruitvoerlade.
1
• Spoel het inktlint niet terug en gebruik geen teruggespoelde printcartridge voor het afdrukken. Als u dit toch doet, krijgt u niet het gewenste afdrukresultaat en kan er zelfs een defect optreden.
• Als de printcartridge niet goed vastklikt, verwijdert u deze en plaatst u deze weer terug. Als het inktlint te slap is om dit goed te plaatsen, spoelt u het inktlint in de richting van de pijl om het inktlint weer strak te zetten.
• Verwijder de printcartridge niet tijdens het afdrukken.
Opmerkingen over het bewaren van de printcartridge
• Plaats de printcartridge niet op een plaats waar deze wordt blootgesteld aan hoge temperaturen, hoge luchtvochtigheid, overmatige hoeveelheden stof of direct zonlicht.
• Als u een cartridge die u gedeeltelijk hebt gebruikt, wilt opbergen, moet u hiervoor de originele verpakking gebruiken.
Schuif de klep van de papierlade
2
in de tegenovergestelde richting van de papierinvoerrichting (1) en zet de klep omhoog (2).
Stel de adapter voor de
3
papierlade in op het printpapierformaat dat u wilt gebruiken.
Opmerking
In bepaalde landen/regio's wordt geen papier van het formaat 3,5 x 5 cm verkocht en wordt de adapter voor de papierlade niet bijgeleverd.
Wordt vervolgd
Voorbereidingen
13
NL
x
Printpapier van het formaat Post
Card (10 x 15 cm) gebruiken
Druk op de lade en op de achterkant van de adapter voor de lade om de vergrendeling van de adapter (1) te ontgrendelen en til de adapter voor de lade uit de vergrendelingsgaten (2).
Ontgrendel de vergrendeling.
Adapter voor de papierlade
De adapter voor de lade bevestigen
Plaats de uitstekende delen van de adapter voor de lade in de vergrendelingsgaten aan de voorkant van de lade (1) en schuif de adapter omlaag tot de achterkant van de adapter vastklikt (2).
Plaats het printpapier in de lade.
4
Waaier het printpapier los. Plaats het printpapier met de afdrukzijde (de onbedrukte zijde) naar boven.
• Plaats printpapier van het formaat Post Card (10 x 15 cm) met het stempel in de papierinvoerrichting.
• Plaats printpapier van het formaat 9 x 13 cm met de pijl in de richting van de papierinvoerrichting.
Plaats het papier samen met het beschermvel. U kunt maximaal 20 vellen printpapier plaatsen.
Afdrukzijde
Met het stempel
Papierinvoerrichting
Opmerking
Raak de afdrukzijde niet aan. Vingerafdrukken op de afdrukzijde kunnen de afdrukkwaliteit nadelig beïnvloeden.
(formaat Post Card) of de pijl (formaat 9 x 13 cm) in de papierinvoerrichting.
x Printpapier van het formaat 9 x
13 cm gebruiken
Verwijder de adapter voor de papierlade niet.
Adapter voor de papierlade
NL
14
Verwijder het beschermvel.
5
Sluit de klep van de papierlade
6
(1) en schuif deze in de papierinvoerrichting (2).
Houd de papieruitvoerlade vrij.
Trek de klep van de
7
papierladehouder van de printer naar buiten om de klep te openen.
Als het printpapier opraakt tijdens het afdrukken, verschijnt de aanduiding voor een papierfout (
) op het LCD-scherm van de printer. Verwijder de papierlade en plaats printpapier in de lade.
Opmerkingen
• Verwijder de papierlade niet tijdens het
afdrukken.
• Houd rekening met de volgende punten
voordat u begint met afdrukken om te voorkomen dat het papier vastloopt of er storingen in de printer optreden: – Schrijf of typ niet op het printpapier.
Gebruik een pen met inkt op oliebasis om na het afdrukken op het papier te schrijven. U mag niet op het printpapier typen.
– Plak geen stickers of postzegels op het
printpapier.
– Houd het printpapier niet vast en buig het
niet.
– Wanneer u printpapier toevoegt aan een
gedeeltelijk gevulde lade, mag het totaalaantal vellen niet groter zijn dan 20.
– Druk niet af op gebruikt printpapier. Als u
twee keer op hetzelfde papier afdrukt, wordt het beeld niet dikker afgedrukt.
– Gebruik alleen het printpapier voor deze
printer.
– Gebruik geen papier dat niet afgedrukt uit
de printer komt.
Voorbereidingen
Plaats de papierlade in de printer.
8
Duw de papierlade stevig aan tot deze vastklikt.
Opmerkingen over het bewaren van het printpapier
•U moet het papier niet langdurig opbergen
met de afdrukzijden tegen elkaar aan of in contact met producten van rubber of plastic met vinylchloride of plastificeermiddel. Als u dit wel doet, kunnen de kleuren van de afdruk veranderen en kan de kwaliteit van het afgedrukte beeld afnemen.
• Plaats het printpapier niet op een plaats waar
dit wordt blootgesteld aan hoge temperaturen, hoge luchtvochtigheid, overmatige hoeveelheden stof of direct zonlicht.
• Als u printpapier dat u gedeeltelijk hebt
gebruikt, wilt opbergen, moet u de originele verpakking gebruiken.
15
NL
5De
afstandsbediening gereedmaken
Verwijder het afsluitvel uit de
1
afstandsbediening.
Als het afsluitvel van de lithiumbatterij is verwijderd, is de afstandsbediening klaar voor gebruik.
Afsluitvel
2 Richt de afstandsbediening op de
afstandsbedieningssensor op de printer en druk op een toets om de printer te bedienen.
U kunt de toetsen op de afstandsbediening op dezelfde manier gebruiken als de overeenkomende toetsen op de printer.
Batterijen vervangen
Als de printer niet meer reageert op de afstandsbediening, is de batterij wellicht leeg.
Druk op het nokje (1) en schuif
1
de batterijhouder naar buiten (2).
Verwijder de gebruikte batterij en
2
plaats een nieuwe lithiumbatterij (CR2025) in de houder met de plus- en minpolen (+ en –) in de juiste richting.
Lithiumbatterij
Schuif de batterijhouder terug in
3
de afstandsbediening tot deze vastklikt.
Afstandsbedieningssensor
Opmerking
Als u langer dan één seconde op CANCEL op de afstandsbediening drukt, gebeurt er niets.
NL
16
WAARSCHUWING:
De batterij kan ontploffen als deze onjuist wordt gebruikt. Probeer de batterij niet op te laden of te openen. Gooi de batterij ook niet in het vuur.
Opmerkingen
• De knoopcel CR2025 wordt gebruikt in de afstandsbediening. Gebruik geen andere batterij dan de CR2025.
• Richt de afstandsbedieningssensor niet naar sterke lichtbronnen, zoals direct zonlicht of tl­verlichting. Als u dit wel doet, functioneert de afstandsbediening wellicht niet goed.
6De stroombron
aansluiten
Sluit de stekker van het
1
bijgeleverde netsnoer aan op de bijgeleverde netspanningsadapter.
Sluit de andere stekker van het
2
netsnoer aan op het stopcontact. Sluit de stekker van de
3
netspanningsadapter aan op de DC IN-aansluiting van de printer.
De ON/STANDBY-aanduiding gaat rood branden.
Naar DC IN
Gebruik de netspanningsadapter die bij de printer wordt geleverd. Gebruik geen andere netspanningsadapters. Dit kan een storing veroorzaken.
Als het snoer van de netspanningsadapter is doorgesneden of beschadigd, moet u de netspanningsadapter niet langer gebruiken, omdat dit tot gevaarlijke situaties kan leiden.
Zorg dat de stekker van de netspanningsadapter niet in aanraking komt met metalen voorwerpen. Dit kan een storing veroorzaken.
Gebruik de netspanningsadapter niet in kleine ruimten, zoals tussen de muur en het meubilair.
Druk op ON/STANDBY.
4
De ON/STANDBY-aanduiding gaat groen branden.
Voorbereidingen
Netspanningsadapter (bijgeleverd)
Naar een stopcontact Netsnoer (bijgeleverd)
Opmerkingen
Sluit de netspanningsadapter aan op een gemakkelijk toegankelijk stopcontact in de buurt van de printer. Als er problemen optreden wanneer u de adapter gebruikt, moet u onmiddellijk de stroom uitschakelen door de stekker uit het stopcontact te halen.
Als u de netspanningsadapter niet meer gebruikt, haalt u deze uit de DC IN­aansluiting van de printer en het stopcontact.
Het apparaat is niet losgekoppeld van de stroombron (netspanning) als het apparaat nog is aangesloten op het stopcontact, ook al is het apparaat uitgeschakeld.
Het printpapier komt tijdens het afdrukken een aantal keer uit de papieruitvoer. Blokkeer de papieruitvoer niet met de netspanningsadapter of het netsnoer.
De printer in het buitenland gebruiken
U kunt de printer in alle landen/regio's gebruiken met de netspanningsadapter (bijgeleverd) bij een voltage tussen 100 V en 240 V wisselstroom, 50/60 Hz. Gebruik een in de handel verkrijgbare stekkeradapter [a], indien nodig, afhankelijk van de vorm van het stopcontact [b].
AC-S24V1
Opmerking
Gebruik geen stroomtransformator (reisadapter). Dit kan een storing veroorzaken.
17
NL
Het apparaat
Een geheugenkaart aansluiten op een televisiescherm
Als u de af te drukken beelden op het televisiescherm wilt bekijken, sluit u de VIDEO OUT (uitgang) aansluiting van de printer aan op de video-ingang van het televisiescherm.
Videokabel (bijgeleverd)
Televisie
Zet de VIDEO/TV­ingangskeuzeschakelaar op VIDEO.
Opmerkingen
• Voordat u aansluitingen maakt, moet u het
netsnoer loskoppelen van de printer en het televisiescherm uitschakelen.
• Als u de bijgeleverde videokabel niet
gebruikt, moet u een in de handel verkrijgbare videokabel van maximaal 3 meter gebruiken.
• Als u het LCD-scherm gebruikt of de printer
aansluit op een PictBridge-compatibele digitale camera of computer om een beeld af te drukken, hoeft u de printer niet op een televisie aan te sluiten.
• Sluit de VIDEO OUT (uitgang) aansluiting
van de printer niet aan op een ander apparaat dan een televisie. Als u dit wel doet, functioneert het apparaat wellicht niet goed of maakt het apparaat veel lawaai.
• Het printpapier wordt een aantal keer
uitgevoerd tijdens het afdrukken. Zorg dat de papieruitvoer niet wordt geblokkeerd door de videokabel.
NL
18
plaatsen
Als u een beeld op een "Memory Stick",
CompactFlash-kaart of SD-kaart wilt
afdrukken, plaatst u de kaart in de
bijbehorende sleuf tot deze vastklikt.
Zie pagina 92 tot en met 94 voor de
verschillende geheugenkaarten die u met
de printer kunt gebruiken.
Opmerkingen over het gebruik van een geheugenkaart
• Probeer een geheugenkaart niet met kracht in de sleuf te plaatsen of uit de sleuf te verwijderen. Als u dit wel doet, kan de geheugenkaart of de printer worden beschadigd.
• Verwijder de geheugenkaart niet als het toegangslampje knippert. Als u dit wel doet, kan de geheugenkaart of de printer worden beschadigd.
•U kunt het beste een reservekopie van de gegevens op de geheugenkaart maken om eventueel gegevensverlies te voorkomen. Beschadigde of verloren gegevens worden niet vergoed.
• Controleer de geheugenkaart en plaats deze in de juiste richting. Als u de geheugenkaart met kracht in de verkeerde richting plaatst, kunnen de geheugenkaart en de sleuf worden beschadigd.
• Controleer het type geheugenkaart en zorg dat de kaart in de juiste sleuf voor dat type geheugenkaart wordt geplaatst. Als u een geheugenkaart in een andere sleuf plaatst, kan de geheugenkaart worden beschadigd of kunt u deze wellicht niet meer uit de sleuf verwijderen.

Een "Memory Stick" plaatsen

Plaats een "Memory Stick" of "Memory Stick Duo" in de sleuf voor de "Memory Stick"/"Memory Stick Duo" tot deze vastklikt.
Het toegangslampje knippert als de printer de geheugenkaart leest.
Plaats de kaart met het teken b in de linkerbovenhoek.
U kunt ook een "Memory Stick Duo" zonder adapter plaatsen met het teken b in de linkerbovenhoek.
Een "Memory Stick" verwijderen
Duw de "Memory Stick" voorzichtig in de sleuf. Verwijder de kaart voorzichtig zodra deze wordt uitgeworpen.

Een CompactFlash-kaart plaatsen

Plaats een CompactFlash-kaart in de sleuf voor de CF-kaart tot deze vastklikt.
Een CompactFlash-kaart verwijderen
Druk op de uitwerptoets. Verwijder de kaart voorzichtig zodra deze wordt uitgeworpen.
Opmerking
Als de uitwerptoets uitsteekt, kunt u de klep van de papierladehouder niet goed sluiten. Zorg dat de uitwerptoets niet uitsteekt en sluit de klep.

Een SD-kaart plaatsen

Plaats een SD-kaart in de sleuf voor de SD­kaart tot deze vastklikt.
Het toegangslampje knippert als de printer de geheugenkaart leest.
Een SD-kaart verwijderen
Duw de SD-kaart voorzichtig in de sleuf. Verwijder de kaart voorzichtig zodra deze wordt uitgeworpen.
Opmerking
Als u een miniSD-kaart gebruikt, moet u de adapter voor miniSD-kaarten gebruiken. Als u een miniSD-kaart zonder de adapter in een sleuf van de printer plaatst, kunt u de miniSD-kaart wellicht niet verwijderen.
Plaats eerst de kant met het teken b.
Voorbereidingen
Uitwerptoets Het toegangslampje knippert als de printer de geheugenkaart leest.
Plaats de kaart met de breedste kant naar de printer gericht.
19
NL

Een camera of ander extern apparaat aansluiten

Gebruik hiervoor de USB-kabel die bij de digitale camera is geleverd.
Als u een beeld vanaf een camera of ander extern apparaat wilt afdrukken, sluit u de camera of een ander extern apparaat aan op de printer. U kunt een extern apparaat aansluiten dat systemen voor massaopslag ondersteunt. Zie pagina 57 voor meer informatie over het aansluiten van de PictBridge-compatibele digitale camera.
Stel de digitale camera of een
1
ander extern apparaat in voor afdrukken met een printer die geschikt is voor massaopslag.
De instellingen en bewerkingen die zijn vereist vóór de aansluiting, verschillen afhankelijk van het externe apparaat dat u gebruikt. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het externe apparaat voor meer informatie. (Selecteer bijvoorbeeld voor de Sony Cyber-shot digitale camera de stand "Normal" voor de optie "USB Connect".)
Sluit een camera of een extern
2
apparaat aan op de PictBridge/ CAMERA-aansluiting van de printer.
Open de klep van de PictBridge/CAMERA­aansluiting (USB A­TYPE)
Naar USB­aansluiting
Camera of ander extern apparaat
Opmerkingen
• Het type USB-kabel dat u moet gebruiken, kan verschillen afhankelijk van de digitale camera. Gebruik een USB-kabel met een A­TYPE-aansluiting voor de printer en een geschikt type aansluiting voor de digitale camera.
• Sony kan niet garanderen dat alle apparaten voor massaopslag kunnen worden aangesloten.
• Gebruik een in de handel verkrijgbare USB­kabel van maximaal 3 meter.
• Als het toegangslampje van het externe apparaat knippert, moet u de stroom niet uitschakelen en de USB-kabel niet verwijderen. Als u dit wel doet, kunnen de gegevens op het externe apparaat worden beschadigd. Schade als gevolg van beschadigde of verloren gegevens wordt niet vergoed.
20
NL

Standaardafdrukken maken (MONITOR OUT-stand)

Als "LCD display mode is selected"

De beelden op een televisiescherm weergeven

In dit gedeelte wordt beschreven hoe u beelden op een geheugenkaart of extern apparaat kunt weergeven op een televisiescherm.
Voordat u begint
U moet voorbereidingen 1 tot en met 6 (pagina 10 tot en met 17) en de volgende handelingen uitvoeren:
• "Het apparaat aansluiten op een televisiescherm" (pagina 18)
• "Een geheugenkaart plaatsen" (pagina
18) of "Een camera of ander extern apparaat aansluiten" (pagina 20)
Met de afstandsbediening
1 MONITOR OUT 3
op het televisiescherm wordt weergegeven
Druk op MONITOR OUT om de beelden op het televisiescherm weer te geven (MONITOR OUT-stand).
Druk herhaaldelijk op INPUT
3
SELECT om de geheugenkaart of het externe apparaat met de af te drukken beelden te selecteren.
Wanneer u op de toets drukt, worden achtereenvolgens "Memory Stick", "SD Card", "CompactFlash" en "External Device" in de linkerbovenhoek van het televisiescherm weergegeven. (Als er geen extern apparaat is aangesloten, wordt "External Device" niet weergegeven.)
Standaardafdrukken maken (MONITOR OUT-stand)
Druk op ON/STANDBY om de
1
printer in te schakelen (pagina
17).
De ON/STANDBY-aanduiding gaat groen branden.
Schakel het televisiescherm in en
2
zet de ingangskeuzeschakelaar op "VIDEO".
De beelden op de geheugenkaart of het externe apparaat worden op het televisiescherm weergegeven.
Het toegangslampje knippert als de printer de geheugenkaart leest.
De lijst met beelden op het geselecteerde medium wordt op het televisiescherm weergegeven
(beeldenlijst).
Wordt vervolgd
21
NL
Beeldenlijst
Geselecteerd medium (geheugenkaart of extern apparaat) Geel kader (cursor)
Aantal geselecteerde beelden
Totaalaantal beelden op het medium

Geselecteerde beelden afdrukken

Een beeld afdrukken

In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een beeld kunt selecteren en op volledige grootte afdrukken.
Standaardafdruk zonder rand
Met de afstandsbediening
Beeldnummer
Aanduidingen voor bijbehorend bestand/ DPOF/beveiliging*
*
Aanduidingen voor bijbehorend bestand/DPOF/beveiliging
• Aanduiding voor bijbehorend bestand:
Naast het weergegeven beeld heeft het beeld een bijbehorend bestand, zoals een animatiebestand of een miniatuurversie van het beeldbestand die u in een e-mailbericht kunt opnemen.
• DPOF-aanduiding:
Het beeld is vooraf ingesteld met DPOF met een digitale camera.
• Beveiligingsaanduiding:
Het beeld is beveiligd met een digitale camera.
Een andere pagina weergeven
Als er meerdere pagina's zijn, kunt u schakelen tussen de pagina's. Wilt u de volgende pagina weergeven, dan verplaatst u het gele kader naar de onderste rand van de beeldenlijst en drukt u op F. Als u de vorige pagina wilt weergeven, verplaatst u het gele kader naar de bovenste rand en drukt u op f.
Type printcartridge (P: Post Card/L: 9 x 13 cm/C: reinigingscassette)
2
1
Druk op g/G/f/F om het gele
1
kader (cursor) te verplaatsen naar het beeld dat u wilt afdrukken.
Geel kader
22
NL
Druk op PRINT.
2
Het beeld dat u met de cursor hebt geselecteerd, wordt afgedrukt. Tijdens het afdrukken wordt het afdrukproces op het televisiescherm weergegeven.
Als het afdrukken is voltooid en het
3
papier automatisch wordt uitgevoerd, verwijdert u het afgedrukte papier uit de papierlade.

Het voorbeeld controleren voordat u begint met afdrukken

U kunt een beeld op volledig scherm weergeven en controleren voordat u begint met afdrukken.
Verplaats het gele kader naar het gewenste beeld en druk op PICTURE.
Standaardafdrukken maken (MONITOR OUT-stand)
PICTURE
Het geselecteerde beeld wordt op volledig scherm weergegeven (voorbeeld).
Opmerkingen
•U moet de geheugenkaart of het externe apparaat niet verwijderen of plaatsen/ aansluiten als het toegangslampje knippert of de toegangsaanduiding op het televisiescherm wordt weergegeven.
• Verplaats de printer niet en schakel deze niet uit tijdens het afdrukken. Doet u dit wel, dan kan de printcartridge of het printpapier vastlopen. Als u de printer uitschakelt, moet u de papierlade in de printer laten zitten en de printer weer inschakelen. Als papier dat wordt afgedrukt, in de printer blijft zitten, verwijdert u het papier en hervat u het afdrukken vanaf stap 1.
• Het printpapier wordt tijdens het afdrukken wellicht een aantal keer uitgevoerd. Raak het uitgevoerde papier niet aan en trek niet aan het uitgevoerde papier. Wacht totdat het printpapier volledig is uitgevoerd nadat het afdrukken is voltooid.
• Zorg dat er tijdens het afdrukken genoeg ruimte achter de printer vrij is.
Voorbeeld
Geselecteerd medium (geheugenkaart of extern apparaat)
Totaalaantal beelden op het geselecteerde
medium Aantal geselecteerde beelden
Aantal exemplaren
Beeldnummer
Aanduidingen voor bijbehorend beeld/ DPOF/beveiliging (pagina 22)
Type printcartridge (P: Post Card/L: 9 x 13 cm/C: reinigingscassette)
Schuifbalk waarmee de positie van het beeld wordt aangegeven.
Wordt vervolgd
23
NL
Het voorbeeld van een ander beeld weergeven
Druk op g/G/f/F om het beeld links, rechts, boven of onder het geselecteerde beeld in de beeldenlijst weer te geven.
Het voorbeeld afdrukken
Druk op PRINT. Het voorbeeld wordt afgedrukt.

Meerdere beelden afdrukken

In dit gedeelte wordt beschreven hoe u meerdere beelden kunt afdrukken, het aantal exemplaren voor elk beeld kunt opgeven en de beelden één voor één kunt afdrukken.
Met de afstandsbediening
Opmerking
Zelfs als u beelden hebt geselecteerd en het aantal exemplaren hebt opgegeven, wordt alleen het voorbeeld afgedrukt. Als u meerdere beelden tegelijkertijd wilt afdrukken, drukt u deze af vanuit de beeldenlijst.
De beeldenlijst opnieuw weergeven
Druk op PICTURE.
Opmerking
Het weergegeven beeld op het televisiescherm is niet identiek aan het afgedrukte beeld omdat de fosformethoden en -profielen verschillen per televisiescherm. U moet het weergegeven beeld gebruiken ter referentie.
4
1
1, 2
CANCEL
Druk op g/G/f/F om het gele
1
kader te verplaatsen naar het beeld dat u wilt afdrukken en druk op ENTER.
CANCEL
Bij de aanduiding voor het aantal exemplaren wordt "1" weergegeven.
Aanduiding voor het aantal exemplaren
24
NL
Druk op ENTER of CANCEL om het
2
aantal exemplaren in te stellen.
U kunt maximaal 20 exemplaren voor één beeld opgeven.
• Als u het aantal exemplaren met één wilt verhogen, drukt u op ENTER.
• Wilt u het aantal exemplaren met één verlagen, dan drukt u op CANCEL.
• Als u de selectie wilt annuleren, houdt u CANCEL ten minste twee seconden ingedrukt. (U kunt deze bewerking niet uitvoeren met de afstandsbediening.)
Herhaal stap 1 en 2 om andere
3
beelden te selecteren en per beeld het aantal exemplaren in te stellen.
De geselecteerde beelden worden met het oranje kader weergegeven.
De selectie annuleren
Druk op g/G/f/F om het gele kader te verplaatsen naar het beeld waarvan u de selectie in de beeldenlijst wilt annuleren en druk op CANCEL tot het oranje kader verdwijnt.
AUTO afdrukken (INDEX/
DPOF/ALL)
Met AUTO (automatisch) afdrukken kunt u tegelijkertijd meerdere beelden op een geheugenkaart of een extern apparaat afdrukken.
De printer biedt de volgende drie afdrukmethoden voor AUTO:
INDEX afdrukken
U kunt een lijst (index) afdrukken met alle beelden op een geheugenkaart of een extern apparaat. Zo kunt u eenvoudig de inhoud van het geselecteerde medium controleren.
Het aantal deelvensters op een vel wordt automatisch berekend. De beelden worden afgedrukt met de bijbehorende beeldnummers.
Beeldnummer
Datum (als Date Print is ingeschakeld.)
Standaardafdrukken maken (MONITOR OUT-stand)
Druk op PRINT.
4
De geselecteerde beelden worden afgedrukt. Tijdens het afdrukken wordt het afdrukproces op het televisiescherm weergegeven.
Het afdrukken stoppen
Druk op CANCEL. Als u meerdere exemplaren afdrukt, wordt het afdrukken geannuleerd vanaf de volgende afdruk.
Als het afdrukken is voltooid en
5
het papier automatisch wordt uitgevoerd, verwijdert u het afgedrukte papier uit de papierlade.
Beelden afdrukken die vooraf zijn ingesteld met DPOF
De beelden die vooraf zijn ingesteld voor afdrukken met DPOF (Digital Print Order Format), worden in de beeldenlijst weergegeven met de afdrukmarkering (
U kunt deze beelden in één keer afdrukken. Het vooraf ingestelde aantal exemplaren van de beelden wordt afgedrukt in de volgorde waarin de beelden zijn weergegeven.
Beelden afdrukken met ALL U kunt alle beelden op een
geheugenkaart of een extern apparaat tegelijkertijd afdrukken. De beelden worden één voor één afgedrukt in de volgorde van de beeldnummers.
Wordt vervolgd
25
).
NL
Opmerkingen
• Raadpleeg de handleiding bij de digitale camera voor meer informatie over het vooraf instellen van beelden voor afdrukken.
• Sommige digitale camera's bieden geen ondersteuning voor de functie DPOF of de printer is wellicht niet compatibel met bepaalde functies van de digitale camera.
Met de afstandsbediening
2
1
Druk herhaaldelijk op AUTO
1
PRINT om "INDEX", "DPOF" of "ALL" op het televisiescherm weer te geven.
Het af te drukken beeld wordt met oranje kaders weergegeven.
AUTO PRINT-aanduiding
De selectie annuleren (alleen INDEX/ALL)
Druk op g/G/f/F om het gele kader te verplaatsen naar het beeld waarvan u de selectie in de beeldenlijst wilt annuleren en druk op CANCEL.
Het oranje kader verdwijnt en de selectie wordt geannuleerd.
Opmerking
U kunt de selectie van beelden die vooraf zijn ingesteld met DPOF, niet annuleren.
Druk op PRINT.
2
Het afdrukken wordt gestart. Tijdens het afdrukken wordt het afdrukproces op het televisiescherm weergegeven.
Het afdrukken stoppen
Druk op CANCEL. Als u meerdere exemplaren afdrukt, wordt het afdrukken geannuleerd vanaf de volgende afdruk.
Als het afdrukken is voltooid en
3
het papier automatisch wordt uitgevoerd, verwijdert u het afgedrukte papier uit de papierlade.
Normaal afdrukken hervatten
Druk herhaaldelijk op AUTO PRINT tot INDEX, DPOF of ALL uit het televisiescherm verdwijnt.
Tips
• Zelfs als de printcartridge leegraakt tijdens het afdrukken, kunt u doorgaan met afdrukken. Als er een bericht verschijnt, volgt u de instructies op het televisiescherm om de printset te vervangen (pagina 11 tot en met
15).
• Als "Date Print" is ingesteld op "ON", wordt de opnamedatum (jaar, maand en dag) ook afgedrukt (pagina 50).
26
NL

Afdrukken met het LCD-scherm van de printer (LCD-stand)

Druk herhaaldelijk op INPUT

Geselecteerde beelden afdrukken

U kunt met het LCD-scherm van de printer het beeldnummer opgeven en het beeld afdrukken.
Beeldnummers opgeven
Maak een index-afdruk om de beeldnummers te zoeken. U kunt de beeldenlijst ook op een televisiescherm weergeven of de beeldnummers met een digitale camera controleren.
Voordat u begint
U moet voorbereidingen 1 tot en met 6 (pagina 10 tot en met 17) en de volgende handelingen uitvoeren:
• "Een geheugenkaart plaatsen" (pagina
18) of "Een camera of ander extern apparaat aansluiten" (pagina 20)
Druk op ON/STANDBY om de
1
printer in te schakelen (pagina
17).
De ON/STANDBY-aanduiding gaat groen branden.
Als "MONITOR OUT mode is selected" op het LCD-scherm wordt weergegeven
Druk op MONITOR OUT om het hoofdmenu op het LCD-scherm weer te geven (LCD-stand).
2
SELECT om de geheugenkaart of het externe apparaat met de af te drukken beelden te selecteren.
Wanneer u op de toets drukt, worden achtereenvolgens "Memory Stick", "SD", "CF" en "External Device" op het LCD-scherm weergegeven. (Als er geen extern apparaat is aangesloten, wordt "External Device" niet weergegeven.)
Het toegangslampje knippert als de printer de geheugenkaart leest.
Het hoofdmenu wordt weergegeven.
Geselecteerd medium (geheugenkaart of extern apparaat)
Type printcartridge (P: Post Card/L: 9 x 13 cm)
Afdrukken met het LCD-scherm van de printer (LCD-stand)
Terugkeren naar de MONITOR OUT­stand
Ga terug naar het hoofdmenu en druk op MONITOR OUT.
Als "Selected" niet is geselecteerd bij "Print Settings"
U selecteert "Selected" als volgt: 1 Controleer of "Print Settings" is
geselecteerd en druk op G. Het venster met afdrukinstellingen
wordt weergegeven.
Wordt vervolgd
27
NL
2 Druk op f/F om "Selected Image"
te selecteren en druk op g. Het hoofdmenu wordt opnieuw
weergegeven.
Druk op PRINT.
3
De beeldnummers en het aantal exemplaren voor de beelden op de geselecteerde geheugenkaart of het geselecteerde externe apparaat worden weergegeven.
Beeldnummer Aantal exemplaren
Tip
U kunt het venster "Select Image" weergeven door in stap 2-2 op G te drukken.
Druk op f/F om het
4
beeldnummer van het af te drukken beeld te selecteren en druk op ENTER of CANCEL om het aantal exemplaren in te stellen.
• Als u het aantal exemplaren met één wilt verhogen, drukt u op ENTER.
• Wilt u het aantal exemplaren met één verlagen, dan drukt u op CANCEL.
NL
28
• Als u de selectie wilt annuleren, houdt u CANCEL ten minste twee seconden ingedrukt. (U kunt deze bewerking niet uitvoeren met de afstandsbediening.)
U kunt maximaal 20 exemplaren voor één beeld opgeven.
CANCEL
Herhaal stap 4 om het aantal
5
exemplaren van de af te drukken beelden in te stellen.
Druk op PRINT.
6
De geselecteerde beelden worden afgedrukt. Tijdens het afdrukken wordt het afdrukproces weergegeven op het LCD-scherm.
Het afdrukken stoppen
Druk op CANCEL. Als u meerdere exemplaren afdrukt, wordt het afdrukken geannuleerd vanaf de volgende afdruk.
Als het afdrukken is voltooid en het
7
papier automatisch wordt uitgevoerd, verwijdert u het afgedrukte papier uit de papierlade.
Zie pagina 23 voor opmerkingen over het afdrukken.
AUTO afdrukken (INDEX/
DPOF/ALL)
Met AUTO (automatisch) afdrukken kunt u tegelijkertijd meerdere beelden op een geheugenkaart of een extern apparaat afdrukken.
De printer biedt de volgende drie afdrukmethoden voor AUTO. Zie pagina 25 voor meer informatie.
INDEX afdrukken
U kunt een lijst (index) afdrukken met alle beelden op het geselecteerde medium.
Beelden afdrukken die vooraf zijn
ingesteld met DPOF
U kunt alle beelden op een digitale camera die vooraf zijn ingesteld met DPOF, afdrukken.
Beelden afdrukken met ALL
U kunt alle beelden op een medium één voor één afdrukken.
Druk herhaaldelijk op AUTO
1
PRINT om "INDEX", "DPOF" of "ALL" bij "Print Settings" in het hoofdmenu weer te geven.
Druk op PRINT.
2
Het afdrukken wordt gestart. Tijdens het afdrukken wordt "PRINT" weergegeven op het LCD-scherm.
Het afdrukken stoppen
Druk op CANCEL. Als u meerdere exemplaren afdrukt, wordt het afdrukken geannuleerd vanaf de volgende afdruk.
Als het afdrukken is voltooid en
3
het papier automatisch wordt uitgevoerd, verwijdert u het afgedrukte papier uit de papierlade.
Normaal afdrukken hervatten
Druk herhaaldelijk op AUTO PRINT tot "Selected" wordt weergegeven.
Tips
•U kunt ook stap 1 tot en met 2 op pagina 27 en 28 uitvoeren om het venster Print Settings weer te geven en op f/F drukken om "INDEX", "DPOF" of "ALL" te selecteren.
Afdrukken met het LCD-scherm van de printer (LCD-stand)
De geselecteerde aanduiding voor AUTO afdrukken (INDEX, DPOF of ALL)
Druk op g om terug te keren naar het hoofdmenu en druk op PRINT.
• Zelfs als de printcartridge leegraakt of het printpapier opraakt tijdens het afdrukken, kunt u doorgaan met afdrukken door de printcartridge te vervangen of printpapier te plaatsen.
• Als "Date Print" is ingesteld op "ON" in het menu, wordt de opnamedatum (jaar, maand en dag) ook afgedrukt (pagina 50).
29
NL

De afdrukinstellingen wijzigen

U kunt een gedeelte van de menu's SET UP en OPTION op het LCD-scherm weergeven en de afdrukinstellingen wijzigen.
Druk op f/F om "Set Up" in het
1
hoofdmenu te selecteren.
Druk op G.
2
Het venster Set Up wordt weergegeven.
Druk op f/F om de gewenste
3
instelling te selecteren en druk op G.
Het instelscherm voor het geselecteerde item wordt weergegeven.
Druk op f/F om de optie te
4
selecteren en druk op g.
Het venster Set Up wordt opnieuw weergegeven.
De geselecteerde optie wordt weergegeven.
NL
30
Herhaal stap 3 en 4 om de overige
5
items in te stellen.
Terugkeren naar het hoofdmenu
Druk op g.
Auto Fine Print 3 U kunt voor het
afdrukken de functie voor het automatisch aanpassen van beelden selecteren of uitschakelen. (Photo*/Vivid/Off)
Exif Print U kunt de functie voor
automatische aanpassingen voor beelden die zijn opgenomen met een Exif Print (Exif 2.21)­compatibele digitale camera, in- of uitschakelen om de beste beeldkwaliteit te verkrijgen. (On*/Off)
Borders
Date Print U kunt kiezen of u het
Color Setting U kunt de kleuren (R/
Language U kunt de taal voor het
* Fabrieksinstellingen Zie pagina 49, 50 en 56 voor meer informatie over elke instelling.
U kunt kiezen uit afdrukken met of zonder rand. (Yes/No*)
beeld wilt afdrukken met of zonder de datum waarop het beeld is gemaakt. (On/Off*)
G/B) en de scherpte van een afgedrukt beeld aanpassen (pagina 50). (R: 0/G:0/B:0/ Sharpness:0)
menu en de berichten selecteren. (English*/ French/Spanish/ German)
Loading...
+ 70 hidden pages