Sony DPP-FP35 User Manual

Digital Photo Printer
DPP-FP35
2-682-260-41 (2)
Voordat u begint
Voorbereidingen
Afdrukken vanaf een PictBridge-
camera
(PictBridge-stand)
Afdrukken vanaf een computer
(PC-stand)
Problemen oplossen
Aanvullende informatie
Gebruiksaanwijzing
Voordat u deze printer gaat gebruiken, moet u deze gebruiksaanwijzing aandachtig doorlezen. Bewaar de gebruiksaanwijzing voor het geval u deze later als referentiemateriaal nodig hebt.
2006 Sony Corporation
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht. Zo kunt u het risico op brand of elektrische schokken verkleinen
Waarschuwing voor klanten in Europa
Dit product is getest en voldoet aan de beperkingen die zijn uiteengezet in de EMC­richtlijn voor het gebruik van een aansluitsnoer van minder dan 3 meter.
Let op
De elektromagnetische velden kunnen bij de opgegeven frequenties het beeld van deze digitale fotoprinter beïnvloeden.
Opmerking
Als de gegevensoverdracht wordt onderbroken (mislukt) door statische elektriciteit of elektromagnetische storing, moet u de toepassing opnieuw starten of de verbindingskabel (USB, enzovoort) loskoppelen en opnieuw aansluiten.
.
Verwijdering van oude elektrische en elektronische apparaten (Toepasbaar in de Europese Unie en andere Europese landen met gescheiden ophaalsystemen)
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudelijk afval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u
ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. De recycling van materialen draagt bij tot het vrijwaren van natuurlijke bronnen. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht.
2
NL
Het kopiëren, bewerken of afdrukken van CD’s, televisieprogramma’s, auteursrechtelijk beschermde materialen, zoals beelden en publicaties, en alle andere materialen met uitzondering van eigen opnamen en creaties is beperkt tot huishoudelijk of privé-gebruik. Tenzij u in het bezit bent van de auteursrechten of toestemming hebt van de houder van de auteursrechten om deze materialen te kopiëren, kan gebruik van deze materialen een overtreding van de auteursrechtwetten betekenen en moet u wellicht schadevergoeding betalen aan de houder van de auteursrechten.
Als u foto’s gebruikt met deze printer, moet u ervoor zorgen dat u de auteursrechtwetten niet overtreedt. Ongeoorloofd gebruik of aanpassing van portretten van andere personen kan ook een inbreuk op hun rechten betekenen.
Op bepaalde demonstraties, optredens en tentoonstellingen is het nemen van foto’s niet toegestaan.
Reservekopiëen
U kunt het beste een reservekopie van uw gegevens opslaan om gegevensverlies door een bedieningsfout of storing van de printer te voorkomen.
Handelsmerken en auteursrechten
• Cyber-shot is een handelsmerk van Sony Corporation.
• Microsoft, Windows® en DirectX zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen.
• IBM en PC/AT zijn gedeponeerde handelsmerken van International Business Machines Corporation.
• Intel en Pentium zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Intel Corporation.
• Alle andere bedrijven en productnamen die hierin worden vermeld, kunnen de handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken zijn van hun respectieve bedrijven. Bovendien worden "™" en "®" niet elke keer vermeld in deze gebruiksaanwijzing.
•Deze software is gedeeltelijk gebaseerd op het werk van de Independent JPEG Group.
• Libtiff Copyright © 1988-1997 Sam Leffler Copyright © 1991-1997 Silicon Graphics, Inc. Permission to use, copy, modify, distribute,
and sell this software and its documentation for any purpose is hereby granted without fee.
Informatie
IN GEEN GEVAL IS DE VERKOPER AANSPRAKELIJK VOOR ENIGE DIRECTE OF INCIDENTELE SCHADE OF GEVOLGSCHADE VAN WELKE SOORT DAN OOK, OF VOOR VERLIEZEN OF KOSTEN ALS GEVOLG VAN EEN DEFECT PRODUCT OF HET GEBRUIK VAN EEN PRODUCT.
3
NL
Kennisgeving voor gebruikers
Inhoudsopgave
Programma © 2006 Sony Corporation Documentatie © 2006 Sony Corporation
Alle rechten voorbehouden. Deze handleiding en de software die hierin wordt beschreven, geheel of gedeeltelijk, mogen niet worden gereproduceerd, vertaald of omgezet in een machineleesbare vorm zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Sony Corporation.
IN GEEN GEVAL IS SONY CORPORATION AANSPRAKELIJK VOOR ENIGE INCIDENTELE OF SPECIALE SCHADE OF GEVOLGSCHADE HETZIJ ONDER DWANG, CONTRACT OF ANDERSZINS VOORTKOMEND UIT OF IN VERBAND MET DEZE HANDLEIDING, DE SOFTWARE OF ANDERE INFORMATIE DIE HIERIN WORDT VERMELD OF HET GEBRUIK ERVAN.
Door het zegel van de CD-ROM-verpakking te verbreken, accepteert u alle bepalingen en voorwaarden van deze overeenkomst. Als u deze bepalingen en voorwaarden niet accepteert, retourneert u de ongeopende CD­ROM-verpakking samen met de rest van het pakket aan de handelaar bij wie u het pakket hebt gekocht.
Sony Corporation behoudt zich het recht voor om te allen tijde deze handleiding of de informatie in deze handleiding te wijzigen zonder voorafgaande kennisgeving.
De software die hierin wordt beschreven, kan ook vallen onder de bepalingen van een afzonderlijke gebruiksrechtovereenkomst.
Ontwerpgegevens, zoals de voorbeelden in deze software, mogen uitsluitend voor persoonlijk gebruik worden aangepast of gekopieerd. Het ongeoorloofd kopiëren van deze software is volgens de auteursrechtwetten verboden.
Houd er rekening mee dat het ongeoorloofd kopiëren of aanpassen van portretten van andere personen of van auteursrechtelijk beschermd werk een inbreuk op de rechten van de houders van de auteursrechten kan betekenen.
Voordat u begint
Overzicht ................................................ 6
Mogelijkheden van deze printer ................. 6
Onderdelen ............................................. 8
Voorbereidingen
1 De inhoud van de verpakking
controleren ..................................... 10
2 De printset gereedmaken ............... 11
Formaten voor printpapier ....................... 11
Optionele printsets .................................. 11
3 De printcartridge plaatsen .............. 12
4 Het printpapier plaatsen ................. 13
5 De stroombron aansluiten .............. 16
Afdrukken vanaf een PictBridge-camera (PictBridge-stand)
Beelden afdrukken vanaf de digitale
camera ............................................ 17
4
NL
Afdrukken vanaf een computer (PC-stand)
De software installeren ......................... 19
Systeemvereisten ..................................... 19
De printerdriver installeren ...................... 20
Picture Motion Browser installeren .......... 23
Foto’s afdrukken vanuit Picture
Motion Browser .............................. 25
Afdrukken vanuit een andere
toepassing .............................................. 32
Problemen oplossen
Als er problemen optreden ................... 34
Als het papier vastloopt........................ 42
De binnenkant van de printer reinigen . 42
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen ......................... 44
Technische gegevens ............................ 45
Afdrukbereik ........................................... 47
Woordenlijst ......................................... 48
Index .................................................... 49
5
NL

Voordat u begint

Overzicht

Mogelijkheden van deze printer

De Digital Photo Printer DPP-FP35 beschikt over de volgende twee bedieningsstanden, afhankelijk van het apparaat dat u gebruikt voor het afdrukken.
Afdrukken vanaf een PictBridge­camera
c Pagina 17
Sluit een PictBridge-compatibele digitale camera aan op de printer om beelden af te drukken met de camera.
Gebruik het bedieningsschema dat overeenkomt met de gebruikte bedieningsstand:
(PictBridge-stand)
Afdrukken vanaf een computer
c Pagina 19
Sluit de printer aan op de computer om beelden af te drukken met de computer.
(PC-stand)
PictBridge-stand PC-stand
Vanaf de tweede keer en daarna.
Installation du logiciel fourni sur l’ordinateur (pagina 19)*
De printer klaarmaken voor gebruik
• De printset gereedmaken (niet bijgeleverd) (pagina 11)
• De printcartridge plaatsen (pagina 12)
• Het printpapier plaatsen (pagina 13)
Het apparaat aansluiten op een stopcontact (pagina 16)
De eerste keer
*U hoeft de
installatieprocedure alleen uit te voeren wanneer u de printer voor het eerst aansluit op de computer.
Het apparaat aansluiten op een camera (pagina 17)
Beelden afdrukken met de camera (pagina 17)
NL
6
Het apparaat aansluiten op een computer (pagina 21)
Beelden afdrukken met de computer (pagina 25)
PictBridge-compatibele printer* (pagina 17)
De printer biedt ondersteuning voor de PictBridge-standaard, zodat u eenvoudig een beeld kunt afdrukken vanaf een digitale camera die compatibel is met PictBridge.
Ondersteuning voor Windows­computers met een handige USB­aansluiting (pagina 19)
Als u de printer via een USB-aansluiting aansluit op de computer en de bijgeleverde printerdriver installeert, kunt u beelden afdrukken vanaf de computer.
Super Coat 2
Met Super Coat 2 wordt de duurzaamheid en de weerstand tegen vocht en vingerafdrukken verhoogd, waardoor de beeldkwaliteit van de afdrukken langer goed blijft.
Auto Fine Print 3
Met Auto Fine Print 3 worden de gegevens van het beeld, waaronder de Exif­gegevens, geanalyseerd. Aan de hand hiervan wordt het uiteindelijke beeld gecorrigeerd en krijgt u een mooi en natuurlijk beeld.
Ondersteuning voor Exif
2.21** (Exif Print) (pagina 29)
Als u de bijgeleverde Picture Motion Browser-software gebruikt om een beeld vanaf de computer af te drukken, kunt u naast de gewone functie voor beeldcorrectie van het besturingssysteem ook Exif Print­beeldcorrectie gebruiken.
Bij Exif Print-correctie gebruikt de bijgeleverde printerdriver de Exif­gegevens van een beeld en de kleurverwerking van de printer om een beeld aan te passen en af te drukken met een uitstekende beeldkwaliteit.
Beperking van rode ogen en andere aanpassingen (alleen PC-stand, pagina
29)
U kunt een beeld aanpassen om rode ogen te beperken die kunnen voorkomen als u een foto met de flitser hebt genomen. Het is ook mogelijk om de helderheid, tint en andere elementen van de beeldkwaliteit aan te passen.
Papierlade voor het afdrukken van 20 vellen in één keer (pagina 14)
Met de bijgeleverde papierlade kunt u maximaal 20 vellen printpapier in één keer afdrukken.
* PictBridge is een standaard waarmee u een
digitale camera rechtstreeks op een printer kunt aansluiten zonder computer, zodat u direct kunt afdrukken.
** Exif Print (Exchangeable Image File, een
uitwisselbare bestandsindeling voor beelden voor digitale camera’s) is een algemene standaard voor het afdrukken van digitale foto’s. Op een digitale camera die ondersteuning biedt voor Exif Print, worden de relevante gegevens over de opname­omstandigheden opgeslagen wanneer u de foto neemt. De printer gebruikt de Exif Print­gegevens die in elk beeldbestand zijn opgeslagen om te zorgen dat de afdruk zo veel mogelijk overeenkomt met de oorspronkelijke foto.
Voordat u begint
7
NL

Onderdelen

Zie de pagina’s tussen haakjes voor meer informatie.
Printer
1 Klep van de papierladehouder
(pagina 15)
2 1 (aan/standby) schakelaar
(pagina 17)
• Als u de printer wilt inschakelen,
drukt u op 1 om de aanduiding 1 geelgroen te laten branden.
• Als u de printer wilt uitschakelen,
drukt u langer dan één seconde op 1 totdat de aanduiding 1 rood gaat branden.
1 (aan/standby) aanduiding (pagina 17)
• Brandt rood: de printer staat standby.
• Brandt geelgroen: de printer is ingeschakeld.
• Knippert geelgroen: er wordt afgedrukt.
3 PICTBRIDGE-aanduiding
(pagina 18)
• Brandt: de printer is aangesloten op een PictBridge-compatibele digitale camera.
• Knippert: er is een apparaat aangesloten dat geen ondersteuning biedt voor de PictBridge-functie. Het kan ook betekenen dat het beeld dat u wilt afdrukken, is beschadigd.
4 ERROR-aanduiding (pagina 12)
• Brandt: de papierlade is niet geplaatst. De papierlade bevat geen printpapier. Het papier wordt niet uitgevoerd.
• Knippert langzaam: de printcartridge is leeg. Er is geen printcartridge geplaatst.
• Knippert snel: het papier is vastgelopen.
5 Klep van de printcartridgehouder
(pagina 12, 13)
6 Uitwerphendel voor printcartridge
(pagina 12)
7 Printcartridge (pagina 12, 13)
8
NL
8 Ventilatieopeningen 9 DC IN 24V-aansluiting (pagina 16)
Sluit hierop de bijgeleverde netspanningsadapter aan en sluit de netspanningsadapter met het bijgeleverde netsnoer aan op het stopcontact.
0 USB-aansluiting (pagina 21)
Sluit hierop de USB-aansluiting van de computer aan.
qa PictBridge-aansluiting (pagina 17)
Sluit hierop de PictBridge-compatibele digitale camera aan.
Papierlade
1 Papieruitvoerlade (pagina 13, 14) 2 Klep van de papierlade
(pagina 13, 14)
Voordat u begint
9
NL

Voorbereidingen

1 De inhoud van de
verpakking controleren
Controleer of de volgende accessoires in de verpakking van de printer aanwezig zijn.
Papierlade (1)
Netspanningsadapter (AC-S2425) (1)
Netsnoer * (1)
CD-ROM (1)
– Sony DPP-FP55 Printer Driver Software voor
Windows® XP Professional/Windows® XP Home Edition/Windows® 2000 Professional/Windows® Millennium Edition
– Picture Motion Browser Ver.1.1
• Voorbeeldexemplaar kleurenprintset (formaat Post Card (10 x 15 cm), 10 vellen)
• Gebruiksaanwijzing (deze handleiding,
1)
• Snelle startgids (1)
• Garantie (1)*
• Gebruiksrechtovereenkomst van Sony (1)
* In bepaalde regio’s wordt de garantie niet
bijgeleverd.
* Het weergegeven netsnoer is alleen geschikt
voor 120 V. De vorm van de stekker en de specificaties van het netsnoer kunnen verschillen, afhankelijk van de regio waarin u de printer hebt aangeschaft.
Reinigingscartridge (1)
NL
10
2 De printset
gereedmaken
Als u een beeld wilt afdrukken, hebt u een printset nodig die voor de printer is samengesteld. Het voorbeeldexemplaar van de kleurenprintset bevat een set van 10 vellen printpapier van het formaat Post Card (10 x 15 cm) en een printcartridge voor 10 afdrukken.

Formaten voor printpapier

Printpapier van het formaat Post Card heeft de volgende afmetingen:
•4 x 6 inch/10 x 15 cm (101,6 x 152,4 mm) (maximumformaat voor afdrukken
zonder rand)

Optionele printsets

U kunt de volgende optionele printsets voor de printer gebruiken:
Printset voor het formaat Post Card (10 x 15 cm)
SVM-F40P
• 40 vellen printpapier van het formaat 10 x 15 cm (2 pakken van 20 vel)
• Printcartridge voor 40 afdrukken
SVM-F80P
• 80 vellen printpapier van het formaat 10 x 15 cm (4 pakken van 20 vel)
•2 printcartridges voor 40 afdrukken
SVM-F120P
• 120 vellen printpapier van het formaat 10 x 15 cm (6 pakken van 20 vel)
•3 printcartridges voor 40 afdrukken
Opmerking
Niet alle modellen zijn beschikbaar in alle landen.
Opmerkingen over het gebruik van printsets
• Gebruik altijd alleen de printsets die zijn ontworpen voor de printer. Als u verschillende soorten printsets door elkaar gebruikt, kunt u wellicht niet afdrukken of kan een storing optreden.
De onbedrukte zijde is de afdrukzijde. Stof en vingerafdrukken op de afdrukzijde kunnen een verminderde afdrukkwaliteit tot gevolg hebben. Raak de afdrukzijde niet aan.
• Buig het papier niet en scheur het niet af bij de perforatieranden voordat u gaat afdrukken.
• Druk niet af op gebruikt printpapier en spoel het inktlint in de printcartridge niet terug. Als u dit wel doet, kan de printer defect raken.
• Demonteer de printcartridge niet.
• Trek het inktlint niet uit de printcartridge.
Opmerkingen over het opbergen van printsets (voor kwaliteitsafdrukken)
• Als u de printcartridge en het printpapier gedeeltelijk hebt gebruikt en deze voor langere tijd wilt opbergen, moet u de originele verpakking of een vergelijkbare verpakking gebruiken.
Bewaar de printset niet op een plaats waar deze wordt blootgesteld aan hoge temperaturen, hoge luchtvochtigheid, overmatige hoeveelheden stof of direct zonlicht.
• Gebruik de printset binnen twee jaar na de productiedatum.
Opmerking over het opbergen van afdrukken
Gebruik geen plakband of gum op de afdrukken. Laat de afdrukken niet onder plastic bureauleggers liggen.
Voorbereidingen
11
NL
3 De printcartridge
plaatsen
Trek de klep van de
1
cartridgehouder open.
2 Plaats de printcartridge in de
richting van de pijl in de printer tot deze vastklikt.
Pijl
3 Sluit de klep van de
cartridgehouder.
De printcartridge verwijderen
Als de printcartridge bijna leeg, gaat de ERROR aanduiding langzaam knipperen.
Open de klep van de cartridgehouder, duw de uitwerphendel omhoog en verwijder de gebruikte printcartridge.
Uitwerphendel
Opmerkingen
• Gebruik de printcartridge die in dezelfde
doos als het printpapier wordt geleverd.
• Raak het inktlint niet aan en plaats de
printcartridge niet in een stoffige omgeving. De afdrukkwaliteit kan nadelig worden beïnvloed door vingerafdrukken of stof op het inktlint.
Inktlint
12
NL
• Steek uw hand niet in de cartridgehouder. De thermische kop wordt erg heet, vooral na herhaaldelijk afdrukken.
4 Het printpapier
plaatsen
1 Open de papieruitvoerlade.
• Spoel het inktlint niet terug en gebruik geen teruggespoelde printcartridge voor het afdrukken. Als u dit toch doet, krijgt u niet het gewenste afdrukresultaat en kan er zelfs een defect optreden.
• Als de printcartridge niet goed vastklikt, verwijdert u deze en plaatst u deze weer terug. Als het inktlint te slap is om dit goed te plaatsen, spoelt u het inktlint in de richting van de pijl om het inktlint weer strak te zetten.
• Verwijder de printcartridge niet tijdens het afdrukken.
Opmerkingen over het bewaren van de printcartridge
• Plaats de printcartridge niet op een plaats waar deze wordt blootgesteld aan hoge temperaturen, hoge luchtvochtigheid, overmatige hoeveelheden stof of direct zonlicht.
• Als u een cartridge die u gedeeltelijk hebt gebruikt, wilt opbergen, moet u hiervoor de originele verpakking gebruiken.
Voorbereidingen
2 Schuif de klep van de papierlade
in de tegenovergestelde richting van de papierinvoerrichting (1) en zet de klep omhoog (2).
Wordt vervolgd
13
NL
3 Plaats het printpapier in de lade.
U kunt maximaal 20 vellen printpapier plaatsen.
Waaier het printpapier goed los.
Plaats het printpapier in de lade. Het beschermvel moet boven op de stapel liggen.
Als er geen beschermvel voor het papier is: Waaier het printpapier goed los. Plaats het printpapier met de afdrukzijde (de onbedrukte zijde) naar boven.
Afdrukzijde
Met het stempel in de
Papierinvoerrichting
Plaats met printpapier met het stempel in de papierinvoerrichting.
papierinvoerrichting.
4 Verwijder het beschermvel.
5 Sluit de klep van de papierlade
(1) en schuif deze in de papierinvoerrichting (2).
Laat de papieruitvoerlade open.
Opmerking
Raak de afdrukzijde niet aan. Vingerafdrukken op de afdrukzijde kunnen de afdrukkwaliteit nadelig beïnvloeden.
NL
14
6 Trek de klep van de
papierladehouder van de printer naar buiten om de klep te openen.
7 Plaats de papierlade in de printer.
Schuif de papierlade recht en zo ver mogelijk in de printer.
Opmerking
Controleer of de papierlade recht is geplaatst. Als de lade niet correct is geplaatst, kan de printer niet goed afdrukken.
Opmerkingen
• Verwijder de papierlade niet tijdens het afdrukken.
• Houd rekening met de volgende punten voordat u begint met afdrukken om te voorkomen dat het papier vastloopt of er storingen in de printer optreden: – Schrijf of typ niet op het printpapier.
Gebruik de pen met inkt op oliebasis om na het afdrukken op het papier te schrijven. U kunt niet op het printpapier afdrukken met een inkjetprinter, enzovoort.
– Plak geen stickers of postzegels op het
printpapier.
– Houd het printpapier niet vast en buig het
niet.
– Het totale aantal vellen is niet groter dan 20
vellen.
– Druk niet af op gebruikt printpapier. Als u
twee keer op hetzelfde papier afdrukt, wordt het beeld niet dikker afgedrukt.
– Gebruik alleen het printpapier voor deze
printer.
– Gebruik geen printpapier dat uit de printer
komt, maar waarop niet is afgedrukt.
Opmerkingen over het bewaren van het printpapier
•U moet het papier niet langdurig opbergen met de afdrukzijden tegen elkaar aan of in contact met producten van rubber of plastic met vinylchloride of plastificeermiddel. Als u dit wel doet, kunnen de kleuren van de afdruk veranderen en kan de kwaliteit van het afgedrukte beeld afnemen.
• Plaats het printpapier niet op een plaats waar dit wordt blootgesteld aan hoge temperaturen, hoge luchtvochtigheid, overmatige hoeveelheden stof of direct zonlicht.
• Als u printpapier dat u gedeeltelijk hebt gebruikt, wilt opbergen, moet u de originele verpakking gebruiken.
Voorbereidingen
15
NL
5De stroombron
aansluiten
Sluit de stekker van het
1
bijgeleverde netsnoer aan op de bijgeleverde netspanningsadapter
Sluit de andere stekker van het
2
netsnoer aan op het stopcontact in de buurt.
Sluit de stekker van de
3
netspanningsadapter aan op de DC IN 24 V-aansluiting van de printer.
De aanduiding 1 (aan/standby) gaat rood branden.
Naar DC IN 24 V
Netspannings­adapter AC-S2425 (bijgeleverd)
Voorzorgsmaatregelen
Het apparaat is niet losgekoppeld van de
stroombron (netspanning) als het apparaat nog is aangesloten op het stopcontact, ook al is het apparaat uitgeschakeld.
• Sluit de netspanningsadapter aan op een
gemakkelijk toegankelijk stopcontact in de buurt van de printer. Als er problemen
.
optreden wanneer u de adapter gebruikt, moet u onmiddellijk de stroom uitschakelen door de stekker uit het stopcontact te halen.
• Als u de netspanningsadapter niet meer
gebruikt, haalt u deze uit de DC IN 24 V­aansluiting van de printer.
• Tijdens het afdrukken wordt het printpapier
een aantal keren aan de achterzijde van de printer uitgevoerd. Zorg dat de achterzijde van de printer niet wordt geblokkeerd door de netspanningsadapter of het netsnoer.
• Gebruik de netspanningsadapter die bij de
printer wordt geleverd. Gebruik geen andere netspanningsadapters. Dit kan een storing veroorzaken.
• Als het snoer van de netspanningsadapter is
beschadigd, moet u de netspanningsadapter niet langer gebruiken. Dit kan erg gevaarlijk zijn.
• Zorg dat de stekker van de
netspanningsadapter niet in aanraking komt met metalen voorwerpen. Dit kan een storing veroorzaken.
• Gebruik de netspanningsadapter niet in
kleine ruimten, zoals tussen de printer en de muur.
Netsnoer (bijgeleverd)
NL
16
Naar een stopcontact

Afdrukken vanaf een PictBridge-camera (PictBridge-stand)

Druk op 1 (aan/standby) om

Beelden afdrukken vanaf de digitale camera

U kunt een PictBridge-compatibele digitale camera aansluiten op de printer en beelden rechtstreeks vanaf de digitale camera afdrukken.
Voordat u begint
U moet voorbereidingen 1 tot en met 4 (pagina 10 tot en met 15) en de
volgende handelingen uitvoeren:
Stel de digitale camera in voor
1
afdrukken met een PictBridge­compatibele printer.
De instellingen en bewerkingen die zijn vereist vóór de aansluiting, verschillen afhankelijk van de digitale camera. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij de digitale camera voor meer informatie. (Selecteer bijvoorbeeld voor de Sony Cyber-shot digitale camera de stand "PictBridge" of "Auto" voor "USB Connect".)
Opmerking
Als u een DSC-T1 gebruikt, moet u de softwareversie bijwerken.
Sluit de printer aan op de
2
stroombron (pagina 16).
1
Sluit de stekker van het bijgeleverde netsnoer aan op de bijgeleverde netspanningsadapter.
2 Sluit de andere stekker van het
netsnoer aan op het stopcontact.
3 Sluit de stekker van de
netspanningsadapter aan op de DC IN 24 V-aansluiting van de printer.
De aanduiding 1 (aan/standby) gaat rood branden.
3
de printer in te schakelen.
De aanduiding 1 (aan/standby) van de printer gaat geelgroen branden.
Sluit een PictBridge-
4
compatibele digitale camera aan op de PictBridge­aansluiting van de printer.
Gebruik de USB-kabel die bij de digitale camera wordt geleverd.
Naar PictBridge-aansluiting (USB A-TYPE)
Camera of ander extern apparaat
Naar USB-aansluiting
Wordt vervolgd
Afdrukken vanaf een PictBridge-camera (PictBridge-stand)
17
NL
Opmerkingen
•U kunt niet tegelijkertijd een PictBridge­compatibele digitale camera en een computer op de printer aansluiten. Als u afdrukt vanaf een digitale camera, moet u de computer loskoppelen van de printer.
•De aansluiting is speciaal bedoeld voor PictBridge. Sluit nooit een ander apparaat dan een PictBridge­compatibele digitale camera aan op deze aansluiting.
• Het type USB-kabel dat u moet gebruiken, kan verschillen afhankelijk van de digitale camera. Gebruik een USB-kabel met een A-TYPE-aansluiting voor de printer en een geschikt type aansluiting voor de digitale camera.
•Gebruik een in de handel verkrijgbare USB-kabel van maximaal 3 meter lang.
Als u een PictBridge­compatibele digitale camera op de printer aansluit
De printer schakelt automatisch over naar de PictBridge-stand. De PICTBRIDGE aanduiding gaat groen branden.
PICTBRIDGE aanduiding
Druk een beeld af vanaf de
5
digitale camera.
De printer biedt ondersteuning voor de volgende afdrukken:
• Eén beeld afdrukken
• Alle beelden afdrukken
• Index-afdrukken
• DPOF-afdrukken
• Afdrukken met of zonder rand
• Datum afdrukken
Opmerkingen over het afdrukken
• Als u een printcartridge vervangt terwijl de printer is aangesloten op een PictBridge­compatibele digitale camera, wordt het beeld wellicht niet goed afgedrukt. Als dit gebeurt, geeft u de instelling voor het papierformaat van de digitale camera opnieuw op. U kunt de camera ook loskoppelen en weer aansluiten.
• Verplaats de printer niet en schakel deze niet uit tijdens het afdrukken. Doet u dit wel, dan kan de printcartridge of het papier vastlopen. Als u de printer uitschakelt, laat u de papierlade in de printer zitten en schakelt u de printer weer in. Als papier dat wordt afgedrukt, in de printer blijft zitten, verwijdert u het papier dat automatisch is uitgevoerd en hervat u het afdrukken van stap 1.
• Het printpapier wordt een aantal keer uitgevoerd tijdens het afdrukken. Raak het uitgevoerde papier niet aan en trek niet aan het uitgevoerde papier. Wacht totdat het printpapier volledig is uitgevoerd nadat het afdrukken is voltooid.
• Aangezien het printpapier een aantal keer wordt uitgevoerd aan de achterkant van de printer tijdens het afdrukken, moet u ervoor zorgen dat er tijdens het afdrukken voldoende ruimte achter de printer vrij is.
• Als het printpapier opraakt tijdens doorlopend afdrukken of als u afdrukt terwijl er geen papier in de papierlade is geplaatst, gaat de ERROR aanduiding van de printer branden. Voer het printpapier in zonder de printer uit te schakelen en ga verder met afdrukken.
Informatie over de PICTBRIDGE aanduiding
Bij de PICTBRIDGE aanduiding wordt de verbindingsstatus van de printer en de digitale camera als volgt weergegeven:
•Als de aanduiding brandt: er is verbinding tussen de printer en de PictBridge-compatibele
digitale camera.
•Als de aanduiding knippert: er is een apparaat aangesloten dat geen ondersteuning biedt voor de PictBridge­functie. Het kan ook betekenen dat het beeld dat u wilt afdrukken, is beschadigd.
18
NL

Afdrukken vanaf een computer (PC-stand)

Als u de beelden vanaf een computer wilt afdrukken, installeert u de bijgeleverde software op de computer en sluit u de computer op de printer aan.
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de bijgeleverde software op de computer kunt installeren en hoe u het bijgeleverde Picture Motion Browser-software kunt gebruiken om beelden af te drukken.
Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing bij de computer voor meer informatie.
U hoeft de software alleen te installeren wanneer u de printer voor het eerst aansluit op de computer.
Informatie over de bijgeleverde CD­ROM
De bijgeleverde CD-ROM bevat de volgende software:
• Printerdriver voor DPP-FP35: in de software worden de vereisten van de printer beschreven. Met de printerdriver kunt u afdrukken vanaf de computer.
• Picture Motion Browser: originele software van Sony waarmee u stilstaande beelden en films kunt vastleggen, beheren, verwerken en afdrukken.

De software installeren

Systeemvereisten

Als u de bijgeleverde printerdriver en Picture Motion Browser wilt gebruiken, moet de computer aan de volgende systeemvereisten voldoen:
Besturingssysteem: Microsoft Windows
XP Professional/Windows® XP Home Edition/Windows Windows geïnstalleerd (IBM PC/AT-compatibel)
(Windows 95, Windows 98 Gold Edition, Windows 98 Second Edition, Windows NT en andere versies van Windows 2000 (zoals Server) worden niet ondersteund.)
Processor: Pentium III 500 MHz of sneller
(Pentium III 800 MHz of sneller wordt aanbevolen.)
RAM: 128 MB of meer (256 MB of meer
wordt aanbevolen.)
Beschikbare schijfruimte: 200 MB of meer.
(Afhankelijk van de Windows-versie die u gebruikt, is er meer ruimte vereist. Als u beeldgegevens wilt verwerken, hebt u extra schijfruimte nodig.)
Beeldscherm:
Schermgedeelte: 800 x 600 pixels of meer Kleuren: 16-bits hoge kleuren of meer
Vereiste software: DirectX 9.0 of hoger
(Vereist voor Picture Motion Browser)
®
Millennium Edition vooraf
®
2000 Professional/
®
Afdrukken vanaf een computer (PC-stand)
Opmerkingen
• Als u een hub gebruikt om de printer op de computer aan te sluiten, of als er twee of meer USB-apparaten, waaronder andere printers, op de computer zijn aangesloten, kunnen er problemen optreden. Als dit gebeurt, sluit u de printer rechtstreeks aan op de computer.
U kunt de printer niet bedienen vanaf een ander USB-apparaat dat tegelijkertijd wordt gebruikt.
•U moet de USB-kabel niet verwijderen van of aansluiten op de printer tijdens de gegevenscommunicatie of het afdrukken. De printer functioneert wellicht niet goed.
Wordt vervolgd
19
NL
• Zorg ervoor dat de computer die op de printer is aangesloten, niet overschakelt naar de standby- of slaapstand tijdens het afdrukken. Als dit wel gebeurt, kan de printer wellicht niet goed afdrukken.
• Sony kan geen correcte werking met alle computers garanderen, zelfs niet als deze voldoen aan de systeemvereisten.
• Picture Motion Browser biedt ondersteuning voor de DirectX-technologie en de installatie van DirectX is wellicht vereist.

De printerdriver installeren

1 Controleer of de printer niet is
aangesloten op de computer.
Opmerking
Als u de printer in dit stadium op de computer aansluit, wordt een van de volgende dialoogvensters weergegeven:
• In Windows Me: Add New Hardware Wizard (Wizard Nieuwe hardware)
• In Windows 2000/XP: Found New Hardware Wizard (Wizard Nieuwe hardware gevonden)
Als dit gebeurt, koppelt u de printer los van de computer en klikt u op "Cancel" (Annuleren) in het dialoogvenster.
Opmerkingen
• Sluit alle geopende programma’s voordat u de software installeert.
De dialoogvensters in dit gedeelte zijn afkomstig uit Windows XP Professional, tenzij anders aangegeven. Afhankelijk van het besturingssysteem kunnen de weergegeven installatieprocedures en dialoogvensters verschillen.
3 Plaats de bijgeleverde CD-ROM in
het CD-ROM-station van de computer.
De installatie wordt automatisch gestart en het installatievenster wordt weergegeven.
Opmerking
Als het installatievenster niet automatisch wordt weergegeven, dubbelklikt u op "Setup.exe" van de CD-ROM.
4 Klik op "Installing Printer Driver"
(Printerdriver installeren).
2 Schakel de computer in en start
Windows.
Als u de software wilt installeren of verwijderen in Windows Professional, moet u zich aanmelden als "Administrator" (Beheerder) of "Power user" (Hoofdgebruiker).
Wilt u de software installeren of verwijderen in Windows Professional/Windows Edition, dan moet u zich aanmelden met een gebruikersnaam die hoort bij de gebruikersaccount "Computer administrator" (Beheerder van deze computer).
NL
20
®
2000
®
XP
®
XP Home
Het dialoogvenster "Sony DPP-FP35 ­InstallShield Wizard" verschijnt.
5 Klik op "Next" (Volgende).
Het venster met de gebruiksrechtovereenkomst wordt weergegeven.
6 Schakel het selectievakje "I accept
the terms of the license agreement" (Ik ga akkoord met de voorwaarden van de licentieovereenkomt) en klik op "Next" (Volgende).
Als u het selectievakje "I do not accept the terms of the license agreement" (Ik ga niet akkoord met de voorwaarden van de licentieovereenkomst) inschakelt, kunt u niet verdergaan met de volgende stap.
Verbind de USB-aansluitingen van
11
de printer en de computer.
Naar USB­aansluiting (B-TYPE)
Het dialoogvenster "Ready to install the program" (Gereed om het programma te installeren) wordt weergegeven.
7 Klik op "Install" (Installeren).
Het dialoogvenster "Printer connection" (Printerverbinding) wordt weergegeven.
Sluit de printer aan op de
8
stroombron (pagina 16). Druk op 1 (aan/standby) om de
9
printer in te schakelen (pagina
17).
De aanduiding 1 (aan/standby) van de printer gaat geelgroen branden.
Klik op "Next" (Volgende).
10
Windows­computer
De printer schakelt automatisch over naar de PC-stand en de printerinstallatie wordt automatisch gestart.
Als de printerinstallatie is voltooid, wordt het dialoogvenster Wizard voltooid"
Opmerking
Als u een in de handel verkrijgbare USB-kabel gebruikt, moet u een B-type USB-kabel gebruiken met een lengte van maximaal 3 meter.
12
Klik op "Voltooien".
De installatie van de printerdriver is voltooid. Start de computer opnieuw op als dit wordt gevraagd.
13
U kunt de installatie voltooien door op "Complete" (Voltooien) te klikken en de CD-ROM uit de computer te verwijderen en deze te bewaren voor later gebruik.
• Als u de Picture Motion Browser-software ook wilt installeren, klikt u op "Installing the Picture Motion Browser" (Picture Motion Browser installeren) en voert u de procedure op pagina 23 uit.
Naar USB­aansluiting
"InstallShield
weergegeven.
Wordt vervolgd
Afdrukken vanaf een computer (PC-stand)
21
NL
Opmerkingen
• Als u tijdens de installatie wordt gevraagd de CD-ROM met de printerdriver in het CD­ROM-station te plaatsen, geeft u de volgende map op:
– In Windows Me: D:\DRIVER\winme
– In Windows 2000/XP:
D:\DRIVER\win2000.xp
De letter "D" verwijst naar het CD-ROM­station van de computer. Afhankelijk van het systeem kan het CD-ROM-station een andere letter hebben.
•U hebt de bijgeleverde CD-ROM nodig als u de printerdriver wilt verwijderen of opnieuw installeren. Bewaar de CD-ROM voor later gebruik.
• Als de installatie mislukt, koppelt u de printer los van de computer, start u de computer opnieuw op en herhaalt u de installatieprocedure vanaf stap 3.
• Na de installatie is de "Sony DPP-FP35" niet ingesteld als standaardprinter. Stel de gebruikte printer in voor elke toepassing.
• Voordat u de printer gaat gebruiken, moet u het Leesmij-bestand lezen (de map Readme van CD-ROMcde map EnglishcReadme.txt).
De installatie controleren
Open het venster "Printers en faxapparaten" (voor Windows Professional/Windows Edition) of "Printers" vanuit het "Configuratiescherm". Wordt "Sony DPP­FP35" weergegeven in het venster "Printers en faxapparaten" of "Printers", dan is de printer correct geïnstalleerd.
®
®
XP Home
XP
De printerdriver verwijderen
Als u de printerdriver niet meer nodig hebt, verwijdert u deze als volgt van de vaste schijf van de computer:
1 Koppel de USB-kabel los van de
printer en de computer.
2 Plaats de bijgeleverde CD-ROM in
het CD-ROM-station van de computer.
De installatie wordt automatisch gestart en het installatievenster wordt weergegeven.
3 Klik op "Installing Printer Driver"
(Printerdriver installeren).
Het dialoogvenster "Sony DPP-FP35 ­InstallShield Wizard" verschijnt.
4 Klik op "Next" (Volgende).
Het venster met de gebruiksrechtovereenkomst wordt weergegeven.
5 Schakel het selectievakje "I accept
the terms of the license agreement" (Ik ga akkoord met de voorwaarden van de licentieovereenkomt) in en klik op "Volgende".
Het bevestigingsvenster voor het verwijderen wordt weergegeven.
6 Klik op "Ja".
22
Het dialoogvenster voor het opnieuw opstarten van de computer wordt weergegeven.
NL
7 Schakel het selectievakje "Yes, I
want to restart my computer now" (De computer nu opnieuw opstarten) in en klik op "OK".
Als de computer opnieuw is opgestart, worden de betreffende bestanden verwijderd en is het verwijderen voltooid.
Het verwijderen controleren
Selecteer Windows Home Edition) of "Configuratiescherm" "Sony DPP-FP35" wordt weergegeven. Als dit niet wordt weergegeven, is de printerdriver correct verwijderd.
"Printers en faxapparaten"
®
XP Professional/Windows® XP
"Printers" vanuit het
om te controleren of
(voor

Picture Motion Browser installeren

1 Schakel de computer in en start
Windows.
• Als u de software wilt installeren of
verwijderen in Windows Professional, moet u zich aanmelden als "Beheerder" of "Hoofdgebruiker".
• Wilt u de software installeren of
verwijderen in Windows Professional/Windows Edition, dan moet u zich aanmelden met een gebruikersnaam die hoort bij de gebruikersaccount "Beheerder van deze computer".
®
2000
®
XP
®
XP Home
Opmerkingen
• Sluit alle geopende programma’s voordat u de software installeert.
• De dialoogvensters in dit gedeelte zijn afkomstig uit Windows XP Professional, tenzij anders aangegeven. Afhankelijk van het besturingssysteem kunnen de weergegeven installatieprocedures en dialoogvensters verschillen.
2 Plaats de bijgeleverde CD-ROM in
het CD-ROM-station van de computer.
De installatie wordt automatisch gestart en het installatievenster wordt weergegeven.
Opmerking
Als het installatievenster niet automatisch wordt weergegeven, dubbelklikt u op "Setup.exe" op de CD-ROM.
3 Klik op "Installing Picture Motion
Browser" (Picture Motion Browser installeren).
"Picture Motion Browser Setup" wordt gestart en het dialoogvenster "Taal voor de installatie kiezen" wordt weergegeven.
4 Selecteer de taal die u tijdens de
installatie wilt gebruiken en klik op "Volgende".
Het dialoogvenster "Sony Picture Utility Setup" wordt weergegeven.
Afdrukken vanaf een computer (PC-stand)
Wordt vervolgd
23
NL
5 Klik op "Volgende".
8 Klik op "Installeren".
Het venster met de gebruiksrechtovereenkomst wordt weergegeven.
6 Schakel het selectievakje "Ik ga
akkoord met de voorwaarden van de licentieovereenkomst" in en klik op "Volgende".
Het dialoogvenster voor het opgeven van de doelmap wordt weergegeven.
7 Controleer de doelmap en klik op
"Volgende".
Het dialoogvenster "Gereed om het programma te installeren" wordt weergegeven.
Het dialoogvenster "Setup Status" (Installatiestatus) wordt weergegeven.
Als de printerinstallatie is voltooid, wordt het dialoogvenster "InstallShield Wizard voltooid" weergegeven.
9 Klik op "Voltooien".
De installatie van de Picture Motion Browser is voltooid. Start de computer opnieuw op als dit wordt gevraagd.
Verwijder de CD-ROM uit de
10
computer en bewaar deze voor later gebruik.
Opmerkingen
• Als de installatie mislukt, voert u de installatieprocedure nogmaals uit vanaf stap
2.
•U hebt de bijgeleverde CD-ROM nodig als u Picture Motion Browser wilt verwijderen of opnieuw installeren. Bewaar de CD-ROM op een veilige plaats voor later gebruik.
24
NL
Als de software is geïnstalleerd
Het pictogram naar de website voor klantregistratie worden weergegeven op het Windows­bureaublad. Als de registratie is voltooid, vindt u informatie over ondersteuning op:
http://www.sony.net/registration/di/
en een snelkoppeling
Picture Motion Browser verwijderen
Als u deze software niet langer nodig hebt, verwijdert u deze als volgt van de computer:
1 Klik op "Start" - "Instellingen" -
"Configuratiescherm" (of "Start"
- "Configuratiescherm" voor Windows XP).
2 Dubbelklik op "Software".
Het Configuratiescherm wordt weergegeven.
3 Selecteer "Sony Picture Utility" en
klik op "Wijzigen/verwijderen" ("Verwijderen" voor Windows XP).
De software wordt verwijderd.

Foto’s afdrukken vanuit Picture Motion Browser

U kunt Picture Motion Browser gebruiken om een beeld vanaf de computer af te drukken op printpapier van het formaat Post Card (10 x 15 cm).
Open het venster Picture Motion
1
Browser op een van de volgende manieren:
• Dubbelklik op (Picture Motion
Browser) op het Windows­bureaublad.
• Klik op "Start" - "Alle programma’s"
(of "Programma’s" voor Windows
2000) - "Sony Picture Utility" -
"Picture Motion Browser". Wanneer u Picture Motion Browser voor het eerst start, wordt het registratievenster weergegeven waarin u een zoekmap kunt registreren. Als u al beelden hebt opgeslagen in de map "Mijn afbeeldingen", klikt u op "Nu registreren".
Afdrukken vanaf een computer (PC-stand)
Als u beelden hebt opgeslagen in een andere map, klikt u op "Later registreren". Zie "Een zoekmap registreren" (pagina 31).
Wordt vervolgd
25
NL
De map "Mijn afbeeldingen" openen
• Windows Me/2000:
Klik op "Mijn documenten" - "Mijn afbeeldingen" op het bureaublad.
• Windows XP: Klik op "Start" - "Mijn afbeeldingen"
vanaf de taakbalk.
Het hoofdvenster van Picture Motion Browser wordt weergegeven.
De weergave van het hoofdvenster wijzigen
Foto’s kunnen op 2 manieren in het hoofdvenster worden weergegeven.
Als u de weergave wilt wijzigen, klikt u op de tab "Mappen" of "Kalender".
• Weergave "Mappen"
De beelden worden gerangschikt in de geregistreerde mappen en worden weergegeven als miniaturen.
• Weergave "Kalender"
De beelden worden gerangschikt op opnamedatum en worden weergegeven als miniaturen op de betreffende datums op de kalender. In de weergave "Kalender" kunt u de weergave wijzigen op basis van het jaar, de maand of het uur.
2 Klik op de map met de foto’s die
u wilt afdrukken.
In de volgende uitleg wordt als voorbeeld de map "sample" geselecteerd.
3 Selecteer de foto’s die u wilt
afdrukken en klik op (afdrukken).
Het afdrukdialoogvenster wordt weergegeven.
4 Selecteer "Sony DPP-FP35" in de
keuzelijst "Printer" en klik op "Afdrukken".
Het afdrukken wordt voorbereid.
26
NL
Items Functies
Printer
Selecteer "Sony DPP-FP35".
Papierformaat
Selecteer in de keuzelijst het papier dat u gebruikt om af te drukken:
•P size
•L size
Opmerking
In bepaalde landen of regio’s wordt geen papier van L size verkocht
.
Afdrukopties
•Als u deze functie hebt ingeschakeld, wordt het beeld op het gehele afdrukgedeelte van het papier afgedrukt. Een deel van de foto wordt wellicht niet afgedrukt
•Als u deze functie niet hebt ingeschakeld, wordt het beeld afgedrukt zonder dat er een deel wegvalt
Tip
Als u een beeld wilt afdrukken zonder randen, moet u deze functie inschakelen
Zonder rand
Als u deze functie hebt
• ingeschakeld, wordt het beeld zonder randen afgedrukt.
•Als u deze functie niet hebt ingeschakeld, wordt het beeld met randen afgedrukt.
Tip
Als u een beeld afdrukt zonder rand, moet u "Afbeelding inzoomen totdat afdrukgebied gevuld is" inschakelen bij Afdrukopties
Items Functies
Exif Print toepassen
•Als u deze functie hebt ingeschakeld, worden
beelden die met een Exif Print-compatibele digitale camera (Exif 2.21) zijn gemaakt, automatisch
aangepast voor de beste beeldkwaliteit.
Opmerking
Het beeld dat op het scherm wordt weergegeven, wordt niet aangepast.
•Als u deze functie niet hebt ingeschakeld, wordt een beeld zonder aanpassingen afgedrukt.
Opmerking
.
.
.
Eigenschappen
Zelfs als u het selectievakje voor het item uitschakelt, blijft "Color reproduction/Picture quality" ingesteld op "Auto Fine Print 3". Als u de instellingen voor "Color reproduction/Picture quality" wilt wijzigen, moet u de procedure voor Eigenschappen gebruiken.
Afdrukken vanaf een computer (PC-stand)
Afdrukstand, beeldkwaliteit en andere details opgeven.
Als u gedetailleerde instellingen wilt opgeven, klikt u op "Eigenschappen", zodat het eigenschappendialoog­venster voor de geselecteerde printer wordt weergegeven.
.
Wordt vervolgd
27
NL
5 Geef het papierformaat op het
tabblad "Paper/Output" op.
Items Functies
Paper size
Selecteer in de keuzelijst het papier dat u gebruikt om af te drukken:
•P size
•L size Schakel een van de volgende twee functies in om op te geven of u beelden met of zonder rand wilt afdrukken:
with border: beelden worden
• met randen afgedrukt.
•borderless: beelden worden zonder randen afgedrukt.
Tip
De instellingen die u in het eigenschappendialoogvenster opgeeft, worden weerspiegeld in het dialoogvenster Print.
Orientation
De afdrukstand selecteren van een beeld dat wordt afgedrukt:
•Staand
•Liggend
•Rotates 180 degrees
Items Functies
Copies Het aantal exemplaren
opgeven.
Enlarge/ Het percentage opgeven Reduce om het formaat van een
beeld te vergroten of te verkleinen als dit wordt afgedrukt. U kunt het referentiepunt instellen als een beeld wordt vergroot of verkleind door "Upper left reference" in te schakelen.
s deze optie niet
•I ingeschakeld, dan wordt een beeld vergroot of verkleind met het midden als referentiepunt. In het algemeen kunt u het beste deze instelling gebruiken.
•Als deze optie is ingeschakeld, wordt een beeld vergroot of verkleind met de linkerbovenhoek als referentiepunt.
Print preview
Schakel deze optie in om voor het afdrukken een voorbeeld van het beeld weer te geven.
28
NL
6 Stel de kleurweergave en de
beeldkwaliteit op het tabblad "Graphics" in.
Items Functies
Color reproduction/Picture quality
Selecteer de instelling in de onderstaande keuzelijst:
•Off: beelden worden zonder aanpassingen afgedrukt.
•Auto Fine Print 3: selecteer een van de volgende correctiemethoden in de keuzelijst "Settings":
– Photographical: beelden
worden automatisch aangepast en mooi en natuurlijk afgedrukt. (Aanbevolen optie)
–Vivid: beelden worden
automatisch aangepast en levendiger afgedrukt. (Met deze instelling wordt het beeld scherper gemaakt waardoor beelden levendiger worden.)
Items Functies
•ICM (system): selecteer een van de volgende correctiemethoden in de keuzelijst "Settings":
– Graphics: als er
afbeeldingen of levendige kleuren worden gebruikt.
– Match: als u gelijke kleuren
wilt gebruiken.
–Pictures: als er foto’s of
tekeningen worden afgedrukt.
Exif Print
Schakel deze functie in om beelden die met een Exif Print­compatibele digitale camera (Exif 2.21) zijn gemaakt, aan te passen en af te drukken. De printerdriver gebruikt de kleurconversie en de Exif­gegevens over de opnamen om het beeld aan te passen. Deze
optie is alleen geactiveerd bij Picture Motion Browser.
Tip
De instellingen die u in het eigenschappendialoogvenster opgeeft, worden weerspiegeld in het dialoogvenster Print.
Red-eye reduction
Schakel deze functie in om rode ogen te beperken als u een foto met de flitser hebt genomen.
Opmerking
Als u dit selectievakje inschakelt,
moet u "Preview" selecteren om vóór het afdrukken een voorbeeld weer te geven. Controleer of de functie voor de beperking van rode ogen correct op het beeld is toegepast.
Afdrukken vanaf een computer (PC-stand)
Wordt vervolgd
29
NL
Items Functies
Rode ogen worden automatisch vastgesteld en wellicht worden deze niet gecorrigeerd. Als de rode ogen niet worden gecorrigeerd, gebruikt u de correctiefunctie van Picture Motion Browser.
De functie voor de beperking van rode ogen wordt alleen ingeschakeld als u de printerdriver vanuit "Setup.exe" op de bijgeleverde CD-ROM hebt geïnstalleerd. Raadpleeg het bestand Readme.txt voor meer informatie.
Print settings De kleurelementen en de
scherpte worden aangepast.
R
(red): de rode en blauwe
elementen worden aangepast. Hoe hoger u het niveau instelt, hoe roder het beeld wordt alsof er rood licht op schijnt. Hoe lager u het niveau instelt, hoe donkerder het beeld wordt alsof er lichtblauw wordt toegevoegd.
G (green):
de groene en paarse elementen worden aangepast. Hoe hoger u het niveau instelt, hoe groener het beeld wordt alsof er groen licht op schijnt. Hoe lager u het niveau instelt, hoe donkerder het beeld wordt alsof er roodpaars wordt toegevoegd.
B
(blue): de blauwe en gele
elementen worden aangepast. Hoe hoger u het niveau instelt, hoe blauwer het beeld wordt alsof er blauw licht op schijnt. Hoe lager u het niveau instelt, hoe donkerder het beeld wordt alsof er geel wordt toegevoegd.
Sharp (scherpte): hoe hoger u het
niveau instelt, hoe scherper de contouren worden.
7 Klik op "OK".
Het afdrukdialoogvenster wordt weergegeven.
Tip
Als u "Print preview" hebt ingeschakeld in stap 5, wordt het voorbeeldvenster weergegeven. Controleer het resultaat van eventuele aanpassingen en klik op "Print".
Het afdrukken wordt hervat. Lees ook "Opmerkingen over het afdrukken" op pagina 18.
Raadpleeg de online Help van Picture Motion Browser voor meer informatie over de eigenschappen van Picture Motion Browser.
Opmerking
U kunt geen filmbestanden of RAW-bestanden afdrukken.
Tips
• Als u een reeks stilstaande beelden in het beeldgebied van het hoofdvenster wilt selecteren, klikt u op het eerste beeld in de reeks en klik u vervolgens op het laatste beeld terwijl u de toets Shift ingedrukt houdt.
• Als u meerdere stilstaande beelden wilt selecteren die niet op volgorde worden weergegeven, klikt u op de afzonderlijke beelden terwijl u de toets Ctrl ingedrukt houdt.
•U kunt afdrukken vanuit een voorbeeld.
• Picture Motion Browser is compatibel met ICM.
30
NL
Een zoekmap registreren
Met Picture Motion Browser kunt u geen beelden bekijken die direct zijn opgeslagen op de vaste schijf van de computer. U registreert als volgt een zoekmap:
1 Klik op "Bestand" -
"Weergegeven mappen registreren" of klik op (Mappen registreren voor weergave).
Het venster voor de registratie van een zoekmap wordt weergegeven.
3 Klik op "Ja".
De registratie van de beeldgegevens in de database wordt gestart.
4 Klik op "Sluiten".
2 Selecteer de map die u wilt
registreren en klik op "Registreren".
Opmerking
U kunt niet het hele station registreren.
Opmerkingen
• De map die u opgeeft als doelmap
voor geïmporteerde beelden, wordt automatisch geregistreerd.
•U kunt de registratie van mappen die
hier worden geregistreerd, niet annuleren.
De zoekmap wijzigen
Klik op "Extra" - "Instelling" ­"Weergegeven mappen".
Tips
• Als de bronmap submappen bevat, worden de beelden in de submappen ook geregistreerd.
• Als u de software voor het eerst start, wordt u gevraagd "Mijn afbeeldingen" te registreren.
• Afhankelijk van het aantal beelden, kan het registreren van de beelden enkele minuten duren.
Afdrukken vanaf een computer (PC-stand)
Wordt vervolgd
31
NL
Het afdrukken stoppen
1 Dubbelklik op het
printerpictogram op de taakbalk en open het dialoogvenster "Afdrukken".
2 Klik op de documentnaam
waarvoor u het afdrukken wilt annuleren en kies "Annuleren" in het menu "Document".
Het bevestigingsvenster voor het verwijderen wordt weergegeven.
3 Klik op "Ja".
De afdrukopdracht is geannuleerd.
Opmerking
Annuleer de afdrukopdracht niet tijdens het afdrukken. Dit kan een papierstoring veroorzaken.

Afdrukken vanuit een andere toepassing

U kunt een in de handel verkrijgbare toepassing gebruiken om een beeld af te
FP35
drukken vanaf de DPP-
FP35
"DPP­selecteer het papierformaat in het dialoogvenster voor de pagina-instellingen. Zie stap 5 en 6 op pagina voor meer informatie over de afdrukinstellingen.
De instelling "borderless" in het gedeelte "Paper size"
Als u een andere toepassing dan Picture Motion Browser gebruikt, wordt een beeld wellicht met randen afgedrukt, zelfs als u de optie voor afdrukken zonder randen hebt geselecteerd in het gedeelte "Paper size" op het tabblad "Paper/Output" in het dialoogvenster "Eigenschappen voor Sony DPP-FP35".
Als u de optie voor afdrukken zonder randen selecteert, wordt de informatie over het afdrukbereik voor afdrukken zonder randen in de toepassing weergegeven. In sommige toepassingen worden beelden binnen het opgegeven bereik echter wel met randen afgedrukt.
Als dit gebeurt, moet u een van de volgende handelingen uitvoeren om een beeld zonder randen af te drukken:
• Als u het afdrukbereik in een toepassing
kunt instellen, moet u een beeld zo instellen dat dit volledig wordt afgedrukt. Selecteer bijvoorbeeld "Full page photo print" of een soortgelijke optie.
" in het afdrukdialoogvenster en
. Selecteer
28 tot en met 29
32
NL
• Stel in het tekstvak "Enlarge/Reduce" op het tabblad "Paper/Output" van het dialoogvenster "Eigenschappen voor Sony DPP-FP35" een hogere waarde in.
Als er randen aan de rechter- en onderkant van een afgedrukt beeld worden weergegeven, zelfs als u een hogere waarde hebt ingesteld, schakelt u "Upper left reference" in.
Zorg dat u in beide gevallen een voorbeeld weergeeft en controleert voordat u het beeld afdrukt.
Instelling voor afdrukstand
Afhankelijk van de gebruikte toepassing wordt de afdrukstand wellicht niet gewijzigd, zelfs niet als u de staande of liggende afdrukstand wijzigt.
De instelling voor afdrukken met of zonder randen in de printerdriver
Als de gebruikte toepassing een instelling voor afdrukken met of zonder randen heeft, kunt u het beste de optie voor afdrukken zonder randen instellen in de printerdriver.
Instelling voor het aantal exemplaren in het dialoogvenster Eigenschappen
Afhankelijk van de toepassing die u gebruikt, wordt de instelling die is opgegeven in het dialoogvenster van de printerdriver, overschreven door de instelling voor het aantal exemplaren van de toepassing.
Afdrukken vanaf een computer (PC-stand)
Exif Print-instellingen op het tabblad "Graphics"
De instelling Exif Print in het gedeelte "Color reproduction/Picture quality" biedt alleen ondersteuning voor Picture Motion Browser. Als u een andere
toepassing gebruikt om een beeld af te drukken en u deze optie hebt ingeschakeld, wordt het beeld wellicht afgedrukt met onjuiste kleuren. Als dit gebeurt, moet u de optie uitschakelen.
33
NL

Problemen oplossen

Als er problemen optreden

Als er problemen optreden bij het gebruik van de printer, kunt u de volgende richtlijnen gebruiken om het probleem op te lossen. Als het probleem blijft optreden, neemt u contact op met de Sony-handelaar.
Stroom
Probleem
De 1 (aan/ standby) schakelaar kan niet worden ingeschakeld.
Controle
• Is het netsnoer goed aangesloten?
Aansluiten op een digitale camera
Probleem
De PICTBRIDGE aanduiding van de printer gaat niet branden.
Controle
• Is de digitale camera correct aangesloten?
• Is de printer ingeschakeld?
• Wordt de firmware van de digitale camera ondersteund door de printer?
• Knippert de PICTBRIDGE aanduiding van de printer?
• Wordt er afgedrukt?
• Is de printer aangesloten op de computer?
Oorzaak/oplossingen
c Sluit het netsnoer goed aan op een
stopcontact. (.pagina 16)
Oorzaak/oplossingen
c Sluit de kabel juist aan.
c Druk op 1 (aan/standby) om de
aanduiding 1 (aan/standby) geelgroen te laten branden.
c Raadpleeg de webpagina voor de
digitale camera die u gebruikt.
c
Als u een USB-muis of andere apparaten die niet compatibel zijn met PictBridge hebt aangesloten, verwijdert u het betreffende apparaat en sluit u een PictBridge-compatibel apparaat aan.
c
Koppel de digitale camera en de printer los en sluit deze opnieuw aan. Of schakel de printer en de digitale camera uit en weer in.
c Sluit de kabel opnieuw aan als het
afdrukken is voltooid.
c
U kunt niet tegelijkertijd een PictBridge­compatibele digitale camera en een computer op de printer aansluiten. Koppel de USB-kabel van de computer los en sluit de digitale camera weer aan op de printer.
34
NL
Symptoom
Er wordt een foutmelding op de digitale camera gegeven
Controle
• Gebruikt u het printpapier en de printcartridge uit dezelfde verpakking?
en u kunt niet afdrukken.
U kunt geen DPOF-afdrukken maken.
Aansluiten op een computer
Probleem
Ik ben de bijgeleverde CD­ROM kwijt en ik wil graag een nieuwe.
De printerdriver kan niet worden geïnstalleerd.
Controle
• Weet u zeker dat u de installatieprocedures correct hebt uitgevoerd?
• Is er een andere toepassing open?
• Hebt u het CD-ROM­station met de installatie-CD-ROM op de juiste manier geselecteerd?
• Hebt u de USB-driver geïnstalleerd?
Oorzaak/oplossingen
c Plaats het printpapier uit dezelfde
verpakking als de printcartridge die is geïnstalleerd. Als u de printcartridge wilt vervangen, onderbreekt u het afdrukken, vervangt u de printcartridge en hervat u het afdrukken.
c Bepaalde digitale camera’s bieden geen
ondersteuning voor DPOF-afdrukken. Gebruik een andere afdrukmethode.
Oorzaak/oplossingen
c Download de printerdriver van de
webpagina voor klantenondersteuning (.pagina 46). U kunt ook contact opnemen met de Sony-handelaar.
Problemen oplossen
c Voer de procedures uit in de
gebruiksaanwijzing om de driver te installeren (.pagina 20). Als er een fout optreedt, start u de computer opnieuw op en voert u de installatieprocedures nogmaals uit.
c Sluit alle toepassingen en installeer de
driver opnieuw.
c Dubbelklik op My Computer (Deze
computer) en vervolgens op het pictogram van de CD-ROM in het geopende venster. Voer de procedures uit in de gebruiksaanwijzing om de driver te installeren.
c De USB-driver is wellicht niet correct
geïnstalleerd. Voer de installatie­instructies uit om de USB-driver opnieuw te installeren.
35
NL
Probleem
De printerdriver kan niet worden geïnstalleerd.
De printer reageert niet op de afdrukopdracht van de computer.
Controle
• Kunt u de CD-ROM lezen met Windows Verkenner?
• Wordt er een antivirusprogramma of een ander programma uitgevoerd op het systeem?
• Hebt u zich als beheerder aangemeld bij Windows XP/2000 Professional?
• Wordt er een foutbericht weergegeven met de mededeling dat er een fout is vastgesteld bij de uitvoer van documenten via USB?
• Hebt u een PictBridge­compatibele digitale camera aangesloten op de printer?
Oorzaak/oplossingen
c Als er een fout is opgetreden met de
CD-ROM, kan deze wellicht niet worden gelezen. Als er een foutbericht wordt weergegeven op de computer, controleert u het foutbericht en verhelpt u het probleem. Installeer vervolgens de printerdriver opnieuw. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de computer voor informatie over fouten.
c Als u een antivirusprogramma of een
ander programma hebt geopend, sluit u het betreffende programma en installeert u de driver opnieuw.
c Als u de driver in Windows XP/2000
Professional wilt installeren, meldt u zich als beheerder aan bij Windows.
c Controleer of de ERROR aanduiding
van de printer brandt of knippert. Als de aanduiding brandt of knippert, voert u de volgende procedures uit waarmee u het probleem wellicht verhelpt:
1 Schakel de printer uit en vervolgens
weer in.
2 Koppel de netspanningsadapter los
van de printer.
3 Wacht 5 tot 10 seconden en sluit de
netspanningsadapter opnieuw aan.
4 Start de computer opnieuw op.
Als u het probleem hiermee niet hebt verholpen, neemt u contact op met de Sony-handelaar of Sony­onderhoudsdienst.
c Koppel de USB-kabel los en sluit deze
opnieuw aan.
c U kunt niet tegelijkertijd een
PictBridge-compatibele digitale camera en een computer op de printer aansluiten. Koppel de kabel los van de PICTBRIDGE aansluiting en sluit de computer weer aan op de printer.
36
NL
Probleem
Het beeld wordt met randen afgedrukt, zelfs als u de functie voor afdrukken zonder randen selecteert.
Het beeld wordt niet afgedrukt met de juiste kleuren.
De instellingen van het voorbeeld komen niet overeen met de afdrukinstellingen die zijn opgegeven op het tabblad "Graphics" van het dialoogvenster "Eigenschappen voor Sony DPP-
.
FP35"
Controle
• Gebruikt u een andere toepassing dan Picture Motion Browser?
• Is "Exif Print" ingeschakeld op het tabblad "Graphics" van het dialoogvenster "Eigenschappen voor Sony DPP-FP35"
?
• Is "ICM" geselecteerd op het tabblad "Graphics" van het dialoogvenster "Eigenschappen voor Sony DPP-FP35"?
Oorzaak/oplossingen
c
Als u een andere toepassing dan Picture Motion Browser, wordt een beeld wellicht met randen afgedrukt, zelfs als u de functie voor afdrukken zonder randen selecteert. Als dit gebeurt, moet u één van de volgende handelingen uitvoeren om een beeld zonder randen af te drukken: – Als u het afdrukbereik in een toepassing
kunt instellen, moet u een beeld in het zo instellen dat het volledig wordt afgedrukt, zelfs als het beeld groter is dan het afdrukbereik.
– Stel in het tekstvak "Enlarge/Reduce" op
het tabblad "Paper/Output" van het dialoogvenster Sony DPP-FP35"
"Eigenschappen voor
een hogere waarde in.
(.pagina 28)
– Als er randen aan de rechter- en onderkant
van een afgedrukt beeld worden weergegeven, zelfs als u een hogere waarde hebt ingesteld, schakelt u "Upper left reference" in.
c De instelling Exif Print in het gedeelte
"Color reproduction/Picture quality" biedt alleen ondersteuning voor Picture Motion Browser. Schakel "Exif Print" uit als u wilt afdrukken vanaf een andere toepassing.
c De ICM-instelling is alleen geldig als u
een ICM-compatibele toepassing gebruikt. Controleer of de toepassing die u gebruikt, ondersteuning biedt voor ICM.
c De printer past de afdrukinstellingen aan.
De wijzigingen zijn niet van invloed op het voorbeeld.
Problemen oplossen
37
NL
Probleem
Het aantal exemplaren dat is opgegeven op het tabblad "Paper/Output"
Controle Oorzaak/oplossingen
c Afhankelijk van de toepassing die u
gebruikt, wordt de instelling die is opgegeven in het dialoogvenster van de printerdriver, overschreven door de
instelling in de toepassing. van het dialoogvenster "Eigenschappen voor Sony DPP­FP35", wordt niet afgedrukt.
Afdrukken
Als u printpapier in de papierlade plaatst en begint met afdrukken, kunnen de volgende papierinvoerfouten optreden: de printer voert het papier niet in; de printer voert meerdere vellen papier tegelijk in; of de printer voert het papier scheef in. Als dit gebeurt, controleert u de items die hierna worden vermeld bij het probleem "Papier wordt niet ingevoerd".
Probleem
Papier wordt niet ingevoerd.
Controle
• Is het printpapier correct geplaatst in de papierlade?
Oorzaak/oplossingen
c Als het printpapier niet correct is geplaatst,
kunnen er problemen optreden met de printer. Controleer het volgende:
Is de juiste set printpapier en
• printcartridge geplaatst? (.pagina 11)
• Is het printpapier in de juiste richting geplaatst?
• Hebt u meer dan 20 vellen printpapier in de papierlade geplaatst? (.pagina 14)
• Hebt u het printpapier voldoende geschud?
• Hebt u voor het afdrukken het printpapier gevouwen?
cAls het printpapier opraakt tijdens
doorlopend afdrukken of als u afdrukt terwijl er geen papier in de papierlade is geplaatst, gaat de ERROR aanduiding van de printer branden. Voer het printpapier in zonder de printer uit te schakelen en ga verder met afdrukken.
38
NL
Afdrukresultaten
Probleem
Papier wordt niet ingevoerd.
Het printpapier wordt uitgevoerd tijdens het afdrukken.
De afgedrukte beelden hebben geen goede kwaliteit.
Controle
• Gebruikt u printpapier dat
• Is het printpapier
• Is het afdrukproces
• Hebt u de gegevens van
• Bevat de afdrukzijde stof
• Hebt u gebruikt
niet voor deze printer is ontworpen?
vastgelopen?
halverwege?
het voorbeeld afgedrukt?
Is er stof in de printcartridge terechtgekomen?
of vingerafdrukken?
printpapier gebruikt?
Oorzaak/oplossingen
c
Gebruik printpapier dat voor de printer is ontworpen. Er kunnen problemen optreden met de printer als u printpapier gebruikt dat niet geschikt is.
c Als er geen printpapier kan worden
ingevoerd, knippert de ERROR aanduiding snel. Verwijder de papierlade en controleer of er papier is vastgelopen. (
Het printpapier wordt een aantal keer
c
uitgevoerd tijdens het afdrukken. Raak het uitgevoerde papier niet aan en trek niet aan het uitgevoerde papier. Wacht totdat het printpapier volledig is uitgevoerd nadat het afdrukken is voltooid. Aangezien het printpapier een aantal keer wordt uitgevoerd aan de achterkant van de printer tijdens het afdrukken, moet u ervoor zorgen dat er tijdens het afdrukken voldoende ruimte achter de printer vrij is.
c Wanneer een beeld wordt opgeslagen
met een digitale camera, wordt wellicht een voorbeeld met het oorspronkelijke beeld opgeslagen. De afdrukkwaliteit van de voorbeelden is niet zo goed als die van de oorspronkelijke beelden. Als u de voorbeelden verwijdert, worden de gegevens van de oorspronkelijke beelden wellicht beschadigd.
c
Veeg het plastic gedeelte van de printcartridge schoon en verwijder het stof.
c Raak de afdrukzijde niet aan (de
onbedrukte glanzende zijde). De afdrukkwaliteit kan verminderen door vingerafdrukken op de afdrukzijde.
c Druk niet af op gebruikt printpapier.
Als u twee keer op hetzelfde papier afdrukt, wordt het beeld niet dikker afgedrukt. Als u dit wel doet, kan de printer defect raken.
(.pagina 11)
.
pagina 42)
39
Problemen oplossen
NL
Probleem
De afgedrukte beelden hebben geen goede kwaliteit.
De kwaliteit en de kleuren van het beeld dat u op het scherm bekijkt, zijn niet dezelfde als van de beelden die worden afgedrukt.
Het beeld kan niet volledig in het afdrukbereik worden afgedrukt.
Het beeld wordt horizontaal uitgerekt bij het afdrukken.
Het beeld wordt scheef afgedrukt.
NL
40
Controle
• Hebt u met een AdobeRGB­compatibele digitale camera, die niet compatibel is met DCF 2.0, een beeld in de AdobeRGB-stand opgenomen?
• Is de hoogte/breedte­verhouding van het beeld correct?
• Hebt u het beeld gedraaid of een andere bewerking uitgevoerd?
• Is de papierlade correct geplaatst?
Oorzaak/oplossingen
c
Bij een AdobeRGB-beeldbestand dat DCF
2.0 ondersteunt, worden de kleuren gecorrigeerd. Een AdobeRGB­beeldbestand dat DCF 2.0 niet ondersteunt, wordt echter met vage kleuren zonder kleurcorrecties afgedrukt.
Wat is AdobeRGB?
AdobeRGB verwijst naar een kleurruimte die voor Adobe Systems Incorporated wordt geïmplementeerd en gebruikt als standaardinstelling voor beeldverwerkingssoftware, waaronder Adobe Photoshop. Met AdobeRGB, een optionele kleurruimte uitgebreid met DCF
2.0, wordt het kleurenbereik bepaald dat wereldwijd in de afdrukindustrie wordt gebruikt. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de digitale camera als u wilt weten of uw digitale camera AdobeRGB ondersteunt.
c Het beeld op het scherm is geen exacte
weergave maar een indicatie, omdat per monitor of LCD-scherm de fosformethode en profielen kunnen verschillen.
De
hoogte/breedte-verhouding
c
van het opgenomen beeld kan verschillen, afhankelijk van het type digitale camera dat u gebruikt. Het beeld wordt wellicht niet op het gehele afdrukgebied afgedrukt.
cAfhankelijk van het type digitale camera dat u
gebruikt, wordt het beeld verticaal uitgerekt als het beeld is gedraaid of verwerkt met de digitale camera. Dit komt niet door problemen met de printer, maar omdat het beeld is herschreven met de digitale camera.
c Verwijder de papierlade. Plaats de lade
opnieuw recht en zo ver mogelijk in de printer.
Overige problemen
Probleem
De printcartridge kan niet correct worden geplaatst.
De printcartridge kan niet worden verwijderd.
Het printpapier wordt niet uitgevoerd.
Het afdrukken wordt halverwege gestopt.
Controle
• Knippert de ERROR aanduiding snel?
• Gaat de ERROR aanduiding branden?
• Knippert de ERROR aanduiding snel?
Oorzaak/oplossingen
c Als de printcartridge niet goed
vastklikt, verwijdert u deze en plaatst u deze weer terug. Als het inktlint te slap is om dit goed te plaatsen, spoelt u het inktlint in de richting van de pijl om het inktlint weer strak te zetten. (.pagina 13)
c Laat de papierlade in de printer zitten
en schakel de 1 (aan/standby) uit en vervolgens weer in. Als de opstartprocedure is beëindigd, probeert u de cartridge te verwijderen. Als u het probleem hiermee niet hebt verholpen, neemt u contact op met de Sony-handelaar of Sony­onderhoudsdienst.
c Het papier is vastgelopen. Zie "Als het
papier vastloopt" (.pagina 42) en verwijder het vastgelopen papier uit de printer. Als u het vastgelopen papier niet kunt verwijderen, neemt u contact op met de onderhoudsdienst van Sony.
c Verwijder het printpapier en ga verder
met afdrukken. Als u het vastgelopen papier niet kunt verwijderen, zie "Als het papier vastloopt" (.pagina 42) en verwijder het vastgelopen papier uit de printer.
c Het papier is vastgelopen. Zie "Als het
papier vastloopt" (.pagina 42) en verwijder het vastgelopen papier uit de printer. Als u het vastgelopen papier niet kunt verwijderen, neemt u contact op met de onderhoudsdienst van Sony.
Problemen oplossen
41
NL
Als het papier
De binnenkant van de
vastloopt
Als het printpapier vastloopt, brandt of knippert de ERROR aanduiding snel en wordt het afdrukken gestopt.
Als de ERROR aanduiding brandt, verwijdert u het printpapier en gaat u verder met afdrukken.
Als de ERROR aanduiding snel knippert, schakelt u de printer uit terwijl de papierlade en de printcartridge nog in de printer zijn geplaatst. Schakel de printer weer in. Als de opstartprocedure van de printer is voltooid, verwijdert u de papierlade uit de printer. Controleer of er papier is vastgelopen in de papieruitvoer of invoersleuf van de printer en verwijder zo nodig het vastgelopen papier.
Haal de papierlade uit de printer om het vastgelopen papier te verwijderen.
printer reinigen
Als er witte strepen of punten op de beelden worden afgedrukt, gebruikt u de bijgeleverde reinigingscartridge en het beschermvel van de bijgeleverde printset om de binnenkant van de printer te reinigen.
Tip
U kunt ook het beschermvel gebruiken dat bij de optionele printset wordt geleverd.
Zorg ervoor dat de digitale camera en computer zijn losgekoppeld van de printer.
1 Open de klep van de
cartridgehouder en verwijder, indien nodig, de printcartridge (pagina 12).
2 Plaats de bijgeleverde
reinigingscartridge in de printer en sluit de klep van de cartridgehouder.
Verwijder het vastgelopen papier voorzichtig.
Opmerking
Als u het vastgelopen papier niet kunt verwijderen, neemt u contact op met de Sony­handelaar of Sony-onderhoudsdienst.
De printer uitschakelen
Houd de 1 (aan/standby) schakelaar langer dan één seconde ingedrukt totdat de 1 (aan/standby) aanduiding rood gaat branden.
NL
42
3 Verwijder de papierlade uit de
printer. Als de papierlade papier bevat, verwijdert u het papier.
4 Plaats het beschermvel in de
papierlade.
Plaats het beschermvel met de onbedrukte zijde naar boven.
onbedrukte zijde
5 Plaats de papierlade in de printer
en druk op 1 (aan/standby).
De reinigingscartridge en het beschermvel reinigen de binnenkant van de printer. De 1 (aan/standby) aanduiding is groen en knippert langzaam.
Als het reinigen is voltooid, wordt het beschermvel automatisch uitgevoerd.
6 Verwijder de reinigingscartridge
en het beschermvel uit de printer.
Als het reinigen is voltooid
Plaats de printcartridge en het printpapier in de printer.
Opmerkingen
• Reinig de printer alleen als er witte strepen of punten op de afdruk verschijnen.
• Als de afdrukprestaties al optimaal zijn, is het reinigen niet van invloed op de beeldkwaliteit van de afdrukken.
•U kunt maximaal 20 keer reinigen. Met elke keer neemt het effect van het reinigen echter af.
• Plaats het beschermvel niet op het printpapier als u gaat reinigen. Het papier kan vastlopen of er kunnen andere problemen optreden.
• Als het reinigen de beeldkwaliteit van de afdrukken niet verbetert, voert u de reinigingsprocedure een paar keer achter elkaar uit.
Problemen oplossen
Tips
• Bewaar de reinigingscartridge en het beschermvel voor later gebruik.
•U kunt een beschermvel maximaal 20 keer gebruiken voor het reinigen van de printer.
43
NL

Aanvullende informatie

Voorzorgsmaatregelen

Veiligheid
•U moet op het netsnoer geen zware
voorwerpen plaatsen of laten vallen, of het netsnoer op enige andere manier beschadigen. Gebruik deze printer niet als het netsnoer beschadigd is.
• Als een voorwerp of vloeistof in de
behuizing terechtkomt, moet u de printer loskoppelen en laten nakijken door bevoegde servicetechnici voordat u het apparaat verder gebruikt.
• Demonteer de printer niet.
• Als u het netsnoer wilt loskoppelen,
moet u aan de stekker trekken. Trek nooit aan het snoer zelf.
• Als u de printer gedurende een lange
periode niet gebruikt, trekt u het netsnoer uit het stopcontact.
• Ga voorzichtig met de printer om.
• Trek de stekker van de printer uit het
stopcontact voordat u de printer gaat reinigen of onderhoud aan de printer gaat plegen. Doet u dit niet, dan kan dit elektrische schokken tot gevolg hebben.
Installatie
• Plaats de printer niet op een plaats waar
deze wordt blootgesteld aan de volgende omstandigheden: – trillingen – hoge vochtigheid – overmatige hoeveelheden stof – direct zonlicht – extreem hoge of lage
temperaturen
• Gebruik geen elektrische apparaten in de
buurt van de printer. De printer functioneert niet goed in elektromagnetische velden.
• Plaats geen zware voorwerpen op de
printer.
• Laat voldoende ruimte vrij rondom de printer zodat de ventilatieopeningen niet worden afgedekt. Als deze openingen worden afgedekt, kan dit oververhitting van het apparaat veroorzaken.
Netspanningsadapter
• Gebruik de netspanningsadapter die bij de printer wordt geleverd. Gebruik geen andere netspanningsadapters. Dit kan een storing veroorzaken.
• Gebruik de bijgeleverde netspanningsadapter niet voor andere apparaten.
• Gebruik geen stroomtransformator (reisadapter). Dit kan oververhitting of een storing veroorzaken.
Condensvorming
Als u de printer verplaatst van een koude naar een warme omgeving of de printer in een extreem warme of koude ruimte plaatst, kan er vocht condenseren in het apparaat. In dergelijke gevallen functioneert de printer waarschijnlijk niet goed en kunnen er zelfs fouten optreden als u de printer blijft gebruiken. Als er vocht in de printer is gecondenseerd, koppelt u het netsnoer los van de printer en gebruikt u de printer minstens een uur niet.
Vervoeren
Wanneer u de printer vervoert, moet u de printcartridge, de papierlade en de netspanningsadapter verwijderen en de printer en de randapparatuur in de originele doos met het beschermende verpakkingsmateriaal plaatsen.
Als u de originele doos en de andere onderdelen niet meer hebt, gebruikt u ander verpakkingsmateriaal zodat de printer niet wordt beschadigd tijdens het vervoer.
44
NL
Reinigen
Reinig de behuizing, het voorpaneel en de bedieningselementen met een zachte, droge doek of een zachte doek die lichtjes is bevochtigd met een mild zeepsopje. Gebruik geen oplosmiddelen, zoals alcohol of benzine. Dergelijke middelen kunnen de afwerking beschadigen.
Beperkingen voor het kopiëren
Houd rekening met het volgende wanneer u documenten kopieert met de printer:
• Het kopiëren van bankbiljetten, munten en waardepapieren is verboden.
• Het kopiëren van blanco certificaten, rijbewijzen, paspoorten en persoonlijke waardepapieren en niet-gebruikte postzegels is ook verboden.
• Televisieprogramma’s, films, videobanden, portretten van andere personen en ander beeldmateriaal zijn wellicht beschermd door auteursrechten. Het zonder toestemming afdrukken van dergelijk materiaal kan in strijd zijn met de auteursrechten.

Technische gegevens

x Printer
Afdruksysteem
Dye-sublimation afdruksysteem (geel/magenta/cyaan; 3 beurten)
Resolutie
300 (H) x 300 (V) dpi Gelijk aan
3 kleuren Ink-Jet 4.800 dpi x 4.800
*1
dpi
6 kleuren Ink-Jet 3.810 dpi x 3.810
*2
dpi
Beeldverwerking per punt
256 niveaus (8 bits voor geel/ magenta/cyaan), ongeveer 16.770.000 kleuren
Afdrukformaat
Formaat Post Card (4 x 6 inch/10 x
15 cm): 101,6 x 152,4 mm (maximaal, zonder rand)
Afdruktijd (per vel)*
PictBridge-stand*4: ongeveer 77
seconden
PC-stand*
Ingangen/uitgangen
USB-aansluiting voor computer USB 1.1 (Type B)
Hoge snelheid wordt niet ondersteund.
PictBridge-aansluiting
3
5
: ongeveer 60 seconden
Aanvullende informatie
Wordt vervolgd
45
NL
Compatibele indelingen voor beeldbestanden
compatibel met DCF 2.0,
JPEG:
compatibel met Exif 2.21, JFIF*
Bepaalde indelingen voor beeldbestanden zijn niet compatibel.
Maximumaantal pixels dat kan worden verwerkt
10.000 (H) x 7.500 (V) punten
Printcartridge/Printpapier
Zie "De printset gereedmaken" op pagina 11.
Stroomvereisten
DC IN-aansluiting, 24 V gelijkstroom
(Minder dan 1 W in de standby-stand)
Bedrijfstemperatuur
5ºC tot 35ºC
Afmetingen
Ongeveer 175 x 60 x 137 mm
(b/h/d, zonder uitstekende delen)
(306 mm diep als de papierlade is geïnstalleerd.)
Gewicht
Ongeveer 1 kg
(zonder de papierlade, printcartridge, netspanningsadapter)
Bijgeleverde accessoires
Zie "De inhoud van de verpakking controleren" op pagina 10.
x Netspanningsadapter AC­S2425
Nominale vereisten
6
100 tot 240 V wisselstroom, 50/60 Hz, 1,5 - 0,75 A
Nominale uitgangsspanning
24 V gelijkstroom, 2,2 A
Bedrijfstemperatuur
5ºC tot 35ºC
Afmetingen
Ongeveer 60 x 30,5 x 122 mm
(b/h/d, zonder uitstekende delen)
Gewicht
Ongeveer 300 g
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving.
*1: In het geval dat de matrix 16 x 16 wordt
gebruikt: 300 x 16 = 4.800 dpi
*2: In het geval dat de matrix 12,7 x 12,7 wordt
gebruikt: 300 x 12,7 = 3.810 dpi
*3: Als een foto met een bestandsgrootte van
3,11 MB wordt genomen met de DSC-T30 (7 Mega Cyber-shot)
*4: Tijd vanaf het moment waarop op de
afdrukknop in het display van de camera wordt gedrukt tot het moment waarop het afdrukken is voltooid via de DSC-T30 die met een USB-kabel is aangesloten.
*5: De tijd voor het verwerken en overbrengen
van gegevens is niet meegerekend.
*6: Baseline JPEG met indeling 4:4:4, 4:2:2 of
4:2:0
46
Webpagina voor klantenondersteuning
De meest recente ondersteuningsinformatie is beschikbaar op de volgende webpagina’s:
Voor klanten in de Verenigde Staten:
http://www.sony.net/
NL

Afdrukbereik

Post Card (10 x 15 cm)
95,5 mm (1 128 punten)
152,4 mm (1 800 punten)
101,6 mm (1 200 punten)
146,4 mm (1 729 punten)
Afdrukbereik met randen
Afdrukbereik zonder randen
Perforatieranden
In de bovenstaande afbeeldingen vindt u voorbeelden van een beeld dat wordt afgedrukt vanaf een computer. Het afdrukbereik verschilt voor afdrukken met of zonder rand.
47
Aanvullende informatie
NL

Woordenlijst

Auto Fine Print 3
Met deze functie wordt de beeldkwaliteit gecorrigeerd zodat beelden levendiger, duidelijker en mooier worden afgedrukt. Deze functie is vooral effectief bij donkere beelden met een laag contrast. De beelden worden gecorrigeerd zodat natuurlijke huidkleuren, levendige groene bladkleuren en heldere blauwe luchten worden verkregen.
DCF (Design rule for Camera File system)
Deze printer voldoet aan de DCF-norm (Design rule for Camera File system) van de JEITA (Japan Electronics and Information Technology Industries Association) om de uitwisseling van bestanden en compatibiliteit tussen digitale camera’s en bijbehorende producten te behouden. Er wordt echter geen garantie gegeven voor volledige uitwisselbaarheid en compatibiliteit.
DPOF (Digital Print Order Format)
Met deze indeling worden de benodigde gegevens opgenomen waarmee u beelden die met een digitale camera zijn genomen, automatisch kunt afdrukken in een kopieerwinkel of met een printer voor thuisgebruik. De printer biedt ondersteuning voor DPOF-afdrukken en kan automatisch het vooraf ingestelde aantal exemplaren van de beelden die vooraf zijn ingesteld met DPOF, afdrukken.
Exif 2.21 (Exif Print)
Exif Print (Exchangeable Image File, een uitwisselbare bestandsindeling voor beelden voor digitale camera’s) is een algemene standaard voor het afdrukken van digitale foto’s. Op een digitale camera die ondersteuning biedt voor Exif Print, worden de relevante gegevens over de opname­omstandigheden opgeslagen wanneer u de foto neemt. De printer gebruikt de Exif Print-gegevens die in elk beeldbestand zijn opgeslagen om te zorgen dat de afdruk zo veel mogelijk overeenkomt met de oorspronkelijke
*1
.
foto
*1Als de functie "Auto Fine Print 3" is
ingeschakeld, wordt een beeld (JPEG­bestand) dat is opgenomen met een Exif Print-compatibele digitale camera (Exif
2.21), automatisch aangepast en afgedrukt met de beste beeldkwaliteit.
PictBridge
Een standaard die is ontwikkeld door Camera & Imaging Products Association, waarmee u een PictBridge­compatibele digitale camera rechtstreeks op een printer kunt aansluiten zonder computer, zodat u direct kunt afdrukken.
48
NL

Index

A
Aan/standby aanduiding 16, 17, 42
Aan/standby schakelaar 17, 42
Aansluiten
Computer 21 Naar stopcontact 16 PictBridge-compatibele digitale camera 17
Afdrukbereik 47 Afdrukken
Vanaf een computer 19 Vanaf een PictBridge­camera 17
Afdrukken met of zonder rand 27
Afdrukken stoppen 32 Auto Fine Print 3 7, 48
B
Beperkingen voor kopiëren 45
Bijgeleverde accessoires 10
C
Condensvorming 44
D
DC IN 24 V 16 DPOF (Digital Print
Order Format) 48
E
ERROR aanduiding 12, 36, 38, 41
Exif Print 7, 27, 29, 48
I
Installeren
Picture Motion Browser 23 Printerdriver 20 Systeemvereisten 19
K
Klep van de cartridgehouder 12
Klep van de papierlade 13
N
Netsnoer 16 Netspanningsadapter 16
O
Overzicht 6
P
Papierlade 13 PC-stand 6, 19 PICTBRIDGE aanduiding
18 PictBridge-aansluiting 17 PictBridge-camera 6, 17 Picture Motion Browser
19 Plaatsen
Printcartridge 12 Printpapier 13
Printcartridge 12 Printpapier 11, 13 Printset 11 Problemen oplossen 34
R
Reinigen 42 Rode ogen beperken 29
S
Super Coat 2 7 Systeemvereisten 19
T
Technische gegevens 45
U
Uitwerphendel 12 USB-aansluiting 21
V
Vastgelopen papier 42 Vergroten/verkleinen 28 Vervoeren 44 Verwijderen
Picture Motion Browser 25 Printerdriver 22
Voorzorgsmaatregelen 44
Aanvullende informatie
49
NL
Sony Corporation Printed in China
NL
52
Loading...