Digital |
Digital Photo |
|
Printer |
||
PhotoPrinter |
||
|
||
DPP |
DPP-EX50 |
|
-EX50 |
|
Gebruiksaanwijzing
Voordat u deze printer gaat gebruiken, moet u deze gebruiksaanwijzing aandachtig doorlezen. Bewaar de gebruiksaanwijzing voor het geval u deze later als referentiemateriaal nodig hebt.
3-207-729-62 (1)
Voordat u begint
Voorbereidingen
Afdrukken met een televisiescherm (MONITOR OUT-stand)
Afdrukken met het LCDscherm van de printer (LCD-stand)
Afdrukken vanaf een PictBridge-camera (PictBridge-stand)
Afdrukken vanaf een computer (PC-stand)
Problemen oplossen
Aanvullende informatie
2004 Sony Corporation
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht. Dit kan brand of elektrische schokken tot gevolg hebben.
Open de behuizing niet. Dit kan elektrische schokken tot gevolg hebben. Laat het apparaat alleen nakijken door bevoegde servicetechnici.
LET OP
Er kan vervorming van beeld en/of geluid optreden als u dit product te dicht bij apparaten plaatst die elektromagnetische straling produceren.
LET OP
Sony is niet aansprakelijk voor enige incidentele schade of gevolgschade of verlies van opgenomen gegevens als gevolg van het gebruik van of een storing aan de printer of de “Memory Stick”.
WAARSCHUWING
Deze printer heeft geen aan/uit-schakelaar. Als u het apparaat installeert, moet u een toegankelijke stroomonderbreker plaatsen in de vaste bedrading of het netsnoer aansluiten op het stopcontact. Het stopcontact moet zich in de buurt van het apparaat bevinden en gemakkelijk toegankelijk zijn. Als er een probleem optreedt tijdens de bediening van het apparaat, schakelt u de stroom uit met de stroomonderbreker of koppelt u het netsnoer los.
Het kopiëren, bewerken of afdrukken van CD’s, TV-programma’s, auteursrechtelijk beschermde materialen, zoals beelden en publicaties, en alle andere materialen met uitzondering van eigen opnamen en creaties is beperkt tot huishoudelijk of privé-gebruik. Tenzij u in het bezit bent van de auteursrechten of toestemming hebt van de houder van de auteursrechten om deze materialen te kopiëren, kan gebruik van deze materialen een overtreding van de auteursrechtwetten betekenen en moet u wellicht schadevergoeding betalen aan de houder van de auteursrechten.
Als u foto’s gebruikt met deze printer, moet u er rekening mee houden dat u de auteursrechtwetten niet overtreedt. Ongeoorloofd gebruik of aanpassing van portretten van andere personen kan ook een inbreuk op hun rechten betekenen. Op bepaalde demonstraties, optredens en tentoonstellingen is het nemen van foto’s niet toegestaan.
Reservekopiëen
U kunt het beste een reservekopie van uw gegevens opslaan om gegevensverlies door een bedieningsfout of storing van de printer te voorkomen.
Informatie
IN GEEN GEVAL IS DE VERKOPER AANSPRAKELIJK VOOR ENIGE DIRECTE OF INCIDENTELE SCHADE OF GEVOLGSCHADE VAN WELKE SOORT DAN OOK, OF VOOR VERLIEZEN OF KOSTEN ALS GEVOLG VAN EEN DEFECT PRODUCT OF HET GEBRUIK VAN EEN PRODUCT.
2 NL
Handelsmerken en auteursrechten
•VAIO is een handelsmerk van Sony Corporation.
•Microsoft en Windows® zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen.
•IBM en PC/AT zijn gedeponeerde handelsmerken van International Business Machines Corporation.
•MMX en Pentium zijn gedeponeerde handelsmerken van Intel Corporation.
• “Memory Stick”, “”, “MagicGate Memory Stick”, “Memory Stick Duo”, “Memory Stick PRO” en “Memory StickROM” zijn handelsmerken van Sony Corporation.
•“MagicGate” is een handelsmerk van Sony Corporation.
•Het rasterproces van True Type-lettertypen is gebaseerd op de FreeType Teamsoftware.
•Deze software is gedeeltelijk gebaseerd op het werk van de Independent JPEG Group.
•Libtiff
Copyright © 1988-1997 Sam Leffler Copyright © 1991-1997 Silicon Graphics, Inc.
•Lib png
Copyright © 1995, 1996 Guy Eric Schalnat, Group 42, Inc.
Copyright © 1996, 1997 Andreas Dilger Copyright © 1998, 1999 Glenn RandersPehrson
•Zlib
©1995-2002 Jean-loup Gailly en Mark Adler •Dit product gebruikt “Exif Toolkit For
Windows Ver.2.4 (Copyright © 1998 FUJI PHOTO FILM CO., LTD. Alle rechten voorbehouden)”. Exif is een uitwisselbare bestandsindeling voor beelden voor digitale camera’s die is ontwikkeld door de JEIDA (Japan Electronics Industrial Development Association).
•Alle andere bedrijven en productnamen die hierin worden vermeld, kunnen de handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken zijn van hun respectieve bedrijven. Bovendien worden “™” en “®” niet elke keer vermeld in deze gebruiksaanwijzing.
Kennisgeving voor gebruikers
Programma © 2004 Sony Corporation
Documentatie © 2004 Sony Corporation
Alle rechten voorbehouden. Deze handleiding en de software die hierin wordt beschreven, geheel of gedeeltelijk, mogen niet worden gereproduceerd, vertaald of omgezet in een machineleesbare vorm zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Sony Corporation.
IN GEEN GEVAL IS SONY CORPORATION AANSPRAKELIJK VOOR ENIGE INCIDENTELE OF SPECIALE SCHADE OF GEVOLGSCHADE HETZIJ ONDER DWANG, CONTRACT OF ANDERSZINS VOORTKOMEND UIT OF IN VERBAND MET DEZE HANDLEIDING, DE SOFTWARE OF ANDERE INFORMATIE DIE HIERIN WORDT VERMELD OF HET GEBRUIK ERVAN.
Door het zegel van de CD-ROM-verpakking te verbreken, accepteert u alle bepalingen en voorwaarden van deze overeenkomst. Als u deze bepalingen en voorwaarden niet accepteert, retourneert u de ongeopende CD- ROM-verpakking samen met de rest van het pakket aan de handelaar bij wie u het pakket hebt gekocht.
Sony Corporation behoudt zich het recht voor om te allen tijde deze handleiding of de informatie in deze handleiding te wijzigen zonder voorafgaande kennisgeving.
De software die hierin wordt beschreven, kan ook vallen onder de bepalingen van een afzonderlijke gebruiksrechtovereenkomst.
3 NL
Gebruikersregistratie
Als u gebruik wilt maken van de klantenservice, moet u de registratiekaart volledig invullen en retourneren.
Ontwerpgegevens, zoals de voorbeelden in deze software, mogen uitsluitend voor persoonlijk gebruik worden aangepast of gekopieerd. Het ongeoorloofd kopiëren van deze software is volgens de auteursrechtwetten verboden.
Houd er rekening mee dat het ongeoorloofd kopiëren of aanpassen van portretten van andere personen of van auteursrechtelijk beschermd werk een inbreuk op de rechten van de houders van de auteursrechten kan betekenen.
Inhoudsopgave |
|
Voordat u begint |
|
Overzicht ................................................ |
6 |
Mogelijkheden van deze printer ................. |
6 |
Bedieningsschema’s .................................. |
8 |
Kenmerken ............................................... |
9 |
Voorbereidingen |
|
1De inhoud van de verpakking |
|
controleren ..................................... |
11 |
2De printset gereedmaken (niet |
|
bijgeleverd) ..................................... |
12 |
Formaten voor printpapier ....................... |
12 |
Optionele printsets .................................. |
12 |
3De printcartridge plaatsen .............. |
13 |
4Het printpapier plaatsen ................. |
15 |
Afdrukken met een televisiescherm (MONITOR OUTstand)
Aansluitingen ....................................... |
18 |
Het apparaat aansluiten op een |
|
televisiescherm ........................................ |
18 |
Het netsnoer aansluiten ........................... |
19 |
Een geheugenkaart plaatsen ................ |
19 |
Een “Memory Stick” plaatsen .................. |
19 |
Een CompactFlash-kaart plaatsen ............ |
20 |
De beelden op een televisiescherm |
|
weergeven ...................................... |
20 |
Algemene afdrukbewerkingen .............. |
22 |
Geselecteerde beelden afdrukken ............ |
22 |
Meerdere beelden afdrukken ................... |
24 |
AUTO afdrukken (INDEX/DPOF/ALL) ........ |
27 |
4 NL
Beelden bewerken ................................ |
30 |
Het menu EDIT weergeven ...................... |
31 |
Beelden bewerken ................................... |
32 |
Het bewerkte beeld |
|
opslaan en afdrukken .............................. |
40 |
Verschillende afdrukken maken |
|
(Creative Print) ............................... |
42 |
Het menu Creative Print weergeven ......... |
43 |
Afdrukken maken met Creative Print ....... |
43 |
Creative Print-beelden opslaan |
|
en afdrukken ........................................... |
58 |
De afdrukinstellingen wijzigen |
|
(SET UP) .......................................... |
60 |
De printervoorkeuren wijzigen |
|
(OPTION) ........................................ |
63 |
Een diavoorstelling weergeven ............. |
65 |
Beelden verwijderen ............................. |
67 |
Geselecteerde beelden verwijderen .......... |
67 |
Een “Memory Stick” formatteren ............. |
69 |
Beelden zoeken .................................... |
69 |
Afdrukken met het LCD-scherm |
|
van de printer (LCD-stand) |
|
Aansluitingen ....................................... |
72 |
Het netsnoer aansluiten ........................... |
72 |
Een geheugenkaart plaatsen ................ |
73 |
Een “Memory Stick” plaatsen .................. |
73 |
Een CompactFlash-kaart plaatsen ............ |
73 |
Beelden afdrukken ................................ |
74 |
Geselecteerde beelden afdrukken ............ |
74 |
AUTO afdrukken (INDEX/DPOF/ALL) ........ |
76 |
De afdrukinstellingen wijzigen ............. |
79 |
Afdrukken vanaf een PictBridge-camera (PictBridgestand)
Beelden afdrukken vanaf de digitale |
|
camera ............................................ |
81 |
De afdrukinstellingen wijzigen ............. |
83 |
Afdrukken vanaf een computer (PC-stand)
De software installeren ......................... |
85 |
Systeemvereisten ..................................... |
85 |
De printerdriver installeren ...................... |
87 |
PictureGear Studio installeren .................. |
92 |
Foto’s afdrukken vanuit |
|
PictureGear Studio .......................... |
96 |
Afdrukken vanuit een |
|
andere toepassing ................................. |
102 |
Problemen oplossen |
|
Als er problemen optreden ................. |
104 |
Als er een foutbericht wordt |
|
weergegeven ................................ |
120 |
Als het papier vastloopt ...................... |
124 |
De binnenkant van de printer reinigen ... |
124 |
Aanvullende informatie |
|
Voorzorgsmaatregelen ....................... |
126 |
Informatie over de “Memory Stick” ... |
127 |
“Memory Stick” ................................... |
127 |
Typen “Memory Stick” .......................... |
127 |
Typen “Memory Stick” die geschikt zijn |
|
voor de printer ...................................... |
128 |
Opmerkingen over het gebruik .............. |
129 |
Informatie over de |
|
CompactFlash-kaart ...................... |
130 |
Opmerkingen over het gebruik .............. |
130 |
Technische gegevens .......................... |
131 |
Afdrukbereik ......................................... |
133 |
Woordenlijst ....................................... |
135 |
Lijsten met sjablonen en patronen in |
|
Creative Print (alleen MONITOR OUT- |
|
stand) ........................................... |
136 |
De onderdelen van de printer ............. |
139 |
Index .................................................. |
141 |
|
5 NL |
De Digital Photo Printer DPP-EX50 beschikt over de volgende vier bedieningsstanden, afhankelijk van het medium of het apparaat dat u gebruikt voor het afdrukken.
Beelden op een “Memory Stick” of een CompactFlash-kaart afdrukken
Afdrukken met een televisiescherm (MONITOR OUT-stand) c Pagina 18
Sluit de printer aan op een televisiescherm om de beelden weer te geven en de bewerkingen voor het afdrukken van beelden te controleren. U kunt een aantal verschillende functies voor afdrukken en bewerken gebruiken.
Verschillende afdrukmogelijkheden
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Standaardafdrukken |
INDEX/DPOF/ALL |
Afdrukken van |
|
Samengestelde |
|||||
|
van één beeld |
afdrukken |
vergrote/verkleinde/ |
|
beelden (p. 36) |
|||||
|
(p. 22) |
(p. 27) |
verplaatste/ |
|
|
|
||||
|
|
|
|
|
gedraaide beelden |
|
|
|
||
|
|
|
|
|
(p. 32, 33) |
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Afdrukken met |
Kalenders (p. 50) Kaarten (p. 53) |
Deelbeelden |
een vrije |
|
afdrukken |
indeling (p. 43) |
|
(p. 56) |
6 NL
Beelden op een “Memory Stick” of een CompactFlash-kaart afdrukken
Afdrukken met het LCD-scherm van de printer (LCD-stand) c Pagina 72
Druk de beelden af terwijl u het beeldnummer en de instructies die u moet uitvoeren, op het LCD-scherm van de printer controleert.
Afdrukmogelijkheden
Standaardafdrukken |
INDEX/DPOF/ |
van één beeld |
ALL afdrukken |
(p. 74) |
(p. 76) |
Afdrukken vanaf een
PictBridge-camera
(PictBridge-stand) c Pagina 81
Sluit een PictBridge-compatibele digitale camera aan op de printer om beelden af te drukken met de camera.
Afdrukken vanaf een
computer (PC-stand) c Pagina 85
Sluit de printer aan op de computer om beelden af te drukken met de computer.
begint u Voordat
7 NL
Gebruik het bedieningsschema dat overeenkomt met de gebruikte bedieningsstand:
MONITOR |
|
LCD-stand |
|
PictBridge-stand |
|
PC-stand |
||||||||
OUT-stand |
|
|
|
|||||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
De printer klaarmaken voor gebruik
•De printset (niet bijgeleverd) voorbereiden (pagina 12)
•De printcartridge plaatsen (pagina 13)
•Het printpapier plaatsen (pagina 15)
|
De bijgeleverde |
|
software op de |
Het apparaat |
computer |
aansluiten op een |
installeren |
televisiescherm |
(pagina 87) |
(pagina 18) |
|
|
Het apparaat |
|
aansluiten op een |
|
computer (pagina |
|
89) |
Het apparaat aansluiten op een stopcontact
De “Memory Stick” (pagina 19, 73) of de CompactFlash-kaart plaatsen (pagina 20, 73)
Beelden afdrukken terwijl deze op een televisiescherm worden weergegeven (pagina 22)
Beelden afdrukken met het LCD-scherm van de printer (pagina 74)
Het apparaat aansluiten op een camera (pagina 82)
|
|
|
|
|
|
|
Beelden |
|
Beelden |
||
|
afdrukken met |
|
afdrukken met |
||
|
de camera |
|
de computer |
||
|
(pagina 81) |
|
(pagina 96) |
||
|
|
|
|
|
|
8 NL
xFuncties voor uitstekende beeldkwaliteit waarmee u afdrukken van fotokwaliteit kunt maken
Zeer goede, hittebestendige technologie voor afdrukken met het dye-sublimation systeem
De printer maakt gebruik van professionele dye-sublimation afdruksystemen. De printer beschikt over een professioneel digitaal filter waarmee wordt voorkomen dat de kleuren verslechteren als gevolg van een hete printkop en waarmee u afdrukken van fotokwaliteit kunt maken.
Super Coat 2
Met Super Coat 2 wordt de duurzaamheid en de weerstand tegen vocht en vingerafdrukken verhoogd, waardoor de beeldkwaliteit van de afdrukken langer goed blijft.
Auto Fine Print 3
Met Auto Fine Print 3 worden de gegevens van het beeld, waaronder de Exif-gegevens, geanalyseerd. Aan de hand hiervan wordt het uiteindelijke beeld gecorrigeerd. U kunt kiezen uit de correctieopties “Vivid” en “Photographical”. Met “Vivid” kunt u een beeld levendig maken en met “Photographical” kunt u een mooi en natuurlijk beeld te krijgen. Dankzij het hittebestendige proces en een processor met hoge snelheid kunt u met Auto Fine Print 3 beelden met een hogere resolutie maken en beelden sneller aanpassen dan met Auto Fine Print 2.
Ondersteuning voor Exif 2.2* (Exif Print) (pagina 61)
•De printer biedt ondersteuning voor Exif 2.2. In combinatie met Auto Fine Print 3 wordt een beeld van een Exif Print-compatibele digitale camera automatisch aangepast en afgedrukt met een optimale beeldkwaliteit.
•Als u de bijgeleverde PictureGear Studio-software gebruikt om een beeld vanaf de computer af te drukken, kunt u naast de gewone functie voor beeldcorrectie van het besturingssysteem ook Exif Printbeeldcorrectie gebruiken. Bij Exif Print-correctie gebruikt de bijgeleverde printerdriver de Exif-gegevens van een beeld en de kleurverwerking van de printer om een beeld aan te passen en af te drukken met een uitstekende beeldkwaliteit.
Beperking van rode ogen en andere aanpassingen (alleen MONITOR OUT-stand/PC-stand, pagina 35)
U kunt een beeld aanpassen om rode ogen te beperken die kunnen voorkomen als u een foto met de flitser hebt genomen. Het is ook mogelijk om de helderheid, tint en andere elementen van de beeldkwaliteit aan te passen.
*Exif Print (Exchangeable Image File, een uitwisselbare bestandsindeling voor beelden voor digitale camera’s) is een algemene standaard voor het afdrukken van digitale foto’s. Op een digitale camera die ondersteuning biedt voor Exif Print, worden de relevante gegevens over de opname-omstandigheden opgeslagen wanneer u de foto neemt. De printer gebruikt de Exif Print-gegevens die in elk beeldbestand zijn opgeslagen om te zorgen dat de afdruk zo veel mogelijk overeenkomt met de oorspronkelijke foto.
Wordt vervolgd
begint u Voordat
9 NL
x Handige afdrukfuncties
Processor met hoge snelheid om beelden snel aan te passen en af te drukken
De printer bevat een processor met hoge snelheid, waarmee u snel een beeld kunt verwerken, bekijken en afdrukken.
Interface met 3D-animaties (alleen MONITOR OUT-stand)
Met de interface met 3D-animaties van de printer kunt u bekijken welke stappen u moet volgen, informatie krijgen over de betekenis van pictogrammen en cursors en de printer eenvoudig bedienen.
Papierlade voor het afdrukken van 25 tot 30 vellen tegelijkertijd (pagina 15)
Met de bijgeleverde papierlade kunt u maximaal 25 vellen van het formaat Post Card en 30 vellen van het formaat 3,5 x 5 inch of Small tegelijkertijd afdrukken.
x Diverse afdrukmogelijkheden
Verschillende afdrukformaten (pagina 12)
U kunt kiezen uit afdrukken met de formaten Post Card (10 x 15 cm), 3,5 x 5 inch (9 x 13 cm) en Small (9 x 10 cm).
Afdrukken met of zonder rand (pagina 61)
U kunt kiezen uit afdrukken met of zonder rand voor de formaten Post Card en 3,5 x 5 inch.
Verschillende afwerkingen voor de afdruk (pagina 61)
U kunt voor de afwerking van de afdruk kiezen uit Glossy en Texture.
Verschillende beeldfilters (alleen MONITOR OUT-stand, pagina 34)
Met de verschillende functies voor beeldverwerking kunt u speciale effecten aan een foto toevoegen om sepiakleurige of monochrome beelden te maken of schildereffecten toe te passen. Als u de 3D-engine van de gebruikersinterface toepast op de verwerking van afdrukgegevens, kunt u het effect van een fish-eye filter of andere 3D-effecten op de beelden toepassen.
Functie voor diavoorstellingen (alleen MONITOR OUT-stand, pagina 65)
U kunt een diavoorstelling van de beelden op de geheugenkaart bekijken. Bovendien kunt u het beeld dat op het scherm wordt weergegeven, afdrukken.
PictBridge-compatibele printer** (pagina 81)
De printer biedt ondersteuning voor de PictBridge-standaard, zodat u eenvoudig een beeld kunt afdrukken vanaf een digitale camera die compatibel is met PictBridge.
Ondersteuning voor Windowscomputers met een handige USBaansluiting (pagina 85)
Als u de printer via een USB-aansluiting aansluit op de computer en de bijgeleverde printerdriver installeert, kunt u beelden afdrukken vanaf de computer.
** PictBridge is een standaard waarmee u een digitale camera rechtstreeks op een printer kunt aansluiten zonder computer, zodat u direct kunt afdrukken.
10 NL
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de printer moet voorbereiden. Voer de procedure in dit gedeelte uit om de printer gereed te maken voor afdrukken.
1De inhoud van de verpakking controleren (deze pagina)
x
2 De printset (niet bijgeleverd) voorbereiden (pagina 12)
x
3De printcartridge plaatsen (pagina 13)
x
4Het printpapier plaatsen (pagina 15)
Als u klaar bent met de voorbereidingen, moet u de instructies voor elke bedieningsstand (pagina 6 en 7) doorlezen om een beeld af te drukken.
Controleer of de volgende accessoires in de verpakking van de printer aanwezig zijn.
Papierlade (1) |
Voorbereidingen |
|
Videokabel (1) |
||
|
||
CD-ROM (1) |
|
–Sony DPP-EX50 Printer Driver Software voor Windows® 98SE/Me/ 2000 Professional/XP Home Edition/ XP Professional
–PictureGear Studio V.2.0
Reinigingscartridge (1)
Kabelklem (1)
•Gebruiksaanwijzing (deze handleiding, 1)
•Snelle startgids (1)
•Garantie (1)
•Registratiekaart voor de eigenaar (1)
•Gebruiksrechtovereenkomst van Sony
(1)
11 NL
2De printset gereedmaken
(niet bijgeleverd)
Als u een beeld wilt afdrukken, hebt u een optionele printset nodig die voor de printer is samengesteld. De set bevat printpapier en een printcartridge.
U kunt printpapier met de volgende drie formaten selecteren:
•Post Card (10 x 15 cm)
•3,5 x 5 inch (9 x 13 cm)
•Small (9 x 10 cm)
Selecteer de printset op basis van het type afdruk dat u wilt maken:
Voor afdrukken van het formaat Post Card:
bSVM-25LS
•25 vellen fotopapier van het formaat Post Card
•Printcartridge voor 25 afdrukken
bSVM-75LS
•3 pakken van 25 vellen fotopapier van het formaat Post Card
•3 printcartridges voor elk 25 afdrukken
Voor afdrukken van het formaat 3,5 x 5 inch:
bSVM-30MS
•30 vellen fotopapier van het formaat
3,5 x 5 inch
•Printcartridge voor 30 afdrukken
Voor afdrukken van het formaat Small:
bSVM-30SS
•30 vellen fotopapier van het formaat Small
•Printcartridge voor 30 afdrukken
Ga naar de volgende website als u een printset wilt bestellen: www.sony.com/printers
Opmerkingen
•Gebruik alleen de printset voor deze printer.
•Plaats de printset niet op een plaats waar deze wordt blootgesteld aan hoge temperaturen, hoge luchtvochtigheid, overmatige hoeveelheden stof of direct zonlicht. Dit kan de afdrukkwaliteit nadeling beïnvloeden.
•Als u de printcartridge en het printpapier gedeeltelijk hebt gebruikt en deze wilt opbergen, moet u de originele verpakking of een vergelijkbare verpakking gebruiken.
12 NL
1 Schuif de klep van de cartridgehouder open.
Cartridgedeksel
2 Plaats de printcartridge.
Plaats de printcartridge met het Sony-logo naar boven tot deze vastklikt.
Sony-logo
3 Sluit de klep van de cartridgehouder.
De printcartridge verwijderen
Als de printcartridge bijna leeg is, verschijnt een aanduiding (cartridgefout) op het LCD-scherm van
de printer.
Open de klep van de cartridgehouder, druk op de groene uitwerphendel en verwijder de gebruikte printcartridge.
Uitwerphendel
Wordt vervolgd
Voorbereidingen
13 NL
Opmerkingen
•Raak het inktlint niet aan en plaats de printcartridge niet in een stoffige omgeving. De afdrukkwaliteit kan nadelig worden beïnvloed door vingerafdrukken of stof op het inktlint.
Inktlint
•Steek uw hand niet in de cartridgehouder. De thermische kop wordt erg heet, vooral na herhaaldelijk afdrukken.
•Spoel het inktlint niet terug en gebruik geen teruggespoelde printcartridge voor het afdrukken. Als u dit toch doet, krijgt u niet het gewenste afdrukresultaat en kan er zelfs een defect optreden.
•Als de printcartridge niet goed vastklikt, verwijdert u deze en plaatst u deze weer terug. Als het inktlint te slap is om dit goed te plaatsen, spoelt u het inktlint in de richting van de pijl om het inktlint weer strak te zetten.
•Verwijder de printcartridge niet tijdens het afdrukken.
Opmerkingen over het bewaren van de printcartridge
•Plaats de printcartridge niet op een plaats waar deze wordt blootgesteld aan hoge temperaturen, hoge luchtvochtigheid, overmatige hoeveelheden stof of direct zonlicht.
•Als u een cartridge die u gedeeltelijk hebt gebruikt, wilt opbergen, moet u hiervoor de originele verpakking gebruiken.
14 NL
1 Open de klep van de papierlade.
2 Pas de geleider aan het gewenste papierformaat aan.
Onder in de papierlade ziet u drie pijltjes waarmee de posities van de schuifregelaar voor de drie papierformaten worden aangegeven.
Verschuif de geleider.
Papierinvoerrichting
Markeerpunt voor het formaat Small
Markeerpunt voor het formaat 3,5 x 5 inch
Markeerpunt voor het formaat
Post Card
xPrintpapier van het formaat Post Card gebruiken
Schuif de geleider naar buiten tot deze vastklikt bij het buitenste pijltje.
Papierinvoerrichting
Geleider |
Voorbereidingen |
|
|
x Printpapier van het formaat 3,5 |
|
x 5 inch gebruiken |
|
Schuif de geleider in de papierinvoerrichting tot deze vastklikt bij het middelste pijltje.
Papierinvoerrichting
Geleider
Wordt vervolgd
15 NL
x Printpapier van het formaat Small gebruiken
Schuif de geleider in de papierinvoerrichting tot deze vastklikt bij het binnenste pijltje.
Papierinvoerrichting
Geleider
Opmerking
Pas de geleider aan het papierformaat aan voordat u het printpapier plaatst. Als u eerst het printpapier plaatst en vervolgens de geleider aanpast, kunnen er problemen optreden.
3 Plaats het printpapier in de lade.
Waaier het printpapier los. Plaats het papier samen met het beschermvel met de afdrukzijde (de onbedrukte zijde) naar boven en met het pijltje in de papierinvoerrichting.
U kunt maximaal 25 vellen van het formaat Post Card en 30 vellen van het formaat 3,5 x 5 inch of Small tegelijkertijd plaatsen.
Afdrukzijde
Pijltjes die de papierinvoerrichting aangeven
Opmerking
Raak de afdrukzijde niet aan. Vingerafdrukken op de afdrukzijde kunnen de afdrukkwaliteit nadelig beïnvloeden.
4 Verwijder het beschermvel.
Opmerking
U kunt het beschermvel gebruiken als reinigingsvel. Bewaar het beschermvel bij de bijgeleverde reinigingscartridge (pagina 124).
5 Sluit de klep van de papierlade.
16 NL
6 Druk op de klep van de papierladehouder van de printer en open deze.
7 Plaats de papierlade in de printer.
Duw de papierlade stevig aan tot deze vastklikt.
Opmerkingen
•Verwijder de papierlade niet tijdens het afdrukken.
•Houd rekening met de volgende punten voordat u begint met afdrukken om te voorkomen dat het papier vastloopt of er storingen in de printer optreden:
–Schrijf of typ niet op het printpapier. Gebruik de pen met inkt op oliebasis om na het afdrukken op het papier te schrijven. U mag niet op het printpapier typen.
–Plak geen stickers of postzegels op het printpapier.
–Houd het printpapier niet vast en buig het niet.
–Wanneer u papier toevoegt aan een gedeeltelijk gevulde lade, mag het totale aantal vellen niet groter zijn dan 25 voor papier van het formaat Post Card of 30 voor papier van het formaat 3,5 x 5 inch of Small.
–Plaats geen verschillende soorten papier in de lade.
–Druk niet af op gebruikt printpapier. Als u twee keer op hetzelfde papier afdrukt, wordt het beeld niet dikker afgedrukt.
–Gebruik alleen het printpapier voor deze printer.
–Gebruik geen papier dat niet afgedrukt uit de printer komt.
Opmerkingen over het bewaren van het printpapier
•U moet het papier niet langdurig opbergen met de afdrukzijden tegen elkaar aan of in contact met producten van rubber of plastic met vinylchloride of plastificeermiddel. Als u dit wel doet, kunnen de kleuren van de afdruk veranderen en kan de kwaliteit van het afgedrukte beeld afnemen.
•Plaats het printpapier niet op een plaats waar dit wordt blootgesteld aan hoge temperaturen, hoge luchtvochtigheid, overmatige hoeveelheden stof of direct zonlicht.
•Als u printpapier dat u gedeeltelijk hebt gebruikt, wilt opbergen, moet u de originele verpakking gebruiken.
Voorbereidingen
17 NL
Als u de printer aansluit op een televisiescherm, kunt u hierop de beelden weergeven en de instructies controleren. U kunt de volgende afdrukbewerkingen uitvoeren:
•Geselecteerde beelden afdrukken (pagina 22)
•AUTO afdrukken (INDEX/DPOF/ALL) (pagina 27)
•Beelden bewerken (vergroten/verkleinen, verplaatsen, draaien, aanpassen, speciale filters toevoegen, rode ogen beperken, tekens invoeren) (pagina 30)
•Verschillende afdrukken maken (Creative Print) (vrije indeling, kalenders, kaarten, deelbeelden) (pagina 42)
•De afdrukinstellingen wijzigen (pagina 60)
•De printervoorkeuren wijzigen (pagina 63)
•Een diavoorstelling weergeven (pagina 65)
•Beelden verwijderen (pagina 67)
•Beelden zoeken (pagina 69)
Het apparaat aansluiten op
een televisiescherm
Sluit de VIDEO OUT (uitgang) aansluiting aan op de video-ingang van een televisiescherm.
Videokabel (bijgeleverd)
Opmerkingen
•Voordat u aansluitingen maakt, moet u het netsnoer loskoppelen van de printer en het televisiescherm uitschakelen.
•Als u de bijgeleverde videokabel niet gebruikt, moet u een in de handel verkrijgbare videokabel van maximaal 3 meter lang gebruiken.
18 NL
Als u de aansluitingen hebt gemaakt, sluit u het netsnoer aan op het stopcontact.
De ON/STANDBY-aanduiding gaat rood branden.
Naar een stopcontact
Netsnoer
Opmerking
Het netsnoer in de bovenstaande afbeelding is alleen geschikt voor 120 V wisselstroom. De vorm van de stekker van het netsnoer voor 100 tot 240 V is afwijkend.
Als u een beeld op een “Memory Stick” wilt afdrukken, plaatst u de “Memory Stick” in de “Memory Stick” sleuf tot deze vastklikt.
Zie pagina 127 voor de verschillende soorten “Memory Stick” die u met de printer kunt gebruiken.
Het toegangslampje knippert als de printer is ingeschakeld.
Plaats de “Memory Stick” met het teken b
naar de linkerbovenhoek gericht.
Een “Memory Stick” verwijderen
Duw de “Memory Stick” voorzichtig in de sleuf. Verwijder de “Memory Stick” voorzichtig zodra deze wordt uitgeworpen.
Opmerkingen
•Als u een “Memory Stick Duo” gebruikt, moet u een Memory Stick Duo adapter gebruiken.
•Probeer een “Memory Stick” niet met kracht in de sleuf te plaatsen of uit de sleuf te verwijderen. Als u dit wel doet, kan de “Memory Stick” of de printer worden beschadigd.
stand)-OUT (MONITOR televisiescherm een met Afdrukken
19 NL
Een CompactFlash-kaart
plaatsen
Als u een beeld op een CompactFlashkaart wilt afdrukken, plaatst u de CompactFlash-kaart in de CompactFlash-sleuf tot deze vastklikt.
Zie pagina 130 voor de verschillende CompactFlash-kaarten die u met de printer kunt gebruiken.
Het toegangslampje knippert als de printer is ingeschakeld.
Plaats de CompactFlashkaart met de breedste kant naar de printer gericht.
Uitwerptoets
Een CompactFlash-kaart verwijderen
Druk op de uitwerptoets voor de CompactFlash-kaart. Verwijder de kaart voorzichtig zodra deze wordt uitgeworpen.
Opmerking
Probeer een CompactFlash-kaart niet met kracht in de sleuf te plaatsen of uit de sleuf te verwijderen. Als u dit wel doet, kan de CompactFlash-kaart of de printer worden beschadigd.
Opmerkingen over het gebruik van de geheugenkaart
•U kunt het beste een reservekopie van de gegevens op de geheugenkaart maken om eventueel gegevensverlies te voorkomen.
Beschadigde of verloren gegevens worden niet vergoed.
•Controleer de geheugenkaart en plaats deze in de juiste richting. Als u de geheugenkaart met kracht in de verkeerde richting plaatst, kunnen de geheugenkaart en de sleuf worden beschadigd.
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u beelden op de geheugenkaart kunt weergeven op een televisiescherm.
1 Schakel de printer in.
De ON/STANDBY-aanduiding gaat groen branden.
2 Schakel het televisiescherm in en stel de ingangskeuzeschakelaar in op “VIDEO”.
3 Controleer of het MONITOR OUT-aanduiding brandt.
Als dit niet het geval is, drukt u op MONITOR OUT om de aanduiding in te schakelen en de MONITOR OUT-stand te selecteren.
20 NL
4 Druk herhaaldelijk op INPUT SELECT om de geheugenkaart met de af te drukken beelden te selecteren.
Controleer of in de linkerbovenhoek van het televisiescherm het gewenste type geheugenkaart (“Memory Stick” of “CompactFlash”) wordt weergegeven.
Toegangslampje
Het toegangslampje knippert en de beelden op de geselecteerde geheugenkaart worden op het televisiescherm weergegeven. Dit wordt de beeldenlijst genoemd.
Type geheugenkaart |
|
|
|
|||||||
|
|
|
Geel kader (cursor) |
Totaalaantal |
||||||
|
|
|
|
Aantal geselecteerde |
beelden op |
|||||
|
|
|
|
beelden |
|
de kaart |
||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Type printcartridge |
|
|
|
|
|
||
Beeldnummer |
|||||
(L:Post Card/M: 3,5 |
|||||
Aanduidingen voor |
|||||
x 5 inch/S: Small) |
|||||
bijbehorend bestand/ |
|||||
|
|||||
DPOF/beveiliging* |
|
*Informatie over de aanduidingen voor bijbehorend bestand/DPOF/ beveiliging
•Aanduiding voor bijbehorend bestand: Naast het weergegeven beeld heeft het beeld een bijbehorend bestand, zoals een animatiebestand of een miniatuurversie van het beeldbestand die u in een e- mailbericht kunt opnemen.
•DPOF-aanduiding:
Het beeld is vooraf ingesteld met DPOF met een digitale camera.
•Beveiligingsaanduiding:
Het beeld is beveiligd met een digitale camera.
Een andere pagina weergeven
Als er meerdere pagina’s zijn, kunt u schakelen tussen de pagina’s. Wilt u de volgende pagina weergeven, dan verplaatst u het gele kader naar de onderste rand van de beeldenlijst en drukt u op v. Als u de vorige pagina wilt weergeven, verplaatst u het gele kader naar de bovenste rand en drukt u op V.
De beelden op de printer weergeven (demonstratiestand)
Als u geen geheugenkaart hebt geplaatst en geen computer of digitale camera hebt aangesloten op de printer, kunt u de interne beelden van de printer weergeven en afdrukken. Druk herhaaldelijk op INPUT SELECT tot “DEMO” (demonstratie) op het televisiescherm wordt weergegeven. In de lijst met de interne beelden van de printer kunt u een beeld selecteren dat u wilt afdrukken.
Als u de demonstratiestand wilt sluiten, geeft u de lijst met de interne beelden van de printer weer en drukt u nogmaals op INPUT SELECT.
stand)-OUT (MONITOR televisiescherm een met Afdrukken
21 NL
Geselecteerde beelden
afdrukken
2 Druk op PRINT.
Het beeld dat u met de cursor hebt geselecteerd, wordt afgedrukt.
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een beeld kunt selecteren en op volledige grootte
afdrukken. Standaardafdruk zonder rand
1 Druk op de pijltoets (B/b/V/ v) om het gele kader (cursor) te verplaatsen naar het beeld dat u wilt afdrukken.
Tijdens het afdrukken wordt het afdrukproces op het televisiescherm weergegeven.
v
Geel kader
22 NL
3 Als het afdrukken is voltooid en het papier automatisch wordt uitgevoerd, verwijdert u het afgedrukte papier uit de papierlade.
Opmerkingen
•Verwijder de geheugenkaart niet als het toegangslampje knippert. Als u dit wel doet, kan de geheugenkaart of de printer worden beschadigd.
•Verplaats de printer niet en schakel deze niet uit tijdens het afdrukken. Doet u dit wel, dan kan de printcartridge of het printpapier vastlopen. Als dit gebeurt, schakelt u de printer uit en weer in en begint u opnieuw met afdrukken.
Het voorbeeld controleren voordat u begint met afdrukken
U kunt een beeld op volledig scherm weergeven en controleren voordat u begint met afdrukken.
Verplaats het gele kader (cursor) naar het gewenste beeld en druk op PICTURE.
Het geselecteerde beeld wordt op volledig scherm weergegeven. Dit wordt het voorbeeld genoemd.
Type printcartridge (L:Post
Card/M: 3,5 x 5 inch/S: Small)
Type
geheugenkaart Totaalaantal beelden op de geheugenkaart
Aantal geselecteerde beelden
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Aantal exemplaren |
|||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Beeldnummer |
|
|||||||
Aanduidingen voor |
Schuifbalk waarmee de |
|||||||
positie van het beeld |
||||||||
bijbehorend beeld/ |
||||||||
wordt aangegeven. |
||||||||
DPOF/beveiliging |
||||||||
|
||||||||
(pagina 21) |
|
|||||||
|
|
|
|
|
|
|
Wordt vervolgd |
stand)-OUT (MONITOR televisiescherm een met Afdrukken
23 NL
Het voorbeeld van een ander beeld weergeven
Druk op de pijltoets (B/b/V/v) om het beeld links, rechts, boven of onder het geselecteerde beeld in de beeldenlijst weer te geven.
Het voorbeeld afdrukken
Druk op PRINT. Het voorbeeld wordt afgedrukt.
Opmerking
Zelfs als u beelden hebt geselecteerd en het aantal exemplaren hebt opgegeven, wordt alleen het voorbeeld afgedrukt. Als u meerdere beelden tegelijkertijd wilt afdrukken, drukt u deze af vanuit de beeldenlijst.
Afdrukinstellingen annuleren
Houd CANCEL ten minste twee seconden ingedrukt.
De beeldenlijst opnieuw weergeven
Druk op PICTURE.
Opmerking
Het weergegeven beeld op het televisiescherm is niet identiek aan het afgedrukte beeld omdat de fosformethoden en -profielen verschillen per televisiescherm. U moet het weergegeven beeld gebruiken ter referentie.
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u meerdere beelden kunt afdrukken, het aantal exemplaren voor elk beeld kunt opgeven en de beelden één voor één kunt afdrukken.
1 Druk op de pijltoets (B/b/V/ v) om het gele kader (cursor) te verplaatsen naar het beeld dat u wilt afdrukken en druk op ENTER.
Het aantal exemplaren wordt “01”.
Aantal exemplaren
24 NL
2 Druk op ENTER of CANCEL om het aantal exemplaren in te stellen.
•Als u het aantal exemplaren met één wilt verhogen, drukt u op ENTER.
•Wilt u het aantal exemplaren met één verlagen, dan drukt u op CANCEL.
•Als u de selectie wilt annuleren, houdt u CANCEL ten minste twee seconden ingedrukt.
U kunt maximaal 30 exemplaren voor één beeld opgeven.
Het aantal exemplaren wordt verhoogd of verlaagd.
3 Herhaal stap 1 en 2 om andere beelden te selecteren en per beeld het aantal exemplaren in te stellen.
Als u het gele kader verplaatst, wordt het vorige geselecteerde beeld weergegeven in een oranje kader.
Geselecteerde beelden met een oranje kader
De selectie annuleren
Druk op de pijltoets (B/b/V/v) om het gele kader (cursor) te verplaatsen naar het beeld dat u in de beeldenlijst wilt annuleren en houd CANCEL ten minste twee seconden ingedrukt.
Het oranje kader verdwijnt.
Wordt vervolgd
stand)-OUT (MONITOR televisiescherm een met Afdrukken
25 NL
4 Druk op PRINT.
De geselecteerde beelden met oranje kaders worden afgedrukt.
Tijdens het afdrukken wordt het afdrukproces op het televisiescherm weergegeven.
v
Het afdrukken stoppen
Druk op CANCEL. Als u meerdere exemplaren afdrukt, wordt het afdrukken geannuleerd vanaf de volgende afdruk.
5 Als het afdrukken is voltooid en het papier automatisch wordt uitgevoerd, verwijdert u het afgedrukte papier uit de papierlade.
Opmerkingen
•Verwijder de geheugenkaart niet als het toegangslampje knippert. Als u dit wel doet, kan de geheugenkaart of de printer worden beschadigd.
•Verplaats de printer niet en schakel deze niet uit tijdens het afdrukken. Doet u dit wel, dan kan de printcartridge of het printpapier vastlopen. Als dit gebeurt, schakelt u de printer uit en weer in en begint u opnieuw vanaf stap 1 op pagina 24.
26 NL
AUTO afdrukken (INDEX/DPOF/
ALL)
Met AUTO (automatisch) afdrukken kunt u tegelijkertijd meerdere beelden op een “Memory Stick” of CompactFlash-kaart afdrukken.
De printer biedt de volgende drie afdrukmethoden voor AUTO:
•INDEX afdrukken
U kunt een lijst (index) afdrukken met alle beelden op de “Memory Stick” of CompactFlash-kaart in deelvensters.
Zo kunt u eenvoudig de inhoud van de geheugenkaart controleren.
Het aantal deelvensters op een vel wordt automatisch berekend. De beelden worden afgedrukt met de bijbehorende beeldnummers.
Beeldnummer
Datum (als Date
Print is ingeschakeld.)
•Beelden afdrukken die vooraf zijn ingesteld met DPOF
De beelden die vooraf zijn ingesteld voor afdrukken met DPOF (Digital Print Order Format), worden in de
beeldenlijst weergegeven met de afdrukmarkering (). U kunt deze beelden in één keer afdrukken. Het
vooraf ingestelde aantal exemplaren van de beelden wordt afgedrukt in de volgorde waarin de beelden zijn weergegeven.
•Beelden afdrukken met ALL
U kunt alle beelden op de “Memory Stick” of CompactFlash-kaart tegelijkertijd afdrukken. De beelden worden één voor één afgedrukt in de volgorde van de beeldnummers.
Opmerkingen
•Raadpleeg de handleiding bij de digitale camera voor meer informatie over het vooraf instellen van beelden voor afdrukken.
•Sommige digitale camera’s bieden geen ondersteuning voor de functie DPOF of de printer is wellicht niet compatibel met bepaalde functies van de digitale camera.
1 Druk herhaaldelijk op AUTO PRINT om “INDEX”, “DPOF” of “ALL” op het televisiescherm weer te geven.
Een index afdrukken: INDEX
Alle beelden worden geselecteerd met oranje kaders.
INDEX-aanduiding
Wordt vervolgd
stand)-OUT (MONITOR televisiescherm een met Afdrukken
27 NL
Beelden afdrukken die vooraf zijn ingesteld met DPOF: DPOF
Alleen de beelden die vooraf zijn ingesteld met DPOF, worden weergegeven met oranje kaders, elk met het vooraf ingestelde aantal exemplaren.
DPOF-aanduiding
Alle beelden op een geheugenkaart afdrukken: ALL
Alle beelden worden geselecteerd met oranje kaders.
ALL-aanduiding
De selectie annuleren (behalve voor afdrukken met DPOF)
Druk op de pijltoets (B/b/V/v) om het gele kader (cursor) te verplaatsen naar het beeld waarvoor u de selectie in de beeldenlijst wilt annuleren en druk op CANCEL.
Het oranje kader verdwijnt en de selectie wordt geannuleerd.
Opmerking
U kunt de selectie van beelden die vooraf zijn ingesteld met DPOF, niet annuleren.
2 Druk op PRINT.
Het afdrukken wordt gestart.
28 NL
Tijdens het afdrukken wordt het afdrukproces op het televisiescherm weergegeven.
v
Het afdrukken stoppen
Druk op CANCEL. Als u meerdere exemplaren afdrukt, wordt het afdrukken geannuleerd vanaf de volgende afdruk.
3 Als het afdrukken is voltooid en het papier automatisch wordt uitgevoerd, verwijdert u het afgedrukte papier uit de papierlade.
Normaal afdrukken hervatten
Druk herhaaldelijk op AUTO PRINT tot INDEX, DPOF of ALL uit het televisiescherm verdwijnt.
Tips
•Zelfs als de printcartridge leegraakt tijdens het afdrukken, kunt u doorgaan met afdrukken. Als er een bericht verschijnt, volgt u de instructies op het televisiescherm om de printset te vervangen (pagina 13-17).
•Als “Date Print” is ingesteld op “ON”, wordt de opnamedatum (jaar, maand en dag) ook afgedrukt (pagina 62).
stand)-OUT (MONITOR televisiescherm een met Afdrukken
29 NL
U kunt het menu EDIT op het televisiescherm weergeven en beelden bewerken of effecten aan beelden toevoegen.
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u beelden kunt bewerken:
Het menu EDIT weergeven (pagina 31)
x
Beelden bewerken
•Beelden vergroten of verkleinen (pagina 32)
•Beelden verplaatsen (pagina 32)
•Beelden draaien (pagina 33)
•Beelden aanpassen (pagina 33)
•Speciale filters aan een beeld toevoegen (pagina 34)
•Rode ogen beperken (pagina 35)
•Tekens toevoegen (pagina 36)
x
Bewerkte beelden opslaan en afdrukken (pagina 40 en 41)
Toetsen die in dit gedeelte worden gebruikt
MENU
ENTER
Pijltoets (B/b/V/v)
CANCEL
30 NL