Sony DHC-ZX50MD User Manual [nl]

Mini Hi-Fi Component System
4-229-972-52(2)
Gebruiksaanwijzing Istruzioni per l’uso Manual de Instruções
NL
IT
PT
©2000 Sony Corporation
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht, om gevaar voor brand of een elektrische schok te voorkomen.
Om gevaar voor elektrische schokken te vermijden, dient u de behuizing van het apparaat nooit te openen. Laat inwendig onderhoud en eventuele reparatie over aan bevoegd vakpersoneel.
Plaats het apparaat niet in een gesloten ruimte, zoals een boekenrek of ingebouwde kast.
Dit apparaat is geklassificeerd als een KLASSE 1 LASER product. De aanduiding CLASS 1 LASER PRODUCT bevindt zich aan de achterkant van het apparaat.
Dit waarschuwingslabel bevindt zich binnenin het apparaat.
BELANGRIJK: Sluit nooit twee netsnoeren aan op een enkele stekker.
DE VERKOPER KAN OP GEEN ENKELE WIJZE AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR DIRECTE OF INDIRECTE PERSOONLIJKE, MATERIELE OF GEVOLGSCHADE, SCHADE AAN DERDEN, ONKOSTEN OF VERLIEZEN, VOORTVLOEIEND UIT ONJUISTE WERKING VAN HET APPARAAT OF ENIG HIERMEE GEBRUIKT PRODUCT.
Deze stereo-installatie is voorzien van het Dolby B­type ruisonderdrukkingssysteem*. * Geproduceerd onder licentie van: Dolby
Laboratories Licensing Corporation. DOLBY en het dubbel D symbool ; zijn handelsmerken van: Dolby Laboratories Licensing Corporation.
Bij dit product zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA.
NL
2

Inhoudsopgave

Voorbereidingen
Stap 1: Aansluiten van de stereo-
installatie ............................................ 5
Stap 2: Gelijkzetten van de klok .............. 7
Stap 3: Vastleggen van uw favoriete
radiozenders........................................ 9
Stroom besparen in de gebruiksklaar-
stand*................................................ 11
Basisbediening
Afspelen van een compact disc ............... 12
Een CD opnemen op minidisc met hoge
snelheid............................................. 14
Synchroonopname................................... 15
Afspelen van een minidisc ...................... 17
Afspelen van een cassette ....................... 18
Luisteren naar de radio............................ 20
Opnemen van een radio-uitzending op
minidisc ............................................ 22
Opnemen van een radio-uitzending op
cassette.............................................. 23
Luisteren naar compact discs
Gebruik van het CD uitleesvenster ......... 25
Herhaalde weergave van muziekstukken
op CD ............................................... 26
Willekeurige weergave van
muziekstukken op CD ...................... 27
Programmaweergave van muziekstukken
op CD ............................................... 28
Luisteren naar minidiscs
Gebruik van het MD uitleesvenster ........ 31
Herhaalde weergave van muziekstukken
op minidisc ....................................... 32
Willekeurige weergave van
muziekstukken op minidisc .............. 33
Programmaweergave van muziekstukken
op minidisc ....................................... 34
Opnemen op een minidisc
Alvorens u begint met opnemen ............. 37
Uw favoriete muziek van CD opnemen
op minidisc ....................................... 38
Handmatig opnemen op een minidisc ..... 39
Extra-lange opnamen .............................. 40
Pauzes tussen de muziekstukken
3 seconden lang maken..................... 41
Veiligheids-opnamestart met zes seconden
muziek uit het buffergeheugen ............
Aanbrengen van muziekstuknummers .... 44
Instellen van het opnameniveau .............. 46
Bewerken van minidisc­opnamen
Alvorens te beginnen met bewerken ....... 47
Naamgeving van minidiscs ..................... 48
Wissen van minidisc-opnamen ............... 51
Verplaatsen van opgenomen
muziekstukken .................................. 55
Splitsen van opgenomen
muziekstukken .................................. 56
Samenvoegen van opgenomen
muziekstukken .................................. 58
Ongedaan maken van de laatste
bewerking ......................................... 59
Aanpassen van de geluidssterkte na het
opnemen ........................................... 61
Opnemen op een cassette
Handmatig opnemen ............................... 64
Geprogrammeerde opname van een
CD .................................................... 65
wordt vervolgd
43
NL
3
Inhoudsopgave (vervolg)
Instellen van de weergave
Bijregelen van het geluid ........................ 69
Kiezen van een vaste akoestiek-
instelling ........................................... 70
Omschakelen van de spectrum analyzer
aanduidingen .................................... 71
Weergave met een ruimtelijk effect ........ 72
Bijregelen met de grafiek-toonregeling Vastleggen van uw eigen akoestiek-
instellingen ....................................... 74
Extra functies
Gebruik van het Radio Data Systeem
(RDS)**............................................ 75
Naamgeving van een vaste
voorkeurzender ................................. 77
Met muziek in slaap vallen ..................... 79
Met muziek gewekt worden .................... 79
Schakelklok-opname van radio-
uitzendingen ..................................... 81
... 73
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen ............................ 88
Beperkingen van het minidisc-systeem... 90
Verhelpen van storingen ......................... 91
Zelfdiagnose-aanduidingen ..................... 94
Minidisc-foutmeldingen .......................... 95
Technische gegevens............................... 97
Toetsen op de afstandsbediening ............ 99
Instellingen in de “Sound Mode” en
“Set Up Mode” menu’s .................. 100
Index...................................................... 102
* Alleen de modellen voor de Noord-Amerika en
Europa. ** Alleen het model voor Europa. *** Alleen het model voor de V.S. **** Alleen het model voor Azië.
Externe apparatuur
Aansluiten van een digitale
geluidsbron*** ................................. 84
Aansluiten van een analoge
geluidsbron ....................................... 85
Aansluiten van een ultralaag-
luidspreker ........................................ 85
Aansluiten van een hoofdtelefoon........... 86
Aansluiten van een microfoon**** ........ 86
Aansluiten van buitenantennes................ 87
NL
4

Voorbereidingen

Stap 1: Aansluiten van de stereo-installatie

Volg de onderstaande aanwijzingen van 1 t/m 4 om uw stereo-installatie aan te sluiten met de bijgeleverde snoeren en ander toebehoren.
AM-kaderantenne
FM-draadantenne
2
3
1
1
4
Rechter voorluidspreker
Linker voorluidspreker
Voorbereidingen
1
1 Sluit de voorluidsprekers aan.
Sluit de luidsprekersnoeren van de voorluidsprekers aan op de FRONT SPEAKER klemmen zoals hieronder getoond.
Steek alleen het vrijgemaakte uiteinde in de aansluiting.
R
+
Rood/ eenkleurig (3)
Zwart/gestreept (#)
L
Opmerking
Houd de luidsprekersnoeren uit de buurt van de antennes, om storing in de weergave te voorkomen.
wordt vervolgd
NL
5
Stap 1: Aansluiten van de stereo-installatie (vervolg)
2 Sluit de FM- en AM-antennes aan.
Zet de AM-kaderantenne in elkaar en sluit deze aan.
Aansluiting type A
Strek de FM-draadantenne
AM-kaderantenne
zover mogelijk horizontaal uit.
3 Bij de modellen met een
spanningskiezer, stelt u deze VOLTAGE SELECTOR in op het voltage van het plaatselijk lichtnet.
VOLTAGE SELECTOR
240V
-
230
120V
FM75
AM
4 Steek de stekker van het netsnoer in het
stopcontact.
Als de bijgeleverde verloopstekker niet in het stopcontact past, verwijdert u deze en gebruikt u de vaste netstekker (alleen voor de modellen met verloopstekker).
220V
Aansluiting type B
AM-kaderantenne
Strek de FM-draadantenne zover mogelijk horizontaal uit.
FM75 COAXIAL
AM
Aansluiten van andere apparatuur
Zie blz. 84.
Uit/inschakelen van de demonstratie
Wanneer u de tijd instelt (zie “Stap 2: Gelijkzetten van de klok” op blz. 7) wordt de demonstratie automatisch uitgeschakeld.
Om de demonstratie weer te starten/stoppen, drukt u de DISPLAY toets enkele malen in terwijl de stereo-installatie uit staat.
NL
6
Aanbrengen van de voetjes onder de voorluidsprekers
Bevestig de bijgeleverde luidsprekervoetjes onder de voorluidsprekers, om te zorgen dat ze stevig staan en niet kunnen wegglijden.
Plaats twee R6 (AA-formaat) batterijen in de afstandsbediening
]
}
}
]
Tip
Bij normaal gebruik zal een stel batterijen ongeveer zes maanden meegaan. Als de stereo-installatie niet meer goed op de afstandsbediening reageert, vervangt u dan beide batterijen door nieuwe.
Opmerking
Wanneer u de afstandsbediening geruime tijd niet gebruikt, kunt u beter de batterijen eruit verwijderen, om schade door eventuele batterijlekkage en corrosie te vermijden.
Wanneer u de stereo-installatie vervoert
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen om het CD-mechanisme te beschermen. Zorg echter eerst dat alle compact discs uit het apparaat zijn verwijderd.
1 Druk meermalen op de FUNCTION
keuzeschakelaar totdat de aanduiding “CD” in het uitleesvenster verschijnt.
2 Houd de V-GROOVE toets ingedrukt en druk
dan op de ?/1 toets zodat er “LOCK” in het uitleesvenster verschijnt.

Stap 2: Gelijkzetten van de klok

Om de schakelklok-functies te kunnen gebruiken, zult u eerst de ingebouwde klok op de juiste tijd moeten instellen.
Bij de Europese modellen geeft de ingebouwde klok de tijd aan volgens een 24-uurs cyclus en bij de overige modellen volgens een 12-uurs cyclus.
De afbeeldingen tonen het model met 12-uurs tijdsaanduiding.
?/1
(Aan/uit-schakelaar)
1 Druk op de MODE SELECT toets
terwijl de installatie nog uit staat.
De aanduiding “Clock Set ?” verschijnt. Wanneer de stroombesparingsfunctie is ingeschakeld, zal de “Clock Set ?” tijdinstelling niet verschijnen. Schakel dan de stroombesparing uit of zet eerst de stereo­installatie aan en volg dan de aanwijzingen op de volgende pagina onder “Corrigeren van de tijdinstelling”.
2 Druk op de PUSH ENTER toets.
De uren-aanduiding begint te knipperen.
Voorbereidingen
12,3,4,5,6
wordt vervolgd
NL
7
Stap 2: Gelijkzetten van de klok (vervolg)
3 Druk de instelknop enkele malen naar v
of V om het juiste uur te kiezen.
4 Druk de instelknop naar B.
De minuten-aanduiding begint te knipperen.
5 Druk de instelknop enkele malen naar v
of V om de juiste minuut te kiezen.
6 Druk op de PUSH ENTER toets.
Uitschakelen van de menufuncties
Druk op de MODE SELECT toets.
Tips
• Zie de afbeelding voor het gebruik van de instelknop. Steek uw vinger in de holte en druk de knop in de gewenste richting (omhoog/omlaag of links/rechts, aangegeven als v/V en b/B in deze gebruiksaanwijzing).
Omhoog (v)
Corrigeren van de tijdinstelling
Hierboven wordt beschreven hoe u de tijd instelt wanneer de apparatuur is uitgeschakeld. Voor het gelijkzetten van de klok terwijl de apparatuur is ingeschakeld, gaat u als volgt te werk:
1 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets
om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets.
2 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “Timer Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “Clock Set ?” en druk op de PUSH ENTER toets.
4 Volg de aanwijzingen 3 t/m 6 in de linker
kolom.
Opmerking
De tijdinstelling verdwijnt uit het geheugen wanneer er een stroomonderbreking is of de stekker niet in het stopcontact zit.
PUSH
Links (b)
• Na een vergissing dient u opnieuw te beginnen vanaf stap 1.
NL
8
ENTER
Omlaag (V)
Rechts (B)

Stap 3: Vastleggen van uw favoriete radiozenders

In het afstemgeheugen kunt u in totaal 30 favoriete radiozenders vastleggen (20 voor de FM en 10 voor de AM).
?/1
(Aan/uit­schakelaar)
1
Instelknop PUSH ENTER
3 Druk enkele malen op de MODE
SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op “TUNER Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets.
5 Druk de instelknop enkele malen naar b
3
of B om in te stellen op “TUNER Memory ?” en druk op de PUSH ENTER toets.
In het uitleesvenster verschijnt een voorinstelnummer en de gevonden afstemfrequentie. De beschikbare zenders worden automatisch in volgorde vanaf zendernummer 1 vastgelegd.
Voorbereidingen
Voorinstelnummer
. >
2
1 Druk enkele malen op de TUNER/
BAND toets om de FM of AM afstemband te kiezen.
2 Houd de m of M toets ingedrukt
totdat de frequentie-aanduiding gaat veranderen en laat de toets dan los.
Het doorzoeken van de frequenties stopt automatisch zodra er op een duidelijk doorkomende zender is afgestemd. In het uitleesvenster verschijnt de aanduiding “TUNED” (en ook “STEREO” als er een stereo radio-uitzending wordt ontvangen).
TUNED
STEREO
6 Druk op de PUSH ENTER toets. 7 Herhaal de stappen 2 t/m 6 voor elk van
de voorkeurzenders die u wilt vastleggen.
Uitschakelen van de menufuncties
Druk op de MODE SELECT toets.
wordt vervolgd
NL
9
Stap 3: Vastleggen van uw favoriete radiozenders (vervolg)
Afstemmen op een zender die te zwak is voor automatische afstemming
Druk in stap 2 enkele malen achtereen op de m of M toets om handmatig op de gewenste zender af te stemmen.
Vastleggen van een nieuwe zender onder een al gebruikt voorinstelnummer
Volg de aanwijzingen weer vanaf stap 1. Na stap 5 drukt u op de . of > toets om in te stellen op het voorinstelnummer waaronder u de nieuwe zender wilt vastleggen en dan drukt u op de PUSH ENTER toets.
Onder het gekozen voorinstelnummer kunt u nu een nieuwe zender van uw keuze vastleggen.
Wissen van een vooringestelde zender
1 Druk enkele malen op de TUNER/BAND toets
om de FM of AM afstemband te kiezen.
2 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets
om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “TUNER Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “TUNER Erase ?” en druk op de PUSH ENTER toets.
5 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op de vooringestelde zender die u wilt wissen en druk op de PUSH ENTER toets.
Kies de mogelijkheid “TUNER Ers FM ALL” (of voor “TUNER Ers AM ALL”) als u alle vastgelegde voorkeurzenders in de afstemband tegelijk wilt wissen.
Bij het wissen van een voorkeurzender schuiven alle volgende zenders een plaatsje naar voren op en krijgen dus allemaal een lager nummer.
Tip
De vastgelegde voorkeurzenders zullen na het verwijderen van de stekker uit het stopcontact of na uitvallen van de stroom ongeveer een halve dag in het afstemgeheugen bewaard blijven.
Omschakelen van het AM afsteminterval (Uitgezonderd het model voor Europa)
Het afsteminterval voor de AM ontvangst is in de fabriek ingesteld op 9 kHz (voor sommige gebieden 10 kHz). Om dit AM afsteminterval om te schakelen, stemt u eerst af op een willekeurige AM zender en dan schakelt u het apparaat uit. Houd vervolgens de MODE SELECT toets ingedrukt en schakel zo de stroom weer in. Bij omschakelen van het afsteminterval verdwijnen alle vastgelegde AM voorkeurzenders uit het afstemgeheugen. Om het afsteminterval weer terug te schakelen, herhaalt u deze werkwijze.
10
NL

Stroom besparen in de gebruiksklaar-stand

(Alleen de modellen voor de Noord-Amerika en Europa)
U kunt het stroomverbruik in de uitgeschakelde gebruiksklaar-stand verminderen (stroombesparingsstand) om energie te besparen.
?/1
(Aan/uit­schakelaar)
DISPLAY
Tips
• In de stroombesparingsstand blijft het ?/1 spanningslampje nog wel branden, evenals de schakelklok-indicator (wanneer de schakelklok is ingesteld).
• In de stroombesparingsstand zal de schakelklok gewoon werken.
Opmerkingen
• De klok kan niet op de juiste tijd worden ingesteld in de stroombesparingsstand.
• De één-toets weergavestart zal niet werken in de stroombesparingsstand.
Uitschakelen van de stroombesparingsstand
Druk enkele malen op de DISPLAY toets om een demonstratie van de mogelijkheden van het apparaat of de juiste tijd te zien.
Voorbereidingen
, Druk enkele malen op de DISPLAY
toets wanneer de stereo-installatie is uitgeschakeld.
Telkens wanneer u op deze toets drukt, verspringen de aanduidingen in het uitleesvenster als volgt:
t demonstratie t kloktijd
stroombesparingsfunctie T
In deze stand kunt u de stereo-installatie aan/ uit zetten door indrukken van de ?/1 toets.
11
NL

Basisbediening

Afspelen van een compact disc

— Normale weergave
Met deze stereo-installatie kunt u tot vijf compact discs achtereen afspelen.
?/1
(Aan/uit­schakelaar)
. >
CD NX
x
MODE SELECT
Instelknop PUSH ENTER
VOLUME
12
m M
1 Druk op een van de A 1~5 disc-
keuzetoetsen en leg een compact disc in de disc-lade.
Als een disc niet goed geplaatst is, kan deze niet worden afgespeeld.
Leg de bedrukte label-kant boven. Voor het afspelen van een 8 cm CD singletje plaatst u dit in de binnenste uitsparing van de disc-lade.
Druk nogmaals op dezelfde disc-keuzetoets om de disc-lade te sluiten. Om nog meer compact discs te plaatsen drukt u op de andere A disc-keuzetoetsen om de disc-lade daarvoor te openen.
Voor elke geplaatste CD verschijnt een disc­aanwezig indicator in het uitleesvenster.
Disc-aanwezig indicator
2 Druk op een van de DISC 1~5 toetsen.
De disc-lade sluit en het afspelen van de gekozen CD begint.
Als u op de CD NX toets (of op de CD N toets van de afstandsbediening) drukt met de disc-lade dicht, dan begint het afspelen vanaf het begin van de CD in de disc-lade waarvan de disc-afspeelindicator oplicht.
Nummer van de disc-uitsparing
Muziekstuknummer
12
NL
V
Bb
v
DISC SKIP
X x
. > m M
CD N
MODE SELECT
ENTER
VOL +/–
B/b
Disc-aanwezig/ afspeelindicators
Disc-aanwezig indicator
Bij de “1 Disc” afspeelfunctie (zie blz. 13)
Bij de “All Discs” afspeelfunctie (zie blz. 13)
Verstreken speelduur
Disc­afspeelindicator
Voor het
Stoppen met afspelen
Pauzeren
Opzoeken van een muziekstuk
Opzoeken van een punt in een muziekstuk
Kiezen van een compact disc in de stopstand
Afspelen van alleen de gekozen compact disc
Afspelen van alle CD’s
Uitnemen van een compact disc
Verwisselen van een andere CD tijdens weergave
Bijregelen van de geluidssterkte
Doet u het volgende
Druk op de x stoptoets.
Druk op de CD NX toets (of op de
X
toets van de afstandsbediening). Druk nogmaals op de toets om de weergave te hervatten.
Tijdens weergave of in de pauzestand drukt u op de > toets (om vooruit te gaan) of de . toets (om terug te gaan) op de afstandsbediening.
Druk tijdens weergave op de M of m toets en laat de toets bij het gewenste punt los.
Druk op een van de DISC 1~5 toetsen (of op de DISC SKIP toets van de afstandsbediening).
1
Druk in de stopstand enkele malen op de MODE SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets.
2
Druk de instelknop enkele malen naar of B om in te stellen op “CD Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets.
3
Druk de instelknop enkele malen naar of B om in te stellen op “Play Mode Set Up ?” en druk op de PUSH ENTER toets.
4
Druk de instelknop enkele malen naar of B om in te stellen op “Play Mode 1 Disc” en druk op de PUSH ENTER toets.
1
Druk in de stopstand enkele malen op de MODE SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets.
2
Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “CD Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets.
3
Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “Play Mode Set Up ?” en druk op de PUSH ENTER toets.
4
Druk de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “Play Mode All Discs” en druk op de PUSH ENTER toets.
Druk op een van de A 1~5 disc­keuzetoetsen.
Druk op een van de A 1~5 disc­keuzetoetsen om de disc-lade te openen voor de CD die u wilt verwisselen. Na het inleggen van een nieuwe CD drukt u nogmaals op dezelfde toets om de disc-lade te sluiten.
Draai aan de VOLUME regelaar (of druk op de geluidssterkte VOL +/– afstandsbediening).
b
b
b
Tips
• Bij indrukken van de CD NX toets wanneer de stereo-installatie nog uit staat, wordt deze automatisch ingeschakeld en begint het afspelen van de compact disc, mits er een CD in de disc-lade aanwezig is (één-toets weergavestart). Wanneer de stereo-installatie in de stroombesparingsstand staat, zal de één-toets weergavestart niet werken.
• U kunt in één handeling overschakelen van een andere geluidsbron en de weergave van een compact disc starten, eenvoudig met een druk op de CD NX toets of een van de DISC 1~5 toetsen (automatische geluidsbron-keuze).
• Als er geen CD in de disc-lade aanwezig is, verschijnt de aanduiding “No Disc”.
• Als er een CD in een disc-lade aanwezig is, licht het indicatorlampje voor die disc-lade oranje op. Wanneer er een bepaalde CD is gekozen (of al wordt afgespeeld) licht bovendien de disc­afspeelindicator op. Wanneer er wel een disc aanwezig is, maar die is niet gekozen, dan brandt wel de disc-aanwezig indicator maar niet de disc­afspeelindicator. Wanneer alle disc-lades leeg zijn, branden echter wel alle disc-afspeelindicators en disc-aanwezig indicators.
Opmerking
Wanneer een disc-lade nog niet door de CD-speler is gelezen, kan de disc-aanwezig indicator wel eens branden, ook als er geen CD in die disc-lade aanwezig is.
Basisbediening
NL
13

Een CD opnemen op minidisc met hoge snelheid

––
Versnelde CD-MD synchroonopname
U kunt een compact disc op digitale wijze opnemen op een minidisc, met tweemaal de snelheid van de normale CD-MD synchroonopname.
1
x
3
1
?/1
(Aan/uit­schakelaar)
2
3 Wanneer de aanduiding “PUSH
ENTER!” gaat knipperen, drukt u op de PUSH ENTER toets.
Het opnemen begint. Tijdens het opnemen met hoge snelheid kunt u het opgenomen geluid niet beluisteren. Na afloop van het opnemen stoppen de CD-speler en de minidisc-recorder automatisch.
Stoppen met opnemen
Druk op de x stoptoets.
Als er “Retry” in het uitleesvenster knippert na indrukken van de PUSH ENTER toets in stap 3
Dan is er een leesfout opgetreden en nu probeert het apparaat de gegevens opnieuw te lezen.
• Als het lezen nu wel lukt, gaat de minidisc­recorder door met de versnelde CD-MD synchroonopname.
• Als er iets mis is met de CD of met het apparaat, zodat het lezen nog niet lukt, dan stopt de versnelde CD-MD synchroonopname. In het uitleesvenster gaat “x1” knipperen en de minidisc-recorder schakelt automatisch over op normale CD-MD synchroonopname. Hierbij kunt u overigens het opgenomen geluid niet controleren.
Betreffende de opnamesnelheid
Elke opnamefunctie heeft een eigen opnamesnelheid (zie blz. 40).
Tip
Bij opnemen van een TEXT-CD worden de CD TEXT gegevens (uitgezonderd de disctitel) automatisch ook opgenomen (zie blz. 50).
14
1 Plaats de compact disc die u wilt
opnemen en een voor opnemen geschikte minidisc.
Schuif de minidisc in totdat de minidisc­recorder de disc naar binnen haalt.
2 Druk op de HIGH SPEED CD-MD
SYNC toets.
De minidisc-recorder komt in gereedheid voor opnemen en de aanduiding “x2” licht op in het uitleesvenster.
NL
Opmerkingen
• Met versnelde CD-MD synchroonopname kunt u niet over bestaand materiaal heen opnemen. De minidisc-recorder begint automatisch met opnemen vanaf het einde van de bestaande opnamen.
• Zorg dat de beschikbare opnameduur op de minidisc langer is dan de speelduur van de compact disc, vooral wanneer u alle muziekstukken van de compact disc wilt overnemen.
• U kunt het opnemen niet pauzeren tijdens de versnelde CD-MD synchroonopname.
• Indien de modus voor herhaald afspelen of afspelen in willekeurige volgorde is ingesteld, wordt er bij stap 2 automatisch overgeschakeld op de modus voor normaal afspelen.
• De volgende functies zullen niet werken of worden uitgeschakeld tijdens de versnelde CD-MD synchroonopname: — de “Auto Cut” automatische pauzestand; — het meeluisteren naar het opgenomen geluid.
• Bij de volgende soorten compact discs kan er sprake zijn van storing of leesfouten bij het overnemen op een minidisc: — compact discs waarop een etiket is geplakt; — onregelmatig gevormde CD’s (hartvormige,
stervormige e.d.); — CD’s met de tekst geconcentreerd aan één kant; — oude CD’s; — CD’s met krassen; — vuile CD’s; — kromgetrokken CD’s.
• Als een van de volgende verschijnselen zich voordoet tijdens het afspelen of opnemen van een CD, kan er een leesfout optreden of storing in de opname ontstaan: — als tegen de disc-lade of een ander deel van de
apparatuur wordt gestoten;
— als de minidisc-recorder scheef staat of op een
wankele ondergrond;
— als de minidisc-recorder dichtbij een
luidspreker, een dichtslaande deur of een andere bron van trillingen staat.
— Als er een leesfout optreedt, kan er een extra
muziekstuk zonder geluid worden gecreëerd. Dit extra muziekstuk kunt u wissen met de bewerkingsfunctie (zie blz. 47).

Synchroonopname

De SYNC REC toets biedt de gemakkelijkste methode voor opnemen op een minidisc of een cassette. Voor bandopnamen kunt u zowel Type I (normaalband) als Type II (CrO2-band) cassettes gebruiken.
Het opnameniveau wordt automatisch ingesteld.
?/1
(Aan/uit­schakelaar)
2
1
Instelknop PUSH ENTER
x
MODE
SELECT
1
1 Plaats de op te nemen compact disc (of
minidisc of cassette) en een voor opnemen geschikte minidisc of cassette.
Om bandopnamen van een cassette over te spelen naar een andere cassette, plaatst u de oorspronkelijke cassette in deck A en de nieuw op te nemen cassette in deck B.
Basisbediening
1
wordt vervolgd
15
NL
Synchroonopname (vervolg)
2 Druk enkele malen op de SYNC REC
toets om in te stellen op de gewenste afspeelfunctie en druk dan op de PUSH ENTER toets.
CD t MD: Voor opnemen van een compact disc op een minidisc.
CD t TAPE B: Voor opnemen van een compact disc op een cassette.
TAPE B t MD: Voor opnemen van een cassette op een minidisc.
MD t TAPE B: Voor opnemen van een minidisc op een cassette.
CD t MD
t TAPE B: Voor gelijktijdig opnemen van een compact disc op een minidisc en een cassette.
TAPE A t B HI-Speed: Voor versneld opnemen (kopiëren) van een cassette in deck A op een cassette in deck B.
3 Wanneer de aanduiding “PUSH
ENTER!” gaat knipperen, drukt u op de PUSH ENTER toets.
Het opnemen begint.
Stoppen met opnemen
Druk op de x stoptoets.
Tips
• Bij het opnemen van of naar een cassette kunnen de afspeelfuncties verschillen, afhankelijk van de bandlooprichting van de cassette.
• Bij opnemen van een TEXT-CD worden de CD TEXT gegevens (uitgezonderd de disctitel) automatisch ook opgenomen (zie blz. 50).
• Als u een minidisc gebruikt waarop al iets is opgenomen, zoekt de minidisc-recorder automatisch het eind van het opgenomen gedeelte op, om vanaf dat punt te gaan opnemen. Als u wilt opnemen na eerst alle oude opnamen van de minidisc gewist te hebben, volg dan de aanwijzingen onder “Wissen van minidisc-opnamen” op blz. 51.
• Als u op de achterkant van de cassette wilt opnemen, druk dan op de TAPE B n toets zodat de achterkant-indicator oplicht, na indrukken van de SYNC REC toets in stap 3.
• Voor het opnemen op beide cassettekanten dient u in elk geval aan de voorkant te beginnen. Als u begint met opnemen aan de achterkant, stopt het opnemen altijd aan het eind van de achterkant.
• Om storende bandruis in zacht doorkomende hoge frequenties te onderdrukken, volgt u de onderstaande aanwijzingen alvorens u op de SYNC REC toets drukt. 1 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets
om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets.
2 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “TAPE Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “DOLBY NR Set Up ?” en druk op de PUSH ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “On” en druk op de PUSH ENTER toets. De aanduiding “DOLBY NR” licht op in het
uitleesvenster. Om terug te keren naar de oorspronkelijke instelling herhaalt u de stappen 1 t/m 4 en kiest u de stand “Off” in stap 4.
Opmerkingen
• Als de minidisc beveiligd is tegen opnemen en wissen, verschijnen de aanduidingen “C11” en “Protected” beurtelings in het uitleesvenster en dan is opnemen niet mogelijk. Druk op de A uitwerptoets en neem de minidisc uit, schuif het wispreventienokje dicht (zie blz. 37), steek de minidisc opnieuw in en probeer het opnemen nogmaals.
• Tijdens het opnemen kunt u niet naar een andere geluidsbron luisteren.
16
NL

Afspelen van een minidisc

— Normale weergave
?/1
(Aan/uit­schakelaar)
. >
2
x
m M
2 Druk op de MD NX (of de MD N
toets van de afstandsbediening).
Het afspelen begint.
Muziekstuknummer
Basisbediening
Speelduur
A
VOLUME
1
1
Steek een opgenomen minidisc in de opening.
Schuif de minidisc in totdat de minidisc­recorder de disc naar binnen haalt.
Als de disc-aanwezig indicator in het uitleesvenster oplicht, dan is er al eerder een minidisc geplaatst. Druk op de A uitwerptoets en neem de vorige minidisc uit om nu de af te spelen minidisc te plaatsen.
Met de pijl naar binnen gericht.
Met de label-kant boven en het schuifdeksel rechts.
Disc-aanwezig indicator
Voor
Stoppen met afspelen
Pauzeren
Opzoeken van een muziekstuk
Opzoeken van een passage in een muziekstuk
Uitnemen van de minidisc
Bijregelen van de geluidssterkte
Tips
• In stap 2 kunt u als volgt de weergave starten vanaf het gewenste muziekstuk. 1 Druk enkele malen op de ./> zoektoets
totdat het gewenste muziekstuknummer in het uitleesvenster verschijnt.
2 Press MD NX toets.
• Druk op de MD NX toets terwijl de stereo­installatie nog uit staat, kunt u deze automatisch inschakelen en het afspelen van een minidisc laten beginnen, mits er een minidisc in het apparaat aanwezig is (één-toets weergavestart). Wanneer de stereo-installatie in de stroombesparingsstand staat, zal de één-toets weergavestart niet werken.
• Ook kunt in één handeling overschakelen van een andere geluidsbron om de weergave van een minidisc te starten, met een enkele druk op de MD NX toets (automatische geluidsbron-keuze).
Als er geen minidisc in het apparaat aanwezig is, verschijnt de aanduiding “No Disc” in het uitleesvenster.
Opmerking
Gebruik in dit apparaat geen minidiscs waarvan het etiket uitsteekt, omkrult of scheef is geplakt. Een dergelijke minidisc kan het inwendige mechanisme beschadigen.
Doet u het volgende
Druk op de x stoptoets.
Druk op de MD NX toets (of de MD X toets van de afstandsbediening). Nogmaals drukken om de weergave te hervatten.
Druk tijdens afspelen of in de pauzestand op de > toets (om vooruit te zoeken) of de . toets (om terugwaarts te zoeken).
Houd tijdens afspelen de M of m toets ingedrukt en laat deze los bij de gewenste muziekpassage.
Druk op de A uitwerptoets.
Draai aan de VOLUME knop (of druk op de VOL +/– toets van de afstandsbediening).
17
NL

Afspelen van een cassette

1 Druk op de A A of A B toets en steek
een bespeelde cassette in deck A of B.
De cassettedecks zijn geschikt voor weergave van TYPE I (normaalband), TYPE II (CrO2-band) en TYPE IV (metaalband) cassettes. Bij plaatsen van een cassette neemt het deck automatisch de bandsoort waar en stelt daarop in.
?/1
(Aan/uit­schakelaar)
2
7
Instelknop
x
PUSH ENTER
3
Leg de kant die u wilt weergeven naar u toe.
De cassette-aanwezig indicator licht op in het uitleesvenster.
Cassette-aanwezig indicators
2 Druk enkele malen op de FUNCTION
toets om in te stellen op “TAPE A” of “TAPE B”.
3 Druk enkele malen op de MODE
SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar
b of B om in te stellen op “TAPE Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets.
18
NL
V
Bb
v
1
VOLUME
x . > m M
TAPE A N TAPE B N
MODE SELECT ENTER
VOL +/–
B/b
m M. >
5 Druk de instelknop enkele malen naar
b of B om in te stellen op “Direction Set Up ?” en druk op de PUSH ENTER toets.
6 Druk de instelknop enkele malen naar
b of B om in te stellen op “1 Way” voor het afspelen van één cassettekant, op “Cycle” voor het afspelen van beide cassettekanten, of op “Relay”* voor het afspelen van beide decks achtereen en druk dan op de PUSH ENTER toets.
7 Druk op de TAPE A (of TAPE B) N
toets.
Om de achterkant van de cassette af te spelen drukt u op de TAPE A (of TAPE B) n toets. Dan begint de weergave.
Bij gebruik van de afstandsbediening drukt u op de TAPE A (of TAPE B) N toets om de weergave te starten. Voor het afspelen van de achterkant drukt u nogmaals op de TAPE A (of TAPE B) N toets.
* De continu-weergave verloopt altijd in de
onderstaande volgorde:
t
Deck A (
voorkant) t
Deck B (
achterkant) T
Voor het
Stoppen met Vooruitspoelen
Terugspoelen
Uitnemen van de cassette
Bijregelen van de geluidssterkte
Uitschakelen van de menufuncties
Druk op de MODE SELECT toets.
Deck A (
achterkant
Deck B (
Doet u het volgende
Druk op de x stoptoets. Druk op de m of M
snelspoeltoets. Druk op de m of M
snelspoeltoets. Druk op de A A of A B toets.
Draai aan de VOLUME regelaar (of druk op de VOL +/– toets van de afstandsbediening).
)
voorkant) T
Tips
• Bij indrukken van de TAPE A (of TAPE B) N of n weergavetoets wanneer de stereo-installatie nog
uit staat, wordt deze automatisch ingeschakeld en begint het afspelen van de cassette, mits er een cassette in het deck aanwezig is (één-toets weergavestart). Wanneer de stereo-installatie in de stroombesparingsstand staat, zal de één-toets weergavestart niet werken.
• U kunt in één handeling overschakelen van een andere geluidsbron en de weergave van een cassette starten, eenvoudig met een druk op de TAPE A (of TAPE B) N of n weergavetoets (automatische geluidsbron-keuze).
• Om storende bandruis in zacht doorkomende hoge frequenties te onderdrukken, volgt u de onderstaande aanwijzingen: 1 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets
om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets.
2 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “TAPE Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “DOLBY NR Set Up ?” en druk op de PUSH ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “On” en druk op de PUSH ENTER toets. De aanduiding “DOLBY NR” licht op in het
uitleesvenster. Om terug te keren naar de oorspronkelijke instelling herhaalt u de stappen 1 t/m 4 en kiest u de stand “Off” in stap 4.
Opzoeken van het begin van een muziekstuk (AMS* zoekfunctie)
Druk op de tijdens afspelen enkele malen op de
. of > toets, in dezelfde richting als de n of N indicator, om de band in voorwaartse
richting te doorzoeken. Druk enkele malen op de . of > toets in de tegengestelde richting om terugwaarts te zoeken.
De richting waarin u zoekt, + (vooruit) of – (terugwaarts) en het aantal versprongen nummers (1~9) worden in het uitleesvenster aangegeven.
Voorbeeld: twee nummers vooruit zoeken
Basisbediening
* AMS zoekfunctie (Automatische Muziek Sensor)
wordt vervolgd
19
NL
Afspelen van een cassette
(vervolg)
Opmerkingen
• Bij doorlopende weergave met de “Relay” of “Cycle” functie stopt het deck automatisch nadat de cyclus, d.w.z. afspelen van beide cassettekanten, vijfmaal is herhaald.
• De AMS-zoekfunctie kan wel eens niet goed werken in de volgende gevallen: – als er tussen twee muziekstukken geen vier
seconden stilte is;
– als de geluidssterkte van het linker kanaal sterk
verschilt van die van het rechter kanaal;
– bij langdurige stille of erg zachte passages in
een muziekstuk, of geruime tijd alleen maar lage tonen (zoals bij een bas-solo, een tuba of een bariton-saxofoon);
– als het cassettedeck te dicht bij een TV-toestel
staat. (In dit geval kunt u de apparatuur beter wat verder van het TV-toestel zetten of de TV uitschakelen.)

Luisteren naar de radio

— Geheugenafstemming
Leg eerst uw favoriete radiozenders in het afstemgeheugen vast (zie “Stap 3: Vastleggen van uw favoriete radiozenders” op blz. 9).
?/1
(Aan/uit­schakelaar)
12
m M
MODE
SELECT
20
NL
V
Bb
v
VOLUME
Instelknop PUSH ENTER
. > m M
TUNER/BAND
VOL +/–
1 Druk enkele malen op de TUNER/
BAND toets om de FM of AM afstemband te kiezen.
2 Druk op de . of > toets om af te
stemmen op de gewenste voorkeurzender.
Voorinstelnummer*
STEREO
Afstemfrequentie of zendernaam**
* Als er slechts één voorkeurzender is
ingesteld, verschijnt de aanduiding “ONE PRESET” in het uitleesvenster.
**De zendernaam verschijnt alleen wanneer u
afstemt op een zender waarvoor u zelf een naam hebt ingevoerd.
Voor het
Uitschakelen van de radio
Bijregelen van de geluidssterkte
Luisteren naar radiozenders die niet zijn vastgelegd
Gebruik handmatige of automatische afstemming in stap 2. Voor handmatige afstemming drukt u enkele malen achtereen op de m of M toets. Voor automatische afstemming houdt u de m of M toets langer ingedrukt.
Doet u het volgende
Druk op de ?/1 schakelaar.
Draai aan de VOLUME regelaar (of druk op de VOL +/– toets van de afstandsbediening).
Tips
• Bij indrukken van de TUNER/BAND toets wanneer de stereo-installatie nog uit staat, wordt deze automatisch ingeschakeld en begint de weergave van de laatst ontvangen radiozender (één-toets weergavestart). Wanneer de stereo-installatie in de stroombesparingsstand staat, zal de één-toets weergavestart niet werken.
• U kunt in één handeling overschakelen van een andere geluidsbron naar de tuner en de radio­ontvangst starten, eenvoudig met een druk op de TUNER/BAND toets (automatische geluidsbron­keuze).
• Wanneer een FM stereo radio-uitzending niet duidelijk doorkomt, volgt u de onderstaande aanwijzingen: 1 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets
om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets.
2 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “TUNER Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “Stereo Mono ?” en druk op de PUSH ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “Mono” en druk op de PUSH ENTER toets. De aanduiding “Mono” licht op in het
uitleesvenster. Het stereo-effect zal nu verloren gaan, maar de radio-ontvangst zal helderder klinken. Om weer stereo-geluid te horen, herhaalt u de stappen 1 t/m 4 en kiest u de stand “Stereo” in stap 4.
• Om de beste radio-ontvangst te verkrijgen kan het nodig zijn verschillende standen van de bijgeleverde antennes uit te proberen.
Basisbediening
21
NL
Opnemen van een radio­uitzending op minidisc
2 Druk enkele malen op de TUNER/
BAND toets om te kiezen voor de FM of AM afstemband.
22
U kunt op gewone analoge wijze radio-uitzendingen op minidisc opnemen. Als u een minidisc gebruikt waarop al iets is opgenomen, begint het opnemen automatisch vanaf het eind van het opgenomen gedeelte. Als u wilt opnemen na eerst alle oude opnamen van de minidisc gewist te hebben, volg dan de aanwijzingen onder “Wissen van minidisc-opnamen” op blz. 51.
?/1
(Aan/uit­schakelaar)
2
4
3
1
A
5
x
1 Steek een voor opnemen geschikte
minidisc in de opening.
Schuif de minidisc in totdat de minidisc­recorder de disc naar binnen haalt.
Als de disc-aanwezig indicator in het uitleesvenster oplicht, dan is er al eerder een minidisc geplaatst. Druk op de A uitwerptoets en neem de vorige minidisc uit om nu de af te spelen minidisc te plaatsen.
Met de pijl naar binnen gericht.
Met de label-kant boven en het schuifdeksel rechts.
Disc-aanwezig indicator
NL
3 Druk enkele malen op de . of >
toets om af te stemmen op een voorkeurzender.
Voorkeurzendernummer
Afstemfrequentie of zendernaam*
* De zendernaam verschijnt alleen wanneer u
afstemt op een zender waarvoor u zelf een naam hebt ingevoerd.
STEREO
4 Druk op de MD REC toets.
De minidisc-recorder komt in gereedheid voor opname en de MD REC toets licht op.
5 Druk op de MD NX toets.
Het opnemen begint.
Voor
Stoppen met opnemen
Pauzeren van de opname
Uitnemen van de minidisc
Tips
• Als er bij het opnemen van een AM radio­uitzending storing klinkt, kunt u dit verhelpen door de AM kaderantenne in een andere richting te draaien of een aardleiding aan te sluiten op de U aardklem (zie blz. 87).
• In mono kunt u langer opnemen op een minidisc. Zie de beschrijving onder “Extra-lange opnamen” op blz. 40.
• Na stap 4 kunt u het opnameniveau naar wens instellen (zie blz. 46).
Opmerking
Als de minidisc beveiligd is tegen opnemen en wissen, verschijnen de aanduidingen “C11” en “Protected” beurtelings in het uitleesvenster en dan is opnemen niet mogelijk. Neem de minidisc uit, schuif het wispreventienokje dicht (zie blz. 37) en probeer het nogmaals.
Doet u het volgende
Druk op de x stoptoets.
Druk op de MD NX toets. Nogmaals drukken om de opname te hervatten.
Druk op de A uitwerptoets.
Opnemen van een radio­uitzending op cassette
2 Druk enkele malen op de TUNER/
BAND toets om de FM of AM afstemband te kiezen.
Na keuze van de gewenste vastgelegde voorkeurzender kunt u radio-uitzendingen op de band opnemen. U kunt TYPE I (normaalband) of TYPE II (CrO2-band) cassettes gebruiken. Het opnameniveau wordt automatisch ingesteld.
?/1
(Aan/uit­schakelaar)
TAPE B n
23 5
x
3 Druk enkele malen op de . of >
toets om af te stemmen op de gewenste voorkeurzender.
Voorinstelnummer
STEREO
Afstemfrequentie of zendernaam*
* De zendernaam verschijnt alleen wanneer u
afstemt op een zender waarvoor u zelf een naam hebt ingevoerd.
4 Druk op de TAPE REC PAUSE/
START toets.
Deck B komt in de opnamepauzestand te staan.
5 Druk enkele malen op de MODE
SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets.
6 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op “TAPE Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets.
Basisbediening
4,9
1
Instelknop PUSH ENTER
1 Druk op de A B toets en plaats een voor
opnemen geschikte cassette in deck B.
Leg de kant voor opname naar u toe.
7 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op “Direction Set Up ?” en druk op de PUSH ENTER toets.
8 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op “1 Way” voor het opnemen op één cassettekant of op “Cycle” (of “Relay”) voor het opnemen op beide cassettekanten, en druk dan op de PUSH ENTER toets.
9 Druk op de TAPE REC PAUSE/
START toets.
Het opnemen begint.
wordt vervolgd
23
NL
Opnemen van een radio­uitzending op cassette (vervolg)
Stoppen met opnemen
Druk op de x stoptoets.
Uitschakelen van de menufuncties
Druk op de MODE SELECT toets.
Tips
• Wilt u op de achterkant van de cassette beginnen met opnemen, druk dan na de TAPE REC PAUSE/ START toets in stap 4 op de TAPE B n toets zodat de indicator van die toets oplicht.
• Wilt u op beide cassettekanten opnemen, begin dan aan de voorkant van de cassette met opnemen. Als u aan de achterkant begint, stopt het opnemen zodra het einde van die kant is bereikt.
• Voor het opnemen van een uitzending van een radiozender die niet is vastgelegd, gebruikt u in stap 3 de m en M toets om handmatig op de gewenste zender af te stemmen.
• Om storende bandruis in zacht doorkomende hoge frequenties te onderdrukken, volgt u na het indrukken van de TAPE REC PAUSE/START toets in stap 4 de volgende aanwijzingen. 1 Druk enkele malen op de MODE SELECT toets
om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets.
2 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “TAPE Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “DOLBY NR Set Up ?” en druk op de PUSH ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “On” en druk op de PUSH ENTER toets. De aanduiding “DOLBY NR” licht op in het
uitleesvenster. Om terug te keren naar de oorspronkelijke instelling herhaalt u de stappen 1 t/m 4 en kiest u de stand “Off” in stap 4.
• Als er bij het opnemen van een radio-uitzending storing klinkt, kunt u dit verhelpen door de antenne voor de betreffende afstemband in een andere richting te draaien.
24
NL

Luisteren naar compact discs

Gebruik van het CD uitleesvenster

In het uitleesvenster kunt u de resterende speelduur van het weergegeven muziekstuk of de gehele compact disc controleren.
Als er een CD TEXT disc is geplaatst, kunt u de tekst daarvan, zoals de disc-titel, muziektitels en de naam van de artiest(en) in het uitleesvenster zien. Zodra het apparaat een geplaatste CD TEXT disc waarneemt, verschijnt de aanduiding “CD TEXT” in het uitleesvenster.
?/1
(Aan/ uit-schakelaar)
2
2 Druk op de DISPLAY toets.
Telkens wanneer u op deze toets drukt, tijdens de normale weergave of in de stopstand, verandert de aanduiding in het uitleesvenster als volgt:
Tijdens normale weergave
t Verstreken speelduur van het weergegeven
muziekstuk
r
Resterende speelduur van het weergegeven muziekstuk
r
Resterende speelduur van de huidige compact disc (“1 Disc” stand) of “--m--s” aanduiding (“All Discs” stand)
r
Titel van het weergegeven muziekstuk*
r
Gewone tijdsaanduiding (acht seconden lang)
r
Gekozen geluidseffect of “EFFECT ON (OFF)”
In de stopstand
Tijdens programma-weergave en als er nummers geprogrammeerd zijn
t Laatst geprogrammeerd muziekstuknummer
en totale programma-speelduur
r
Totaal aantal geprogrammeerde nummers (acht seconden lang)
r
Titel en uitvoerende artiesten van de CD*
r
Gewone tijdsaanduiding (acht seconden lang)
r
Gekozen geluidseffect of “EFFECT ON (OFF)”
Luisteren naar compact discs
1
1 Druk net zovaak op de FUNCTION
toets totdat er “CD” in het uitleesvenster verschijnt.
Tijdens andere afspeelfuncties
t Totaal aantal muziekstukken en totale
speelduur
r
Titel en uitvoerende artiesten van de CD*
r
Gewone tijdsaanduiding (acht seconden lang)
r
Gekozen geluidseffect of “EFFECT ON (OFF)”
* Alleen met CD TEXT discs (maar bepaalde letters
kunnen niet worden aangegeven). Afhankelijk van de disc kan niet alle CD TEXT informatie worden getoond.
25
NL

Herhaalde weergave van muziekstukken op CD

–– REPEAT weergave
4 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op “Repeat Set Up ?” en druk op de PUSH ENTER toets.
Met de herhaalfunctie kunt u een enkele compact disc of alle CD’s laten herhalen met normale weergave, willekeurige weergave of programma­weergave.
?/1
(Aan/uit­schakelaar)
12
Instelknop PUSH ENTER
5 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op “Repeat 1” of “Repeat All” en druk op de PUSH ENTER toets.
Als u “Repeat 1” kiest, wordt er een enkel muziekstuk herhaald weergegeven. Bij instellen op “Repeat All” zijn de herhaalde muziekstukken afhankelijk van uw keuze in het “Play Mode Set Up ?” menu.
Play Mode instelling*
1 Disc 1 Shuffle All Discs
All Shuf Program
* Alleen in de stopstand kunt u de
afspeelfunctie omschakelen. Zie voor het kiezen van een andere Play Mode instelling blz. 13.
Uitschakelen van de menufuncties
Druk op de MODE SELECT toets.
Herhaalt
alle muziekstukken op de weergegeven CD tot vijf maal
alle muziekstukken van alle CD’s tot vijf maal
Niet van toepassing uw samengestelde
muziekprogramma tot vijf maal
26
1 Druk net zovaak op de FUNCTION
keuzeschakelaar tot de aanduiding “CD” verschijnt en leg dan een of meer compact discs in de disc-lade.
2 Druk enkele malen op de MODE
SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets.
3
Druk de instelknop enkele malen naar b of
B
om in te stellen op “CD Set Up ?” en
NL
druk weer op de PUSH ENTER toets.
1
Uitschakelen van de herhaalfunctie
Kies in stap 5 de “Repeat Off” stand.

Willekeurige weergave van muziekstukken op CD

–– SHUFFLE weergave
4 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op “Play Mode Set Up ?” en druk op de PUSH ENTER toets.
Alle muziekstukken van een compact disc of van alle compact discs kunnen in willekeurige volgorde worden weergegeven.
?/1
(Aan/uit­schakelaar)
12
DISC 1~5
Instelknop
PUSH ENTER6
1
1 Druk net zovaak op de FUNCTION
keuzeschakelaar tot de aanduiding “CD” verschijnt en leg dan een of meer compact discs in de disc-lade.
5 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op “All Shuf “1 Shuffle” en druk op de PUSH ENTER toets.
Bij “All Shuf ” worden alle compact discs in de CD-speler in willekeurige volgorde weergegeven. De “1 Shuffle” functie speelt in willekeurige volgorde alleen de muziekstukken van de CD waarvoor de disc­afspeelindicator oplicht.
” of
6 Druk op de CD NX toets.
Dan begint het afspelen in willekeurige volgorde.
Uitschakelen van de menufuncties
Druk op de MODE SELECT toets.
Uitschakelen van de willekeurige weergave
Stel bij stap 5 in op “All Discs” of “1 Disc”. Hierna worden de muziekstukken in de normale
volgorde weergegeven.
Kiezen van een gewenste compact disc
Druk op de DISC 1~5 toets.
Tip
Om door te gaan naar een volgend muziekstuk, drukt u op de > toets.
Opmerking
Alleen in de stopstand kunt u de afspeelfunctie omschakelen.
Luisteren naar compact discs
2 Druk in de stopstand enkele malen op
de MODE SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar b
of B om in te stellen op “CD Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets.
27
NL

Programmaweergave van muziekstukken op CD

–– PROGRAM weergave
U kunt uw eigen muziekselectie samenstellen door maximaal 25 nummers van alle CD’s te programmeren in de volgorde waarin u de muziek wilt horen.
?/1
(Aan/uit­schakelaar)
12
x
9
Instelknop PUSH ENTER
3 Druk de instelknop enkele malen naar
b of B om in te stellen op “CD Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar
b of B om in te stellen op “Program Set ?” en druk op de PUSH ENTER toets.
5 Druk de instelknop enkele malen naar
v of V om de gewenste CD te kiezen.
Als u alle muziekstukken van een CD wilt programmeren, kunt u na het kiezen van de CD in deze stap de volgende stap 6 overslaan en direct doorgaan met stap 7.
6 Druk de instelknop enkele malen naar
b of B om het gewenste muziekstuk te kiezen.
Nummer van
Disc-nummer
PROGRAM
Totale speelduur (inclusief het gekozen muziekstuk)
muziekstuk
28
1
1 Druk net zovaak op de FUNCTION
keuzeschakelaar tot de aanduiding “CD” verschijnt en leg dan een of meer compact discs in de disc-lade.
2 Druk in de stopstand enkele malen op
de MODE SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets.
NL
7 Druk op de PUSH ENTER toets.
Het gekozen muziekstuk is nu in uw muziekprogramma vastgelegd. Wanneer u alle muziekstukken hebt gekozen, verschijnt er “AL” in het uitleesvenster en dan gelden alle muziekstukken als één stap in het programma. Het volgnummer in het muziekprogramma verschijnt, gevolgd door de totale speelduur.
8 Voor elk muziekstuk dat u aan uw
muziekprogramma wilt toevoegen, herhaalt u de stappen 5 t/m 7. Voor het kiezen van een volgend muziekstuk van dezelfde compact disc kunt u stap 5 achterwege laten.
9 Druk op de CD NX toets.
Alle geprogrammeerde muziekstukken worden dan in de door u gekozen volgorde afgespeeld.
Uitschakelen van de menufuncties
Druk op de MODE SELECT toets.
Uitschakelen van de programma­weergave
1 Druk enkele malen op de FUNCTION toets
totdat er “CD” in het uitleesvenster verschijnt.
2 Druk in de stopstand enkele malen op de
MODE SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “CD Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “Play Mode Set Up ?” en druk op de PUSH ENTER toets.
5 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “All Discs” of “1 Disc” en
druk op de PUSH ENTER toets. Hierna worden de muziekstukken in hun normale volgorde weergegeven.
Muziekstukken toevoegen aan een bestaand programma
Volg de aanwijzingen 1 t/m 8 terwijl het afspelen gestopt is. Dan kunt u elk gewenst muziekstuk toevoegen na de laatst geprogrammeerde stap.
Controleren van uw muziekprogramma
1 Druk enkele malen op de FUNCTION toets
totdat er “CD” in het uitleesvenster verschijnt. 2 Druk in de stopstand enkele malen op de
MODE SELECT toets om in te stellen op “Set
Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER
toets. 3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “CD Set Up ?” en druk weer
op de PUSH ENTER toets. 4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “PGM Check Clear ?” en
druk op de PUSH ENTER toets. 5 Druk de instelknop naar b of B.
Het discnummer en het muziekstuknummer
worden aangegeven. 6 Na het controleren van uw muziekprogramma,
drukt u op de MODE SELECT toets.
Wissen van een ongewenst nummer uit uw muziekprogramma
1 Druk enkele malen op de FUNCTION toets
totdat er “CD” in het uitleesvenster verschijnt.
2 Druk in de stopstand enkele malen op de
MODE SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “CD Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “PGM Check Clear ?” en druk op de PUSH ENTER toets.
5 Druk de instelknop naar b of B.
Het discnummer en het muziekstuknummer worden aangegeven.
6 Als u het aangegeven nummer wilt wissen,
drukt u op de PUSH ENTER toets. De aanduiding “Clear ?” verschijnt in het uitleesvenster.
7 Druk nogmaals op de PUSH ENTER toets.
Het in stap 5 aangegeven muziekstuknummer wordt nu uit het programma verwijderd.
Wissen van het gehele muziekprogramma
1 Druk enkele malen op de FUNCTION toets
totdat er “CD” in het uitleesvenster verschijnt.
2 Druk in de stopstand enkele malen op de
MODE SELECT toets om in te stellen op “Set Up Mode” en druk dan op de PUSH ENTER toets.
3 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “CD Set Up ?” en druk weer op de PUSH ENTER toets.
4 Druk de instelknop enkele malen naar b of B
om in te stellen op “PGM Check Clear ?” en druk op de PUSH ENTER toets.
5 Druk de instelknop naar b of B om in te stellen
op “PGM All Clear” en drukt dan op de PUSH ENTER toets. De aanduiding “PGM All Clear ?” verschijnt.
6 Druk op de PUSH ENTER toets.
wordt vervolgd
Luisteren naar compact discs
29
NL
Programmaweergave van muziekstukken op CD (vervolg)
Tips
• U kunt ook een muziekprogramma samenstellen via het “Play Mode Set Up ?” menu. Stel in stap 4 in op “Play Mode Set Up ?”, druk dan de instelknop enkele malen naar b of B om in te stellen op “Program” en druk op de PUSH ENTER toets. Volg daarna de aanwijzingen 5 t/m 9.
• Een eenmaal vastgelegd muziekprogramma blijft ook na afspelen in het geheugen bewaard. Met een druk op de CD NX toets kunt u hetzelfde programma dus nogmaals weergeven.
• Als tijdens programmeren in plaats van de totale speelduur “--m--s” verschijnt, betekent dit: – dat u een muziekstuknummer boven de 20 heeft
geprogrammeerd, of.
– dat de totale geprogrammeerde speelduur meer
bedraagt dan 100 minuten.
Opmerkingen
• Een muziekprogramma zal in het geheugen bewaard blijven totdat u het annuleert volgens de aanwijzingen onder “Wissen van het gehele muziekprogramma”. Daarnaast zal bij inschakelen van de bandlengte-montagefunctie ook het gehele programma automatisch gewist worden.
• Alleen in de stopstand kunt u de afspeelfunctie omschakelen.
30
NL
Loading...
+ 278 hidden pages