Sony CMT-J3MD User Manual [nl]

Compact Component Hi-Fi System
Gebruiksaanwijzing
3-868-033-71(1)
CMT-J3MD
©2000 Sony Corporation
Installeer de stereo-installatie niet in een krappe ruimte, zoals een boekenkast of ingebouwde kast.
Dit apparaat is geclassificeerd als een KLASSE 1 LASER product. De “CLASS 1 LASER PRODUCT” aanduiding bevindt zich aan de achterkant van het apparaat.
Dit waarschuwingslabel bevindt zich binnenin het apparaat.
IN GEEN ENKELE SITUATIE KAN DE VERKOPER AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR DIRECTE SCHADE, SECUNDAIRE SCHADE OF WAT VOOR SCHADE DAN OOK, VOORTVLOEIEND UIT GEBRUIK VAN HET APPARAAT OF EEN DEFECT HIERIN, NOCH VOOR HIERMEE SAMENHANGENDE ONKOSTEN OF VERLIEZEN.
Voor de Klanten in Nederland
Bij dit product zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA.
Deze stereo-installatie is uitgerust met een ruisonderdrukkingssysteem van het Dolby* B-type.
* Dolby ruisonderdrukking geproduceerd onder licentie van: Dolby Laboratories Licensing Corporation.
DOLBY en het dubbel D symbool ; zijn handelsmerken van: Dolby Laboratories Licensing Corporation.
Inhoudsopgave
Voorbereidingen
Stap 1: Aansluiten van het systeem.......... 4
Stap 2: Instellen van de klok .................... 6
Stap 3: Voorprogrammeren van
radiozenders........................................ 7
Energie besparen in de wachtstand ........... 9
Basisbedieningen
Afspelen van een CD .............................. 10
Opnemen van een CD op een MD of een
tape ................................................... 11
Afspelen van een MD ............................. 14
Afspelen van een tape ............................. 15
Een tape opnemen op een MD
— TAPE-MD-synchroon-opname ... 17 Luisteren naar de radio — Afstemmen op
voorgeprogrammeerde zenders ........ 18
Opnemen van de radio
— Handmatige opname .................... 20
De CD-speler
Herhaald afspelen van muziekstukken
op de CD
— REPEAT-afspeelfunctie .............. 22
Muziekstukken op een CD in willekeurige
volgorde afspelen
— SHUFFLE-afspeelfunctie ............ 23
Programmeren van muziekstukken op een
CD — PROGRAM-afspeelfunctie ... 23
Gebruik van het CD- display .................. 25
Invoeren van disctitels
— CD-geheugen ............................... 26
Het MD-deck — Afspelen
Herhaald afspelen van muziekstukken op de
MD — REPEAT-afspeelfunctie....... 28
Muziekstukken op een MD in willekeurige
volgorde afspelen
— SHUFFLE-afspeelfunctie ............ 28
Programmeren van muziekstukken
op een MD
— PROGRAM-afspeelfunctie ......... 29
Gebruik van het MD-display................... 30
Het MD-deck — Opnemen
Alvorens met het opnemen
te beginnen ....................................... 31
Uw favoriete muziekstukken van een CD
opnemen op een MD
— CD-MD-synchroon-opname........ 32
Handmatig opnemen op een MD
— Handmatige opname .................... 34
Opnamestart met 6 seconden muziek uit het
buffergeheugen
— Tijdmachine-opname ................... 35
Aanbrengen van muziekstuknummers .... 37
Inlassen van een 3-seconden interval tussen
de muziekstukken
— Smart Space ................................. 39
Instellen van het opnameniveau .............. 40
Mono-opnamen ....................................... 41
Het MD-deck — Monteren
Alvorens met het monteren
te beginnen ....................................... 42
Invoeren van MD-titels
— NAME-functie ............................. 43
Wissen van opnamen
— ERASE-functie ............................ 45
Verplaatsen van opgenomen muziekstukken
— MOVE-functie ............................. 48
Onderverdelen van opgenomen
muziekstukken
— DIVIDE-functie ........................... 49
Samenvoegen van opgenomen
muziekstukken
— COMBINE-functie ...................... 50
Ongedaan maken van de laatste wijziging
— UNDO-functie ............................. 52
Het tapedeck — Opnemen
Uw favoriete muziekstukken van een CD
opnemen op een tape
— CD-TAPE-synchroon-opname .... 53
Opnemen van een MD op een tape ......... 55
Handmatig opnemen op een tape
— Handmatige opname .................... 57
Geluidsregeling
Versterken van de lage tonen
— DBFB........................................... 58
Het Preset Equalizer-menu kiezen .......... 58
Overige functies
Toewijzing van een naam aan een
voorgeprogrammeerde zender
— Station Name ............................... 59
Gebruik van het radio-informatiesysteem
(RDS)*.............................................. 60
Inslapen met muziek
— SLEEP-timerfunctie .................... 61
Ontwaken met muziek
— DAILY-timerfunctie.................... 61
Radioprogramma’s opnemen
met de timer ...................................... 63
Aansluiten van los verkrijgbare componenten
Aansluiten van los verkrijgbare
AV-componenten ............................. 65
Aansluiten van buitenantennes................ 65
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen ............................ 66
Systeembeperkingen van MD’s .............. 68
Verhelpen van storingen ......................... 69
Zelfdiagnose-display ............................... 72
Technische gegevens............................... 74
Beschrijving van de onderdelen van de
afstandsbediening ............................. 75
Index........................................................ 77
* Alleen Europees model

Voorbereidingen

Stap 1: Aansluiten van het systeem

Volg de onderstaande procedure 1 t/m 3 om uw systeem met behulp van de bijgeleverde snoeren en accessoires aan te sluiten.
Luidspreker (rechts)
AM-raamantenne
FM-antenne
Luidspreker (links)
1 Sluit de luidsprekers aan.
Sluit de luidsprekersnoeren aan op de SPEAKER-aansluitingen van het apparaat en op de aansluitingen van de luidsprekers, zoals hierna is aangegeven.
Houd de luidsprekersnoeren uit de buurt van de antennes om ruis te voorkomen.
Zwart (#)
Grijs (3)
Steek dit gedeelte erin
2 Sluit de FM/AM-antennes aan.
Installeer de AM-raamantenne en sluit deze daarna aan.
AM­raamantenne
FM 75
Trek de FM-draadantenne er horizontaal uit
3 Steek de stekker in het stopcontact.
Indien de stekker niet in het stopcontact past, dient u de bijgeleverde adapter aan de stekker te bevestigen (alleen bij modellen met een verloopstuk).
Plaatsing van twee R6 (AA-formaat) batterijen in de afstandsbediening
Opmerkingen
• Indien u de afstandsbediening lange tijd niet denkt te gebruiken, dient u de batterijen te verwijderen om mogelijke beschadiging door batterijlekkage te voorkomen.
• Zorg dat u de batterijen met de juiste polariteit plaatst.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen naast elkaar.
AM
• Gebruik geen verschillende soorten batterijen naast elkaar.
• Gebruik geen batterij die lekt.
• Indien de batterij lekt, dient u de batterijhouder te reinigen en alle batterijen te vernieuwen.
Voorbereidingen
e
E
E
e
Tip
Bij normaal gebruik gaan de batterijen ongeveer zes maanden mee. Wanneer u het systeem niet langer op afstand kunt bedienen, dient u beide batterijen te vernieuwen.

Stap 2: Instellen van de klok

Om de schakelklok te kunnen gebruiken, moet u de klok vooraf op de juiste tijd instellen. De klok van het Europese model werkt met 24 uren, en die van andere modellen met 12 uren. Voor de afbeeldingen wordt de klok met 24 uren gebruikt.
4 Druk op ENTER/YES of CURSORt.
De minuten-indicatie begint te knipperen.
5 Druk op . of > om de minuten in
te stellen.
`/1
1 2
4,6
CURSORT
3,5
m
.
H
X
1 Schakel het systeem in. 2 Druk op CLOCK/TIMER SET.
Het klokdisplay verschijnt en de uur­indicatie begint te knipperen.
4
M
>
3,5
DISPLAY
x
6 Druk op ENTER/YES.
De klok begint te lopen.
Indien u zich hebt vergist
Druk herhaald op CURSORT of t totdat de indicatie die u wilt veranderen knippert en verander daarna de instelling.
Veranderen van de ingestelde tijd
U kunt de ingestelde tijd veranderen terwijl het systeem is uitgeschakeld.
1 Druk op DISPLAY om de klok te laten
verschijnen.
2 Druk op CLOCK/TIMER SET. 3 Herhaal de stappen 3 t/m 6 van “Instellen van
de klok”.
Tip
Tijdens de eerste 30 seconden van elke minuut knippert de bovenste stip van de kolom, en tijdens de laatste 30 seconden knippert de onderste stip.
3 Druk op . of > om het uur in te
stellen.

Stap 3: Voorprogrammeren van radiozenders

U kunt het volgende aantal zenders voorprogrammeren: 20 FM-zenders en 10 AM­zenders.
1 Druk op TUNER/BAND om “FM” of
“AM” te kiezen.
Door indrukken van TUNER/BAND wordt het systeem ingeschakeld.
2 Druk herhaald op TUNING MODE
totdat “AUTO” verschijnt.
Voorbereidingen
4
3
1
3 Druk op TUNING + of –.
M
L
`/1
ml
De frequentie-indicatie begint te veranderen en stopt wanneer het systeem op een zender is afgestemd. “TUNED” en “STEREO” (voor een stereo-programma) verschijnen.
4 Druk op MENU/NO op de
A
HS HS
S
h
H
A
STEREO/MONO
2
`/1
afstandsbediening.
5 Druk herhaald op . of > op de
afstandsbediening totdat “P.Memory ?” verschijnt en druk daarna op ENTER/ YES op de afstandsbediening.
Op het display verschijnt een preselectie­nummer. De zenders worden opgeslagen vanaf preselectie-nummer 1.
Preselectie-nummer
6 Druk op ENTER/YES.
5,6
“Complete !!” verschijnt. De zender is nu in het geheugen vastgelegd.
5
7 Herhaal de stappen 1 t/m 6 om andere
zenders in het geheugen vast te leggen.
M
m
.
>
H
X
5
x
wordt vervolgd
Stap 3: Voorprogrammeren van radiozenders (vervolg)
Om te stoppen met zoeken naar frequenties
Druk op TUNING MODE.
Om af te stemmen op een zender met een zwak signaal
Druk herhaald op TUNING MODE totdat bij stap 2 de indicatie “MANUAL” verschijnt en druk daarna herhaald op TUNING + or – om handmatig op de zender af te stemmen.
Om het preselectie-nummer te veranderen
Begin opnieuw vanaf stap 1. Druk na stap 5 op . of > op de afstandsbediening om het preselectie-nummer te kiezen waaronder u de andere zender wilt vastleggen.
Om een voorgeprogrammeerde zender te wissen
1 Druk op MENU/NO op de afstandsbediening. 2 Druk herhaald op . of > totdat
“P.Erase ?” verschijnt. Indien u alle voorgeprogrammeerde zenders wilt wissen, kiest u “P.All Erase ?”.
3 Druk op ENTER/YES op de afstandsbediening. 4 Druk herhaald op . of > om het
preselectie-nummer te kiezen dat u wilt wissen.
5 Druk op ENTER/YES.
“Complete !!” verschijnt.
Elke keer wanneer u een preselectie-nummer wist, wordt het totale aantal preselectie-nummers met één verminderd en worden alle preselectie­nummers die volgen op het gewiste preselectie­nummer opnieuw genummerd.
Om het AM-afsteminterval te veranderen (behalve bij het Europese model)
Het AM-afsteminterval is in de fabriek ingesteld op 9 kHz (in bepaalde gebieden 10 kHz). Om het AM-afsteminterval te veranderen, dient u eerst op een willekeurige AM-zender af te stemmen en daarna het systeem uit te schakelen. Terwijl u de TUNING MODE toets ingedrukt houdt, schakelt u het systeem weer in. Wanneer u het interval verandert, worden alle voorgeprogrammeerde AM­zenders gewist. Om het oorspronkelijke interval te herstellen, dient u dezelfde procedure te herhalen.
Tips
• Wanneer de stekker uit het stopcontact wordt getrokken of wanneer er een stroomstoring optreedt, blijven de voorgeprogrammeerde zenders nog ongeveer een dag in het geheugen bewaard.
• U kunt de voorgeprogrammeerde zenders een naam geven (zie blz. 59).
• Wanneer er tijdens een FM-programma ruis optreedt, druk dan op STEREO/MONO totdat “MONO” verschijnt. Er is dan geen stereo-effect, maar de ontvangst verbetert. Druk opnieuw op de toets om het stereo-effect weer in te schakelen.

Energie besparen in de wachtstand

In de wachtstand kunt u het stroomverbruik tot een minimum beperken en energie besparen. Dit systeem is in de fabriek zo ingesteld dat de tijd niet wordt weergegeven wanneer het systeem is uitgeschakeld (spaarstand). Voor het weergeven van de tijd zelfs wanneer het systeem is uitgeschakeld, dient u de spaarstand te deactiveren.
`/1
?/1 (spanning)
M
m
.
>
H
X
DISPLAY
x
Activeren van de spaarstand
Druk op DISPLAY. De tijd wordt niet langer weergegeven.
Tips
• Elke keer wanneer u in de spaarstand op DISPLAY drukt, wordt beurtelings heen en weer geschakeld tussen de spaarstand en de weergave van de tijd.
• Ook in de spaarstand gaat de ?/1 indicator branden.
Opmerking
Wanneer de schakelklok is ingesteld, functioneert de spaarstand niet.
Voorbereidingen
, Druk op DISPLAY terwijl het systeem
is uitgeschakeld.
De spaarstand wordt uitgeschakeld en de tijd wordt weergegeven.

Basisbedieningen

A
HS HS
h
H

Afspelen van een CD

Om het systeem in te schakelen, drukt u op ?/1 (spanning).
?/1 (spanning)
`/1
s
1 Druk op CD A en plaats een CD in de
disc-lade.
lm/ML
2
HS
HS
h
H
1
M
L
ml
A
A
VOLUME
2 Druk op CD HS.
De disc-lade sluit en het afspelen begint. De indicator op de CD HS toets licht
groen op.
Muziekstuknummer Afspeeltijd
Om Doe het volgende
Het afspelen te stoppen
Te pauzeren Druk op CD HS. De
Een muziekstuk te kiezen
Een punt in een muziekstuk te vinden
De CD te verwijderen Druk op CD A. Het volume in te
stellen
Druk op s.
indicator van de CD HS toets licht oranje op. Druk opnieuw om het afspelen te hervatten.
Druk herhaald op lm of ML.
Houd tijdens het afspelen lm of ML ingedrukt en laat deze los wanneer het gewenste punt is bereikt. Aan het einde van de CD “—OVER—” verschijnt.
Draai VOLUME.
10
Met de labelkant naar boven. Wanneer u een
S
CD-single (8 cm CD) afspeelt, dient u deze op de binnenste cirkel van de lade te plaatsen.
Om de disc-lade te sluiten, drukt u opnieuw op CD A.
Tips
• Indien er geen CD in de speler zit, verschijnt “CD No Disc” op het display.
• Wanneer u CD HS indrukt terwijl het systeem is uitgeschakeld en er zich een CD in de disc-lade bevindt, zal het systeem automatisch worden ingeschakeld en beginnen met het afspelen van de CD (Één-toets-weergavestart).
• U kunt overschakelen van een andere bron naar de CD-speler en het afspelen van een CD laten beginnen door gewoon op CD HS te drukken (Automatische bronkeuze).
• Bij stap 2 kunt u beginnen met afspelen vanaf het muziekstuk. 1 Druk herhaald op lm of ML totdat het
gewenste muziekstuk verschijnt. 2 Druk op CD HS. In plaats daarvan kunt u ook de cijfertoetsen op de afstandsbediening indrukken. Het afspelen begint automatisch. Om muziekstuk­nummer 10 of hoger in te voeren, drukt u achtereenvolgens op >10 en het muziekstuk­nummer. Om 0 in te voeren, gebruikt u de toets 10/0.
Opmerkingen
• Gebruik geen CD met plakband, etiketten of lijm erop omdat de CD-speler hierdoor beschadigd kan raken.
• Forceer de disc-lade niet wanneer u deze sluit omdat de CD-speler hierdoor beschadigd kan raken. Druk op CD A om de disc-lade te sluiten.

Opnemen van een CD op een MD of een tape

U kunt een CD digitaal opnemen op een MD of analoog opnemen op een tape. U kunt ook een programma van uw favoriete muziekstukken opnemen (zie blz. 32 en 53). Om het systeem in te schakelen, drukt u op ?/1 (spanning).
Opnemen op een MD
Indien de MD voor een gedeelte reeds opnamen bevat, begint het opnemen na het laatst opgenomen muziekstuk. Om de opnamen te wissen, zie “Wissen van opnamen” op blz. 45.
?/1 (spanning)
`/1
s
M
ml
MD A
L
A
Basisbedieningen
4 5,6
HS HS
h
H
A
2,3
wordt vervolgd
11
A
HS HS
h
H
Opnemen van een CD op een MD of een tape (vervolg)
`/1
6 Druk opnieuw op ENTER/START.
Het opnemen begint. Wanneer de opname is beëindigd, stoppen de CD-speler en het MD­deck automatisch.
ENTER/YES
NAME EDIT/ CHARACTER
1 Plaats een voor opnemen geschikte MD.
Met het pijltje naar het deck gericht
Met de labelkant naar boven en het schuifdeksel aan de rechterkant
HS HS
S
h
A
H
A
2 Druk op CD A en plaats een CD in de
disc-lade.
Met de labelkant naar boven. Wanneer u een CD-single (8 cm CD) afspeelt, dient u deze op de binnenste cirkel van de lade te plaatsen.
S
3 Druk op CD A om de disc-lade te
sluiten.
4 Druk herhaald op SYNCHRO REC
totdat “CD-MD SYNC ?” verschijnt.
5 Druk op ENTER/START.
Het MD-deck staat nu in de wachtstand voor opnemen en de CD-speler in de pauzestand voor afspelen.
Om de opname te stoppen
Druk op s.
Tips
• Indien de MD voor een gedeelte reeds opnamen bevat, begint het opnemen na het laatst opgenomen muziekstuk.
• De muziekstuknummers van de CD worden automatisch op de MD opgenomen.
• Al naar gelang de disc worden soms ook de CD TEXT-gegevens gekopieerd (behalve wanneer u tegelijkertijd opneemt op een MD en een tape). Indien “CD-TEXT” tijdens het opnemen knippert, drukt u eerst op NAME EDIT/CHARACTER op de afstandsbediening en vervolgens op ENTER/YES om de titel van het huidige muziekstuk op te nemen. (Indien “CD-TEXT” brandt, wordt de titel automatisch opgenomen.)
Opmerking
Indien “Cannot SYNC!” verschijnt, is er geen disc geplaatst of kunt u niet op de betreffende MD opnemen (zie blz. 72).
Indien de MD tijdens het opnemen vol raakt
In dit geval stoppen de CD-speler en het MD-deck automatisch.
Alvorens u de stekker uit het stopcontact trekt
Wanneer de inhoudsopgave (TOC: Table of Contents) van de MD is bijgewerkt, is het opnemen van de MD beëindigd. De inhoudsopgave wordt bijgewerkt wanneer u de MD verwijdert of op ?/1 drukt om het systeem uit te schakelen. Trek de stekker niet uit het stopcontact voordat de inhoudsopgave is bijgewerkt (terwijl “TOC” brandt) of terwijl de inhoudsopgave wordt bijgewerkt (terwijl “TOC” of “STANDBY” knippert), dit om ervan verzekerd te zijn dat de opname volledig wordt uitgevoerd.
12
Opnemen op een tape
A
HS HS
h
H
S
M
ml
L
`/1
Hiervoor kunt u gebruikmaken van tapes van TYPE I (normale tape) of TYPE II (CrO2).
?/1
4
(spanning)
`/1
5,7
ml
2,3
M
L
2 Druk op CD A en plaats een CD in de
disc-lade.
Met de labelkant naar boven. Wanneer u een CD-single (8 cm CD) afspeelt, dient u deze op de binnenste cirkel van de lade te plaatsen.
Basisbedieningen
A
HS HS
h
H
A
s
* Dit tapedeck is uitgerust met het Dolby B-type
ruisonderdrukkingssysteem.
TAPE h
6
DOLBY NR*
1 Druk op het deksel om het te openen en
plaats een blanco tape.
Met de kant waarop u wilt opnemen omhoog gericht
3 Druk op CD A om de disc-lade te
sluiten.
4 Druk herhaald op SYNCHRO REC
totdat “CD-TAPE SYNC ?” verschijnt.
5 Druk op ENTER/START.
Het tapedeck staat nu in de wachtstand voor opnemen en de CD-speler staat in de pauzestand voor afspelen.
6 Druk herhaald op DIRECTION totdat
g verschijnt om op één kant op te nemen, of op h (of j) om op beide kanten op te nemen.
7 Druk op ENTER/START.
Het opnemen begint. Wanneer de opname is beëindigd, stoppen de CD-speler en het tapedeck automatisch.
Om de opname te stoppen
Druk op s.
wordt vervolgd
13
Opnemen van een CD op een MD
S
of een tape (vervolg)
Tips
• Wanneer u op de onderkant wilt opnemen, druk dan bij stap 6 op TAPE h.
• Wanneer u op beide kanten wilt opnemen, begin dan altijd bij de bovenkant. Indien u bij de onderkant begint, zal de opname stoppen wanneer het einde van de onderkant is bereikt.
• Als u voor opname op beide kanten kiest en de bovenkant halverwege een muziekstuk ten einde is, wordt het gehele muziekstuk vanaf het begin van de onderkant opnieuw opgenomen.
• Wanneer u de ruis in hoogfrequente signalen in het lage bereik wilt verminderen, druk dan na stap 5 op DOLBY NR zodat “DOLBY NR” op het display verschijnt.
Opmerking
Indien “Cannot SYNC!” verschijnt, is er geen disc of tape geplaatst of kunt u niet op de betreffende tape opnemen (zie blz. 73).
Tegelijkertijd opnemen op een MD en een tape
1 Volg stap 1 van “Opnemen op een MD”
(zie blz. 11) en de stappen 1 t/m 3 van “Opnemen op een tape” (zie blz. 13).

Afspelen van een MD

Om het systeem in te schakelen, drukt u op ?/1 (spanning). U kunt een MD afspelen zoals een CD.
2
?/1 (spanning)
`/1
s
lm/ML
ml
HS
HS
h
H
VOLUME
M
L
A
A
MD A
2 Druk herhaald op SYNCHRO REC
totdat “DUAL SYNC ?” verschijnt.
3 Volg de stappen 5 t/m 7 van “Opnemen
op een tape”.
Tips
• Wanneer tijdens het opnemen het einde van de MD of de tape wordt bereikt, gaat het andere opnamemedium gewoon door met opnemen.
• Als u voor opname op beide kanten kiest en de bovenkant halverwege een muziekstuk ten einde is, wordt het gehele muziekstuk vanaf het begin van de onderkant opnieuw opgenomen. In dit geval kan het gehele muziekstuk ook opnieuw op de MD worden opgenomen.
Opmerking
Indien “Cannot SYNC!” verschijnt, is er geen disc of tape geplaatst of kunt u niet op de betreffende tape opnemen (zie blz. 72 en 73).
14
1 Plaats een MD.
Met het pijltje naar het deck gericht
Met de labelkant naar boven en het schuifdeksel aan de rechterkant
HS HS
h
H
2 Druk op MD HS.
Het afspelen begint. De indicator op de MD HS toets licht groen op.
Muziekstuknummer Afspeeltijd
A
A
Om Doe het volgende
M
ml
L
`/1
Het afspelen te
Druk op s.
stoppen Te pauzeren Druk op MD HS. De
indicator op de MD HS toets licht oranje op. Druk opnieuw om het afspelen te hervatten.
Een muziekstuk te kiezen
Een punt in een muziekstuk te vinden
Druk herhaald op lm of ML.
Houd tijdens het afspelen lm of ML ingedrukt en laat deze los wanneer het gewenste punt is
bereikt. De MD te verwijderen Druk op MD A. Het volume in te
Draai VOLUME. stellen

Afspelen van een tape

Hiervoor kunt u gebruikmaken van elk type tape, TYPE I (normale tape), TYPE II (CrO2) of TYPE IV (metalen tape) aangezien het tapedeck automatisch het type tape vaststelt (ATS*1).
Om het systeem in te schakelen, drukt u op ?/1 (spanning).
*1ATS: Automatische tapekeuze.
?/1 (spanning)
lm/ML VOLUME
s
`/1
M
L
ml
Basisbedieningen
Tips
• Bij stap 2 kunt u beginnen met afspelen vanaf het
muziekstuk. 1 Druk herhaald op lm of ML totdat het
gewenste muziekstuk verschijnt. 2 Druk op MD HS. In plaats daarvan kunt u ook de cijfertoetsen op de afstandsbediening indrukken. Het afspelen begint automatisch. Om muziekstuknummer 10 of hoger in te voeren, drukt u achtereenvolgens op >10 (of tweemaal om 100 of hoger in te voeren) en het muziekstuknummer. Om 0 in te voeren, gebruikt u de toets 10/0.
• Wanneer u MD HS indrukt terwijl het systeem is uitgeschakeld en er zich een MD in het systeem bevindt, zal het systeem automatisch worden ingeschakeld en beginnen methet afspelen van de MD (Één-toets-weergavestart).
• U kunt overschakelen van een andere bron naar het MD-deck en het afspelen van een MD laten beginnen door gewoon op MD HS te drukken (Automatische bronkeuze).
Opmerking
Gebruik geen MD waarvan het label buiten de rand uitsteekt of waarop het label niet op de juiste plaats is aangebracht. Door zulke labels kan het MD-deck defect raken.
A
HS HS
h
H
A
S TAPE
TAPE h
DOLBY
32
NR
1 Druk op het deksel om het te openen en
plaats een opgenomen tape.
Met de kant die u wilt afspelen omhoog gericht
wordt vervolgd
4
15
Afspelen van een tape (vervolg)
2 Druk herhaald op FUNCTION totdat
“TAPE” verschijnt.
Om Doe het volgende
De cassette te verwijderen
Het volume in te stellen
Druk op het deksel van het tapedeck om het te openen.
Draai VOLUME.
3 Druk herhaald op DIRECTION totdat
g verschijnt om één kant af te spelen of op h (of j* af te spelen.
2
) om beide kanten
4 Druk op TAPE H.
De indicator op de TAPE H toets licht groen op en daarna begint het afspelen van de tape. Om de onderkant af te spelen, drukt u op TAPE h.
*2Nadat deze reeks vijfmaal is herhaald, stopt het
tapedeck automatisch.
Om Doe het volgende
Het afspelen te stoppen
Te pauzeren Druk op S TAPE. De
Het eerstvolgende muziekstuk te vinden (AMS*3)
Het voorgaande muziekstuk te vinden (AMS*3)
Snel vooruit te spoelen
Terug te spoelen Druk in de stopstand op
Druk op s.
indicator op de S TAPE toets licht oranje op. Druk opnieuw om het afspelen te hervatten.
Druk tijdens het afspelen op ML voor de bovenkant. Druk tijdens het afspelen op lm voor de onderkant. Bij elke druk op de toets wordt het aantal muziekstukken aangegeven dat overgeslagen moet worden.
Druk tijdens het afspelen op lm voor de bovenkant. Druk tijdens het afspelen op ML voor de onderkant. Bij elke druk op de toets wordt het aantal muziekstukken aangegeven dat overgeslagen moet worden.
Druk in de stopstand op
lm of ML.
lm of ML.
*3Met de Automatische Muzieksensor (AMS) wordt
elke niet-opgenomen interval van meer dan vier seconden tussen twee muziekstukken opgespoord zodat altijd snel het gewenste muziekstuk gevonden kan worden.
Tips
• Wanneer u TAPE H of h indrukt terwijl het systeem is uitgeschakeld en er zich een tape in het systeem bevindt, zal het systeem automatisch worden ingeschakeld en beginnen methet afspelen van de tape (Één-toets-weergavestart).
• U kunt overschakelen van een andere bron naar het tapedeck en het afspelen van een tape laten beginnen door gewoon op TAPE H of h te drukken (Automatische bronkeuze).
• Om te luisteren naar een tape die is opgenomen met het ruisonderdrukkingssysteem Dolby, drukt u op DOLBY NR zodat “DOLBY NR” op het display verschijnt.
Opmerking
In de onderstaande gevallen zal de AMS-functie niet altijd werken:
— wanneer het niet-opgenomen interval tussen
twee muziekstukken vier seconden of minder bedraagt,
— wanneer de geluidsbron die op het rechter
kanaal is opgenomen, verschilt van die op het linker kanaal,
— wanneer een laag volume of een laag geluid
lang aanhoudt,
— wanneer de TV zich te dicht bij het systeem
bevindt.
16
Een tape opnemen op
M
ml
L
`/1
een MD
— TAPE-MD-synchroon-opname
2 Druk op het deksel om het te openen en
plaats een tape.
U kunt een tape analoog opnemen op een MD. Hiervoor kunt u gebruikmaken van tape van TYPE I (normale tape), TYPE II (CrO2) of TYPE IV (metalen tape) aangezien het tapedeck automatisch het type tape vaststelt. Om het systeem in te schakelen, drukt u op ?/1 (spanning).
?/1 (spanning)
`/1
3
4,5
s
HS HS
h
MD A
M
L
ml
A
H
A
1 Plaats een voor opnemen geschikte
MD.
Met het pijltje naar het deck gericht
Met de labelkant naar boven en het schuifdeksel aan de rechterkant
HS HS
S
h
A
H
A
Basisbedieningen
3 Druk herhaald op SYNCHRO REC
totdat “TAPE-MD SYNC ?” verschijnt.
4 Druk op ENTER/START.
Het MD-deck staat nu in de wachtstand voor opnemen en het tapedeck staat in de pauzestand voor afspelen.
Af te spelen kant van tape
* >>> verschijnt voor de bovenkant en <<<
voor de onderkant. Om de niet aangegeven kant af te spelen, drukt u op s. Verwijder de cassette om deze om te keren en volg daarna opnieuw de stappen 3 en 4.
5 Druk opnieuw op ENTER/START.
Het opnemen begint. Wanneer de opname is beëindigd, stoppen het tapedeck en het MD­deck automatisch.
Om de opname te stoppen
Druk op s.
Tips
• Indien de MD voor een gedeelte reeds opnamen bevat, begint het opnemen na het laatst opgenomen muziekstuk.
• Indien de functie Smart Space is geactiveerd en er tijdens het opnemen gedurende ongeveer 3 seconden of langer (maar minder dan 30 seconden) geen geluid wordt ingevoerd, vervangt het MD-deck deze stilte door een niet-opgenomen interval van circa 3 seconden en gaat het opnemen verder. Indien er echter sprake is van ruis, wordt deze functie soms niet geactiveerd.
wordt vervolgd
17
Een tape opnemen op een MD (vervolg)
Opmerking
Indien “Cannot SYNC!” verschijnt, is er geen disc geplaatst of kunt u niet op de betreffende MD opnemen (zie blz. 72).
Indien de MD tijdens het opnemen vol raakt
Het tapedeck en het MD-deck stoppen automatisch.
Alvorens u de stekker uit het stopcontact trekt
Wanneer de inhoudsopgave (TOC: Table of Contents) van de MD is bijgewerkt, is het opnemen van de MD beëindigd. De inhoudsopgave wordt bijgewerkt wanneer u de MD verwijdert of op ?/1 drukt om het systeem uit te schakelen. Trek de stekker niet uit het stopcontact voordat de inhoudsopgave is bijgewerkt (terwijl “TOC” brandt) of terwijl de inhoudsopgave wordt bijgewerkt (terwijl “TOC” of “STANDBY” knippert), dit om ervan verzekerd te zijn dat de opname volledig wordt uitgevoerd.
Luisteren naar de radio
— Afstemmen op voorgeprogrammeerde zenders
Programmeer eerst de radiozenders in het geheugen van de tuner (zie blz. 7). Om het systeem in te schakelen, drukt u op ?/1 (spanning).
?/1 (spanning)
`/1
3
HS
HS
h
H
1
M
L
ml
A
A
18
2
STEREO/
MONO
VOLUME
1 Druk op TUNER/BAND om “FM” of
“AM” te kiezen.
2 Druk herhaald op TUNING MODE
totdat “PRESET” verschijnt.
3 Druk op TUNING + of – om de
gewenste voorgeprogrammeerde zender te kiezen.
Preselectie-nummer en frequentie (of zendernaam* of RDS-zendernaam**)
* De zendernaam verschijnt alleen indien u de
zender een naam hebt gegeven (zie blz. 59).
**Alleen Europees model.
Wanneer u slechts één zender hebt voorgeprogrammeerd, verschijnt “ONE PRESET” op het display.
Om Doe het volgende
De radio uit te schakelen
Het volume in te stellen
Om het preselectie-nummer te kiezen door gebruikmaking van de afstandsbediening
Druk bij stap 3 op de cijfertoetsen van de afstandsbediening. Om muziekstuknummer 10 of hoger in te voeren, drukt u achtereenvolgens op >10 en het preselectie-nummer. Om 0 in te voeren, gebruikt u de toets 10/0.
Druk op ?/1 om het systeem uit te schakelen.
Draai VOLUME.
Luisteren naar niet voorgeprogrammeerde radiozenders
• Druk bij stap 2 herhaald op TUNING MODE
totdat “MANUAL” verschijnt en druk daarna op TUNING + of – om op de gewenste zender af te stemmen (Handmatige afstemming).
• Druk bij stap 2 herhaald op TUNING MODE
totdat “AUTO” verschijnt en druk daarna op TUNING + of –. De frequentie-indicatie begint te lopen. Het doorlopen van de frequentieband stopt wanneer het systeem op een zender is afgestemd (Automatische afstemming).
Om de functie voor automatische afstemming uit te schakelen
Druk op TUNING MODE.
Tips
• Wanneer u op TUNER/BAND drukt terwijl het systeem is uitgeschakeld, wordt het systeem automatisch ingeschakeld en wordt er afgestemd op de laatst ontvangen zender (Één-toets- weergavestart).
• U kunt overschakelen van een andere bron naar de tuner door gewoon op TUNER/BAND te drukken (Automatische bronkeuze).
• Voor een optimale ontvangst dient u de bijgeleverde antennes opnieuw te richten of een los verkrijgbare buitenantenne aan te sluiten (zie blz. 65).
• Wanneer er tijdens een FM-stereoprogramma ruis optreedt, druk dan op STEREO/MONO totdat “MONO” verschijnt. Er is dan geen stereo-effect, maar de ontvangst verbetert. Druk opnieuw op de toets om het stereo-effect weer in te schakelen.
Basisbedieningen
19
Opnemen van de radio
— Handmatige opname
U kunt een radioprogramma analoog opnemen op een MD of een tape.
Opnemen op een MD
Indien de MD voor een gedeelte reeds opnamen bevat, begint het opnemen na het laatst opgenomen muziekstuk. Om de opnamen te wissen, zie “Wissen van opnamen” op blz. 45. Om het systeem in te schakelen, drukt u op ?/1 (spanning).
?/1 (spanning)
`/1
4
HS
HS
h
H
2
M
L
ml
A
A
2 Druk op TUNER/BAND om “FM” of
“AM” te kiezen.
3 Druk herhaald op TUNING MODE
totdat “PRESET” verschijnt.
4 Druk op TUNING + of – om de
gewenste voorgeprogrammeerde zender te kiezen.
Preselectie-nummer en frequentie (of zendernaam* of RDS-zendernaam**)
* De zendernaam verschijnt alleen indien u de
zender een naam hebt gegeven (zie blz. 59).
**Alleen Europees model.
Wanneer u slechts één zender hebt voorgeprogrammeerd, verschijnt “ONE PRESET” op het display. U kunt de preselectie-nummers kiezen door gebruikmaking van de cijfertoetsen op de afstandsbediening.
5 Druk op z MD.
Het MD-deck staat nu in de wachtstand voor opnemen en de indicator op de z MD-toets licht rood op.
6 Druk op MD HS.
Het opnemen begint.
6
5
s
3
1 Plaats een voor opnemen geschikte MD.
Met het pijltje naar het deck gericht
20
Met de labelkant naar boven en het schuifdeksel aan de rechterkant
HS HS
S
h
H
MD A
A
A
Om de opname te stoppen
Druk op s.
Tips
• Indien er tijdens het opnemen van een AM­radioprogramma sprake is van ruis, verplaats dan de AM-raamantenne om de ruis te onderdrukken of sluit een aarddraad aan op de U aansluiting (zie blz. 65).
• U kunt de MD in mono opnemen. Voor bijzonderheden, zie “Mono-opnamen” op blz. 41.
• Om niet voorgeprogrammeerde zenders op te nemen, kiest u bij stap 3 “MANUAL” en daarna drukt u op TUNING + of – om op de gewenste zender af te stemmen.
Opmerking
M
ml
L
`/1
Indien de MD is beschermd tegen abusievelijk opnemen, verschijnen beurtelings “C11” en “Protected” en kan er niet op de MD worden opgenomen. Verwijder de MD en verschuif daarna het nokje aan de zijkant van de MD om de opening af te dekken (zie blz. 32).
Alvorens u de stekker uit het stopcontact trekt
Wanneer de inhoudsopgave (TOC: Table of Contents) van de MD is bijgewerkt, is het opnemen van de MD beëindigd. De inhoudsopgave wordt bijgewerkt wanneer u de MD verwijdert of op ?/1 drukt om het systeem uit te schakelen. Trek de stekker niet uit het stopcontact voordat de inhoudsopgave is bijgewerkt (terwijl “TOC” brandt) of terwijl de inhoudsopgave wordt bijgewerkt (terwijl “TOC” of “STANDBY” knippert), dit om ervan verzekerd te zijn dat de opname volledig wordt uitgevoerd.
Opnemen op een tape
Hiervoor kunt u gebruikmaken van tape van TYPE I (normale tape) of TYPE II (CrO2). Het opnameniveau wordt automatisch ingesteld.
Om het systeem in te schakelen, drukt u op ?/1 (spanning).
?/1 (spanning)
s
4
`/1
2
M
L
ml
1 Druk op het deksel om het te openen en
plaats een blanco tape.
Met de kant waarop u wilt opnemen omhoog gericht
2 Druk op TUNER/BAND om “FM” of
“AM” te kiezen.
3 Druk herhaald op TUNING MODE
totdat “PRESET” verschijnt.
4 Druk op TUNING + of – om de
gewenste voorgeprogrammeerde zender te kiezen.
Preselectie-nummer en frequentie (of zendernaam* of RDS-zendernaam**)
* De zendernaam verschijnt alleen indien u de
zender een naam hebt gegeven (zie blz. 59).
**Alleen Europees model.
Wanneer u slechts één zender hebt voorgeprogrammeerd, verschijnt “ONE PRESET” op het display. U kunt de preselectie-nummers kiezen door gebruikmaking van de cijfertoetsen op de afstandsbediening.
Basisbedieningen
57
TAPE h DOLBY
A
HS
HS
h
H
A
5 Druk op z TAPE.
Het tapedeck staat nu in de wachtstand voor opnemen en de indicator op de z TAPE­toets licht rood op.
6 Druk herhaald op DIRECTION totdat
g verschijnt om op één kant op te nemen, of op h (of j) om op beide kanten op te nemen.
wordt vervolgd
NR
3,6
21
Opnemen van de radio (vervolg)

De CD-speler

Herhaald afspelen van
7 Druk op S TAPE.
Het opnemen begint.
Om de opname te stoppen
Druk op s.
Tips
• Indien er tijdens het opnemen van een AM­radioprogramma sprake is van ruis, verplaats dan de AM-raamantenne om de ruis te onderdrukken of sluit een aarddraad aan op de U aansluiting (zie blz.
65).
• Wanneer u op de onderkant wilt opnemen, druk dan bij stap 6 op TAPE h.
• Wanneer u op beide kanten wilt opnemen, begin dan altijd bij de bovenkant. Indien u bij de onderkant begint, zal de opname stoppen wanneer het einde van de onderkant is bereikt.
• Om niet voorgeprogrammeerde zenders op te nemen, kiest u bij stap 3 “MANUAL” en daarna drukt u op TUNING + of – om op de gewenste zender af te stemmen.
• Wanneer u de ruis in hoogfrequente signalen in het lage bereik wilt verminderen, druk dan na stap 5 op DOLBY NR zodat “DOLBY NR” op het display verschijnt.
muziekstukken op de CD
— REPEAT-afspeelfunctie
Tijdens afspelen in normale, willekeurige of geprogrammeerde volgorde kunt u de muziekstukken op een CD herhaald afspelen.
HS HS
S
h
H
A
REPEAT
, Druk tijdens het afspelen op REPEAT
totdat “REPEAT” of “REPEAT 1” verschijnt.
REPEAT: Voor alle muziekstukken op de CD. REPEAT 1: Voor slechts één muziekstuk.
22
Om de REPEAT-afspeelfunctie uit te schakelen
Druk op REPEAT totdat “REPEAT” of “REPEAT 1” is verdwenen.
Muziekstukken op een
x
.
>
H
`/1
X
M
m
2
1
6
3
4
3
CLEAR
Programmeren van CD in willekeurige volgorde afspelen
— SHUFFLE-afspeelfunctie
U kunt alle muziekstukken op een CD in willekeurige volgorde afspelen.
HS
HS
S
h
H
A
123
1 Druk herhaald op FUNCTION totdat
“CD” verschijnt.
2 Druk herhaald op PLAY MODE totdat
“SHUFFLE” verschijnt.
muziekstukken op een
— PROGRAM-afspeelfunctie
CD
U kunt een programma creëren van maximaal 25
muziekstukken in de volgorde waarin u deze wilt
afspelen. U kunt ook een synchroon-opname van
het programma op een MD of een band maken
(zie blz. 32 en 53).
Basisbedieningen/De CD-speler
3 Druk op CD HS.
Om de SHUFFLE-afspeelfunctie uit te schakelen
Druk herhaald op PLAY MODE totdat “SHUFFLE” en “PGM” verdwijnen.
Tips
• Tijdens afspelen in normale volgorde kunt u direct
overschakelen naar de SHUFFLE-afspeelfunctie door “SHUFFLE” op het display te laten verschijnen.
• Om een muziekstuk over te slaan, drukt u op
ML.
Het afspelen in willekeurige volgorde begint.
1 Druk op CD om over te schakelen op de
functie CD.
2 Druk herhaald op PLAY MODE totdat
“PGM” verschijnt.
wordt vervolgd
23
Programmeren van muziekstukken op een CD (vervolg)
3 Druk herhaald op . of > totdat
het gewenste muziekstuknummer op het display verschijnt.
Controleren van het totale aantal geprogrammeerde muziekstukken
Druk in de stopstand op DISPLAY. Het totale aantal geprogrammeerde muziekstukken verschijnt, gevolgd door het laatst geprogrammeerde muziekstuknummer en de totale afspeeltijd van het programma.
Gekozen muziekstuk­nummer
4 Druk op ENTER/YES.
Het muziekstuk is nu geprogrammeerd. “Step” verschijnt, gevolgd door het nummer
van het muziekstuk in de geprogrammeerde volgorde. Het nummer van het laatst geprogrammeerde muziekstuk verschijnt, gevolgd door de totale afspeeltijd van het programma. Indien u een vergissing hebt gemaakt, druk dan op CLEAR om het nummer van het laatst geprogrammeerde muziekstuk te wissen.
Laatst geprogram­meerde muziekstuk
5 Om nog meer muziekstukken te
programmeren, herhaalt u de stappen 3 en 4.
6 Druk op H.
Alle muziekstukken worden in de geprogrammeerde volgorde afgespeeld.
24
Totale afspeeltijd
Totale afspeeltijd
Laatst geprogram­meerde muziekstuk
Totale afspeeltijd van het programma
Controleren van de volgorde van de geprogrammeerde muziekstukken
Druk tijdens geprogrammeerd afspelen herhaald op . of >.
Om Doe het volgende
Te stoppen met geprogrammeerd afspelen
Een muziekstuk toe te voegen aan het programma (in de stopstand)
Het gehele programma te wissen
Druk op x en druk daarna herhaald op PLAY MODE totdat “PGM” en “SHUFFLE” zijn verdwenen.
Volg de stappen 3 en 4.
Druk op x wanneer de PROGRAM-afspeelfunctie zich in de stopstand bevindt.
Om het gewenste muziekstuk­nummer te kiezen door gebruik­making van de cijfertoetsen
Druk op de cijfertoetsen in plaats van de stappen 3 t/m 5 te volgen. Om muziekstuknummer 10 of hoger in te voeren, drukt u op >10 en het muziekstuknummer. Om 0 in te voeren, gebruikt u de toets 10/0.
Tips
• Uw programma blijft in het geheugen bewaard nadat het is afgespeeld. Om hetzelfde programma nogmaals af te spelen, drukt u op H.
• Indien u probeert om 26 of meer muziekstukken (onderdelen) te programmeren, verschijnt “Step Full”.
• Wanneer de totale afspeeltijd van uw CD­programma meer dan 100 minuten is, of wanneer u een muziekstuk kiest met nummer 21 of hoger, verschijnt “--m--s”.
Loading...
+ 56 hidden pages