13. INSTALLATIE VAN HET TOESTEL............................................................ 159
AANWIJZINGEN VOOR DE GEBRUIKER: hier vindt u advies betreffende het
gebruik, de beschrijving van de bedieningen en de correcte handelingen
voor de reiniging en het onderhoud van het toestel.
INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATEUR: deze zijn bedoeld voor de
gekwalificeerde technicus die de installatie, de indienststelling en de
keuring van het toestel moet uitvoeren.
Meer informatie over onze producten kunt u vinden op de website
www.smeg.com
131
Algemene waarschuwingen
1. WAARSCHUWINGEN VOOR HET GEBRUIK
DEZE HANDLEIDING IS EEN INTEGREREND DEEL VAN HET TOESTEL. ZE MOET
INTEGER EN BINNEN HANDBEREIK BEWAARD WORDEN VOOR DE VOLLEDIGE
GEBRUIKSDUUR VAN HET TOESTEL.
DEZE GEBRUIKSAANWIJZING EN ALLE AANWEZIGE AANDUIDINGEN MOETEN
AANDACHTIG DOORGELEZEN WORDEN VOORDAT HET TOESTEL IN GEBRUIK
WORDT GENOMEN. DE INSTALLATIE MOET UITGEVOERD WORDEN DOOR
GEKWALIFICEERD PERSONEEL, EN DOOR DE VAN KRACHT ZIJNDE NORMEN TE
RESPECTEREN. DIT TOESTEL IS BESTEMD VOOR HUISHOUDELIJK GEBRUIK EN
IS CONFORM DE EEG-RICHTLIJNEN DIE ACTUEEL VAN KRACHT ZIJN. HET
TOESTEL WERD GEBOUWD VOOR DE VOLGENDE FUNCTIE: DE BEREIDING VAN
VOEDSEL; ELK ANDER GEBRUIK MOET ALS ONEIGENLIJJK BESCHOUWD
WORDEN.
DE FABRIKANT KAN NIET AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR ANDERE
DAN DE VERMELDE GEBRUIKSTOEPASSINGEN.
DIT TOESTEL WERD ONTWORPEN OM VOEDSEL TE BEREIDEN; GEBRUIK HET
DUS NIET VOOR HET VERWARMEN VAN DE WONING.
LAAT DE RESTEN VAN HET VERPAKKINGSMATERIAAL NIET ONBEHEERD ACHTER
IN DE HUISELIJKE OMGEVING. SORTEER DE VERSCHILENDE AFVALMATERIALEN
VAN DE VERPAKKING, EN BRENG ZE NAAR HET DISCHTSTBIJZIJNDE CENTRUM
VOOR GESCHEIDEN AFVALINZAMELING.
DIT TOESTEL IS VOORZIEN VAN HET MERKTEKEN VOLGENS DE EUROPESE
RICHTLIJN 2002/96/EG IN VERBAND MET ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE
TOESTELLEN (WASTE ELECTRICAL AND ELECTRONIC EQUIPMENT - WEEE).
DEZE RICHTLIJN BEPAALT DE NORMEN VOOR HET INZAMELEN EN RECYCLEREN
VAN AFGEDANKTE TOESTELLEN, EN GELDT VOOR HET VOLLEDIGE
GRONDGEBIED VAN DE EUROPESE UNIE.
ZORG ER VOOR DAT DE OPENINGEN EN DE SPLETEN VOOR DE VENTILATIE EN
DE WARMTE-AFVOER NIET VERSTOPT RAKEN.
132
GA NIET STEUNEN OF ZITTEN OP DE GEOPENDE DEUR VAN HET TOESTEL.
HET IDENTIFICATIEPLAATJE MET DE TECHNISCHE GEGEVENS, HET
SERIENUMMER EN DE MARKERING IS ZICHTBAAR AANGEBRACHT OP HET
TOESTEL.
DIT PLAATJE MAG NOOIT VERWIJDERD WORDEN.
VOORDAT U HET TOESTEL IN WERKING STELT, MOET U VERPLICHT ALLE
BESCHERMENDE FOLIES VAN DE BINNENKANT EN DE BUITENKANT VAN HET
TOESTEL VERWIJDEREN.
LET OP DAT GEEN VOORWERPEN VASTRAKEN IN DE DEUR VAN DE OVEN.
Algemene waarschuwingen
HET TOESTEL WORDT TIJDENS HET GEBRUIK ZEER HEET. ER WORDT
AANBEVOLEN OM VOOR ELKE HANDELING SPECIALE THERMISCHE
HANDSCHOENEN TE DRAGEN.
GEBRUIK ABSOLUUT GEEN METALEN SPONZEN OF SCHERPE
KRABBERS ZODAT DE OPPERVLAKKEN NIET WORDEN BESCHADIGD.
GEBRUIK NORMALE EN NIET-SCHURENDE PRODUCTEN, EN
EVENTUEEL HOUTEN OF PLASTIC KEUKENGEREI. SPOEL GOED, EN
DROOG MET EEN ZACHTE DOEK OF MET EEN ZEEMVEL.
VERMIJD DAT ETENSRESTEN OP SUIKERBASIS OPDROGEN IN DE
OVEN (BIJV.JAM). WANNEER ZE TE LANG OPDROGEN, KAN HET EMAIL
IN DE OVEN BESCHADIGD WORDEN.
GEBRUIK GEEN KEUKENGEREI OF DOZEN DIE PLASTIC MATERIAAL BEVATTEN.
DE HOGE TEMPERATUREN IN DE OVEN KUNNEN DIT MATERIAAL DOEN SMELTEN,
ZODAT HET TOESTEL KAN BESCHADIGD WORDEN.
GEBRUIK GEEN GESLOTEN DOZEN OF BAKJES IN HET TOESTEL. TIJDENS DE
BEREIDING KAN EEN OVERDRUK IN DE BAKJES GEVAAR OP ONTPLOFFINGEN
CREËREN.
LAAT HET TOESTEL NIET ONBEWAAKT ACHTER TIJDENS BEREIDINGEN WAAR
VETTEN EN OLIES KUNNEN VRIJKOMEN.
DE VETTEN EN DE OLIES KUNNEN VLAM VATTEN.
BEDEK TIJDENS DE BEREIDING DE BODEM VAN DE OVEN NIET MET
ALUMINIUMFOLIE OF DERGELIJK, EN PLAATS HIEROP GEEN PANNEN OF
OVENSCHALEN OM BESCHADIGING AAN HET EMAIL TE VERMIJDEN.
GIET GEEN WATER IN DE OVENSCHALEN TIJDENS EEN BEREIDING EN WANNEER
DE OPPERVLAKKEN NOG ZEER WARM ZIJN. DE WATERDAMP ZOU ERNSTIGE
BRANDWONDEN EN SCHADE AAN HET EMAIL KUNNEN VEROORZAKEN.
CONTROLEER NA ELK GEBRUIK VAN DE OVEN STEEDS OF DE
BEDIENINGSKNOPPEN IN POSITIE 0 (UIT) STAAN.
DE DEUR MOET TIJDENS ALLE BEREIDINGEN GESLOTEN BLIJVEN.
133
Algemene waarschuwingen
2. WAARSCHUWINGEN VOOR DE VEILIGHEID
RAADPLEEG DE AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE VOOR DE
VEILIGHEIDSNORMEN VOOR ELEKTRISCHE TOESTELLEN OF TOESTELLEN OP
GAS, EN VOOR DE VENTILATIEFUNCTIES.
IN HET BELANG VAN UW VEILIGHEID WERD BIJ WET BEPAALD DAT DE
INSTALLATIE EN DE ASSISTENTIE VAN ALLE ELEKTRISCHE TOESTELLEN MOET
UITGEVOERD WORDEN DOOR BEVOEGD PERSONEEL, MET INACHTNEMING VAN
DE VAN KRACHT ZIJNDE NORMEN. ONZE ERKENDE INSTALLATEURS
GARANDEREN HET BESTE RESULTAAT. ELEKTRISCHE OF GASAPPARATEN
MOETEN STEEDS DOOR EXPERTS WORDEN LOSGEKOPPELD.
CONTROLEER VOORDAT HET TOESTEL AANGESLOTEN WORDT OP HET
STROOMNET OF DE GEGEVENS DIE AANGEDUID WORDEN OP HET PLAATJE
OVEREENKOMEN MET DIEGENE VAN HET STROOMNET ZELF.
VOORDAT DE HANDELINGEN VAN DE INSTALLATIE / ONDERHOUD UITGEVOERD
WORDEN, MOET GECONTROLEERD WORDEN OF HET TOESTEL NIET VAN
STROOM WORDT VOORZIEN.
WANNEER U EEN BARST OF EEN SCHEUR OPMERKT OP HET GLAZEN
OPPERVLAK VAN DE KOOKPLAAT, MOET U HET TOESTEL ONMIDDELLIJK
UITSCHAKELEN EN EEN ERKEND ASSISTENTIECENTRUM CONTACTEREN.
OVEREENKOMSTIG DE BEPALINGEN VAN DE ELEKTROMAGNETISCHE
COMPATIBILITEIT BEHOORT DE ELEKTROMAGNETISCHE INDUCTIEPLAAT TOT
GROEP 2 EN KLASSE B (EN 55011)
DE STEKKER DIE AANGESLOTEN MOET WORDEN OP DE STROOMKABEL EN HET
RELATIEVE STOPCONTACT MOETEN VAN HETZELFDE TYPE EN CONFORM DE
VAN KRACHT ZIJNDE NORMEN ZIJN. HET STOPCONTACT MOET BEREIKBAAR
BLIJVEN NA INBOUW VAN HET TOESTEL.
TREK NOOIT AAN DE KABEL OM DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE
VERWIJDEREN.
DIT TOESTEL MAG NIET GEÏNSTALLEERD WORDEN OP VERHOOGDE VLAKKEN.
134
PLAATS NOOIT ONTVLAMBARE VOORWERPEN IN DE OVEN: WANNEER DE OVEN
TOEVALLIG AANGESCHAKELD ZOU WORDEN, KAN BRAND ONTSTAAN.
MENSEN MET EEN PACEMAKER OF EEN GELIJKSOORTIG TOESTEL MOETEN
CONTROLEREN OF DE WERKING VAN DEZE TOESTELLEN NIET WORDT
BEÏNVLOED DOOR HET INDUCTIEVELD, WAARVAN HET FREQUENTIEBEREIK
TUSSEN 20 EN 50 KHZ LIGT.
ALS DE STROOMKABEL BESCHADIGD IS, MOET ONMIDDELLIJK DE TECHNISCHE
ASSISTENTIEDIENST GECONTACTEERD WORDEN DIE VOOR DE VERVANGING
VAN DE KABEL ZAL ZORGEN.
DE AARDING MOET VERPLICHT AANGEBRACHT WORDEN VOLGENS DE
VOORZIENE VEILIGHEIDSNORMEN VAN DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE.
Algemene waarschuwingen
VOER ONMIDDELLIJK NA DE INSTALLATIE EEN KORTE KEURING VAN HET
TOESTEL UIT, VOLGENS DE AANWIJZINGEN DIE VERDER WORDEN AANGEDUID.
ALS HET TOESTEL NIET WERKT, MOET HET LOSGEKOPPELD WORDEN VAN HET
ELEKTRICITEITSNET EN MOET U HET DICHTSTBIJZIJNDE TECHNISCHE
ASSISTENTICENTRUM CONTACTEREN.
PROBEER NOOIT OM HET TOESTEL ZELF TE HERSTELLEN.
GEBRUIK OF LAAT GEEN ONTVLAMBAAR MATERIAAL ACHTER NABIJ HET
TOESTEL OF IN DE RECHAUD
HET TOESTEL WORDT TIJDENS HET GEBRUIK ZEER HEET. LET OP DAT U DE
WARMTE-ELEMENTEN VAN DE KOOKPLAAT EN VAN DE OVEN NIET AANRAAKT.
DIT TOESTEL MAG NIET WORDEN GEBRUIKT DOOR PERSONEN (KINDEREN
INBEGREPEN) MET VERMINDERDE FYSISCHE OF PSYCHISCHE VERMOGENS, OF
DOOR PERSONEN DIE GEEN ERVARING HEBBEN MET HET GEBRUIK VAN
ELEKTRISCHE APPARATUUR, TENZIJ DIT GEBEURT ONDER TOEZICHT OF
INSTRUCTIE VAN VOLWASSENEN DIE VOOR HUN VEILIGHEID INSTAAN.
DIT TOESTEL MAG NIET WORDEN GEBRUIKT DOOR PERSONEN (KINDEREN
INBEGREPEN) MET VERMINDERDE FYSISCHE OF PSYCHISCHE VERMOGENS, OF
DOOR PERSONEN DIE GEEN ERVARING HEBBEN MET HET GEBRUIK VAN
ELEKTRISCHE APPARATUUR, TENZIJ DIT GEBEURT ONDER TOEZICHT OF
INSTRUCTIE VAN VOLWASSENEN DIE VOOR HUN VEILIGHEID INSTAAN.
PLAATS GEEN METALEN EN PUNTIGE VOORWERPEN (BESTEK OF
GEREEDSCHAPPEN) IN DE SPLETEN VAN HET TOESTEL.
ALS HET TOESTEL IN EEN CARAVAN OF EEN BOOT WORDT GEÏNSTALLEERD, MAG
HET NIET GEBRUIKT WORDEN OM DE OMGEVINGEN TE VERWARMEN.
GEBRUIK GEEN STOOMSTRAAL OM HET TOESTEL TE REINIGEN.
DE STOOM ZOU DE ELEKTRISCHE DELEN KUNNEN BEREIKEN, ZODAT DEZE
BESCHADIGD KUNNEN WORDEN EN KORTSLUITING KUNNEN VEROORZAKEN.
VOER GEEN WIJZIGINGEN AAN DIT TOESTEL UIT.
GEBRUIK GEEN SPUITBUSSEN NABIJ HET TOESTEL WANNEER HET IN WERKING
IS. GEBRUIK GEEN SPUITBUSSEN WANNEER HET TOESTEL NOG WARM IS.
De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden voor letsels aan personen of
materiële schade als gevolg van het niet in acht nemen van deze voorschriften, of
door het onklaar maken van zelfs maar een enkel onderdeel van het toestel of door
het gebruik van niet-originele reserveonderdelen.
135
Waarschuwingen voor de afvalverwerking
3. ZORG VOOR HET MILIEU
3.1Onze zorg voor het milieu
Aldus de Richtlijnen 2002/95/EG, 2002/96/EG, 2003/108/EG in verband met de
beperking van het gebruik van gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische
toestellen, en ook de verwerking van afval. Het symbool van de doorkruiste
vuilbak, aangebracht op de apparatuur, duidt aan dat het product op het einde
van zijn gebruiksduur gescheiden ingezameld moet worden. De gebruiker moet
de apparatuur dus op het einde van de gebruiksduur toekennen aan geschikte
centra voor de gescheiden inzameling van elektrisch en elektronisch afval, of
overhandigen aan de verkoper wanneer een nieuw overeenkomstig toestel
wordt gekocht. Een gepaste gescheiden afvalinzameling voor de volgende
recyclage van de apparatuur en voor de behandeling en de ecologisch
compatibele verwerking draagt bij tot het vermijden van mogelijke negatieve
gevolgen voor het milieu en voor de gezondheid, en bevordert het recycleren
van het materiaal waarvan de apparatuur gemaakt is. Wanneer de gebruiker het
product illegaal verwerkt, zullen administratieve sancties getroffen worden.
Het product bevat geen delen die als gevaarlijk voor de gezondheid en het
milieu worden beschouwd, conform de actuele Europese Richtlijnen.
3.2Uw zorg voor het milieu
136
Voor het verpakken van onze producten worden niet-vervuilende materialen
gebruikt die het milieu niet belasten, en die recycleerbaar zijn. Wij verzoeken om
hieraan mee te werken, en om te zorgen voor een correcte verwerking van de
verpakking. Vraag bij uw verkoper of bij de bevoegde diensten naar de
adressen van inzamel-, afvalverwerkings- en recyclagecentra.
Gooi de verpakking, of delen ervan, niet zomaar weg. Deze kunnen voor
kinderen gevaar op verstikking vormen; vooral plastic zakken zijn
gevaarlijk.
Ook uw oude toestel moet correct verwerkt worden.
Belangrijk: lever het toestel in bij de plaatselijke dienst of zaak die
verantwoordelijk is voor de inzameling van afgedankte huishoudtoestellen. Met
een correcte verwerking kunnen kostbare materialen gerecupereerd worden.
Voordat u het toestel weggooit, is het belangrijk dat u de deuren verwijdert en de
werkvlakken niet verwijdert; dit om te vermijden dat kinderen zich al spelend in
de oven zouden kunnen opsluiten. Bovendien moet de stroomkabel
doorgesneden worden en samen met de stekker verwijderd worden.
Instructies voor de gebruiker
2
1
3
4
4. MAAK U VERTROUWD MET UW TOESTEL
Kookplaat in glaskeramiekOven
bedieningspaneel kookplaat en
oven
Bergruimte
137
Instructies voor de gebruiker
5.
BESCHIKBARE ACCESSOIRES / HET GEBRUIK VAN DE OVEN
OPMERKING:Op sommige modellen zijn niet alle accessoires aanwezig.
Rooster: nuttig voor het plaatsen van recipiënten
met voedsel in bereiding.
Rooster voor de ovenschaal: om op een
ovenschaal te zetten, voor het bereiden van
voedsel dat kan lekken.
Ovenschaal: nuttig voor het opvangen van vet dat
afkomstig is van het voedsel op het rooster
erboven.
Draaispit: nuttig voor het bereiden van kip of
voedsel dat uniform moet bereid worden.
Rond frame voor het draaispit: dient als steun
voor de stok van het draaispit.
138
Schraper: nuttig voor het reinigen van de
glaskeramische plaat. Niet gebruiken op andere
oppervlakken.
De ovenaccessoires, die in aanraking kunnen komen met het voedsel,
zijn gemaakt van materialen die conform de van kracht zijnde
normenstelsels zijn.
Verkrijgbare accessoires:
Via de Erkende Assistentiecentra kunnen originele bijgeleverde of optionele
accessoires besteld worden.
Gebruik enkel originele accessoires van SMEG.
Instructies voor de gebruiker
123
4
6. FRONTPANEEL
Alle bedieningen en controlelampen zijn zichtbaar op het frontpaneel. In de
volgende tabellen worden de gebruikte symbolen beschreven.
ELEKTRONISCHE PROGRAMMEEREENHEID
Met de elektronische programmeereenheid
heet u toegang tot de automatische en
halfautomatische bereidingsfuncties, de
timer alsook de weergave van de huidige
tijd.
DRAAIKNOP OVENTEMPERATUUR
De keuze van de temperatuur voor de bereiding wordt
uitgevoerd door de knop in wijzerzin te draaien tot de
gewenste waarde wordt bereikt, tussen 50° en 260°C.
Wanneer het rode controlelampje naast de knop
knippert, is de oven aan het voorverwarmen om de
temperatuur te bereiken die werd ingesteld met de
thermostaatknop. Eenmaal de oven de gekozen
temperatuur heeft bereikt, stopt het controlelampje met
knipperen en blijft het vast branden tot de oven wordt
uitgeschakeld.
139
Instructies voor de gebruiker
KEUZESCHAKELAAR VOOR DE OVENFUNCTIES
Draai de knop in wijzerzin of tegenwijzerzin om een van de
onderstaande functies te selecteren.
FUNCTIE STATISCHE OVENFUNCTIE GRILL GEVENTILEERD
FUNCTIE ONDERSTE
WEERSTAND
DRAAISPIT
FUNCTIE GRILLONTDOOIEN
TURBO
FUNCTIE VENTILATOR +
CIRCULAIRE WEERSTAND
140
Instructies voor de gebruiker
DRAAIKNOP VAN DE BEDIENINGEN VAN DE KOOKPLAAT
Standaard verwarming
Met deze draaiknoppen kunnen de zones van de kookplaat
bediend worden. Onder elke draaiknop wordt de bediende
plaat aangegeven. De tekening duidt de draaiknop van de
zone linksachter aan. Houd de knop ingedrukt en draai
rechtsom om het vermogen van de werking van de plaat te
regelen, van een minimum tot een maximum. De regeling
is progressief, en voor de uitschakeling moet de knop in
positie
0 geplaatst worden.
Dubbele verwarming
Met deze draaiknoppen kunnen de dubbele kookzones
bediend worden. Onder elke draaiknop wordt de bediende
plaat aangegeven.
De verwarming in de kleine diameter wordt geregeld met
hetzelfde principe van een kookzone met normale
verwarming. Om de verwarming van de externe zone te
activeren, moet de knop in wijzerzin overeenkomstig het
symbool of
losgelaten wordt, keert de draaiknop terug in de positie van
het maximum voor beide zones (intern + extern). Om
enkel de verwarming in de interne diameter aan te
schakelen, moet de draaiknop op positie
het gewenste vermogen geplaatst worden.
Voor de uitschakeling moet de draaiknop in positie 0
geplaatst worden.
gedraaid worden. Wanneer de knop
0 en daarna op
141
Instructies voor de gebruiker
7. KLOK MET KOOKWEKKER EN EINDE BEREIDING
In fornuizen met dubbele oven bedient de elektronische programmeereenheid
enkel de hoofdzakelijke oven
LIJST MET FUNCTIES
TOETS KOOKWEKKER
KNOP EINDE BEREIDING
KNOP BEREIDINGSDUUR
TOETS WAARDE VERLAGEN
142
TOETS WAARDE VERHOGEN
7.1Instelling van het uur
Bij het eerste gebruik van de oven of na een stroomonderbreking knippert met
regelmatige intervals op het display . Druk samen op de toetsen en
en gelijktijdig op de toetsen
of : zo wordt bij elke druk een toe- of afname
van één minuut verkregen.
Vóór elke instelling van de programmeereenheid moeten de gewenste functie
en temperatuur geactiveerd worden.
7.2Halfautomatische bereiding
Met deze instelling kan enkel de oven automatisch uitgeschakeld worden op het
einde van de bereiding. Wanneer u toets indrukt, zal het display oplichten en
de cijfers tonen; hou hem ingedrukt en gebruik tegelijkertijd de toetsen
voor de wijziging van de waarde
stellen. Wanneer de knop wordt losgelaten, begint de geprogrammeerde tijd
te lopen, en op het display zal het huidige uur met de symbolen A en
verschijnen.
of om de duur van de bereidingstijd in te
Instructies voor de gebruiker
7.3Automatische bereiding
Met deze regeling kan de oven volledig automatisch aan- en uitgeschakeld
worden.
Wanneer u toets
hou hem ingedrukt en gebruik tegelijkertijd de toetsen voor de wijziging van de
waarde
of om de duur van de bereidingstijd in te stellen.
Wanneer op de toets wordt gedrukt, verschijnt op het display de som van het
huidige uur en de duur van de bereidingstijd: hou hem ingedrukt en gebruik
tegelijkertijd de toetsen voor de wijziging van de waarde
voor het einde van de bereidingstijd in te stellen.
Wanneer de toets wordt losgelaten, begint de geprogrammeerde tijd te
lopen, en op het display zal het huidige uur met de symbolen A en
verschijnen.
Na de instelling moet op de toets gedrukt worden om de resterende
bereidingstijd weer te geven; om het uur van het einde van de bereidingstijd
weer te geven, moet op de toets gedrukt worden. Het instellen van niet
coherente waarden wordt op logische wijze belet (bijv. een contrast tussen een
einde bereidingstijd en een langere duur zal niet aanvaard worden door de
programmeereenheid).
7.4Einde van de bereiding
Op het einde van de bereidingstijd zal de oven automatisch uitgeschakeld
worden, en zal tegelijkertijd een intermitterend geluidssignaal geactiveerd
worden.
Na de uitschakeling van dit geluidssignaal zal op het display het huidige uur en
het symbool weergegeven worden, wat de terugkeer naar het manuele
gebruik van de oven betekent.
indrukt, zal het display oplichten en de cijfers tonen;
of om het tijdstip
7.5Kookwekker
De programmeereenheid kan ook gebruikt worden als een eenvoudige
kookwekker. Wanneer u toets indrukt, zal het display oplichten en de cijfers
tonen; houd hem ingedrukt en gebruik tegelijkertijd de toetsen voor de
wijziging van de waarde
of . Als de toets wordt losgelaten, begint de
geprogrammeerde tijd te lopen en zal op het display de huidige tijd en het
symbool verschijnen.
Wanneer u na de instelling de resterende tijd wil zien, moet u toets
indrukken.
Bij het gebruik als kookwekker zal de werking van de oven na het verstrijken van
de ingestelde tijd niet worden onderbroken.
7.6Regeling van het volume van het geluidssignaal
Het geluidssignaal heeft 3 volumeniveaus.
Om het volume te wijzigen, moet op de toets gedrukt worden na het einde
van de functie van de kookwekker, terwijl het geluidssignaal werkt.
143
Instructies voor de gebruiker
7.7Deactivering van het geluidssignaal
Het geluidssignaal wordt na zeven minuten automatisch uitgeschakeld. Het is
mogelijk om het manueel uit te schakelen door samen op de toetsen en
te drukken. Om het toestel uit te schakelen, moeten de knoppen weer op positie
0 geplaatst worden.
7.8Het annuleren van de ingestelde gegevens
Wanneer het programma ingesteld is, drukt u op de toets van de functie die
gewist moet worden, en handelt u gelijktijdig op de toetsen voor het wijzigen van
de waarde of om de waarde te bereiken. Het wissen van de duur
zal door de programmeereenheid begrepen worden als het einde van de
bereidingstijd.
7.9Wijziging van de ingestelde gegevens
De ingestelde gegevens voor de bereiding kunnen op elke moment gewijzigd
worden, door op de toets van de te wijzigen functie te blijven drukken, en door
gelijktijdig te handelen op de toetsen voor het wijzigen van de waarde of .
144
Instructies voor de gebruiker
8. GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT
8.1Voordat het toestel gebruikt wordt
Metalen voorwerpen, zoals bestek of deksels, mogen niet op de kookplaat
geplaatst worden omdat ze heet zouden kunnen worden.
Wanneer de plaat voor het eerst wordt gebruikt, wordt aangeraden om op te
warmen tot de maximum temperatuur, en dit lang genoeg zodat eventuele
oliehoudende productieresten verbrand worden die aan het voedsel een
onaangename geur zouden kunnen verlenen.
8.2Kookzones
Het toestel is voorzien van 5
kookzones met verschillende
diameters en vermogens. Hun
positie wordt duidelijk aangeduid
door cirkels, en de warmte wordt
afgegeven binnen de getekende
diameters op het oppervlak van
de glaskeramische plaat. De 5
kookzones zijn van het HIGHLIGHT type, zij gaan enkele
seconden na de inschakeling
branden. De verwarmingsintensiteit kan worden geregeld via de knoppen op
het frontpaneel, van de minimumstand tot de maximumstand.
De kookzones die aangegeven zijn met twee concentrische cirkels ()
hebben een dubbele verwarming, zowel binnen de cirkel als in beide cirkels.
De vijf controlelampen, die zich tussen de kookzones bevinden,
lichten op wanneer de temperatuur van één of meerdere
verwarmingszones warmer is dan 60°C. Deze lampjes doven
wanneer de temperatuur minder dan 60°C is.
145
Instructies voor de gebruiker
Voor betere resultaten en energiebesparing, gebruik alleen recipiënten geschikt
voor bereiding op elektrische fornuizen.
• De bodem van de recipiënten moet dik en perfect vlak
zijn. Alvorens een recipiënt op de kookplaat te zetten,
moet u controleren of beide perfect schoon en droog
zijn.
• Om krassen op de kookplaat te voorkomen mag u
geen gietijzeren recipiënten of pannen met een
onregelmatige bodem gebruiken.
• Om energieverspilling te voorkomen, moet ervoor
zorgen dat de diameter van de bodem van de pannen
gelijk is aan de diameter van de getekende cirkel op
het de kookplaat.
Let op dat er geen suiker of suikerbevattende producten
op de hete kookplaat terechtkomen. Geen materialen of
stoffen op de plaat te plaatsen die zouden kunnen
smelten (plastic of aluminiumfolie). Wanneer dit toch
gebeurt, moet de verwarming onmiddellijk uitgeschakeld
worden en moet de nog lauwe plaat gereinigd worden
met de bijgeleverde schraper om het kookoppervlak niet
te beschadigen.
Als de glaskeramische plaat niet onmiddellijk schoon gemaakt wordt,
bestaat het risico voor afzettingen die niet meer verwijderd kunnen worden
als de plaat eenmaal afgekoeld is.
146
Belangrijk
Let goed op met kinderen omdat die slechts met moeite de brandende
controlelampjes voor de restwarmte kunnen zien. De kookzones blijven
immers na gebruik warm voor een bepaalde periode, ook al zijn ze
uitgeschakeld.
Houd kinderen steeds uit de buurt van de kookplaat.
Instructies voor de gebruiker
9. GEBRUIK VAN DE OVEN
9.1Voordat het toestel gebruikt wordt
Verwijder eventuele etiketten (behalve het plaatje met de technische gegevens)
van de schalen, lekbakken of uit de ovenruimte.
Verwijder eventuele beschermende folies van de buiten- en binnenkant van het
toestel en van de accessoires, zoals schalen, lekbakken, de pizzaplaat of de
bodembedekking.
Voordat het toestel voor de eerste keer gebruikt wordt, moeten alle accessoires
uit de ovenruimte genomen worden en moeten ze gereinigd worden zoals wordt
aangeduid in het hoofdstuk "11. REINIGING EN ONDERHOUD".
Schakel het lege toestel in aan de maximum temperatuur zodat mogelijke
productieresten verbrand worden die aan het voedsel een onaangename geur
zouden kunnen verlenen.
9.2Algemene beschrijving
9.2.1 Vlakken
De oven beschikt over 4 vlakken zodat roosters
en ovenschalen op verschillende hoogtes
kunnen geplaatst worden. De plaatsbare
hoogtes werden genummerd van onder naar
boven (raadpleeg de afbeelding).
(Bij het gebruik van recepten wordt op het
display het beste vlak voor het geselecteerde
recept weergegeven).
9.2.2 Lampen van de binnenverlichting
De ovenlamp gaat aan telkens wanneer de ovendeur wordt geopend of wanneer een
willekeurige functie wordt geselecteerd met de functiekeuzeknop. Voor de
vervanging van de ovenlamp, raadpleeg de paragraaf “12.1 Vervanging van de
binnenverlichting”
147
Instructies voor de gebruiker
9.3Algemene waarschuwingen en advies voor het gebruik
De deur moet gesloten blijven tijdens de bereiding.
Bedek tijdens de bereiding de bodem van de oven niet met aluminiumfolie of
dergelijk, en plaats hierop geen pannen of ovenschalen om beschadiging aan het
email te vermijden. Bij gebruik van bakpapier moet u ervoor zorgen dat de circulatie
van de warme lucht in de oven er niet door wordt verhinderd.
Voor een optimale bereiding wordt aanbevolen om
het keukengerei in het midden van het rooster te
plaatsen.
Om te voorkomen dat eventuele damp in de oven
ongemakken veroorzaakt, opent u de ovendeur
het best in twee keer: open de deur eerst een
beetje (ong. 5 cm) voor 4-5 seconden, en daarna
helemaal. Wanneer gerechten moeten
gecontroleerd worden tijdens de bereiding, moet u
de ovendeur zo weinig mogelijk openhouden om
te vermijden dat de temperatuur in de oven
zodanig zakt dat het slagen van de bereiding in
gedrang komt.
148
Er wordt aangeraden om het voedsel na de
bereiding niet te lang in de ovenruimte te laten, om
excessieve condensvorming op de binnenruit van
de oven te voorkomen.
9.4Tangentieel koelsysteem
Dankzij een geforceerde circulatie van verse lucht houdt dit systeem de
temperatuur van de deur en de interne delen van de oven laag, zodat een
grotere veiligheid en aan langere gebruiksduur van het toestel wordt
gegarandeerd.
Het tangentiële koelsysteem blijft ook actief na het einde van de bereiding, en
blijft werken wanneer de oven uitgeschakeld is zodat alle warmte wordt
afgevoerd die opgeslagen werd in de oven. Op deze manier worden de meubels
beschermd die zich naast de oven bevinden, en worden ze dus niet verhit.
Instructies voor de gebruiker
9.5Het gebruik van de elektrische grill
Bij korte bereidingen, voor bijvoorbeeld het goudbruin braden van vlees dat al
gaar is, moet de statische grillfunctie
thermostaatknop op de maximum temperatuur geplaatst worden. Met de
geventileerde grillfunctie (enkel waar voorzien) kunnen gerechten bereid worden
dankzij de geforceerde ventilatie die de warmte in het voedsel doet
binnendringen. Voor dit type van bereidingen moet de geventileerde grillfunctie
geselecteerd worden, en moet de thermostaatknop op de ideale
bereidingstemperatuur geplaatst worden (maximum 200°C).
9.5.1 Het gebruik van de grill
Nadat de oven werd aangeschakeld, wat bevestigd wordt door het oplichten van
de rode controlelamp, moet de oven 5 minuten voorverwarmd worden vooraleer
het voedsel in de oven wordt geplaatst.
Het voedsel moet op smaak gebracht worden voordat de bereiding wordt
begonnen. Dit geldt eveneens voor olie en gesmolten boter. Om de jus op te
vangen, kan de ovenschaal gebruikt worden.
Het voedsel dat bereid moet worden, moet op het rooster van de oven geplaatst
worden op één van de geleiders waarmee de verschillende oventypes uitgerust
zijn, door de volgende aanwijzingen te volgen:
Plat en dun vlees3
geselecteerd worden en moet de
VOEDSEL
ROOSTER OP HET
VLAK
Rollade2 - 3
Gevogelte2 - 3
149
Instructies voor de gebruiker
9.5.2 Vlakken
Plaats het hulpframe op de tweede geleider onderaan, zodat de plaats voor de
stok uit de oven komt. Plaats de stok zoals wordt aangeduid in de figuur (1), en
duw het frame in de oven tot het uiteinde van de stok in het gat van de motor van
het draaispit komt te zitten. Hef de stok van het draaispit nu op en duw hem naar
links zodat de positie bereikt worden die aangeduid wordt in de figuur (2). Deze
handelingen moeten uitgevoerd worden wanneer de oven uitgeschakeld is en
koud staat. Na de bereiding moet door middel van het daarvoor bestemde
gereedschap de stok uit het gat (3) verwijderd worden, zodat de stok van het
draaispit (4) uit de ovenruimte kan verwijderd worden.
150
WAARSCHUWINGEN
• Met de grill mag nooit langer dan 60 minuten gewerkt worden.
• Bij de modellen met elektrische oven moet de ovendeur gesloten blijven
tijdens bereidingen met de grill.
• Om gevaarlijke oververhittingen te voorkomen tijdens het gebruik van de
oven of de grill, moet het glazen deksel van het toestel steeds omhoog
blijven staan.
• Tijdens en na het gebruik van de grill kunnen de bereikbare delen zeer heet
worden, en moeten kinderen dus uit de buurt van het toestel gehouden
worden.
• Tijdens bereidingen met het draaispit wordt aangeraden om onderin de
oven, op de eerste geleider van onderen, één van de bijgeleverde
ovenschalen te plaatsen die eventueel het vet opvangen.
• Tijdens het gebruik van de oven moet u alle ovenschalen en roosters die niet
gebruikt worden uit de oven verwijderen.
Instructies voor de gebruiker
9.6Bergruimte
Onderaan het fornuis, onder de oven, bevindt zich de
bergruimte. Ze kan bereikt worden door aan de
bovenkant van het deurtje te trekken. Bewaar er
absoluut geen ontvlambare materialen zoals vodden,
papier en dergelijk, maar eventueel enkel de metalen
accessoires van het toestel.
Open de bergruimte niet wanneer de oven aangeschakeld of warm is. De
temperaturen in deze ruimte kunnen zeer hoog zijn.
151
Instructies voor de gebruiker
10.BEREIDINGEN MET DE OVEN
STATISCH:
De warmte wordt gelijktijdig bovenaan en onderaan afgegeven,
en maakt dit systeem geschikt voor het bereiden van speciale
types van voedsel. De traditionele bereiding, die ook statisch of
warmtestraling wordt genoemd, is geschikt voor het klaarmaken
van één gerecht per keer. Het is ideaal voor alle types van
gebraden, brood en gevulde taarten, en het is vooral geschikt voor vetrijke
vleessoorten zoals gans en eend.
BODEMVLAK:
De warmte, die enkel van onderaan komt, vervolledigt de
bereiding van voedsel dat een hogere basistemperatuur nodig
heeft, zonder gevolgen voor het bruin braden. Ideaal voor gebak
of hartige taarten, vlaaien en pizza.
GRILL:
Met de warmte die van de grillweerstand komt, kunnen
uitstekende resultaten bereikt worden zoals het roosteren van
dun en iets dikker vlees, en in combinatie met het draaispit
(waar voorzien) wordt op het einde van de bereiding een
uniforme goudbruine kleur verkregen. Ideaal voor worsten,
ribbetjes en bacon. Met deze functie kan een grote hoeveelheid voedsel, en
vooral vlees, uniform gegrild worden.
152
GRILL GEVENTILEERD:
De lucht afkomstig van de ventilator verzacht de warmtegolven
die worden verkregen door de grill, zodat ook dik voedsel
uitstekend wordt gegrild. Ideaal voor grote stukken vlees (bijv.
varkensscheenbeen).
TURBO:
Met de combinatie van de geventileerde bereiding en de
traditionele bereiding kan erg snel en doeltreffend verschillend
voedsel op meerdere vlakken klaargemaakt worden, zonder dat
de geuren of de smaken worden gemengd. Ideaal voor
omvangrijk voedsel waarvoor een intense bereiding nodig is.
(voor bereidingen op meerdere niveaus wordt aanbevolen om het 2de en het
4de vlak te gebruiken).
Instructies voor de gebruiker
CIRCULATIE:
Met de combinatie van de ventilator en de circulatieweerstand
(ingebouwd in de achterkant van de oven) kan verschillend
voedsel op meerdere vlakken bereid worden waarvoor dezelfde
temperatuur en hetzelfde type van bereiding nodig is. De
warmeluchtcirculatie verzekert een onmiddellijke en uniforme
verdeling van de warmte. Het zal bijvoorbeeld mogelijk zijn om
gelijktijdig (op meerdere vlakken) vis, groenten en koekjes klaar te maken,
zonder dat de geur en de smaak zal gemengd worden.
(voor bereidingen op meerdere niveaus wordt aanbevolen om het 2de en het
4de vlak te gebruiken).
ONTDOOIING:
Het ontdooien wordt bevorderd door de activering van de
daarvoor bestemde ventilator en de weerstand bovenaan, die
een uniforme verdeling van de lucht aan lage temperatuur in de
oven garanderen.
10.1 Advies en handigheidjes voor de bereiding
10.1.1 Algemeen advies
Er wordt aangeraden om het voedsel in de oven te plaatsen nadat de oven
zelf werd opgewarmd.
• Wanneer op meerdere niveaus wordt bereid, wordt aangeraden de ventilatiefunctie
te gebruiken om een uniforme bereiding te verkrijgen.
• Algemeen gezien is het niet mogelijk om de bereidingstijden te verkorten door de
temperatuur te verhogen (het voedsel zou aan de buitenkant goed gebakken kunnen
zijn, maar binnenin minder).
10.1.2 Advies voor het bereiden van vleesgerechten
• De bereidingstijden, in het bijzonder voor vleesgerechten, hangen af van de dikte en
van de kwaliteit van het voedsel, en van de smaak van de consument.
• Er wordt aangeraden om een thermometer voor vlees te gebruiken tijdens de
bereiding van gebraad, of door eenvoudigweg met een lepeltje op het gebraad te
duwen; wanneer het stevig is, is het gaar, zoniet moet u nog even wachten.
10.1.3 Advies voor het bereiden van gebak en koekjes
• Gebruik bij voorkeur metalen en donkerkleurige gebakvormen; deze helpen de
warmte beter te absorberen.
• De temperatuur en de duur van de bereiding hangen af van de kwaliteit en de dikte
van het deeg.
• Controleer of het gebak binnenin gaar is: stop na de bereiding een tandenstoker in
het hoogste punt van het gebak. Wanneer het deeg niet aan de tandenstoker blijft
plakken, is het gebak klaar.
• Wanneer het gebak verslapt wanneer het uit de oven wordt gehaald, moet bij de
volgende bereiding de temperatuur ongeveer 10 °C lager worden ingesteld, en moet
eventueel een langere bereidingstijd geselecteerd worden.
153
Instructies voor de gebruiker
10.1.4 Advies voor het ontdooien en het rijzen
• Er wordt aangeraden om het ingevroren voedsel in een recipiënt zonder deksel te
plaatsen, op het eerste vlak van de oven.
• Het voedsel moet uit de verpakking ontdooid worden.
• Plaats het te ontdooien voedsel op homogene wijze, en plaats het niet op elkaar.
• Wanneer u vlees ontdooit, wordt aangeraden om een rooster te gebruiken en om het
voedsel op het tweede vlak te plaatsen , en om een ovenschaal op het eerste vlak te
plaatsen. Op deze manier blijft het voedsel niet in contact met de vloeistof van de
ontdooiing.
• De meest delicate delen kunnen bedekt worden met aluminiumfolie.
• Voor het rijzen wordt aanbevolen om onderin de oven een bakje met water te zetten.
10.1.5 Aanbevelingen voor bereidingen met de grill en de geventileerde
grill
• Met de grillfunctie kan het vlees ook in de koude oven geplaatst worden, maar
er wordt aanbevolen om de voorverwarming te gebruiken als het resultaat van de
bereiding moet gewijzigd worden.
• Bij de functie van de geventileerde grill wordt daarentegen aanbevolen om de
oven eerst voor te verwarmen.
10.2 Om energie te besparen
154
Om tijdens het gebruik van het toestel energie te besparen, kan het volgende uitgevoerd
worden:
• Stop de bereiding enkele minuten voordat de normale bereidingsduur verstrijkt. De
bereiding zal voortgezet worden door de warmte die zich in de oven heeft opgehoopt.
• Open de deur van de oven zo weinig mogelijk, zodat de warmte niet verloren gaat.
• Houd de binnenkant van het toestel constant rein.
10.3 Ontdooifunctie (enkel op sommige modellen)
Bij de multifunctionele modellen kan elk type van voedsel ontdooid worden door de
ontdooifunctie te gebruiken. Om het ontdooien te beginnen, moet de knop van de
ovenfuncties op het symbool gedraaid worden zodat een ventilatiesysteem in
werking treedt dat een uniforme verdeling van de omgevingstemperatuur in de oven
garandeert.
De duur van het ontdooien hangt af van de hoeveelheid voedsel.
Instructies voor de gebruiker
11.REINIGING EN ONDERHOUD
GEBRUIK GEEN STOOMSTRAAL VOOR DE REINIGING VAN HET
TOESTEL.
11.1 Reiniging van het roestvrij staal
Om het roestvrij staal in goede staat te houden, moet het na elk gebruik
gereinigd worden nadat de oven afgekoeld is.
11.2 Gewone dagelijkse reiniging
Gebruik voor het reinigen en bewaren van de roestvrije stalen oppervlakken
steeds en uitsluitend specifieke producten, die geen schurende of zure stoffen
op chloorbasis bevatten.
Gebruiksaanwijzing: giet het product op een vochtige doek en wrijf het over de
oppervlakken, spoel zorgvuldig, en droog met een zachte doek of met een
zeemvel.
11.3 Voedselvlekken of -resten
Gebruik absoluut geen metalen sponzen zodat de oppervlakken niet
worden beschadigd.
Gebruik normale en niet-schurende producten, en eventueel houten
of plastic gerei. Spoel goed, en droog met een zachte doek of met een
zeemvel.
Vermijd om etensresten op suikerbasis (bv. jam) te laten opdrogen in
de oven. Wanneer het te lang opdroogt, kan het email in de oven
beschadigd worden.
11.4 Reiniging van de ruiten van de deur
Er wordt aangeraden om deze steeds goed rein te houden. Gebruik
absorberend keukenpapier; bij hardnekkig vuil moet u ze reinigen met een
vochtige spons en een gewoon reinigingsmiddel.
Gebruik voor het reinigen van de ruiten van de deur geen schurende of bijtende
reinigingsmiddelen.
(bijv. poeders, ovensprays, ontvlekkingsmiddelen en metalen sponsjes).
Gebruik voor het reinigen van de ruiten van de oven geen ruwe of schurende
materialen of scherpe metalen krabbers, die het glas zouden kunnen krassen
en versplinteren.
155
Instructies voor de gebruiker
11.5 De reiniging van de binnenkant van de oven
Om de oven in goede staat te houden, moet hij na afkoeling regelmatig
gereinigd worden.
• Verwijder alle verwijderbare delen.
• Reinig de ovenroosters met warm water en niet-schurende
reinigingsmiddelen; spoel en droog ze daarna.
• Om de reiniging van de oven te vergemakkelijken, kan u de deur verwijderen
(raadpleeg paragraaf "12.3 Demontage van de deur").
156
Er wordt aangeraden om de oven voor ongeveer 15/20 minuten maximaal te
verwarmen nadat specifieke producten gebruikt werden om de afgezette resten
in de oven te elimineren.
Na deze handeling wordt aangeraden om de vochtige delen goed te drogen.
Instructies voor de gebruiker
12.BUITENGEWOON ONDERHOUD
De oven heeft regelmatig kleine onderhoudshandelingen of de vervanging van
delen die onderhevig zijn aan slijtage nodig, zoals de pakkingen, de lampjes,
enz. Vervolgens worden de specifieke aanwijzingen aangeduid voor elk type
van deze handelingen.
Vóór elke handeling waarvoor de delen onder spanning bereikt moeten
worden, moet de stroomtoevoer naar het toestel uitgeschakeld worden.
Wanneer het probleem niet wordt opgelost met het gewoon onderhoud, of voor
andere types van defecten, contacteert u de dichtstbijzijnde assistentiedienst.
12.1 Vervanging van de binnenverlichting
Verwijder de beschermende bedekking A
door ze in tegenwijzerzin los te draaien,
en vervang de lamp B met een andere
van hetzelfde type (25 W). Hermonteer de
beschermende bedekking A.
Gebruik uitsluitend lampen voor ovens (T 300°C).
12.2 Demontage van de pakking
Enkel voor multifunctionele modellen:
Voor een grondige reiniging van de oven
kan u de pakking van de deur
verwijderen.
Op de vier zijden zijn haken aanwezig die
de pakking op de rand van de oven
bevestigen. Trek de randen van de
pakking naar buiten zodat de haken
loskomen.
157
Instructies voor de gebruiker
A
45°
C
12.3 Demontage van de deur
12.3.1 Met mobiele hendeltjes
Open de deur helemaal en hef de lipjes A
van de twee scharnieren naar boven.
Neem de deur aan beide kanten en met
beide handen vast, hef ze op aan een
hoek van ongeveer 45°, en verwijder ze.
Als de scharnieren niet geblokkeerd
worden, moet de handeling herhaald
worden door de hendeltjes A omhoog te
plaatsen, wat eerder werd beschreven,
terwijl de deur lichtjes wordt opgeheven.
Om de deur weer te monteren, moeten de
scharnieren in de daarvoor bestemde
openingen in de oven geplaatst worden,
zodat de gleuven C helemaal op de
openingen steunen. Plaats de deur
helemaal omlaag, en koppel de
hendeltjes A los.
158
Instructies voor de installateur
AB
C
50mm
750mm
50mm
50mm
750mm
50mm
13.INSTALLATIE VAN HET TOESTEL
Het toestel moet geïnstalleerd worden door een bevoegd technicus, en volgens
de van kracht zijnde normen. Het toestel behoort, afhankelijk van de installatie,
tot klasse 1 (Fig.A) of klasse 2-subklasse 1 (Fig.B-C).
Het toestel kan geïnstalleerd worden tegen wanden die hoger zijn dan het
werkblad, op een minimum afstand van 50 mm van de zijkant van het toestel,
zoals wordt aangeduid in de tekeningen A en B betreffende de
installatieklassen. Keukenkasten of afzuigkappen die zich boven het werkblad
bevinden, moeten zich op een afstand van minstens 750 mm bevinden.
159
Instructies voor de installateur
13.1 Elektrische aansluiting
Het identificatieplaatje met de technische gegevens, het serienummer en de
merking is zichtbaar op het toestel aangebracht. Controleer of het voltage en de
afmeting van de stroomtoevoerlijn overeenstemmen met de kenmerken die
worden aangeduid op het plaatje in de bergruimte.
Dit plaatje mag nooit verwijderd worden.
De aarding moet verplicht aangebracht worden volgens de voorziene
veiligheidsnormen van de elektrische installatie.
Wanneer het toestel met een vaste aansluiting wordt aangesloten op het net,
moet op de stroomtoevoerlijn een omnipolair onderbrekingsmechanisme
conform de regels van de installatie voorzien worden, dat zich op een makkelijk
bereikbare plaats nabij het toestel bevindt.
Wanneer een verbinding met stekker en stopcontact wordt gebruikt, moet
gecontroleerd worden of deze van hetzelfde type zijn. Gebruik geen
verloopstekkers, adapters of aftakkingen, omdat die oververhitting of brand
zouden kunnen veroorzaken.
Werking op 380-415V3N~: gebruik een vijfpolige
kabel van het type H05V2V2-F (kabel van 5 x 4
2
).
mm
160
Werking op 380-415V2N~: gebruik een vierpolige
kabel van het type H05V2V2-F (kabel van 4 x 6
2
mm
).
Werking op 220-240V~: gebruik een driepolige
kabel van het type H05V2V2-F (kabel van 3 x 4
2
mm
).
De aardleiding (geel-groen) van het uiteinde dat
op het apparaat moet worden aangesloten, moet
tenminste 20 mm langer zijn dan de andere draden.
AANDACHT: De bovenstaande waarden verwijzen naar de diameter van de
interne geleider.
Instructies voor de installateur
13.1.1 Ventilatie van de ruimte
Het toestel mag enkel in permanent geventileerde ruimten worden geïnstalleerd,
zoals voorzien wordt door de van kracht zijnde normen. In de ruimte waar het
toestel geïnstalleerd is, moet voldoende luchttoevoer aanwezig zijn die nodig is
voor de regelmatige gasverbranding en de luchtverversing van de ruimte zelf.
De luchtinlaatopeningen, die beschermd worden door roosters, moeten
afmetingen conform de van kracht zijnde normen hebben, en moeten zodanig
geplaatst zijn dat ze niet, ook niet gedeeltelijk, verstopt worden.
De keuken moet goed geventileerd worden zodat de hitte en de vochtigheid
geëlimineerd worden die geproduceerd worden door de bereidingen: vooral
nadat het toestel voor lange tijd niet gebruikt werd, wordt aanbevolen om een
venster te openen of om de snelheid van eventuele ventilatoren te verhogen.
13.1.2 Afvoer van de verbrandingsproducten
De afvoer van de verbrandingsproducten moet verzekerd worden door middel
van een afzuigkap, die verbonden is aan een rookkanaal met een efficiënte trek
of met een geforceerde afzuiging. Een efficiënt afzuigsysteem moet zorgvuldig
ontworpen worden door een bevoegde specialist, en moet uitgevoerd worden
door de posities en de afstanden te respecteren die voorzien worden door de
normen. Na de handeling moet de installateur een conformiteitscertificaat
afgeven.
13.2 Plaatsing en nivellering van het toestel
Nadat de gasaansluiting en de elektrische
aansluiting werden uitgevoerd, moet het toestel
genivelleerd worden met behulp van de vier
regelbare pootjes. Om een goede bereiding te
verkrijgen, is het absoluut noodzakelijk dat het
toestel correct genivelleerd wordt op de ondergrond.
161
Instructies voor de installateur
13.3 Montage van de plint
• Draai de moeren B los.
• Plaats de plint boven de plaat en zorg er voor dat de pennen C
overeenkomen met de gaten D.
• Bevestig de plint op de plaat, door de schroeven A vast te draaien.
162
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.