Smeg A3-5, CS120-5, A3A-5, CS120A-5 User Manual [nl]

Inhoudsopgave
9
1.
VEILIGHEIDS- EN GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN ______________________ 80
2. INSTALLATIE VAN HET APPARAAT_______________________________ 82
3. REGELING VAN HET GAS_______________________________________ 87
4. LAATSTE HANDELINGEN _______________________________________ 89
5. BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGEN ___________________________ 91
6. GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT__________________________________ 98
7. GEBRUIK VAN DE OVENS _____________________________________ 100
8. VERKRIJGBARE ACCESSOIRES ________________________________ 102
9. ADVIEZEN VOOR DE BEREIDING _______________________________ 104
10. REINIGING EN ONDERHOUD ___________________________________ 112
11. BUITENGEWOON ONDERHOUD ________________________________ 116
DEZE INSTRUCTIES ZIJN ALLEEN GELDIG VOOR DE LANDEN VAN BESTEMMING WAARVAN DE IDENTIFICATIESYMBOLEN OP DE VOORZIJDE VAN DEZE HANDLEIDING STAAN.
INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATEUR: zijn bestemd voor de gekwalificeerde technicus die de gasinstallatie moet controleren en de installatie, de inbedrijfstelling en de keuring van het apparaat moet uitvoeren.
INSTRUCTIES VOOR DE GEBRUIKER: geven gebruiksadviezen, beschrijving van de bedieningen en de juiste reinigings- en onderhoudswerkzaamheden voor het apparaat.
7
Presentatie
1. VEILIGHEIDS- EN GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN
DEZE HANDLEIDING MAAKT DEEL UIT VAN HET APPARAAT EN MOET DERHALVE IN ZIJN GEHEEL BINNEN HANDBEREIK ERVAN BEWAARD WORDEN GEDURENDE DE HELE LEVENSDUUR VAN HET FORNUIS. WIJ ADVISEREN DEZE HANDLEIDING EN ALLE AANWIJZINGEN ERIN AANDACHTIG DOOR TE LEZEN ALVORENS DE FORNUIS TE GEBRUIKEN. BEWAAR OOK DE SERIE BIJGELEVERDE MONDSTUKKEN. HET APPARAAT MOET WORDEN GEÏNSTALLEERD DOOR GEKWALIFICEERD PERSONEEL MET INACHTNEMING VAN DE GELDENDE NORMEN. DIT APPARAAT IS BEDOELD VOOR HUISHOUDELIJK GEBRUIK EN VOLDOET AAN DE GELDENDE NORMEN DIE OP DIT MOMENT VAN KRACHT ZIJN. HET APPARAAT IS GEBOUWD OM DE VOLGENDE FUNCTIE TE VERVULLEN: BEREIDING EN OPWARMEN VAN VOEDSEL; IEDER ANDERSOORTIGE GEBRUIK DIENT ALS ONEIGENLIJK GEBRUIK TE WORDEN BESCHOUWD.
DE FABRIKANT WIJST ELKE AANSPRAKELIJKHEID VOOR ANDER GEBRUIK DAN IS AANGEGEVEN, AF.
LAAT DE RESTEN VAN DE VERPAKKING NIET ONBEWAAKT IN HUIS ACHTER. SCHEID DE VERSCHILLENDE AFVALMATERIALEN VAN DE VERPAKKING EN OVERHANDIG HEN AAN HET DICHTSTBIJZIJNDE CENTRUM VOOR GESCHEIDEN AFVALVERWERKING.
VERBINDING MET DE AARDE IS VERPLICHT VOLGENS DE TOEPASSELIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VAN DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE.
DE STEKKER DIE AAN DE VOEDINGSKABEL EN HET BIJBEHORENDE STOPCONTACT MOETEN WORDEN BEVESTIGD, MOETEN VAN HETZELFDE TYPE ZIJN, EN AAN DE GELDENDE VOORSCHRIFTEN VOLDOEN. BIJ EEN INGEBOUWD APPARAAT MOET HET STOPCONTACT BEREIKBAAR ZIJN.
TREK DE STEKKER NOOIT AAN DE KABEL UIT HET STOPCONTACT.
KEUR DE FORNUIS ONMIDDELLIJK NA INSTALLATIE AAN DE HAND VAN DE INSTRUCTIES DIE VERDEROP GEGEVEN WORDEN. IN GEVAL VAN SLECHTE WERKING MOET HET APPARAAT WORDEN AFGEKOPPELD VAN HET ELEKTRICITEITSNET EN MOET HET DICHTSTBIJZIJNDE TECHNISCHE SERVICECENTRUM WORDEN GECONTACTEERD.
PROBEER NOOIT HET APPARAAT TE REPAREREN.
CONTROLEER TELKENS NA HET GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT OF DE BEDIENINGSKNOPPEN IN DE STAND
(UIT) STAAN.
80
ZET NOOIT ONTVLAMBARE VOORWERPEN IN DE OVENS: ALS DEZE ONOPZETTELIJK AANGEZET WORDEN, ZOU ER BRAND KUNNEN ONTSTAAN.
Presentatie
DE IDENTIFICATIEPLAAT MET DE TECHNISCHE GEGEVENS, HET SERIENUMMER EN DE MARKERING IS ZICHTBAAR BINNEN IN DE OPBERGRUIMTE VAN HET VOEDSEL GEPLAATST.
DEZE PLAAT MAG NOOIT WORDEN VERWIJDERD.
ZET GEEN PANNEN MET EEN ONREGELMATIGE OF RUWE BODEM OP DE
ROOSTERS VAN DE KOOKPLAAT.
HET APPARAAT WORDT TIJDENS HET GEBRUIK ZEER HEET. LET ERVOOR OP DAT U DE VERHITTENDE ELEMENTEN BINNENIN DE OVEN NIET AANRAAKT.
DIT APPARAAT MAG NIET OP EEN VERHOOGD PLATFORM WORDEN GEÏNSTALLEERD.
GEBRUIK GEEN SCHALEN OF (GRILL) PANNEN DIE DE OMTREK VAN DE KOOKPLAAT TE BUITEN GAAN.
HET APPARAAT IS BESTEMD VOOR GEBRUIK DOOR VOLWASSENEN. STA HET KINDEREN NIET TOE IN DE BUURT VAN HET APPARAAT TE KOMEN OF ERMEE TE SPELEN. TIJDENS BEREIDINGEN MET OPEN DEUR KOMT ER VEEL WARMTE NAAR BUITEN: HOUD KINDEREN OP AFSTAND.
DIT APPARAAT IS VOORZIEN VAN HET MERKTEKEN IN DE ZIN VAN DE EUROPESE RICHTLIJN 2002/96/EG BETREFFENDE AFGEDANKTE ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE APPARATUUR – AEEA (WASTE ELECTRICAL AND ELECTRONIC EQUIPMENT - WEEE). DEZE RICHTLIJN BEPAALT DE NORMEN VOOR HET INZAMELEN EN RECYCLEN VAN DE AFGEDANKTE APPARATUUR WELKE GELDEN VOOR HET VOLLEDIGE TERRITORIUM VAN DE EUROPESE UNIE.
VOORDAT U HET APPARAAT IN WERKING STELT MOET U VERPLICHT ALLE OP EN IN HET APPARAAT AANGEBRACHTE ETIKETTEN EN BESCHERMENDE FOLIES VERWIJDEREN.
De fabrikant wijst elke aansprakelijkheid voor persoonlijk letsel of materiële schade of die veroorzaakt worden door het veronachtzamen van bovenstaande voorschriften of door het onklaar maken van afzonderlijke onderdelen van het apparaat, of door gebruik van niet-originele vervangingsonderdelen.
81
Instructies Voor de Installateur
2. INSTALLATIE VAN HET APPARAAT
Het apparaat dient te worden geïnstalleerd door een gekwalificeerd technicus, in overeenstemming met de geldende normen.
Dit apparaat behoort tot de klasse L voor wat betreft brandgevaar. Het fornuis kan tegen wanden worden geplaatst waarvan er één hoger is dan de kookplaat, zoals afgebeeld in de tekeningen A en B met betrekking tot de installatieklassen. De minimumafstand voor boven de kookplaat gemonteerde schappen of afzuigkappen is 750 mm.
A B Inbouwapparaat Vrijstaand
2.1 Plaatsing en waterpas zetten van het apparaat
Het apparaat is uitgerust met wieltjes en regelbare voetjes om er de plaatsing van te vereenvoudigen. Om de wieltjes aan de voorkant te gebruiken moet u het voetje vastschroeven zoals afgebeeld in de figuur hiernaast om het apparaat op de wielen aan de voorkant te laten rusten. Om het apparaat vrij te kunnen verplaatsen moet u echter ook de achterkant opheffen volgens de onderstaande instructies:
schroef met een pijpsleutel van 10 de 2 zeskantige moeren onder de ovenruimte vast: op deze wijze komt het apparaat omhoog en kunt u hem zowel waterpas zetten als verplaatsen. Schroef, na beëindiging van deze handelingen, de zeshoekige moeren en de voetjes aan de voorkant weer vast om het fornuis stabiel en vlak te zetten.
82
Instructies Voor de Installateur
2.2 Elektrische aansluiting
Het aansluiten van Smeg apparatuur. Alle Smeg apparaten die Smeg Nederland verkoopt moeten op 220-240 volt worden aangesloten. Geen van de apparaten mag op 380 volt worden aangesloten. Dit in tegenstelling van wat er in de diverse gebruiksaanwijzingen staat. Apparaten die op 380 volt worden aangesloten kunnen beschadigd raken. De spanning bij 380 volt installaties noemt men krachtstoom. Ook bij krachtstroom heeft men 220-240 volt, die meet men alleen tussen de fase en de nul. Waar het echter fout gaat, is dat de spanning tussen 2 fasen in Nederland 380 volt is, bij een aantal apparaten kunnen componenten doorbranden. In Nederland komt bij de meeste woningen maar één fase, één nul en één aarde draad binnen. Deze inkomende leiding wordt door het energiebedrijf voor de meter afgezekerd met een hoog Ampèrage zekering en na de meter wordt deze onderverdeeld in meerdere groepen van 16 amp. Als men nu tussen de fase en de nul meet men nog steeds 220 volt, maar als je op de onderlinge groepen meet wordt er geen waarden aangegeven. Hier is geen spanningsverschil aanwezig. Een zekering van 16 ampère kan met een vermogen van 3520 Watt tot 3840 Watt belast worden. (afhankelijk van de spanning (220/240 Volt)). Dit houdt in dat als een apparaat een aansluitwaard van 6,60 KW heeft, er gezekerd moet worden met minimaal 2 zekeringen van ieder 16 Ampère. Deze zekeringen moeten geschakeld zijn, zodat ze altijd samen uit of samen aan gaan. De wandcontactdoos dient een Perilex aansluiting te zijn Apparaten die op een geschakelde zekering (ovengroep) worden aangesloten dienen een Perilexstekker te hebben. In de volgende catalogi wordt bij ieder apparaat de benodigde spanning vermeld, dus altijd 220/240 Volt. Vergewis u ervan dat de spanning en de dimensionering van de voedingslijn corresponderen met de eigenschappen die vermeld worden op het plaatje op de achterkap van het apparaat. Deze plaat mag nooit worden verwijderd. Het apparaat kan vast of met een stekker en stopcontact worden aangesloten op het net. In het tweede geval moeten de stekker en het stopcontact geschikt zijn voor de gebruikte kabel en voldoen aan de geldende voorschriften. Voor elk type aansluiting moet het apparaat beslist geaard worden. Alvorens het aan te sluiten dient te worden gecontroleerd of de voedingslijn naar behoren is geaard. Gebruik geen reducties, adapters of omleidingen. Als het apparaat met een vaste aansluiting op het net wordt aangesloten moet er op de voedingslijn een meerpolig uitschakelmechanisme met een openingsafstand van de contacten van minstens 3 mm worden voorzien die op een gemakkelijk te bereiken positie in de buurt van het apparaat moet worden geplaatst.
83
Instructies Voor de Installateur
Het apparaat heeft aan de achterkant een klemmenbord. Voor de elektrische aansluiting verwijzen wij naar het volgende schema. Het is toegankelijk als u het carter achter verwijdert.
Werking op 220-240V∼: gebruik een driepolige kabel van het type H05RR-F (kabel van 3 x 4 mm2).
Werking op 380-415V2N∼ of 220-240V2N
: gebruik een driepolige kabel van het type H05RR-F (kabel van 4 x 2.5 mm2).
Werking op 380-415V3N∼ of 220-240V3N
: gebruik een driepolige kabel van het type H05RR-F (kabel van 5 x 1.5 mm2).
Het uiteinde dat verbonden moet worden met het apparaat moet een (geel-groene) aardingsdraad hebben die minstens 20 mm langer is.
Voor persoonlijk letsel of materiële schade, veroorzaakt door het veronachtzamen van bovenstaande voorschriften of door onklaar maken van een afzonderlijk deel van het apparaat: de fabrikant wijst elke
aansprakelijkheid af.
84
Instructies Voor de Installateur
2.3 Ventilatie van de ruimten
Het apparaat mag uitsluitend worden geïnstalleerd in voortdurend geventileerde vertrekken, zoals voorzien door de geldende normen. In het vertrek waar het apparaat geïnstalleerd is moet zoveel lucht toe kunnen vloeien als nodig is voor een correcte verbranding van het gas en voor de nodige luchtverversing in het vertrek zelf. De luchtinlaten, die beschermd worden door roosters, moeten de juiste afmetingen hebben (zie de geldende normen) en moeten zo worden geplaatst dat ze niet (ook niet gedeeltelijk) afgesloten worden.
2.4 Afvoer van verbrandingsproducten
De afvoer van verbrandingsproducten moet worden verzekerd via wasemkappen die zijn verbonden met een schouw met natuurlijke trek en de juiste doelmatigheid, door geforceerde afzuiging. Een doelmatig afzuigsysteem vereist een nauwgezet ontwerp door een specialist die daartoe bevoegd is, met inachtneming van de posities en afstanden die door de normen worden opgelegd. Na de werkzaamheden moet de installateur een conformiteitsverklaring afgeven.
2.5 Gasaansluiting
Bij installatie met een rubberslang in overeenstemming met de norm mag de slang niet langer zijn dan maximaal 1,5 meter; controleer of de slang niet met beweegbare delen in aanraking komt of wordt afgeklemd. De binnendiameter van de leiding moet 8 mm zijn voor VLOEIBAAR GAS, en 13 mm voor METHAANGAS. Controleer of aan alle volgende voorwaarden wordt voldaan:
of de leiding bevestigd is aan een slanghouder met veiligheidsklembandje;
of de leiding over de hele lengte (max. 2 m) geïnspecteerd kan worden;
of de leiding op geen enkel punt van de route in aanraking komt met
hete wanden (max. 50°C);
of hij niet blootstaat aan trekkrachten of spanningen, en geen scherpe bochten maakt of afgekneld wordt;
of hij niet in aanraking komt met snijdende voorwerpen of scherpe hoeken;
als de leiding niet perfect afgedicht is en gaslekkages in de omgeving veroorzaakt, probeer hem dan niet te repareren: vervang hem door een nieuwe slang;
controleer of de houdbaarheidsdatum van de slang niet overschreden is.
Let op: gebruik uitsluitend bij een inspecteerbare installatie (Fig. B) een aan de norm conforme rubberslang.
85
Instructies Voor de Installateur
2.5.1 Aansluiting op vloeibaar gas
Gebruik een drukregelaar en sluit de fles aan volgens de voorschriften van de normen. Vergewis u ervan dat de voedingsdruk in overeenstemming is met de waarden die vermeld worden in de tabel in paragraaf “3.3 Tabellen met eigenschappen van branders en sproeiers ”.
Schroef de kleine slanghouder F op de grote slanghouder A; sluit het zo verkregen blok aan op het gasverbindingsstuk B (of gebruik de slanghouder G die rechtstreeks moet worden aangesloten op het gasverbindingsstuk B) en breng de pakking C ertussen aan. Steek de uiteinden van de rubberen slang H op de slanghouder A+F (of G) en op de uitlaataansluiting van de drukverminderaar op de gasfles. Bevestig het uiteinde van de slang H op de slanghouders
A+F (of G) met het klembandje I.
2.5.2 Aansluiting met flexibele stalen stang (voor alle types gas)
Als het apparaat moet worden aangesloten tussen meubels, moet de aansluiting van het gas geschieden met een flexibele stalen slang met een continue wand, in overeenstemming met de geldende norm. Schroef het uiteinde van de flexibele slang L met de pakking C ertussen op de gasverbinding B met mannelijk schroefdraad ½” gas (ISO228-1)
86
Instructies Voor de Installateur
3. REGELING VAN HET GAS
Alvorens reiniging of onderhoud te gaan plegen moet het apparaat elektrisch uitgeschakeld worden.
3.1 Aanpassing aan de verschillende gassoorten
De kookplaat van het fornuis is getest met methaangas G 20 op een druk van 20 mbar ( ) of methaangas G 25 op een druk van 25 mbar ( ). Als hij moet op andere gassoorten werken, moeten de
sproeiers op de branders worden vervangen en moet tenslotte de minimum vlam op de gaskranen worden ingesteld. De sproeiers moeten worden vervangen volgens de beschrijving in de volgende paragraaf.
3.2 Vervanging sproeiers
1. Haal de rooster weg, verwijder alle kapjes en de vlamverdelerkransen;
2. schroef de sproeiers van de branders los met een sleutel van 7 mm;
3. vervang de sproeiers van de branders volgens de tabel van het gebruikte gas.
87
Instructies Voor de Installateur
3.3 Tabellen met eigenschappen van branders en sproeiers
Brander
Diameter mondstuk
Hulpbrander 1.05 72 - 0306 360 Halfsnelle 1.8 94 - 0210 450 Snel 3.0 121 - 0309 750 Vispan 1.9 100 – 0210 800 Zeer snel 3.5 138 - 0332 1600
Brander
Diameter
Hulpbrander 1.05 50 30 360 76 75 Halfsnelle 1.8 65 33 450 131 129 Snel 3.0 85 45 750 218 215 Vispan 1.9 68 45 800 138 136 Zeer snel 3.3 91 68 1600 218 215
Brander
Diameter mondstuk
Hulpbrander 1.05 72 (X) 360 Halfsnelle 1.8 97 (Z) 450 Snel 3.0 115 (Y) 750 Vispan 1.9 94 (X) 800 Zeer snel 3.5 133 (S) 1600
De kookplaat is getest en kan uitsluitend op G25 gas met een druk van 25 mbar functioneren, en hoeft dus niet meer te worden afgesteld.
warmtevermogen
Nominaal
warmtever
mogen
(kW)
warmtevermogen
Nominaal
(kW)
Nominaal
(kW)
mondstuk 1/100 mm
Methaangas – G25 25 mbar
1/100 mm
VLOEIBAAR GAS – G30/G31 28/37 mbar
By-pass
mm
1/100
METHAANGAS – G20/G25 20/25 mbar
1/100 mm
Beperkt
debiet
(W)
Beperkt debiet
(W)
Debiet g/h
G30
Beperkt debiet
(W)
Debiet g/h
G31
88
Instructies Voor de Installateur
3.4 Rangschikking van de branders op de kookplaat
BRANDER
1 Hulpbrander 2 Halfsnelle 3 Snel 4 Zeer snel 5 Vispan
4. LAATSTE HANDELINGEN
Na vervanging van de sproeiers moeten de vlamverdelerkransen, de kapjes van de branders en de roosters worden teruggeplaatst.
Na instelling met een andere gassoort dan bij de keuring is gebruikt, moet het etiket van het ingestelde gas dat op het apparaat aangebracht is, worden vervangen door het etiket dat correspondeert met de nieuwe gassoort.
4.1 Instelling van het minimum voor methaangas
Ontsteek de brander en zet hem op de minimum stand draai aan de stelschroef naast het staafje van de
. Trek de knop van de gaskraan uit en
kraan, totdat een regelmatige, minimum vlam wordt verkregen. Hermonteer de knop en controleer de stabiliteit van de vlam van de brander (als de knop snel van de grootste naar de kleinste stand gedraaid wordt, mag de vlam niet uitgaan). Herhaal deze operatie op alle gaskranen.
4.2 Instelling van het minimum voor vloeibaar gas
Voor het instellen van het minimum met vloeibaar gas moet de schroef rechts van het staafjes van de kraan geheel met de klok meegedraaid worden. De diameters van de bypass worden vermeld in paragraaf “3.3 Tabellen met eigenschappen van branders en sproeiers” voor elke brander afzonderlijk. Herstel, na voltooiing van de regeling, de verzegeling van de bypass met zegellak of vergelijkbaar materiaal.
89
Instructies Voor de Installateur
4.3 Montage van de spatrand
Plaats de spatrand op de vangschaal waarbij de gaten A overeen moeten stemmen met de gaten B.
Schroef de spatrand met de schroeven C vast op de vangschaal.
90
Instructies Voor de Gebruiker
5. BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGEN
5.1 Het frontpaneel
Alle bedieningen en controles van het fornuis zitten bij elkaar op de voorzijde.
Indien u de oven voor het eerst ontsteekt, of na een onderbreking van de
stroomtoevoer, moet u de middelste programmeringstoets ( ) 1 / 2 seconde lang ingedrukt houden om de hoofdoven voor het koken gereed te maken.
BESCHRIJVING VAN DE SYMBOLEN
BRANDER LINKS VOOR
BRANDER MIDDEN VOOR
BRANDER RECHTS VOOR
BARBECUE-ELEMENT
THERMOSTAAT HOOFDOVEN
FUNCTIES HOOFDOVEN
BRANDER LINKS ACHTER
BRANDER MIDDEN ACHTER
BRANDER RECHTS ACHTER
THERMOSTAAT HULPOVEN
FUNCTIES HULPOVEN
THERMOSTAATKNOP (HOOFDOVEN)
De bereidingstemperatuur wordt gekozen door de kop met de klok mee op de gewenste temperatuur te draaien, tussen 50° en 250°C. Als het controlelampje gaat branden, wil dat zeggen dat de oven wordt opgewarmd. Als het lampje uitgaat wil dat zeggen dat de ingestelde temperatuur is bereikt. Als het lampje regelmatig knippert betekent dat, dat de temperatuur in de oven constant op het ingestelde niveau gehouden wordt.
91
Instructies Voor de Gebruiker
FUNCTIEKEUZEKNOP (HOOFDOVEN)
De oven wordt aangestoken door de knop met de klok mee te draaien op één van de onderstaande functies, met uitzondering van de ovenverlichting:
GEEN FUNCTIE INGESTELD
VERWARMINGSELEMENT BOVEN EN ONDER 50 ÷ 250°C
VERWARMINGSELEMENT BOVEN EN ONDER + VENTILATIE
GRILL-ELEMENT
GRILL-ELEMENT + VENTILATIE
VERWARMINGSELEMENT ONDER + VENTILATIE
OND. VERWARMINGSELEMENT + GEVENTILEERD VERWARMINGSELEMENT GEVENTILEERD VERWARMINGSELEMENT + VENTILATIE 50 ÷ 250°C ONTDOOIEN
BEDIENINGSKNOP BRANDERS VAN DE PLAAT
De vlam wordt ontstoken door de knop in te drukken en tegen de klok in op de stand van de grootste vlam
te draaien. Draai de knop in het gebied tussen het
maximum ( ) en het minimum ( ) om de vlam te regelen. De brander wordt gedoofd door de knop in de stand te zetten.
KNOP REGELING VERMOGEN BARBECUE-
ELEMENT
Met deze knop kunt u het vermogen van het barbecuerooster op de kookplaat regelen. Plaats de knop in een willekeurige stand tussen “1” en “9” om het verwarmende element in te schakelen. Het gaan branden van het controlelampje wijst erop dat het element is ingeschakeld. Om het element weer uit te schakelen moet u de knop weer in de stand “0” terugzetten.
LET OP: na een langdurig gebruik zal de kookplaat ook na het uitschakelen van het element nog heet blijven: houd kinderen uit de buurt.
92
Instructies Voor de Gebruiker
DRAAIKNOP VARIABELE GRILL
HULPOVEN
Zet de thermostaatknop van de secundaire oven op het symbool of . Draai de knop van de variabele gril met de klok mee op de gewenste stand. Als het waarschuwingslampje gaat branden, wil dat zeggen dat de grill ingeschakeld is.
THERMOSTAATKNOP
HULPOVEN
De bereidingstemperatuur wordt gekozen door de kop met de klok mee op de gewenste temperatuur te draaien, tussen 50° en 250°C. Als het controlelampje gaat branden, wil dat zeggen dat de oven wordt opgewarmd. Als het lampje uitgaat wil dat zeggen dat de ingestelde temperatuur is bereikt. Als het lampje regelmatig knippert betekent dat, dat de temperatuur in de oven constant op het ingestelde niveau gehouden wordt. De oven wordt aangestoken door de knop met de klok mee te draaien op één van de onderstaande functies, met uitzondering van de ovenverlichting:
GEEN FUNCTIE INGESTELD
VERWARMINGSELEMENT BOVEN EN ONDER 50 ÷ 250°C
ONDERSTE VERWARMINGSELEMENT
GRILL-ELEMENT
BOVENSTE VERWARMINGSELEMENT + GRILL-ELEMENT
93
Instructies Voor de Gebruiker
5.2 Analoge elektronische klok (alleen op bepaalde modellen)
LIJST VAN FUNCTIES
DRUKKNOP KOOKWEKKER
DRUKKNOP EINDE KOOKTIJD
INSTELLEN VAN DE TIJD EN RESET
DRUKKNOP WAARDEAFNAME
DRUKKNOP WAARDETOENAME
5.2.1 Instellen van de juiste tijd
Bij de eerste ingebruikneming van de oven, of na een stroomuitval, zal de display met regelmatige tussenpozen knipperen. Als u toets
1 / 2 seconden lang ingedrukt houdt, zal de display ophouden met knipperen en kunt u beginnen met het instellen van de juiste tijd. Als u de
waardeveranderingstoetsen
of indrukt zal met iedere afzonderlijke druk de tijdsinstelling met 1 minuut toe- of afnemen. Druk één van de waardeveranderingstoetsen in tot de juiste tijd verschijnt. 6/7 Seconden nadat u voor het laatst heeft gedrukt zal de klok vanaf de ingestelde tijd starten.
Het geluidssignaal dat u na het aflopen van ieder programmering hoort bestaat uit 8 akoestische signalen die 3 tot 4 keer zullen worden herhaald, met tussenpozen van circa anderhalve minuut. U kunt het geluidssignaal op ieder willekeurig moment onderbreken door het indrukken van een willekeurige toets.
94
Instructies Voor de Gebruiker
5.2.2 Kookwekker
Deze functie zal het koken niet onderbreken maar uitsluitend het geluidssignaal doen afgaan.
- Als u toets
verlicht en eruit zien als in fig. 1;
- U moet binnen 6/7 seconden de toetsen
indrukken om de timer van de kookwekker in te stellen. Bij elke druk zal 1 extern segment dat 1 kookminuut weergeeft oplichten of uitgaan. (in figuur 2 ziet u een kooktijd van 10 minuten afgebeeld).
- 6/7 Minuten na de laatste druk zal het aftellen beginnen, na voltooiing waarvan het geluidssignaal zal afgaan.
- Tijdens het aftellen kunt u de juiste tijd weergeven door 1 maal toets
drukken. Als u nogmaals drukt verschijnt de display van de kookwekker weer.
- Na voltooiing van het aftellen moet u de oven met de hand uitschakelen door de thermostaat en de functieschakelaar op 0 te zetten.
indrukt zal de display worden
of
in te
1
2
95
Instructies Voor de Gebruiker
5.2.3 Programmering
Duur van de kooktijd: met de 2° drukknop
kunt u de duur van de kooktijd instellen. Alvorens deze in te stellen moet u de thermostaat op de voor het koken gewenste temperatuur en de functiekeuzeknop in een willekeurige stand zetten. Om de duur van de kooktijd in te stellen moet u als volgt te werk gaan:
- Houd toets
1 tot 2 seconden lang ingedrukt;
de wijzer zal op 12 uur gaan staan (Fig. 1).
- Met de drukknoppen
en kunt u de duur
van de kooktijd instellen. iedere druk op toets
voegt 1 minuut toe aan de duur van de kooktijd en om de 12 minuten zal een nieuw intern segment oplichten (in figuur 2 wordt een
1
duur van 1 uur afgebeeld).
- Zodra de gewenste duur is bereikt zal, circa 6 seconden na de laatste druk op de toetsen of
, het koken starten .
- Als het koken eenmaal is gestart verschijnen op de display de juiste tijd, weergegeven met
2
ononderbroken brandende segmenten, en de voor het koken resterende minuten, weergegeven met knipperende segmenten (ieder knipperend segment verwijst naar 12 minuten resterende kooktijd).
- Als het eind van de kooktijd is bereikt zal de timer de warmte­elementen van de oven uitschakelen, zal het geluidssignaal afgaan en zullen de cijfers op de display gaan knipperen.
- U kunt ook de duur annuleren door het ingestelde programma te resetten. Als u de middelste toets
namelijk 1 of 2 seconden lang ingedrukt houdt, wordt de ingestelde duur geannuleerd en moet u de oven met de hand uitschakelen.
Let op: U kunt de duur van een kooktijd tot maximaal 6 uur instellen.
Begin van het koken: u kunt, naast de duur van de kooktijd, ook het
starttijdstip van het koken instellen (met een uitstel van maximaal 12 uur ten opzichte van de juiste tijd). Om het begin- of eindtijdstip van de kooktijd in te stellen moet u als volgt te werk gaan:
96
Instructies Voor de Gebruiker
- Stel de duur van de kooktijd in, zoals beschreven in de voorgaande paragraaf.
- Binnen 6/7 seconden vanaf de laatste druk op de toetsen
moet u toets opnieuw indrukken om het begintijdstip van het koken in te stellen. Op de display zal de juiste tijd verschijnen waarop de interne segmenten, die verwijzen naar het eind van de
kooktijd verlicht zullen zijn. Met behulp van de toetsen kunt u het begintijdstip van het koken instellen.
- 6/7 Seconden na de laatste druk, verschijnt op de display de juiste tijd, en het begin- en het eindtijdstip van het koken, welke door verlichte interne segmenten zullen worden weergegeven . Zolang de juiste tijd niet overeenstemt met het begintijdstip van het koken, zullen de segmenten op de display ononderbroken branden; zodra de juiste tijd overeenstemt met het ingestelde begintijdstip zullen alle interne segmenten gaan knipperen ter indicatie dat het koken in de oven is begonnen.
- Op het eind van de kooktijd zal de timer de warmte-elementen van de oven uitschakelen, zal het geluidssignaal afgaan en zullen de cijfers op de display gaan knipperen.
- Om het hele ingestelde programma te resetten moet u de middelste toets
het koken al is begonnen zult u de oven met de hand moeten uitschakelen.
- In de afbeelding hiernaast ziet een programmeringsvoorbeeld: de juiste tijd is 7:06, het begin van de kooktijd is geprogrammeerd voor 8 uur en het eind op 9 uur.
- Zodra het 8 uur is zullen de interne segmenten tussen 8 en 9 uur gaan knipperen en zal de uren wijzer ononderbroken blijven branden.
Let op: om de oven na de bovenstaand beschreven programmering te laten starten moeten de thermostaat en de functiekeuzeschakelaar als gewoonlijk in de standen voor de gewenste temperatuur en functie worden gezet.
5.2.4 "DEMO" functie
Op de met een analoge/digitale programmeereenheid uitgeruste modellen is een "DEMO" functie voorzien die de weerstanden uitschakelt en de andere functies ongewijzigd laat. Om deze functie in te schakelen hoeft u alleen maar
de toetsen bevestiging zal de gebruiker informeren dat de functie is ingeschakeld. Om hem uit te schakelen moet u dezelfde procedure volgen.
, en 3/4 seconden lang ingedrukt te houden. Een biep ter
1 of 2 seconden lang ingedrukt houden: als
en
of
97
Instructies Voor de Gebruiker
6. GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT
6.1 Ontsteken van de branders op de plaat
Controleer voordat u de branders van de kookplaat aansteekt of de vlamverdelerkransen goed op hun plaats zitten en de kapjes aanwezig zijn. Let erop of de gaten A van de vlamverdelers corresponderen met de bougies en de thermo-elementen. Het bijgeleverde rooster B moet worden gebruikt voor wokken (Chinese pan).
98
Ter hoogte van elke knop is de bijbehorende brander aangegeven. Het apparaat heeft een mechanisme voor elektronische ontsteking. Het is voldoende de knop in te drukken en op het symbool van de grootste
vlam
te draaien, totdat de brander aangestoken is. Houd de knop ongeveer 2 seconden ingedrukt om de vlam brandend te houden en om de veiligheidsvoorziening te activeren. Het kan gebeuren dat de brander uitgaat op het moment dat u de knop loslaat. In dat geval moet de handeling worden herhaald en de knop langer ingedrukt gehouden worden.
Als de branders onopzettelijk uit zouden gaan, komt een veiligheidsvoorziening tussenbeide die het gas afsluit, ook als de kraan open staat.
Instructies Voor de Gebruiker
6.2 Praktische wenken voor het gebruik van de branders van de plaat
Voor een beter rendement van de branders en een minimaal gasverbruik: gebruik pannen met een deksel, met de juiste afmetingen in verhouding tot de brander, om te vermijden dat de vlam de zijkanten raakt (zie paragraaf “6.3 Diameter van de pannen ”). Verklein de vlam op het moment van koken zoveel als nodig is om te voorkomen dat de vloeistof overkookt. Om tijdens de bereiding verbrandingen of beschadiging van de plaat te vermijden, moeten alle pannen en schalen binnen de omtrek van de kookplaat worden geplaatst. Alle pannen moeten een platte, regelmatige bodem hebben. Let bij het gebruik van olie of vet zeer goed op, want deze kunnen vlam vatten als zij oververhit raken. Als de oven toevallig uitgaat, de bedieningsknop sluiten en de ontsteking opnieuw proberen, na minstens 1 minuut te hebben gewacht.
6.3 Diameter van de pannen
BRANDERS
1 Hulpbrander 2 Halfsnelle 3 Snel 4 Zeer snel 5 Vispan
Ø min. en
max. (in cm)
12-14 16-20 18-24 20-26
speciale ovale
vispannen
6.4 Gebruik van de barbecueplaat
Deze plaat heeft een anti-aanbaklaag (Teflon). deze laag is uiterst delicaat en kan worden beschadigd als u metalen keukengerei gebruikt.
Gebruik uitsluitend gerei van hout of plastic dat bestendig is tegen hoge temperaturen.
99
Instructies Voor de Gebruiker
7. GEBRUIK VAN DE OVENS
7.1 Verwittigingen en algemene raadgevingen
Wanneer men de oven voor de eerste keer gebruikt , is het aangeraden de oven te verwarmen op zijn maximum temperatuur (250-220°C) gedurende voldoende tijd om eventuele olieachtige fabricatieresten te verbranden die een onaangename geur aan de gerechten zouden kunnen geven.
Bedek, tijdens het koken, de bodem van de oven niet met aluminiumfolie of vergelijkbare materialen en plaats er geen pannen of ovenschotels op om beschadigingen van het email te voorkomen. Bij gebruik van ovenpapier moet u ervoor zorgen dat de circulatie van de warme lucht in de oven er niet door wordt beïnvloed.
Om te vermijden dat eventuele stoom in de oven hinder veroorzaakt, moeten de deuren in twee fasen worden geopend: houd hen eerst half open (ca. 5 cm) gedurende 4-5 seconden, en open hen daarna pas helemaal. Als u het voedsel moet behandelen moeten de deuren zo kort mogelijk open blijven om te vermijden dat de temperatuur in de oven te laag wordt om nog een goed bereidingsresultaat te verkrijgen.
7.2 Ovenverlichting
Wordt ingeschakeld door de functiekeuzeschakelaar op een willekeurige stand te zetten.
7.3 Koelventilator
Dit apparaat is voorzien van een koelsysteem. Wanneer u de oven aan zet, schakelt de ventilator vanzelf in. Dit gebeurt ook wanneer de oven automatisch wordt ingeschakeld. De ventilator bevindt zich aan de achterkant van de oven en duwt de lucht door het bovenste gedeelte van de oven en vervolgens naar buiten via de openingen boven de ovendeur. De beweging van de lucht is hoorbaar en de lucht blijft ook nog enige tijd stromen nadat u de oven hebt uitgezet. De koelventilator zorgt ervoor dat de buitenkant van dit apparaat binnen de temperatuurlimiet blijft die in overeenstemming is met de Europese normen.
100
Instructies Voor de Gebruiker
7.4 Opbergruimte
Onder in het fornuis, onder de oven, zit een opbergruimte. Deze kan worden geopend door boven aan het deurtje te trekken. Bewaar er beslist geen ontvlambare materialen zoals doeken, papier e.d. in, maar eventueel alleen de metalen accessoires van het apparaat.
Open het bergvak niet als de oven brandt of nog heet is. Deze ruimte kan van binnen namelijk erg heet worden.
101
Instructies Voor de Gebruiker
8. VERKRIJGBARE ACCESSOIRES
Der oven heeft 4 richels voor plaatsing van schalen en roosters op verschillende hoogten en een bovenbescherming.
Grill in roestvrij staal: voor de bereiding van gerechten in schotels, taarten van kleine omvang, gebraden en gerechten die een delicaat grillen vereisen.
Rooster voor ovenschaal: kan boven op een ovenschaal worden gelegd voor het bereiden van voedsel dat vloeistof kan verliezen.
Ovenschaal: nuttig voor het opvangen van vet dat afkomstig is van voedsel dat op het rooster erboven is gelegd.
Gebakschaal: voor taarten, pizza’s en ovengebak.
Spit: nuttig voor het bereiden van kip, saucijzen en al het andere voedsel waarbij een gelijkmatige bereiding van het oppervlak vereist wordt. Alleen voor de
hoofdoven.
Draaispitframe hoofdoven: dit moet u in
de gaten in de ovenschaal plaatsen.
Spitframe: aan te brengen op de geleiders van de hulpoven voordat het spit gebruikt wordt.
Accessoires op bestelling
Via de erkende assistentiecentra is het mogelijk de zelfreinigende panelen van de oven te bestellen.
102
g
g
Instructies Voor de Gebruiker
Bij de Erkende Servicecentra zijn twee optionele roosters beschikbaar:
Grillrooster voor op de gasbrander: deze optionele plaat moet in plaats van het rooster rechts (visrooster) op de kookplaat worden
ezet. Let ervoor op dat de voetjes van het
rillrooster overeenstemmen met de bodem van de kookplaat om te voorkomen dat hij zou kunnen omklappen.
Barbecuerooster: dit rooster moet in plaats van de aluminiumplaat op het barbecue­element worden gezet.
103
Instructies Voor de Gebruiker
9. ADVIEZEN VOOR DE BEREIDING
Wij raden aan om bij het voorverwarmen de geventileerde stand te gebruiken en de temperatuur altijd 30/40°C hoger dan de kooktemperatuur in te stellen. Dit zal de kooktijden aanzienlijk verkorten, het energieverbruik verminderen en de kookresultaten verbeteren.
De ovendeur moet tijdens de bereiding gesloten blijven.
9.1 Traditionele bereidingen
SCHAKELKNOP SELECTIE FUNCTIES
SCHAKELAAR THERMOSTAAT MET KEUZE TUSSEN 50 - 250°C
SCHAKELAAR THERMOSTAAT MET KEUZE TUSSEN 50 - 220°C
Dit klassieke bereidingssysteem, met warmte die van beneden naar boven gaat, is geschikt voor het bereiden van voedsel op één hoogte. Verwarm de oven voor totdat de ingestelde temperatuur bereikt wordt en zet het voedsel pas in de oven als het controlelampje van de thermostaat gedoofd is. Het is mogelijk om ingevroren vlees rechtstreeks in de oven te zetten, zonder het eerst te laten ontdooien. Alleen moeten dan wel temperaturen van 20°C lager worden gekozen en bereidingstijden van 1/4 langer dan die voor vers vlees. Erg vet vlees kan in de nog koude oven worden gezet.
Schotels met een hoge rand gebruiken teneinde te voorkomen dat het spatten de wanden van de oven bevuilt.
104
Instructies Voor de Gebruiker
9.2 Bereiding met hete lucht (hoofdoven)
SCHAKELKNOP SELECTIE FUNCTIES
SCHAKELAAR THERMOSTAAT MET KEUZE TUSSEN 50 - 250°C
Dit systeem is geschikt voor het bereiden van voedsel op verschillende hoogten in de oven, ook voor verschillende types voedsel (vis, vlees, enz.) zonder dat er smaak of geur wordt overgedragen. De luchtcirculatie in de oven verzekert een gelijkmatige verdeling van de warmte. Voorverwarming is niet nodig.
Het koken op verschillende richels is mogelijk mits de kooktemperaturen van de verschillende gerechten overeenstemmen.
9.3 Grillen (hoofdoven)
SCHAKELKNOP SELECTIE FUNCTIES
SCHAKELAAR THERMOSTAAT OP MAXIMUM
Hiermee kan voedsel snel goudbruin worden gebakken. Het wordt geadviseerd de schaal in de bovenste geleider te schuiven. Voor korte bereidingen en bij kleine hoeveelheden kan het rooster het beste in de derde geleider van beneden af worden geplaatst. Voor langere bereidingstijden en grillen dient het rooster op de lagere geleiders te worden geschoven, afhankelijk van de stukgrootte.
De ovendeur moet tijdens de bereiding gesloten blijven.
105
Instructies Voor de Gebruiker
9.4 Grillen met warme lucht (hoofdoven)
SCHAKELKNOP SELECTIE FUNCTIES
SCHAKELAAR THERMOSTAAT MET KEUZE TUSSEN 50° EN 250°C
Maakt een gelijkmatige verdeling van de warmte en een beteren penetratie in de diepte mogelijk. Het voedsel krijgt een lichtbruin korstje, terwijl het binnenste zacht blijft. De ovendeur moet tijdens de bereiding
gesloten blijven. De verwarmingstijd mag niet langer zijn dan 60 minuten.
9.5 Bereidingen met variabele grill (hulpoven)
SCHAKELAAR THERMOSTAAT OP STAND
VARIABELE GRILL NAAR KEUZE TUSSEN MIN. EN MAX.
Zet de functiekeuzeknop van de secundaire oven op het symbool of
. Draai de knop van de variabele gril met de klok mee op de gewenste stand. Als het waarschuwingslampje gaat branden, wil dat zeggen dat de grill ingeschakeld is. Met dit type bereiding kan het vermogen van de grill worden gewijzigd in overeenstemming met de hoeveelheden voedsel die bereid moeten worden.
106
Instructies Voor de Gebruiker
9.6 Delicate bereidingen (hulpoven)
SCHAKELKNOP SELECTIE FUNCTIES
SCHAKELAAR THERMOSTAAT OP MAXIMUM
Aangewezen voor gebak en taarten in bakvormen. Zeer goede resultaten worden ook behaald bij bereidingen die vooral warmte vanaf de bodem vereisen. Het wordt geadviseerd de schaal op een lage geleider te schuiven.
9.7 Ontdooien (hoofdoven)
SCHAKELKNOP SELECTIE FUNCTIES
SCHAKELAAR THERMOSTAAT OP STAND 0
De luchtverplaatsing op omgevingstemperatuur zorgt voor snelle ontdooiing van het voedsel.
Het ontvriezen op kamertemperatuur biedt het voordeel dat de smaak en het uitzicht van de voedingswaren niet gewijzigd wordt.
9.8 Bereiding aan het spit hulpoven
107
g
Instructies Voor de Gebruiker
SCHAKELKNOP SELECTIE FUNCTIES
SCHAKELAAR THERMOSTAAT MET KEUZE TUSSEN 50 - 200°C
Bereid het spit met het voedsel voor door de schroeven A van de vorken te blokkeren. Steek de frames B in de gaten in het bakje F. het spit van het braadstuk zodanig plaatsen dat de katrol E op de steun voor het spit B blijft. Steek de schaal volledig in de oven tot de punt van de spies tegenover gat C staat. Nu moet u, door het frame B te laten kantelen, de punt van de spies van het draaispit in bus C van de aandrijving van het draaispitmotortje in de zijwand van de oven steken. Giet wat water in de schaal om rookvorming te voorkomen. De ovendeur moet tijdens de bereiding gesloten blijven.
Regelmatige intermittenties van de seinlamp van de thermostaat tijdens het bakken zijn normaal en duiden het behouden aan van een constante temperatuur binnen in de oven.
LET OP: de frames B moeten worden
emonteerd zoals afgebeeld in de
tekening hiernaast
108
Instructies Voor de Gebruiker
9.9 Bereiding aan het spit (hulpoven)
SCHAKELKNOP SELECTIE FUNCTIES
VARIABELE GRILL NAAR KEUZE TUSSEN MIN. EN ¾ MAX.
Het wordt geadviseerd hiervan gebruik te maken voor kleine stukken.
Bereid het spit voor met het voedsel, door de schroeven A van de vorken vast te zetten. Zet het frame B in de derde geleider van beneden af. Verwijder de handgreep D en plaats de stang van het spit zo, dat de poelie E op de uitholling van het frame B blijft. Schuif het frame B helemaal naar binnen totdat de stang van het spit in de behuizing C komt, waarin hij wordt aangedreven door de motor van het spit achter in de oven. Plaats de schaal F op de onderste geleider en giet er een beetje water op om rookvorming te vermijden. De ovendeur moet tijdens de bereiding gesloten blijven.
Regelmatige intermittenties van de seinlamp van de thermostaat tijdens het bakken zijn normaal en duiden het behouden aan van een constante temperatuur binnen in de oven.
109
Instructies Voor de Gebruiker
9.10 Tabellen met aangeraden kookwijzen
De kooktijden, in het bijzonder voor vleesgerechten, zijn verschillend naargelang de dikte en de kwaliteit van het voedsel en zijn tevens afhankelijk van de smaak van de verbruiker.
STAND RICHEL
HOOFDSCHOTELS
LASAGNE PATES IN DE OVEN
VLEES
KALFSGEBRAAD RUNDSGEBRAAD VARKENSGEBRAAD KIP EEND GANS - KALKOEN KONIJN SCHAPEBOUT GEBRADEN VIS 1 - 2 170 - 200 VOLGENS
PIZZA 1 - 2 210 - 240 40 - 45
PATISSERIE
SCHUIMGEBAK ZANDDEEG CAKE LANGE VINGERS BRIOCHES FRUITTAARTEN
VAN ONDER AF
TRADITIONEEL KOKEN
TEMPERATUUR (°C) TIJD IN
2 - 3 2 - 3
2 2 2 2 2 2 2 1
1 - 2 1 - 2 1 - 2 1 - 2 1 - 2 1 - 2
210 - 230 210 - 230
170 - 200 210 - 240 170 - 200 170 - 200 170 - 200 140 - 170 170 - 200 170 - 200
50 - 70
170 - 200
165
150 170 - 200 170 - 200
MINUTEN (*)
30 40
30 - 40 / KG. 30 - 40 / KG. 30 - 40 / KG.
45 - 60 45 - 60 45 - 60 50 - 60
15 / KG.
GROOTTE
60 - 90 15 - 20 35 - 45 30 - 50 40 - 45 20 - 30
(*) = MET VOORVERWARMDE OVEN
STAND RICHEL
AAN DE ENE KANT AAN DE ANDERE KANT VARKENSCOTELETTEN VARKENSFILET RUNDSFILET LEVERSNEDEN KALFSLAPJES HALVE KIP WORSTEN GEHAKTBALLEN VISFILET TOAST
KOKEN MET DE GRILL
VAN ONDER AF
4 3 3 4 4 3 4 4 4 4
TIJD IN MINUTEN
7 - 9 9 - 11 9 - 11
2 - 3
7 - 9 9 - 14
7 - 9
7 - 9
5 - 6
2 - 4
5 - 7 5 - 9
9 - 11
2 - 3 5 - 7
9 - 11
5 - 6 5 - 6 3 - 4 2 - 3
110
Instructies Voor de Gebruiker
STAND RICHEL
HOOFDSCHOTELS
LASAGNE PATES IN DE OVEN RIJST OP CREOOLSE WIJZE
VLEES
KALFSGEBRAAD VARKENSGEBRAAD RUNDSGEBRAAD RUNDSFILET LAMSGEBRAAD ROAST-BEEF GEBRADEN KIP GEBRADEN EEND GEBRADEN KALKOEN GEBRADEN KONIJN GEBRADEN HAAS GEBRADEN DUIF VIS 2 - 3 150 - 170 VOLGENS GROOTTE PIZZA 2 - 3 210 - 240 30 - 50
ZOETIGHEDEN (PATISSERIE)
CAKE FRUITTAARTEN BISCUIT BRIOCHE STRUDEL PUDDING MET LANGE VINGERS BROOD TOAST
KOKEN MET WARME LUCHT
VAN ONDER AF
2 2 2
2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2
2 - 3 2 - 3 2 - 3 2 - 3 1 - 2 2 - 3 2 - 3 1 - 2
TEMPERATUUR (°C) TIJD IN MINUTEN
190 - 210 190 - 210 190 - 220
150 - 170 150 - 160 160 - 170 160 - 180 130 - 150 170 - 180
170 160 - 170 150 - 160 150 - 160 160 - 170 140 - 170
150 - 170 170 - 190 190 - 220 160 - 170
150 160 - 170 190 - 210 220 - 240
20 - 25 25 - 30 20 - 25
65 - 90
70 - 100
65 - 90 35 - 45
100 - 130
40 - 45
70 - 90 100 - 160 160 - 240
80 - 100
30 - 50
15 - 25
35 - 45
40 - 50
25 - 35
40 - 60
25 - 35
30 - 40
40
7
Bij gebruik van de barbecue bevelen wij een voorverwarming van circa 15 minuten aan.
111
Instructies Voor de Gebruiker
10. REINIGING EN ONDERHOUD
Gebruik geen stoomstraal om de binnenkant van de oven mee te reinigen.
10.1 Reiniging van het roestvrij staal
Om het roestvrij staal in goede conditie te houden, moet het regelmatig na elk gebruik worden schoongemaakt, nadat de oven is afgekoeld.
10.1.1 Gewone dagelijkse reiniging
Gebruik voor het schoonmaken en conserveren van de roestvrij stalen oppervlakken altijd specifieke producten die geen schurende of zure stoffen op chloorbasis bevatten. Gebruikswijze: giet het product op een vochtige doek en maak hiermee het oppervlak schoon, nauwkeurig afnemen en drogen met een zachte doek of een zeem van damhertenleer.
10.1.2 Voedselvlekken of -restanten
Gebruik beslist geen metalen sponsjes of scherpe schrapers, om de oppervlakken niet te beschadigen. Gebruik normale producten voor staal, niet schurend, en maak eventueel gebruik van houten of kunststof werktuigen. Nauwkeurig afnemen en drogen met een zachte doek of een zeem van damhertenleer. Zorg ervoor dat er in de oven geen etensresten op suikerbasis (bijv. jam) opdrogen. Als deze substanties te lang opdrogen in de oven zouden ze de emailbekleding van de binnenkant van de oven kunnen beschadigen.
10.2 Reiniging van de onderdelen van de kookplaat
Voor alle werkzaamheden moet de elektrische voeding van het apparaat worden uitgeschakeld.
Tijdens het schoonmaken van de plaat moet erop gelet worden dat de sproeiers niet verstopt raken als de branders worden weggehaald.
112
Instructies Voor de Gebruiker
10.2.1 Barbecueplaat
Es Trek, na hem te hebben laten afkoelen, de plaat uit diens behuizing door hem aan de voorkant op te tillen, zoals afgebeeld in de tekening, waarbij u ervoor moet opletten dat u de resten die zich in de gootjes aan de zijkanten hebben verzameld, niet morst. Maak hem schoon met een gewoon afwasmiddel en een niet­schurende spons.
10.2.2 Schaal
Om de schaal onder het barbecue­element te verwijderen:
1. moet u de plaat verwijderen zoals beschreven onder punt 10.2.1;
2. het element optillen en blokkeren door de sluiting naar rechts te verplaatsen (zoals afgebeeld in de tekening hiernaast);
3. nu kunt u de schaal bij de twee handvatten vastpakken en verwijderen. U kunt hem schoonmaken met speciale schoonmaakmiddelen voor roestvrij staal en een niet­schurende spons.
10.2.3 De roosters
Verwijder de roosters rechts (grill-+visrooster) zoals afgebeeld in de tekening. Voor de roosters links geldt voor het verwijderen geen bepaalde volgorde. Maak ze schoon in lauw water met een niet­bijtend/schurend schoonmaakmiddel, en zorg ervoor dat alle aankoekingen worden verwijderd. Plaats eerst het grillrooster terug, daarna het rooster aan de zijkant.
113
Instructies Voor de Gebruiker
10.2.4 De kapjes en vlamverdelerkransen
De kapjes en de vlamverdelerkransen kunnen worden weggehaald om hen gemakkelijk schoon te maken; was hen af met warm water en een niet­schurend reinigingsmiddel. Let erop dat alle aankoekingen worden verwijderd en wacht tot ze perfect droog zijn. Plaats de vlamverdelerkransen terug, en vergewis u ervan dat ze goed op hun plaats zitten met de kapjes. Let erop dat de gaten A van de vlamverdelers corresponderen met de bougies en de thermo-elementen.
10.2.5 De bougies en de thermokoppels
Voor een goede werking moeten de ontstekingsbougies en de thermokoppels altijd goed schoon zijn. Controleer hen regelmatig en maak hen indien nodig schoon met een vochtige doek. Eventuele droge resten moeten worden verwijderd met een houten prikker of een naald.
10.3 Reiniging van de ovens (zonder zelfreinigende panelen)
Om de ovens in goede conditie te houden moeten ze regelmatig schoongemaakt worden, nadat ze zijn afgekoeld. Haal de verwijderbare delen eruit. In de hoofdoven moet u de zijroosters verwijderen door ring “A” los te draaien en ze over de geleider “B” (Fig. 1) naar buiten te trekken. In de hulpoven moet u de zijroosters verwijderen door ze aan de voorkant op te tillen en ze uit het gat aan de achterkant te trekken (Fig. 2).
114
Maak de ovenroosters en de geleiders aan de zijkanten schoon met warm water en niet-schurende reinigingsmiddelen, neem hen af en maak hen droog.
maak de binnenwanden van de oven schoon met een zachte doek die vochtig gemaakt is in een ammoniakoplossing, neem hen af en maak hen droog. Als er nog vlekken of verkleuringen zichtbaar blijven, leg dan een in ammoniak gedompelde doek op de bodem van de oven, sluit de deur en was de oven na enkele uren met warm water en een vloeibaar reinigingsmiddel, neem hem af en maak hem droog.
Instructies Voor de Gebruiker
Wij raden aan om na het gebruik van specifieke producten de oven ongeveer 15/20 minuten lang op de maximumstand te laten werken om de in de ovenruimte achtergebleven resten te elimineren.
Om het schoonmaken te vereenvoudigen kan de deur worden verwijderd (zie § 8.2)
10.3.1 Zelfreinigende Panelen
De hoofdoven is uitgerust met panelen met continu zelfreinigend email. Dergelijke panelen maken het schoonmaken van de oven veel eenvoudiger en u bent verzekerd van een langdurige goede werking.
10.3.2 Gebruik van de zelfreinigende panelen
Om alle voedselresten en onprettige luchtjes uit de binnenkant van de oven te verwijderen wordt het aanbevolen om van tijd tot tijd het apparaat 30 tot 60 minuten lang leeg te laten werken op een temperatuur van minimaal 200°C. Dit zal de zelfreinigende panelen in staat stellen om de aanwezige resten te verbranden die, als de oven is afgekoeld, met een vochtige spons kunnen worden verwijderd.
10.3.3 Onderhoud van de zelfreinigende panelen
Voor het schoonmaken van de zelfreinigende panelen raden wij het gebruik van schuurmiddelen en gewone detergenten af. Beperk u tot een vochtige doek om de bijzondere karakteristieken van het email dat de panelen bedekt niet aan te tasten.
10.3.4 Demontage van de zelfreinigende panelen
Verwijder alle accessoires uit de ovenruimte en ga als volgt te werk:
1. Verwijder de roosters aan de zijkant (fig. 1);
2. Trek de zijpanelen “F” en “G” eruit (fig. 2);
3. Verwijder het paneel aan de achterkant “A” na eerst de ring met schroefdraad “C” te hebben losgedraaid (fig. 2);
4. Plaats de panelen weer terug in de oorspronkelijke stand.
1)
2)
10.4 Deurvenster
Het wordt geadviseerd hen altijd goed schoon te houden, door hen af te wassen met een vochtige spons en een gewoon afwasmiddel.
115
Instructies Voor de Gebruiker
11. BUITENGEWOON ONDERHOUD
De ovens behoeven op gezette tijdens kleine onderhoudswerkzaamheden of vervanging van aan slijtage onderhevige onderdelen, zoals pakkingen, lampjes, enz. Hier volgen de specifieke instructies voor deze types ingrepen.
Voor alle werkzaamheden moet de elektrische voeding van het apparaat worden uitgeschakeld.
11.1 Vervanging van de lampjes van de verlichting
Verwijder de beschermende afdekking A door hem tegen de klok in los te schroeven, vervang het lampje B met een andere van hetzelfde type. Het de beschermende afdekking A terugplaatsen.
116
Uitsluitend lampen voor ovens gebruiken (T 300°C).
Instructies Voor de Gebruiker
11.2 Demontage van de deur
Open de deur helemaal en steek de (meegeleverde) pinnen in de gaten aan de binnenkant. Sluit de deur in een hoek van ongeveer 45°, til hem op en trek hem uit diens zetel. Om hem weer terug te plaatsen moet u de scharnieren in de daarvoor bestemde gleuven steken en de deur laten zakken tot hij op de onderkant steunt en de schroevendraaiers verwijderen.
11.3 Pakkingen ovendeuren
De pakkingen kunnen worden verwijderd om de ovens accuraat schoon te maken. Alvorens de pakkingen te verwijderen moeten de ovendeuren worden gedemonteerd zoals eerder beschreven. Til, als de deuren verwijderd zijn, de lipjes op de hoeken op, zoals te zien is op de afbeelding.
11.4 Smering van de gaskranen
Het kan zijn dat de gaskranen in de loop der tijd moeilijker gaan draaien en blokkeren. Maak hen dan aan de binnenkant schoon en ververs het smeervet. Dit dient te worden gedaan door een gespecialiseerd technicus.
117
Loading...