DEZE AANWIJZINGEN ZIJN ENKEL GELDIG VOOR DE LANDEN VAN BESTEMMING
WAARVAN DE IDENTIFICATIESYMBOLEN AANGEDUID WORDEN OP DE COVER VAN
DEZE HANDLEIDING.
INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATEUR: deze zijn bestemd voor de
gekwalificeerde technicus die moet zorgen voor een gepaste
controle van de gasinstallatie, en die de installatie, de inwerkingstelling
en het uittesten van het toestel moet uitvoeren.
AANWIJZINGEN VOOR DE GEBRUIKER: deze duiden advies voor
het gebruik, de beschrijvingen van de bedieningen en de correcte
handelingen voor de reiniging en het onderhoud van het toestel aan.
79
Presentatie
1. VEILIGHEIDS- EN GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN
DEZE HANDLEIDING IS EEN INTEGREREND DEEL VAN HET TOESTEL. DE
HANDLEIDING MOET GEDURENDE DE VOLLEDIGE LEVENSDUUR VAN HET
FORNUIS INTACT EN BINNEN HANDBEREIK WORDEN BEWAARD. WE RADEN
AAN OM DEZE HANDLEIDING EN ALLE AANWIJZINGEN AANDACHTIG DOOR TE
LEZEN ALVORENS HET FORNUIS IN GEBRUIK WORDT GENOMEN. BEWAAR
OOK DE REEKS BIJGELEERDE STRAALPIJPEN. DE INSTALLATIE MOET
WORDEN UITGEVOERD DOOR GEKWALIFICEERD PERSONEEL, CONFORM DE
GELDENDE NORMEN. DIT TOESTEL IS BEDOELD VOOR HUISHOUDELIJK
GEBRUIK, EN IS CONFORM DE EEG-RICHTLIJNEN DIE MOMENTEEL VAN
KRACHT ZIJN. HET TOESTEL IS GEBOUWD OM DE VOLGENDE FUNCTIE TE
VERVULLEN: HET BEREIDEN EN VERWARMEN VAN VOEDSEL; IEDER ANDER
GEBRUIK DIENT ALS ONEIGEN TE WORDEN GEBRUIKT.
DE FABRIKANT IS NIET AANSPRAKELIJK VOOR IEDER ANDER GEBRUIK DAN
IS AANGEGEVEN.
LAAT DE RESTEN VAN DE VERPAKKING NIET ONBEWAAKT IN HUIS ACHTER.
SCHEID DE VERSCHILLENDE AFVALMATERIALEN AFKOMSTIG VAN DE
VERPAKKING, EN BRENG ZE NAAR HET DICHTSTBIJZIJNDE CENTRUM VOOR
GESCHEIDEN AFVALINZAMELING.
EEN AARDAANSLUITING IN OVEREENSTEMMING MET DE RICHTLIJNEN INZAKE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VAN DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE IS
VERPLICHT.
DE STEKKER DIE AANGESLOTEN MOET WORDEN OP DE STROOMKABEL EN
HET RELATIEVE STOPCONTACT MOETEN VAN HETZELFDE TYPE EN CONFORM
DE VAN KRACHT ZIJNDE NORMEN ZIJN.
HET STOPCONTACT MOET BEREIKBAAR BLIJVEN NA INBOUW VAN HET
TOESTEL.
TREK NOOIT AAN DE KABEL OM DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE
VERWIJDEREN.
ONMIDDELLIJK NA DE INSTALLATIE MOET U HET TOESTEL KORT TESTEN
VOLGENS DE AANWIJZINGEN DIE VERVOLGENS WORDEN AANGEDUID. BIJ
EEN SLECHTE WERKING MOET HET APPARAAT WORDEN LOSGEKOPPELD VAN
HET ELEKTRICITEITSNET EN MOET U HET DICHTSTBIJZIJNDE TECHNISCHE
SERVICECENTRUM INFORMEREN.
PROBEER NOOIT HET APPARAAT ZELF TE HERSTELLEN.
CONTROLEER NA ELK GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT STEEDS OF DE
BEDIENINGSKNOPPEN IN POSITIE 0 (UIT) STAAN.
PLAATS NOOIT ONTVLAMBARE VOORWERPEN IN DE OVEN: WANNEER HET
TOEVALLIG AANGESCHAKELD ZOU WORDEN, KAN BRAND ONTSTAAN.
80
Presentatie
HET IDENTIFICATIEPLAATJE MET DE TECHNISCHE GEGEVENS, HET
SERIENUMMER EN DE MERKING IS GOED ZICHTBAAR AANGEBRACHT IN
DE BERGRUIMTE.
DIT PLAATJE MAG NOOIT WORDEN VERWIJDERD.
DIT TOESTEL MAG NIET GEÏNSTALLEERD WORDEN OP VERHOOGDE
VLAKKEN.
TIJDENS HET GEBRUIK WORDT HET TOESTEL ERG HEET. LET OP DAT U
DE WARMTE-ELEMENTEN IN DE OVEN NIET AANRAAKT.
PLAATS NOOIT PANNEN DIE GEEN PERFECT EFFEN EN REGELMATIGE
BODEM HEBBEN OP DE KOOKPLAAT.
GEBRUIK DE KOOKPLAAT NOOIT ALS WERKVLAK.
AANDACHT: ALS U EEN BARST OF EEN SCHEUR OPMERKT IN HET
OPPERVLAK VAN DE INDUCTIEPLAAT, MOET U HET TOESTEL
ONMIDDELLIJK UITSCHAKELEN EN MOET U ZICH WENDEN TOT EEN
ERKEND SERVICECENTRUM.
DIT TOESTEL MAG NIET WORDEN GEBRUIKT DOOR PERSONEN
(KINDEREN INBEGREPEN) MET VERMINDERDE FYSISCHE OF
PSYCHISCHE VERMOGENS, OF DOOR PERSONEN DIE GEEN ERVARING
HEBBEN MET HET GEBRUIK VAN ELEKTRISCHE APPARATUUR, TENZIJ DIT
GEBEURT ONDER TOEZICHT OF INSTRUCTIE VAN VOLWASSENEN DIE
VOOR HUN VEILIGHEID INSTAAN.
DIT TOESTEL IS VOORZIEN VAN HET MERKTEKEN VOLGENS DE
EUROPESE RICHTLIJN 2002/96/EG IN VERBAND MET ELEKTRISCHE EN
ELEKTRONISCHE TOESTELLEN (WASTE ELECTRICAL AND ELECTRONIC
EQUIPMENT - WEEE).
DEZE RICHTLIJN BEPAALT DE NORMEN VOOR HET INZAMELEN EN
RECYCLEREN VAN AFGEDANKTE TOESTELLEN, EN GELDT VOOR HET
VOLLEDIGE GRONDGEBIED VAN DE EUROPESE UNIE.
VOORDAT HET TOESTEL IN WERKING WORDT GESTELD, MOETEN ALLE
OP EN IN HET TOESTEL AANGEBRACHTE ETIKETTEN EN BESCHERMENDE
FOLIES VERWIJDERD WORDEN.
De fabrikant wijst iedere aansprakelijkheid voor letsels aan personen
of materiële schade af die wordt veroorzaakt door het niet in acht
nemen van deze voorschriften, of door het onklaar maken van zelfs
maar een enkel onderdeel van het toestel, of door het gebruik van
niet-originele reserveonderdelen.
81
Aanwijzingen voor de installateur
2. DE INSTALLATIE VAN HET TOESTEL
Het toestel moet geïnstalleerd worden door een bevoegd technicus, en
volgens de van kracht zijnde normen.
Het toestel kan geïnstalleerd worden tegen wanden die hoger zijn dan
het werkblad, op een minimum afstand van 50 mm van de zijkant van
het toestel, zoals wordt aangeduid in de tekeningen A en B betreffende
de installatieklassen. Keukenkasten of afzuigkappen die zich boven het
werkblad bevinden, moeten zich op een afstand van minstens 750 mm
bevinden.
2.1 Elektrische aansluiting
Controleer of het voltage en de afmeting van de stroomtoevoerlijn
overeenstemmen met de kenmerken die worden aangeduid op het
plaatje in de bergruimte.
Dit plaatje mag nooit verwijderd worden.
Wanneer een vaste aansluiting gebruikt wordt, moet op de toevoerlijn
van het toestel een omnipolair onderbrekingsmechanisme aanwezig zijn
met openingsafstand van de contacten van minstens 3 mm, op een
positie die makkelijk bereikbaar is en die zich nabij het toestel bevindt.
Het toestel is achteraan voorzien van een klemmenbord voor de
elektrische aansluiting (raadpleeg het volgende schema). Dit kan bereikt
worden door het achtercarter te verwijderen.
82
Aanwijzingen voor de installateur
Werking op 380-415V3N∼: gebruik een
vijfpolige kabel van het type H05V2V2-F
(kabel van 5 x 2.5 mm2).
Werking op 380-415V2N∼: gebruik een
vierpolige kabel van het type H05V2V2-F
(kabel van 4 x 4 mm2).
Werking op 220-240V∼: gebruik een
driepolige kabel van het type H05V2V2-F
(kabel van 3 x 6 mm2).
De draad voor de aarding (geel-groen) die
op het toestel moet worden aangesloten,
moet minstens 20 mm langer zijn dan de
andere draden.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor letsels aan
personen of materiële schade als gevolg van het niet in acht nemen van
bovenstaande voorschriften of door het onklaar maken van een
afzonderlijk deel van het apparaat.
2.2 Nivellering
Nivelleer het toestel op de grond door middel van de vier regelbare
pootjes. Om de regeling uit te voeren, moet de tegenmoer gelost worden
en moet het voetje losgedraaid worden. De regelschroef kan voor 10
mm verplaatst worden.
83
Aanwijzingen voor de installateur
2.3 Montage van de plint
•Plaats de plint boven de plaat en zorg er voor dat de gaten A
overeenkomen met de gaten B.
•Bevestig de plint op de plaat, door de schroeven C vast te draaien.
84
t
e
n
t
e
n
d
e
n
t
Aanwijzingen voor de gebruiker
3. BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGEN
3.1 Het frontpaneel
Alle controle- en bedieningsknoppen van het fornuis bevinden zich op het
frontpaneel.
Bij het eerste gebruik of na een stroomonderbreking moet voor een
halve seconde op de centrale toets gedrukt worden om de oven te
activeren voor de bereiding.
BESCHRIJVING VAN DE SYMBOLEN
OVENTHERMOSTAAT
FUNCTIES OVEN
KOOKZONE
VOORAAN LINKS
KOOKZONE
ACHTERAAN LINKS
KOOKZONE
MIDDEN
KOOKZONE
ACHTERAAN RECHTS
KOOKZONE
VOORAAN RECHTS
THERMOSTAATKNOP
(HOOFDOVEN)
De keuze van de bereidingstemperatuur wordt gemaak
door de knop naar rechts te draaien tot op de gewenst
waarde, begrepen tussen 50° en 280°C.
Het oplichten van het seinlampje duidt erop dat de oven aa
het opwarmen is. Een vast brandend lampje geeft aan da
de binnentemperatuur van de oven constant op d
opgegeven temperatuur wordt gehouden.
THERMOSTAATKNOP
(HULPOVEN)
De keuze van de bereidingstemperatuur wordt gemaakt
door de knop naar rechts te draaien tot op de gewenste
waarde, begrepen tussen 50° en 250°C.
Het oplichten van het seinlampje duidt erop dat de oven aa
het opwarmen is. Wanneer deze controlelamp uitgaat, wer
de ingestelde temperatuur bereikt. Een regelmatig
onderbreking ervan geeft aan dat de binnentemperatuur va
de oven constant op de opgegeven temperatuur word
gehouden.
85
Aanwijzingen voor de gebruiker
KEUZESCHAKELAAR VOOR DE
OVENFUNCTIES
Draai de knop om één van de
volgende functies te kiezen:
Hoofdoven Hulpoven
HOOFDOVEN HULPOVEN
GEEN FUNCTIE INGESTELD
GEEN FUNCTIE INGESTELD
GRILL-ELEMENT IN WERKING
AFWISSELEND WERKEND MET
ONDERELEMENT +
VENTILATIE
ONDERSTE
VERWARMINGSELEMENT
VERWARMINGSELEMENT BOVEN +
GRILL
GRILL-ELEMENT + DRAAISPIT
VERWARMINGSELEMENT BOVEN
ONDERSTE VERWARMINGSELEMENT
+ VENTILATIE
BOVENSTE EN ONDERSTE
VERWARMINGSELEMENT
BOVENSTE
VERWARMINGSELEMENT
ONDERSTE
VERWARMINGSELEMENT
GRILL-ELEMENT
VERWARMINGSELEMENT
BOVEN + GRILL
GRILLELEMENT + VENTILATIE
ONDERSTE VERWARMINGSELEMENT
+ VENTILATIE
GEVENTILEERD
VERWARMINGSELEMENT
GRILL-ELEMENT + DRAAISPIT
VERWARMINGSELEMENT BOVEN
ONDERSTE VERWARMINGSELEMENT
+ GEVENTILEERD
VERWARMINGSELEMENT
AUTOMATISCHE REINIGINGSCYCLUS
(PYROLYSE)
86
Aanwijzingen voor de gebruiker
DRAAIKNOP VAN DE BEDIENINGEN VAN DE
KOOKPLAAT
Met deze draaiknoppen kunnen de zones van de
inductieplaat bediend worden.
Boven elke draaiknop wordt de bediende plaat
aangegeven. De tekening duidt de draaiknop van de
zone linksachter aan.
Draai de knop naar rechts om het vermogen van de
werking van de plaat te regelen, van een minimum
(1) tot een maximum (9).
Het werkingsvermogen wordt aangeduid door een
display op de kookplaat.
CONTROLELAMP DEURBLOKKERING
Tijdens de automatische reinigingscyclus "pyrolyse"
van de oven gaat dit lampje branden om de werking
van de blokkering van de ovendeur aan te geven.
87
Aanwijzingen voor de gebruiker
3.2 Analoge Elektronische Klok (enkel op sommige modellen)
LIJST MET FUNCTIES
TOETS KOOKWEKKER
KNOP EINDE BEREIDING
TIJDINSTELLING EN RESET
TOETS WAARDE VERLAGEN
TOETS WAARDE VERHOGEN
Het alarmsignaal dat op het einde van elke programmering zal afgaan,
bestaat uit 10 geluidssignalen die 3 maal met intervallen van ongeveer 1
minuut worden herhaald. Het kan echter op elk moment worden
onderbroken, door een willekeurige toets in te drukken.
3.2.1 Instelling van het uur
Bij het eerste gebruik van de oven, of na een stroomonderbreking, zal het
display met regelmatige onderbrekingen knipperen. Wanneer u op de
toets
drukt, wordt het knipperen van het display beëindigd. Houd de
toets nogmaals 2 seconden ingedrukt, nu kan het uur worden ingesteld.
Wanneer u de toetsen
of voor de wijziging van de waarde of
indrukt, verkrijgt u bij elke druk een toe- of afname van één minuut. Druk
één van de toetsen voor het wijzigen van de waarde in tot de juiste tijd
verschijnt. 5 seconden na de laatste keer indrukken, zal de klok gaan
lopen vanaf de ingestelde tijd.
88
Aanwijzingen voor de gebruiker
3.2.2 Kookwekker
Deze functie zal de bereiding niet onderbreken, maar
enkel het geluidssignaal activeren.
- Wanneer u op de toets
drukt, wordt het
display verlicht zoals aangeduid wordt in
afbeelding 1.
- Druk binnen 5 seconden op de toetsen
om de timer van de kookwekker in te stellen. Bij
elke druk zal 1 extern segment (overeenkomstig
1 minuut van bereiding) oplichten of uitgaan (in
of
1
afbeelding 2 ziet u een duur van 1 uur en 10
minuten);
- 5 seconden na de laatste druk op de toets zal
het aftellen beginnen, en nadien zal het
alarmsignaal afgaan.
- Tijdens het aftellen kan u de juiste tijd zien door
1 maal op de toets
te drukken, en wanneer u
2
hem opnieuw indrukt keert u terug naar het
kookwekkerdisplay.
Na het aftellen moet u de oven manueel uitschakelen door de
thermostaat en de keuzeschakelaar van de functies op positie 0 te
draaien.
Het is niet mogelijk om een bereidingsduur van langer dan 4 uur in te
stellen.
89
Aanwijzingen voor de gebruiker
3.2.3 Programmering
Duur van bereiding: wanneer op de tweede knop
gedrukt wordt,
kan de duur van de bereiding ingesteld worden. Vóór het instellen, moet
u de thermostaat op de voor de bereiding gewenste temperatuur draaien
en de keuzeschakelaar voor de functies in een willekeurige positie
plaatsen. Om de duur van de bereiding in te stellen, moet u als volgt te
werk gaan:
- Druk op de toets
; de wijzer zal zich op
positie 12 plaatsen en het symbool op de
zijkant begint te knipperen (Afb. 1).
- Druk binnen 5 seconden op de toetsen
om de duur van de bereiding in te stellen. iedere
keer u de toets
indrukt, zal de duur van de
of
1
bereiding met 1 minuut worden verlengd, en
iedere 12 minuten zal een volledig nieuw intern
segment oplichten (in figuur 2 ziet u een duur
van 1 uur afgebeeld).
- Wanneer u eenmaal de gewenste duur heeft
bereikt, zal de bereiding ongeveer 5 seconden
na de laatste druk op de toetsen
of
2
starten.
- Op het display verschijnt de huidige tijd met
vaste segmenten en de resterende minuten met
knipperende segmenten (elk knipperend
segment verwijst naar 12 overgebleven minuten
van bereiding).
- Op het einde van de bereidingstijd zal de timer
de verwarmingselementen van de oven
uitschakelen, zal het geluidssignaal afgaan en
zullen de cijfers op het scherm gaan knipperen.
- Het is eveneens mogelijk om de duur op nul te
stellen door het ingestelde programma te
wissen: Wanneer u de centrale toets
2
seconden ingedrukt houdt, wordt de ingestelde
duur geannuleerd en zal u de oven manueel
moeten uitschakelen.
Aandacht: u kan geen duur van de bereidingstijd instellen van meer
dan 12 uur.
90
Aanwijzingen voor de gebruiker
Begin bereiding: naast de duur van de bereiding kunt u ook de starttijd
van de bereiding instellen (met een maximaal uitstel van 12 uur
tegenover de actuele tijd). Om het begintijdstip/eindtijdstip in te stellen,
moet u als volgt handelen.
Stel de duur van de bereidingstijd in zoals beschreven werd in de vorige
paragraaf.
- Binnen 5 seconden na de laatste druk op de toetsen of moet u
de toets
bepalen. Op het display verschijnt het knipperende symbool
de huidige tijd met de interne segmenten die het einde van de bereiding
aangeven. Met de toetsen
van de bereidingstijd instellen.
- 5 seconden na de laatste druk op een toets zal het display de juiste tijd
en het begin- en eindtijdstip van de bereiding aanduiden, die
weergegeven worden door de verlichte interne segmenten. Zolang de
juiste tijd niet overeenstemt met het begintijdstip van de bereiding zullen
de segmenten op het display vast zijn; zodra de juiste tijd overeenstemt
met het ingestelde begintijdstip zullen alle interne segmenten gaan
knipperen en aangeven dat de oven met de bereiding is begonnen.
- Op het einde van de bereidingstijd zal de timer de
verwarmingselementen van de oven uitschakelen, zal het geluidssignaal
afgaan en zullen de cijfers op het scherm gaan knipperen.
nogmaals indrukken om het eindtijdstip van de bereiding te
alsook
en moet u het tijdstip van het einde
- Om het hele ingestelde programma te resetten moet u de centrale toets
2 seconden lang ingedrukt houden; als de bereiding reeds is gestart
moet de oven handmatig worden uitgeschakeld.
- In de afbeelding hiernaast ziet u een voorbeeld van
een programmering: de juiste tijd is 7:06, het
begintijdstip is geprogrammeerd op 8 uur en het
einde op 9 uur.
- Om 8 uur zullen de interne segmenten tussen 8 en
9 gaan knipperen, en zal de urenwijzer stil blijven
staan.
Aandacht: na de net beschreven programmering zal de oven echter
1
pas met de bereiding beginnen wanneer de thermostaatknop en de
functiekeuzeschakelaar op de gewenste temperatuur en functie
geplaatst zijn.
3.2.4 Lichtintensiteit van het display
Om het energieverbruik in stand-by modus te reduceren, kan de
lichtsterkte van het display worden verminderd via de toets
. Druk
nogmaals op de toets om de normale lichtsterkte te herstellen .
91
Aanwijzingen voor de gebruiker
4. KOOKPLAAT
Metalen voorwerpen, zoals bestek of deksels, mogen niet op de
kookplaat geplaatst worden omdat ze heet zouden kunnen worden.
4.1 Kookzones
Het toestel is voorzien van 5 kookzones met
verschillende diameters en vermogens. Hun
positie wordt duidelijk aangeduid door cirkels,
en de warmte wordt beperkt binnen de
getekende diameters op het glas. De 5
kookzones zijn van het type HIGH-LIGHT, ze
worden na enkele seconden aangeschakeld
en de verwarming kan geregeld worden door
middel van de bedieningen op het
frontpaneel, van een minimum tot een
maximum.
Onder elke kookzone bevindt zich een inductiespoel die gevoed wordt
door een elektronisch systeem, en die een variabel magnetisch veld
creëert. Wanneer in een dergelijk magnetisch veld een pan wordt
geplaatst, richten de hogefrequentiestromen zich rechtstreeks op de pan
en wordt de warmte geproduceerd die nodig is voor de bereiding van het
voedsel.
De 5 controlelampjes vooraan tussen de kookzones lichten
op wanneer één of meerdere kookzones warmer zijn dan
60°C. De controlelampjes zullen pas uitgaan wanneer de
Zonenummer
Totaal geabsorbeerd vermogen 9250
temperatuur tot onder ongeveer 60°C gedaald is.
4.1.1 Werkingsvermogens
Hier volgt een tabel met het verbruik van de platen die in werking zijn.
Diameter van de
Zone
1 210 mm
2 145 mm
3 180 mm
4 145 mm
5 210 mm
Normale werking: 2300 W
Met de functie power: 3200 W
Normale werking: 1400 W
Met de functie power: 1800 W
Normale werking: 1850 W
Met de functie power: 2500 W
Normale werking: 1400 W
Met de functie power: 1800 W
Normale werking: 2300 W
Met de functie power: 3200 W
Geabsorbeerd vermogen
92
Aanwijzingen voor de gebruiker
Wanneer de plaat voor het eerst wordt gebruikt, wordt aangeraden om
op te warmen tot de maximum temperatuur, en dit lang genoeg zodat
eventuele oliehoudende productieresten verbrand worden die aan het
voedsel een onaangename geur zouden kunnen verlenen.
4.1.2 Types van pannen
Voor dit type van toestel zijn speciale pannen nodig.
De bodem van de pan moet in ijzer of staal/ijzer zijn, zodat het
magnetisch veld geproduceerd kan worden dat nodig is voor de
verwarming.
De volgende recipiënten zijn niet geschikt:
− glas;
− keramiek:
− terracotta;
− staal, aluminium of koper zonder magnetische bodem;
Om te controleren of de pan geschikt is, kan u een magneet op de
bodem plaatsen: wanneer deze aangetrokken wordt, is de pan geschikt
voor de inductieplaat. Wanneer u niet over een magneet beschikt, giet u
een beetje water in de pan, plaats u ze op een kookzone, en schakelt u
de plaat aan. Wanneer op het display het symbool
verschijnt i.p.v. het
vermogen, dan is de pan niet geschikt.
De pannen die gebruikt worden voor de bereiding moeten een minimum
diameter hebben zodat de correcte werking gegarandeerd wordt.
Hier volgt een tabel met de minimum diameters van de pannen in functie
van de kookzones.
Zonenummer
1 140 mm
2 90 mm
3 110 mm
4 90 mm
5 140 mm
Minimum diameter
van de pan
U kan ook pannen gebruiken die
groter zijn dan de kookzones, maar
er moet dan wel opgelet worden dat
de bodem van de pan niet in contact
komt met andere kookzones en dat
de pan altijd goed in het midden van
de kookzone wordt geplaatst.
93
Aanwijzingen voor de gebruiker
Gebruik uitsluitend recipiënten die ontworpen werden voor gebruik op
inductieplaten, die een dikke en volledig platte bodem hebben. U kan
ook recipiënten gebruiken met een bodem zonder welvingen (holle of
bolle bodems).
JA NEE NEE
4.1.3 Signaal van aanwezigheid van de pannen
Elke kookzone heeft een mechanisme dat de "aanwezigheid van de
pannen" detecteert, dat de bereiding enkel toelaat wanneer een geschikt
en correct geplaatst recipiënt aanwezig is op die plaat.
Wanneer het recipiënt niet correct geplaatst is of wanneer het uit
ongeschikt materiaal bestaat, en u wil de plaat toch inschakelen, zal op
het display enkele seconden na de inschakeling het symbool
verschijnen, dat de fout aanduidt.
4.1.4 Restwarmte
Elke plaat is voorzien van een mechanisme dat de restwarmte aanduidt.
Op het display kan na de uitschakeling van eender welke plaat een
knipperende "
" worden weergegeven. Dit signaal wijst erop dat die
kookzone nog zeer heet is. Ook als de "" nog knippert kunt u kunt het
koken van het voedsel weer hervatten: ga in dat geval te werk zoals
beschreven wordt in paragraaf "3".
4.1.5 Blokkering van de plaat
Wanneer de plaat niet in werking gesteld is, kan ze "geblokkeerd" worden
zodat toevallige inschakelingen door kinderen vermeden worden.
Draai de draaiknoppen van de platen 2 en 4 gelijktijdig naar links
wanneer de platen uitgeschakeld zijn, tot op het vermogensdisplay 5 L
verschijnt; laat de knop daarna los.
Herhaal dezelfde handeling om de deblokkering uit te voeren: de displays
van de platen zullen het cijfer 0 tonen, wat aanduidt dat de blokkering van
de platen gedesactiveerd werd.
94
Aanwijzingen voor de gebruiker
Inschakeling ventilator aan lage snelheid 50° C
Inschakeling ventilator aan hoge snelheid 60° C
Terugkeer van de ventilator naar de lage snelheid 55° C
Uitschakeling van de ventilator 45° C
Beperking van het werkingsvermogen van Power naar 976° C
Beperking van het vermogen met een punt voor elke
kookzone
Uitschakeling van alle kookzones 90° C
Herinschakeling van de kookzones met beperkt
vermogen
Normale werking van alle kookzones80° C
4.1.6 Warmtebescherming van de elektronische kaart
Het toestel heeft een mechanisme dat voortdurend de temperatuur van
de elektronische kaart meet.
Wanneer de temperatuur een bepaalde waarde overschrijdt, activeert het
mechanisme bepaalde functies om de temperatuur te verlagen zodat de
glaskeramische plaat correct kan blijven werken.
Hier volgt een tabel met handelingen die automatisch geactiveerd
worden, met de relatieve begintemperatuur:
Handeling
Temperatuur van
ingreep
85° C
85° C
Elke ingreep van dit type wordt op de kookplaat aangeduid door een
knippering van de vermogensdisplays.
4.1.7 Warmtebescherming van de glaskeramische plaat
Elke kookzone heeft een mechanisme dat de temperatuur constant meet.
Wanneer de temperatuur een bepaalde waarde overschrijdt, activeert het
mechanisme bepaalde functies om de temperatuur te verlagen zodat de
glaskeramische plaat correct kan blijven werken.
Hier volgt een tabel met handelingen die automatisch geactiveerd
worden, met de relatieve begintemperatuur:
Handeling
Beperking van het werkingsvermogen van Power naar
Temperatuur van
ingreep
250° C
9
Beperking van het vermogen met een punt 280° C
Uitschakeling van de kookzone 300° C
Terugkeer van het vermogen naar de ingestelde
250° C
waarde
95
Aanwijzingen voor de gebruiker
Elke ingreep van dit type wordt op de kookplaat aangeduid door een
knippering van de vermogensdisplays. Wanneer de kookzone wordt
uitgeschakeld, zal het symbool
Let op om geen suiker of zoetigheden te morsen op de
knipperend worden weergegeven.
plaat tijdens de bereiding, of om geen materialen of
stoffen op de plaat te plaatsen die zouden kunnen
smelten (plastic of aluminiumfolie); wanneer dit toch
gebeurt, moet de verwarming onmiddellijk
uitgeschakeld worden en moet de nog lauwe plaat
gereinigd worden met de bijgeleverde schraper om de
staat van het oppervlak niet te beschadigen. Als de
glaskeramische plaat niet onmiddellijk schoon
gemaakt wordt, bestaat het risico voor afzettingen
die niet meer verwijderd kunnen worden als de
plaat eenmaal afgekoeld is.
Belangrijk!
Hou kinderen uit de buurt van de platen; ze zouden de controlelampen
van de restwarmte niet kunnen opmerken. De kookzones blijven na
gebruik zeer warm voor een bepaalde periode, ook al zijn ze
uitgeschakeld. Hou kinderen dus uit de buurt, zodat ze hun handen
niet verbranden.
Laat geen bestek of metalen voorwerpen achter op de plaat: ze zouden
kunnen verhitten
4.2 Verwarmingsfunctie
Het doel van deze functie is het regelen van de temperatuur van de
bodem van de pan op ongeveer 65°C. Op deze manier kan het voedsel
warm worden gehouden, met een optimaal energetisch niveau, en wordt
het delicaat opgewarmd. De maximum duur van de verwarmingsfunctie
wordt beperkt tot 2 uur.
De verwarmingsfunctie ligt tussen [0] en [1], en wordt aangeduid door de
symbolen op de kookzones.
96
Aanwijzingen voor de gebruiker
5. HET GEBRUIK VAN DE OVENS
5.1 Waarschuwingen en algemeen advies
Wanneer de oven voor het eerst wordt gebruikt, wordt aangeraden om op
te warmen tot de maximum temperatuur, en dit lang genoeg zodat
eventuele oliehoudende productieresten verbrand worden die aan het
voedsel een onaangename geur zouden kunnen verlenen.
Bij het eerste gebruik of na een stroomonderbreking moet voor 1-2
seconden op de centrale toets
activeren voor de bereiding. Voor de regeling zie de paragraaf "3.2
Analoge Elektronische Klok".
Bedek tijdens de bereiding de bodem van de oven niet met
aluminiumfolie of dergelijk, en plaats hierop geen pannen of
ovenschalen om beschadiging aan het email te vermijden. Bij gebruik
van bakpapier moet u ervoor zorgen dat de circulatie van de warme
lucht in de oven er niet door wordt verhinderd.
Wanneer beide ovens gelijktijdig gebruikt worden, kan dit tot problemen
leiden met de delicate bereidingen.
Om te voorkomen dat eventuele damp in de
oven ongemakken veroorzaakt, opent u de
ovendeur het best in twee keer: open de deur
eerst een beetje (ong. 5 cm) voor 4-5 seconden,
en daarna helemaal. Wanneer gerechten
moeten gecontroleerd worden tijdens de
bereiding, moet u de ovendeur zo weinig
mogelijk openhouden om te vermijden dat de
temperatuur in de oven zodanig zakt dat het
slagen van de bereiding in gedrang komt.
5.2 Ovenlamp
Door de keuzeschakelaar van de functies op een willekeurig symbool te
plaatsen of door de ovendeur te openen, wordt de ovenlamp
ingeschakeld.
5.3 Koelventilatie
Het toestel is uitgerust met een koelsysteem, dat onmiddellijk in werking
wordt gesteld wanneer een bereidingsfunctie wordt geselecteerd. Dit
geldt eveneens voor de ingestelde bereidingen.
De werking van de ventilatoren veroorzaakt een normale luchtstroom die
achter de kookplaat (onder de plint) uitkomt, en die ook na de
uitschakeling van de oven voor een korte periode kan blijven duren.
gedrukt worden om de oven te
5 cm
97
Aanwijzingen voor de gebruiker
5.4 Bergruimte
Onderaan het fornuis, onder de ovens,
bevindt zich de bergruimte. Ze kan bereikt
worden door aan de bovenkant van het
deurtje te trekken.
Bewaar er absoluut geen ontvlambare
materialen zoals vodden, papier en
dergelijk, maar eventueel enkel de metalen
accessoires van het toestel.
Open de bergruimte niet wanneer de oven aangeschakeld of warm is.
De temperaturen in deze ruimte kunnen zeer hoog zijn.
98
Aanwijzingen voor de gebruiker
6. BESCHIKBARE ACCESSOIRES
De ovens beschikken over 4 geleiders voor
het plaatsen van roosters en ovenschalen
op verschillende hoogtes.
Ovenrooster: voor de bereiding van
voedsel in borden, kleine taarten, gebraad
of voedsel die dun gegrilld moeten worden.
Rooster voor ovenschaal: om bovenop
een ovenschaal te zetten voor het bereiden
van voedsel dat kan lekken.
Ovenschaal: nuttig voor het opvangen van
vet dat afkomstig is van het voedsel op het
rooster erboven.
Gebakschaal: nuttig voor het klaarmaken
van taarten, pizza en ovengebak.
Braadspit: nuttig voor het bereiden van kip,
worst, of voedsel dat uniform moet bereid
worden. Alleen voor de hulpoven.
Hoofdoven Hulpoven
Draaispitframe hoofdoven: moet geplaatst
worden op de geleiders van de oven
voordat de stok van het draaispit gebruikt
wordt.
Verchroomde ronde tang: handig voor het
verwijderen van hete roosters en
ovenschalen.
Bovenste bescherming: wanneer deze
wordt verwijderd, kan u de oven binnenin
makkelijker reinigen.
99
Aanwijzingen voor de gebruiker
Frame voor het draaispit: moet geplaatst
worden op de geleiders van de hulpoven
voordat de stok van het draaispit gebruikt
wordt.
Verkrijgbare accessoires
Via de Erkende Assistentiecentra kunnen de onderste plint en de
zelfreinigende panelen van de hulpovens besteld worden.
100
Aanwijzingen voor de gebruiker
7. ADVIES VOOR DE BEREIDING
Er wordt aangeraden om bij het voorverwarmen de geventileerde functie
te gebruiken aan een temperatuur die 30/40°C hoger ligt dan de
bereidingstemperatuur. Deze ingreep verkort de bereidingstijden
aanzienlijk, verlaagt het energieverbruik en verbetert bovendien het
uiteindelijke resultaat van de bereiding.
De ovendeur moet tijdens de bereiding gesloten blijven.
7.1 Traditionele bereidingen (hoofd- en hulpoven)
KEUZESCHAKELAAR FUNCTIES
THERMOSTAATKNOP TUSSEN 50 – 250-280°C
Dit klassieke bereidingssysteem, met warmte die zowel van boven als
van beneden komt, is geschikt voor het bereiden van voedsel op één
enkel vlak. Het is nodig om de oven te voorverwarmen, tot de vooraf
ingestelde temperatuur wordt bereikt. Plaats het voedsel pas in de oven
wanneer de controlelamp van de thermostaat uit is. Zeer vet vlees kan in
de nog koude oven geplaatst worden. U kan diepgevroren vlees
onmiddellijk in de oven plaatsen zonder dat het eerst moet ontdooid
worden. Als enige voorzorgmaatregel moet u dan wel temperaturen
kiezen die ongeveer 20°C lager liggen dan voor vers vlees, en
kooktijden die ongeveer een kwart langer zijn.
Gebruik recipiënten met een hoge rand zodat de
wanden van de oven niet bespat worden.
101
Aanwijzingen voor de gebruiker
7.2 Bereidingen met warme lucht (hoofdoven)
KEUZESCHAKELAAR FUNCTIES
THERMOSTAATKNOP TUSSEN 50° - 280°C
Dit systeem is geschikt voor bereidingen op verschillende vlakken, ook
van verschillende voedseltypes (vis, vlees, enz.) zonder dat de smaak of
geur wordt overgedragen. De luchtcirculatie in de oven verzekert een
uniforme verdeling van de warmte. De voorverwarming is niet
noodzakelijk.
Bereidingen op verschillende vlakken is mogelijk op voorwaarde dat de
bereidingstijden van de gerechten overeenstemmen.
7.3 Grillen (hoofd- en hulpoven)
KEUZESCHAKELAAR FUNCTIES
THERMOSTAAT OP DE MAXIMUM STAND
102
Hiermee wordt het voedsel sneller bruin gebraden. Er wordt aangeraden om
de ovenschaal op de bovenste geleider te plaatsen. Voor korte bereidingen
en kleine hoeveelheden moet het rooster op de derde geleider vanaf
onderaan geplaatst worden. Voor langere bereidingstijden en het grillen,
plaatst u de roosters op lagere geleiders in functie van de grootte.
De ovendeur moet tijdens de bereiding gesloten blijven.
Tijdens het grillen moet de ovendeur dicht blijven. Grillen met de
deur open kan blijvende schade toebrengen aan de oven, en de
veiligheid tijdens de werking schaden.
Aanwijzingen voor de gebruiker
7.4 Grillen met warme lucht (hoofdoven)
KEUZESCHAKELAAR FUNCTIES
THERMOSTAATKNOP VAN 50° TOT 200°C
Zorgt voor een gelijkmatige verdeling van de warmte en voor een
diepere penetratie in het voedsel. De voedsel krijgt een lichtbruin korstje
terwijl de binnenkant zacht blijft.
Tijdens de bereiding, waarvoor de verwarmingstijd niet langer dan 60
minuten mag zijn, moet de ovendeur gesloten blijven.
Tijdens het grillen moet de ovendeur dicht blijven. Grillen met de
deur open kan blijvende schade toebrengen aan de oven, en de
veiligheid tijdens de werking schaden.
7.5 Delicate bereidingen (hulpoven)
KEUZESCHAKELAAR FUNCTIES
THERMOSTAATKNOP TUSSEN 50° - 250°C
Geschikt voor patisserie en taarten met bevochtigde dekking, met weinig
suiker en vochtige zoetigheden bevat in taartvormen en taartepannen.
Men bekomt ook uitstekende resultaten voor het afwerken van het koken
van gerechten op de bodem van de oven of voor het koken van
gerechten die vooral aan de onderkant warmte vragen. Het is
aangeraden om de ovenschaal op de onderste richel te plaatsen.
103
Aanwijzingen voor de gebruiker
7.6 Ontdooien (hoofdoven)
KEUZESCHAKELAAR FUNCTIES
THERMOSTAAT IN POSITIE 0
De luchtcirculatie die veroorzaakt wordt door de ventilator zorgt op
zichzelf voor een snellere ontdooiing van het voedsel. De in de oven
gecirculeerde lucht heeft dezelfde temperatuur als de omgeving.
Het ontvriezen op kamertemperatuur biedt het voordeel dat de smaak en
het uitzicht van de voedingswaren niet gewijzigd wordt.
104
Aanwijzingen voor de gebruiker
7.7 Bereidingen met het draaispit (hoofdoven)
KEUZESCHAKELAAR FUNCTIES
THERMOSTAATKNOP TUSSEN 50° - 200°C
Deze bereidingswijze is aanbevolen voor kleine stukken vlees.
Rijg het voedsel aan het draaispit, en blokkeer de schroeven A van de
vorken. Plaats het frame B op de derde geleider vanaf onderaan.
Verwijder het handvat D, en plaats de stok van het draaispit zodat de
schijf E op het frame B blijft schuiven. Plaats het frame B helemaal in de
oven zodat de punt van het draaispit C in de opening in de achterwand
van de oven komt. Plaats een bakje F op het eerste rooster onderaan,
en giet er een beetje water in om rookvorming te voorkomen.
105
Aanwijzingen voor de gebruiker
7.8 Bereidingen met het draaispit (hulpoven)
KEUZESCHAKELAAR FUNCTIES
THERMOSTAAT OP DE MAXIMUM STAND
Deze bereidingswijze is alleen voorzien voor de hulpoven. Deze
bereidingswijze is aanbevolen voor kleine stukken vlees.
Rijg het voedsel aan het draaispit, en blokkeer de schroeven A van de
vorken. Plaats het frame B op de derde geleider vanaf onderaan.
Verwijder het handvat D, en plaats de stok van het draaispit zodat de
schijf E op het frame B. blijft schuiven. Plaats het frame B helemaal in
de oven zodat de punt van het draaispit C in de opening in de
achterwand van de oven komt. Plaats een bakje F op de eerste geleider
onderaan, en giet er een beetje water in om rookvorming te voorkomen.
De ovendeur moet tijdens de bereiding gesloten blijven.
Regelmatige knipperingen van de controlelamp van de thermostaat
tijdens de bereiding is normaal, en duidt aan dat de temperatuur in de
oven constant wordt gehouden.
106
Aanwijzingen voor de gebruiker
7.9 Tabellen met aanbevolen waarden
De bereidingstijden, in het bijzonder voor vleesgerechten, hangen af van de dikte
en van de kwaliteit van het voedsel, en van de smaak van de consument.
POSITIE VAN DE
PASTA OF RIJST
LASAGNE
PASTA IN DE OVEN
VLEES
KALFSGEBRAAD
RUNDGEBRAAD
VARKENSGEBRAAD
KIP
EEND
GANS - KALKOEN
KONIJN
LAMSBOUT
GEBRADEN VIS 1 - 2 170 - 200 VOLGENS DE
PIZZA 1 - 2 210 - 240 40 - 45
GEBAK
SCHUIMPJES
ZANDDEEG
DONUT
LANGE VINGERS
BRIOCHE
FRUITTAART
Gebruik geen stoomstraal om het toestel te reinigen.
8.1 Reiniging van de glaskeramische plaat
Vóór elke handeling moet de stroomtoevoer naar het toestel
uitgeschakeld worden.
De glaskeramische plaat moet regelmatig gereinigd worden, het liefst na
elk gebruik, nadat de controlelampen van de restwarmte uit zijn.
Eventuele lichtgekleurde strepen, veroorzaakt door
pannen met een aluminium bodem, kunnen worden
verwijderd met een in azijn vochtig gemaakte doek.
Als er na het gebruik van de kookplaat verbrande
resten achterblijven, moeten deze worden verwijderd
met het bijgeleverde schrapertje. Afnemen met water
en goed afdrogen met een schone doek. Als het
schrapertje constant wordt gebruikt, wordt het gebruik
van chemische producten voor de dagelijkse reiniging
van de plaat aanzienlijk teruggebracht.
Gebruik in geen geval schurende of bijtende middelen (bijv. producten in
poedervorm, ovensprays, vlekkenmiddelen en metalen sponsjes).
8.2 Reiniging van het roestvrij staal
8.2.1 Gewone dagelijkse reiniging
Voor de reiniging en de bewaring van het roestvrij staal moeten steeds
en enkel specifieke producten gebruikt worden die geen schurende of
zure middelen op chloorbasis bevatten.
Gebruikswijze: giet het product op een vochtige doek en reinig hiermee
het oppervlak, spoel grondig, en droog met een zacht doek of met een
zeemvel.
8.2.2 Voedselvlekken of -resten
Gebruik absoluut geen metalen sponzen of scherpe krabbers
zodat de oppervlakken niet worden beschadigd.
Gebruik normale en niet-schurende producten voor staal, en
eventueel houten of plastic gereedschappen.
Spoel goed, en droog met een zachte doek of met een
zeemvel.
Laat geen etensresten op suikerbasis (bv. jam) opdrogen in de
oven. Wanneer het te lang opdroogt, kan het email in de oven
beschadigd worden.
109
Aanwijzingen voor de gebruiker
8.3 Reiniging van de oven
Om de oven in goede staat te houden, moet hij na afkoeling regelmatig
gereinigd worden. Verwijder alle verwijderbare delen.
Verwijder de zijdelingse roosters uit de hulpoven door ze vooraan op te
heffen en ze uit de opening achteraan te verwijderen..
•GEBRUIK GEEN STOOMSTRAAL VOOR DE REINIGING VAN
HET TOESTEL.
•Reinig de ovenroosters en de zijgeleiders met warm water en nietschurende reinigingsmiddelen; spoel en droog ze daarna.
110
Aanwijzingen voor de gebruiker
8.3.1 Zelfreinigende panelen (hulpoven)
De hulpoven is uitgerust met panelen met continu zelfreinigend email.
Dergelijke panelen vereenvoudigen het reinigen van de oven, en zorgen
ervoor dat hij steeds efficiënt blijft.
8.3.2 Gebruik van de zelfreinigende panelen
Om de binnenkant van de oven steeds schoon te houden, zonder
onaangename etensresten en geurtjes, moet u hem regelmatig leeg,
voor 30 tot 60 minuten, laten werken op een temperatuur van minimaal
200° C, om de overgebleven resten op de zelfreinigende panelen te laten
oxyderen. Later, als de oven afgekoeld is, kan u ze met een vochtige
spons verwijderen.
8.3.3 Het onderhoud van de zelfreinigende panelen
Voor het reinigen van de panelen wordt het gebruik van gewone
reinigingsmiddelen en crèmes afgeraden. Gebruik enkel een vochtige
spons om de specifieke eigenschappen van het email op de panelen niet
aan te tasten.
8.3.4 De demontage van de zelfreinigende panelen
Verwijder alle accessoires uit de ovenruimte, en ga als volgt te werk:
1. Verwijder de zijroosters (fig.1);
2. Verwijder de zijpanelen "F" en "G" (afb. 2);
3. Plaats de panelen weer in de oorspronkelijke positie.
1)
2)
111
Aanwijzingen voor de gebruiker
Om de handelingen van de reiniging te vergemakkelijken, kan de
opberglade onder de oven helemaal verwijderd worden.
Trek ze helemaal uit en til ze vooraan op (zoals een gewone lade).
8.4 Deurruiten
Er wordt aangeraden om deze steeds goed rein te houden. Gebruik
absorberend keukenpapier; bij hardnekkig vuil moet u ze reinigen met
een vochtige spons en een gewoon reinigingsmiddel.
8.5 PYROLYSE: Automatische reiniging van de oven (alleen
hoofdoven)
Pyrolyse is een automatische reinigingsprocedure met hoge temperaturen,
die het vuil zal oplossen. Dankzij deze procedure is het mogelijk om de
binnenkant van de oven zeer makkelijk te reinigen.
Tijdens de eerste automatische reinigingscyclus zouden onaangename
geuren kunnen vrijkomen als gevolg van de normale verdamping van
olieachtige stoffen van het fabricageproces. dit is een normaal verschijnsel
dat na de eerste reinigingscyclus zal verdwijnen.
Voordat u de automatische reinigingscyclus start, moet u controleren of er
geen voedsel of gemorste voedselresten van vorige bereidingen in de
oven zijn achtergebleven.
Tijdens de pyrolysecyclus belet een blokkeermechanisme van de deur
elke poging tot opening van de deur zelf.
112
REINIGING
Aanwijzingen voor de gebruiker
8.6 Vóór de start van de automatische reinigingscyclus van
de oven
De Pyrolyse kan op elk moment van de dag of de nacht worden
uitgevoerd (indien u gebruik wenst te maken van het nachttarief voor de
elektrische energie).
• Verwijder alle accessoires uit de oven.
• Verwijder de geleiderframes.
• Plaats de frames weer na het einde van de reinigingscyclus en
wanneer de oven afgekoeld is, door de eerder uitgevoerde
handelingen in de omgekeerde zin uit te voeren.
•Controleer of de ovendeur goed gesloten is.
Om de duur van de reinigingscyclus in te stellen, moet u het volgende
schema raadplegen:
WEINIG VUIL GEWOON VUIL ZEER VUIL DUUR VAN DE
120 min 165 min 210 min
Tijdens de automatische reinigingscyclus zullen de ventilatoren meer
lawaai maken
als gevolg van de hogere draaisnelheid; dit is normaal, en helpt de
warmte af te voeren.
Na de pyrolyse blijft de ventilatie automatisch ingeschakeld, en dit lang
genoeg zodat oververhitting van de wanden van de meubels en de
voorkant van de oven wordt vermeden.
Tijdens de automatische reinigingscyclus produceren de ventilatoren meer
lawaai als gevolg van de hogere draaisnelheid; dit is normaal, en helpt de
warmte af te voeren.
Na de pyrolyse blijft de ventilatie automatisch ingeschakeld, en dit lang
genoeg zodat oververhitting van de wanden van de meubels en de
voorkant van de oven wordt vermeden.
Er wordt aanbevolen om de pyrolyse minstens 120 minuten te laten
werken.
113
Aanwijzingen voor de gebruiker
8.7 Instelling van de reinigingscyclus met de elektronische
analoge klok
KEUZESCHAKELAAR VOOR DE FUNCTIES
ELEKTRONISCHE ANALOGE KLOK
De programmeereenheid zal de minimumduur van de reinigingscyclus
automatisch instellen (1 uur en 30 minuten) afbeelding 1. Druk binnen 5
seconden op de toetsen of om de duur van de reinigingscyclus
te verlengen/verkorten (de maximumduur bedraagt 3 uur en 30 minuten)
de ingestelde minuten worden aangegeven bij het oplichten van de
interne segmenten van de klok en de uren worden aangegeven met de
knipperende cijfers (1, 2 of 3). In afbeelding 2 wordt een duur van 2 uur
30 minuten weergegeven.
1) 2)
Na de instelling van de duur van de automatische reinigingscyclus zal de
oven verwarmd worden (ongeveer 5 seconden na de laatste ingreep van
de gebruiker), begint de controlelamp van de thermostaat te knipperen,
en zal vast oplichten wanneer de oven een temperatuur van ongeveer
470°C heeft bereikt;
Ongeveer 1 minuut na de laatste ingreep van de gebruiker zal de
deurblokkering ingeschakeld worden, wat aangeduid wordt door het
114
oplichten van de relatieve controlelamp en door het symbool
display.
Na de automatische reinigingscyclus zulen alle cijfers knipperen en duidt een
geluidssignaal het einde van de cyclus aan. De controlelamp van de
deurblokkering zal aanblijven, en de deur zal niet kunnen geopend worden tot
de temperatuur in de oven minder dan 300°C bedraagt. Na de pyrolyse moet
de keuzeschakelaar op uitgeschakeld worden gezet.
op het
Aanwijzingen voor de gebruiker
Om een vertraagde reinigingscyclus te selecteren gaat u te werk als bij een
normale geprogrammeerde bereiding, zie “
3.2.3 Programmering”.
9. BUITENGEWOON ONDERHOUD
De ovens hebben regelmatig kleine onderhoudshandelingen of de
vervanging van delen die onderhevig zijn aan slijtage nodig, zoals de
pakkingen, de lampjes, enz. Vervolgens worden de specifieke
aanwijzingen aangeduid voor elk type van deze handelingen.
Vóór elke handeling waarvoor de delen onder spanning bereikt
moeten worden, moet de stroomtoevoer naar het toestel
uitgeschakeld worden.
9.1 Vervanging van de binnenverlichting
Verwijder de beschermende bedekking A door ze in tegenwijzerszin los
te draaien, en vervang de lamp B met een andere van hetzelfde type.
Hermonteer de beschermende bedekking A.
Gebruik uitsluitend lampen voor ovens (T 300°C).
115
Aanwijzingen voor de gebruiker
9.2 Demontage van de deur
Open de deur volledig en plaats de (bijgeleverde) pinnen in de gaten
vanaf de binnenkant. Sluit de deur in een hoek van ongeveer 45°, hef ze
op, en verwijder ze uit haar zit. Voor de hermontage moeten de
scharnieren in de daarvoor bestemde gleuven geplaatst worden, moet de
deur gesteund worden, en moeten de pinnen uitgetrokken worden.
Wanneer u de pinnen niet meer vindt, kunt u ook twee schroevendraaiers
gebruiken.
9.3 Pakkingen van de ovendeur
De pakkingen van de deuren kunnen worden
verwijderd om de ovens accuraat schoon te maken
Alvorens de pakkingen te verwijderen moeten de
ovendeuren worden gedemonteerd zoals eerder
beschreven Til, als de deuren verwijderd zijn, de
lipjes op de hoeken op, zoals te zien is op de
afbeelding.
116
914774124/ A
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.