4.5 De reiniging van de binnenkant van de ovens232
4.6 Pyrolyse232
4.7 Buitengewoon onderhoud234
5 Installatie235
5.1 Gasaansluiting235
5.2 Aanpassing aan de verschillende gastypes238
5.3 Elektrische aansluiting243
5.4 Plaatsing245
5.5 Voor de installateur249
We raden aan deze handleiding aandachtig door te lezen, omdat ze alle aanwijzingen
bevat om de esthetische en functionele kwaliteiten van het apparaat te behouden.
Raadpleeg de website voor verdere informatie over dit product: www.smeg.com
201
Waarschuwingen
1 Waarschuwingen
1.1 Algemene
veiligheidswaarschuwingen
Persoonlijk letsel
• Het apparaat en de bereikbare
delen ervan worden zeer heet
tijdens het gebruik. Raak geen
verwarmingselementen aan
tijdens gebruik van het apparaat.
• Bescherm de handen met
ovenwanten bij het hanteren van
voedsel in de ovenruimte.
• Probeer geen vlammen/brand te
doven met water: schakel het
apparaat uit en bedek het vuur
met een deksel of een
brandwerende deken.
• Gebruik van dit apparaat door
kinderen vanaf 8 jaar, personen
met beperkte fysieke, zintuiglijke
of mentale capaciteiten of met
een gebrek aan ervaring of
kennis is alleen toegestaan onder
toezicht en begeleiding van
volwassenen die verantwoordelijk
zijn voor hun veiligheid.
• Laat kinderen niet spelen met het
apparaat.
• Houd kinderen jonger dan 8 jaar
die niet onder toezicht staan
verwijderd van het apparaat.
• Houd kinderen van jonger dan 8
jaar uit de buurt wanneer het
apparaat in werking is.
• Werkzaamheden voor
schoonmaak en onderhoud van
het apparaat mogen niet worden
uitgevoerd door kinderen die niet
onder toezicht staan.
• Controleer of de vlamverdelers
met de respectievelijke deksels
correct in de zittingen
gepositioneerd zijn.
• Let op voor de snelle verwarming
van de kookzones. Plaats geen
lege potten of pannen op de
ingeschakelde plaat. Gevaar op
oververhitting.
• Vetten en oliën kunnen vlam vatten
als ze oververhit raken. Het is
aanbevolen bij het apparaat te
blijven tijdens de voorbereiding
van voedsel dat olie of vet bevat.
Als de oliën of vetten vlam
zouden vatten, mag geen water
gebruikt worden om te blussen.
Plaats het deksel op de pan en
schakel de kookzone uit.
• Het kookproces moet altijd
bewaakt worden. Een kort
kookproces moet voortdurend
bewaakt worden.
202
Waarschuwingen
• Tijdens het gebruik geen metalen
voorwerpen zoals vaatwerk of
bestek op het oppervlak van de
kookplaat plaatsen omdat deze
oververhit zouden kunnen raken.
• Plaats geen metalen en puntige
voorwerpen (bestek of
gereedschappen) in de spleten
van het apparaat.
• Giet geen water rechtstreeks op
hete ovenschalen.
• Houd de deur dicht tijdens de
bereiding.
• Als er bewerkingen nodig zijn aan
de etenswaren of aan het einde
van de bereiding, opent u een
aantal seconden lang de deur
5 centimeter, zodat de stoom
ontsnapt. Vervolgens kunt u de
deur volledig openen.
• Open de bergruimte (indien
aanwezig) niet wanneer de oven
ingeschakeld of warm is.
• Voorwerpen in de bergruimte
kunnen heel heet zijn na gebruik
van de oven.
• GEEN ONTVLAMBARE
MATERIALEN GEBRUIKEN OF
BEWAREN IN DE BERGRUIMTE
(INDIEN AANWEZIG) OF IN
DE NABIJHEID VAN HET
APPARAAT.
• GEBRUIK GEEN SPUITBUSSEN
IN DE BUURT VAN HET
APPARAAT TERWIJL HET WERKT.
• Na gebruik het apparaat
uitschakelen.
• VOER GEEN WIJZIGINGEN UIT
OP HET APPARAAT.
• Voorafgaand aan iedere ingreep
op het apparaat (installatie,
onderhoud, plaatsing of
verplaatsing) moet u altijd zorgen
voor persoonlijke
beschermingsmiddelen.
• Voorafgaand aan iedere ingreep
op het apparaat moet de
algemene elektrische voeding
gedeactiveerd worden.
• Laat de installatie en technische
interventies uitvoeren door
gekwalificeerd personeel
overeenkomstig de geldende
normen.
• Probeer nooit om zelf het
apparaat te repareren, zonder
tussenkomst van een
gekwalificeerde technicus.
• Trek nooit aan de kabel om de
stekker uit het stopcontact te
halen.
• Als de stroomkabel beschadigd is,
moet men onmiddellijk contact
opnemen met de technische
dienst die voor de vervanging van
de kabel zal zorgen.
NL
203
Waarschuwingen
Beschadiging van het apparaat
• Gebruik geen schurende of
bijtende middelen op de glazen
onderdelen (bijv. poeders,
ontvlekkers of metaalsponsjes).
• Gebruik eventueel houten of
plastic gereedschappen.
• Roosters en ovenschalen moeten
in de zijgeleiders worden
geplaatst tot ze niet verder
kunnen. De mechanische
veiligheidsblokkeringen die de
verwijdering van de roosters
voorkomen moeten naar
beneden en naar de achterzijde
van de ovenruimte gericht zijn.
• Ga niet op het apparaat zitten.
• Gebruik geen stoomstraal om het
apparaat te reinigen.
• Zorg er voor dat de openingen en
de spleten voor de ventilatie en
de warmte-afvoer niet verstopt
raken.
• Laat het apparaat niet onbeheerd
achter tijdens bereidingen
waarbij vetten en oliën vrijkomen
die bij heet worden vlam kunnen
vatten. Wees heel voorzichtig
• Laat geen voorwerpen achter op
de kookoppervlakken.
• GEBRUIK HET APPARAAT
NOOIT OM DE RUIMTE TE
VERWARMEN.
• Sproei geen spuitbussen in de
nabijheid van de oven.
• Gebruik geen vaatwerk of plastic
houders om voedsel te bereiden.
• Plaats geen blikken of gesloten
houders in de ovenruimte.
• Verwijder ongebruikte
ovenschalen en roosters tijdens
de bereiding uit de ovenruimte.
• Bedek de bodem van de
ovenruimte niet met
aluminiumfolie.
• Plaats geen potten of ovenschalen
rechtstreeks op de bodem van de
ovenruimte.
• Bij gebruik van bakpapier moet u
er voor zorgen dat de circulatie
van de warme lucht in de oven er
niet door wordt verhinderd.
• Gebruik de open deur niet als
steun door potten of schalen te
plaatsen op het binnenglas.
• De pannen of de vleesroosters
moeten binnen de omtrek van de
kookplaat geplaatst worden.
• Alle pannen moeten een vlakke en
regelmatige bodem hebben.
• In geval van overstroming of
overkoken moet de vloeistof
onmiddellijk van de kookplaat
verwijderd worden.
204
Waarschuwingen
• Mors geen zuurhoudende stoffen
zoals citroensap of azijn op de
kookplaat.
• Plaats geen lege potten of pannen
op ingeschakelde kookzones.
• Gebruik geen stoomstraal om het
apparaat te reinigen.
• Gebruik geen ruw, schurend of
scherp materiaal.
• Gebruik op de stalen delen of de
delen waarvan het oppervlak met
metalen afwerkingen werd
behandeld (bijv. elektrolytische
oxidaties, vernikkeling,
verchroming) geen producten die
chloor, ammoniak of bleekmiddel
bevatten.
• Gebruik geen schurende of
bijtende middelen op de glazen
onderdelen (bijv. poeders,
ontvlekkers of metaalsponsjes).
• Stop de verwijderbare
onderdelen, zoals de roosters
van de kookplaat, de
vlamverdelers en de deksels niet
in de vaatwasser.
• Gebruik de deur niet als hefboom
om het apparaat in het meubel te
plaatsen.
• Oefen niet te veel kracht uit op de
geopende deur.
• Til dit apparaat niet op door de
handgreep beet te pakken.
Installatie
• DIT APPARAAT MAG NIET
GEÏNSTALLEERD WORDEN IN
BOTEN OF CARAVANS.
• Het apparaat mag niet
geïnstalleerd worden op een
voetstuk.
• Plaats het apparaat met behulp
van een tweede persoon in het
meubel.
• Om mogelijke oververhitting van
het apparaat te vermijden mag
het niet achter een decoratieve
deur of een paneel worden
geïnstalleerd.
• Laat de gasaansluiting uitvoeren
door bevoegd technisch
personeel.
• Het aansluiten met een flexibele
buis moet zodanig uitgevoerd
worden dat de lengte van de
bebuizing niet langer is dan
2 meter van de maximale
uitrekking voor flexibele stalen
buizen en 1,5 meter voor
rubberen buizen.
• De buizen mogen niet in
aanraking komen met
beweegbare delen, en mogen
niet geplet worden.
• Gebruik, waar dit wordt
gevraagd, een drukregelaar in
overeenstemming met de van
kracht zijnde norm.
• Controleer na elke ingreep of het
aandraaimoment van de
gasaansluitingen zich tussen
10 Nm en 15 Nm bevindt.
NL
205
Beschrijving
• Na de installatie moet u eventuele
lekken opsporen met een
zeepoplossing, maar nooit met
een vlam.
• Laat het apparaat aansluiten door
gekwalificeerd technisch
personeel.
• De aarding moet verplicht
aangebracht worden volgens de
voorziene veiligheidsnormen van
de elektrische installatie.
• Gebruik kabels die bestand zijn
tegen temperaturen van minstens
90 °C.
• Het aandraaimoment van de
schroeven van de
stroomgeleiders van het
klemmenbord moet 1,5-2 Nm
bedragen.
• Verzeker u er voor de montage
van dat de plaatselijke
gastoevoer (soort gas en
gasdruk) en de regeling van het
apparaat compatibel zijn.
• De regelingsvoorwaarden voor
dit apparaat staan vermeld op het
etiket voor de regeling van het
gas.
• Dit apparaat is niet aangesloten
op een apparaat voor afvoer van
de verbrandingsproducten. Het
moet geïnstalleerd en
aangesloten worden in
overeenstemming met de
geldende installatievoorschriften.
Er moet speciale aandacht
worden besteed aan de
ventilatie-eisen.
Voor dit apparaat
• Controleer of het apparaat is
uitgeschakeld voordat de lamp
wordt vervangen.
• Ga niet steunen of zitten op de
geopende deur van het
apparaat.
• Controleer of er geen voorwerpen
in de deur vastzitten.
1.2 Typeplaatje
Het typeplaatje bevat de technische
gegevens, het serienummer en de
markering. Het plaatje mag in geen
geval worden verwijderd.
206
Waarschuwingen
1.3 Aansprakelijkheid van de
fabrikant
De fabrikant kan niet aansprakelijk
worden gesteld voor schade aan
personen en voorwerpen ten
gevolge van:
• een ander gebruik van het
apparaat dan wordt voorzien;
• het niet in acht nemen van de
voorschriften van de
gebruiksaanwijzing;
• het forceren van ook slechts één
deel van het apparaat;
• het gebruik van niet-originele
reserveonderdelen.
1.4 Beoogd gebruik
• Dit apparaat is bedoeld om thuis
voedsel te bereiden. Elk ander
gebruik is oneigenlijk.
• Het apparaat is niet ontworpen om te
functioneren met externe
kookwekkers of
afstandsbedieningssystemen.
1.5 Deze gebruiksaanwijzing
Deze gebruiksaanwijzing is een
belangrijk onderdeel van het
apparaat en dient gedurende de
volledige levensduur intact en op
een eenvoudig te bereiken plaats
worden bewaard.
• Lees deze gebruiksaanwijzing
aandachtig vóór installatie.
1.6 Verwerking
Het apparaat moet op het einde
van zijn gebruiksduur afzonderlijk
ingezameld worden (richtlijnen
2002/95/EG, 2002/96/EG,
2003/108/EG).
Het apparaat bevat geen delen die als
gevaarlijk voor de gezondheid en het milieu
worden beschouwd, conform de actuele
Europese Richtlijnen.
Verwijdering van het apparaat:
• Snijd de voedingskabel af en verwijder
de elektrische kabel en de stekker.
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
• Schakel de stroomtoevoer uit.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Oude of gebruikte apparaten aan het
einde van hun levensduur moeten door
de gebruiker worden ingeleverd bij
geschikte centra voor de gescheiden
inzameling van elektrisch en elektronisch
afval, of het overhandigen aan de
verkoper wanneer een nieuw
gelijkaardig apparaat wordt gekocht.
Het apparaat zit verpakt in
milieuvriendelijke en recyclebare
materialen.
• Breng het verpakkingsmateriaal naar de
betreffende centra voor afvalverwerking.
Plastic verpakking
Gevaar voor verstikking
• Laat de verpakking, of delen ervan, niet
onbewaakt achter.
• Laat kinderen niet spelen met de plastic
zakken van de verpakking.
NL
207
Waarschuwingen
1.7 Wegwijs in de
gebruiksaanwijzing
In deze gebruiksaanwijzing komen de
volgende begrippen voor:
Waarschuwingen
Algemene waarschuwingen in
verband met de
gebruiksaanwijzing, veiligheid en
verwerking van afgedankte
producten.
Beschrijving
Beschrijving van het apparaat en de
accessoires.
Gebruik
Informatie over het gebruik van het
apparaat en de accessoires.
Reiniging en onderhoud
Informatie over correcte
schoonmaak en onderhoud van het
apparaat.
Installatie
Informatie voor gekwalificeerde
technici: installatie, inbedrijfstelling
en keuring.
Handig om het huidige uur te zien,
geprogrammeerde bereidingen te
programmeren en de kookwekker in te
stellen.
2 Temperatuurknop hoofdoven
Met deze knop kan de temperatuur van de
bereiding geselecteerd worden.
Draai de knop rechtsom op de gewenste
waarde tussen het minimum en het
maximum.
R = Snelle brander
UR2 = Ultra snelle brander
3 Controlelamp hoofdoven
Licht op om te melden dat de oven zich in
de verwarmingsfase bevindt. Wordt
uitgeschakeld als de temperatuur is bereikt.
Een regelmatig knipperend lampje geeft
aan dat de ingestelde temperatuur in de
oven constant wordt gehouden.
4 Functieknop hoofdoven
De verschillende functies van de oven zijn
geschikt voor verschillende
bereidingswijzen. Nadat u de gewenste
functie heeft geselecteerd, moet u de
210
Beschrijving
bereidingstemperatuur instellen met de
temperatuurknop.
5 Controlelamp deurblokkering
Licht op wanneer de automatische
reinigingscyclus wordt geactiveerd
(pyrolyse).
6 Knoppen van de branders van de
kookplaat
Nuttig voor de inschakeling en de regeling
van de branders van de plaat.
Druk op de knoppen, en draai deze
linksom op de waarde om de
overeenkomstige branders te ontsteken.
Om de vlam te regelen, moet de knop in de
zone tussen het maximum en het
minimum gedraaid worden.
Om de branders uit te schakelen, moeten
de knoppen op positie geplaatst
worden.
7 Temperatuurknop hulpoven
functie heeft geselecteerd, moet u de
bereidingstemperatuur instellen met de
temperatuurknop.
2.4 Andere onderdelen
Plaatsbare niveaus
Het apparaat beschikt over niveaus om
roosters en ovenschalen op verschillende
hoogtes te plaatsen. De plaatsbare
hoogtes worden begrepen van laag naar
hoog (zie 2.1 Algemene beschrijving).
Koelventilator
De ventilator zorgt voor de afkoeling van
de ovens, en wordt tijdens de bereiding in
werking gesteld.
De werking van de ventilator veroorzaakt
een normale luchtstroom die aan de
achterzijde van het apparaat uitkomt, en
die ook na de uitschakeling van het
apparaat kort doorgaat.
NL
Met deze knop kan de temperatuur van de
bereiding geselecteerd worden.
Draai de knop rechtsom op de gewenste
waarde tussen het minimum en het
maximum.
8 Controlelamp hulpoven
Licht op om te melden dat de oven zich in
de verwarmingsfase bevindt. Wordt
uitgeschakeld als de temperatuur is bereikt.
Een regelmatig knipperend lampje geeft
aan dat de ingestelde temperatuur in de
oven constant wordt gehouden.
9 Functieknop temperatuur hulpoven
De verschillende functies van de oven zijn
geschikt voor verschillende
bereidingswijzen. Nadat u de gewenste
Interne verlichting
De interne verlichting van het apparaat
wordt ingeschakeld:
• als de deur wordt geopend;
• als een willekeurige functie wordt
gekozen, met uitzondering van de
functie /ECO.
211
Beschrijving
2.5 Beschikbare accessoires
De ovenaccessoires die in contact
kunnen komen met het voedsel zijn
gemaakt van materialen conform
de van kracht zijnde
wetsbepalingen.
De originele bijgeleverde of
optionele accessoires kunnen bij
erkende servicecentra worden
verkregen. Gebruik enkel de
originele accessoires van de
fabrikant.
Reductierooster Wok
Nuttig voor het gebruik van een Wok.
van de recipiënten” in de paragraaf 3.3
“Gebruik van de kookplaat”.
Het rooster moet worden aangebracht op
het rooster van de kookplaat zoals is
aangegeven in de bovenstaande
afbeelding.
In elk geval mogen pannen met een grotere
diameter dan 26 cm uitsluitend geplaatst
worden op de ultrasnelle brander (UR2).
Dit rooster kan ook gebruikt worden voor
recipiënten om te “wokken” (Chinese
kookpan).
Ovenschaal
erhoogd rooster
Om de aantasting van het werkblad te
voorkomen is een verhoogd rooster
verkrijgbaar dat moet worden aangebracht
onder pannen met een grotere diameter
dan is aangegeven in de tabel “Diameter
212
Beschrijving
Nuttig voor het opvangen van vet dat
afkomstig is van het voedsel op het rooster
erboven.
Diepe ovenschaal
Nuttig om vet op te vangen afkomstig van
voedsel op het bovenstaande rooster, of
om taarten, pizza's en gebak te bakken.
Rooster voor ovenschaal
Rooster
NL
Nuttig voor het plaatsen van recipiënten
met voedsel in bereiding.
Houder draaispit (hulpoven)
Om op een ovenschaal te zetten, voor het
bereiden van voedsel dat kan lekken.
Wordt gebruikt als steun voor het draaispit.
Draaispit (hulpoven)
Nuttig voor het bereiden van kip of voedsel
dat gelijkmatig moet bereid worden.
213
Gebruik
3 Gebruik
3.1 Waarschuwingen
Hoge temperatuur in de oven
tijdens het gebruik
Gevaar op verbranding
• Houd de deur dicht tijdens de
bereiding.
• Bescherm de handen met ovenwanten
bij het hanteren van voedsel in de oven
• Raak de verwarmingselementen
binnenin het apparaat niet aan.
• Giet geen water rechtstreeks op hete
ovenschalen.
• Houd kinderen van jonger dan 8 jaar uit
de buurt wanneer het apparaat in
werking is.
• Als er bewerkingen nodig zijn aan de
etenswaren of aan het einde van de
bereiding, opent u een aantal seconden
lang de deur 5 centimeter, zodat de
stoom ontsnapt. Vervolgens kunt u de
deur volledig openen.
De temperatuur in de bergruimte
kan hoog oplopen
Gevaar op verbranding
Incorrect gebruik
Gevaar op verbranding
• Controleer of de vlamverdelers met de
respectievelijke deksels correct in de
zittingen gepositioneerd zijn.
• Vetten en oliën kunnen vlam vatten bij
oververhitting. Wees heel aandachtig.
De temperatuur in de bergruimte
kan hoog oplopen tijdens gebruik
van de oven
Brand- en ontploffingsgevaar
• Sproei geen spuitbussen in de nabijheid
van de oven.
• Laat geen ontvlambare materialen in de
nabijheid van de oven of bergruimte.
• Gebruik geen vaatwerk of plastic
houders om voedsel te bereiden.
• Plaats geen dichte schotels of houders in
de oven.
• Laat de oven niet onbewaakt achter
tijdens bereidingen waar vetten en oliën
kunnen vrijkomen.
• Verwijder ongebruikte ovenschalen en
roosters tijdens de bereiding uit de
ovenruimte.
• Open de bergruimte niet wanneer de
oven ingeschakeld of warm is.
• De voorwerpen in de bergruimte kunnen
erg heet zijn tijdens het gebruik van de
oven.
214
Gebruik
Incorrect gebruik
Beschadiging van de
oppervlakken
• Bedek de bodem van de ovenruimte
niet met aluminiumfolie.
• Bij gebruik van bakpapier moet u er
voor zorgen dat de circulatie van de
warme lucht in de oven er niet door
wordt verhinderd.
• Plaats geen potten of ovenschalen
rechtstreeks op de bodem van de
ovenruimte.
• Gebruik de open deur niet als steun
voor potten of schalen te plaatsen op
het binnenglas.
• Giet geen water rechtstreeks op hete
ovenschalen.
• Controleer of de vlamverdelers met de
respectievelijke deksels correct in de
zittingen gepositioneerd zijn.
• De recipiënten of de vleesroosters
moeten binnen de omtrek van de
kookplaat geplaatst worden.
• Alle recipiënten moeten een effen en
regelmatige bodem hebben.
• In geval van overstroming over
overkoken moet de vloeistof
onmiddellijk van de kookplaat
verwijderd worden.
3.2 Eerste gebruik
1. Verwijder eventuele beschermfolie aan
de binnen- en buitenzijde van het
apparaat en de accessoires.
2. Verwijder eventuele etiketten (behalve
het plaatje met de technische gegevens)
van de accessoires en uit de ruimten.
3. Verwijder en reinig alle accessoires van
het apparaat (raadpleeg 4 Reiniging en
onderhoud). Warm de oven leeg op
aan de maximum temperatuur om
eventuele fabricageresten te
verwijderen.
3.3 Gebruik van de accessoires
Rooster voor ovenschaal
Het rooster voor de ovenschaal wordt in de
schaal geplaatst. Zo wordt het vet apart
van het voedsel opgevangen tijdens de
bereiding.
NL
215
Loading...
+ 35 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.