Simrad IS20 User guide [nl]

Page 1
Handboek
Simrad IS20 Analog Instrument reeks
Nederlands Sw. 1.2
www.simrad-yachting.com A brand by Navico - Leader in Marine Electronics
Page 2
Handboek
Nederlands Sw.1.2
Document nr.: 20222832 Herziene uitgave: B Datum: Maart 2008
De originele taal van dit document is Engels. In geval van enige discrepantie tussen vertaalde versies en de Engelse versie van dit document zal het Engelse document gelden als het officiële document.
Naar ons beste weten was de inhoud van deze publicatie correct ten tijde van ter perse gaan.
Wij verbeteren onze producten bij voortduring en behouden ons derhalve het recht voor om producten en de documentatie te allen tijde te wijzigen. Updates van handboeken zijn beschikbaar op onze website
www.simrad-yachting.com en kunnen gratis worden
gedownload. © Copyright 2008 van Navico Holding AS.
Page 3
Betreffende dit handboek
Dit handboek is een leidraad voor het installeren en bedienen van het Simrad IS20 Analoge instrument. Het handboek omvat geen aanwijzingen voor het bedienen of installeren van sensors die op het systeem aangesloten kunnen worden.
In dit handboek worden de benamingen van menu commando´s, dialoog box teksten en toetsen vet weer­gegeven (b.v. Hoofd menu, Setup commando, Linker toets).
Belangrijke tekst die speciale aandacht van de lezer verlangt wordt als volgt geaccentueerd:
Wordt gebruikt om de aandacht van de lezer te vestigen op een opmerking of een belangrijk informatie aspect.
Wordt gebruikt als het noodzakelijk is om personeel te waarschuwen dat schade aan de apparatuur kan ontstaan of gevaar aanwezig is indien geen voor­zorgen worden getroffen.
2 | IS20 Analoge instrumenten
Page 4
Inhoudsopgave
1 Inleiding..................................................... 5
1.1 Algemene informatie ................................5
1.2 Instrument layout ....................................5
1.3 IS20 systeem voorbeelden ........................6
2 Bediening.................................................... 9
2.1 De IS20 inschakelen.................................9
2.2 Achtergrondverlichting............................10
2.3 Langs de functie displays scrollen............. 11
2.4 Gebruik koers blokkeer functie.................13
2.5 Bediening van het menu systeem.............14
2.6 De display instellingen wijzigen................16
2.7 SimNet groep verlichting......................... 18
2.8 De demping factoren instellen.................. 19
2.9 Stroombesparing functie ......................... 19
2.10 Demo mode......................................... 20
3 IS20 Alarm systeem ................................. 21
3.1 Alarm indicatie.......................................21
3.2 Een alarm bevestigen ............................. 22
3.3 Alarm codes .......................................... 23
4 Installatie................................................. 25
4.1 Locatie van de unit.................................25
4.2 Fysieke installatie...................................25
4.3 Kabel aansluiting....................................27
IS20 Analoge instrumenten | 3
Page 5
5 Configuratie.............................................. 35
5.1 Algemene ............................................. 35
5.2 Geen kalibreer functie beschikbaar ...........35
5.3 IS20 Roer ............................................. 36
5.4 IS20 Kompas.........................................40
5.5 IS20 Wind en IS20 Overstag....................45
6 Onderhoud................................................ 49
6.1 Algemeen onderhoud.............................. 49
6.2 Het instrument systeem resetten..............49
7 Reserve onderdelen.................................. 51
7.1 Reserve onderdelen en extra’s ................. 51
7.2 SimNet kabels en accessoires ..................52
8 Specificaties ............................................. 53
8.1 Technische specificaties ..........................53
8.2 Tekeningen met afmetingen ....................54
8.3 Menu opties .......................................... 55
4 | IS20 Analoge instrumenten
Page 6

1 Inleiding

1.1 Algemene informatie

De IS20 analoge instrument reeks bestaat uit vier instrumenten die op een klassieke manier nuttige informatie voor de schipper verschaffen. Ze zijn individueel ontworpen voor display van een bepaalde hoofdfunctie zoals roerhoek, kompaskoers, windhoek en snelheid en hoog aan de wind zeilen. Ze zijn alle compatibel met het unieke SimNet netwerk en kunnen gemakkelijk naast elkaar worden gemonteerd en onderling in serie worden doorverbonden.
Alle separate NMEA0183 invoer poorten maken invoer mogelijk van andere niet-SimNet apparaten.

1.2 Instrument layout

Inleiding | 5
Page 7
De instrumenten zijn voorzien van een schaal met achtergrondverlichting en de wijzer wordt door een microstappen motor aangedreven die zorgt voor uitmuntende precisie zonder fluctuaties. Het LCD display biedt aanvullende informatie en bovendien setup ondersteuning bij het installeren en kalibreren van het instrument.
De display verlichting kan op rood of wit worden ingesteld en de verlichting is eveneens instelbaar.
Het instrument is voorzien van 2 SimNet connectors en een NMEA0183 invoer (luisteraar) connector.
Toetsen
Het instrument wordt met 4 toetsen bediend. Ze worden gebruikt om de achtergrondverlichting in te stellen, te scrollen tussen data pagina´s, te werken met het menu en parameter waarden in te stellen.
6 | Inleiding

1.3 IS20 systeem voorbeelden

De IS20 kan worden geïnstalleerd als stand-alone instrument systeem of als onderdeel van een geavanceerd instrument of besturing systeem van het schip.
De afbeeldingen op de volgende twee pagina´s tonen vereenvoudigde illustraties van een basis en een uitgebreid IS20 systeem.
Page 8
IS20 Roer, Basis systeem
IS20 Kompas, Basis systeem
IS20 Wind of Overstag, Basis systeem
Inleiding | 7
Page 9
8 | Inleiding
IS20 Uitgebreid systeem
Page 10

2 Bediening

Het lezen en begrijpen van de inhoud van dit hoofdstuk is beslist noodzakelijk. De beschrijvingen en illustraties in het overige deel van dit handboek zijn gebaseerd op kennis van de gebruiker inzake toetsbediening en gebruik van de menu´s!

2.1 De IS20 inschakelen

De IS20 heeft geen aan/uit schakelaar en blijft in bedrijf zolang de voeding blijft aangesloten.
De IS20 is voorzien van een stroombesparende functie. Zie pagina 19.
Bij inschakelen toont het LCD scherm
Na ongeveer 5 seconden is het instrument in werking.
de product naam (IS20), gevolgd door de software versie.
Eerste keer opstarten
Voordat de IS20 gebruiksgereed is dient het te worden geconfigureerd zoals beschreven in 35 en navolgend.
Configuratie, pagina
Het IS20 instrument opnieuw starten
Bij opnieuw inschakelen van de IS20 voeding zal het display direct de laatst geactiveerde pagina tonen zodra de startfase is voltooid.
Bediening | 9
Page 11

2.2 Achtergrondverlichting

De display verlichting kan op elk moment worden bijgesteld.
2 Druk op een van de hierna beschreven toetsen
1 Druk op de verlichting toets
Het licht niveau wordt op het LCD
om het achtergrondverlichting niveau te wijzigen:
a De Verlichting toets dient voor het verhogen
van het verlichting niveau met steeds een stap
b De Omhoog/Omlaag toetsen dienen voor
verhoging/verlaging van het verlichting niveau met steeds een stap
3 Druk op de Enter toets om de selectie te
bevestigen en terug te keren naar het laatste actieve display
Als binnen 3 seconden geen instelling wordt uitgevoerd dan keert het LCD scherm terug naar het laatste actieve beeld.
Zie voor rode/witte verlichting, zie
17.
scherm aangegeven met een flitsend nummer
Display kleur, pagina
10 | Bediening
Page 12

2.3 Langs de functie displays scrollen

De Analoge IS20 instrumenten kunnen meerdere functies tonen door gebruik van de Omhoog en Omlaag toetsen.
3 pijlen aan de bovenkant van het display geven aan welke functie wordt getoond. De pijl symbolen worden nader verklaard door op de schaal afgebeelde teksten.
IS20 Roer/IS20 Kompas
De illustratie toont teksten die gebruikt worden bij de IS20 Roer/Kompas instrumenten om de actieve functie aan te geven zoals onderstaand opgesomd:
LCD Schaal/wijzer
Symbool Functie Kompas Roer
Koers
Koers geblokkeerd
Magnetische koers
Ware koers
Op koers
Van koers, stuur BB
Van koers, stuur SB
Koers
Rudder
angle
Koers
Fout dwars op track in 1/1000 NM
Fout dwars op track, stuur naar SB
Fout dwars op track, stuur naar SB
Koers
Bediening | 11
Page 13
IS20 Win/ IS20 Overstag
Het Wind/Overstag instrument kan 5 verschillende functies tonen.
De gebruikte teksten geven een actieve functie aan zoals onderstaand getoond.
LCD
Symbool Functie
Schijnbare windsnelheid Schijnbare windhoek
Ware windsnelheid Ware windhoek
VMG in de wind Schijnbare windhoek
VMG in de wind True wind angle
Windrichting
Magnetische referentie
Ware referentie
Schaal/wijzer
Ware windhoek
12 | Bediening
Windrichting kan alleen worden getoond als invoer van koers of koers over de grond beschikbaar is!
Vaar- en windsnelheid kunnen worden getoond in knopen, mijlen per uur of meters per seconde. Zie Maateenheden instellen, pagina 47.
Page 14

2.4 Gebruik koers blokkeer functie

De IS20 Roer en IS20 Kompas instrumenten zijn voorzien van een koers blokkeer functie.
Als deze functie geactiveerd wordt dan toont het LCD de koers deviatie t.o.v. de vaartuigkoers op het moment van activeren van de functie.
Activeer de functie conform de volgende procedure:
1 Stuur het vaartuig op de geselecteerde koers 2 Druk op de Omhoog/Omlaag toetsen om de
blokkeer functie te selecteren
3 Druk op de Enter toets om het Blokkeer
menu item te tonen
4 Druk opnieuw op de Enter toets om de huidige
koers te tonen die op dat moment knippert
5 Accepteer de huidige koers door nogmaals op
de Enter toets te drukken of wijzig de koers met de Omhoog/Omlaag toetsen en druk daarna op de Enter toets
6 Bevestig de selectie en toets Enter voor
terugkeer naar het blokkeer functie display
Het instrument zal de geselecteerde koers als referentie vasthouden totdat een nieuwe koers wordt ingevoerd zoals hierboven omschreven.
Bediening | 13
Page 15

2.5 Bediening van het menu systeem

Vanuit het menu systeem zijn alle functies en instellingen toegankelijk door indrukken van de Enter toets.
Onderstaand wordt het gebruik van de toetsen getoond voor verplaatsing door het menu systeem:
Toets Eenmalig indrukken Ingedrukt houden
Een selectie/parameter bevestigen
Ga naar het vorige/volgende menu item, verhoog/verlaag de parameter waarde
De illustratie op de volgende pagina toont verplaatsing in het menu en de vereiste toetsbediening voor wijziging van de demping factor van “3” naar “4”.
14 | Bediening
Page 16
Bediening | 15
Page 17
Menu illustraties
In dit handboek worden de eerste stappen in het menu gebruik als overlappende menu windows getoond.
Het aantal submenu windows zijn slechte indicaties en komen niet overeen met de actuele toetsaanslagen.
Als meer gedetailleerde illustraties vereist zijn om toetsaanslagen en schermen te tonen dan geschiedt dat als volgt:

2.6 De display instellingen wijzigen

Voor optimalisatie van de afleesbaarheid onder verschillende lichtcondities kan de achtergrond verlichting met 2 instellingen worden aangepast:
Licht niveau
Licht kleur
Het lichtniveau wordt met de lichttoets ingesteld. Zie
Achtergrondverlichting, pagina 10.
Licht kleur en niveau zijn ook van toepassing op het toetsenbord!
16 | Bediening
Page 18
Display profiel
De dag en nacht display profielen regelen de kleur van het licht voor het display en de toetsen. De profielen worden gebruikt in installaties waarin meerdere instrumenten zijn geconfigureerd als onderdeel van een SimNet verlichting groep zoals beschreven op pagina
18.
LCD Parameter Standaard
Dag profiel
Nacht profiel
Display kleur
De kleur van het licht wordt bepaald door het geselecteerde display profiel.
LCD Parameter Standaard
Wit
Rood
Dag profiel:
Nacht profiel:
Dag
Wit
Rood
Bediening | 17
Page 19

2.7 SimNet groep verlichting

De SimNet groep verlichting functie wordt gebruikt voor algehele bediening van de verlichting instelling voor een groep van units. Deze optie wordt gebruikt op grotere schepen waar veel units via het SimNet netwerk zijn aangesloten.
Door toewijzing van meerdere units aan dezelfde groep zal wijziging van de verlichting instelling van één unit hetzelfde effect sorteren bij de rest van de groep leden.
De SimNet verlichting groepen worden normaliter tijdens de installatie geconfigureerd maar kunnen op elk moment worden gewijzigd.
De volgende groep instellingen zijn beschikbaar:
Parameter Opties Standaard
18 | Bediening
Simrad
Geen
1-6
-
Simrad: Standaard groep voor IS20
Geen: Niet aan een groep toegewezen
1–6: Groep nummers
Simrad
Page 20

2.8 De demping factoren instellen

De demping factoren bepalen hoe snel het display zal reageren op veranderingen.
Hoe hoger de demping factor, des te stabieler de display aanwijzing van het instrument zal zijn.
Bereik
0-9 1 4
Wijziging per
stap
Standaard
waarde

2.9 Stroombesparing functie

Als de stroombesparing is geactiveerd dan wordt het display uitgeschakeld.
Elke toetsaanslag of een geactiveerd alarm zal de stroombesparing functie uitschakelen.
Bediening | 19
Page 21

2.10 Demo mode

De IS20 is voorzien van een demo mode die nuttig is bij demonstraties en tijdens een show.
Bij een IS20 wordt de demo mode aangeduid via het display dat schakelt tussen de actieve mode en “Demo”.
De demo indicatie flitst bij de demo bron veel vaker dan bij de eenheden die de demo waarden aflezingen.
De Demo mode wordt op dezelfde wijze UIT geschakeld als werd toegepast bij IN schakelen.
De demo mode moet echter worden uitgeschakeld bij dezelfde unit waar de demo mode werd ingeschakeld.
20 | Bediening
Page 22

3 IS20 Alarm systeem

3.1 Alarm indicatie

Het alarm systeem van de IS20 Analoge instrumenten wordt geactiveerd zodra enige alarm instelling wordt overschreden. Zie
Als een alarm wordt geactiveerd dan wordt het alarm geïdentificeerd met een alarm ID en hoorbaar alarm.
De verschillende alarm indicaties worden in onderstaande table getoond.
Alarm type Geluid Licht
Vitaal alarm Continu 10s Belangrijk alarm Standaard
alarm Waarschuwing Enkelvoudige
Licht waarschuwing
Alarm setup, pagina 45.
Schakelt
aan/uit
Afwisselend
tussen 2 tonen
pieptoon
Enkelvoudige
pieptoon
40s
60s
Herinnering
interval
20s
Alarm systeem | 21
Page 23
De IS20 Analoge instrumenten beschikken over de volgende alarmen:
Alarm ID Alarm Bronnen
ShAL Ondiep water alarm dEEP Diep water alarm AnCh Anker wacht / wijziging diepte chnG Ware wind shift alarm Wind/Overstag
High Ware wind snelheid te sterk Wind/Overstag
Lo Ware wind snelheid te zwak Wind/Overstag
oFF.C Van koers alarm
Er.xx Lokale unit storing Intern *
AL.xx Elk ander alarm Elke *
* De xx wordt vervangen door de algeheel alarm id.
Zie
Alarm codes, pagina 23.
Als de IS20 Analog op andere SimNet units is aange­sloten dan zal elk alarm in het systeem door het instru­ment worden getoond.
De alarm tekst wordt ontvangen van de alarmbron of SimNet.

3.2 Een alarm bevestigen

Een alarm kan door indrukken van elke toets worden bevestigd. De alarm indicatie (tekst, licht en geluid) wordt dan verwijderd bij het instrument.
De IS20 Analoge instrumenten tonen geen enkele alarm waarschuwing!
Een alarm dat van andere SimNet units wordt ontvangen dient te worden gecorrigeerd vanaf de unit die het alarm heeft veroorzaakt!
22 | Alarm systeem
Page 24

3.3 Alarm codes

Als de tekst van andere op het SimNet aangesloten units wordt ontvangen dan wordt de alarm tekst niet getoond. De alarm conditie wordt dan met een code aangegeven (onderstaande tabel).
Alarm ID Alarm
10 Ondiep water 11 Diep water 12 Anker alarm 13 Wind shift 14 Ware windsnelheid te sterk 15 Ware windsnelheid te zwak 16 Snelheid schip te laag 17 Voltage te hoog 18 Voltage te laag 19 Diepte data ontbreekt 20 Wind data ontbreekt 21 Nav data ontbreekt 22 Kompas data ontbreekt 23 Van koers 24 Roer data ontbreekt (RF25) 25 Roer feedback storing (RF300) 26 Roer respons storing 27 Overbelasting aandrijving 28 Hoge temperatuur 29 Overbelasting bypass/koppeling 30 Bypass/koppeling ontkoppeld 31 Hoog stroomverbruik aandrijving 32 Laagstroomverbruik aandrijving
Alarm systeem | 23
Page 25
Alarm ID Alarm
33 Geen actieve bedieningsunit 34 Geen autopilot computer 35 ACXX Geheugen storing 35 Geen verbinding met EVC systeem 37 EVC terzijde gesteld 56 RF moet worden gekalibreerd
24 | Alarm systeem
Page 26

4 Installatie

4.1 Locatie van de unit

Bij montage van de IS20 dient met name te worden gelet op bescherming tegen omgevingscondities, de omgevingstemperatuur en de kabellengte. Zie pagina
Vermijd montage van de unit in locaties waar zonlicht vrijelijk toegang heeft omdat de levensduur van het display hierdoor bekort kan worden.

4.2 Fysieke installatie

Paneel montage
Het montage oppervlak dient vlak en binnen 0,5 mm egaal te zijn.
1 Boor de 4 montage gaten en zaag de paneel
uitsparing uit met behulp van de in het pakket meegeleverde mal
2 Gebruik de meegeleverde zelftappende 19 mm
schroeven om de unit tegen het paneel te bevestigen.
3 Bevestig de vier hoekstukken van het voorpaneel
Draai de schroeven niet bovenmatig vast!
53.
Installatie | 25
Page 27
Beugel montage
Voor de IS20 is optioneel een beugel leverbaar. Onderstaande illustratie toont montage details voor deze
beugel.
26 | Installatie
Page 28

4.3 Kabel aansluiting

De IS20 kan worden aangesloten op:
een SimNet netwerk door gebruik van SimNet kabels
een NMEA2000 systeem
een NMEA0183 invoer poort
SimNet/
NMEA2000
SimNet/
NMEA2000
NMEA0183 In
SimNet
Het SimNet kabel systeem maakt gebruik van zeer kleine pluggen aan beide kabeluiteinden voor gemakkelijke kabel routering. Voor passage door panelen en schotten zijn gaten van slechts 10 mm benodigd.
De SimNet accessoire reeks omvat de nodige items voor het uitvoeren van een succesvolle installatie. Zie kabels en accessoires, pagina
51.
SimNet kabels
Een SimNet unit is voorzien van twee gele SimNet connectors. Er is geen verschil tussen aparte “in” of “uit” connectors.
Routeer the SimNet kabels met als richtlijn de illustraties op de pagina´s
29, 30 en 31. Kies kabels en accessoires
uit de SimNet accessoire reeks. Verbind producten in een serie schakeling met twee
SimNet connectors en gebruik zonodig verlengkabels en T-koppelingen. Voor kabelverlenging zijn speciale koppelstukken leverbaar.
SimNet
Installatie | 27
Page 29
De totale lengte van SimNet bekabeling in een systeem mag een lengte van 150 meter niet overschrijden!
Als u van plan bent om uw SimNet systeem in de toekomst uit te breiden dan kunt u hierop inspelen door toevoeging van enkele T-koppelingen in centrale posities. De T-koppelingen bieden gemakkelijke toegang tot het netwerk omdat ze vervangen kunnen worden door een nieuw product of door het nieuwe product met een verlengkabel hierop aan te sluiten..
De connectors zijn waterdicht conform IP66, mits correct geïnstalleerd. Alle niet gebruikte SimNet connectors dienen te worden voorzien van een kunststof afdichtkap ter bescherming tegen vuil en vocht.
SimNet stroomtoevoer en eindpluggen
Bij het installeren van SimNet dienen de volgende regels in acht te worden genomen:
1. Er dient van een separate 12V DC stroomtoevoer vanaf de accu of de zekeringenkast gebruik te worden gemaakt om interferentie te verminderen
2. Verbinding met de aansluitingen voor voeding van de Autopilot Computer dient te worden vermeden
3. Deze computer kan overigens wel stroomtoevoer naar een SimNet compatible instrument systeem verzorgen waardoor andere apparatuur via SimNet op de autopilot aangesloten kan worden, zie de illustraties op de pagina´s
29, 30 en 31
4. SimNet dient correct te worden afgesloten met eindpluggen aan elk einde van de Simrad backbone tenzij het een klein systeem betreft (zie pagina
De afsluiting van een SimNet netwerk is gerelateerd aan het aantal en type van aangesloten producten.
In een klein systeem met maximaal 5 SimNet producten en totale kabellengte van 5 m SimNet backbone kabel kan worden volstaan met de SimNet stroomtoevoer kabel met ingebouwde afsluitplug (rode schijf op kabel plug).
Raadpleeg voor additionele SimNet informatie het separate SimNet handboek.
29)
28 | Installatie
Page 30
SimNet netwerk, klein systeem
Installatie | 29
Page 31
30 | Installatie
SimNet netwerk, middelgroot systeem
Page 32
SimNet netwerk, uitgebreid systeem
Installatie | 31
Page 33
1. Maximum totale lengte van SimNet kabels
bedraagt 150 m.
2. Maximum lengte verlengkabels bedraagt 6 m en
de totale lengte van verlengkabels bedraagt 60 m.
3. In verlengkabels mag geen serie schakeling
worden toegepast.
4. De wind transducer (*) heeft een ingebouwde
afsluitplug.
IS20 met een NMEA2000 netwerk verbinden
Bij aansluiting op een NMEA2000 netwerk mag tussen SimNet units geen serie schakeling worden toegepast!
32 | Installatie
Gebruik de SimNet kabel (part no. 24005729) om de IS20 met een MNEA2000 netwerk te verbinden.
Page 34
IS20 aansluiten op een NMEA0183 uitvoer unit
Het IS20 instrument kan als dochterinstrument voor data van een apparaat met een NMEA0183 uitvoer poort worden toegepast (NMEA “spreker”).
Gebruik een dochterinstrument dat apart is bestemd voor het type data dat u wenst en de wijze waarop data gepresenteerd moet worden, d.w.z. digitaal of analoog, dan wel meervoudige data van een GPS/Kaartplotter of koers van een kompas..
Gebruik de NMEA0183 Interface kabel (part no.
22098495) voor aansluiting van een NMEA0183 uitvoer
apparaat op de IS20.
Installatie | 33
Page 35
Blanco pagina
34 | Installatie
Page 36

5 Configuratie

5.1 Algemene

In deze sectie wordt voor elk type instrument de configuratie procedure volledig beschreven.
IS20 Roer: pagina IS20 Kompas: pagina IS20 Wind/Overstag: pagina 44 - 48

5.2 Geen kalibreer functie beschikbaar

Bij sommige sensors die data via SimNet aanbieden kan de kalibreer functie of toegang hiertoe ontbreken.
Een ontbrekende kalibreer functie wordt aangegeven zoals getoond in deze illustratie.
36 - 39 40 - 44
Configuratie | 35
Page 37

5.3 IS20 Roer

De koers referentie instellen
De referentie van IS20 Analoge instrumenten kan worden ingesteld op Magnetische of Ware koers.
Als Ware koers is geselecteerd dan moet magnetische variatie van een GPS ontvanger beschikbaar zijn!
LCD Parameter waarde Standaard
36 | Configuratie
Magnetisch
Magnetisch
Ware
Koers correctie
De kompas koers dient te worden vergeleken met een bekende referentie, een gecompenseerd kompas of een peiling. Als een permanente koersfout aanwezig is gebruik dan de koersfout parameter om voor de fout te compenseren.
Page 38
Bereik
-180 - +180 1 0 °
Wijziging per
stap
Standaard
waarde
Eenheden
Roer feedback kalibratie
De roer kalibratie wordt gebruikt om te compenseren voor niet-lineariteit in de overbrenging tussen het roer en de roer feedback unit.
De maximum roerhoek instellen
5. Start de kalibratie zoals onderstaand aangegeven
6. Stel na afloop de maximum stuurboord (Stbd / S.xx) en bakboord (Port / P.xx) roerhoek in
7. Druk op de Enter toets om de instellingen te
bevestigen en de kalibratie te beëindigen zoals onderstaand afgebeeld
Configuratie | 37
Page 39
Roerhoek op nul instellen
De instelling dient bij kalme zee uitgevoerd te worden onder vermijding van wind of getijstroom.
1. Breng het schip op kruissnelheid en vaar rechtstreeks in de wind
2. Als het schip twee motoren heeft synchroniseer dan het toerental van de motoren
3. Stel de trimvlakken en stabilisators zodanig in dat ze geen effect hebben op de koers van het schip
4. Stuur de koers handmatig op een vaste koers
5. Onderstaande illustratie geeft aan hoe de huidige roer positie op nul kan worden ingesteld
Display van de actuele roerhoek
38 | Configuratie
Dit menu item wordt gebruikt voor display van de actuele roerhoek.
Page 40
Instellen van het verwijs nummer van de unit
Het verwijs nummer wordt gebruikt om meervoudige units van hetzelfde model te identificeren indien deze op het SimNet of een NMEA2000 netwerk zijn aangesloten. Het verwijs nummer wordt toegevoegd aan de product naam, b.v. IS20-3, voor gemakkelijke identificatie van het product.
Bereik
0–63 1 0
Wijziging per
stap
Standaard
waarde
Configuratie | 39
Page 41

5.4 IS20 Kompas

De koers referentie instellen
De referentie van de IS20 Analoge instrumenten kan op Magnetische of Ware koers worden ingesteld.
Als Ware koers is geselecteerd dan moet magnetische variatie van een GPS ontvanger beschikbaar zijn!
LCD
Parameter
waarde
Standaard
waarde
40 | Configuratie
Magnetisch
Magnetisch
Ware
Page 42
De magnetische variatie instellen
Als het instrument is verbonden met een GPS dan wordt de magnetische variatie van de GPS gebruikt en is het niet mogelijk om de magnetische variatie bij te stellen.
Als geen GPS is aangesloten dan kan de magnetische variatie handmatig worden ingevoerd.
Bereik
-180 – 180 1 0
Wijziging per
stap
Standaard
waarde
Configuratie | 41
Page 43
Kompas kalibreren
Probeer de kalibratie nooit te starten als de IS20 en een autopilot deel uitmaken van hetzelfde systeem tenzij de autopilot zich in de STBY mode bevindt!
Zorg voorafgaand aan de kompas kalibratie dat er voldoende open water rondom het schip aanwezig is om een volledige bocht te maken.
De kalibratie dient voor goede resultaten bij kalme zee en weinig wind te worden uitgevoerd. Gebruik voor een volledige 360° bocht ongeveer 60-90 seconden..
1. Vang aan met een bocht naar stuurboord of bakboord
2. Onderstaande illustratie geeft aan hoe de
automatische kompas kalibratie wordt opgestart
42 | Configuratie
De kalibratie kan mislukken indien:
Het kompas te dicht bij een lokaal magnetisch
object is opgesteld
De autopilot niet op de STBY mode is ingesteld
Als een autopilot deel uitmaakt van hetzelfde SimNet systeem dan dient de kompas kalibratie met de autopilot te worden uitgevoerd!
Page 44
Koers correctie
De kompas koers dient te worden vergeleken met een bekende referentie, een gecompenseerd kompas of een peiling. Als een permanente koersfout aanwezig is gebruik dan de koersfout parameter om voor de fout te compenseren.
Bereik
-180 - +180 1 0 °
Wijziging per
stap
Standaard
waarde
Eenheden
Configuratie | 43
Page 45
Instellen van het verwijs nummer van de unit
Het verwijs nummer wordt gebruikt om meervoudige units van hetzelfde model te identificeren indien deze op het SimNet of een NMEA2000 netwerk zijn aangesloten. Het verwijs nummer wordt toegevoegd aan de product naam, b.v. IS20-3, voor gemakkelijke identificatie van het product.
44 | Configuratie
Bereik
0–63 1 0
Wijziging per
stap
Standaard
waarde
Page 46

5.5 IS20 Wind en IS20 Overstag

Alarm setup
De IS20 kan worden ingesteld op het geven van alarm als het parameters de gekozen waarden overschrijden.
De alarm bewaking wordt uitgeschakeld door de waarde op Off in te stellen.
Wind shift alarm
Het wind shift alarm bewaakt de windhoek. De referentie hoek wordt ingesteld zodra het alarm wordt ingeschakeld en gereset naar de huidige bevestigd.
windhoek als een alarm wordt
Bereik
90° – Off (uit) Off (uit)
Wijziging
per stap
Standaard
waarde
Configuratie | 45
Page 47
Wind snelheid alarmen
De ware wind alarmen kunnen worden ingesteld op hoge en lage windsnelheden:
Ware windsnelheid te hoog
Ware windsnelheid te laag
Het voorbeeld in de illustratie toont hoe de Ware wind alarm limiet wordt ingesteld.
Bereik
60 kt - Off 1 kt Off (uit)
Wijziging per
stap
Standaard
waarde
46 | Configuratie
Page 48
Maateenheden instellen
De getoonde eenheden voor wind en vaarsnelheid kunnen conform onderstaande tabel worden ingesteld.
Parameter Opties Standaard
Windsnelheid
eenheid
Vaarsnelheid
eenheid
kn
mph
m/s
kn
mph
km/h
kn
kn
Het voorbeeld in de illustratie toont hoe de eenheid voor Windsnelheid wordt ingesteld.
Configuratie | 47
Page 49
De wind sensor kalibreren
De IS20 instrumenten kunnen automatisch voor een fout in windsensor montage worden gecorrigeerd.
1 Vaar het schip op kruissnelheid en koers
rechtstreeks in de wind
2 Gebruik de toetsen zoals hierna aangegeven
om de automatische kalibratie uit te voeren
Instellen van het verwijs nummer van de unit
Het verwijs nummer wordt gebruikt om meervoudige units van hetzelfde model te identificeren indien deze op het SimNet of een NMEA2000 netwerk zijn aangesloten. Het verwijs nummer wordt toegevoegd aan de product naam, b.v. IS20-3, voor gemakkelijke identificatie van het product.
48 | Configuratie
Bereik
0 – 63 1 0
Wijziging per
stap
Standaard
waarde
Page 50

6 Onderhoud

6.1 Algemeen onderhoud

De IS20 instrumenten “repareer door vervanging” units en de gebruiker behoeft daarom slechts in zeer beperkte mate preventief onderhoud uit te voeren.
Als de unit schoongemaakt moet worden gebruik dan schoon water en een milde zeepoplossing (geen wasmid­del). Chemische reinigingsmiddelen en koolwaterstoffen zoals diesel, benzine, etc. dienen beslist te worden vermeden.
Zorg dat alle open SimNet connectors zijn voorzien van een beschermkap (part no. 24006355).
Plaats altijd de beschermkap indien de unit niet wordt gebruikt.

6.2 Het instrument systeem resetten

De reset opties zullen het instrument resetten naar de standaard instellingen.
Na uitvoeren van een reset dienen de Installatie en Setup procedures opnieuw te worden uitgevoerd!
Onderhoud | 49
Page 51
Blanco pagina
50 | Onderhoud
Page 52

7 Reserve onderdelen

7.1 Reserve onderdelen en extra’s

Part no. Omschrijving
22096028
22096655
22096002
22096671
22096630
22096515
IS20 Roer instrument voorfront
IS20 Kompas instrument voorfront
IS20 Wind instrument voorfront
IS20 Overstag instrument voorfront
Montage kit inclusief:
4 schroeven
4 hoekstukken
1 SimNet afsluitplug
Beschermkap
22096820
24006355
22098495 NMEA0183 Interface kabel 2.5 m
Beugel kit 1
SimNet afsluitplug
Reserve onderdelen | 51
Page 53

7.2 SimNet kabels en accessoires

Art. no. Omschrijving
24005829 0.3 m SimNet kabel (SDC: 0.3M) 24005837 2 m SimNet kabel (SDC: 02M) 24005845 5 m SimNet kabel (SDC: 05M) 24005852 10 m SimNet kabel (SDC: 10M) 24005860 SimNet T-koppeling (SDJ) (3p) 24006298 SimNet Multi-koppeling (7p) 24006306 SimNet Schot T-connector 24005878 SimNet kabeldoorvoer 24005886 SimNet beschermplug 24005894 SimNet afsluitplug 24005902 2 m SimNet stroomkabel met afsluitplug 24005910 2 m SimNet stroomkabel zonder afsluitplug 24005936 AT10 Universele NMEA0183 converter 24005944 AT15 Actieve T-connector, IS15 24005928 SimNet kabel beschermdop
SimNet kabel naar Micro–C mannetje
24005729
24006199
Kabel waarmee een SimNet product op een NMEA2000 netwerk wordt aangesloten
SimNet kabel naar Micro-C vrouwtjes kabel voor aansluiting van een NMEA2000 product op SimNet
52 | Reserve onderdelen
Page 54

8 Specificaties

8.1 Technische specificaties

Gewicht:..........................................................0,3 kg
Stroomverbruik: ................................................1,5 W
SimNet netwerk belasting (NL):..............................3 NL
Kleur: ...............................................................Zwart
Display:
Type: Aparte uitvoering 4 tekens 7 segmenten LCD Verlichting (Rood of wit):.. Instelbaar in 10 stappen
Bescherming tegen omgeving:
Voorzijde:...................................................IP56
Achterkant: ................................................IP43
Veilige afstand tot kompas: .....................0.3 m (1.0 ft.)
Temperatuur:
In bedrijf:....................................... 0 tot +55 °C
Opslag:.......................................–30 tot +70 °C
Specificaties | 53
Page 55

8.2 Tekeningen met afmetingen

114 [45.1"]
114 [45.1"]
21 [8.3"]
17 [6.6"]
Ø88 [34.6"]
44 [17.2"]
54 | Specificaties
Page 56

8.3 Menu opties

IS20 Roer
Display Omschrijving Bereik Standaard
Verlichting Dag/ nacht
Verlichting kleur wit/rood
Verlichting groep 0–6
Demping, Schijnbare Wind
Koers eenheden
Kompas correctie instellen
Roer feedback kalibratie
Automatische roer correctie
Actuele roerhoek
dag/nacht dag
Wit/rood Wit
0–9 1
Apparaat verwijs nummer
Lokale reset JA-nee JA
0–63 0
Specificaties | 55
Page 57
Display Omschrijving Bereik Standaard
Demo mode AAN–Uit Uit
Bespaar energie
Verlaat menu (terugkeer naar functie display)
56 | Specificaties
Page 58
IS20 Kompas
Display Omschrijving Bereik Standaard
Verlichting dag/ nacht
Verlichting kleur wit/rood
Verlichting groep 0–6
Demping, Schijnbare wind
Koers eenheid
Magnetische variatie
Kompas kalibratie
Kompas correctie instellen
Apparaat verwijs nummer
dag/nacht dag
Wit/rood Wit
0–9 1
0–63 0
Lokale reset JA – nee JA
Demo mode Aan – Uit Uit
Bespaar energie
Specificaties | 57
Page 59
Display Omschrijving Bereik Standaard
Verlaat menu (terugkeer naar functie display)
58 | Specificaties
Page 60
IS20 Wind en IS20 Overstag
Display Omschrijving Bereik Standaard
Verlichting dag/ nacht
Verlichting kleur wit/rood
Verlichting groep 0–6
Demping, Schijnbare wind
Alarm, Wind shift
Alarm, Ware wind snelheid te hoog
Alarm, Ware wind snelheid te laag
Windsnelheid eenheden
Vaarsnelheid eenheden
Windcorrectie, automatische instelling
dag/nacht dag
Wit/rood Wit
0–9 1
Uit, 5-90
Uit, 1–60 Uit
Uit, 1–60 Uit
knoop,
MS, M/u
knopen,
M/u,
Km/u
JA – nee
knoop
knopen
JA
Apparaat verwijs nummer
Lokale reset JA – nee JA
0–63 0
Specificaties | 59
Page 61
Display Omschrijving Bereik Standaard
Demo mode Aan – Uit Uit
Bespaar energie
Verlaat menu (terugkeer naar functie display)
60 | Specificaties
Page 62
IS20 Analog Manual NL, Doc.no.20222832, Rev.B
Loading...