Sigma SD14 User Manual [nl]

C23NL0732
GEBRUIKSAANWIJZING
Dit boekje is de Nederlandse vertaling bij de Engelstalige geïllustreerde handleiding van de digitale reflexcamera SIGMA SD14. De tussen haakjes vermelde paginanummers verwijzen naar de Engelse handleiding. Raadpleeg voor de software de SIGMA Photo Pro User Guide die in PDF-vorm op de bijgeleverde CD-ROM staat. Hier vindt u aanwijzingen om de SIGMA Photo Pro-software op uw computer te installeren, de camera met de computer te verbinden en uitgebreide instructies m.b.t. de SIGMA Photo Pro-software.
INHOUDSOPGAVE
LEVERINGSOMVANG / ACCESSOIRES 4 VEILIGHEID EN AANDACHTSPUNTEN 4~7 BESCHRIJVING VAN DE ONDERDELEN 8 LCD BOVENOP DE CAMERA 9 ZOEKER 9 BEDIENINGSORGANEN 9 BASISFUNCTIES EN KORT FUNTIEOVERZICHT 10
VOORBEREIDINGEN 11 DE DRAAGRIEM BEVESTIGEN 11 HET ZOEKERKAPJE GEBRUIKEN 11 DE BATTERIJ PLAATSEN 11 DE BATTERIJSTATUS CONTROLEREN 11 GEBRUIK VAN EEN OPTIONELE NETVOEDING 12 OBJECTIEVEN PLAATSEN/WISSELEN 12 DE TAAL INSTELLEN 13 DATUM EN TIJD INSTELLEN 13 EEN CF-KAART PLAATSEN/UITNEMEN 13 DE CF-KAART FORMATTEREN 14 BESTANDSNUMMERING 14 FOLDER MANAGER 15 BEELDENTELLER 15 DIOPTRIE-INSTELLING 15 LCD-VERLICHTING 16 DE CAMERA VASTHOUDEN/BEDIENEN 16 DE ONTSPANKNOP 16 GELUIDSSIGNAAL INSTELLEN 16
BASISFUNCTIES 17 DE BELICHTINGSFUNCTIE KIEZEN 17 P - PROGRAMMABELICHTING 17 A - DIAFRAGMAVOORKEUZE 17 S - SLUITERTIJDVOORKEUZE 17 M - HANDMATIGE BELICHTING 17 B-STAND 18
DE INGEBOUWDE FLITSER GEBRUIKEN 19 BELICHTINGSFUNCTIE EN INGEBOUWDE FLITSER 19 FLITSFUNCTIES 20
SCHERPSTELLEN 21 DE AF GEBRUIKEN 21 DE AF-FUNCTIE INSTELLEN 21 HET AF-VLAKJE INSTELLEN 21 AF-HULPLICHT 22 SCHERPSTELVERGRENDELING 22 HANDMATIG SCHERPSTELLEN 22
TRANSPORTFUNCTIES 23 ENKELBEELD-OPNAMEN 23 CONTINU-OPNAMEN 23 ZELFONTSPANNER 23 SPIEGELVERGRENDELING 24
GEAVANCEERDE FUNCTIES 25 DE WITBALANS INSTELLEN 25 DE GEVOELIGHEID INSTELLEN (ISO-WAARDE) 26 BESTANDSINDELING INSTELLEN 26
OPNAMEPARAMETERS EN KLEURRUIMTE 26, 27 LICHTMEETFUNCTIE INSTELLEN 28 BELICHTINGSGEHEUGEN (AE LOCK) 28 BELICHTINGSCORRECTIE 28 FLITSBELICHTINGSCORRECTIE 28 AUTOMATISCH BELICHTINGSTRAPJE 29 AFSTANDSBEDIENING RS-31 30 SCHERPTEDIEPTECONTROLETOETS 31 FLITSFOTOGRAFIE 32 DE EXTENDED-MODUS INSTELLEN 32
OPNAMEN BEKIJKEN, WISSEN EN WIJZIGEN 33 SNELLE WEERGAVE (QUICK PREVIEW) 33 TIJD SNELLE WEERGAVE INSTELLEN 33 OPTIES SNELLE WEERGAVE INSTELLEN 33 SNEL WISSEN 34
OPNAMEN WEERGEVEN 35 ENKELBEELD-WEERGAVE 35 VERGROOT WEERGEVEN (INZOOMEN) 35 NEGEN OPNAMEN TEGELIJK WEERGEVEN (CONTACTVEL) 36 OPNAMEN PER PAGINA WEERGEVEN (JUMP-MODUS) 36 OPNAME-INFORMATIE WEERGEVEN 36 OPNAME-INFORMATIE BIJ VERGROOT WEERGEVEN 37 HISTOGRAM 37 OVERBELICHTINGSWAARSCHUWING 38 OPNAMEN OP EEN TV WEERGEVEN 38
OPNAMEN WISSEN 39 EEN OPNAME WISSEN 39 DIVERSE OPNAMEN WISSEN 39
OPNAMEN WIJZIGEN 40 OPNAMEN BEVEILIGEN 40 OPNAMEN MARKEREN 41 OPNAMEN ROTEREN 41 DE OK-TOETS ALS SNELTOETS GEBRUIKEN 42 EEN DIAVOORSTELLING MAKEN 43 EEN DIAVOORSTELLING WIJZIGEN 44
HET CAMERA SET-UP MENU 45 HET CAMERA SET-UP MENU GEBRUIKEN 45 OVERZICHT MENU-OPTIES 45 CAMERA-INFORMATIEPAGINA 46
REFERENTIELIJST (OPTIONELE ACCESSOIRES) 47 ONDERHOUD 48 DE BEELDSENSOR REINIGEN 48 VERKLARENDE WOORENLIJST 49, 50 AUTO POWER OFF (SLUIMERSTAND) 51 WAARSCHUWINGSSIGNALEN 52, 53 PROBLEMEN TRACEREN/OPLOSSEN 54 TECHNISCHE SPECIFICATIES 55 DE CAMERA OP EEN COMPUTER AANSLUITEN 55
Deze paginanummers verwijzen naar de Nederlandse vertaling van de handleiding.
2
G
EFELICITEERD, U BENT NU DE TROTSE EIGENAAR VAN DE DIGITALE REFLEXCAMERA
SD14
VAN SIGMA
De Sigma SD14 is een digitale reflexcamera die een technische doorbraak symboliseert! Hij heeft een Foveon® X3™-beeldsensor, 's werelds eerste beeldsensor die op iedere pixel rood, groen en blauw vastlegt. De SD14 is een digitale reflexcamera met een hoge beeldresolutie die opnamen van superieure kwaliteit levert, dankzij de uitgebreide reeks verwisselbare Sigma-objectieven en de revolutionaire Foveon X3-beeldsensor. De SD14 levert grootse prestaties en u zult optimaal kunnen genieten van uw nieuwe camera wanneer u vooraf deze gebruiksaanwijzing aandachtig doorleest. Wij wensen u veel plezier met uw nieuwe Sigma-camera!
S
PECIALE MOGELIJKHEDEN VAN DE
SD14
Gebaseerd op de Foveon X3-technologie.
Behalve in RAW-formaat kan deze camera de opnamen ook opslaan in het veelgebruikte JPEG-formaat.
De instelling Super high quality doet de eigenschappen van de FOVEON® X3TM-beeldsensor het best tot zijn recht komen.
Een stofbeschermer zorgt ervoor dat er geen stof in de camera doordringt en op de beeldsensor terecht komt.
De spiegel kan worden opgeklapt en vergrendeld en de SD14 heeft een speciale toets voor scherptedieptecontrole.
Houd deze gebruiksaanwijzing bij u. Hierdoor kunt u te allen tijde beter gebruik maken van de vele geavanceerde functies.
De garantieperiode bedraagt één jaar vanaf de datum van aanschaf. Garantievoorwaarden en een garantiekaart zijn apart bijgeleverd. Raadpleeg deze papieren voor nadere informatie.
A
FVOER VAN ELEKTRISCHE/ELEKTRONISCHE HUISHOUDELIJKE APPARATUUR
Afvoer van elektrische en elektronische huishoudelijke apparatuur (van toepassing in de Europese Unie en andere Europese landen met gescheiden afvalverwerking)
Dit symbool betekent dat dit apparaat niet als gewoon huishoudelijk afval kan worden beschouwd. Het dient apart te worden ingezameld voor de recycling van elektrische en elektronische apparatuur. Bij de aanschaf van een nieuw product kan dit product bij de winkelier worden ingeleverd zodat het kan worden gerecycled. Door ervoor te zorgen dat dit product op de juiste wijze wordt verwerkt, draagt u bij aan het voorkomen van negatieve effecten op het milieu en de menselijke gezondheid die zouden ontstaan bij een onjuiste verwerking. Illegaal afvoeren van dit product kan tot boetes en/of straffen leiden. Voor nadere inlichtingen betreffende het recyclen van dit product kunt u contact opnemen met de plaatselijke overheid, uw afvalverwerker of de winkel waar u dit product hebt gekocht.
3
COPYRIGHT
Deze camera is bedoeld voor persoonlijk gebruik en dient nooit te worden aangewend op een manier die inbreuk maakt op of ingaat tegen internationale of locale copyrightwetgeving en -regels. Naast de inzet voor persoonlijk gebruik kunnen er beperkingen bestaan om te fotograferen tijdens demonstraties, optredens, voorstellingen, tentoonstellingen en commercieel eigendom e.d. Ga op de juiste wijze om met copyrights en andere wettelijke rechten.
FOVEON is een geregistreerde handelsnaam van Foveon, Inc. X3 en het X3-logo zijn handelsnamen van Foveon, Inc.
CompactFlash is een handelsnaam van SanDisk Corporation.
IBM PC/AT computer is een handelsnaam of geregistreerde handelsnaam van International Business
Machines Corporation (IBM) in de VS.
Microsoft en Windows zijn geregistreerde handelsnamen of handelsnamen van Microsoft Corporation in de VS en/of andere landen.
Macintosh en MAC OS zijn geregistreerde handelsnamen of handelsnamen van Apple Computer Inc. in de VS en/of andere landen.
Adobe en Photoshop zijn handelsnamen van Adobe Systems Incorporated.
Microdrive is een geregistreerde handelsnaam van Hitachi Global Storage in de VS en/of andere landen.
Alle overige bedrijfs- en productnamen die in dit document worden gebruikt zijn handelsnamen of
geregistreerde handelsnamen van de respectievelijke eigenaren.
L
EVERINGSOMVANG
Vergewis u ervan dat alle genoemde standaardaccessoires bij uw camera aanwezig zijn. Mocht er iets ontbreken, neem dan onmiddellijk contact op met de winkel waar u de camera hebt gekocht.
/ A
CCESSOIRES
1. Camerabody (SD14)
2. Bodydop (op de camera)
3. Oogschelp (op de camera)
4. Draagriem
5. Zoekerkapje
6. Lithium-ionbatterij BP-21
7. Batterijlader BC-21
8. Netsnoer voor batterijlader
9. USB-kabel
10. Videokabel
11. CD-ROM met beeldbewerkingssoftware
12. Handleiding
13. Garantiekaart
14. SIGMA-garantie en servicenetwerk
De camera wordt geleverd zonder CF-geheugenkaart. U kunt een geheugenkaart met de door u gewenste capaciteit en van het door u gewenste merk apart aanschaffen.
4
VEILIGHEID en AANDACHTSPUNTEN
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door alvorens de camera in gebruik te nemen om schade en verwondingen te voorkomen. Let hierbij vooral op de beide waarschuwingstekens.
Waarschuwing!! Gebruik van dit product zonder te letten op dit waarschuwingssymbool kan leiden tot ernstig
letsel of gevaarlijke situaties. Let op!! Gebruik van dit product zonder te letten op dit waarschuwingssymbool kan leiden tot letsel of schade. Dit symbool wijst op een waarschuwing of een handeling waarbij voorzichtigheid is geboden.
Dit symbool wijst op handelingen die u dient te vermijden.
WAARSCHUWING (BATTERIJ, BATTERIJLADER en NETVOEDING)
Bewaar batterijen op een plaats waar kinderen er niet bij kunnen. Wanneer een kind een batterij inslikt dient u onmiddellijk een arts in te schakelen.
Gebruik geen andere batterijen dan van het voorgeschreven type. Handelen in strijd hiermee kan leiden tot exploderende en/of scheurende batterijen, schade aan de camera, lichamelijk letsel of brand.
Bescherm de camera tegen schokken, stoten en vallen. Ook dit kan leiden tot exploderende en/of scheurende batterijen, lichamelijk letsel of brand
Maak batterijen niet open, sluit ze niet kort, verhit ze niet en gooi ze niet in het vuur. Dit kan leiden tot exploderende en/of scheurende batterijen, lichamelijk letsel of brand.
Gebruik de batterijlader uitsluitend voor het opladen van de meegeleverde batterij. Het laden van andere soorten batterijen kan leiden tot exploderende en/of scheurende batterijen, lichamelijk letsel of brand.
Mocht er om welke reden dan ook rook uit de camera en/of de batterij komen, of wanneer u merkt dat camera en/of batterij oververhit raakt dan wel wanneer u een brandlucht ruikt, neem dan de batterij uit de camera en zorg dat u daarbij geen brandwonden oploopt. Breng de camera naar de winkel waar u hem kocht of naar een geautoriseerd Sigma Service Station.
Houd u aan alle richtlijnen, regels en wetten in uw regio betreffende het afvoeren van batterijen. Wanneer u de camera gedurende langere tijd niet gebruik, verwijder dan de batterij.
Gebruik geen andere netvoeding dan die met de camera is geleverd. Het gebruik van andere merken kan leiden tot elektrische schokken en/of brand.
De netvoeding is uitsluitend bestemd voor gebruik met dit product. Gebruik hem niet met andere apparaten, dit kan leiden tot oververhitting, brand, elektrische schokken of letsel.
Wanneer de netvoeding tijdens het gebruik rookt, een vreemde geur afgeeft of vreemde geluiden maakt, schakel hem dan onmiddellijk uit om brand en/of elektrische schokken te voorkomen.
Wanneer er water of een vreemd voorwerp in de netvoeding terecht komt, schakel hem dan onmiddellijk uit om brand en/of elektrische schokken te voorkomen.
Probeer dit product niet te openen of te demonteren, u zou brand kunnen veroorzaken of elektrische schokken kunnen oplopen.
Plaats geen zware voorwerpen op het netsnoer, trek er niet aan, buig het niet overmatig en verhit het niet. Het snoer zou hierdoor kunnen beschadigen en brand of elektrische schokken veroorzaken.
Gebruik dit product niet met een netspanning die afwijkt van de aangegeven spanning (100 - 240 V wisselspanning). Dit kan brand of elektrische schokken veroorzaken.
WAARSCHUWING (CAMERA)
Gebruik uw camera niet in een omgeving waar brandbare gassen, vloeistoffen of chemicaliën zoals propaan, butaan, benzine e.d. aanwezig zijn.
Bewaar de camera op een veilige plaats waar kinderen niet bij kunnen. Spelen met de draagriem rond de nek van iemand anders kan verstikking veroorzaken.
Demonteer de camera niet, dit kan elektrische schokken en brandwonden veroorzaken.
Raak inwendige delen van de camera niet aan wanneer deze vanwege beschadigen bloot komen te liggen.
Dit kan brand of elektrische schokken veroorzaken. Haal de batterij uit de camera en neem contact op met een geautoriseerd Sigma Service Station.
Kijk na het plaatsen van een objectief niet direct naar de zon via de zoeker. Dit kan uw oog beschadigen of blindheid veroorzaken.
Kijk niet door een objectief naar de zon. Dit kan blindheid veroorzaken.
Zorg dat de camera niet in aanraking komt met vocht of water. Wanneer uw camera/objectief in het water
valt, neem dan contact op met uw winkelier of een erkend reparateur. Wanneer u een natte camera gebruikt kunt u elektrische schokken oplopen of brand veroorzaken.
Zorg dat er geen water, metaal of andere geleidende materialen in aanraking komen met de elektrische
5
contacten van de camera. Dit kan elektrische schokken, oververhitting en brand veroorzaken.
Laat de flitser niet in de buurt van een oog afgaan. Het felle licht kan het oog beschadigen. Houd bij flitsopnamen minstens 1 m afstand aan tussen de camera en het gezicht van de gefotografeerde perso(o)n(en).
Dek de flitser niet met uw hand of vinger af, dit kan brandwonden veroorzaken.
LET OP (BATTERIJLADER en NETVOEDING)
Trek niet aan het snoer van de netvoeding of de batterijlader wanneer u het uit de contactdoos haalt. Als het snoert beschadigt, kan dit brand of elektrische schokken veroorzaken.
Bedek de batterijlader of de netvoeding niet met kleding, kussens e.d. Hierdoor kan oververhitting ontstaan, waardoor de behuizing vervormt of brand optreedt.
Is de batterijlader niet in gebruik, haal dan de stekker uit de contactdoos.
LET OP (CAMERA)
Richt uw objectief of camera met objectief nooit rechtstreeks op de zon. Het binnenvallende licht kan uw ogen beschadigen of brand veroorzaken.
Loop niet rond met uw camera terwijl hij op een statief staat. U zou kunnen vallen en u bezeren.
Pak de camera niet met natte handen beet, dit kan elektrische schokken veroorzaken
Leg de camera niet op hete plekken neer of in een in de zon staande auto. Een hete camera kan
brandwonden aan de huid veroorzaken.
Wanneer de LCD-monitor beschadigd raakt, let er dan op dat glassplinters geen verwondingen veroorzaken. Wanneer er vloeistof uit de LCD-monitor lekt, handel dan onder de aangegeven omstandigheden als volgt:
Was vloeistof die op uw kleren of uw huid terecht komt onmiddellijk weg met water en zeep.
Komt er vloeistof in uw oog terecht, spoel het desbetreffende oog dan onmiddellijk gedurende 15
minuten met water en schakel een arts in.
Wanneer u vloeistof hebt ingeslikt, drink dan een grote hoeveelheid water, wek braken op en schakel
een arts in.
6
DE CAMERA VEILIG GEBRUIKEN
Lees dit voordat u de camera in gebruik neemt
Bestudeer de functies van uw camera voordat u hem in gebruik neemt en zorg dat u ermee vertrouwd bent. De fabrikant is niet aansprakelijk voor onbevredigende resultaten, derving van inkomsten of andere vormen van schadeloosstelling.
Zorg dat u een reservebatterij bij u hebt wanneer u onder koude omstandigheden fotografeert, tijdens een tocht of wanneer u grote aantallen opnamen achtereen maakt.
Gebruik op deze camera geen andere flitsers dan de Sigma EF-500 DG SUPER SA-STTL of EF-500 DG ST SA-STTL. Deze modellen hebben speciale elektrische contacten in de flitsschoen om met de camera te communiceren. De flitsers zijn als accessoire verkrijgbaar. Flitsers van andere fabrikanten kunnen de elektronica van de camera beschadigen of ze werken niet correct.
OMGEVINGSFACTOREN
Uw camera is een precisie-instrument. Laat hem niet vallen en stel hem niet bloot aan mechanische schokken.
Deze camera is niet waterdicht en kan niet onder water worden gebruikt. Mochten er water druppels op de camera vallen, wrijf hem dan direct met een droge doek af. Wanneer de camera zeer nat is geworden, raadpleeg dan direct het dichtstbijzijnde Sigma Service Center.
Leg deze camera niet gedurende langere tijd in een stoffige, warme of zeer vochtige omgeving.
Wanneer de camera van een koude naar een warme omgeving wordt verplaatst, kunnen er waterdruppels
verschijnen. Houd de camera in een tas totdat hij is geacclimatiseerd aan de omgevingstemperatuur.
Deze camera werkt naar behoren bij een omgevingstemperatuur van 0 tot 40º C een luchtvochtigheid van minder dan 80% (zonder condensatie). Bij temperaturen onder 0º C neemt de capaciteit van de batterij echter af. houd voor deze omstandigheden een tweede batterij paraat en houd de batterijen zo goed mogelijk warm.
Statische elektriciteit en magnetische velden kunnen de werking van de camera beïnvloeden. Wanneer dit gebeurt, haaI dan de batterij uit de camera en plaats hem opnieuw om de microprocessors in de camera te resetten.
DE CAMERA OPSLAAN/BEWAREN
Haal de batterij uit de camera wanneer u hem gedurende langere tijd niet zult gebruiken.
Sla de camera op een droge, koele en goed geventileerde plaats met een droogmiddel als silicagel op om
schimmelvorming te voorkomen. Zorg dat hij niet in aanraking komt met chemicaliën.
OPMERKING OVER DE LCD-MONITOR
Er kunnen een paar beeldpunten altijd of juist nooit oplichten. Dit betekent niet dat de monitor defect is of niet goed werkt. De opnamen worden er niet door beïnvloed.
Hard wrijven, druk uitoefenen of slaan op de monitor kan defecten veroorzaken.
Vanwege de fysieke eigenschappen van het vloeibare kristal (LCD), kan de reactiesnelheid bij lage
temperaturen afnemen. Bij hoge temperaturen kan het scherm zwart worden, maar bij normale temperaturen zal het weer normaal werken.
OPMERKINGEN OVER CF-KAARTEN EN MICRODRIVE
In tegenstelling tot een MicrodriveTM is een CF-kaart schokbestendig. Daarom is hij het optimale opslagmedium voor digitale camera's. Sterke schokken, statische elektriciteit en magnetische velden kunnen echter de op de kaart opgeslagen gegevens beschadigen. Een MicrodriveTM is een harde schijf. Schokken, vibraties, statische elektriciteit en magnetische velden kunnen dataverlies veroorzaken en de Microdrive beschadigen. Ga daarom altijd zorgvuldig om met geheugens, vooral bij het schrijven en lezen van gegevens.
Zorg dat de CF-kaart of de Microdrive niet direct in de zon ligt of in de buurt van warmtebronnen.
Sla CF-kaarten en Microdrives niet op in een omgeving met een hoge temperatuur of vochtigheid, dan wel
waar statische elektriciteit en magnetische velden zich voordoen.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het geheugenmedium voor de juiste manier van gebruiken.
De wisfunctie van de camera of een PC wist mogelijk de gegevens op de geheugenkaart niet volledig. Er
kunnen gegevens achterblijven. Om de gegevens volledig te wissen kunt u gebruik maken van speciale software van diverse leveranciers.
7
BENAMING VAN DE ONDERDELEN
1. AF-
2. S
3. O
4. O
5. B
6. O
7. S
8. F
9. A
10. F
11. S
12. K
13. D
14. B
15. F
16. D
17. D-
18. D
19. -
20. O
21. O
22. F
23. LCD-
24. C-
HULPLICHT
TOFFILTER
BJECTIEFVATTING BJECTIEFONTGRENDELING
ATTERIJKLEPJE
NTGRENDELING BATTERIJKLEPJE
TATIEFAANSLUITING
LITSBELICHTINGINGSCORRECTIETOETS
FSTANDSBEDIENINGSSENSOR LITSKABELCONTACT CHERPTEDIEPTECONTROLETOETS
LEPJE AANSLUITINGEN
RAADONTSPANNERAANSLUITING
EELDVLAKMARKERING LITSSCHOEN
IOPTRIECORRECTIESCHUIFJE
KNOP (DRIVE-KNOP
RAAGRIEMOOG
TOETS (FUNC-TOETS OGSCHELP CULAIR
UNCTIEKEUZEKNOP (MODE-KNOP
VERLICHTINGSTOETS
KNOP (COMMAND-KNOP
)
)
)
)
25. O
NTSPANKNOP
26. LCD
27. CF-
28.
29.
30. B
31. -
32. -
33. -
34. -
35. -
36. LCD-
37. S
38.
39. -
40.
41. -
42. -
KAARTKLEPJE
SELECTIETOETS
BELICHTINGSCORRECTIE- EN
DIAFRAGMATOETS
ELICHTINGSGEHEUGENTOETS
TOETS (MAIN MENU
TOETS (WEERGAVETOETS TOETS (INFORMATIETOETS TOETS (MODIFY MENU
TOETS (WISTOETS
MONITOR
IGNAAL
CF-
KAART ACTIEF
-TOETS (QUICK SET TOETS (ZOOMTOETS
VIERWEGBESTURING TOETS TOETS (ANNULEREN
(OK-
TOETS
AF-
)
)
VLAKJE
)
) )
)
)
)
/ X-
TOETS
)
8
LCD (bovenop de camera)
S
LUITERTIJD
B
EELDENTELLER / GEVOELIGHEID
A
UTOMATISCH BELICHTINGSTRAPJE
L
ICHTMETER
F
LITSFUNCTIE
F
LITSBELICHTINGSCORRECTIE
Z
OEKER
C
ENTRUMBENADRUKTE LICHTMETING
F
LITSFUNCTIE-INDICATOR
S
CHERPSTELINDICATOR
S
LUITERTIJD
D
IAFRAGMAWAARDE
B
ELICHTINGSFUNCTIE
G
ELUIDSINSTELLING
L
ICHTMETING
AF-
FUNCTIE
B
ATTERIJSTATUSINDICATOR
A
FSTANDBEDIENING
AF-
KADER
L
ICHTMETING
A
UTOMATISCH BELICHTINGSTRAPJE
D
IAFRAGMAWAARDE
B
ELICHTINGSGEHEUGENINDICATOR
B
EDIENINGSORGANEN
D-
KNOP
A
UTOMATISCH BELICHTINGSTRAPJE
S
PIEGELVERGRENDELING
Z
ELFONTSPANNER
Z
ELFONTSPANNER
C
ONTINU-OPNAMEN
E
NKELBEELD-OPNAMEN
UIT-
STAND
F
UNCTIEKEUZEKNOP
A
UTOMATISCHE PROGRAMMABELICHTING
A
UTOMATISCHE BELICHTING MET DIAFRAGMAVOORKEUZE
A
UTOMATISCHE BELICHTING MET SLUITERTIJDVOORKEUZE
(2 S) (10 S)
T
RANSPORTFUNCTIES
H
ANDMATIGE BELICHTING
9
B
ASISFUNCTIES EN KORT FUNCTIEOVERZICHT
Laad de batterij volgens bijstaande afbeelding op (bladzijde 19).
Plaats de batterij volgens bijstaande afbeelding (bladzijde 20).
Bevestig een objectief volgens bijstaande afbeelding met de rode punten tegenover elkaar en draai het
rechtsom totdat het vergrendelt (bladzijde 24).
Stel de menutaal in volgens bijstaande afbeelding (bladzijde 26).
Stel datum en tijd in volgens bijstaande afbeelding (bladzijde 27).
Plaats de CF-kaart volgens bijstaande afbeelding (bladzijde 28) met het etiket naar het kaartklepje
gericht en duw hem voorzichtig helemaal in de kaartsleuf.
Draai de D-knop naar de stand enkelbeeld-opnamen volgens bijstaande afbeelding (bladzijde 51).
Zet de AF/MF-schakelaar op het objectief op AF volgens bijstaande afbeelding (bladzijde 46).
Kies een belichtingsfunctie volgens bijstaande afbeelding (bladzijde 37). Zet de Functiekeuzeknop op P
"Automatische Programmabelichting".
Scherpstellen (bladzijde 46). Bepaal door de zoeker kijkend de beelduitsnede en druk de ontspanknop half in om lichtmeting en AF te activeren.
Opnamen maken. Druk de ontspanknop helemaal in om een opname te maken.
Opnamen bekijken (bladzijde 72). De opname wordt gedurende 2 s op de LCD-monitor weergegeven.
10
V
OORBEREIDINGEN
Hier vindt u de te verrichten handelingen alvorens u de camera in gebruik kunt nemen.
D
E DRAAGRIEM BEVESTIGEN
Bevestig de draagriem volgens bijstaande afbeelding (bladzijde 18). G
EBRUIK VAN HET ZOEKERKAPJE
Bij gebruik van de zelfontspanner of de afstandbediening dekt u het oculair af met het zoekerkapje om te voorkomen dat er vals licht in de camera valt.
1. Haal de oogschelp van het oculair.
2. Plaats het zoekerkapje volgens bijstaande afbeeldingen (bladzijde 18).
D
E BATTERIJ LADEN/PLAATSEN
(bladzijde 19~21).
Bij de SD14 is een lithium-ionbatterij BP-21 geleverd. Laad de batterij eerst op met de bijbehorende batterijlader BC-21 voordat u de camera gebruikt.
D
E BATTERIJ OPLADEN
1. Sluit het netsnoer aan en doe de steker in de contactdoos.
2. Plaats de batterij in de lader volgens bijstaande afbeelding.
Het laadlampje licht op tijdens het laden.
Het opladen van de batterij duurt ongeveer 150 minuten.
De laadtijd hangt af van de omgevingstemperatuur en de restlading.
3. Wanneer het lampje uitgaat, is het laden gereed. Haal de batterij uit de lader en haal de stekker uit de contactdoos.
Het is verstandig om de batterij op te laden voordat u de camera gebruikt. De batterijlading neemt af wanneer de camera enige tijd niet wordt gebruikt.
Wanneer het aantal opnamen dat u na het laden kunt maken zienderogen afneemt, kan de batterij aan het eind van zijn levensduur zijn. Schaf in dit geval een nieuwe batterij aan.
D
E BATTERIJ PLAATSEN
1. Zorg dat de D-knop op OFF staat en open het batterijdeksel door het in de richting van de pijl te schuiven (zie afbeelding).
2. Plaats de batterij volgens het schema aan de binnenzijde van het klepje. Druk de batterij omlaag totdat hij vergrendelt.
3. Sluit het batterijdeksel zorgvuldig. Druk het omlaag totdat het vergrendelt.
WAARSCHUWING!!
Wanneer u het batterijdeksel ongeveer 35º draait, kan het los komen. Als dit gebeurt, kunt u het volgens bijstaande afbeelding weer bevestigen.
D
E BATTERIJ UITNEMEN
1. Zet de D-knop op OFF en open het batterijdeksel door het in de richting van de pijl te schuiven.
2. Verwijder de batterij door de batterijvergrendeling in de richting van de pijl te verschuiven (zie afbeelding).
WAARSCHUWING!!
Neem de batterij niet uit de camera wanneer het signaal CF-kaart actief brandt. Dit kan gegevensverlies veroorzaken of, erger nog, de camera, de CF-kaart of de Microdrive beschadigen.
D
E BATTERIJSTATUS CONTROLEREN
(bladzijde 22).
Wanneer de D-knop in het DRIVE-gebied staat (bladzijde 14), verschijnt het batterijsymbool dat de batterijstatus aangeeft in het LCD. De symbolen hebben de volgende betekenis.
B
ATTERIJSTATUS
De batterij heeft voldoende lading De batterij raakt leeg en moet spoedig worden geladen De batterij is bijna leeg en moet onmiddellijk worden geladen
De batterij sparen
Om de batterij te sparen heeft de camera diverse middelen om de stroomopname te beperken. Na 6 seconden niet gebruiken schakelt een deel van de camerasystemen uit. De sluitertijd en de
11
diafragmawaarde verdwijnen uit het LCD, het LCD in de zoeker schakelt uit en sommige toetsen werken niet meer (u kunt echter nog steeds opnamen bekijken of menu-instellingen veranderen via de LCD-monitor). Druk de ontspanknop half in om de camera te activeren. Om te voorkomen dat u de ontspanknop per ongeluk indrukt kunt de D-knop het best in de stand OFF zetten wanneer u de camera niet gebruikt. Wanneer u de LCD-monitor gedurende een bepaalde tijd niet gebruikt, gaat de camera in de slaapstand (laag energieverbruik). Dit voorkomt dat de monitor per ongeluk aan gaat en de batterij belast terwijl de camera niet in gebruik is. Om de VIEW- en de MENU-toets weer te activeren drukt u de ontspanknop half in. Zie nadere aanwijzingen op bladzijde 115.
G
EBRUIK VAN EEN NETVOEDING
(optioneel)
U kunt de camera uit het lichtnet voeden via de netvoeding (SAC-2). Wanneer u de camera langdurig gebruikt, bijvoorbeeld voor het bekijken van opnamen, wanneer u hem op uw computer aansluit of om de beeldsensor te reinigen, raden wij u aan om de camera uit het lichtnet te voeden.
1. Sluit het netsnoer aan op de netvoeding.
2. Sluit de stekker van het camerasnoer aan op de camera.
3. Steek de stekker van het netsnoer in de contactdoos. Haal na het gebruik van de camera de stekker weer uit de contactdoos.
Bij gebruik van de netvoeding geeft het batterijsymbool aan dat de batterij vol is, onafhankelijk van de werkelijke laadtoestand. Wanneer u de camera weer uit de batterij voedt, geeft het symbool weer de ladingstoestand van de batterij aan.
WAARSCHUWING!!
Schakel de netvoeding niet uit wanneer het signaal CF-kaart actief brandt. Dit kan gegevensverlies veroorzaken of, erger nog, de camera, de CF-kaart of de Microdrive beschadigen.
O
BJECTIEVEN WISSELEN
De Sigma SD14 heeft een SA-vatting.
1. Zorg dat de D-knop op OFF staat (camera uit).
2. Neem de bodydop van de camera en de achterdop van het objectief.
3. Plaats de rode stip van het objectief tegenover die van de camera. Plaats het objectief in de cameravatting en draai het rechtsom totdat het vergrendelt.
LET OP!!
Druk niet op de ontgrendelknop tijdens het plaatsen van een objectief om te zorgen dat het objectief vergrendelt.
De SD14 heeft een stoffilter dat binnen de objectiefvatting ligt. Dit filter is kwetsbaar, zorg dat u er geen vingerafdrukken of krassen op maakt. Aanraken of druk uitoefenen met uw vinger kan beschadigingen veroorzaken. Zit er stof op het filter, raadpleeg dan bladzijde 109 van de Engelstalige handleiding en bladzijde 48 van deze handleiding.
4. Druk op de ontgrendelknop om een objectief te wisselen en draai het linksom totdat het vrijkomt. Neem het objectief voorzichtig van de camera.
LET OP!!
Op de objectiefvatting zit een aantal elektrische contacten. Houd ze schoon om de camera goed te laten functioneren. Plaats objectieven om beschadigingen te voorkomen altijd op hun frontring wanneer ze niet op de camera zitten.
12
D
E TAAL INSTELLEN
Cameramenu's en mede delingen op de LCD-monitor verschijnen in de talen Engels, Japans, Duits, Frans of een andere taal. Af fabriek is de SD14 op Engels ingesteld. Kies desgewenst een andere taal.
1. Zet de camera aan.
2. Druk op de MENU-toets aan de achterzijde om het Setup-menu te activeren (bladzijde 104)
3. Gebruik de pijltjestoetsen van de vierwegbesturing om “Language” te kiezen.
4. Druk op de >-toets om het submenu te openen.
5. Gebruik de pijltjestoetsen van de vierwegbesturing om de gewenste taal te kiezen.
T
AALKEUZES
Engels Japans Duits Chinees Frans Spaans Italiaans Koreaans
6. Druk op de >- of de OK-toets om de keuze te bevestigen, dan wel op de <- of X-toets om het submenu te sluiten en de taal niet te wijzigen.
T
IJD EN DATUM INSTELLEN
De SD14 legt de tijd en de datum vast bij elke opname. Om te zorgen dat deze informatie juist is, moeten tijd en datum na aanschaf worden ingesteld, maar ook na een langere tijd van niet gebruiken.
1. Zet de camera aan.
2. Druk op de MENU-toets aan de achterzijde om het Setup-menu te activeren (bladzijde 104)
3. Gebruik de pijltjestoetsen van de vierwegbesturing om “Date/Time” te kiezen.
4. Druk op de >- of de OK-toets om het submenu te openen.
5. Gebruik de pijltjestoetsen > en < van de vierwegbesturing om de juiste datum en tijd in te stellen en de pijltjes op en neer om uit de verschillende weergaveopties te kiezen.
6. Wanneer de instellingen juist zijn drukt u op de OK-toets om ze op te slaan en terug te keren naar het Main Menu.
U kunt op elk moment op de X-toets drukken om de procedure af te breken zonder de instellingen op
te slaan.
TIP
De datum kan op drie manieren worden getoond: mm/dd/yyyy; dd/mm/yyyy; yyyy/mm/dd.
De cameraklok loopt op een condensator die wordt gevoed door de batterij. Wanneer de camera zonder
batterij wordt bewaard, moeten datum en tijd vóór gebruik weer worden ingesteld.
Datum en tijd van de SD14 zijn te synchroniseren met die van uw computer door de “Set Date en Time…”-optie in het Camera-menu van de SIGMA Photo Pro software (zie SIGMA Photo Pro Manual op de CD-ROM).
P
LAATSEN EN UITNEMEN VAN EEN
CF-
KAART
De SD14 gebruikt CompactFlash™ (CF)-kaarten op de opnamen te bewaren. CF-kaarten Type I en Type II zijn bruikbaar, maar ook Microdrives.
E
EN
CF-
KAART PLAATSEN
1. Zet de D-knop in de stand OFF.
2. Open het kaartklepje (zie afbeelding bladzijde 28).
3. Plaats de CF-kaart met het etiket naar het klepje gericht en druk hem voorzichtig zo ver mogelijk in de richting van de pijl in de kaartsleuf.
De uitwerptoets komt hierbij een klein stukje naar buiten.
4. Sluit de kaartklep en schuif hem in de richting van de pijl totdat hij vergrendelt.
TIP
Het kan nodig zijn de CF-kaart vóór gebruik te formatteren (bladzijde 30)
EN
CF-
E
KAART UITNEMEN
1. Zet de D-knop in de stand OFF.
Let er op dat het lampje 'CF-kaart actief' niet brandt voordat u verder gaat.
13
2. Schuif het kaartklepje opzij totdat het open springt.
3. Druk op de uitwerptoets om de kaart uit te nemen.
4. Sluit de kaartklep en schuif hem in de richting van de pijl totdat hij vergrendelt.
Let op!!
Let er op dat u de volgende handelingen NIET verricht wanneer het lampje 'CF-kaart actief' brandt (het lampje 'CF-kaart actief' geeft aan dat de camera de CF-kaart leest, beschrijft of opnamen wist). Het zou kunnen leiden tot gegevensverlies of een beschadigde CF-kaart.
1. De kaartklep openen en/of de CF-kaart uitnemen.
2. Het batterijdeksel openen en/of de batterij uitnemen.
3. De camera blootstellen aan stoten of trillingen.
TIP
Wanneer de D-knop in de stand OFF wordt gezet terwijl het lampje 'CF-kaart actief' brandt, blijft de camera aan totdat de handelingen op de CF-kaart zijn voltooid.
E
EN
CF-
KAART FORMATTEREN
Nieuwe CF-kaarten, kaarten die beschadigde gegevens bevatten en kaarten met een niet-compatibel bestandssysteem moeten voor gebruik worden geformatteerd.
Formatteren
1. Zet de camera aan.
2. Druk op de MENU-toets aan de achterzijde om het Setup-menu te activeren (bladzijde 104)
3. Gebruik de pijltjestoetsen van de vierwegbesturing om “Format CF card…” te kiezen.
4. Druk op de >- of de OK-toets om het dialoogvenster 'bevestigen' te openen.
5. Druk op OK om het formatteren te starten of op de X-toets om te annuleren.
Let op!!
Formatteren wist alle gegevens op de CF-kaart, ook beveiligde opnamen en opnamen van andere camera's. Bekijk de inhoud van de kaart goed voordat u hem formatteert.
TIP
Kaarten die in andere camera's zijn geformatteerd werken mogelijk niet correct in de SD14 of de opslagcapaciteit is beperkt. Formatteer daarom voor een maximale opslagcapaciteit altijd eerst de CF­kaart met de SD14.
B
ESTANDSNUMMERING
Opnamen krijgen automatisch een bestandnummer 0001 tot 9999. Bij het bekijken van de opnamen wordt het bestandsnummer op de LCD-monitor getoond (bladzijde 77). Het bestandsnummer maakt deel uit van de bestandsnaam (“SDIM” gevolgd door een 4-cijferig getal en een extensie, bijvoorbeeld SDIM0023.X3F). Alle opnamen worden opgeslagen in een map op de CF-kaart, genaamd ###SIGMA. De bestanden worden doorgenummerd of de telling wordt opnieuw gestart bij een lege kaart. Deze instelling vindt u in het Setup-Menu onder 'file numbering system'.
O
PTIES BESTANDSNUMMERING
Optie Omschrijving Continuous (standaard) De nummering loopt door. Het eerste bestand op een andere kaart krijgt een
nummer dat één hoger is dan het laatste op de vorige kaart. Bevat de andere kaart reeds SD14-bestanden, dan krijgt de eerstvolgende opname een bestandnummer dat één hoger ligt dan het hoogste nummer op de kaart.
Auto Reset Bij elke nieuwe kaart of wanneer alle opnamen worden gewist, begint de
nummering bij 0001. Wanneer de kaart reeds opnamen bevat begint de nummering niet opnieuw.
D
E BESTANDSNUMMERING INSTELLEN
1. Zet de camera aan.
2. Druk op de MENU-toets aan de achterzijde om het Setup-menu te activeren (bladzijde 104).
3. Gebruik de pijltjestoetsen van de vierwegbesturing om “File Numbering …” te kiezen.
4. Druk op de >-toets van de vierwegbesturing of de OK-toets om het submenu te openen.
5. Gebruik de pijltjestoetsen op en neer om de bestandsnummering te kiezen.
6. Druk op > of OK om te bevestigen, dan wel op < of X om het submenu te sluiten en niets te wijzigen.
14
FOLDER MANAGER
U kunt mappen maken en kiezen in welke map u de opnamen wilt opslaan.
1. Draai de D-knop van de stand OFF om de camera aan te zetten.
2. Druk op de MENU-toets aan de achterzijde om het menu Camera Setup te openen (bladzijde 104).
3. Gebruik de pijltjestoetsen van de vierwegbesturing om “Folder Manager” te kiezen.
4. Druk op de >- of de OK-toets om het submenu te openen.
5. Gebruik de pijltjestoetsen van de vierwegbesturing om “Create Folder” te kiezen.
6. Gebruik de pijltjestoetsen van de vierwegbesturing om het gewenste mapnummer te kiezen (standaard wordt het laagst mogelijke nummer gekozen). De nummering loopt tot 999.
7. Druk op OK om de map aan te maken of op X om te annuleren.
Opmerking
De opnamen worden automatisch in de laatst aangemaakte map opgeslagen.
Wanneer de bestandsnummering op Continuous staat, krijgt de eerstvolgende opname automatisch een
volgnummer dat 1 hoger is dan de meest recente opname. Staat de bestandsnummering op Auto reset, dan begint de nummering weer bij 0001.
U kunt een mapnummer kiezen van de laatst aangemaakte map tot en met 999. Het is niet mogelijk een mapnummer aan te maken dat lager is dan het laatst aangemaakte mapnummer.
Wanneer u een andere map wilt gebruiken om de opnamen in op te slaan, kies dan “Folder Select” in het menu "Folder Manager". Gebruik de pijltjestoetsen van de vierwegbesturing om het gewenste mapnummer te kiezen en druk op OK om te bevestigen.
B
EELDENTELLER
Deze afbeelding laat het aantal opnamen zien dat (nog) op de CF-kaart kan worden gemaakt.
Het aantal opnamen hangt af van de opname-instellingen en het gefotografeerde onderwerp.
(bladzijde 34)
In dit voorbeeld kunnen 32 opnamen worden gemaakt. Het aantal is slechts een indicatie, het werkelijke aantal hangt af van het onderwerp, de opnameomstandigheden en de opname-instellingen.
Het is mogelijk om meer dan 999 opnamen op een CF-kaart te maken, maar het maximale aantal dat de teller kan weergeven is 999.
Wanneer er geen ruimte meer is om opnamen op te slaan, geeft de teller 0 aan en verschijnt “FuL” op het LCD. De 0 en “FuL” knipperen.
Ook in de zoeker is “FuL” zichtbaar.
Wanneer er geen CF-kaart in de camera zit verschijnt “- - -” in het LCD.
Wanneer de camera aan staat en bezig is met het verwerken van gegevens, knippert het beeldnummer
in het LCD. Een knipperend streepje geeft aan hoever de verwerking is gevorderd.
De ontspanknop werkt niet wanneer de camera gegevens verwerkt, u moet wachten met fotograferen tot het verwerken gereed is.
D
IOPTRIE-INSTELLING
Stel de dioptriesterkte zo in dat het zoekerbeeld scherp en duidelijk is. Kijk door de zoeker en schuif de dioptriecorrectie naar links of rechts totdat het onderwerp scherp en
duidelijk op het instelglas te zien is.
TIP
Het instelbereik van de dioptriecorrectie is –3 tot +1,5 D.
Kunt u desondanks het zoekerbeeld niet scherp en duidelijk zien, schaf dan een dioptrielensje van de
juiste sterkte aan en gebruik dit in combinatie met de dioptrie-instelling.
15
LCD-
VERLICHTING
Druk op de toets (bladzijde 36) om de LCD-verlichting aan te zetten. Het LCD licht oranje op, waardoor u het in het donker kunt uitlezen.
Opmerkingen
De LCD-verlichting werkt niet wanneer de camera in de spaarstand staat (bladzijde 22). Druk de ontspanknop half in om de lichtmeting aan te zetten (diafragmawaarde en sluitertijd verschijnen in het LCD).
Wanneer u de ontspanknop indrukt, gaat de LCD-verlichting uit.
De verlichting blijft aan wanneer u op toetsen drukt of aan knoppen draait. De verlichting brandt hierna
nog ca. 6 seconden.
De LCD-verlichting brandt niet wanneer de flitser aan het opladen is.
D
E CAMERA VASTHOUDEN EN BEDIENEN
Om cameratrillingen en onscherpe opnamen te voorkomen dient u de camera stabiel te houden.
Houd de camera stevig in uw rechterhand.
Ondersteun de camera met uw linkerhand onder de bodem en het objectief.
Zet uw oog zo dicht mogelijk aan de zoeker.
Druk uw ellebogen tegen uw lichaam en zet één voet een halve stap vóór de andere om stabiel te staan.
O
NTSPANKNOP
De ontspanknop heeft twee standen. Wanneer u hem half indrukt, gaan lichtmeting en AF aan. Wanneer u hem geheel indrukt, loopt de sluiter af en maakt u een opname.
TIP
Om vertrouwd te raken met de beide drukpunten kunt u oefenen met de camera om de werking van de ontspanknop en andere functies te leren kennen.
H
ET GELUIDSSIGNAAL INSTELLEN
De camera geeft met een piepsignaal aan dat de scherpstelling is voltooid. U kunt dit piepsignaal uit zetten.
1. Druk vijfmaal op de FUNC-toets en houd hem ingedrukt. In het LCD is nu 'On' en een luidsprekersymbool te zien. Laat de FUNC-toets niet los.
2. Houd de FUNC-toets vast en draai aan de C-knop totdat “ - - ” te zien is.
TIP
Wanneer het luidsprekersymbool zichtbaar is, staat het piepsignaal aan. Is het niet te zien, dan staat het signaal uit.
Bij gebruik van de zelfontspanner of de afstandsbediening staat het geluid altijd aan.
16
B
ASISFUNCTIES
De belichtingsfunctie kiezen
De werking van de vier verschillende belichtingsfuncties wordt hieronder uitgelegd.
P - P
ROGRAMMABELICHTING
Om gemakkelijk te fotograferen laat u de camera automatisch de juiste sluitertijd en het diafragma bepalen aan de hand van de helderheid van het onderwerp.
1. Zet de D-knop in de stand transportfuncties (bladzijde 14).
2. Zet de functiekeuzeknop op de stand P.
3. Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen en de belichting (sluitertijd en diafragma) in de zoeker te kunnen zien.
Wanneer het onderwerp te licht of te donker is, knipperen de sluitertijd en het diafragma. Als u de opname desondanks maakt, is hij onder- of overbelicht.
Wanneer het flitssymbool knippert, is de sluitertijd te lang en kan de opname daardoor onscherp worden. Gebruik in dit geval de flitser of zet de camera op een statief (bladzijde 43).
P
ROGRAMMABELICHTING AANPASSEN
(PROGRAM SHIFT)
U kunt de door de camera gekozen combinatie van sluitertijd en diafragma wijzigen door aan de C-knop te draaien. Het instelbereik is beperkt tot combinaties die een juiste belichting geven.
Na een opname wordt deze functie automatisch geannuleerd.
Bij gebruik van de flitser is deze functie niet beschikbaar.
A - D
IAFRAGMAVOORKEUZE
Nadat u het diafragma hebt ingesteld, kiest de camera automatisch de juiste belichtingstijd. Bij kleine diafragmaopeningen (grote diafragmawaarden) neemt de scherptediepte toe. Bij grote diafragmaopeningen (kleine diafragmawaarden) worden voor- en achtergrond onscherp vanwege een geringere scherptediepte.
1. Zet de D-knop op de stand transportfuncties (bladzijde 14).
2. Zet de functiekeuzeknop op de stand A.
3. Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen en stel het diafragma in door aan de C-knop te draaien.
4. Controleer de diafragmawaarde via de zoeker.
Wanneer de juiste sluitertijd buiten het bereik van de lichtmeting valt omdat het onderwerp te licht of te donker is, knippert de sluitertijd. Is het onderwerp te licht, kies dan een kleinere diafragmaopening (hogere diafragmawaarde); is het onderwerp te donker, kies dan een grotere diafragmaopening (kleinere diafragmawaarde), totdat de sluitertijd niet meer knippert.
S - S
LUITERTIJDVOORKEUZE
Nadat u de gewenste sluitertijd hebt ingesteld, kiest de camera automatisch het juiste diafragma. Door een korte sluitertijd te kiezen, kunt u bewegende onderwerpen als het ware bevriezen. Door een langere sluitertijd te kiezen kunt u een bewegingseffect creëren.
1. Zet de D-knop op de stand transportfuncties (bladzijde 14).
2. Zet de functiekeuzeknop op de stand S.
3. Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen en stel de sluitertijd in door aan de C-knop te draaien.
4. Controleer de sluitertijd via de zoeker.
Wanneer het juiste diafragma buiten het bereik van de lichtmeting valt omdat het onderwerp te licht of te donker is, knippert de diafragmawaarde. Is het onderwerp te licht, kies dan een kortere sluitertijd; is het onderwerp te donker, kies dan een langere sluitertijd, totdat de diafragmawaarde niet meer knippert.
M - H
ANDMATIGE BELICHTING
Stel sluitertijd en diafragma in aan de hand van de indicatie van de lichtmeter. U kunt de belichting geheel naar eigen inzicht instellen.
1. Zet de D-knop op de stand transportfuncties (bladzijde 14).
2. Zet de functiekeuzeknop op de stand M.
3. Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen en stel de sluitertijd in door aan de C-knop te draaien.
4. Druk de +– Av-toets in en draai tegelijkertijd aan de C-knop om het diafragma in te stellen.
5. Controleer de waarden via de zoeker.
17
Loading...
+ 39 hidden pages