U hebt gekozen voor een premium
wasmachine van het merk Siemens.
Neem a.u.b. een paar minuten de tijd om
dit te lezen en zo de voordelen van uw
wasmachine te leren kennen.
Om aan de hoge kwaliteitsstandaard
van het merk Siemens te voldoen, is de
werking en de onberispelijke toestand
van elke wasmachine die onze fabriek
verlaat, zorgvuldig getest.
Verdere informatie over onze producten,
toebehoren, reserveonderdelen en
Service onder www.siemens-home.bshgroup.com of neem contact op met onze
Servicedienst.
Waar de gebruiksaanwijzing/
installatievoorschrift verschillende
modellen beschrijft, wordt op de
desbetreffende punten op de verschillen
gewezen.
De wasmachine pas na het lezen van de
gebruiksaanwijzing en
installatievoorschrift in gebruik nemen!
Weergaveregels
: Waarschuwing!
Deze combinatie van symbool en
signaalwoord wijst op een mogelijke
gevaarlijke situatie. Niet aanhouden kan
de dood of ernstig letsel tot gevolg
hebben.
Attentie!
Dit signaalwoord wijst op een mogelijk
gevaarlijke situatie. Niet aanhouden kan
materiële schade of schade aan het
milieu tot gevolg hebben.
Aanwijzing/tip
Aanwijzingen voor optimaal gebruik van
het apparaat / nuttige informatie.
1. 2. 3. / a) b) c)
Handelingsstappen wroden
voorafgegaan door getallen of letters.
■/ -
Opsommingen worden door een vakje
of een schuine streep voorafgegaan.
Afvoerslang aan de sifon verstopt . . 34
Zeef in de watertoevoer verstopt. . . 34
3 Storingen, wat te doen? . . . . . . 35
Noodontgrendeling . . . . . . . . . . . . . 35
Aanwijzingen op het display . . . . . . 35
Wat te doen bij storingen?. . . . . . . . 36
4 Klantenservice . . . . . . . . . . . . . 38
J Technische gegevens . . . . . . . 39
r Aquastop-garantie . . . . . . . . . . 39
8 Bedoeld gebruik
Bedoeld gebruik
■ Dit apparaat is uitsluitend bedoeld
voor huishoudelijk gebruik.
■ Dit apparaat niet installeren op
plekken waar vorst op kan treden
en/of bij buitenomstandigheden. Er
bestaat een risico dat het apparaat
beschadigd raakt wanneer restwater
er in bevriest. Wanneer slangen
bevriezen, kunnen ze barsten/
knappen.
■ Dit apparaat mag alleen worden
gebruikt voor het wassen van
huishoudelijk wasgoed, bestaande
uit machinewasbare items en met de
hand wasbaar wol (zie label) op het
item. Gebruik van het apparaat voor
enige andere toepassing dan het
bedoelde gebruik is verboden.
■ Dit apparaat is geschikt voor gebruik
met leidingwater en in de handel
verkrijgbare wasmiddelen en
verzorgingsproducten (moeten
geschikt zijn voor gebruik in
wasmachines).
■ Dit apparaat is bedoeld voor gebruik
tot op een maximale hoogte van
4000 m boven zeeniveau.
Voordat u het apparaat inschakelt:
Controleer of er geen zichtbare schade
is aan het apparaat. Gebruik het
apparaat niet wanneer het is
beschadigd. Mocht u problemen
tegenkomen, neem dan contact op met
uw dealer of onze klantenservice.
Lees en volg de bedienings- en
installatie-instructies en alle andere
informatie op die is meegeleverd met dit
apparaat.
Bewaar de documenten voor later
gebruik of voor volgende eigenaren.
( Veiligheidsinstructies
Veiligheidsinstructies
De volgende veiligheidsinformatie en waarschuwingen
worden geboden om u te
beschermen tegen letsel en
materiële schade van uw
omgeving te voorkomen.
Het is echter belangrijk om de
noodzakelijke
voorzorgsmaatregelen te
nemen en de benodigde
zorgvuldigheid in acht te
nemen bij het installeren,
onderhouden, reinigen en
bedienen van het apparaat.
Kinderen/mensen/huisdieren
:Waarschuwing
Kans op dodelijk letsel!
Kinderen en andere mensen
die niet in staat zijn de risico's
in te schatten van het gebruik
van het apparaat kunnen
zichzelf verwonden of in
levensgevaarlijke situaties
terecht komen. Daarom opgelet
a.u.b.:
4
Page 5
Veiligheidsinstructies nl
■ Het apparaat kan worden
gebruikt door kinderen ouder
dan 8 jaar en door personen
met verminderde fysieke-,
sensorische- of mentale
capaciteiten of door
personen met een gebrek
aan ervaring of kennis, mits
er toezicht is of ze instructies
hebben gehad over het
correcte veilige gebruik van
het apparaat en de
potentiële gevaren van het
gebruik van het apparaat
hebben begrepen.
■ Kinderen mogen niet met dit
apparaat spelen.
■ Laat kinderen dit apparaat
niet reinigen of onderhouden
zonder toezicht.
■ Houd kinderen onder de 3
jaar en huisdieren uit de
buurt van dit apparaat.
■ Laat het apparaat niet zonder
toezicht wanneer kinderen of
andere mensen die niet in
staat zijn de risico's in te
schatten in de buurt zijn.
:Waarschuwing
Kans op dodelijk letsel!
Kinderen kunnen zichzelf
insluiten in apparaten en zo in
een levensgevaarlijke situaties
raken.
■ Plaats het apparaat niet
achter een deur, omdat dit
de deur van het apparaat
kan blokkeren of kan
verhinderen dat de deur
volledig opent.
■ Wanneer een apparaat het
einde van haar levensduur
heeft bereikt, trek dan de
stekker uit het stopcontact
voordat u de aansluitkabel
doorknipt, en maak
vervolgens het slot van de
deur van het apparaat
onklaar.
:Waarschuwing
Kans op verstikking!
Wanneer kinderen mogen
spelen met verpakkingsfolie of
kunststof folie of
verpakkingsonderdelen dan
kunnen ze er in verstrikt raken
of deze over hun hoofd trekken
en stikken.
Houd verpakkingsmateriaal,
kunststof folie en
verpakkingsonderdelen uit de
buurt van kinderen.
:Waarschuwing
Kans op vergiftiging!
Wasmiddelen en
verzorgingsproducten kunnen
resulteren in vergiftiging
wanneer ze worden
ingenomen.
Raadpleeg een arts in geval
van per ongeluk innemen.
Houd wasmiddelen en
verzorgingsproducten buiten
het bereik van kinderen.
:Waarschuwing
Kans op brandwonden!
Bij het wassen op hoge
temperatuur wordt het glas in
de deur van het apparaat heet.
5
Page 6
nl Veiligheidsinstructies
Laat kinderen niet de deur van
het apparaat aanraken wanneer
deze heet is.
:Waarschuwing
Oog-/huidirritatie!
Contact met wasmiddelen of
verzorgingsproducten kan
irritatie aan ogen of huid
veroorzaken.
Spoel ogen of huid grondig
wanneer deze in contact komen
met wasmiddel of de
verzorgingsproducten. Houd
wasmiddelen en
verzorgingsproducten buiten
het bereik van kinderen.
Installatie
:Waarschuwing
Kans op elektrische schok /
brand / materiële schade /
schade aan het apparaat!
Wanneer het apparaat niet
correct wordt geïnstalleerd, dan
kan dit leiden tot een
gevaarlijke situatie. Waarborg
het volgende:
■ Dat de netspanning op uw
stopcontact overeenkomt
met de nominale spanning
die is vermeld op het
apparaat (typeplaat). De
aangesloten lasten en de
benodigde zekeringwaarde
zijn vermeld op het
identificatieplaatje.
■ Dat de netstekker en het
randaarde stopcontact met
elkaar overeenstemmen en
dat de randaarde correct is
geïnstalleerd.
■ Dat de elektrische installatie
aders heeft van voldoende
grote diameter.
■ Dat de netstekker te allen
tijde vrij toegankelijk is.
Wanneer het niet mogelijk is
te voldoen aan de relevante
regelgeving, dan moet een
schakelaar (2-polige
uitschakelaar) worden
ingebouwd in de permanente
installatie, overeenkomstig
de regelgeving voor
elektrische installaties.
■ Bij gebruik van een
aardlekschakelaar uitsluitend
een exemplaar gebruiken
met het volgende symbool:
z. De aanwezigheid van dit
symbool is de enige manier
om er zeker van te zijn dat
deze voldoet aan alle
geldende regelgeving.
:Waarschuwing
Kans op elektrische schok /
brand / materiële schade /
schade aan het apparaat!
Wanneer de aansluitkabel van
het apparaat is gewijzigd of
beschadigd, dan kan dit leiden
tot een elektrische schok,
kortsluiting of brand als gevolg
van oververhitting.
De aansluitkabel mag niet
worden geknikt, gekneld of
gewijzigd en mag niet in
6
Page 7
Veiligheidsinstructies nl
contact komen met
hittebronnen.
:Waarschuwing
:Waarschuwing
Kans op letsel!
■ Het apparaat is heel zwaar.
Kans op brand / materiële
schade / schade aan het
apparaat!
Het gebruik van
verlengsnoeren of
Kans op letsel!
■ Het apparaat heeft scherpe
stekkerdozen kan leiden tot
brand door oververhitting of
kortsluiting.
Sluit het apparaat direct aan op
een geaard stopcontact dat
correct is geïnstalleerd. Gebruik
geen verlengsnoeren,
stekkerdozen of meerwegstopcontacten.
Kans op letsel!
■ Wanneer de slangen en
:Waarschuwing
Kans op letsel / materiële
schade / schade aan het
apparaat!
■ Het apparaat kan trillen of
verplaatsen tijdens bedrijf,
hetgeen potentieel kan
leiden tot letsel of materiële
schade.
Plaats het apparaat op een
schone, gelijkmatige en
stevige ondergrond en stel
het horizontaal m.b.v. de
stelvoeten en een waterpas.
Kans op letsel / materiële schade / schade aan het apparaat!
■ Wanneer u gebruik maakt
van uitstekende delen van
het apparaat (bijv. de deur
van het apparaat) om het te
tillen of te verplaatsen, dan
kunnen deze onderdelen
afbreken en letsel
veroorzaken.
Het apparaat niet aan
uitstekende delen
beetpakken om het apparaat
te verplaatsen.
Attentie!
Materiële schade / schade aan
het apparaat
■ Wanneer de waterdruk te
Materiële schade / schade aan het apparaat
Het optillen kan leiden tot
letsel.
Til het apparaat niet in uw
eentje op.
randen waaraan u uw
handen kunt snijden.
Pak het apparaat niet beet
aan de scherpe randen.
Draag beschermende
handschoenen om het op te
tillen.
aansluitkabel niet juist zijn
geleid, dan kunnen deze een
struikelgevaar vormen,
hetgeen tot letsel kan leiden.
Leid slangen en kabels
dusdanig dat ze geen
struikelgevaar vormen.
hoog of te laag is, dan kan
het zijn dat het apparaat niet
in staat is goed te werken en
het kan ook leiden tot
materiële schade of schade
aan het apparaat.
Zorg er voor dat de
waterdruk in de watertoevoer tenminste 100 kPa
(1 bar) is en niet hoger dan
1000 kPa (10 bar).
7
Page 8
nl Veiligheidsinstructies
■ Wanneer de waterslangen
zijn gewijzigd of beschadigd
dan kan dit leiden tot
materiële schade of schade
aan het apparaat.
De waterslangen moeten niet
worden geknikt, bekneld,
gewijzigd of beschadigd.
Materiële schade / schade aan het apparaat
■ Het gebruik van slangen
geleverd door andere
merken voor het aansluiten
van de watertoevoer kan
resulteren in materiële
schade of schade aan het
apparaat.
Gebruik uitsluitend de
slangen die zijn meegeleverd
met het apparaat of originele
reserveslangen.
Materiële schade / schade aan het apparaat
■ Het apparaat is beveiligd
voor transport met behulp
van
transportvergrendelingen.
Wanneer de
transportvergrendelingen
niet worden verwijderd
voordat het apparaat wordt
gebruikt dan kan dit leiden
tot schade aan het apparaat.
Het is belangrijk om alle
transportvergrendelingen
volledig te verwijderen
voordat u het apparaat voor
de eerste keer gebruikt. Zorg
er voor dat u deze
transportvergrendelingen
afzonderlijk bewaard. Het is
belangrijk om de
transportvergrendelingen
weer aan te brengen
wanneer het apparaat moet
worden getransporteerd, om
schade aan het apparaat
tijdens het vervoer te
voorkomen.
Bediening
:Waarschuwing
Kans op explosies/brand!
Wasgoed dat is voorbehandeld
met reinigingsmiddelen die
oplosmiddelen bevatten, bijv.
vlekverwijderaars /
schoonmaakoplosmiddelen,
kunnen leiden tot een explosie
nadat ze in de trommel zijn
gedaan.
Spoel het wasgoed grondig
met water, voordat u het in de
machine wast.
:Waarschuwing
Kans op vergiftiging!
Er kunnen giftige dampen
vrijkomen door
reinigingsmiddelen die
oplosmiddelen bevatten, bijv.
reinigingsoplosmiddel.
Gebruik geen
reinigingsmiddelen die
oplosmiddelen bevatten.
:Waarschuwing
Kans op letsel!
■ Wanneer u leunt, of zit op de
deur van het apparaat
wanneer deze open is, dan
kan het apparaat kantelen,
hetgeen tot letsel kan leiden.
Leun niet met uw gewicht op
de deur van het apparaat
wanneer het open is.
Kans op letsel!
■ Wanneer u op het apparaat
klimt, kan het werkblad
breken, hetgeen kan leiden
tot letsel.
Klim niet op het apparaat.
8
Page 9
Veiligheidsinstructies nl
Kans op letsel!
■ Wanneer u in de trommel
grijpt terwijl deze nog steeds
draait, dan loopt u het risico
letsel aan uw handen op te
lopen.
Wacht totdat de trommel niet
meer draait.
:Waarschuwing
Kans op brandwonden!
Bij wassen bij hoge
temperaturen bestaat een risico
op verbranding wanneer u in
contact komt met wassop (bijv.
bij het afvoeren van heet
wassop in een wasbak).
Grijp niet in het hete wassop.
:Waarschuwing
Oog-/huidirritatie!
Wasmiddel en
verzorgingsproducten kunnen
er uit spatten wanneer de
wasmiddellade wordt geopend
terwijl het apparaat in bedrijf is.
Spoel ogen of huid grondig
wanneer deze in contact komen
met wasmiddel of de
verzorgingsproducten.
Raadpleeg een arts in geval
van per ongeluk innemen.
Attentie!
Materiële schade / schade aan
het apparaat
■ Wanneer de hoeveelheid
wasgoed in het apparaat de
maximum
beladingscapaciteit
overschrijdt, dan kan het zijn
dat de machine niet goed
kan functioneren of het kan
leiden tot materiële schade
of schade aan het apparaat.
Overschrijd niet de maximale
beladingscapaciteit van
droog wasgoed. Zorg er
voor dat u voldoet aan de
maximum
beladingscapaciteiten die
zijn gespecificeerd voor elk
van de programma's →
Aanvullend blad voor de
bedienings- en installatieinstructies.
Materiële schade / schade aan het apparaat
■ Wanneer u de verkeerde
hoeveelheid wasmiddel of
reinigingsmiddel in het
apparaat doet, dan kan dit
leiden tot materiële schade
of schade aan het apparaat.
Gebruik wasmiddelen /
verzorgingsproducten /
reinigingsmiddelen en
wasverzachters
overeenkomstig de
instructies van de fabrikant.
9
Page 10
nl Veiligheidsinstructies
Reiniging/Onderhoud
:Waarschuwing
Kans op dodelijk letsel!
Het apparaat wordt gevoed
door elektriciteit. Er is sprake
van een kans op een
elektrische schok wanneer u in
contact komt met componenten
die onder spanning staan.
Daarom opgelet a.u.b.:
■ Schakel het apparaat uit.
Koppel het apparaat los van
de voeding (trek de stekker
uit het stopcontact).
■ De netstekker nooit
aanraken of beetpakken met
natte handen.
■ Pak bij het verwijderen van
de stekker uit het
stopcontact altijd de stekker
zelf beet en nooit de
aansluitkabel, omdat anders
hierdoor de aansluitkabel
beschadigd kan raken.
■ Voer geen technische
modificaties uit aan het
apparaat of kenmerken
daarvan.
■ Reparaties en andere
werkzaamheden aan het
apparaat mogen alleen
worden uitgevoerd door
onze klantenservice of door
een elektricien. Dit geldt ook
voor het vervangen van de
aansluitkabel (indien nodig).
■ Reserve aansluitkabels
kunnen worden besteld via
onze klantenservice.
:Waarschuwing
Kans op vergiftiging!
Er kunnen giftige dampen
vrijkomen door
reinigingsmiddelen die
oplosmiddelen bevatten, bijv.
reinigingsoplosmiddel.
Gebruik geen
reinigingsmiddelen die
oplosmiddelen bevatten.
:Waarschuwing
Kans op elektrische schok /
materiële schade / schade aan
het apparaat!
Wanneer vocht het apparaat
binnendringt, dan kan dit leiden
tot kortsluiting.
Gebruik geen hogedrukspuit,
stoomreiniger, waterslang of
spuitpistool voor het reinigen
van uw apparaat.
:Waarschuwing
Kans op letsel / materiële
schade / schade aan het
apparaat!
Het gebruik van reserveonderdelen en accessoires
geleverd door andere merken
is gevaarlijk en kan leiden tot
letsel, materiële schade of
schade aan het apparaat.
Gebruik vanwege
veiligheidsredenen uitsluitend
originele reserve-onderdelen en
accessoires.
10
Page 11
Milieubescherming nl
Attentie!
Materiële schade / schade aan
het apparaat
Reinigingsmiddelen en
middelen voor het
voorbehandelen van wasgoed
(bijv. vlekkenverwijderaars,
voorwassprays etc.) kunnen
schade veroorzaken wanneer
ze in contact komen met
oppervlakken van het apparaat.
Daarom opgelet a.u.b.:
■ Laat deze middelen niet in
contact komen met de
oppervlakken van het
apparaat.
■ Reinig het apparaat met
uitsluitend water en een
zachte, vochtige doek.
■ Verwijder eventueel
wasmiddel, spray of andere
resten ogenblikkelijk.
7 Mileubescherming
Milieubescherming
Verpakking/Oude apparaat
)
De verpakking milieuvriendelijk
afvoeren.
Dit apparaat is overeenkomstig
de Europese richtlijn 2012/19/
EG voor afgedankte elektrische
en elektronische apparaten
van toepassing (waste
electrical and electronic
equipment – WEEE)
gemarkeerd.
Deze richtlijn vormt voor de
gehele EU een kader voor de
terugname en recycling van
oude apparaten.
Besparingstips
■ Maximale hoeveelheid wasgoed van
het betreffende programma
benutten.
Programma-overzicht ~ bijblad
over gebruikershandleiding en
installatievoorschrift
■ Normaal verontreinigd wasgoed
wassen zonder voorwas.
■ U kunt bij licht en normaal
verontreinigde was besparen op
energie en wasmiddel. ~ Blz. 25
■ Zie de textiellabels voor de keuze
van de temperatuur. De temperatuur
in de machine kan hiervan afwijken
om een optimale combinatie van
energiebesparing en wasresultaat te
waarborgen.
■ Aanwijzing voor het
energieverbruik*: ~ Blz. 22
De indicatie geeft informatie over de
relatieve hoogte van het
energieverbruik in de gekozen
programma's.
Hoe meer indicatielampjes branden,
des te hoger is het betreffende
verbruik.
Zo kunt u het verbruik van de
programma's bij de keuze van
verschillende programmainstellingen vergelijken en eventueel
kiezen voor een energiebesparende
programma-instelling.
* afhankelijk van model
■ Energiebesparingsmodus:
verlichting van het display dooft na
enkele minuten, toets ‹ knippert.
Om de verlichting te activeren een
willekeurige toets kiezen.
De energiebesparings-modus wordt
niet geactiveerd wanneer er een
programma loopt.
■ Als het wasgoed aansluitend in de
wasdroger wordt gedroogd:
centrifugetoerental kiezen volgens
de gebruiksaanwijzing bij de
droogautomaat.
11
Page 12
nl Plaatsen en aansluiten
5 Plaatsen en aansluiten
Plaatsen en aansluiten
Inhoud van de verpakking
Aanwijzing: Controleer de machine op transportschade. Een beschadigd apparaat
nooit in gebruik nemen. Voor klachten kunt u terecht bij de winkel waar u het
apparaat hebt aangeschaft of bij onze servicedienst.
#
+
( Waterafvoer
0 Aansluitkabel
8 Waterafvoerslang*
@ Afdekkingen voor transportzekeringen
H Bocht voor het bevestigen van de
waterafvoerslang*
* afhankelijk van model
Daarnaast is bij het aansluiten van de
waterafvoerslang op een sifon een
slangenklem ∅ 24 - 40 mm (vakhandel)
nodig.
Nuttig gereedschap
■ Waterpas voor het horizontaal stellen
■ Steeksleutel:
– SW13 voor het losdraaien van de
transportbeveiligingen en
– SW17 voor het stellen van de
apparaatvoetjes
12
Veiligheidsvoorschriften
:Waarschuwing
Gevaar voor letsel!
■ De wasmachine is zwaar.
Wees voorzichtig bij het tillen/
transporteren van de wasmachine.
■ Wanneer de wasmachine wordt
opgetild aan uitstekende onderdelen
(bijv. de vuldeur), kunnen deze
onderdelen afbreken en letsel
veroorzaken.
De wasmachine niet optillen aan
uitstekende onderdelen.
■ Wanneer de slangleidingen en de
aansluitkabel onjuist worden
aangelegd, bestaat er struikel- en
letselgevaar.
Slangen en kabels zodanig leggen
dat u er niet over kunt struikelen.
Page 13
Plaatsen en aansluiten nl
Attentie!
Schade aan het apparaat
Bevroren slangen kunnen barsten/
springen.
De wasmachine niet op vorstgevoelige
plaatsen en/of buiten zetten.
Attentie!
Waterschade
De aansluitingen van de watertoevoeren waterafvoerslang staan onder druk
van het water. Om lekkage of
waterschade te voorkomen dient u zich
absoluut te houden aan de
aanwijzingen in dit hoofdstuk.
Aanwijzingen
■ Naast de hier vermelde aanwijzingen
kunnen speciale voorschriften van
het waterleiding- en energiebedrijf in
uw regio van toepassing zijn.
■ In geval van twijfel de aansluiting
door een vakkundig monteur laten
uitvoeren.
De juiste plaats
Aanwijzing: Stabilliteit is belangrijk,
zodat de wasmachine niet gaat
"wandelen"!
■ De ondergrond moet stevig en
waterpas zijn.
■ Niet geschikt voor zachte
vloerbedekking.
Aanwijzing: Plaats bij vloeren met
houten balken de wasmachine:
■ indien mogelijk in een hoek,
■ op een watervaste houten plaat (min.
30 mm dik) welke vast op de vloer is
geschroefd.
Opstellen op een verhoging
met lade
Sokkel bestelnummer.: WMZ 20490,
WZ 20490.
Onder-/inbouw van het
apparaat in een rij
keukenmeubelen
:Waarschuwing
Levensgevaar!
Bij contact met onderdelen die onder
spanning staan bestaat het risico van
een elektrische schok.
De afdekplaat van het apparaat niet
verwijderen.
Aanwijzingen
■ Noodzakelijke nisbreedte 60 cm.
■ Plaats de wasmachine uitsluitend
onder een doorlopend werkblad dat
vast verbonden is met de
keukenmeubelen ernaast.
Transportbeveiligingen
verwijderen.
Plaatsing op een verhoging of
op een houten vloer
Attentie!
Schade aan het apparaat
De wasmachine kan tijdens het
centrifugeren gaan schuiven en van zijn
sokkel kantelen/vallen.
Bevestig de apparaatvoeten absoluut
met bevestigingsbeugels.
Bestelnr. WMZ 2200, WX 9756,
Z 7080X0
Attentie!
Schade aan het apparaat
■ De machine is voor transport met
transportbeveiligingen geborgd. Niet
verwijderde transportbeveiligingen
kunnen bij gebruik van de machine
bijv. de trommel beschadigen.
Verwijder voorafgaand aan het
eerste gebruik absoluut de vier
transportborgingen. Bewaar de
transport- beveiligingen.
■ Om bij later transport
transportschade te voorkomen, moet
u de transportbeveiligingen voor het
transport beslist weer aanbrengen.
13
Page 14
nl Plaatsen en aansluiten
Aanwijzing: Bewaar schroeven en
hulzen.
1. Slangen uit de houders halen.
2. Alle 4 transportborgschroeven
losdraaien en verwijderen.
Hulzen verwijderen. Aanluitkabel uit
de houders halen.
Lengte van de slang en
aansluitkabel
■ Aansluiting aan de linkerkant
aFP
aFP
aFPaFP
PLQFP
PD[FP
■ aansluiting aan de rechterkant
aFP
aFP
aFPaFP
PLQFP
PD[FP
3. Afdekkingen plaatsen.
14
* afhankelijk van model
Tip: Bij de vakhandel/servicedienst de
volgende onderdelen verkrijgbaar:
■ een verlenging voor de Aquastop-
resp. koudwatertoevoerslang (ca.
2,50 m); bestelnr. WM Z2380,
WZ 10130, Z 7070X0
■ een langere toevoerslang (ca.
2,20 m) voor model Standaard;
artikelnr. voor Servicedienst:
00353925
Page 15
Plaatsen en aansluiten nl
Watertoevoer
:Waarschuwing
Levensgevaar!
Bij contact met onder spanning staande
onderdelen bestaat er
elektrocutiegevaar.
Aqua-Stop-veiligheidssysteem niet in
water onderdompelen (bevat een
elektrisch ventiel).
Let bij het aansluiten op het volgende
Aanwijzingen
■ Gebruik voor de wasautomaat alleen
koud leidingwater bij een
koudwateraansluiting.
■ Gebruik de wasautomaat met koud
en warm drinkwater, maximaal 60
°C, bij een warmwateraansluiting.
■ Sluit de was-machine niet aan op de
mengkraan van een geiser.
■ Gebruik uitsluitend de meegeleverde
of bij een geautoriseerde
vakhandelaar gekochte
toevoerslang, geen gebruikt
exemplaar.
■ De watertoevoerslang niet knikken,
platdrukken, veranderen of
doorsnijden (de sterkte is niet meer
gegarandeerd).
■ Draai de schroefverbindingen
slechts handvast aan. Wanneer de
schroefkoppelingen te stevig met
gereedschap (tang) worden
vastgedraaid, kunnen de
schroefdraden beschadigd raken.
Optimale waterdruk in de waterleiding
minimaal 100 kPa (1 bar)
maximaal 1000 kPa (10 bar)
Uit de geopende kraan stroomt ten
minste 8 liter water per minuut.
Bij hogere waterdruk een
drukreduceerventiel inbouwen.
Aansluiting op koud- en warmwater
Aanwijzing:
■ Warmwater-toevoerslang rood op
warmwaterkraan en rode afsluiter op
het apparaat
■ Koudwater toevoerslang op
koudwaterkraan en witte afsluiter op
apparaat
Aansluiting op waterkraan (¾" = 26,4
mm)
Aansluiting op apparaat
Aansluiting alleen koudwater
Wanneer geen warmwateraansluiting
aanwezig is, alleen de
koudwatertoevoerslang aansluiten. De
warmwateraansluiting op het apparaat
afdekken en zo tegen verontreiniging
beschermen.
Aanwijzing: Kraan voorzichtig
opendraaien en daarbij de aansluitingen
op dichtheid controleren. De
schroefkoppeling staat onder druk van
de waterleiding.
15
Page 16
nl Plaatsen en aansluiten
Aansluiting op koudwater
Sluit de watertoevoerslang aan op de
waterkraan (¾" = 26,4 mm) en het
apparaat (bij modellen met Aquastop
niet nodig, vast geïnstalleerd) op:
■ Model: Standard
■ Model: Aqua-Secure
■ Model: Aquastop
Aanwijzing: Kraan voorzichtig
opendraaien en daarbij de aansluitingen
op dichtheid controleren. De
schroefkoppeling staat onder druk van
de waterleiding.
Borg de afvoerslang zodanig dat deze
er niet uit kan schieten.
Aanwijzing: De waterafvoerslang niet
knikken of in de lengte uitrekken.
U kunt de waterafvoerslang als volgt
leggen:
■ Afvoer in een wastafel
:Waarschuwing
Risico van verbranding!
Bij het wassen met hoge
temperaturen kunnen er bij
aanraking met heet zeepsop, bijv.
wanneer het naar een wastafel wordt
gepompt, brandwonden ontstaan.
Kom niet met uw handen in het hete
zeepsop.
Attentie!
Schade aan het apparaat/textiel
Wanneer het uiteinde van de
afvoerslang in het weggepompte
water komt, kan het water in het
apparaat worden teruggezogen en
het apparaat / textiel beschadigd
raken.
Let erop dat:
– de stop van de wastafel de afvoer
niet afsluit.
– het uiteinde van de afvoerslang
niet in het weggepompte water is
gedompeld.
– het water snel genoeg
wegstroomt.
Waterafvoer
Attentie!
Waterschade
Wanneer de afvoerslang door de hoge
druk van het water tijdens het afpompen
uit de wastafel of van de aansluiting
glijdt, kan het wegstromende water
schade veroorzaken.
16
Page 17
Plaatsen en aansluiten nl
■ Afvoer in een sifon
De aansluiting moet met een
slangklem, ∅ 24-40 mm (ijzerhandel
of bouwmarkt) worden geborgd.
■ Afvoer in een kunststof standpijp
met rubberen mof of in een
afvoerputje
Stellen
Stel het apparaat horizontaal m.b.v. een
waterpas.
Sterke geluidsontwikkeling, vibraties en
„lopen” kunnen het gevolg zijn van het
niet correct stellen van het apparaat!
1. Contramoeren met een steeksleutel
losdraaien met de wijzers van de
klok mee.
2. De stand van de wasmachine met
een waterpas controleren, eventueel
corrigeren. De hoogte veranderen
door aan het voetje van het apparaat
te draaien.
Alle vier de voetjes moeten stevig op
de grond staan.
3. Contramoer tegen de onderkant van
het apparaat vastdraaien.
Het voetje hierbij vasthouden en niet
in de hoogte verstellen.
De contramoeren van alle vier de
voetjes moeten vast tegen de
onderkant van het apparaat zijn
geschroefd!
Elektrische aansluiting
:Waarschuwing
Levensgevaar!
Bij contact met onderdelen die onder
spanning staan bestaat het risico van
een elektrische schok.
■ De stekker nooit aanraken met natte
handen.
■ Trek altijd aan de stekker en niet aan
het snoer, omdat dit beschadigd kan
raken.
■ Nooit de stekker uit het stopcontact
trekken tijdens het gebruik.
Houd u aan de volgende instructies en
zorg ervoor dat:
Aanwijzingen
■ De netspanning en aangegeven
spanning op de wasmachine
(typeplaatje) met elkaar
overeenstemmen.
De aansluitwaarde en de vereiste
zekering staan vermeld op het
typeplaatje.
■ De aansluiting van de wasmachine
uitsluitend plaats vindt op
wisselstroom, via een volgens de
voorschriften geïnstalleerd
stopcontact met randaarde.
■ De stekker overeenkomt met het
stopcontact.
■ De doorsnede van de elektrische
kabel groot genoeg is.
■ Het aardingssysteem volgens
voorschrift is geïnstalleerd.
17
Page 18
nl Plaatsen en aansluiten
■ Vervanging van de aansluitkabel
(indien nodig) alleen plaatsvindt
door een vakkundig monteur. Een
nieuwe kabel is bij de Servicedienst
tegen meerprijs verkrijgbaar.
■ Er geen meervoudige stekkers/
contactdozen of verlengkabels
worden gebruikt.
■ Bij gebruik van een
aardlekschakelaar alleen een type
met dit symbool z wordt gebruikt.
Alleen dit symbool garandeert dat
aan de momenteel geldende
voorschriften is voldaan.
■ De stekker altijd bereikbaar is. Is dit
niet mogelijk, dan moet voor
vervulling van de relevante
veiligheidsvoorschriften een
schakelaar (2-polige afschakeling) in
de vaste installatie ingebouwd
worden in overeenstemming met de
voorschriften voor de elektrische
installatie.
■ Aansluitkabel niet knikken,
afklemmen, wijzigen, doorsnijden of
met warmtebronnen in aanraking
laten komen.
Vóór de eerste was
De wasautomaat is voor het verlaten
van de fabriek grondig getest. Om
eventuele restjes water van het testen te
verwijderen, de wasautomaat de eerste
keer zonder wasgoed laten draaien.
Aanwijzingen
■ De wasautomaat moet deskundig
opgesteld en aangesloten zijn.
vanaf ~ Blz. 12
■ Neem een beschadigde
wasautomaat nooit in gebruik. Neem
contact op met de servicedienst.
5. Vuldeur sluiten (trommel niet vullen
met wasgoed!).
6. Afhankelijk van het model het
programma Trommel reinigen
90 °C of Katoen 90 °C instellen.
7. Wasmiddellade openen.
8. Ca. 1 liter water in compartiment II
gieten.
9. Hoofdwasmiddel in compartiment II
doen.
Aanwijzing: Ter voorkoming van
schuimvorming slechts de helft van
de door de wasmiddelproducent
aanbevolen hoeveelheid wasmiddel
gebruiken. Gebruik geen wol- of
fijnwasmiddel.
10.Wasmiddellade sluiten.
11.Toets ‹ kiezen.
12.Na programma-einde apparaat
uitschakelen.
Uw wasautomaat is nu gebruiksklaar.
Transporteren
bijv. bij verhuizing
Voorbereidende werkzaamheden:
1. Kraan dichtdraaien.
2. Waterdruk in de toevoerslang
verminderen.
Onderhoud – Zeef in de
watertoevoer ~ Blz. 34
3. Zeepsopresten laten weglopen.
Onderhoud – Afvoerpomp verstopt
~ Blz. 33
4. Wasmachine van de stroom halen.
5. Slangen demonteren.
Transportbeveiligingen monteren:
1. Afdekkingen eraf halen en bewaren.
Eventueel een schroevendraaier
gebruiken.
1. Apparaat controleren.
2. Folie van het bedieningspaneel
verwijderen.
3. Stekker in stopcontact steken.
4. Kraan opendraaien.
18
Page 19
2. Alle 4 de hulzen erin zetten.
Aansluitkabel op de houders
vastklemmen. Schroeven erin zetten
en vastdraaien.
Vóór het opnieuw in gebruik nemen:
Aanwijzingen
■ absoluut de transportbeveiligingen
verwijderen!
■ Om te voorkomen dat bij de
volgende keer wassen wasmiddel
ongebruikt in de afvoer stroomt: ca.
1 liter water in compartiment II
gieten en programma Afpompen
kiezen en starten.
Plaatsen en aansluiten nl
19
Page 20
nl Het apparaat leren kennen
* Apparaat leren kennen
Het apparaat leren kennen
Wasmachine
#
67
( Wasmiddellade ~ Blz. 28
0 Bedieningspaneel en display
8Vulvenster met greep
9S Vuldeur openen
9T Vuldeur sluiten
@ Serviceklep
20
Page 21
Bedieningspaneel
Bedieningspaneel afhankelijk van model
Het apparaat leren kennen nl
#+
#+
( Programmakiezer:
voor het kiezen van een
programma en voor het in- en
uitschakelen van de wasautomaat
via de Uit-positie ($);
Een overzicht van alle
programma's vindt u op het extra
blad bij de gebruiksaanwijzing en
plaatsingshandleiding.
Sec.)
tegen per ongeluk wijzigen van de
ingestelde functies activeren/
deactiveren; ~ Blz. 30
Hiervoor de toetsen
Centrifugetoerental en Klaar intijd ca. 3 sec. lang tegelijkertijd
indrukken.
3
3
;
C
; C
P Extra programma-instellingen
kiezen: ~ Blz. 26
■ speed I eco
■ Water&Spoelen+ *
■ Anti-kreuk *
■ Voorwas *
X Toets ‹ voor:
■ het starten van een
programma,
■ het onderbreken van een
programma, bijv wasgoed
bijvullen ~ Blz. 30,
■ het afbreken van een
programma ~ Blz. 30
` Display voor instellingen en
informatie ~ Blz. 22
* afhankelijk van model
21
Page 22
nl Het apparaat leren kennen
Display
ää
Aanwijzing: In de tabel vindt u
instelmogelijkheden en informatie voor
het gekozen programma.
' - 90 °CTemperatuur* in °C;
' = koud
- - - -, 0 - 1400** 0 Centrifugetoerental
in omw/min,
0 = geen
centrifugeren ,
alleen afpompen
~ Blz. 25,
- - - - = spoelstop
~ Blz. 25
bijv. 2:30Klaar in-tijd
Programmaduur na
programmakeuze in
h:min
(uren:minuten),
1 - 24 ûVoorselectie
eindtijde in uren;
Programma-einde
na ... uur
8** kgAanbevolen lading
Ò {{{{{Indicatie
energieverbruik*
~ Blz. 11
Hoe meer
indicatielampjes
branden, des te
hoger is het relatieve
energieverbruik
* afhankelijk van model
** afhankelijk van gekozen programma,
instellingen en model
Overige aanwijzingen op het display
Programmavoortgang:
¼Wassen
½Spoelen
0Centrifugeren
EndProgramma-einde
- - - - 0Programma-einde met instelling
Vuldeur:
Õ
brandt
Õ
knippert
Waterkraan:
|
knippert
|
brandt
Kinderbeveiliging:~ Blz. 30w
brandt
w
knippert
Schuimdetectie:
o
brandt
Foutindicatie:
E: - - ~ Blz. 35
Signaalinstelling:
0 - 4~ Blz. 32
Spoelstop
Vuldeur gaat niet open.
Na programmastart: vuldeur is niet
goed gesloten.
Kraan niet open geen waterdruk
Waterdruk te laag (kan de programmaduur verlengen)
Kinderbeveiliging actief
Kinderbeveiliging is actief en er is
aan de programmakiezer gedraaid.
~ Blz. 29
22
Page 23
Wasgoed nl
Z Wasgoed
Wasgoed
Wasgoed voorbereiden
Attentie!
Beschadiging van het apparaat/textiel
Vreemde voorwerpen (bijv. munten,
paperclips, naalden, spijkers) kunnen
het wasgoed, of onderdelen van de
wasmachine beschadigen.
Neem daarom de volgende
aanwijzingen in acht bij de
voorbereiding van uw was:
■ Zakken leegmaken.
■ Metalen voorwerpen (zoals
paperclips) verwijderen.
■ Tere weefsels wassen in een
wasnet/zak (panty’s, beugel-BH's).
■ Ritssluitingen sluiten, overtrekken
dichtknopen.
■ Zand uit zakken en omslagen
borstelen.
■ Rollertjes van vitrage verwijderen of
in een apart netje / aparte zak doen.
Wasgoed sorteren
Houdt u bij het sorteren van het
wasgoed aan de aanwijzingen voor de
verzorging en aan de opgaven van de
producent, zoals aangegeven op de
waslabels:
■ soort weefsel/vezels
■ kleur
Aanwijzing: Wasgoed kan
verkleuren of niet goed schoon
worden. Witte en bonte was dient u
apart te wassen.
Nieuw bont wasgoed de eerste keer
afzonderlijk wassen.
■ mate van verontreiniging
Kies steeds wasgoed dat in dezelfde
mate verontreinigd is.
Enkele voorbeelden voor de mate
van verontreiniging vindt u hier
~ Blz. 25.
– licht: niet voorwassen, eventueel
instelling speed kiezen
– normaal
– sterk: minder wasgoed in de
wasautomaat doen, programma
met voorwas kiezen
– vlekken: vlekken zolang ze nog
'vers' zijn, verwijderen/
voorbehandelen. Eerst met een
sopje afdeppen/niet inwrijven.
Wasgoed hierna wassen met een
geschikt programma.
Hardnekkige/ingedroogde
vlekken verdwijnen pas na
meerdere keren wassen.
■ Symbolen op de verzorgingslabels
Aanwijzing: Getallen in de
symbolen verwijzen naar de
maximaal in te stellen temperatuur
van de wasautomaat.
MGeschikt voor normaal
wasproces,
bijv. programma Katoen
NVoorzichtig wasproces nodig,
bijv. programma
Kreukherstellend
OBijzonder voorzichtig
wasprogramma nodig, bijv.
programma Fijn/Zijde
WGeschikt voor handwas, bijv.
programma W Wol
ŽWas niet in de wasautomaat
wassen.
23
Page 24
nl Wasmiddel
Stijven
Aanwijzing: Het wasgoed mag niet
met wasverzachter gespoeld zijn.
Stijfsel is met name bij het Spoelen en
Katoen programma met vloeibaar
stijfsel mogelijk. Doseer het stijfsel
volgens instructies van de fabrikant in
het compartiment M (eventueel eerst
schoonmaken).
Verven/Ontkleuren
Verf uitsluitend hoeveelheden die in het
huishouden gebruikelijk zijn. Zout kan
roestvrijstaal aantasten! Neem de
instructies van de producent van de verf
in acht!
Wasgoed niet in de machine
ontkleuren!
Inweken
1. Apparaat inschakelen.
2. Programma Katoen 20 °C kiezen.
3. Inweek-/wasmiddel volgens opgave
van de fabrikant in compartiment II
doen.
4. Toets ‹ kiezen.
5. Na ca. 10 minuten toets ‹ kiezen
om het programma te stoppen.
6. Na de gewenste inweektijd opnieuw
toets ‹ kiezen als het programma
voortgezet moet worden of
programma wijzigen.
Aanwijzingen
■ Wasgoed van dezelfde kleur in de
trommel doen.
■ Geen extra wasmiddel nodig, het
inweeksop wordt ook gebruikt voor
het wassen.
C Wasmiddel
Wasmiddel
Juiste wasmiddelkeuze
Voor de juiste wasmiddelkeuze,
temperatuur en behandeling van het
wasgoed is het waslabel
doorslaggevend. ~ zie ook
www.sartex.ch
Op de website www.cleanright.eu vindt
u veel aanvullende informatie over was-,
verzorgings- en reinigingsmiddelen voor
huishoudelijk gebruik.
■ Totaal wasmiddel met optische
witmakers
geschikt voor kookbestendige witte
was van linnen of katoen
Programma: Katoen /
koud - max. 90 °C
■ Bontwasmiddel zonder
bleekmiddel en optische witmakers
geschikt voor bonte was van linnen
of katoen
Programma: Katoen /
koud - max. 60 °C
■ Bonte-/fijnwasmiddel zonder
optisch witmiddel
geschikt voor bonte was van
kreukherstellende vezels,
synthetische materialen
Programma: Kreukherstellend /
koud - max. 60 °C
■ Fijnwasmiddel
geschikt voor kwetsbaar, fijn textiel,
zijde of viscose
Programma: Fijn/Zijde /
koud - max. 40 °C
■ Wolwasmiddel
geschikt voor wol
Programma: Wol /
koud - max. 40 °C
24
Page 25
Programmavoorinstellingen nl
Energie en wasmiddel
besparen
U kunt bij licht en normaal
verontreinigde was besparen op
energie (lagere wastemperatuur) en
wasmiddel:
BesparenMate van verontreiniging /
Lagere temperatuur en minder
wasmiddel volgens doseeradvies
Temperatuur volgens het waslabel
en wasmiddelhoeveelheid volgens
doseeradvies /
sterk verontreinigd
Aanwijzing: Bij dosering van alle was-/
hulp-/verzorgings- en
reinigingsmiddelen moet u absoluut de
aanwijzingen van de fabrikant en de
overige aanwijzingen in acht nemen.
~ Blz. 28
Aanwijzing
licht
Geen verontreiniging of vlekken zichtbaar. Kledingstukken
hebben lichaamsgeur aangenomen, bijv.:
■ lichte zomer-/sportkle-
ding (enkele uren gedragen)
■ T-shirts, overhemden ,
blouses, (max. 1 dag
gedragen)
■ Beddengoed en handdoe-
ken van gasten (1 dag
gebruikt)
normaal
Verontreiniging zichtbaar / of
een paar lichte vlekken herkenbaar, bijv.:
De programmavoorinstellingen worden
na het kiezen van het programma op
het display weergegeven.
U kunt de voorinstellingen wijzigen.
Druk hiervoor zo vaak op de
betreffende toets tot de gewenste
instelling op het display verschijnt.
Aanwijzing: Door de toets langer
ingedrukt te houden, lopen de
instelwaarden automatisch verder tot de
eindwaarde. Druk dan nogmaals op de
toets en u kunt opnieuw de instelwaarde
wijzigen.
Een overzicht van alle mogelijke
programma-instellingen vindt u op het
extra blad bij de gebruiksaanwijzing en
plaatsingshandleiding.
Temperatuur
(°C Temp., °C)
Toets afhankelijk van model
Voor en tijdens het programma kunt u
afhankelijk van de
programmavoortgang de ingestelde
temperatuur wijzigen.
De maximaal in te stellen temperatuur
hangt af van het gekozen programma.
Centrifugetoerental
(0 T/min, 0, Centrifugeren)
Voor en tijdens het programma kunt u
afhankelijk van de
programmavoortgang het
centrifugetoerental (in omw./min.;
omwentelingen per minuut) wijzigen.
Instelling 0 : zonder eindcentrifugeren,
het water wordt alleen afgepompd. Het
wasgoed blijft nat in de trommel liggen,
bijv. voor wasgoed dat niet
gecentrifugeerd mag worden.
25
Page 26
nl Extra programma-instellingen
Instelling - - - -: spoelstop = zonder
eindcentrifugeren, het wasgoed blijft na
de laatste keer spoelen in het water
liggen.
Spoelstop kunt u kiezen om
kreukvorming te voorkomen, wanneer
na afloop van het programma het
wasgoed niet direct uit de wasautomaat
wordt genomen.
Om het programma te hervatten/
beëindigen ~ Blz. 31
Het maximaal in te stellen toerental
hangt af van het gekozen programma
en het model.
Klaar in-tijd
(û)
Vóór programmastart kunt u het
programma-einde (Klaar in-tijd) in
stappen van 1 uur (h=uur) tot maximaal
24h van tevoren instellen.
Hiervoor:
1. Programma kiezen.
De programmaduur voor het
gekozen programma bijv. 2:30
(uren:minuten) wordt weergegeven.
2. Toets Klaar in-tijd net zo vaak
indrukken tot het gewenste aantal
uren verschijnt.
3. Toets ‹ kiezen.
Het programma start.
Op het display wordt het gewenste
aantal uren bijv. 8h weergegeven en
afgeteld totdat het wasprogramma
begint. Dan wordt de
programmaduur weergegeven.
Aanwijzing: De programmaduur wordt
bij een lopend programma automatisch
aangepast.
Bepaalde factoren kunnen de
programmaduur beïnvloeden, bijv.:
■ programma-instellingen,
■ wasmiddeldosering (evt. extra
spoelbeurten vanwege
schuimvorming),
■ maximale belading/textielsoort
(wateropname verschillend),
■ onbalans (bijv. door hoeslakens)
wordt door meermalige
centrifugestarts gecompenseerd,
■ variaties in de netspanning,
■ waterdruk (toevoersnelheid).
Na programmastart kunt u het van
tevoren ingestelde aantal uur als volgt
wijzigen:
1. Toets ‹ kiezen.
2. Met de toets Klaar in-tijd het aantal
uur wijzigen.
3. Toets ‹ kiezen.
Na programmastart kunt u indien nodig
wasgoed bijvullen of uitnemen.
~ Blz. 30
\ Extra programma-
instellingen
Extra programma-instellingen
Een overzicht van alle mogelijke extra
instellingen vindt u op het extra blad bij
de gebruiksaanwijzing en
plaatsingshandleiding.
De instellingen zijn verschillend
afhankelijk van model.
speed I eco
(( ¦)
Toets met twee instelmogelijkheden
voor het aanpassen van het
geselecteerde programma:
■ speed
Voor het wassen in kortere tijd met
vergelijkbaar wasresultaat, maar met
hoger energieverbruik dan het
gekozen programma zonder
instelling speed I eco.
Aanwijzing: De maximale belading
mag niet overschreden worden.
26
Page 27
Apparaat bedienen nl
■ eco
Energiezuinig wassen door
tempertuurreductie bij vergelijkbaar
wasresultaat bij het gekozen
programma zonder instelling
speed I eco.
Kies hiervoor toets. Eerst wordt u de
speed-instelling aangeboden. Als u de
toets nogmaals indrukt, is de eco-
instelling actief. Het betreffende
symbool brandt op het display als de
instelling geactiveerd is.
Als u de toets nogmaals indrukt, is er
geen instelling actief.
Anti-kreuk
(S, Licht strijken)
Toets afhankelijk van model
Beperkt de kreukvorming door een
speciale centrifugemethode met
aansluitend losser maken en een
verlaagd centrifugetoerental.
Aanwijzing: Het restvochtgehalte van
het wasgoed neemt toe.
Water&Spoelen+
(Ô, Extra spoelen)
Toets afhankelijk van model
Hoger waterniveau en extra spoelbeurt
bij bijzonder gevoelige huid en/of voor
gebieden met zeer zacht water
Voorwas
(!)
Toets afhankelijk van model
Voor sterk verontreinigd wasgoed.
Aanwijzing: Wasmiddel over
compartiment I en II verdelen.
1 Apparaat bedienen
Apparaat bedienen
Wasmachine voorbereiden
Aanwijzing: De wasmachine moet
deskundig opgesteld en aangesloten
zijn. vanaf ~ Blz. 12
1. Stekker in de wandcontactdoos
steken.
2. Kraan opendraaien.
3. Vuldeur openen.
4. Controleren of de trommel geheel
leeg is. Eventueel leegmaken.
Programma kiezen/Apparaat
inschakelen
Aanwijzing: Wanneer u de
kinderbeveiliging hebt geactiveerd,
moet u deze eerst deactiveren, voordat
u een programma kunt instellen.
Kies met de programmakiezer het
gewenste programma. De knop kan in
beide richtingen worden gedraaid.
Het apparaat is ingeschakeld.
Op het display verschijnen de
programmavoorinstellingen voor het
gekozen programma:
■ temperatuur*,
■ programmaduur afgewisseld met de
maximale belading en
■ aanwijzing voor het energieverbruik*.
* afhankelijk van model
27
Page 28
nl Apparaat bedienen
Programma-voorinstellingen
wijzigen
U kunt de voorinstellingen voor deze
wasbeurt gebruiken of wijzigen.
Druk hiervoor zo vaak op de
betreffende toets tot de gewenste
instelling wordt weergegeven.
De instellingen zijn zonder bevestiging
actief.
Deze blijven na het uitschakelen van de
wasautomaat niet bewaard.
Programmavoorinstellingen ~ Blz. 25
Extra programma-instellingen
kiezen
Door het kiezen van extra instellingen
kunt u het wasprogramma nog beter
aanpassen aan uw wasgoed.
De instellingen kunnen afhankelijk van
de programmavoortgang geselecteerd/
gedeselecteerd worden.
De indicatielampjes van de toesten
branden wanneer de instelling actief is.
De instellingen worden na het
uitschakelen van de wasautomaat niet
bewaard.
Extra programma-instellingen
~ Blz. 26
Wasgoed in de trommel doen
:Waarschuwing
Levensgevaar!
Wasgoed dat vóór het wassen met een
reinigingsmiddel met oplosmiddel (bijv.
vlekkenmiddel of wasbenzine) is
behandeld, kan nadat het in de
wastrommel is gedaan tot een explosie
leiden.
Spoel het wasgoed van te voren
grondig met de hand uit.
Aanwijzingen
■ Doe grote en kleine stukken
wasgoed door elkaar. Stukken
wasgoed van verschillende grootte
worden bij het centrifugeren beter
verdeeld. Afzonderlijke stukken
wasgoed kunnen tot onbalans
leiden.
■ Houdt u aan de aangegeven max.
belading. Overbelading vermindert
het wasresultaat en bevordert
kreukvorming.
1. Voorgesorteerd wasgoed uit elkaar
gevouwen in de trommel doen.
2. Let erop dat er geen wasgoed
tussen vuldeur en rubberen manchet
ingeklemd raakt en sluit de vuldeur.
Was- en verzoringsmiddel
doseren en bijvullen
Attentie!
Schade aan het apparaat
Reinigingsmiddelen en middelen voor
het voorbehandelen van was (bijv.
vlekkenmiddelen, voorwas-sprays,...)
kunnen het oppervlak van de
wasautomaat aantasten wanneer ze
hiermee in aanraking komen.
Breng deze middelen niet in contact
met de oppervlakken van de
wasautomaat. Eventueel
sproeinevelresten en andere restanten/
druppels direct met een vochtige doek
afnemen.
28
Page 29
Apparaat bedienen nl
Doseren
Doseer de was- en
onderhoudsmiddelen overeenkomstig:
■ de waterhardheid, op te vragen bij
uw waterleidingbedrijf
■ de opgaven van de fabrikant op de
verpakking
■ de hoeveelheid wasgoed
■ de mate van verontreiniging
~ Blz. 25
Vullen
:Waarschuwing
Oog-/huidirritaties!
Als de wasmiddellade tijdens het
gebruik wordt geopend, kan er was-/
wasverzorgingsmiddel uit spetteren.
Open de wasmiddellade voorzichtig.
Spoel bij contact met was-/
verzorgingsmiddel goed de ogen uit,
resp. de huid af.
Raadpleeg bij per ongeluk innemen een
arts.
Aanwijzing: Verdun stroperige
wasverzachter en textielversteviger met
water. Dit voorkomt verstoppingen.
Doe de was- en verzorgingsmiddelen in
de juiste compartimenten:
1. Wasmiddellade tot aan de aanslag
uittrekken.
2. Was en/of verzorgingsmiddel erin
doen.
3. Wasmiddellade sluiten.
Doseerhulp* voor vloeibaar wasmiddel
* afhankelijk van model
Plaats de doseerhulp voor vloeibaar
wasmiddel:
1. Wasmiddelade er uit trekken,
inzetstuk naar beneden drukken en
laden er helemaal uitnemen.
2. Inzetstuk naar voren schuiven,
inklikken en naar beneden klappen.
3. Lade er weer inschuiven.
Aanwijzing: Gebruik de doseerhulp
niet bij gelachtige wasmiddelen of
waspoeder en bij programma's met
voorwas, resp. gekozen Klaar in tijd.
Bij modellen zonder inzetstuk vult u
het vloeibare wasmiddel in een
doseerbol en legt u deze in de trommel
Doseerhulp* AVoor vloeibaar wasmiddel
Compartiment II Wasmiddel voor de hoofdwas,
waterontharder, bleekmiddel,
vlekkenzout
Compartiment i Wasverzachter, stijfsel,
max niet overschrijden
Compartiment IWasmiddel voor de voorwas
Starten van het programma
Toets ‹ kiezen. Het indicatielampje
brandt en het programma start.
Op het display wordt tijdens het
programma de Klaar in-tijd of, na het
begin van het wasprogramma, de
programmaduur en de symbolen voor
de voortgang van het programma
weergegeven.
Display ~ Blz. 22
Aanwijzing: Schuimdetectie
Wanneer op het display bovendien het
symbool o verschijnt, dan heeft de
wasautomaat te veel schuim tijdens het
29
Page 30
nl Apparaat bedienen
wasprogramma geconstateerd en
daarna automatisch een extra
spoelbeurt toegevoegd om het schuim
tegen te gaan.
Doseer bij de volgend wasbeurt met
gelijke belading minder wasmiddel.
Wilt u het programma tegen onbedoeld
wijzigen beveiligen, kies dan als volgt
de kinderbeveiliging.
Kinderbeveiliging
(w 3 sec./Sec.)
U kunt de wasautomaat beveiligen
tegen het per ongeluk wijzigen van de
ingestelde functies. Hiervoor na de start
van het programma de
kinderbeveiliging activeren.
Voor het activeren/deactiveren ca.
3 seconden lang tegelijkertijd de
toetsen Centrifugetoerental en Klaar in-tijd selecteren. Op het display
verschijnt het symbool w.
■ w brandt: De kinderbeveiliging is
actief.
■ w knippert: De kinderbeveiliging is
actief en er is aan de
programmakiezer gedraaid. Voor het
deactiveren van de kinderbeveiliging
zet u de programmakiezer terug op
het uitgangsprogramma. Het
symbool brandt weer.
Aanwijzing: Om het afbreken van
het programma te voorkomen, de
programmakiezer hierbij niet over de
Uit-positie heen draaien.
Aanwijzing: De kinderbeveiliging blijft
na programma-einde en uitschakeling
van het apparaat actief. U moet deze
altijd deactiveren, wanneer u een
nieuwe programma wilt starten.
Wasgoed bijvullen
Kies hiervoor toets ‹.
Het indicatielampje van de toets ‹
knippert en de wasautomaat controleert
of bijvullen mogelijk is.
Wanneer op het display:
■ het symbool Õ is uitgegaan, is
bijvullen mogelijk.
■ het symbool Õ brandt, is bijvullen
niet mogelijk.
Kies voor het hervatten van het
programma de toets ‹. Het
programma wordt automatisch hervat.
Aanwijzingen
■ Laat bij het bijvulllen de vuldeur niet
langere tijd open staan - er kan
water uit het wasgoed naar buiten
lopen.
■ Bij een hoog waterniveau, een hoge
temperatuur of een draaiende
trommel blijft de vuldeur om
veiligheidsredenen vergrendeld en is
bijvullen niet mogelijk.
■ De beladingsindicatie is tijdens het
bijvullen niet actief.
Programma wijzigen
1. Toets ‹ kiezen.
2. Een ander programma kiezen.
3. Toets ‹ kiezen. Het nieuwe
programma begint van voren af aan.
Progr. annuleren
Bij programma’s met hoge temperatuur:
1. Toets ‹ kiezen.
2. Wasgoed afkoelen: Spoelen kiezen.
3. Toets ‹ kiezen.
Bij programma’s met lage temperatuur:
1. Toets ‹ kiezen.
2. Centrifugeren/Afpompen kiezen.
3. Toets ‹ kiezen.
Na programmastart kunt u indien
gewenst wasgoed bijvullen of uitnemen.
30
Page 31
Sensoren nl
Programma-einde bij
spoelstop
Op het display verschijnt - - - - 0 en het
indicatielampje van de toets ‹ knippert.
Hervat het programma door:
■ de toets ‹ te kiezen of
■ een centrifugetoerental te kiezen
resp. de programmakiezer op
Centrifugeren/Afpompen te zetten
en dan toets ‹ te kiezen.
Programma-einde
Op het display verschijnt End en het
indicatielampje van de toets ‹ is uit.
Wasgoed uitnemen / apparaat
uitschakelen
1. Vuldeur openen en wasgoed eruit
halen.
2. Programmakiezer op Uit ($) zetten.
Apparaat is uitgeschakeld.
3. Kraan dichtdraaien.
Aanwijzing: Niet nodig bij modellen
met Aquastop.
Aanwijzingen
■ Geen wasgoed achterlaten in de
trommel. Dit kan bij de volgende
wasbeurt krimpen of andere stukken
verkleuren.
■ Eventuele ongewenste voorwerpen
uit de trommel en de rubbermanchet
verwijderen – gevaar van
roestvorming.
■ Rubber manchet droogvegen.
■ Vuldeur en wasmiddellade open
laten zodat het restwater kan
opdrogen.
■ Altijd het programma-einde
afwachten, omdat anders het
apparaat nog vergrendeld kan zijn.
Vervolgens het apparaat inschakelen
en wachten op de ontgrendeling.
■ Wanneer het display na afloop van
het programma niet verlicht is, is de
energiebesparingsmodus actief. Om
het te activeren kiest u een
willekeurige toets.
H Sensoren
Sensoren
Beladingsautomaat
Afhankelijk van het soort textiel en de
belading past de beladingsautomaat
het waterverbruik optimaal aan elk
programma aan.
Onbalans-controlesysteem
Het automatische onbalanscontrolesysteem herkent onbalans en
zorgt door meermaals
aanloopcentrifugeren voor een
gelijkmatige verdeling van het wasgoed.
Bij een zeer ongunstige verdeling van
het wasgoed wordt om
veiligheidsredenen het toerental
verlaagd of wordt er niet
gecentrifugeerd.
Aanwijzing: Kleine en grote stukken
wasgoed in de trommel doen.
~ Blz. 36
31
Page 32
nl Signaalinstelling
M Signaalinstelling
Signaalinstelling
U kunt de volgende instellingen
veranderen:
■ het volume voor de
instructiesignalen (bijv. aan het
programma-einde) en/of
■ het volume voor de toetssignalen.
Voor het wijzigen van de instellingen
moet u eerst altijd de instelmodus
activeren.
3RVLWLHV
Instelmodus activeren
1. Programma Katoen op positie 1
kiezen. De wasautomaat is
ingeschakeld.
2. Toets ‹ indrukken en tegelijkertijd
de programmakiezer verder naar
rechts naar positie 2 draaien. Toets
loslaten.
De instelmodus is geactiveerd en op het
display verschijnt het vooringestelde
volume voor de instructiesignalen (bijv.
aan het programma-einde).
Volume wijzigen
Met de toets Klaar in-tijd verandert u op
de programmakiezer-posities:
Bij contact met onderdelen die onder
spanning staan bestaat het risico van
een elektrische schok.
Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact.
:Waarschuwing
Kans op vergiftiging!
Door oplosmiddelhoudende
reinigingsmiddelen zoals wasbenzine
kunnen giftige dampen ontstaan.
Gebruik geen oplosmiddelhoudende
reinigingsmiddelen.
Attentie!
Schade aan het apparaat
Oplosmiddelhoudende
reinigingsmiddelen, zoals bijv.
wasbenzine, kunnen oppervlakken en
onderdelen van het apparaat aantasten.
Gebruik geen oplosmiddelhoudende
reinigingsmiddelen.
Zo voorkomt u biofilmvorming en
geuroverlast:
Aanwijzingen
■ Zorg voor een goede ventilatie van
de ruimte waarin de wasautomaat is
geplaatst.
■ Laat de vuldeur en de
wasmiddellade iets open staan
wanneer de wasautomaat niet
gebruikt wordt.
■ Was af en toe met een Katoen 60
°C-programma, gebruik makend van
een poederwasmiddel voor
hoofdwas.
Instelmodus afronden
U kunt de procedure nu beëindigen en
de programmakiezer op Uit ($) zetten.
De instellingen zijn opgeslagen.
32
Page 33
Reinigen en onderhouden nl
Buitenkant van het apparaat/
Bedieningspaneel
■ Neem de behuizing en het
bedieningspaneel af met een zachte,
vochtige doek.
■ Wasmiddelresten onmiddellijk
verwijderen.
■ Reinigen met een waterstraal
verboden.
Wastrommel
Gebruik een chloorvrij reinigingsmiddel,
geen staalwol.
Bij geurvorming in de wasautomaat, of
om de trommel te reinigen, afhankelijk
van het model programma Trommel reinigen90 °C of Katoen90 °C zonder
wasgoed uitvoeren. Gebruik daarbij een
poederwasmiddel.
Ontkalken
Bij een correcte dosering van het
wasmiddel is ontkalken niet nodig.
Indien toch: te werk gaan volgens de
opgaven van de fabrikant van het
ontkalkingsmiddel. Geschikte
ontkalkers zijn verkrijgbaar via onze
website of via de servicedienst.
3. Inspoellade en inzetstuk met water
en een borstel reinigen en afdrogen.
Ook de behuizing van binnen
reinigen.
4. Inzetstuk plaatsen en vastklikken
(cilinder op geleidestift steken).
5. Wasmiddellade erin schuiven.
Aanwijzing: Wasmiddellade open
laten, zodat het resterende vocht kan
opdrogen.
Afvoerpomp verstopt
:Waarschuwing
Risico van verbranding!
Zeepsop wordt heet bij het wassen op
hoge temperaturen. Door contact met
heet zeepsop kunnen brandwonden
ontstaan.
Laat het zeepsop afkoelen.
1. De waterkraan dichtdraaien, zodat er
geen water meer toestroomt dat via
de afvoerpomp afgevoerd moet
worden.
2. Apparaat uitschakelen. Stekker uit
het stopcontact halen.
3. Onderhoudsklep openen en eraf
halen.
Wasmiddellade en behuizing
Als er resten wasmiddel of
wasverzachter aanwezig zijn:
1. wasmiddellade uittrekken. Inzetstuk
naar beneden drukken en de lade er
helemaal uithalen.
2. Inzetstuk eruit halen: met de vinger
van beneden naar boven drukken.
4. Aftapslang uit de houder halen.
Stopje verwijderen, zeepsop in een
geschikte opvangbak laten stromen.
Stopje erin drukken en aftapslang in
de houder zetten.
33
Page 34
nl Reinigen en onderhouden
5. Pompdeksel voorzichtig
losschroeven, er kan restwater uit
lopen.
Binnenruimte, schroefdraad van het
pompdeksel en pomphuis reinigen.
De waaier van de pomp moet
gedraaid kunnen worden.
Pompdeksel weer plaatsen en
vastschroeven. De handgreep staat
verticaal.
6. Serviceklep plaatsen, inklikken en
sluiten.
Aanwijzing: Om te voorkomen dat bij
de volgende wasbeurt ongebruikt
wasmiddel in de afvoer loopt, raden wij
u het volgende aan: 2 liter water in
compartiment II gieten en het
programma Afpompen starten.
Afvoerslang aan de sifon
verstopt
4. Afvoerslang weer erop plaatsen en
de aansluiting met een slangklem
vastzetten.
Zeef in de watertoevoer
verstopt.
Verlaag hiervoor eerst de waterdruk in
de toevoerslang:
1. Kraan dichtdraaien.
2. Willekeurig programma kiezen
(behalve Spoelen/Centrifugeren/
Afpompen).
3. Toets ‹ kiezen. Programma ca. 40
seconden laten draaien.
4. Programmakiezer op Uit ($) zetten.
Stekker uit het stopcontact halen.
5. Zeef van de waterkraan reinigen:
Slang loskoppelen van de kraan.
Zeef met een borsteltje reinigen.
6. Bij de modellen Standard en Aqua-
Secure de zeef aan de achterkant
van het apparaat reinigen:
Slang aan de achterkant van het
apparaat eraf halen,
Zeef met een tang eruit halen en
schoonmaken.
1. Apparaat uitschakelen. Stekker uit
de wandcontactdoos nemen.
2. Slangenklem losmaken. Afvoerslang
er voorzichtig aftrekken, er kan
resterend water uit lopen.
3. Afvoerslang en aansluitstuk van de
sifon schoonmaken.
34
7. Slang weer aansluiten en op
dichtheid controleren.
Page 35
Storingen, wat te doen? nl
3 Storingen, wat te
doen?
Storingen, wat te doen?
Noodontgrendeling
bijv. bij een stroomstoring.
Het programma wordt hervat als er
weer stroom is.
Als het wasgoed toch uit de trommel
gehaald moet worden, dan kan de
vuldeur geopend worden zoals hierna
beschreven:
:Waarschuwing
Risico van verbranding!
Bij het wassen met hoge temperaturen
kunnen er bij aanraking met heet
zeepsop en wasgoed brandwonden
ontstaan.
Eventueel eerst laten afkoelen.
:Waarschuwing
Risico van letsel!
Wanneer u met uw handen in de
draaiende trommel komt, kunt u letsel
oplopen.
Niet met uw handen in de draaiende
trommel komen.
Wacht tot de trommel niet meer draait.
Attentie!
Waterschade
Wegstromend water kan tot
waterschade leiden.
De vuldeur niet openen zolang er water
achter het glas te zien is.
1. Apparaat uitschakelen. Stekker uit
de wandcontactdoos nemen.
2. Zeepsop laten weglopen
.
3. Noodontgrendeling met een tang of
iets dergelijks naar beneden trekken
en loslaten.
Hierna kan de vuldeur geopend
worden.
Aanwijzingen op het display
IndicatieOorzaak/Oplossing
Õ brandt■ Temperatuur te hoog. Wachten tot de temperatuur is gedaald.
■ Waterniveau te hoog. Bijvullen van wasgoed niet mogelijk. Eventueel vuldeur
direct sluiten. Toets ‹ kiezen om het programma te hervatten.
Õ knippert■ Wasgoed eventueel ingeklemd. Vuldeur a.u.b. nogmaals openen en sluiten en
toets ‹ kiezen.
■ Eventueel de vuldeur dichtdrukken of wasgoed verwijderen en de deur
opnieuw dichtdrukken.
■ Eventueel apparaat uit- en weer inschakelen; programma instellen en individu-
ele instellingen uitvoeren; programma starten.
| brandt■ Waterkraan voor koud water helemaal open draaien.
■ Toevoerslang is geknikt of zit klem. De manier waarop de slang is gelegd cor-
rigeren.
■ Waterdruk te laag. Zeef schoonmaken. ~ Blz. 34
wKinderbeveiliging geactiveerd; deactiveren.
35
Page 36
nl Storingen, wat te doen?
IndicatieOorzaak/Oplossing
o brandtTe veel schuim herkend, extra spoelbeurten toegevoegd. Doseer bij de volgend
wasbeurt met gelijke belading minder wasmiddel. ~ Blz. 29
: van de Klaar in-tijd
Netspanning te laag.
knippert
. van de Klaar in-tijd
knippert
Onderspanning in het wasprogramma.
Het programma wordt verlengd.
Geen fout – het water bevindt zich onderin en is daardoor niet te zien.
zichtbaar.
Centrifugeresultaat niet
naar tevredenheid.
Wasgoed nat/te vochtig.
Meermalen beginnen met
■ Geen fout - het onbalans controlesysteem heeft het centrifugeren afgebro-
ken wegens ongelijkmatige verdeling van het wasgoed.
Kleine en grote stukken wasgoed verdelen over de trommel.
■ Anti-kreuk (afhankelijk van model) gekozen?
■ Te laag centrifugetoerental gekozen?
Geen fout – het onbalans controlesysteem heft de onbalans op.
centrifugeren.
Programmaduur langer
dan gewoonlijk.
■ Geen fout - het onbalans controlesysteem heft de onbalans op door het
wasgoed meermaals te verdelen.
■ Geen fout – schuimcontrolesysteem actief – er wordt een extra spoelbeurt
uitgevoerd.
De programmaduur verandert tijdens de wascyclus.
Resterend water in compartiment i voor verzor-
Geen fout – het programmaverloop wordt geoptimaliseerd voor het betreffende
wasproces. Dit kan leiden tot een verandering van de programmaduur op het
display.
■ Geen fout - werking van het verzorgingsmiddel wordt niet beïnvloed.
■ Eventueel het inzetstuk reinigen.
gingsmiddel.
Geurvorming in de wasautomaat.
Afhankelijk van het model programma Trommel reinigen of Katoen 90 °C
zonder wasgoed uitvoeren.
Gebruik daarbij een poederwasmiddel of een bleekmiddelhoudend wasmiddel.
Aanwijzing: Ter voorkoming van schuimvorming slechts de helft van de door
de wasmiddelproducent aanbevolen hoeveelheid wasmiddel gebruiken. Gebruik geen wol- of fijnwasmiddel.
Symbool o gaat branden op het display. Er
komt eventueel schuim
uit de wasmiddellade.
Teveel wasmiddel gebruikt?
Een eetlepel wasverzachter met 1/2 l water mengen en in compartiment II
doen (niet bij outdoor- en sportkleding en textiel met dons!).
Bij de volgende was minder wasmiddel gebruiken.
Storingen, wat te doen? nl
37
Page 38
nl Servicedienst
StoringenOorzaak/Oplossing
Harde geluiden, trillingen
en „wandelen” tijdens het
centrifugeren.
■ Is het apparaat afgesteld? Apparaat afstellen. ~ Blz. 17
■ Zijn de voetjes vastgezet? Voetjes van het apparaat vastzetten. ~ Blz. 17
■ Doet de storing zich vaker voor, servicedienst inschakelen.
■ Soms bevatten fosfaatvrije wasmiddelen resten die niet in water oplosbaar
zijn.
■ Spoelen kiezen of wasgoed na het wassen uitborstelen.
■ Waterniveau te hoog. Bijvullen van wasgoed niet mogelijk. Eventueel vul-
deur direct sluiten.
■ Toets ‹ kiezen om het programma te hervatten.
De vuldeur is ontgrendeld. Bijvullen van wasgoed mogelijk.
het symbool Õ op het
display uit.
Wanneer u een storing niet zelf kunt verhelpen (na uit-/inschakelen) of wanneer een reparatie noodzakelijk
is:
■ Apparaat uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken.
■ Kraan dichtdraaien en de servicedienst inschakelen.
4 Klantenservice
Servicedienst
Neem wanneer u de storing niet zelf
kunt verhelpen a.u.b. contact op met
onze Servicedienst. ~ Omslagpagina
Wij vinden altijd een passende
oplossing, ook om een onnodig bezoek
van een monteur te voorkomen.
Aan de servicedienst dient u het
typenummer (E-Nr.) en het
fabricagenummer (FD) van de machine
op te geven.
(1U)'
E-nr.Typenummer
FDFabricagenummer
38
Deze gegevens vindt u *afhankelijk van
het model:
aan de binnenkant van de vuldeur* / de
geopende serviceklep* en aan de
achterkant van het apparaat..
Vertrouw op de competentie van de
fabrikant.
Neem contact met ons op. Zo weet u
zeker dat de reparatie wordt uitgevoerd
door goed opgeleide servicemonteurs
die de beschikking hebben over
originele reserve-onderdelen.
Page 39
Technische gegevens nl
J Technische gegevens
Technische gegevens
Afmetingen:
60 x 55 x 85 cm
(breedte x diepte x hoogte)
Gewicht:
66 - 73 kg*
Netaansluiting:
Nominale spanning: 220-240 V / 50 Hz
Nominale stroom: 10 A
Nominaal vermogen: 1900 - 2300 W
Waterdruk:
100 - 1000 kPa (1-10 bar)
Opgenomen vermogen in
uitgeschakelde toestand:
0,12 W
Opgenomen vermogen in niet
uitgeschakelde toestand:
0,58 W
* afhankelijk van het model
r Aquastop-garantie
Aqua-Stop-garantie
Alleen voor apparaten met Aqua-Stop
Als aanvulling op de garantieregeling
voor de koper voortvloeiend uit de
koopovereenkomst en aanvullend op
onze apparaatgarantie, wordt u
schadeloos gesteld als aan
onderstaande voorwaarden wordt
voldaan:
1. Als door een storing in het Aqua-
Stop-systeem waterschade wordt
veroorzaakt, dan vergoeden wij de
schade van particuliere gebruikers.
2. De aansprakelijkheidsgarantie geldt
voor de levensduur van het
apparaat.
3. Voorwaarde voor aanspraak op
garantie is dat het apparaat met
Aqua-Stop vakkundig en
overeenkomstig ons
installatievoorschrift is opgesteld en
aangesloten; hiertoe behoort ook de
vakkundige verlenging van de AquaStop (origineel toebehoren).
Onze garantie heeft geen betrekking
op defecte toevoerleidingen of
armaturen tot aan de Aquastopaansluiting op de kraan.
4. Tijdens het gebruik van een
apparaat met Aqua-Stop hoeft u er in
principe niet bij te blijven resp. na
het gebruik om veiligheidsredenen
de kraan dicht te draaien.
Alleen bij langere afwezigheid,
bijvoorbeeld als u een paar weken
op vakantie gaat, moet de kraan
worden dichtgedraaid.
39
Page 40
Verzoek om reparatie en advies bij storingen
NL088 424 4020
B070 222 142
De contactgegevens in alle landen vindt u in de bijgesloten lijst met
Servicedienstadressen.
BSH Hausgeräte GmbH
Carl-Wery-Straße 34
81739 München
GERMANY