SIEMENS WM14T3K3FG User Manual [nl]

Page 1

Wasmachine

WM...

siemens-home.bsh-group.com/welcome
nl *HEUXLNVDDQZLM]LQJHQSODDWVLQJVKDQGOHLGLQJ
Register your product online
Page 2

Uw nieuwe wasmachine

U hebt gekozen voor een premium wasmachine van het merk Siemens.
Neem a.u.b. een paar minuten de tijd om dit te lezen en zo de voordelen van uw wasmachine te leren kennen.
Om aan de hoge kwaliteitsstandaard van het merk Siemens te voldoen, is de werking en de onberispelijke toestand van elke wasmachine die onze fabriek verlaat, zorgvuldig getest.
Verdere informatie over onze producten, toebehoren, reserveonderdelen en Service onder www.siemens-home.bsh­group.com of neem contact op met onze Servicedienst.
Waar de gebruiksaanwijzing/ installatievoorschrift verschillende modellen beschrijft, wordt op de desbetreffende punten op de verschillen gewezen.
De wasmachine pas na het lezen van de gebruiksaanwijzing en installatievoorschrift in gebruik nemen!

Weergaveregels

: Waarschuwing!

Deze combinatie van symbool en signaalwoord wijst op een mogelijke gevaarlijke situatie. Niet aanhouden kan de dood of ernstig letsel tot gevolg hebben.

Attentie!

Dit signaalwoord wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie. Niet aanhouden kan materiële schade of schade aan het milieu tot gevolg hebben.

Aanwijzing/tip

Aanwijzingen voor optimaal gebruik van het apparaat / nuttige informatie.

1. 2. 3. / a) b) c)

Handelingsstappen wroden voorafgegaan door getallen of letters.
/ -
Opsommingen worden door een vakje of een schuine streep voorafgegaan.
2
Page 3
nl
Inhoudsopgave
nlGebruiksaanwijzing en plaatsingshandleiding
8 Bedoeld gebruik. . . . . . . . . . . . . .4
( Veiligheidsinstructies . . . . . . . . .4
Kinderen/mensen/huisdieren . . . . . . . 4
Installatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Reiniging/Onderhoud . . . . . . . . . . . . 10
7 Mileubescherming . . . . . . . . . . .11
Verpakking/Oude apparaat . . . . . . . 11
Besparingstips . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
5 Plaatsen en aansluiten . . . . . . .12
Inhoud van de verpakking . . . . . . . . 12
Veiligheidsvoorschriften. . . . . . . . . . 12
De juiste plaats . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Plaatsing op een verhoging of op
een houten vloer. . . . . . . . . . . . . . . . 13
Opstellen op een verhoging met
lade. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Onder-/inbouw van het apparaat
in een rij keukenmeubelen . . . . . . . . 13
Transportbeveiligingen verwijderen. . 13 Lengte van de slang en
aansluitkabel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Watertoevoer . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Waterafvoer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Stellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . 17
Vóór de eerste was. . . . . . . . . . . . . . 18
Transporteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
* Apparaat leren kennen . . . . . . .20
Wasmachine . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . 21
Display . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Z Wasgoed. . . . . . . . . . . . . . . . . . .23
Wasgoed voorbereiden . . . . . . . . . . 23
Wasgoed sorteren . . . . . . . . . . . . . . 23
Stijven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Verven/Ontkleuren . . . . . . . . . . . . . . 24
Inweken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
C Wasmiddel . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Juiste wasmiddelkeuze . . . . . . . . . . .24
Energie en wasmiddel besparen . . . .25
0 Programmavoorinstellingen. . . 25
Temperatuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25
Centrifugetoerental . . . . . . . . . . . . . .25
Klaar in-tijd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
\ Extra programma-
instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . 26
speed I eco . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
Anti-kreuk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27
Water&Spoelen+ . . . . . . . . . . . . . . . .27
Voorwas . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27
1 Apparaat bedienen . . . . . . . . . . 27
Wasmachine voorbereiden . . . . . . . .27
Programma kiezen/Apparaat
inschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27
Programma-voorinstellingen
wijzigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
Extra programma-instellingen
kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
Wasgoed in de trommel doen . . . . . .28
Was- en verzoringsmiddel doseren
en bijvullen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
Starten van het programma. . . . . . . .29
Kinderbeveiliging. . . . . . . . . . . . . . . .30
Wasgoed bijvullen . . . . . . . . . . . . . . .30
Programma wijzigen . . . . . . . . . . . . .30
Progr. annuleren . . . . . . . . . . . . . . . .30
Programma-einde bij spoelstop. . . . .31
Programma-einde . . . . . . . . . . . . . . .31
Wasgoed uitnemen / apparaat
uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31
H Sensoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Beladingsautomaat . . . . . . . . . . . . . .31
Onbalans-controlesysteem . . . . . . . .31
M Signaalinstelling . . . . . . . . . . . . 32
3
Page 4
nl Bedoeld gebruik
2 Reinigen en onderhouden . . . . 32
Buitenkant van het apparaat/
Bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . 33
Wastrommel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Ontkalken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Wasmiddellade en behuizing. . . . . . 33
Afvoerpomp verstopt . . . . . . . . . . . . 33
Afvoerslang aan de sifon verstopt . . 34 Zeef in de watertoevoer verstopt. . . 34
3 Storingen, wat te doen? . . . . . . 35
Noodontgrendeling . . . . . . . . . . . . . 35
Aanwijzingen op het display . . . . . . 35
Wat te doen bij storingen?. . . . . . . . 36
4 Klantenservice . . . . . . . . . . . . . 38
J Technische gegevens . . . . . . . 39
r Aquastop-garantie . . . . . . . . . . 39

8 Bedoeld gebruik

Bedoeld gebruik

Dit apparaat is uitsluitend bedoeld
voor huishoudelijk gebruik.
Dit apparaat niet installeren op
plekken waar vorst op kan treden en/of bij buitenomstandigheden. Er bestaat een risico dat het apparaat beschadigd raakt wanneer restwater er in bevriest. Wanneer slangen bevriezen, kunnen ze barsten/ knappen.
Dit apparaat mag alleen worden
gebruikt voor het wassen van huishoudelijk wasgoed, bestaande uit machinewasbare items en met de hand wasbaar wol (zie label) op het item. Gebruik van het apparaat voor enige andere toepassing dan het bedoelde gebruik is verboden.
Dit apparaat is geschikt voor gebruik
met leidingwater en in de handel verkrijgbare wasmiddelen en verzorgingsproducten (moeten geschikt zijn voor gebruik in wasmachines).
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik
tot op een maximale hoogte van 4000 m boven zeeniveau.
Voordat u het apparaat inschakelt:
Controleer of er geen zichtbare schade is aan het apparaat. Gebruik het apparaat niet wanneer het is beschadigd. Mocht u problemen tegenkomen, neem dan contact op met uw dealer of onze klantenservice.
Lees en volg de bedienings- en installatie-instructies en alle andere informatie op die is meegeleverd met dit apparaat.
Bewaar de documenten voor later gebruik of voor volgende eigenaren.

( Veiligheidsinstructies

Veiligheidsinstructies

De volgende veiligheids­informatie en waarschuwingen worden geboden om u te beschermen tegen letsel en materiële schade van uw omgeving te voorkomen.
Het is echter belangrijk om de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen te nemen en de benodigde zorgvuldigheid in acht te nemen bij het installeren, onderhouden, reinigen en bedienen van het apparaat.

Kinderen/mensen/huisdieren

:Waarschuwing
Kans op dodelijk letsel!
Kinderen en andere mensen die niet in staat zijn de risico's in te schatten van het gebruik van het apparaat kunnen zichzelf verwonden of in levensgevaarlijke situaties terecht komen. Daarom opgelet a.u.b.:
4
Page 5
Veiligheidsinstructies nl
Het apparaat kan worden
gebruikt door kinderen ouder dan 8 jaar en door personen met verminderde fysieke-, sensorische- of mentale capaciteiten of door personen met een gebrek aan ervaring of kennis, mits er toezicht is of ze instructies hebben gehad over het correcte veilige gebruik van het apparaat en de potentiële gevaren van het gebruik van het apparaat hebben begrepen.
Kinderen mogen niet met dit
apparaat spelen.
Laat kinderen dit apparaat
niet reinigen of onderhouden zonder toezicht.
Houd kinderen onder de 3
jaar en huisdieren uit de buurt van dit apparaat.
Laat het apparaat niet zonder
toezicht wanneer kinderen of andere mensen die niet in staat zijn de risico's in te schatten in de buurt zijn.
:Waarschuwing
Kans op dodelijk letsel!
Kinderen kunnen zichzelf insluiten in apparaten en zo in een levensgevaarlijke situaties raken.
Plaats het apparaat niet
achter een deur, omdat dit de deur van het apparaat kan blokkeren of kan verhinderen dat de deur volledig opent.
Wanneer een apparaat het
einde van haar levensduur heeft bereikt, trek dan de stekker uit het stopcontact voordat u de aansluitkabel doorknipt, en maak vervolgens het slot van de deur van het apparaat onklaar.
:Waarschuwing
Kans op verstikking!
Wanneer kinderen mogen spelen met verpakkingsfolie of kunststof folie of verpakkingsonderdelen dan kunnen ze er in verstrikt raken of deze over hun hoofd trekken en stikken. Houd verpakkingsmateriaal, kunststof folie en verpakkingsonderdelen uit de buurt van kinderen.
:Waarschuwing
Kans op vergiftiging!
Wasmiddelen en verzorgingsproducten kunnen resulteren in vergiftiging wanneer ze worden ingenomen. Raadpleeg een arts in geval van per ongeluk innemen. Houd wasmiddelen en verzorgingsproducten buiten het bereik van kinderen.
:Waarschuwing
Kans op brandwonden!
Bij het wassen op hoge temperatuur wordt het glas in de deur van het apparaat heet.
5
Page 6
nl Veiligheidsinstructies
Laat kinderen niet de deur van het apparaat aanraken wanneer deze heet is.
:Waarschuwing
Oog-/huidirritatie!
Contact met wasmiddelen of verzorgingsproducten kan irritatie aan ogen of huid veroorzaken. Spoel ogen of huid grondig wanneer deze in contact komen met wasmiddel of de verzorgingsproducten. Houd wasmiddelen en verzorgingsproducten buiten het bereik van kinderen.

Installatie

:Waarschuwing
Kans op elektrische schok / brand / materiële schade / schade aan het apparaat!
Wanneer het apparaat niet correct wordt geïnstalleerd, dan kan dit leiden tot een gevaarlijke situatie. Waarborg het volgende:
Dat de netspanning op uw
stopcontact overeenkomt met de nominale spanning die is vermeld op het apparaat (typeplaat). De aangesloten lasten en de benodigde zekeringwaarde zijn vermeld op het identificatieplaatje.
Dat de netstekker en het
randaarde stopcontact met elkaar overeenstemmen en dat de randaarde correct is geïnstalleerd.
Dat de elektrische installatie
aders heeft van voldoende grote diameter.
Dat de netstekker te allen
tijde vrij toegankelijk is. Wanneer het niet mogelijk is te voldoen aan de relevante regelgeving, dan moet een schakelaar (2-polige uitschakelaar) worden ingebouwd in de permanente installatie, overeenkomstig de regelgeving voor elektrische installaties.
Bij gebruik van een
aardlekschakelaar uitsluitend een exemplaar gebruiken met het volgende symbool: z. De aanwezigheid van dit symbool is de enige manier om er zeker van te zijn dat deze voldoet aan alle geldende regelgeving.
:Waarschuwing
Kans op elektrische schok / brand / materiële schade / schade aan het apparaat!
Wanneer de aansluitkabel van het apparaat is gewijzigd of beschadigd, dan kan dit leiden tot een elektrische schok, kortsluiting of brand als gevolg van oververhitting. De aansluitkabel mag niet worden geknikt, gekneld of gewijzigd en mag niet in
6
Page 7
Veiligheidsinstructies nl
contact komen met hittebronnen.
:Waarschuwing
:Waarschuwing
Kans op letsel!
Het apparaat is heel zwaar.
Kans op brand / materiële schade / schade aan het apparaat!
Het gebruik van verlengsnoeren of
Kans op letsel!
Het apparaat heeft scherpe
stekkerdozen kan leiden tot brand door oververhitting of kortsluiting. Sluit het apparaat direct aan op een geaard stopcontact dat correct is geïnstalleerd. Gebruik geen verlengsnoeren, stekkerdozen of meerweg­stopcontacten.
Kans op letsel!
Wanneer de slangen en
:Waarschuwing
Kans op letsel / materiële schade / schade aan het apparaat!
Het apparaat kan trillen of
verplaatsen tijdens bedrijf, hetgeen potentieel kan leiden tot letsel of materiële schade. Plaats het apparaat op een schone, gelijkmatige en stevige ondergrond en stel het horizontaal m.b.v. de stelvoeten en een waterpas.
Kans op letsel / materiële schade / schade aan het apparaat!
Wanneer u gebruik maakt
van uitstekende delen van het apparaat (bijv. de deur van het apparaat) om het te tillen of te verplaatsen, dan kunnen deze onderdelen afbreken en letsel veroorzaken. Het apparaat niet aan
uitstekende delen beetpakken om het apparaat te verplaatsen.
Attentie! Materiële schade / schade aan
het apparaat
Wanneer de waterdruk te
Materiële schade / schade aan het apparaat
Het optillen kan leiden tot letsel. Til het apparaat niet in uw eentje op.
randen waaraan u uw handen kunt snijden. Pak het apparaat niet beet aan de scherpe randen. Draag beschermende handschoenen om het op te tillen.
aansluitkabel niet juist zijn geleid, dan kunnen deze een struikelgevaar vormen, hetgeen tot letsel kan leiden. Leid slangen en kabels dusdanig dat ze geen struikelgevaar vormen.
hoog of te laag is, dan kan het zijn dat het apparaat niet in staat is goed te werken en het kan ook leiden tot materiële schade of schade aan het apparaat. Zorg er voor dat de waterdruk in de water­toevoer tenminste 100 kPa (1 bar) is en niet hoger dan 1000 kPa (10 bar).
7
Page 8
nl Veiligheidsinstructies
Wanneer de waterslangen
zijn gewijzigd of beschadigd dan kan dit leiden tot materiële schade of schade aan het apparaat. De waterslangen moeten niet worden geknikt, bekneld, gewijzigd of beschadigd.
Materiële schade / schade aan het apparaat
Het gebruik van slangen
geleverd door andere merken voor het aansluiten van de watertoevoer kan resulteren in materiële schade of schade aan het apparaat. Gebruik uitsluitend de slangen die zijn meegeleverd met het apparaat of originele reserveslangen.
Materiële schade / schade aan het apparaat
Het apparaat is beveiligd
voor transport met behulp van transportvergrendelingen. Wanneer de transportvergrendelingen niet worden verwijderd voordat het apparaat wordt gebruikt dan kan dit leiden tot schade aan het apparaat. Het is belangrijk om alle transportvergrendelingen volledig te verwijderen voordat u het apparaat voor de eerste keer gebruikt. Zorg er voor dat u deze transportvergrendelingen afzonderlijk bewaard. Het is belangrijk om de transportvergrendelingen weer aan te brengen wanneer het apparaat moet worden getransporteerd, om schade aan het apparaat tijdens het vervoer te voorkomen.

Bediening

:Waarschuwing
Kans op explosies/brand!
Wasgoed dat is voorbehandeld met reinigingsmiddelen die oplosmiddelen bevatten, bijv. vlekverwijderaars / schoonmaakoplosmiddelen, kunnen leiden tot een explosie nadat ze in de trommel zijn gedaan. Spoel het wasgoed grondig met water, voordat u het in de machine wast.
:Waarschuwing
Kans op vergiftiging!
Er kunnen giftige dampen vrijkomen door reinigingsmiddelen die oplosmiddelen bevatten, bijv. reinigingsoplosmiddel. Gebruik geen reinigingsmiddelen die oplosmiddelen bevatten.
:Waarschuwing
Kans op letsel!
Wanneer u leunt, of zit op de
deur van het apparaat wanneer deze open is, dan kan het apparaat kantelen, hetgeen tot letsel kan leiden. Leun niet met uw gewicht op de deur van het apparaat wanneer het open is.
Kans op letsel!
Wanneer u op het apparaat
klimt, kan het werkblad breken, hetgeen kan leiden tot letsel. Klim niet op het apparaat.
8
Page 9
Veiligheidsinstructies nl
Kans op letsel!
Wanneer u in de trommel
grijpt terwijl deze nog steeds draait, dan loopt u het risico letsel aan uw handen op te lopen. Wacht totdat de trommel niet meer draait.
:Waarschuwing
Kans op brandwonden!
Bij wassen bij hoge temperaturen bestaat een risico op verbranding wanneer u in contact komt met wassop (bijv. bij het afvoeren van heet wassop in een wasbak). Grijp niet in het hete wassop.
:Waarschuwing
Oog-/huidirritatie!
Wasmiddel en verzorgingsproducten kunnen er uit spatten wanneer de wasmiddellade wordt geopend terwijl het apparaat in bedrijf is. Spoel ogen of huid grondig wanneer deze in contact komen met wasmiddel of de verzorgingsproducten. Raadpleeg een arts in geval van per ongeluk innemen.
Attentie! Materiële schade / schade aan
het apparaat
Wanneer de hoeveelheid
wasgoed in het apparaat de maximum beladingscapaciteit overschrijdt, dan kan het zijn dat de machine niet goed kan functioneren of het kan leiden tot materiële schade of schade aan het apparaat. Overschrijd niet de maximale beladingscapaciteit van droog wasgoed. Zorg er voor dat u voldoet aan de maximum beladingscapaciteiten die zijn gespecificeerd voor elk van de programma's Aanvullend blad voor de bedienings- en installatie­instructies.
Materiële schade / schade aan het apparaat
Wanneer u de verkeerde
hoeveelheid wasmiddel of reinigingsmiddel in het apparaat doet, dan kan dit leiden tot materiële schade of schade aan het apparaat. Gebruik wasmiddelen / verzorgingsproducten / reinigingsmiddelen en wasverzachters overeenkomstig de instructies van de fabrikant.
9
Page 10
nl Veiligheidsinstructies

Reiniging/Onderhoud

:Waarschuwing
Kans op dodelijk letsel!
Het apparaat wordt gevoed door elektriciteit. Er is sprake van een kans op een elektrische schok wanneer u in contact komt met componenten die onder spanning staan. Daarom opgelet a.u.b.:
Schakel het apparaat uit.
Koppel het apparaat los van de voeding (trek de stekker uit het stopcontact).
De netstekker nooit
aanraken of beetpakken met natte handen.
Pak bij het verwijderen van
de stekker uit het stopcontact altijd de stekker zelf beet en nooit de aansluitkabel, omdat anders hierdoor de aansluitkabel beschadigd kan raken.
Voer geen technische
modificaties uit aan het apparaat of kenmerken daarvan.
Reparaties en andere
werkzaamheden aan het apparaat mogen alleen worden uitgevoerd door onze klantenservice of door een elektricien. Dit geldt ook voor het vervangen van de aansluitkabel (indien nodig).
Reserve aansluitkabels
kunnen worden besteld via onze klantenservice.
:Waarschuwing
Kans op vergiftiging!
Er kunnen giftige dampen vrijkomen door reinigingsmiddelen die oplosmiddelen bevatten, bijv. reinigingsoplosmiddel. Gebruik geen reinigingsmiddelen die oplosmiddelen bevatten.
:Waarschuwing
Kans op elektrische schok / materiële schade / schade aan het apparaat!
Wanneer vocht het apparaat binnendringt, dan kan dit leiden tot kortsluiting. Gebruik geen hogedrukspuit, stoomreiniger, waterslang of spuitpistool voor het reinigen van uw apparaat.
:Waarschuwing
Kans op letsel / materiële schade / schade aan het apparaat!
Het gebruik van reserve­onderdelen en accessoires geleverd door andere merken is gevaarlijk en kan leiden tot letsel, materiële schade of schade aan het apparaat. Gebruik vanwege veiligheidsredenen uitsluitend originele reserve-onderdelen en accessoires.
10
Page 11
Milieubescherming nl
Attentie! Materiële schade / schade aan
het apparaat
Reinigingsmiddelen en middelen voor het voorbehandelen van wasgoed (bijv. vlekkenverwijderaars, voorwassprays etc.) kunnen schade veroorzaken wanneer ze in contact komen met oppervlakken van het apparaat. Daarom opgelet a.u.b.:
Laat deze middelen niet in
contact komen met de oppervlakken van het apparaat.
Reinig het apparaat met
uitsluitend water en een zachte, vochtige doek.
Verwijder eventueel
wasmiddel, spray of andere resten ogenblikkelijk.

7 Mileubescherming

Milieubescherming

Verpakking/Oude apparaat

)
De verpakking milieuvriendelijk afvoeren. Dit apparaat is overeenkomstig de Europese richtlijn 2012/19/ EG voor afgedankte elektrische en elektronische apparaten van toepassing (waste electrical and electronic equipment – WEEE) gemarkeerd. Deze richtlijn vormt voor de gehele EU een kader voor de terugname en recycling van oude apparaten.

Besparingstips

Maximale hoeveelheid wasgoed van
het betreffende programma benutten. Programma-overzicht ~ bijblad over gebruikershandleiding en installatievoorschrift
Normaal verontreinigd wasgoed
wassen zonder voorwas.
U kunt bij licht en normaal
verontreinigde was besparen op energie en wasmiddel. ~ Blz. 25
Zie de textiellabels voor de keuze
van de temperatuur. De temperatuur in de machine kan hiervan afwijken om een optimale combinatie van energiebesparing en wasresultaat te waarborgen.
Aanwijzing voor het
energieverbruik*: ~ Blz. 22 De indicatie geeft informatie over de relatieve hoogte van het energieverbruik in de gekozen programma's. Hoe meer indicatielampjes branden, des te hoger is het betreffende verbruik. Zo kunt u het verbruik van de programma's bij de keuze van verschillende programma­instellingen vergelijken en eventueel kiezen voor een energiebesparende programma-instelling. * afhankelijk van model
Energiebesparingsmodus:
verlichting van het display dooft na enkele minuten, toets ‹ knippert. Om de verlichting te activeren een willekeurige toets kiezen. De energiebesparings-modus wordt niet geactiveerd wanneer er een programma loopt.
Als het wasgoed aansluitend in de
wasdroger wordt gedroogd: centrifugetoerental kiezen volgens de gebruiksaanwijzing bij de droogautomaat.
11
Page 12
nl Plaatsen en aansluiten

5 Plaatsen en aansluiten

Plaatsen en aansluiten

Inhoud van de verpakking

Aanwijzing: Controleer de machine op transportschade. Een beschadigd apparaat
nooit in gebruik nemen. Voor klachten kunt u terecht bij de winkel waar u het apparaat hebt aangeschaft of bij onze servicedienst.
 
#
+
( Waterafvoer 0 Aansluitkabel 8 Waterafvoerslang* @ Afdekkingen voor transportzekeringen H Bocht voor het bevestigen van de
waterafvoerslang*
* afhankelijk van model Daarnaast is bij het aansluiten van de
waterafvoerslang op een sifon een slangenklem 24 - 40 mm (vakhandel) nodig.
Nuttig gereedschap
Waterpas voor het horizontaal stellen
Steeksleutel:
– SW13 voor het losdraaien van de
transportbeveiligingen en
– SW17 voor het stellen van de
apparaatvoetjes
12

Veiligheidsvoorschriften

:Waarschuwing
Gevaar voor letsel!
De wasmachine is zwaar.
Wees voorzichtig bij het tillen/ transporteren van de wasmachine.
Wanneer de wasmachine wordt
opgetild aan uitstekende onderdelen (bijv. de vuldeur), kunnen deze onderdelen afbreken en letsel veroorzaken. De wasmachine niet optillen aan uitstekende onderdelen.
Wanneer de slangleidingen en de
aansluitkabel onjuist worden aangelegd, bestaat er struikel- en letselgevaar. Slangen en kabels zodanig leggen dat u er niet over kunt struikelen.
Page 13
Plaatsen en aansluiten nl
Attentie! Schade aan het apparaat
Bevroren slangen kunnen barsten/ springen. De wasmachine niet op vorstgevoelige plaatsen en/of buiten zetten.
Attentie! Waterschade
De aansluitingen van de watertoevoer­en waterafvoerslang staan onder druk van het water. Om lekkage of waterschade te voorkomen dient u zich absoluut te houden aan de aanwijzingen in dit hoofdstuk.
Aanwijzingen
Naast de hier vermelde aanwijzingen
kunnen speciale voorschriften van het waterleiding- en energiebedrijf in uw regio van toepassing zijn.
In geval van twijfel de aansluiting
door een vakkundig monteur laten uitvoeren.

De juiste plaats

Aanwijzing: Stabilliteit is belangrijk,
zodat de wasmachine niet gaat "wandelen"!
De ondergrond moet stevig en
waterpas zijn.
Niet geschikt voor zachte
vloerbedekking.
Aanwijzing: Plaats bij vloeren met
houten balken de wasmachine:
indien mogelijk in een hoek,
op een watervaste houten plaat (min.
30 mm dik) welke vast op de vloer is geschroefd.

Opstellen op een verhoging met lade

Sokkel bestelnummer.: WMZ 20490, WZ 20490.

Onder-/inbouw van het apparaat in een rij keukenmeubelen

:Waarschuwing
Levensgevaar!
Bij contact met onderdelen die onder spanning staan bestaat het risico van een elektrische schok. De afdekplaat van het apparaat niet verwijderen.
Aanwijzingen
Noodzakelijke nisbreedte 60 cm.
Plaats de wasmachine uitsluitend
onder een doorlopend werkblad dat vast verbonden is met de keukenmeubelen ernaast.

Transportbeveiligingen verwijderen.

Plaatsing op een verhoging of op een houten vloer

Attentie! Schade aan het apparaat
De wasmachine kan tijdens het centrifugeren gaan schuiven en van zijn sokkel kantelen/vallen. Bevestig de apparaatvoeten absoluut met bevestigingsbeugels. Bestelnr. WMZ 2200, WX 9756, Z 7080X0
Attentie! Schade aan het apparaat
De machine is voor transport met
transportbeveiligingen geborgd. Niet verwijderde transportbeveiligingen kunnen bij gebruik van de machine bijv. de trommel beschadigen. Verwijder voorafgaand aan het
eerste gebruik absoluut de vier transportborgingen. Bewaar de transport- beveiligingen.
Om bij later transport
transportschade te voorkomen, moet u de transportbeveiligingen voor het transport beslist weer aanbrengen.
13
Page 14
nl Plaatsen en aansluiten
Aanwijzing: Bewaar schroeven en
hulzen.
1. Slangen uit de houders halen.
2. Alle 4 transportborgschroeven
losdraaien en verwijderen. Hulzen verwijderen. Aanluitkabel uit de houders halen.

Lengte van de slang en aansluitkabel

Aansluiting aan de linkerkant
aFP
aFP
aFPaFP
PLQFP
PD[FP
aansluiting aan de rechterkant
aFP
aFP
aFPaFP
PLQFP
PD[FP
3. Afdekkingen plaatsen.
14
* afhankelijk van model
Tip: Bij de vakhandel/servicedienst de
volgende onderdelen verkrijgbaar:
een verlenging voor de Aquastop-
resp. koudwatertoevoerslang (ca. 2,50 m); bestelnr. WM Z2380, WZ 10130, Z 7070X0
een langere toevoerslang (ca.
2,20 m) voor model Standaard; artikelnr. voor Servicedienst: 00353925
Page 15
Plaatsen en aansluiten nl

Watertoevoer

:Waarschuwing
Levensgevaar!
Bij contact met onder spanning staande onderdelen bestaat er elektrocutiegevaar. Aqua-Stop-veiligheidssysteem niet in water onderdompelen (bevat een elektrisch ventiel).
Let bij het aansluiten op het volgende
Aanwijzingen
Gebruik voor de wasautomaat alleen
koud leidingwater bij een koudwateraansluiting.
Gebruik de wasautomaat met koud
en warm drinkwater, maximaal 60 °C, bij een warmwateraansluiting.
Sluit de was-machine niet aan op de
mengkraan van een geiser.
Gebruik uitsluitend de meegeleverde
of bij een geautoriseerde vakhandelaar gekochte toevoerslang, geen gebruikt exemplaar.
De watertoevoerslang niet knikken,
platdrukken, veranderen of doorsnijden (de sterkte is niet meer gegarandeerd).
Draai de schroefverbindingen
slechts handvast aan. Wanneer de schroefkoppelingen te stevig met gereedschap (tang) worden vastgedraaid, kunnen de schroefdraden beschadigd raken.
Optimale waterdruk in de waterleiding minimaal 100 kPa (1 bar) maximaal 1000 kPa (10 bar)
Uit de geopende kraan stroomt ten minste 8 liter water per minuut.
Bij hogere waterdruk een drukreduceerventiel inbouwen.
Aansluiting op koud- en warmwater
Aanwijzing:
Warmwater-toevoerslang rood op
warmwaterkraan en rode afsluiter op het apparaat
Koudwater toevoerslang op
koudwaterkraan en witte afsluiter op apparaat
Aansluiting op waterkraan (¾" = 26,4 mm)
Aansluiting op apparaat
Aansluiting alleen koudwater
Wanneer geen warmwateraansluiting aanwezig is, alleen de koudwatertoevoerslang aansluiten. De warmwateraansluiting op het apparaat afdekken en zo tegen verontreiniging beschermen.
Aanwijzing: Kraan voorzichtig
opendraaien en daarbij de aansluitingen op dichtheid controleren. De schroefkoppeling staat onder druk van de waterleiding.
15
Page 16
nl Plaatsen en aansluiten
Aansluiting op koudwater
Sluit de watertoevoerslang aan op de waterkraan (¾" = 26,4 mm) en het apparaat (bij modellen met Aquastop niet nodig, vast geïnstalleerd) op:
Model: Standard
Model: Aqua-Secure
Model: Aquastop
Aanwijzing: Kraan voorzichtig
opendraaien en daarbij de aansluitingen op dichtheid controleren. De schroefkoppeling staat onder druk van de waterleiding.
Borg de afvoerslang zodanig dat deze er niet uit kan schieten.
Aanwijzing: De waterafvoerslang niet
knikken of in de lengte uitrekken.
U kunt de waterafvoerslang als volgt leggen:
Afvoer in een wastafel
:Waarschuwing
Risico van verbranding!
Bij het wassen met hoge temperaturen kunnen er bij aanraking met heet zeepsop, bijv. wanneer het naar een wastafel wordt gepompt, brandwonden ontstaan. Kom niet met uw handen in het hete zeepsop.
Attentie!
Schade aan het apparaat/textiel
Wanneer het uiteinde van de afvoerslang in het weggepompte water komt, kan het water in het apparaat worden teruggezogen en het apparaat / textiel beschadigd raken. Let erop dat: – de stop van de wastafel de afvoer
niet afsluit.
– het uiteinde van de afvoerslang
niet in het weggepompte water is gedompeld.
– het water snel genoeg
wegstroomt.

Waterafvoer

Attentie! Waterschade
Wanneer de afvoerslang door de hoge druk van het water tijdens het afpompen uit de wastafel of van de aansluiting glijdt, kan het wegstromende water schade veroorzaken.
16
Page 17
Plaatsen en aansluiten nl
Afvoer in een sifon
De aansluiting moet met een slangklem, ∅ 24-40 mm (ijzerhandel of bouwmarkt) worden geborgd.
Afvoer in een kunststof standpijp
met rubberen mof of in een afvoerputje

Stellen

Stel het apparaat horizontaal m.b.v. een waterpas.
Sterke geluidsontwikkeling, vibraties en „lopen” kunnen het gevolg zijn van het niet correct stellen van het apparaat!
1. Contramoeren met een steeksleutel
losdraaien met de wijzers van de klok mee.
2. De stand van de wasmachine met
een waterpas controleren, eventueel corrigeren. De hoogte veranderen door aan het voetje van het apparaat te draaien. Alle vier de voetjes moeten stevig op de grond staan.
3. Contramoer tegen de onderkant van
het apparaat vastdraaien. Het voetje hierbij vasthouden en niet in de hoogte verstellen.
De contramoeren van alle vier de voetjes moeten vast tegen de onderkant van het apparaat zijn geschroefd!

Elektrische aansluiting

:Waarschuwing
Levensgevaar!
Bij contact met onderdelen die onder spanning staan bestaat het risico van een elektrische schok.
De stekker nooit aanraken met natte
handen.
Trek altijd aan de stekker en niet aan
het snoer, omdat dit beschadigd kan raken.
Nooit de stekker uit het stopcontact
trekken tijdens het gebruik.
Houd u aan de volgende instructies en zorg ervoor dat:
Aanwijzingen
De netspanning en aangegeven
spanning op de wasmachine (typeplaatje) met elkaar overeenstemmen. De aansluitwaarde en de vereiste zekering staan vermeld op het typeplaatje.
De aansluiting van de wasmachine
uitsluitend plaats vindt op wisselstroom, via een volgens de voorschriften geïnstalleerd stopcontact met randaarde.
De stekker overeenkomt met het
stopcontact.
De doorsnede van de elektrische
kabel groot genoeg is.
Het aardingssysteem volgens
voorschrift is geïnstalleerd.
17
Page 18
nl Plaatsen en aansluiten
Vervanging van de aansluitkabel
(indien nodig) alleen plaatsvindt door een vakkundig monteur. Een nieuwe kabel is bij de Servicedienst tegen meerprijs verkrijgbaar.
Er geen meervoudige stekkers/
contactdozen of verlengkabels worden gebruikt.
Bij gebruik van een
aardlekschakelaar alleen een type met dit symbool z wordt gebruikt. Alleen dit symbool garandeert dat aan de momenteel geldende voorschriften is voldaan.
De stekker altijd bereikbaar is. Is dit
niet mogelijk, dan moet voor vervulling van de relevante veiligheidsvoorschriften een schakelaar (2-polige afschakeling) in de vaste installatie ingebouwd worden in overeenstemming met de voorschriften voor de elektrische installatie.
Aansluitkabel niet knikken,
afklemmen, wijzigen, doorsnijden of met warmtebronnen in aanraking laten komen.

Vóór de eerste was

De wasautomaat is voor het verlaten van de fabriek grondig getest. Om eventuele restjes water van het testen te verwijderen, de wasautomaat de eerste keer zonder wasgoed laten draaien.
Aanwijzingen
De wasautomaat moet deskundig
opgesteld en aangesloten zijn.
vanaf ~ Blz. 12
Neem een beschadigde
wasautomaat nooit in gebruik. Neem contact op met de servicedienst.
5. Vuldeur sluiten (trommel niet vullen
met wasgoed!).
6. Afhankelijk van het model het
programma Trommel reinigen 90 °C of Katoen 90 °C instellen.
7. Wasmiddellade openen.
8. Ca. 1 liter water in compartiment II
gieten.
9. Hoofdwasmiddel in compartiment II
doen.
Aanwijzing: Ter voorkoming van
schuimvorming slechts de helft van de door de wasmiddelproducent aanbevolen hoeveelheid wasmiddel gebruiken. Gebruik geen wol- of fijnwasmiddel.
10.Wasmiddellade sluiten.
11.Toets kiezen.
12.Na programma-einde apparaat
uitschakelen.
Uw wasautomaat is nu gebruiksklaar.

Transporteren

bijv. bij verhuizing
Voorbereidende werkzaamheden:
1. Kraan dichtdraaien.
2. Waterdruk in de toevoerslang
verminderen. Onderhoud – Zeef in de watertoevoer ~ Blz. 34
3. Zeepsopresten laten weglopen.
Onderhoud – Afvoerpomp verstopt
~ Blz. 33
4. Wasmachine van de stroom halen.
5. Slangen demonteren.
Transportbeveiligingen monteren:
1. Afdekkingen eraf halen en bewaren.
Eventueel een schroevendraaier gebruiken.
1. Apparaat controleren.
2. Folie van het bedieningspaneel
verwijderen.
3. Stekker in stopcontact steken.
4. Kraan opendraaien.
18
Page 19
2. Alle 4 de hulzen erin zetten.
Aansluitkabel op de houders vastklemmen. Schroeven erin zetten en vastdraaien.
Vóór het opnieuw in gebruik nemen:
Aanwijzingen
absoluut de transportbeveiligingen
verwijderen!
Om te voorkomen dat bij de
volgende keer wassen wasmiddel ongebruikt in de afvoer stroomt: ca. 1 liter water in compartiment II gieten en programma Afpompen kiezen en starten.
Plaatsen en aansluiten nl
19
Page 20
nl Het apparaat leren kennen

* Apparaat leren kennen

Het apparaat leren kennen

Wasmachine

#
6 7
( Wasmiddellade ~ Blz. 28 0 Bedieningspaneel en display 8 Vulvenster met greep 9S Vuldeur openen 9T Vuldeur sluiten @ Serviceklep
20
Page 21

Bedieningspaneel

Bedieningspaneel afhankelijk van model
Het apparaat leren kennen nl
#+
#+
( Programmakiezer:
voor het kiezen van een programma en voor het in- en uitschakelen van de wasautomaat via de Uit-positie ($); Een overzicht van alle programma's vindt u op het extra blad bij de gebruiksaanwijzing en plaatsingshandleiding.
0 Temperatuur * wijzigen.
~ Blz. 25
8 Centrifugetoerental wijzigen.
~ Blz. 25
@ Klaar in-tijd wijzigen. ~ Blz. 26 H Kinderbeveiliging(w 3 sec./
Sec.) tegen per ongeluk wijzigen van de ingestelde functies activeren/ deactiveren; ~ Blz. 30 Hiervoor de toetsen
Centrifugetoerental en Klaar in­tijd ca. 3 sec. lang tegelijkertijd
indrukken.
3
3
;
C
; C
P Extra programma-instellingen
kiezen: ~ Blz. 26
speed I eco
Water&Spoelen+ *
Anti-kreuk *
Voorwas *
X Toets voor:
het starten van een
programma,
het onderbreken van een
programma, bijv wasgoed bijvullen ~ Blz. 30,
het afbreken van een
programma ~ Blz. 30
` Display voor instellingen en
informatie ~ Blz. 22
* afhankelijk van model
21
Page 22
nl Het apparaat leren kennen

Display

ää
Aanwijzing: In de tabel vindt u
instelmogelijkheden en informatie voor het gekozen programma.
' - 90 °C Temperatuur* in °C;
' = koud
- - - -, 0 - 1400** 0 Centrifugetoerental
in omw/min, 0 = geen centrifugeren , alleen afpompen ~ Blz. 25,
- - - - = spoelstop
~ Blz. 25
bijv. 2:30 Klaar in-tijd
Programmaduur na programmakeuze in h:min (uren:minuten),
1 - 24 û Voorselectie
eindtijde in uren; Programma-einde na ... uur
8** kg Aanbevolen lading
Ò { { { { { Indicatie
energieverbruik*
~ Blz. 11
Hoe meer indicatielampjes branden, des te hoger is het relatieve energieverbruik
* afhankelijk van model ** afhankelijk van gekozen programma,
instellingen en model
Overige aanwijzingen op het display
Programmavoortgang:
¼ Wassen ½ Spoelen
0 Centrifugeren
End Programma-einde
- - - - 0 Programma-einde met instelling
Vuldeur:
Õ brandt
Õ knippert
Waterkraan:
| knippert
| brandt
Kinderbeveiliging: ~ Blz. 30 w
brandt w
knippert
Schuimdetectie: o
brandt
Foutindicatie:
E: - - ~ Blz. 35
Signaalinstelling:
0 - 4 ~ Blz. 32
Spoelstop
Vuldeur gaat niet open.
Na programmastart: vuldeur is niet goed gesloten.
Kraan niet open geen waterdruk
Waterdruk te laag (kan de program­maduur verlengen)
Kinderbeveiliging actief
Kinderbeveiliging is actief en er is aan de programmakiezer gedraaid.
~ Blz. 29
22
Page 23
Wasgoed nl

Z Wasgoed

Wasgoed
Wasgoed voorbereiden
Attentie! Beschadiging van het apparaat/textiel
Vreemde voorwerpen (bijv. munten, paperclips, naalden, spijkers) kunnen het wasgoed, of onderdelen van de wasmachine beschadigen.
Neem daarom de volgende aanwijzingen in acht bij de voorbereiding van uw was:
Zakken leegmaken.
Metalen voorwerpen (zoals
paperclips) verwijderen.
Tere weefsels wassen in een
wasnet/zak (panty’s, beugel-BH's).
Ritssluitingen sluiten, overtrekken
dichtknopen.
Zand uit zakken en omslagen
borstelen.
Rollertjes van vitrage verwijderen of
in een apart netje / aparte zak doen.
Wasgoed sorteren
Houdt u bij het sorteren van het wasgoed aan de aanwijzingen voor de verzorging en aan de opgaven van de producent, zoals aangegeven op de waslabels:
soort weefsel/vezels
kleur
Aanwijzing: Wasgoed kan
verkleuren of niet goed schoon worden. Witte en bonte was dient u apart te wassen. Nieuw bont wasgoed de eerste keer afzonderlijk wassen.
mate van verontreiniging
Kies steeds wasgoed dat in dezelfde mate verontreinigd is. Enkele voorbeelden voor de mate van verontreiniging vindt u hier ~ Blz. 25. – licht: niet voorwassen, eventueel
instelling speed kiezennormaalsterk: minder wasgoed in de
wasautomaat doen, programma
met voorwas kiezen – vlekken: vlekken zolang ze nog
'vers' zijn, verwijderen/
voorbehandelen. Eerst met een
sopje afdeppen/niet inwrijven.
Wasgoed hierna wassen met een
geschikt programma.
Hardnekkige/ingedroogde
vlekken verdwijnen pas na
meerdere keren wassen.
Symbolen op de verzorgingslabels
Aanwijzing: Getallen in de
symbolen verwijzen naar de maximaal in te stellen temperatuur van de wasautomaat.
M Geschikt voor normaal
wasproces, bijv. programma Katoen
N Voorzichtig wasproces nodig,
bijv. programma Kreukherstellend
O Bijzonder voorzichtig
wasprogramma nodig, bijv. programma Fijn/Zijde
W Geschikt voor handwas, bijv.
programma W Wol
Ž Was niet in de wasautomaat
wassen.
23
Page 24
nl Wasmiddel
Stijven
Aanwijzing: Het wasgoed mag niet
met wasverzachter gespoeld zijn.
Stijfsel is met name bij het Spoelen en Katoen programma met vloeibaar stijfsel mogelijk. Doseer het stijfsel volgens instructies van de fabrikant in het compartiment M (eventueel eerst schoonmaken).
Verven/Ontkleuren
Verf uitsluitend hoeveelheden die in het huishouden gebruikelijk zijn. Zout kan roestvrijstaal aantasten! Neem de instructies van de producent van de verf in acht!
Wasgoed niet in de machine ontkleuren!
Inweken
1. Apparaat inschakelen.
2. Programma Katoen 20 °C kiezen.
3. Inweek-/wasmiddel volgens opgave
van de fabrikant in compartiment II doen.
4. Toets kiezen.
5. Na ca. 10 minuten toets kiezen
om het programma te stoppen.
6. Na de gewenste inweektijd opnieuw
toets kiezen als het programma voortgezet moet worden of programma wijzigen.
Aanwijzingen
Wasgoed van dezelfde kleur in de
trommel doen.
Geen extra wasmiddel nodig, het
inweeksop wordt ook gebruikt voor het wassen.

C Wasmiddel

Wasmiddel
Juiste wasmiddelkeuze
Voor de juiste wasmiddelkeuze, temperatuur en behandeling van het wasgoed is het waslabel doorslaggevend. ~ zie ook www.sartex.ch
Op de website www.cleanright.eu vindt u veel aanvullende informatie over was-, verzorgings- en reinigingsmiddelen voor huishoudelijk gebruik.
Totaal wasmiddel met optische
witmakers
geschikt voor kookbestendige witte was van linnen of katoen Programma: Katoen / koud - max. 90 °C
Bontwasmiddel zonder
bleekmiddel en optische witmakers
geschikt voor bonte was van linnen of katoen Programma: Katoen / koud - max. 60 °C
Bonte-/fijnwasmiddel zonder
optisch witmiddel
geschikt voor bonte was van kreukherstellende vezels, synthetische materialen Programma: Kreukherstellend / koud - max. 60 °C
Fijnwasmiddel
geschikt voor kwetsbaar, fijn textiel, zijde of viscose Programma: Fijn/Zijde / koud - max. 40 °C
Wolwasmiddel
geschikt voor wol Programma: Wol / koud - max. 40 °C
24
Page 25
Programmavoorinstellingen nl
Energie en wasmiddel besparen
U kunt bij licht en normaal verontreinigde was besparen op energie (lagere wastemperatuur) en wasmiddel:
Besparen Mate van verontreiniging /
Lagere tempera­tuur en minder wasmiddel vol­gens doseerad­vies
Temperatuur vol­gens het waslabel en wasmiddel­hoeveelheid vol­gens doseeradvies / sterk verontrei­nigd
Aanwijzing: Bij dosering van alle was-/
hulp-/verzorgings- en reinigingsmiddelen moet u absoluut de aanwijzingen van de fabrikant en de overige aanwijzingen in acht nemen.
~ Blz. 28
Aanwijzing
licht
Geen verontreiniging of vlek­ken zichtbaar. Kledingstukken hebben lichaamsgeur aange­nomen, bijv.:
lichte zomer-/sportkle-
ding (enkele uren gedra­gen)
T-shirts, overhemden ,
blouses, (max. 1 dag gedragen)
Beddengoed en handdoe-
ken van gasten (1 dag gebruikt)
normaal
Verontreiniging zichtbaar / of een paar lichte vlekken her­kenbaar, bijv.:
T-shirts, overhemden,
blouses, (bezweet, meer­dere malen gedragen)
Handdoeken, bedden-
goed (max. 1 week gebruikt)
sterk
Verontreiniging en/of vlek­ken duidelijk zichtbaar, bijv. theedoeken, babywas, werk­kleding

0 Programmavoorinstellingen

Programmavoorinstellingen
De programmavoorinstellingen worden na het kiezen van het programma op het display weergegeven.
U kunt de voorinstellingen wijzigen. Druk hiervoor zo vaak op de
betreffende toets tot de gewenste instelling op het display verschijnt.
Aanwijzing: Door de toets langer
ingedrukt te houden, lopen de instelwaarden automatisch verder tot de eindwaarde. Druk dan nogmaals op de toets en u kunt opnieuw de instelwaarde wijzigen.
Een overzicht van alle mogelijke programma-instellingen vindt u op het extra blad bij de gebruiksaanwijzing en plaatsingshandleiding.
Temperatuur
(°C Temp., °C) Toets afhankelijk van model Voor en tijdens het programma kunt u
afhankelijk van de programmavoortgang de ingestelde temperatuur wijzigen.
De maximaal in te stellen temperatuur hangt af van het gekozen programma.
Centrifugetoerental
(0 T/min, 0, Centrifugeren) Voor en tijdens het programma kunt u
afhankelijk van de programmavoortgang het centrifugetoerental (in omw./min.; omwentelingen per minuut) wijzigen.
Instelling 0 : zonder eindcentrifugeren, het water wordt alleen afgepompd. Het wasgoed blijft nat in de trommel liggen, bijv. voor wasgoed dat niet gecentrifugeerd mag worden.
25
Page 26
nl Extra programma-instellingen
Instelling - - - -: spoelstop = zonder
eindcentrifugeren, het wasgoed blijft na de laatste keer spoelen in het water liggen.
Spoelstop kunt u kiezen om kreukvorming te voorkomen, wanneer na afloop van het programma het wasgoed niet direct uit de wasautomaat wordt genomen.
Om het programma te hervatten/ beëindigen ~ Blz. 31
Het maximaal in te stellen toerental hangt af van het gekozen programma en het model.
Klaar in-tijd
(û) Vóór programmastart kunt u het
programma-einde (Klaar in-tijd) in stappen van 1 uur (h=uur) tot maximaal 24h van tevoren instellen.
Hiervoor:
1. Programma kiezen.
De programmaduur voor het gekozen programma bijv. 2:30 (uren:minuten) wordt weergegeven.
2. Toets Klaar in-tijd net zo vaak
indrukken tot het gewenste aantal uren verschijnt.
3. Toets kiezen.
Het programma start. Op het display wordt het gewenste aantal uren bijv. 8h weergegeven en afgeteld totdat het wasprogramma begint. Dan wordt de programmaduur weergegeven.
Aanwijzing: De programmaduur wordt
bij een lopend programma automatisch aangepast. Bepaalde factoren kunnen de programmaduur beïnvloeden, bijv.:
programma-instellingen,
wasmiddeldosering (evt. extra
spoelbeurten vanwege schuimvorming),
maximale belading/textielsoort
(wateropname verschillend),
onbalans (bijv. door hoeslakens)
wordt door meermalige centrifugestarts gecompenseerd,
variaties in de netspanning,
waterdruk (toevoersnelheid).
Na programmastart kunt u het van tevoren ingestelde aantal uur als volgt wijzigen:
1. Toets kiezen.
2. Met de toets Klaar in-tijd het aantal
uur wijzigen.
3. Toets kiezen.
Na programmastart kunt u indien nodig
wasgoed bijvullen of uitnemen.
~ Blz. 30
\ Extra programma-
instellingen
Extra programma-instellingen
Een overzicht van alle mogelijke extra instellingen vindt u op het extra blad bij de gebruiksaanwijzing en plaatsingshandleiding.
De instellingen zijn verschillend afhankelijk van model.
speed I eco
(( ¦) Toets met twee instelmogelijkheden
voor het aanpassen van het geselecteerde programma:
speed
Voor het wassen in kortere tijd met vergelijkbaar wasresultaat, maar met hoger energieverbruik dan het gekozen programma zonder instelling speed I eco.
Aanwijzing: De maximale belading
mag niet overschreden worden.
26
Page 27
Apparaat bedienen nl
eco
Energiezuinig wassen door tempertuurreductie bij vergelijkbaar wasresultaat bij het gekozen programma zonder instelling speed I eco.
Kies hiervoor toets. Eerst wordt u de speed-instelling aangeboden. Als u de toets nogmaals indrukt, is de eco- instelling actief. Het betreffende symbool brandt op het display als de instelling geactiveerd is.
Als u de toets nogmaals indrukt, is er geen instelling actief.
Anti-kreuk
(S, Licht strijken) Toets afhankelijk van model Beperkt de kreukvorming door een
speciale centrifugemethode met aansluitend losser maken en een verlaagd centrifugetoerental.
Aanwijzing: Het restvochtgehalte van
het wasgoed neemt toe.
Water&Spoelen+
(Ô, Extra spoelen) Toets afhankelijk van model Hoger waterniveau en extra spoelbeurt
bij bijzonder gevoelige huid en/of voor gebieden met zeer zacht water
Voorwas
(!) Toets afhankelijk van model Voor sterk verontreinigd wasgoed.
Aanwijzing: Wasmiddel over
compartiment I en II verdelen.

1 Apparaat bedienen

Apparaat bedienen
Wasmachine voorbereiden
Aanwijzing: De wasmachine moet
deskundig opgesteld en aangesloten zijn. vanaf ~ Blz. 12
1. Stekker in de wandcontactdoos
steken.
2. Kraan opendraaien.
3. Vuldeur openen.
4. Controleren of de trommel geheel
leeg is. Eventueel leegmaken.
Programma kiezen/Apparaat inschakelen
Aanwijzing: Wanneer u de
kinderbeveiliging hebt geactiveerd, moet u deze eerst deactiveren, voordat u een programma kunt instellen.
Kies met de programmakiezer het gewenste programma. De knop kan in beide richtingen worden gedraaid.
Het apparaat is ingeschakeld.
Op het display verschijnen de programmavoorinstellingen voor het gekozen programma:
temperatuur*,
programmaduur afgewisseld met de
maximale belading en
aanwijzing voor het energieverbruik*.
* afhankelijk van model
27
Page 28
nl Apparaat bedienen
Programma-voorinstellingen wijzigen
U kunt de voorinstellingen voor deze wasbeurt gebruiken of wijzigen.
Druk hiervoor zo vaak op de betreffende toets tot de gewenste instelling wordt weergegeven.
De instellingen zijn zonder bevestiging actief.
Deze blijven na het uitschakelen van de wasautomaat niet bewaard.
Programmavoorinstellingen ~ Blz. 25
Extra programma-instellingen kiezen
Door het kiezen van extra instellingen kunt u het wasprogramma nog beter aanpassen aan uw wasgoed.
De instellingen kunnen afhankelijk van de programmavoortgang geselecteerd/ gedeselecteerd worden.
De indicatielampjes van de toesten branden wanneer de instelling actief is.
De instellingen worden na het uitschakelen van de wasautomaat niet bewaard.
Extra programma-instellingen
~ Blz. 26
Wasgoed in de trommel doen
:Waarschuwing
Levensgevaar!
Wasgoed dat vóór het wassen met een reinigingsmiddel met oplosmiddel (bijv. vlekkenmiddel of wasbenzine) is behandeld, kan nadat het in de wastrommel is gedaan tot een explosie leiden. Spoel het wasgoed van te voren grondig met de hand uit.
Aanwijzingen
Doe grote en kleine stukken
wasgoed door elkaar. Stukken wasgoed van verschillende grootte worden bij het centrifugeren beter verdeeld. Afzonderlijke stukken wasgoed kunnen tot onbalans leiden.
Houdt u aan de aangegeven max.
belading. Overbelading vermindert het wasresultaat en bevordert kreukvorming.
1. Voorgesorteerd wasgoed uit elkaar
gevouwen in de trommel doen.
2. Let erop dat er geen wasgoed
tussen vuldeur en rubberen manchet ingeklemd raakt en sluit de vuldeur.
Was- en verzoringsmiddel doseren en bijvullen
Attentie! Schade aan het apparaat
Reinigingsmiddelen en middelen voor het voorbehandelen van was (bijv. vlekkenmiddelen, voorwas-sprays,...) kunnen het oppervlak van de wasautomaat aantasten wanneer ze hiermee in aanraking komen. Breng deze middelen niet in contact met de oppervlakken van de wasautomaat. Eventueel sproeinevelresten en andere restanten/ druppels direct met een vochtige doek afnemen.
28
Page 29
Apparaat bedienen nl
Doseren
Doseer de was- en onderhoudsmiddelen overeenkomstig:
de waterhardheid, op te vragen bij
uw waterleidingbedrijf
de opgaven van de fabrikant op de
verpakking
de hoeveelheid wasgoed
de mate van verontreiniging
~ Blz. 25
Vullen
:Waarschuwing
Oog-/huidirritaties!
Als de wasmiddellade tijdens het gebruik wordt geopend, kan er was-/ wasverzorgingsmiddel uit spetteren. Open de wasmiddellade voorzichtig. Spoel bij contact met was-/ verzorgingsmiddel goed de ogen uit, resp. de huid af. Raadpleeg bij per ongeluk innemen een arts.
Aanwijzing: Verdun stroperige
wasverzachter en textielversteviger met water. Dit voorkomt verstoppingen.
Doe de was- en verzorgingsmiddelen in de juiste compartimenten:
1. Wasmiddellade tot aan de aanslag
uittrekken.
2. Was en/of verzorgingsmiddel erin
doen.
3. Wasmiddellade sluiten.
Doseerhulp* voor vloeibaar wasmiddel
* afhankelijk van model
Plaats de doseerhulp voor vloeibaar wasmiddel:
1. Wasmiddelade er uit trekken,
inzetstuk naar beneden drukken en laden er helemaal uitnemen.
2. Inzetstuk naar voren schuiven,
inklikken en naar beneden klappen.
3. Lade er weer inschuiven.
Aanwijzing: Gebruik de doseerhulp
niet bij gelachtige wasmiddelen of waspoeder en bij programma's met voorwas, resp. gekozen Klaar in tijd.
Bij modellen zonder inzetstuk vult u het vloeibare wasmiddel in een doseerbol en legt u deze in de trommel
Doseerhulp* A Voor vloeibaar wasmiddel
Compartiment II Wasmiddel voor de hoofdwas,
waterontharder, bleekmiddel, vlekkenzout
Compartiment i Wasverzachter, stijfsel,
max niet overschrijden
Compartiment I Wasmiddel voor de voorwas
Starten van het programma
Toets kiezen. Het indicatielampje brandt en het programma start.
Op het display wordt tijdens het programma de Klaar in-tijd of, na het begin van het wasprogramma, de programmaduur en de symbolen voor de voortgang van het programma weergegeven. Display ~ Blz. 22
Aanwijzing: Schuimdetectie
Wanneer op het display bovendien het symbool o verschijnt, dan heeft de wasautomaat te veel schuim tijdens het
29
Page 30
nl Apparaat bedienen
wasprogramma geconstateerd en daarna automatisch een extra spoelbeurt toegevoegd om het schuim tegen te gaan. Doseer bij de volgend wasbeurt met gelijke belading minder wasmiddel.
Wilt u het programma tegen onbedoeld wijzigen beveiligen, kies dan als volgt de kinderbeveiliging.
Kinderbeveiliging
(w 3 sec./Sec.) U kunt de wasautomaat beveiligen
tegen het per ongeluk wijzigen van de ingestelde functies. Hiervoor na de start van het programma de kinderbeveiliging activeren.
Voor het activeren/deactiveren ca. 3 seconden lang tegelijkertijd de toetsen Centrifugetoerental en Klaar in-tijd selecteren. Op het display verschijnt het symbool w.
w brandt: De kinderbeveiliging is
actief.
w knippert: De kinderbeveiliging is
actief en er is aan de programmakiezer gedraaid. Voor het deactiveren van de kinderbeveiliging zet u de programmakiezer terug op het uitgangsprogramma. Het symbool brandt weer.
Aanwijzing: Om het afbreken van
het programma te voorkomen, de programmakiezer hierbij niet over de Uit-positie heen draaien.
Aanwijzing: De kinderbeveiliging blijft
na programma-einde en uitschakeling van het apparaat actief. U moet deze altijd deactiveren, wanneer u een nieuwe programma wilt starten.
Wasgoed bijvullen
Kies hiervoor toets . Het indicatielampje van de toets
knippert en de wasautomaat controleert of bijvullen mogelijk is.
Wanneer op het display:
het symbool Õ is uitgegaan, is
bijvullen mogelijk.
het symbool Õ brandt, is bijvullen
niet mogelijk.
Kies voor het hervatten van het programma de toets . Het
programma wordt automatisch hervat.
Aanwijzingen
Laat bij het bijvulllen de vuldeur niet
langere tijd open staan - er kan water uit het wasgoed naar buiten lopen.
Bij een hoog waterniveau, een hoge
temperatuur of een draaiende trommel blijft de vuldeur om veiligheidsredenen vergrendeld en is bijvullen niet mogelijk.
De beladingsindicatie is tijdens het
bijvullen niet actief.
Programma wijzigen
1. Toets kiezen.
2. Een ander programma kiezen.
3. Toets kiezen. Het nieuwe
programma begint van voren af aan.
Progr. annuleren
Bij programma’s met hoge temperatuur:
1. Toets kiezen.
2. Wasgoed afkoelen: Spoelen kiezen.
3. Toets kiezen.
Bij programma’s met lage temperatuur:
1. Toets kiezen.
2. Centrifugeren/Afpompen kiezen.
3. Toets kiezen.
Na programmastart kunt u indien gewenst wasgoed bijvullen of uitnemen.
30
Page 31
Sensoren nl
Programma-einde bij spoelstop
Op het display verschijnt - - - - 0 en het indicatielampje van de toets ‹ knippert.
Hervat het programma door:
de toets te kiezen of
een centrifugetoerental te kiezen
resp. de programmakiezer op Centrifugeren/Afpompen te zetten en dan toets te kiezen.
Programma-einde
Op het display verschijnt End en het indicatielampje van de toets ‹ is uit.
Wasgoed uitnemen / apparaat uitschakelen
1. Vuldeur openen en wasgoed eruit
halen.
2. Programmakiezer op Uit ($) zetten.
Apparaat is uitgeschakeld.
3. Kraan dichtdraaien. Aanwijzing: Niet nodig bij modellen
met Aquastop.
Aanwijzingen
Geen wasgoed achterlaten in de
trommel. Dit kan bij de volgende wasbeurt krimpen of andere stukken verkleuren.
Eventuele ongewenste voorwerpen
uit de trommel en de rubbermanchet verwijderen – gevaar van roestvorming.
Rubber manchet droogvegen.
Vuldeur en wasmiddellade open
laten zodat het restwater kan opdrogen.
Altijd het programma-einde
afwachten, omdat anders het apparaat nog vergrendeld kan zijn. Vervolgens het apparaat inschakelen en wachten op de ontgrendeling.
Wanneer het display na afloop van
het programma niet verlicht is, is de energiebesparingsmodus actief. Om het te activeren kiest u een willekeurige toets.

H Sensoren

Sensoren
Beladingsautomaat
Afhankelijk van het soort textiel en de belading past de beladingsautomaat het waterverbruik optimaal aan elk programma aan.
Onbalans-controlesysteem
Het automatische onbalans­controlesysteem herkent onbalans en zorgt door meermaals aanloopcentrifugeren voor een gelijkmatige verdeling van het wasgoed.
Bij een zeer ongunstige verdeling van het wasgoed wordt om veiligheidsredenen het toerental verlaagd of wordt er niet gecentrifugeerd.
Aanwijzing: Kleine en grote stukken
wasgoed in de trommel doen.
~ Blz. 36
31
Page 32
nl Signaalinstelling

M Signaalinstelling

Signaalinstelling
U kunt de volgende instellingen veranderen:
het volume voor de
instructiesignalen (bijv. aan het programma-einde) en/of
het volume voor de toetssignalen.
Voor het wijzigen van de instellingen moet u eerst altijd de instelmodus activeren.
3RVLWLHV
 

Instelmodus activeren

1. Programma Katoen op positie 1
kiezen. De wasautomaat is ingeschakeld.
2. Toets indrukken en tegelijkertijd
de programmakiezer verder naar rechts naar positie 2 draaien. Toets
loslaten. De instelmodus is geactiveerd en op het display verschijnt het vooringestelde volume voor de instructiesignalen (bijv. aan het programma-einde).
Volume wijzigen Met de toets Klaar in-tijd verandert u op de programmakiezer-posities:
2: het volume van de
instructiesignalen en/of op
3: het volume voor de toetssignalen.
0 = uit, 1 = zacht, 2 = middel, 3 = luid, 4 = zeer luid
2 Reinigen en
onderhouden

Reinigen en onderhouden

:Waarschuwing
Levensgevaar!
Bij contact met onderdelen die onder spanning staan bestaat het risico van een elektrische schok. Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact.
:Waarschuwing
Kans op vergiftiging!
Door oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen zoals wasbenzine kunnen giftige dampen ontstaan. Gebruik geen oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen.
Attentie! Schade aan het apparaat
Oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen, zoals bijv. wasbenzine, kunnen oppervlakken en onderdelen van het apparaat aantasten. Gebruik geen oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen.
Zo voorkomt u biofilmvorming en geuroverlast:
Aanwijzingen
Zorg voor een goede ventilatie van
de ruimte waarin de wasautomaat is geplaatst.
Laat de vuldeur en de
wasmiddellade iets open staan wanneer de wasautomaat niet gebruikt wordt.
Was af en toe met een Katoen 60
°C-programma, gebruik makend van
een poederwasmiddel voor hoofdwas.
Instelmodus afronden U kunt de procedure nu beëindigen en de programmakiezer op Uit ($) zetten. De instellingen zijn opgeslagen.
32
Page 33
Reinigen en onderhouden nl
Buitenkant van het apparaat/ Bedieningspaneel
Neem de behuizing en het
bedieningspaneel af met een zachte, vochtige doek.
Wasmiddelresten onmiddellijk
verwijderen.
Reinigen met een waterstraal
verboden.
Wastrommel
Gebruik een chloorvrij reinigingsmiddel, geen staalwol.
Bij geurvorming in de wasautomaat, of om de trommel te reinigen, afhankelijk van het model programma Trommel reinigen 90 °C of Katoen 90 °C zonder wasgoed uitvoeren. Gebruik daarbij een poederwasmiddel.
Ontkalken
Bij een correcte dosering van het wasmiddel is ontkalken niet nodig. Indien toch: te werk gaan volgens de opgaven van de fabrikant van het ontkalkingsmiddel. Geschikte ontkalkers zijn verkrijgbaar via onze website of via de servicedienst.
3. Inspoellade en inzetstuk met water
en een borstel reinigen en afdrogen. Ook de behuizing van binnen reinigen.
4. Inzetstuk plaatsen en vastklikken
(cilinder op geleidestift steken).
5. Wasmiddellade erin schuiven.
Aanwijzing: Wasmiddellade open
laten, zodat het resterende vocht kan opdrogen.
Afvoerpomp verstopt
:Waarschuwing
Risico van verbranding!
Zeepsop wordt heet bij het wassen op hoge temperaturen. Door contact met heet zeepsop kunnen brandwonden ontstaan. Laat het zeepsop afkoelen.
1. De waterkraan dichtdraaien, zodat er
geen water meer toestroomt dat via de afvoerpomp afgevoerd moet worden.
2. Apparaat uitschakelen. Stekker uit
het stopcontact halen.
3. Onderhoudsklep openen en eraf
halen.
Wasmiddellade en behuizing
Als er resten wasmiddel of wasverzachter aanwezig zijn:
1. wasmiddellade uittrekken. Inzetstuk
naar beneden drukken en de lade er helemaal uithalen.
2. Inzetstuk eruit halen: met de vinger
van beneden naar boven drukken.
4. Aftapslang uit de houder halen.
Stopje verwijderen, zeepsop in een geschikte opvangbak laten stromen. Stopje erin drukken en aftapslang in de houder zetten.
33
Page 34
nl Reinigen en onderhouden
5. Pompdeksel voorzichtig
losschroeven, er kan restwater uit
lopen.
Binnenruimte, schroefdraad van het
pompdeksel en pomphuis reinigen.
De waaier van de pomp moet
gedraaid kunnen worden.
Pompdeksel weer plaatsen en
vastschroeven. De handgreep staat
verticaal.
6. Serviceklep plaatsen, inklikken en
sluiten.
Aanwijzing: Om te voorkomen dat bij
de volgende wasbeurt ongebruikt wasmiddel in de afvoer loopt, raden wij u het volgende aan: 2 liter water in compartiment II gieten en het programma Afpompen starten.
Afvoerslang aan de sifon verstopt
4. Afvoerslang weer erop plaatsen en
de aansluiting met een slangklem vastzetten.
Zeef in de watertoevoer verstopt.
Verlaag hiervoor eerst de waterdruk in de toevoerslang:
1. Kraan dichtdraaien.
2. Willekeurig programma kiezen
(behalve Spoelen/Centrifugeren/ Afpompen).
3. Toets kiezen. Programma ca. 40
seconden laten draaien.
4. Programmakiezer op Uit ($) zetten.
Stekker uit het stopcontact halen.
5. Zeef van de waterkraan reinigen:
Slang loskoppelen van de kraan. Zeef met een borsteltje reinigen.
6. Bij de modellen Standard en Aqua-
Secure de zeef aan de achterkant van het apparaat reinigen: Slang aan de achterkant van het apparaat eraf halen, Zeef met een tang eruit halen en schoonmaken.
1. Apparaat uitschakelen. Stekker uit
de wandcontactdoos nemen.
2. Slangenklem losmaken. Afvoerslang
er voorzichtig aftrekken, er kan
resterend water uit lopen.
3. Afvoerslang en aansluitstuk van de
sifon schoonmaken.
34
7. Slang weer aansluiten en op
dichtheid controleren.
Page 35
Storingen, wat te doen? nl
3 Storingen, wat te
doen?

Storingen, wat te doen?

Noodontgrendeling
bijv. bij een stroomstoring. Het programma wordt hervat als er
weer stroom is.
Als het wasgoed toch uit de trommel gehaald moet worden, dan kan de vuldeur geopend worden zoals hierna beschreven:
:Waarschuwing
Risico van verbranding!
Bij het wassen met hoge temperaturen kunnen er bij aanraking met heet zeepsop en wasgoed brandwonden ontstaan. Eventueel eerst laten afkoelen.
:Waarschuwing
Risico van letsel!
Wanneer u met uw handen in de draaiende trommel komt, kunt u letsel oplopen.
Niet met uw handen in de draaiende trommel komen. Wacht tot de trommel niet meer draait.
Attentie! Waterschade
Wegstromend water kan tot waterschade leiden. De vuldeur niet openen zolang er water achter het glas te zien is.
1. Apparaat uitschakelen. Stekker uit
de wandcontactdoos nemen.
2. Zeepsop laten weglopen
.
3. Noodontgrendeling met een tang of
iets dergelijks naar beneden trekken en loslaten. Hierna kan de vuldeur geopend worden.

Aanwijzingen op het display

Indicatie Oorzaak/Oplossing
Õ brandt Temperatuur te hoog. Wachten tot de temperatuur is gedaald.
Waterniveau te hoog. Bijvullen van wasgoed niet mogelijk. Eventueel vuldeur
direct sluiten. Toets kiezen om het programma te hervatten.
Õ knippert Wasgoed eventueel ingeklemd. Vuldeur a.u.b. nogmaals openen en sluiten en
toets kiezen.
Eventueel de vuldeur dichtdrukken of wasgoed verwijderen en de deur
opnieuw dichtdrukken.
Eventueel apparaat uit- en weer inschakelen; programma instellen en individu-
ele instellingen uitvoeren; programma starten.
| brandt Waterkraan voor koud water helemaal open draaien.
Toevoerslang is geknikt of zit klem. De manier waarop de slang is gelegd cor-
rigeren.
Waterdruk te laag. Zeef schoonmaken. ~ Blz. 34
w Kinderbeveiliging geactiveerd; deactiveren.
35
Page 36
nl Storingen, wat te doen?
Indicatie Oorzaak/Oplossing
o brandt Te veel schuim herkend, extra spoelbeurten toegevoegd. Doseer bij de volgend
wasbeurt met gelijke belading minder wasmiddel. ~ Blz. 29
: van de Klaar in-tijd
Netspanning te laag.
knippert
. van de Klaar in-tijd knippert
Onderspanning in het wasprogramma. Het programma wordt verlengd.
E:18 Afvoerpomp verstopt. Afvoerpomp schoonmaken. ~ Blz. 33
Afvoerslang/afvoerpijp verstopt. Afvoerslang bij de sifon reinigen. ~ Blz. 34
E:23 Water in de bodemplaat, lekkage van het apparaat. Kraan dichtdraaien. Service-
dienst inschakelen!
E:32 knippert met End afwisselend aan het einde van het programma.
Geen fout - het onbalans controlesysteem heeft het centrifugeren afgebroken wegens ongelijkmatige verdeling van het wasgoed.
Kleine en grote stukken wasgoed verdelen over de trommel. Eventueel wasgoed nogmaals centrifugeren.
E:93 (bij modellen met warm- en koudwa­teraansluiting)
Waterdruk te laag:
Waterkraan voor warmwater volledig openen.
Toevoerslang voor warmwater geknikt/afgeklemd. De manier waarop de
slang is gelegd corrigeren.
Zeef schoonmaken. ~ Blz. 34
Toevoerslang voor warmwater niet aangesloten. Apparaat wordt uitsluitend
met koud water gebruikt. Indicatie verschijnt alleen bij de eerste keer wassen na de installatie van het apparaat zonder warmwateraansluiting.
Andere indicaties Apparaat uitschakelen, 5 seconden wachten en weer inschakelen. Verschijnt de
indicatie opnieuw, schakel dan de servicedienst in. ~ Blz. 38

Wat te doen bij storingen?

Storingen Oorzaak/Oplossing
Er lekt water. Afvoerslang goed vastzetten/vervangen.
Schroefkoppeling van de toevoerslang vastdraaien.
Geen watertoevoer. Wasmiddel niet inge-
spoeld.
Vuldeur gaat niet open. Veiligheidsfunctie actief. Programma-afbreking? ~ Blz. 30
36
Toets niet gekozen?
Kraan niet geopend?
Zeef eventueel verstopt? Zeef reinigen. ~ Blz. 34
Toevoerslang geknikt of ingeklemd?
w Kinderbeveiliging geactiveerd? Deactiveren. ~ Blz. 30
- - - - (Spoelstop = zonder eindcentrifugeren) gekozen? ~ Blz. 31
Openen alleen via noodontgrendeling mogelijk? ~ Blz. 35
Page 37
Storingen Oorzaak/Oplossing
Programma start niet. Toets niet gekozen?
Klaar in-tijd gekozen?
Vuldeur gesloten?
w Kinderbeveiliging geactiveerd? Deactiveren. ~ Blz. 30
Plotselinge schok/ draaien van de trommel na programmastart.
Waswater wordt niet weg­gepompt.
Water in de trommel niet
Geen storing - bij het starten van het wasprogramma kan kortstondig een schokbeweging van de trommel optreden, als gevolg van een interne motor­test.
- - - - (Spoelstop = zonder eindcentrifugeren) gekozen? ~ Blz. 31
Afvoerpomp schoonmaken. ~ Blz. 33
Afvoerpijp en/of afvoerslang schoonmaken.
Geen fout – het water bevindt zich onderin en is daardoor niet te zien.
zichtbaar.
Centrifugeresultaat niet naar tevredenheid.
Wasgoed nat/te vochtig.
Meermalen beginnen met
Geen fout - het onbalans controlesysteem heeft het centrifugeren afgebro-
ken wegens ongelijkmatige verdeling van het wasgoed. Kleine en grote stukken wasgoed verdelen over de trommel.
Anti-kreuk (afhankelijk van model) gekozen?
Te laag centrifugetoerental gekozen?
Geen fout – het onbalans controlesysteem heft de onbalans op.
centrifugeren.
Programmaduur langer dan gewoonlijk.
Geen fout - het onbalans controlesysteem heft de onbalans op door het
wasgoed meermaals te verdelen.
Geen fout – schuimcontrolesysteem actief – er wordt een extra spoelbeurt
uitgevoerd.
De programmaduur ver­andert tijdens de wascy­clus.
Resterend water in com­partiment i voor verzor-
Geen fout – het programmaverloop wordt geoptimaliseerd voor het betreffende wasproces. Dit kan leiden tot een verandering van de programmaduur op het display.
Geen fout - werking van het verzorgingsmiddel wordt niet beïnvloed.
Eventueel het inzetstuk reinigen.
gingsmiddel.
Geurvorming in de wasau­tomaat.
Afhankelijk van het model programma Trommel reinigen of Katoen 90 °C zonder wasgoed uitvoeren.
Gebruik daarbij een poederwasmiddel of een bleekmiddelhoudend wasmiddel.
Aanwijzing: Ter voorkoming van schuimvorming slechts de helft van de door
de wasmiddelproducent aanbevolen hoeveelheid wasmiddel gebruiken. Ge­bruik geen wol- of fijnwasmiddel.
Symbool o gaat bran­den op het display. Er komt eventueel schuim uit de wasmiddellade.
Teveel wasmiddel gebruikt? Een eetlepel wasverzachter met 1/2 l water mengen en in compartiment II
doen (niet bij outdoor- en sportkleding en textiel met dons!). Bij de volgende was minder wasmiddel gebruiken.
Storingen, wat te doen? nl
37
Page 38
nl Servicedienst
Storingen Oorzaak/Oplossing
Harde geluiden, trillingen en „wandelen” tijdens het centrifugeren.
Is het apparaat afgesteld? Apparaat afstellen. ~ Blz. 17
Zijn de voetjes vastgezet? Voetjes van het apparaat vastzetten. ~ Blz. 17
Transportbeveiligingen verwijderd? Transportbeveiligingen verwijderen.
~ Blz. 13
Display/indicatielampjes werken niet tijdens het gebruik.
Wasmiddelresten op het wasgoed.
In de pauze-toestand brandt het symbool Õ op het display.
In de pauze-toestand is
Stroomstoring?
Zekeringen geactiveerd? Zekeringen inschakelen/vervangen.
Doet de storing zich vaker voor, servicedienst inschakelen.
Soms bevatten fosfaatvrije wasmiddelen resten die niet in water oplosbaar
zijn.
Spoelen kiezen of wasgoed na het wassen uitborstelen.
Waterniveau te hoog. Bijvullen van wasgoed niet mogelijk. Eventueel vul-
deur direct sluiten.
Toets kiezen om het programma te hervatten.
De vuldeur is ontgrendeld. Bijvullen van wasgoed mogelijk.
het symbool Õ op het display uit.
Wanneer u een storing niet zelf kunt verhelpen (na uit-/inschakelen) of wanneer een reparatie noodzakelijk is:
Apparaat uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken.
Kraan dichtdraaien en de servicedienst inschakelen.
4 Klantenservice
Servicedienst
Neem wanneer u de storing niet zelf kunt verhelpen a.u.b. contact op met onze Servicedienst. ~ Omslagpagina
Wij vinden altijd een passende oplossing, ook om een onnodig bezoek van een monteur te voorkomen.
Aan de servicedienst dient u het typenummer (E-Nr.) en het fabricagenummer (FD) van de machine op te geven.
(1U )'
E-nr. Typenummer FD Fabricagenummer
38
Deze gegevens vindt u *afhankelijk van het model:
aan de binnenkant van de vuldeur* / de geopende serviceklep* en aan de achterkant van het apparaat..
Vertrouw op de competentie van de fabrikant.
Neem contact met ons op. Zo weet u zeker dat de reparatie wordt uitgevoerd door goed opgeleide servicemonteurs die de beschikking hebben over originele reserve-onderdelen.
Page 39
Technische gegevens nl
J Technische gegevens
Technische gegevens
Afmetingen:
60 x 55 x 85 cm (breedte x diepte x hoogte)
Gewicht:
66 - 73 kg*
Netaansluiting:
Nominale spanning: 220-240 V / 50 Hz Nominale stroom: 10 A Nominaal vermogen: 1900 - 2300 W
Waterdruk:
100 - 1000 kPa (1-10 bar)
Opgenomen vermogen in uitgeschakelde toestand:
0,12 W
Opgenomen vermogen in niet uitgeschakelde toestand:
0,58 W * afhankelijk van het model
r Aquastop-garantie
Aqua-Stop-garantie
Alleen voor apparaten met Aqua-Stop
Als aanvulling op de garantieregeling voor de koper voortvloeiend uit de koopovereenkomst en aanvullend op onze apparaatgarantie, wordt u schadeloos gesteld als aan onderstaande voorwaarden wordt voldaan:
1. Als door een storing in het Aqua-
Stop-systeem waterschade wordt veroorzaakt, dan vergoeden wij de schade van particuliere gebruikers.
2. De aansprakelijkheidsgarantie geldt
voor de levensduur van het apparaat.
3. Voorwaarde voor aanspraak op
garantie is dat het apparaat met Aqua-Stop vakkundig en overeenkomstig ons installatievoorschrift is opgesteld en aangesloten; hiertoe behoort ook de vakkundige verlenging van de Aqua­Stop (origineel toebehoren). Onze garantie heeft geen betrekking op defecte toevoerleidingen of armaturen tot aan de Aquastop­aansluiting op de kraan.
4. Tijdens het gebruik van een
apparaat met Aqua-Stop hoeft u er in principe niet bij te blijven resp. na het gebruik om veiligheidsredenen de kraan dicht te draaien. Alleen bij langere afwezigheid, bijvoorbeeld als u een paar weken op vakantie gaat, moet de kraan worden dichtgedraaid.
39
Page 40
Verzoek om reparatie en advies bij storingen
NL 088 424 4020 B 070 222 142
De contactgegevens in alle landen vindt u in de bijgesloten lijst met Servicedienstadressen.
BSH Hausgeräte GmbH Carl-Wery-Straße 34 81739 München GERMANY
siemens-home.bsh-group.com
*HIDEULFHHUGGRRU%6++DXVJHUlWH*PE+RQGHUKDQGHOVPHUNOLFHQWLHYDQ6LHPHQV$*
*9001250023*
9001250023 (9803)
Loading...