Meer informatie over producten, accessoires, onderdelen en
diensten vindt u op het internet: www.siemens-home.com en in
de online-shop: www.siemens-eshop.com
Produktinfo
3
Page 4
: Belangrijke veiligheidsvoorschriften
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig
door. Alleen dan kunt u het toestel goed en
veilig bedienen. Bewaar de
gebruiksaanwijzing voor later gebruik of om
door te geven aan een volgende eigenaar.
Controleer het apparaat na het uitpakken.
Niet aansluiten in geval van
transportschade.
Alleen een daartoe bevoegd vakman mag
apparaten zonder stekker aansluiten. Bij
schade door een verkeerde aansluiting
maakt u geen aanspraak op garantie.
Dit apparaat is alleen bestemd voor
huishoudelijk gebruik en de huiselijke
omgeving. Gebruik het uitsluitend voor het
bereiden van gerechten en drank. Zorg
ervoor dat het apparaat onder toezicht
gebruikt wordt. Het toestel alleen gebruiken
in gesloten ruimtes.
Dit apparaat is niet geschikt voor het
gebruik met een externe wekker of
afstandsbediening.
Maak voor de bescherming van kinderen
geen gebruik van ongeschikte
beveiligingsvoorzieningen of tralies. Dit kan
leiden tot ongevallen.
Dit toestel kan worden gebruikt door
kinderen vanaf 8 jaar en door personen met
beperkte fysieke, sensorische of geestelijke
vermogens of personen die gebrek aan
kennis of ervaring hebben, wanneer zij
onder toezicht staan van een persoon die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid of
geleerd hebben het op een veilige manier
te gebruiken en zich bewust zijn van de
risico's die het gebruik van het toestel met
zich meebrengt.
Kinderen mogen niet met het apparaat
spelen. Reiniging en onderhoud van het
toestel mogen niet worden uitgevoerd door
kinderen, tenzij zij 8 jaar of ouder zijn en
onder toezicht staan.
Zorg ervoor dat kinderen die jonger zijn dan
8 jaar uit de buurt blijven van het toestel of
de aansluitkabel.
Risico van brand!
■
Brandbare voorwerpen die in de
binnenruimte worden bewaard kunnen
vlam vatten. Bewaar geen brandbare
voorwerpen in de binnenruimte. Open
nooit de deur wanneer er sprake is van
rookontwikkeling in het apparaat. Het
toestel uitschakelen en de stekker uit het
stopcontact halen of de zekering in de
meterkast uitschakelen.
Risico van brand!
■
Wanneer de apparaatdeur geopend wordt,
ontstaat er een luchtstroom. Het
bakpapier kan dan de
verwarmingselementen raken en vlam
vatten. Tijdens het voorverwarmen mag er
nooit bakpapier los op de toebehoren
liggen. Verzwaar het bakpapier altijd met
een vorm. Bakpapier alleen op het
benodigde oppervlak leggen. Het
bakpapier mag niet uitsteken over de
toebehoren.
Risico van brand!
■
Hete olie en heet vet vatten snel vlam.
Hete olie en heet vet nooit gebruiken
zonder toezicht. Vuur nooit blussen met
water. Schakel de kookzone uit. Vlammen
voorzichtig met een deksel, smoordeksel
of iets dergelijks verstikken.
Risico van brand!
■
De kookzones worden erg heet. Nooit
brandbare voorwerpen op de kookplaat
leggen. Geen voorwerpen op de
kookplaat leggen.
Brandgevaar!
■
Het apparaat wordt erg heet, brandbare
materialen kunnen snel vlam vatten.
Bewaar of gebruik geen brandbare
voorwerpen ( bijv. spuitbussen,
reinigingsmiddelen) onder of in de
nabijheid van de oven. Bewaar geen
brandbare voorwerpen in of op de oven.
Risico van brand!
■
Het oppervlak van de schuiflade kan erg
heet worden. Bewaar alleen
oventoebehoren in de schuiflade.
Ontvlambare en brandbare voorwerpen
mogen niet in de ovenlade worden
opgeborgen.
Toebehoren altijd op de juiste manier in de
binnenruimte plaatsen. Zie beschrijving toebehoren in de gebruiksaanwijzing.
4
Page 5
Risico van verbranding!
■
Het toestel wordt zeer heet. Nooit de hete
vlakken in de binnenruimte of
verwarmingselementen aanraken. Het
apparaat altijd laten afkoelen. Zorg ervoor
dat er geen kinderen in de buurt zijn.
Risico van verbranding!
■
Toebehoren of vormen worden zeer heet.
Neem hete toebehoren en vormen altijd
met behulp van een pannenlap uit de
binnenruimte.
Risico van verbranding!
■
Alcoholdampen kunnen in de
binnenruimte vlam vatten. Nooit gerechten
klaarmaken die een hoog percentage
alcohol bevatten. Alleen kleine
hoeveelheden drank met een hoog
alcoholpercentage gebruiken. De deur
van het toestel voorzichtig openen.
Risico van verbranding!
■
De kookzones en met name een
eventueel aanwezige kookplaatomlijsting
worden zeer heet. Raak de hete
oppervlakken nooit aan. Zorg ervoor dat
er geen kinderen in de buurt zijn.
Verbrandingsgevaar!
■
Tijdens het gebruikt worden de
oppervlakken van het apparaat heet. De
hete oppervlakken niet aanraken. Houd
kinderen uit de buurt van het toestel.
Risico van verbranding!
■
De kookzone warmt op, maar de indicatie
functioneert niet Zekering in de meterkast
uitschakelen. Contact opnemen met de
klantenservice.
Verbrandingsgevaar!
■
Het apparaat wordt heet tijdens de
bereiding. Laat het voor de reiniging
afkoelen.
Kans op verbranding!
■
Tijdens het gebruik worden de
toegankelijke onderdelen heet. De hete
onderdelen nooit aanraken. Zorg ervoor
dat er geen kinderen in de buurt zijn.
Risico van verbranding!
■
Bij het openen van de apparaatdeur kan
hete stoom vrijkomen. De deur van het
toestel voorzichtig openen. Zorg ervoor
dat er geen kinderen in de buurt zijn.
Kans op verbrandingen!
■
Door water in de hete binnnruimte kan
hete waterdamp ontstaan. Nooit water in
de hete binnenruimte gieten.
Risico van letsel!
■
Wanneer er krassen op het glas van de
apparaatdeur zitten, kan dit springen.
Geen schraper, scherpe of schurende
schoonmaakmiddelen gebruiken.
Risico van letsel!
■
Wanneer er vloeistof zit tussen de bodem
van de pan en de kookzone kunnen
kookpannen plotseling in de hoogte
springen. Zorg ervoor dat de kookzone en
de bodem van de pan altijd droog zijn.
Risico van letsel!
■
Wordt het toestel onbevestigd op een
sokkel geplaatst, dan kan het hiervan
afglijden. Het toestel moet goed aan de
sokkel worden bevestigd.
Kantelgevaar!
Waarschuwing: Om te voorkomen dat het
apparaat kantelt, moet een
kantelbeveiliging worden gemonteerd. Lees
de montage-instructies door.
Kans op een elektrische schok!
■
Ondeskundige reparaties zijn
gevaarlijk.Reparaties mogen uitsluitend
worden uitgevoerd door technici die zijn
geïnstrueerd door de klantenservice.Is het
apparaat defect, haal dan de stekker uit
het stopcontact of schakel de zekering in
de meterkast uit. Contact opnemen met
de klantenservice.
Kans op een elektrische schok!
■
De kabelisolatie van hete
toestelonderdelen kan smelten. Zorg
ervoor dat er nooit aansluitkabels van
elektrische toestellen in contact komen
met hete onderdelen van het apparaat.
Kans op een elektrische schok!
■
Binnendringend vocht kan een schok
veroorzaken. Geen hogedrukreiniger of
stoomreiniger gebruiken.
Kans op een elektrische schok!
■
Bij vervanging van de lamp in de
binnenruimte staan de contacten van de
lampfitting onder stroom. Trek voordat u
tot vervanging overgaat de netstekker uit
het stopcontact trekken of schakel de
zekering in de meterkast uit.
Kans op een elektrische schok!
■
Een defect toestel kan een schok
veroorzaken. Een defect toestel nooit
inschakelen. De netstekker uit het
stopcontact halen of de zekering in de
meterkast uitschakelen. Contact opnemen
met de klantenservice.
5
Page 6
Oorzaken van schade
Kookplaat
Attentie!
■ Let erop dat de bovenste afdekking niet gesloten is als het
fornuis in bedrijf genomen wordt.
■ Gebruik de kookzones alleen wanneer er kook- of bakgerei
op staat. Verwarm geen lege pannen. De bodems van de
pannen raken dan beschadigd.
■ Overgelopen voedsel direct verwijderen. Gebruik voor
gerechten met veel vloeistof hoge pannen. Dan kan er niets
overkoken.
■ Let erop dat de kookplaat nooit wordt ingeschakeld als de
afdekplaat gesloten is, bijv. door spelende kinderen.
■ Zorg ervoor dat de kookplaat droog blijft. Door water met
zout of natte pannenbodems raakt hij beschadigd.
■ Gebruik de kookplaat nooit als er geen pan opstaat. Gebruik
nooit pannen met niet-egale bodems. Er wordt niet genoeg
warmte onttrokken aan de kookplaat. Deze kan roodgloeiend
zijn.
Schade aan de oven
Attentie!
■ Toebehoren, folie, bakpapier of vormen op de bodem van de
binnenruimte: Geen toebehoren op de bodem van de
binnenruimte leggen. Geen bakpapier of folie, van welk type
dan ook, op de bodem van de binnenruimte leggen. Geen
vorm op de bodem van de binnenruimte plaatsen wanneer
een temperatuur van meer dan 50 °C ingesteld is. Er
ontstaat dan een opeenhoping van warmte. De bak- en
braadtijden kloppen niet meer en het email wordt
beschadigd.
■ Water in de hete binnenruimte: Nooit water in de hete
binnenruimte gieten. Er ontstaat dan waterdamp. Door de
verandering van temperatuur kan schade aan het email
ontstaan.
■ Vochtige levensmiddelen: Geen vochtige levensmiddelen
langere tijd in de afgesloten binnenruimte bewaren. Het email
raakt dan beschadigd.
■ Vruchtensap: De bakplaat bij zeer vochtig vruchtengebak niet
te overvloedig bedekken. Vruchtensap dat van de bakplaat
druppelt, laat vlekken achter die niet meer kunnen worden
verwijderd. Gebruik zo mogelijk de diepere braadslede.
■ Afkoelen met open apparaatdeur: De binnenruimte alleen
laten afkoelen wanneer deze afgesloten is. Ook wanneer de
deur slechts op een kier openstaat, kan de voorzijde van
aangrenzende meubels op den duur worden beschadigd.
■ Sterk vervuilde deurdichting: is de deurdichting sterk vervuild,
dan sluit de apparaatdeur tijdens het gebruik niet meer goed.
De voorzijde van aangrenzende meubels kan worden
beschadigd.Zorg ervoor dat de deurdichting altijd schoon is.
■ Apparaatdeur als vlak om op iets op te leggen of te plaatsen:
niets op de apparaatdeur leggen of plaatsen en er niets aan
hangen. Geen vormen of toebehoren op de apparaatdeur
plaatsen.
■ Toebehoren inschuiven: afhankelijk van het type toestel
kunnen de toebehoren krassen geven op de deur.
Toebehoren altijd tot de aanslag in de binnenruimte schuiven.
■ Apparaat transporteren: Het apparaat niet aan de deurgreep
vasthouden of dragen. De deurgreep houdt op den duur het
gewicht van het apparaat niet en kan afbreken.
Schade aan de schuiflade
Attentie!
Leg geen hete voorwerpen in de schuiflade. Deze kan
beschadigd raken.
Opstellen en aansluiten
Elektrische aansluiting
De elektrische aansluiting dient uitgevoerd te worden door een
daartoe bevoegd vakman. De voorschriften van de
verantwoordelijke elektriciteitsmaatschappij dienen te worden
nageleefd.
Wanneer het toestel verkeerd wordt aangesloten, heeft u geen
recht op garantie.
Attentie!
Als de aansluitkabel beschadigd raakt, moet deze door de
fabrikant, door de servicedienst of door een erkende monteur
worden vervangen.
Voor de installateur
■ De installatie dient te beschikken over een schakelaar met
een contactopening van minstens 3 mm. Bij aansluiting met
een stekker is dit niet noodzakelijk wanneer de stekker voor
de gebruiker toegankelijk is.
■ Elektrische veiligheid: het fornuis is een apparaat van
veiligheidsklasse I en mag alleen met een geaarde
aansluiting worden gebruikt.
■ Voor de aansluiting van het apparaat dient een kabel van het
type H 05 VV-F of gelijkwaardig te worden gebruikt.
Fornuis met de waterpas horizontaal plaatsen
Zet het fornuis direct op de vloer.
1. Ovenlade eruit trekken en er naar boven uittillen.
Aan de onderkant bevinden zich binnenin voor en achter
stelvoeten.
2. De stelvoeten zo nodig met een zeskantsleutel omhoog of
omlaag draaien, tot het fornuis waterpas staat (Afbeelding A).
3. Ovenlade weer inschuiven (Afbeelding B).
%$
Bevestiging aan de wand
Om te voorkomen dat het fornuis kantelt, dient u het met de
meegeleverde haak aan de wand te bevestigen. Neem het
montagevoorschrift voor bevestiging aan de wand in acht.
6
Page 7
Uw nieuwe fornuis
Hier maakt u kennis met uw nieuwe fornuis. Wij leggen u de
werking van het bedieningspaneel, de kookplaat en de
Algemeen
De uitvoering hangt van het type apparaat af.
afzonderlijke bedieningselementen uit. U krijgt informatie over
de binnenruimte en de toebehoren.
Toelichting
1Kookplaat**
2Bedieningspaneel**
3Koelventilator
4Ovendeur**
5*Ovenlade**
* Optioneel (beschikbaar voor enekele apparaten)
** Al naargelang het apparaattype zijn detailafwijkingen moge-
lijk.
Kookplaat
Toelichting
1Kookplaat 14,5 cm
2Kookplaat 22 cm
3Snelkookplaat met rode punt 18 cm
4Snelkookplaat met rode punt 14,5 cm
Snelkookplaat met rode punt
Wanneer u de hoogste kookstand instelt, wordt de kookzone
snel verwarmd.
7
Page 8
Bedieningspaneel
Al naargelang apparaattype zijn detailafwijkingen mogelijk.
Functiekiezer
Met de functiekiezer stelt u de wijze van verwarmen van de
oven in. U kunt de functiekiezer naar rechts of naar links
draaien.
Wanneer u de functiekiezer inschakelt, brandt de ovenlamp.
StandenFunctie
Uit De oven is uitgeschakeld.
ý
Boven-/onder-
%
warmte*
Onderwarmte Met onderwarmte kunt u de onder-
$
Vlakgrillen, kleine
*
vlakken
Vlakgrillen, grote
(
vlakken
* Wijze van verwarmen volgens energierendementsklasse
EN50304.
Het bakken en braden is op één
niveau mogelijk. Voor cake en
pizza in een vorm of op de plaat, en
voor magere braadstukken van
rund- en kalfsvlees en wild is deze
instelling goed geschikt. De warmte
komt gelijkmatig van boven en
onder.
kant van gerechten nabakken en bruinen. De warmte komt van onderen.
De wijze van verwarmen is geschikt
voor het grillen van steaks, worstjes, vis en toasts in kleine hoeveelheden. Het middelste deel van de
grill wordt verwarmd.
U kunt meerdere steaks, worstjes,
vis en toasts grillen. Het gehele
vlak onder de grill wordt verwarmd.
Temperatuurkeuzeknop
Met de temperatuurkeuzeknop kunt u de temperatuur en de
grillstand instellen.
StandenFunctie
Ú
50-270 Temperatuurbe-
•, ••, ••• GrillstandenGrillstanden voor de grill, klein
Als de oven opwarmt, brandt het controlelampje op het
bedieningspaneel. Als het opwarmen wordt onderbroken, gaat
het symbool uit. Bij sommige instellingen brandt het symbool
niet.
Kookzoneschakelaars
Met de vier kookzoneschakelaars kunt u het
verwarmingsvermogen van de kookzones instellen.
StandenFunctie
ý
^-3
Wanneer u de elektrische kookplaat instelt, gaat het
indicatorlampje branden.
U kunt de kookzoneschakelaar naar links of rechts draaien.
NulstandOven niet heet.
reik
De temperatuurweergave is in
ºC.
* en groot ( oppervlak.
• = Stand 1, zwak
•• = Stand 2, gemiddeld
••• = Stand 3, sterk
NulstandOven uitgeschakeld.
Kookstanden
^ = laagste stand
3 = hoogste stand
De toebehoren
De meegeleverde toebehoren zijn geschikt voor vele
gerechten. Let erop dat u de toebehoren altijd op de juiste
manier in de binnenruimte plaatst.
Het grote assortiment speciale toebehoren zorgt ervoor dat
vele van uw gerechten nog beter lukken en u de oven nog
comfortabler kunt gebruiken.
De binnenruimte
In de binnenruimte bevindt zich de ovenlamp. Een
koelventilator beschermt de oven tegen oververhitting.
Ovenlamp
Tijdens het gebruik brandt de ovenlamp in de binnenruimte.
Koelventilator
De koelventilator wordt zo nodig in- en uitgeschakeld. De
warme lucht ontsnapt via de deur.
De koelventilator loopt een bepaalde tijd na, zodat de
binnenruimte na gebruik sneller afkoelt.
Attentie!
De ventilatiesleuven niet afdekken. Anders raakt de oven
oververhit.
Rooster
Voor servies, taart- en cakevormen,
braadstukken, grillstukken en diepvriesgerechten.
Het rooster met de open kant naar
de ovendeur en de welving naar
beneden
Emaillen bakplaat
Voor gebak en koekjes.
Plaats de bakplaat met de schuine
kant naar de ovendeur.
¾ inschuiven.
8
Page 9
Inschuiven van het toebehoren
Het toebehoren kan in 5 verschillende hoogtes in de oven
worden geschoven. Schuif het toebehoren altijd tot aan de
aanslag erin zodat het niet met de glazen deur van de oven in
aanraking komt.
Het toebehoren kan ongeveer tot de helft eruit getrokken
worden zonder dat het kantelt. Zo kunt u de gerechten
gemakkelijk uit de oven nemen.
Bij het inschuiven van het toebehoren moet u op de uitstulping
aan de achterzijde van het toebehoren letten. Alleen zo klikt het
op de juiste manier vast.
Aanwijzing: Het toebehoren kan door de hitte vervormen.
Zodra het toebehoren afgekoeld is, neemt het zijn
oorspronkelijke vorm weer aan. De functie wordt niet beïnvloed.
Houd de bakplaat aan weerszijden met beide handen vast en
schuif de bakplaat recht in het frame. Vermijd bij het inschuiven
bewegingen naar links of rechts. Anders kan de bakplaat niet
gemakkelijk ingeschoven worden. Het geëmailleerde oppervlak
kan beschadigd raken.
Toebehoren kunt u nabestellen bij de klantenservice, in de
vakhandel of via Internet. Geef hiervoor alstublieft het
HZnummer op.
Extra toebehoren
Extra toebehoren kunt u bij de servicedienst of in de
speciaalzaak kopen. In onze brochures of op internet vindt u
diverse producten die voor uw oven geschikt zijn. De
beschikbaarheid van extra toebehoren en de mogelijkheid om
deze via internet te kopen is per land verschillend. Informatie
hierover vindt u in de verkoopbrochures.
Niet elk extra toebehoren is voor elk apparaat geschikt. Geef bij
aankoop steeds de volledige naam (E-nr.) van uw apparaat op.
Extra toebehorenHZ-nummerFunctie
PizzaplaatHZ317000Is zeer geschikt voor pizza, diepvriesgerechten en ronde taar-
InlegroosterHZ324000Om te braden. Plaats het grillrooster altijd op de braadslede.
GrillplaatHZ325000Deze wordt bij het grillen in plaats van het grillrooster of als
BaksteenHZ327000De baksteen is uitstekend geschikt voor het bereiden van zelf-
Geëmailleerde bakplaatHZ331003Voor gebak en koekjes.
Geëmailleerde bakplaat met anti-aanplaklaagHZ331011Gebak en koekjes kunnen goed op de bakplaat worden ver-
BraadsledeHZ332003Voor vochtig gebak, koekjes, diepvriesgerechten en grote
Braadslede met anti-aanplaklaagHZ332011Vochtig gebak, koekjes, diepvriesgerechten en grote braad-
Deksel voor profipanHZ333001Met een deksel wordt de profipan een profibraadpan.
ten. U kunt de pizzaplaat in plaats van de braadslede gebruiken. Schuif de plaat boven het rooster erin en houd u aan de
gegevens in de tabellen.
Afdruipend vet en vleesvocht worden opgevangen.
spatbeveiliging gebruikt om de oven tegen sterke vervuiling te
beschermen. Gebruik de grillplaat alleen in combinatie met de
braadslede.
Grillstukken op de grillplaat: Alleen de inschuifhoogtes 1, 2 en
3 worden gebruikt.
Grillplaat als spatbeveiliging: De braadslede wordt tezamen
met de grillplaat onder het rooster ingeschoven.
gemaakt brood, broodjes en pizza die een knapperige bodem
moeten krijgen. De baksteen moet altijd op de aanbevolen
temperatuur worden voorverwarmd.
Schuif de bakplaat met de schuine kant naar de ovendeur in
de oven.
deeld. Schuif de bakplaat met de schuine kant naar de ovendeur in de oven.
braadstukken. Kan ook voor het opvangen van vet of vleesvocht onder het rooster worden gebruikt.
Schuif de braadslede met de schuine kant naar de ovendeur in
de oven.
stukken kunnen goed op de braadslede worden verdeeld.
Schuif de braadslede met de schuine kant naar de ovendeur in
de oven.
9
Page 10
Extra toebehorenHZ-nummerFunctie
Profipan met inzetroosterHZ333003Is zeer geschikt voor het bereiden van grote hoeveelheden.
2-voudige telescopische uitschuifhulpHZ338250Met de uitschuifrails op de hoogtes 2 en 3 kan het toebehoren
Glazen panHZ915001De glazen pan is geschikt voor smoorgerechten en ovenscho-
ken en diepvriesgerechten.
geheel worden uitgetrokken zonder dat het kantelt.
tels. Is zeer geschikt voor programma's en braadautomaat.
Klantenserviceartikelen
Voor uw huishoudelijke apparaten kunt u bij de klantenservice,
in de vakhandel of via het Internet voor afzonderlijke landen in
Schoonmaakdoekjes voor roestvrijstalen
oppervlakken
OvengrillreinigergelArtikel-nr. 463582Voor het reinigen van de binnenruimte. De gel is reukloos.
Microvezeldoek met honingraatstructuurArtikelnr. 460770Bijzonder geschikt voor het schoonmaken van gevoelige
DeurbeveiligingArtikel-nr. 612594Om te voorkomen dat kinderen de ovendeur openen. De
Artikelnr. 311134Het afzetten van vuil wordt tegengegaan. Door de impregnatie
de e-shop de juiste onderhouds en reinigingsmiddelen of
andere toebehoren kopen. Geef hiervoor het betreffende
artikelnummer op.
met een speciale olie worden de oppervlakken van roestvrijstalen apparaten optimaal schoongemaakt.
oppervlakken, zoals bijv. glas, glaskeramiek, roestvrij staal of
aluminium. Het microvezeldoekje verwijdert in één keer vochtig en vethoudend vuil.
beveiliging wordt vastgeschroefd op een manier die afhangt
van de apparaatdeur. Neem de aanwijzingen in het bijlageblad
bij de deurbeveiliging in acht.
Voor het eerste gebruik
Hier vindt u alles wat u moet doen voordat u voor het eerst
gerechten klaarmaakt met de oven. Lees eerst het hoofdstuk
Veiligheidsvoorschriften.
De oven opwarmen
Om de geur van het nieuwe te verwijderen, warmt u de lege,
gesloten oven op. Ideaal hiervoor is een uur bij Boven- en
onderwarmte
verpakkingsresten in de binnenruimte bevinden.
Ventileer de keuken zolang de oven opwarmt.
1. Met de functiekeuzeknop Boven- en onderwarmte %
instellen.
% op 240 °C. Let erop dat zich geen
2. Met de temperatuurkeuzeknop 240 °C instellen.
Na een uur de oven uitschakelen. Hiervoor de
functiekeuzeknop op de nulstand draaien.
Kookplaat opwarmen.
Om de geur van het nieuwe te verwijderen, warmt u de
kookplaat zonder pannen op de hoogste stand 3 minuten lang
op.
Toebehoren reinigen
Reinig de toebehoren voor het eerste gebruik grondig met
warm zeepsop en een zacht schoonmaakdoekje.
Zo stelt u de kookplaat in
In dit hoofdstuk leert u hoe u de oven instelt.
Zo stelt u de elektrische kookplaat in
U kunt met de betreffende kookzoneschakelaar van de
elektrische kookzone de kookstand instellen.
Ga als volgt te werk:
1. Stel de schakelaar van de elektrische kookplaat naar links op
een geschikte kookstand tussen
2. Gebruik voor het koken een pan die dezelfde diameter heeft
als de elektrische kookplaat.
3. Schakel de elektrische kookplaat uit (kookstand 0) als het
gerecht klaar is.
Kookstand
Kookstand 3 = Hoogste instelling
10
^ = Laagste instelling
^-3 in.
Wijze van verwarmen
koken3
Bakken3
Als de kookzone wordt ingeschakeld, brandt de indicator.
U kunt de kookzoneschakelaar naar links of rechts draaien.
^ of 1
1
2
Hoeveelheidsafhankelijk
Wanneer u begint te koken
Tijdens het koken, afhankelijk
van de behoefte hoog of laag
Verhitten van de olieWanneer u
met het bakken begint
Tijdens het bakken
Page 11
Oven instellen
U heeft verschillende mogelijkheden om de oven in te stellen.
Hier geven wij u uitleg over de manier waarop u de gewenste
verwarmingsmethode en temperatuur of grillstand instelt.
Aanwijzing: Het wordt aanbevolen de oven altijd voor te
verwarmen alvorens het voedsel in de oven te doen, om
overmatige condensatie op het glas te vermijden.
Verwarmingsmethode en temperatuur
Voorbeeld in de afbeelding: boven en onderwarmte bij
190°C
1. Met de functiekeuzeknop stelt u de verwarmingsmethode in.
%.
Onderhoud en reiniging
2. Met de temperatuurknop stelt u de temperatuur of grillstand
in.
De oven wordt opgewarmd.
Oven uitschakelen.
Functiekeuzeknop op de nulstand draaien.
Instellingen veranderen
U kunt de verwarmingsmethode en temperatuur of grillstand op
elk moment met de daarvoor bestemde keuzeknop veranderen.
Wanneer u de kookplaat en de oven goed verzorgt en
schoonmaakt, blijven ze lang mooi en intact. Hieronder leggen
wij u uit hoe u beide op de juiste manier verzorgt en
schoonmaakt.
Aanwijzingen
■ Geringe kleurverschillen op de voorzijde van de oven zijn het
gevolg van het gebruik van verschillende materialen, zoals
glas, kunststof en metaal.
■ Schaduwen op de ruit van de deur, die eruit zien als strepen,
zijn lichtreflexen van de ovenlamp.
■ Het email wordt ingebrand op zeer hoge temperaturen.
Hierdoor kunnen er kleine kleurverschillen ontstaan. Dit is
normaal en heeft geen nadelige invloed op de werking. De
smalle randen van de bakplaten kunnen niet volledig worden
geëmailleerd. Ze kunnen daarom ruw zijn. De bescherming
tegen corrosie blijft hierbij intact.
Schoonmaakmiddelen
Om te voorkomen dat de verschillende oppervlakken door
verkeerde reinigingsmiddelen beschadigd raken, moet u zich
aan het volgende houden.
Gebruik bij de reiniging van de kookplaat
■ geen onverdund afwasmiddel of reinigingsmiddelen voor de
vaatwasmachine,
■ geen schuursponsjes,
■ geen agressieve reinigingsmiddelen zoals ovensprays of
middelen om vlekken te verwijderen,
■ geen hogedrukreiniger of stoomstraler.
■ Reinig losse onderdelen niet in de vaatwasmachine.
Gebruik bij de reiniging van de oven
■ geen scherpe of schurende reinigingsmiddelen,
■ geen reinigingsmiddelen met een hoog alcoholpercentage,
■ geen schuursponsjes,
■ geen hogedrukreiniger of stoomstraler.
■ Reinig losse onderdelen niet in de vaatwasmachine.
Was nieuwe sponsen voor het eerste gebruik goed uit.
ZoneSchoonmaakmiddelen
Roestvrijstalen
oppervlakken*
(afhankelijk van het
type apparaat)
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen en
met een zachte doek nadrogen. Veeg bij
roestvrijstalen oppervlakken altijd in de
slijprichting. Anders kunnen er krassen
ontstaan. Kalk, vet, zetmeel en eiwitvlekken onmiddellijk verwijderen. Onder
zulke vlekken kan corrosie ontstaan.
Bij de servicedienst of in de vakhandel
zijn speciale schoonmaakmiddelen verkrijgbaar die geschikt zijn voor warme
oppervlakken van roestvrij staal. Eeen
beetje schoonmaakmiddel dun opbrengen met een zachte doek.
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen en
met een zachte doek nadrogen. Geen
glasreiniger, metalen of glazen schraper
gebruiken voor het schoonmaken.
type apparaat)
BedieningspaneelWarm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen en
met een zachte doek nadrogen. Geen
glasreiniger, metalen of glazen schraper
gebruiken voor het schoonmaken.
Bovenste glazen
afscherming*
(afhankelijk van het
type apparaat)
Glasreiniger:
Met een zachte doek schoonmaken.
U kunt de bovenste glazen afscherming
afnemen om hem schoon te maken.
Houd u aan de aanwijzingen in het
hoofdstuk Bovenste glazen afscherming!
* Optioneel (beschikbaar voor enkele apparaten, afhankelijk
van het apparaattype.)
11
Page 12
ZoneSchoonmaakmiddelen
Draaiknoppen
Niet afnemen!
Omlijsting van de
kookplaat
Gaskookplaat en
pannenhouders*
(afhankelijk van het
type apparaat)
Gasbranders*
(afhankelijk van het
type apparaat)
Elektrische kookzone*
(afhankelijk van het
type apparaat)
Ring op de kookplaat*
(afhankelijk van het
type apparaat)
Kookplaat van glaskeramiek*
(afhankelijk van het
type apparaat)
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen en
met een zachte doek nadrogen.
Warm zeepsop:
Niet schoonmaken met een schraper,
citroen of azijn.
Warm zeepsop.
Weinig water gebruiken, het mag niet
door de branderonderdelen in het toestel
komen.
Overgelopen voedsel en etensresten
direct verwijderen.
U kunt de pannenhouders afnemen.
Pannenhouders van gietijzer*:
Niet afwassen in de vaatwasmachine.
Branderkop en deksel verwijderen,
schoonmaken met warm zeepsop.
Niet in de vaatwasmachine reinigen.
De gasuitlaatopeningen moeten altijd vrij
zijn.
Ontstekingskaarsen: kleine zachte borstel.
De gasbranders functioneren alleen wanneer de ontstekingskaarsen droog zijn.
Alle onderdelen goed drogen. Let er bij
het terugplaatsen op dat ze precies goed
zitten.
De branderdeksels zijn zwart geëmailleerd. In de loop van de tijd verandert de
kleur. Dit heeft geen invloed op de werking.
Schuurmiddelen of reinigingsponzen.
De kookplaat hierna kort opwarmen,
zodat hij droogt. Vochtige platen roesten
in de loop van de tijd. Ten slotte een
schoonmaakmiddel aanbrengen.
Overgelopen voedsel en etensresten
direct verwijderen.
Geel- tot blauwkleurige plekken op de
ring van de kookplaat met een schoonmaakmiddel voor staal verwijderen.
Gebruik hiervoor geen krassende of
schurende middelen.
Verzorging: beschermings- en onderhoudsmiddelen voor glaskeramiek.
Reiniging: schoonmaakmiddelen die
geschikt zijn voor glaskeramiek.
De aanwijzingen voor het schoonmaken
op de verpakking in acht nemen.
:Schraper tegen sterke vervuiling:
Ontgrendelen en alleen met het schrapermesje reinigen. Let op, het mes is
heel scherp. Risico van letsel.
Na het reinigen weer sluiten. Beschadigde messen direct vervangen.
Glazen kookplaat*
(afhankelijk van het
type apparaat)
Verzorging: beschermings- en onderhoudsmiddelen voor het glas
Reinging: schoonmaakmiddelen voor het
glas.
De aanwijzingen voor het schoonmaken
op de verpakking in acht nemen.
:Schraper tegen sterke vervuiling:
Ontgrendelen en alleen met het schrapermesje reinigen. Let op, het mes is
heel scherp. Risico van letsel.
Na het reinigen weer sluiten. Beschadigde messen direct vervangen.
* Optioneel (beschikbaar voor enkele apparaten, afhankelijk
van het apparaattype.)
ZoneSchoonmaakmiddelen
DeurruitGlasreiniger:
Kinderslot*
(afhankelijk van het
type apparaat)
Afdichting
Niet afnemen!
KookzoneWarm zeepsop of water met azijn:
Met een zachte doek schoonmaken.
Gebruik geen schrapermesjes.
De deur kan worden afgenomen om hem
gemakkelijk schoon te maken. Houd u
hierbij aan de aanwijzingen in het hoofdstuk Ovendeur verwijderen en inbrengen!
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen.
Indien een kinderslot op de ovendeur is
aangebracht, moet dit voor het reinigen
worden verwijderd.
Bij sterke verontreiniging functioneert het
kinderslot niet goed meer.
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen.
Niet schuren.
Met een schoonmaakdoekje reinigen.
Bij sterke verontreiniging een schuursponsje van roestvrij staal of ovenreiniger gebruiken.
Alleen gebruiken in de onverwarmde binnenruimte.
:Bij zelfreinigende oppervlakken de
zelfreinigingsfunctie gebruiken. Neem
hierbij de aanwijzingen van het hoofdstuk
Zelfreiniging in acht!
Attentie! Gebruik nooit schoonmaakmiddelen voor zelfreinigende oppervlakken.
Glazen kapje op de
ovenlamp
TelescooprailWarm zeepsop:
* Optioneel (beschikbaar voor enkele apparaten, afhankelijk
van het apparaattype.)
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen.
Met een schoonmaakdoekje of borstel
schoonmaken.
U kunt de rekjes afnemen om ze schoon
te maken. Neem hierbij de aanwijzingen
in het hoofdstuk Rekjes verwijderen en inbrengen in acht!
Telescooprails*
(afhankelijk van het type apparaat)
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje of borstel
schoonmaken.
Verwijder het smeervet niet van de uitschuifrails. U kunt ze het beste reinigen
wanneer ze ingeschoven zijn. Niet laten
weken, in de vaatwasmachine schoonmaken of bij de zelfreiniging meereinigen. Dit kan invloed hebben op de
werking van de rekjes en ze kunnen hierdoor beschadigd raken.
12
Page 13
ZoneSchoonmaakmiddelen
ToebehorenWarm zeepsop:
Ovenlade*
(afhankelijk van het
type apparaat)
* Optioneel (beschikbaar voor enkele apparaten, afhankelijk
van het apparaattype.)
Laten weken en met schoonmaakdoekje
of een borstel schoonmaken.
Aluminium bakplaat*:
(afhankelijk van het type apparaat)
Met een zachte doek nadrogen.
Niet in de vaatwasmachine reinigen.
Gebruik in geen geval ovenreiniger.
Om krassen te vermijden mogen de
metalen oppervlakken nooit met een
mes of soortgelijk scherp voorwerp in
aanraking komen.
Ongeschikt zijn agressieve schoonmaakmiddelen, schuursponsjes en grove reinigingsdoeken. Anders kunnen er krassen
ontstaan.
Draaispit*
(afhankelijk van het type apparaat)
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje of borstel
schoonmaken. Niet afwassen in de vaatwasmachine.
Braadthermometer*
(afhankelijk van het type apparaat)
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje of borstel
schoonmaken. Niet afwassen in de vaatwasmachine.
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen.
Inhangroosters bevestigen
1. Inhangrooster eerst in de achterste bus plaatsen, iets naar
achteren drukken (Afbeelding A)
2. en vervolgens in de voorste bus plaatsen (Afbeelding B).
$
De inschuifrails passen links en rechts. Let erop dat evenals in
afbeelding B hoogte 1 en 2 beneden is en hoogte 3, 4 en 5
boven.
%
Ovendeur verwijderen en inbrengen
Om de deurruiten schoon te maken en te demonteren, kunt u
de ovendeur verwijderen.
De scharnieren van de ovendeur zijn alle voorzien van een
blokkeerhendel. Wanneer de blokkeerhendels zijn dichtgeklapt
(Afbeelding A), is de ovendeur beveiligd. Hij kan niet worden
verwijderd. Wanneer de blokkeerhendels voor het verwijderen
van de ovendeur opengeklapt zijn (B), zijn de scharnieren
beveiligd. Ze kunnen niet dichtklappen.
%$
Inschuifrails verwijderen en bevestigen
U kunt de rails voor het reinigen verwijderen. De oven dient
afgekoeld te zijn.
Inschuifrails verwijderen
1. Rail voor optillen
2. en uit de geleiders nemen (Afbeelding A).
3. Hierna de hele rail naar voren trekken
4. en verwijderen (Afbeelding B).
$
Maak de rails schoon met zeepsop en een
schoonmaaksponsje. Gebruik bij hardnekkig vuil een borstel.
%
: Risico van letsel!
Wanneer de scharnieren niet beveiligd zijn, klappen ze met
grote kracht dicht. Let erop dat de blokkeerhendels altijd
helemaal dichtgeklapt zijn, en bij het verwijderen van de
ovendeur helemaal opengeklapt.
Deur verwijderen
1. Ovendeur helemaal openen.
2. Beide blokkeerhendels links en rechts openklappen
(Afbeelding A).
3. Ovendeur tot de aanslag sluiten. Met beide handen links en
rechts vastpakken. Nog wat verder sluiten en uitnemen
(Afbeelding B).
%$
13
Page 14
Deur inbrengen
De ovendeur in de omgekeerde volgorde weer inbrengen.
1. Let er bij het inbrengen van de ovendeur op dat beide
scharnieren recht in de opening worden geleid
(Afbeelding A).
2. De keep op het scharnier dient aan beide kanten in te klikken
(Afbeelding B).
$
3. Beide blokkeerhendels weer dichtklappen (Afbeelding C).
Ovendeur sluiten.
%
&
4. Ruit optillen en naar buiten trekken (Afbeelding C).
&
Reinig de ruiten met glasreiniger en een zachte doek.
: Risico van letsel!
Wanneer er krassen op het glas van de apparaatdeur zitten,
kan dit springen. Geen schraper, scherpe of schurende
schoonmaakmiddelen gebruiken.
Inbrengen
Let er bij het inbrengen op dat “right above“ linksonder
ondersteboven staat.
1. De ruit schuin naar achteren inschuiven (Afbeelding A).
2. Bovenste ruit schuin naar achteren in de beide houders
schuiven. Het grote vlak moet zich aan de buitenkant
bevinden. (Afbeelding B).
: Risico van letsel!
Wanneer de ovendeur er per ongeluk uitvalt of een scharnier
dichtklapt, het scharnier niet met uw hand aanraken. Neem
contact op met de klantenservice.
Deurruiten verwijderen en inbrengen
Om gemakkelijker schoon te maken kunt u de ruiten van de
ovendeur uitnemen.
Verwijderen
1. Ovendeur verwijderen en met de handgreep naar beneden
op een doek leggen.
2. De afscherming bovenaan de ovendeur afnemen. Hiervoor
links en rechts het lipje met de vingers indrukken
(Afbeelding A).
3. Bovenste ruit optillen en naar buiten trekken (Afbeelding B).
%$
$
3. De afscherming plaatsen en aandrukken.
4. Ovendeur inbrengen.
Gebruik de oven pas weer wanneer de ruiten naar behoren
zijn ingezet.
%
14
Page 15
Wat te doen bij storingen?
Storingen worden vaak veroorzaakt door een kleinigheid.
Raadpleeg de volgende tabel voordat u contact opneemt met
de servicedienst. Wellicht kunt u zelf de storing verhelpen.
Storingstabel
Wanneer een gerecht niet goed gelukt is, lees hier dan het
hoofdstuk Voor u in onze kookstudio getest op na. Hier vindt u
vele tips en aanwijzingen voor het koken.
StoringMogelijke oor-
De oven functioneert niet.
De oven warmt
niet op.
zaak
De zekering is
defect.
De stroom is uitgevallen.
Er zit stof op de
contacten.
Oplossing/aanwijzing
Kijk in de meterkast na of
de zekering in orde is.
Controleer of het keukenlicht of andere keukenapparaten functioneren.
Draai de schakelaars meerdere keren heen en weer.
: Kans op een elektrische schok!
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk. Reparaties mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door technici die zijn
geïnstrueerd door de klantenservice.
Ovenlamp aan het plafond vervangen
Als de ovenlamp is uitgevallen, moet deze worden vervangen.
Temperatuurbestendige reservelampen, 40 watt, kunt u krijgen
bij de klantenservice of uw speciaalzaak. Gebruik uitsluitend
originele lampen.
: Kans op een elektrische schok!
Zekering in de meterkast uitschakelen.
1. Theedoek in de onverwarmde oven leggen, om schade te
voorkomen.
2. Glazen afscherming eruit halen door de schroeven naar links
te draaien.
3. Lamp vervangen door een van hetzelfde type.
4. Glazen afscherming er weer inschroeven.
5. Theedoek eruit nemen en de zekering inschakelen.
Glazen afscherming
Als de glazen afscherming beschadigd is, dient hij te worden
vervangen. Passende glazen afschermingen zijn verkrijgbaar bij
de klantenservice. Vermeld a.u.b. het productnummer (Enr.) en
het fabricagenummer (FD-nr.) van uw apparaat.
Servicedienst
Wanneer uw apparaat gerepareerd moet worden, staat onze
servicedienst voor u klaar. Wij vinden altijd een passende
oplossing, ook om onnodig bezoek van een technicus te
voorkomen.
Enummer en FDnummer
Geef aan de klantenservice altijd het productnummer (E-nr.) en
het fabricagenummer (FD-nr.) van uw apparaat op, zodat wij u
goed van dienst kunnen zijn. Het typeplaatje met de nummers
vindt u aan de zijkant van de ovendeur. Om niet te lang te
hoeven zoeken wanneer u de klantenservice nodig heeft, kunt u
hier direct de gegevens van uw apparaat en het
telefoonnummer van de servicedienst invullen.
O
FDnr.
Enr.
Servicedienst
Let erop dat het bezoek van een technicus van de servicedienst
in het geval van een verkeerde bediening ook tijdens de
garantietijd kosten met zich meebrengt.
De contactgegevens in alle landen vindt u in de bijgesloten lijst
met Servicedienstadressen.
Verzoek om reparatie en advies bij storingen
NL088 424 4020
B070 222 142
Vertrouw op de competentie van de fabrikant. Dan bent u ervan
verzekerd dat de reparatie wordt uitgevoerd door ervaren
technici die gebruikmaken van de originele reserveonderdelen
voor uw apparaat.
15
Page 16
Energie en milieutips
Hier krijgt u tips over de manier waarop u bij het bakken en
braden in de oven en bij het koken op de kookplaat energie
bespaart en het apparaat op de juiste manier afvoert.
Energie besparen met de oven
■ De oven alleen voorverwarmen als dit in het recept of in de
tabellen van de gebruiksaanwijzing is opgegeven.
■ Gebruik donkere, zwart gelakte of geëmailleerde bakvormen.
Deze nemen de hitte bijzonder goed op.
■ Open de ovendeur tijdens het garen, bakken of braden zo
weinig mogelijk.
■ Meerdere taarten of cakes kunt u het beste na elkaar bakken.
De oven is dan nog warm. Daardoor is de baktijd voor het
tweede gerecht korter. U kunt ook 2 rechthoekige bakvormen
naast elkaar in de oven plaatsen.
■ Bij langere bereidingstijden kunt u de oven 10 minuten voor
het einde van de bereidingstijd uitzetten en de restwarmte
gebruiken voor het afbakken.
Energie besparen met de kookplaat
■ Gebruik pannen met dikke, egale bodems. Niet-egale
bodems verhogen het energieverbruik.
■ De diameter van de bodem van de pan dient overeen te
komen met de grootte van de kookzone. Vooral te kleine
pannen op de kookzone zorgen voor energieverlies. Let op:
de fabrikanten geven vaak de diameter van de bovenkant
van de pan aan. Deze is meestal groter dan de diameter van
de pannenbodem.
■ Gebruik voor kleine hoeveelheden een kleine pan. Een grote,
slechts weinig gevulde pan heeft veel energie nodig.
■ Sluit de pannen altijd af met een passend deksel. Wanneer u
kookt zonder deksel heeft u vier maal meer energie nodig.
■ Kook met weinig water. Dit bespaart energie. Bij groente
blijven vitamines en mineralen behouden.
■ Schakel tijdig terug naar een lagere kookstand.
■ Maak gebruik van de restwarmte. Schakel bij langere
bereidingstijden al 5-10 minuten voor het einde van de
bereidingstijd de kookzone uit.
Milieuvriendelijk afvoeren
Voer de verpakking op een milieuvriendelijke manier af.
Dit apparaat is gekenmerkt in overeenstemming met
de Europese richtlijn 2012/19/EU betreffende
afgedankte elektrische en elektronische apparatuur
(waste electrical and electronic equipment - WEEE).
De richtlijn geeft het kader aan voor de in de EU
geldige terugneming en verwerking van oude
apparaten.
Voor u in onze kookstudio uitgetest.
Hier vindt u een keur aan gerechten en de daarbij behorende
optimale instellingen. Wij laten u zien welke
verwarmingsmethode en temperatuur het meest geschikt is
voor uw gerecht. U krijgt informatie over de juiste toebehoren
en de hoogte waarop ze ingeschoven dienen te worden. U
krijgt tips over de te gebruiken vormen en de bereiding.
Aanwijzingen
■ De tabel geldt altijd voor producten die in de onverwarmde
en lege binnenruimte worden geplaatst.
Alleen voorverwarmen wanneer dit in de tabel wordt
aangegeven. Leg pas na het voorverwarmen bakpapier op
de toebehoren.
■ De aangegeven tijden in de tabellen zijn richtwaarden. Ze zijn
afhankelijk van de kwaliteit en de aard van de
levensmiddelen.
■ Maak gebruik van de meegeleverde toebehoren. Bij de
klantenservice of in de vakhandel kunt u toebehoren of extra
toebehoren kopen.
Verwijder voor het gebruik alle toebehoren en vormen die u
niet nodig heeft uit de binnenruimte.
■ Gebruik altijd een pannenlap wanneer u hete toebehoren of
vormen uit de oven neemt.
Gebak
Tabellen
In de tabellen vindt u voor de verschillende soorten gebak de
optimale verwarmingsmethode. Temperatuur en tijdsduur zijn
afhankelijk van de hoeveelheid en de kwaliteit van het deeg. In
de tabellen zijn bereiken aangegeven. Probeer het eerst met de
laagste waarde. Een lage temperatuur zorgt ervoor dat het
gerecht gelijkmatiger bruin wordt. Stel de oven indien nodig de
volgende keer hoger in.
De baktijden worden 5 tot 10 minuten korter wanneer u
voorverwarmt.
Bijkomende informatie vindt u onder Tips voor het bakken na
de tabellen.
Bakvormen
Het meest geschikt zijn donkere metalen bakvormen.
Bij lichte bakvormen van dunwandig metaal of glazen vormen is
de baktijd langer en wordt het gebak niet zo gelijkmatig bruin.
Wanneer u siliconen vormen wilt gebruiken, raadpleeg dan de
informatie en de recepten van de fabrikant. Vormen van
silicone zijn vaak kleiner dan normale vormen. De deegvormen
en receptgegevens kunnen afwijken.
16
Page 17
Gebak in vormenVormHoogteWijze van
Eenvoudig, droog gebakSpringvorm met buisbo-
Eenvoudig, droog gebak, fijnSpringvorm met buisbo-
Taartbodem van roerdeegVruchtentaartbodem2
Vruchtentaart, eenvoudig deegHoge springvorm met
BiscuittaartSpringvorm2
Taartbodem van roerdeegSpringvorm1
Vruchten- of kwarktaart, zandtaartdeeg* Springvorm1
Kruidkoek*Springvorm1
* Gebak ca. 20 minuten in de oven laten afkoelen.
Gebak op de plaatToebehorenHoogteVerwar-
Roer of gistdeeg met droge bedekking Bakplaat2
Roer- of gistdeeg met vochtige bedekking, vruchten
Biscuitrol (voorverwarmen)Bakplaat2
Broodvlecht van 500 g bloemBakplaat2
Kerststol van 500 g bloemBakplaat3
Kerststol van 1 kg bloemBakplaat3
Strudel, zoetBakplaat2
BörekBakplaat2
PizzaBakplaat2
dem / rechthoekige cakevorm
dem / rechthoekige cakevorm
buisbodem
Bakplaat3
2
2
2
verwarmen
%
%
%
%
%
%
%
%
mingsmethode
%
%
%
%
%
%
%
%
%
Temperatuurinstelling in °C
170-19050-60
150-17060-70
150-17020-30
160-18050-60
160-18030-40
170-19025-35
170-19070-90
180-20050-60
Temperatuur
in °C
170-19020-30
170-19040-50
190-21015-20
160-18030-40
160-18060-70
150-17090-100
180-20055-65
180-20040-50
220-24025-35
Bereidingsduur, minuten
Tijdsduur
in minuten
Klein gebakToebehorenHoogteWijze van
KoekjesBakplaat3
Sprits (voorverwarmen)Bakplaat2
AmandelkoekjesBakplaat3
SchuimgebakBakplaat3
SoesjesBakplaat2
BladerdeegBakplaat3
Brood en broodjes
Bij het bakken van brood als er niets anders is aangegeven de
oven voorverwarmen .
U wilt bakken volgens uw eigen recept. Raadpleeg de baktabellen voor gelijksoortig gebak.
Zo stelt u vast of de cake goed doorbakken is.
Het gebak zakt in.Voeg de volgende keer minder vloeistof toe of stel de oventemperatuur 10 graden lager
Het gebak is in het midden hoog gerezen en lager bij de randen.
Het gebak wordt te donker aan de
bovenkant.
Het gebak is te droog.Als het gebak klaar is, prikt u er met een prikker kleine gaatjes in. Vervolgens bedruppelt
Het brood of het gebak (bijv. kwarktaart)
ziet er goed uit, maar is van binnen klef
(zacht, doortrokken met waterstrepen).
Het gebak is ongelijkmatig bruin geworden.
Het vruchtengebak is te licht aan de
onderkant.
Het sap van de vruchten stroomt over.Gebruik, indien beschikbaar, de volgende keer de diepere braadslede.
Klein gebak van gistdeeg plakt bij het
bakken aan elkaar.
Bij het bakken van vochtig gebak ontstaat er condenswater.
Prik ca. 10 voor het einde van de in het recept vermelde baktijd met een stokje in het
hoogste punt van het gebak. Wanneer er geen deeg meer aan de prikker zit, is het
gebak klaar.
in. Houd rekening met de omroertijden in het recept.
De rand van de springvorm niet invetten. Na het bakken maakt u het gebak voorzichtig
los met een mes.
Plaats het verder naar binnen, kies een lagere temperatuur en bak het iets langer.
u het met vruchtensap of alcohol. Stel de temperatuur de volgende keer 10 graden
hoger in en houd een kortere baktijd aan.
Gebruik de volgende keer wat minder vloeistof en bak iets langer bij een wat lagere temperatuur. Bij gebak met een vochtige bovenkant bakt u eerst de bodem voor. Bestrooi
het met amandelen of paneermeel en doe dan de bovenlaag erop. Houd u aan de recepten en baktijden.
Kies een wat lagere temperatuur, dan wordt het gebak gelijkmatiger bruin. Gebruik bij
kwetsbaar gebak boven- en onderwarmte
kan de luchtcirculatie beïnvloeden. Knip het bakpapier altijd zodanig af dat het goed op
de plaat past.
Plaats het gebak de volgende keer één niveau lager.
Tussen de gebakstukken dient een afstand van ca. 2 cm te zijn. Zo is er voldoende
plaats en kan het gebak goed rijzen en helemaal bruin worden.
Bij het bakken kan waterdamp ontstaan. Deze komt vrij via de deur. De waterdamp kan
neerslaan op het bedieningspaneel of op het meubilair en als condens neerdruppelen.
Dit is normaal.
% op één niveau. Ook bakpapier dat uitsteekt
Vlees, gevogelte, vis
Vormen
U kunt alle vormen gebruiken die hittebestendig zijn. Voor grote
stukken vlees is de bakplaat geschikt.
Het meest geschikt zijn vormen van glas. De deksel moet op
de braadpan passen en goed sluiten.
Gebruikt u geëmailleerde braadpannen, voeg dan wat meer
vloeistof toe.
Bij braadgerei van roestvrij staal wordt het gerecht niet zo erg
bruin en kan het vlees wat minder gaar zijn. Houd langere
bereidingstijden aan.
Opgaven in de tabellen:
vorm zonder deksel = open
vorm met deksel = gesloten
Zet de vorm altijd midden op het rooster.
Zet hete vormen van glas op een droge onderzetter. Is de
ondergrond nat of koud, dan kan het glas knappen.
Braden
Voeg aan mager vlees een beetje vloeistof toe. De bodem van
de vorm dient ca. ½ cm bedekt te zijn.
Voeg aan stoofvlees royaal vloeistof toe. De bodem van de
vorm dient ca 1 - 2 cm bedekt te zijn.
De hoeveelheid vloeistof is afhankelijk van het soort vlees en
het materiaal van de vormen. Wanneer u vlees in geëmailleerde
braadvormen klaarmaakt, is er wat meer vloeistof nodig dan in
glazen vormen.
Braadsledes van roestvrij staal zijn slechts beperkt geschikt.
Het vlees gaart langzamer en wordt minder bruin. Houd een
hogere temperatuur en/of een langere bereidingstijd aan.
Gril altijd in een gesloten oven.
Gebruik zoveel mogelijk gelijke stukken om te grillen. Zo
worden ze gelijkmatig bruin en blijven ze lekker mals.
Keer de grillstukken na
Zout de steaks pas na het grillen.
Leg de te grillen stukken vlees rechtstreeks op het rooster. Als
u één stuk vlees wilt grillen, lukt dit het best wanneer u het
midden op het rooster legt.
Schuif daarnaast de bakplaat op hoogte 1 in. Het vleessap
wordt opgevangen en de oven blijft schoner.
De bakplaat of braadslede bij het grillen niet op hoogte 4 of 5
plaatsen. Door de sterke hitte vervormen ze en bij verwijdering
kunnen ze de binnenruimte beschadigen.
Het grillelement wordt steeds weer in- en uitgeschakeld. Dit is
normaal. Hoe vaak dit gebeurt, is afhankelijk van de ingestelde
grillstand.
Vlees
Draai stukken vlees na de helft van de tijd om.
Als het vlees klaar is, moet het nog 10 minuten in de
uitgeschakelde, gesloten oven blijven. Het vocht kan zich dan
beter verdelen.
Wikkel rosbief na de bereiding in aluminiumfolie en laat het
10 minuten in de oven nagaren.
Snijd bij varkensvlees met zwoerd, het zwoerd kruisgewijs in en
leg het vlees eerst met het zwoerd naar beneden in de vorm.
Z van de bereidingstijd.
Aanwijzingen voor het grillen
Verwarm bij het grillen ca. 3 minuten voor alvorens het gerecht
in de binnenruimte te plaatsen.
18
Page 19
VleesGewichtToebehoren en
vormen
Rundvlees
Gebraden rundvlees1,0 kggesloten2
1,5 kg2
2,0 kg2
Runderfilet1,0 kgopen2
1,5 kg2
2,0 kg2
Rosbief, rosé1,0 kgopen2
Steaks, doorRooster5
Steaks, rosé 3 cmRooster5
Kalfsvlees
Gebraden kalfsvlees1,0 kgopen2
2,0 kg2
Varkensvlees
zonder zwoerd (bijv.halsstuk) 1,0 kgopen2
1,5 kg2
2,0 kg2
met zwoerd (bijv.schouder) 1,0 kgopen2
1,5 kg2
2,0 kg2
Casselerrib met been1,0 kggesloten2
HoogteWijze van
verwarmen
%
%
%
%
%
%
%
(
(
%
%
%
%
%
%
%
%
%
Temperatuurin
stelling in °C,
grillstand
200-220120
190-210140
180-200160
210-23070
200-22080
190-21090
210-23060
320
315
190-210110
170-190120
210-230110
200-220130
190-210150
210-230130
200-220160
190-210180
210-23070
Bereidingsduur, minuten
Lamsvlees
Lamsbout zonder been, medium 1,5 kgopen2
Gehakt
Gebraden gehaktca. 750 gopen2
Worstjes
Worstjesca. 750 gRooster4
Gevogelte
De gewichtsgegevens in de tabel hebben betrekking op
ongevuld, panklaar gevogelte.
Leg het hele gevogelte eerst met de borstzijde naar beneden
op het rooster. Na
Braadstukken, zoals kalkoenrollade of kalkoenfilet, halverwege
de opgegeven tijd keren. Stukken gevogelte na
keren.
GevogelteGewichtToebehoren en
Kip, halve400 g per
Kip in stukken250 g per
Kip, heel1,0 kgRooster2
Eend, heel1,7 kgRooster2
Gans, heel3,0 kgRooster2
Babykalkoen, heel3,0 kgRooster2
2 kalkoenbouten800 g per
Z van de opgegeven tijd keren.
Z van de tijd
vormen
Rooster2
stuk
Rooster2
stuk
Rooster2
stuk
Prik bij eend of gans het vel onder de vleugels in. Zo kan het
vet weglopen.
Gevogelte wordt bijzonder knapperig bruin als u het tegen het
einde van de bereidingstijd bestrijkt met boter, zout water of
sinaasappelsap.
Grilt u direct op het rooster, schuif de bakplaat dan in op
hoogte 1. Het vleessap wordt opgevangen en de oven blijft
schoner.
%
%
(
HoogteWijze van
verwarmen
%
%
%
%
%
%
%
170-190120
200-22070
315
Temperatuurinstelling in °C
210-23050-60
210-23030-40
210-23060-80
200-22090-100
190-210100-120
200-22080-100
200-220100-120
Bereidingsduur, minuten
19
Page 20
Vis
Visstukken keren na
Hele vis hoeft niet gekeerd te worden. Plaats de hele vis in de
zwemstand, met de rugvin naar boven, in de oven. Een
VisGewichtToebehoren en
Vis, heel300 g per stuk Rooster3
Visfilet, 3 cm 300 g per stuk Rooster4
Z van de grilltijd.
vormen
1,0 kgRooster2
1,5 kgRooster2
ingesneden aardappel of een kleine ovenvaste vorm in de buik
van de vis maakt hem stabieler.
Grilt u direct op het rooster, schuif dan ook de bakplaat in op
hoogte 1. De vloeistof wordt opgevangen en de oven blijft
schoner.
Tips voor het braden en grillen
Voor het gewicht van het vlees staan
geen gegevens in de tabel.
Hoe kunt u vaststellen of het vlees klaar
is?
Het vlees is te donker en de korst is op
enkele plaatsen verbrand.
Het vlees ziet er goed uit, maar de jus is
aangebrand.
Het vlees ziet er goed uit, maar de jus is
te licht en te waterig.
Bij het overgieten van het vlees ontstaat
waterdamp.
Maak uw keuze in overeenstemming met het eerstvolgende, lagere gewicht en houd een
langere tijd aan.
Gebruik de vleesthermometer (verkrijgbaar in de speciaalzaak) of doe de “lepeltest".
Druk met een lepel op het vlees. Voelt het stevig aan, dan is het klaar. Geeft het mee,
dan heeft het nog wat tijd nodig.
Controleer de inschuifhoogte en de temperatuur.
Neem de volgende keer kleiner braadgerei of voeg wat meer vloeistof toe.
Gebruik de volgende keer groter braadgerei en voeg minder vloeistof toe.
Dit is normaal. Een groot deel van de waterdamp ontsnapt uit de oven. Het kan neerslaan op het koudere schakelpaneel of op meubilair en als condens neerdruppelen.
HoogteWijze van
verwarmen
(
%
%
(
Temperatuurin
stelling in °C,
grillstand
220-25
190-21045-50
180-20050-60
220-25
Bereidingsduur, minuten
Ovenschotels, gegratineerde gerechten, toast
Grilt u direct op het rooster, schuif dan ook de bakplaat in op
hoogte 1. De oven blijft schoner.
GerechtToebehoren en vormenHoogteWijze van
Soufflés
Soufflé, zoetOvenschaal2
NoedelsouffléOvenschaal2
Gratin
Aardappelgratin met rauwe ingrediënten,
Hoogte max. 4 cm
Toast
Toasts van boven geroosterd
12 stuks
Ovenschaal2
Rooster4
Kant-en-klaar producten
Houd u aan de opgaven van de fabrikant op de verpakking.
Wanneer u de toebehoren bekleedt met bakpapier, let er dan
op dat het bakpapier geschikt is voor deze temperaturen. Pas
de grootte van het papier aan het gerecht aan.
Plaats de vorm altijd op het rooster.
De bereidingstoestand van een ovenschotel is afhankelijk van
de grootte van de vorm en de hoogte van het gerecht. De
opgaven in de tabellen zijn slechts richtwaarden.
verwarmen
%
%
%
(
Het bereidingsresultaat is zeer sterk afhankelijk van het soort
levensmiddelen. Op het rauwe product kunnen al bruine
plekken en ongelijkmatigheden te zien zijn.
Temperatuur
°C, grillstand
180-20040-50
210-23030-40
160-18050-60
35-8
Bereidingsduur, minuten
GerechtToebehorenHoogteWijze van
Strudel, diepvriesBakplaat3
Patates fritesBakplaat3
PizzaRooster2
Pizza-BaguetteRooster3
20
verwarmen
%
%
%
%
Temperatuurinstelling in °C
200-22030-40
190-21025-30
200-22015-20
200-22020-25
Bereidingsduur, minuten
Page 21
Bijzondere gerechten
Gistdeeg en zelfgemaakte yoghurt kunnen op lage
temperaturen zeer goed bereid worden.
Het toebehoren uit de oven verwijderen.
Voorbereiden van de yoghurt
1. 1 liter melk (3,5 % vet) aan de kook brengen en tot 40 °C
laten afkoelen.
2. 150 g yoghurt (uit de koelkast) toevoegen en goed erdoor
roeren.
GerechtBereidingsvormWijze van
YoghurtAfsluitbare yoghurt-
glazen
Gistdeeg laten rijzenDe hittebestendige
vorm
1
op de bodem van
de oven plaatsen
Inmaak
Voor het inmaken moeten de potten en rubberen ringen
schoon en in orde zijn. Gebruik zo mogelijk potten van gelijke
grootte. De gegevens in de tabel hebben betrekking op ronde
glazen potten van 1 liter.
Attentie!
Gebruik geen grotere of hogere potten. De deksels zouden
kunnen springen.
Gebruik uitsluitend fruit en groente zonder gebreken. Was het
grondig.
De aangegeven tijden in de tabellen zijn richtwaarden. Deze
kunnen worden beïnvloed door de omgevingstemperatuur, het
aantal potten, de hoeveelheid en de temperatuur van de
inhoud. Controleer voor u om- of uitschakelt of de potten
werkelijk borrelen.
Voorbereiden
1. De potten vullen, niet te
2. De glazen randen schoonmaken.
3. In kleine afsluitbare yoghurtglazen doen en met folie
afdekken.
4. De glazen op het rooster zetten en op hoogte 1 inschuiven.
5. De oventemperatuur op 50 °C instellen en vervolgens
bereiden zoals aangegeven.
Gistdeeg laten rijzen
1. Het gistdeeg zoals gebruikelijk bereiden, in een
hittebestendige vorm van keramiek doen en afdekken.
2. De oven zoals aangegeven voorverwarmen.
3. De ovendeur sluiten en het gistdeeg laten rijzen.
verwarmen
%
%
3. Leg op elke pot een natte rubberen ring en een deksel.
4. Sluit de potten af met klemmen.
Plaats niet meer dan zes potten in de ovenruimte.
Instellen
1. * Braadslede op hoogte 2 plaatsen. Plaats de glazen potten
zó dat ze elkaar niet raken.
2. ½ Liter heet water (ca. 80 ºC) in de braadslede gieten.
3. Ovendeur sluiten.
4. Onderwarmte $ instellen.
5. Temperatuur op170 tot 180 °C instellen
Inmaak
Fruit
Na ca. 40 tot 50 minuten stijgen er met korte tussenpozen
belletjes op. Schakel de oven uit.
Na 25 tot 35 minuten nawarmen haalt u de weckflessen uit de
ovenruimte. Als u ze langer in de ovenruimte laat afkoelen,
kunnen zich kiemen vormen waardoor het ingemaakte fruit
sneller zuur wordt.
TemperatuurBereidingstijd
50 °C6-8 uur
op 50 °C voorverwarmen
Het apparaat uitschakelen en
het gistdeeg in de oven plaatsen
5-10 minuten
20-30 minuten
Fruit in glazen potten van één literWanneer het borrelen begint Nawarmen