Meer informatie over producten, accessoires,
onderdelen en diensten vindt u op het internet:
www.siemens-home.com en in de online-shop:
www.siemens-eshop.com
8Gebruik volgens de
voorschriften
Gebruik volgens de voorschriften
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig
door. Alleen dan kunt u uw apparaat goed en
veilig bedienen. Bewaar de
gebruiksaanwijzing voor later gebruik of om
door te geven aan een volgende eigenaar.
Dit apparaat is alleen bestemd voor inbouw.
Neem het speciale installatievoorschrift in
acht.
Controleer het apparaat na het uitpakken. Niet
aansluiten in geval van transportschade.
Alleen een daartoe bevoegd vakman mag
apparaten zonder stekker aansluiten. Bij
schade door een verkeerde aansluiting maakt
u geen aanspraak op garantie.
Dit apparaat is alleen bestemd voor
huishoudelijk gebruik en de huiselijke
omgeving. Gebruik het uitsluitend voor het
bereiden van gerechten en drank. Zorg ervoor
dat het apparaat onder toezicht gebruikt
wordt. Het toestel alleen gebruiken in gesloten
ruimtes.
Dit toestel kan worden gebruikt door kinderen
vanaf 8 jaar en door personen met beperkte
fysieke, sensorische of geestelijke vermogens
of personen die gebrek aan kennis of ervaring
hebben, wanneer zij onder toezicht staan van
een persoon die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid of geleerd hebben het op een
veilige manier te gebruiken en zich bewust zijn
van de risico's die het gebruik van het toestel
met zich meebrengt.
Kinderen mogen niet met het apparaat spelen.
Reiniging en onderhoud van het toestel
mogen niet worden uitgevoerd door kinderen,
tenzij zij 8 jaar of ouder zijn en onder toezicht
staan.
Zorg ervoor dat kinderen die jonger zijn dan 8
jaar uit de buurt blijven van het toestel of de
aansluitkabel.
Toebehoren altijd op de juiste manier in de
binnenruimte leggen. ~ "Toebehoren"
op pagina 10
4
Page 5
Belangrijke veiligheidsvoorschriften nl
(Belangrijke
veiligheidsvoorschriften
Belangrijke veiligheidsvoorschriften
Algemeen
:Waarschuwing
Risico van brand!
■ Brandbare voorwerpen die in de
binnenruimte worden bewaard kunnen vlam
vatten. Bewaar geen brandbare voorwerpen
in de binnenruimte. Open nooit de deur
wanneer er sprake is van rookontwikkeling
in het apparaat. Het toestel uitschakelen en
de stekker uit het stopcontact halen of de
zekering in de meterkast uitschakelen.
Risico van brand!
■ Wanneer de apparaatdeur geopend wordt,
ontstaat er een luchtstroom. Het bakpapier
kan dan de verwarmingselementen raken
en vlam vatten. Tijdens het voorverwarmen
mag er nooit bakpapier los op de
toebehoren liggen. Verzwaar het bakpapier
altijd met een vorm. Bakpapier alleen op
het benodigde oppervlak leggen. Het
bakpapier mag niet uitsteken over de
toebehoren.
:Waarschuwing
Risico van verbranding!
■ Het toestel wordt zeer heet. Nooit de hete
vlakken in de binnenruimte of
verwarmingselementen aanraken. Het
apparaat altijd laten afkoelen. Zorg ervoor
dat er geen kinderen in de buurt zijn.
Risico van verbranding!
■ Toebehoren of vormen worden zeer heet.
Neem hete toebehoren en vormen altijd met
behulp van een pannenlap uit de
binnenruimte.
Risico van verbranding!
■ Alcoholdampen kunnen in de binnenruimte
vlam vatten. Nooit gerechten klaarmaken
die een hoog percentage alcohol bevatten.
Alleen kleine hoeveelheden drank met een
hoog alcoholpercentage gebruiken. De
deur van het toestel voorzichtig openen.
:Waarschuwing
Kans op verbranding!
■ Tijdens het gebruik worden de
toegankelijke onderdelen heet. De hete
onderdelen nooit aanraken. Zorg ervoor dat
er geen kinderen in de buurt zijn.
Kans op verbrandingen!
■ Bij het openen van de deur van het
apparaat kan hete stoom vrijkomen.
Afhankelijk van de temperatuur is er geen
stoom te zien. Tijdens het openen niet te
dicht bij het apparaat staan. De deur van
het apparaat voorzichtig openen. Zorg
ervoor dat kinderen uit de buurt blijven.
Kans op verbrandingen!
■ Door water in de hete binnnruimte kan hete
waterdamp ontstaan. Nooit water in de hete
binnenruimte gieten.
:Waarschuwing
Risico van letsel!
■ Wanneer er krassen op het glas van de
apparaatdeur zitten, kan dit springen. Geen
schraper, scherpe of schurende
schoonmaakmiddelen gebruiken.
Risico van letsel!
■ Bij het openen en sluiten van de
apparaatdeur bewegen de scharnieren zich
en kunnen ze klem komen te zitten. Kom
niet met uw handen bij de scharnieren.
:Waarschuwing
Kans op een elektrische schok!
■ Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Reparaties en de vervanging van
beschadigde aansluitleidingen mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door technici
die zijn geïnstrueerd door de
klantenservice. Is het apparaat defect, haal
dan de stekker uit het stopcontact of
schakel de zekering in de meterkast uit.
Contact opnemen met de klantenservice.
Kans op een elektrische schok!
■ De kabelisolatie van hete toestelonderdelen
kan smelten. Zorg ervoor dat er nooit
aansluitkabels van elektrische toestellen in
contact komen met hete onderdelen van
het apparaat.
Kans op een elektrische schok!
■ Binnendringend vocht kan een schok
veroorzaken. Geen hogedrukreiniger of
stoomreiniger gebruiken.
Kans op een elektrische schok!
■ Een defect toestel kan een schok
veroorzaken. Een defect toestel nooit
inschakelen. De netstekker uit het
stopcontact halen of de zekering in de
meterkast uitschakelen. Contact opnemen
met de klantenservice.
:Waarschuwing
Gevaar door magnetisme!
In het bedieningspaneel of de
bedieningselementen bevinden zich
permanente magneten. Deze kunnen
elektronische implantaten, zoals pacemakers,
of insulinepompen beïnvloeden. Dragers van
elektronische implantaten dienen een afstand
van minstens 10 cm tot het bedieningspaneel
aan te houden.
5
Page 6
nl Oorzaken van schade
Halogeenlamp
:Waarschuwing
Kans op een elektrische schok!
Bij vervanging van de lamp in de binnenruimte
staan de contacten van de lampfitting onder
stroom. Trek voordat u tot vervanging
overgaat de netstekker uit het stopcontact
trekken of schakel de zekering in de
meterkast uit.
Reinigingsfunctie
:Waarschuwing
Risico van brand!
■ Losse voedselresten, vet en vleessap
kunnen tijdens de reiniging vlam vatten.
Verwijder voordat de reiniging start altijd de
grove verontreiniging uit de binnenruimte en
van de toebehoren.
Risico van brand!
■ De buitenkant van het apparaat wordt zeer
heet tijdens het reinigen. Nooit brandbare
voorwerpen, zoals bijv. droogdoeken, aan
de deurgreep hangen. De voorzijde van het
apparaat vrij houden. Zorg ervoor dat er
geen kinderen in de buurt zijn.
:Waarschuwing
Ernstig gezondheidsrisico!
De buitenkant van het apparaat wordt zeer
heet tijdens het reinigen. De antiaanbaklaag
van bakplaten en vormen wordt aangetast en
er ontstaan giftige gassen. Bij gebruik van de
reinigingsfunctie nooit platen en vormen met
een antiaanbaklaag meereinigen. Alleen
geëmailleerde toebehoren meereinigen.
:Waarschuwing
Risico van verbranding!
■ De binnenruimte wordt zeer heet tijdens het
reinigen. Nooit de apparaatdeur openen of
de vergrendelingshaak met de hand
verplaatsen. Het apparaat laten afkoelen.
Zorg ervoor dat er geen kinderen in de
buurt zijn.
Risico van verbranding!
■ ; De buitenkant van het apparaat wordt
zeer heet tijdens het reinigen. Nooit de
apparaatdeur aanraken. Het apparaat laten
afkoelen. Zorg ervoor dat er geen kinderen
in de buurt zijn.
]Oorzaken van schade
Oorzaken van schade
Algemeen
Attentie!
■ Toebehoren, folie, bakpapier of vormen op de
bodem van de binnenruimte: Geen toebehoren op
de bodem van de binnenruimte leggen. Geen
bakpapier of folie, van welk type dan ook, op de
bodem van de binnenruimte leggen. Geen vorm op
de bodem van de binnenruimte plaatsen wanneer
een temperatuur van meer dan 50 °C ingesteld is.
Er ontstaat dan een opeenhoping van warmte. De
bak- en braadtijden kloppen niet meer en het email
wordt beschadigd.
■ Aluminiumfolie: aluminiumfolie in de binnenruimte
mag niet in contact komen met de deurruit. Hierdoor
kunnen permanente verkleuringen van de ruit
optreden.
■ Water in de hete binnenruimte: Nooit water in de
hete binnenruimte gieten. Er ontstaat dan
waterdamp. Door de verandering van temperatuur
kan schade aan het email ontstaan.
■ Blijft er gedurende langere tijd vocht in de
binnenruimte, dan kan dit leiden tot corrosie. De
binnenruimte na gebruik laten drogen. Bewaar
gedurende langere tijd geen levensmiddelen in de
gesloten binnenruimte. Bewaar geen gerechten in
de binnenruimte.
■ Koelen met de apparaatdeur open: na een bereiding
met hoge temperaturen de binnenruimte laten
afkoelen met de deur gesloten. Zorg ervoor dat er
niets tussen de apparaatdeur beklemd raakt. Ook
wanneer de deur slechts op een kier staat, kunnen
naburige voorzijden van meubels in de loop van de
tijd beschadigd raken.
Alleen na gebruik met veel vocht de binnenruimte
laten drogen met de deur open.
■ Vruchtensap: De bakplaat bij zeer vochtig
vruchtengebak niet te overvloedig bedekken.
Vruchtensap dat van de bakplaat druppelt, laat
vlekken achter die niet meer kunnen worden
verwijderd. Gebruik zo mogelijk de diepere
braadslede.
■ Sterk vervuilde dichting: wanneer de dichting sterk
vervuild is, sluit de apparaatdeur niet goed meer. De
aangrenzende voorzijden van meubels kunnen dan
beschadigd raken. Zorg ervoor dat de dichting altijd
schoon is.
■ Apparaatdeur als vlak om op iets op te leggen of te
plaatsen: niets op de apparaatdeur leggen of
plaatsen en er niets aan hangen. Geen vormen of
toebehoren op de apparaatdeur plaatsen.
■ Toebehoren inschuiven: afhankelijk van het type
toestel kunnen de toebehoren krassen geven op de
deur. Toebehoren altijd tot de aanslag in de
binnenruimte schuiven.
■ Apparaat transporteren: Het apparaat niet aan de
deurgreep vasthouden of dragen. De deurgreep
houdt op den duur het gewicht van het apparaat niet
en kan afbreken.
6
Page 7
Milieubescherming nl
7Milieubescherming
Milieubescherming
Uw nieuwe apparaat is bijzonder energie-efficiënt. Hier
krijgt u tips over de manier waarop u bij het gebruik van
uw apparaat nog meer kunt besparen op energie en het
apparaat op de juiste manier afvoert.
Energiebesparing
■ Het apparaat alleen voorverwarmen als dit in het
recept of in de tabellen van de gebruiksaanwijzing is
opgegeven.
■ Gebruik donkere, zwart gelakte of geëmailleerde
bakvormen. Deze nemen de hitte bijzonder goed op.
■ Open de apparaatdeur tijdens de bereiding zo
weinig mogelijk.
■ Meerdere taarten of cakes kunt u het beste na
elkaar bakken. De binnenruimte is dan nog warm.
Daardoor is de baktijd voor het tweede gerecht
korter. U kunt ook twee langwerpige vormen naast
elkaar in de binnenruimte plaatsen.
■ Bij langere bereidingstijden kunt u het apparaat 10
minuten voor het einde van de bereidingstijd
uitzetten en de restwarmte gebruiken voor het
afbakken.
Milieuvriendelijk afvoeren
Voer de verpakking op een milieuvriendelijke manier af.
Dit apparaat is gekenmerkt in
overeenstemming met de Europese richtlijn
2012/19/EU betreffende afgedankte
elektrische en elektronische apparatuur (waste
electrical and electronic equipment - WEEE).
De richtlijn geeft het kader aan voor de in de
EU geldige terugneming en verwerking van
oude apparaten.
*Het apparaat leren kennen
Het apparaat leren kennen
In dit hoofdstuk geven we u uitleg over de indicaties en
bedieningselementen. Daarnaast leert u verschillende
functies van uw apparaat kennen.
Aanwijzing: Afhankelijk van het apparaattype zijn kleur-
en detailafwijkingen mogelijk.
'KHWHOXFKW
POPGG
NFOV
Bedieningspaneel
Via het bedieningspaneel stelt u met behulp van
toetsen, touch-velden en een draaiknop de
verschillende functies van uw apparaat in. Het display
geeft de actuele instellingen weer.
##
&
TUBSUTUPQ
Toetsen
(
De toetsen links en rechts van de draaiknop
hebben een drukpunt. Druk op de toets om deze
in werking te stellen.
Draaiknop
0
U kunt de draaiknop naar rechts of naar links
draaien.
Display
8
Op het display ziet u de actuele instelwaarden,
keuzemogelijkheden en aanwijzingen.
Touch-velden
@
Onder de touch-velden links ¾ en rechts ¿ van het
display liggen sensoren. Tip op de juiste pijl om
de functie te kiezen.
7
Page 8
nl Het apparaat leren kennen
Bedieningselementen
De afzonderlijke bedieningselementen zijn afgestemd
op de verschillende functies van uw apparaat. Zo kunt u
het apparaat eenvoudig en direct instellen.
Toetsen en touch-velden
De betekenis van de verschillende toetsen en touchvelden wordt hier kort uitgelegd.
ToetsenBetekenis
on/offApparaat in- en uitschakelen
menuMenuFunctiekeuze-menu openen
l/
0
c
start/stopWerking starten, stoppen of afbre-
Touch-velden
¾
¿
--------
Draaiknop
Met de draaiknop wijzigt u de functies en de
instelwaarden die op het display zijn weergegeven,
Bij de meeste keuzelijsten, bijv. de
verwarmingsmethoden, begint na het laatste punt het
eerste weer. Bij de temperatuur moet u de draaiknop
bijv. weer terugdraaien wanneer de minimale of
maximale temperatuur bereikt is.
Informatie
Kinderslot
TijdfunctiesMenu Tijdfuncties openen
Snel voorverwarmen
Veld links van het
display
Veld rechts van
het display
Aanwijzingen laten weergeven
Kinderslot activeren en deactive-
ren
Snel voorverwarmen in- en uitschakelen
ken
Navigatie naar links
Navigatie naar rechts
Display
Het display is zo gestructureerd dat u de opgaven met
één blik kunt aflezen.
De waarde die u kunt instellen staat in focus. Hij wordt
in het wit weergegeven tegen een donkere achtergrond.
Temperatuurregeling
De balken van de temperatuurregeling geven de
opwarmingsfasen in de binnenruimte aan.
Verwarmingscontrole
Restwarmte-indicatie
Aanwijzing: Door thermische traagheid kan de
weergegeven temperatuur een beetje afwijken van de
werkelijke temperatuur in de binnenruimte.Tijdens het
opwarmen kunt u met de toets ² de actuele
opwarmtemperatuur opvragen.
De verwarmingscontrole geeft de temperatuurverhoging in de binnenruimte weer. Wanneer alle
balken vol zijn, is het optimale tijdstip bereikt om
het gerecht in te schuiven.
Bij de grill- en reinigingsstanden verschijnen de
balken niet.
Wanneer het apparaat uitgeschakeld is, verschijnt
onder de statusregel een lijn die de restwarmte in
de binnenruimte weergeeft. De weergave verdwijnt wanneer de temperatuur tot ca. 60 °C
gedaald is.
Functiekeuze-menu
Het menu is onderverdeeld in verschillende functies. Zo
kunt u snel naar de gewenste functie gaan.
FunctieGebruik
VerwarmingsmethodenVoor de bereiding van uw gerecht
zijn er vele fijn afgestemde verwarmingsmethoden.
Gerechten ~ "Gerechten"
op pagina 26
Zelfreiniging
~ "Reinigingsfunctie"
op pagina 18
Instellingen
~ "Basisinstellingen"
op pagina 17
--------
Hier vindt u voor veel gerechten
de juiste, al geprogrammeerde
instelwaarden.
Met de zelfreiniging wordt uw
oven zelfstandig gereinigd.
U kunt de basisinstellingen van
uw apparaat aanpassen aan uw
gewoontes.
Statusregel
De statusregel bevindt zich boven in het display. Hier
worden de tijd en de ingestelde tijdfuncties
weergegeven.
Voortgangslijn
De voortgangslijn bevindt zich onder de statusregel.
Aan de hand van de voortgangslijn ziet u hoever bijv.
de tijdsduur afgelopen is. De lijn onder de waarde in
focus wordt met het voortschrijden van de werking van
links naar rechts gevuld.
Tijdsafloop
Wanneer u het apparaat heeft gestart zonder een
tijdsduur in te voeren, kunt u rechtsboven in de
statusregel zien hoelang het programma al loopt.
8
Page 9
Verwarmingsmethoden
Om de juiste verwarmingsmethode voor uw gerecht te
kunnen bepalen, geven wij hier uitleg over de
verschillen en toepassingen.
VerwarmingsmethodenTemperatuurGebruik
:
%
‘
+
4
(
*
;
.
$
4D-hetelucht30-275 °CVoor het bakken en braden op één of meerdere niveaus.
De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmingselement aan de achterkant gelijkmatig in de binnenruimte.
Boven- en onderwarmte30-300 °CVoor het traditioneel bakken en braden op één niveau. Bijzonder geschikt voor gebak
met vochtige bedekking.
De warmte komt gelijkmatig van onderen en van boven.
Hetelucht eco30-275 °CVoor het energie-optimaal bereiden van geselecteerde gerechten op één niveau zon-
der voorverwarmen.
De ventilator verdeelt de energieoptimale warmte van het ronde verwarmingselement
in de achterwand gelijkmatig in de binnenruimte.
Boven- en onderwarmte
eco
Circulatiegrillen30-300 °CVoor het braden van gevogelte, hele vis en grotere vleesstukken.
Grill, grootGrillstanden:
Grill, kleinGrillstanden:
Pizzastand30-275 °CVoor het bereiden van pizza's en gerechten die veel warmte van onderen nodig heb-
Langzaam garen70-120 °CVoor het langzaam garen van aangebraden, zachte stukken vlees in open vormen.
Onderwarmte30-250 °CVoor de bereiding au bain-marie en om na te bakken.
Warmhouden60-100 °CVoor het warmhouden van bereide gerechten.
30-300 °CVoor het energie-optimaal bereiden van geselecteerde gerechten.
De warmte komt gelijkmatig van onderen en van boven.
Het grillelement en de ventilator schakelen afwisselend in en uit. De ventilator wervelt
de hete lucht rond de gerechten.
Voor het grillen van platte stukken zoals steaks, worstjes of toast en voor het gratine1 = zwak
2 = gemiddeld
3 = sterk
1 = zwak
2 = gemiddeld
3 = sterk
ren.
Het hele oppervlak van het grillelement wordt heet.
Voor het grillen van kleine hoeveelheden, zoals steaks, worstjes of toast en om te gra-
tineren.
Het middelste deel onder het grillelement wordt heet.
ben.
Het onderste verwarmingselement en het ronde verwarmingselement aan de achter-
wand zijn ingeschakeld.
De warmte komt bij een lage temperatuur gelijkmatig van boven en van onderen.
De warmte komt van onderen.
R
Het apparaat leren kennen nl
ˆ
Servies voorverwarmen30-70 °CVoor het opwarmen van servies.
,
--------
Voorgestelde waarden
Bij elke verwarmingsmethode geeft het apparaat een
voorgestelde temperatuur of stand weer. U kunt deze
overnemen of in het betreffende bereik veranderen.
Meer informatie
In de meeste gevallen biedt het apparaat u
aanwijzingen en meer informatie over de zojuist
uitgevoerde actie.Druk hiervoor op de toets l.De
aanwijzing wordt enkele seconden weergegeven.
coolStart-functie30-275 °CVoor de snelle bereiding van diepvriesproducten op hoogte 3. De temperatuur is
afhankelijk van de opgaven van de fabrikant. Gebruik de hoogste temperatuur die op
de verpakking staat aangegeven. De bereidingstijd is zoals aangegeven of korter.Het
heeft geen zin om voor te verwarmen
Vele aanwijzingen verschijnen automatisch, bijv. ter
bevestiging of als oproep of waarschuwing.
Functies voor de binnenruimte
Enkele functies vergemakkelijken het gebruik van uw
apparaat. Zo wordt bijv. de binnenruimte volledig
verlicht en een koelventilator beschermt het apparaat
voor oververhitting.
9
Page 10
nl Toebehoren
Apparaatdeur openen
Wanneer u tijdens het gebruik de apparaatdeur opent,
wordt de werking stopgezet. Bij het sluiten van de deur
wordt de werking voortgezet.
Verlichting van de binnenruimte
Wanneer u de apparaatdeur opent, schakelt de
binnenruimteverlichting in. Blijft de deur langer dan
15 minuten open, dan schakelt de binnenverlichting
weer uit.
Bij de meeste functies schakelt de
binnenruimteverlichting in zodra c wordt gestart.
Wanneer het programma beëindigd is, schakelt de
verlichting uit.
Aanwijzing: In de basisinstellingen kunt u vastleggen
dat de binnenruimteverlichting bij gebruik niet
inschakelt.
Koelventilator
De koelventilator wordt zo nodig in- en uitgeschakeld.
De warme lucht ontsnapt via de deur.
Attentie!
De ventilatiesleuven niet afdekken. Anders raakt de
oven oververhit.
_Toebehoren
Toebehoren
Bij uw apparaat horen verschillende toebehoren. Hier is
krijgt u een overzicht over de meegeleverde toebehoren
en de manier waarop ze worden gebruikt.
Meegeleverde toebehoren
Uw apparaat is voorzien van de volgende toebehoren:
Rooster
Voor servies, gebak- en ovenschalen.
Voor braad- en grillstukken.
Braadslede
Voor vochtig gebak, taarten, diepvriesgerechten en grote braadstukken.
Hij kan ook worden gebruikt om het vet
op te vangen, als u direct op het rooster
grilt.
Bakplaat
Voor plaatgebak en klein gebak.
De koelventilator loopt een bepaalde tijd na, zodat de
binnenruimte na gebruik sneller afkoelt.
Aanwijzing: U kunt in de basisinstellingen instellen
hoelang de koelventilator naloopt.
~ "Basisinstellingen" op pagina 17
--------
Gebruik alleen originele toebehoren. Deze zijn speciaal
op uw apparaat afgestemd.
Toebehoren kunt u nabestellen bij de servicedienst, in
de vakhandel of via het internet.
Aanwijzing: Wanneer de toebehoren heet worden,
kunnen ze vervormen. Dit heeft geen invloed op de
werking. De vervorming verdwijnt weer nadat ze zijn
afgekoeld.
Toebehoren inschuiven
De binnenruimte heeft vijf inschuifhoogtes. De
inschuifhoogtes worden van beneden naar boven
geteld.
10
De toebehoren altijd inschuiven tussen de beide
geleidestangen van een inschuifhoogte.
De toebehoren kunnen tot ongeveer halverwege naar
buiten worden getrokken zonder dat ze kantelen.
Aanwijzingen
■ Let erop dat u de toebehoren altijd op de juiste
manier in de binnenruimte plaatst.
■ Schuif de toebehoren altijd volledig in de
binnenruimte, zodat ze de apparaatdeur niet raken.
Page 11
Toebehoren nl
Vergrendelingsfunctie
De toebehoren kunnen tot ongeveer halverwege naar
buiten worden getrokken, tot ze inklikken. De
vergrendelingsfunctie voorkomt dat de toebehoren
kantelen wanneer ze worden verwijderd. De toebehoren
dienen op de juiste wijze in de binnenruimte te worden
geschoven, zodat de kantelbeveiliging goed werkt.
Let er bij het inschuiven van het rooster op dat de
ontgrendelnok
naar beneden wijst. De open kant moet naar de
apparaatdeur en de kromming naar beneden ¾
wijzen.
Let er bij het inschuiven van platen op dat de
ontgrendelnok ‚ zich aan de achterkant bevindt en
naar beneden wijst. De schuine kant van de toebehoren
‚ zich aan de achterkant bevindt en
D
D
ƒ moet van voren naar de apparaatdeur wijzen.
Voorbeeld in de afbeelding: braadslede
D
D
E
Toebehoren combineren
U kunt het rooster gelijktijdig met de braadslede
inschuiven, om afdruipende vloeistof op te vangen.
Let er bij het plaatsen vanhet rooster op dat beide
afstandhouders ‚ op de achterste rand staan. Bij het
inschuiven van de braadslede bevindt het rooster zich
boven de bovenste geleidestang van de inschuifhoogte.
Voorbeeld in de afbeelding: braadslede
D
D
D
Extra toebehoren
Extra toebehoren kunt u kopen bij de servicedienst, in
speciaalzaken of via het internet. U vindt een uitgebreid
aanbod voor uw apparaat in onze folders of op internet.
De beschikbaarheid en de mogelijkheid om online te
bestellen is per land verschillend. U kunt dit nakijken in
uw verkoopdocumenten.
Geef bij aankoop het exacte bestelnummer van de extra
toebehoren op.
Aanwijzing: Niet alle extra toebehoren passen bij elk
apparaat. Geef bij de aankoop altijd de precieze
aanduiding (E-nr.) van uw apparaat op.
~ "Servicedienst" op pagina 25
Extra toebehorenBestelnummer
Rooster
Voor servies, gebak en ovenschalen en voor
braad- en grillstukken.
Braadslede
Voor vochtig gebak, taarten, diepvriesgerechten
en grote braadstukken.
Hij kan worden gebruikt om het vet op te vangen,
als u direct op het rooster grilt.
Bakplaat
Voor plaatgebak en klein gebak.
Inzetrooster
Voor vlees, gevogelte en vis.
Om in de braadslede te plaatsen en afdruipend
vet en vleesssap op te vangen.
Grote braadpan
Voor het klaarmaken van grote hoeveelheden.
Deksel voor de grote braadpan
De deksel maakt van de grote braadpan een professionele pan.
Pizzaplaat
Voor pizza's en groot, rond gebak.
Grillplaat
Om te grillen in plaats van op het rooster of als
bescherming tegen spetters.Alleen gebruiken in
de braadslede.
Broodbaksteen
Voor zelfgemaakt brood en broodjes en pizza's
die een knapperige bodem moeten hebben.
De baksteen moet tot de aanbevolen temperatuur
worden voorverwarmd.
Glazen braadpan (5,1 liter)
Voor stoofgerechten en ovenschotels.
Bij uitstek geschikt voor de verwarmingsmethode
“Gerechten”.
Glazen schaal
Voor grote braadstukken, vochtig gebak en ovenschotels.
Glazen braadslede
Voor ovenschotels, groentegerechten en gebak.
HZ634070
HZ632070
Geschikt voor de
zelfreiniging
HZ631070
Geschikt voor de
zelfreiniging
HZ324000
HZ633070
HZ633001
HZ617000
HZ625071
Geschikt voor de
zelfreiniging
HZ33920
Geschikt voor de
zelfreiniging
HZ915001
HZ86S000
HZ636000
11
Page 12
nl Voor het eerste gebruik
Uittreksysteem enkelvoudig
Met de uitschuifbare rails op hoogte 2 kunt u de
toebehoren verder naar buiten trekken, zonder
dat ze kantelen.
Uittreksysteem 2-voudig
Met de uitschuifrails op hoogte 2 en 3 kunt u de
toebehoren verder uittrekken, zonder dat ze kantelen.
Uittreksysteem 3-voudig
Met de uitschuifbare rails op hoogte 1, 2 en 3
kunt u de toebehoren verder naar buiten trekken,
zonder dat ze kantelen.
--------
HZ638170
Geschikt voor de
zelfreiniging
HZ638270
Geschikt voor de
zelfreiniging
HZ638370
Geschikt voor de
zelfreiniging
KVoor het eerste gebruik
Voor het eerste gebruik
Voordat u uw nieuwe apparaat kunt gebruiken moet u
enkele instellingen uitvoeren: Reinig daarnaast de
binnenruimte en de toebehoren.
Eerste gebruik
Na de stroomaansluiting of een stroomonderbreking
verschijnen in het display de instellingen voor het eerste
gebruik.
Aanwijzing: U kunt deze instellingen op elk moment in
de basisinstellingen wijzigen. ~ "Basisinstellingen"
op pagina 17
Taal instellen
De standaardinstelling is de Deutsch taal.
1. Met de draaiknop de gewenste taal instellen.
2. Op de pijl ¿ tippen.
De volgende instelling verschijnt.
Tijd instellen
De tijd start bij “12:00” uur
1. Met de draaiknop de actuele tijd instellen.
2. Op de pijl ¿ tippen
Datum instellen
Standaard is de datum “01.01.2014” ingesteld.
1. Met de draaiknop de actuele dag, maand en het jaar
instellen.
2. Om te bevestigen op de pijl ¿ tippen.
Op het display verschijnt een aanwijzing dat het
eerste gebruik is afgesloten
Binnenruimte en toebehoren reinigen
Voordat u voor het eerst gerechten klaarmaakt met het
apparaat dient u de binnenruimte en de toebehoren te
reinigen.
Binnenruimte reinigen
Om de geur van het nieuwe te verwijderen, warmt u de
lege, gesloten binnenruimte op.
Let erop dat zich geen verpakkingsresten, zoals
korreltjes piepschuim, in de binnenruimte bevinden.
Neem voor het opwarmen de gladde oppervlakken in
de binnenruimte af met een zachte, vochtige doek.
Ventileer de keuken zolang het apparaat opwarmt.
Voer de opgegeven instellingen uit.
12
Instellingen
Verwarmingsme-
Boven- en onderwarmte %
thode
Temperatuur240 °C
Tijdsduur1 uur
In het volgende hoofdstuk kunt u lezen hoe u een
verwarmingsmethode en temperatuur instelt.
Page 13
Apparaat bedienen nl
Schakel het apparaat na de aangegeven tijdsduur uit
met on/off.
Wanneer de binnenruimte afgekoeld is, reinigt u de
gladde oppervlakken met zeepsop en een
schoonmaakdoekje.
Toebehoren reinigen
Reinig de toebehoren grondig met zeepsop en een
schoonmaakdoekje of een zachte borstel.
1Apparaat bedienen
Apparaat bedienen
U heeft de bedieningselementen en hun werking al
leren kennen. Nu leggen we uit hoe u het apparaat
instelt. U komt te weten wat er bij het in- en
uitschakelen gebeurt en hoe u de functies instelt.
Apparaat in- en uitschakelen
Uw apparaat moet eerst ingeschakeld worden voordat
u iets kunt instellen.
Uitzondering: het kinderslot en de kookwekker kunnen
ook worden ingesteld als het apparaat uitgeschakeld is.
Indicaties op het display of aanwijzingen, bijv. voor de
restwarmte-indicatie in de binnenruimte, blijven ook
zichtbaar wanneer het apparaat uitgeschakeld is.
Schakel het apparaat uit wanneer u het niet gebruikt.
Wanneer er langere tijd niets is ingesteld, schakelt het
apparaat automatisch uit.
Apparaat inschakelen
Met de toets on/off schakelt u het apparaat in.
on/off boven de toets wordt blauw verlicht.
Op het display verschijnt het Siemens-logo en
vervolgens een verwarmingsmethode en een
temperatuur.
Aanwijzing: U kunt in de basisinstellingen vastleggen
welke functie-menu er na het inschakelen moet
verschijnen.
Apparaat uitschakelen.
Met de toets on/off schakelt u het apparaat uit.
De verlichting boven de toets verdwijnt.
Een ingestelde functie wordt afgebroken.
Op het display verschijnt de tijd.
Aanwijzing: U kunt in de basisinstellingen vastleggen
of de tijd wel of niet wordt weergegeven wanneer het
apparaat uitgeschakeld is.
Werking starten of onderbreken
Om de werking te starten of te onderbreken drukt u op
de toets start/stop. Nadat de werking onderbroken is,
kan de koelventilator doorlopen.
Om alle instellingen te wissen, drukt u op de toets on/
off.
Wanneer u tijdens het gebruik de deur van de
binnenruimte opent, wordt de werking onderbroken.
Om de werking voort te zetten de deur van de
binnenruimte sluiten.
Functie instellen.
Wanneer u een functie wilt instellen moet het apparaat
ingeschakeld zijn.
1. De menutoets indrukken.
Het functie-menu wordt geopend.
13
Page 14
nl Apparaat bedienen
2. Met de draaiknop de gewenste functie kiezen.
Afhankelijk van de functie staan er verschillende
keuzemogelijkheden ter beschikking.
3. Met de pijl ¿ komt u bij de geselecteerde functie.
4. Met de draaiknop de keuze veranderen.
Naar keuze andere instellingen veranderen
5. Starten met de toets start/stop.
Verwarmingsmethode en temperatuur
instellen
Nadat het apparaat is ingeschakeld verschijnt de
voorgestelde verwarmingsmethode met temperatuur. U
kunt deze instelling direct met de toets start/stop
starten.
Voor andere instellingen kunt u de waarden volgens de
afbeeldingen veranderen.
Voorbeeld: boven- en onderwarmte met 180 °C
1. Met de draaiknop de verwarmingsmethode
veranderen.
%RYHQHQ
2. Met de pijl ¿ naar de temperatuur gaan.
3. Met de draaiknop de temperatuur veranderen.
RQGHUZDUPWH
&
Instellen
Let erop dat u een geschikte verwarmingsmethode
kiest. De temperatuur moet op meer dan 100 °C zijn
ingesteld, anders start het snel voorverwarmen niet.
1. Verwarmingsmethode en temperatuur instellen.
2. Toets c indrukken.
PLQV
%RYHQHQ
ꑛ
Links naast de temperatuur verschijnt het symbool c.
De voortgangslijn raakt gevuld.
Wanneer het snel voorverwarmen beëindigd is, klinkt er
een signaal. Het symbool c verdwijnt.Plaats het
gerecht in de binnenruimte.
Aanwijzingen
■ Een ingestelde tijdsduur loopt onafhankelijk van de
functie Snel voorverwarmen direct na de start af.
■ Tijdens het snel voorverwarmen kunt u met de toets
l de actuele temperatuur van de binnenruimte
opvragen.
Afbreken
Toets c indrukken.Het symbool c verdwijnt van het
display.
RQGHUZDUPWH
&
%RYHQHQ
4. Toets start/stop indrukken.
RQGHUZDUPWH
&
PLQV
%RYHQHQ
Op het display worden de ingestelde
verwarmingsmethode en de temperatuur weergegeven.
Snel voorverwarmen
Met de toets c kunt u de binnenruimte bijvonder snel
opwarmen.
Het snel voorverwarmen is niet bij alle
verwarmingsmethoden mogelijk.
Geschikte verwarmingsmethoden:
:
%
RQGHUZDUPWH
4D-hetelucht
Boven- en onderwarmte
&
Om een gelijkmatig resultaat te krijgen, plaatst u het
gerecht pas in de binnenruimte wanneer het snel
voorverwarmen beëindigd is.
14
Page 15
Tijdfuncties nl
OTijdfuncties
Tijdfuncties
Uw apparaat beschikt over verschillende tijdfuncties.
TijdfunctieGebruik
KookwekkerDe wekker werkt als een eierwekker. Na
Q
afloop van de ingestelde tijd klinkt een
signaal.
TijdsduurNa afloop vande ingestelde tijd klinkt een
+
signaal. Het apparaat schakelt automatisch uit.
EindeStel een tijdsduur en een eindtijd in. Het
*
apparaat schakelt automatisch in, zodat
de werking op het gewenste tijdstip beëindigd is.
Aanwijzingen
■ U kunt een tijdsduur tot één uur op de minuut
precies instellen.
U kunt een tijdsduur van langer dan een uur instellen
in stappen van 5 minuten.
■ Afhankelijk van de richting waarin u de draaiknop
draait, begint de tijdsduur bij een voorgestelde
waarde: links 10 minuten.
rechts 30 minuten.
■ Aan het einde van elke tijdsfunctie klinkt een signaal.
■ Met de toets l kunt u tussentijds informatie
opvragen, die dan kort op het display verschijnt.
Kookwekker
U kunt de wekker op elk moment instellen, ook
wanneer het apparaat uitgeschakeld is. Hij loopt parallel
aan de andere tijdinstellingen en heeft een eigen
signaal. Zo hoort u of de wekker of een tijdsduur
afgelopen is.
U kunt maximaal 24 uur instellen.
1. Toets 0 indrukken.
Het veld voor de wekker gaat open.
2. Met de draaiknop de wekkertijd instellen.
Na enkele seconden start de wekker.
Het symbool U voor de wekker en de aflopende tijd
wordt links in de statusregel weergegeven.
Aan het einde van de ingestelde tijd
Er klinkt een signaal. Op het display verschijnt
“Kookwekker afgelopen”. U kunt het signaal met de
toets 0 voortijdig uitschakelen.
Wekkertijd afbreken
Met toets 0 het menu Tijdfuncties openen en de tijd
terugdraaien. Het menu met de toets 0 sluiten.
Wekkertijd veranderen
Met de toets 0 het menu Tijdfuncties openen en met
de draaiknop in de volgende seconden de wekkertijd
wijzigen. Met de toets 0 de wekker starten.
Tijdsduur
Wanneer u een tijdsduur (bereidingstijd) voor uw
gerecht instelt, wordt de werking na deze tijd
automatisch beëindigd. De oven warmt niet meer op.
Voorwaarde: er zijn een verwarmingsmethode en een
temperatuur ingesteld.
Voorbeeld: instelling voor 4D-hetelucht, 180 °C,
tijdsduur 45 minuten.
1. Toets 0 indrukken.
Het menu Tijdfuncties gaat open.
ꑖ7LMGVGXXU
PLQV
2. Met de draaiknop de tijdsduur instellen.
ꑖ7LMGVGXXU
PLQV
3. Starten met de toets start/stop.
Het verloop van de tijdsduur x is te zien in de
statusregel.
De tijdsduur is afgelopen
Er klinkt een signaal. De oven warmt niet meer op. U
kunt het signaal voortijdig met de toets 0 uitschakelen.
Tijdsduur afbreken
Met de toets 0 het menu Tijdfuncties openen. De
tijdsduur terugdraaien. Op het display worden nu de
ingestelde verwarmingsmethode en temperatuur
weergegeven.
Tijdsduur veranderen
Met de toets 0 het menu Tijdfuncties openen. Met de
draaiknop de tijdsduur veranderen.
ꑘ
.RRNZHNNHU
PLQV
ꑘ
.RRNZHNNHU
PLQV
Eindtijd
Verandert u de eindtijd, let er dan op dat
levensmiddelen die snel bederven niet te lang in de
binnenruimte mogen staan.
Voorwaarde: de ingestelde functie is niet gestart. Er is
een tijdsduur ingesteld. Het menu Tijdfuncties 0 is
geopend.
Voorbeeld in de afbeelding: u plaatst het gerecht om
9.30 uur in de oven. De bereidingsduur bedraagt 45
minuten en het gerecht is om 10.15 uur klaar. U wilt
echter dat het om 12.45 uur klaar is.
15
Page 16
nl Kinderslot
1. Met de pijl ¿ verder naar “y Einde” tippen.
2. Met de draaiknop de eindtijd instellen.
ꑗ(LQGH
3. Met de toets start/stop bevestigen.
ꑗ
%RYHQHQ
De oven bevindt zich in de wachtstand. In de
statusregel verschijnt het symbool y en het tijdstip
waarop de werking beëindigd is. De werking start op
het juiste tijdstip. Het verloop van de tijdsduur is te zien
in de statusregel. .
De tijdsduur is afgelopen
Er klinkt een signaal. De oven warmt niet meer op. U
kunt het signaal voortijdig met de toets 0 uitschakelen.
RQGHUZDUPWH
&
AKinderslot
Kinderslot
Om te voorkomen dat kinderen het apparaat per
ongeluk inschakelen of instellingen wijzigen, is het
voorzien van een kinderslot.
Activeren en deactiveren
U kunt het kinderslot activeren en deactiveren terwijl het
apparaat uitgeschakeld is.
Druk steeds ca. 4 seconden lang op de toets /. Op
het display verschijnt een aanwijzing ter bevestiging en
in de statusregel verschijnt het symbool /.
Apparaatdeur vergrendeld
In de basisinstellingen kunt u de instellingen zo wijzigen
dat naast het bedieningspaneel ook de apparaatdeur
wordt vergrendeld.
De apparaatdeur vergrendelt wanneer de temperatuur
in de binnenruimte ca. 50°C bereikt. In de statusregel
verschijnt het symbool
dan vergrendelt de apparaatdeur direct wanneer u het
kinderslot activeert.
H. Is de oven uitgeschakeld,
Eindtijd corrigeren
Dit is mogelijk zolang de oven zich in de wachtstand
bevindt.
1. De toets start/stop indrukken.
2. Toets 0 indrukken.
Het menu Tijdfuncties wordt geopend.
3. Met de pijl ¿ naar “y Einde” gaan en met de
draaiknop de eindtijd corrigeren.
4. Toets 0 indrukken.
5. De toets start/stop indrukken.
De oven bevindt zich weer in de wachtstand.
Eindtijd afbreken
Dit is mogelijk zolang de oven zich in de wachtstand
bevindt.
1. De toets start/stop indrukken.
2. Toets 0 indrukken.
Het menu Tijdfuncties wordt geopend.
3. Met de pijl ¿ naar “y Einde” gaan en met de
draaiknop de eindtijd terugdraaien.
4. Toets 0 indrukken.
5. Starten met de toets start/stop.
De tijdsduur loopt direct af.
16
Page 17
Basisinstellingen nl
QBasisinstellingen
Basisinstellingen
Er zijn verschillende instellingen beschikbaar om uw
apparaat optimaal en eenvoudig te kunnen bedienen. U
kunt nu deze instellingen naar wens wijzigen:
Instellingen veranderen
1. Toets on/off indrukken.
2. Menutoets indrukken.
Het functie-menu wordt geopend.
3. Met de draaiknop "Instellingen" kiezen.
4. Op de pijl ¿ tippen.
5. Met de draaiknop de waarden veranderen.
6. Met de pijl ¿ altijd naar de volgende instellingen
gaan en zo nodig wijzigen.
7. Om op te slaan de menutoets indrukken..
Op het display verschijnt afwijzen of opslaan.
Lijst met instellingen
U vindt in de lijst alle basisinstellingen en de
mogelijkheden om te wijzigen. Afhankelijk van de
uitvoering van uw apparaat worden op het display
alleen de instellingen weergegeven die bij uw apparaat
passen.
U kunt de volgende instellingen veranderen:
InstellingKeuze
Taal kiezenAndere talen mogelijk
TijdActuele tijd instellen
DatumActuele datum instellen
Geluidssignaal tijdsduurkort (30 s)
gemiddeld (1 m)
lang (5 m)
ToetssignaalUitgeschakeld (toetssignaal bij in- en uit-
schakelen met on/off blijft)
Ingeschakeld
Display-helderheidIn te stellen in 5 stappen
TijdsindicatieDigitaal
Uit
VerlichtingIn gebruik aan
In gebruik uit
KinderslotDeurvergrendeling + toetsblokkering
Alleen toetsblokkering
Werking na inschakelenHoofdmenu
Verwarmingsmethoden
Gerechten*
NachtverduisteringUitgeschakeld
Ingeschakeld (display verduisterd tussen
22:00 en 5:59 uur)
MerklogoWeergeven
Niet weergeven.
Ventilator-nalooptijdAanbevolen
Minimaal
UittreksysteemNiet achteraf aangebracht
Achteraf aangebracht
SabbatinstellingIngeschakeld
Uitgeschakeld
FabrieksinstellingenTerugzetten
Niet terugzetten
*) Beschikbaar, afhankelijk van het apparaattype
Attentie!
Bij rekjes en 1-voudig uittreksysteem: instelling “niet
achteraf aangebracht”.
Bij 2- en 3-voudig uittreksysteem: instelling "achteraf
aangebracht".
Aanwijzing: Wijzigingen aan de instellingen van de taal,
het toetssignaal en de display-helderheid hebben direct
effect. Alle andere gaan pas in nadat de instellingen zijn
opgeslagen.
--------
Tijd wijzigen
In de basisinstellingen kunt u de tijd veranderen.
Voorbeeld: de tijd wijzigen van zomer- in wintertijd.
1. Toets on/off indrukken.
2. Menutoets indrukken.
3. Met de draaiknop "Instellingen" kiezen.
4. Met de pijl ¿ naar “Tijd” tippen.
5. Met de draaiknop de tijd wijzigen.
6. Menutoets indrukken.
Op het display verschijnt opslaan of afwijzen.
Stroomuitval
Na een lange stroomonderbreking verschijnen op het
display de instellingen voor het eerste gebruik.
Stel de taal, de tijd en de datum opnieuw in.
17
Page 18
nl Sabbatinstelling
FSabbatinstelling
Sabbatinstelling
Met de sabbatinstelling kunt u een tijdsduur tot 74 uur
instellen.De gerechten in de oven blijven warm, zonder
dat u deze hoeft in of uit te schakelen.
Sabbatinstelling starten
Voorwaarde: u heeft in de basisinstellingen
“Sabbatinstelling ingeschakeld“ geactiveerd.
~ "Basisinstellingen" op pagina 17
De binnenruimte warmt op met boven- en onderwarmte
en een temperatuur tussen 85 °C en 140 °C.
1. Toets on/off indrukken.
Op het display worden een verwarmingsmethode en
een temperatuur voorgesteld.
2. De draaiknop naar links draaien en de
verwarmingsmethode Sabbatinstelling” kiezen.
3. Op de pijl ¿ tippen en met de draaiknop de
temperatuur instellen.
4. Met de toets 0 het menu Tijdfuncties openen.
Er wordt 25:00 uur voorgesteld.
5. Met de draaiknop de gewenste tijdsduur instellen.
6. Starten met de toets start/stop.
Het verloop van de tijdsduur is te zien in de
statusregel.
De tijdsduur is afgelopen
Er klinkt een signaal. De oven warmt niet meer op.
De eindtijd op een later tijdstip zetten
Het is niet mogelijk de eindtijd op een later tijdstip te
zetten.
Sabbatinstelling afbreken
Toets on/off indrukken. Alle instellingen zijn gewist. U
kunt opnieuw instellen.
.Reinigingsfunctie
Reinigingsfunctie
Met de functie “Zelfreiniging” kunt u de binnenruimte
moeiteloos reinigen. De binnenruimte wordt tot een zeer
hoge temperatuur opgewarmd. Resten van het bakken,
braden en grillen verbranden.
U kunt drie reinigingsstanden kiezen.
StandReinigingsgraadTijdsduur
1lichtca. 1 uur, 15 min.
2gemiddeldca. 1 uur, 30 min.
3intensiefca. 2 uur
Hoe sterker en ouder de verontreiniging, des te hoger
de reinigingsstand moet zijn. Het is voldoende wanneer
u de binnenruimte om de twee tot drie maanden reinigt.
Zo nodig kunt u het ook vaker doen. Voor het reinigen
zijn ca. 2,5-4,7 kilowattuur nodig.
Aanwijzing: Voor uw veiligheid vergrendelt de deur van
de binnenruimte automatisch. Hij kan pas weer worden
geopend wanneer het symbool
vergrendeling in de statusregel verdwenen is. De
verlichting van de binnenruimte is tijdens de reiniging
niet aan.
:Waarschuwing
Risico van verbranding!
■ De binnenruimte wordt zeer heet tijdens het reinigen.
Nooit de apparaatdeur openen of de
vergrendelingshaak met de hand verplaatsen. Het
apparaat laten afkoelen. Zorg ervoor dat er geen
kinderen in de buurt zijn.
Risico van verbranding!
■ ; De buitenkant van het apparaat wordt zeer heet
tijdens het reinigen. Nooit de apparaatdeur
aanraken. Het apparaat laten afkoelen. Zorg ervoor
dat er geen kinderen in de buurt zijn.
H voor de
Voor de reiniging
Bij de reiniging kunt u een accessoire meereinigen,
zoals de braadslede of de bakplaat. Verwijder grove
verontreiniging altijd voor de reiniging. Plaats de
toebehoren op hoogte 2.
Maak de binnendeur van het apparaat en de
randvlakken van de binnenruimte bij de deurdichting
schoon. De dichting niet schuren.
Aanwijzing: De meegeleverde, geëmailleerde
toebehoren kunt u bij gebruik van de reinigingsfunctie
meereinigen. Roosters kunnen niet worden
meegereinigd. De roosters zijn niet geschikt voor de
reinigingsfunctie en verkleuren. Andere toebehoren die
geschikt zijn voor gebruik met de reinigingsfunctie vindt
u in de tabel voor de extra toebehoren.
~ "Toebehoren" op pagina 10
:Waarschuwing
Risico van brand!
■ Losse voedselresten, vet en vleessap kunnen tijdens
de reiniging vlam vatten. Verwijder voordat de
reiniging start altijd de grove verontreiniging uit de
binnenruimte en van de toebehoren.
Risico van brand!
18
Page 19
Schoonmaakmiddelen nl
■ De buitenkant van het apparaat wordt zeer heet
tijdens het reinigen. Nooit brandbare voorwerpen,
zoals bijv. droogdoeken, aan de deurgreep hangen.
De voorzijde van het apparaat vrij houden. Zorg
ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn.
:Waarschuwing
Ernstig gezondheidsrisico!
De buitenkant van het apparaat wordt zeer heet tijdens
het reinigen. De antiaanbaklaag van bakplaten en
vormen wordt aangetast en er ontstaan giftige gassen.
Bij gebruik van de reinigingsfunctie nooit platen en
vormen met een antiaanbaklaag meereinigen. Alleen
geëmailleerde toebehoren meereinigen.
Zelfreiniging instellen
1. Menutoets indrukken.
Het functie-menu wordt geopend.
2. Met de draaiknop “Zelfreiniging” kiezen.
3. Op de pijl ¿ tippen
Reinigingsstand 3 wordt voorgesteld. U kunt de
reiniging direct met de toets start/stop starten of
4. met de draaiknop een andere reinigingsstand
kiezen.
5. Toets start/stop indrukken.
Op het display verschijnen aanwijzingen voor de
reiniging.
6. Met de toets start/stop de reiniging starten.
Kort na de start vergrendelt de deur van de
binnenruimte. Het symbool H voor de vergendeling
verschijnt rechts in de statusregel naast de aflopende
tijdsduur.
De binnenruimte kan pas weer worden geopend
wanneer het symbool H van de statusregel verdwenen
is.
Na afloop van de reiniging
Er klinkt een signaal. De oven warmt niet meer op. U
kunt het signaal met de toets 0 uitschakelen.Op het
display verschijnt “Apparaat koelt af”.
Reiniging afbreken
Met de toets on/off de oven uitschakelen.De deur van
de binnenruimte kan pas worden geopend wanneer het
symbool H in de statusregel verdwenen is.
Reinigingsstand corrigeren
Na de start kan de reinigingsstand niet meer worden
gewijzigd.
U kunt de reiniging 's nachts laten aflopen
In het hoofdstuk Tijdinstellingen kunt u nalezen hoe u
de eindtijd op een later tijdstip zet. Zo kunt u de oven
op elk moment van de dag gebruiken. ~ "Tijdfuncties"
op pagina 15
Na de reinigingsfunctie
Is de binnenruimte afgekoeld, neem dan met een
vochtig doekje de achtergebleven as af die zich in de
binnenruimte en bij de apparaatdeur bevindt.
DSchoonmaakmiddelen
Schoonmaakmiddelen
Wanneer uw apparaat goed wordt onderhouden en
schoongemaakt blijft het er lang mooi uitzien en goed
functioneren. Hier leggen we uit hoe u het apparaat
goed onderhoudt en schoonmaakt.
Geschikte schoonmaakmiddelen
Let op de opgaven in de tabellen om te voorkomen dat
de verschillende oppervlakken door verkeerde
schoonmaakmiddelen worden beschadigd. Afhankelijk
van het apparaattype zijn bij uw apparaat niet alle
voorzieningen beschikbaar.
Attentie!
Oppervlakteschade
Gebruik geen
■ scherpe of schurende schoonmaakmiddelen,
■ sterk alcoholhoudende schoonmaakmiddelen,
■ harde schuur- of schoonmaaksponsjes,
■ hogedrukreiniger of stoomreiniger of
■ speciale schoonmaakmiddelen voor de
warmtereiniging.
Was nieuwe vaatdoekjes voor gebruik grondig uit.
Tip: Bijzonder aanbevelenswaardige schoonmaak- en
verzorgingsmiddelen kunt u kopen bij de servicedienst.
Houd u aan de betreffende aanwijzingen van de
fabrikant.
:Waarschuwing
Risico van verbranding!
Het toestel wordt zeer heet. Nooit de hete vlakken in de
binnenruimte of verwarmingselementen aanraken. Het
apparaat altijd laten afkoelen. Zorg ervoor dat er geen
kinderen in de buurt zijn.
BereikSchoonmaken
Buitenzijde apparaat
Voorzijde van
roestvrij staal
KnststofWarm zeepsop:
Gelakte oppervlakken
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen en met een
zachte doek nadrogen.
Kalk, vet, zetmeel en eiwitvlekken onmiddellijk
verwijderen. Onder zulke vlekken kan corrosie
ontstaan.
Bij de servicedienst of in de vakhandel zijn speciale schoonmaakmiddelen voor roestvrij staal verkrijgbaar die geschikt zijn voor warme
oppervlakken. Het schoonmaakmiddel heel dun
opbrengen met een zachte doek.
Met een schoonmaakdoekje reinigen en met een
zachte doek nadrogen.
Geen glasreiniger of schraper gebruiken.
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen en met een
zachte doek nadrogen.
19
Page 20
nl Schoonmaakmiddelen
Bedieningspaneel Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen en met een
zachte doek nadrogen.
Geen glasreiniger of schraper gebruiken.
Ruiten van de
deur
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen en met een
zachte doek nadrogen.
Geen schraper of schuursponsjes van roestvrij
staal gebruiken.
DeurgreepWarm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen en met een
zachte doek nadrogen.
Als er ontkalkingsmiddel op de deurgreep komt,
direct afnemen. Anders ontstaan er mogelijk vlekken die niet meer verwijderd kunnen worden.
Binnenzijde apparaat
Emaillen vlakken Warm zeepsop of water met azijn:
Met een schoonmaakdoekje reinigen en met een
zachte doek nadrogen.
Ingebrande voedselresten met een vochtige doek
en zeepsop losweken. Bij sterke vervuiling een
schuursponsje van roestvrij staal of ovenreiniger
gebruiken.
De binnenruimte na het schoonmaken open laten
om te drogen.
Het beste de reinigingsfunctie gebruiken.
~ "Reinigingsfunctie" op pagina 18
Glazen kapje van
de binnenruimteverlichting
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen en met een
zachte doek nadrogen.
Bij sterke vervuiling ovenspray gebruiken.
Deurafscherming
van roestvrij staal
Reinigingsmiddelen voor roestvrij staal:
Neem de aanwijzingen van de fabrikant in acht.
Geen schoonmaakmiddelen voor roestvrij staal
gebruiken.
Deurafscherming afnemen om hem schoon te
maken.
RekjesWarm zeepsop:
Laten weken en reinigen met een schoonmaakdoekje of borstel.
UittreksysteemWarm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje of borstel schoonmaken.
Verwijder het smeervet niet van de uitschuifrails.
U kunt ze het beste reinigen wanneer ze ingeschoven zijn. Niet afwassen in de vaatwasmachine.
ToebehorenWarm zeepsop:
Laten weken en reinigen met een schoonmaakdoekje of borstel.
Bij sterke vervuiling een schuursponsje van roestvrij staal gebruiken.
--------
Aanwijzingen
■ Geringe kleurverschillen op de voorzijde van het
apparaat ontstaan door gebruik van verschillende
materialen, zoals glas, kunststof en metaal.
■ Donkere plekken bij de ruiten van de deur, lijkend op
vegen, zijn lichtreflexen van de verlichting van de
binnenuimte.
■ Het email wordt ingebrand op zeer hoge
temperaturen.Hierdoor kunnen er kleine
kleurverschillen ontstaan. Dit is normaal en heeft
geen nadelige invloed op de werking.
De smalle randen van de bakplaten kunnen niet
volledig worden geëmailleerd. Ze kunnen daarom
ruw zijn. De bescherming tegen corrosie blijft hierbij
intact.
Apparaat schoon houden
Om te voorkomen dat er hardnekkig vuil ontstaat, dient
u het apparaat altijd schoon te houden en vuil direct te
verwijderen.
Tips
■ De binnenruimte na gebruik altijd schoonmaken. Zo
kan er geen vuil inbranden.
■ Verwijder kalk-, vet-, zetmeel- en eiwitvlekken altijd
onmiddellijk.
■ Voor het bereiden van zeer vochtig gebak de
braadslede gebruiken.
■ Gebruik geschikt gerei om te braden, bijv. een
braadpan.
20
Page 21
Rekjes nl
pRekjes
Rekjes
Wanneer uw apparaat goed wordt onderhouden en
schoongemaakt blijft het er lang mooi uitzien en goed
functioneren. Hier leggen wij u uit hoe u de rekjes kunt
verwijderen en schoonmaken.
Rekjes verwijderen en bevestigen
:Waarschuwing
Risico van verbranding!
De rekjes worden heel heet. Nooit de hete rekjes
aanraken. Het apparaat altijd laten afkoelen. Zorg
ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn.
Rekjes verwijderen
2. Het rekje vervolgens in de voorste bus steken „, tot
het ook hier aansluit op de wand van de
binnenruimte, en naar beneden drukken … (Afb. ").
1
E
2
D
F
G
1. Het rekje aan de voorkant een beetje optillen ‚ en
verwijderen ƒ (Afb. !).
2. Vervolgens het hele rekje naar voren trekken en
uitnemen (Afb. ").
1
D
E
Maak de rekjes schoon met zeepsop en een
schoonmaaksponsje. Gebruik bij hardnekkig vuil een
borstel.
Rekjes ophangen
De rekjes passen alleen links of rechts. Let er bij beide
rekjes op dat de gebogen stangen zich aan de voorkant
bevinden.
1. Het rekje eerst in het midden van de achterste bus
steken ‚, tot het aansluit op de wand van de
binnenruimte, en naar achteren drukken ƒ (Afb. !).
2
21
Page 22
nl Apparaatdeur
qApparaatdeur
Apparaatdeur
Wanneer uw apparaat goed wordt onderhouden en
schoongemaakt blijft het er lang mooi uitzien en goed
functioneren. Hier leggen wij u uit hoe u de
apparaatdeur kunt verwijderen en schoonmaken.
Apparaatdeur verwijderen en inbrengen
Om de deurruiten schoon te maken en te demonteren,
kunt u de apparaatdeur verwijderen.
De scharnieren van de apparaatdeur zijn alle voorzien
van een blokkeerhendel.
Wanneer de blokkeerhendels zijn dichtgeklapt (Afb. !),
is de apparaatdeur beveiligd. Hij kan niet worden
verwijderd.
Wanneer de blokkeerhendels voor het verwijderen van
de apparaatdeur opengeklapt zijn (Afb. "), zijn de
scharnieren beveiligd. Ze kunnen niet dichtklappen.
1
2
Apparaatdeur inbrengen
De apparaatdeur in de omgekeerde volgorde weer
inbrengen.
1. Let er bij het inbrengen van de apparaatdeur op dat
beide scharnieren recht in de opening worden geleid
(Afb. !).
Leg beide scharnieren tegen de onderkant van de
buitenste ruit en gebruik deze bij de geleiding.
Let erop dat de scharnieren in de juiste opening
worden geschoven. Dit moet gemakkelijk gaan,
zonder merkbare weerstand. Voelt u weerstand,
controleer dan of de scharnieren in de juiste opening
zijn geschoven.
1
2. Apparaatdeur helemaal openen.Beide
blokkeerhendels weer dichtklappen (Afb. ").
:Waarschuwing
Risico van letsel!
■ Wanneer de scharnieren niet beveiligd zijn, kunnen
ze met grote kracht dichtklappen.Let erop dat de
blokkeerhendels altijd helemaal dichtgeklapt zijn, of
bij het verwijderen van de apparaatdeur helemaal
opengeklapt.
Risico van letsel!
■ Bij het openen en sluiten van de apparaatdeur
bewegen de scharnieren zich en kunnen ze klem
komen te zitten. Kom niet met uw handen bij de
scharnieren.
Apparaatdeur verwijderen
1. Apparaatdeur helemaal openen.
2. Beide blokkeerhendels links en rechts openklappen
(Afb. !).
3. Apparaatdeur tot de aanslag sluiten ‚. Met beide
handen links en rechts vastpakken ƒ en iets naar
boven trekken (Afbeelding ").
1I
2
E
2I
3. Deur van de binnenruimte sluiten.
Deurafscherming afnemen
De roestvrijstalen inlegger in de deurafscherming kan
verkleuren. Om de deur grondig schoon te maken kunt
u de afscherming verwijderen.
1. Apparaatdeur een beetje openen.
2. Links en rechts op de afscherming drukken (Afb. !).
3. Afscherming afnemen (Afb. ").
Apparaatdeur voorzichtig sluiten.
1
2
22
D
E
Page 23
Apparaatdeur nl
Aanwijzing: De roestvrijstalen inlegger in de
afscherming schoonmaken met een middel voor
roestvrij staal. De rest van de deurafscherming
schoonmaken met warm zeepsop en een zachte
doek.
4. Apparaatdeur weer een beetje openen De
afscherming plaatsen en aandrukken tot hij hoorbaar
vergrendelt (Afb. #).
5. Apparaatdeur sluiten.
Deurruiten verwijderen en inbrengen
Om ze gemakkelijker schoon te maken kunt u de ruiten
van de apparaatdeur afnemen.
Van het apparaat verwijderen
1. Apparaatdeur een beetje openen.
2. Links en rechts op de afscherming drukken (Afb. !).
3. Afscherming afnemen (Afb. ").
21
6. De beide houders van de middelste ruit naar boven
drukken, niet afnemen (Afb. %). Houd de ruit met
één hand vast. De ruit uitnemen.
Reinig de ruiten met glasreiniger en een zachte doek.
:Waarschuwing
Risico van letsel!
■ Wanneer er krassen op het glas van de
apparaatdeur zitten, kan dit springen. Geen
schraper, scherpe of schurende
schoonmaakmiddelen gebruiken.
Risico van letsel!
■ Bij het openen en sluiten van de apparaatdeur
bewegen de scharnieren zich en kunnen ze klem
komen te zitten. Kom niet met uw handen bij de
scharnieren.
Inbrengen in het apparaat
Let er bij het inbouwen van de middelste ruit op dat de
pijl zich rechtsboven op de ruit bevindt en overeenstemt
met de pijl op de plaat.
1. Middelste ruit onder in de houder inbrengen (Afb. !)
en aan de bovenkant aandrukken.
2. Beide houders naar beneden drukken (Afb. ").
4. De schroeven links en rechts van de apparaatdeur
losdraaien en verwijderen (Afb. #).
5. Klem er voordat u de deur weer sluit, een
samengevouwen vaatdoek tussen (Afb. $).
De ruit aan de voorkant er naar boven uittrekken en
met de deurgreep naar beneden op een egaal
oppervlak leggen.
1
3. Voorste ruit onder in de houders leiden (Afb. #).
4. Voorste ruit sluiten tot de beide bovenste haken zich
2
tegenover de opening bevinden (Afb. $).
5. Tegen de onderkant van de voorste ruit drukken tot
hij hoorbaar vergrendelt (Afb. %).
6. Apparaatdeur weer een beetje openen en vaatdoek
verwijderen.
23
Page 24
nl Wat te doen bij storingen?
7. De beide schroeven links en rechts weer
vastdraaien.
8. De afscherming plaatsen en aandrukken tot hij
hoorbaar vergrendelt (Afb. &).
3Wat te doen bij storingen?
Wat te doen bij storingen?
Storingen worden vaak veroorzaakt door een
kleinigheid. Probeer voordat u contact opneemt met de
servicedienst de storing zelf op te lossen met behulp
van de tabel.
Aanwijzing: Lukt een gerecht niet helemaal, kijk dan in
het tabellendeel aan het einde van de
gebruiksaanwijzing Hier vindt u vele tips en
aanwijzingen. ~ "Voor u in onze kookstudio uitgetest."
op pagina 27
9. Apparaatdeur sluiten.
Attentie!
Gebruik de binnenruimte pas weer wanneer de ruiten
naar behoren zijn ingezet.
:Waarschuwing
Kans op een elektrische schok!
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk. Reparaties en
de vervanging van beschadigde aansluitleidingen
mogen uitsluitend worden uitgevoerd door technici die
zijn geïnstrueerd door de klantenservice. Is het
apparaat defect, haal dan de stekker uit het stopcontact
of schakel de zekering in de meterkast uit. Contact
opnemen met de klantenservice.
Storingentabel
Bij foutmeldingen met E, bijv. E0111, het apparaat uiten inschakelen. Neem contact op met de servicedienst
wanneer de melding weer verschijnt.
StoringMogelijke oorzaakAanwijzing/Oplossing
Het apparaat werkt nietZekering defectControleer in de meterkast of de zekering voor het
apparaat in orde is
StroomuitvalControleer of andere keukenapparaten functioneren
De apparaatdeur kan niet worden
geopend, op het display wordt het
symbool 5 weergegeven
Het ingeschakelde apparaat kan niet
bediend worden, op het display wordt
het symbool 1 weergegeven
De binnenruimte warmt niet op en op
het display staat “Demonstratiemodus ingeschakeld”
--------
Maximale gebruiksduur overschreden
Uw apparaat beëindigt het gebruik automatisch
wanneer er geen tijdsduur is ingesteld en de instelling
lang niet veranderd is.
Het moment waarop dit gebeurt, is afhankelijk van de
ingestelde temperatuur of grillstand.
De apparaatdeur blijft vergrendeld tot de binnenruimte afgekoeld is.
Het kinderslot is geactiveerd.
Het apparaat bevindt zich in de demonstratiemodus.De zekering in de meterkast uitschakelen en na ca.
Op het display wordt weergegeven dat de werking
automatisch beëindigd is. Vervolgens wordt de werking
afgebroken.
Om het apparaat weer te gebruiken dient u het eerst uit
te schakelen. Schakel het apparaat vervolgens weer in
en stel de gewenste functie in.
Wacht tot het symbool 5 verdwijnt.
De toets 1 indrukken tot het symbool 1 verdwijnt
10 seconden weer inschakelen. Apparaat inschakelen en in de instellingen “Demonstratiemodus uitgeschakeld” kiezen.
24
Page 25
Servicedienst nl
Tip: Om te voorkomen dat het apparaat niet ongewenst
uitschakelt, bijv. bij zeer lange bereidingstijden, kunt u
een tijdsduur instellen. Het apparaat warmt op totdat de
ingestelde tijdsduur is afgelopen.
Lamp voor de binnenruimte aan het plafond
vervangen
Als de lamp voor de binnenruimte is uitgevallen, moet
deze worden vervangen. Temperatuurbestendige 230
V-halogeenlampen, 40 watt, kunt u krijgen bij de
servicedienst of uw speciaalzaak.
Houd de halogeenlamp vast met een droge doek.
Hierdoor wordt de levensduur van de lamp verlengd.
Gebruik uitsluitend originele lampen.
:Waarschuwing
Kans op een elektrische schok!
Bij vervanging van de lamp in de binnenruimte staan de
contacten van de lampfitting onder stroom. Trek
voordat u tot vervanging overgaat de netstekker uit het
stopcontact trekken of schakel de zekering in de
meterkast uit.
:Waarschuwing
Risico van verbranding!
Het toestel wordt zeer heet. Nooit de hete vlakken in de
binnenruimte of verwarmingselementen aanraken. Het
apparaat altijd laten afkoelen. Zorg ervoor dat er geen
kinderen in de buurt zijn.
4Servicedienst
Servicedienst
Wanneer uw apparaat gerepareerd moet worden, staat
onze servicedienst voor u klaar. Wij vinden altijd een
passende oplossing, ook om een onnodig bezoek van
medewerkers van de servicedienst te voorkomen.
E-nummer en FD-nummer
Geef aan de servicedienst altijd het volledige
productnummer (E-nr.) en het fabricagenummer (FD-nr.)
van uw apparaat op, zodat wij u goed van dienst
kunnen zijn. Het typeplaatje met de nummers vindt u
aan de rechterkant, wanneer u de apparaatdeur opent.
=1U)'(1U
7\SH
Om niet te lang te hoeven zoeken wanneer u de
servicedienst nodig heeft, kunt u hier direct de
gegevens van uw apparaat en het telefoonnummer van
de servicedienst invullen.
E-nr.FD-nr.
Servicedienst O
1. Leg een theedoek in de onverwarmde binnenruimte,
om schade te voorkomen.
2. Glazen afscherming er naar links uitdraaien (Afb. !).
3. Lamp eruit trekken - niet draaien (Afb. ").
Nieuwe lamp inbrengen, hierbij op de stand van de
pinnen letten. De lamp stevig aandrukken.
21
4. Glazen afscherming er weer inschroeven.
5. Theedoek eruit nemen en de zekering inschakelen.
Glazen kapje
Als het glazen kapje van de halogeenlamp beschadigd
is, moet dit worden vervangen. Een nieuw glazen kapje
kunt u krijgen bij de servicedienst. Vermeld a.u.b. het
productnummer (E-nr.) en het fabricagenummer (FD-nr.)
van uw apparaat.
Houd er rekening mee dat een bezoek van
medewerkers van de servicedienst in het geval van een
verkeerde bediening ook tijdens de garantieperiode
kosten met zich meebrengt.
De contactgegevens in alle landen vindt u in de
bijgesloten lijst met Servicedienstadressen.
Verzoek om reparatie en advies bij storingen
NL088 424 4020
B070 222 142
Vertrouw op de competentie van de fabrikant. Dan bent
u ervan verzekerd dat de reparatie wordt uitgevoerd
door ervaren technici die gebruikmaken van de
originele reserveonderdelen voor uw apparaat.
25
Page 26
nl Gerechten
PGerechten
Gerechten
Met de functie “Gerechten” kunt u de meest
uiteenlopende gerechten bereiden. Het apparaat kiest
de meeste instellingen zelfstandig voor u.
Aanwijzingen voor de programma's
■ Het bereidingsresultaat is afhankelijk van de kwaliteit
van de levensmiddelen en de aard van de vormen.
Gebruik voor een optimaal bereidingsresultaat alleen
ongeschonden levensmiddelen en vlees op
koelkasttemperatuur.
■ Het apparaat kiest de optimale
verwarmingsmethode en de tijd en
temperatuurinstelling voor u. U hoeft alleen het
gewicht in te voeren. Gewichten kunnen niet buiten
het daarvoor bestemde bereik worden ingesteld.
■ Bij vleesgerechten waarbij het apparaat de
temperatuurkeuze voor u regelt, kunnen
temperaturen tot 300 °C worden bereikt. Let er
daarom op dat u vormen gebruikt die voldoende
hittebestendig zijn.
■ U krijgt bijv. aanwijzingen over vormen, de
inschuifhoogte of het toevoegen van vloeistof aan
vlees. Vele gerechten moeten tijdens de bereiding
worden gekeerd of omgeroerd.Dit wordt kort na de
start weergegeven op het display. U wordt hier op
het juiste moment door een signaal aan herinnerd.
■ Aan het einde van de gebruiksaanwijzing vindt u
aanwijzingen voor geschikte vormen en tips en trucs
voor de bereiding.
Het programma afbreken
Toets on/off indrukken. Alle instellingen zijn gewist. U
kunt opnieuw instellen.
De eindtijd op een later tijdstip zetten
Bij enkele gerechten kunt u de eindtijd op een later
tijdstip zetten.U kunt dit nalezen in de Tijdfuncties.
~ "Tijdfuncties" op pagina 15
Heeft u een eindtijd ingesteld, dan verschijnt de
wachttijd op het display. In de statusregel staat het
tijdstip waarop de werking start. Er kunnen geen
instellingen worden veranderd. Houd er rekening mee
dat levensmiddelen die snel bederven niet te lang in de
binnenruimte mogen staan.
Gerechten kiezen en instellen
1. Menutoets indrukken.
2. Met de draaiknop “Gerechten” kiezen.
3. Op de pijl ¿ tippen.
Het eerste gerecht met het voorgestelde gewicht
verschijnt.
4. Met de draaiknop het gewenste gerecht kiezen.
5. Op de pijl ¿ tippen.
U wordt volledig door het instelproces van het door u
gekozen gerecht geleid. Tip steeds op de pijl ¿.
Heeft u alle instellingen uitgevoerd, start dan met de
toets start/stop.
Aanwijzing: Wanneer de binnenruimte nog te heet is
voor het gekozen gerecht, wordt dit door het apparaat
aangegeven.
Het programma is beëindigd
Er klinkt een signaal. De oven warmt niet meer op. U
kunt het signaal voortijdig met de toets 0 uitschakelen.
Bent u niet tevreden met het resultaat, dan kunt u de
bereidingstijd nogmaals verlengen. Tip op het veld
“Nagaren”. Er wordt een tijdsduur voorgesteld die u
kunt veranderen.
Bent u tevreden met het resultaat, tip dan op
“Beëindigen”. Op het display verschijnt “Smakelijk
eten”.
26
Page 27
Voor u in onze kookstudio uitgetest. nl
JVoor u in onze kookstudio
uitgetest.
Voor u in onze kookstudio uitgetest.
U vindt hier een keur aan gerechten en de daarbij
behorende optimale instellingen. Wij laten u zien welke
verwarmingsmethode en temperatuur het meest
geschikt zijn voor uw gerecht. U krijgt informatie over de
juiste toebehoren en de hoogte waarop ze ingeschoven
dienen te worden. U krijgt tips over vormen en de
bereiding.
Aanwijzing: Bij het bereiden van levensmiddelen kan
veel waterdamp in de binnenruimte ontstaan.
Uw apparaat is heel energie-efficiënt en geeft tijdens de
werking slechts weinig warmte naar buiten af. Op grond
van de hoge temperatuurverschillen tussen de
binnenruimte en de buitenste delen van het apparaat
kan er condenswater op de deur, het bedieningspaneel
of nabijgelegen meubelfronten neerslaan. Dit is een
normaal natuurkundig verschijnsel. Door
voorverwarmen of de deur voorzichtig te openen, kan
het condensaat worden gereduceerd.
Vormen van silicone
Voor een optimaal kookresultaat raden wij u aan
donkere bakvormen van metaal te gebruiken.
Wanneer u niettemin vormen van silicone wilt
gebruiken, raadpleeg dan de informatie en de recepten
van de fabrikant. Vormen van silicone zijn vaak kleiner
dan normale vormen. De hoeveelheid- en
receptgegevens kunnen afwijken.
Gebak en klein gebak
Uw apparaat biedt talrijke verwarmingsmethoden voor
het bakken van gebak en klein gebak. In de
insteltabellen vindt u optimale instellingen voor vele
gerechten.
Neem ook de aanwijzingen in de paragraaf over het
rijzen van het deeg in acht.
Gebruik alleen originele toebehoren van uw apparaat.
Dit is optimaal op de binnenruimte en de functies
afgestemd.
Inschuifhoogtes
Gebruik de aangegeven inschuifhoogtes.
Bakken op één niveau
Gebruik de volgende inschuifhoogtes voor het bakken
op één niveaus:
■ hoog gebak: hoogte 2
■ vlak gebak: hoogte 3
Bakken op meerdere niveaus
Gebruik 4Dhetelucht. Bakplaten of vormen die
gelijktijdig in de oven worden geplaatst, hoeven niet op
hetzelfde moment klaar te zijn.
Bakken op twee niveaus:
■ Braadslede: hoogte 3
Bakplaat: hoogte 1
■ Vormen op het rooster
eerste rooster: hoogte 3
tweede rooster: hoogte 1
Bakken op drie niveaus:
■ Bakplaat: hoogte 5
Braadslede: hoogte 3
Bakplaat: hoogte 1
Bakken op vier niveaus:
■ 4 roosters met bakpapier
eerste rooster: hoogte 5
tweede rooster: hoogte 3
derde rooster: hoogte 2
vierde rooster: hoogte 1
Door de gerechten gelijktijdig te bereiden, kunt u tot 45
procent energie sparen. Plaats de vormen naast elkaar
of verspringend boven elkaar in de binnenruimte.
Toebehoren
Let erop dat u altijd geschikte toebehoren gebruikt en
dit er goed om inschuift.
Rooster
Het rooster met de open kant naar de deur van de
binnenruimte en met de welving naar beneden
inschuiven.
Braadslede of braadpan
De braadslede of de bakplaat er voorzichtig tot de
aanslag inschuiven, met de afgeschuinde kant naar de
deur van het apparaat.
Gebruik bij vochtig gebak de braadslede, zodat bij
overlopend vocht de binnenruimte niet vuil wordt.
Bakvormen
Het meest geschikt zijn donkere metalen bakvormen.
Lichte vormen, keramische vormen en vormen van glas
verlengen de baktijd en het gebak bruint niet
gelijkmatig. Wanneer u met deze vormen wilt bakken en
boven- en onderwarmte wilt gebruiken, schuift u de
vorm er op hoogte 1 in.
Bakpapier
Gebruik alleen bakpapier dat geschikt is voor de
gekozen temperatuur. Knip het bakpapier altijd zodanig
af dat het goed past.
Aanbevolen instelwaarden
In de tabel vindt u voor divers gebak en klein gebak de
optimale verwarmingsmethode. Temperatuur en
tijdsduur zijn afhankelijk van de hoeveelheid en de
kwaliteit van het deeg. Daarom zijn er instelbereiken
aangegeven. Probeer het eerst met de lagere waarden.
Bij een lage temperatuur wordt het gerecht
gelijkmatiger bruin. Stel de oven indien nodig de
volgende keer hoger in.
Aanwijzing: De baktijden kunnen niet door hogere
temperaturen worden ingekort. Gebak of klein gebak
zou dan alleen van buiten gaar, maar van binnen niet
goed doorgebakken zijn.
27
Page 28
nl Voor u in onze kookstudio uitgetest.
De instelwaarden gelden voor producten die in de
onverwarmde binnenruimte worden geplaatst. Zo kunt u
tot 20 procent energie sparen. De aangegeven
baktijden worden enkele minuten korter wanneer u
voorverwarmt.
Voor bepaalden gerechten is voorverwarmen nodig, dit
staat in de tabel aangegeven.
Indien u volgens eigen recept wilt bakken dan oriënteert
u zich aan soortgelijk gebak in de tabel. Bijkomende
U wilt vaststellen, of het gebak doorgebakken is.
Het gebak zakt in.Gebruik de volgende keer minder vloeistof. Of stel de temperatuur 10 °C lager in en verleng de baktijd. Let op
Het gebak is in het midden hoog gerezen en lager bij de randen.
Het sap van de vruchten stroomt over. Gebruik de volgende keer de braadslede.
Klein gebak plakt bij het bakken aan
elkaar.
Het gebak is te droog.Stel de temperatuur 10 °C hoger in en verkort de baktijd.
Het gebak is over het geheel te licht.Zijn de inschuifhoogte en de toebehoren juist, verhoog dan evt. de temperatuur of houd een langere baktijd
Steek met een houten prikker op de hoogste plaats in het gebak. Wanneer er geen deeg meer aan de prikker
zit, is het gebak klaar.
de aangegeven ingrediënten en bereidingsaanwijzingen in het recept.
Vet alleen de bodem van de springvorm in. Na het bakken maakt u het gebak voorzichtig los met een mes.
Tussen de gebakstukken dient een afstand van ca. 2cm te zijn. Zo is er voldoende plaats om het gebak goed
te laten rijzen en helemaal bruin te laten worden.
aan.
%
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
140-150*25-40
140-150*25-40
140-150*30-40
130-140*35-55
140-16015-30
140-16015-30
140-16015-30
80-90*120-150
80-90*120-180
90-11020-40
90-11025-45
90-11030-45
29
Page 30
nl Voor u in onze kookstudio uitgetest.
Het gebak is aan de bovenkant te
licht, maar onder te donker.
Het gebak is aan de bovenkant te
donker, maar onder te licht.
Het gebak wordt te donker aan de
achterkant.
Het gebak is over het geheel te donker.
Het gebak is ongelijkmatig bruin
geworden.
U hebt op meerdere niveaus gebakken. Op de bovenste plaat is het
gebak donkerder dan op de onderste.
Het gebak ziet er goed uit, maar is binnen niet goed doorgebakken.
Het gebak laat niet los wanneer u het
uit de vorm wilt storten.
Plaats het gebak de volgende keer één niveau hoger.
Plaats het gebak de volgende keer één niveau lager. Kies een lagere temperatuur en verleng de baktijd.
Zet de bakvorm niet direct tegen de achterwand maar midden op de toebehoren.
Kies de volgende keer een lagere temperatuur en verleng evt. de baktijd.
Kies een wat lagere temperatuur.
Ook bakpapier dat uitsteekt kan de luchtcirculatie beïnvloeden. Knip het bakpapier altijd zodanig af dat het
goed past.
Let erop dat de bakvorm niet direct voor de openingen in de achterwand van de binnenruimte staat.
Bij het bakken van klein gebak moet u indien mogelijk gelijke groottes en diktes aanhouden.
Kies voor het bakken op meerdere niveaus altijd 4D-hetelucht. Bakplaten of vormen die gelijktijdig in de oven
worden geplaatst, hoeven niet op hetzelfde moment klaar te zijn.
Bak iets langer bij een wat lagere temperatuur en voeg evt. minder vloeistof toe. Bij gebak met een vochtige
bovenkant bakt u eerst de bodem voor. Bestrooi het met amandelen of paneermeel en doe dan de bovenlaag
erop.
Laat het gebak na het bakken nog 5 tot 10 minuten afkoelen. Als het er nog steeds niet uit komt, maakt u de
rand voorzichtig los met een mes. Stort het gebak opnieuw en bedek de vorm meerdere keren met een natte,
koude doek. Vet de vorm de volgende keer in en bestrooi hem met paneermeel.
Brood en broodjes
Uw apparaat biedt talrijke verwarmingsmethoden voor
het bakken van brood en broodjes. In de insteltabellen
vindt u optimale instellingen voor vele gerechten.
Neem ook de aanwijzingen in de paragraaf over het
rijzen van het deeg in acht.
Gebruik alleen originele toebehoren van uw apparaat.
Dit is optimaal op de binnenruimte en de functies
afgestemd.
Inschuifhoogtes
Gebruik de aangegeven inschuifhoogtes.
Bakken op één niveau
Gebruik de volgende inschuifhoogtes voor het bakken
op één niveaus:
■ hoog gebak: hoogte 2
■ vlak gebak: hoogte 3
Bakken op twee niveaus
Gebruik 4Dhetelucht. Bakplaten of vormen die
gelijktijdig in de oven worden geplaatst, hoeven niet op
hetzelfde moment klaar te zijn.
■ Braadslede: hoogte 3
Bakplaat: hoogte 1
■ Vormen op het rooster
eerste rooster: hoogte 3
tweede rooster: hoogte 1
Door de gerechten gelijktijdig te bereiden, kunt u tot 45
procent energie sparen. Plaats de vormen naast elkaar
of verspringend boven elkaar in de binnenruimte.
Toebehoren
Let erop dat u altijd geschikte toebehoren gebruikt en
dit er goed om inschuift.
Rooster
Het rooster met de open kant naar de deur van de
binnenruimte en met de welving naar beneden
inschuiven.
Braadslede of braadpan
De braadslede of de bakplaat er voorzichtig tot de
aanslag inschuiven, met de afgeschuinde kant naar de
deur van het apparaat.
Bakvormen
Het meest geschikt zijn donkere metalen bakvormen.
Lichte vormen, keramische vormen en vormen van glas
verlengen de baktijd en het gebak bruint niet
gelijkmatig. Wanneer u met deze vormen wilt bakken en
boven- en onderwarmte wilt gebruiken, schuift u de
vorm er op hoogte 1 in.
Bakpapier
Gebruik alleen bakpapier dat geschikt is voor de
gekozen temperatuur. Knip het bakpapier altijd zodanig
af dat het goed past.
Diepvriesproducten
Gebruik geen sterk met ijs bedekte diepvriesproducten.
Verwijder het ijs van het gerecht.
Diepvriesproducten zijn ten dele ongelijkmatig
voorgebakken. De ongelijkmatige bruine kleur blijft ook
na het bakken bestaan.
Aanbevolen instelwaarden
In de tabel vindt u voor diverse broden en broodjes de
optimale verwarmingsmethode. Temperatuur en
tijdsduur zijn afhankelijk van de hoeveelheid en de
kwaliteit van het deeg. Daarom zijn er instelbereiken
aangegeven. Probeer het eerst met de lagere waarden.
Bij een lage temperatuur wordt het gerecht
gelijkmatiger bruin. Stel de oven indien nodig de
volgende keer hoger in.
30
Page 31
Voor u in onze kookstudio uitgetest. nl
Aanwijzing: De baktijden kunnen niet door hogere
temperaturen worden ingekort. Het brood of de
broodjes zouden alleen van buiten gaar, maar van
binnen niet goed doorgebakken zijn.
De instelwaarden gelden voor producten die in de
onverwarmde binnenruimte worden geplaatst. Zo kunt u
tot 20 procent energie sparen. De aangegeven
baktijden worden enkele minuten korter wanneer u
voorverwarmt.
Voor bepaalden gerechten is voorverwarmen nodig, dit
staat in de tabel aangegeven. Sommige gerechten
lukken het best wanneer ze in meerdere stappen
worden gebakken. Deze zijn in de tabel aangegeven.
De instelwaarden voor brooddeeg gelden zowel voor
deeg op de bakplaat als voor deeg in een rechthoekige
vorm.
GerechtToebehorenInschuif-
Brood
Wit brood, 750 gBraadslede of rechthoekige vorm2
Gemengd brood, 1,5 kgLangwerpige bakvorm2
Gemengd brood, 1,5 kgBraadslede2
Volkorenbrood, 1 kgBraadslede2
Plat rond broodBraadslede3
Indien u volgens eigen recept wilt bakken dan oriënteert
u zich aan soortgelijk gebak in de tabel.
Niet gebruikte toebehoren verwijderen uit de
binnenruimte. Zo krijgt u een optimaal bakresultaat en
spaart u tot 20 procent energie.
Attentie!
Nooit water in de hete binnenruimte gieten of vormen
met water op de bodem van de oven plaatsen. Door de
verandering van temperatuur kan schade aan het email
ontstaan.
* voorverwarmen
** Houd u aan de instructies op de verpakking
Braadslede3
Braadslede3
,
%
:
%
,
,
,
,
4
4
(
---
170-190*-15-20
150-170*-20-30
180-200-20-30
---
---
---
---
190-210-10-15
230-250-10-15
-34-6
Pizza, quiche en hartig gebak
Uw apparaat biedt talrijke verwarmingsmethoden voor
het bakken pizza, quiche en hartig gebak. In de
insteltabellen vindt u optimale instellingen voor vele
gerechten.
Neem ook de aanwijzingen in de paragraaf over het
rijzen van het deeg in acht.
31
Page 32
nl Voor u in onze kookstudio uitgetest.
Gebruik alleen originele toebehoren van uw apparaat.
Dit is optimaal op de binnenruimte en de functies
afgestemd.
Inschuifhoogtes
Gebruik de aangegeven inschuifhoogtes.
Bakken op één niveau
Gebruik de volgende inschuifhoogtes voor het bakken
op één niveaus:
■ hoog gebak: hoogte 2
■ vlak gebak: hoogte 3
Bakken op meerdere niveaus
Gebruik 4Dhetelucht. Bakplaten of vormen die
gelijktijdig in de oven worden geplaatst, hoeven niet op
hetzelfde moment klaar te zijn.
Bakken op twee niveaus:
■ Braadslede: hoogte 3
Bakplaat: hoogte 1
■ Vormen op het rooster
eerste rooster: hoogte 3
tweede rooster: hoogte 1
Bakken op vier niveaus:
■ 4 roosters met bakpapier
eerste rooster: hoogte 5
tweede rooster: hoogte 3
derde rooster: hoogte 2
vierde rooster: hoogte 1
Door de gerechten gelijktijdig te bereiden, kunt u tot 45
procent energie sparen. Plaats de vormen naast elkaar
of verspringend boven elkaar in de binnenruimte.
Toebehoren
Let erop dat u altijd geschikte toebehoren gebruikt en
dit er goed om inschuift.
Rooster
Het rooster met de open kant naar de deur van de
binnenruimte en met de welving naar beneden
inschuiven.
Braadslede of braadpan
De braadslede of de bakplaat er voorzichtig tot de
aanslag inschuiven, met de afgeschuinde kant naar de
deur van het apparaat.
Gebruik de braadslede bij dik belegde pizza's.
Bakvormen
Het meest geschikt zijn donkere metalen bakvormen.
Lichte vormen, keramische vormen en vormen van glas
verlengen de baktijd en het gebak bruint niet
gelijkmatig. Wanneer u met deze vormen wilt bakken en
boven- en onderwarmte wilt gebruiken, schuift u de
vorm er op hoogte 1 in.
Bakpapier
Gebruik alleen bakpapier dat geschikt is voor de
gekozen temperatuur. Knip het bakpapier altijd zodanig
af dat het goed past.
Diepvriesproducten
Gebruik geen sterk met ijs bedekte diepvriesproducten.
Verwijder het ijs van het gerecht.
Diepvriesproducten zijn ten dele ongelijkmatig
voorgebakken. De ongelijkmatige bruine kleur blijft ook
na het bakken bestaan.
Aanbevolen instelwaarden
In de tabel vindt u voor diverse gerechten de optimale
verwarmingsmethode. Temperatuur en tijdsduur zijn
afhankelijk van de hoeveelheid en de kwaliteit van het
deeg. Daarom zijn er instelbereiken aangegeven.
Probeer het eerst met de lagere waarden. Bij een lage
temperatuur wordt het gerecht gelijkmatiger bruin. Stel
de oven indien nodig de volgende keer hoger in.
Aanwijzing: De baktijden kunnen niet door hogere
temperaturen worden ingekort. Het gerecht zou alleen
van buiten gaar, maar van binnen niet goed
doorgebakken zijn.
De instelwaarden gelden voor producten die in de
onverwarmde binnenruimte worden geplaatst. Zo kunt u
tot 20 procent energie sparen. De aangegeven
baktijden worden enkele minuten korter wanneer u
voorverwarmt.
Voor bepaalden gerechten is voorverwarmen nodig, dit
staat in de tabel aangegeven.
Indien u volgens eigen recept wilt bakken dan oriënteert
u zich aan soortgelijk gebak in de tabel.
Niet gebruikte toebehoren verwijderen uit de
binnenruimte. Zo krijgt u een optimaal bakresultaat en
spaart u tot 20 procent energie.
Gebruikte verwarmingsmethoden:
■ : 4D-hetelucht
■ % Boven- en onderwarmte
■ ; Pizzastand
■ , coolStart-functie
GerechtToebehorenInschuif-
hoogte
Pizza
Pizza, versBakplaat3
Pizza, versBakplaat3
Pizza, vers, 2 niveausBakplaat + braadslede1+3
Pizza, vers, dunne bodemPizzaplaat2
* voorverwarmen
** Houd u aan de instructies op de verpakking
32
Verwarmingsmethode
%
;
:
;
Temperatuur in °C
Duur in
min.
200-22025-35
200-22025-35
180-20035-45
220-23020-30
Page 33
Voor u in onze kookstudio uitgetest. nl
GerechtToebehorenInschuif-
hoogte
Pizza, gekoeld**Rooster3
Pizza, diepvries
Pizza met dunne bodem 1 stuk**Rooster3
Pizza met dunne bodem 2 stuks**Braadslede + rooster3+1
Pizza met dikke bodem 1 stuk**Rooster3
Pizza met dikke bodem 2 stuksBraadslede + rooster3+1
Pizza-baguette**Rooster3
Minipizza's**Braadslede3
Minipizza's, Ø 7 cm, 4 niveaus4 roosters5+3+2+1
Hartig gebak & quiche
Hartig gebak in vormenSpringvorm Ø 28 cm2
QuicheTaartvorm, blik3
FlammkuchenBraadslede3
PierogiOvenschaal2
EmpanadaBraadslede3
BörekBraadslede2
* voorverwarmen
** Houd u aan de instructies op de verpakking
Verwarmingsmethode
,
,
:
,
:
,
,
:
%
;
%
:
:
%
Temperatuur in °C
--
--
190-21020-25
--
190-21020-30
--
--
180-200*20-30
170-19065-75
190-21035-45
260-280*10-15
170-19050-70
180-19030-45
180-20035-45
Duur in
min.
Ovenschotel en soufflé
Uw apparaat biedt talrijke verwarmingsmethoden voor
het bakken van ovenschotels en soufflé. In de
insteltabellen vindt u optimale instellingen voor vele
gerechten.
Gebruik alleen originele toebehoren van uw apparaat.
Dit is optimaal op de binnenruimte en de functies
afgestemd.
Inschuifhoogtes
Gebruik altijd de aangegeven inschuifhoogtes.
U kunt op een niveau in vormen of met de braadslede
bakken.
■ Vormen op het rooster: hoogte 2
■ Braadslede: hoogte 3
Soufflés kunt u ook in waterbad in de braadslede
bakken. Plaats hiertoe de braadslede op hoogte 2.
Door de gerechten gelijktijdig te bereiden, kunt u tot 45
procent energie sparen. Plaats de vormen naast elkaar
in de binnenruimte.
Toebehoren
Let erop dat u altijd geschikte toebehoren gebruikt en
dit er goed om inschuift.
Rooster
Het rooster met de open kant naar de deur van de
binnenruimte en met de welving naar beneden
inschuiven.
Braadslede
De braadslede er voorzichtig tot de aanslag inschuiven,
met de afgeschuinde kant naar de deur van het
apparaat.
Vormen
Gebruik voor ovenschotels en gegratineerde gerechten
een platte, brede vorm. In een smalle, hoge vorm
hebben de gerechten meer tijd nodig en worden
donkerder aan de bovenkant.
Aanbevolen instelwaarden
In de tabel vindt u voor diverse ovenschotels en
soufflés de optimale verwarmingsmethode.
Temperatuur en bereidingstijd zijn afhankelijk van de
hoeveelheid en het recept. De bereidingstoestand van
een ovenschotel is afhankelijk van de grootte van de
vorm en de hoogte van het gerecht. Daarom zijn er
instelbereiken aangegeven. Probeer het eerst met de
lagere waarden. Bij een lage temperatuur wordt het
gerecht gelijkmatiger bruin. Stel de oven indien nodig
de volgende keer hoger in.
Aanwijzing: De bereidingstijden kunnen niet door
hogere temperaturen worden ingekort. De ovenschotel
of soufflé zou allen van buiten gaar zijn, maar van
binnen rauw.
De instelwaarden gelden voor producten die in de
onverwarmde binnenruimte worden geplaatst. Zo kunt u
tot 20 procent energie sparen. De aangegeven
bereidingstijden worden enkele minuten korter wanneer
u voorverwarmt.
Indien u volgens eigen recept wilt bereiden dan
oriënteert u zich aan soortgelijke gerechten in de tabel.
33
Page 34
nl Voor u in onze kookstudio uitgetest.
Niet gebruikte toebehoren verwijderen uit de
binnenruimte. Zo krijgt u een optimaal bakresultaat en
spaart u tot 20 procent energie.
De binnenruimte blijft bij de bereiding in een gesloten
Uw apparaat biedt talrijke verwarmingsmethoden voor
het bereiden van gevogelte. In de insteltabellen vindt u
optimale instellingen voor enkele gerechten.
Braden op het rooster
Het braden op het rooster is bijzonder geschikt voor
groot gevogelte of meerdere stukken tegelijk.
Schuif de braadslede met het rooster in de aangegeven
inschuifhoogte. Let erop dat het rooster goed op de
braadslede ligt. ~ "Toebehoren" op pagina 10
Giet afhankelijk van de grootte en het soort gevogelte
tot ^ liter water in de braadslede. Afdruipend vet wordt
opgevangen. Uit dit braadvocht kunt u een saus
bereiden. Bovendien ontstaat zo minder rook en blijft de
binnenruimte schoner.
Braden in vormen
vorm veel schoner. Let erop dat het deksel voor de pan
past en goed sluit. Plaats de vorm op het rooster.
Bij het openen van het deksel na het garen, kan zeer
hete stoom ontwijken. Til het deksel van achteren op,
zodat de hete stoom van het lichaam af naar buiten
gaat.
Gevogelte kan ook in een gesloten braadslede
knapperig worden. Gebruik hiervoor een braadslede
met glazen deksel en stel een hogere temperatuur in.
Grillen
Laat de deur van het apparaat tijdens het grillen
gesloten. Nooit met een geopende apparaatdeur grillen.
Schuif de braadslede met het rooster in de aangegeven
inschuifhoogte. Afdruipend vet wordt opgevangen. Let
erop dat het rooster goed op de braadslede ligt.
~ "Toebehoren" op pagina 10
Gebruik alleen vormen die geschikt zijn voor de
bakoven. Controleer of de vorm in de binnenruimte
past.
Glazen vormen zijn het meest geschikt. Zet hete
vormen van glas op een droge onderzetter. Is de
ondergrond nat of koud, dan kan het glas knappen.
Glanzende braadsledes van edelstaal of aluminium
reflecteren de warmte als een spiegel en zijn daardoor
niet zo geschikt. Het gevogelte gaart langzamer en
wordt minder bruin. Houd een hogere temperatuur en/
of langere bereidingstijd aan.
Aanwijzing: Schuif de braadslede bij zeer vette
grillstukken niet direct onder het rooster maar op
hoogte 2.
Neem indien mogelijk grillstukken van ongeveer
dezelfde dikte en gewicht. Zo worden ze gelijkmatig
bruin en blijven ze lekker mals. Leg de te grillen stukken
vlees rechtstreeks op het rooster.
Keer de grillstukken met een grilltang. Wanneer u met
een vork in het vlees prikt, verliest het sap en wordt het
droog.
Houd u aan de aanwijzingen van de fabrikant van de
braadvorm.
Open vorm
Gebruik voor het braden van gevogelte het beste een
hoge vorm. Plaats de vorm op het rooster. Wanneer u
geen geschikte vorm heeft, gebruikt u de braadslede.
Aanwijzingen
■ Het grillelement wordt steeds weer in- en
uitgeschakeld, dat is normaal. Hoe vaak dit gebeurt,
is afhankelijk van de ingestelde grillstand.
■ Bij het grillen kan rook ontstaan.
Verwarmingsmethode
%
%
:
,
;
:
:
:
Temperatuur in °C
Duur in
min.
200-22030-50
170-19040-60
160-18050-60
--
160-19050-70
150-17060-80
170-19035-45
190-21025-30
34
Page 35
Voor u in onze kookstudio uitgetest. nl
Aanbevolen instelwaarden
In de tabel vindt u voor het gevogelte de optimale
verwarmingsmethode. Temperatuur en tijdsduur zijn
afhankelijk van de hoeveelheid, kwaliteit en
temperatuur van het levensmiddel. Daarom zijn er
instelbereiken aangegeven. Probeer het eerst met de
lagere waarden. Stel de oven indien nodig de volgende
keer hoger in.
De instelwaarden gelden voor ongevuld, braadklaar
gevogelte op koelkasttemperatuur dat in de
onverwarmde binnenruimte wordt geplaatst. Zo kunt u
tot 20 procent energie sparen. De aangegeven
bereidingstijden worden enkele minuten korter wanneer
u voorverwarmt.
In de tabel vindt u gegevens voor gevogelte met
voorgesteld gewicht. Wanneer u zwaarder gevogelte
wilt bereiden, gebruik dan in elk geval de lage
temperatuur. Bij meerdere stukken oriënteert u zich aan
het zwaarste stuk om de bereidingsduur te bepalen. De
afzonderlijke stukken dienen ongeveer even groot te
zijn.
In het algemeen geldt: hoe groter het gevogelte, des te
lager de temperatuur en des te langer de bereidingstijd.
Gevogelte na ca.
^ tot Z van de aangegeven tijd
keren.
Aanwijzing: Gebruik alleen bakpapier dat geschikt is
voor de gekozen temperatuur. Knip het bakpapier altijd
zodanig af dat het goed past.
Tips
■ Prik bij eend of gans het vel onder de vleugels in. Zo
kan het vet weglopen.
■ Snij bij eendenborst de huid in. Keer de eendenborst
niet.
■ Let er bij het keren van gevogelte op dat eerst de
borstzijde resp. de huidzijde onder is.
■ Gevogelte wordt bijzonder knapperig bruin als u het
tegen het einde van de bereidingstijd bestrijkt met
boter, zout water of sinaasappelsap.
Niet gebruikte toebehoren verwijderen uit de
binnenruimte. Zo krijgt u een optimaal bakresultaat en
spaart u tot 20 procent energie.
Gebruikte verwarmingsmethoden:
■ % Boven- en onderwarmte
■ 4 Circulatiegrillen
■ ( Grill, groot
■ , coolStart-functie
GerechtToebehoren/vormenInschuif-
hoogte
Kip
Kip, 1 kgRooster2
Kipfilet, à 150 g (grillen)Rooster4
Kleine kipdelen, à 250 gRooster3
Kipsticks, nuggets, diepvriesBraadslede3
Poularde, 1,5 kgRooster2
Eend & gans
Eend, 2 kgRooster1
Eendenborst, à 300 gRooster3
Gans, 3 kgRooster2
Ganzenbouten, à 350 gRooster2
Kalkoen
Kalkoen, 2,5 kgRooster2
Kalkoenfilet, zonder been, 1 kgGesloten vormen2
Kalkoendij, met been, 1 kgRooster2
* voorverwarmen
Verwarmingsmethode
4
(
4
,
4
4
4
4
4
4
%
4
Temperatuur in °C
Grillst
and
Duur in
min.
200-220 -60-70
-3*15-20
220-230-30-35
---
200-220-70-90
180-200-90-110
230-250-17-20
160-180-120-150
210-230-40-50
180-200-70-90
240-260-80-100
180-200-80-100
Vlees
Uw apparaat biedt talrijke verwarmingsmethoden voor
het bereiden van vlees. In de insteltabellen vindt u
optimale instellingen voor vele gerechten.
Braden en stoven
Bestrijk mager vlees naar wens met vet of leg er
reepjes spek op.
Snij een zwoerd kruisgewijs in. Let er bij het keren van
braadvlees op dat eerst de zwoerd onder is.
Als het braadvlees klaar is, moet het nog 10 minuten in
de uitgeschakelde, gesloten binnenruimte blijven
liggen. Zo kan het vleessap zich beter verdelen. Wikkel
het braadvlees evt. in aluminiumfolie. Bij de opgegeven
bereidingstijd is de aanbevolen rusttijd niet inbegrepen.
35
Page 36
nl Voor u in onze kookstudio uitgetest.
Braden op het rooster
Op het rooster wordt vlees van alle kanten bijzonder
knapperig.
Giet afhankelijk van de grootte en het soort vlees tot
^
liter water in de braadslede. Afdruipend vet en vleessap
wordt opgevangen. Uit dit braadvocht kunt u een saus
bereiden. Bovendien ontstaat zo minder rook en blijft de
binnenruimte schoner.
Schuif de braadslede met het rooster in de aangegeven
inschuifhoogte. Let erop dat het rooster goed op de
braadslede ligt. ~ "Toebehoren" op pagina 10
Braden en stoven in een vorm
Het braden en stoven in een vorm is comfortabeler. U
kunt het braadvlees met de vorm eenvoudiger uit de
binnenruimte nemen en de saus direct in de vorm
bereiden.
Gebruik alleen vormen die geschikt zijn voor de werking
oven. Controleer of de vorm in de binnenruimte past.
Glazen vormen zijn het meest geschikt. Zet hete
vormen van glas op een droge onderzetter. Is de
ondergrond nat of koud, dan kan het glas knappen.
Voeg aan mager vlees een beetje vloeistof toe. In
glazen vormen moet de bodem van de vorm ca. ^ cm
hoog bedekt zijn.
De hoeveelheid vloeistof is afhankelijk van het soort
vlees en het materiaal van de vormen en of u een
deksel gebruikt. Wanneer u vlees in geëmailleerde of
donkere braadvormen klaarmaakt, is er wat meer
vloeistof nodig dan in glazen vormen.
Tijdens het braden verdampt de vloeistof in de vorm.
Voeg zo nodig voorzichtig wat vloeistof toe.
Glanzende braadsledes van edelstaal of aluminium
reflecteren de warmte als een spiegel en zijn daardoor
niet zo geschikt. Het vlees gaart langzamer en wordt
minder bruin. Houd een hogere temperatuur en/of
langere bereidingstijd aan.
Houd u aan de aanwijzingen van de fabrikant van de
braadvorm.
Open vorm
Gebruik voor het braden van vlees het beste een hoge
vorm. Plaats de vorm op het rooster. Wanneer u geen
geschikte vorm heeft, gebruikt u de braadslede.
Gesloten vorm
De binnenruimte blijft bij de bereiding in een gesloten
vorm veel schoner. Let erop dat het deksel voor de pan
past en goed sluit. Plaats de vorm op het rooster.
De afstand tussen het vlees en het deksel moet
minstens 3 cm bedragen. Het vlees kan tijdens het
garen uitzetten.
Bij het openen van het deksel na het garen, kan zeer
hete stoom ontwijken. Til het deksel van achteren op,
zodat de hete stoom van het lichaam af naar buiten
gaat.
Voor het stoven, braadt u het vlees naar wens eerst
aan. Voeg er voor het braadsap water, wijn, azijn of iets
dergelijks aan toe. De bodem van de vorm dient ca 1-2
cm bedekt te zijn.
Tijdens het braden verdampt de vloeistof in de vorm.
Voeg zo nodig voorzichtig wat vloeistof toe.
Vlees kan ook in een gesloten braadslede knapperig
worden. Gebruik hiervoor een braadslede met glazen
deksel en stel een hogere temperatuur in.
Grillen
Laat de deur van het apparaat tijdens het grillen
gesloten. Nooit met een geopende apparaatdeur grillen.
Schuif de braadslede met het rooster in de aangegeven
inschuifhoogte. Afdruipend vet wordt opgevangen. Let
erop dat het rooster goed op de braadslede ligt.
~ "Toebehoren" op pagina 10
Aanwijzing: Schuif de braadslede bij zeer vette
grillstukken niet direct onder het rooster maar op
hoogte 2.
Neem indien mogelijk grillstukken van ongeveer
dezelfde dikte en gewicht. Zo worden ze gelijkmatig
bruin en blijven ze lekker mals. Leg de te grillen stukken
vlees rechtstreeks op het rooster.
Keer de grillstukken met een grilltang. Wanneer u met
een vork in het vlees prikt, verliest het sap en wordt het
droog.
Aanwijzingen
■ Het grillelement wordt steeds weer in- en
uitgeschakeld, dat is normaal. Hoe vaak dit gebeurt,
is afhankelijk van de ingestelde grillstand.
■ Bij het grillen kan rook ontstaan.
Aanbevolen instelwaarden
In de tabel vindt u voor talrijke vleesgerechten de
optimale verwarmingsmethode. Temperatuur en
tijdsduur zijn afhankelijk van de hoeveelheid, kwaliteit
en temperatuur van het levensmiddel. Daarom zijn er
instelbereiken aangegeven. Probeer het eerst met de
lagere waarden. Stel de oven indien nodig de volgende
keer hoger in.
De instelwaarden gelden voor vlees op
koelkasttemperatuur dat in de onverwarmde
binnenruimte wordt geplaatst. Zo kunt u tot 20 procent
energie sparen. De aangegeven bereidingstijden
worden enkele minuten korter wanneer u voorverwarmt.
In de tabel vindt u gegevens voor stukken braadvlees
met voorgesteld gewicht. Wanneer u een zwaar stuk wilt
braden, gebruik dan in elk geval de lage temperatuur.
Bij meerdere stukken oriënteert u zich aan het zwaarste
stuk om de bereidingsduur te bepalen. De afzonderlijke
stukken dienen ongeveer even groot te zijn.
In het algemeen geldt: hoe groter het braadvlees, des
te lager de temperatuur en des te langer de
bereidingstijd.
Braadvlees en grillvlees na ca. ^ tot Z van de
aangegeven tijd keren.
Indien u volgens eigen recept wilt bereiden dan
oriënteert u zich aan soortgelijke gerechten.
Bijkomende informatie vindt u onder "Tips voor braden,
stoven en grillen" na de insteltabel.
Niet gebruikte toebehoren verwijderen uit de
binnenruimte. Zo krijgt u een optimaal bakresultaat en
spaart u tot 20 procent energie.
36
Page 37
Voor u in onze kookstudio uitgetest. nl
Gebruikte verwarmingsmethoden:
■ % Boven- en onderwarmte
GerechtToebehoren/vormenInschuif-
Varkensvlees
Gebraden varkensvlees zonder zwoerd,
bijv. halsstuk, 1,5 kg
Gebraden varkensvlees met zwoerd, bijv.
schouderstuk, 2 kg
Gebraden varkenslende, 1,5 kgOpen vormen2
Varkenshaas, 400 gRooster3
Casselerrib met been, 1 kg (incl. een
beetje toegevoegd water)
Varkenssteaks, 2 cm dikRooster5
Varkensmedaillons, 3 cm dikRooster5
Rundvlees
Runderfilet, medium, 1 kgRooster2
Gestoofd rundvlees, 1,5 kgGesloten vormen2
Rosbief, medium, 1,5 kgRooster2
Steak, 3 cm dik, mediumRooster5
Burger, 3-4 cm hoogRooster4
Open vormen2
Rooster2
Gesloten vormen2
■ 4 Circulatiegrillen
■ ( Grill, groot
hoogte
Verwarmingsmethode
4
4
4
4
4
(
(
4
4
4
(
(
Temperatuur in °C
180-190-110-130
190-200-130-140
220-230-70-80
220-230-20-25
210-230-70-90
-216-20
-3*8-12
210-220-40-50
200-220-130-160
220-230-60-70
-315-20
-325-30
Grillst
and
Duur in
min.
Kalfsvlees
Gebraden kalfsvlees, 1,5 kgOpen vormen2
Kalfsschenkel, 1,5 kgOpen vormen2
Lamsvlees
Lamsbout zonder been, mediumOpen vormen2
Lamszadel met been (pezen losmaken, in
lengterichting van been insnijden, zonder
te keren)
Lamskotelet**Rooster5
Worsten
GrillworstenRooster4
Vleesgerechten
Gebraden gehakt, 1 kgOpen vormen2
* voorverwarmen
** Braadslede op inschuifhoogte 2 eronder plaatsen
Tips voor het braden, stoven en grillen
De binnenruimte wordt erg vuil.Bereid het product in een gesloten braadslede of gebruik het grillrooster. Wanner u het grillrooster gebruikt,
Het braadvlees is te donker en de
korst is op enkele plaatsen verbrand
en/of het braadvlees is te droog.
De korst is te dun.Verhoog de temperatuur of schakel na afloop van de braadtijd de grill even in.
Het braadvlees ziet er goed uit, maar
de jus is aangebrand.
Rooster2
behaalt u een optimaal braadresultaat. U kunt het grillrooster als speciaal toebehoren kopen.
Controleer de inschuifhoogte en de temperatuur. Kies de volgende keer een lagere temperatuur en verkort
evt. de braadtijd.
Neem de volgende keer kleiner braadgerei en voeg evt. meer vloeistof toe.
4
%
4
4
(
(
4
160-170-100-120
200-210-100-120
170-190-50-80
180-190-40-50
-312-16
-310-15
170-180-60-70
37
Page 38
nl Voor u in onze kookstudio uitgetest.
Het braadvlees ziet er goed uit, maar
Neem de volgende keer groter braadgerei en voeg evt. minder vloeistof toe.
de jus is te licht en te waterig.
Bij het stoven brandt het vlees aan.Het deksel moet goed op de braadvorm passen en goed sluiten.
Reduceer de temperatuur en voeg indien gewenst tijdens het stoven nog vloeistof toe.
Het grillproduct wordt te droog.Het vlees pas na het grillen zouten. Zout onttrekt water aan het vlees. Steek tijdens het keren niet in het grill-
product. Gebruik een grilltang.
Vis
Houd u aan de aanwijzingen van de fabrikant van de
braadvorm.
Uw apparaat biedt diverse verwarmingsmethoden voor
het bereiden van vis. In de insteltabellen vindt u
optimale instellingen voor vele gerechten.
Hele vis hoeft niet gekeerd te worden. Plaats de hele vis
in de zwemstand, met de rugvin naar boven, in de
binnenruimte. Een ingesneden aardappel of een kleine
ovenvaste vorm in de buik van de vis zorgt voor
stabiliteit.
U kunt herkennen dat de vis gaar is, wanneer de rugvin
gemakkelijk loslaat.
Braden en grillen op het rooster
Schuif de braadslede met het rooster in de aangegeven
inschuifhoogte. Let erop dat het rooster goed op de
braadslede ligt. ~ "Toebehoren" op pagina 10
Aanwijzing: Schuif de braadslede bij zeer vette
grillstukken niet direct onder het rooster maar op
hoogte 2.
Giet afhankelijk van de grootte en de soort vis tot ^
liter water in de braadslede. Vrijkomende vloeistof wordt
opgevangen. Er ontstaat zo minder rook en de
binnenruimte blijft schoner.
Laat de deur van het apparaat tijdens het grillen
gesloten. Nooit met een geopende apparaatdeur grillen.
Neem indien mogelijk grillstukken van ongeveer
dezelfde dikte en gewicht. Zo worden ze gelijkmatig
bruin en blijven ze lekker mals. Leg de te grillen stukken
vlees rechtstreeks op het rooster.
Keer de grillstukken met een grilltang. Wanneer u met
een vork in de vis prikt, verliest hij sap en wordt hij
droog.
Aanwijzingen
■ Het grillelement wordt steeds weer in- en
uitgeschakeld, dat is normaal. Hoe vaak dit gebeurt,
is afhankelijk van de ingestelde grillstand.
■ Bij het grillen kan rook ontstaan.
Open vorm
Gebruik voor het bereiden van hele vis het beste een
hoge vorm. Plaats de vorm op het rooster. Wanneer u
geen geschikte vorm heeft, gebruikt u de braadslede.
Gesloten vorm
De binnenruimte blijft bij de bereiding in een gesloten
vorm veel schoner. Let erop dat het deksel voor de pan
past en goed sluit. Plaats de vorm op het rooster.
Doe voor het stomen twee tot drie eetlepels vloeistof en
wat citroensap in de vorm.
Bij het openen van het deksel na het garen, kan zeer
hete stoom ontwijken. Til het deksel van achteren op,
zodat de hete stoom van het lichaam af naar buiten
gaat.
Vis kan ook in een gesloten braadslede knapperig
worden. Gebruik hiervoor een braadslede met glazen
deksel en stel een hogere temperatuur in.
Aanbevolen instelwaarden
In de tabel vindt u voor visgerechten de optimale
verwarmingsmethode. Temperatuur en tijdsduur zijn
afhankelijk van de hoeveelheid, kwaliteit en
temperatuur van het levensmiddel. Daarom zijn er
instelbereiken aangegeven. Probeer het eerst met de
lagere waarden. Stel de oven indien nodig de volgende
keer hoger in.
De instelwaarden gelden voor vis op
koelkasttemperatuur die in de onverwarmde
binnenruimte wordt geplaatst. Zo kunt u tot 20 procent
energie sparen. De aangegeven bereidingstijden
worden enkele minuten korter wanneer u voorverwarmt.
In de tabel vindt u gegevens voor vis met voorgesteld
gewicht. Wanneer u een zwaardere vis wilt bereiden,
gebruik dan in elk geval de lage temperatuur. Bij
meerdere vissen oriënteert u zich aan de zwaarste vis
om de bereidingsduur te bepalen. De afzonderlijke
vissen dienen ongeveer even groot te zijn.
In het algemeen geldt: hoe groter een vis, des te lager
Braden en stomen in een vorm
Gebruik alleen vormen die geschikt zijn voor de werking
oven. Controleer of de vorm in de binnenruimte past.
Glazen vormen zijn het meest geschikt. Zet hete
vormen van glas op een droge onderzetter. Is de
ondergrond nat of koud, dan kan het glas knappen.
de temperatuur en des te langer de bereidingstijd.
Vis die niet in de zwemstand is na ca. ^ tot Z van de
aangegeven tijd keren.
Aanwijzing: Gebruik alleen bakpapier dat geschikt is
voor de gekozen temperatuur. Knip het bakpapier altijd
zodanig af dat het goed past.
Glanzende braadsledes van edelstaal of aluminium
reflecteren de warmte als een spiegel en zijn daardoor
niet zo geschikt. De vis gaart langzamer en wordt
minder bruin. Houd een hogere temperatuur en/of
Niet gebruikte toebehoren verwijderen uit de
binnenruimte. Zo krijgt u een optimaal bakresultaat en
spaart u tot 20 procent energie.
langere bereidingstijd aan.
38
Page 39
Voor u in onze kookstudio uitgetest. nl
Gebruikte verwarmingsmethoden:
■ % Boven- en onderwarmte
■ 4 Circulatiegrillen
■ ( Grill, groot
GerechtToebehoren/vormenInschuif-
hoogte
Vis
Vis, gegrild, heel 300 g, bijv. forelRooster2
Vis, gegrild, heel 1,5 kg, bijv. zalmRooster2
Visfilets
Visfilet, ongepaneerd, gegrildRooster4
Viskoteletten
Viskotelet, 3 cm dik**Rooster4
Vis, diepvries
Visfilet, ongepaneerdGesloten vormen2
Visfilet, gegratineerdRooster2
Vissticks (tussentijds keren)Braadslede3
* voorverwarmen
** Braadslede op inschuifhoogte 2 eronder plaatsen
Verwarmingsmethode
4
4
(
(
%
4
%
Temperatuur in °C
Grillst
and
Duur in
min.
170-190-20-30
170-190-30-40
-1*15-25
-310-20
210-230-20-30
200-220-45-60
200-220-20-30
Groente en bijgerechten
Hier vindt u gegevens voor het bereiden van gegrilde
groente, aardappels en diepvries-aardappelproducten.
Niet gebruikte toebehoren verwijderen uit de
binnenruimte. Zo krijgt u een optimaal kookresultaat en
spaart u energie.
Inschuifhoogtes
Gebruik de aangegeven inschuifhoogtes.
Bereiden op één niveau
Volg de opgaven in de tabel op.
Bereiden op twee niveaus
Gebruik 4Dhetelucht. Bakplaten die gelijktijdig in de
oven worden geplaatst, hoeven niet op hetzelfde
moment klaar te zijn.
■ Braadslede: hoogte 3
■ Bakplaat: hoogte 1
Toebehoren
Let erop dat u altijd geschikte toebehoren gebruikt en
dit er goed om inschuift.
Rooster
Het rooster met de open kant naar de deur van de
binnenruimte en met de welving naar beneden
inschuiven.
Braadslede of braadpan
De braadslede of de bakplaat er voorzichtig tot de
aanslag inschuiven, met de afgeschuinde kant naar de
deur van het apparaat.
Bakpapier
Gebruik alleen bakpapier dat geschikt is voor de
gekozen temperatuur. Knip het bakpapier altijd zodanig
af dat het goed past.
Aanbevolen instelwaarden
In de tabel vindt u voor diverse gerechten de optimale
verwarmingsmethode. Temperatuur en tijdsduur zijn
afhankelijk van de hoeveelheid, de vorm en de kwaliteit
van de levensmiddelen. Daarom zijn er instelbereiken
aangegeven. Probeer het eerst met de lagere waarden.
Bij een lage temperatuur wordt het gerecht
gelijkmatiger bruin. Stel de oven indien nodig de
volgende keer hoger in.
De instelwaarden gelden voor producten die in de
onverwarmde binnenruimte worden geplaatst. De
aangegeven tijden worden enkele minuten korter
wanneer u voorverwarmt.
Indien u volgens eigen recept wilt bereiden dan
oriënteert u zich aan soortgelijke gerechten in de tabel.
39
Page 40
nl Voor u in onze kookstudio uitgetest.
Gebruikte verwarmingsmethoden:
■ : 4D-hetelucht
■ ( Grill, groot
■ , coolStart-functie
GerechtToebehorenInschuif-
hoogte
Groentegerechten
Gegrilde groenteBraadslede5
Aardappels
Gebakken aardappels, gehalveerdBraadslede3
Aardappelproducten, diepvries
Aardappel-rösti*Braadslede3
Kartoffeltaschen, gevuld*Braadslede3
Kroketten*Braadslede3
Frites*Braadslede3
Frites, 2 niveausBakplaat + braadslede1+3
* Houd u aan de instructies op de verpakking
Yoghurt
2. Hier 150g yoghurt (koelkasttemperatuur) door
roeren.
Met uw apparaat kunt u ook zelf yoghurt maken.
Yoghurt maken
Neem de rekjes en toebehoren uit de binnenruimte. De
binnenruimte moet leeg zijn.
1. 1 Liter melk (3,5 % vet) op de kookplaat op 90 °C
3. Hiermee koppen of kleine potjes vullen en afdekken
met vershoudfolie.
4. De koppen of potjes vervolgens op de bodem van
de binnenruimte zetten en bereiden zoals
aangegeven.
5. Na de bereiding de yoghurt in de koelkast laten
afkoelen.
verwarmen en tot 40 °C afkoelen.
Bij houdbare melk is het verwarmen op 40 °C
voldoende.
Gebruikte verwarmingsmethode:
■ : 4D-hetelucht
Verwarmingsmethode
(
:
,
,
,
,
:
Temperatuur in °C
Grillst
and
Duur in
min.
-310-15
160-180-45-60
---
---
---
---
190-210-30-40
GerechtToebehorenInschuifhoogteVerwar-
mingsmethode
YoghurtPortievormenBodem binnen-
:
ruimte
Energie sparen met de ecoverwarmingsmethoden
Met de energie-efficiënte verwarmingsmethoden hete
lucht eco en boven- en onderwarmte kunt u bij het
garen van gerechten energie sparen.
Plaats de gerechten in de onverwarmde, lege
binnenruimte. Alleen dan werkt de energieoptimalisatie.
Houd de deur van het apparaat tijdens het garen
gesloten.
Niet gebruikte toebehoren verwijderen uit de
binnenruimte. Zo krijgt u een optimaal kookresultaat en
spaart u energie.
Gebruik alleen originele toebehoren van uw apparaat.
Dit is optimaal op de binnenruimte en de functies
afgestemd.
Toebehoren
Let erop dat u altijd geschikte toebehoren gebruikt en
dit er goed om inschuift.
Rooster
Het rooster met de open kant naar de deur van de
binnenruimte en met de welving naar beneden
inschuiven.
Braadslede of braadpan
De braadslede of de bakplaat er voorzichtig tot de
aanslag inschuiven, met de afgeschuinde kant naar de
deur van het apparaat.
Bakvormen en vormen
Het meest geschikt zijn donkere metalen bakvormen.
Hierdoor kunt u tot 35 procent energie sparen.
Vormen van edelstaal of aluminium reflecteren de
warmte als een spiegel. Niet-reflecterende vormen van
email, hittebestendig glas of gecoat, drukgegoten
aluminium is beter geschikt.
Temperatuur in °C
Tijdsduur
in uren
40-457-8
40
Page 41
Voor u in onze kookstudio uitgetest. nl
Lichte vormen, keramische vormen of vormen van glas
verlengen de baktijd en het gebak bruint niet
gelijkmatig.
Bakpapier
Gebruik alleen bakpapier dat geschikt is voor de
gekozen temperatuur. Knip het bakpapier altijd zodanig
af dat het goed past.
Aanbevolen instelwaarden
Hier vindt u gegevens voor verschillende gerechten.
Temperatuur en tijdsduur zijn afhankelijk van de
hoeveelheid en de kwaliteit van het deeg. Daarom zijn
GerechtToebehoren/vormenInschuif-
Gebak in vormen
Cake in de vormKrans/rechthoekige vorm2
Taartbodem van roerdeegTaartbodemvorm2
Biscuitbodem, 2 eieren Taartbodemvorm2
Biscuittaart, 3 eierenSpringvorm Ø 26 cm2
Biscuittaart, 6 eierenSpringvorm Ø 28 cm2
Gistdeegtulband Tulbandvorm2
er instelbereiken aangegeven. Probeer het eerst met de
lagere waarden. Bij een lage temperatuur wordt het
gerecht gelijkmatiger bruin. Stel de oven indien nodig
de volgende keer hoger in.
Aanwijzing: De baktijden kunnen niet door hogere
temperaturen worden ingekort. Gebak of klein gebak
zou dan alleen van buiten gaar, maar van binnen niet
goed doorgebakken zijn.
Gebruikte verwarmingsmethoden:
■ ‘ Hetelucht eco
■ + Boven- en onderwarmte eco
hoogte
Verwarmingsmethode
‘
‘
‘
‘
‘
+
Temperatuur in °C
140-16060-80
150-17020-30
150-17020-30
160-17025-40
150-16050-60
150-17050-70
Duur in
min.
Gebak op de plaat
Cake met droge bedekking Bakplaat3
Zandtaartdeeggebak met droge bedekking Bakplaat3
Biscuitrol Bakplaat3
Broodvlecht, gistdeegkrans Bakplaat3
Gistdeeggebak met droge bedekking Bakplaat3
Klein gebak
Muffins Muffinplaat2
Small cakes Bakplaat3
Small cakes, 2 niveausBakplaat + braadslede1+3
Bladerdeeggebak Bakplaat3
Soezendeeggebak Bakplaat3
Koekjes Bakplaat3
Sprits Bakplaat3
Klein gistdeeggebakBakplaat3
Brood & broodjes
Gemengd brood, 1,5 kgLangwerpige bakvorm2
Plat rond brood Braadslede3
Broodjes, zoet, vers Bakplaat3
Broodjes, vers Bakplaat3
‘
‘
‘
+
+
‘
‘
‘
‘
‘
‘
‘
+
+
+
+
+
150-17025-40
170-18025-35
180-19015-20
160-17025-35
160-18015-20
160-18015-25
150-16025-35
150-16030-40
170-19020-35
200-22035-45
140-16015-30
140-15025-35
160-18025-35
200-21035-45
250-27515-20
170-19015-20
180-20020-30
Vlees
Gebraden varkensvlees zonder zwoerd, bijv.
halsstuk, 1,5 kg
brood of fijne bakwaren (koekjes, taaitaai, speculaas).
Verwarmingsmethode
+
+
+
Temperatuur in °C
190-21025-35
190-21045-55
190-21015-25
Duur in
min.
Langzaam garen
Langzaam garen is garen bij lage temperatuur. Het
wordt daarom ook garen bij lage temperatuur
genoemd.
Het langzaam garen is ideaal voor alle fijne stukken
vlees (bijv. malse delen van het rund, kalf, varken, lam
en gevogelte), die rosé of à point (medium) gegaard
moeten worden. Het vlees blijft zeer sappig, mals en
zacht.
U heeft veel speelruimte bij de menuplanning, want
langzaam gegaard vlees kan probleemloos worden
warmgehouden. Tijdens het garen hoeft u het vlees niet
te keren. Houd de deur van het apparaat gesloten om
een gelijkmatig bereidingsklimaat te krijgen.
Gebruik uitsluitend vers en hygiënisch perfect vlees
zonder bot. Verwijder pezen en vetranden zorgvuldig.
Vet ontwikkelt bij het langzaam garen een sterke eigen
smaak. U kunt ook gekruid of gemarineerd vlees
gebruiken. Gebruik geen ontdooid vlees.
Het vlees kan direct na het langzaam garen in stukken
worden gesneden. Het hoeft niet te rusten. Door de
speciale bereidingsmethode ziet het vlees er rosé uit
maar het is niet rauw of niet gaar genoeg.
Aanwijzing: Een starttijdvoorkeuze met eindtijd is bij de
verwarmingsmethode langzaam garen niet mogelijk.
Vormen
Gebruik een vlakke vorm, bijv. een serveerplaat van
porselein of glas. Plaats de vorm voor het
voorverwarmen ook in de binnenruimte.
Plaats de open vorm altijd op hoogte 2 op het rooster.
Bijkomende informatie vindt u onder "Tips voor
langzaam garen", na de insteltabel.
Uw apparaat beschikt over de verwarmingsmethode
langzaam garen. Start de werking alleen wanneer de
binnenruimte geheel is afgekoeld. Laat de binnenruimte
met de vorm ca. 15 minuten goed doorwarmen.
Braad het vlees op de kookplaat even zeer heet en lang
genoeg aan alle kanten, ook de uiteinden. Doe het
onmiddellijk in de voorverwarmde vorm. De vorm met
het vlees weer in de binnenruimte plaatsen en
langzaam garen.
Aanbevolen instelwaarden
De temperatuur en de tijdsduur voor langzaam garen
zijn afhankelijk van de grootte, dikte en kwaliteit van het
vlees. Daarom zijn er instelbereiken aangegeven.
42
Page 43
Voor u in onze kookstudio uitgetest. nl
Gebruikte verwarmingsmethode:
GerechtVormenInschuif-
Gevogelte
Eendenborst, 400 gOpen vormen2
Kipfilet, à 200 gOpen vormen2
Kalkoenfilet, zonder been, 1 kgOpen vormen2
Varkensvlees
Gebraden varkenslende, 5-6 cm dik,
1,5 kg
Varkenshaas, heelOpen vormen2
Varkensmedaillons, 4 cm dikOpen vormen2
Rundvlees
Gebraden rundvlees (heupstuk) 67 cm dik, 1,5 kg
Runderfilet, heel, 1 kgOpen vormen2
Rosbief, 5-6 cm dikOpen vormen2
Rundermedaillons/rumpsteak, 4 cm
dik
Open vormen2
Open vormen2
Open vormen2
■ . Langzaam garen
hoogte
Verwarmingsmethode
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
Aanbraadduur in min.
6-880*60-120
5-790*60-90
8-1090*150-210
8-1080*180-210
6-880*60-120
5-780*90-120
8-1080*180-240
4-680*180-240
6-880*210-270
5-780*30-60
Temperatuur in °C
Duur in
min.
Kalfsvlees
Gebraden kalfsvlees, 4-5 cm dik,
1,5 kg
Gebraden kalfsvlees, 10-15 cm dik,
1,5 kg
Kalfsfilet, heel, 800 gOpen vormen2
Kalfsmedaillons, 4 cm dikOpen vormen2
Lamsvlees
Lamszadels, zonder been, à 200 gOpen vormen2
Lamsbout zonder been, medium, 1 kg
ingebonden
* voorverwarmen
Tips voor het langzaam garen
Eendenborst langzaam garen.Leg de eendenborst koud in de pan en braad eerst de huidzijde aan. Na het langzaam garen gedurende 3 tot
Het langzaam gegaarde vlees is niet
zo heet als vlees dat op de gebruikelijke manier is gebraden.
Drogen
Met 4D-hetelucht kunt u uitstekend drogen. Bij deze
soort conservering worden aromastoffen door het
onttrekken van water geconcentreerd.
Gebruik uitsluitend fruit, groente en kruiden zonder
gebreken en was deze grondig. Bedek de braadslede
en het rooster met bak- of perkamentpapier. Laat de
vruchten goed afdruipen en maak ze droog.
Snij ze eventueel in even grote stukken of dunnen
plakjes. Leg ongeschild fruit op de schaal met de
Open vormen2
Open vormen2
.
.
.
.
.
Open vormen2
5 minuten knapperig grillen.
Om ervoor te zorgen dat het gebraden vlees niet te snel afkoelt, kunt u de borden van te voren opwarmen en
de sauzen zeer heet opdienen.
snijvlakken naar boven. Let erop dat zowel fruit als
paddenstoelen niet op elkaar liggen.
Rasp de groente en blancheer het vervolgens. Laat de
geblancheerde groente afdruipen en verdeel het
gelijkmatig over het rooster.
Droog kruiden met de steel. Leg de kruiden gelijkmatig
in kleine hoopjes op het rooster.
Gebruik de volgende inschuifhoogtes voor het drogen:
■ 1 rooster: hoogte 3
■ 2 roosters: hoogte 3+1
.
8-1080*180-240
8-1080*210-240
5-780*120-150
5-780*30-45
5-780*120-180
6-880*150-210
43
Page 44
nl Voor u in onze kookstudio uitgetest.
Fruit en groente met veel vocht enkele malen keren. Het
gedroogde gerecht direct na het drogen losmaken van
het papier.
Aanbevolen instelwaarden
In de tabel vindt u de instellingen voor het drogen van
verschillende levensmiddelen. Temperatuur en tijdsduur
zijn afhankelijk van de soort, vochtigheid, rijpheid en
dikte van de te drogen levensmiddelen. Hoe langer u
de te drogen levensmiddelen laat drogen, des te beter
Fruit, groente en kruidenToebehorenVerwar-
Pitvruchten (appelringen, 3 mm dik, per rooster 200 g)1-2 roosters
Wanneer de levensmiddelen niet goed zijn ingekookt,
kunnen de inmaakpotten barsten. Volg de aanwijzingen
voor het inkoken.
Potten
Gebruik uitsluitend schone en onbeschadigde
weckflessen. Gebruik uitsluitend hittebestendige,
schone en onbeschadigde rubber afdichtringen.
Klemmen en veren van tevoren controleren.
Gebruik bij een inmaakproces alleen weckflessen van
gelijke grootte en met dezelfde levensmiddelen. In de
binnenruimte kunt u de inhoud van maximaal zes
weckflessen met ^, 1 of 1^ liter tegelijkertijd inmaken.
Gebruik geen grotere of hogere potten. De deksels
zouden kunnen springen.
De weckflessen mogen tijdens het inkoken in de
binnenruimte niet met elkaar in contact komen.
Fruit en groente voorbereiden
Gebruik uitsluitend fruit en groente zonder gebreken.
Was het grondig.
Fruit resp. groente afhankelijk van de soort, schillen,
pitten verwijderen en kleinmaken en in weckflessen tot
ca. 2 cm onder de rand vullen.
Fruit
De vruchten in de weckflessen met hete, afgeschuimde
suikeroplossing vullen (ca. 400 ml voor 1-literfles). Op
één liter water:
■ ca. 250 g suiker bij zoet fruit
■ ca. 500 g suiker bij zuur fruit
zijn ze geconserveerd. Hoe dunner men snijdt, des te
sneller is het einde van de droogtijd bereikt en des te
aromatischer blijft het gedroogde levensmiddel.
Daarom zijn er instelbereiken aangegeven.
Indien u nog meer levensmiddelen wilt drogen, dan
oriënteert u zich aan soortgelijke levensmiddelen in de
tabel.
Gebruikte verwarmingsmethode:
■ : 4D-hetelucht
mingsmethode
:
:
:
:
:
De glazen randen schoonmaken. Leg op elke pot een
natte rubberen ring en een deksel. Sluit de potten af
met klemmen. Plaats de glazen potten zó in de
braadslede dat ze elkaar niet raken. 500 ml heet water
(ca. 80 °C) in de braadslede gieten. Instellen zoals
aangegeven in de tabel.
Inmaken beëindigen
Fruit
Na enige tijd stijgen er met korte tussenpozen belletjes
op. Apparaat uitschakelen, zodra alle weckflessen
belletjes vormen. Haal de weckflessen na de
aangegeven nawarmtijd uit de binnenruimte.
Groente
Na enige tijd stijgen er met korte tussenpozen belletjes
op. Zodra alle weckflessen borrelen, de temperatuur op
120 °C reduceren en de flessen zoals aangegeven in
de tabel in de gesloten binnenruimte verder laten
borrelen. Schakel na afloop van deze tijd het apparaat
uit en maak zoals in de tabel aangegeven nog enkele
minuten gebruik van de nawarmte.
Haal de flessen na het inmaken uit de binnenruimte en
plaats ze op een schone doek. Zet de hete potten niet
op een koude of natte ondergrond, ze zouden anders
kunnen knappen. Dek de weckflessen af om ze tegen
tocht te beschermen. Klemmen pas verwijderen
wanneer de glazen koud zijn.
Aanbevolen instelwaarden
De aangegeven tijden in de insteltabel zijn richtwaarden
voor het inmaken van fruit en groente. Deze kunnen
worden beïnvloed door de omgevingstemperatuur, het
aantal potten, de hoeveelheid, de temperatuur en de
kwaliteit van de inhoud. De gegeven hebben betrekking
op ronde potten van1 liter. Controleer voor u om- of
uitschakelt of de potten werkelijk borrelen. Het borrelen
begint na ca. 30-60 minuten.
Temperatuur in °C
805-9
808-10
805-8
606-9
602-6
Tijdsduur
in uren
Groente
De groente in de weckflessen vullen met heet,
afgekookt water.
U kunt in het apparaat gistdeeg duidelijk sneller laten
rijzen dan bij kamertemperatuur. Gebruik de
verwarmingsmethode boven- en onderwarmte. Start de
werking alleen wanneer de binnenruimte geheel is
afgekoeld.
Laat gistdeeg altijd twee maal rijzen. Let op de
gegevens in de insteltabellen voor het 1e en 2e rijzen
(gaarheid van het deeg en afzonderlijke gaarheid).
Gaarheid van deeg
Instellen zoals aangegeven in de tabel. en het apparaat
verwarmen. Zet de deegkom op het rooster.
Open tijdens het gisten de apparaatdeur niet omdat er
anders vochtigheid ontwijkt. Het deeg afdekken.
■ : 4D-hetelucht
hoogte
Afzonderlijke gaarheid
Plaats het gebak op de inschuifhoogte die in de tabel is
aangegeven.
Wanner u wilt voorverwarmen vindt de afzonderlijke
gaarheid buiten het apparaat op een warme plek plaats.
Aanbevolen instelwaarden
Temperatuur en duur van het gisten zijn afhankelijk van
de soort en hoeveelheid van de ingrediënten. Daarom
zijn de opgaven in de insteltabel richtwaarden.
Gebruikte verwarmingsmethode:
■ % Boven- en onderwarmte
Verwarmingsmethode
:
:
:
:
Temperatuur in °C
160-170tot aan het borrelen:30-40
120vanaf het borrelen: 30-40
-Nawarmen: 30
160-170tot aan het borrelen: 30-40
-Nawarmen: 30
160-170tot aan het borrelen:30-40
-Nawarmen:35
160-170tot aan het borrelen:30-40
-Nawarmen: 25
Duur in min.
GerechtToebehoren/vormenInschuif-
hoogte
Gistdeeg, lichtKom2
Bakplaat2
Gistdeeg, zwaar en vetrijkKom2
Bakplaat2
Ontdooien
Voor het ontdooien van diepvries fruit, groente en
gebak gebruikt u de verwarmingsmethode
4D-hetelucht. Gevogelte, vlees en vis het beste in de
koelkast ontdooien.
Gebruik de volgende inschuifhoogtes voor het
ontdooien:
■ 1 rooster: hoogte 2
■ 2 roosters: hoogte 3+1
Aanbevolen instelwaarden
De tijdgegevens in de tabel zijn richtwaarden. Ze zijn
afhankelijk van de kwaliteit, vriestemperatuur (- 18 °C)
en de aard van de levensmiddelen. Er zijn tijdintervallen
aangegeven. Stel eerst de kortste tijd in en verleng
deze zo nodig.
Tip: Vlak bevroren of geportioneerde stukken
ontdooien sneller dan wanneer zij als blok werden
bevroren.
Diepvrieslevensmiddelen uit de verpakking halen en in
een geschikte vorm op het rooster plaatsen.
De gerechten tussentijds een tot twee keer omroeren of
keren. Grote stukken moet u herhaaldelijk keren. Indien
nodig de gerechten tussendoor uit elkaar halen of al
ontdooide stukken uit de binnenruimte nemen.
Verwarmingsmethode
%
%
%
%
StapTempera-
tuur in °C
Gaarheid van
deeg
Afzonderlijke
gaarheid
Gaarheid van
deeg
Afzonderlijke
gaarheid
35-4025-30
35-4010-20
35-4020-40
35-4015-25
Duur in
min.
45
Page 46
nl Voor u in onze kookstudio uitgetest.
Laat de ontdooide gerechten nog 10 tot 30 minuten in
het uitgeschakelde apparaat rusten, zodat de
Gebruikte verwarmingsmethode:
■ : 4D-hetelucht
temperatuur zich aanpast.
GerechtToebehorenInschuif-
hoogte
Brood, broodjes
Brood & broodjes algemeenBakplaat2
Gebak
Gebak, vochtigBakplaat2
Gebak, droogBakplaat2
Warmhouden
U kunt gegaarde gerechten met de
■ Bakplaat: hoogte 5
■ Braadslede: hoogte 3
■ Bakplaat: hoogte 1
verwarmingsmethode boven- en onderwarmte warm
houden. Zo voorkomt u condensvorming en hoeft u de
binnenruimte niet af te nemen.
Houd de gegaarde gerechten nooit langer dan twee uur
warm. Let erop dat sommige gerechten tijdens het
warm houden verder garen. Dek de gerechten evt. af.
Bedekte appeltaart
Bedekte appeltaart op een niveau: donkere
springvormen diagonaal naast elkaar plaatsen.
Bedekte appeltaart op twee niveaus: donkere
springvormen diagonaal boven elkaar plaatsen.
Gebak in springvormen van blank metaal: met boven-
Testg erechten
Deze tabellen zijn gemaakt voor onderzoeksinstituten
om het controleren en testen van het apparaat te
vergemakkelijken.
Volgens EN 60350-1:2013 resp. IEC 60350-1:2011.
en onderwarmte op één niveau bakken. Gebruik de
braadslede in plaats van het rooster en plaats hier de
springvorm in.
Waterbiscuit
Waterbiscuit op twee niveaus: donkere springvormen
diagonaal boven elkaar op de roosters plaatsen.
Verwarmingsmethode
:
:
:
Temperatuur in °C
Duur in
min.
5040-70
5070-90
6060-75
Bakken
Bakplaten of vormen die gelijktijdig in de oven worden
geplaatst, hoeven niet op hetzelfde moment klaar te
zijn.
Inschuifhoogtes bij het bakken op twee niveaus:
■ Braadslede: hoogte 3
Bakplaat: hoogte 1
■ Vormen op het rooster
eerste rooster: hoogte 3
tweede rooster: hoogte 1
Inschuifhoogtes bij het bakken op drie niveaus
Aanwijzingen
■ De instelwaarden gelden voor producten die in de
onverwarmde binnenruimte worden geplaatst.
■ Neem de aanwijzingen voor het voorverwarmen in
de tabellen in acht. De instelwaarden gelden zonder
snel voorverwarmen.
■ Gebruik bij het bakken eerst de laagste opgegeven