Sharp AR-FX11 User Manual [nl]

AR-FX11
FAX UITBREIDINGSSET
VERKORTE GEBRUIKSAANWIJZING
Voor meer informatie
zie Engelse gebruiksaanwijzing
FAX-interfacekabel en telefoonkabel:
This equipment complies with the requirements of Directive 1999/5/EC. Dieses Gerät entspricht den Anforderungen der EU-Richtlinie 1999/5/EG. Cet appareil est conforme aux exigences de la directive 1999/5/CE. Este aparato satisface las exigencias de las Directiva 1999/5/CE. Quest'apparecchio è conforme ai requisiti delle direttiva 1999/5/CE. Dit apparaat voldoet aan de eisen van de richtlijn 1999/5/EG. Este equipamento obedece às exigências da directiva 1999/5/CE. Denna utrustning uppfyller kraven enligt direktiv 1999/5/EC. Dette udstyr overholder kravene i direktiv 1999/5/EF. Dette produktet oppfyller kravene i direktiv 1999/5/EC. Tämä laite täyttää direktiivi 1999/5/EY.
 enopkirl       1999/5/EE  
   .
Bu cihaz Avrupa Parlamentosu ve Konseyi Direktifi 1999/5/EC 'nin gerekliliklerine uygundur. Toto zarízení je v souladu s pozadavky smernice rady 1999/5/EC. Seade vastab direktiivi 1999/5/EÜ nõuetele. Ez a berendezés megfelel az 1999/5/EK Irányelvnek. Ši ierice atbilst tehniskam prasibam pec 1999/5/EC direktivas. Šis prietaisas atitinka direktyvos 1999/5/EC reikalavimus. To urzadzenie spelnia wymagania dyrektywy 1999/5/EC. Tento prístroj je v súlade s poziadavkami smernice rady 1999/5/EC. Ta oprema je v skladu z zahtevami Direktive 1999/5/EC.
Opmerking voor gebruikers in Europa
Dit apparaat werkt op het Nederlands analoge openbaar geschakeld telefoonnet. Deze apparatuur is getest conform de Europese TS103 021 regelgeving. Het functioneert op alle analoge telefoonnetwerken die voldoen aan de TS103 021 norm. Neem contact op met uw dealer of netwerkbeheerder als u niet zeker weet of uw netwerk voldoet aan de TS103 021 norm.
WAARSCHUWING:
Dit is een klasse A product. In een woonomgeving kan dit product radiostoringen veroorzaken. In dit geval moet de gebruiker eventueel passende maatregelen treffen.
INLEIDING
Dank u voor de aankoop van dit product. De referentiegids bevat uitsluitend korte beschrijvingen van de faxfuncties van het product. Lees de "Gebruiksaanwijzing (algemene informatie en werking van kopieerder)" voor veiligheidsinstructies en algemene informatie over het gebruik van de machine, inclusief laden van papier, verwijderen van vastgelopen papier en het gebruik van randapparatuur. Raadpleeg de volgende handleidingen wanneer dit van toepassing is:
Kopieerfuncties: Zie de “Gebruiksaanwijzing (algemene informatie en werking van kopieerder)”. Printerfunctie: Zie de “Gebruiksaanwijzing (voor de printer en scanner)”. Netwerkscannerfunctie
geïnstalleerd is). De uitleg in deze referentiegids gaat ervan uit dat bepaalde optionele randapparaten geïnstalleerd zijn.
Let erop dat alle pagina’s vanaf pagina 40 verwijzen naar de Engelse Gebruiksaanwijzing die meegeleverd wordt bij deze referentiegids.
Deze referentiegids verwijst naar de zelfomkerende eenmalig doorvoerende origineelinvoer als "RSPF" en naar de eenmalig doorvoerende origineelinvoer als "SPF". Tenzij het specifiek vermeld staat wordt zowel naar de RSPF als naar de SPF eenvoudig verwezen als “SPF”.
: Zie de “Gebruiksaanwijzing (voor netwerkscanner)” (indien de netwerkscanneroptie
EEN EXTRA TELEFOON AANSLUITEN
U kunt een telefoon met de machine verbinden en deze als extratelefoon gebruiken om gesprekken te voeren en te ontvangen zoals een normale telefoon. Faxontvangst kan ook geactiveerd worden van een extra telefoon die met de machine verbonden is. (bediening op afstand)
Opmerkingen
• Als u een gecombineerd telefoon/antwoordapparaat met de machine verbindt, kunt u het antwoordapparaat niet gebruiken.
• U kunt zelfs tijdens stroomonderbrekingen van de telefoon gebruik maken
EEN EXTRA TELEFOON AANSLUITEN
Steek het uiteinde van het
1
verlengsnoer in de plug voor de extra telefoon aan de linkerkant van de machine.
Plug voor extra telefoon
Als u een “klik” hoort zit het snoer goed vast.
Steek het uiteinde van het
1
verlengsnoer in de adapter.
Wandcontactdoos
Adapter
TEL bus
Let op of u een kliktoon hoort, waardoor wordt aangegeven dat het snoer stevig is aangesloten.
1
INHOUD
INLEIDING ................................................................................................................................................. 1
EEN EXTRA TELEFOON AANSLUITEN .................................................................................................. 1
DIT PRODUCT OP JUISTE WIJZE ALS FAX GEBRUIKEN .................................................................... 3
1
PUNTEN DIE GECONTROLEERD EN GEPROGRAMMEERD
MOETEN WORDEN NA DE INSTALLATIE................................. 4
ONDERDEELBENAMINGEN EN FUNCTIES ... 5
BEDIENINGSPANEEL......................................5
FAXMODUS (BASISSCHERM) ........................7
ACCOUNTREGELING......................................9
ORIGINELEN ..................................................... 8
HET ORIGINEEL PLAATSEN ........................... 9
HET GEBRUIK VAN DE SPF ...........................9
DE ORIGINEELPLAAT GEBRUIKEN...............9
HET FORMAAT VAN EEN GEPLAATST
ORIGINEEL CONTROLEREN ......................... 10
RESOLUTIE- EN BELICHTINGINSTELLINGEN
SELECTEREN ................................................. 11
HANDIGE KIESMETHODEN (AUTOMATISCH
KIEZEN) ........................................................... 12
2
FAXBERICHT VERZENDEN ........................... 13
FAXBERICHT VERZENDEN VIA VERKORT
EEN TWEEZIJDIG ORIGINEEL FAXEN ........17
ANNULEREN VAN FAXVERZENDING..........19
FAXBERICHTEN ONTVANGEN ..................... 20
FAXBERICHT ONTVANGEN .........................20
3
VOORDAT U DE FAXFUNCTIES GAAT GEBRUIKEN
ORIGINELEN DIE GEFAXT KUNNEN WORDEN .............. 8
BASISHANDELINGEN
BASISPROCEDURE VOOR FAXBERICHTEN VERZENDEN VERZENDEN VIA AUTOMATISCH KIEZEN (SNEL
KIEZEN EN GROEPSNUMMER KIEZEN)...................15
NUMMER KIEZEN..........................................15
ZOEKEN NAAR EEN GEPROGRAMMEERDE BESTEMMING (MET DE [ADRES] TOETS)
GEAVANCEERDE VERZENDMETHODEN
....13
..........16
4
COMMUNICATIE TUSSEN MACHINES DIE
F-CODES ONDERSTEUNEN .......................... 26
EEN BOX VOOR F-CODE VERZENDING
F-CODE VERTROUWELIJKE VERZENDING 28
F-CODE VERZENDING (F-CODE
5
EEN EXTRA TELEFOON AANSLUITEN ........ 29
EEN EXTRA TELEFOON GEBRUIKEN........ 29
6
PRINTLIJSTEN VAN GEPROGRAMMERDE INFORMATIE, INSTELLINGEN EN
COMMUNICATIEACTIVITEIT ......................... 30
KARAKTERS INVOEREN ............................... 31
7
INFORMATIE VERSCHIJNT IN DE TYP/NOOT
KOLOM ............................................................ 32
WANNEER ER EEN ALARM AFGAAT EN EEN WAARSCHUWINGSMELDING VERSCHIJNT 34
ZELFDIAGNOSEFUNCTIE............................ 35
PROBLEMEN EN OPLOSSINGEN ................. 36
VERZENDING MET F-CODES
BOXEN EN SUBADRESSEN/WACHTWOORDEN DIE VEREIST ZIJN VOOR F-CODE VERZENDING
CREËREN ..................................................... 27
VERTROUWELIJKE VERZENDING) ............ 28
HANDIGE GEBRUIKSMETHODEN
PROGRAMMEREN
LETTERS DIE KUNNEN WORDEN INGEVOERD............31
OVERSCHAKELEN NAAR DE INVOERMODUS ..............31
PROBLEEMOPLOSSING
MELDINGEN TIJDENS NORMALE FUNCTIONERING
........... 26
.35
HETZELFDE DOCUMENT IN EEN HANDELING NAAR MEERDERE BESTEMMINGEN ZENDEN (DISTRIBUTIEVERZENDING)
DISTRIBUTIEVERZENDING GEBRUIKEN....22
VERZENDING EN ONTVANGST MET DE POLLING FUNCTIE DOORSTUREN VAN ONTVANGEN FAXEN NAAR EEN ANDERE MACHINE WANNEER AFDRUKKEN NIET
MOGELIJK IS (DOORSTUURFUNCTIE).......................24
DE DOORSTUURFUNCTIE GEBRUIKEN .....24
........................................ 23
............................ 21
2
8
KEY-OPERATORPROGRAMMA’S ............... 38
9
TECHNISCHE SPECIFICATIES...................... 39
KEY-OPERATORPROGRAMMA’S
BIJLAGE
DIT PRODUCT OP JUISTE WIJZE ALS FAX GEBRUIKEN
Er zijn een aantal punten waarop u moet letten wanneer u dit product als fax gebruikt. Let op het volgende.
Lijnverbinding
Gebruik alleen de meegeleverde telefoonkabel om het toestel op de wandcontactdoos aan te sluiten. Steek het ene einde van het telefoonsnoer in de telefoonplug aan de linkerkant van de machine, zoals aangegeven. Steek het andere eind van het telefoonsnoer in de contactdoos. Indien noodzakelijk gebruikt de adapter.
LINE aansluiting
Wandcontactdoos
Adapter
Steek de stekker er stevig in tot u een "klik" hoort.
LINE aansluiting
Steek de stekker er stevig in tot u een "klik" hoort.
Hoofdschakelaar
Laat de stroomschakelaar van de machine altijd aanstaan. Zet de stroomschakelaar niet uit. Als de stroom uit staat, kan de fax niet gebruikt worden. Als de stroom uit staat, kan de machine geen faxen ontvangen. Let erop dat de machine niet in werking is, wanneer u de stroom afzet. Wanneer de stroom uitgeschakeld wordt, terwijl de machine in werking is, kan er papier vastlopen. Als er instellingen geconfigureerd zijn, zullen deze geannuleerd worden.
Lithiumbatterij
Een lithiumbatterij wordt in de machine gebruikt om de instellingen en geprogrammeerde informatie, zoals opgeslagen telefoonnummers, te bewaren
Als de batterij leeg is, gaan instellingen en geprogrammeerde informatie verloren. Noteer deze informatie daarom ergens.
• De levensduur van een batterij is ongeveer 5 jaar, wanneer de stroom voortdurend uitgeschakeld is.
• Neem, zodra de batterij leeg is, contact op met uw lokale Sharp dealer of klantenservice van een erkende vertegenwoordiger over de afvalverwerking van deze batterij. De machine werkt niet, wanneer de batterij leeg is.
Stroomschakelaar
Let op
Bij onweer trekt u voor veiligheidsredenen de netstekker uit het stopcontact Informatie blijft in het geheugen staan, zelfs als de stekker uitgetrokken is.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE
• Ontkoppel onmiddellijk telefoonapparatuur van uw telefoonlijn als deze niet naar behoren werkt. Defecte apparatuur kan schade veroorzaken aan het telefoonnetwerk.
• De AC contactdoos moet in de nabijheid van de apparatuur zijn geïnstalleerd en eenvoudig toegankelijk zijn.
• Installeer telefoonkabels nooit tijdens onweer. Installeer nooit contactdozen in vochtige omgevingen, tenzij de contactdoos speciaal bestemd is voor vochtige omgevingen.
• Raak nooit ongeïsoleerde telefoonbedrading of terminal aan, tenzij de telefoonlijn is losgekoppeld van de netwerkinterface.
• Wees voorzichtig tijdens het installeren of wijzigen van telefoonlijnen.
• Vermijd het gebruik van telefoons (met uitzondering van draadloze telefoons) tijdens onweer. Er bestaat gevaar op elektrische schokken als gevolg van weerlicht.
• Gebruik geen telefoon voor de melding van een gaslek terwijl u zich in de buurt van het lek bevindt.
• Installeer of gebruik de machine niet in de nabijheid van water of wanneer uzelf nat bent. Vermijd het morsen van vloeistoffen op de machine.
3
VOORDAT U DE FAXFUNCTIES GAAT GEBRUIKEN
1
In dit hoofdstuk wordt de basisinformatie over het gebruik van de faxfuncties van het apparaat beschreven. Lees voor het gebruik van de faxfunctie dit hoofdstuk aandachtig door.
PUNTEN DIE GECONTROLEERD EN GEPROGRAMMEERD MOETEN WORDEN NA DE INSTALLATIE
Na de installatie van de machine en voor het gebruik ervan als faxmachine, controleert u voor volgende punten en programma de noodzakelijke informatie.
Stel datum en tijd in.
De machine is voorzien van een interne klok: Het is belangrijk de juiste datum en tijd in te stellen, omdat deze gebruikt worden voor functies zoals Timer-Verzenden. Datum en tijd worden ingesteld met behulp van de key-operatorprogramma’s. Datum en tijd verschijnen in de display. Let erop dat de correcte datum en tijd verschijnen. Als datum en tijd fout zijn, verbeter deze dan.
4
ONDERDEELBENAMINGEN EN FUNCTIES
ON LINE
DATA
LINE
DATA
SCANNEN
FAX
PRINT
26 27 28 29 30
31 32 33 34 35
41 42 43 44 45
46 47 48 49 50
36 37 38 39 40
ABCDE
FGH I J
KLMNO
PQR TS
U V W XYZ SP
SPEAKER
SHIFT
OPNIEUW KIEZEN/PAUZE
VERKORT KIEZEN
SYMBOOL
COMMUNICATIE INSTELLING
SPATIE/–
KOPIEËN
(1)
(9) (10) (11) (12) (13) (14) (15)
BEDIENINGSPANEEL
1
(1) Paginapallet (pagina 31) (2) Display (pagina 7)
Deze toets geeft het basisscherm en het scherm functie-instellingen weer.)
(3) [TERUG] toets
Wanneer een instelling of geprogrammeerd scherm verschijnt, kunt u deze toets gebruiken om terug te keren naar het vorige scherm.
(4) [FAX STATUS] toets (pagina 19)
Dit wordt gebruikt om een faxverzending of een opgeslagen faxverzending te annuleren.
(5) [OK] toets
Deze toets wordt gebruikt om een instelling in te voeren die geselecteerd is door middel van de pijl of andere toetsen ( ).
(6) Numerieke toetsen
Deze worden gebruikt om faxnummers, subadressen, wachtwoorden en numerieke instellingen in te voeren. (Zie "BOXEN EN SUBADRESSEN/WACHTWOORDEN DIE VEREIST ZIJN VOOR F-CODE VERZENDING" op pagina
26.)
(7) [C] toets
Deze wordt gebruikt om een fout te wissen tijdens de invoer van faxnummers, subadressen, wachtwoorden en numerieke instellingen. Elke keer dat de toets wordt ingedrukt, wordt er een teken gewist. Tijdens het scannen van een origineel, kan deze toets ook gebruikt worden om het scannen te annuleren.
(8) [CA] toets
Deze wordt gebruikt om een verzending of een geprogrammeerde handeling te annuleren. Wanneer hij ingedrukt wordt tijdens een handeling, wordt de handeling geannuleerd en keert de display terug naar het basisscherm beschreven op pagina 7. Deze toets wordt ook gebruikt om resolutie, papierformaat, of speciale functie-instelling die geselecteerd werd bij de verzending van een fax, te annuleren.
(9) [SPEAKER/SHIFT] toets (pagina’s 12, 31)
Deze wordt gebruikt om een nummer te kiezen zonder de extra telefoon, die verbonden is met de machine, op te tillen en bij het invoeren van letters te wisselen tussen hoofd- en kleine letters.
(10)
[OPNIEUW KIEZEN/PAUZE] toets (pagina’s 12, 17)
Deze wordt gebruikt om het laatst gekozen nummer opnieuw te kiezen en een pauze in te voeren als u een faxnummer invoert.
(11)
[VERKORT KIEZEN/SYMBOOL] toets (pagina’s 12, 84)
Dit wordt gebruikt om Verkort Kiezen te kiezen en een symbool in te voeren als u letters invoert.
[COMMUNICATIE INSTELLING/SPATIE/-] toets (pagina 23)
(12)
Die wordt gebruikt om te schakelen tussen geheugenverzending en directe verzending en om te schakelen tussen automatische ontvangst en handmatige ontvangst. Hij wordt ook gebruikt om een spatie of “-“ in te voeren als u letters invoert.
(13) LIJN STATUS-indicator
Deze knippert om te melden dat er een fax binnen komt. "FAX ONTV. LICHT" (FAX RECEPTION LIGHT) (pagina
103) in de key-operatorprogramma’s kan worden gebruikt om de knippertijd in te stellen op een van de twee patronen of om het knipperen uit te schakelen.
5
VOORDAT U DE FAXFUNCTIES GAAT GEBRUIKEN
ABC DEF
JKLGHI MNO
TUVPQRS WXYZ
@.-
_
KOPIEËN
BELICHTING
PAPIER-
FORMAAT
KOPIEER-
FACTOR
AUTO IMAGE
UITVOER
2-ZIJDIGE
KOPIE
SPECIALE FUNCTIE
ACC. #-C
READ-END
SCANNEN
FAX
KLEUR MODUS
PROGRAM
FORMAAT
BROADCAST
OK
TERUG
FAX STATUS
RESOLUTIE
ADRES ORIGINEEL
DUBBELZ. SCANNEN
(2) (3) (4) (5) (6) (7) (8)
(16)
(17) (18) (19) (20) (21) (22) (23) (24)
(14) [MODUS SELECTEREN] toetsen (stap 1 op
pagina 13)
Deze toetsen worden gebruikt om de modus te wijzigen.
(15) [FAX]
toets/FAX-indicator/LINE-indicator/DATA-indicator
Druk op deze toets om naar faxmodus om te schakelen. Het basisscherm van faxmodus verschijnt in de display. De LINE-indicator gaat branden tijdens de verzending of ontvangst van een fax. Wanneer u een fax ontvangt, gaat de DATA-indicator knipperen. (Wanneer er faxverzendingdata in het geheugen zitten, gaat de DATA-indicator branden).
(16) [PROGRAM] toets (pagina 45)
Druk op deze toets om een programma te gebruiken.
(17) [RESOLUTIE] toets (pagina 11)
Deze toets wordt gebruikt om resolutie- en belichtingsinstellingen te selecteren.
(18) [ADRES] toets (pagina 16)
Deze toets wordt gebruikt om een faxbestemming te zoeken die is opgeslagen als een automatisch kiesnummer in het adresboek.
(19) [BROADCAST] toets (pagina 21)
Deze wordt gebruikt om een distributieverzending uit te voeren.
(20) [ORIGINEEL] toets (pagina 10)
Deze wordt gebruikt om het formaat van de te verzenden fax in te stellen.
(21) [DUBBELZ. SCANNEN] toets (pagina 17)
Druk op deze toets als u de functie dubbelzijdig scannen wilt gebruiken. (Alleen bij modellen met RSPF.)
(22) [SPECIALE FUNCTIE] toets
Deze toets wordt gebruikt om een speciale verzend- of ontvangstfunctie te selecteren, functie-instellingen te configureren en automatische kiesnummers op te slaan.
(23) Pijltjestoetsen( )
Deze worden gebruikt om items te selecteren en door de pagina’s te bladeren.
(24) [START] toets ( )
Deze wordt gebruikt in de volgende situaties: (1) Wanneer de verzending gestart wordt (2) Wanneer er een origineel gescand wordt (3)
Wanneer de handmatige ontvangst gestart wordt (4) Wanneer instellingen geconfigureerd of opgeslagen worden
Wanneer de automatische uitschakelfunctie wordt geactiveerd. Alle lampjes behalve die van de modustoets gaan uit. Zie voor informatie over de automatische uitschakelfunctie de "Gebruiksaanwijzing (algemene informatie en werking van kopieerder)".
Zie voor informatie over de toetsen en lampjes die gebruikt worden voor de kopieerfunctie en andere functies, “Bedieningspaneel” in de gebruiksaanwijzing voor elke functie.
Opmerkingen
6
VOORDAT U DE FAXFUNCTIES GAAT GEBRUIKEN
FAXMODUS (BASISSCHERM)
Het basisscherm van faxmodus wordt weergegeven als u drukt op de [FAX] toets, zodra het scherm afdruk-, kopieer- of scanfuncties verschijnt.
Het basisscherm van de faxmodus
(1) (2)
(3)
(4)
(5)
(1) Mededelingweergave
Berichten verschijnen hier om de huidige status van de machine aan te geven. Er verschijnt een icoon ( ) aan de rechterkant wanneer er een vertrouwelijke fax binnengekomen is.
(2) Datum- en tijddisplay
Geeft datum en tijd weer.
(3) Verzendfunctiedisplay (pagina 23)
Er zijn drie verzendfuncties: geheugen verzending, directe verzending en handmatige verzending. Geeft de huidige geselecteerde verzendfunctie aan.
(4) Belichtingdisplay (pagina 11)
Dit geeft de belichting weer voor het scannen van het origineel dat geselecteerd is met de [RESOLUTIE] toets.
Gereed 96%
(6)
MA 10 MEI 10:25
GEHEUGEN
CONTRAST
A4R
AUTO
AUTO
(7)
(8)
STANDAARD
(6) Vrij geheugendisplay
Geeft het percentage vrij faxgeheugen weer.
(7) Ontvangstfunctiedisplay (pagina 61)
Er zijn twee functies voor het ontvangen van faxen: automatische ontvangst en handmatige ontvangst. Geeft de huidige geselecteerde ontvangstfunctie weer.
(8) Origineeldisplay (pagina 10)
Dit geeft een icoon weer om de functie “originelen scannen” aan te geven wanneer een origineel geplaatst is.
: Eenzijdig scannen van originelen in de SPF. : Glasplaat :Tweezijdig scannen van originelen in de
RSPF. Geeft ook het formaat van het geplaatste origineel weer.
1
(5) Resolutiedisplay (pagina 11)
Geeft de resolutie weer voor het scannen van het origineel dat geselecteerd is met de [RESOLUTIE] toets.
Opmerkingen
De volgende functies werken zelfs, wanneer kopieerfunctie geselecteerd is
• Automatische ontvangst (inclusief F-code vertrouwelijke ontvangst)
• Timer-verzending
• Functie geheugen gepold
• Verzending van opgeslagen geheugen verzendopdrachten
• Telefoongesprekken (telefoongesprekken kunnen beantwoord worden maar niet geplaatst).
• Ontvangst op afstand
• Handmatige ontvangst
• Relaisstationfunctie voor F-code relais distributieverzending
7
VOORDAT U DE FAXFUNCTIES GAAT GEBRUIKEN
Opmerkingen
CONTROLEMODUS
Accounts die faxen kunnen verzenden (tot 50) kunnen vastgesteld en verzendtijd en andere informatie kan opgespoord worden voor iedere account. De Acc. Gebr. Lijst (Acc. Usage List) (pagina 95) kan afgedrukt worden, waarbij de door elke account gebruikte verzendtijd en verzonden pagina’s worden weergegeven.
• Deze functie wordt ingeschakeld met "ACCOUNTCONTROLE" en "ACC. NR. INSTEL." in de key-operatorprogramma’s.
ORIGINELEN
ORIGINELEN DIE GEFAXT KUNNEN WORDEN
Origineelformaten
Minimum origineelformaat Maximum origineelformaat
297 mm (breedte) x 800 mm* (lengte)
Met gebruikmaking van de SPF
De glasplaat gebruiken
A5: 210 mm (breedte) x 148 mm (lengte) (8-1/2" (breedte) x 5-1/2" (lengte)) A5R: 148 mm (breedte) x 210 mm (lengte) (5-1/2" (breedte) x 8-1/2" (lengte))
(11" (breedte) x 31-1/2"* (lengte)) * Lange documenten kunnen verzonden
worden
297 mm (breedte) x 432 mm (lengte) (11" (breedte) x 17" (lengte))
• Originelen die geen standaardformaat hebben (A5, A4, A4R, B4, A3, 8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R (5-1/2" x 8-1/2", 5-1/2" x 8-1/2"R, 8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R, 8-1/2" x 14", 11" x 17", A4, A4R wanneer de machine papierformaten in inch gebruikt)) kunnen ook gefaxt worden.
• Er zijn restricties voor originelen die met de SPF gescand kunnen worden. Zie voor meer informatie “NORMAAL KOPIËREN” in de “Gebruiksaanwijzing (algemene informatie en werking van kopieerder)”.
*Lange originelen
Afhankelijk van de resolutie-instellingen en de breedte van het origineel is er misschien niet voldoende geheugenruimte om een lang origineel op te slaan. Wanneer een lang origineel niet volledig gescand kan worden, selecteert u een lagere resolutie en/of kort u het origineel in.
8
HET ORIGINEEL PLAATSEN
Bovenkant
Bovenkant
In horizontale afdrukstand
Origineelinvoerlade Glasplaat
Een origineel kan in de SPF of op de glasplaat worden geplaatst. Gebruik de SPF wanneer u een groot aantal bladen van originelen faxt. Gebruik de glasplaat om originelen te faxen die niet gescand kunnen worden met de SPF, zoals dikke of dunne originelen, boeken of andere gebonden originelen.
HET GEBRUIK VAN DE SPF
Open de SPF, zorg ervoor dat er geen
1
origineel is achtergebleven op de glasplaat en sluit voorzichtig de SPF.
Pas de origineelgeleiders op de
2
origineelinvoerlade aan de breedte
Leg de randen van de pagina’s van het origineel recht en
3
plaats daarna de stapel in de origineelinvoerlade, zodat de eerste pagina met de voorkant naar boven ligt.
Opmerkingen
van het document aan.
DE ORIGINEELPLAAT GEBRUIKEN
• Plaats de originelen helemaal in de origineelinvoerlade.
• Zorg ervoor dat de stapel niet boven de hoogte-indicator uitsteekt (maximaal 40 bladen, of 30 bladen van 90
2
(24 lbs.) papier, dikte 4
g/m mm (5/32") of minder).
Voer geen originelen in van verschillende formaten zelfs als de breedte gelijk is. Dit kan leiden papierstoringen.
Gebruik de SPF voor lange originelen. De glasplaat kan niet worden gebruikt.
Wanneer een lang origineel wordt ingevoerd, dient dit origineel in contact te zijn met de oppervlakte van de origineelinvoerlade. Wanneer het origineel niet in contact is met de oppervlakte van de origineelinvoerlade, is mogelijk het formaat van het origineel incorrect.
1
Open de SPF en plaats het origineel met de
1
voorkant naar onderen op de glasplaat en sluit daarna voorzichtig de SPF.
Als de automatische uitschakelfunctie geactiveerd is, drukt u op de [FAX] toets, wacht tot de machine teruggekeerd is naar de normale stand en plaats daarna het origineel.
Wanneer u een klein origineel verzendt, zoals een briefkaart, let er dan op op de [ORIGINEEL] toets te drukken en het origineelformaat in te stellen. (Pagina
10)
Plaats het origineel, ongeacht het formaat ervan, in de linkerhoek van de glasplaat. (Leg de linker bovenhoek van het origineel gelijk met de punt van het teken.) Plaats het origineel in de voor het formaat geschikte positie (zie afbeelding hieronder).
Schaal glasplaat
A5
A4
B4
A3
Schaal glasplaat
R
A4R
Het verschil tussen A4 (8-1/2" x 11") en A4R (8-1/2" x 11"R)
Deze gebruiksaanwijzing gebruikt zowel A4 (8-1/2”x 11”) als A4R (8-1/2”x 11”R) ter aanduiding van papier- en origineelformaat. De “R” wordt gebruikt om de richting van originelen en papier aan te geven. (“R” wordt ook voor dot doel ook voor andere formaten gebruikt.)
[Voorbeeld] Verschil tussen de richting van A4 (8-1/2" x 11") formaat en A4R (8-1/2" x 11"R) formaat
A4 (8-1/2" x 11") duidt een origineel als volgt geplaatst aan:
In verticale afdrukstand
Bovenkant
Bovenkant
A4R (8-1/2" x 11"R) duidt een origineel als volgt geplaatst aan:
Origineelinvoerlade Glasplaat
9
HET FORMAAT VAN EEN GEPLAATST ORIGINEEL CONTROLEREN
Wanneer het geplaatste origineel een standaardformaat* heeft, wordt het origineelformaat automatisch gedetecteerd (automatische origineeldetectiefunctie) en weergegeven in de origineeldisplay. Let erop dat het formaat correct wordt gedetecteerd. (1) Wanneer een origineel wordt geplaatst, verschijnt er een icoon om de functie “originelen scannen” aan te geven.
: Eenzijdig scannen in de SPF. : Scannen op de glasplaat
: Tweezijdig scannen in de RSPF. (2) Het origineelformaat wordt weergegeven. Als u een niet-standaard origineelformaat hebt geplaatst of het scanformaat wilt wijzigen, kunt u de onderstaande stappen volgen om handmatig het scanformaat van het origineel in te stellen.
Opmerking
*Standaard papierformaten
De volgende formaten zijn standaard: A3, B4, A4, A4R, A5 (11" x 17", 8-1/2" x 14", 8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R, 5-1/2" x 8-1/2", als de machine papierformaten in inch gebruikt). Als er een niet-standaardformaat is geladen (inclusief speciale formaten), kan het dichtstbijzijnde standaardformaat worden weergegeven of helemaal geen origineelformaat worden weergegeven.
Gereed 100% MA 10 MEI 10:25
GEHEUGEN
AUTO
CONTRAST
A4R
AUTO
STANDAARD
(2)(1)
10
RESOLUTIE- EN BELICHTINGINSTELLINGEN SELECTEREN
BELICHTING
PAPIER-
FORMAAT
KOPIEER-
FACTOR
AUTO IM
KLEUR MODUS
PROGRAM
FORMA
BROADC
RESOLUTIE
ADRES
GH
PQR
2-ZIJDIGE
KOPIE
SPECIALE FUNCTIE
GHI
OK
TERUG
De resolutie en belichting kunnen aangepast worden aan formaat en lichtsterkte van de tekst op het origineel, of voor het origineel, bijvoorbeeld een foto. Als u de instellingen wilt wijzigen, volgt u de stappen hieronder nadat u faxfunctie geselecteerd en het origineel geplaatst hebt. (Pagina 9)
Druk op de [RESOLUTIE] toets.
1
RESOLUTIE STANDAARD FIJN SUPER FIJN
Het resolutieselectiescherm verschijnt.
Selecteer de resolutie met de [ ] of
2
[ ] toets.
AUTO
RESOLUTIE STANDAARD FIJN SUPER FIJN
De geselecteerde resolutie wordt gemarkeerd.
Gebruik deze instelling voor originelen met
STANDAARD
FIJN
SUPER FIJN
ULTRAFIJN
een tekst in normaal formaat (zoals de tekst in deze gebruiksaanwijzing).
Gebruik deze instelling voor originelen met kleine letters of gedetailleerde tekeningen. Het origineel wordt gescand in tweemaal de standaardresolutie.
Gebruik deze instelling voor originelen met complexe tekeningen of diagrammen. Er wordt een afbeelding verkregen van betere kwaliteit dan met de fijnafstelling.
Gebruik deze instelling voor originelen met complexe tekeningen of diagrammen. Deze instelling geeft de beste beeldkwaliteit. De verzending duurt echter langer dan met de andere instellingen.
AUTO
Druk op de [OK] toets.
3
U keert terug naar een basisscherm en de geselecteerde resolutie verschijnt in de resolutiedisplay.
Selecteer de gewenste belichting met
4
de [] of [] toets.
RESOLUTIE STANDAARD FIJN SUPER FIJN
• Als u een lichtinstelling wilt selecteren voor een donker origineel, zoals bijv. een krant, drukt u op de [ ] toets om de instelling te verplaatsen naar ( ).
Als u een donkerinstelling wilt selecteren voor een licht origineel, zoals bijv. een met potlood geschreven tekst of een tekst in vage kleuren, drukt u op de [ ] toets om de instelling te verplaatsen naar ( ).
• Wanneer de belichtinginstelling de linker- of rechterkant bereikt, zal drukken op de [ ] of [ ] toets de belichtingdisplay wijzigen van de 5-stap display naar "AUTO".
Druk op de [OK] toets.
5
OK
U keert terug naar een basisscherm en de geselecteerde belichting verschijnt in de belichtingdisplay.
1
(FIJN/HALF
TOON)
(FIJN/HALFTO
ON)
(U-FIJN/HALFT
OON)
Als u daarna de belichting instelt, drukt u op de [ ] of [ ] toets en gaat u naar stap 4.
Gebruik halftoon als uw origineel een foto is of kleurgradaties heeft (zoals een origineel in kleur) Deze instelling geeft een helderder beeld dan “FIJN”, SUPERFIJN” of "ULTRAFIJN” alleen. Als halftoon geselecteerd wordt, duurt verzending langer.
RESOLUTIE STANDAARD FIJN SUPER FIJN
Wanneer de [ ] of [ ] toets wordt ingedrukt, wijzigt de belichtingdisplay van "AUTO" in een 5-stap display.
Opmerkingen
De standaardinstelling voor de resolutie is "STANDAARD" en de standaard belichtinginstelling is “AUTO”. De standaardinstelling voor resolutie en belichting kan gewijzigd worden met de key-operatorprogramma’s. (Zie "RES. CON. SET" op pagina 100.) Als u de glasplaat gebruikt om meerdere pagina’s van originelen te scannen, kan de belichtinginstelling telkens wanneer u pagina’s verandert aangepast worden. Wanneer u de SPF gebruikt, kunt u de resolutie- en belichtinginstellingen niet meer wijzigen nadat het scannen begonnen is.
Zelfs als u een faxbericht verzendt met een hoge resolutie-instelling, zoals “FIJN”, “SUPERFIJN” of "ULTRAFIJN” kan het zijn dat ontvangende faxmachines het faxbericht bij een lagere resolutie afdrukken.
Druk op de [CA] toets om de resolutie- of belichtingselectie te annuleren.
11
HANDIGE KIESMETHODEN (AUTOMATISCH KIEZEN)
26 27 28 29 30
31 32 33 34 35
36 37 38 39 40
ABCDE
FGH I J
KLMNO
V W XYZ SP
OPNIEUW KIEZEN/PAUZE
VERKORT KIEZEN
SYMBOOL
COMMUNICATIE INSTELLING
SPATIE/–
26 27 28 29 30
31 32 33 34 35
36 37 38 39 40
ABCDE
FGH I J
KLMNO
46 47 48 49 50
U V W XYZ
SPEAKER
SHIFT
OPNIEUW KIEZEN/PAUZE
VERKORT KIEZEN
SYMBOOL
COMMUN
SP
46 47 48
UVW
SPEAKER
SHIFT
OPNIEUW KIEZEN/PAUZE
VERKO
SY
Bij de faxfunctie zit ook een handige functie “automatisch nummer kiezen” (snel kiezen, verkort nummer kiezen en groepsnummer kiezen) Door vaak gekozen nummers te programmeren, kunt u bellen en faxen versturen naar deze bestemmingen door middel van een eenvoudige kieshandeling (pagina 15). Er zijn drie verschillende typen automatisch nummer kiezen: Snel kiezen, verkort nummer kiezen en groepsnummer kiezen. Voor het programmeren van automatische kiesnummers, zie pagina 62.
Snel kiezen Een opgeslagen bestemming kan gekozen worden door eenvoudig te drukken op een snelkiestoets ([01] tot [05]). Er kan voor de bestemming een naam van maximaal 36 letters lengte ingeprogrammeerd worden (maximaal 12 letters worden weergegeven). Wanneer u “F-code verzenden” gebruikt, kunnen ook een subadres en een wachtwoord (pagina 26) ingeprogrammeerd worden .
Verkort nummer kiezen (300 stations) U kunt een opgeslagen bestemming kiezen door op de [VERKORT KIEZEN] toets te drukken, waarbij u een 3-cijferig nummer (000 tot 299) moet invoeren en op de [START] toets ( ) moet drukken. Er kan voor elke bestemming een naam (maximaal 36 letters) opgeslagen worden. Wanneer u “F-code verzenden” gebruikt, kunnen ook een subadres en een wachtwoord (pagina 26) ingeprogrammeerd worden .
Groepsnummer kiezen Meervoudige bestemmingen voor Snelkiezen en/of Verkort kiezen kunnen worden opgeslagen in een Snelkiestoets voor Groepsnummer kiezen. Er kunnen ook bestemmingen opgeslagen worden voor “groepsnummer kiezen” door faxnummers met cijfertoetsen in te voeren. Dit is handig voor de communicatie met een groep andere faxmachines.
De geprogrammeerde gebruikersnamen verschijnen.
Het invoerscherm “verkort nummer kiezen” verschijnt.
De geprogrammeerde groepsnamen verschijnen.
XXXXXX
1234567890
GEHEUGEN
CONTRAST
AUTO
AUTO
A4R
STANDAARD
Invoer verkortnr
VERKORT:
CONTRAST
___ (000-299)
GEHEUGEN
AUTO
AUTO
A4R
STANDAARD
XXXXXX
:0123456789 MULTI VERZENDEN
AUTO
CONTRAST
A4R
STANDAARD
HERHALEN
• De machine onthoudt het laatst gekozen fax- of telefoonnummer. Dit nummer kunt u opnieuw kiezen door eenvoudig op de [OPNIEUW KIEZEN] toets en daarna op de [START] toets ( ) te drukken.
Als u een cijfertoets ingedrukt hebt tijdens het vorige telefoongesprek, is de [OPNIEUW KIEZEN] toets misschien niet het goede nummer.
Opnieuw kiezen is niet mogelijk voor distributieverzending (pagina
21), serieel polling (pagina 38), timer-verzending (pagina 34), groepsnummer kiezen (page 15), of F-code verzending (pagina 28) bestemmingen.
ON-HOOK KIEZEN Deze functie maakt het mogelijk te kiezen zonder de hoorn op te nemen van een extra telefoon die met de machine verbonden is. Druk op de [SPEAKER] toets, luister naar de kiestoon via de speaker en kies het nummer.
Wanneer er iemand antwoordt, neemt u de hoorn op van de extra telefoon om te antwoorden. (U kunt alleen met de ander spreken als de extra telefoon verbonden is met de machine.)
Faxberichten dienen handmatig verzonden te worden wanneer “on-hook kiezen” gebruikt wordt. (Pagina 24)
“On-hook kiezen” is niet mogelijk bij gebruik van een snelkiestoets met een subadres en wachtwoord of een groepsnummertoets.
Opmerkingen
12
Nummer herhaling
100%
:0123456789
Het laatst gekozen nummer wordt weergegeven.
HANDMATIG
CONTRAST
STANDAARD
AUTO
A4R
INGEVEN KIES NR.
:
HANDMATIG
CONTRAST
AUTO
STANDAARD
• Er kan in totaal een combinatie van 50 snelkiestoetsen en groepsnummertoetsen en 300 verkorte kiesbestemmingen opgeslagen worden.
• Opgeslagen snelkiestoetsen, groepsnummertoetsen en verkorte kiesbestemmingen kunnen opgeroepen worden via het gebruik van een naamzoekactie ingevoerd terwijl de toets of bestemming werd opgeslagen. (Pagina 16)
• Om te voorkomen dat u een verkeerd nummer kiest en een faxbericht naar een onjuiste bestemming stuurt, dient u de display tijdens het opslaan zorgvuldig te controleren. U kunt ook opgeslagen nummers controleren door de geprogrammeerde informatie af te drukken nadat het nummer opgeslagen is (pagina 63).
AUTO
AUTO
BASISHANDELINGEN
KOPIEËN
LINE
DATA
SCANNEN
FAX
BEL
SCANNEN
FAX
KLEU
PR
AUTO IMAGE
UITVOER
2-ZIJDIGE
KOPIE
SPEC
FORMAAT
BROADCAST
ES
ORIGINEEL
DUBBELZ. SCANNEN
BELICHTING
PAPIER-
FORMAAT
KOPIEER-
FACTOR
AUTO IM
KLEUR MODUS
PROGRAM
FORMA
BROADC
RESOLUTIE
ADRES
ABC DEF
JKLGHI MNO
TUVPQRS WXYZ
@.-
_
ACC. #-C
READ-END
OK
2
In dit hoofdstuk worden de basisprocedures voor de verzending en ontvangst van faxberichten besproken. Er zijn drie basismethoden voor faxverzending: geheugen verzending, directe verzending en handmatige verzending. Wanneer het verzenden van geheugen gebruikt wordt, wordt het document tijdelijk opgeslagen in het geheugen voordat het verzonden wordt. Wanneer “directe verzending” of “handmatige verzending” gebruikt wordt, wordt het origineel verzonden zonder in het geheugen opgeslagen te worden. De standaard verzendinstelling kan ingesteld worden op "GEHEUGEN TX" of "DIRECT TX" door middel van "SEND MODE" (pagina 101) in de key-operatorprogramma’s. Voor handmatig overschakelen tussen "GEHEUGEN TX" en "DIRECT TX", gebruikt u de [COMMUNICATIE INSTELLING] toets. (Zie "Faxen door directe verzending" (Faxing by direct transmission) op pagina 23 van de Engelse gebruiksaanwijzing.) De volgende uitleg gaat er in principe van uit dat “geheugen verzending” gebruikt wordt.
FAXBERICHT VERZENDEN
BASISPROCEDURE VOOR FAXBERICHTEN VERZENDEN
Zorg dat het apparaat in faxmodus
1
staat.
De FAX-indicator brandt, wanneer de machine in faxmodus staat. Druk op de [FAX] toets, wanneer de indicator niet brandt. Wanneer de controlemodus voor de faxfunctie in
de key-operatorprogramma’s ingeschakeld is, verschijnt er een melding dat u uw accountnummer moet invoeren wanneer u overschakelt naar de faxmodus. Voer uw accountnummer (5 cijfers) met de cijfertoetsen in. (Zie "ACCOUNT CONTROL" op pagina 98.)
Plaats het origineel (of originelen) in de
2
origineelinvoerlade of op de origineelplaat.
• Met gebruikmaking van de SPF pagina 9
• Met gebruikmaking van de glasplaat: pagina 9 Wanneer u de glasplaat gebruikt om meerdere pagina’s te verzenden, plaatst u de eerste pagina eerst.
Opmerking
Controleer het formaat van het origineel. Als
3
U kunt geen originelen zowel in de SPF als op de glasplaat plaatsen en ze beide in een enkele faxoverdracht versturen.
het origineel geen standaard formaat heeft of het formaat niet correct gedetecteerd is, drukt u op de [ORIGINEEL] toets
Wanneer de [ORIGINEEL] toets ingedrukt wordt, verschijnt het scherm “papierformaat selecteren”. Zie "RESOLUTIE- EN BELICHTINGINSTELLINGEN SELECTEREN" op pagina 11 om het origineelformaat in te stellen
Indien nodig past u de resolutie- en
4
belichtinginstellingen aan. (Pagina 11)
RESOLUTIE STANDAARD FIJN SUPER FIJN
Om de resolutie- en belichtinginstellingen aan te passen, drukt u op de [RESOLUTIE] toets. (Zie "RESOLUTIE- EN BELICHTINGINSTELLINGEN SELECTEREN" op pagina 11.)
Kies het faxnummer.
5
AUTO
Gereed 100%
:0123456789
GEHEUGEN
AUTO
CONTRAST
A4R
AUTO
STANDAARD
ORIGINEELFORMAAT
AB
AUTO A4 A4R
• Het ingevoerde nummer verschijnt in de display. U kunt maximaal 50 cijfers invoeren. Druk op de [C] toets wanneer u een ongeldig nummer hebt ingevoerd en voer vervolgens het juiste nummer in.
• U kunt ook “herhalen” en “automatisch kiezen” gebruiken (pagina’s 12, 15).
13
BASISHANDELINGEN
WXYZ
@.-
_
EINDE LEZEN XX% No.001 P-XXX
GEHEUGEN
AUTO
CONTRAST
A4R
STANDAARD
AUTO
WXYZ
@.-
_
@.-
_
READ-END
Met gebruikmaking van de SPF
Druk op de [START] toets( ).
6
LEZEN XX% No.001 P-XXX
GEHEUGEN
CONTRAST
AUTO
AUTO
A4R
STANDAARD
• Het scannen begint.
• Indien de lijn vrij is, zal de machine het nummer van het ontvangende apparaat kiezen en met verzenden beginnen, zodra de eerste pagina gescand is. (Snelle online verzending: pagina 18)
• Wanneer er van te voren een opdracht opgeslagen is, een opdracht op dit moment verzonden wordt of de lijn bezet is, worden alle pagina’s van het origineel in het geheugen gescand en opgeslagen als een verzendopdracht. (Dit heet “geheugen verzending”: de bestemming wordt automatisch gebeld en het document wordt verzonden, nadat eerder opgeslagen opdrachten verstuurd zijn.)
Indien het scannen voltooid is, verschijnt korte tijd het volgende scherm en daarna keert de display terug naar het basisscherm.
De origineelplaat gebruiken
Druk op de [START] toets( ).
6
LEZEN XX% No.001 P-XXX
GEHEUGEN
CONTRAST
AUTO
AUTO
A4R
STANDAARD
Het scannen begint.
Wanneer u een andere pagina wilt
7
scannen, wijzigt u pagina’s en drukt op de [START] toets ( ).
[START]: VERDER
[#]:EINDE LEZEN
GEHEUGEN
AUTO
CONTRAST
A4R
AUTO
STANDAARD
Herhaal deze procedure totdat alle pagina’s zijn gescand.
U kunt de resolutie- en belichtinginstellingen zonodig voor iedere pagina 11 veranderen.
Wanneer gedurende een minuut geen actie wordt ondernomen (de [START] toets ( ) wordt niet ingedrukt), wordt het scannen automatisch beëindigd en de verzendopdracht opgeslagen. (Deze functie kan worden uitgeschakeld met de key-operatorprogramma’s).
Opmerkingen
14
Het verzenden annuleren
Als u het verzenden wilt annuleren, terwijl "LEZEN" verschijnt of voordat de toets is ingedrukt, drukt u op de [C] of [CA] toets. Als u een verzendopdracht wilt annuleren die al opgeslagen is, drukt u op de [FAX STATUS] toets en annuleert u de opdracht zoals aangegeven op pagina 19.
Een opdrachtnummer (3 cijfers) verschijnt in de display met “EINDE LEZEN” wanneer “geheugen verzending” wordt uitgevoerd. Als u een aantekening maakt van dit nummer, nadat een distributieverzending is uitgevoerd, kunt u het nummer gebruiken om de resultaten van het verzenden in transactierapport of activiteitenrapport te controleren.
Als de stroom uitgeschakeld is of er een stroomonderbreking is opgetreden, terwijl er een origineel gescand wordt in de SPF, stopt de machine en loopt het origineel vast. nadat de stroom weer terug is, verwijdert u het origineel zoals uitgelegd in “
Nadat de laatste pagina gescand is, drukt u op
8
de [EINDE LEZEN] toets ( ).
EINDE LEZEN XX% No.001 P-XXX
GEHEUGEN
CONTRAST
AUTO
AUTO
A4R
STANDAARD
Open de SPF en verwijder het origineel. Wanneer het origineel verwijderd is of een toetsbediening is uitgevoerd, keert de display terug naar het basisscherm. (De bestemming wordt automatisch gebeld en het document wordt verzonden nadat eerder opgeslagen opdrachten verstuurd zijn.)
BASISHANDELINGEN
26 27 28 29 30
31 32 33 34 35
36 37 38 39 40
ABCDE
FGH I J
KLMNO
26 27 28 29 30
31 32 33 34 35
36 37 38 39 40
ABCDE
FGH I J
KLMNO
V W XYZ SP
OPNIEUW KIEZEN/PAUZE
VERKORT KIEZEN
SYMBOOL
COMMUNICATIE INSTELLING
SPATIE/–
ABC DEF
JKLGHI MNO
TUVPQRS WXYZ
@.-
_
ACC. #-C
READ-END
OK
VERZENDEN VIA AUTOMATISCH KIEZEN (SNEL KIEZEN EN GROEPSNUMMER KIEZEN)
Faxnummers kunnen automatisch gekozen worden (Snel kiezen en groepsnummer kiezen) in plaats van op de cijfertoetsen te drukken. Volg de stappen hieronder voor verzending van een faxbericht via een automatisch kiesnummer. Als u een automatisch kiesnummer wilt gebruiken, dienen naam en faxnummer van de bestemming eerst opgeslagen te worden. Zie pagina 12 voor informatie over automatisch kiezen en pagina 62 voor informatie over programmeren van automatische kiesbestemmingen.
Volg de stappen 1 tot 4 van
1
"BASISPROCEDURE VOOR FAXBERICHTEN VERZENDEN" (zie pagina 13).
Druk op de snelkiestoets of groepsnummertoets
2
van de gewenste bestemming.
XXXXXX
De geprogrammeerde naam van de groep wordt weergegeven door op de groepsnummertoets te drukken.
XXXXXX
:0123456789 MULTI VERZENDEN
AUTO
CONTRAST
A4R
STANDAARD
1234567890
Ga verder vanaf stap 6 van
GEHEUGEN
CONTRAST
AUTO
AUTO
A4R
STANDAARD
De geprogrammeerde naam van de bestemming wordt weergegeven door op de snelkiestoets te drukken.
3
"BASISPROCEDURE VOOR FAXBERICHTEN VERZENDEN" (pagina 13).
Wanneer een origineel geplaatst wordt, begint het scannen van het origineel automatisch zonder dat u op de [START] toets hoeft te drukken in stap 6 op pagina 14.
FAXBERICHT VERZENDEN VIA VERKORT NUMMER KIEZEN
Naast snel kiezen en groepsnummer kiezen, kunt u ook faxberichten versturen door op de [VERKORT] toets te drukken en een 3-cijferig “verkort kiezen” nummer in te voeren. Volg de stappen hieronder voor verzenden van een faxbericht via verkort kiezen. Het 3-cijferige “verkort kiezen” nummer wordt ingevoerd via de cijfertoetsen, wanneer het ingeprogrammeerd is. (Zie "OPSLAAN, BEWERKEN EN WISSEN VAN AUTOMATISCHE KIESNUMMERS EN PROGRAMMA'S" (STORING, EDITING, AND DELETING AUTO DIAL NUMBERS AND PROGRAMS) op pagina 62.)
.
Volg de stappen 1 tot 4 van
1
"BASISPROCEDURE VOOR FAXBERICHTEN VERZENDEN" (zie pagina 13).
Druk op de [VERKORT] toets.
2
Invoer verkortnr
___
(000-299)
GEHEUGEN
AUTO
A4R
Het invoerscherm “verkort nummer kiezen” verschijnt.
VERKORT:
CONTRAST
STANDAARD
AUTO
Voer het 3-cijferige “verkort kiezen”
3
nummer in via de cijfertoetsen.
Voer het 3-cijferige verkort kiezen nummer in, wanneer het verkort kiezen nummer ingeprogrammeerd is. (Zie stap 7 van "Storing Rapid keys and speed Dial numbers" op pagina 63.)
Druk op de [C] toets wanneer u een ongeldig nummer hebt ingevoerd en voer vervolgens het juiste nummer in. Druk op de [C] toets wanneer u een 3-cijferig nummer invoert dat niet ingeprogrammeerd is en voer vervolgens het juiste nummer in. Als u het “verkort kiezen” nummer niet weet, drukt u de “VERK.KIES LIJST” af. (Zie "PRINTLIJSTEN VAN GEPROGRAMMEERDE INFORMATIE, INSTELLINGEN EN COMMUNICATIEACTIVITEIT" (PRINTING LISTS OF PROGRAMMED INFORMATION, SETTINGS, AND COMMUNICATION ACTIVITY) op pagina 63.)
2
Opmerkingen
Ga verder vanaf stap 6 van
4
"BASISPROCEDURE VOOR FAXBERICHTEN VERZENDEN" (pagina 13).
Het verzenden annuleren
Als u het verzenden wilt annuleren, terwijl "LEZEN" verschijnt of voordat de toets is ingedrukt, drukt u op de [C] of [CA] toets. Als u een verzendopdracht die al opgeslagen is wilt annuleren, drukt u op de [FAX STATUS] toets en annuleert u de opdracht zoals aangegeven op pagina 19.
Een opdrachtnummer (3 cijfers) verschijnt in de display met “STOP LEZEN” wanneer verzenden wordt uitgevoerd. Als u een aantekening maakt van dit nummer, nadat een distributieverzending is uitgevoerd, kunt u het nummer gebruiken om de resultaten van het verzenden in transactierapport of activiteitenrapport te controleren.
15
BASISHANDELINGEN
PAPIER-
FORMAAT
KOPIEER-
FACTOR
AUTO IMAGE
UITVO
FORMAAT
BROADCAST
RESOLUTIE
ADRES ORIGIN
26 27 28 29 30
31 32 33 34 35
36 37 38 39 40
ABCDE
FGH I J
KLMNO
GHI
OK
TERUG
GH
PQR
KOPIE
SPECIALE FUNCTIE
OK
ZOEKEN NAAR EEN GEPROGRAMMEERDE BESTEMMING (MET DE [ADRES] TOETS)
Tijdens het kiezen kunt u letters invoeren om een bestemming te zoeken die is opgeslagen in de snelkiestoets, “verkort kiezen” nummer of groepsnummertoets.
Volg de stappen 1 tot 4 van
1
"BASISPROCEDURE VOOR FAXBERICHTEN VERZENDEN" (zie pagina 13).
Druk op de [ADRES] toets.
2
ZOEK WOORD
Het invoerscherm “letter zoeken” verschijnt.
Voer de letters in met de lettertoetsen
3
(paginapallet) (u kunt ook invoer van letters overslaan en direct naar de volgende stap gaan, dan verschijnt de eerste bestemming in de adreslijst).
ZOEK WOORD A
ABC
Selecteer de gewenste bestemming
5
met de [] of [] toets.
ADRES Johnson Parker Stevens [#]:LIJST DETAIL
•D
e zoekresultaten verschijnen in onderstaande volgorde:
hoofdletters, kleine letters, speciale tekens en getallen.
Indien niet alle letters van de bestemmingsnaam verschijnen, drukt u op de toets om de volledige naam weer te geven. Druk nogmaals op de toets om terug te keren naar het oorspronkelijke scherm.
Druk op de [OK] toets.
6
De geselecteerde bestemming wordt ingevoerd.
ABC
[OK]:ZOEKEN
U kunt maximaal 10 van de volgende soorten letters invoeren. Hoofdletters, kleine letters, getallen, speciale tekens (Zie "KARAKTERS INVOEREN" op pagina 31.) Voer de nummers in met de cijfertoetsen.
Druk op de [OK] toets.
4
ADRES Johnson Parker Stevens
De adreslijst verschijnt.
[#]:LIJST DETAIL
Ga verder vanaf stap 6 van
7
"BASISPROCEDURE VOOR FAXBERICHTEN VERZENDEN" (pagina 13).
Opmerkingen
Het verzenden annuleren Als u het verzenden wilt annuleren, terwijl "LEZEN" verschijnt of voordat de toets is ingedrukt, drukt u op de [C] of [CA] toets. Als u een verzendopdracht wilt annuleren die al opgeslagen is, drukt u op de [FAX STATUS] toets en annuleert u de opdracht zoals aangegeven op pagina 19.
• Een opdrachtnummer (3 cijfers) verschijnt in de display met “STOP LEZEN” wanneer verzenden wordt uitgevoerd. Als u een aantekening maakt van dit nummer, nadat een distributieverzending is uitgevoerd, kunt u het nummer gebruiken om de resultaten van het verzenden in transactierapport of activiteitenrapport te controleren.
16
BASISHANDELINGEN
KOPIEËN
LINE
DATA
SCANNEN
FAX
BEL
SCANNEN
FAX
KLEU
PR
AUTO IMAGE
UITVOER
2-ZIJDIGE
KOPIE
SPEC
FORMAAT
BROADCAST
ORIGINEEL
DUBBELZ. SCANNEN
ORIGINEELFORMAAT
AUTO A4 A4R
AB
UITVOER
2-ZIJDIGE
KOPIE
SPECIALE FUNC
AAT
ORIGINEEL
DUBBELZ. SCANNEN
GH
PQR
KOPIE
SPECIALE FUNCTIE
GHI
OK
TERUG
EEN TWEEZIJDIG ORIGINEEL FAXEN
Volg de stappen hieronder voor automatisch verzenden van beide zijden van een tweezijdig origineel. (Dit is alleen mogelijk bij modellen met RSPF.)
Opmerking
Gebruik geen origineel dat geen standaardformaat is (A3, B4, A4, A4R, A5, 8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R (11" x 17", 8-1/2" x 14", 8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R, A4, A4R wanneer de machine papierformaten in inch gebruikt)). Anders kan er een scanfout of beeldafsnijding optreden.
Zorg dat het apparaat in faxmodus
1
staat.
De [FAX] indicator brandt, wanneer de machine in faxmodus staat. Druk op de [FAX] toets, wanneer de indicator niet brandt. Wanneer de controlemodus voor de faxfunctie in
de key-operatorprogramma’s ingeschakeld is, verschijnt er een melding dat u uw accountnummer moet invoeren wanneer u overschakelt naar de faxmodus. Voer uw accountnummer (5 cijfers) met de cijfertoetsen in. (Zie "ACCOUNT CONTROL" op pagina 98.)
Plaats origineel/originelen in de origineelinvoerlade.
2
(Zie "HET GEBRUIK VAN DE SPF".)
Controleer het formaat van het origineel.
3
Selecteer “DUBBELZIJDIG” met de
5
[] of [] toets.
DUBBELZ. SCAN ENKELZIJDIG DUBBELZIJDIG
Druk op de [OK] toets.
6
Het selectiescherm dubbelzijdig origineeltype verschijnt.
Selecteer boek of schrijfblok voor dubbelzijdig
7
origineeltype met de [ ] of [ ] toets
DUBBELZ. SCAN BOEK
2
Wanneer de [ORIGINEEL] toets ingedrukt wordt, verschijnt het scherm “papierformaat selecteren”. Wanneer het origineel niet correct gedetecteerd is, zie "RESOLUTIE- EN BELICHTINGINSTELLINGEN SELECTEREN" (pagina 11) en stel het correcte origineelformaat in.
Druk op de [DUBBELZIJDIG] toets.
4
Het selectiescherm dubbelzijdige functie verschijnt.
Opmerkingen
Boekjes en schrijfblokken Tweezijdige originelen die aan de zijkant gebonden zijn, heten boekjes, en tweezijdige originelen die gebonden zijn aan de bovenkant, heten schrijfblokken.
Dubbelzijdig scannen wordt geannuleerd wanneer de verzending is voltooid of de [CA] toets wordt ingedrukt.
Dubbelzijdig scannen van tweezijdige originelen is alleen mogelijk wanneer de RSPF gebruikt wordt. Automatisch scannen van twee zijden van een origineel is niet mogelijk wanneer de glasplaat gebruikt wordt.
Automatisch scannen van twee zijden van een origineel langer dan A3 (11” x 17”) is niet mogelijk.
De afbeelding van de achterkant van het origineel wordt zonodig tijdens de verzending 180 graden gedraaid en het is dus niet nodig bij de ontvangende machine het blad om te draaien.
Als u “dubbelzijdig scannen” wilt annuleren, selecteert u "ENKELZIJDIG" in stap 5 en drukt u op de [OK] toets.
Wanneer “dubbelzijdig scannen” is geactiveerd, kan “boekkopie scannen” (pagina 43) niet ingeschakeld worden.
DUBBELZ. SCAN ENKELZIJDIG DUBBELZIJDIG
Druk op de [OK] toets.
8
U keert terug naar het basisscherm en het icoon “dubbelzijdige scanfunctie” verschijnt.
Ga verder vanaf stap 4 van
9
"BASISPROCEDURE VOOR FAXBERICHTEN VERZENDEN" (pagina 13).
Boekje Schrijfblok
17
BASISHANDELINGEN
Snel On-line
Wanneer u de SPF gebruikt om een boekkopie document te verzenden en er staan geen van te voren opgeslagen opdrachten in de wacht of er worden geen opdrachten op dit moment uitgevoerd (en de lijn is niet bezet), kiest de machine de bestemming, nadat de eerste pagina gescand is, en begint met de verzending van gescande pagina's, terwijl de resterende pagina's gescand worden. Deze verzendmethode heet “Snel On-line” Wanneer een “snel on-line” verzending uitgevoerd wordt, verschijnt op de display “LEZEN”- “BELLEN” – “VERBINDING” - “ZENDEN” in die volgorde totdat het scannen van de resterende voltooid is. Wanneer alle pagina’s zijn gescand, verschijnt “STOP LEZEN” voordat de meldingen hierboven verschijnen. Wanneer de ontvangende kant bezet is, verandert de “snel on-line” verzending in een opgeslagen verzendopdracht (geheugen verzenden) (Zie "Storing transmission jobs (memory transmission)" op pagina 26.)
Wanneer het geheugen vol raakt tijdens een “snel on-line” verzending
Als het geheugen vol raakt tijdens het scannen van de eerste pagina van het origineel, zal de verzending automatisch worden geannuleerd. Als het geheugen vol raakt tijdens het scannen van de tweede of volgende pagina, zullen de pagina’s die volledig gescand zijn verzonden worden.
Opmerkingen
De machine is standaard ingesteld (fabrieksinstelling) om “snel on-line” verzending te kunnen uitvoeren. Indien gewenst kunt u deze functie uitschakelen met de key-operatorprogramma’s. (Zie "QUICK ON LINE TX" op pagina 101.) Wanneer een origineel wordt verzonden via de volgende methoden, wordt de opdracht in het geheugen opgeslagen. (“Snel On-line” verzending wordt niet uitgevoerd).
• Een fax versturen van de glasplaat.
• Distributieverzending (pagina 21)
• Timer-verzending (pagina 23)
• F-code verzending (pagina 26) in Hoofdstuk 4)
Als de ontvangende kant bezet is
Wanneer de ontvangende kant bezet is, wordt de verzending tijdelijk geannuleerd en na een korte onderbreking wordt een nieuwe poging gedaan verbinding te krijgen. (Er worden twee pogingen gedaan met een tussenpoos van 3 minuten.* Wanneer u niet wilt dat de machine een nieuwe poging onderneemt, drukt u op de [FAX STATUS] toets en annuleert u de opdracht. (Pagina 29) *1 De instellingen kunnen worden gewijzigd met de key-operatorprogramma’s). (Zie "HERHAAL INSTEL. (BEZET)"
(RECALL SETTING (BUSY)) op pagina 102.)
1
)
Als er een verzendfout optreedt
Als er zich een fout voordoet waardoor de verzendende of ontvangende machine de oproep niet binnen 45 seconden** wordt één poging gedaan na een tussenpoos van 1 minuut.* poging onderneemt, drukt u op de [FAX STATUS] toets en annuleert u de opdracht. (Pagina 29) Deze machine ondersteunt ook de foutcorrectiemodus (ECM) en wordt automatisch ingesteld om een deel van het faxbericht dat, wegens storing op de lijn niet overgekomen is, opnieuw te sturen. *2 De instellingen kunnen worden gewijzigd met de key-operatorprogramma’s. (Zie "TIMEOUT BELLEN IN
AUTOM. TX" (RING TIMEOUT IN AUTO TX) (pagina 103) en "HERH INSTELL. ( FOUT)" (RECALL SET (ERR)) (pagina 102).)
2
beantwoordt, wordt de overdracht gestopt en wordt er later automatisch een nieuwe poging gedaan. Er
2
) Wanneer u niet wilt dat de machine een nieuwe
Beelddraaiing
De machine is standaard ingesteld om een verticaal geplaatst ( ) document 90° zo te draaien, dat het in een horizontale positie komt ( ) voor verzending (A4 (8-1/2" x 11") originelen worden gedraaid naar A4R (8-1/2" x 11"R) en A5R originelen worden gedraaid naar A5). A4R (8-1/2" x 11"R) originelen en A5 originelen worden niet gedraaid. Indien gewenst kunt u deze rotatiefunctie uitschakelen met de key-operatorprogramma’s, zoals beschreven op "ROTATIE TX" (ROTATE TX) (pagina 100).
Opmerking
Plaats originelen van A5 formaat in een verticale positie ( ). Wanneer zij zich in een horizontale positie bevinden, ( A5R draaiing), drukt u op de [ORIGINEEL] toets en specificeert u het correcte origineelformaat (selecteer "A5R") (Zie "RESOLUTIE- EN BELICHTINGINSTELLINGEN SELECTEREN" op pagina 11.)
18
BASISHANDELINGEN
OK
TERUG
FAX STATUS
DEF
MNO
GHI
OK
TERUG
ANNULEREN VAN FAXVERZENDING
Als u een verzending die aan de gang of opgeslagen is wilt annuleren, volgt u de stappen hieronder. Een verzendopdracht die aan de gang of opgeslagen is, kan worden geannuleerd vanuit het faxstatusscherm. (Afdrukken van een ontvangen fax kan niet worden geannuleerd.)
Opmerking
Als u een verzending wilt annuleren, terwijl het origineel gescand wordt, ("LEZEN" verschijnt in de display) of voordat de toets is ingedrukt ([STOP LEZEN] toets ( ) wanneer u het origineel van de glasplaat scant), kan de [C] of [CA] toets worden ingedrukt.
Annuleren van faxverzending
Druk op de [FAX STATUS] toets.
1
VERBINDING 0123456789 GEHEUGEN TX No.XXX
• Wanneer een verzending aan de gang is, wordt de verzonden opdracht weergegeven.
• Als de weergegeven opdracht niet de opdracht is die u wilt annuleren, is het waarschijnlijk dat de te annuleren opdracht een opgeslagen opdracht is in de wacht staat om verzonden te worden. Druk op de [TERUG] toets om het faxstatusscherm weer te geven en volg daarna de procedure in "Cancelling a stored transmission job" op pagina 29 gebruiksaanwijzin g
Opmerking
om de opdracht te annuleren.
Wanneer er geen verzending aan de gang is, verschijnt het volgende faxstatusscherm.
FAX STATUS TX/RX JOBS TX/RX RESERVE TX/RX COMPLEET
Druk dan op de [C] toets.
2
OPDRACHT GEWIST JA NEE
van de Engelse
Druk op de [OK] toets.
3
De verzending is geannuleerd.
Opmerkingen
Als u de verzending niet wilt annuleren, drukt u op de [ ] toets in het scherm van stap 2, selecteert "NEE", en drukt op de [OK] toets.
U kunt geannuleerde handelingen controleren in het activiteitenrapport. "WISSEN" verschijnt in de "TYPE/OPMERKING" kolom van het rapport. Aanvullende informatie op de display tijdens verzending
VERBINDING
(A)
0123456789
(B)
GEHEUGEN TX
(C) (D)
P-XXX No.XXX
(A) Bestemmingsnaam
De naam van de bestemming verschijnt indien die geprogrammeerd is.
(B) Naam verzendmethode
Bij een “timer-verzending”, verschijnt de timer-icoon " " aan het begin van de naam van de verzendmethode.
(C) Huidige aantal verzonden pagina's
Verschijnt tijdens het verzenden.
(D) Documentnummer
Het documentnummer, dat tijdens het scannen in de geheugenverzendmodus is toegewezen, verschijnt.
2
Er verschijnt een scherm waarop u wordt gevraagd de annulering van de verzending te bevestigen.
19
FAXBERICHTEN ONTVANGEN
KOPIEËN
LINE
DATA
SCANNEN
FAX
BEL
SCANNEN
FAX
KLEU
PR
Wanneer een andere faxmachine een faxbericht verzendt naar uw machine, gaat uw machine bellen*, ontvangt automatisch het faxbericht en begint af te drukken. (Dit heet automatische ontvangst). Als u niet wilt dat ontvangen faxen meteen geprint worden, gebruikt u de printgeheugenfunctie om ontvangen faxberichten in het geheugen op te slaan en ze op een voor u geschikt tijdstip af te drukken (alle ontvangen faxberichten worden in een keer afgedrukt). Om deze functie te activeren en ontvangen faxberichten af te drukken, zie "FUNCTIE FAXPRINTGEHEUGEN" (FAX PRINT HOLD FUNCTION) op pagina 30
van de Engelse gebruiksaanwijzing
.
Opmerkingen
• U kunt een verzendopdracht opslaan, terwijl de faxberichtontvangst aan de gang is. (Zie "Storing transmission jobs (memory transmission)" op pagina 26.)
• Als u ontvangen faxpagina’s aan beide zijden van het papier wilt afdrukken, activeert u "DUPLEX RECEPTION" (pagina 105) in de key-operatorprogramma’s.
• Als er geen extra telefoon met de machine verbonden is, gebruikt u automatische ontvangst.
• Om faxberichten te ontvangen moet u zorgen dat er papier in de papierlade ligt. Zie “PAPIER BIJVULLEN” in de “Gebruiksaanwijzing (algemene informatie en werking van kopieerder)” voor bijvullen van het geschikte papier. Inkomende faxberichten worden automatisch aangepast aan de positie van het printpapier. Dus het is niet nodig papier zowel horizontaal ( ) als verticaal ( ) te plaatsen. Wanneer u echter een faxbericht hebt ontvangen dat kleiner is dan A4 (8-1/2” x 11”), is het voor het afdrukken te gebruiken papierformaat afhankelijk van de positie (horizontaal of verticaal) van het origineel in de verzendende machine.
FAXBERICHT ONTVANGEN
De machine gaat bellen* en de
1
ontvangst begint automatisch.
De LINE-indicator gaat branden.
*Aantal beltonen
De machine is ingesteld op twee beltonen voordat de automatische ontvangst begint. U kunt te allen tijde het aantal beltonen wijzigen van 0 tot 9 in de key-operatorprogramma’s. (Zie "#OF RINGS AT. RX" op pagina 104.) Als het aantal beltonen ingesteld is op 0, ontvangt de machine de faxberichten zonder te gaan bellen.
Eindigen ontvangst.
2
Opmerking
De documentsorteereenheid heeft een sensor die detecteert wanneer een lade vol is. Wanneer er ongeveer 100 bladen in een lade verzameld zijn, verschijnt een melding in de display en het afdrukken van faxberichten wordt stopgezet. Als dit gebeurt, verwijdert u de bladen. Het afdrukken wordt onmiddellijk hervat.
Wanneer de ontvangst eindigt, geeft de machine een pieptoon.
Wanneer de optionele documentsorteerladekit geïnstalleerd is, worden ontvangen faxberichten via de documentsorteereenheid uitgevoerd.
Eerdere uitvoer van ontvangen gegevens
Als een faxbericht niet afgedrukt kan worden, omdat het geschikte papier niet meer in de machine zit en er komt vervolgens een andere fax binnen die wel afgedrukt kan worden, dan wordt de laatste fax afgedrukt voor de fax die niet afgedrukt kan worden. Dit gebeurt ook wanneer er verschillende faxberichten in het geheugen zitten die niet afgedrukt kunnen worden. Deze functie kan worden uitgeschakeld met de key-operatorprogramma’s. (Zie "EERDERE AFDRUK" (EARLIER OUTPUT) op pagina 106.)
LIJN STATUS indicator
Nadat een ontvangen faxbericht afgedrukt wordt, gaat de LIJN STATUS-indicator knipperen, terwijl de afgedrukte fax op de documentsorteerlade blijft liggen. Wanneer de fax uit de lade wordt gehaald, stopt de indicator met knipperen. Wanneer de sorteerladekit niet geïnstalleerd is, gaat de LIJN STATUS-indicator uit, zodra het printen van het ontvangen faxbericht beëindigd is. De voorwaarden waaronder de indicator knippert en stopt met knipperen wisselt afhankelijk van de instellingen in de key-operatorprogramma’s. (Zie "FAX ONTV. LICHT" (FAX RECEPTION LIGHT) op pagina 103.)
Als er een verwijderde fax terugkeert naar de documentsorteerlade, gaat de LIJN STATUS-indicator niet opnieuw knipperen.
20
Opmerking
GEAVANCEERDE VERZENDMETHODEN
PAPIER-
FORMAAT
COPY RATIO
AUTO IMAGE
UITVOER
2-ZIJDIGE
KOPIE
FORMAAT
BROADCAST
RESOLUTIE
ADRES
ORIGINEEL
DUBBELZ. SCANNEN
3
In dit hoofdstuk worden geavanceerde functies besproken die voor specifieke doelen en omstandigheden zijn ontworpen. Lees de gedeelten die voor u van belang zijn.
HETZELFDE DOCUMENT IN EEN HANDELING NAAR MEERDERE BESTEMMINGEN ZENDEN
Deze functie wordt gebruikt om een faxbericht naar meerdere bestemmingen te zenden in een enkele handeling. Het origineel dat verzonden moet worden, wordt gescand in het geheugen en daarna naar de geselecteerde bestemmingen verzonden. Deze functie is handig voor doeleinden zoals de verspreiding van een rapport aan de verschillende afdelingen van het bedrijf. U kunt maximaal 200 bestemmingen selecteren. Als verzending naar alle bestemmingen voltooid is, wordt het document automatisch uit het geheugen gewist.
Opmerkingen
Afzender
• Als u regelmatig distributieverzending gebruikt om faxberichten naar dezelfde groep bestemmingen te verzenden, is het handig deze bestemmingen in een groep te programmeren. Groepsnummer kiezen is een automatische kiesfunctie waarbij meerdere bestemmingen (Snelkiestoetsen, Verkorte kiesnummers en volledige faxnummers ingevoerd met de cijfertoetsen) ingeprogrammeerd zijn in een snelkiestoets. De procedure voor het programmeren van groepsnummertoetsen wordt beschreven op pagina 62.
• Als er een groepsnummertoets gebruikt wordt om een faxbericht te versturen, wordt de fax verspreid (verzonden) naar de in de groepsnummertoets geprogrammeerde bestemmingen. Bijvoorbeeld, als vijf bestemmingen zijn ingeprogrammeerd in een groepsnummertoets en de toets wordt ingedrukt voor distributieverzending, heeft de distributieverzending vijf bestemmingen.
Ontvangst
(DISTRIBUTIEVERZENDING)
Pieptoon
Bestemming A
(ontvanger)
Selecteer de
distributieverzendfunctie
Het origineel is in
het geheugen gescan
Achtereenvolgens
Pieptoon
Ontvangst
Pieptoon
Ontvangst
Bestemming B
(ontvanger)
Bestemming C
(ontvanger)
)
21
GEAVANCEERDE VERZENDMETHODEN
MAAT
KOPIEER-
FAC TOR
AUTO IMAGE
UITVOER
2-ZIJD
KOP
FORMAAT
BROADCAST
ADRES ORIGINEEL
DUBB SCAN
WXYZ
26 27 28 29
31 32 33 34
ABC
GHI
OK
TERUG
DISTRIBUTIEVERZENDING GEBRUIKEN
Volg de stappen 1 tot 4 van
1
"BASISPROCEDURE VOOR FAXBERICHTEN VERZENDEN" (zie pagina 13).
Druk op de [BROADCAST] toets
2
KIES RX STATION :
Het selectiescherm bestemmingen verschijnt.
Voer een volledig faxnummer in met
3
de cijfertoetsen of druk op een automatische kiestoets (snelkiestoets, verkort kiesnummer of groepsnummertoets) om de eerste bestemming te selecteren. (Pagina 15)
Als u een fout wilt wissen tijdens de invoer van een volledig nummer met de cijfertoetsen, drukt u op de [C] toets en wist één cijfer per keer.
Een met een snelkiestoets, verkort kiesnummer, groepsnummertoets geselecteerde bestemming wordt aangegeven met een icoon en een nummer. Als u een ingevoerd gegeven wilt wissen, drukt u op de [C] toets.
D
ruk op de [OK] toets en selecteer de volgende
4
bestemming door een volledig faxnummer in te voeren of op een automatische kiestoets te drukken.
Nadat u een volledig nummer met de cijfertoetsen hebt ingevoerd, drukt u op de [OK] toets om de invoer te voltooien. Als u op een automatische
kiestoets drukt in stap 3, hoeft u niet op de [OK] toets te drukken. U kunt onmiddellijk op een andere automatische kiestoets drukken voor de volgende bestemming. Herhaal de stappen 3 en 4 om de resterende bestemmingen te selecteren.
Opmerkingen
• Als u een nummer moet wissen waarvan de invoer al voltooid is door op de [OK] toets te drukken, gebruikt u de [ ] of [ ] toets om het nummer te selecteren en drukt daarna op de [C] toets.
• Als de geselecteerde bestemmingen het displaybereik van het meldingscherm overschrijden, drukt u op de [ ] of [ ] toets om door de lijst te scrollen en de bestemmingen te controleren.
Bestemmingen kunnen ook geselecteerd worden met de adresdirectory en de [OPNIEUW KIEZEN] toets. Let er echter op dat de [OPNIEUW KIEZEN] toets alleen gebruikt kan worden om de eerste bestemming te selecteren (hij moet gebruikt worden, voordat andere bestemmingen zijn geselecteerd).
Als u twee groepsnummertoetsen gebruikt die elk 50 stations tellen, is het totaal aantal ingevoerde bestemmingen 100.
22
G
a verder vanaf stap 6 van
5
"BASISPROCEDURE VOOR FAXBERICHTEN VERZENDEN" op pagina 13).
Opmerkingen
Een distributieverzending annuleren
Als u een distributieverzending wilt annuleren tijdens het selecteren van bestemmingen, drukt u op de [CA] toets. Als u een verzending wilt annuleren nadat de verzendprocedure beëindigd is, volgt u de procedure in "ANNULEREN VAN FAXVERZENDING" (pagina 19).
VERZENDING EN ONTVANGST MET DE POLLING FUNCTIE
De andere machineUw machine
2) Hiermee kunt u polling uitvoeren van.
1) Polling (andere machine vragen document te sturen)
4) Documentgegevens worden automatisch verzonden naar uw machine
3) Van te voren in het geheugen gescande documentgegevens
Met de polling functie kan uw machine een faxmachine bellen die een document klaar voor verzending heeft en de ontvangst van het document starten. U kunt ook de omgekeerde handeling uitvoeren: een document scannen in het geheugen van uw machine zo dat een andere machine uw machine kan bellen en de ontvangst van het document kan starten. De verzendende machine bellen en de verzendende machine vragen een document te faxen wordt “polling” genoemd. Een document in het geheugen scannen en automatisch verzenden wanneer de ontvangende machine opbelt en uw machine “polt” heet “polling geheugen”. Deze functie kan alleen gebruikt worden als de andere machine een Super G3 of G3 machine is en de pollingfunctie ondersteunt.
Opmerking
Voor informatie over polling en polling-geheugen met F-codes, zie "HOE F-CODE POLLINGGEHEUGEN WERKT" (HOW F-CODE POLLING MEMORY WORKS) (pagina 50). Normale polling en geheugen-polling worden in dit hoofdstuk besproken.
Polling
Met deze functie kan uw machine een andere faxmachine bellen en de ontvangst van het document in die machine starten. Een timer-instelling kan ook worden ingesteld voor een handeling die ’s nachts plaats vindt of op een ander specifiek tijdstip. (Zie “TIMERVERZENDING” op pagina 23)
Groepsnummertoetsen en de distributieverzendfunctie (pagina 21) kunnen worden gebruikt om meerdere faxmachines in een enkele handeling te pollen (dit heet "seriële polling"). U kunt maximaal 200 machines pollen. In dit geval wordt de volgorde van de handelingen in het diagram hierboven herhaald voor iedere geselecteerde verzendende machine.
3
Opmerking
De ontvangende machine draagt de kosten (telefoonkosten) van de pollingtransactie.
Polling-geheugen
Met deze functie kan uw machine automatisch een van te voren gescand document verzenden naar het geheugen wanneer een andere machine opbelt en uw machine polt.
Uw machine De andere machine
2) Hiermee kunt u polling uitvoeren van.
1) Polling (verzoek tot verzending)
4) Documentgegevens
3) Van te voren in het geheugen gescande documentgegevens
Opmerking
De machine die om verzending vraagt draagt de kosten (telefoonkosten) van de transactie.
worden automatisch verzonden naar andere
23
DOORSTUREN VAN ONTVANGEN FAXEN NAAR EEN
2) printen niet mogelijk wegens papier­ of tonerprobleem
3) “Transport” instructies
5) Afdrukken
1) Faxverzending naar uw machine
4) Automatisch kiezen en verzenden naar geprogrammeerde transportbestemming
Uw machine
Transport bestemming
De andere machine
2-ZIJDIGE
KOPIE
SPECIALE FUNCTIE
ACC.
DUBBELZ. SCANNEN
ANDERE MACHINE WANNEER AFDRUKKEN NIET MOGELIJK IS
Wanneer afdrukken niet mogelijk is, omdat er een probleem is met papier, toner of anderszins, kunt u de ontvangen faxen doorsturen naar een andere machine, als deze machine correct geprogrammeerd is in uw machine. Deze functie is handig voor het gebruik in een kantoor of andersoortige werkruimte waar een faxmachine aangesloten is op een andere telefoonlijn. Wanneer een fax ontvangen is, gaat de DATA-indicator boven de [FAX] toets (zie "If received data cannot be printed" op pagina 29
van de Engelse gebruiksaanwijzing
) knipperen.
(DOORSTUURFUNCTIE)
Opmerkingen
Alle ontvangen faxberichten worden doorgestuurd; een bepaald faxbericht kan niet geselecteerd worden voor doorsturen. Een faxbericht dat u ontvangen hebt in een vertrouwelijke bus (zie "F-CODE VERTROUWELIJKE VERZENDING" op pagina 28) kan niet worden doorgestuurd.
Faxberichten die ontvangen zijn in het geheugen via de functie faxprintgeheugen (pagina 20) worden ook doorgestuurd.
Het resultaat van het doorsturen wordt aangeven in het activiteitenrapport (zie "HET COMMUNICATIEACTIVITEITRAPPORT MET REGELMAIGE TUSSENPOZEN BEKIJKEN (Communicatieactiviteitenrapport)" (VIEWING THE COMMUNICATION ACTIVITY REPORT AT REGULAR INTERVALS (Communication activity report)) op pagina 88).
DE DOORSTUURFUNCTIE GEBRUIKEN
Het faxnummer van de doorstuurbestemming programmeren
Het aantal doorstuurbestemmingen wordt ingeprogrammeerd in de key-operatorprogramma’s (zie "ONTVANGEN DATA DOORST. STATION INSTELLEN" (RECEIVED DATA FW. STATION SET) op pagina 105). Er kan slechts een faxnummer ingeprogrammeerd worden. De doorstuurfunctie kan allen worden gebruikt, als er een nummer ingeprogrammeerd is.
Doorsturen van ontvangen faxberichten.
Zorg dat het apparaat in faxmodus
1
staat.
De FAX-indicator brandt, wanneer de machine in faxmodus staat. Druk op de FAX-toets, wanneer de indicator niet brandt.
Druk op de [SPECIALE FUNCTIES]
2
toets.
Druk op de [SPECIALE FUNCTIES] toets om het speciale functiemenu weer te geven.
24
Selecteer “DATA OVERDRACHT” met de [ ]
GH
PQR
KOPIE
SPECIALE FUNCTIE
GHI
OK
TERUG
DATA OVERDRACHT :12345678901234 12345678901234 123456789012
TRANSFER
3
of [ ] toets.
SPECIALE FUNCTIE AFDRUKKEN INVOER DATA OVERDRACHT
Druk op de [OK]-toets.
4
GEAVANCEERDE VERZENDMETHODEN
Selecteer "OVERDRACHT" met de [ ]
5
of [ ] toets.
Als u het doorsturen wilt annuleren, selecteert u “GEEN OVERDRACHT”.
Druk op de [OK]-toets.
6
OK
begint met doorsturen van de faxen.
Opmerkingen
Een doorstuurhandeling annuleren
Druk op de [FAX STATUS] toets en annuleer daarna het doorsturen op dezelfde manier als een gewone faxverzending. (Zie "ANNULEREN VAN FAXVERZENDING" op pagina 19.) De fax(en) die zou worden doorgestuurd keert terug naar printstandby-status in uw machine.
Als doorsturen niet mogelijk is, omdat de andere machine bezet is of er een verzendfout optreedt, worden er herhaalpogingen gedaan volgens de herhaaltijdinstelling. Als doorsturen na een vastgesteld aantal herhaalde belpogingen niet succesvol is, keert de fax(en) terug naar de printstandby-status in uw machine.
Tijdens de doorstuurtransactie worden alle faxen doorgestuurd die tot dan toe in het geheugen zijn opgeslagen. Zowel de pagina die bezig was afgedrukt te worden toen het probleem zich voordeed, als alle volgende pagina’s worden doorgestuurd.
Nadat een faxbericht is doorgestuurd, worden de faxgegevens automatisch uit het geheugen gewist.
De machine kiest automatisch het doorstuurnummer dat geprogrammeerd is in de key-operatorprogramma’s en
3
25
VERZENDING MET
4
In dit hoofdstuk wordt verzending met F-codes beschreven. Dit is een handige manier om geavanceerde handelingen uit te voeren zoals relaisdistributieverzending en vertrouwelijke verzending. Lees de gedeelten die voor u van belang zijn.
F-CODES
COMMUNICATIE TUSSEN MACHINES DIE F-CODES ONDERSTEUNEN
Deze machine ondersteunt de "F-code" standaard zoals vastgesteld door de ITU-T*. Handelingen zoals relaisdistributieverzending en vertrouwelijke verzending konden vroeger alleen uitgevoerd worden met een andere Sharp faxmachine, maar nu is het met F-Code communicatie mogelijk deze handelingen uit te voeren met faxmachines van andere fabrikanten die F-Code communicatie ondersteunen. Voordat u de in dit hoofdstuk beschreven functies gebruikt, dient u er zich van te verzekeren dat de andere machine F-Code communicatie ondersteunt en over dezelfde functies beschikt als uw machine. (Let erop dat de andere machine andere namen voor bepaalde functies kan gebruiken.)
* De ITU-T is een organisatie van de Verenigde Naties die communicatiestandaards vaststelt. Het is een afdeling van de
Internationale Telecommunicatie Unie (ITU), die mondiale telecommunicatienetwerken en –diensten coördineert.
BOXEN EN SUBADRESSEN/WACHTWOORDEN DIE VEREIST ZIJN VOOR F-CODE VERZENDING
"Boxen" kunnen gecreëerd worden in het geheugen van faxmachines die F-Code communicatie ondersteunen.
Deze boxen worden gebruikt om ontvangen faxberichten van andere machines en documenten die verzonden moeten worden na ontvangst van een polling verzoek, op te slaan. U kunt maximaal 30 boxen creëren voor een verscheidenheid aan doelen en aan elke box kunt u een naam toekennen. Er moet een "subadres" dat de boxlocatie in het geheugen aangeeft, geprogrammeerd worden, en indien gewenst, kan er ook een wachtwoord geprogrammeerd worden om de toegang tot de box te controleren. (Er moet een subadres geprogrammeerd worden, maar een wachtwoord kan ook weggelaten worden.)
GEHEUGEN
0001
SBC CORP.
3321 1115
3333
Afdelingsmanager
11245
Document
Groep 1
4444
Rapporten
11111111
Openbare Box*
7732123
Afdeling
Productplanning
010
Onderdeelsmanager
123456
7732123
Afdeling
Productplanning
1115
7732123
Afdeling Productplanning
Subadres (locatie in geheugen)
Selecteer een getal van maximaal 20 cijfers
Boxnaam (gebruikt voor het beheer van boxen in uw machine)
Selecteer een naam van maximaal 36 letters
Wachtwoord (toets)
Selecteer een getal van maximaal 20 cijfers (Niet vereist)
1115
*De openbare box wordt gebruikt voor gewone geheugen-polling. (Zie "POLLINGGEHEUGEN GEBRUIKEN" (USING POLLING MEMORY) op pagina 39
van de Engelse gebruiksaanwijzing
.)
26
VERZENDING MET F-CODES
Als er communicatie optreedt waarbij de box betrokken is, dan vindt deze communicatie alleen plaats als subadres en wachtwoord die door de andere machine verzonden worden overeenkomt met subadres en wachtwoord die voor die box in uw machine geprogrammeerd zijn. Daarom moet u, om communicatie mogelijk te maken, aan de andere partij subadres en wachtwoord van de box doorgeven. Evenzo moet u subadres en wachtwoord van die box kennen, als u een fax zendt naar een box in een andere machine of polling gebruikt om een document van een box op te sporen. (Let op dat toegekende namen het eenvoudig gemakkelijker maken om de boxen te beheren; u hoeft de andere partij niet de boxnaam door te geven.) Maar u moet de andere partij subadres en wachtwoord van de box doorgeven. Deze machine gebruikt de term “subadres” voor de locatie van de geheugenbox en de term "wachtwoord" voor het wachtwoord dat communicatie mogelijk maakt; andere faxmachines of fabrikanten kunnen echter andere termen gebruiken. Als u de andere partij om een subadres en wachtwoord vraagt, is het misschien handig naar de 3-letterige alfabetische terminologie te verwijzen die gebruikt wordt door de ITU-T.
Uw machine ITU-T
F-code polling-geheugenbox F-code vertrouwelijke box Subadres SEP SUB SUB Wachtwoord PWD SID SID
F-code relaisdistributiebox
EEN BOX VOOR F-CODE VERZENDING CREËREN
Onder F-code handelingen die boxen gebruiken vallen F-code polling-geheugen (pagina 50), F-code vertrouwelijke verzending (pagina 28), en F-code relaisdistributieverzending (pagina 28). Er wordt een box gecreëerd per box een naam te programmeren en er kunnen maximaal 10 boxen voor elk type handeling gecreëerd worden.
De informatie die in iedere box geprogrammeerd is, verschilt enigszins afhankelijk van het type handeling. Voor informatie over programmeren, bewerken en verwijderen van boxen, zie "PROGRAMMEREN, BEWERKEN EN WISSEN VAN F-CODE GEHEUGENBOXEN" (PROGRAMMING, EDITING, AND DELETING F-CODE MEMORY BOXES) op pagina 74.
Nadat u een box geprogrammeerd hebt, moet u de andere partij subadres en wachtwoord van de box doorgeven.
Opmerking
Als u probeert een box te creëren, terwijl er al 10 boxen gecreëerd zijn voor dat type handeling, verschijnt er een melding en kunt u de box niet creëren. Verwijder alle ongebruikte boxen en creëer een nieuwe box. (Zie "PROGRAMMEREN, BEWERKEN EN WISSEN VAN F-CODE GEHEUGENBOXEN" (PROGRAMMING, EDITING, AND DELETING F-CODE MEMORY BOXES) op pagina 74.)
4
27
F-CODE VERTROUWELIJKE VERZENDING
F-Code vertrouwelijke verzending voorziet in een veilige manier om vertrouwelijke faxberichten te verzenden. Subadres en wachtwoord die in de box geprogrammeerd zijn, begrenzen de ontvangers van het faxbericht dat, zodra het in de box ontvangen is, alleen kan worden afgedrukt door iemand die het printwachtwoord kent. Deze functie is handig wanneer u belangrijke documenten verzendt en wilt dat alleen een bepaald persoon deze te zien krijgt of wanneer verschillende afdelingen eenzelfde faxmachine delen.
SUZUKI
Uw machine
Wanneer gegevens geprint worden
4-1) Voer printwachtwoord in (4-cijferig getal)
4-2) Gegevens worden alleen afgedrukt wanneer correct wachtwoord is ingevoerd.
SUZUKI
De andere machine
1) Documentgegevens worden, samen met een subadres en wachtwoord, verzonden naar uw machine.
Subadres
2) Controleer subadres en wachtwoord
Wachtwoord
Matchen
3) Het faxbericht wordt ontvangen in de F-code vertrouwelijke box (ontvangst is toegestaan)
Zoals het diagram hierboven aangeeft, noemt men “faxen ontvangen in de F-code vertrouwelijke geheugenbox van de machine” F-code vertrouwelijke ontvangst, en “faxen versturen naar de F-code vertrouwelijke geheugenbox van een andere machine” F-code vertrouwelijke verzending.
Opmerkingen
• Deze machine ondersteunt niet de vorige functie “vertrouwelijke verzending” van Sharp, die geprogrammeerd faxnummer en ID-code van de verzender gebruikt.
• Zie pagina 74 tot en met 78 voor de procedures voor het creëren, bewerken en verwijderen van F-code vertrouwelijke geheugenboxen.
• Let erop dat u het printwachtwoord niet vergeet, dat in de F-code vertrouwelijke box geprogrammeerd is. Als u het wachtwoord vergeten bent, neem dan contact op met uw Sharp dealer.
Matchen niet
F-CODE VERZENDING (F-CODE VERTROUWELIJKE VERZENDING)
Voor de uitvoering van F-code vertrouwelijke verzending, dient u, na het faxnummer van de ontvangende machine, subadres (SUB) en wachtwoord (SID) in te voeren. (Laat het wachtwoord weg wanneer de andere machine geen wachtwoord gebruikt.) Als u een fax wilt ontvangen die via F-code vertrouwelijke verzending verstuurt is (dit heet F-code vertrouwelijke ontvangst), dient u aan de verzendende partij het subadres (SUB) en het wachtwoord (SID) van uw vertrouwelijke box door te geven. (Laat het wachtwoord weg als dit niet geprogrammeerd is in de box.)
Opmerking
28
Een F-code vertrouwelijke verzending kan in combinatie met de functie distributieverzending (pagina 21) of timer-verzending (pagina 23) gebruikt worden en kan als programma worden opgeslagen (pagina 72).
HANDIGE
Opmerkingen
5
In dit hoofdstuk worden de handige functies beschreven die u kunt gebruiken als u een fax stuurt, een extra telefoon en andere functies aansluit die een breder gebruik van de faxmachine mogelijk maken. Lees de gedeelten die voor u van belang zijn.
GEBRUIKSMETHODEN
EEN EXTRA TELEFOON AANSLUITEN
U kunt een telefoon met de machine verbinden en deze als extra telefoon gebruiken om gesprekken te voeren en te ontvangen, zoals een normale telefoon. Faxontvangst kan ook geactiveerd worden van een extra telefoon die met de machine verbonden is. (Bediening op afstand)
Opmerking
EEN EXTRA TELEFOON GEBRUIKEN
Een extra telefoon gebruiken voor gesprekken
Een extra telefoon verbonden met de machine kan gebruikt worden om telefoongesprekken te voeren en te ontvangen, zoals via een normale telefoon.
Als u een gecombineerd telefoon/antwoordapparaat met de machine verbindt, kunt u het antwoordapparaat niet gebruiken.
• Als de faxontvangstmodus ingesteld is op automatische ontvangst, moet u voor de beantwoording de hoorn optillen, voordat de machine automatisch antwoordt. De machine is standaard ingesteld op beantwoording na twee beltonen. U kunt het aantal beltonen wijzigen van 0 tot 9 in de key-operatorprogramma’s. (Zie "AANT. BEL SIG.RX" (#OF RINGS AT. RX) op pagina 104.)
• Als u geen kiestoon hoort wanneer u de extra telefoon opneemt, betekent dat dat de machine een fax verstuurt of ontvangt. Leg de hoorn terug.
29
PROGRAMMEREN
2-ZIJDIGE
KOPIE
SPECIALE FUNCTIE
ACC.
DUBBELZ. SCANNEN
GH
PQR
KOPIE
SPECIALE FUNCTIE
GHI
OK
TERUG
6
PRINTLIJSTEN VAN GEPROGRAMMERDE INFORMATIE, INSTELLINGEN EN COMMUNICATIEACTIVITEIT
U kunt lijsten afdrukken die geprogrammeerde informatie, instellingen en communicatieactiviteit weergeven. U kunt de onderstaande lijsten afdrukken.
• ACTIV. JOURNAL: Dit rapport geeft informatie over de meest recente verzendingen en ontvangsten, met inbegrip van informatie over communicatietijd en de andere partij.
• TIMER LIJST: Deze lijst geeft de timerverzendingen en herhaalopdrachten.
• GEH. POLLING LIJST: Deze lijst geeft informatie over de documenten en instellingen die voor geheugen-polling en F-code geheugen-polling zijn opgeslagen.
• SNELKIES LIJST: Deze lijst geeft de informatie die is opgeslagen in iedere geprogrammeerde snelkiestoets.
• VERK. KIES LIJST: Deze lijst geeft de informatie die is opgeslagen in ieder geprogrammeerde “Verkort kiesnummer”.
• GROEP LIJST: Deze lijst geeft de informatie die is opgeslagen in iedere geprogrammeerde groepsnummertoets.
• TELEFOON NR. LIJST: Deze lijst geeft de bestemmingen opgeslagen in de automatische kiesnummers in volgorde van hun zoekletters.
•PROGRAMMA LIJST: Deze lijst geeft de inhoud van elk opgeslagen programma.
• S.A. LIJST: Deze lijst geeft subadressen en wachtwoorden die geprogrammeerd zijn voor F-code communicatie. (Let op: printwachtwoorden staan niet in de lijst.)
• VERTR. RX LIJST: Deze lijst geeft zowel de vertrouwelijke boxnummers, waarin vertrouwelijke faxberichten zijn ontvangen als het aantal ontvangen pagina's.
In Faxmodus, druk op de [SPECIALE
1
FUNCTIES] toets.
Begin de volgende procedure van het basisscherm van de Faxmodus.
Wanneer de [SPECIALE FUNCTIE] toets ingedrukt wordt, verschijnt het scherm “functie selecteren”. (Als u de faxmodus wilt selecteren, zie stap 1 op pagina 13.)
Selecteer “AFDRUKKEN” met de [ ] of
2
[ ] toets.
SPECIALE FUNCTIE COMM. INSTELLING ORIGINEEL OPSL. AFDRUKKEN
30
Druk op de [OK] toets.
3
Selecteer “BERICHT” met de [ ] of
4
[] toets.
AFDRUKKEN BERICHT VERTR.RX DATA
PROGRAMMEREN
Druk op de [OK] toets.
5
OK
Selecteer de lijst die u wilt afdrukken
6
Druk op de [OK] toets.
7
OK
met de [] of []-toets.
BERICHT ACTIV. JOURNAAL TIMER LIJST GEH.POLLINGLIJST SNELKIES LIJST
KARAKTERS INVOEREN
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u letters voor namen van verkorte kiesnummers, snelkiesnummers, groepsnummertoetsen, maar ook accountnamen, programmanamen en zoekletters voor de adreslijst, kunt invoeren en bewerken.
LETTERS DIE KUNNEN WORDEN INGEVOERD
Letters die voor namen kunnen worden ingevoerd
De onderstaande letters kunnen worden ingevoerd:
• U kunt voor een naam maximaal 36 letters invoeren.
Voor een accountnaam of afzendersnaam kunt u echter maximaal 18 letters invoeren.
• Hoofdletters, kleine letters, getallen, speciale letters en tekens.
Letters die als zoekletters kunnen worden gebruikt
De onderstaande letters kunnen worden gebruikt:
• U kunt voor zoekletters maximaal 10 letters invoeren.
• Hoofdletters, kleine letters, getallen, speciale letters
Opmerkingen
• Zoekletters zijn gewoonlijk de eerste 10 letters van een naam die voor een bestemming ingevoerd is.
Zoekletters worden gebruikt wanneer er automatische kiestoetsen en –nummers opgeslagen en gebruikt worden.
• Wanneer een bestemmingsnaam een teken bevat, kan dit niet als zoekletter opgeslagen worden.
• Zoekletters kunnen worden bewerkt.
OVERSCHAKELEN NAAR DE INVOERMODUS
Open de “verkort kiezen” overlay om de alfabetische karakters in te voeren.
Wanneer de “verkorte kiestoets” overlay open staat
Wanneer de “verkorte kiestoets” overlay open staat, kunnen er letters worden ingevoerd. Druk op de [SHIFT] toets om te wisselen tussen hoofdletters en kleine letters.
26 27 28 29 30
ABCDE
31 32 33 34 35
FGH I J
36 37 38 39 40
KLMNO
41 42 43 44 45
PQR TS
46 47 48 49 50
U V W XYZ SP
SPEAKER
OPNIEUW KIEZEN/PAUZE VERKORT KIEZEND
SHIFT
COMMUNICATIE INSTELLING
SYMBOOL
SPATIE/–
6
Wanneer de “verkorte kiestoets” overlay gesloten wordt
Bij het sluiten van de “verkorte kiestoets” overlay worden de letters, die tot dan toe ingevoerd zijn, opgeslagen.
31
PROBLEEMOPLOSSING
7
Dit hoofdstuk bevat informatie die u helpt efficiënt gebruik te maken van de faxfuncties van de machine, met inbegrip van oplossingen voor veel voorkomende problemen.
INFORMATIE VERSCHIJNT IN DE TYP/NOOT KOLOM
Informatie zoals transactietype en fouttype verschijnt in de TYP/NOOT kolom van het Transactierapport of Activiteitenrapport (pagina 88). De volgende aantekeningen kunnen verschijnen.
Verzendresultaat Uitleg
OKE Verzending is succesvol uitgevoerd. BEZET Verzending is niet succesvol uitgevoerd, omdat de lijn bezet was. STOP Een verzending die aan de gang was of opgeslagen was, is geannuleerd. S. STORING De stroom stond uit of er is een stroomonderbreking opgetreden. GEEN RX POLL Omdat er in de pollingmachine geen eigen faxnummer geprogrammeerd was, is er
een pollingverzoek genegeerd.
TOEG. NR FOUT Er is een pollingverzoek genegeerd, omdat het faxnummer van de andere machine
niet opgeslagen was als polling-wachtwoord in uw machine.
ORG FOUT Terwijl u een fax van de SPF in directe verzendmodus probeerde te versturen, is er
een papierstoring opgetreden.
FOUTXXXXXX Wegens condities van de telefoonverbinding heeft verzending niet normaal
plaatsgevonden. Eerste twee cijfers van het foutnummer van de verzending: Geeft een foutcode aan van 00 tot 31. Laatste twee cijfers van het foutnummer van de verzending: Een code bestemd voor gebruik door technici.
XX-XX OKE Als groepsnummer kiezen, distributieverzending of F-code relaisverzoek-verzending
uitgevoerd is. xxx- : Geeft het totaal aantal verzendingen aan. xxx OK : Geeft de voltooide verzendingen aan.
G N S ADR FUCT Toen er geprobeerd is een F-code verzending uit te voeren,
(1) Had de andere machine geen F-code functie. (2) Was er geen F-code geprogrammeerd in de andere machine.
S ADR TX STO. Toen er geprobeerd is een F-code verzending uit te voeren,
(1) Kwamen de subadressen niet overeen. (2) Kwamen de wachtwoorden niet overeen. (3) Was er een F-code openbare box ingesteld.
SA POLL FOUT Toen er geprobeerd is een F-code “openbare box verzending” te verrichten,
(1) Bestond de F-code openbare box, gedefinieerd door het subadres, niet. (2) Had het subadres een andere box gedefinieerd dan een F-code openbare box.
TOEG. NR FOUT Toen er geprobeerd is een F-code “openbare box verzending” te verrichten,
(1) Kwamen de wachtwoorden niet overeen.
32
PROBLEEMOPLOSSING
Ontvangstresultaat Uitleg
OKE Ontvangst was succesvol uitgevoerd. S. STORING De stroom stond uit of er is een stroomonderbreking opgetreden. GEHEUGEN VOL ORG. TE LANG GEEN RX POLLL Toen er geprobeerd is polling uit te voeren,
RX GEEN POLL Toen er geprobeerd is polling uit te voeren,
FOUTxx xxxx Wegens condities van de telefoonverbinding heeft ontvangst niet normaal
XX-XX OKE Toen een seriële polling normaal beëindigd werd,
GEEN SA POLL Toen er geprobeerd is een F-code polling uit te voeren,
Het beeldgeheugen is tijdens vervangende ontvangst naar het geheugen vol geraakt. Het verzonden document was meer dan 1500 mm lang en kom daardoor niet ontvangen worden.
(1) Was uw faxnummer (nummer van de verzender) niet in uw machine
geprogrammeerd.
(2) Was uw faxnummer niet geprogrammeerd als een polling wachtwoordnummer in
de andere machine.
(1) Had de andere machine had geen polling-functie. (2) Had de andere machine geen document opgeslagen in het polling-geheugen.
plaatsgevonden. Eerste twee cijfers van nummer verbindingsfout: Foutcode van 00 tot 31. Eerste vier cijfers van nummer verbindingsfout: Code bestemd voor gebruik door technici.
xxx- : Geeft het totaal aantal verzendingen aan. xxx OK : Geeft de voltooide verzendingen aan.
(1) Had de andere machine geen F-code polling-geheugen functie. (2) Was er geen F-code geprogrammeerd in de andere machine. (3) Had de andere machine geen document opgeslagen in het polling-geheugen.
SA POL TX FOUT Toen er geprobeerd is een F-code polling uit te voeren,
(1) Kwamen de subadressen niet overeen. (2) Kwamen de wachtwoorden niet overeen. (3) Waren de F-code geheugenboxen van de andere machine bestemd voor F-code
relaisverzoek-verzending of voor F-code vertrouwelijke verzending.
S ADD RX STO. Toen er geprobeerd is een F-code uit te voeren,
(1) Kwamen de subadressen niet overeen of waren ze niet geprogrammeerd. (2) Kwamen de wachtwoorden niet overeen of waren zij niet geprogrammeerd. (3) Was er een F-code polling-geheugenbox geprogrammeerd.
JUNK FAX FOUT Faxontvangst is genegeerd door de negeerfunctie ontvangst.
7
33
WANNEER ER EEN ALARM AFGAAT EN EEN WAARSCHUWINGSMELDING VERSCHIJNT
Wanneer er een fout optreedt tijdens een transactie, gaat er een alarm af en verschijnt er een melding in de display. Als één van de volgende meldingen verschijnt, volgt u de instructies in de tabel.
Melding
(alarm gaat af)
XXXXXX Lijn storing
Onderhoud nodig. Bel voor service [OK]:TERUG
Terugplaatsen X originenel. [START]: HERVAT
Open LADE xx en
vul xxxx papier bij.
[OK]:TERUG
Verwijder papier van de uitvoerlade en druk op [OK].
Betekenis van melding Oplossing Pagina
Een fout heeft de voltooiing van de transactie verstoord.
Het is tijd voor onderhoud en controle.
Er is een papierstoring opgetreden in de SPF.
U hebt een faxbericht ontvangen maar er ligt geen geschikt papier in de papierlade.
De papierlade is geopend. Sluit de papierlade. – Het bovengedeelte van de
documentsorteereenheid is vol papier.
Er is een sorteereenheidfout opgetreden.
Probeer de transactie opnieuw uit te voeren.
Neem contact op met uw dealer.
Vul het aangegeven aantal originelen bij.
Papier toevoegen.
Verwijder het papier.
Druk op de [CA] toets om de fout te wissen.
“PAPIER BIJVULLEN” in de
Gebruiksaanwijzing
(algemene informatie en
werking van kopieerder)
9
”.
Verwijder pap. Er is een papierstoring
opgetreden in het uitvoergedeelte.
Sluit de klep.
Tonerniveau laag. Toner is bijna op. Vervang de tonercartridge.
Vul toner bij.
[OK]:TERUG
Hang op de ontvanger.
ontplooi origineel en plaats XX originelen in de originelen invoer. [[START]:DOORGAAN
Er is een machineklep geopend.
Er is geen toner. Vervang de tonercartridge.
De extra telefoon is van de haak. (Wanneer er een extra telefoon aangesloten is).
Het gedetecteerde origineelformaat is kleiner dan het huidige origineelformaat, of er is een kleiner formaat geselecteerd.
Verwijder het vastgelopen papier.
Sluit de klep.
Plaats de extra telefoon terug.
Plaats de originelen opnieuw en verzeker u ervan dat het formaat in de display hetzelfde is als het huidige origineelformaat.
“VASTGELOPEN PAPIER
VERWIJDEREN” in de
Gebruiksaanwijzing
(algemene informatie en
werking van kopieerder)
“TONERCARTRIDGES
VERVANGEN” in de
Gebruiksaanwijzing
(algemene informatie en
werking van kopieerder)
“TONERCARTRIDGES
VERVANGEN” in de
Gebruiksaanwijzing
(algemene informatie en
werking van kopieerder)
”.
”.
”.
34
PROBLEEMOPLOSSING
ZELFDIAGNOSEFUNCTIE
De machine heeft een zelfdiagnosefunctie die automatisch de machine stopzet zodra er een probleem in de machine optreedt. Als er een probleem in faxmodus optreedt, verschijnt de volgende display.
Mededelingweergave Oplossing
Bel om service code:xx xx.
Hoofdcode
Subcode
Zet de stroom uit en vervolgens weer aan. Als de fout niet weg is, noteer dan de 2-cijferige hoofdcode en de 2-cijferige subcode en neem contact op met uw dealer.
MELDINGEN TIJDENS NORMALE FUNCTIONERING
Melding Betekenis van melding
VERZONDEN xx% No.001 P-xxx
LEZEN xx% No.001 P-xxx
Gereed. 100% VRIJ 22 AUG 10.25 U.
INGEVEN KIES NR. #
Dit verschijnt wanneer er een directe verzending eindigt (“xx”geeft het aantal pagina’s aan).
Het origineel wordt in het geheugen van het apparaat gescand.(tijdens geheugenverzending).
De machine staat in de standbystatus.
Dit verschijnt wanneer u op de [SPEAKER]-toets hebt gedrukt.
35
7
PROBLEMEN EN OPLOSSINGEN
Als u een probleem met de faxfunctie waarneemt, controleer dan eerst de volgende tabel. In dit hoofdstuk worden problemen met de faxfunctie beschreven. Zie voor problemen van de normale functionering van de machine “PROBLEMEN OPLOSSEN” in de "Gebruiksaanwijzing (algemene informatie en werking van kopieerder)".
Probleem Controlepunten Oplossing Pagina
De machine werkt niet. Staat de hoofdschakelaar
aan? Verschijnt er een
foutmelding op de display?
Kiezen is niet mogelijk. Is de telefoonkabel goed
aangesloten? Staat de hoofdschakelaar
aan? Staat de machine in
faxmodus?
Kan geen fax verzenden Bevindt er zich papier in
de ontvangende faxmachine?
Ondersteunt de ontvangende machine G3 verzending?
Zijn subadres en wachtwoord correct? (Wanneer u F-code verzending gebruikt)
Zet de hoofdschakelaar op ON.
Wis de fout zoals aangeven in de melding.
Controleer de aansluitingen.
Zet de hoofdschakelaar op ON.
Druk op de [FAX] toets om de machine in faxmodus te zetten.
Neem contact op met de operator van het ontvangende faxapparaat.
"Hoofdschakelaar" op pagina 3
"WANNEER ER EEN ALARM AFGAAT EN EEN WAARSCHUWINGSMELDING VERSCHIJNT" op pagina 34
"Lijnverbinding" op pagina 3
"Hoofdschakelaar" op pagina 3
"BASISPROCEDURE VOOR FAXBERICHTEN VERZENDEN" op pagina 13
Het verzonden beeld wordt aan de ontvangende zijde blanco afgedrukt
Is de ontvangende machine klaar om te ontvangen?
Gebruikt u een geschikt origineelformaat?
Is het origineelformaat correct gedetecteerd?
De melding “Lezen afgebroken. A.U.B. herhaal verzend operatie.
Was het origineel zo geplaatst dat de correcte zijde gescand is?
Als de ontvangende machine thermisch papier gebruikt, was het thermische papier met de verkeerde kant naar buiten geplaatst?
Controleer de verzendbare formaten.
Controleer het formaat van het origineel.
Als u probeert te verzenden terwijl de melding “Opwarmen” verschijnt, kan de verzending niet correct plaatsvinden. Herhaal de verzending.
Zorg ervoor dat het origineel zo geplaatst is dat de correcte zijde gescand wordt.
Neem contact op met de operator van het ontvangende faxapparaat.
"ORIGINELEN DIE GEFAXT KUNNEN WORDEN" op pagina 8
"HET FORMAAT VAN EEN GEPLAATST ORIGINEEL CONTROLEREN" op pagina 10
"HET ORIGINEEL PLAATSEN" op pagina 9
36
PROBLEEMOPLOSSING
Probleem Controlepunten Oplossing Pagina
Het verzonden beeld is vervormd.
Er verschijnen witte of zwarte strepen op het verzonden beeld.
Verzending vindt niet op het gedefinieerde tijdstip plaats.
Afdrukken vindt niet plaats na ontvangst.
Waren de telefoonverbindingcondities slecht vanwege onweer of andere redenen?
Zijn resolutie- en belichtinginstellingen correct?
Is de glasplaat of de scanplaat voor de SPF (het lange smalle glas) vuil?
Is de klok van de machine op de juiste tijd ingesteld?
Verschijnt er een foutmelding met betrekking tot papier bijvullen, toner bijvullen of een papierstoring? (Dit betekent dat afdrukken niet mogelijk is).
Probeer de transactie opnieuw.
Controleer de resolutie- en belichtinginstellingen.
Reinig de glasplaat of de scanplaat voor de SPF.
Stel de klok van de machine op de juiste tijd in.
Herstel afdrukfunctie zoals aangegeven in de melding. Het afdrukken begint.
"RESOLUTIE- EN BELICHTINGINSTELLINGEN SELECTEREN" op pagina 11
“DE MACHINE REINIGEN” in de “Gebruiksaanwijzing (algemene informatie en werking van kopieerder)”.
"DATUM&TIJD INST." (DATE & TIME SET) op pagina 99
"
WANNEER ER EEN ALARM AFGAAT EN EEN WAARSCHUWINGSMELDING VERSCHIJNT
" op pagina 34
Een ontvangen faxbericht wordt blanco afgedrukt.
Het ontvangen beeld is vaag.
Het ontvangen beeld is vervormd.
Er is geen kiestoon. Is het volume ingesteld op
De machine belt niet. Is het belvolume
Kiezen is niet mogelijk. Is de telefoonkabel goed
Telefoon
Is de verkeerde kant van het origineel gescand in de verzendende machine?
Is het origineel vaag? Vraag de andere partij de
Waren de telefoonverbindingcondities slecht vanwege onweer of andere redenen?
“laag”?
uitgeschakeld?
aangesloten? Als er een extra telefoon
met de machine verbonden is, is dan het TELEFOON" (EXTENSION TEL) programma geactiveerd?
"EXT.
Neem contact op met de operator van het verzendende faxapparaat.
fax opnieuw te sturen met een juiste belichtinginstelling.
Vraag de andere partij het faxbericht opnieuw te versturen.
Stel het volume in op “middel” of “hoog”.
Stel het belvolume in op “laag”, “middel” of “hoog”.
Controleer de aansluitingen.
Activeer dit programma. "EXT. TELEFOON"
"SPEAKER VOLUME" op pagina 97
"SPEAKER VOLUME" op pagina 97
"Lijnverbinding" op pagina 3
(EXTENSION TEL) op pagina 97
7
37
KEY-OPERATORPROGRAMMA’S
8
U hebt toegang tot de key-operatorprogramma’s via de volgende menustructuur. Zie voor meer informatie pagina 95.
Level 1 Level 2 Level 3
FAXINSTELLINGEN LIJST AFDRUKKEN/INSTELLEN LIJST AFDRUKKEN
LIJSTINSTELLING
BASISINSTELLINGEN PAUZETIJD
EIG TOEGANGSC INS SPEAKERVOLUME
Key-operatorcode
TX/RX EINDGELUID TX/RX LENGTE EINDGELUID EXTRA TELEFOON ONTVANGST OP AFSTAND ACCOUNTREGELING ACCOUNT # INSTELLEN DATUM & TIJD INSTELLEN AUTOMATISCHE ZOMERTIJDINSTELLING ONDERBR. AFDRUKBLOKKERING
VERZENDFUNCTIE RES. CON. INSTELLEN
AUTOMATISCH TX REDUCE TX DRAAIEN PAGINATELLER INSTELLEN VERZENDMODUS SNEL ONLINE TX PRINTSTATION # IN RCVD DATA ACC. NAAM AFDRUKKEN HERH INSTELL. ( BEZET HERH INSTELL. ( FOUT) TIMEOUT BELLEN IN AUTOM. TX AUTOM. VOORBLAD
ONTV. FUNCTIE FAXONTVANGST LAMPJE
FAXONTVANGST LAMPJE LADESELECTIE ONTVANGEN DATA-AFDRUKCONDITI AUTOM. ONTV. REDUCE VOOR NORMAAL FORMAAT DUPLEXONTVANGST 8 1/2x11 RX REDUCE DOORST. RX DATA ONTVANGEN DATA DOORST. STATION INSTELLEN INDEX AFDRUKKEN EERDERE UITVOER ANTI JUNK FAX JUNK FAX INVOEREN#
38
POLLINGBEVEILIGING POLLINGBEVEILIGING
POLLINGWACHTWOORD # MODUS
BIJLAGE
9
Dit hoofdstuk bevat de informatie over de faxfuncties en de index.
TECHNISCHE SPECIFICATIES
Zie voor informatie over stroomeisen, stroomverbruik, afmetingen, gewicht en andere specificaties die alle functies van de machine gemeen hebben in “SPECIFICATIES” in de "Gebruiksaanwijzing (algemene informatie en werking van kopieerder)".
Geschikte telefoonlijn Openbaar geschakeld telefoonnet Compressiemethode MH, MR, MMR, JBIG Overdrachtmodus Super G3, G3 (de machine kan uitsluitend faxberichten ontvangen en versturen naar
faxmachines die standaard G3 of Super G3 ondersteunen) Flatbedscanner Flatbed CCD Scanresolutie
(ondersteund ITU-T standaarden)
Printmethode Elektrofotografie Verzendsnelheid 33.6 kbps tot 2.4 kbps Automatische uitwijkfaciliteit Overdrachtstijd*
Papierformaat A3 tot A5, 8-1/2" x 11" (machine gebaseerd op inchformaat: 11" x 17" tot 5-1/2" x
Effectieve opnamebreedte 293 mm max. (A3 afdrukken) of 11.5" max. (11" x 17" afdrukken) Overdraagbaar
origineelformaat Effectieve scanbreedte Maximum 297 mm (11.7") Halftoon overdracht Ja (256 niveaus) Contrastaanpassing Automatisch (5 niveaus via handmatige afstelling) Extra telefoonaansluiting Mogelijk (1 telefoon) Automatisch nummer
kiezen Timer-verzending Ja Programmafunctie Ja (9 programma’s) F-code ondersteuning Ja (kan SUB/SEP (subadres-) en SID/PWD (wachtwoord-) signalen verzenden en
Automatische origineelinvoer
Beeldgeheugen 2 MB* Foutencorrigerende modus
(ECM)
*1
Verzendsnelheid is voor een A4 of 8-1/2" x 11" document met ongeveer 700 letters bij een standaard resolutie (8 x 3.85 lijnen/mm) verzonden in hoge snelheidmodus (33.6 kbps (JBIG) of 14.4 kbps (JBIG)). Dit betreft alleen de tijd die nodig is voor de verzending van de beeldinformatie; de tijd die nodig is voor de verzending van protocolsignalen is niet inbegrepen. Werkelijke verzendtijden variëren afhankelijk van de inhoud van een document, het type van de ontvangende machine en de conditie van de telefoonverbinding.
*2 Beeldgeheugen kan uitgebreid worden door de installatie van aanvullend faxgeheugen (8 MB).
1
8 x 3.85 lijnen/mm (Standaard)
8 x 7.7 lijnen/mm (Fijn, Fijn - Halftoon)
8 x 15.4 lijnen/mm (Extra fijn, Extra fijn - Halftoon)
16 x 15.4 lijnen/mm (Extra fijn, Extra fijn - Halftoon)
2 seconden (Super G3 mode / 33.6 kbps, JBIG),
6 seconden (G3 ECM mode / 14.4 kbps, JBIG)
8-1/2", A4)
A3 tot A5, 8-1/2" x 11" (machine gebaseerd op inchformaat: 11" x 17" tot 5-1/2" x 8-1/2")
Zie Beelddraaiing op pagina 18 voor verzending van documenten met A5 formaat.
Er kunnen in totaal 50 snelkiestoetsen en groepsnummertoetsen; 300 verkorte
kiesbestemmingen opgeslagen worden.
ontvangen)
JA (maximaal 40 bladen, of 30 bladen van 90 g/m2 (24 lbs.) papier, of totale
stapeldikte 4 mm (5/32") of minder).
2
Ja
De illustraties kunnen afwijken van de werkelijke inhoud als gevolg van verbeteringen aan de machine.
39
Déclaration de Conformité
AR-FX11
GEDRUKT IN FRANKRIJK
TINSH1406TSZZ
Loading...