This equipment complies with the requirements of Directive 1999/5/EC.
Dieses Gerät entspricht den Anforderungen der EU-Richtlinie 1999/5/EG.
Cet appareil est conforme aux exigences de la directive 1999/5/CE.
Este aparato satisface las exigencias de las Directiva 1999/5/CE.
Quest'apparecchio è conforme ai requisiti delle direttiva 1999/5/CE.
Dit apparaat voldoet aan de eisen van de richtlijn 1999/5/EG.
Este equipamento obedece às exigências da directiva 1999/5/CE.
Denna utrustning uppfyller kraven enligt direktiv 1999/5/EC.
Dette udstyr overholder kravene i direktiv 1999/5/EF.
Dette produktet oppfyller kravene i direktiv 1999/5/EC.
Tämä laite täyttää direktiivi 1999/5/EY.
Bu cihaz Avrupa Parlamentosu ve Konseyi Direktifi 1999/5/EC 'nin gerekliliklerine uygundur.
Toto zarízení je v souladu s pozadavky smernice rady 1999/5/EC.
Seade vastab direktiivi 1999/5/EÜ nõuetele.
Ez a berendezés megfelel az 1999/5/EK Irányelvnek.
Ši ierice atbilst tehniskam prasibam pec 1999/5/EC direktivas.
Šis prietaisas atitinka direktyvos 1999/5/EC reikalavimus.
To urzadzenie spelnia wymagania dyrektywy 1999/5/EC.
Tento prístroj je v súlade s poziadavkami smernice rady 1999/5/EC.
Ta oprema je v skladu z zahtevami Direktive 1999/5/EC.
Deze speciale accessoires dienen bij het apparaat gebruikt te worden.
■ Opmerking voor gebruikers in Europa
Dit apparaat werkt op het Nederlands analoge openbaar geschakeld telefoonnet.
Deze apparatuur is getest conform de Europese TS103 021 regelgeving.
Het functioneert op alle analoge telefoonnetwerken die voldoen aan de TS103 021 norm.
Neem contact op met uw dealer of netwerkbeheerder als u niet zeker weet of uw netwerk voldoet
aan de TS103 021 norm.
WAARSCHUWING:
Dit is een klasse A product. In een woonomgeving kan dit product radiostoringen veroorzaken. In
dit geval moet de gebruiker eventueel passende maatregelen treffen.
INLEIDING
Dank u voor de aankoop van dit product. De referentiegids bevat uitsluitend korte beschrijvingen van de faxfuncties
van het product. Lees de "Gebruiksaanwijzing (algemene informatie en werking van kopieerder)" voor
veiligheidsinstructies en algemene informatie over het gebruik van de machine, inclusief laden van papier,
verwijderen van vastgelopen papier en het gebruik van randapparatuur.
Raadpleeg de volgende handleidingen wanneer dit van toepassing is:
Kopieerfuncties: Zie de “Gebruiksaanwijzing (algemene informatie en werking van kopieerder)”.
Printerfunctie: Zie de “Gebruiksaanwijzing (voor de printer en scanner)”.
Netwerkscannerfunctie
geïnstalleerd is).
De uitleg in deze referentiegids gaat ervan uit dat bepaalde optionele randapparaten geïnstalleerd zijn.
Let erop dat alle pagina’s vanaf pagina 40 verwijzen naar de Engelse Gebruiksaanwijzing die meegeleverd wordt bij
deze referentiegids.
Deze referentiegids verwijst naar de zelfomkerende eenmalig doorvoerende origineelinvoer als "RSPF" en naar de
eenmalig doorvoerende origineelinvoer als "SPF". Tenzij het specifiek vermeld staat wordt zowel naar de RSPF als
naar de SPF eenvoudig verwezen als “SPF”.
: Zie de “Gebruiksaanwijzing (voor netwerkscanner)” (indien de netwerkscanneroptie
EEN EXTRA TELEFOON AANSLUITEN
U kunt een telefoon met de machine verbinden en deze als extratelefoon gebruiken om gesprekken te voeren en te
ontvangen zoals een normale telefoon. Faxontvangst kan ook geactiveerd worden van een extra telefoon die met de
machine verbonden is. (bediening op afstand)
Opmerkingen
• Als u een gecombineerd telefoon/antwoordapparaat met de machine verbindt, kunt u het antwoordapparaat
niet gebruiken.
• U kunt zelfs tijdens stroomonderbrekingen van de telefoon gebruik maken
EEN EXTRA TELEFOON AANSLUITEN
Steek het uiteinde van het
1
verlengsnoer in de plug voor de extra
telefoon aan de linkerkant van de
machine.
Plug voor extra
telefoon
Als u een “klik” hoort zit het
snoer goed vast.
Steek het uiteinde van het
1
verlengsnoer in de adapter.
Wandcontactdoos
Adapter
TEL bus
Let op of u een kliktoon
hoort, waardoor wordt
aangegeven dat het
snoer stevig is
aangesloten.
OVERSCHAKELEN NAAR DE INVOERMODUS ..............31
PROBLEEMOPLOSSING
MELDINGEN TIJDENS NORMALE FUNCTIONERING
........... 26
.35
HETZELFDE DOCUMENT IN EEN HANDELING
NAAR MEERDERE BESTEMMINGEN ZENDEN
(DISTRIBUTIEVERZENDING)
● DISTRIBUTIEVERZENDING GEBRUIKEN....22
VERZENDING EN ONTVANGST MET DE
POLLING FUNCTIE
DOORSTUREN VAN ONTVANGEN FAXEN NAAR EEN
ANDERE MACHINE WANNEER AFDRUKKEN NIET
MOGELIJK IS (DOORSTUURFUNCTIE).......................24
● DE DOORSTUURFUNCTIE GEBRUIKEN .....24
........................................ 23
............................ 21
2
8
● KEY-OPERATORPROGRAMMA’S ............... 38
9
TECHNISCHE SPECIFICATIES...................... 39
KEY-OPERATORPROGRAMMA’S
BIJLAGE
DIT PRODUCT OP JUISTE WIJZE ALS
FAX GEBRUIKEN
Er zijn een aantal punten waarop u moet letten wanneer u dit product als fax gebruikt. Let op het volgende.
Lijnverbinding
Gebruik alleen de meegeleverde telefoonkabel om het toestel op de wandcontactdoos aan te sluiten. Steek het ene
einde van het telefoonsnoer in de telefoonplug aan de linkerkant van de machine, zoals aangegeven. Steek het
andere eind van het telefoonsnoer in de contactdoos.
Indien noodzakelijk gebruikt de adapter.
LINE aansluiting
Wandcontactdoos
Adapter
Steek de stekker
er stevig in tot u
een "klik" hoort.
LINE aansluiting
Steek de stekker
er stevig in tot u
een "klik" hoort.
Hoofdschakelaar
Laat de stroomschakelaar van de machine altijd aanstaan. Zet
de stroomschakelaar niet uit. Als de stroom uit staat, kan de fax
niet gebruikt worden.
Als de stroom uit staat, kan de machine geen faxen ontvangen.
Let erop dat de machine niet in werking is, wanneer u de stroom afzet.
Wanneer de stroom uitgeschakeld wordt, terwijl de machine in werking
is, kan er papier vastlopen. Als er instellingen geconfigureerd zijn,
zullen deze geannuleerd worden.
Lithiumbatterij
Een lithiumbatterij wordt in de machine gebruikt om de
instellingen en geprogrammeerde informatie, zoals opgeslagen telefoonnummers, te bewaren
Als de batterij leeg is, gaan instellingen en geprogrammeerde informatie verloren. Noteer deze informatie daarom ergens.
•
• De levensduur van een batterij is ongeveer 5 jaar, wanneer de stroom voortdurend uitgeschakeld is.
• Neem, zodra de batterij leeg is, contact op met uw lokale Sharp dealer of klantenservice van een erkende
vertegenwoordiger over de afvalverwerking van deze batterij. De machine werkt niet, wanneer de batterij leeg is.
Stroomschakelaar
Let op
Bij onweer trekt u voor veiligheidsredenen de netstekker uit het stopcontact Informatie blijft in het geheugen staan,
zelfs als de stekker uitgetrokken is.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE
• Ontkoppel onmiddellijk telefoonapparatuur van uw telefoonlijn als deze niet naar behoren werkt. Defecte
apparatuur kan schade veroorzaken aan het telefoonnetwerk.
• De AC contactdoos moet in de nabijheid van de apparatuur zijn geïnstalleerd en eenvoudig toegankelijk zijn.
• Installeer telefoonkabels nooit tijdens onweer.
Installeer nooit contactdozen in vochtige omgevingen, tenzij de contactdoos speciaal bestemd is voor vochtige omgevingen.
•
• Raak nooit ongeïsoleerde telefoonbedrading of terminal aan, tenzij de telefoonlijn is losgekoppeld van de
netwerkinterface.
• Wees voorzichtig tijdens het installeren of wijzigen van telefoonlijnen.
• Vermijd het gebruik van telefoons (met uitzondering van draadloze telefoons) tijdens onweer. Er bestaat gevaar
op elektrische schokken als gevolg van weerlicht.
• Gebruik geen telefoon voor de melding van een gaslek terwijl u zich in de buurt van het lek bevindt.
• Installeer of gebruik de machine niet in de nabijheid van water of wanneer uzelf nat bent. Vermijd het morsen van
vloeistoffen op de machine.
3
VOORDAT U DE FAXFUNCTIES GAAT GEBRUIKEN
1
In dit hoofdstuk wordt de basisinformatie over het gebruik van de faxfuncties van het apparaat beschreven. Lees
voor het gebruik van de faxfunctie dit hoofdstuk aandachtig door.
PUNTEN DIE GECONTROLEERD EN
GEPROGRAMMEERD MOETEN WORDEN
NA DE INSTALLATIE
Na de installatie van de machine en voor het gebruik ervan als faxmachine, controleert u voor volgende punten en
programma de noodzakelijke informatie.
Stel datum en tijd in.
De machine is voorzien van een interne klok: Het is belangrijk de juiste datum en tijd in te stellen, omdat deze
gebruikt worden voor functies zoals Timer-Verzenden.
Datum en tijd worden ingesteld met behulp van de key-operatorprogramma’s.
Datum en tijd verschijnen in de display. Let erop dat de correcte datum en tijd verschijnen. Als datum en tijd fout zijn,
verbeter deze dan.
4
ONDERDEELBENAMINGEN EN FUNCTIES
ON LINE
DATA
LINE
DATA
SCANNEN
FAX
PRINT
2627282930
3132333435
4142434445
4647484950
3637383940
ABCDE
FGH I J
KLMNO
PQRTS
UVWXYZSP
SPEAKER
SHIFT
OPNIEUW KIEZEN/PAUZE
VERKORT KIEZEN
SYMBOOL
COMMUNICATIE INSTELLING
SPATIE/–
KOPIEËN
(1)
(9)(10)(11) (12)(13)(14) (15)
BEDIENINGSPANEEL
1
(1)Paginapallet (pagina 31)
(2)Display (pagina 7)
Deze toets geeft het basisscherm en het scherm
functie-instellingen weer.)
(3)[TERUG] toets
Wanneer een instelling of geprogrammeerd
scherm verschijnt, kunt u deze toets gebruiken
om terug te keren naar het vorige scherm.
(4)[FAX STATUS] toets (pagina 19)
Dit wordt gebruikt om een faxverzending of een
opgeslagen faxverzending te annuleren.
(5)[OK] toets
Deze toets wordt gebruikt om een instelling in te
voeren die geselecteerd is door middel van de pijl
of andere toetsen ().
(6)Numerieke toetsen
Deze worden gebruikt om faxnummers, subadressen,
wachtwoorden en numerieke instellingen in te voeren.
(Zie "BOXEN EN SUBADRESSEN/WACHTWOORDEN DIE
VEREIST ZIJN VOOR F-CODE VERZENDING" op pagina
26.)
(7)[C] toets
Deze wordt gebruikt om een fout te wissen tijdens
de invoer van faxnummers, subadressen,
wachtwoorden en numerieke instellingen. Elke
keer dat de toets wordt ingedrukt, wordt er een
teken gewist.
Tijdens het scannen van een origineel, kan deze
toets ook gebruikt worden om het scannen te
annuleren.
(8)[CA] toets
Deze wordt gebruikt om een verzending of een
geprogrammeerde handeling te annuleren. Wanneer hij
ingedrukt wordt tijdens een handeling, wordt de handeling
geannuleerd en keert de display terug naar het basisscherm
beschreven op pagina 7.
Deze toets wordt ook gebruikt om resolutie, papierformaat,
of speciale functie-instelling die geselecteerd werd bij de
verzending van een fax, te annuleren.
(9)[SPEAKER/SHIFT] toets (pagina’s 12, 31)
Deze wordt gebruikt om een nummer te kiezen
zonder de extra telefoon, die verbonden is met de
machine, op te tillen en bij het invoeren van
letters te wisselen tussen hoofd- en kleine letters.
(10)
[OPNIEUW KIEZEN/PAUZE] toets (pagina’s 12, 17)
Deze wordt gebruikt om het laatst gekozen nummer opnieuw te
kiezen en een pauze in te voeren als u een faxnummer invoert.
(11)
[VERKORT KIEZEN/SYMBOOL] toets (pagina’s 12, 84)
Dit wordt gebruikt om Verkort Kiezen te kiezen en
een symbool in te voeren als u letters invoert.
Die wordt gebruikt om te schakelen tussen geheugenverzending
en directe verzending en om te schakelen tussen automatische
ontvangst en handmatige ontvangst. Hij wordt ook gebruikt om
een spatie of “-“ in te voeren als u letters invoert.
(13) LIJN STATUS-indicator
Deze knippert om te melden dat er een fax binnen komt.
"FAX ONTV. LICHT" (FAX RECEPTION LIGHT) (pagina
103) in de key-operatorprogramma’s kan worden gebruikt
om de knippertijd in te stellen op een van de twee
patronen of om het knipperen uit te schakelen.
5
VOORDAT U DE FAXFUNCTIES GAAT GEBRUIKEN
ABCDEF
JKLGHIMNO
TUVPQRSWXYZ
@.-
_
KOPIEËN
BELICHTING
PAPIER-
FORMAAT
KOPIEER-
FACTOR
AUTO IMAGE
UITVOER
2-ZIJDIGE
KOPIE
SPECIALE FUNCTIE
ACC. #-C
READ-END
SCANNEN
FAX
KLEUR MODUS
PROGRAM
FORMAAT
BROADCAST
OK
TERUG
FAX STATUS
RESOLUTIE
ADRESORIGINEEL
DUBBELZ.
SCANNEN
(2)(3) (4)(5)(6)(7) (8)
(16)
(17) (18) (19) (20) (21)(22)(23)(24)
(14) [MODUS SELECTEREN] toetsen (stap 1 op
pagina 13)
Deze toetsen worden gebruikt om de modus te wijzigen.
(15) [FAX]
toets/FAX-indicator/LINE-indicator/DATA-indicator
Druk op deze toets om naar faxmodus om te
schakelen. Het basisscherm van faxmodus
verschijnt in de display.
De LINE-indicator gaat branden tijdens de verzending of
ontvangst van een fax. Wanneer u een fax ontvangt, gaat
de DATA-indicator knipperen. (Wanneer er
faxverzendingdata in het geheugen zitten, gaat de
DATA-indicator branden).
(16) [PROGRAM] toets (pagina 45)
Druk op deze toets om een programma te
gebruiken.
(17) [RESOLUTIE] toets (pagina 11)
Deze toets wordt gebruikt om resolutie- en
belichtingsinstellingen te selecteren.
(18) [ADRES] toets (pagina 16)
Deze toets wordt gebruikt om een faxbestemming
te zoeken die is opgeslagen als een automatisch
kiesnummer in het adresboek.
(19) [BROADCAST] toets (pagina 21)
Deze wordt gebruikt om een distributieverzending
uit te voeren.
(20) [ORIGINEEL] toets (pagina 10)
Deze wordt gebruikt om het formaat van de te
verzenden fax in te stellen.
(21) [DUBBELZ. SCANNEN] toets (pagina 17)
Druk op deze toets als u de functie dubbelzijdig
scannen wilt gebruiken.
(Alleen bij modellen met RSPF.)
(22) [SPECIALE FUNCTIE] toets
Deze toets wordt gebruikt om een speciale
verzend- of ontvangstfunctie te selecteren,
functie-instellingen te configureren en
automatische kiesnummers op te slaan.
(23) Pijltjestoetsen( )
Deze worden gebruikt om items te selecteren en
door de pagina’s te bladeren.
(24) [START] toets ()
Deze wordt gebruikt in de volgende situaties:
(1) Wanneer de verzending gestart wordt
(2) Wanneer er een origineel gescand wordt
(3)
Wanneer de handmatige ontvangst gestart wordt
(4) Wanneer instellingen geconfigureerd of
opgeslagen worden
•
Wanneer de automatische uitschakelfunctie wordt
geactiveerd. Alle lampjes behalve die van de
modustoets gaan uit. Zie voor informatie over de
automatische uitschakelfunctie de
"Gebruiksaanwijzing (algemene informatie en
werking van kopieerder)".
•
Zie voor informatie over de toetsen en lampjes die
gebruikt worden voor de kopieerfunctie en andere
functies, “Bedieningspaneel” in de
gebruiksaanwijzing voor elke functie.
Opmerkingen
6
VOORDAT U DE FAXFUNCTIES GAAT GEBRUIKEN
FAXMODUS (BASISSCHERM)
Het basisscherm van faxmodus wordt weergegeven als u drukt op de [FAX] toets, zodra het scherm afdruk-,
kopieer- of scanfuncties verschijnt.
Het basisscherm van de faxmodus
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
(1)Mededelingweergave
Berichten verschijnen hier om de huidige status
van de machine aan te geven.
Er verschijnt een icoon () aan de rechterkant
wanneer er een vertrouwelijke fax
binnengekomen is.
(2)Datum- en tijddisplay
Geeft datum en tijd weer.
(3)Verzendfunctiedisplay (pagina 23)
Er zijn drie verzendfuncties: geheugen
verzending, directe verzending en handmatige
verzending. Geeft de huidige geselecteerde
verzendfunctie aan.
(4)Belichtingdisplay (pagina 11)
Dit geeft de belichting weer voor het scannen van
het origineel dat geselecteerd is met de
[RESOLUTIE] toets.
Gereed 96%
(6)
MA 10 MEI 10:25
GEHEUGEN
CONTRAST
A4R
AUTO
AUTO
(7)
(8)
STANDAARD
(6)Vrij geheugendisplay
Geeft het percentage vrij faxgeheugen weer.
(7)Ontvangstfunctiedisplay (pagina 61)
Er zijn twee functies voor het ontvangen van
faxen: automatische ontvangst en handmatige
ontvangst. Geeft de huidige geselecteerde
ontvangstfunctie weer.
(8)Origineeldisplay (pagina 10)
Dit geeft een icoon weer om de functie “originelen
scannen” aan te geven wanneer een origineel
geplaatst is.
: Eenzijdig scannen van originelen in de SPF.
: Glasplaat
:Tweezijdig scannen van originelen in de
RSPF.
Geeft ook het formaat van het geplaatste
origineel weer.
1
(5)Resolutiedisplay (pagina 11)
Geeft de resolutie weer voor het scannen van het
origineel dat geselecteerd is met de
[RESOLUTIE] toets.
Opmerkingen
De volgende functies werken zelfs, wanneer kopieerfunctie geselecteerd is
• Verzending van opgeslagen geheugen verzendopdrachten
• Telefoongesprekken (telefoongesprekken kunnen beantwoord worden maar niet geplaatst).
• Ontvangst op afstand
• Handmatige ontvangst
• Relaisstationfunctie voor F-code relais distributieverzending
7
VOORDAT U DE FAXFUNCTIES GAAT GEBRUIKEN
Opmerkingen
CONTROLEMODUS
Accounts die faxen kunnen verzenden (tot 50) kunnen vastgesteld en verzendtijd en andere informatie kan
opgespoord worden voor iedere account. De Acc. Gebr. Lijst (Acc. Usage List) (pagina 95) kan afgedrukt worden,
waarbij de door elke account gebruikte verzendtijd en verzonden pagina’s worden weergegeven.
• Deze functie wordt ingeschakeld met "ACCOUNTCONTROLE" en "ACC. NR. INSTEL." in de
key-operatorprogramma’s.
ORIGINELEN
ORIGINELEN DIE GEFAXT KUNNEN WORDEN
Origineelformaten
Minimum origineelformaatMaximum origineelformaat
297 mm (breedte) x 800 mm* (lengte)
Met gebruikmaking van de SPF
De glasplaat gebruiken
A5: 210 mm (breedte) x 148 mm (lengte)
(8-1/2" (breedte) x 5-1/2" (lengte))
A5R: 148 mm (breedte) x 210 mm (lengte)
(5-1/2" (breedte) x 8-1/2" (lengte))
(11" (breedte) x 31-1/2"* (lengte))
* Lange documenten kunnen verzonden
worden
297 mm (breedte) x 432 mm (lengte)
(11" (breedte) x 17" (lengte))
• Originelen die geen standaardformaat hebben (A5, A4, A4R, B4, A3, 8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R (5-1/2" x
8-1/2", 5-1/2" x 8-1/2"R, 8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R, 8-1/2" x 14", 11" x 17", A4, A4R wanneer de machine
papierformaten in inch gebruikt)) kunnen ook gefaxt worden.
• Er zijn restricties voor originelen die met de SPF gescand kunnen worden. Zie voor meer informatie
“NORMAAL KOPIËREN” in de “Gebruiksaanwijzing (algemene informatie en werking van kopieerder)”.
*Lange originelen
Afhankelijk van de resolutie-instellingen en de breedte van het origineel is er misschien niet voldoende
geheugenruimte om een lang origineel op te slaan. Wanneer een lang origineel niet volledig gescand kan worden,
selecteert u een lagere resolutie en/of kort u het origineel in.
8
HET ORIGINEEL PLAATSEN
Bovenkant
Bovenkant
In horizontale afdrukstand
OrigineelinvoerladeGlasplaat
Een origineel kan in de SPF of op de glasplaat worden geplaatst. Gebruik de SPF wanneer u een groot aantal
bladen van originelen faxt. Gebruik de glasplaat om originelen te faxen die niet gescand kunnen worden met de
SPF, zoals dikke of dunne originelen, boeken of andere gebonden originelen.
HET GEBRUIK VAN DE SPF
Open de SPF, zorg ervoor dat er geen
1
origineel is achtergebleven op de
glasplaat en sluit voorzichtig de SPF.
Pas de origineelgeleiders op de
2
origineelinvoerlade aan de breedte
Leg de randen van de pagina’s van het origineel recht en
3
plaats daarna de stapel in de origineelinvoerlade, zodat de
eerste pagina met de voorkant naar boven ligt.
Opmerkingen
van het document aan.
DE ORIGINEELPLAAT GEBRUIKEN
• Plaats de originelen helemaal
in de origineelinvoerlade.
• Zorg ervoor dat de stapel niet
boven de hoogte-indicator
uitsteekt (maximaal 40
bladen, of 30 bladen van 90
2
(24 lbs.) papier, dikte 4
g/m
mm (5/32") of minder).
•
Voer geen originelen in van verschillende
formaten zelfs als de breedte gelijk is. Dit kan
leiden papierstoringen.
•
Gebruik de SPF voor lange originelen. De
glasplaat kan niet worden gebruikt.
•
Wanneer een lang origineel wordt ingevoerd,
dient dit origineel in contact te zijn met de
oppervlakte van de origineelinvoerlade. Wanneer
het origineel niet in contact is met de oppervlakte
van de origineelinvoerlade, is mogelijk het
formaat van het origineel incorrect.
1
Open de SPF en plaats het origineel met de
1
voorkant naar onderen op de glasplaat en
sluit daarna voorzichtig de SPF.
•
Als de automatische uitschakelfunctie
geactiveerd is, drukt u op de [FAX]
toets, wacht tot de machine
teruggekeerd is naar de normale
stand en plaats daarna het origineel.
•
Wanneer u een klein origineel verzendt,
zoals een briefkaart, let er dan op op de
[ORIGINEEL] toets te drukken en het
origineelformaat in te stellen. (Pagina
10)
Plaats het origineel, ongeacht het formaat ervan, in de linkerhoek van de
glasplaat. (Leg de linker bovenhoek van het origineel gelijk met de punt
van hetteken.) Plaats het origineel in de voor het formaat geschikte
positie (zie afbeelding hieronder).
Schaal glasplaat
A5
A4
B4
A3
Schaal glasplaat
R
A4R
Het verschil tussen A4 (8-1/2" x 11") en A4R (8-1/2" x 11"R)
Deze gebruiksaanwijzing gebruikt zowel A4 (8-1/2”x 11”) als A4R (8-1/2”x 11”R) ter aanduiding van papier- en
origineelformaat. De “R” wordt gebruikt om de richting van originelen en papier aan te geven. (“R” wordt ook voor
dot doel ook voor andere formaten gebruikt.)
[Voorbeeld] Verschil tussen de richting van A4 (8-1/2" x 11") formaat en A4R (8-1/2" x 11"R) formaat
A4 (8-1/2" x 11") duidt een origineel als volgt
geplaatst aan:
In verticale afdrukstand
Bovenkant
Bovenkant
A4R (8-1/2" x 11"R) duidt een origineel als volgt
geplaatst aan:
OrigineelinvoerladeGlasplaat
9
HET FORMAAT VAN EEN GEPLAATST
ORIGINEEL CONTROLEREN
Wanneer het geplaatste origineel een standaardformaat* heeft, wordt het
origineelformaat automatisch gedetecteerd (automatische origineeldetectiefunctie) en
weergegeven in de origineeldisplay. Let erop dat het formaat correct wordt
gedetecteerd.
(1) Wanneer een origineel wordt geplaatst, verschijnt er een icoon om de functie
“originelen scannen” aan te geven.
: Eenzijdig scannen in de SPF.
: Scannen op de glasplaat
: Tweezijdig scannen in de RSPF.
(2) Het origineelformaat wordt weergegeven.
Als u een niet-standaard origineelformaat hebt geplaatst of het scanformaat wilt wijzigen, kunt u de onderstaande
stappen volgen om handmatig het scanformaat van het origineel in te stellen.
Opmerking
*Standaard papierformaten
De volgende formaten zijn standaard: A3, B4, A4, A4R, A5 (11" x 17", 8-1/2" x 14", 8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R,
5-1/2" x 8-1/2", als de machine papierformaten in inch gebruikt). Als er een niet-standaardformaat is geladen
(inclusief speciale formaten), kan het dichtstbijzijnde standaardformaat worden weergegeven of helemaal geen
origineelformaat worden weergegeven.
Gereed 100%
MA 10 MEI 10:25
GEHEUGEN
AUTO
CONTRAST
A4R
AUTO
STANDAARD
(2)(1)
10
RESOLUTIE- EN BELICHTINGINSTELLINGEN SELECTEREN
BELICHTING
PAPIER-
FORMAAT
KOPIEER-
FACTOR
AUTO IM
KLEUR MODUS
PROGRAM
FORMA
BROADC
RESOLUTIE
ADRES
GH
PQR
2-ZIJDIGE
KOPIE
SPECIALE FUNCTIE
GHI
OK
TERUG
De resolutie en belichting kunnen aangepast worden aan formaat en lichtsterkte van de tekst op het origineel, of voor het origineel, bijvoorbeeld een foto.
Als u de instellingen wilt wijzigen, volgt u de stappen hieronder nadat u faxfunctie geselecteerd en het origineel geplaatst hebt. (Pagina 9)
Druk op de [RESOLUTIE] toets.
1
RESOLUTIE
STANDAARD
FIJN
SUPER FIJN
Het resolutieselectiescherm
verschijnt.
Selecteer de resolutie met de [] of
2
[] toets.
AUTO
RESOLUTIE
STANDAARD
FIJN
SUPER FIJN
De geselecteerde resolutie
wordt gemarkeerd.
Gebruik deze instelling voor originelen met
STANDAARD
FIJN
SUPER FIJN
ULTRAFIJN
een tekst in normaal formaat (zoals de tekst
in deze gebruiksaanwijzing).
Gebruik deze instelling voor originelen met
kleine letters of gedetailleerde tekeningen.
Het origineel wordt gescand in tweemaal de
standaardresolutie.
Gebruik deze instelling voor originelen met
complexe tekeningen of diagrammen. Er
wordt een afbeelding verkregen van betere
kwaliteit dan met de fijnafstelling.
Gebruik deze instelling voor originelen met
complexe tekeningen of diagrammen.
Deze instelling geeft de beste
beeldkwaliteit. De verzending duurt echter
langer dan met de andere instellingen.
AUTO
Druk op de [OK] toets.
3
U keert terug naar een
basisscherm en de
geselecteerde resolutie
verschijnt in de resolutiedisplay.
Selecteer de gewenste belichting met
4
de [] of [] toets.
RESOLUTIE
STANDAARD
FIJN
SUPER FIJN
• Als u een lichtinstelling wilt selecteren voor een
donker origineel, zoals bijv. een krant, drukt u op de
[] toets om de instelling te verplaatsen naar ( ).
•
Als u een donkerinstelling wilt selecteren voor een licht
origineel, zoals bijv. een met potlood geschreven tekst of een
tekst in vage kleuren, drukt u op de [] toets om de instelling
te verplaatsen naar ( ).
• Wanneer de belichtinginstelling de linker- of
rechterkant bereikt, zal drukken op de [] of []
toets de belichtingdisplay wijzigen van de 5-stap
display naar "AUTO".
Druk op de [OK] toets.
5
OK
U keert terug naar een basisscherm
en de geselecteerde belichting
verschijnt in de belichtingdisplay.
1
(FIJN/HALF
TOON)
(FIJN/HALFTO
ON)
(U-FIJN/HALFT
OON)
Als u daarna de belichting instelt, drukt u op de [] of
[] toets en gaat u naar stap 4.
Gebruik halftoon als uw origineel een foto is
of kleurgradaties heeft (zoals een origineel
in kleur) Deze instelling geeft een helderder
beeld dan “FIJN”, SUPERFIJN” of
"ULTRAFIJN” alleen.
Als halftoon geselecteerd wordt, duurt
verzending langer.
RESOLUTIE
STANDAARD
FIJN
SUPER FIJN
Wanneer de [] of [] toets wordt ingedrukt, wijzigt
de belichtingdisplay van "AUTO" in een 5-stap display.
Opmerkingen
•
De standaardinstelling voor de resolutie is
"STANDAARD" en de standaard
belichtinginstelling is “AUTO”. De
standaardinstelling voor resolutie en belichting
kan gewijzigd worden met de
key-operatorprogramma’s. (Zie "RES. CON. SET"
op pagina 100.) Als u de glasplaat gebruikt om
meerdere pagina’s van originelen te scannen, kan
de belichtinginstelling telkens wanneer u pagina’s
verandert aangepast worden. Wanneer u de SPF
gebruikt, kunt u de resolutie- en
belichtinginstellingen niet meer wijzigen nadat het
scannen begonnen is.
•
Zelfs als u een faxbericht verzendt met een hoge
resolutie-instelling, zoals “FIJN”, “SUPERFIJN” of
"ULTRAFIJN” kan het zijn dat ontvangende
faxmachines het faxbericht bij een lagere
resolutie afdrukken.
•
Druk op de [CA] toets om de resolutie- of
belichtingselectie te annuleren.
11
HANDIGE KIESMETHODEN (AUTOMATISCH KIEZEN)
2627282930
3132333435
3637383940
ABCDE
FGH I J
KLMNO
VWXYZSP
OPNIEUW KIEZEN/PAUZE
VERKORT KIEZEN
SYMBOOL
COMMUNICATIE INSTELLING
SPATIE/–
2627282930
3132333435
3637383940
ABCDE
FGH I J
KLMNO
4647484950
UVWXYZ
SPEAKER
SHIFT
OPNIEUW KIEZEN/PAUZE
VERKORT KIEZEN
SYMBOOL
COMMUN
SP
464748
UVW
SPEAKER
SHIFT
OPNIEUW KIEZEN/PAUZE
VERKO
SY
Bij de faxfunctie zit ook een handige functie “automatisch nummer kiezen” (snel kiezen, verkort nummer kiezen en groepsnummer
kiezen) Door vaak gekozen nummers te programmeren, kunt u bellen en faxen versturen naar deze bestemmingen door middel van een
eenvoudige kieshandeling (pagina 15). Er zijn drie verschillende typen automatisch nummer kiezen: Snel kiezen, verkort nummer kiezen
en groepsnummer kiezen. Voor het programmeren van automatische kiesnummers, zie pagina 62.
•
Snel kiezen
Een opgeslagen bestemming kan gekozen worden door eenvoudig te
drukken op een snelkiestoets ([01] tot [05]). Er kan voor de bestemming
een naam van maximaal 36 letters lengte ingeprogrammeerd worden
(maximaal 12 letters worden weergegeven).
Wanneer u “F-code verzenden” gebruikt, kunnen ook een subadres en
een wachtwoord (pagina 26) ingeprogrammeerd worden .
•
Verkort nummer kiezen (300 stations)
U kunt een opgeslagen bestemming kiezen door op de [VERKORT
KIEZEN] toets te drukken, waarbij u een 3-cijferig nummer (000 tot 299)
moet invoeren en op de [START] toets () moet drukken. Er kan voor
elke bestemming een naam (maximaal 36 letters) opgeslagen worden.
Wanneer u “F-code verzenden” gebruikt, kunnen ook een subadres en
een wachtwoord (pagina 26) ingeprogrammeerd worden .
•
Groepsnummer kiezen
Meervoudige bestemmingen voor Snelkiezen en/of Verkort kiezen
kunnen worden opgeslagen in een Snelkiestoets voor Groepsnummer
kiezen. Er kunnen ook bestemmingen opgeslagen worden voor
“groepsnummer kiezen” door faxnummers met cijfertoetsen in te
voeren. Dit is handig voor de communicatie met een groep andere
faxmachines.
De geprogrammeerde
gebruikersnamen verschijnen.
Het invoerscherm “verkort
nummer kiezen” verschijnt.
De geprogrammeerde
groepsnamen verschijnen.
XXXXXX
1234567890
GEHEUGEN
CONTRAST
AUTO
AUTO
A4R
STANDAARD
Invoer verkortnr
VERKORT:
CONTRAST
___ (000-299)
GEHEUGEN
AUTO
AUTO
A4R
STANDAARD
XXXXXX
:0123456789
MULTI VERZENDEN
AUTO
CONTRAST
A4R
STANDAARD
HERHALEN
•
De machine onthoudt het laatst gekozen fax- of telefoonnummer. Dit
nummer kunt u opnieuw kiezen door eenvoudig op de [OPNIEUW
KIEZEN] toets en daarna op de [START] toets () te drukken.
•
Als u een cijfertoets ingedrukt hebt tijdens het vorige
telefoongesprek, is de [OPNIEUW KIEZEN] toets misschien niet het
goede nummer.
•
Opnieuw kiezen is niet mogelijk voor distributieverzending (pagina
ON-HOOK KIEZEN
Deze functie maakt het mogelijk te kiezen zonder de hoorn op te nemen
van een extra telefoon die met de machine verbonden is. Druk op de
[SPEAKER] toets, luister naar de kiestoon via de speaker en kies het
nummer.
•
Wanneer er iemand antwoordt, neemt u de hoorn op van de extra
telefoon om te antwoorden. (U kunt alleen met de ander spreken als
de extra telefoon verbonden is met de machine.)
•
Faxberichten dienen handmatig verzonden te worden wanneer
“on-hook kiezen” gebruikt wordt. (Pagina 24)
•
“On-hook kiezen” is niet mogelijk bij gebruik van een snelkiestoets
met een subadres en wachtwoord of een groepsnummertoets.
Opmerkingen
12
Nummer herhaling
100%
:0123456789
Het laatst gekozen nummer
wordt weergegeven.
HANDMATIG
CONTRAST
STANDAARD
AUTO
A4R
INGEVEN KIES NR.
:
HANDMATIG
CONTRAST
AUTO
STANDAARD
• Er kan in totaal een combinatie van 50 snelkiestoetsen en groepsnummertoetsen en 300 verkorte
kiesbestemmingen opgeslagen worden.
• Opgeslagen snelkiestoetsen, groepsnummertoetsen en verkorte kiesbestemmingen kunnen opgeroepen
worden via het gebruik van een naamzoekactie ingevoerd terwijl de toets of bestemming werd opgeslagen.
(Pagina 16)
• Om te voorkomen dat u een verkeerd nummer kiest en een faxbericht naar een onjuiste bestemming stuurt,
dient u de display tijdens het opslaan zorgvuldig te controleren. U kunt ook opgeslagen nummers controleren
door de geprogrammeerde informatie af te drukken nadat het nummer opgeslagen is (pagina 63).
AUTO
AUTO
Loading...
+ 30 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.