MODELL
AR-C260
AR-C260M
DIGITALE KLEURENPRINTER / KOPIEERDER (AR-C260) DIGITAAL KLEUREN MULTIFUNCTIONEEL SYSTEEM (AR-C260M)
GEBRUIKSAANWIJZING
(voor netwerkscanner)
INHOUDSOPGAVE
Hoewel alles in het werk is gesteld om deze bedieningshandleiding zo nauwkeurig en nuttig mogelijk te maken, kan SHARP Corporation in geen geval aansprakelijk worden gesteld voor de inhoud ervan. Alle informatie in dit document kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. SHARP is niet aansprakelijk voor verlies of schade die rechtstreeks of onrechtstreeks voortvloeit uit het gebruik van deze bedieningshandleiding.
●Sharpdesk is een handelsmerk van Sharp Corporation.
●Microsoft, Windows, Windows NT en Internet Explorer zijn handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en in andere landen.
●Alle andere bedrijfsen productnamen die in deze handleiding voorkomen zijn handelsmerken van hun respectieve eigenaren.
INHOUDSOPGAVE
Er is een optie beschikbaar waarmee het apparaat gebruikt kan worden als netwerkscanner. In deze handleiding worden uitsluitend de netwerkscannerfuncties van dit product verklaard. Voor gedetailleerde informatie over de software op de CD-ROM die bij de AR-NS2 geleverd wordt, kunt u de gebruikersgids (in PDF-formaat) op de CDROM bekijken. Voor informatie over het laden van papier, het vervangen van tonercartridges, het oplossen van papierstoringen, het gebruik van randapparatuur en andere informatie betreffende de kopieermachine raadpleegt u de "Gebruiksaanwijzing (algemene informatie en werking van kopieerder)".
Om de netwerkscannerfunctie van deze machine te kunnen gebruikten, dient u een productsleutel (wachtwoord) in te voeren met behulp van een key-operatorprogramma. Dit is slechts eenmaal nodig. Gebruik het programma "Productsleutelinvoer voor netwerkscanner uitbreidingskit" om de productsleutel in te voeren. Raadpleeg uw dealer als u uw productsleutel niet kent. (Voor informatie over het gebruik van key-operatorprogramma's, zie "Gebruiksaanwijzing (algemene informatie en werking van kopieerder)".)
OPMERKINGEN
●Voordat u de netwerkscannerfunctie kunt gebruiken, dienen een aantal instellingen te worden gemaakt op de webpagina. Een verklaring van deze instellingen vindt u op pagina 3 en volgende. De instellingen moeten door de netwerkbeheerder worden gemaakt. Deze instellingen moeten worden gemaakt door de systeembeheerder, die over de nodige netwerkkennis beschikt.
●Bij de verklaringen in deze handleiding wordt verondersteld dat de persoon die dit product installeert en de gebruikers van dit product gewoon zijn te werken met Microsoft Windows.
●Voor informatie over het besturingssysteem raadpleegt u de handleiding van uw besturingssysteem of de on line helpfunctie.
●Deze handleiding gaat ervan uit dat een aantal opties geïnstalleerd zijn.
Vereiste optie voor het gebruik van de netwerkscannerfunctie.
●Netwerk scanner uitbreidingkit (AR-NS2)
●Geheugen
Voor het gebruik van de netwerkscannerfunctie in kleur tot maximaal 300 dpi of in zwart/wit tot maximaal 600 dpi Voor printer controller: Een 256 MB geheugenmodule
Voor het gebruik van de PC SCAN modus en de netwerkscannerfunctie in kleur tot maximaal 600 dpi of in zwart/ wit tot maximaal 600 dpi
Voor printer controller: Een 256 MB geheugenmodule en een 128 MB geheugenmodule, of twee 256 MB geheugenmodules
Voor beeldgeheugen: Een 128 MB geheugenmodule*, of een 256 MB geheugenmodule
*Met deze geheugenconfiguratie kunt u zonder beperkingen standaard origineelformaten scannen. Het kan echter voorkomen dat het niet mogelijk om niet-standaardformaten te scannen wanneer de origineel en de onderstaande eigenschappen hebben:
(1)De X afmeting van het origineel is groter dan 422 mm (16-3/8") en de Y afmeting van het origineel is groter dan 289 mm (11-3/8").
(2)De resolutie is 600 x 600 dpi.
(3)Full colour scanoptie.
Verhoog het beeldgeheugen van 128 MB tot 256 MB om in de bovengenoemde situaties te kunnen scannen.
● Als aanvulling op de bovengenoemde eigenschappen, vereisen de modellen die niet zijn voorzien van de standaard printerfunctie de volgende opties:
Print controller |
AR-P16/AR-P16N |
Print serverkaart |
AR-NC5J |
Harde schijf |
AR-HD4 |
INHOUDSOPGAVE 1
Pagina |
|
INLEIDING .......................................................................... |
1 |
OVER DE NETWERKSCANNERFUNCTIE ........................ |
3 |
VEREISTE INSTELLINGEN EN PROGRAMMERING |
|
VOOR DE NETWERKSCANNERFUNCTIE........................ |
4 |
●TOEGANG TOT DE WEBPAGINA'S............................. |
4 |
●OVER DE WEBPAGINA................................................ |
4 |
●BASISINSTELLINGEN VOOR NETWERKSCANNING ..... |
5 |
●BESTEMMINGSINFORMATIE INSTELLEN ................. |
7 |
●AFZENDERINFORMATIE OPSLAAN (scannen naar E-mail) ... |
12 |
●EEN AANGEPASTE LIJST OPSLAAN........................ |
13 |
●OP DE WEBPAGINA GEPROGRAMMEERDE |
|
INFORMATIE BEVEILIGEN ("Wachtwoorden") .......... |
13 |
VOORWAARDE-INSTELSCHERM VAN DE |
|
SCANNERFUNCTIE ........................................................... |
14 |
EEN BEELD VERZENDEN ............................................... |
16 |
●ALGEMENE VERZENDMETHODE............................. |
16 |
●VERZENDMETHODEN VOOR SCANNEN NAAR E-MAIL |
|
(HANDMATIGE INVOER, DISTRIBUTIE).......................... |
18 |
●EEN DUBBELZIJDIG ORIGINEEL SCANNEN EN VERZENDEN (wanneer een automatisch dubbelzijdig
papiertoevoermechanisme is geïnstalleerd) ................ |
19 |
SCANINSTELLINGEN (ORIGINEELFORMAAT, |
|
BELICHTING, RESOLUTIE EN BESTANDSINDELING).. |
20 |
●HANDMATIG INSTELLEN VAN HET SCANFORMAAT... |
20 |
●DE BELICHTING KIEZEN ........................................... |
21 |
●DE RESOLUTIE KIEZEN ............................................ |
22 |
●DE BESTANDSINDELING KIEZEN ............................ |
23 |
Pagina |
|
EEN E-MAIL/FTP-VERZENDING ANNULEREN............... |
24 |
OPSLAAN, BEWERKEN EN VERWIJDEREN VANAF HET |
|
AANRAAKPANEEL ............................................................. |
25 |
●SNELKIESTOETSEN OPSLAAN (alleen adressen |
|
voor scannen naar E-mail)........................................... |
25 |
●SNELKIESTOETSEN BEWERKEN EN WISSEN........ |
27 |
●EEN GROEPTOETS PROGRAMMEREN ................... |
28 |
●GROEPTOETSEN BEWERKEN EN WISSEN ............ |
29 |
●AFZENDERINFORMATIE OPSLAAN ......................... |
30 |
●AFZENDERINFORMATIE BEWERKEN EN WISSEN ..... |
30 |
●EEN GROEPSINDEX OPSLAAN ................................ |
31 |
●GEPROGRAMMEERDE INFORMATIE AFDRUKKEN ... |
31 |
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN ....................................... |
32 |
●ALS UW E-MAIL WORDT TERUGGEZONDEN.......... |
33 |
●ALS EEN VERZENDFOUT OPTREEDT ..................... |
33 |
●CONTROLEREN VAN HET IP-ADRES....................... |
34 |
●BELANGRIJKE PUNTEN BIJ HET SCANNEN NAAR E-MAIL .... |
35 |
KEY-OPERATORPROGRAMMA'S ................................... |
36 |
●LIJST VAN KEY-OPERATORPROGRAMMA'S........... |
36 |
●GEBRUIK VAN DE KEY-OPERATORPROGRAMMA'S ... |
36 |
●INSTELPROGRAMMA'S ............................................. |
37 |
SPECIFICATIES................................................................ |
40 |
INHOUDSOPGAVE 2
De AR-NS2 Netwerk Scanner Uitbreidingkit breidt uw machine uit met een netwerkscannerfunctie. Met de netwerkscannerfunctie kan uw machine een papieren document, een foto of andere afgedrukte informatie scannen in een gegevensbestand en het bestand verzenden naar een bestandsserver of een personal computer via een bedrijfsnetwerk (intranet) of het Internet.
U heeft de keuze tussen de volgende drie verzendmethoden, afhankelijk van waarheen u de gescande beeldgegevens wilt verzenden.
1. De gescande informatie kan worden verzonden naar een geheugenopslagapparaat op een netwerk (een aangewezen directory op een FTPserver). (Verder in deze handleiding aangeduid als "Scannen naar FTP".)
Wanneer gescande informatie naar een FTPserver wordt verzonden, kan ook een e- mailbericht worden gestuurd naar een vooraf ingesteld e-mailadres om de ontvanger op de hoogte te brengen van de locatie van de gescande beeldgegevens. (Verder in deze handleiding aangeduid als "Scannen naar FTP (Hyperlink)".)
2. De gescande informatie kan worden verzonden naar een persoonlijk bureaublad. (Verder in deze handleiding aangeduid als "Scannen naar Bureaublad".)
* Om scannen naar Bureaublad te kunnen uitvoeren, moet eerst de software "Network Scanner Tool" op de CD-ROM bij de Netwerk scanner uitbreidingkit (AR-NS2) zijn geïnstalleerd. (Zie "Bestemmingen opslaan voor scannen naar bureaublad" (pagina 9).)
3. De gescande informatie kan worden verzonden naar een e-mailontvanger. (Verder in deze handleiding aangeduid als "Scannen naar E-mail".)
* Scannen naar E-mail kent een aantal beperkingen. Er is een limiet ingesteld in het key-operatorprogramma "Instelling van maximum aantal verzenddata" voor het maximumaantal data dat kan worden verzonden met scannen naar E-mail (pagina 38)
INHOUDSOPGAVE 3
Om de netwerkscannerfunctie te kunnen gebruiken, dient u de instellingen voor de e-mailserver, de DNS-server en de bestemmingsadressen te maken.
Gebruik voor het maken van de instellingen een computer die is aangesloten op hetzelfde netwerk als de machine om toegang te krijgen tot de webpagina van de machine. U kunt de webpagina weergeven met uw webbrowser (Internet Explorer 4.0 of later, of Netscape Navigator 4.0 of later).
Volg de onderstaande procedure om toegang te krijgen tot de webpagina's.
1 Open de webbrowser op uw computer.
Ondersteunde browsers:
Netscape Navigator 4.0 of later Internet Explorer 4.0 of later
2 Voer in het veld "Adres" van uw webbrowser het IP-adres van de machine in als URL.
Voer het IP-adres in dat u voordien in dit product heeft opgegeven.
Als u het IP-adres niet kent, zie pagina 34.
Wanneer de verbinding tot stand is gebracht, verschijnt de volgende webpagina in uw webbrowser.
Wanneer u toegang heeft tot de webpagina van de machine, verschijnt de volgende pagina in uw browser.
Aan de linkerkant van de pagina verschijnt een menuframe. Wanneer u een item in het menu aanklikt, verschijnt in het rechterframe een scherm waarin u instellingen voor dat item kunt invoeren.
Voor overzichten van alle menu-items, zie hoofdstuk 3 van "Gebruiksaanwijzing (voor printer)". Voor gedetailleerde verklaringen van de instelprocedures , klikt u op "Help" in het menuframe.
Menuframe
Klik op de hier getoonde menuitems om de overeenkomstige instellingen te configureren.
Opgeslagen verzendbestemmingen wijzigen en wissen.
Verschillende soorten verzendbestemmingen opslaan.
Basisinstellingen voor de netwerkscannerfunctie configureren.
Sommige verzendmethoden vereisen de configuratie van de instellingen van de e-mailserver en de DNS-server.
Naam en e-mailadres van afzender opslaan voor Scannen naar E-mail.
Webpagina
Om de netwerkscannerfunctie te kunnen gebruiken dient u de basisinstellingen van de netwerkscanner te configureren (pagina's 5 - 6), verzendbestemmingen op te slaan (pagina's 7 - 11) en uw afzendernaam te programmeren (pagina 12).
INHOUDSOPGAVE 4
VEREISTE INSTELLINGEN EN PROGRAMMERING VOOR DE NETWERKSCANNERFUNCTIE
Klik op "Netwerkscanning" in het menuframe en maak de vereiste instellingen. Deze instellingen mogen uitsluitend door de netwerkbeheerder worden gemaakt. Klik na het invoeren van de instellingen op "Indienen" om ze op te slaan. Voor gedetailleerde informatie over de instelprocedures, zie "Help".
Klik hier.
Het scherm Setup van netwerkscanning
Kies de scannerafleveringsmethode die u wilt gebruiken. Klik in het veld "Scanneraflevering inschakelen bij:" het selectievakje aan naast elke methode die u wilt gebruiken, zodat een vinkje verschijnt in het selectievakje. In de begininstelling zijn zowel "Scannen naar E-Mail" als "Scannen naar FTP & Scannen naar bureaublad" geselecteerd.
■ Kies de methode voor het toekennen van een bestandsnaam aan een gescand beeld
("Bestandsnaamgeving")
Kies de methode voor het toekennen van een bestandsnaam aan een gescand beeld. Klik in "Bestandsnaamgeving" op de items die u wilt gebruiken in de bestandsnaam. In de begininstelling zijn "Naam afzender" en "Datum & tijd" geselecteerd. Als u meer dan eens beelden gaat verzenden naar dezelfde ontvanger, raden wij u aan ook "Sessiepaginateller" of "Unieke identificatie" te selecteren om te voorkomen dat meerdere bestanden met dezelfde naam worden verzonden, waarbij elk volgende bestand het vorige bestand zou overschrijven.
Deze instelling is niet nodig als u scannen naar E-mail niet gebruikt. De instelling wordt gebruikt om een onderwerp in te voeren dat in het e-mailprogramma van de ontvanger verschijnt wanneer u scannen naar E- mail uitvoert.
Voer een onderwerp van max. 80 tekens in wanneer u scannen naar E-mail gebruikt. U kunt slechts één onderwerp invoeren. Als u niets invoert, verschijnt "Gescande afbeelding van <Naam Eenheid>".
*De naam die verschijnt in <Naam Eenheid> is de naam die is opgeslagen onder "Naam" op het scherm dat verschijnt wanneer u klikt op "Status- & waarschuwings E-Mail" in het menuframe. Als geen naam is opgeslagen, verschijnt de productnaam.
INHOUDSOPGAVE 5
VEREISTE INSTELLINGEN EN PROGRAMMERING VOOR DE NETWERKSCANNERFUNCTIE
Scannen naar E-mail en Scannen naar FTP (Hyperlink) gebruiken SMTP voor het verzenden van e-mail; daarom moeten de instellingen van uw e-mailserver geconfigureerd zijn.
Wanneer u de instellingen van uw e-mailserver configureert, zijn ook de instellingen van uw DNS-server vereist als u een hostnaam heeft ingevoerd in het vakje "Hostnaam of IP-adres" bij het opslaan van bestemmingen voor scannen naar FTP of scannen naar bureaublad.
Om de instellingen van uw e-mailserver en DNS-server te configureren, klikt u op "Setup van E-Mail & DNS" op het scherm Setup van netwerkscanning (zie "Het scherm Setup van netwerkscanning" op pagina 5), of klikt u op "E-Mail & DNS" in het menuframe.
Wanneer u klaar bent met het invoeren van alle gegevens, klikt u op "Indienen". De ingevoerde gegevens worden opgeslagen.
Klik hier.
E-Mail setup
Onderwerp |
Beschrijving |
|
|
Primaire E-Mailserver |
Voer een IP-adres voor de primaire e-mailserver of een hostnaam* in. (Als u scannen |
|
naar E-mail gaat gebruiken, dient u zeker deze informatie in te voeren.) |
|
|
Secundaire E-Mailserver |
Voer een IP-adres voor de secundaire e-mailserver of een hostnaam in. Dit is niet |
|
nodig als er geen secundaire e-mailserver is ingesteld. |
|
|
E-Mailtime-out [seconden] |
Voer een time-outperiode in, van 0 tot 60 seconden, gedurende dewelke het systeem |
|
wacht wanneer het probeert een verbinding met de primaire server tot stand te |
|
brengen. De standaardinstelling is 20 seconden. Als geen verbinding wordt verkregen, |
|
gaat het systeem op zoek naar de secundaire server als deze is ingesteld. Zo niet |
|
staakt het systeem zijn pogingen om een verbinding tot stand te brengen. |
|
|
E-Mailadres van systeembeheerder |
Voer een e-mailadres waarnaar de machine een bericht van mislukte aflevering |
|
terugstuurt wanneer de distributie is mislukt. Slechts 1 e-mailadres kan worden |
|
ingevoerd. Het ingevoerde e-mailadres wordt ook gebruikt als e-mailadres van de |
|
afzender. |
|
|
Tijdzone |
Kies de tijdzone van de locatie waar dit netwerkscannersysteem wordt gebruikt. Een |
|
specifieke tijdzone wordt na de keuze ingesteld. |
|
|
* Als u een hostnaam invoert, dient u het IP-adres van uw DNS-server in te voeren in de DNS-instellingen hieronder.
DNS-setup
Onderwerp |
|
|
|
|
Beschrijving |
||||||
|
|
|
|
||||||||
Primaire DNS-server |
|
|
Voer hier indien nodig het IP-adres van uw primaire DNS-server in. |
||||||||
|
|
|
|
||||||||
Secundaire DNS-server |
|
|
Voer hier indien nodig het IP-adres van uw secundaire DNS-server in. |
||||||||
|
|
|
|
||||||||
DNS-time-out[seconden] |
|
|
Voer een time-outperiode in, van 0 tot 60 seconden, gedurende dewelke het systeem |
||||||||
|
|
|
|
|
wacht wanneer het probeert een verbinding met de primaire server tot stand te |
||||||
|
|
|
|
|
brengen. De standaardinstelling is 20 seconden. Als geen verbinding wordt verkregen, |
||||||
|
|
|
|
|
gaat het systeem op zoek naar de secundaire server als deze is ingesteld. Zo niet |
||||||
|
|
|
|
|
staakt het systeem zijn pogingen om een verbinding tot stand te brengen. |
||||||
|
|
|
|
||||||||
Domeinnaam |
|
|
Voer de domeinnaan in van de DNS-server die moet worden gebruikt om hostnamen |
||||||||
|
|
|
|
|
van maximaal 64 tekens te zoeken. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
INHOUDSOPGAVE |
|
6 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
VEREISTE INSTELLINGEN EN PROGRAMMERING VOOR DE NETWERKSCANNERFUNCTIE
Om de naam en het adres van een bestemming op te slaan onder een snelkiestoets, klikt u op "Bestemmingsbeheer" of op één van de verzendmethoden in het menuframe van de webpagina. "Bestemmingsbeheer" kan ook worden gebruikt om opgeslagen bestemmingen te bewerken of te wissen. (Zie pagina 11.)
In totaal kunnen 600 bestemmingen worden opgeslagen, inclusief e-mail-, FTP-, bureaubladen groepsbestemmingen. Daarvan kunnen samen 100 bestemmingen voor scannen naar FTP en bureaublad opgeslagen worden.
De opgeslagen bestemmingen verschijnen als snelkiestoetsen op het aanraakpaneel van de machine wanneer u een beeld verzendt. Hiermee kunt u dan de bestemming kiezen.
E-Mail: Zie hieronder FTP: Zie pagina 8. Bureaublad: Zie pagina 9. Groep: Zie pagina 10.
Klik hier.
Voor gedetailleerde informatie over het invoeren, bewerken en verwijderen van bestemmingen, zie "Help".
Klik op "E-Mail" in het menuframe van de webpagina om bestemmingen op te slaan. Voer op dit scherm de e- mailadressen van de bestemmingen voor het scannen naar E-mail in.
Wanneer u klaar bent met het invoeren van alle gegevens, klikt u op "Indienen". De ingevoerde gegevens worden opgeslagen.
Klik hier.
Onderwerp |
Beschrijving |
|
|
Volledige naam (Verplicht) |
Voer de volledige naam van de bestemming in (max. 36 tekens). |
|
|
Voorletter (optioneel) |
Voer de eerste letter van de opgeslagen bestemmingsnaam in. Op basis van deze eerste |
|
letter wordt de bestemming opgenomen in de ABC-index van het adreslijstscherm van de |
|
machine. (pagina 15) |
|
|
Aangepaste lijst |
Vervolgkeuzelijst: |
|
Kies een aangepaste lijst voor deze bestemming. |
|
Selectievakje voor Veel gebruikt: |
|
De bestemming wordt ingesteld als Veel gebruikt wanneer het selectievakje ingeschakeld is. |
|
|
E-Mailadres (Verplicht) |
Voer één adres in als e-mailbestemming (max. 64 tekens). |
|
|
Weergavenaam (Optioneel) |
Voer een toetsnaam (niet meer dan 18 tekens) voor de bestemming in. De toetssnaam |
|
verschijnt op het aanraakpaneel van de machine. Als u geen toetsnaam invoert, worden de |
|
eerste 18 tekens van de "Volledige naam" opgeslagen als toetsnaam. |
|
|
Bestandsindeling voor kleur |
Kies de bestandsindeling en de compressiemodus voor de verzending van in kleur |
|
gescande beelden. De begininstelling is "Gemiddelde PDF-comprimering". De |
|
keuzemogelijkheden zijn de volgende: |
|
Hoge PDF-comprimering /Gemiddelde PDF-comprimering/Lage PDF-comprimering / |
|
Hoge JPEG-comprimering/Gemiddelde JPEG-comprimering/Lage JPEG-comprimering |
|
|
Bestandsindeling voor zwart/wit |
Kies de bestandsindeling en de compressiemodus voor de verzending van beelden die in |
|
zwart-wit zijn gescand. De begininstelling is "PDF G4". De keuzemogelijkheden zijn de |
|
volgende: |
|
PDF Niet gecomprimeerd/PDF G3/PDF G4/TIFF Niet gecomprimeerd/TIFF G3/TIFF G4 |
|
|
Bestemmingen voor scannen naar E-mail kunnen ook worden opgeslagen, bewerkt en gewist vanaf het aanraakpaneel van de machine. (pagina's 25 - 27)
Scannen naar E-mail is alleen mogelijk als eerst de instellingen van de e-mailserver zijn gemaakt. (Zie pagina 6.)
INHOUDSOPGAVE 7
VEREISTE INSTELLINGEN EN PROGRAMMERING VOOR DE NETWERKSCANNERFUNCTIE
Klik op "FTP" in het menuframe van de webpagina om bestemmingen op te slaan.
Op dit scherm configureert u de instellingen van de FTP-server voor scannen naar FTP.
Wanneer u klaar bent met het invoeren van alle gegevens, klikt u op "Indienen". De ingevoerde gegevens worden opgeslagen.
Klik hier.
|
Onderwerp |
|
Beschrijving |
|
|
||
Volledige naam (Verplicht) |
Voer de volledige naam van de bestemming in (max. 36 tekens). |
||
|
|
|
|
Voorletter (optioneel) |
|
Voer de eerste letter van de opgeslagen bestemmingsnaam in. Op basis van deze |
|
|
|
|
eerste letter wordt de bestemming opgenomen in de ABC-index van het |
|
|
|
adreslijstscherm van de machine. (pagina 15) |
|
|
|
|
Aangepaste lijst |
|
Vervolgkeuzelijst: |
|
|
|
|
Kies een aangepaste lijst voor deze bestemming. |
|
|
|
Selectievakje voor Veel gebruikt: |
|
|
|
De bestemming wordt ingesteld als Veel gebruikt wanneer het selectievakje |
|
|
|
ingeschakeld is. |
|
|
||
Hostnaam of IP-adres (Verplicht)*1 |
Voer het IP-adres van de FTP-bestandsserver of de hostnaam in (maximaal 255 tekens). |
||
|
|
||
Weergavenaam (Optioneel) |
Voer een toetsnaam (max. 18 tekens) voor de bestemming in. De toetsnaam |
||
|
|
|
verschijnt op het aanraakpaneel van de machine. Als u geen toetsnaam invoert, |
|
|
|
worden de eerste 18 tekens van de "Volledige naam" als toetsnaam opgeslagen. |
|
|
||
Bestandsindeling voor kleur |
Kies de bestandsindeling en de compressiemodus voor de verzending van in kleur |
||
|
|
|
gescande beelden. De begininstelling is "Gemiddelde PDF-comprimering". De |
|
|
|
keuzemogelijkheden zijn de volgende: |
|
|
|
Hoge PDF-comprimering /Gemiddelde PDF-comprimering/Lage PDF-comprimering / |
|
|
|
Hoge JPEG-comprimering/Gemiddelde JPEG-comprimering/Lage JPEG-comprimering |
|
|
||
Bestandsindeling voor zwart/wit |
Kies de bestandsindeling en de compressiemodus voor de verzending van beelden |
||
|
|
|
die in zwart-wit zijn gescand. De begininstelling is "TIFF G4". De keuzemogelijkheden |
|
|
|
zijn de volgende: |
|
|
|
PDF Niet gecomprimeerd/PDF G3/PDF G4/TIFF Niet gecomprimeerd/TIFF G3/TIFF G4 |
|
|
||
FTP-gebruikersnaam (Optioneel) |
Tekeninvoerveld voor FTP-gebruikersnaam van max. 50 tekens. |
||
|
|
||
Wachtwoord (Optioneel) |
Tekeninvoerveld voor FTP-wachtwoord van max.50 tekens. |
||
|
|
|
|
Directory (Optioneel) |
|
Tekeninvoerveld om een directory op de FTP-server van max. 200 tekens op te |
|
|
|
|
geven. |
|
|
|
|
Hyperlink |
naar |
FTP-server |
Wanneer u een gescand bestand naar een FTP-server verstuurt, kunt u automatisch |
versturen inschakelen*2 |
via e-mail een verzendmelding laten bezorgen aan de ontvanger van het bestand. |
||
|
|
|
Schakel het selectievakje in als u verzendmeldingen wilt versturen. De FTP- |
|
|
|
servernaam verschijnt als hyperlink in de verzendmelding. |
|
|
|
|
E-Mailbestemming |
|
Kies de ontvanger aan wie de verzending van het bestand naar de FTP-server moet |
|
|
|
|
worden gemeld. Het e-mailadres van de gekozen ontvanger moet vooraf opgeslagen |
|
|
|
zijn. (pagina 7) |
|
|
|
|
*1 Als u een hostnaam heeft ingevoerd in "Hostnaam of IP-adres" dient u de instellingen van de DNS-server in te voeren. (Zie pagina 6.)
*2 Om scannen naar FTP (Hyperlink) te kunnen uitvoeren, dient u eveneens de instellingen onder "Setup van E-Mail" voor de e-mailserver in te voeren.
INHOUDSOPGAVE 8
VEREISTE INSTELLINGEN EN PROGRAMMERING VOOR DE NETWERKSCANNERFUNCTIE
Als u het selectievakje "Hyperlink naar FTP-server versturen inschakelen" inschakelt en een voordien opgeslagen ontvanger kiest (pagina 7) bij "E-Mailbestemming", kunt u een e-mail naar de ontvanger laten versturen met informatie over de bestandsindeling en de locatie van de gescande beeldgegevens. In de e-mail verschijnt een hyperlink naar de bestandsserver waarnaar de gescande beeldgegevens zijn verzonden en de ontvanger kan de hyperlink aanklikken om rechtstreeks naar de locatie te gaan waar de beeldgegevens zijn opgeslagen.
Verzendbestemmingen voor scannen naar bureaublad kunnen alleen worden opgeslagen als de Network Scanner Tool op uw computer is geïnstalleerd. (De Network Scanner Tool staat op CD-ROM die bij de Netwerk scanner uitbreidingkit (AR-NS2) wordt geleverd.)
Normaal gezien wordt uw computer opgeslagen als een verzendbestemming voor scannen naar bureaublad met de Network Scanner Tool. Wanneer de Network Scanner Tool op uw computer is geïnstalleerd, is de informatie over de verzendbestemming reeds geprogrammeerd tijdens de setup (of na de installatie), en is het bijgevolg niet nodig de informatie nogmaals te programmeren op de webpagina.
Door te klikken op "Bureaublad" in het menuframe verschijnt het volgende scherm voor Bureaubladbestemmingsbesturing. Systeembeheerders moeten dit scherm gebruiken in het volgende geval:
●Wanneer een andere machine met netwerkscannerfunctie aan hetzelfde netwerk is toegevoegd en u wilt scannen naar bureaublad vanaf de nieuwe machine naar een bestemming die is geprogrammeerd in de reeds
bestaande machine.
Zie "Geprogrammeerde verzendbestemmingen bewerken en verwijderen" (pagina 11), en kies de bestemmingsinformatie voor scannen naar bureaublad die u wilt overbrengen naar de nieuwe machine. Voer de weergegeven informatie in op hetzelfde instelscherm van de nieuwe machine. (Wanneer u alle informatie heeft ingevoerd, klikt u op "Indienen".) Als u nog meer bestemmingen wilt overbrengen naar de nieuwe machine, herhaalt u deze procedure voor elke bestemming.
Klik hier.
*
Het kan zijn dat verzenden en ontvangen niet mogelijk is als de nieuw geprogrammeerde informatie niet helemaal overeenstemt met de informatie op de hostcomputer. Voor informatie over het installeren van de Network Scanner Tool en het programmeren van verzendbestemmingen, zie de handleiding van de AR-NS2.
*Als u een hostnaam heeft ingevoerd in "Hostnaam of IP-adres", dient u de instellingen van de DNS-server in te voeren. (Zie pagina 6.)
INHOUDSOPGAVE 9
VEREISTE INSTELLINGEN EN PROGRAMMERING VOOR DE NETWERKSCANNERFUNCTIE
Als u scannen naar E-mail gebruikt, kan een gescand beeld in één bewerking naar meerdere bestemmingen worden verzonden. Om deze functie te kunnen gebruiken, dient u eerst de bestemmingen in een groep op te slaan. Klik op "Groep" en kies dan de bestemmingen voor scannen naar E-mail die u in een groep wilt opslaan. In één groep kunnen maximaal 300 bestemmingen worden opgeslagen. Alleen bestemmingen voor E-mail kunnen in een groep worden opgeslagen. Het is niet mogelijk meerdere bestemmingen handmatig in te voeren wanneer u een beeld verzendt.
Wanneer u klaar bent met het invoeren van alle gegevens, klikt u op "Indienen". De ingevoerde gegevens worden opgeslagen.
Klik hier.
Onderwerp |
Beschrijving |
|
|
Volledige groepsnaam (Verplicht) |
Voer de volledige groepsnaam van de bestemming in (max. 36 tekens). |
|
|
Voorletter (optioneel) |
Voer de eerste letter van de opgeslagen bestemmingsnaam in. Op basis van deze |
|
eerste letter wordt de bestemming opgenomen in de ABC-index van het |
|
adreslijstscherm van de machine. (pagina 15) |
|
|
Aangepaste lijst |
Vervolgkeuzelijst: |
|
Kies een aangepaste lijst voor deze bestemming. |
|
Selectievakje voor Veel gebruikt: |
|
De bestemming wordt ingesteld als Veel gebruikt wanneer het selecteivakje |
|
ingeschakeld is. |
|
|
Adres(sen) (Verplicht) |
Kies het adres van de bestemming uit de e-mailkeuzelijst. Geprogrammeeerde e- |
|
mailbestemmingen verschijnen in alle bestemmingslijsten. Om meerdere |
|
bestemmingen te kiezen klikt u elk adres aan terwijl u de toets [Ctrl] op het |
|
toetsenbord ingedrukt houdt. Om een geselecteerd adres te annuleren, klikt u het |
|
adres nogmaals aan terwijl u de toets [Ctrl] ingedrukt houdt. U kunt maximaal 300 |
|
adressen programmeren. |
|
|
Weergavenaam (Optioneel) |
Voer een toetsnaam (max. 18 tekens) voor de bestemming in. De toetsnaam |
|
verschijnt op het aanraakpaneel van de machine. Als u geen toetsnaam invoert, |
|
worden de eerste 18 tekens van de "Volledige groepsnaam" als toetsnaam |
|
opgeslagen. |
|
|
INHOUDSOPGAVE 10
VEREISTE INSTELLINGEN EN PROGRAMMERING VOOR DE NETWERKSCANNERFUNCTIE
Om geprogrammeerde bestemmingen te bewerken of te verwijderen, klikt u op "Bestemmingsbeheer" in het menuframe van de webpagina.
1 Klik op "Bestemmingsbeheer" in het menuframe van de webpagina.
2 Klik in de bestemmingslijst op de knop van de bestemming die u wilt bewerken of verwijderen.
3 Om de gekozen bestemming te bewerken, klikt u op "Bewerken" onder de bestemmingslijst.
Het programmeerscherm van de in stap 2 gekozen bestemming verschijnt. Bewerk de informatie op dezelfde manier als waarop u ze aanvankelijk heeft opgeslagen.
Wanneer u klaar bent, dient u op "Indienen" te klikken om uw wijzigingen op te slaan.
Om de gekozen bestemming te verwijderen, klikt u op "Verwijderen" onder de bestemmingslijst.
Er verschijnt een bericht waarin u wordt gevraagd de verwijdering te bevestigen. Klik op "Ja" om de bestemming te verwijderen.
OPMERKING
Als u een geprogrammeerde bestemming probeert te bewerken of te verwijderen in de volgende situaties, zal een waarschuwingsbericht verschijnen en is bewerken/verwijderen niet mogelijk.
● De bestemming maakt deel uit van een groep.
Als de bestemming gebruikt wordt voor een huidige verzending, annuleert u de verzending of wacht u met het bewerken of verwijderen van de bestemming totdat de verzending is voltooid. Als de bestemming deel uitmaakt van een groep, wist u de bestemming eerst uit de groep en bewerkt of verwijdert u vervolgens de bestemming.
INHOUDSOPGAVE 11