Sharp AR-C172M User Manual [nl]

Page 1
MODEL
AR-C172M
DIGITAAL KLEUREN MULTIFUNCTIONEEL SYSTEEM
GEBRUIKSAANWIJZING
werking van kopieerder)
Pagina
(Optionele) Dubbelzijdig papiertoevoermodule /
omkeereenheid en / staande/3 x 500 blad papierlade
VOOR HET GEBRUIK VAN HET PRODUCT 1-1
HET BEHEER VAN DE MACHINE 2-1
RANDAPPARATUUR 3-1
VOOR HET MAKEN VAN KOPIEEN 4-1
BASISPROCEDURE VOOR HET MAKEN VAN KOPIEEN 5-1
COMFORTABELE KOPIEERFUNCTIES 6-1
MACHINEONDERHOUD (VOOR HET KOPIËREN) 7-1
TECHNISCHE GEGEVENS 8-1
Maak u vertrouwd met dit handboek om optimaal van het product te kunnen profiteren.
Lees de eisen voor de installatie en de waarschuwingen voor u dit product installeert.
Houd alle gebruiksaanwijzingen incl. deze gebruiksaanwij­zing, de "Gebruiksaanwijzing (algemene informatie en wer­king van kopieerder)" en gebruiksaanwijzingen voor de geïnstalleerde optionele apparatuur binnen handbereik.
Page 2
In sommige gebieden zijn de posities van de "POWER" (AAN/UIT) schakelaar op de kopieerder gemarkeerd met "I" en " Het symbool "
" in plaats van met "ON" (AAN) en "OFF" (UIT).
" geeft aan dat de kopieerder niet volledig uitgeschakeld is, maar in een stand-by toestand staat op deze positie van de "POWER" (AAN/UIT) schakelaar. Indien uw kopieerder zodanig gemarkeerd is, lees dan "I" voor "ON" (AAN) en "
" voor "OFF" (UIT).
Attentie! Voor een complete elektrische scheiding van het net, dient u de hoofdstekker uit het stopcontact te trekken. De AC contactdoos moet in de nabijheid van de apparatuur geïnstalleerd zijn en eenvoudig toegankelijk zijn.
Het etiket met het CE-merk is aan het apparaat bevestigd voor het geval dat de richtlijnen in de bovenstaande zin van toepassing zijn op het product. (Deze zin is niet van toepassing in landen waar de bovengenoemde richtlijnen niet vereist zijn).
WAARSCHUWING:
Dit is een klasse A product. In een woonomgeving kan dit product radiostoringen veroorzaken. In dit geval moet de gebruiker eventueel passende maatregelen treffen.
Garantie
Hoewel er alles aan werd gedaan om deze gebruiksaanwijzing zo nauwkeurig en nuttig mogelijk te maken, kan de firma Sharp niet aans­prakelijk worden gesteld voor de inhoud ervan. Alle informatie in de gebruiksaanwijzing kan zonder aankondiging vooraf worden gewijzigd. SHARP kan niet aansprakelijk worden gesteld voor verlies of beschadigingen, direct of indirect die voortvloeien uit of verband houden met deze gebruiksaanwijzing. © Copyright SHARP Corporation 2004. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging, verandering of vertaling zonder schriftelijke toestemming vooraf is verboden, behalve wanneer dit in de auteurswet wordt toegestaan.
Page 3
Deel 1: Algemene informatie
Page 4
Page 5
OPMERKINGEN
Er werd bijzonder zorgvuldig te werk gegaan bij het samenstellen van deze gebruiksaanwijzing. Indien u opmerkingen of zorgen heeft over de gebruiksaanwijzing, neem dan contact op met uw dichtstbijzijnde SHARP serviceafdeling.
Dit product was onderhevig aan een strenge kwaliteitscontrole en inspectieprocedures. Wanneer er niettemin een defect of een ander probleem wordt ontdekt, neem dan contact op met uw dealer of de dichtstbijzijnde SHARP serviceafdeling.
Naast de wettelijk geregelde gevallen is SHARP niet aansprakelijk voor storingen tijdens het gebruik van het product of de optionele producten, noch voor fouten die voortvloeien uit de verkeerde bediening van het product en de opties, noch voor andere fouten, of schade die optreedt als gevolg van het gebruik van dit product.
De in de gebruiksaanwijzing weergegeven schermen, berichten en toetsnamen kunnen verschillen van de werkelijke weergave van de schermen op de machine als gevolg van productverbetering en wijzigingen.
GEBRUIKSAANWIJZINGEN
De volgende gebruiksaanwijzing worden met de machine geleverd. Lees de overeenkomstige gebruiksaanwijzingen om de eigenschappen te leren kennen.
Gebruiksaanwijzing (algemene informatie en werking van kopieerder) (deze gebruiksaanwijzing):
De eerste helft van de gebruiksaanwijzing levert algemene informatie over het apparaat, inclusief veiligheidsinformatie, het laden van papier, het verhelpen van papierstoringen en het regelmatige onderhoud. In de tweede helft van de gebruiksaanwijzing wordt het gebruik van de kopieerfuncties toegelicht.
Handboek voor de hoofdoperator:
In dit handboek worden hoofdzakelijk de key operator programma’s voor het beheer van het apparaat en de gerelateerde functies beschreven. De key operator programma’s voor de functies van de printer, fax en netwerkscanner worden in aparte gebruiksaanwijzingen toegelicht. Key operator programma’s worden gebruikt door hoofdoperators om functie-instellingen zodanig te configureren dat deze aan de wensen van de klant voldoen.
Gebruiksaanwijzing (voor fax):
Deze gebruiksaanwijzing beschrijft de procedures om de machine te gebruiken als fax. De fax uitbreidingskit moet zijn geïnstalleerd om de faxfunctie te kunnen gebruiken.
Installatiehandleiding (voor printer):
Deze gebruiksaanwijzing beschrijft hoe de machine kan worden aangesloten op uw computer, hoe de printer driver voor Windows kan worden geïnstalleerd en hoe de printer driver instellingen kunnen worden geconfigureerd.
Gebruiksaanwijzing (voor printer)*:
Deze gebruiksaanwijzing beschrijft hoe u de machine als printer kunt gebruiken.
Gebruiksaanwijzing (voor netwerkscanner)*:
Deze gebruiksaanwijzing beschrijft de procedures om de machine te gebruiken als een netwerkscanner wanneer de machine is aangesloten op een computer. De netwerkscanner uitbreidingskit en 256MB optioneel geheugen moet zijn geïnstalleerd om de netwerkscannerfunctie te kunnen gebruiken. * De gebruiksaanwijzing (voor printer) en de gebruiksaanwijzing (voor netwerkscanner) worden geleverd als
PDF bestanden op de bijgeleverde CD-ROM. Deze handboeken worden niet als geprinte versie geleverd.
Sommige optionele apparaten kunnen niet beschikbaar zijn in sommige landen of regio’s. Deze gebruiksaanwijzing gaat ervan uit dat optionele fax uitbreidingskit en de netwerkscanner uitbreidingskit zijn geïnstalleerd, maar de basisoperaties van de machine zijn hetzelfde ongeacht de geïnstalleerde randapparatuur. Zie "Namen van onderdelen en functies van de randapparatuur" (1-6) voor de mogelijk geïnstalleerde randapparatuur.
0-1
Page 6
INSTALLATIE-EISEN
Door een oncorrecte installatie kan dit product worden beschadigd. Let op het volgende tijdens de installatie en wanneer de machine wordt verplaatst.
1. Het apparaat dient in de nabijheid van een bereikbare contactdoos te worden geïnstalleerd voor een eenvoudige aansluiting.
2. Sluit het netsnoer alleen aan op een contactdoos die aan de gespecificeerde spanning en stroomeisen voldoet. Controleer ook of de contactdoos correct geaard is.
Zie het typeplaatje op het hoofdapparaat voor de vereiste stroomvoeding.
3. Installeer de kopieermachine niet op plaatsen die:
vochtig, nat of erg stoffig zijn
aan direct zonlicht worden blootgesteld
slecht geventileerd zijn
onderhevig zijn aan extreme temperatuurwisselingen of veranderingen in de luchtvochtigheid bijv. in de nabijheid van de airconditioning of verwarming.
4. Laat voldoende ruimte open rond de kopieer machine voor onderhoud en behoorlijke ventilatie.
80cm
(31-1/2")
30cm
(11-13/16")
60cm
(23-5/8")
60cm
(23-5/8")
Er wordt een kleine hoeveelheid ozon geproduceerd tijdens de werking van het kopieerapparaat. Het emissieniveau is zo laag dat er geen gevaar voor de gezondheid bestaat.
OPMERKING:
De actuele aanbevolen lange termijn grens voor de blootstelling aan ozon is 0,1 ppm (0,2 mg/m gemiddelde concentratie gedurende 8 uur. Daar de geringe hoeveelheid die wordt uitgestoten een verwerpelijke geur verbreid, is het raadzaam het kopieerapparaat in een geventileerde ruimte te plaatsen.
3
) berekend als
0-2
Page 7
INSTALLATIE-EISEN
Het verplaatsen van dit apparaat
Trek de vier handgrepen naar buiten zoals getoond op de afbeelding, pak deze stevig vast en houd het apparaat horizontaal tijdens het verplaatsen.
Linkerkant Rechterkant
Uit­voer­lade
Handgrepen
Voor het optillen van het apparaat dient u de uitvoerlade op te vouwen en zorgvuldig aan het apparaat te plakken.
Attentie
Er zijn twee personen nodig om het apparaat op te tillen en te dragen.
Wanneer het apparaat op een staande papierlade is geplaatst.
De staande papierlade is uitgerust met zwenkwieltjes voor het verplaatsen. Ontgrendel de zwenkwieltjes en de regelaars van de stander/ papierlade en verplaats de machine voorzichtig en houd deze goed stabiel om te voorkomen dat de machine kantelt. Voor het vergrendelen en ontgrendelen van de afstellíngen, zie pagina 0-4.
Voor het optillen van het apparaat dient u de handinvoerlade op te vouwen en zorgvuldig aan het apparaat te plakken.
Hand­invoer
Handgrepen
Wanneer het apparaat voor een langere periode niet wordt gebruikt
Wanneer het apparaat gedurende een maand of langer niet gaat worden gebruikt, volg dan de procedure op de pagina’s 2-6 en 2-7 op om de druk van de heater-eenheid weg te nemen.
0-3
Page 8
WAARSCHUWINGEN
1. Raak de fotogeleidende drum niet aan. Krassen of vlekken op de drum veroorzaken slechte afdrukken.
2. Het gebied van de heater is heet. Wees voorzichtig in dit gebied
3. Kijk niet direct in een lichtbron. Anders kunt u uw ogen beschadigen.
4. Er worden vier afstellingen geleverd op alle optionele staande papierlades. Deze afstellingen moeten omlaag worden gebracht totdat deze de vloer aanraken. Wanneer u het apparaat met de optionele staande papierlade verplaatst, denk er dan aan de afstellingen omhoog te brengen. Ontgrendel ook de twee afstellingen aan de voorkant van de optionele staande papierlade. Breng na het verplaatsen van de machine de vier afstellingen omlaag totdat zij de grond aanraken en vergrendel de twee afstellingen.
Afstelling
Heater eenheid
Casters
5. Voer geen wijzigingen aan deze machine uit. Anders kan dit leiden tot verwondingen van personen of beschadigingen van het apparaat.
6. Daar het apparaat zwaar is, is het raadzaam dit door meer dan een persoon te verplaatsen om letsel te voorkomen.
7. Wanneer u het apparaat op een computer aansluit, dient u zowel de computer als het apparaat uit te schakelen.
8. Maak geen kopieën van documenten die volgens de wet niet gekopieerd mogen worden. De volgende voorwerpen zijn normaal gesproken door de nationale wet verboden te printen. Andere voorwerpen kunnen door de plaatselijke wet verboden zijn.
Geld ● Postzegels ● Obligaties ● Aandelen
Bankchecks ● Checks ● Paspoorten
Rijbewijzen
Vergren-
delen
Ontgrendelen
Vergrendelen
Ontgrendelen
"BATTERIJ VERWIJDERING"
DIT PRODUCT BEVAT EEN LITHIUM PRIMAIRE GEHEUGEN BACK-UP BATTERIJ DIE CORRECT DIENT TE WORDEN VERWERKT. NEEM CONTACT OP MET UW LOKALE SHARP DEALER OF ERKENDE ONDERHOUDSVERTEGENWOORDIGER VOOR ONDERSTEUNING BIJ DE AFVALVERWERKING VAN DEZE BATTERIJ.
Dit product gebruikt tin-lood soldeerpunten en een fluorescerende lamp die kleine hoeveelheden kwik bevat. De afvalverwerking van deze materialen kunnen zijn gereguleerd als gevolg van milieuoverwegingen. Voor informatie over afvalverwerking of recycling kunt u contact opnemen met de lokale autoriteiten of de Electronics Industries Alliance: www.eia.org
0-4
Page 9
INHOUDSOPGAVE
GEBRUIKSAANWIJZINGEN...........................................0-1
INSTALLATIE-EISEN ......................................................0-2
Het verplaatsen van dit apparaat...............................0-3
WAARSCHUWINGEN.....................................................0-4
HOOFDSTUK 1 VOOR HET GEBRUIK VAN HET PRODUCT
INLEIDING ......................................................................1-2
BELANGRIJKE KENMERKEN........................................1-2
NAMEN VAN ONDERDELEN EN FUNCTIES ................1-4
Buitenkant..................................................................1-4
Binnenkant.................................................................1-5
Namen van onderdelen en functies van de
randapparatuur ..........................................................1-6
Bedieningspaneel......................................................1-8
Tiptoetsenpaneel.......................................................1-9
AUDIT FUNCTIE...........................................................1-11
Het apparaat gebruiken wanneer de auditmode is
ingeschakeld............................................................1-11
HOOFDSTUK 2 HET BEHEER VAN DE MACHINE
HOOFDSTUK 3 RANDAPPARATUUR
ZADELSTEEK AFWERKINGSEENHEID....................... 3-2
Onderdeelbenamingen en functies........................... 3-2
Technische gegevens................................................ 3-2
De functies van de zadelsteek afwerkingseenheid ... 3-4
Het gebruik van de zadelsteek afwerkingseenheid... 3-6
Vervangen nietjespatroon en verwijderen nietjesstoring
Papierstoring in de zadelsteek afwerkingseenheid. 3-10
Opsporen van fouten in de zadelsteek
afwerkingseenheid.................................................. 3-12
Nietpositie snelle referentiegids voor duplex uitvoer3-13
Verband tussen printafdruk en zadelsteek.............. 3-14
RUIME LADE................................................................ 3-15
Namen van de onderdelen...................................... 3-15
Technische gegevens.............................................. 3-15
Het laden van papier in de ruime lade .................... 3-16
Papierstoring in de ruime lade ................................ 3-17
... 3-7
HET LADEN VAN PAPIER ..............................................2-2
Het laden van papier in papierlade 1.........................2-2
Het wijzigen van het papierformaat in papierlade 1...2-2
Het laden van papier in de handinvoer......................2-4
Het laden van papier in de staande/500 blad papierlade/
staande/3 x 500 blad papierlade ...............................2-7
Specificaties (staande/500 blad papierlade/staande/3 x
500 blad papierlade)..................................................2-7
Het laden van papier in de duplexmodule/2 x 500 blad papierlade
Specificaties (duplexmodule/2 x 500 blad papierlade)
Specificaties van de papiercassettes ........................2-9
Instellen van de papiersoort (behalve de handinvoer)
Instellen van het papierformaat wanneer er een extra
formaat is geladen...................................................2-11
Instellen van de papiersoort en papierformaat in de
handinvoer...............................................................2-12
AANGEPASTE INSTELLINGEN ...................................2-13
Bedieningsprocedure voor alle aangepaste instellingen
Over de instellingen.................................................2-14
HET VERVANGEN VAN DE TONERPATROON ...........2-15
HET BEWAREN VAN VOORRADEN............................2-17
PAPIERSTORING VERHELPEN ..................................2-18
Begleiding bij het verhelpen van papierstoringen....2-18
Papierstoring in het papiertoevoergedeelte.............2-19
Papierstoring in het transportgedeelte, heatergedeelte
en uitvoer.................................................................2-20
Papierstoring in de staande/500 blad papierlade ....2-21
Papierstoring in de staande/3 x 500 blad papierlade2-21
Papierstoring in de dubbelzijdig papiertoevoermodule/ omkeereenheid en duplexmodule/2 x 500 blad papierlade
HET OPSPOREN VAN FOUTEN..................................2-24
2-8
.......2-8
.2-11
..2-13
...2-22
0-5
Page 10
INHOUDSOPGAVE
HOOFDSTUK 4 VOOR HET MAKEN VAN KOPIEEN
NAMEN VAN ONDERDELEN EN FUNCTIES (zelf­omkerende eenmalig-doorvoerende originieelinvoer)
Buitenkant................................................................. 4-2
Bedieningspaneel ..................................................... 4-3
Tiptoetsenpaneel (basisscherm voor de kopieerfunctie)
ZELF-OMKERENDE EENMALIG- DOORVOERENDE
ORIGINEELINVOER ...................................................... 4-5
Geschikte originelen ................................................. 4-5
HET PLAATSEN VAN ORIGINELEN.............................. 4-6
SELECTEER HET FORMAAT VAN HET ORIGINEEL... 4-8 HET OPSLAAN, WISSEN EN GEBRUIKEN VAN DE
FORMATEN VAN HET ORIGINEEL............................... 4-9
4-4
HOOFDSTUK 5 BASISPROCEDURE VOOR HET
MAKEN VAN KOPIEEN
NORMAAL KOPIËREN .................................................. 5-2
Kopiëren vanaf de zelf-omkerende eenmalig-
doorvoerende originieelinvoer................................... 5-2
Automatische tweezijdig kopiëren vanaf de zelf­omkerende eenmalig-doorvoerende originieelinvoer... 5-6
Kopiëren vanaf de glasplaat ..................................... 5-7
Automatische 2-zijdige kopiëren van de glasplaat.... 5-9
BELICHTINGSAFSTELLINGEN................................... 5-10
VERKLEINEN/VERGROTEN/ZOOM ........................... 5-12
Automatische selectie (auto beeld)......................... 5-12
Handmatige selectie ............................................... 5-13
X-Y ZOOM.............................................................. 5-15
SPECIAAL PAPIER...................................................... 5-17
BEELDBEWERKING MENU ........................................6-16
Enkele kleur ............................................................6-17
Spiegelbeeld ...........................................................6-17
Fotoherhaling ..........................................................6-18
Multishot.................................................................. 6-19
A3 (11"x17") Volbeeld .............................................6-21
Multi-vel vergroting.................................................. 6-22
Inbindkopie..............................................................6-24
OPDRACHTPROGRAMMA GEHEUGEN ....................6-25
Opslaan van een opdrachtprogramma.................... 6-25
Navragen van een opdrachtprogramma.................. 6-26
Het wissen van een opgeslagen programma.......... 6-26
HET ONDERBREKEN VAN EEN KOPIEERPROCES . 6-27
HOOFDSTUK 7 MACHINEONDERHOUD (VOOR
HET KOPIËREN)
VERHELPEN VAN PAPIERSTORINGEN....................... 7-2
Verwijderen van een vastgelopen origineel uit de zelf-
omkerende eenmalig-doorvoerende originieelinvoer ......... 7-2
ONDERHOUD DOOR DE GEBRUIKER (Voor kopiëren)7-3 REINIGEN VAN HET SCANGEBIED VAN HET ORIGINEEL
HET OPSPOREN VAN FOUTEN ...................................7-4
.. 7-3
HOOFDSTUK 8 TECHNISCHE GEGEVENS
TECHNISCHE GEGEVENS ........................................... 8-2
Kopieerapparaat en hoofdeenheid ............................8-2
Zelf-omkerende eenmalig-doorvoerende originieelinvoer8-4
Dubbelzijdig papiertoevoermodule/omkeereenheid (optioneel)
INDEX............................................................................. 8-5
8-4
HOOFDSTUK 6 COMFORTABELE KOPIEERFUNCTIES
SPECIALE FUNCTIES................................................... 6-2
Algemene bedieningsprocedure voor het gebruik van de
speciale functies ....................................................... 6-3
Kantlijnverschuiving .................................................. 6-4
Wissen...................................................................... 6-5
Boekkopie................................................................. 6-6
Centreren.................................................................. 6-7
Transparante folie met invoegbladen ........................ 6-8
Omslagen ................................................................. 6-9
Z/W omgekeerd ...................................................... 6-10
KLEURINSTELLINGSMENU........................................ 6-11
RGB instelling......................................................... 6-12
Scherpte ................................................................. 6-13
Achtergrond onderdrukking .................................... 6-13
Kleurbalans Instellen .............................................. 6-14
Helderheid .............................................................. 6-15
Intensiteit ................................................................ 6-15
0-6
Page 11
HOOFDSTUK 1
VOOR HET GEBRUIK
VAN HET PRODUCT
Dit hoofdstuk bevat basisinformatie, die moet worden gelezen voor het gebruik van het product.
Pagina
INLEIDING.....................................................................................................1-2
BELANGRIJKE KENMERKEN ......................................................................1-2
NAMEN VAN ONDERDELEN EN FUNCTIES...............................................1-4
Buitenkant ..............................................................................................1-4
Binnenkant .............................................................................................1-5
Namen van onderdelen en functies van de randapparatuur ..................1-6
Bedieningspaneel...................................................................................1-8
Tiptoetsenpaneel....................................................................................1-9
AUDIT FUNCTIE..........................................................................................1-11
Het apparaat gebruiken wanneer de auditmode is ingeschakeld.........1-11
1-1
Page 12
INLEIDING
Om het product optimaal te kunnen gebruiken, adviseren wij de gebruiker deze gebruiksaanwijzing door te lezen om vertrouwd te raken met alle eigenschappen en functies van het basisproduct en met de veiligheidsinformatie die in de gebruiksaanwijzing is opgenomen.
Dit product is een hoge snelheid digitale kleurenprinter/kopieerder die kan worden uitgebreid door de installatie van optionele randapparatuur. Dit product kan worden uitgebreid met een printer, netwerkscanner of met netwerk printer eigenschappen. Deze gebruiksaanwijzing beschrijft het principiële gebruik van de printer en bevat geen informatie over de optionele randapparatuur. Er worden aparte gebruiksaanwijzingen bij elk van de optionele randapparaten geleverd. Raadpleeg voor de bediening deze gebruiksaanwijzingen.
Formaat van origineel en papier.
Dit apparaat kan zowel standaardformaten in het inchsysteem als in het metersysteem toepassen. Zie de onderstaande tabel.
Formaten in het AB-systeem
A3
B4
A4
B5
A5
Formaten in het inchsysteem
11" x 17" (LEDGER)
8-1/2" x 14" (LEGAL)
8-1/2" x 13" (FOOLSCAP)
8-1/2" x 11" (LETTER)
7-1/4" x 10-1/2" (EXECUTIVE)
5-1/2" x 8-1/2" (INVOICE)
De betekenis van "R" bij aanduidingen van origineel en papierformaat
Sommige originelen kunnen zowel in de portret- al in de landschaporiëntatie worden geplaatst. Om tussen landschap en portret te kunnen onderscheiden bevat de landschaporiëntatie een "R". Deze worden aangeduid als A4R, B5R, 8-1/2" x 11"R, 5-1/2" x 8-1/2"R, enz. Formaten die alleen in de landschaporiëntatie kunnen worden geplaatst (A3, B4, 11" x 17", 8-1/2" x 14", 8-1/2" x 13") do not hebben geen "R" in de formaataanduiding.
Formaataanduiding met “R”
Landschaporiëntatie
Formaataanduiding zonder “R”
Portretoriëntatie
BELANGRIJKE KENMERKEN
Kleurenkopieën met levendige kleuren gebaseerd op de digitale technologie
1
Foto's, gekleurde tekst en andere originelen worden gescand door full-colour CCD sensors, en de verkregen beeldgegevens worden weergegeven in levendige full colour afbeeldingen op een resolutie van 600 dpi met gebruik van digitale beeldverwerkingstechnologie. Het apparaat kan ook worden gebruikt als kleuren netwerkprinter en er kan een netwerkscanner functie worden toegevoegd als verdere optie.
Er is een spectrum met optionele apparaten beschikbaar om de productiviteit te vergroten.
2
Zoals een duplexmodule voor het produceren van 2-zijdige uitvoer, extra papier invoereenheden om het aantal beschikbare papierformaten en de papierhoeveelheid te vergroten en papier uitvoereenheden die kunnen nieten en met zadelsteek binden.
1-2
Page 13
BELANGRIJKE KENMERKEN
Geavanceerde beeldverwerkingseigenschappen gebaseerd op digitale technologie
3
De gescande beeldgegevens worden in digitale gegevens omgezet, zodat de volgende geavanceerde verwerkingseigenschappen mogelijk worden:
Fotoherhaling:
24 kleurenkopieën van een fotoafdruk worden gemaakt op een enkel blad papier (pagina 6-18).
Multishot:
Er kunnen maximaal vier originele pagina’s op een enkel blad worden gekopieerd (pagina 6-19).
Inbindkopie*:
Kopieën van originelen worden in de correcte kopieervolgorde geplaatst zodat de kopieën in het midden kunnen worden geniet en als boek kunnen worden gevouwen (pagina 6-24). * Voor het maken van inbindkopieën is de dubbelzijdige duplexeenheid/2 x 500 blad staande papierlade en de
optionele dubbelzijdige papiertoevoermodule/omkeereenheid vereist. Indien er een zadelsteek afwerkingseenheid is geïnstalleerd, kunnen de kopieën in twee posities langs het midden worden geniet en in het midden worden gevouwen.
Beeldverwerking handmatige belichtingsafstelling voor optimaal kopiëren
4
De beeldverwerking is geoptimaliseerd voor het soort origineel dat wordt gekopieerd (tekst, foto, gemengde tekst en foto of map). Deze eigenschappen en de mogelijkheid om de belichting handmatig af te stellen maken het mogelijk om kopieën te verkrijgen die zeer trouw aan het origineel zijn.
1
De standaard verplaatsingsfuncties vergemakkelijken de onderscheiding tussen sets kopieën.
5
Daar sets kopieën in de middelste lade worden uitgevoerd, wordt elke set iets verplaatst t.o.v. de vorige set uitgevoerd om deze eenvoudiger te kunnen onderscheiden.
PostScript compatible
6
De installatie van de optionele PS expansiekit (AR-PK4) zorgt voor de PostScript compatibiliteit (PostScript 3).
Als ENERGY STAR® Partner heeft SHARP vastgelegd dat dit product voldoet aan de ENERGY STAR
®
richtlijnen voor een efficiënt energieverbruik.
Eenergiespaarfuncties
Dit product heeft de volgende twee stroomspaarfuncties die helpen de natuurlijke resources te behouden en de milieuverontreiniging te reduceren.
Voorverwarmfunctie
De voorverwarmingsfunctie verlaagt de temperatuur van de fuseereenheid nadat de ingestelde duur in de key operatorprogramma's verstrijkt wanneer de machine in standby staat. Hierdoor gebruikt de machine minder stroom in de standby stand. De normale werking wordt automatisch hervat wanneer er een toets op het bedieningspaneel wordt ingedrukt, een origineel wordt geplaatst, of een kopie of fax wordt verzonden.
Automatische stroomuitschakelstand
De automatische uitschakelfunctie schakelde stroom van de fuseereenheid uit nadat de ingestelde duur in de key operatorprogramma's verstrijkt wanneer de machine in standby staat. Hierdoor gebruikt de machine minder stroom in de standby stand. Wanneer deze functie wordt geactiveerd, schakelt het tiptoetsenpaneel zichzelf uit. Druk op de toets functieselectie (the indicator van deze toets zal gaan branden) om de machine terug te zetten in de normale modus. U kunt de automatische uitschakelfunctie configureren in de Key operatorprogramma's. Deze functie is standaard ingesteld (fabrieksinstelling) op 60 seconden. (Zie pagina 9 van het "Handboek voor de hoofdoperator".) Als een fax- of afdrukopdracht wordt ontvangen terwijl de automatische uitschakelfunctie of voorverwarmingsfunctie is geactiveerd, zal de machine automatisch naar de normale stand terugkeren.
1-3
Page 14
NAMEN VAN ONDERDELEN EN FUNCTIES
Buitenkant
Linker lade (Zie pagina 5-5.)
Afgewerkte pagina’s worden hier gedeponeerd.
Linker zijklep
Open deze klep wanneer er een papierstoring heeft plaatsgevonden in de heater- of in de transfereenheid.
Zelf-omkerende eenmalig-doorvoerende origineelinvoer
Deze voert automatisch te scannen originelen in. De invoer kan het origineel omdraaien en de achterzijde eveneens scannen voor de verwerking van dubbelzijdige originelen.
Hoofdschakelaar
Hierop drukken om het toestel aan en uit te zetten.
Frontdeksel
Openen om toner toe te voegen.
Bedieningspaneel Middelste lade (Zie pagina 5-5.)
Afgewerkte pagina’s worden hier gedeponeerd.
Handinvoerlade
Speciaal papier inclusief transparante folie en kopieerpapier kunnen vanuit de bypasslade worden ingevoerd.
Staande/500 blad papierlade * (Zie pagina 2-7.) Staande/3 x 500 blad papierlade * (Zie pagina 2-7.)
Duplexmodule/ 2 x 500 blad papierlade* (Zie pagina 2-8.)
Papierlade
Elke lade kan ongeveer 500 blad met het
g/
aanbevolen papier voor kleuren (80 21 lbs.), of ongeveer 500 blad SHARP standaard papier bevatten (80
Ontgrendeling linker zijklep
Trek aan deze ontgrendeling om de linker zijklep te openen.
Dubbelzijdig papiertoevoermodule/omkeereenheid * (Zie pagina 1-6.)
g/
m2 of 21 lbs.).
m2 of
* , , en zijn randapparatuur. Voor een beschrijving van deze apparatuur, zie pagina 1-6.
1-4
Page 15
Binnenkant
NAMEN VAN ONDERDELEN EN FUNCTIES
1
Heatereenheid
Hier worden tonerafdrukken verhit.
ATTENTIE
De heatereenheid is heet. Wees voorzichtig bij het verwijderen van vastgelopen papier.
Tonerpatroon
De tonerpatroon moet worden vervangen wanneer dit op het bedieningspaneel wordt aangegeven. (Zie pagina 2-15.)
Rechter zijklep
Openen indien er een papierstoring is opgetreden in de papier invoerzone.
Rechter deksel van de papierlade
Openen om vastgelopen papier in de papierlade te verwijderen.
1-5
Page 16
NAMEN VAN ONDERDELEN EN FUNCTIES
Namen van onderdelen en functies van de randapparatuur
Ruime lade (AR-LC8)
De lade met grote capaciteit levert een extra capaciteit van 3.500 bladen A4 of 8-1/2" x 11" papier (80
g/
m2 of 21 lbs.).
Staande/500 blad papierlade (AR-D17N)
Deze papiertoevoereenheid bevat een papierlade. Deze lade kan ongeveer 500 blad met het aanbevolen papier voor kleuren (80 500 blad SHARP standaard papier bevatten (80 of 21 lbs.).
Duplexmodule/2 x 500-blad papierlade (AR-D19N)
Deze papiertoevoereenheid bevat een module voor automatisch dubbelzijdig printen en twee papierlades. De twee lades kunnen ongeveer 500 blad met het aanbevolen papier voor kleuren (80 of 21 lbs.), of ongeveer 500 blad SHARP standaard papier bevatten (80 printen is er een dubbelzijdige papiertoevoermodule/ omkeereenheid (AR-RB1) vereist.
g/
m2 of 21 lbs.), of ongeveer
g/
m2 of 21 lbs.). Voor dubbelzijdig
g/
m
g/
m
Staande/3 x 500 blad papierlade (AR-D18N)
Deze papiertoevoereenheid bevat drie papierlades. Elke lade kan ongeveer 500 blad met het aanbevolen papier voor kleuren (80 SHARP standaard papier bevatten (80
Zadelsteek afwerkingseenheid (AR-F13)
De zadelsteek afwerkingseenheid kan automatisch
2
2
inbindkopieën afleveren die in de middenlijn van het papier zijn gebonden en gevouwen, geniet in de hoek in drie verschillende functies of niet geniet. Voor perforaties met twee of vier gaten moet een perforatie-eenheid worden geïnstalleerd.
Uitvoerlade (AR-TE3)
De uitvoerlade is aan het uitvoergedeelte van de machine of de duplexlade / omkeereenheid geïnstalleerd.
Dubbelzijdig papiertoevoermodule/omkeereenheid (AR-RB1)
Met deze module kan het papier automatisch worden omgedraaid in het apparaat voor automatisch dubbelzijdig printen.
g/
m2 of 21 lbs.), of ongeveer 500 blad
g/
m2 of 21 lbs.).
1-6
Page 17
Andere randapparatuur
NAMEN VAN ONDERDELEN EN FUNCTIES
Netwerkscanner uitbreidingkit (AR-NS2)
Met deze kit kunt u netwerk scanfuncties toevoegen*. * De netwerkscanner uitbreidingskit (AR-NS2), de scanner-
uitbreidingskaart (AR-EB8) en 256MB optioneel geheugen (AR-SM5) moeten zijn geïnstalleerd om de netwerkscannerfunctie te kunnen gebruiken.
PS3 expansiekit (AR-PK4)
Deze kit zorgt voor de compatibiliteit van de printer met PostScript 3. Teneinde deze functie te gebruiken moet 256 MB x 2 optioneel geheugen geïnstalleerd worden.
Faxapparaatuitbreidingskit (AR-FX10)
Deze kit moet zijn geïnstalleerd om de faxfunctie te kunnen gebruiken.
Faxgeheugen (8 MB) (AR-MM9)
Hiermee voegt u extra geheugen toe aan de faxfunctie.
256 MB optioneel geheugen (AR-SM5)
Hiermee voegt u extra geheugen toe aan de kopieer-, printer- en scannerfunctie.
Toevoer met de printzijde omhoog en omlaag.
Na het printen wordt het papier in de uitvoerlade gedeponeerd. Dit product heeft twee uitvoerlades (middelste en linker lade). De papierspecificaties (pagina 8-3) en uitvoervoorwaarden verschillen bij elke lade, hoewel wanneer de papier- en uitvoervoorwaarden zodanig zijn, dat het papier in elke lade kan worden gedeponeerd, kunt u de uitvoerlade vrij kiezen.
Het papier wordt in de middelste lade alleen met de printzijde omlaag uitgevoerd.
Het papier wordt in de linker lade alleen met de printzijde omhoog uitgevoerd. Indien er echter een dubbelzijdig
papiertoevoermodule/omkeereenheid werd geïnstalleerd, is het ook mogelijk om het papier met de printzijde omlaag uit te voeren. In dit geval wordt de printzijde omhoog/omlaag functie automatisch geselecteerd overeenkomstig het papier en de uitvoervoorwaarden (het is niet mogelijk om handmatig printzijde omhoog/ omlaag te selecteren).
1
1-7
Page 18
NAMEN VAN ONDERDELEN EN FUNCTIES
Bedieningspaneel
BEELD VERZENDEN
OPDRACHT STATUS
Tiptoetsenpaneel
De status van het apparaat, meldingen en tiptoetsen worden op het paneel weergegeven. Wijzig eerst the display van de functie die u wilt gebruiken wanneer u het tiptoetsenpaneel gebruikt: printerfunctie, kopieerfunctie, netwerkscannerfunctie*
1
, of faxfunctie*2. Voor details, zie
de volgende pagina.
Functieselectietoetsen en indicaties
worden gebruikt om de displayfunctie van het tiptoetsenpaneel om te schakelen.
[AFDRUKKEN] toets/GEREED indicatie/DATA indicatie
Druk op deze toets om de printerfunctie te openen.
GEREED indicatie
Er kunnen printgegevens worden ontvangen wanneer deze indicatie brandt.
DATA indicatie
Gaat branden of knippert wanneer er printgegevens worden ontvangen. Gaat ook branden wanneer er een printbewerking wordt uitgevoerd.
[BEELD VERZENDEN] toets/LIJN indicatie/ DATA indicatie
Druk op deze toets om te schakelen tussen de netwerkscannerfunctie*
1
en de faxfunctie*2. (Zie de
gebruiksaanwijzingen voor de netwerkscanner en fax.)
[KOPIE] toets
Indrukken om naar de kopieerfunctie te gaan.
[OPDRACHTSTATUS] toets
Indrukken om de actuele job status weer te geven. (Zie pagina 1-10.)
[GEBRUIKERSINSTELLINGEN] toets
Gebruik deze toets om het contrast van het tiptoetsenpaneel of om key operator programma’s in te stellen. (Zie pagina 2-13.)
AFDRUKKEN
KOPIE
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
GEREED DATA
LIJN
DATA
Numerieke toetsen
Hiermee worden numerieke waarden voor diverse instellingen ingevoerd.
[ ] toets ([ACC.#-C] toets)
Dit kunt u gebruiken wanneer de functies kopie, netwerkscan*
1
, en fax*2 worden gebruikt.
[#/P] toets
Deze toets wordt gebruikt als programma toets voor kopieerfuncties en voor het kiezen van een faxnummer in de fax functie*
2
.
[C] toets
Deze toets wordt netwerkscannerfunctie*
gebruikt in de functies kopiëren,
1
, en faxfunctie*2.
[ZWART-WITKOPIE START ( )] toets
Deze wordt gebruik voor het maken van zwart-witte kopieën en om een zwart-wit origineel te scannen wanneer de netwerk scanfunctie wordt gebruikt. Deze wordt ook gebruikt om een origineel te scannen die moet worden verzonden via de faxfunctie*
2
.
[CA] toets
Deze toets wordt netwerkscannerfunctie*
gebruikt in de functies kopiëren,
1
, en faxfunctie*2.
[KLEURENKOPIE START ( )] toets
Deze toets wordt gebruikt om kleurenkopieën te maken en om een gekleurd origineel te scannen wanneer de netwerk scanfunctie gebruikt wordt.
*1 Wanneer de netwerkscanner functie is geïnstalleerd. *2 Wanneer de faxoptie is geïnstalleerd.
1-8
Page 19
Tiptoetsenpaneel
OPDRACHTWACHTRIJ
KOPIEREN
Suzuki
0666211221
003 / 00
003 / 00
010 / 00
SETS / VOO
1/13
VOLTOOID
ANNULEREN OK
IG
RUG
RECHTS
RUG
LINKS
TRANSPARANT-
INSTEEKVELLEN
BOEKKOPIE
SPEC. FUNCTIES
2-ZIJDIGE
KOPIE
UITVOER
GEBRUIKSKLAAR.
B4
NO
PA
A3
A4
DUPLEXEENH.
NAMEN VAN ONDERDELEN EN FUNCTIES
Het gebruik van het tiptoetsenpaneel
[Voorbeeld 1]
De voorwerpen op het tiptoetsenpaneel kunnen eenvoudig worden geselecteerd door de toets die gerelateerd is aan het voorwerp met een
Piep­toon
[Voorbeeld 2]
vinger aan te tippen. Het selecteren van een item wordt begeleid door een pieptoon om te bevestigen dat het item geselecteerd werd. Bovendien wordt het gebied van de toets geaccentueerd voor een visuele bevestiging.
Toetsen die grijs werden gemaakt op een willekeurig scherm kunnen niet worden geselecteerd. Wanneer een grijs gemaakte toets wordt aangetipt, klinkt er een dubbele pieptoon.
Selectie van de functie
[Voorbeeld 1]
Items die geaccentueerd waren op het moment dat een scherm verschijnt, zijn al geregistreerd zodra de [OK] toets werd aangeraakt.
[Voorbeeld 2]
Wanneer het apparaat in de kopieermode wordt gebruikt kunnen de onderstaand getoonde functies alleen ingesteld of geannuleerd worden via door afwisselend tippen op de functietoetsen van het paneel.
Kopieereigenschap
Boekkopie
Centreren
Transparantinsteekvellen
Spiegelbeeld
A3 (11"x17") Volbeeld
Z/W omgekeerd
1
De bevestigingspieptoon kan worden uitgeschakeld door een key operator programma. (Zie pagina 10 van het "Handboek voor de hoofdoperator".)
De schermen van het tiptoetsenpaneel die in deze gebruiksaanwijzing worden getoond zijn afbeeldingen en kunnen er anders uit zien dan de actuele schermen.
[Voorbeeld 3]
Wanneer het apparaat in de kopieerfunctie wordt gebruikt
ORIGINE
en een speciale eigenschap wordt geselecteerd, zal een overeenkomstig icoon op het tiptoetsenpaneel verschijnen en op het hoofdscherm van de geselecteerde functie. Indien dit icoon wordt aangetipt zal het instelscherm van deze functie (of een menuscherm) veschijnen waarin de instellingen gecontroleerd of afgesteld kunnen worden en waarin de functie eenvoudig kan worden geannuleerd.
1-9
Page 20
NAMEN VAN ONDERDELEN EN FUNCTIES
Opdrachtstatus (van toepassing op de functies printen, kopiëren, netwerkscanner en fax).
Dit scherm wordt weergegeven wanneer de [OPDRACHT STATUS] toets op het bedieningspaneel wordt ingedrukt. Een job lijst met de actuele job bovenin de rij of een lijst met voltooide bewerkingen kan worden weergegeven. De inhoud van de bewerkingen kan worden bekeken of jobs kunnen uit de rij worden gewist. (Het onderstaande scherm is een voorbeeld en wijkt af van de werkelijke schermen.)
OPDRACHTWACHTRIJ
KOPIEREN
Suzuki
066211221
AFDRUKOPDR. SCANNEROPDR
Job lijst
Er wordt een joblijst die de actuele bewerking en gereserveerde bewerkingen aangeeft, weergegeven. De iconen links van de bewerkingen in de rij representeren de job modus.
Kopieerfunctie Printerfunctie
Netwerk scannerfunctie
SETS / VOORTGANG
003 / 000
003 / 000
001 / 000
STATUS
PAPIER OP
WACHTEN
WACHTEN
FAXOPDRACHT
*
[AFDRUKOPDR.] toets
Wordt gebruikt om de lijst met printbewerkingen voor printer, kopieerfunctie en faxfunctie.
[SCANNEROPDR] toets
Hier wordt een lijst met opdrachten weergegeven die uitsluitend worden gebruikt voor de netwerkscannerfunctie. (Uitsluitende wanneer de netwerkscannerfunctie is toegevoegd.)
1/1
OPDR.WACHTR
VOLTOOID
DETAILS
PRIORITEIT
STOP./WIS.
Fax verzenden opdracht
De weergegeven bewerkingen in de job lijst zijn zelf bedieningstoetsen. Om een printbewerking te annuleren of om een bewerking de hoogste prioriteit te geven, dient u op de relevante jobtoets te toetsen en de gewenste bewerking uit te voeren m.b.v. de toetsen die worden beschreven in 5 en 6.
* "PAPIER OP" in het jobstatus display
Wanneer een job status display "PAPIER OP" aangeeft is het gespecificeerde papierformaat voor het uitvoeren van de bewerking in geen enkele lade aanwezig. Wanneer de toets [DETAILS] verschijnt, kunt u de toets van een opdracht in de opdrachtwachtrij kiezen, gevolgd door de toets [DETAILS] om het papierformaat te wijzigen (uitsluitend beschikbaar in de printerfunctie).
Modusselectie toets
Deze toets verschijnt uitsluitend in het scherm opdrachtstatus van de faxfunctie. Hiermee schakelt u tussen "OPDR.WACHTR" en "VOLTOOID" in het scherm opdrachtlijst. "OPDR.WACHTR":Toont de opgeslagen opdrachten en de
huidige opdracht.
"VOLTOOID" : Toont de voltooide opdrachten.
Fax ontvangen opdracht
[FAXOPDRACHT] toets
Hiermee wordt de verzend/ontvangst status en de voltooide opdrachten van de faxmodus weergegeven wanneer de faxoptie is geïnstalleerd.
Displaykeuzetoetsen
Deze worden gebruikt om de pagina van de weergegeven joblijst te wisselen.
[STOP./WIS.] toets
Gebruik deze om de actuele job te annuleren of te wissen of om de geselecteerde gereserveerde job te wissen. Nb: het afdrukken van ontvangen faxen kan niet worden geannuleerd of gewist.
[PRIORITEIT] toets
Deze toets verschijnt uitsluitend in het scherm opdrachtstatus van de faxfunctie. Druk op de toets om een opdracht prioriteit te geven wanneer deze is geselecteerd in de opdrachtwachtrij.
[DETAILS] toets
De toets is alleen werkzaam bij computer printbewerkingen en verschijnt alleen in het opdracht statusscherm van de printerfunctie. Deze wordt gebruikt om gedetailleerde informatie van de geselecteerde job weer te geven en om het papierformaat voor de printbewerking te wijzigen.
1-10
Page 21
AUDIT FUNCTIE
VOER UW ACCOUNTNUMMER IN.
VOER UW ACCOUNTNUMMER IN VOOR KLEURMODUS. DRUK OP [ANNULEREN] OM Z/W MODUS IN TE STELLEN.
ANNULEREN
Wanneer de account tellerfunctie ingeschakeld is, wordt het aantal gekopieerde bladen voor elke account bijgehouden (maximaal 200 accounts). De accounts kunnen desgewenst worden weergegeven en opgeteld. U kunt de key operatorprogramma's gebruiken om de accountregeling apart inschakelen voor de functies kopiëren, fax, netwerkscanner en printer. (Pagina 6 van het "Handboek voor de hoofdoperator".)
Het apparaat gebruiken wanneer de auditmode is ingeschakeld.
De procedure voor het gebruik van het apparaat voor kopieerfuncties wanneer de auditfunctie werd ingeschakeld voor de kopieerfuncties is hierna toegelicht.
OPMERKINGEN
Wanneer de accountregeling ingeschakeld is voor fax en netwerk scanner functies verschijnt er een melding waarin u wordt verzocht telkens uw accountnummer in te voeren wanneer het tiptoetsenpaneel in het hoofdscherm van de functie verandert. Voer uw accountnummer op de onderstaande manier in en ga vervolgens verder met de bewerking.
Wanneer de accountregeling voor de printerfunctie is ingeschakeld moet u uw accountnummer invoeren in het instelscherm van de printerbesturing op uw computer om te kunnen printen.
Wanneer de accountregeling ingeschakeld is verschijnen de volgende meldingen op het tiptoetsenpaneel. Er zijn twee soorten prompts afhankelijk van het feit of de accountregeling ingeschakeld was voor zowel kleuren kopiëren en zwart-wit kopiëren of alleen voor de kleuren kopieerfunctie.
Accountregeling ingeschakeld voor zowel kleuren kopiëren en zwart-wit kopiëren.
1
De accountregeling is alleen ingeschakeld voor de kleuren kopieerfunctie.
AUDITING-MODUS VOOR KLEUR
In dit geval voert u uw 5-cijferige rekeningnummer in zoals toegelicht op de volgende pagina om toegang te verkrijgen tot de kopieerfuncties.
Wanneer de [ ] toets ([ACC.#-C] toets) of de [KLEURENKOPIE START] toets ingedrukt wordt, verschijnt de melding links.
1-11
Page 22
AUDIT FUNCTIE
Voer uw accountnummer (5 cijfers) in met
1
de numerieke toetsen.
Wanneer u uw accountnummer invoert veranderen ( ) in sterretjes ( ). Wanneer u een verkeerd cijfer invoert, drukt u op de toets en voert u het correcte cijfer in. Wanneer er een correct rekeningnummer is ingevoerd, verschijnt de volgende melding.
Dit verschijnt niet wanneer de accountregeling alleen werd ingesteld voor kleuren kopiëren.
Indien er een grens werd ingesteld door een key operator programma voor het aantal kopieën dat per account kan worden gemaakt, zal het resterende aantal dat nog kan worden gemaakt, worden weergegeven.
Deze melding verschijnt enkele seconden en verandert dan in de volgende melding.
de
haakjes
Volg de overeenkomstige stappen op om
2
de kopieerbewerking uit te voeren.
Wanneer het kopiëren is begonnen verschijnt de volgende melding.
GEBRUIKSKLAAR. DRUK OP [ACC.#] ALS U KLAAR BENT.
Bij kopiëren onderbreken (pagina6-27), verschijnt de volgende melding.
GEREED VOOR KOPIËREN. [ANNULEREN] NADAT ONDERBR. KOPIEERF. IS VOLTOOID.
Wanneer de kopieerbewerking voltooid is,
3
druk dan op de [ ] toets ([ACC.#-C] toets)
GEBRUIKSKLAAR.
OPMERKING
Wanneer "Accountnummer veiligheid" ingeschakeld is in het key operator programma, verschijnt de volgende melding voor het geval dat er drie keer achtereenvolgens een verkeerd accountnummer wordt ingevoerd. (Pagina 8 van het Handboek voor de hoofdoperator)
NEEM CONT OP MET KEY-OPERATOR VOOR HULP.
Wanneer deze melding verschijnt (gedurende ongeveer een minuut) kunnen er geen andere bewerkingen worden uitgevoerd.
1-12
Page 23
HOOFDSTUK 2
HET BEHEER VAN
DE MACHINE
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u papier kunt laden, de tonerpatroon kunt vervangen en hoe u papierstoringen kunt verhelpen. Het hoofdstuk bevat ook informatie over voorraden.
Pagina
HET LADEN VAN PAPIER .............................................................................2-2
Het laden van papier in papierlade 1 .....................................................2-2
Het wijzigen van het papierformaat in papierlade 1 ...............................2-2
Het laden van papier in de handinvoer...................................................2-4
Het laden van papier in de staande/500 blad papierlade/staande/3 x 500 blad
papierlade...................................................................................................2-7
Specificaties (staande/500 blad papierlade/staande/3 x 500 blad
papierlade) .............................................................................................2-7
Het laden van papier in de duplexmodule/2 x 500 blad papierlade........2-8
Specificaties (duplexmodule/2 x 500 blad papierlade)...........................2-8
Specificaties van de papiercassettes.....................................................2-9
Instellen van de papiersoort (behalve de handinvoer) .........................2-11
Instellen van het papierformaat wanneer er een extra formaat is geladen.
Instellen van de papiersoort en papierformaat in de handinvoer .........2-12
AANGEPASTE INSTELLINGEN ..................................................................2-13
Bedieningsprocedure voor alle aangepaste instellingen......................2-13
Over de instellingen .............................................................................2-14
HET VERVANGEN VAN DE TONERPATROON ..........................................2-15
HET BEWAREN VAN VOORRADEN...........................................................2-17
PAPIERSTORING VERHELPEN .................................................................2-18
Begleiding bij het verhelpen van papierstoringen. ...............................2-18
Papierstoring in het papiertoevoergedeelte .........................................2-19
Papierstoring in het transportgedeelte, heatergedeelte en uitvoer ......2-20
Papierstoring in de staande/500 blad papierlade.................................2-21
Papierstoring in de staande/3 x 500 blad papierlade...........................2-21
Papierstoring in de dubbelzijdig papiertoevoermodule/omkeereenheid en
duplexmodule/2 x 500 blad papierlade ................................................2-22
HET OPSPOREN VAN FOUTEN.................................................................2-24
.....2-11
2-1
Page 24
HET LADEN VAN PAPIER
De meldingen "PAPIER TOEVOEGEN" of "LADE OPENEN EN PAPIER TOEVOEGEN" verschijnen wanneer het papier op raakt tijdens de werking. Volg de onderstaande procedure op om papier te laden.
OPMERKINGEN
Gebruik geen omgekruld of gevouwen papier. Hierdoor kunnen papierstoringen ontstaan.
Voor de beste resultaten alleen SHARP papier gebruiken. (Zie pagina’s 2-9, 2-17.)
Wanneer u de papiersoort en formaat in lade 1 wijzigt, dient u dit te doen overeenkomstig de instructies in
"Instellen van papierformaat en -soort" (pagina 2-11).
Plaats geen zware voorwerpen en druk niet te hard op de laden wanneer deze eruit getrokken worden.
Het laden van papier in papierlade 1
Trek papierlade 1 eruit.
1
Laad papier in de lade.
2
Trek de lade er voorzichtig uit totdat deze niet meer verder kan.
Laad geen papier boven de markering voor de maximum hoogte (ongeveer 500 blad van het aanbevolen papier voor kleuren (80 21 lbs.) of ongeveer 500 blad SHARP standaard papier (80
g/
g/
m2 of
m2 of 21 lbs.)).
Duw lade 1 voorzichtig in het apparaat.
3
Duw de lade stevig en volledig in het apparaat.
Stel de papiersoort in.
4
Indien u de papiersoort wijzigt, let dan op de instructies in "Instellen van papierformaat en soort" (pagina 2-11).
OPMERKING
Indien u een ander formaat of hetzelfde papierformaat laadt, hoeft u alleen de positie van de formaatschuif te wijzigen (Zie stap 2 hieronder.); u hoeft de papiersoort niet te wijzigen.
Het laden van papier in papierlade 1 is nu
5
voltooid.
Het wijzigen van het papierformaat in papierlade 1
De volgende papierformaatinstellingen voor papierlade 1 zijn beschikbaar: A3 tot A5 (11" x 17" tot 8-1/2" x 5-1/2") en "EXTRA"*
1
*
Dit is beperkt tot vierkant en rechthoekig papier, A3 tot A5 (11" x 17" tot 8-1/2" x 5-1/2") formaat.
1
. Gebruik de volgende procedure om het formaat te wijzigen.
Trek papierlade 1 eruit.
1
Indien er papier in de papierlade over is, dient u dit te verwijderen.
Stel de papierformaatschuif in op het
2
papierformaat.
Beweeg de papierforma­atschuif links of rechts om aan te geen dat het papierformaat werd geladen. Indien er speciaal papier
in de papierlade is gevuld, plaats dan de formaatschuif op “EXTRA” om het apparaat aan te geven dat er speciaal papier werd geladen. (Wanneer er INCH-formaat papier werd geladen, zet de formaatschuif dan op "EXTRA".)
2-2
Let erop dat het instellen van de formaatschuif op "EXTRA" het apparaat alleen aangeeft dat er een speciaal formaat werd geladen, maar niet welk formaat. Indien u het apparaat het bepaalde formaat wilt aangeven, volg dan de stappen op in "Instellen van het papierformaat wanneer er een extra formaat is geladen." (pagina 2-11). (Indien u het formaat niet instelt, zal een gedeelte of de hele afdruk eventueel niet geprint worden.)
Stel de geleidingsplaten A en B in door de
3
ontgrendelingshefbomen ervan naar elkaar toe te knijpen en deze naar het geladen papierformaat te schuiven.
De geleidingsplaten A en B kunnen worden verschoven. Stel deze af op het te laden papierformaat door de ontgrendleingshefbomen er­van naar elkaar toe te knijpen.
Page 25
HET LADEN VAN PAPIER
Laad papier in de lade.
4
Duw lade 1 voorzichtig in het apparaat.
5
Duw de lade stevig en volledig in het apparaat.
OPMERKING
Indien de positie van de formaatschuif (stap 2 van pagina 2-2) niet correct is ingesteld na het wijzigen van het papierformaat (pagina2-11) , kan er verkeerd papier worden geselecteerd of kan er een papierstoring optreden.
Stel het papierformaat van het papier in,
6
dat in de 1e lade werd geladen.
Indien u een andere papiersoort heeft geladen dan de vorige, stel de nieuwe paspiersoort dan in volgens de instructies in "Instellen van papierformaat en -soort" (pagina 2-11).
Het laden van papier in papierlade 1 is nu
7
voltooid.
2
2-3
Page 26
HET LADEN VAN PAPIER
Het laden van papier in de handinvoer
De handinvoer kan worden gebruikt om hetzelfde papier als in lade 1 te laden of voor speciaal papier. Papiersoorten die in de handinvoer kunnen worden gebruikt, zie de specificaties voor de handinvoer in de specificaties voor de papierlades (pagina 2-9).
Er kunnen 250 blad SHARP standaardpapier of 100 briefkaarten in de handinvoer worden geladen.
OPMERKINGEN
Nadat u papier in de handinvoer heeft geladen, dient u er op te letten dat u papiersoort en formaat (stap 4 instelt, indien dit werd gewijzigd.
Gebruik geen inkjet papier. Hierdoor kan er papierstoring in de heater-eenheid ontstaan.
Open de handinvoer.
1
Wanneer u papier laadt dat uit de lade steekt, dient u de ladeverlenging uit te trekken om het papier te ondersteunen zodat de papiersensors het papierformaat behoorlijk kunnen herkennen.
Trek de ladeverlenging er helemaal uit. Indien de ladeverlenging er niet helemaal wordt uitgetrokken zal het papierformaat van het geladen papier niet correct worden weergegeven.
Om papier te ondersteunen dat uit de ladeverlenging steekt, dient u de draadverlenging eruit te trekken.
Voer het kopieerpapier helemaal in de
3
handinvoer. (Forceer het papier er niet in).
Plaats het kopieerpapier met de printzijde omhoog. Indien de geleiders van de handinvoer breder zijn ingesteld dan het kopieerpapier kan de
binnenkant van de machine verontreinigd worden, zodat er vlekken op de volgende kopieën kunnen ontstaan. Speciaal papier, behalve de door SHARP aanbevolen transparante folie moet handmatig individueel worden ingevoerd. Er kunnen meerdere bladen door SHARP aanbevolen transparante folie in de handinvoer worden geladen.
Stel de soort en het formaat in van het
4
papier dat in de handinvoer werd geladen.
Indien u een andere papiersoort heeft geladen dan de vorige, stel de nieuwe papiersoort dan in volgens de instructies in "Instellen van de papiersoort en papierformaat in de handinvoer" (pagina 2-12). Indien u een speciale papiersoort in de handinvoer heeft geladen, stel de papiersoort dan in volgens de instructies in "Instellen van de papiersoort en papierformaat in de handinvoer" (pagina 2-12). (Indien u het formaat niet instelt, zal een gedeelte of de hele afdruk eventueel niet geprint worden.)
Stel de papiergeleiders van de handinvoer
2
in op de breedte van het kopieerpapier.
2-4
Het laden van papier in de handinvoer is
5
nu gereed.
OPMERKING
Wanneer u papier in
de handinvoer laadt of
de lade sluit, sluit het
papierdeksel dan op
de getoonde wijze.
Page 27
OPMERKINGEN
Zorg ervoor dat u A6 papier, A5 papier 5-1/2" x 8-1/2" papier en enveloppen plaatst zoals afgebeeld in het onderstaande diagram.
HET LADEN VAN PAPIER
A6 papier, ansichtkaarten A5 papier, 5-1/2" x 8-1/2" papier.
Wanneer u ander papier laadt dan het voor kleurenkopieën aanbevolen papier, SHARP standaardpapier, andere speciale media dan briefkaarten, door SHARP aanbevolen transparante folie of papier dat op de achterzijde bedrukt wordt, dient u het papier blad voor blad in te voeren. Het laden van meer dan één blad per keer veroorzaakt papierstoringen.
Voor u zwaar papier laadt, dient u dit glad te strijken.
Wanneer u papier toevoegt, verwijder dan het resterende papier uit de lade, combineer het met het nieuwe papier en laad dit opnieuw als een stapel.
Gebruik geen papier waarop reeds werd geprint in een faxtoestel met normaal papier of een laserprinter. Hierdoor kunnen de afdrukken vuil worden.
Wanneer u op transparante folie print, dient u elk blad te verwijderen zodra dit uit het apparaat komt. Wanneer de bladen in de uitvoerlade blijven kunnen deze eventueel omkrullen.
Gebruik alleen door SHARP aanbevolen transparante folie. Voer het papier zodanig in dat de afgeronde hoek links is bij horizontaal laden of rechts bij verticaal laden.
2
Horizontaal laden
Wanneer u meerdere bladen transparante folie in de handinvoer laadt, dient u de bladen een paar maal te waaieren voor het laden.
Verticaal laden
2-5
Page 28
HET LADEN VAN PAPIER
Het instellen van enveloppen of briefkaarten
Wanneer u enveloppen of briefkaarten in de handinvoer plaatst, laadt deze dan in de onderstaand aangegeven oriëntatie.
Het laden van briefkaarten
Laad briefkaarten met de printzijde omhoog. De briefkaart moet volgens de oriëntatie in het diagram worden geladen.
Het laden van enveloppen
Enveloppen kunnen alleen aan de adreszijde worden geprint. Plaats de enveloppen met de adreszijde omhoog.
Printen op enveloppen of briefkaarten
Indien u probeert op beide zijden van enveloppen of briefkaarten te printen, kunnen er papierstoringen of een slechte printkwaliteit worden veroorzaakt.
Gebruik geen voorgedrukte enveloppen.
Voor u een briefkaart of envelop invoert, dient u eventuele omgekrulde hoeken glad te strijken. Omgekrulde
hoeken kunnen kreukels, kleurafwijkingen, papierstoringen en een slechte printkwaliteit veroorzaken.
Printen op enveloppen
Gebruik geen enveloppen met metalen klemmen, koordsluitingen, vensters, lijnen, zelfklevende flappen of van synthetisch materiaal. indien u hierop probeert te printen, kunnen er papierstoringen, een slechte tonerhechting of andere problemen worden veroorzaakt.
Enveloppen met gestempelde oppervlakken kunnen vlekken op de afdrukken veroorzaken.
Gebruik alleen vlakke, scherp gevouwen enveloppen. Omgekrulde of slecht gevormde enveloppen kunnen niet
goed worden geprint of kunnen papierstoringen veroorzaken.
De printkwaliteit is niet gegarandeerd in het gebied 10 mm of 13/32” van de randen van de envelop.
De printkwaliteit is niet gegarandeerd op delen van enveloppen met een trapsgewijze veranderingen in de dikte, zoals bij enveloppen met drie lagen.
De printkwaliteit is niet gegarandeerd bij enveloppen met aftrekbare flappen voor het sluiten van de enveloppen.
Kunnen worden
gebruikt
Kunnen niet
worden gebruikt
Heater eenheid druk afstelbomen
In sommige gevallen kunnen er beschadigingen, kleurafwijkingen of vlekken op de enveloppen optreden ondanks dat der gespecificeerde enveloppen werden gebruikt. In dit geval kunt u het probleem oplossen door de druk afstelbomen van de heater eenheid om te schakelen van de normale positie in een positie met minder druk. Volg de procedure op de volgende pagina op. (2-7)
OPMERKING
Denk eraan de hefboom weer in de normale positie terug te plaatsen na het invoeren van de enveloppen. Indien u dit niet doet, kunnen er problemen met de tonerhechting, papierstoringen of andere problemen ontstaan.
2-6
Page 29
HET LADEN VAN PAPIER
Ontgrendel de dubbelzijdige papiertoevoermodule/
1
omkeereenheid en schuif deze naar links.
Ontgrendel de module en beweeg de module voorzichtig weg van het apparaat. Indien het apparaat niet met een dubbelzijdige papier­toevoermodule/omkeereen­heid is uitgerust, dient u de zijklep te openen.
Beweeg de twee afstelbomen met de
2
markering A en B in de afbeelding omlaag.
A
B
Normale
positie
Sluit de dubbelzijdige papiertoevoermodule/
3
omkeereenheid voorzichtig.
Indien het apparaat niet met een dubbelzijdige papiertoevoermodule/omke­ereenheid is uitgerust, dient u de zijklep te sluiten.
2
B: Voorzijde van de
heatereenheid
Positie met lagere druk
A:Achterzijde van de
heatereenheid
Het laden van papier in de staande/500 blad papierlade/ staande/3 x 500 blad papierlade
Bovenste lade / middelste lade / onderste lade*
In deze laden kunnen maximaal 500 blad door SHARP aanbevolen papier voor kleurenkopieën worden geladen. De methode voor het laden van papier is dezelfde als voor papierlade 1 in de hoofdeenheid (Zie de beschrijving op pagina 2-2.). * De Staande/500 blad papierlade beschikt alleen over de bovenste lade.
OPMERKING
Wanneer het geladen papier verschilt van het vorige formaat of een speciaal formaat is of wanneer de soort verschilt van de vorige moet u de instellingen van de papierlade in de klantinstellingen wijzigen. Wijzig de instellingen volgens de instructies in "Instellen van de papiersoort (behalve de handinvoer)" en "Instellen van het papierformaat wanneer er een extra formaat is geladen." op pagina 2-11.
Specificaties (staande/500 blad papierlade/staande/3 x 500 blad papierlade)
Naam
Papierformaat/gewicht
Papiercapaciteit
Stroomvoeding Geleverd door de hoofdeenheid
Afmetingen
Gewicht Ongeveer 22,5 kg of 49,6 lbs. Ongeveer 29,5 kg of 65,0 lbs.
De specificaties kunnen zonder aankondiging vooraf worden gewijzigd.
Staande/500 blad papierlade (AR-D17N) Staande/3 x 500 blad papierlade (AR-D18N)
A3, B4, A4, A4R, B5, B5R, A5, Extra. (11" x 17", 8-1/2" x 14", 8-1/2" x 13",
8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R, 7-1/4" x 10-1/2"R, 5-1/2" x 8-1/2")
/64 tot 105g/m
Papier aanbevolen voor kleuren (80 g/m
SHARP standaard papier (80 g/m
600 mm (B) x 642 mm (D) x 403 mm (H) (23-5/8" (B) x 25-9/32" (D) x 15-7/8" (H))
(de afstelling niet inbegrepen)
2
of 17 tot 28 lbs.
2
of 21 lbs.): 500 blad;
2
of 21 lbs.): 500 blad
2-7
Page 30
HET LADEN VAN PAPIER
Het laden van papier in de duplexmodule/2 x 500 blad papierlade
Bovenste cassette:
De bovenste lade bevat een duplexeenheid die het geprinte papier automatisch omkeert voor automatisch dubbelzijdig printen.
Middelste en onderste papiercassettes:
De middelste en onderste cassettes zijn papiercassettes In deze laden kunnen maximaal 500 blad door SHARP aanbevolen papier voor kleurenkopieën worden geladen. De methode voor het laden van papier is dezelfde als voor papierlade 1 in de hoofdeenheid. Zie de beschrijving op pagina 2-2.
OPMERKING
Wanneer het geladen papier verschilt van het vorige formaat of een speciaal formaat is of wanneer de soort verschilt van de vorige moet u de instellingen van de papierlade in de klantinstellingen wijzigen. Wijzig de instellingen volgens de instructies in "Instellen van de papiersoort (behalve de handinvoer)" en "Instellen van het papierformaat wanneer er een extra formaat is geladen." op pagina 2-11.
Specificaties (duplexmodule/2 x 500 blad papierlade)
Naam Duplexmodule/2 x 500-blad papierlade (AR-D19N)
A3, B4, A4, A4R, B5, B5R, A5, Extra. (11" x 17", 8-1/2" x 14", 8-1/2" x 13",
Papierformaat/gewicht
Papiercapaciteit
Stroomvoeding Geleverd door de hoofdeenheid
Afmetingen
Gewicht Ongeveer 31 kg of 68,3 lbs. Duplexeenheid
Formaat van normaal papier
Gewicht van normaal papier Aantal bladen Een blad (handinvoer voor afzonderlijke bladen)
De specificaties kunnen zonder aankondiging vooraf worden gewijzigd.
8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R, 7-1/4" x 10-1/2"R, 5-1/2" x 8-1/2") /64 tot 105g/m
Papier aanbevolen voor kleuren (80 g/m SHARP standaard papier (80 g/m
600 mm (B) x 642 mm (D) x 403 mm (H) (23-5/8" (B) x 25-9/32" (D) x 15-7/8" (H))
A3, B4, A4, A4R, B5, B5R, A5, 11" x 17", 8-1/2" x 14", 8-1/2" x 13", 8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R, 7-1/4" x 10-1/2R", 5-1/2" x 8-1/2"
64 tot 200 g/m2 of 17 tot 54 lbs.
2
of 17 tot 28 lbs.
(de afstelling niet inbegrepen)
2
2
of 21 lbs.): 500 blad;
of 21 lbs.): 500 blad
2-8
Page 31
HET LADEN VAN PAPIER
Specificaties van de papiercassettes
De specificaties voor de papiersoorten en -formaten die in de papiercassettes kunnen worden geladen zijn onderstaand vermeld.
Cassette
Soort papierlade
A
B
C
D
E
F
Papiercassette 1 Papierlade 1
Handinvoer Handinvoer
Staande/
1 x 500 blad papierlade
Staande/
3 x 500 blad
papierlade
Duplexmodule/
2 x 500 blad
papierlade
Ruime papierlade
Bovenste Papierlade 2
Middelste Papierlade 3
Onderste Papierlade 4
Bovenste Duplex
Middelste Papierlade 2
Onderste Papierlade 3
nr. (naam
van de
cassette)
Papierlade 2
Papierlade 4*
of
Papierlade 5*
Toepasbare papiersoorten Toepasbare papierformaten Opmerkingen
A3, B4, A4, A4R, B5, B5R, A5, Extra. (11"x17", 8-1/2"x14",
Aanbevolen papier voor kleuren
Normaal papier
Zie papiersoorten en formaten onder A * Papierformaat A3W (12" x 18") en A6R kan ook worden gebruikt in de handinvoerlade
Zwaar papier 1
Zwaar Speciaal papier (zie de volgende pagina voor toepasbaar speciaal papier)
Zie papiersoorten en formaten onder A.
Duplexeenheid (zie pagina 2-8 voor toepasbare papierformaten en -gewichten).
Zie papiersoorten en formaten onder A.
1
Hetzelfde als de papiertypen in rij A. A4 (8-1/2"x11")
2
papier
Zwaar papier 2
Transparante folie Transparante folie
Enveloppen
8-1/2"x13", 8-1/2"x11", 8-1/2"x11"R, 5-1/2"x8-1/2", 7-1/4"x10-1/2"R)
A3, B4, A4, A4R, B5, B5R, A5, Extra. (11"x17", 8-1/2"x14", 8-1/2"x13", 8-1/2"x11", 8-1/2"x11"R, 5-1/2"x8-1/2", 7-1/4"x10-1/2"R)
A6R - A3W (5-1/2"x8-1/2" – 12"x18"), Speciaal (papiergewicht: 106 tot 200 (28 tot 54 lbs.)), briefkaarten
A6R - A3W (5-1/2"x8-1/2" – 12"x18"), Speciaal (papiergewicht: 201 tot 300 (54 tot 80 lbs.))
Standaardformaat enveloppen die
kunnen worden gebruikt : :COM10,Monarch,DL,C5
Zie "HET BEWAREN VAN VOORRADEN" op pagina 2-17.
Zie "Meer informatie over normaal papier" op de volgende pagina.
2
g
/m
Zie "Meer informatie
2
g
/m
over toepasbaar speciaal papier" op de volgende pagina.
Raadpleeg de specificaties in "RUIME LADE" op pagina 3-15, en "Meer informatie over normaal papier " op de volgende pagina.
2
*1 Wanneer de Duplexmodule/2 x 500-blad papierlade is geïnstalleerd. *2 Wanneer de Staande/3 x 500 blad papierlade is geïnstalleerd.
2-9
Page 32
HET LADEN VAN PAPIER
Meer informatie over normaal papier
De volgende beperkingen hebben betrekking op normaal papier. Controleer of het papier correct geladen is. Wanneer het papier niet correct geladen wordt kan dit scheef worden ingevoerd of kunnen er papierstoringen ontstaan.
Papier in het AB-systeem Papier in het inch systeem
A6R - A3W* 5-1/2"x8-1/2" - 12"x18"*
2
Normaal
papier
Gerecycled, gekleurd, vooraf geperforeerd, vooraf geprint en papier met briefkop moet aan dezelfde voorwaarden voldoen als het bovenstaande papier.
* In de grote papierlade kan uitsluitend A4 formaat worden gebruikt wanneer u AB formaten gebruikt, en
uitsluitend 8-1/2" x 11" wanneer u inch formaten gebruikt.
SHARP standaardpapier Beperkingen voor ander papier
dan SHARP standaardpapier.
80g/m
64 tot 105g/m2 of 17 tot 28 lbs.
21 lbs.
Meer informatie over toepasbaar speciaal papier
De volgende beperkingen hebben betrekking op speciaal papier. Het gebruik van verkeerde media kan de volgende problemen veroorzaken( zwakke hechting van toner aan het papier, of vlekken bij het erover wrijven) scheve invoer, papierstoringen of andere storingen.
Soort Opmerkingen
Voor papierformaat van A6R tot A3W (5-1/2" x 8-1/2" tot 12" x 18"), is een papiergewicht van 106 tot 200 toepasbaar.
zwaar papier 1
Zwaar papier
Speciaal
papier
Transparante folie Gebruik door SHARP aanbevolen transparante folie.
Enveloppen
Speciaal papier zoals zwaar papier 2, transparante folie en enveloppen kan niet in de middelste lade worden uitgevoerd.
Papier dat niet in de middelste lade kan worden uitgevoerd, wordt met de printzijde omhoog in de linker lade uitgevoerd.
zwaar papier 2
Briefkaarten kunnen worden gebruikt. Gebruik geen gevouwen briefkaarten, ansichtkaarten of briefkaarten met een gecoate voorzijde. Deze kunnen papierstoringen of een verontreinigde afdruk veroorzaken.
Voor papierformaat van A6R tot A3W (5-1/2" x 8-1/2" tot 12" x 18"), is een papiergewicht van 201 tot 300 toepasbaar.
Toepasbare standaardenveloppen: COM-10, Monarch, DL, C5 Enveloppen kunnen uitsluitend worden geladen via de handinvoerlade. Toepasbaar papiergewicht voor enveloppen is 75
2
tot 90 g/m
of 20 tot 23 lbs.
g/
m2 (28 tot 54 lbs.)
g/
m2 (54 tot 80 lbs.)
Toepasbaar papier voor automatisch dubbelzijdig printen
Toepasbaar papier voor automatisch dubbelzijdig printen (papier dat via de duplexeenheid kan worden ingevoerd) moet aan de volgende eisen voldoen:
Papiersoort : Normaal papier volgens de bovenstaande specificaties. Papierformaat: Moet een van de volgende standaardformaten zijn: A3, B4, A4, A4R, B5, B5R of A5 (11" x 17",
8-1/2" x 14", 8-1/2" x 13", 8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R, 7-1/4" x 10-1/2" of 5-1/2" x 8-1/2")
Papiergewicht: 64 tot 200 g/m
2
of 17 tot 54 lbs.
OPMERKINGEN
Speciaal papier zoals bovenstaand beschreven kan niet worden gebruikt voor automatisch dubbelzijdig printen. Zwaar papier tot 200 g/m (54 lbs.) kan worden toegepast.
De kwaliteit van de afbeelding en mate van tonerfusering van speciale papiersoorten kan afhangen van omgevingscondities, werkomstandigheden en papierkenmerken waarbij de kwaliteit van de afbeelding minder is dan bij het gebruik van SHARP standaard papier.
Diverse typen standaard papier en speciaal papier zijn verkrijgbaar. Sommige van deze typen kunnen niet worden gebruikt in de machine. Neem contact op met uw detailhandelaar of dealer wanneer u papier gaat aanschaffen.
2-10
2
Page 33
HET LADEN VAN PAPIER
KOPIEËN
LADE-INSTEL.
ADRESBEH
TOETSENBORD-
SELECTIE
KEY-O
CONTRA
LADE 1
LADE 2 NORMAAL PAPIER
TYPE / FORMAAT
NORMAAL PAPIER
NORMAAL PAPIER
VOORBEDRUKT
RECYCLED
BRIEFPAPIER
GEPERFOREERD
KLEUR
Instellen van de papiersoort (behalve de handinvoer)
Volg deze stappen op om de instelling van de papiersoort te wijzigen wanneer de papiersoort in de papierlade werd veranderd. Voor de toepasbare papiersoorten in elke lade, zie pagina 2-9 . Om de instelling van de papiersoort voor de handinvoer te wijzigen, zie pagina 2-12.
Toets op de [GEBRUIKERINSTELLINGEN]
1
toets.
Het menuscherm voor de klantinstellingen verschijnt.
T STATUS
GEBRUIKERINSTELLINGEN
Toets op de [LADE-INSTEL.] toets.
2
Het papierlade selectiescherm verschijnt.
Selecteer de papierlade waarvoor de
3
instelling moet worden gemaakt. (Voor de ladenummers, zie de ladespecificaties op pagina 2-9.)
Indien de gewenste lade niet op het display is, gebruik of toets om het display te scrollen tot het verschijnt.
Instellen van het papierformaat wanneer er een extra formaat is geladen.
Wanneer een papierlade op “extra is ingesteld, geeft dit de machine aan dat er een extra formaat werd gebruikt. Het geeft niet het gespecificeerde formaat aan. Volg de onderstaande stappen op om het specifieke geladen formaat in te voeren. Indien bijvoorbeeld 8-1/2" x 11" formaat papier in de lade is gevuld (de formaatschuif op "extra"), kunt u deze procedure gebruiken om het door het apparaat herkende papierformaat op 8-1/2" x 11" in te stellen. Indien u een ongebruikelijk papierformaat heeft geladen, kunt u de afmetingen van het papier invoeren. Om het papierformaat in te voeren wanneer er een extra formaat in de handinvoer is geladen, zie pagina 2-12.
Voer de stappen1 tot 4 van “Instellen van
1
de papiersoort” links uit.
Toets de toets om het papierformaat
2
instelscherm weer te geven.
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
TYPE/FORMAATINSTELLING LADE 3
EXTRA FORMAAT
A3 B4
B5R
11X17
1 /
5 X8
2
Wanneer het geladen papierformaat in het
3
display verschijnt (inien u een INCH-formaat
A5
1
/
8 X14
2
1
1
/
/
2
7 X10 R
4
A4
8K
1
/
8 X13
2
1
/
EXTRA
2
A4R
16K
1
/
2
8 X11
8 X11R
zoals 8-1/2" x 11" heeft ingevoerd), toets dan de formaattoets om deze te accentueren en toets vervolgens de [OK] toets om de procedure te voltooien.
B5
16KR
1
/
2
OK
2/3
2
Selecteer het soort papier dat in de lade
4
was geplaatst.
OPMERKING
Speciaal papier zoals transparante folie, enveloppen en briefkaarten kunnen alleen in de handinvoer worden gebruikt.
Toets de [OK] toets om de instelling te
5
voltooien.
De actueel geselecteerde papiersoort wordt geaccentueerd. Toets de gewenste soort om de instelling te wijzigen.
Indien er een ongebruikelijk formaat
4
geladen was nadat de [EXTRA] toets werd ingedrukt, toets dan de toets in het scherm van stap 2 om het volgende scherm weer te geven.
X
Y
182
mm
(182 297) mm
(139 432)
139
Wanneer het scherm opent wordt de X toets geaccentueerd. Gebruik de en tiptoetsen om de X afmeting in te voeren. Vervolgens tipt u op de Y toets om deze te accentueren en de afmetingen voor Y in te voeren. Het toegestane bereik voor de X afmeting is 139 tot 432 mm (5-1/2 tot 17 inch) en het toegestane bereik voor de Y afmeting is 182 tot 297 mm (7-1/4 tot 11-3/4 inch). Wanneer u beide heeft ingevoerd, tipt dan op de [OK] toets óm de bewerking te voltooien.
2-11
Page 34
HET LADEN VAN PAPIER
PAPIERFORMAAT
AUTO A4
100%
PAPIERFORMAAT
A4
PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
NORMAAL PAPIER
ZWAAR PAPIER
TRANSPARANT
ENVELOP
AUTO
BELICHTING
PAPIERFORMAAT
NORMAAL PAPIER
ZWAAR PAPIER
TRANSPARANT
ENVELOP
Instellen van de papiersoort en papierformaat in de handinvoer
Stel de soort en het formaat in van het papier dat in de handinvoer werd geladen.
Tip op de [PAPIERFORMAAT] toets.
1
(wanneer de kopieerfunctie geselecteerd is)
Tip op de [PAPIERFORMAAT] toets in het hoofdscherm van de kopieerfunctie.
(wanneer de printerfunctie geselecteerd is)
Tip op de [PAPIERFORMAAT] toets in het hoofdscherm van de printerfunctie.
VOORWAARDE-
INSTELLINGEN
Tip op de toets voor de gewenste papiersoort.
2
(wanneer de kopieerfunctie geselecteerd is)
De toets voor de geselecteerde papiersoort wordt geaccentueerd.
Tip op [ZWAAR PAPIER 1] of [ZWAAR
3
PAPIER 2], en ga verder naar stap 6.
2
ZWAAR PAPIER1 106g/m2 200g/m
ZWAAR PAPIER2 201g/m
2
300g/m
2
Voor de soorten toepasbaar zwaar papier, zie pagina 2-10.
Tip op [SNELHEIDSMODUS] of [KWALITEITSMODUS]
4
voor de transparante folie en ga verder naar stap 7.
SNELHEIDSMODUS
KWALITEITSMODUS
SNELHEIDSMODUS is voor snel printen.
KWALITEITSMODUS is voor hoge kwaliteitsafdrukken.
Tip het soort envelop aan en ga verder naar
5
stap 7.
COM-10
MONARCH
DL
YOKEI-2
OK
C5
CHOKEI3
YOKEI-4
(wanneer de printerfunctie geselecteerd is)
De volgende stappen verschillen afhankelijk van de geselecteerde papiersoort. Volg de stappen voor de geselecteerde soort op.
Indien u op [NORMAAL PAPIER] heeft getipt, ga dan naar stap 6.
Indien u op [ZWAAR PAPIER] heeft getipt, ga dan naar stap 3.
Indien u op [TRANSPARANT] heeft getipt, ga dan naar stap 4.
Indien u op [ENVELOP] heeft getipt, ga dan naar stap 5.
2-12
VOORWAARDE-
INSTELLINGEN
Indien u een niet standaardformaat papier heeft
6
ingevoerd in de handinvoer, verwijder dan het vinkje bij "AUTOM. FORMAATVASTSTELLING INSCHAKELEN" en tip vervolgens op de [EXTRA FORMAAT] tab.
Wanneer het scherm opent wordt de X toets geaccentueerd. Gebruik de en
tiptoetsen om de X afmeting in te voeren. Indien u een standaard papierformaat in de handinvoer heeft ingevoerd, controleer dan of het vinkje verschijnt bij de [AUTOM. FORMAATVASTSTELLING INSCHAKELEN] checkbox.
AUTOM. FORMAATVASTSTELLING INSCHAKELEN.
EXTRA FORMAAT
OK
(139 432)
139
X
Y
EXTRA FORMAAT
mm
(100 297)
100
mm
BASISINSTELLING
tot 297 mm ( 4 tot 11-3/4 inch).
Toets de [OK] toets om de instelling te
7
voltooien.
BASISINSTELLING
Vervolgens tipt u op de toets om deze te accentueren en de afmetingen voor Y in te voeren.
Het toegestane bereik voor de X afmeting is 139 tot 432 mm (5-1/ 2 tot 17 inch) en het toegestane bereik voor de Y afmeting is 100
Page 35
AANGEPASTE INSTELLINGEN
De onderwerpen die met de aangepaste instellingen kunnen worden ingesteld worden hierna getoond.
Totaal aantal kopieën
Displaycontrast
Lijst afdrukken
Klokaanpassing
Papierlade-instellingen
Voor een gedetailleerde beschrijving en de toepassing van de onderstaande instellingen, zie de gebruiksaanwijzingen voor fax en netwerk scanner.*
Adresbeheer
.............................................. Gebruik deze toets om faxbestemmingen (faxnummers) op te slaan. U kunt deze toets ook gebruiken om
Ontvangstmodus
Doorsturen faxdata
Toetsenbordselectie
Key-operatorprogramma
* U kunt deze instellingen configureren als de faxfunctie of netwerkscannerfunctie beschikbaar is.
............................Het aantal door het apparaat bewerkte pagina’s en de optionele uitrusting kunnen worden weergegeven.
(Zie pagina 2-14.)
.......................................... Wordt gebruikt om het contrast van het display van bedieningspaneel af te stellen. (Zie pagina 2-14.)
........................................... Wordt gebruikt om een lijst met instellingen van het apparaat te printen. (Zie pagina 2-14.)
........................................Wordt gebruikt om de datum en tijd van de ingebouwde klok van de printer in te stellen. (Zie deze pagina.)
........................ De papierlade, papierformaat en automatische ladeomschakeling kan voor elke lade worden ingesteld. Met
de automatische ladeomschakeling kan de toevoer worden gewisseld tussen laden met dezelfde papiersoort en -formaat. Indien een lade tijdens het printen leeg raakt, gaat het printen verder vanuit de andere lade. (Zie pagina 2-14.)
groepen, geheugenvakken en gebruikersindexen op te slaan. Als de netwerkscannerfunctie beschikbaar is, kunt u ook e-mailadressen, gebruikersindexen en scanner afzenders opslaan.
.....................................Gebruik deze functie om de instellingen voor faxontvangst te configureren (automatisch/handmatig).
................................U kunt in het geheugen ontvangen faxgegevens doorsturen naar een andere bestemming.
..............................Bij de toepassing van de faxfunctie of netwerkscannerfunctie, kunt u omschakelen tussen de rangschikking
van de letters in het display toetsenbord dat wordt gebruikt voor het opslaan en wijzigen van de bestemmingen in het Engelse letterinvoerscherm.
.................... Dit zijn programma’s die door de hoofdoperator worden gebruikt (beheerder van het apparaat) om de
instellingen van het apparaat te configureren. Er verschijnt een toets voor deze instellingen in het menu met aangepaste instellingen. Zie het Handboek voor de hoofdoperator informatie over deze instellingen.
2
Bedieningsprocedure voor alle aangepaste instellingen
Toets op de [GEBRUIKERINSTELLINGEN]
1
toets.
Het menuscherm voor de klantinstellingen verschijnt.
T STATUS
GEBRUIKERINSTELLINGEN
Meer informatie over de instelprocedures
In het volgende soort scherm wordt een instelling ingeschakeld wanneer er een vinkje ( ) verschijnt naast de toets. Het vinkje verschijnt of verdwijnt door afwisselend op de checkmark box te tippen. In het volgende scherm kan lade 1 worden gebruikt in de afdruk-, kopieer-, en faxmodus. Lade 2 kan alleen in de kopieerfunctie worden gebruikt.
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
PAPIERLADE-INSTELLINGEN
LADE 1
LADE 2 NORMAAL PAPIER /
TYPE / FORMAAT
NORMAAL PAPIER /
AFDRUKKEN
KOPIEREN
FAXEN
OK
1/2
Tip op de toets van het gewenste
2
onderwerp om het instelscherm ervan weer te geven.
De instellingen die u bereikt door op de [KLOK] toets te tippen, worden hier toegelicht.
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
TOTAAL AANTAL
KOPIEËN
LADE-INSTEL.
TOETSENBORD-
SELECTIE
DISPLAY­CONTRAST
ADRESBEHEER
KEY-OPERATORPROGRAMMA'S
LIJSTAFDRUK
ONTVANGSTMODUS
Gedetailleerde beschrijvingen voor instellingen van programma’s starten op de volgende pagina.
De procedure voor het instellen van de klok wordt hierna als voorbeeld weergegeven.
GEBRUIKERSINSTELLINGEN KLOKAANPASSING
JAAR MAAND DAG UUR MINUUT
2004 11 20 14 27
INSTELLING ZOMERTIJD
VERLATEN
KLOK
DOORSTUREN
FAXDATA
DATUMFORMAAT
OK
2-13
Page 36
AANGEPASTE INSTELLINGEN
Tip op jaar, maand, dag, uur of minuten
3
toets en gebruik vervolgens de of toets om de instelling bij te stellen.
Indien u een niet bestaande datum selecteert (bijvoorbeeld, feb. 30), wordt de [OK] toets grijs om het invoeren van de datum te voorkomen.
Selecteer de [INSTELLING ZOMERTIJD] checkbox onder klok automatisch aan te passen aan de zomertijd.
Tip op de [OK] toets.
4
Om de instelbewerking te voltooien, tipt u
5
op de [VERLATEN] toets.
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
TOTAAL AANTAL
KOPIEËN
LADE-INSTEL.
TOETSENBORD-
SELECTIE
DISPLAY­CONTRAST
ADRESBEHEER
KEY-OPERATORPROGRAMMA'S
LIJSTAFDRUK
ONTVANGSTMODUS
VERLATEN
KLOK
DOORSTUREN
FAXDATA
Over de instellingen
Totaal aantal kopieën
Hier worden de volgende totaal aantal bladen weergegeven.
Het aantal vellen dat wordt afgedrukt in de kopieer-, afdruk-, en faxmodus. Het aantal vellen dat wordt verzonden via de faxfunctie en gescand met de netwerkscannerfunctie. Het aantal vellen dat wordt gebruikt door optionele apparatuur zoals zelf-omkerende eenmalig-doorvoerende origineelinvoer en de duplex module van de duplex module/ 2 x 500 blad papierlade, en het aantal vel dat wordt geniet door de zadelsteek afwerkeenheid.
Alleen in het geval van ,
Elk blad papier met A3 (11" x 17") formaat of groter wordt als twee bladen geteld.
Elk blad papier dat wordt gebruikt voor automatisch dubbelzijdig kopiëren wordt geteld als twee bladen (A3 (11" x 17") papier wordt geteld als vier bladen). (Wanneer er een optionele duplexeenheid/2 x 500 blad papierlade en een dubbelzijdige papiertoevoer-/omkeereenheid geïnstalleerd is.)
Displaycontrast
Afstelling van het schermcontrast wordt gebruikt om het LCD tiptoetsenpaneel gemakkelijker te kunnen bekijken onder diverse lichtomstandigheden. Tip op de [LICHTER] toets om het scherm lichter te maken of op de [DONKER] toets om het scherm donkerder te maken.
Papierlade-instellingen
Het soort papier, papierformaat, ingeschakelde functies en automatische ladeomschakeling kan voor elke lade worden ingesteld. Zie pagina 2-11 voor details over het instellen van papiersoort en -formaat. Automatische papierlade­omschakeling naar een andere papierlade wordt gebruikt om over te schakelen naar een andere papierlade met hetzelfde papiertype en papierformaat voor het geval het papier opraakt tijdens het continu afdrukken. Hiervoor moet de lade met hetzelfde papierformaat zijn gevuld. Om een functie in te schakelen dient u de check box toets aan te tippen zodat er een vinkje ( ) verschijnt.
Toetsenbordselectie
Wanneer u de faxfunctie of netwerkscannerfunctie gebruikt, kunt u schakelen tussen de indelingen van de lettertoetsen op het displaytoetsenbord dat verschijnt in het karakterinvoerscherm wanneer u de bestemmingen opslaat of bewerkt. Selecteer de rangschikking van de lettertoetsen die het eenvoudigst vindt.
De volgende drie alfabetische toetsenbord configuraties zijn beschikbaar:
Toetsenbord 1 (QWERT... configuratie)*
Toetsenbord 2 (AZERTY...configuratie)
Toetsenbord 3 (ABCDEF...configuratie)
* De standaardinstelling is "Toetsenbord 1".
(Voorbeeld: Letter invoerscherm wanneer toetsenbord 3 geselecteerd is)
BESTEMMINGSNAAM
SPATIE
ANNULEREN
OK
Lijst afdrukken
Wordt gebruikt om een lijst met configuratie-instellingen af te drukken in de fax-, printer-, en netwerkscannerfunctie.
Klokaanpassing
Gebruik deze toets om de datum en de tijd van de ingebouwde klok van het apparaat in te stellen. De klok wordt gebruikt door functies waarvoor datum- en tijdinformatie nodig is. U kunt ook het formaat van de afgedrukte datum wijzigen.
2-14
Page 37
HET VERVANGEN VAN DE TONERPATROON
Wanneer de toner op raakt, verschijnt "[ ] TONERNIVEAU IS LAAG.” in het display. Er wordt aanbevolen om een set nieuwe tonerpatronen in voorraad te houden zodat u deze snel kunt vervangen wanneer de toner op raakt.
GEREED VOOR SCANNEN KOPIE. ([ ] TONERNIVEAU IS LAAG.)
Dit geeft de kleur van de bijna lege tonerpatroon aan.
Y
= Gele toner
M
= Magenta toner
C
= Cyaan toner = Zwarte toner
Indien u de tonerpatroon verder gebruikt zal de toner tenslotte op raken, het apparaat zal stoppen en de volgende melding verschijnt.
Bk
VERVANG DE TONERCARTRIDGE. ([ ])
OPMERKINGEN
Soms kunnen de kopieafdrukken licht of ongelijkmatig worden voordat dat de melding wordt weergegeven, afhankelijk van de manier waarop het apparaat wordt gebruikt. Indien dit gebeurt, verwijdert u de tonerpatroon met dezelfde stappen als bij het vervangen van de tonerpatroon, schudt u de patroon een paar maal horizontaal heen en weer en voert u vervolgens de tonerpatroon weer in. Indien de kopieafdrukken niet beter worden na deze procedure, vervangt u de tonerpatroon door een nieuwe tonerpatroon.
Indien één van de tonersoorten op is inclusief de zwarte toner is kleurenkopiëren niet meer mogelijk. Indien Y, M, of C op raakt maar de zwarte toner nog in orde is, blijft zwart-wit kopiëren mogelijk.
Volg deze stappen op om de lege tonerpatroon te vervangen.
Open het frontdeksel.
1
Terwijl u de vergrendelingshefboom op de
3
tonerpatroon vast houdt, trekt u de tonerpatroon naar u toe.
2
Geel
Magenta
Cyaan
Trek de vergrendelinghefboom van de patroon
2
naar u toe.
Rangschikking van kleuren tonerpatronen
Zwart
Voorbeeld: Het vervangen van de gele tonerpatroon
Houd de tonerpatroon met beide handen vast zoals in de afbeelding en trek het uit het apparaat.
Neem een nieuwe tonerpatroon uit de
4
verpakking en schud dit ongeveer vijf keer horizontaal heen en weer.
OPMERKING
Schud de tonercartridge goed door om ervoor zorgen dat de tonen goed loskomt en niet blijft plakken aan de binnenkant van de cartridge.
2-15
Page 38
HET VERVANGEN VAN DE TONERPATROON
Verwijder het beschermmateriaal van de
5
nieuwe tonerpatroon.
Plaats de nieuwe tonerpatroon.
6
Breng de invoergaten op één lijn en schuif de patroon erin (Zie afbeelding.).
Zet de vergendelingshefboom van de
8
patroon terug.
Sluit het frontdeksel.
9
nadat de tonerpatroon is vervangen gaat het apparaat automatisch in de resolutie­afstellingsfunctie. (In sommige gevallen kan dit ongeveer 5 minuten in beslag nemen.)
OPMERKING
Er kan geen tonerpatroon met een andere kleur geïnstalleerd worden. Er kan bijv. geen gele patroon op de positie van de cyaan patroon geïnstalleerd worden.
Duw de patroon erin totdat deze stevig op
7
zijn plaats zit.
OPMERKING
Druk niet op het witte gedeelte zoals getoond in de afbeelding. De vergrendelingshefboom kan omlaag bewegen.
ATTEN TIE
Werp de tonerpatroon niet in het vuur. De toner kan vervluchtigen en brandwonden veroorzaken.
Bewaar tonerpatronen buiten het bereik van kleine kinderen.
2-16
Page 39
HET BEWAREN VAN VOORRADEN
Standaardvoorraden voor dit product die door de gebruiker moeten worden vervangen bestaan uit papier, tonerpatroon en nietjespatroon voor de afwerkingseenheid.
Voor de beste resultaten alleen originele SHARP producten gebruiken die werden getest, ontworpen en geconstrueerd om de levensduur en het prestatievermogen van SHARP kopieerapparaten te maximaliseren. Let op het “Genuine supplies” etiket op de verpakking van de toner.
GENUINE SUPPLIES
Correct bewaren
1. Bewaar de onderdelen op een plaats, die
schoon en droog is,
een stabiele temperatuur heeft
en niet aan direct zonlicht is blootgesteld
2. Bewaar papier in de verpakking en vlak liggend.
3. Papier dat buiten de originele verpakking of staand wordt opgeslagen kan gaan krullen of vochtig worden. Dit kan leiden tot papierstoringen.
4. Schud een nieuwe tonercartridge in horizontale richting. Niet rechtop bewaren. Wanneer de cartridge rechtop wordt bewaard kan de toner, zelfs na goed schudden, niet correct worden verdeeld en binnenin de cartridge blijven plakken.
2
Voorraden en verbruiksgoederen
De levering van reserveonderdelen voor reparatie van de machine is gegarandeerd tot tenminste 7 jaar na beëindiging van de productie. Reserveonderdelen zijn die onderdelen van de machine die binnen de periode van normaal gebruik defect kunnen raken – onderdelen die normaal gesproken langer meegaan dan de levensduur van de machine worden niet beschouwd als reserveonderdelen. Ook verbruiksgoederen zijn gedurende 7 jaar na beëindiging van de productie beschikbaar.
2-17
Page 40
PAPIERSTORING VERHELPEN
Als tijdens afdrukken een invoerfout optreedt, zal het bericht "ER IS EEN INVOERFOUT OPGETREDEN." verschijnen op de display van het bedieningspaneel en de uitvoer van afdrukken zal stoppen. De mogelijke locaties van de papierstoring worden aangegeven met " " De paginanummers voor gedetailleerde informatie over het verhelpen van papierstoringen worden eveneens getoond.
Papierstoring in het heatergedeelte en uitvoer gedeelte (pagina 2-20)
Papierstoring in de handinvoer (pagina 2-19)
Papierstoring in de dubbelzijdige papiertoevoer module/omkeereenheid. (pagina 2-22)
Papierstoring in de zadelsteek afwerkingseenheid (pagina 3-10)
Papierstoring in de zelf-omkerende eenmalig-doorvoerende origineelinvoer (Zie pagina 7-2 in de paragraaf "Kopieerfuncties".)
Papierstoring in het transportgedeelte (pagina 2-20).
Papierstoring in de 500 blad papierlade (pagina 2-19)
Papierstoring in de duplexmodule/2 x 500 blad papierlade (pagina 2-22)
Papierstoring in de staande/500 blad papierlade/staande/3 x 500 blad papierlade (pagina 2-21)
Papierstoring in de grote papierlade (pagina 3-17)
OPMERKING
Ontvangen faxberichten worden tijdelijk opgeslagen in het geheugen. Als er een papierstoring optreedt, kunnen ontvangen faxberichten niet worden afgedrukt. De ontvangen faxberichten worden automatisch afgedrukt wanneer de papierstoring is verwijderd.
OPMERKINGEN
Pas op dat u het vastgelopen papier tijdens het verwijderen niet scheurt.
Indien het papier tijdens het
ATTENTIE
De heatereenheid is heet. Wees voorzichtig bij het verwijderen van vastgelopen papier.
verwijderen per ongeluk scheurt, dient u alle stukjes te verwijderen.
Beschadig de transportriem niet en laat geen vingerdrukken achter bij het verwijderen van het
Bovenste heatereenheid
Papiergeleider heatereenheid
Transportriem
vastgelopen papier.
Begleiding bij het verhelpen van papierstoringen.
De begeleiding bij het verhelpen van papierstoringen kan worden weergegeven door op de [INFORMATIE] toets op het bedieningspaneel te tippen nadat er een papierstoring is opgetreden:
INFORMATIE
2-18
Page 41
PAPIERSTORING VERHELPEN
Papierstoring in het papiertoevoergedeelte
OPMERKING
Vastgelopen papier uit een papiercassette kan uit de cassette in het rechter zijklepgedeelte steken. In dit geval zal het papier scheuren wanneer het uit het apparaat wordt getrokken en zal het daardoor moeilijk te verwijderen zijn. Om dit te voorkomen dient u altijd eerst de rechter zijklep te openen en het vastgelopen papier te verwijderen wanneer dit in dit gedeelte steekt.
Papierstoring in de 500 blad papierlade
Open de bovenste zijklep.
1
Druk de hendel omhoog en open voorzichtig de voorplaat.
OPMERKING
Indien er papier in de handinvoer is geladen, dient u het papier tijdelijk te verwijderen en de handinvoer te verwidjeren voor u de zijklep opent.
Verwijder het vastgelopen papier.
2
Let op dat u het vastgelopen papier tijdens het verwijderen niet scheurt.
OPMERKING
Het papier kan in het apparaat zijn vastgelopen. Controleer dit behoedzaam en verwijder het.
Indien er in stap geen vastgelopen papier
3
werd gevonden, trekt u cassette 1 eruit en verwijdert u het vastgelopen papier.
Let op dat u het vastgelopen papier tijdens het verwijderen niet scheurt.
Sluit de papiercassette voorzichtig.
4
Duw de lade stevig en volledig in het apparaat.
Sluit de bovenste zijklep voorzichtig.
5
Controleer na het sluiten of de papierstoring is verholpen en of het normale display verschijnt.
Papierstoring in de handinvoer
Verwijder het vastgelopen papier uit de
1
handinvoer.
Let op dat u het vastgelopen papier tijdens het verwijderen niet scheurt.
Na het verhelpen van de papierstoring dient
2
u de dubbelzijdige papiertoevoermodule/ omkeereenheid te openen en te sluiten om de storingsmelding op te heffen.
Pak de vingergreep vast en open de eenheid voorzichtig.
Controleer na het sluiten of de papierstoring is verholpen en of het normale display verschijnt. Indien er geen dubbelzijdige papiertoeovoermodule/omkeer­eenheid is geïnstalleerd. open en sluit de zijklep dan op dezelfde manier.
2
2-19
Page 42
PAPIERSTORING VERHELPEN
Papierstoring in het transportgedeelte, heatergedeelte en uitvoer
Transportgedeelte
Open de bovenste zijklep en controleer of
1
er vastgelopen papier aanwezig is.
Druk de hendel omhoog en open voorzichtig de voorplaat.
Heater-eenheid
Open de dubbelzijdig
1
papiertoevoermodule/omkeereenheid .
Pak de vingergreep vast en open de eenheid voorzichtig.
OPMERKING
Indien er papier in de handinvoer is geladen, dient u het papier tijdelijk te verwijderen en de handinvoer te verwidjeren voor u de zijklep opent.
Let op dat u het vastgelopen papier tijdens het verwijderen niet scheurt.
OPMERKING
Het papier kan in het apparaat zijn vastgelopen. Controleer dit behoedzaam en verwijder het.
Sluit de bovenste zijklep voorzichtig.
2
OPMERKING
Zelfs na het verhelpen van een papierstoring kan er papier in het apparaat op de transportriem achterblijven waar dit niet zichtbaar is. In dit geval zal na het verwijderen van zichtbaar papier het papier op de transportriem automatisch naar een positie worden verplaatst waar het zichtbaar wordt. Er zal opnieuw een papierstoring op het display worden weergegeven. Verhelp de papierstoring zoals toegelicht in "Papierstoring in het transportgedeelte" (stap 3 op de rechterkant van deze pagina). Daarom moet u de “Papierstoring in het transportgedeelte” procedure eventueel twee maal uitvoeren.
Uitgangszone
Papierstoring in het uitvoergedeelte
1
Modellen met een uitvoercassette bevestigd op de dubbelzijdige papiertoevoermodule/ omkeereenheid:
Verwijder het vastgelopen papier voorzichtig zoals getoond in de afbeelding en let op dat u het papier niet scheurt.
Modellen zonder dubbelzijdige papiertoevoermodule/ omkeereenheid.
Verwijder het vastgelopen papier voorzichtig zoals getoond in de afbeelding en let op dat u het papier niet scheurt.
Bovenste uitvoercassette:
Verwijder het vastgelopen papier voorzichtig zoals getoond in de afbeelding en let op dat u het papier niet scheurt.
Verwijder het vastgelopen papier volgens
2
de onderstaande afbeeldingen.
Indien het papier in het transportgedeelte is vastgelopen, draait u de walsrotatieknop A in de pijlrichting om het vastgelopen papier te verwijderen.
ATTENTIE
De heatereenheid is heet. Wees voorzichtig bij het verwijderen van vastgelopen papier. (Raak geen metalen onderdelen aan.)
Indien u geen vastgelopen papier vindt, open dan het deksel van de heatereenheid en controleer dan of er een papierstoring in de heatereenheid is opgetreden.
ATTENTIE
De heatereenheid is heet. Wees voorzichtig bij het verwijderen van vastgelopen papier. (Raak geen metalen onderdelen aan.)
Papierstoring in het transportgedeelte
3
Indien er een papierstoring op de transportriem is opgetreden verwijder het papier dan voorzichtig zonder de transportriem aan te raken. Trek de transporteenheid er niet uit.
ATTENTIE
De transporteenheid is heet. Wees voorzichtig bij het verwijderen van vastgelopen papier. (Raak geen metalen onderdelen aan.)
Sluit de dubbelzijdige papiertoevoermodule/
4
omkeereenheid voorzichtig.
Controleer na het sluiten of de papierstoring is verholpen en of het normale display verschijnt. Indien er geen dubbelzijdige papiertoeovoermodule/omkeereenheid is geïnstalleerd. open en sluit de zijklep dan op dezelfde manier.
2-20
Page 43
PAPIERSTORING VERHELPEN
Papierstoring in de staande/500 blad papierlade
OPMERKING
Vastgelopen papier uit een papiercassette kan uit de cassette in het rechter zijklepgedeelte steken. In dit geval zal het papier scheuren wanneer het uit het apparaat wordt getrokken en zal het daardoor moeilijk te verwijderen zijn. Om dit te voorkomen dient u altijd eerst de rechter zijklep te openen en het vastgelopen papier te verwijderen wanneer dit in dit gedeelte steekt.
Open de bovenste en onderste zijkleppen.
1
Druk de hendel omhoog en open voorzichtig de voorplaat.
OPMERKING
Indien er papier in de handinvoer is geladen, dient u het papier tijdelijk te verwijderen en de handinvoer te verwidjeren voor u de zijklep opent.
Verwijder het vastgelopen papier.
2
Pas op dat u het vastgelopen papier tijdens het verwijderen niet scheurt.
Indien er in stap geen vastgelopen papier
3
werd gevonden, trekt u cassette 1 eruit en verwijdert u het vastgelopen papier.
Pas op dat u het vastgelopen papier tijdens het verwijderen niet scheurt.
Schuif de papierlade weer voorzichtig in
4
het apparaat.
Duw de lade stevig en volledig in het apparaat.
Sluit de bovenste en onderste zijkleppen
5
voorzichtig.
Controleer na het sluiten of de papierstoring is verholpen en of het normale display verschijnt.
2
OPMERKING
Het papier kan in het apparaat zijn vastgelopen. Controleer dit behoedzaam en verwijder het.
Papierstoring in de staande/3 x 500 blad papierlade
Om een papierstoring in de bovenste, middelste of onderste papierlade te verhelpen volgt u de bovenstaande stappen 1 t/m 5 van "Papierstoring in de staande/500 blad papierlade” op.
2-21
Page 44
PAPIERSTORING VERHELPEN
Papierstoring in de dubbelzijdig papiertoevoermodule/ omkeereenheid en duplexmodule/2 x 500 blad papierlade
OPMERKING
Vastgelopen papier uit een papiercassette kan uit de cassette in het rechter zijklepgedeelte steken. In dit geval zal het papier scheuren wanneer het uit het apparaat wordt getrokken en zal het daardoor moeilijk te verwijderen zijn. Om dit te voorkomen dient u altijd eerst de rechter zijklep te openen en het vastgelopen papier te verwijderen wanneer dit in dit gedeelte steekt.
Voer de stappen 1 en 2 van "Papierstoring
1
in de staande/500 blad papierlade" op de vorige pagina uit.
Open het bovenste deksel van de dubbelzijdige
2
papiertoevoermodule/omkeereenheid.
Verwijder het vastgelopen papier uit het
3
bovenste gedeelte van de dubbelzijdige papiertoevoermodule/omkeereenheid.
Houd het bovenste deksel van de eenheid vast terwijl u het vastgelopen papier verwijdert.
Sluit het bovenste deksel van de dubbelzijdige
4
papiertoevoermodule/omkeereenheid.
Verwijder het vastgelopen papier.
6
Terwijl u de uitvoerlade omhoog houdt verwijdert u het vastgelopen papier zoals getoond in de afbeelding. Pas op dat u het vastgelopen papier tijdens het verwijderen niet scheurt.
Sluit het deksel van de dubbelzijdige
7
papiertoevoermodule/omkeereenheid en plaats de uitvoerlade terug in de originele positie.
Verwijder het vastgelopen papier uit de bodem van de
8
dubbelzijdige papiertoevoermodule/omkeereenheid.
Verwijder het vastgelopen papier voorzichtig uit de bodem van de dubbelzijdige papiertoevoermodule/omkeer­eenheid zoals getoond in de afbeelding en pas op dat u het papier niet scheurt.
Til de uitvoerlade op wanneer deze
5
geïnstalleerd is en open de dubbelzijdige papiertoevoermodule/omkeereenheid.
2-22
Verzeker u ervan dat er geen vastgelopen papier in de machine aanwezig is
Trek de duplexeenheid van de dubbelzijdige
9
papiertoevoermodule/2 x 500 blad papierlade eruit.
Page 45
PAPIERSTORING VERHELPEN
Verwijder het vastgelopen papier uit de
10
duplexeenheid.
Pas op dat u het vastgelopen papier tijdens het verwijderen niet scheurt.
Sluit de duplexeenheid voorzichtig.
11
Duw de lade stevig en volledig in het apparaat.
Papierstoring in de bovenste of onderste cassette
Om vastgelopen papier uit de bovenste of onderste cassette te verwijderen, volgt u de stappen 1 t/m 5 van "Papierstoring in de staande/500 blad papierlade" op pagina 2-21op.
2
Sluit de dubbelzijdige papiertoevoermodule/
12
omkeereenheid voorzichtig.
2-23
Page 46
HET OPSPOREN VAN FOUTEN
Controleer de onderstaande probleemoplossing voordat u contact opneemt met de helpdesk. Veel problemen kunnen namelijk door de gebruiker zelf worden opgelost. Zet de stroomschakelaar uit en haal de stekker uit het stopcontact wanneer u het probleem niet met behulp van deze probleemoplossing kunt verhelpen. Hieronder volgt een beschrijving van problemen m.b.t. het algemeen gebruik van de machine. Zie pagina 7-4 voor problemen m.b.t. de kopieerfunctie. Raadpleeg de handleidingen voor de betreffende functies bij problemen met de fax, printer en netwerkscanner. Raadpleeg de beschrijving van het apparaat voor problemen m.b.t. de randapparaten.
Indien de melding "BEL SERVICEDIENST. CODE:**.**" verschijnt in het tiptoetsenpaneel, schakel dan de machine uit, wacht ongeveer 10 seconden en zet deze daarna weer aan. Wanneer dezelfde melding verschijnt nadat de machine meerdere keren is aan- en uitgeschakeld, betreft het waarschijnlijk een storing en is onderhoud vereist. In dit geval stopt u met het gebruiken van het apparaat, trekt u de stekker uit het stopcontact en neemt u contact op met uw Sharp dealer. Opmerking: Letters en cijfers verschijnen in bovenstaande "**-**" melding. Wanneer u contact opneemt met uw Sharp dealer,
vermeldt dan welke letters en cijfers worden weergegeven.
Probleem Controle Verhelpen of oorzaak
Is de stekker in het stopcontact? Sluit het apparaat aan op een geaarde wandcontactdoos. Staat de aan-/uitschakelaar aan? Zet de hoofdschakelaar aan.
De printer is in de opwarmfase. (Opwarmtijd duurt ongeveer
Het apparaat functioneert niet.
Kopiëren/printen is niet mogelijk.
Verkeerd papierformaat voor de handinvoer.
Kopiëren/printen op papier uit de handinvoer is scheef.
Het papier uit de handinvoer loopt vast.
Het printen stopt voordat de bewerking voltooid is.
GEREED indicatie uit?
Wordt een melding weergegeven betreffende de noodzaak voor het laden van papier?
Wordt een melding weergegeven betreffende de noodzaak voor het vervangen van de tonerpatroon?
Wordt er een melding weergegeven om een papierstoring aan te duiden?
Er verschijnt een melding betreffende de noodzaak voor het uitschakelen en opnieuw inschakelen van de stroomvoeding.
Er verschijnt een melding dat de papiersoort niet kan worden gebruikt voor dubbelzijdig kopiëren.
Verkeerde weergave van de papierformaten A3W, A3, B4, A4R, 12" x 18", 11" x 17", 8-1/2" x 14", 8-1/2" x 13", of alleen 8-1/2" x 11"R.
Het aantal in de handinvoer geplaatste bladen overschrijdt het maximum aantal.
De handinvoer geleider is niet afgesteld op het formaat van het geladen papier.
Het papierformaat en de papiersoort werden niet ingesteld.
Het aantal in de handinvoer geplaatste bladen overschrijdt het maximum aantal.
De handinvoer geleider is niet afgesteld op het formaat van het geladen papier.
Indien er te veel bladen in de uitvoerlade komen, wordt de lade vol indicatie geactiveerd en stopt het printen.
U heeft geen papier meer. Laad papier. (pagina 2-2)
99 seconden.) Wacht tot de GEREED indicatie gaat branden.
Laad papier. (pagina 2-2)
Vervang de tonerpatroon( pagina2-15)
Verwijder het vastgelopen papier. (pagina 2-18)
Schakel de machine uit, wacht ongeveer 10 seconden en zet deze daarna weer aan. Wanneer dezelfde melding verschijnt na het uit en aanzetten van de machine, is de kopieermachine mogelijk aan onderhoud toe. Neem in dit geval contact op met uw dealer.
Dubbelzijdig kopiëren is niet mogelijk op speciaal papier. Gebruik voor automatisch dubbelzijdig printen toepasbaar papier. (pagina 2-10)
Wanneer u de formaten A3W, A3, B4, A4R, 12" x 18", 11" x 17", 8-1/2" x 14", 8-1/2" x 13", of 8-1/2" x 11"R laadt, dient u in elk geval de ladeverlenging te openen.
Plaats niet meer dan het maximum aantal bladen.
Stel de handinvoer geleider af op het formaat van het geladen papier.
Let erop dat u het papierformaat en de –soort instelt wanneer u een speciaal formaat of een speciaal soort papier gebruikt. (pagina 2-12)
Plaats niet meer dan het maximum aantal bladen.
Stel de handinvoer geleider af op het formaat van het geladen papier.
Verwijder het papier uit de papierlade.
2-24
Page 47
HET OPSPOREN VAN FOUTEN
Probleem Controle Verhelpen of oorzaak
Er zijn vlekken op de geprinte bladen.
Er treden kleurafwijkingen op.
Het weergegeven papierformaat verschilt van het geladen papierformaat.
Wanneer u op een speciaal papierformaat print, ontbreekt er een deel van de afdruk.
Wanneer u op een speciaal papierformaat print vanuit de handinvoer, ontbreekt er een deel van de afdruk.
Er komen vaak papierstoringen voor.
Verschijnt er een melding betreffende de noodzaak van onderhoud?
Bij het kleuren printen treden er afwijkingen in letters en kleuren op.
Het display van de formaatschuif van de lade verschilt van het papierformaat in de lade.
De papierformaat instelling is niet correct ingesteld in de aangepaste instellingen voor de papierlade.
Het papierformaat is niet correct ingesteld in de speciale formaatinstellingen van de handinvoer.
Word er ander papier gebruikt dan het door SHARP aanbevolen papier?
Is het papier gekruld of vochtig?
Is het papier omgekruld en treden er vaak papierstoringen op in de duplexeenheid/2 x 500 blad papierlade of zadelsteek afwerkingseenheid?
Neem zo snel mogelijk contact op met uw dealer.
Voer een kleurenregistratie uit zoals beschreven op de pagina's 12 en 13 van het Handboek voor de hoofdoperator.
Wanneer u het papierformaat in de lade wijzigt, dient u de papierformaatschuif op de lade af te stellen op het nieuwe papierformaat. (pagina 2-2)
Wanneer u een speciaal papierformaat gebruikt, stel dan het correcte papierformaat in millimeter in de aangepaste instellingen in (Zie pagina 2-11.). Wanneer de instelling van het papierformaat niet correct is, zal een deel of de hele afdruk niet worden geprint (dit is afhankelijk van de geïnstalleerde opties).
Wanneer u een speciaal papierformaat gebruikt, dient u het correcte papierformaat in millimeters in te stellen zoals toegelicht in stap 6 op pagina 2-12. Wanneer de instelling van het papierformaat niet correct is, zal een deel of de hele afdruk niet worden geprint (dit is afhankelijk van de geïnstalleerde opties).
Gebruik door SHARP aanbevolen papier.
Gebruik geen omgekruld of gekrompen papier. Indien u lange tijd geen papier gebruikt, bewaar dit dan in de verpakking op een droge plaats.
Het papier kan omgekruld zijn bij het uitvoeren afhankelijk van de papiersoort en de kwaliteit. In sommige gevallen zal de papierstoring als gevolg van omkrullen worden gereduceerd wanneer het papier in de lade wordt omgekeerd.
2
Het geprinte papier is gekreukeld of de afdruk kan er eenvoudig worden afgeveegd.
Het contrast van het tiptoetsenpaneel is te hoog of te laag.
Worden er meerdere bladen papier tegelijkertijd ingevoerd?
Word er ander papier gebruikt dan het door SHARP aanbevolen papier?
Is het papierformaat of gewicht buiten het toegestane bereik?
Verschijnen er kreukels bij het printen van enveloppen?
Is de drukafstelhefboom van de heatereenheid niet op de juiste positie?
Is het papier vochtig?
Is het LCD contrast correct afgesteld?
Verwijder het papier uit de papierlade of de handinvoer, waaier het papier zoals getoond in de afbeelding en laad dit vervolgens opnieuw.
Gebruik door SHARP aanbevolen papier.
Gebruik papier in het toegestane bereik.
Verplaats de druk afstelhefbomen van de heatereenheid uit de normale positie naar een lagere druk om dit probleem op te lossen. (pagina 2-6)
Zet de drukafstelhefbomen van de heatereenheid terug in de normale positie. (pagina 2-7)
Bewaar het papier in de verpakking op een droge plaats en bewaar het papier niet op een vochtige
plaats
bij een hoge temperatuur of een extreem lage temperatuur.
Stel het contrast af met behulp van «DISPLAYCONTRAST» in de aangepaste instellingen. (pagina 2-13)
2-25
Page 48
Page 49
HOOFDSTUK 3
RANDAPPARATUUR
Dit hoofdstuk beschrijft de procedures voor het gebruik van de randapparatuur zoals de zadelsteek afwerkingseenheid (AR-F13).
Pagina
ZADELSTEEK AFWERKINGSEENHEID.......................................................3-2
Onderdeelbenamingen en functies ........................................................3-2
Technische gegevens.............................................................................3-2
De functies van de zadelsteek afwerkingseenheid ................................3-4
Het gebruik van de zadelsteek afwerkingseenheid................................3-6
Vervangen nietjespatroon en verwijderen nietjesstoring........................3-7
Papierstoring in de zadelsteek afwerkingseenheid..............................3-10
Opsporen van fouten in de zadelsteek afwerkingseenheid..................3-12
Nietpositie snelle referentiegids voor duplex uitvoer............................3-13
Verband tussen printafdruk en zadelsteek...........................................3-14
RUIME LADE ...............................................................................................3-15
Namen van de onderdelen...................................................................3-15
Technische gegevens...........................................................................3-15
Het laden van papier in de ruime lade .................................................3-16
Papierstoring in de ruime lade .............................................................3-17
3-1
Page 50
ZADELSTEEK AFWERKINGSEENHEID
De zadelsteek afwerkingseenheid kan automatisch twee stapels afdrukken of kopieën in de centrumlijn vouwen en binden. Er is een optionele perforatie-eeheid beschikbaar voor de installatie in de afwerkingseenheid.
Onderdeelbenamingen en functies
Compiler van de
nieteenheid
Papier dat geniet moet worden, wordt hier tijdelijk gestapeld. Bij het printen op briefkaarten of enveloppen, verwijdert u de uitvoer hier.
Offsetlade
De uitvoer die geniet of verschoven moet worden, wordt in deze lade gedeponeerd.
Zadelsteeklade
Uitvoer die van een zadelsteek moet worden voorzien, wordt hier gedeponeerd.
OPMERKINGEN
Oefen geen druk uit op de zadelsteek afwerkingseenheid (vooral niet op de offsetlade).
Wees voorzichtig met de offsetlade tijdens het printen omdat de lade op en neer beweegt.
Voor de functie van de zadelsteek afwerkingseenheid is de installatie van de dubbelzijdige
papiertoevoermodule/omkeereenheid en of een staande/500 blad papierlade, een staande/3 x 500 blad papierlade of een duplexeenheid/2 x 500 blad papierlade noodzakelijk.
Bovenste deksel
Open dit om papierstoringen te verhelpen.
Nietgedeelte
Open het frontdeksel en trek dit gedeelte eruit om de nietjespatroon te vervangen of om vastzittende nietjes te verwijderen.
Frontdeksel
Open het frontdeksel en trek dit gedeelte eruit om de nietjespatroon te vervangen of om vastzittende nietjes te verwijderen
Technische gegevens
Naam ZADELSTEEK AFWERKINGSEENHEID (AR-F13)
Papierformaat Bovenste cassette: Uitvoer printzijde omhoog: Dezelfde als voor de papierspecificaties van het apparaat.
Papierformaat/geschikte paper
Aantal lades 2 (staffellade + zadelsteeklade)
Ladecapaciteit
Uitvoer printzijde omlaag: A3W, A3, B4, A4, A4R, B5, B5R, A5, 12" x 18", 11" x 17",
8-1/2" x 14", 8-1/2" x 13", 8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R, 7-1/4" x 10-1/2"R, 5-1/2" x 8-1/2"
Onderste cassette: A3, B4, A4R, 11" x 17", 8-1/2" x 11"R Papiergewicht
Bovenste cassette:64 tot 300
64 tot 200
Onderste cassette:64 tot 105 Papiersoorten
Bovenste papierlade:Dezelfde als voor de specificaties van het apparaat Onderste papierlade:Normaal papier
Bovenste cassette: Niet nieten: 1000 blad papier: A4, A4R, B5, B5R, 8-1/2" x 11",
8-1/2" x 11"R (80 500 blad papier: Andere formaten dan A4, A4R, B5, B5R, 8-1/2" x 11" of 8-1/2" x 11"R (tot 10 enveloppen of briefkaarten in de compiler van de nieteenheid; uitlijning kan niet worden gegarandeerd)
Met nieten: 30 sets of 1000 blad A4, B5, of 8-1/2" x 11"
papier (50 sets maximaal voor verticaal ingevoerd papier geniet op een plaats in de linkerbovenhoek). Maximaal 30 sets of 500 blad van andere papierformaten.
Onderste cassette
: Geniete afdrukcapaciteit is (6 - 10) vel x 10 sets of (1 - 5) bladen x 20 sets.
g/
m2 of 17 tot 80 lbs. voor uitvoer met de printzijde omhoog
g/
m2 of 17 tot 54 lbs. voor uitvoer met de printzijde omlaag
g/
m2 of 17 tot 28 lbs.
g/
m2 of 21 lbs.)
(Vervolg op de volgende pagina)
3-2
Page 51
ZADELSTEEK AFWERKINGSEENHEID
Papierformaat voor het nieten Bovenste cassette: A3, B4, A4, A4R, B5, 11" x 17", 8-1/2" x 14", 8-1/2" x 13",
8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R
Onderste cassette: A3, B4, A4R, 11" x 17", 8-1/2" x 11"R
Nieteenheid
Zadelsteek
Stroomvoeding Geleverd door het apparaat (staande/papierlade) Afmetingen 633 mm (B) x 603 mm (D) x 771mm (H) (24-59/64" (B) x 23-3/4" (D) x 30-23/64" (H)) Gewicht Ongeveer 36 k Totale afmeting wanneer bevestigd
aan de machine Opmerkingen
Papieruitvoer
Lade vol detectie Zowel voor de bovenste als de onderste cassette
Offsetfunctie
Papiertoevoer Centrum referentie
Maximum aantal bladen voor nieten Zie "Niet-sorteermodus" op de volgende pagina
Nietposities Bovenste cassette: 3 plaatsen (1 positie achter, 1 positie voor, 2 posities centrum) Onderste cassette: 120 mm (4-47/64") pitch van het centrum van het papier
Maximaal 10 vellen kunnen worden geniet (80 Papierformaat: A3, B4, A4R, 11" x 17", 8-1/2" x 11"R Papiergewicht: 64 tot 105
g
(79,4 lbs.
1432 mm (B) x 676 mm (D) (56-25/64" (B) x 26-5/8" (D)) (bij uitgeschoven lade)
Bovenste cassette: Ondersteund zowel uitvoer van afdrukzijde boven als afdrukzijde beneden Onderste lade : Uitsluitend uitvoer met afdrukzijde naar beneden
Uitsluitend bovenste lade (staffelfunctie is niet mogelijk bij A3W, A5R, 12" x 18" en 5-1/2" x 8-1/2"R papierformaat)
g/
m2 of 17 tot 28 lbs.
)
g/
m2 of 21 lbs.)
3
Naam Perforatiemodule
1
Model* Aantal gaten 2 3 of 2 4 4
Papierformaat voor perforatie
Stroomvoeding Geleverd door de zadelsteek afwerkingeenheid van de machine Afmetingen 95mm (B) x 560mm (D) x 170mm (H) (3-3/4" (B) x 22-1/16" (D) x 6-45/64" (H)) Gewicht Ongeveer 2,5k
*1 De installatie van meerdere perforatiemodules tegelijk is niet mogelijk. Sommige modellen zijn in sommige gebieden niet verkrijgbaar. *2 Met de AR-PN1B kunnen, afhankelijk van de papierformaat, 2 of 3 gaten worden geperforeerd. *3 Het aantal gaten met de AR-PN1C en de AR-PN1D is hetzelfde. Het interval tussen de perforaties is echter niet hetzelfde.
De specificaties kunnen zonder aankondiging vooraf worden gewijzigd.
OPMERKINGEN
Transparante folie, enveloppen, briefkaarten en ander speciaal papier kan niet worden geniet.
Indien er gemengde papierformaten werden geselecteerd voor het nieten, wordt het nieten automatisch geannuleerd
AR-PN1A AR-PN1B*
11"x17", 8-1/2"x14", 8-1/2"x13", 8-1/2"x11", 8-1/2"x11"R, A3, B4, A4, A4R, B5, B5R
g
(5,6lbs.)
3 gaten: : 11" x 17", 8-1/2" x 11", A3, A4 2 gaten: 8-1/2"x14", 8-1/2" x 11"R
2
AR-PN1C*
A3, A4 11"x17", 8-1/2"x14",
3
AR-PN1D*
8-1/2"x13", 8-1/2"x11", 8-1/2"x11"R, A3, B4, A4, A4R, B5, B5R
3
Voorraden
Er moeten AR-SC2 nietpatronen worden gebruikt in deze afwerkingseenheid. De verpakking bevat drie patronen met elk ca. 5000 nietjes.
3-3
Page 52
ZADELSTEEK AFWERKINGSEENHEID
De functies van de zadelsteek afwerkingseenheid
Sorteermodus
Er worden gesorteerde sets geleverd.
Groepeermodus
Er worden groepen kopieën van dezelfde pagina geleverd.
AfdrukkenOrigineel
Offsetmodus
Offsetmodus Non-offset modus
De sets bewegen van de ene naar de nadere kant zodat elke set of groep verschoven wordt van de vorige set of groep. (De offsetfunctie functioneert alleen in de offsetlade.) Geniete sets worden niet verschoven.
AfdrukkenOrigineel
Niet-sorteermodus
Samengevoegde sets worden geniet en in de offsetlade geleverd. Wanneer zadelsteek geselecteerd wordt, worden de afdrukken of kopieën in het midden geniet en in de zadelsteeklade gedeponeerd. De nietposities, oriëntatie, papierformaat voor het nieten en de nietcapaciteit worden hierna weergegeven.
Nietposities
Linker bovenhoek van de afdrukken
Linker onderhoek van de afdrukken
Op twee plaatsen links in het midden van de afdrukken
Zadelsteek op middelste vouwlijn
Portretoriëntatie
Beschikbare papierformaten: A4, B5 en 8-1/2" x 11" Nietcapaciteit: Max. 30 bladen voor alle beschikbare formaten
Zie boven
Zie boven
Papier in de portretoriëntatie kan niet van een zadelsteek worden voorzien
Landschaporiëntatie
Beschikbare papierformaten: A3, B4, A4R, 11" x 17", 8-1/2" x 14", 8-1/2" x 13" en 8-1/2" x 11"R Nietcapaciteit: Max. 30 bladen A4R of 8-1/2" x 11"R papier, max. 25 bladen voor andere formaten
Zie boven
Zie boven
Beschikbare papierformaten: A3, B4, A4R, 11" x17" en 8-1/2" x 11"R Nietcapaciteit: Max. 10 bladen voor alle beschikbare formaten
3-4
Page 53
Zadelsteekfunctie
ZADELSTEEK AFWERKINGSEENHEID
De zadelsteek afwerkingseenheid kan automatisch twee stapels afdrukken of kopieën in de centrumlijn vouwen en binden.
<Voorbeeld>
6
4
2
7
9
11
Perforeren (alleen wanneer er een perforatiemodule is geïnstalleerd)
Wanneer de zadelsteek afwerkingseenheid is uitgerust met een perforatiemodule, zal geprint papier geperforeerd en in de offsetlade gedeponeerd worden. De zadelsteekfunctie en de perforatiefunctie kunnen niet gelijktijdig worden geselecteerd. De automatische rotatie van de afdruk functioneert niet wanneer de perforatiefunctie geselecteerd werd. Voor papierformaten die geschikt zijn voor het perforeren, zie pagina 3-3. Wanneer u de perforatiefunctie gebruikt in de kopieermodus, plaatst u het origineel zodanig dat de bovenkant van het origineel naar de achterkant van het apparaat wijst. Indien dit niet het geval is, worden de gaten verkeerd geplaatst. (Zie "Standaard origineel insteloriëntatie" op pagina 4-7 van de gebruiksaanwijzing voor het kopieerapparaat.)
<Voorbeeld>
{Origineel 1} {Perforatie posities}
{Origineel 2} {Perforatie posities}
3
3-5
Page 54
ZADELSTEEK AFWERKINGSEENHEID
Het gebruik van de zadelsteek afwerkingseenheid
Tip op de [Uitvoer] toets in het basisscherm van de kopieermodus om het scherm weer te geven waarin u he volgende kunt selecteren: sorteren, sorteren/nieten, nieten op de middenlijn, groeperen en de uitvoerlade.
UITVOER
SORTEREN
SORTEREN
NIETEN
GROEP
STAFFEL
AFWERKLADE
[GROEP] toets (Zie pagina 3-4.)
Wanneer groep werd geselecteerd worden alle kopieën van hetzelfde origineel gegroepeerd.
[SORTEREN NIETEN] toets (Zie pagina 3-4.)
Wanneer nieten-sorteren geselecteerd is worden de gesorteerde sets geniet en in de offsetlade gedeponeerd. (Ze worden niet verschoven gestapeld).
[SORTEREN] toets (Zie pagina 3-4.)
Wanneer sorteren geselecteerd is, worden sets met kopieën achtereenvolgens geleverd.
[AFWERKLADE] toets (Zie pagina 3-2.)
Wanneer de offsetfunctie geselecteerd is, gaat de uitvoer naar de offsetlade. (De offsetlade wordt automatisch geselecteerd wanneer de sorteren­nieten functie ingeschakeld is.)
[STAFFEL] toets (Zie pagina 3-4.)
De offsetfunctie functioneert wanneer “Ja” geselecteerd werd en functioneert niet wanneer “Nee” werd geselecteerd. (De offset checkmarkering wordt automatisch geannuleerd wanneer de sorteren-nieten functie ingeschakeld wordt.)
[MIDDELSTE LADE] toets
Wanneer de middelste lade werd geselecteerd, wordt het uitgevoerde papier in de uitvoerlade gedeopneerd die boven de hoofdeenheid is geplaatst.
OK
MIDDELSTE LADE
NIETEN PERFOR.
[OK] toets
Tip hierop om het [UITVOER] scherm te sluiten en terug te keren naar het basisscherm.
[NIETEN] toets (Zie pagina 3-5.)
Wanneer zadelsteek geselecteerd wordt, worden de kopieën in het midden geniet en in de zadelsteeklade gedeponeerd. Tip op deze toets om het pamflet kopiëren instelscherm weer te geven (pagina 6-24). (Dit is alleen mogelijk wanneer er een checkmarkering verschijnt in de checkbox van de [AUTOMATISCH NIETAPPARAAT] key operatorprogramma (Zie pagina 12 van het handboek voor de hoofdoperator.))
[PERFOR.] toets (Zie pagina 3-5.)
Wanneer de zadelsteek afwerkingseenheid is uitgerust met een perforatiemodule, zal geprint papier geperforeerd en in de offsetlade gedeponeerd worden.
* Wanneer èèn van de functies werd gesselecteerd,
wordt deze geaccentueerd.
3-6
Page 55
ZADELSTEEK AFWERKINGSEENHEID
Vervangen nietjespatroon en verwijderen nietjesstoring
Wanneer de nietjespatroon leeg is of wanneer er een nietjesstoring is opgetreden, verschijnt er een melding in het meldingendisplay van het bedieningspaneel. Volg de onderstaande procedure op om de nietjespatroon te vervangen of vastzittende nietjes te verwijderen.
Het vervangen van de nietjespatroon
Open het frontdeksel.
1
Trek het nietgedeelte eruit.
2
Draai de walsdraaiknop A in pijlrichting om
3
de nieteenheid naar voren te bewegen.
Draai aan de walsdraaiknop tot de driehoekmarkering op één lijn staat met de index.
Walsdraaiknop A
Voer een nieuwe nietjespatroon in de
6
nietjesbox.
Na het invoeren van het nietjespatroon drukt u het deksel van de nietjesbox omlaag om de patroon op zijn plaats te vergrendelen.
OPMERKINGEN
Verwijder het tape niet van het nietjespatroon voor u het nietjespatroon in de box heeft ingevoerd.
Verzeker u ervan dat de nieuwe nietcartridge veilig in het nietcompartiment vastzit. Druk op het nietcompartiment totdat u de "klik" hoort die aangeeft dat de nietcartridge vergrendeld is.
Verwijder de tape van het nietjespatroon
7
door er recht aan te trekken.
3
Nieteenheid
Verwijder de lege nietjesbox.
4
Verwijder de lege nietjespatroon.
5
Druk op de vergrendelingstoets om het deksel van de nietjesbox te ontgrendelen en de nietjespatroon te verwijderen.
OPMERKING
Wanneer er nietjes achterblijven kan het nietjespatroon niet worden verwijderd.
Plaats de nietjesbox erin.
8
Duw de nietjesbox erin totdat deze op zijn plaats vastklikt.
Duw het nietgedeelte terug in de
9
afwerkingseenheid.
Sluit het frontdeksel.
10
OPMERKING
Maak een testprint of kopie in de niet-sorteer-modus om te controleren of het nieten correct wordt uitgeveord.
3-7
Page 56
ZADELSTEEK AFWERKINGSEENHEID
Verwijderen van vastzittende nietjes
Ontgrendel de zadelsteek afwerkingseenheid
1
en schuif deze weg van de hoofdeenheid.
Open het frontdeksel.
2
Draai de walsdraaiknop C volgens de afbeelding
3
tot de blauwe indicatie zichtbaar wordt.
Walsdraaiknop C
Verwijder het vastgelopen papier.
6
Pas op dat u het vastgelopen papier tijdens het verwijderen niet scheurt.
Sluit het deksel van het zadelsteekgedeelte.
7
Trek het nietgedeelte eruit.
8
Blauw
Verwijder het papier uit de compuler van
4
de nieteenheid.
Indien zadelsteek was geselecteerd, opent
5
u het deksel van het zadelsteekgedeelte.
Draai de walsdraaiknop A in pijlrichting
9
om de nieteenheid naar voren te bewegen.
Draai aan de walsdraaiknop tot de driehoekmarkering op één lijn staat met de index.
Walsdraaiknop A
Nieteenheid
Verwijder de nietjesbox.
10
3-8
Page 57
ZADELSTEEK AFWERKINGSEENHEID
Zet de hefboom aan het einde van de
11
nietjesbox omhoog.
Verwijder het eerste nietje wanneer dit gebogen is. Wanneer er gebogen nietjes achterblijven, zullen deze weer vastlopen.
Zet de hefboom terug in de originele positie.
12
Plaats de nietjesbox terug.
13
Duw de nietjesbox erin totdat deze op zijn plaats vastklikt.
Duw het nietgedeelte terug in de
14
afwerkingseenheid.
Sluit het frontdeksel.
15
Duw de zadelsteek afwerkingseenheid
16
terug tegen de hoofdeenheid.
3
OPMERKING
Maak een testprint of kopie in de niet-sorteer-modus om te controleren of het nieten correct wordt uitgeveord.
Verwijderen van perforatie-afval (wanneer de perforatiemodule geïnstalleerd is)
Ontgrendel de zadelsteek afwerkings eenheid
1
en schuif deze weg van de hoofdeenheid.
Trek de verzamelbak voor perforatie-afval
2
eruit en leeg deze.
Doe het perforatie-afval in een plastic zak of in een andere bak en let op dat u het afval niet morst.
Plaats de verzamelbak voor perforatie-
3
afval terug in de originele positie.
Duw de zadelsteek afwerkingseenheid
4
terug tegen de hoofdeenheid.
3-9
Page 58
ZADELSTEEK AFWERKINGSEENHEID
Walsdraaiknop B
Papierstoring in de zadelsteek afwerkingseenheid
Wanneer er een papierstoring optreedt in de zadelsteek afwerkingseenheid, verwijdert u het vastgelopen papier op de onderstaande wijze.
Ontgrendel de zadelsteek afwerkingseenheid
1
en schuif deze weg van de hoofdeenheid.
OPMERKING
De zadelsteek afwerkingseenheid en de machine zijn aan elkaar gekoppeld aan de achterkant. Wees dus voorzichtig wanneer u de apparaten uit elkaar haalt.
Verwijder het vastgelopen papier uit de
2
hoofdeenheid.
Na het verhelpen van de papierstoring dient u de dubbelzijdige papiertoe­voermodule/omkeereenheid te openen en te sluiten om de papierstoringsindicatie terug te zetten. ("Papierstoring in de Heater-eenheid" stap 1 of 4 op pagina 2-20)
Verwijder het vastgelopen papier.
5
Verwijder voorzichtig het vastgelopen papier en zorg ervoor dat het niet scheurt.
Sluit het bovenste deksel.
6
Verwijder het vastgelopen papier uit de
7
compiler van de nieteenheid.
Pas op dat u het vastgelopen papier tijdens het verwijderen niet scheurt.
Trek de draaiknop B op de perforeereenheid naar
3
u toe en draai deze als er geen papierstoring plaatsvindt in stap 2. (Uitsluitend wanneer de optionele perforatiemodule is geïnstalleerd.)
De roller van draaiknop B zorgt voor het vrijmaken van het papier.
Open de bovenplaat.
4
Open het deksel van het zadelsteekgedeelte.
8
Verwijder het vastgelopen papier.
9
Pas op dat u het vastgelopen papier tijdens het verwijderen niet scheurt.
3-10
Page 59
ZADELSTEEK AFWERKINGSEENHEID
Open het frontdeksel.
10
Draai de walsdraaiknop in pijlrichting.
11
Verwijder het vastgelopen papier uit de
12
zadelsteeklade.
Pas op dat u het vastgelopen papier tijdens het verwijderen niet scheurt.
Sluit het deksel van het zadelsteekgedeelte.
13
Sluit het frontdeksel.
14
Duw de zadelsteek afwerkingseenheid
15
terug tegen de hoofdeenheid.
3
3-11
Page 60
ZADELSTEEK AFWERKINGSEENHEID
Opsporen van fouten in de zadelsteek afwerkingseenheid
Controleer de onderstaande lijst voordat u contact opneemt met de service.
Probleem Controle Verhelpen of oorzaak
Nietpositie is niet correct (inclusief zadelsteek).
De zadelsteek afwerkingseenheid functioneert niet.
Er kan niet worden geniet (inclusief zadelsteek).
De perforaties zijn niet
1
correct*
Er kan niet geperforeerd worden.*
Werd de nietpositie niet correct ingesteld?
Zijn er afdekkingen van de zadelsteek afwerkingseenheid open?
Wordt er een melding weergegeven voor het verwijderen van papier uit de compiler van de nieteenheid?
Wordt er een melding weergegeven voor het controleren van de niet-eenheid?
Wordt er een melding weergegeven voor het toevoegen van nietjes?
Wer een ander papierformaat geplaatst?
Is het papier sterk gekruld?
De perforatiefunctie is niet op de juiste perforatieposities ingesteld.
Wordt er een melding weergegeven voor het controleren van de perforatiemodule?
Gemengde papierformaten?
Het papier is sterk gekruld en de uitvoer is niet geperforeerd.
Controleer de instelling van de nietpositie. (Zie pagina’s 3-4, 3-13 en 3-14.)
Sluit alle afdekkingen. (Zie pagina 3-10 en 3-11.)
Verwijder het resterende papier uit de compiler van de nieteenheid, zie stap 4 op pagina 3-8.
Verwijder vastzittende nietjes. (Zie pagina 3-8.)
Vervang de nietjespatroon. (Zie pagina 3-7.) Controleer of er een nietjespatroon werd geïnstalleerd. (Zie pagina 3-7.)
Er kan niet op ander papierformaat worden geniet. Het papier kan bij de uitvoer sterk omkrullen,
afhankelijk van het papiersoort en –kwaliteit. Verwijder het papier uit de papierlade of handinvoer, draai het om en laad het opnieuw.
Controleer de toegestane perforatieposities. (Zie pagina 3-5.)
Verwijder het perforatie-afval. (Zie pagina 3-9.)
Perforeren is niet mogelijk wanneer er verschillende papierformaten werden gecombineerd.
Het papier kan bij de uitvoer sterk omkrullen, afhankelijk van het papiersoort en –kwaliteit. Verwijder het papier uit de papierlade of handinvoer, draai het om en laad het opnieuw.
* Indien er een perforatiemodule is geïnstalleerd
3-12
Page 61
ZADELSTEEK AFWERKINGSEENHEID
Nietpositie snelle referentiegids voor duplex uitvoer
De oriëntatie van het kopieerpapier, origineel, gescande originele gegevens en de selectie van de bindpositie zijn aan elkaar gerelateerd. De onderstaande tabel toont deze relaties.
Oriëntatie van het origineel of originele gegevens
Pagina 1 Pagina 2
Linker binding
Pagina 1 & Pagina 2
dubbelzijdig
Nieten op een positie Nieten op twee posities
Uitvoerresultaat
Er kan niet op twee posities worden geniet op de kortere zijde.
Printen in portet oriëntatie
Binding boven
Rechter binding
Linker binding
Nieten op een positie Nieten op twee posities
Er kan niet op twee posities worden geniet bij binding boven.
Nieten op een positie Nieten op twee posities
Er kan niet op twee posities worden geniet op de kortere zijde.
Nieten op een positie
Er kan niet op twee posities worden geniet bij linker binding.
3
Printen in landschap oriëntatie
Binding boven
Rechter binding
Nieten op twee positiesNieten op een positie
Er kan niet op twee posities worden geniet op de kortere zijde.
Nieten op een positie
Er kan niet op twee posities worden geniet bij rechter binding.
3-13
Page 62
ZADELSTEEK AFWERKINGSEENHEID
Verband tussen printafdruk en zadelsteek
De oriëntatie van het kopieerpapier, origineel, gescande originele gegevens en de selectie van de bindpositie zijn aan elkaar gerelateerd. De onderstaande tabel toont deze relaties.
Oriëntatie van het origineel of originele gegevens
Printen in portet oriëntatie Printen in landschap oriëntatie
Rechter bindingLinker binding Linker binding Rechter binding
Pagina 1
Pagina 3
Pagina 1
Pagina 2
Pagina 4
Zie boven
Pagina 2
Uitvoerresultaat
Pagina 1 & Pagina 2
dubbelzijdig
Pagina 3 & Pagina 4
dubbelzijdig
Pagina 1 & Pagina 2
dubbelzijdig
Pagina 3
Pagina 4
Zie boven
Pagina 3 & Pagina 4
dubbelzijdig
3-14
Page 63
RUIME LADE
De ruime lade kan tot ongeveer 3500 vel (B5, A4, 8-1/2" x 11") (80 g/m2 (21 lbs.)) A4 (8-1/2" x 11") papierformaat bevatten. (Zie "Ruime papierlade" in de specificaties voor de lade (pagina 2-9) voor de papiertypen die kunnen worden geladen in de ruime lade.)
Namen van de onderdelen
Bovenklep
Open dit om papierstoringen te verhelpen.
Ontgrendelingshefboom
3
OPMERKINGEN
Plaats geen zware voorwerpen op de ruime rlade en druk niet hard op de lade.
De optionele duplex module/2 x 500 blad papierlade of het staande/3x500 blad papierlade moet ook zijn geïnstalleerd om de ruime lade te kunnen installeren.
Technische gegevens
Naam RUIME LADE (AR-LC8) Papierformaat A4 (8-1/2" x 11") Papiergewicht 64 tot 105g/m Aantal lades 1 lade Papiercapaciteit 3.500 bladen (80 g/m Stroomvoeding Getrokken uit de hoofdeenheid
Afmetingen
Gewicht* Ongeveer 30 kg (66,2 lbs.) *zonder montageset Totale afmeting wanneer
bevestigd aan de machine
De specificaties kunnen zonder aankondiging vooraf worden gewijzigd.
376 mm (B) x 545 mm (D) x 595 mm (H) (14-13/16" (B) x 21-15/32" (D) x 23-7/16" (H))
976 mm (B) x 676 mm (D) (38-7/16" (B) x 26-5/8"(D))
2
(17 tot 28 lbs.)
2
of 21 lbs.)
3-15
Page 64
RUIME LADE
Het laden van papier in de ruime lade
Trekt voorzichtig de lade helemaal uit.
1
Forceer de lade niet wanneer deze actief is. Dit kan leiden beschadigingen aan de lade.
Plaats het papier in het midden van de
2
papiertafel.
De stapel papier mag niet hoger zijn dan de indicatiestreep (niet meer dan 3.500 vel SHARP standaard papier (80 (21 lbs.)).
Zorg ervoor dat de juiste instellingen worden gewijzigd zoals beschreven in "Instellen van de papiersoort (behalve de handinvoer)" (Zie pagina 2-11.) wanneer het papier is gewijzigd.
Duw de lade stevig en volledig in het
3
apparaat.
De papiertafel zal automatisch stijgen naar de papiertoevoerpositie.
2
g/
m
3-16
Page 65
RUIME LADE
Papierstoring in de ruime lade
Wanneer er een papierstoring optreedt in de ruime lade, verwijdert u het vastgelopen papier op de onderstaande wijze.
Schuif de ruime lade voorzichtig weg van de
1
hoofdeenheid tot het niet meer verder gaat, terwijl u de ladeontgrendelingshefboom vasthoudt
Ontgrendelingshefboom
Verwijder vastgelopen papier uit de
2
hoofdeenheid en de ruime lade.
Zijklep rechtsboven
Open de zijklep en verwijder het vastgelopen papier als het papier vastzit in de machine en niet kan worden verwijderd. (Zie "Papierstoring in het transportgedeelte, heatergedeelte en uitvoer" op pagina 2-20.)
Duw de ruime lade naar de hoofdeenheid toe
5
en laat deze op zijn plaats ineenklikken.
Druk voorzichtig de raime lade helemaal terug in de machine.
Indien het vastgelopen papier in stap 2 niet
6
wordt gevonden, trek dan de cassette eruit.
Verwijder het vastgelopen papier.
7
3
Open de bovenplaat.
3
Verwijder het vastgelopen papier.
4
Pas op dat u het vastgelopen papier tijdens het verwijderen niet scheurt. Sluit de bovenste klep nadat het vastgelopen papier is verwijderd.
Duw de cassette voorzichtig terug op zijn
8
plaats.
De papierinvoertafel stijgt automatisch naar de papiertoevoerpositie. Verzeker u ervan dat de melding van de papierstoring is verdwenen en de normale display weer verschijnt.
3-17
Page 66
Page 67
Deel 2: Werking
van het kopierapparaat
Page 68
Page 69
HOOFDSTUK 4
VOOR HET MAKEN
VAN KOPIEEN
In dit hoofdstuk wordt de basisinformatie over het gebruik van de kopieerfuncties van het apparaat beschreven. Lees dit hoofdstuk voor u kopieën maakt.
Pagina
NAMEN VAN ONDERDELEN EN FUNCTIES (zelf-omkerende eenmalig-
doorvoerende origineelinvoer) .......................................................................4-2
Buitenkant ..............................................................................................4-2
Bedieningspaneel ..................................................................................4-3
Tiptoetsenpaneel (basisscherm voor de kopieerfunctie)........................4-4
ZELF-OMKERENDE EENMALIG- DOORVOERENDE ORIGINEELINVOER.......4-5
Geschikte originelen ..............................................................................4-5
HET PLAATSEN VAN ORIGINELEN.............................................................4-6
SELECTEER HET FORMAAT VAN HET ORIGINEEL ..................................4-8
HET OPSLAAN, WISSEN EN GEBRUIKEN VAN DE FORMATEN VAN HET
ORIGINEEL ...................................................................................................4-9
4-1
Page 70
NAMEN VAN ONDERDELEN EN FUNCTIES (
Zelf-omkerende eenmalig-doorvoerende origineelinvoer
Buitenkant
)
*RSPF uitvoergedeelte
Afgewerkte originelen worden hier uitgevoerd.
Documentinvoer (pagina 4-6)
Plaats hier de originelen voor de automatische documentinvoer.
Origineel geleiders (pagina 4-6)
Pas deze aan het formaat van de originelen aan.
Deksel documentinvoerzone (pagina 7-2)
Open dit deksel om vastgelopen originelen in deze zone te verwijderen.
* "RSPF" is de afkorting voor "Reversing Single Pass Feeder" (zelf-omkerende eenmalig-doorvoerende
origineelinvoer)
*RSPF rechter zijklep (pagina 7-2)
Open deze klep om vastgelopen originelen te verwijderen.
Omkeerlade
Trek deze klep open om vastgelopen originelen te verwijderen.
Glasplaat
Alle originelen die niet vanuit de documentinvoeer kunnen worden gekopieerd moeten hier gekopieerd worden.
4-2
Page 71
NAMEN VAN ONDERDELEN EN FUNCTIES (Zelf-omkerende eenmalig-doorvoerende origineelinvoer)
Bedieningspaneel
AFDRUKKEN
BEELD VERZENDEN
KOPIE
OPDRACHT STATUS
Tiptoetsenpaneel (Details op de volgende pagina 4-4)
Meldingen en tiptoetsen worden hier weergegeven. Selecties worden gemaakt door de weergegeven toetsen aan te tippen. Selecties die met de toetsen worden gemaakt, worden bevestigd door een "pieptoon"* die klinkt wanneer er een toets wordt aangetipt alsmede door het accentueren van de selectietoets. * Indien er een toets wordt aangetipt, die niet geselecteerd
kan worden, klinkt er een dubbele pieptoon.
Grijs gemaakte toetsen kunnen niet geselecteerd worden.
Functiekeuzetoetsen
Worden gebruikt om de displayfunctie van het tiptoetsenpaneel om te schakelen.
[KOPIE] toets
Druk op deze toets om de kopiermodus te selecteren en het basisscherm van de kopieermodus weer te geven. (volgende pagina 4-4) Wanneer u deze toets indrukt en vasthoudt terwijl het basisscherm van de kopieermodus wordt weergegeven, wordt het totaal aantal kopieën weergegeven.
Numerieke toetsen
Gebruik deze toets om het aantal kopieën te selecteren en numerieke ingaven te maken voor het instellen.
GEREED DATA
LIJN DATA
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
[CA] toets (alles wissen toets)
Hierdoor worden alle kopieerinstellingen weer in de oorspronkelijke instellingen teruggezet. De weergavefunctie van het tiptoetsenpaneel verandert echter niet. Druk op deze toets bij het beginnen van een kopieerbewerking.
[ ] toets ([ACC.#-C] toets)
Indien de auditfunctie werd ingesteld, drukt u op deze toets om een open rekening te sluiten na het voltooien van een kopieerbewerking. Voor het instellen van de auditfunctie, zie pagina 1-11.
[#/P] toets (pagina 6-25)
Indrukken om naar de werkgeheugenfunctie te gaan.
[START] toets
Wanneer de indicatie brandt, kan er een kopieerfunctie worden gestart. Indrukken om met kopiëren te beginnen.
[KLEURENKOPIE START ( )] toets Druk op deze toets om een enkele of meervoudige
kleuren kopieerbewerking te starten.
[ZWART-WITKOPIE START ( )] toets Druk op deze toets om een zwart-wit kopieerbewerking te starten.
4
[C] toets (wistoets)
Druk op deze toets om de invoer van het aantal kopieën te wissen. Als deze toets wordt ingedrukt terwijl de
omkerende eenmalig-doorvoerende origineelinvoer
zelf-
wordt gebruikt, worden alle de huidige originelen automatisch uitgevoerd.
4-3
Page 72
NAMEN VAN ONDERDELEN EN FUNCTIES (Zelf-omkerende eenmalig-doorvoerende origineelinvoer)
SPEC. FUNCTIES
2-ZIJDIGE
KOPIE
UITVOER
GEBRUIKSKLAAR.
A3
AUTO
BELICHTING
AUTO
ORIGINEEL
AUTO A4
PAPIERFORMAAT
100
%
KOPIEERFACTOR
NORMAAL PAPIER
ONDERBREKEN
Tiptoetsenpaneel (basisscherm voor de kopieerfunctie)
Het basisscherm van de kopieerfunctie toont meldingen en toetsen die noodzakelijk zijn voor het kopiëren en voor het maken van instellingen. Tip een toets aan om een selectie te maken. Het basisscherm van de kopieerfunctie wordt weergegeven wanneer de [KOPIE] toets wordt ingedrukt.*
* Behalve wanneer het scherm
voor de aangepaste instellingen wordt weergegeven.
Het linker scherm toont de machine met de geïnstalleerde duplexmodule/ 2 x 500 blad papierlade en de dubbelzijdig papiertoevoermodule/ omkeereenheid. Het scherm varieert afhankelijk van de geïnstalleerde uitrusting.
BEELD VERZENDEN
OPDRACHT STATUS
A4
DUPLEXEENH.
A4
AFDRUKKEN
KOPIE
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
ORIGINEEL
GEREED DATA
LIJN DATA
B5
0
A4
4-4
Meldingen display
Hier worden de basis statusmeldingen weergegeven.
[ONDERBREKEN] toets displayzone
Wanneer onderbreken van het kopiëren beschikbaar is, wordt de [ONDERBREKEN] toets hier weergegeven. Wanneer een onderbreken bewerking wordt begonnen, wordt hier een [ANNULEREN] toets weergegeen, die u kunt gebruiken om de onderbreken bewerking te annuleren.
Kopieerhoeveelheid display
Geeft het aantal geselecteerde kopieën weer voor de [START] toets wordt ingedrukt o het aantal voltooide kopieën nadat de [START] toets werd ingedrukt. Er kan een enkele kopie worden gemaakt wanneer "0" wordt weergegeven.
[2-ZIJDIGE KOPIE] toets (pagina 5-6, 5-9)
Tip deze toets aan om het instelscherm van de dubbelzijdige kopieerfunctie weer te geven.
[UITVOER] toets (pagina 5-3, 5-8)
Tip deze toets aan om sorteren, groeperen en nieten-sorteren te selecteren.
[SPEC. FUNCTIES] toets (pagina 6-2)
Tip deze toets aan om het selectiescherm voor de speciale functies weer te geven.
Origineel toevoer display
Deze gaat ononderbroken branden wanneer een origineel wordt geplaatst op de origineeltafel van de zelf-omkerende eenmalig­doorvoerende origineelinvoer. Wanneer "Ononderbroken­invoerfunctie" in het key operator programma ingeschakeld is, knippert het display tijdens de wachtperiode (ongeveer 5 seconden) voor het plaatsen van het volgende origineel. (Zie pagina 12 van het "Handboek voor de hoofdoperator").
Papperformaat display
Dit display toont de locatie van de papierlades, het formaat van het papier in de lades en de ca. hoeveelheid papier die in elke lade is gevuld. De geschatte hoeveelheid papier in een lade wordt aangegeven door .
Origineel formaat display
Geeft het origineel formaat aan wanneer er een origineel werd geplaatst voor het kopiëren.
Origineel display
"AUTO" verschijnt wanneer de automatische origineelformaat detectiefunctie in werking is, en het origineelformaat verschijnt wanneer het origineelformaat handmatig ingevoerd is.
[ORIGINEEL] toets
Gebruik deze toets om het formaat van het origineel handmatig in te stellen.
Belichtingsdisplay
Geeft het icoon met de geselecteerde resolutie en belichtingsscala aan.
[BELICHTING] toets (pagina 5-10)
Gebruik deze toets om de belichting van de kopieën af te stellen.
Papierselectie display
Geeft het geselecteerde papieformaat aan. Wanneer de auto papierselectiemodus werd geselecteerd, wordt “AUTO” weergegeven.
[PAPIERFORMAAT] toets (pagina 5-2, 5-7)
Druk op deze toets om het papierformaat te selecteren.
Kopieerfactor display
Geeft de geselecteerde kopieerfactor aan.
[KOPIEERFACTOR] toets (pagina 5-13)
Gebruik deze toets om de kopieerfactor weer te geven.
Page 73
ZELF-OMKERENDE EENMALIG­DOORVOERENDE ORIGINEELINVOER
U kunt de zelf-omkerende eenmalig-doorvoerende origineelinvoer gebruiken om automatisch originelen in te voeren voor het maken van continue kopieën. U kunt de beide zijden van de tweezijdige originelen scannen zonder dat u deze handmatig hoeft om te draaien. Deze functie is handig wanneer u van een groot aantal originelen kopieën moet maken.
Geschikte originelen
Wanneer de zelf-omkerende eenmalig-doorvoerende origineelinvoer wordt gebruikt, kunt u tot 40 originelen van hetzelfde formaat in de invoer instellen (maximale dikte van de stapel is 4 mm (11/64"), oftewel 30 originelen met een gewicht van 90
g
/m2 (24 lbs.)).
Formaat en gewicht van geschikte originelen
A5 of
5-1/2" x 8-1/2"
Origineel formaat:
A3 of
11" x 17"
(148 x 210 mm)
Gewicht (dikte):
2
56 g/m
of 15 lbs.
2
g/m
... Gewicht van een blad papier van 1 m
Opmerkingen over het gebruik van de
(297 x 420 mm)
2
90 g/m
of 24 lbs.
2
zelf-omkerende eenmalig-doorvoerende
origineelinvoer
Gebruik originelen binnen het gespecificeerde formaat- en gewichtbereik. Het gebruik van originelen buiten het aangegeven bereik kan papierstoringen veroorzaken.
Verwijder nietjes of paperclips voordat u de originelen in de origineelinvoer plaatst.
Zorg ervoor dat originelen met vochtplekken van correctievloeistof, inkt of lijm goed droog zijn voordat deze
worden ingevoerd. Wanneer dit niet het geval is, kan de binnenkant van de documentinvoer of de glasplaat verontreinigd worden.
Om te voorkomen dat het origineel formaat verkeerd wordt herkend, het ontstaan van papierstoringen of vlekken op het papier, dient u de volgende regels voor het invoeren van originelen in acht te nemen.
Transparante folie doorslagpapier, carbonpapier, thermisch papier of originelen die bedrukt zijn met thermische transfer inkt mogen niet via de documentinvoer worden ingevoerd. Originelen die via de documentinvoer worden ingevoerd mogen niet beschadigd, gekreukeld of gevouwen zijn of losgelaten plakdelen of uitgeknipte delen hebben.
4
4-5
Page 74
HET PLAATSEN VAN ORIGINELEN
Het gebruik van de
zelf-omkerende
eenmalig-doorvoerende origineelinvoer
Pas de origineelgeleiders aan het formaat
1
van de originelen aan.
Plaats het origineel met de kopiezijde naar
2
boven in de origineelinvoerlade.
Plaats de originelen helemaal in de invoersleuf. Overschrijd de maximum hoogtemarkering op de origineel geleider niet.
Bij gebruik van de glasplaat
Open het documentdeksel, plaats een origineel met de printzijde omlaag op de glasplaat en sluit vervolgens voorzichtig het documentdeksel.
Detector origineel formaat
OPMERKINGEN
Plaats geen voorwerpen onder de detector voor het origineel formaat omdat deze hierdoor beschadigd kan worden of het origineel formaat niet correct kan worden herkend.
Als er een origineel is geplaatst in de origineelinvoer lade van de zelf-omkerende eenmalig-doorvoerende origineelinvoer, verwijder deze. Anders wordt het origineel in de originelen invoerlade gescand in plaats van het origineel op de glasplaat.
[Hoe wordt het origineel geplaatst]
Plaats het origineel overeenkomstig het formaat in de juiste positie zoals onderstaand getoond. ( Centreer het origineel op de schaalmarkering.)
Origineel schaal
Centreerschaal
A4 of 8½x11
A5 of 5½x8½
OPMERKING Origineelformaat detectiefunctie
Een van de vier groepen standaard origineelformaten die hieronder zijn afgebeeld kunnen worden geselecteerd voor detectie door de origineelformaat detectiefunctie. De fabrieksinstelling is "AB-1 (INCH-1)". Deze instelling kan worden gewijzigd met behulp van "INSTELLING DETECTIE FORMAAT ORIGINEEL" in de key operatorprogramma's. (Pagina 11 van het "Handboek voor de hoofdoperator".)
Groep
1 INCH - 1 11" x 17", 8-1/2" x 14", 8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R, 5-1/2" x 8-1/2"* 2 INCH - 2 11" x 17", 8-1/2" x 13", 8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R, 5-1/2" x 8-1/2"* 3 AB - 1 A3, A4, A4R, A5, B4, B5, B5R 4 AB - 2 A3, A4, A4R, A5, B5, B5R, 8-1/2" x 13"
* Wanneer u de zelf-omkerende eenmalig-doorvoerende origineelinvoer gebruikt, worden deze formaten uitsluitend ondersteund voor eenzijdige
originelen.
Te herkennen origineelformaten Origineel invoerlade (voor de zelfomkerende eenmalig doorvoerende origineelinvoer) of de glasplaat.
A3 of 11x17
B4 of 8½x14
Origineel schaal
Centreerschaal
A4 of 8½x11
R
R
4-6
Page 75
Standaard origineel insteloriëntatie
[Voorbeeld 1]
Origineelinvoerlade
Bov
Onder
[Voorbeeld 2]
Origineelinvoerlade
Glasplaat
Bov
Onder
Glasplaat
HET PLAATSEN VAN ORIGINELEN
Plaats de originelen in de origineelinvoerlade of op de glasplaat zo dat de bovenkant en de onderkant van het origineel is geplaatst zoals op de afbeelding. Wanneer dit niet het geval is, worden nietjes verkeerd geplaatst en sommige speciale functies zullen niet het verwachte resultaat leveren.
Onder
* Wanneer het origineel als in voorbeeld 2 is geplaatst en er geniet moet worden, dient u
de bovenkant van het origineel op de onderstaande wijze te richten.
Origineelinvoerlade
Bov
Bov
Onder Onder
Bov
Glasplaat
Onder
Bov
Automatische rotatie kopieerafdruk – rotatie kopiëren
Als de richting van het originelen verschilt met de richting van het papier in de lade, zal het origineel automatisch 90° worden geroteerd alvorens deze wordt gekopieerd. (Wanneer er een beeld geroteerd is wordt er een melding weergegeven) Wanneer er een functie geselecteerd is die niet geschikt is voor roteren, zoals het vergroten van de kopie groter dan A4 (8-1/2" x 11") formaat of nieten-sorteren met de zadelsteek afwerkingseenheid, is rotatie niet mogelijk.
4
[Voorbeeld]
Afdrukstand van het origineel Afdrukstand van het papier Kopiëren na rotatie
Printzijde omlaag Printzijde omlaag
Beelddraaiing functioneert in zowel de automatische papierselectie als de auto image modus. (Rotatie kopiëren kan
worden uitgeschakeld met een key operator programma. Zie pagina 15 van het "Handboek voor de hoofdoperator".)
4-7
Page 76
SELECTEER HET FORMAAT VAN
AUTO
AUTO
ORIGINEEL
BELICHTING
A5
B5
A5R
A4
B4
A3
STANDAARDFORMAAT
INVOER FORMAAT
INCH
AB
OK
A4R
B5R
STANDAARDFORMAAT
INVOER FORMAAT
INCH
AB
OK
5X8
5X8R
8X11
R
8X11
8X13
8X14
11X17
(64 297) mm
(64 432) mm
X
Y
X
Y
STANDAARDFORMAAT INVOER FORMAAT
420
297
OK
AUTO
ORIGINEEL
BELICHTING
HET ORIGINEEL
Wanneer het correcte origineelformaat niet gedetecteerd wordt of het origineelformaat niet weergegeven wordt, kunt u het origineelformaat handmatig instellen. Door de machine het origineelformaat te laten herkennen, kunt u de automatische percentageselectiefunctie (pagina 5-12) automatisch een geschikte vergroting of reductie van het percentage van het geselecteerde papierformaat laten instellen. Plaats het origineel in de invoerlade of op de origineelplaat en volg daarna de stappen hieronder.
Tip op de [ORIGINEEL] toets.
1
Voer het formaat van het origineel in.
2
Wanneer het originele formaat een standaardformaat is, tip op de juiste origineelformaattoets.
[HANDMATIG] en de origineelformaat toets die u hebt aangetipt zijn gemarkeerd.
Tip op de [AB/INCH] toets en tip vervolgens de gewenste origineelformaat toets als u een inch-formaat wilt selecteren.
1 / 2
1
1
/
2
2
1
/
2
1
/
2
1
1
/
/
2
2
1
/
/
2
[INCH] is gemarkeerd en de inch-formaat toetsen worden weergegeven. Tip nogmaals op de [AB/ INCH] toets om terug te keren naar het AB scherm.
Het bereik van origineelformaten die kunnen worden ingevoerd is als volgt.
De zelf-omkerende eenmalig-doorvoerende origineelinvoer gebruiken
X (horizontale richting)
Y (verticale richting)
Tip op de [OK] toets.
3
143 tot 432 mm
(5-3/4" tot 17")
130 to 297 mm
(5-1/8" tot 11-3/4")
De glasplaat gebruiken
64 tot 432 mm (2-1/2" tot 17")
64 to 297 mm
(2-1/2" tot 11-3/4")
U keert terug naar het beginscherm.
Het geselecteerde origineelformaat
4
verschijnt in het bovengedeelte van de [ORIGINEEL] toets.
X160 Y280
Tip op het tabblad [INVOER FORMAAT] en voer vervolgens de X (breedte) en Y (lengte) afmetingen van het origineel in met de or
toets als het origineelformaat een niet
standaardformaat is.
4-8
De X afmeting (breedte) is aanvankelijk geselecteerd.
Tip op de Y ( ) toets en voer de Y afmeting (lengte) in.
Page 77
HET OPSLAAN, WISSEN EN GEBRUIKEN
AUTO
AUTO
ORIGINEEL
BELICHTING
AANGEPAST
FORMAAT
BELICHTIN
PAPIERFORMA
KOPIEERFAC
100%
AUTO
AUTO A4
HANDMATIG
AUTO
INCH
AB
OPSLAAN/VERWIJDEREN
AANGEP
FORMA
HANDMA
AUTO
OPROEPEN
OPSLAAN/VERWIJDE
ANNULEREN OK
420
297
(64 432) mm
OPROEPEN
Y
X
A
X
Y
OPSLAAN/VERWIJDE
(64 297) mm
OPROEPEN
OPSLAAN/VERWIJDER
VAN DE FORMATEN VAN HET ORIGINEEL
U kunt maximaal 9 speciale origineelformaten opslaan. De opgeslagen formaten kunnen gemakkelijk worden opgeroepen en worden niet gewist wanneer de stroom wordt uitgeschakeld. Het opslaan van een regelmatig gebruikt origineelformaat heeft als voordeel dat u niet steeds hetzelfde formaat handmatig moet invoeren.
Druk op de [CA] toets of tip op de [ORIGINEEL] toets op het scherm om het opslaan, gebruiken of wissen van een origineelformaat te annuleren.
Opslaan of wissen van een origineelformaat
1
2
3
4
Tip op de [ORIGINEEL] toets.
Tip op de [AANGEPAST FORMAAT] toets.
Tip op de [OPSLAAN/VERWIJDEREN] toets.
Tip op de origineelformaat toets ( ) die u wilt opslaan of wissen.
X68 Y78
origineelformaat, bevatten het opgeslagen formaat ( ).
Tip op een toets met formaat om het opgeslagen formaat te wissen of de wijzigen.
Ga naar stap 5 wanneer u een origineelformaat wilt opslaan.
Ga naar stap 7 wanneer u een origineelformaat wilt wissen of wijzigen.
X68 Y78
Tip op een toets die geen formaat bevat () om het origineelformaat opslaan.
Toetsen die al zijn voorzien van een
Voer de X-afmeting (breedte) en Y-
5
afmeting (lengte) van het origineel in met de toetsen.
X (breedte) is aanvankelijk geselecteerd.
Voer X in en tip vervolgens op de ( ) toets om Y in te voeren. De breedte (X) kan liggen tussen 64 tot 432 mm en de lengte (Y)
tussen 64 tot 297 mm.
Tip op de [OK] toets.
6
Het ingevoerde formaat in stap 5 wordt opgeslagen met de toets uit stap 4.
Om het scherm te verlaten tip op de [ORIGINEEL] toets.
Wanneer u op een toets tipt die een
7
origineelformaat bevatten instap 4, verschijnt er een melding met de toetsen [ANNULEREN], [WISSEN] en [OPSLAAN].
Tip op de [ANNULEREN] toets om de procedure te annuleren.
Tip op de [WISSEN] toets om het geselecteerde origineelformaat te wissen.
Tip op de [OPSLAAN] toets om het opgeslagen origineelformaat te wijzigen. Het scherm van stap 5 verschijnt zodat u de wijziging kunt invoeren. .
Tip op de [ORIGINEEL] toets om het
8
scherm te verlaten.
HET OPGESLAGEN ORIGINEELFORMAAT GEBRUIKEN
Volgende stappen 1 tot 2 van "OPSLAAN OF
1
WISSEN VAN EEN ORIGINEELFORMAAT".
Tip op het origineelformaat dat u wilt
2
gebruiken.
X68 Y78
Tip op de [OK] toets.
3
Het opgeslagen origineelformaat wordt opgeroepen.
4
4-9
Page 78
Page 79
HOOFDSTUK 5
BASISPROCEDURE
VOOR HET MAKEN
VAN KOPIEEN
In dit hoofdstuk worden de procedures voor de basis kopieerfuncties toegelicht zoals het maken van normale kopieën en het vergroten/ verkleinen van kopieën.
Pagina
NORMAAL KOPIËREN..................................................................................5-2
Kapiëren varaf de
Automatische tweezijdige kopiëren varaf de
eenmalig-doorvoerende origineelinvoer.................................................5-6
Kopiëren vanaf de glasplaat...................................................................5-7
Automatische 2-zijdige kopiëren van de glasplaat .................................5-9
BELICHTINGSAFSTELLINGEN..................................................................5-10
VERKLEINEN/VERGROTEN/ZOOM...........................................................5-12
Automatische selectie (auto beeld)......................................................5-12
Handmatige selectie ............................................................................5-13
X-Y ZOOM ...........................................................................................5-15
SPECIAAL PAPIER......................................................................................5-17
zelf-omkerende eenmalig-doorvoerende origineelinvoer. 5-2
zelf-omkerende
5-1
Page 80
NORMAAL KOPIËREN
A3
NORMAAL PAPIE
B5
A4
A4
DUPLEXEENH.
A4
ORIGINEEL
2-ZIJDIGE
KOPIE
UITVOER
0
OK
PAPIERFORMAAT
AUTO A4
100
%
NORMAAL P
NORMAAL P
A3
RECYCLED
B4
In dit hoofdstuk wordt de normale kopieerprocedure beschreven.
Kopiëren vanaf de zelf-omkerende eenmalig-doorvoerende origineelinvoer
OPMERKING
Er bestaan bepaalde beperkingen afhankelijk van de hoeveelheid geïnstalleerd geheugen en de kopieerinstellingen. (Zie "Uitvoerbeperkingen kopieerfunctie" en "Richtlijnen voor het aantal scanbare originelen tijdens sorteerkopiëren" op pagina 5-4.)
1-zijdige kopieën van 1-zijdige originelen
Origineel Kopie
Plaats de originelen in de documentinvoer.
1
(pagina's 4-6 tot 4-9)
Controleer of de 1-zijdige naar 1-zijdige
2
kopieerfunctie werd geselecteerd.
Tip de [2-ZIJDIGE KOPIE] toets aan.
3
Tip de [1-zijdige naar 1-zijdige kopie] toets aan.
4
5-2
De 1-zijdige naar 1-zijdige kopieerfunctie werd geselecteerd wanneer er geen icoon voor de 2­zijdige modus in het gearceerde gedeelte van het display verschijnt. Wanneer de 1-zijdige naar 1-zijdige kopieerfunctie al geselecteerd is, zijn de stappen 3 t/m 5 niet nodig.
Het kan voorkomen dat er een andere modus is geselecteerd dan de [1-zijdige naar 1-zijdige kopie], en de [1-zijdige naar 1­zijdige kopie] moet dus opnieuw worden geselecteerd. (Druk op de toets [1-zijdige naar 1-zijdige kopie] zodat deze gaat branden.)
Tip op de [OK] toets.
5
Controleer of hetzelfde papierformaat als
6
de originelen automatisch geselecteerd werd. (*Opmerking)
De geselecteerde lade wordt geaccentueerd of de melding "LAAD xxxxxx PAPIER." verschijnt. Wanneer deze melding verschijnt dient u papier met het gewenste formaat in de papierlade te vullen. Zelfs wanneer de bovenstaande melding wordt weergegeven, kan
er op het actueel geselecteerde papier worden gekopieerd. (*Opmerking) Er moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan. Originelen van standaardformaat (A3, B4, A4, A4R, B5, B5R of A5 (11"
x 17", 8-1/2" x 14", 8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R of 5-1/2" x 8-1/2")) worden ingesteld en de automatische papierselectie functie is ingeschakeld.
Wanneer er originelen met een
A4
De geselecteerde toets wordt geaccentueerd en het papierselectiescherm gaat dicht. Om het papierselectiescherm te sluiten zonder een selectie te maken, tipt u de [PAPIERFORMAAT] toets aan.
ander formaat dan de bovenstaande formaten moet worden gekopieerd, dient u het gewenste papier handmatig te selecteren door op de [PAPIERFORMAAT] toets te tippen en vervolgens op de gewenste papierformaat selectietoets.
Page 81
Selecteer de gewenste uitvoermodus (Zie
2-ZIJDIGE
KOPIE
UITVOER
7
pagina 5-5.).
De sorteermodus is de standaardmodus. Om de groepeermodus te selecteren, tipt u de [UITVOER] toets aan, vervolgens de [GROEP] toets op het uitvoer instelscherm en daarna de [OK] toets op het instelscherm.
Gebruik de numerieke toetsen om het
8
gewenste aantal kopieën in te stellen.
Er kunnen maximaal 999 kopieën worden ingesteld. Indien u alleen een enkele kopie maakt, kunt u de kopie maken terwijl het kopieerhoeveelheid display "0" weergeeft. Gebruik de [C] (wis) toets voor het annuleren wanneer er een fout werd gemaakt.
NORMAAL KOPIËREN
Druk de [KLEURENKOPIE START ( )] of
9
[ZWART-WITKOPIE START ( )] toets in.
Wanneer de [C] toets werd ingedrukt terwijl de originelen werden gescand stopt het scannen. Wanneer de kopieerbewerking al is begonnen, stopt het kopiëren en scannen nadat het origineel in bewerking in de document uitvoerzone wordt uitgevoerd. In deze gevallen wordt de kopieerhoeveelheid teruggezet op "0".
OPMERKING
De 1-zijdig naar 1-zijdig kopieermodus is de standaardinstelling in de oorspronkelijke instellingen. Als de standaardinstelling niet is gewijzigd met behulp van het (key operator) programma "Instellingen oorspronkelijke status", kunnen de stappen 3 tot 5 op pagina 5-2 worden overgeslagen.
5
5-3
Page 82
NORMAAL KOPIËREN
Uitvoerbeperkingen kopieerfunctie
Geen geheugen
toegevoegd
Tweezijdige kopieerfunctie
1-zijdig kopiëren
Automatisch 2-zijdig kopiëren
* De zelfomkerende eenmalige doorvoerende origineelinvoer kan niet gebruikt worden om A3W (12” x 18”)
originelen te kopieën.
Uitvoermodus
Kleuren kopiëren
Zwart-wit kopiëren
Kleuren kopiëren
Zwart-wit kopiëren
: Kopiëren mogelijk met behulp van de geselecteerde instellingen : Kopiëren niet mogelijk
origineel/papierformaat
To t ma x.
A3 (11" x 17") A3W (12" x 18")* To t ma x.
A3 (11" x 17") A3W (12" x 18")* To t ma x.
A4 (8-1/2" x 11") B4, A3
(8-1/2" x 14", 11" x 17") A3W (12" x 18")* To t ma x.
A3 (11" x 17")
A3W (12" x 18")*
Sorteren Groep Sorteren Groep
Geheugen toegevoegd
(128 MB of 256 MB)
Richtlijnen voor het aantal scanbare originelen tijdens sorteerkopiëren
Wanneer de sorteerkopieerfunctie gebruikt wordt, zal het aantal pagina’s dat in de tabel hieronder verschijnt gescand worden in geheugen en het ingestelde aantal kopieën gemaakt. (Let op: de aantallen hieronder weergegeven zijn algemene richtlijnen. Het aantal originele pagina’s dat in het geheugen gescand kan worden varieert afhankelijk van de inhoud van de originelen.)
Uitvoermodus
Kleuren kopiëren
Zwart-wit kopiëren
Origineel type Origineel formaat
Origineel in vierkleuren (voornamelijk tekst)
Origineel in vierkleuren (tekst en foto’s)
Origineel in vierkleuren foto)
Tekst origineel
Geen
geheugen
toegevoegd
To t ma x.
A4 (8-1/2" x 11") 100 180
B4, A3 (8-1/2" x 14", 11" x 17")
A3W (12" x 18") 41 74
To t ma x.
A4 (8-1/2" x 11") 37 64
B4, A3 (8-1/2" x 14", 11" x 17")
A3W (12" x 18") 15 26
To t ma x.
A4 (8-1/2" x 11") 21 37
B4, A3 (8-1/2" x 14", 11" x 17")
A3W (12" x 18") 8 15
To t ma x.
A4 (8-1/2" x 11") 400 680
B4, A3 (8-1/2" x 14", 11" x 17")
A3W (12" x 18") 165 280
Toegevoegd geheugen
128 MB 256 MB
50 90
18 32
10 18
200 340
5-4
Page 83
Kopie uitvoer (sorteren en groeperen)
SPECIALE FUNCTIES
2-ZIJDIGE
KOPIE
UITVOER
SPECIALE FUNCTIES
2-ZIJDIGE
KOPIE
UITVOER
Voorbeeld: Vijf sets kopieën van drie originelen
Sorteren van kopieën in sets
Origineel
UITVOER
SORTEREN
½Ã˚ÌßÙ
¿˚Ä
GROEP
NORMAAL KOPIËREN
Druk de [ZWART­WITKOPIE START] toets in
Stel het aantal kopieën in (5)
Tip op de [UITVOER] toets.
"Sorteren" wordt automatisch geselecteerd wanneer het origineel in de invoerlade van de zelfomkerende eenmalig doorvoerende origineelinvoer wordt geplaatst.
Groeperen van kopieën per pagina
Origineel
Stel het aantal kopieën in (5)
Tip op de [UITVOER] toets.
"Groeperen" is automatisch geselecteerd wanneer het origineel op de glasplaat wordt geplaatst.
Over de offsetfunctie
Offsetfunctie "AAN"
Offsetfunctie "UIT"
Tip op de [SORTEREN] toets.
UITVOER
SORTEREN
GROEP
Tip op de [GROEP] toets.
Vijf sets kopieën
Druk de [KLEURENKOPIE START] toets in
Druk de [ZWART­WITKOPIE START] toets in
5
5 kopieën per pagina
Druk de [KLEURENKOPIE START] toets in
In deze functie wordt elke set kopieën verschoven van de vorige set in de uitvoerlade geplaatst, zodat u de sets gemakkelijk uit elkaar kunt houden. (De staffelfunctie kan functioneren voor de uitvoer van
de middelste lade of de staffellade van de zadelsteek afwerkingseenheid.)
GEBRUIKSKLAAR.
UITVOER
SORTEREN
GROEP
LINKER LADE
ONDERBREKEN
STAFFEL
MIDDELSTE LADE
0
OK
Selecteren van de uitvoerlade
Wanneer de [LINKER LADE] toets in de bovenstaande afbeelding geaccentueerd is, worden de kopieën uitgevoerd in de cassette aan de linker kant van het apparaat (de linker lade). Wanneer de [MIDDELSTE LADE] toets geaccentueerd is, worden de kopieën in de middelste lade uitgevoerd.
Het inschakelen van de offssetfunctie
De offsetfunctie functioneert indien er een checkmarkering verschijnt in de [STAFFEL] checkbox, die wordt weergegeven door de [MIDDELSTE LADE] toets. (Wanneer er geen checkmarkering verschijnt, tip dan de checkbox aan.)
Offsetbreedte: Ongeveer 30 mm (1-3/10") (A3W (12" x 18") papier kan niet worden verschoven.)
5-5
Page 84
NORMAAL KOPIËREN
2-ZIJDIGE
KOPIE
UITVOER
2-ZIJDIGE KOPIE
INBINDEN VERANDEREN
GEBRUIKSKLAAR.
ONDERBREKEN
OK
INBINDEN VERANDEREN
OK
Automatische tweezijdige kopieën vanaf de zelf-omkerende eenmalig-doorvoerende origineelinvoer
Wanneer er een duplexmodule/2 x 500 blad papierlade en dubbelzijdige papiertoevoermodule/omkeereenheid geïnstalleerd werden, zijn de volgende dubbelzijdige kopieerfuncties mogelijk. Voor eenvoudig dubbelzijdig kopiëren wordt het kopieerpapier automatisch omgedraaid.
OPMERKING
Er bestaan bepaalde beperkingen afhankelijk van de hoeveelheid geïnstalleerd geheugen en de kopieerinstellingen. (Zie "Uitvoerbeperkingen kopieerfunctie" en "Richtlijnen voor het aantal scanbare originelen tijdens sorteerkopiëren" op pagina 5-4.)
Origineel Kopie
Plaats de originelen in de documentinvoer.
1
(pagina’s 4-6 tot 4-9)
Tip de [2-ZIJDIGE KOPIE] toets aan.
2
De volgende dubbelzijdige functies kunnen geselecteerd worden
1. Automatische 2-zijdige kopieën van 1-zijdige originelen.
2. Automatische 2-zijdige kopieën van 2-zijdige originelen.
3. Automatische 1-zijdige kopieën van 2-zijdige originelen.
U kunt deze functie zelfs gebruiken wanneer er geen
duplexmodule/2 x 500 blad papierlade en/of de dubbelzijdige papiertoevoermodule/omkeereenheid is geïnstalleerd.
Voorbeeld van een origineel in de portretoriëntatie
Voorbeeld van een origineel in de landschaporiëntatie
Selecteer de gewenste duplex kopieermodus.
3
Het linkerscherm toont de display wanneer er een zelf­omkerende eenmalig­doorvoerende origineelinvoer, een duplexmodule 2 x 500 blad papierlade en de duplex handinvoer/omkeereenheid zijn geïnstalleerd. Het display
varieert afhankelijk van de geïnstalleerde uitrusting. Indien er een kopieertoets werd aangetipt voor een functie die
niet geselecteerd kan worden, klinkt er een dubbele pieptoon.
5-6
Het beeld dat moet worden gekopieerd op de tweede zijde van 2-zijdige kopieën kan worden omgekeerd zodat de resulterende 2-zijdige kopieën in de juiste positie zijn voor het inbinden aan de bovenkant. Voor het inbinden aan de bovenkant tipt u op de [INBINDEN VERANDEREN] toets in het selectiescherm voor 2-zijdig kopiëren.
Tip op de [OK] toets.
4
Maak de selecties en ga verder te werk als in de stappen 6 t/m 9 op pagina’s 5-2 en 5-3.
Page 85
NORMAAL KOPIËREN
A3
NORMAAL PAPIER
B5
A4
A4
DUPLEXEENH.
A4
ORIGINEEL
PAPIERFORMAAT
AUTO A4
100
%
NORMAAL P
NORMAAL P
A3
RECYCLED
B4
Kopiëren vanaf de glasplaat
Wanneer de te kopiëren originelen niet vanaf de zelf-omkerende eenmalig-doorvoerende origineelinvoer kunnen worden ingevoerd, zoals dikke originelen, opent u het documentdeksel en kopieert u de originelen vanaf de glasplaat.
OPMERKING
Er bestaan bepaalde beperkingen afhankelijk van de hoeveelheid geïnstalleerd geheugen en de kopieerinstellingen. (Zie "Uitvoerbeperkingen kopieerfunctie" en "Richtlijnen voor het aantal scanbare originelen tijdens sorteerkopiëren" op pagina 5-4.)
1-zijdige kopieën van 1-zijdige originelen
Origineel Kopie
Plaats een origineel op de glasplaat.
1
(pagina’s 4-6 tot 4-9)
OPMERKING
Plaats geen voorwerpen onder de detector voor het origineel formaat omdat deze hierdoor beschadigd
Detector origineel formaat
kan worden of het origineel formaat niet correct kan worden herkend.
[Hoe wordt het origineel geplaatst]
Plaats het origineel overeenkomstig het formaat in de juiste positie zoals onderstaand getoond. ( Centreer het origineel op de schaalmarkering.)
Origineel schaal
Centreerschaal
A4 of 8½x11
A5 of 5½x8½
Controleer of de 1-zijdige naar 1-zijdige
2
kopieerfunctie werd geselecteerd.
A3 of 11x17
B4 of 8½x14
Origineel schaal
Centreerschaal
A4 of 8½x11
R
R
De 1-zijdige naar 1-zijdige kopieerfunctie werd geselecteerd wanneer er geen icoon voor de 2­zijdige modus in het gearceerde gedeelte van het display verschijnt.
Controleer of hetzelfde papierformaat als het
3
origineel automatisch geselecteerd werd. (*Opmerking)
De geselecteerde lade wordt geaccentueerd of de melding "LAAD xxxxxx PAPIER." verschijnt. Wanneer deze melding verschijnt dient u papier met het gewenste formaat in de papierlade te
vullen. Zelfs wanneer de bovenstaande melding wordt weergegeven, kan er op het actueel geselecteerde papier worden gekopieerd.
(*Opmerking) Er moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan.
Originelen van standaardformaat (A3, B4, A4, A4R, B5, B5R of A5 (11" x 17", 8-1/2" x 14", 8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R of 5-1/2" x 8-1/2")) worden ingesteld en de automatische papierselectie functie is ingeschakeld.
Wanneer er originelen met een
A4
De geselecteerde toets wordt geaccentueerd en het papierselectiescherm gaat dicht. Om het papierselectiescherm te sluiten zonder een selectie te maken, tipt u de [PAPIERFORMAAT] toets aan.
ander formaat dan de
bovenstaande formaten moet
worden gekopieerd, dient u het
gewenste papier handmatig te
selecteren door op de
[PAPIERFORMAAT] toets te
tippen en vervolgens op de
gewenste papierformaat
selectietoets.
5
5-7
Page 86
NORMAAL KOPIËREN
2-ZIJDIGE
KOPIE
UITVOER
LEZEN KLAAR
PLAATS VOLGEND ORIGINEEL. DRUK OP [START]. DRUK OP [LEZEN KLAAR] INDIEN GEREED.
Selecteer de gewenste uitvoermodus. (Zie
4
pagina 5-5.)
Wanneer er een document op de glasplaat wordt ontdekt, wordt de groeperen modus automatisch geselecteerd. On de sorteerfunctie te selecteren tipt u de [UITVOER] toets aan, vervolgens de [SORTEREN] toets op het
display en daarna de [OK] toets.
OPMERKING
Indien de [SORTEREN] of [GROEP] toets wordt aangeraakt, zal de corresponderende icoon op het tiptoetsenpaneel verschijnen. Om de weergave van het icoon te wissen, drukt u op de [CA] (alles wissen) toets. Let op dat alle tot dan toe gemaakte selecties gewist worden.
Gebruik de numerieke toetsen om het
5
gewenste aantal kopieën in te stellen.
Er kunnen maximaal 999 kopieën worden ingesteld. Indien u alleen een enkele kopie maakt, kunt u de kopie maken terwijl het kopieerhoeveelheid display "0" weergeeft. Gebruik de [C] (wis) toets voor het annuleren wanneer er een fout werd gemaakt.
Druk de [KLEURENKOPIE START ( )] of
6
[ZWART-WITKOPIE START ( )] toets in.
Vervang het origineel door het
volgende origineel en druk op
de [START] toets. Herhaal
deze bewerking tot alle
originelen werden gescand.
Tip op de [LEZEN KLAAR] toets.
7
Als u "Sorteren" hebt gekozen
als uitvoermodus in stap 4 is
het van belang op te [LEZEN
KLAAR] toets te tippen.
5-8
Page 87
NORMAAL KOPIËREN
2-ZIJDIGE
KOPIE
UITVOER
INBINDEN VERANDEREN
OK
Automatische 2-zijdige kopiëren van de glasplaat
Wanneer er een duplexeenheid/2 x 500 sheet papierlade en dubbelzijdige papiertoevoermodule/omkeereenheid geïnstalleerd werden, zijn de volgende dubbelzijdige kopieerfuncties mogelijk. Voor eenvoudig dubbelzijdig kopiëren wordt het kopieerpapier automatisch omgedraaid.
OPMERKING
Er bestaan bepaalde beperkingen afhankelijk van de hoeveelheid geïnstalleerd geheugen en de kopieerinstellingen. (Zie "Uitvoerbeperkingen kopieerfunctie" en "Richtlijnen voor het aantal scanbare originelen tijdens sorteerkopiëren" op pagina 5-4.)
Origineel Kopie
Plaats een origineel op de glasplaat.
1
(pagina’s 4-6 tot 4-9)
Tip de [2-ZIJDIGE KOPIE] toets aan.
2
Tip de [1-zijdige naar 2-zijdige kopie] toets
3
aan.
Voorbeeld van een origineel in de portretoriëntatie
Voorbeeld van een origineel in de landschaporiëntatie
Tip op de [OK] toets.
4
Maak de selecties en ga verder te werk als in de stappen 3 t/m 7 op pagina’s 5-7 en 5-8.
5
Wanneer u automatische 2-zijdige kopieën van een 1-zijdig A3 (11" x 17") of B4 (8-1/2" x 14") formaat origineel in de portretoriëntatie maakt of wanneer de voor- en achterzijde van een origineel achterwaarts worden gekopieerd, tip dan de [INBINDEN VERANDEREN] toets aan..
5-9
Page 88
BELICHTINGSAFSTELLINGEN
AUTO
ORIGINEEL
AUTO
BELICHTING
AUTO A4
PAPIERFORMAAT
PAPIER
ONDERBREKEN
0
A4
PAP
KOP
A
OK
TEKST/ AFGED.FOTO
AFGEDRUKTE FOTO
TEKST/FOTO
TEKST
FOTO
MAP
AUTO
GEBRUIKSKLAAR.
KOPIE­VAN-KOPIE
KLEUR VERBETERING
HANDMATIG
TEKST/ AFGED.FOTO
TEKST
AFGEDRUKTE FOTO
AUTO
Dit kopieerapparaat heeft zeven belichtingsfuncties waar u uit kunt kiezen: AUTO, TEKST/AFGED. FOTO, TEKST/ FOTO, TEKST, FOTO, AFGEDRUKTE FOTO en MAP.
[AUTO]
Dit is de oorspronkelijke standaardinstelling voor deze kopieerder. Wanneer u een zwart wit kopie maakt, wordt de belichting automatisch aangepast om de beste beeldkwaliteit te verkrijgen. Wanneer u een full-colour kopie maakt, wordt het beeld aangepast op dezelfde manier als wanneer [TEKST/AFDR.FOTO] (begininstellingen) is geselecteerd.
[TEKST/AFGED., FOTO, TEKST/FOTO, TEKST, FOTO, AFGEDRUKTE FOTO en MAP.]
De belichting kan handmatig in 9 stappen worden afgesteld.
Tip op de [BELICHTING] toets.
1
Selecteer [AUTO], [TEKST/AFGED. FOTO], [TEKST/
2
FOTO], [TEKST], [FOTO], [AFGEDRUKTE FOTO] of [MAP] afhankelijk van het type origineel.
Voorbeeld: De [TEKST/AFDR.POTO] toets wordt geselecteerd
OPMERKINGEN
Selecteren van de resolutie
Er zijn zes resolutie-instellingen beschikbaar zowel voor kleuren kopiëren en zwart-wit kopiëren, afhankelijk van de inhoud van het origineel.
Origineel type Inhoud van het origineel
Normaal gesproken wordt deze instelling geselecteerd. Wanneer u een zwart wit kopie maakt, wordt de belichting automatisch
AUTO
aangepast om de beste beeldkwaliteit te verkrijgen. Wanneer u een full-colour kopie maakt, wordt het beeld aangepast op dezelfde manier als wanneer [TEKST/AFDR.FOTO] (begininstellingen) hieronder is geselecteerd.
TEKST/ AFGED. FOTO
Deze modus levert de beste balans voor het kopiëren van een origineel met zowel tekst en geprinte foto’s.
Deze modus levert de beste balans voor
TEKST/FOTO
het kopiëren van een origineel met zowel tekst en foto’s.
Deze modus is geschikt voor het verwerken van
TEKST
gedeelten van een origineel met een lage densiteit van een origineel of voor achtergronden met een ongewoon hoge densiteit.
FOTO
AFGEDRUKTE FOTO
Deze modus levert de beste kopieën van foto’s met fijne details.
Deze modus is handig voor het kopiëren van geprinte foto’s.
Deze modus levert de beste schaduwen en
MAP
fijne details die op de meeste kaarten aanwezig zijn.
5-10
Het kopiëren van een kopie
Wanneer u op dit apparaat een kopie van een kopie maakt. tipt u de checkbox voor KOPIE-VAN-KOPIE. aan om de modus te selecteren. Er zijn drie resolutie-instellingen beschikbaar voor deze modus: "TEKST/AFGED. FOTO", "TEKST" en "AFGEDRUKTE FOTO".
Voor heldere kleuren in kleurenkopieën tipt u de KLEUR VERBETERING checkbox aan. De volgende beperkingen zijn van toepassing wanneer de kleurtoonversterking wordt geselecteerd:
Kleurtoonversterking kan niet tegelijkertijd met de KOPIE VAN KOPIE modus (hierboven) worden geselecteerd. Helderheid afstelling (pagina 6-15) en enkele kleurenkopie (pagina 6-17) zijn niet mogelijk. De zelf-omkerende eenmalig-doorvoerende origineelinvoer kan niet worden gebruikt. (Deze kan wel worden gebruikt voor zwart/wit kopiëen.)
Page 89
BELICHTINGSAFSTELLINGEN
HANDMATIG
AFGE FOTO
TE
1
3
5
Indien er een andere instelling dan
3
"AUTO" werd geselecteerd in stap 2, dient u de belichting handmatig in te stellen.
Tip op de toets om de kopieën donkerder te maken. Tip op de toets om de kopieën lichter te maken.
OPMERKINGEN
Aanbevolen belichtingsniveaus voor de tekstmodus
1 tot 2: Donkere originelen zoals kranten 3: Originelen met een normale dichtheid 4 tot 5: Originelen geschreven met potloden of
lichte kleuren
Kleurinstellingsmenu
Als speciale functies voor het kleur kopiëren kunnen de volgende afstellingen voor kleurenafdrukken worden gemaakt. (pagina 6-11)
RGB INSTELLING
SCHERPTE
ACHTERGROND ONDERDRUKKING
KLEURBALANS
HELDERHEID
INTENSITEIT
Druk de [KLEURENKOPIE START ( )] of
5
[ZWART-WITKOPIE START ( )] toets in.
Om terug te keren naar de automatische belichtingsfunctie, tipt u de [BELICHTING] toets aan en selecteert u [AUTO].
OPMERKING
Het belichtingsniveau voor de automatische belichtingsafstelling kan worden veranderd met het key operator programma op pagina 15 van het Handboek voor de hoofdoperator. (Afstellen van de belichting)
5
Gebruik de numerieke toetsen om het
4
gewenste aantal kopieën in te stellen.
5-11
Page 90
VERKLEINEN/VERGROTEN/ZOOM
NORMAAL P
NORMAAL P
A3
RECYCLED
3.
2.
1. A4
PAPIER
1
KOPIEE
AUTO IMAGE
A4R
AUTO
ORIGINEEL
AUTO
BELICHTING
A3
AUTO IMAGE
PAPIERFORMAAT
141
%
KOPIEERFACTOR
NORMAAL PAPIER
A4
0
A3
A4
DUPLEXEENH.
A4
ORIGINEEL
De reductie- en vergrotingspercentages kunnen automatisch of handmatig worden geselecteerd zoals in dit hoofdstuk beschreven.
Automatische selectie (auto beeld)
De verklein- en vergrotingsfactor wordt automatisch geselecteerd op basis van het origineelformaat en het geselecteerde papierformaat.
Plaats het origineel in de handinvoerlade of
1
op de origineelplaat. (pagina’s 4-6 tot 4-9)
Het gedetecteerde origineelformaat wordt weergegeven.
OPMERKING
De automatische kopieerfactoraanpassing kan alleen worden gebruikt voor de volgende origineel­en papierformaten. Dit kan niet voor andere formaten worden gebruikt. In het geval van niet standaard orgineel- en papierformaten, kunnen de formaten echter worden ingevoerd om de automatische afstelling van de percentages voor deze formaten mogelijk te maken. (pagina 4-8)
Origineelformaten
:A3, B4, A4, A4R, B5, B5R, A5 (11" x
17", 8-1/2" x 14", 8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R, 5-1/2" x 8-1/2")
Papierformaat: A3, B4, A4, A4R, B5, A5 (11" x 17", 8-1/
2" x 14", 8-1/2" x 13", 8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R, 5-1/2" x 8-1/2")
Tip de [PAPIERFORMAAT] toets aan en selecteer
2
vervolgens het gewenste papierformaat.
Wanneer de gewenste papierformaat toets werd aangetipt, wordt het papierformaat geaccentueerd en het instelvenster voor het
A4R
papierformaat wordt gesloten.
De [AUTO IMAGE] toets wordt
geaccentueerd en het beste reductie-
of vergrotingspercentage voor het
formaat van het origineel en het
geselecteerde papierformaat wordt
geselecteerd en weergegeven in het
kopieerfactor display.*
OPMERKING
Wanneer de melding "DRAAI ORIGINEEL VAN NAAR
" wordt weergegeven, dient u de afdrukstand van het origineel te wijzigen zoals in de melding wordt aangegeven. Wanneer de bovenstaande melding wordt weergegeven, kan er gekopieerd worden zonder de afdrukstand te wijzigen maar het beeld zal dan niet correct op het papier passen.
Gebruik de numerieke toetsen om het
4
gewenste aantal kopieën in te stellen.
Er kunnen maximaal 999 kopieën worden ingesteld. Als u een enkele kopie maakt, kan deze worden gemaakt met het aantal "0" op de display.
Gebruik de [C] (wis) toets voor het annuleren wanneer er een fout werd gemaakt.
OPMERKING
Laad papier van het vereiste formaat in de papierlade of de handinvoerlade als er geen papier van het gewenste formaat aanwezig is.
Tip op de [AUTO IMAGE] toets.
3
5-12
Druk de [KLEURENKOPIE START ( )] of
5
[ZWART-WITKOPIE START ( )] toets in.
Als het origineel op de glasplaat hebt geplaatst, de uitvoermodus hebt ingesteld op "Sorteren", moet u op de [LEZEN KLAAR] toets tippen nadat alle originele pagina’s zijn gescand. (Stap 7 op pagina 5-8)
Om de auto beeld modus te annuleren, tipt u de [AUTO IMAGE] toets opnieuw aan om het geaccentueerde display te wissen. (Stap 3)
Page 91
VERKLEINEN/VERGROTEN/ZOOM
AUTO A4
PAPIERFORMAAT
100
%
KOPIEERFACTOR
100
ZOOM
%
70
%
115
%
86
%
141
%
81
%
122
%
X-Y ZOOM MENU
21
B4 A3
B5 B4
B5 B4
B4 A3
A4 A3
B5 A4
A5 A4
B5 B4
B5 B4
A5 A4
B5 A4
A4 A3
100
ZOOM
%
70
%
115
%
86
%
141
%
81
%
122
%
X-Y ZOOM MENU AUTO
21
B5 B4
B4 A3
A4 A3
B5 A4
A5 A4
B5 B4
B5 B4
A5 A4
B5 A4
A4 A3
86
%
86
%
141
%
%
%
OK
100
%
PA
O
AU
B5 B4
B4 A3
A4 A3
B5 A4
Handmatige selectie
De vaste kopieerfactoren (maximaal 400%, minimaal 25%) kunnen worden geselecteerd met de toetsen voor vergroting en verkleining. Bovendien kunnen de zoomtoetsen worden gebruikt om een willekeurige kopieerfactor tussen de 50% tot 200% te selecteren in stappen van 1%.
OPMERKING
Wanneer u de zelfomkerende eenmalig doorvoerende origineelinvoer gebruikt, kan de kopieerfactor alleen worden ingesteld tussen 50% tot 200%.
<Het key operatorprogramma op pagina 15 van het handboek voor de hoofdoperator kan worden gebruikt om twee aanvullende vergrotingsfactoren en twee aanvullende verkleiningsfactoren in te stellen.>
Plaats het origineel in de handinvoerlade of
1
op de origineelplaat. (pagina’s 4-6 tot 4-9)
Tip op de [KOPIEERFACTOR] toets.
2
Gebruikte [MENU] toets om het menu " " of het
3
menu " " voor kopieerfactorselectie te selecteren.
Menu
GEBRUIKSKLAAR.
B4 A3
B5 B4
B5
B5
70
%
B4
A4
A5
A4
115
%
A4
A3
X-Y ZOOM MENU AUTO IMAGE
A. Vooraf ingestelde verkleiningspercentages zijn: 70%, 81% en 86% (voor het AB systeem). 77% en 64% (voor het inchsysteem).
B. Vooraf ingestelde vergrotingspercentages zijn: 115%, 122% en 141% (voor het AB systeem). 121% en 129% (voor het inchsysteem).
Menu
GEBRUIKSKLAAR.
50%200
25%400
X-Y ZOOM MENU AUTO IMAGE
A. Vooraf ingestelde verkleiningspercentages zijn:
50% en 25%*.
B. Vooraf ingestelde vergrotingspercentages zijn:
200% en 400%*.
* Wanneer u de zelfomkerende eenmalig doorvoerende
origineelinvoer gebruikt, kan de kopieerfactor alleen worden ingesteld tussen 50% tot 200%.
(De aangepaste kopieerfactoren die worden ingesteld door de key operator staan het menu factor 2.)
Gebruik de toetsen voor verkleining,
4
vergroting en [ZOOM] op het toetspaneel om de gewenste kopieerfactor in te stellen.
Zoomfactoren: Een percentage van 50% tot 200% kan worden ingesteld in stappen van 1%. Tip op de [ ] toets om de factor te vergroten, of de [ ] toets om de factor te
0
%
100
ZOOM
B5
A4
A5
81
%
A4
B5
122
B4
86
B4
A3
B4
B5
141
%
A3
A4
21
OK
%
100
%
%
AUTO
ORIGINEEL
AUTO
BELICHTING
AUTO A4
PAPIERFORMAAT
KOPIEERFACTO
OPMERKINGEN
Tip op een toets voor verkleining of vergroting om de
verkleinen. Wanneer u de toets langer dan 3 seconden aantipt begint het percentage snel te veranderen.
factor bij benadering in te stellen en vervolgens op de [ ] toets om de factor te verkleinen of de [ ] toets om de factor te vergroten.
De melding "BEELD IS GROTER DAN KOPIEERPAPIER." verschijnt, om aan te geven dat het geselecteerde kopieerpercentage te groot is voor het formaat kopieerpapier. Indien u echter op de
0
%
100
ZOOM
%
%
21
OK
100
%
AUTO
ORIGINEEL
AUTO
BELICHTING
AUTO A4
PAPIERFORMAAT
KOPIEERFACTO
[START] toets drukt, wordt er een kopie gemaakt.
Gebruik de functie XY-ZOOM om de horizontale en verticale kopieerfactoren onafhankelijk van elkaar in te stellen. Zie pagina 5-15.
Tip op de [OK] toets.
5
5-13
5
Page 92
VERKLEINEN/VERGROTEN/ZOOM
A4R
AUTO
ORIGINEEL
AUTO
BELICHTING
AUTO B4
PAPIERFORMAAT
86
%
KOPIEERFACTOR
PLAIN
ONDERBREKEN
A4
0
B4
A4
DUPLEXEENH.
A3
ORIGINEEL
Controleer of het gewenste papierformaat
6
automatisch werd geselecteerd gebaseerd op de geselecteerde kopieerfactor of selecteer indien nodig een ander formaat.
Auto papierselectie display
OPMERKING
Indien het automatische papierselectiedisplay niet verschijnt is er geen geschikt papierformaat voor de geselecteerde factor beschikbaar.
Gebruik de numerieke toetsen om het
7
gewenste aantal kopieën in te stellen.
Er kunnen maximaal 999 kopieën worden ingesteld. Als u een enkele kopie maakt, kan deze worden gemaakt met het aantal "0" op de display.
Gebruik de [C] (wis) toets voor het annuleren wanneer er een fout werd gemaakt.
Druk de [KLEURENKOPIE START ( )] of
8
[ZWART-WITKOPIE START ( )] toets in.
Als het origineel op de glasplaat hebt geplaatst, de uitvoermodus hebt ingesteld op "Sorteren", moet u op de [LEZEN KLAAR] toets tippen nadat alle originele pagina’s zijn gescand. (Stap 7 op pagina 5-8)
Om terug te keren naar kopieerfactor 100%
Tip op de [KOPIEERFACTOR] toets om het kopieerfactormenu te openen en vervolgens op de [100%] toets om terug te keren naar een kopieerfactor van 100%. (Stap 2 en 3 op pagina 5-13.)
5-14
Page 93
VERKLEINEN/VERGROTEN/ZOOM
AUTO A4
PAPIERFORMAAT
100
%
KOPIEERFACTOR
NORMAAL PAPIER
A4
100
100
ZOOM
%
%
Y
A
X
1
4
2
ZOOM
Y
A
64%
50%
X-Y ZOOM
100
50
ZOOM
%
%
Y
A
X
1
4
2
X-Y ZOOM
ANNULEREN
100
50
ZOOM
%
%
Y
A
X
1
4
2
X-Y ZOOM
Met de functie XY-ZOOM kunt u de horizontale en verticale kopieerfactoren onafhankelijk wijzigen. De vaste kopieerfactoren (maximaal 400%, minimaal 25%) kunnen worden geselecteerd met de toetsen voor vergroting en verkleining. Bovendien kunnen de zoomtoetsen worden gebruikt om een willekeurige kopieerfactor tussen de 50% tot 200% te selecteren in stappen van 1%.
OPMERKING
Wanneer u de zelfomkerende eenmalig doorvoerende origineelinvoer gebruikt, kan de kopieerfactor alleen worden ingesteld tussen 50% tot 200%.
Voorbeeld: Het selecteren van 100% voor de lengte en 50% voor de breedte
OK
100
%
Kopie
AUTO
ORIGINEEL
AUTO
BELICHTING
AUTO A4
PAPIERFORMAAT
KOPIEERFACTOR
Origineel
Plaats het origineel in de handinvoerlade of
1
op de origineelplaat. (pagina’s 4-6 tot 4-9)
Tip op de [KOPIEERFACTOR] toets op het
2
tiptoetsenpaneel.
Tip op de [X-Y ZOOM] toets.
3
GEBRUIKSKLAAR.
%
100
ZOOM
B4
B5
A3
A4
B5
A4
B4
A3
X-Y ZOOM MENU AUTO IMAGE
Tip op de [X] toets.
4
70
115
A5
B5
%
A4
B4
B5
A5
%
B4
A4
81
122
B5
A4
86
%
%
%
B4
A3
B4
B5
141
%
A3
A4
21
Gebruik de toetsen voor verkleining, vergroting
5
en ZOOM ([ ], [ ]) om de kopieerfactor voor de horizontale (X) richting te wijzigen.
Een vaste kopieerfactor wordt niet geaccentueerd wanneer deze wordt aangetipt. Wanneer u de zelf-omkerende eenmalig­doorvoerende origineelinvoergebruikt, kan de kopieerfactor alleen worden ingesteld tussen 50% tot 200 %.
De zoomtoetsen kunnen worden gebruikt om de kopieerfactor te wijzigen tussen de 50 % tot 200% in stappen van 1%. Tip op de [ ] toets om de factor te
0
vergroten, of de [ ] toets om de factor te verkleinen. Wanneer u de toets langer dan 3 seconden aantipt begint het percentage snel te veranderen.
OPMERKING
Tip een reductietoets of vergrotingstoets aan om het ca. percentage in te voeren,en tip vervolgens de [ ] toets aan om het percentage te verkleinen of de [ ] toets om het percentage te vergroten.
5
Tip op de [Y] toets.
6
5-15
Page 94
VERKLEINEN/VERGROTEN/ZOOM
ZOOM
70%
Y
A
X
64%
50%
70
50
ZOOM
%
%
%
Y
A
X
1
4
%
%
2
X-Y ZOOM
ANNULEREN
OK
%
%
25
%
141%
400%
200%
100
%
BEL
PAPIE
OR
AUTO
WAAR PAPIER
ENVELOP
PAPIERFORMAAT
BELICHTING
KOPIEERFACTOR
X-50% Y-100%
AUTO
ORIGINEEL
Gebruik de toetsen voor verkleining,
7
vergroting en ZOOM ([ ], [ ]) om de kopieerfactor voor de verticale (Y) richting te wijzigen.
Een vaste kopieerfactor zal niet worden gemarkeerd wanneer deze wordt aangetipt. Wanneer u de zelfomkerende eenmalig doorvoerende origineelinvoer gebruikt, kan de kopieerfactor alleen worden ingesteld tussen 50% tot 200%.
De zoomtoetsen kunnen worden gebruikt om de kopieerfactor te wijzigen tussen de 50% tot 200% in stappen van 1%.
Tip op de [ ] toets om de factor te vergroten, of de [ ]
toets om de factor te verkleinen. Wanneer u de toets langer dan 3 seconden aantipt begint het percentage snel te veranderen.
Elke kopieerfactor kan worden veranderd voor de fijne afstelling tot de volgende stap is uitgevoerd.
Voer alle andere gewenste instellingen uit zoals
10
belichting, papierformaat en aantal kopieën en druk dan op de [KLEURENKOPIE START ( )] of [ZWART-WITKOPIE START ( )] toets.
Om deze functie te annuleren, tipt u de [ANNULEREN] toets of de [X-Y ZOOM] toets opnieuw aan toals in stap 3 of 5 op pagina 5-15.
Tip op de [OK] toets.
8
Tip de [PAPIERFORMAAT] toets aan en
9
selecteer de papierlade met het gewenste papierformaat.
Indien de AUTO PAPIERSELECTIE
functie aan is zal het overeenkomstige
formaat kopieerpapier automatisch
worden geselecteerd gebaseerd op
het formaat van het origineel en de
geselecteerde kopieerfactoren.
5-16
Page 95
SPECIAAL PAPIER
AUTO
BELICHTING
AUTO
ORIGINEEL
AUTO A4
PAPIERFORMAAT
100
%
A4
A4
Speciaal papier inclusief transparante folie, briefkaarten en enveloppen moeten vanuit de handinvoer worden ingevoerd.
Plaats het origineel in de handinvoerlade of
1
op de origineelplaat. (pagina’s 4-6 tot 4-9)
Plaats het speciaal papier in de
2
handinvoerlade.
Zie de pagina’s 2-6 en 2-9
voor de specificaties van
papier dat in de hand-
invoer kan worden
gebruikt.
Voor de instructies voor
het laden van papier zie
"Het laden van papier in
de handinvoer" (pagina
2-4)
.
Tip de [PAPIERFORMAAT] toets aan en
3
selecteer vervolgens de handinvoer.
Selecteer het soort papier
dat in de handinvoer was
geplaatst.
OPMERKINGEN
De uitvoerlocatie voor kopieën op zwaar papier 2, transparante folie en enveloppen
Kopieën op deze papiersoorten worden met de geprinte zijde omhoog in de lade uitgevoerd aan de linkerkant van het apparaat. Zij kunnen niet in de middelste lade worden uitgevoerd. Het afleveren met de printzijde omlaag is voor deze papiersoorten niet mogelijk.
Kleurinstellingsmenu
Als speciale functies voor het kleur kopiëren zijn de volgende afstellingen voor kleurenafdrukken beschikbaar. (pagina 6-11)
RGB INSTELLING
SCHERPTE
ACHTERGROND ONDERDRUKKING
KLEURBALANS
HELDERHEID
INTENSITEIT
5
Voer alle andere gewenste instellingen uit zoals
4
belichting of het aantal kopieën en druk dan op de [KLEURENKOPIE START ( )] of [ZWART-WITKOPIE START ( )] toets.
Als het origineel op de glasplaat hebt geplaatst, de uitvoermodus hebt ingesteld op "Sorteren", moet u op de [LEZEN KLAAR] toets tippen nadat alle originele pagina’s zijn gescand. (Stap 7 op pagina 5-8)
5-17
Page 96
Page 97
HOOFDSTUK 6
COMFORTABELE
KOPIEERFUNCTIES
Dit hoofdstuk beschrijft de speciale functies, het opslaan van kopieerinstellingen en andere handige functies. Selecteer en lees de gedeeltes van dit hoofdstuk naar behoefte.
Pagina
SPECIALE FUNCTIES ..................................................................................6-2
Algemene bedieningsprocedure voor het gebruik van de speciale functies
Kantlijnverschuiving ...............................................................................6-4
Wissen ...................................................................................................6-5
Boekkopie ..............................................................................................6-6
Centreren ...............................................................................................6-7
Transparante folie met invoegbladen......................................................6-8
Omslagen...............................................................................................6-9
Z/W omgekeerd....................................................................................6-10
KLEURINSTELLINGSMENU.......................................................................6-11
RGB instelling ......................................................................................6-12
Scherpte...............................................................................................6-13
Achtergrond onderdrukking..................................................................6-13
Kleurbalans Instellen............................................................................6-14
Helderheid............................................................................................6-15
Intensiteit..............................................................................................6-15
BEELDBEWERKING MENU........................................................................6-16
Enkele kleur .........................................................................................6-17
Spiegelbeeld ........................................................................................6-17
Fotoherhaling .......................................................................................6-18
Multishot...............................................................................................6-19
A3 (11"x17") Volbeeld ..........................................................................6-21
Multi-vel vergroting...............................................................................6-22
Inbindkopie...........................................................................................6-24
OPDRACHTPROGRAMMA GEHEUGEN ...................................................6-25
Opslaan van een opdrachtprogramma.................................................6-25
Navragen van een opdrachtprogramma...............................................6-26
Het wissen van een opgeslagen programma.......................................6-26
HET ONDERBREKEN VAN EEN KOPIEERPROCES.................................6-27
6-3
6-1
Page 98
SPECIALE FUNCTIES
SPECIAL MODES
2-ZIJDIGE
KOPIE
UITVOER
GEBRUIKSKLAAR.
A3
AUTO
BELICHTING
AUTO
ORIGINEEL
AUTO A4
PAPIERFORMAAT
100
%
KOPIEERFACTOR
NORMAAL PAPIER
ONDERBREKEN
SPECIALE FUNCTIES
BEELD-
BEWERKING
Z/W OMGEKEERD
OK
KLEURINSTELLINGEN
RGB INSTELLING
ACHTERGROND-
ONDERDRUKKING
SCHERPTE
KLEURBALANS
INSTELLEN
HELDERHEID
INTENSITEIT
OK
BEELDBEWERKING
OK
ENKELE KLEUR
SPIEGEL­BEELD
FOTOHERHALING
MULTISHOT
A3 VOLBEELD
MULTI-VEL VERGROTING
PAMPHLET COPY
Wanneer u op de toets [SPEC. FUNCTIES] in het hoofdscherm van de kopieermodus drukt, verschijnt het scherm met speciale functietoetsen. Deze functies worden hierna getoond.
Tip de [SPEC. FUNCTIES] toets in het hoofdscherm aan.
0
ORIGINAL
ORIGINEEL
SPEC. FUNCTIES
A4
DUPLEXEENH.
A4
[KANTLIJN VERSCHUIVING] toets (pagina 6-4)
Gebruik deze toets om het beeld op het kopieerpapier automatisch te verschuiven om randen voor het inbinden te creëren.
[WISSEN] toets (pagina 6-5)
Gebruik deze toets om schaduwlijnen te wissen die op kopieën ontstaan wanneer er dikke originelen of boeken worden gekopieerd.
[BOEKKOPIE] toets (pagina 6-6)
Dit is handig om de linker en rechter pagina van boeken en andere ingebonden te kopiëren zonder deze op de glasplaat te verschuiven.
A4
A4
SPECIALE FUNCTIES
KANTLIJN
VERSCHUIVING
CENTREREN
[OMSLAGEN] toets (pagina 6-9)
gebruik deze toets om een andere papiersoort voor voor- en achterzijde te gebruiken. (De zelfomkerende eenmalig doorvoerende origineelinvoer moet worden gebruikt.)
[TRANSPARANT - INSTEEKVELLEN] toets (pagina 6-8)
Wanneer u op transparant papier kopieert, gebruik dan deze toets om automatisch een blad kopieerpapier tussen de transparante balden te voegen.
[OK] toets op het speciale functies scherm
Tip op de [OK] toets om terug te keren naar het hoofdscherm van de kopieerfunctie.
WISSEN
OMSLAGEN
BOEKKOPIE
TRANSPARANT-
INSTEEKVELLEN
OK
[CENTREREN] toets (pagina 6-7)
Gebruik deze toets om het gekopieerde beeld op het papier te centreren.
/ toets
Druk op deze toetsen om te schakelen tussen de schermen voor speciale functies.
Het menu Speciale functies bestaat uit twee schermen. Druk op de toets om te schakelen naar het scherm hieronder.
De volgende speciale functies kunnen worden geselecteerd in het tweede scherm (2/2).
[BEELD BEWERKING] toets (pagina 6-16)
Druk op deze toets om het menu beeldbewerking te openen. Hierdoor kunt u de onderstaande speciale
KLEUR-
INSTELLINGEN
functies voor het wijzigen van de afdruk selecteren.
[KLEURINSTELLINGEN] toets (pagina 6-11)
Druk op deze toets om het menu kleuraanpassingen te openen. Hierdoor kunt u de onderstaande speciale functies voor kleurinstellingen selecteren bij het maken van kleurenkopieën.
[Z/W OMGEKEERD] toets (pagina 6-10)
Hiermee kunt u kopieën maken met zwart/wit omgekeerd.) (Deze functie kan alleen worden gebruikt voor zwart/wit kopiëen.)
INBINDKOPIE
6-2
Page 99
SPECIALE FUNCTIES
SPEC. FUNCTIES
2-ZIJDIGE
KOPIE
KANTLIJN
VERSCHUIVING
CENTREREN
Algemene bedieningsprocedure voor het gebruik van de speciale functies
Tip op de [SPEC. FUNCTIES] toets.
1
Tip op de toets voor de gewenste speciale
2
functie.
Voorbeeld: Om de kantlijnverschuiving in te stellen
Indien u de menutoetsen voor kleureninstelling of beeld wijzigen aantipt, gaat u naar het menu­scherm voor het selecteren van de overeenkomstige functies.
Op de volgende pagina wordt begonnen met een beschrijving van de instelprocedures voor de functies die instellingen vereisen. De functies boekkopie, centreren, transparante film met invoegvellen, Z/W omgekeerd, spiegelbeeld en A3 (11" x 17") uitvloeifuncties vereisen geen instelschermen.
6
6-3
Page 100
SPECIALE FUNCTIES
KANTLIJN
VERSCHUIVING
CENTREREN
RECHTS LINKS
ZIJDE 1
(0 20) mm
(0 20) mm
ZIJDE 2
OKANNULEREN
OK
10 10
Kantlijnverschuiving
De kantlijnverschuiving-functie verschuift automatisch de tekst of de afbeelding met ongeveer 10 mm (1/2") om de kantlijn te verbreden.
1-zijdig kopiëren
Origineel
2-zijdig kopiëren
Origineel
of
Beeld verschoven naar rechts
Kantlijn
Beeld verschoven naar rechts
Kantlijn Kantlijn
Beeld verschoven naar links
Kantlijn
Beeld verschoven naar links
De schuifrichting kan worden geselecteerd vanaf de rechter- of linkerkant (Zie afbeelding.).
Tip de [KANTLIJN VERSCHUIVING] toets
1
op het SPECIALE FUNCTIES scherm.
Het instelscherm voor de kantlijnverschuiving verschijnt. Het icoon voor de kantlijn verschuiving ( ) verschijnt eveneens in de linker bovenhoek om aan te geven dat de functie ingeschakeld is.
Selecteer de richting van de
2
kantlijnverschuiving.
Tip op een verschuivingsrichtingtoets om rechts of links te selecteren. De geselecteerde toets wordt geaccentueerd.
Stel de gewenste verschuivingfactor in en
3
tip op de [OK] toets.
Gebruik de en de toetsen om de verschuivingsfactor in te stellen. De verschuivingfactor kan worden ingesteld van 0 tot 20 mm in stappen van 1 mm.
Wanneer er geen duplexeenheid/2
x 500 blad papierlade en dubbelzijdige papiertoevoermodule/omkeereenheid geïnstalleerd zijn, wordt de verschuivingfactor voor de achterzijde niet weergegeven.
Druk op de [OK] toets in het scherm
4
SPECIALE FUNCTIES.
Ga terug naar het hoofdscherm van de kopieerfunctie.
Informatie over de onderstaande stappen
Zie de pagina's 5-2 t/m 5-6 als de zelf-omkerende eenmalig-doorvoerende origineelinvoer wordt gebruikt. Indien de glasplaat wordt gebruikt, zie de pagina’s 5-7 t/m 5-9.
Tip op de [ANNULEREN] toets in het instelscherm van de kantlijnverschuiving om de functie kantlijnverschuiving te annuleren.
6-4
Loading...