Sharp AR-C172M User Manual [nl]

MODEL
AR-C172M
DIGITAAL KLEUREN MULTIFUNCTIONEEL SYSTEEM
GEBRUIKSAANWIJZING
werking van kopieerder)
Pagina
(Optionele) Dubbelzijdig papiertoevoermodule /
omkeereenheid en / staande/3 x 500 blad papierlade
VOOR HET GEBRUIK VAN HET PRODUCT 1-1
HET BEHEER VAN DE MACHINE 2-1
RANDAPPARATUUR 3-1
VOOR HET MAKEN VAN KOPIEEN 4-1
BASISPROCEDURE VOOR HET MAKEN VAN KOPIEEN 5-1
COMFORTABELE KOPIEERFUNCTIES 6-1
MACHINEONDERHOUD (VOOR HET KOPIËREN) 7-1
TECHNISCHE GEGEVENS 8-1
Maak u vertrouwd met dit handboek om optimaal van het product te kunnen profiteren.
Lees de eisen voor de installatie en de waarschuwingen voor u dit product installeert.
Houd alle gebruiksaanwijzingen incl. deze gebruiksaanwij­zing, de "Gebruiksaanwijzing (algemene informatie en wer­king van kopieerder)" en gebruiksaanwijzingen voor de geïnstalleerde optionele apparatuur binnen handbereik.
In sommige gebieden zijn de posities van de "POWER" (AAN/UIT) schakelaar op de kopieerder gemarkeerd met "I" en " Het symbool "
" in plaats van met "ON" (AAN) en "OFF" (UIT).
" geeft aan dat de kopieerder niet volledig uitgeschakeld is, maar in een stand-by toestand staat op deze positie van de "POWER" (AAN/UIT) schakelaar. Indien uw kopieerder zodanig gemarkeerd is, lees dan "I" voor "ON" (AAN) en "
" voor "OFF" (UIT).
Attentie! Voor een complete elektrische scheiding van het net, dient u de hoofdstekker uit het stopcontact te trekken. De AC contactdoos moet in de nabijheid van de apparatuur geïnstalleerd zijn en eenvoudig toegankelijk zijn.
Het etiket met het CE-merk is aan het apparaat bevestigd voor het geval dat de richtlijnen in de bovenstaande zin van toepassing zijn op het product. (Deze zin is niet van toepassing in landen waar de bovengenoemde richtlijnen niet vereist zijn).
WAARSCHUWING:
Dit is een klasse A product. In een woonomgeving kan dit product radiostoringen veroorzaken. In dit geval moet de gebruiker eventueel passende maatregelen treffen.
Garantie
Hoewel er alles aan werd gedaan om deze gebruiksaanwijzing zo nauwkeurig en nuttig mogelijk te maken, kan de firma Sharp niet aans­prakelijk worden gesteld voor de inhoud ervan. Alle informatie in de gebruiksaanwijzing kan zonder aankondiging vooraf worden gewijzigd. SHARP kan niet aansprakelijk worden gesteld voor verlies of beschadigingen, direct of indirect die voortvloeien uit of verband houden met deze gebruiksaanwijzing. © Copyright SHARP Corporation 2004. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging, verandering of vertaling zonder schriftelijke toestemming vooraf is verboden, behalve wanneer dit in de auteurswet wordt toegestaan.
Deel 1: Algemene informatie
OPMERKINGEN
Er werd bijzonder zorgvuldig te werk gegaan bij het samenstellen van deze gebruiksaanwijzing. Indien u opmerkingen of zorgen heeft over de gebruiksaanwijzing, neem dan contact op met uw dichtstbijzijnde SHARP serviceafdeling.
Dit product was onderhevig aan een strenge kwaliteitscontrole en inspectieprocedures. Wanneer er niettemin een defect of een ander probleem wordt ontdekt, neem dan contact op met uw dealer of de dichtstbijzijnde SHARP serviceafdeling.
Naast de wettelijk geregelde gevallen is SHARP niet aansprakelijk voor storingen tijdens het gebruik van het product of de optionele producten, noch voor fouten die voortvloeien uit de verkeerde bediening van het product en de opties, noch voor andere fouten, of schade die optreedt als gevolg van het gebruik van dit product.
De in de gebruiksaanwijzing weergegeven schermen, berichten en toetsnamen kunnen verschillen van de werkelijke weergave van de schermen op de machine als gevolg van productverbetering en wijzigingen.
GEBRUIKSAANWIJZINGEN
De volgende gebruiksaanwijzing worden met de machine geleverd. Lees de overeenkomstige gebruiksaanwijzingen om de eigenschappen te leren kennen.
Gebruiksaanwijzing (algemene informatie en werking van kopieerder) (deze gebruiksaanwijzing):
De eerste helft van de gebruiksaanwijzing levert algemene informatie over het apparaat, inclusief veiligheidsinformatie, het laden van papier, het verhelpen van papierstoringen en het regelmatige onderhoud. In de tweede helft van de gebruiksaanwijzing wordt het gebruik van de kopieerfuncties toegelicht.
Handboek voor de hoofdoperator:
In dit handboek worden hoofdzakelijk de key operator programma’s voor het beheer van het apparaat en de gerelateerde functies beschreven. De key operator programma’s voor de functies van de printer, fax en netwerkscanner worden in aparte gebruiksaanwijzingen toegelicht. Key operator programma’s worden gebruikt door hoofdoperators om functie-instellingen zodanig te configureren dat deze aan de wensen van de klant voldoen.
Gebruiksaanwijzing (voor fax):
Deze gebruiksaanwijzing beschrijft de procedures om de machine te gebruiken als fax. De fax uitbreidingskit moet zijn geïnstalleerd om de faxfunctie te kunnen gebruiken.
Installatiehandleiding (voor printer):
Deze gebruiksaanwijzing beschrijft hoe de machine kan worden aangesloten op uw computer, hoe de printer driver voor Windows kan worden geïnstalleerd en hoe de printer driver instellingen kunnen worden geconfigureerd.
Gebruiksaanwijzing (voor printer)*:
Deze gebruiksaanwijzing beschrijft hoe u de machine als printer kunt gebruiken.
Gebruiksaanwijzing (voor netwerkscanner)*:
Deze gebruiksaanwijzing beschrijft de procedures om de machine te gebruiken als een netwerkscanner wanneer de machine is aangesloten op een computer. De netwerkscanner uitbreidingskit en 256MB optioneel geheugen moet zijn geïnstalleerd om de netwerkscannerfunctie te kunnen gebruiken. * De gebruiksaanwijzing (voor printer) en de gebruiksaanwijzing (voor netwerkscanner) worden geleverd als
PDF bestanden op de bijgeleverde CD-ROM. Deze handboeken worden niet als geprinte versie geleverd.
Sommige optionele apparaten kunnen niet beschikbaar zijn in sommige landen of regio’s. Deze gebruiksaanwijzing gaat ervan uit dat optionele fax uitbreidingskit en de netwerkscanner uitbreidingskit zijn geïnstalleerd, maar de basisoperaties van de machine zijn hetzelfde ongeacht de geïnstalleerde randapparatuur. Zie "Namen van onderdelen en functies van de randapparatuur" (1-6) voor de mogelijk geïnstalleerde randapparatuur.
0-1
INSTALLATIE-EISEN
Door een oncorrecte installatie kan dit product worden beschadigd. Let op het volgende tijdens de installatie en wanneer de machine wordt verplaatst.
1. Het apparaat dient in de nabijheid van een bereikbare contactdoos te worden geïnstalleerd voor een eenvoudige aansluiting.
2. Sluit het netsnoer alleen aan op een contactdoos die aan de gespecificeerde spanning en stroomeisen voldoet. Controleer ook of de contactdoos correct geaard is.
Zie het typeplaatje op het hoofdapparaat voor de vereiste stroomvoeding.
3. Installeer de kopieermachine niet op plaatsen die:
vochtig, nat of erg stoffig zijn
aan direct zonlicht worden blootgesteld
slecht geventileerd zijn
onderhevig zijn aan extreme temperatuurwisselingen of veranderingen in de luchtvochtigheid bijv. in de nabijheid van de airconditioning of verwarming.
4. Laat voldoende ruimte open rond de kopieer machine voor onderhoud en behoorlijke ventilatie.
80cm
(31-1/2")
30cm
(11-13/16")
60cm
(23-5/8")
60cm
(23-5/8")
Er wordt een kleine hoeveelheid ozon geproduceerd tijdens de werking van het kopieerapparaat. Het emissieniveau is zo laag dat er geen gevaar voor de gezondheid bestaat.
OPMERKING:
De actuele aanbevolen lange termijn grens voor de blootstelling aan ozon is 0,1 ppm (0,2 mg/m gemiddelde concentratie gedurende 8 uur. Daar de geringe hoeveelheid die wordt uitgestoten een verwerpelijke geur verbreid, is het raadzaam het kopieerapparaat in een geventileerde ruimte te plaatsen.
3
) berekend als
0-2
INSTALLATIE-EISEN
Het verplaatsen van dit apparaat
Trek de vier handgrepen naar buiten zoals getoond op de afbeelding, pak deze stevig vast en houd het apparaat horizontaal tijdens het verplaatsen.
Linkerkant Rechterkant
Uit­voer­lade
Handgrepen
Voor het optillen van het apparaat dient u de uitvoerlade op te vouwen en zorgvuldig aan het apparaat te plakken.
Attentie
Er zijn twee personen nodig om het apparaat op te tillen en te dragen.
Wanneer het apparaat op een staande papierlade is geplaatst.
De staande papierlade is uitgerust met zwenkwieltjes voor het verplaatsen. Ontgrendel de zwenkwieltjes en de regelaars van de stander/ papierlade en verplaats de machine voorzichtig en houd deze goed stabiel om te voorkomen dat de machine kantelt. Voor het vergrendelen en ontgrendelen van de afstellíngen, zie pagina 0-4.
Voor het optillen van het apparaat dient u de handinvoerlade op te vouwen en zorgvuldig aan het apparaat te plakken.
Hand­invoer
Handgrepen
Wanneer het apparaat voor een langere periode niet wordt gebruikt
Wanneer het apparaat gedurende een maand of langer niet gaat worden gebruikt, volg dan de procedure op de pagina’s 2-6 en 2-7 op om de druk van de heater-eenheid weg te nemen.
0-3
WAARSCHUWINGEN
1. Raak de fotogeleidende drum niet aan. Krassen of vlekken op de drum veroorzaken slechte afdrukken.
2. Het gebied van de heater is heet. Wees voorzichtig in dit gebied
3. Kijk niet direct in een lichtbron. Anders kunt u uw ogen beschadigen.
4. Er worden vier afstellingen geleverd op alle optionele staande papierlades. Deze afstellingen moeten omlaag worden gebracht totdat deze de vloer aanraken. Wanneer u het apparaat met de optionele staande papierlade verplaatst, denk er dan aan de afstellingen omhoog te brengen. Ontgrendel ook de twee afstellingen aan de voorkant van de optionele staande papierlade. Breng na het verplaatsen van de machine de vier afstellingen omlaag totdat zij de grond aanraken en vergrendel de twee afstellingen.
Afstelling
Heater eenheid
Casters
5. Voer geen wijzigingen aan deze machine uit. Anders kan dit leiden tot verwondingen van personen of beschadigingen van het apparaat.
6. Daar het apparaat zwaar is, is het raadzaam dit door meer dan een persoon te verplaatsen om letsel te voorkomen.
7. Wanneer u het apparaat op een computer aansluit, dient u zowel de computer als het apparaat uit te schakelen.
8. Maak geen kopieën van documenten die volgens de wet niet gekopieerd mogen worden. De volgende voorwerpen zijn normaal gesproken door de nationale wet verboden te printen. Andere voorwerpen kunnen door de plaatselijke wet verboden zijn.
Geld ● Postzegels ● Obligaties ● Aandelen
Bankchecks ● Checks ● Paspoorten
Rijbewijzen
Vergren-
delen
Ontgrendelen
Vergrendelen
Ontgrendelen
"BATTERIJ VERWIJDERING"
DIT PRODUCT BEVAT EEN LITHIUM PRIMAIRE GEHEUGEN BACK-UP BATTERIJ DIE CORRECT DIENT TE WORDEN VERWERKT. NEEM CONTACT OP MET UW LOKALE SHARP DEALER OF ERKENDE ONDERHOUDSVERTEGENWOORDIGER VOOR ONDERSTEUNING BIJ DE AFVALVERWERKING VAN DEZE BATTERIJ.
Dit product gebruikt tin-lood soldeerpunten en een fluorescerende lamp die kleine hoeveelheden kwik bevat. De afvalverwerking van deze materialen kunnen zijn gereguleerd als gevolg van milieuoverwegingen. Voor informatie over afvalverwerking of recycling kunt u contact opnemen met de lokale autoriteiten of de Electronics Industries Alliance: www.eia.org
0-4
INHOUDSOPGAVE
GEBRUIKSAANWIJZINGEN...........................................0-1
INSTALLATIE-EISEN ......................................................0-2
Het verplaatsen van dit apparaat...............................0-3
WAARSCHUWINGEN.....................................................0-4
HOOFDSTUK 1 VOOR HET GEBRUIK VAN HET PRODUCT
INLEIDING ......................................................................1-2
BELANGRIJKE KENMERKEN........................................1-2
NAMEN VAN ONDERDELEN EN FUNCTIES ................1-4
Buitenkant..................................................................1-4
Binnenkant.................................................................1-5
Namen van onderdelen en functies van de
randapparatuur ..........................................................1-6
Bedieningspaneel......................................................1-8
Tiptoetsenpaneel.......................................................1-9
AUDIT FUNCTIE...........................................................1-11
Het apparaat gebruiken wanneer de auditmode is
ingeschakeld............................................................1-11
HOOFDSTUK 2 HET BEHEER VAN DE MACHINE
HOOFDSTUK 3 RANDAPPARATUUR
ZADELSTEEK AFWERKINGSEENHEID....................... 3-2
Onderdeelbenamingen en functies........................... 3-2
Technische gegevens................................................ 3-2
De functies van de zadelsteek afwerkingseenheid ... 3-4
Het gebruik van de zadelsteek afwerkingseenheid... 3-6
Vervangen nietjespatroon en verwijderen nietjesstoring
Papierstoring in de zadelsteek afwerkingseenheid. 3-10
Opsporen van fouten in de zadelsteek
afwerkingseenheid.................................................. 3-12
Nietpositie snelle referentiegids voor duplex uitvoer3-13
Verband tussen printafdruk en zadelsteek.............. 3-14
RUIME LADE................................................................ 3-15
Namen van de onderdelen...................................... 3-15
Technische gegevens.............................................. 3-15
Het laden van papier in de ruime lade .................... 3-16
Papierstoring in de ruime lade ................................ 3-17
... 3-7
HET LADEN VAN PAPIER ..............................................2-2
Het laden van papier in papierlade 1.........................2-2
Het wijzigen van het papierformaat in papierlade 1...2-2
Het laden van papier in de handinvoer......................2-4
Het laden van papier in de staande/500 blad papierlade/
staande/3 x 500 blad papierlade ...............................2-7
Specificaties (staande/500 blad papierlade/staande/3 x
500 blad papierlade)..................................................2-7
Het laden van papier in de duplexmodule/2 x 500 blad papierlade
Specificaties (duplexmodule/2 x 500 blad papierlade)
Specificaties van de papiercassettes ........................2-9
Instellen van de papiersoort (behalve de handinvoer)
Instellen van het papierformaat wanneer er een extra
formaat is geladen...................................................2-11
Instellen van de papiersoort en papierformaat in de
handinvoer...............................................................2-12
AANGEPASTE INSTELLINGEN ...................................2-13
Bedieningsprocedure voor alle aangepaste instellingen
Over de instellingen.................................................2-14
HET VERVANGEN VAN DE TONERPATROON ...........2-15
HET BEWAREN VAN VOORRADEN............................2-17
PAPIERSTORING VERHELPEN ..................................2-18
Begleiding bij het verhelpen van papierstoringen....2-18
Papierstoring in het papiertoevoergedeelte.............2-19
Papierstoring in het transportgedeelte, heatergedeelte
en uitvoer.................................................................2-20
Papierstoring in de staande/500 blad papierlade ....2-21
Papierstoring in de staande/3 x 500 blad papierlade2-21
Papierstoring in de dubbelzijdig papiertoevoermodule/ omkeereenheid en duplexmodule/2 x 500 blad papierlade
HET OPSPOREN VAN FOUTEN..................................2-24
2-8
.......2-8
.2-11
..2-13
...2-22
0-5
INHOUDSOPGAVE
HOOFDSTUK 4 VOOR HET MAKEN VAN KOPIEEN
NAMEN VAN ONDERDELEN EN FUNCTIES (zelf­omkerende eenmalig-doorvoerende originieelinvoer)
Buitenkant................................................................. 4-2
Bedieningspaneel ..................................................... 4-3
Tiptoetsenpaneel (basisscherm voor de kopieerfunctie)
ZELF-OMKERENDE EENMALIG- DOORVOERENDE
ORIGINEELINVOER ...................................................... 4-5
Geschikte originelen ................................................. 4-5
HET PLAATSEN VAN ORIGINELEN.............................. 4-6
SELECTEER HET FORMAAT VAN HET ORIGINEEL... 4-8 HET OPSLAAN, WISSEN EN GEBRUIKEN VAN DE
FORMATEN VAN HET ORIGINEEL............................... 4-9
4-4
HOOFDSTUK 5 BASISPROCEDURE VOOR HET
MAKEN VAN KOPIEEN
NORMAAL KOPIËREN .................................................. 5-2
Kopiëren vanaf de zelf-omkerende eenmalig-
doorvoerende originieelinvoer................................... 5-2
Automatische tweezijdig kopiëren vanaf de zelf­omkerende eenmalig-doorvoerende originieelinvoer... 5-6
Kopiëren vanaf de glasplaat ..................................... 5-7
Automatische 2-zijdige kopiëren van de glasplaat.... 5-9
BELICHTINGSAFSTELLINGEN................................... 5-10
VERKLEINEN/VERGROTEN/ZOOM ........................... 5-12
Automatische selectie (auto beeld)......................... 5-12
Handmatige selectie ............................................... 5-13
X-Y ZOOM.............................................................. 5-15
SPECIAAL PAPIER...................................................... 5-17
BEELDBEWERKING MENU ........................................6-16
Enkele kleur ............................................................6-17
Spiegelbeeld ...........................................................6-17
Fotoherhaling ..........................................................6-18
Multishot.................................................................. 6-19
A3 (11"x17") Volbeeld .............................................6-21
Multi-vel vergroting.................................................. 6-22
Inbindkopie..............................................................6-24
OPDRACHTPROGRAMMA GEHEUGEN ....................6-25
Opslaan van een opdrachtprogramma.................... 6-25
Navragen van een opdrachtprogramma.................. 6-26
Het wissen van een opgeslagen programma.......... 6-26
HET ONDERBREKEN VAN EEN KOPIEERPROCES . 6-27
HOOFDSTUK 7 MACHINEONDERHOUD (VOOR
HET KOPIËREN)
VERHELPEN VAN PAPIERSTORINGEN....................... 7-2
Verwijderen van een vastgelopen origineel uit de zelf-
omkerende eenmalig-doorvoerende originieelinvoer ......... 7-2
ONDERHOUD DOOR DE GEBRUIKER (Voor kopiëren)7-3 REINIGEN VAN HET SCANGEBIED VAN HET ORIGINEEL
HET OPSPOREN VAN FOUTEN ...................................7-4
.. 7-3
HOOFDSTUK 8 TECHNISCHE GEGEVENS
TECHNISCHE GEGEVENS ........................................... 8-2
Kopieerapparaat en hoofdeenheid ............................8-2
Zelf-omkerende eenmalig-doorvoerende originieelinvoer8-4
Dubbelzijdig papiertoevoermodule/omkeereenheid (optioneel)
INDEX............................................................................. 8-5
8-4
HOOFDSTUK 6 COMFORTABELE KOPIEERFUNCTIES
SPECIALE FUNCTIES................................................... 6-2
Algemene bedieningsprocedure voor het gebruik van de
speciale functies ....................................................... 6-3
Kantlijnverschuiving .................................................. 6-4
Wissen...................................................................... 6-5
Boekkopie................................................................. 6-6
Centreren.................................................................. 6-7
Transparante folie met invoegbladen ........................ 6-8
Omslagen ................................................................. 6-9
Z/W omgekeerd ...................................................... 6-10
KLEURINSTELLINGSMENU........................................ 6-11
RGB instelling......................................................... 6-12
Scherpte ................................................................. 6-13
Achtergrond onderdrukking .................................... 6-13
Kleurbalans Instellen .............................................. 6-14
Helderheid .............................................................. 6-15
Intensiteit ................................................................ 6-15
0-6
HOOFDSTUK 1
VOOR HET GEBRUIK
VAN HET PRODUCT
Dit hoofdstuk bevat basisinformatie, die moet worden gelezen voor het gebruik van het product.
Pagina
INLEIDING.....................................................................................................1-2
BELANGRIJKE KENMERKEN ......................................................................1-2
NAMEN VAN ONDERDELEN EN FUNCTIES...............................................1-4
Buitenkant ..............................................................................................1-4
Binnenkant .............................................................................................1-5
Namen van onderdelen en functies van de randapparatuur ..................1-6
Bedieningspaneel...................................................................................1-8
Tiptoetsenpaneel....................................................................................1-9
AUDIT FUNCTIE..........................................................................................1-11
Het apparaat gebruiken wanneer de auditmode is ingeschakeld.........1-11
1-1
INLEIDING
Om het product optimaal te kunnen gebruiken, adviseren wij de gebruiker deze gebruiksaanwijzing door te lezen om vertrouwd te raken met alle eigenschappen en functies van het basisproduct en met de veiligheidsinformatie die in de gebruiksaanwijzing is opgenomen.
Dit product is een hoge snelheid digitale kleurenprinter/kopieerder die kan worden uitgebreid door de installatie van optionele randapparatuur. Dit product kan worden uitgebreid met een printer, netwerkscanner of met netwerk printer eigenschappen. Deze gebruiksaanwijzing beschrijft het principiële gebruik van de printer en bevat geen informatie over de optionele randapparatuur. Er worden aparte gebruiksaanwijzingen bij elk van de optionele randapparaten geleverd. Raadpleeg voor de bediening deze gebruiksaanwijzingen.
Formaat van origineel en papier.
Dit apparaat kan zowel standaardformaten in het inchsysteem als in het metersysteem toepassen. Zie de onderstaande tabel.
Formaten in het AB-systeem
A3
B4
A4
B5
A5
Formaten in het inchsysteem
11" x 17" (LEDGER)
8-1/2" x 14" (LEGAL)
8-1/2" x 13" (FOOLSCAP)
8-1/2" x 11" (LETTER)
7-1/4" x 10-1/2" (EXECUTIVE)
5-1/2" x 8-1/2" (INVOICE)
De betekenis van "R" bij aanduidingen van origineel en papierformaat
Sommige originelen kunnen zowel in de portret- al in de landschaporiëntatie worden geplaatst. Om tussen landschap en portret te kunnen onderscheiden bevat de landschaporiëntatie een "R". Deze worden aangeduid als A4R, B5R, 8-1/2" x 11"R, 5-1/2" x 8-1/2"R, enz. Formaten die alleen in de landschaporiëntatie kunnen worden geplaatst (A3, B4, 11" x 17", 8-1/2" x 14", 8-1/2" x 13") do not hebben geen "R" in de formaataanduiding.
Formaataanduiding met “R”
Landschaporiëntatie
Formaataanduiding zonder “R”
Portretoriëntatie
BELANGRIJKE KENMERKEN
Kleurenkopieën met levendige kleuren gebaseerd op de digitale technologie
1
Foto's, gekleurde tekst en andere originelen worden gescand door full-colour CCD sensors, en de verkregen beeldgegevens worden weergegeven in levendige full colour afbeeldingen op een resolutie van 600 dpi met gebruik van digitale beeldverwerkingstechnologie. Het apparaat kan ook worden gebruikt als kleuren netwerkprinter en er kan een netwerkscanner functie worden toegevoegd als verdere optie.
Er is een spectrum met optionele apparaten beschikbaar om de productiviteit te vergroten.
2
Zoals een duplexmodule voor het produceren van 2-zijdige uitvoer, extra papier invoereenheden om het aantal beschikbare papierformaten en de papierhoeveelheid te vergroten en papier uitvoereenheden die kunnen nieten en met zadelsteek binden.
1-2
BELANGRIJKE KENMERKEN
Geavanceerde beeldverwerkingseigenschappen gebaseerd op digitale technologie
3
De gescande beeldgegevens worden in digitale gegevens omgezet, zodat de volgende geavanceerde verwerkingseigenschappen mogelijk worden:
Fotoherhaling:
24 kleurenkopieën van een fotoafdruk worden gemaakt op een enkel blad papier (pagina 6-18).
Multishot:
Er kunnen maximaal vier originele pagina’s op een enkel blad worden gekopieerd (pagina 6-19).
Inbindkopie*:
Kopieën van originelen worden in de correcte kopieervolgorde geplaatst zodat de kopieën in het midden kunnen worden geniet en als boek kunnen worden gevouwen (pagina 6-24). * Voor het maken van inbindkopieën is de dubbelzijdige duplexeenheid/2 x 500 blad staande papierlade en de
optionele dubbelzijdige papiertoevoermodule/omkeereenheid vereist. Indien er een zadelsteek afwerkingseenheid is geïnstalleerd, kunnen de kopieën in twee posities langs het midden worden geniet en in het midden worden gevouwen.
Beeldverwerking handmatige belichtingsafstelling voor optimaal kopiëren
4
De beeldverwerking is geoptimaliseerd voor het soort origineel dat wordt gekopieerd (tekst, foto, gemengde tekst en foto of map). Deze eigenschappen en de mogelijkheid om de belichting handmatig af te stellen maken het mogelijk om kopieën te verkrijgen die zeer trouw aan het origineel zijn.
1
De standaard verplaatsingsfuncties vergemakkelijken de onderscheiding tussen sets kopieën.
5
Daar sets kopieën in de middelste lade worden uitgevoerd, wordt elke set iets verplaatst t.o.v. de vorige set uitgevoerd om deze eenvoudiger te kunnen onderscheiden.
PostScript compatible
6
De installatie van de optionele PS expansiekit (AR-PK4) zorgt voor de PostScript compatibiliteit (PostScript 3).
Als ENERGY STAR® Partner heeft SHARP vastgelegd dat dit product voldoet aan de ENERGY STAR
®
richtlijnen voor een efficiënt energieverbruik.
Eenergiespaarfuncties
Dit product heeft de volgende twee stroomspaarfuncties die helpen de natuurlijke resources te behouden en de milieuverontreiniging te reduceren.
Voorverwarmfunctie
De voorverwarmingsfunctie verlaagt de temperatuur van de fuseereenheid nadat de ingestelde duur in de key operatorprogramma's verstrijkt wanneer de machine in standby staat. Hierdoor gebruikt de machine minder stroom in de standby stand. De normale werking wordt automatisch hervat wanneer er een toets op het bedieningspaneel wordt ingedrukt, een origineel wordt geplaatst, of een kopie of fax wordt verzonden.
Automatische stroomuitschakelstand
De automatische uitschakelfunctie schakelde stroom van de fuseereenheid uit nadat de ingestelde duur in de key operatorprogramma's verstrijkt wanneer de machine in standby staat. Hierdoor gebruikt de machine minder stroom in de standby stand. Wanneer deze functie wordt geactiveerd, schakelt het tiptoetsenpaneel zichzelf uit. Druk op de toets functieselectie (the indicator van deze toets zal gaan branden) om de machine terug te zetten in de normale modus. U kunt de automatische uitschakelfunctie configureren in de Key operatorprogramma's. Deze functie is standaard ingesteld (fabrieksinstelling) op 60 seconden. (Zie pagina 9 van het "Handboek voor de hoofdoperator".) Als een fax- of afdrukopdracht wordt ontvangen terwijl de automatische uitschakelfunctie of voorverwarmingsfunctie is geactiveerd, zal de machine automatisch naar de normale stand terugkeren.
1-3
NAMEN VAN ONDERDELEN EN FUNCTIES
Buitenkant
Linker lade (Zie pagina 5-5.)
Afgewerkte pagina’s worden hier gedeponeerd.
Linker zijklep
Open deze klep wanneer er een papierstoring heeft plaatsgevonden in de heater- of in de transfereenheid.
Zelf-omkerende eenmalig-doorvoerende origineelinvoer
Deze voert automatisch te scannen originelen in. De invoer kan het origineel omdraaien en de achterzijde eveneens scannen voor de verwerking van dubbelzijdige originelen.
Hoofdschakelaar
Hierop drukken om het toestel aan en uit te zetten.
Frontdeksel
Openen om toner toe te voegen.
Bedieningspaneel Middelste lade (Zie pagina 5-5.)
Afgewerkte pagina’s worden hier gedeponeerd.
Handinvoerlade
Speciaal papier inclusief transparante folie en kopieerpapier kunnen vanuit de bypasslade worden ingevoerd.
Staande/500 blad papierlade * (Zie pagina 2-7.) Staande/3 x 500 blad papierlade * (Zie pagina 2-7.)
Duplexmodule/ 2 x 500 blad papierlade* (Zie pagina 2-8.)
Papierlade
Elke lade kan ongeveer 500 blad met het
g/
aanbevolen papier voor kleuren (80 21 lbs.), of ongeveer 500 blad SHARP standaard papier bevatten (80
Ontgrendeling linker zijklep
Trek aan deze ontgrendeling om de linker zijklep te openen.
Dubbelzijdig papiertoevoermodule/omkeereenheid * (Zie pagina 1-6.)
g/
m2 of 21 lbs.).
m2 of
* , , en zijn randapparatuur. Voor een beschrijving van deze apparatuur, zie pagina 1-6.
1-4
Binnenkant
NAMEN VAN ONDERDELEN EN FUNCTIES
1
Heatereenheid
Hier worden tonerafdrukken verhit.
ATTENTIE
De heatereenheid is heet. Wees voorzichtig bij het verwijderen van vastgelopen papier.
Tonerpatroon
De tonerpatroon moet worden vervangen wanneer dit op het bedieningspaneel wordt aangegeven. (Zie pagina 2-15.)
Rechter zijklep
Openen indien er een papierstoring is opgetreden in de papier invoerzone.
Rechter deksel van de papierlade
Openen om vastgelopen papier in de papierlade te verwijderen.
1-5
NAMEN VAN ONDERDELEN EN FUNCTIES
Namen van onderdelen en functies van de randapparatuur
Ruime lade (AR-LC8)
De lade met grote capaciteit levert een extra capaciteit van 3.500 bladen A4 of 8-1/2" x 11" papier (80
g/
m2 of 21 lbs.).
Staande/500 blad papierlade (AR-D17N)
Deze papiertoevoereenheid bevat een papierlade. Deze lade kan ongeveer 500 blad met het aanbevolen papier voor kleuren (80 500 blad SHARP standaard papier bevatten (80 of 21 lbs.).
Duplexmodule/2 x 500-blad papierlade (AR-D19N)
Deze papiertoevoereenheid bevat een module voor automatisch dubbelzijdig printen en twee papierlades. De twee lades kunnen ongeveer 500 blad met het aanbevolen papier voor kleuren (80 of 21 lbs.), of ongeveer 500 blad SHARP standaard papier bevatten (80 printen is er een dubbelzijdige papiertoevoermodule/ omkeereenheid (AR-RB1) vereist.
g/
m2 of 21 lbs.), of ongeveer
g/
m2 of 21 lbs.). Voor dubbelzijdig
g/
m
g/
m
Staande/3 x 500 blad papierlade (AR-D18N)
Deze papiertoevoereenheid bevat drie papierlades. Elke lade kan ongeveer 500 blad met het aanbevolen papier voor kleuren (80 SHARP standaard papier bevatten (80
Zadelsteek afwerkingseenheid (AR-F13)
De zadelsteek afwerkingseenheid kan automatisch
2
2
inbindkopieën afleveren die in de middenlijn van het papier zijn gebonden en gevouwen, geniet in de hoek in drie verschillende functies of niet geniet. Voor perforaties met twee of vier gaten moet een perforatie-eenheid worden geïnstalleerd.
Uitvoerlade (AR-TE3)
De uitvoerlade is aan het uitvoergedeelte van de machine of de duplexlade / omkeereenheid geïnstalleerd.
Dubbelzijdig papiertoevoermodule/omkeereenheid (AR-RB1)
Met deze module kan het papier automatisch worden omgedraaid in het apparaat voor automatisch dubbelzijdig printen.
g/
m2 of 21 lbs.), of ongeveer 500 blad
g/
m2 of 21 lbs.).
1-6
Andere randapparatuur
NAMEN VAN ONDERDELEN EN FUNCTIES
Netwerkscanner uitbreidingkit (AR-NS2)
Met deze kit kunt u netwerk scanfuncties toevoegen*. * De netwerkscanner uitbreidingskit (AR-NS2), de scanner-
uitbreidingskaart (AR-EB8) en 256MB optioneel geheugen (AR-SM5) moeten zijn geïnstalleerd om de netwerkscannerfunctie te kunnen gebruiken.
PS3 expansiekit (AR-PK4)
Deze kit zorgt voor de compatibiliteit van de printer met PostScript 3. Teneinde deze functie te gebruiken moet 256 MB x 2 optioneel geheugen geïnstalleerd worden.
Faxapparaatuitbreidingskit (AR-FX10)
Deze kit moet zijn geïnstalleerd om de faxfunctie te kunnen gebruiken.
Faxgeheugen (8 MB) (AR-MM9)
Hiermee voegt u extra geheugen toe aan de faxfunctie.
256 MB optioneel geheugen (AR-SM5)
Hiermee voegt u extra geheugen toe aan de kopieer-, printer- en scannerfunctie.
Toevoer met de printzijde omhoog en omlaag.
Na het printen wordt het papier in de uitvoerlade gedeponeerd. Dit product heeft twee uitvoerlades (middelste en linker lade). De papierspecificaties (pagina 8-3) en uitvoervoorwaarden verschillen bij elke lade, hoewel wanneer de papier- en uitvoervoorwaarden zodanig zijn, dat het papier in elke lade kan worden gedeponeerd, kunt u de uitvoerlade vrij kiezen.
Het papier wordt in de middelste lade alleen met de printzijde omlaag uitgevoerd.
Het papier wordt in de linker lade alleen met de printzijde omhoog uitgevoerd. Indien er echter een dubbelzijdig
papiertoevoermodule/omkeereenheid werd geïnstalleerd, is het ook mogelijk om het papier met de printzijde omlaag uit te voeren. In dit geval wordt de printzijde omhoog/omlaag functie automatisch geselecteerd overeenkomstig het papier en de uitvoervoorwaarden (het is niet mogelijk om handmatig printzijde omhoog/ omlaag te selecteren).
1
1-7
NAMEN VAN ONDERDELEN EN FUNCTIES
Bedieningspaneel
BEELD VERZENDEN
OPDRACHT STATUS
Tiptoetsenpaneel
De status van het apparaat, meldingen en tiptoetsen worden op het paneel weergegeven. Wijzig eerst the display van de functie die u wilt gebruiken wanneer u het tiptoetsenpaneel gebruikt: printerfunctie, kopieerfunctie, netwerkscannerfunctie*
1
, of faxfunctie*2. Voor details, zie
de volgende pagina.
Functieselectietoetsen en indicaties
worden gebruikt om de displayfunctie van het tiptoetsenpaneel om te schakelen.
[AFDRUKKEN] toets/GEREED indicatie/DATA indicatie
Druk op deze toets om de printerfunctie te openen.
GEREED indicatie
Er kunnen printgegevens worden ontvangen wanneer deze indicatie brandt.
DATA indicatie
Gaat branden of knippert wanneer er printgegevens worden ontvangen. Gaat ook branden wanneer er een printbewerking wordt uitgevoerd.
[BEELD VERZENDEN] toets/LIJN indicatie/ DATA indicatie
Druk op deze toets om te schakelen tussen de netwerkscannerfunctie*
1
en de faxfunctie*2. (Zie de
gebruiksaanwijzingen voor de netwerkscanner en fax.)
[KOPIE] toets
Indrukken om naar de kopieerfunctie te gaan.
[OPDRACHTSTATUS] toets
Indrukken om de actuele job status weer te geven. (Zie pagina 1-10.)
[GEBRUIKERSINSTELLINGEN] toets
Gebruik deze toets om het contrast van het tiptoetsenpaneel of om key operator programma’s in te stellen. (Zie pagina 2-13.)
AFDRUKKEN
KOPIE
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
GEREED DATA
LIJN
DATA
Numerieke toetsen
Hiermee worden numerieke waarden voor diverse instellingen ingevoerd.
[ ] toets ([ACC.#-C] toets)
Dit kunt u gebruiken wanneer de functies kopie, netwerkscan*
1
, en fax*2 worden gebruikt.
[#/P] toets
Deze toets wordt gebruikt als programma toets voor kopieerfuncties en voor het kiezen van een faxnummer in de fax functie*
2
.
[C] toets
Deze toets wordt netwerkscannerfunctie*
gebruikt in de functies kopiëren,
1
, en faxfunctie*2.
[ZWART-WITKOPIE START ( )] toets
Deze wordt gebruik voor het maken van zwart-witte kopieën en om een zwart-wit origineel te scannen wanneer de netwerk scanfunctie wordt gebruikt. Deze wordt ook gebruikt om een origineel te scannen die moet worden verzonden via de faxfunctie*
2
.
[CA] toets
Deze toets wordt netwerkscannerfunctie*
gebruikt in de functies kopiëren,
1
, en faxfunctie*2.
[KLEURENKOPIE START ( )] toets
Deze toets wordt gebruikt om kleurenkopieën te maken en om een gekleurd origineel te scannen wanneer de netwerk scanfunctie gebruikt wordt.
*1 Wanneer de netwerkscanner functie is geïnstalleerd. *2 Wanneer de faxoptie is geïnstalleerd.
1-8
Tiptoetsenpaneel
OPDRACHTWACHTRIJ
KOPIEREN
Suzuki
0666211221
003 / 00
003 / 00
010 / 00
SETS / VOO
1/13
VOLTOOID
ANNULEREN OK
IG
RUG
RECHTS
RUG
LINKS
TRANSPARANT-
INSTEEKVELLEN
BOEKKOPIE
SPEC. FUNCTIES
2-ZIJDIGE
KOPIE
UITVOER
GEBRUIKSKLAAR.
B4
NO
PA
A3
A4
DUPLEXEENH.
NAMEN VAN ONDERDELEN EN FUNCTIES
Het gebruik van het tiptoetsenpaneel
[Voorbeeld 1]
De voorwerpen op het tiptoetsenpaneel kunnen eenvoudig worden geselecteerd door de toets die gerelateerd is aan het voorwerp met een
Piep­toon
[Voorbeeld 2]
vinger aan te tippen. Het selecteren van een item wordt begeleid door een pieptoon om te bevestigen dat het item geselecteerd werd. Bovendien wordt het gebied van de toets geaccentueerd voor een visuele bevestiging.
Toetsen die grijs werden gemaakt op een willekeurig scherm kunnen niet worden geselecteerd. Wanneer een grijs gemaakte toets wordt aangetipt, klinkt er een dubbele pieptoon.
Selectie van de functie
[Voorbeeld 1]
Items die geaccentueerd waren op het moment dat een scherm verschijnt, zijn al geregistreerd zodra de [OK] toets werd aangeraakt.
[Voorbeeld 2]
Wanneer het apparaat in de kopieermode wordt gebruikt kunnen de onderstaand getoonde functies alleen ingesteld of geannuleerd worden via door afwisselend tippen op de functietoetsen van het paneel.
Kopieereigenschap
Boekkopie
Centreren
Transparantinsteekvellen
Spiegelbeeld
A3 (11"x17") Volbeeld
Z/W omgekeerd
1
De bevestigingspieptoon kan worden uitgeschakeld door een key operator programma. (Zie pagina 10 van het "Handboek voor de hoofdoperator".)
De schermen van het tiptoetsenpaneel die in deze gebruiksaanwijzing worden getoond zijn afbeeldingen en kunnen er anders uit zien dan de actuele schermen.
[Voorbeeld 3]
Wanneer het apparaat in de kopieerfunctie wordt gebruikt
ORIGINE
en een speciale eigenschap wordt geselecteerd, zal een overeenkomstig icoon op het tiptoetsenpaneel verschijnen en op het hoofdscherm van de geselecteerde functie. Indien dit icoon wordt aangetipt zal het instelscherm van deze functie (of een menuscherm) veschijnen waarin de instellingen gecontroleerd of afgesteld kunnen worden en waarin de functie eenvoudig kan worden geannuleerd.
1-9
NAMEN VAN ONDERDELEN EN FUNCTIES
Opdrachtstatus (van toepassing op de functies printen, kopiëren, netwerkscanner en fax).
Dit scherm wordt weergegeven wanneer de [OPDRACHT STATUS] toets op het bedieningspaneel wordt ingedrukt. Een job lijst met de actuele job bovenin de rij of een lijst met voltooide bewerkingen kan worden weergegeven. De inhoud van de bewerkingen kan worden bekeken of jobs kunnen uit de rij worden gewist. (Het onderstaande scherm is een voorbeeld en wijkt af van de werkelijke schermen.)
OPDRACHTWACHTRIJ
KOPIEREN
Suzuki
066211221
AFDRUKOPDR. SCANNEROPDR
Job lijst
Er wordt een joblijst die de actuele bewerking en gereserveerde bewerkingen aangeeft, weergegeven. De iconen links van de bewerkingen in de rij representeren de job modus.
Kopieerfunctie Printerfunctie
Netwerk scannerfunctie
SETS / VOORTGANG
003 / 000
003 / 000
001 / 000
STATUS
PAPIER OP
WACHTEN
WACHTEN
FAXOPDRACHT
*
[AFDRUKOPDR.] toets
Wordt gebruikt om de lijst met printbewerkingen voor printer, kopieerfunctie en faxfunctie.
[SCANNEROPDR] toets
Hier wordt een lijst met opdrachten weergegeven die uitsluitend worden gebruikt voor de netwerkscannerfunctie. (Uitsluitende wanneer de netwerkscannerfunctie is toegevoegd.)
1/1
OPDR.WACHTR
VOLTOOID
DETAILS
PRIORITEIT
STOP./WIS.
Fax verzenden opdracht
De weergegeven bewerkingen in de job lijst zijn zelf bedieningstoetsen. Om een printbewerking te annuleren of om een bewerking de hoogste prioriteit te geven, dient u op de relevante jobtoets te toetsen en de gewenste bewerking uit te voeren m.b.v. de toetsen die worden beschreven in 5 en 6.
* "PAPIER OP" in het jobstatus display
Wanneer een job status display "PAPIER OP" aangeeft is het gespecificeerde papierformaat voor het uitvoeren van de bewerking in geen enkele lade aanwezig. Wanneer de toets [DETAILS] verschijnt, kunt u de toets van een opdracht in de opdrachtwachtrij kiezen, gevolgd door de toets [DETAILS] om het papierformaat te wijzigen (uitsluitend beschikbaar in de printerfunctie).
Modusselectie toets
Deze toets verschijnt uitsluitend in het scherm opdrachtstatus van de faxfunctie. Hiermee schakelt u tussen "OPDR.WACHTR" en "VOLTOOID" in het scherm opdrachtlijst. "OPDR.WACHTR":Toont de opgeslagen opdrachten en de
huidige opdracht.
"VOLTOOID" : Toont de voltooide opdrachten.
Fax ontvangen opdracht
[FAXOPDRACHT] toets
Hiermee wordt de verzend/ontvangst status en de voltooide opdrachten van de faxmodus weergegeven wanneer de faxoptie is geïnstalleerd.
Displaykeuzetoetsen
Deze worden gebruikt om de pagina van de weergegeven joblijst te wisselen.
[STOP./WIS.] toets
Gebruik deze om de actuele job te annuleren of te wissen of om de geselecteerde gereserveerde job te wissen. Nb: het afdrukken van ontvangen faxen kan niet worden geannuleerd of gewist.
[PRIORITEIT] toets
Deze toets verschijnt uitsluitend in het scherm opdrachtstatus van de faxfunctie. Druk op de toets om een opdracht prioriteit te geven wanneer deze is geselecteerd in de opdrachtwachtrij.
[DETAILS] toets
De toets is alleen werkzaam bij computer printbewerkingen en verschijnt alleen in het opdracht statusscherm van de printerfunctie. Deze wordt gebruikt om gedetailleerde informatie van de geselecteerde job weer te geven en om het papierformaat voor de printbewerking te wijzigen.
1-10
AUDIT FUNCTIE
VOER UW ACCOUNTNUMMER IN.
VOER UW ACCOUNTNUMMER IN VOOR KLEURMODUS. DRUK OP [ANNULEREN] OM Z/W MODUS IN TE STELLEN.
ANNULEREN
Wanneer de account tellerfunctie ingeschakeld is, wordt het aantal gekopieerde bladen voor elke account bijgehouden (maximaal 200 accounts). De accounts kunnen desgewenst worden weergegeven en opgeteld. U kunt de key operatorprogramma's gebruiken om de accountregeling apart inschakelen voor de functies kopiëren, fax, netwerkscanner en printer. (Pagina 6 van het "Handboek voor de hoofdoperator".)
Het apparaat gebruiken wanneer de auditmode is ingeschakeld.
De procedure voor het gebruik van het apparaat voor kopieerfuncties wanneer de auditfunctie werd ingeschakeld voor de kopieerfuncties is hierna toegelicht.
OPMERKINGEN
Wanneer de accountregeling ingeschakeld is voor fax en netwerk scanner functies verschijnt er een melding waarin u wordt verzocht telkens uw accountnummer in te voeren wanneer het tiptoetsenpaneel in het hoofdscherm van de functie verandert. Voer uw accountnummer op de onderstaande manier in en ga vervolgens verder met de bewerking.
Wanneer de accountregeling voor de printerfunctie is ingeschakeld moet u uw accountnummer invoeren in het instelscherm van de printerbesturing op uw computer om te kunnen printen.
Wanneer de accountregeling ingeschakeld is verschijnen de volgende meldingen op het tiptoetsenpaneel. Er zijn twee soorten prompts afhankelijk van het feit of de accountregeling ingeschakeld was voor zowel kleuren kopiëren en zwart-wit kopiëren of alleen voor de kleuren kopieerfunctie.
Accountregeling ingeschakeld voor zowel kleuren kopiëren en zwart-wit kopiëren.
1
De accountregeling is alleen ingeschakeld voor de kleuren kopieerfunctie.
AUDITING-MODUS VOOR KLEUR
In dit geval voert u uw 5-cijferige rekeningnummer in zoals toegelicht op de volgende pagina om toegang te verkrijgen tot de kopieerfuncties.
Wanneer de [ ] toets ([ACC.#-C] toets) of de [KLEURENKOPIE START] toets ingedrukt wordt, verschijnt de melding links.
1-11
AUDIT FUNCTIE
Voer uw accountnummer (5 cijfers) in met
1
de numerieke toetsen.
Wanneer u uw accountnummer invoert veranderen ( ) in sterretjes ( ). Wanneer u een verkeerd cijfer invoert, drukt u op de toets en voert u het correcte cijfer in. Wanneer er een correct rekeningnummer is ingevoerd, verschijnt de volgende melding.
Dit verschijnt niet wanneer de accountregeling alleen werd ingesteld voor kleuren kopiëren.
Indien er een grens werd ingesteld door een key operator programma voor het aantal kopieën dat per account kan worden gemaakt, zal het resterende aantal dat nog kan worden gemaakt, worden weergegeven.
Deze melding verschijnt enkele seconden en verandert dan in de volgende melding.
de
haakjes
Volg de overeenkomstige stappen op om
2
de kopieerbewerking uit te voeren.
Wanneer het kopiëren is begonnen verschijnt de volgende melding.
GEBRUIKSKLAAR. DRUK OP [ACC.#] ALS U KLAAR BENT.
Bij kopiëren onderbreken (pagina6-27), verschijnt de volgende melding.
GEREED VOOR KOPIËREN. [ANNULEREN] NADAT ONDERBR. KOPIEERF. IS VOLTOOID.
Wanneer de kopieerbewerking voltooid is,
3
druk dan op de [ ] toets ([ACC.#-C] toets)
GEBRUIKSKLAAR.
OPMERKING
Wanneer "Accountnummer veiligheid" ingeschakeld is in het key operator programma, verschijnt de volgende melding voor het geval dat er drie keer achtereenvolgens een verkeerd accountnummer wordt ingevoerd. (Pagina 8 van het Handboek voor de hoofdoperator)
NEEM CONT OP MET KEY-OPERATOR VOOR HULP.
Wanneer deze melding verschijnt (gedurende ongeveer een minuut) kunnen er geen andere bewerkingen worden uitgevoerd.
1-12
HOOFDSTUK 2
HET BEHEER VAN
DE MACHINE
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u papier kunt laden, de tonerpatroon kunt vervangen en hoe u papierstoringen kunt verhelpen. Het hoofdstuk bevat ook informatie over voorraden.
Pagina
HET LADEN VAN PAPIER .............................................................................2-2
Het laden van papier in papierlade 1 .....................................................2-2
Het wijzigen van het papierformaat in papierlade 1 ...............................2-2
Het laden van papier in de handinvoer...................................................2-4
Het laden van papier in de staande/500 blad papierlade/staande/3 x 500 blad
papierlade...................................................................................................2-7
Specificaties (staande/500 blad papierlade/staande/3 x 500 blad
papierlade) .............................................................................................2-7
Het laden van papier in de duplexmodule/2 x 500 blad papierlade........2-8
Specificaties (duplexmodule/2 x 500 blad papierlade)...........................2-8
Specificaties van de papiercassettes.....................................................2-9
Instellen van de papiersoort (behalve de handinvoer) .........................2-11
Instellen van het papierformaat wanneer er een extra formaat is geladen.
Instellen van de papiersoort en papierformaat in de handinvoer .........2-12
AANGEPASTE INSTELLINGEN ..................................................................2-13
Bedieningsprocedure voor alle aangepaste instellingen......................2-13
Over de instellingen .............................................................................2-14
HET VERVANGEN VAN DE TONERPATROON ..........................................2-15
HET BEWAREN VAN VOORRADEN...........................................................2-17
PAPIERSTORING VERHELPEN .................................................................2-18
Begleiding bij het verhelpen van papierstoringen. ...............................2-18
Papierstoring in het papiertoevoergedeelte .........................................2-19
Papierstoring in het transportgedeelte, heatergedeelte en uitvoer ......2-20
Papierstoring in de staande/500 blad papierlade.................................2-21
Papierstoring in de staande/3 x 500 blad papierlade...........................2-21
Papierstoring in de dubbelzijdig papiertoevoermodule/omkeereenheid en
duplexmodule/2 x 500 blad papierlade ................................................2-22
HET OPSPOREN VAN FOUTEN.................................................................2-24
.....2-11
2-1
HET LADEN VAN PAPIER
De meldingen "PAPIER TOEVOEGEN" of "LADE OPENEN EN PAPIER TOEVOEGEN" verschijnen wanneer het papier op raakt tijdens de werking. Volg de onderstaande procedure op om papier te laden.
OPMERKINGEN
Gebruik geen omgekruld of gevouwen papier. Hierdoor kunnen papierstoringen ontstaan.
Voor de beste resultaten alleen SHARP papier gebruiken. (Zie pagina’s 2-9, 2-17.)
Wanneer u de papiersoort en formaat in lade 1 wijzigt, dient u dit te doen overeenkomstig de instructies in
"Instellen van papierformaat en -soort" (pagina 2-11).
Plaats geen zware voorwerpen en druk niet te hard op de laden wanneer deze eruit getrokken worden.
Het laden van papier in papierlade 1
Trek papierlade 1 eruit.
1
Laad papier in de lade.
2
Trek de lade er voorzichtig uit totdat deze niet meer verder kan.
Laad geen papier boven de markering voor de maximum hoogte (ongeveer 500 blad van het aanbevolen papier voor kleuren (80 21 lbs.) of ongeveer 500 blad SHARP standaard papier (80
g/
g/
m2 of
m2 of 21 lbs.)).
Duw lade 1 voorzichtig in het apparaat.
3
Duw de lade stevig en volledig in het apparaat.
Stel de papiersoort in.
4
Indien u de papiersoort wijzigt, let dan op de instructies in "Instellen van papierformaat en soort" (pagina 2-11).
OPMERKING
Indien u een ander formaat of hetzelfde papierformaat laadt, hoeft u alleen de positie van de formaatschuif te wijzigen (Zie stap 2 hieronder.); u hoeft de papiersoort niet te wijzigen.
Het laden van papier in papierlade 1 is nu
5
voltooid.
Het wijzigen van het papierformaat in papierlade 1
De volgende papierformaatinstellingen voor papierlade 1 zijn beschikbaar: A3 tot A5 (11" x 17" tot 8-1/2" x 5-1/2") en "EXTRA"*
1
*
Dit is beperkt tot vierkant en rechthoekig papier, A3 tot A5 (11" x 17" tot 8-1/2" x 5-1/2") formaat.
1
. Gebruik de volgende procedure om het formaat te wijzigen.
Trek papierlade 1 eruit.
1
Indien er papier in de papierlade over is, dient u dit te verwijderen.
Stel de papierformaatschuif in op het
2
papierformaat.
Beweeg de papierforma­atschuif links of rechts om aan te geen dat het papierformaat werd geladen. Indien er speciaal papier
in de papierlade is gevuld, plaats dan de formaatschuif op “EXTRA” om het apparaat aan te geven dat er speciaal papier werd geladen. (Wanneer er INCH-formaat papier werd geladen, zet de formaatschuif dan op "EXTRA".)
2-2
Let erop dat het instellen van de formaatschuif op "EXTRA" het apparaat alleen aangeeft dat er een speciaal formaat werd geladen, maar niet welk formaat. Indien u het apparaat het bepaalde formaat wilt aangeven, volg dan de stappen op in "Instellen van het papierformaat wanneer er een extra formaat is geladen." (pagina 2-11). (Indien u het formaat niet instelt, zal een gedeelte of de hele afdruk eventueel niet geprint worden.)
Stel de geleidingsplaten A en B in door de
3
ontgrendelingshefbomen ervan naar elkaar toe te knijpen en deze naar het geladen papierformaat te schuiven.
De geleidingsplaten A en B kunnen worden verschoven. Stel deze af op het te laden papierformaat door de ontgrendleingshefbomen er­van naar elkaar toe te knijpen.
HET LADEN VAN PAPIER
Laad papier in de lade.
4
Duw lade 1 voorzichtig in het apparaat.
5
Duw de lade stevig en volledig in het apparaat.
OPMERKING
Indien de positie van de formaatschuif (stap 2 van pagina 2-2) niet correct is ingesteld na het wijzigen van het papierformaat (pagina2-11) , kan er verkeerd papier worden geselecteerd of kan er een papierstoring optreden.
Stel het papierformaat van het papier in,
6
dat in de 1e lade werd geladen.
Indien u een andere papiersoort heeft geladen dan de vorige, stel de nieuwe paspiersoort dan in volgens de instructies in "Instellen van papierformaat en -soort" (pagina 2-11).
Het laden van papier in papierlade 1 is nu
7
voltooid.
2
2-3
HET LADEN VAN PAPIER
Het laden van papier in de handinvoer
De handinvoer kan worden gebruikt om hetzelfde papier als in lade 1 te laden of voor speciaal papier. Papiersoorten die in de handinvoer kunnen worden gebruikt, zie de specificaties voor de handinvoer in de specificaties voor de papierlades (pagina 2-9).
Er kunnen 250 blad SHARP standaardpapier of 100 briefkaarten in de handinvoer worden geladen.
OPMERKINGEN
Nadat u papier in de handinvoer heeft geladen, dient u er op te letten dat u papiersoort en formaat (stap 4 instelt, indien dit werd gewijzigd.
Gebruik geen inkjet papier. Hierdoor kan er papierstoring in de heater-eenheid ontstaan.
Open de handinvoer.
1
Wanneer u papier laadt dat uit de lade steekt, dient u de ladeverlenging uit te trekken om het papier te ondersteunen zodat de papiersensors het papierformaat behoorlijk kunnen herkennen.
Trek de ladeverlenging er helemaal uit. Indien de ladeverlenging er niet helemaal wordt uitgetrokken zal het papierformaat van het geladen papier niet correct worden weergegeven.
Om papier te ondersteunen dat uit de ladeverlenging steekt, dient u de draadverlenging eruit te trekken.
Voer het kopieerpapier helemaal in de
3
handinvoer. (Forceer het papier er niet in).
Plaats het kopieerpapier met de printzijde omhoog. Indien de geleiders van de handinvoer breder zijn ingesteld dan het kopieerpapier kan de
binnenkant van de machine verontreinigd worden, zodat er vlekken op de volgende kopieën kunnen ontstaan. Speciaal papier, behalve de door SHARP aanbevolen transparante folie moet handmatig individueel worden ingevoerd. Er kunnen meerdere bladen door SHARP aanbevolen transparante folie in de handinvoer worden geladen.
Stel de soort en het formaat in van het
4
papier dat in de handinvoer werd geladen.
Indien u een andere papiersoort heeft geladen dan de vorige, stel de nieuwe papiersoort dan in volgens de instructies in "Instellen van de papiersoort en papierformaat in de handinvoer" (pagina 2-12). Indien u een speciale papiersoort in de handinvoer heeft geladen, stel de papiersoort dan in volgens de instructies in "Instellen van de papiersoort en papierformaat in de handinvoer" (pagina 2-12). (Indien u het formaat niet instelt, zal een gedeelte of de hele afdruk eventueel niet geprint worden.)
Stel de papiergeleiders van de handinvoer
2
in op de breedte van het kopieerpapier.
2-4
Het laden van papier in de handinvoer is
5
nu gereed.
OPMERKING
Wanneer u papier in
de handinvoer laadt of
de lade sluit, sluit het
papierdeksel dan op
de getoonde wijze.
OPMERKINGEN
Zorg ervoor dat u A6 papier, A5 papier 5-1/2" x 8-1/2" papier en enveloppen plaatst zoals afgebeeld in het onderstaande diagram.
HET LADEN VAN PAPIER
A6 papier, ansichtkaarten A5 papier, 5-1/2" x 8-1/2" papier.
Wanneer u ander papier laadt dan het voor kleurenkopieën aanbevolen papier, SHARP standaardpapier, andere speciale media dan briefkaarten, door SHARP aanbevolen transparante folie of papier dat op de achterzijde bedrukt wordt, dient u het papier blad voor blad in te voeren. Het laden van meer dan één blad per keer veroorzaakt papierstoringen.
Voor u zwaar papier laadt, dient u dit glad te strijken.
Wanneer u papier toevoegt, verwijder dan het resterende papier uit de lade, combineer het met het nieuwe papier en laad dit opnieuw als een stapel.
Gebruik geen papier waarop reeds werd geprint in een faxtoestel met normaal papier of een laserprinter. Hierdoor kunnen de afdrukken vuil worden.
Wanneer u op transparante folie print, dient u elk blad te verwijderen zodra dit uit het apparaat komt. Wanneer de bladen in de uitvoerlade blijven kunnen deze eventueel omkrullen.
Gebruik alleen door SHARP aanbevolen transparante folie. Voer het papier zodanig in dat de afgeronde hoek links is bij horizontaal laden of rechts bij verticaal laden.
2
Horizontaal laden
Wanneer u meerdere bladen transparante folie in de handinvoer laadt, dient u de bladen een paar maal te waaieren voor het laden.
Verticaal laden
2-5
HET LADEN VAN PAPIER
Het instellen van enveloppen of briefkaarten
Wanneer u enveloppen of briefkaarten in de handinvoer plaatst, laadt deze dan in de onderstaand aangegeven oriëntatie.
Het laden van briefkaarten
Laad briefkaarten met de printzijde omhoog. De briefkaart moet volgens de oriëntatie in het diagram worden geladen.
Het laden van enveloppen
Enveloppen kunnen alleen aan de adreszijde worden geprint. Plaats de enveloppen met de adreszijde omhoog.
Printen op enveloppen of briefkaarten
Indien u probeert op beide zijden van enveloppen of briefkaarten te printen, kunnen er papierstoringen of een slechte printkwaliteit worden veroorzaakt.
Gebruik geen voorgedrukte enveloppen.
Voor u een briefkaart of envelop invoert, dient u eventuele omgekrulde hoeken glad te strijken. Omgekrulde
hoeken kunnen kreukels, kleurafwijkingen, papierstoringen en een slechte printkwaliteit veroorzaken.
Printen op enveloppen
Gebruik geen enveloppen met metalen klemmen, koordsluitingen, vensters, lijnen, zelfklevende flappen of van synthetisch materiaal. indien u hierop probeert te printen, kunnen er papierstoringen, een slechte tonerhechting of andere problemen worden veroorzaakt.
Enveloppen met gestempelde oppervlakken kunnen vlekken op de afdrukken veroorzaken.
Gebruik alleen vlakke, scherp gevouwen enveloppen. Omgekrulde of slecht gevormde enveloppen kunnen niet
goed worden geprint of kunnen papierstoringen veroorzaken.
De printkwaliteit is niet gegarandeerd in het gebied 10 mm of 13/32” van de randen van de envelop.
De printkwaliteit is niet gegarandeerd op delen van enveloppen met een trapsgewijze veranderingen in de dikte, zoals bij enveloppen met drie lagen.
De printkwaliteit is niet gegarandeerd bij enveloppen met aftrekbare flappen voor het sluiten van de enveloppen.
Kunnen worden
gebruikt
Kunnen niet
worden gebruikt
Heater eenheid druk afstelbomen
In sommige gevallen kunnen er beschadigingen, kleurafwijkingen of vlekken op de enveloppen optreden ondanks dat der gespecificeerde enveloppen werden gebruikt. In dit geval kunt u het probleem oplossen door de druk afstelbomen van de heater eenheid om te schakelen van de normale positie in een positie met minder druk. Volg de procedure op de volgende pagina op. (2-7)
OPMERKING
Denk eraan de hefboom weer in de normale positie terug te plaatsen na het invoeren van de enveloppen. Indien u dit niet doet, kunnen er problemen met de tonerhechting, papierstoringen of andere problemen ontstaan.
2-6
HET LADEN VAN PAPIER
Ontgrendel de dubbelzijdige papiertoevoermodule/
1
omkeereenheid en schuif deze naar links.
Ontgrendel de module en beweeg de module voorzichtig weg van het apparaat. Indien het apparaat niet met een dubbelzijdige papier­toevoermodule/omkeereen­heid is uitgerust, dient u de zijklep te openen.
Beweeg de twee afstelbomen met de
2
markering A en B in de afbeelding omlaag.
A
B
Normale
positie
Sluit de dubbelzijdige papiertoevoermodule/
3
omkeereenheid voorzichtig.
Indien het apparaat niet met een dubbelzijdige papiertoevoermodule/omke­ereenheid is uitgerust, dient u de zijklep te sluiten.
2
B: Voorzijde van de
heatereenheid
Positie met lagere druk
A:Achterzijde van de
heatereenheid
Het laden van papier in de staande/500 blad papierlade/ staande/3 x 500 blad papierlade
Bovenste lade / middelste lade / onderste lade*
In deze laden kunnen maximaal 500 blad door SHARP aanbevolen papier voor kleurenkopieën worden geladen. De methode voor het laden van papier is dezelfde als voor papierlade 1 in de hoofdeenheid (Zie de beschrijving op pagina 2-2.). * De Staande/500 blad papierlade beschikt alleen over de bovenste lade.
OPMERKING
Wanneer het geladen papier verschilt van het vorige formaat of een speciaal formaat is of wanneer de soort verschilt van de vorige moet u de instellingen van de papierlade in de klantinstellingen wijzigen. Wijzig de instellingen volgens de instructies in "Instellen van de papiersoort (behalve de handinvoer)" en "Instellen van het papierformaat wanneer er een extra formaat is geladen." op pagina 2-11.
Specificaties (staande/500 blad papierlade/staande/3 x 500 blad papierlade)
Naam
Papierformaat/gewicht
Papiercapaciteit
Stroomvoeding Geleverd door de hoofdeenheid
Afmetingen
Gewicht Ongeveer 22,5 kg of 49,6 lbs. Ongeveer 29,5 kg of 65,0 lbs.
De specificaties kunnen zonder aankondiging vooraf worden gewijzigd.
Staande/500 blad papierlade (AR-D17N) Staande/3 x 500 blad papierlade (AR-D18N)
A3, B4, A4, A4R, B5, B5R, A5, Extra. (11" x 17", 8-1/2" x 14", 8-1/2" x 13",
8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R, 7-1/4" x 10-1/2"R, 5-1/2" x 8-1/2")
/64 tot 105g/m
Papier aanbevolen voor kleuren (80 g/m
SHARP standaard papier (80 g/m
600 mm (B) x 642 mm (D) x 403 mm (H) (23-5/8" (B) x 25-9/32" (D) x 15-7/8" (H))
(de afstelling niet inbegrepen)
2
of 17 tot 28 lbs.
2
of 21 lbs.): 500 blad;
2
of 21 lbs.): 500 blad
2-7
HET LADEN VAN PAPIER
Het laden van papier in de duplexmodule/2 x 500 blad papierlade
Bovenste cassette:
De bovenste lade bevat een duplexeenheid die het geprinte papier automatisch omkeert voor automatisch dubbelzijdig printen.
Middelste en onderste papiercassettes:
De middelste en onderste cassettes zijn papiercassettes In deze laden kunnen maximaal 500 blad door SHARP aanbevolen papier voor kleurenkopieën worden geladen. De methode voor het laden van papier is dezelfde als voor papierlade 1 in de hoofdeenheid. Zie de beschrijving op pagina 2-2.
OPMERKING
Wanneer het geladen papier verschilt van het vorige formaat of een speciaal formaat is of wanneer de soort verschilt van de vorige moet u de instellingen van de papierlade in de klantinstellingen wijzigen. Wijzig de instellingen volgens de instructies in "Instellen van de papiersoort (behalve de handinvoer)" en "Instellen van het papierformaat wanneer er een extra formaat is geladen." op pagina 2-11.
Specificaties (duplexmodule/2 x 500 blad papierlade)
Naam Duplexmodule/2 x 500-blad papierlade (AR-D19N)
A3, B4, A4, A4R, B5, B5R, A5, Extra. (11" x 17", 8-1/2" x 14", 8-1/2" x 13",
Papierformaat/gewicht
Papiercapaciteit
Stroomvoeding Geleverd door de hoofdeenheid
Afmetingen
Gewicht Ongeveer 31 kg of 68,3 lbs. Duplexeenheid
Formaat van normaal papier
Gewicht van normaal papier Aantal bladen Een blad (handinvoer voor afzonderlijke bladen)
De specificaties kunnen zonder aankondiging vooraf worden gewijzigd.
8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R, 7-1/4" x 10-1/2"R, 5-1/2" x 8-1/2") /64 tot 105g/m
Papier aanbevolen voor kleuren (80 g/m SHARP standaard papier (80 g/m
600 mm (B) x 642 mm (D) x 403 mm (H) (23-5/8" (B) x 25-9/32" (D) x 15-7/8" (H))
A3, B4, A4, A4R, B5, B5R, A5, 11" x 17", 8-1/2" x 14", 8-1/2" x 13", 8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R, 7-1/4" x 10-1/2R", 5-1/2" x 8-1/2"
64 tot 200 g/m2 of 17 tot 54 lbs.
2
of 17 tot 28 lbs.
(de afstelling niet inbegrepen)
2
2
of 21 lbs.): 500 blad;
of 21 lbs.): 500 blad
2-8
Loading...
+ 110 hidden pages