Blokkeer de ventilatieopeningen niet. Installeer dit toestel volgens de voorschriften.
8.
Stel dit toestel niet op in de buurt van welke warmtebron dan
ook, zoals verwarmingselementen, roosters, fornuizen, kachels
en zo meer (inclusief geluidsversterkers) wanneer deze warmte
produceren.
9.
Draag zorg voor de gepolariseerde stekker of aardingsstekker.
Vermijd dat deze beschadigd raken, zodat uw veiligheid niet
in het gedrang komt. Een gepolariseerde stekker heeft twee
pinnetjes, waarvan het ene langer is dan het andere. Een aardingsstekker heeft twee pinnetjes en een derde tand. Het wijde
pinnetje of de derde tand maken de stekker veiliger. Als de bijgeleverde stekker niet in uw stopcontact past, raadpleeg dan een
elektricien om dit verouderd stopcontact te laten vervangen (En-
kel voor exemplaren in de VS.)
NL
54
Page 3
10.
Voorkom dat er over het elektrische snoer gewandeld wordt,
of dat het gekneld raakt, vooral in de buurt van de stekker, het
stopcontact en aan de plek waar het snoer het toestel verlaat.
11.
Gebruik enkel hulpstukken/accessoires gespecieerd door de
producent.
12.
Gebruik dit toestel enkel in combinatie met het wagentje, de
standaard, de driepoot, de steun of de tafel die gespecieerd
werden door de producent, of die verkocht worden samen met
het toestel. Indien u een wagentje gebruikt, wees dan voorzichtig wanneer u het wagentje met het toestel erop beweegt, om
zo letsel te voorkomen als gevolg van omkantelen.
13.
Ontkoppel dit toestel tijdens onweer met bliksem of wanneer
het toestel langdurig in ongebruik is.
14.
Raadpleeg steeds gekwaliceerde personen voor onderhoudsbeurten. Controle is nodig wanneer het toestel beschadigd is
op welke manier dan ook, bijvoorbeeld bij beschadiging van het
elektrisch snoer of van de stekker, bij het morsen van vloeistof,
ook wanneer voorwerpen in het toestel zijn terechtgekomen of
wanneer het toestel werd blootgesteld aan regen of vocht, gebrekkig functioneert of is gevallen.
55
Page 4
Stel het toestel niet bloot aan regen of vocht, om zo brand of
15.
elektrische schokken te voorkomen.
Aan de onderkant van het toestel vindt u de symbolen voor
16.
electrocutiegevaar en Associated Graphical Symbol. (not sure if
this is necessary for Dutch customers)
17.
Het toestel mag niet blootgesteld worden aan druppels of spetters, noch mogen met vloeistof gevulde voorwerpen op het toestel geplaatst worden.
NL
56
Page 5
57
Page 6
Bedieningsknoppen
1
Luidspreker
2
Frequentieband selectie
3
LCD Display
4
Indicatielampje batterijlader
5
Radioalarm
6
Zoemeralarm
7
Aan-/uitschakelaar
8
Volumeknop
9
Afstemtoetsen
10
Zenderscan en tijdsinsteller
11
Voorgeprogrammeerde zenders
12
Batterijvak
13
FM uitschuifbare antenne
14
Ingang voor hoofdtelefoon
15
Ingang voor gelijkstroom
LCD Display
NL
A
Frequentieband
B
Zenderfrequentie
C
Slaap- en sluimer functie
D
Uurinstelling
E
Klok
F
Zoemeralarm
G
Radioalarm
H
PM uurweergave
I
Frequentie-eenheid
J
Voorgeprogrammeerde zenders
K
Indicatielampje batterijsterkte
58
Page 7
Gebruik met alkaline batterijen
1. Verwijder het batterijdeksel aan de achterzijde van het toestel
door het deksel in de richting van de pijl te schuiven.
2. Plaats zes AA (UM3, LR6) alkaline batterijen in de lege vakken.
Zorg ervoor dat de batterijen juist geplaatst worden, rekening
houdende met hun polariteit, die ook aangegeven is in het batterijvak
zelf.
3. Schuif de batterijschakelaar naar “alkaline” en plaats daarna het
batterijdeksel terug.
Belangrijk:
Bij gebruik van alkaline batterijen, dient de batterijschakelaar op
“alkaline” te staan, indien niet kan er serieuze schade ontstaan aan
de batterijen of aan de radio.
Indien zich verminderd vermogen, geluidsvervorming of hapering
voordoen, is het mogelijk dat de batterijen moeten vervangen worden.
Het is aangeraden de batterijen te verwijderen uit de radio, indien
deze gedurende een lange periode niet gebruikt wordt.
Voor een zuinig verbruik, raden wij aan de bijgeleverde wisselstroomadapter aan te wenden wanneer mogelijk, en werking op
batterijen te beperken tot sporadisch en stand-by gebruik.
Indien u van plan bent extensief gebruik te maken van het toestel,
is het aangeraden om herlaadbare batterijen te gebruiken.
59
Page 8
Gebruik met herlaadbare batterijen
1. Verwijder het batterijdeksel aan de achterzijde van het toestel
door het deksel in de richting van de pijl te schuiven.
2. Plaats 6 AA ( UM3) alkaline batterijen in de lege vakken.
Zorg ervoor dat de batterijen juist geplaatst worden, rekening
houdende met hun polariteit, die ook aangegeven is in het batterijvak
zelf. Voor deze radio dienen herlaadbare batterijen van het type
nikkel-metaalhydride (NiMH ) gebruikt te worden.
3. Schuif de batterijschakelaar naar “herlaadbaar” (rechargable) en
plaats daarna het batterijdeksel terug.
4. Steek de bijgeleverde wisselstroomadapter in de ingang voor
gelijkstroom aan de linkerzijde van de radio en steek de adapter
in een standaard 13 A uitgangscontactdoos van de stroomvoorziening.
5. Indien het indicatielampje voor de batterijlader knippert, betekent
dit dat de batterijen opgeladen worden. Het duurt ongeveer zeven
uur om de batterijen volledig op te laden. Wanneer het indicatielampje
niet langer knippert, zijn de batterijen opgeladen.
Belangrijk:
Bij gebruik van alkaline batterijen, dient de batterijschakelaar op
“herlaadbaar” (rechargable) te staan. De batterijen kunnen enkel
worden opgeladen wanneer de radio uitstaat en aangesloten is op
de wisselstroomadapter.
NL
6. Indien zich verminderd vermogen, geluidsvervorming of hapering
voordoen, is het mogelijk dat de batterijen moeten vervangen
worden. Het indicatielampje van de batterijlader zal aangaan
wanneer de batterijen onvoldoende stroom bevatten om de radio
te gebruiken.
7. Het is aangeraden de batterijen te verwijderen uit de radio,
indien deze gedurende een lange periode niet gebruikt wordt.
60
Page 9
Opmerking:
Houd er rekening mee dat de oplaadbare batterij een tijd van opladen en ontladen ondergaat, de batterijcapaciteit zal bij herhaald
gebruik in de loop der tijd geleidelijk afnemen.
Het batterij-icoontje toont de resterende levensduur van de batterij
op het LCD-scherm als de radio is ingeschakeld.
Bovendien is de berekening van de oplaadtijd op basis van de
capaciteit van de oplaadbare batterij en de laadstroom van de oplader. De twee voorbeelden in de onderstaande tabel zijn alleen ter
referentie.
PR-D7(p53)
Capaciteit
Laadstroom
Oplaadtijd
MaatModel
GP27002600
AA
GP18001800
(mAh)
Ongeveer
(mA)
(uren)
350
3505
Ongeveer
7.5
61
Page 10
Gebruik met de meegeleverde wisselstroomadapter
De meegeleverde wisselstroomadapter levert 12 Volt gelijkstroom
en 500 mA; de middelste pin is de positieve pool.
1. Steek de adapterstekker in de ingang voor gelijkstroom aan de
linkerzijde van de radio.
2. Steek de adapter in een standaard 13 A uitgangscontactdoos
van de stroomvoorziening. Zolang de adapter aangesloten is op
enerzijds de radio en anderzijds de stroomvoorziening, worden
de batterijen automatisch niet meer gebruikt.
Wanneer de adapter aangesloten is op de radio maar niet op de
stroomvoorziening, dan zal de radio op batterijen werken.
Het is best de wisselstroomadapter los te koppelen van de stroomvoorziening wanneer de radio niet gebruikt wordt.
Het uur instellen
NL
1. Het uur kan ingesteld worden ongeacht of de radio aan- of uitstaat.
2. Op de display zal “ - : - - “ verschijnen nadat batterijen in het
toestel geplaatst werden of nadat de radio aangesloten werd op
de stroomvoorziening.
3. Druk op de knop en houd deze langer dan twee seconden
ingedrukt. Op de display zal het icoontje om het uur in te stellen
gaan knipperen, evenals de cijfers van de digitale klok,
waarop een pieptoon zal weerklinken.
4. Stel met behulp van de beide afstemtoetsen het gewenste uur in.
5. Druk nogmaals in. De cijfers die de minuten aanduiden,
zullen oplichten.
6. Stel met behulp van de beide afstemtoetsen het gewenste
minutental in.
7. Druk op om de tijdsinstelling te voltooien.
62
Page 11
Bediening van de radio
Men kan bij deze radio op drie verschillende manieren een zender
kiezen, namelijk met scan, op manuele wijze en door voorprogrammatie.
Afstemmen met behulp van de scan
1. Druk de aan-/uitschakelaar in om de radio aan te zetten.
2. Selecteer de gewenste frequentieband met behulp van de
frequentiebandknop. Strek voor FM frequentieband de uitschuifbare
antenne volledig uit en draai deze, om een zo goed mogelijke
ontvangst te bekomen. Draai voor AM frequentieband de radio,
om een zo goed mogelijke ontvangst te bekomen.
3. Druk de zenderscan knop kort in (langer dan twee seconden de
scan knop indrukken zal de functie tijd instellen activeren), de radio
zal opwaarts beginnen zoeken en automatisch stil blijven staan
wanneer een radiozender met goed signaal gevonden wordt.
Druk nogmaals de zenderscan in om de gevonden zender te
accepteren. Indien de zenderscan niet nogmaals ingedrukt wordt
wanneer een zender gevonden is, zal de radio doorgaan met
zoeken naar meer beschikbare zenders.
4. Draai aan de volumknop om het gewenste volume te bekomen.
5. Druk op de aan-/uitschakelaar om de radio uit te zetten.
Op de display verschijnt dan OFF.
63
Page 12
Manueel afstemmen
1. Druk de aan-/uitschakelaar in om de radio aan te zetten.
2. Selecteer de gewenste frequentieband met behulp van de
frequentiebandknop. Stel de antenne af zoals hierboven
beschreven staat.
3. Per korte druk op een van de afstemtoetsen, zal de frequentie
volgens onderstaande intervallen naar boven of beneden toe
aangepast worden:
FM: 50 of 100 kHz
AM (MW): 9 of 10 kHz
4. Druk een van de afstemtoetsen langdurig in totdat de frequentie
op de display sneller gaat veranderen. Laat de toets los en uw
radio zal de geselecteerde frequentieband opzoeken, en
automatisch halt houden bij een zender met voldoende sterk signaal.
5. Draai aan de volumknop om het gewenste volume te bekomen.
6. Druk op de aan-/uitschakelaar om de radio uit te zetten.
Op de display verschijnt dan OFF.
NL
Opslaan van zenders in het geheugen
Per frequentieband kan u vijf zenders voorprogrammeren.
1. Druk de aan-/uitschakelaar knop in om de radio aan te zetten.
2. Stem af op een door u gekozen zender met behulp van de
hierboven beschreven methodes.
3. Druk langdurig het voorprogrammatie nummer in waarin u deze
zender wenst op te slaan, tot er een pieptoon weerklinkt.
Het voorprogrammatie nummer zal in de display verschijnen en
de zender zal hieronder worden opgeslagen.
4. Herhaal deze werkwijze voor de overige voorprogrammaties.
5. In het geheugen opgeslagen zenders kunnen overschreven
worden door middel van bovenstaande methodes.
64
Page 13
Oproepen van zenders uit het geheugen
1. Druk de aan-/uitschaklaar in om de radio aan te zetten.
2. Selecteer de gewenste frequentieband.
3. Druk kort op het gewenste voorprogrammatie nummer.
Dit nummer en de zenderfrequentie zullen daarop verschijnen
op de display.
Instellen van het radioalarm
Wanneer men het radioalarm programmeert, dan zal de radio vanzelf aangaan op het gekozen tijdstip, en zal de gekozen zender
spelen. Indien men het alarm hierop niet meteen uitzet door de
aan-/uitschaklaar in te drukken, zal het radioalarm een uur lang
blijven klinken. Druk de aan-/uitschakelaar in om bij afgaan van het
alarm, dit alarm gedurende 24 uur te deactiveren.
Noot: Het radioalarm kan slechts geactiveerd worden wanneer u
én het tijdstip én de zender ingesteld heeft. Wanneer de batterijen
bijna leeg zijn of wanneer het signaal van de geselecteerde alarmzender te zwak is, zal het radioalarm automatisch overschakelen
naar zoemeralarm.
65
Page 14
1. Het radioalarm kan worden ingesteld als de radio aan of uit staat.
2. Houd de radioalarmknop voor 2 seconden ingedrukt, de radio
toont het alarmsymbool gevolgd door een pieptoon.
3. Het uur knippert op het display, gebruik Tuning up/Down om het
uur te selecteren en druk daarna nogmaals op om de instelling
van het uur te bevestigen.
4. Druk op Tuning up/down om het gewenste aantal minuten in te
stellen en druk op om de minuutinstelling te bevestigen.
5. Druk, terwijl het radioalarmsymbool knippert, op Tuning up/down
om de gewenste wekband en wekzender te selecteren en druk
daarna op om de selectie te bevestigen. Het instellen van het
radioalarm is nu voltooid. Actieve alarmen worden getoond met
behulp van een alarmindicator op het display.
6. Druk om een alarm dat klinkt te annuleren op Standby.
NL
7. Houd om een alarminstelling te annuleren voordat het alarm klinkt
de radioalarmknop voor 2 seconden ingedrukt (hierna klinkt een
pieptoon).
Opmerking:
Als het signaal van de ingestelde zender niet kan worden gevonden, dan zal het zoemeralarm in plaats van het radioalarm worden
gebruikt.
66
Page 15
Instellen van het HWS (Humane Wake System)
zoemeralarm
Wanneer men het zoemeralarm (HWS) programmeert, dan zal
een pieptoon geactiveerd worden. Gedurende één minuut zal deze
alarmpieptoon met elke 15 seconden luider weerklinken, gevolgd
door een minuut stilte, waarna de cyclus herhaald wordt. Indien
men het HWS alarm niet meteen uitzet, zal het een uur lang blijven klinken, tot u het uitzet door de aan-/uitschaklaar in te drukken. Druk de aan-/uitschakelaar in om bij afgaan van het alarm, dit
alarm gedurende 24 uur te deactiveren.
1. De HWS-zoemer kan worden ingesteld als de radio aan of uit staat.
2. Houd de HWS-zoemer alarmknop voor 2 seconden ingedrukt,
het symbool verschijnt op het display gevolgd door een
pieptoon. Het uurcijfer zal nu knipperen op het display.
3. Druk op Tuning up/Down om het gewenste uur te selecteren en
druk daarna op nogmaals op , het minuutcijfer zal nu
knipperen.
4. Druk op Tuning Up/Down om de gewenste alarmminuten te
selecteren en druk daarna nogmaals op om het instellen van
het alarm te voltooien.
De indicator verschijnt op het display wanneer het zoemeralarm
is ingesteld.
5. Druk om een alarm dat klinkt te annuleren op Standby.
6. Houd om een zoemeralarm te annuleren voordat het alarm klinkt
de zoemeralarmknop voor 2 seconden ingedrukt (hierna klinkt
een pieptoon).
67
Page 16
Sluimerfunctie
1. Wanneer het alarm afgaat, kan u eender welke knop indrukken
om de sluimer functie te activeren. Het radioalarm of het
zoemeralarm zal dan stil blijven gedurende vijf minuten.
2. Op de display zullen dan én het sluimer symbool én het
alarm symbool knipperen. De sluimer functie blijft beschikbaar
gedurende het hele uur dat het alarm actief is.
Slaapfunctie
De slaap timer zorgt ervoor dat de radio zich automatisch uitschakelt na het verstrijken van een vooraf bepaalde tijdsduur.
1. Druk de aan-/uitschakelaar langer dan twee seconden in, waarop
een pieptoon zal weerklinken. De display zal de beschikbare
slaaptimers doorlopen in deze volgorde: 60-45-30-15-120-90-60.
Laat de aan-/uitschakelaar los wanneer de gewenste slaaptimer
duur verschijnt op de display. Het symbool zal verschijnen
op de display en de radio zal de laatst gekozen zender afspelen.
2. Druk de aan-/uitschakelaar in om de slaap functie te annuleren.
Het symbool zal daarop verdwijnen en de radio gaat uit.
NL
Display verlichting
Een druk op eender welke knop, zal de LCD display doen oplichten
gedurende ongeveer 10 seconden. Ook wanneer zenders gescand
worden en wanneer het alarm afgaat, zal de display automatisch
oplichten.
68
Page 17
Softwareversie
De softwareversie kan niet worden veranderd en dient alleen ter
informatie.
1. Schakel de radio uit.
2. Druk op Band/step voor 2 seconden tot de softwareversie (bijv.
P01) wordt getoond op het display.
Tijdformaat
3. Blijf op Band/step drukken tot’24H’ of ’12H’ wordt getoond op het
display gevolgd door een pieptoon.
4. Druk op Tuning up/down om het gewenste tijdformaat te selecteren
en druk daarna op Band/step om het instellen te voltooien.
Instellen afstemstap
De afstemstap verschilt in sommige landen ten opzichte van het
land waar u de radio heeft aangeschaft. Als u de radio in Europa
heeft aangeschaft, maar in Noord-Amerika of bepaalde Zuid-Amerikaanse landen wilt gebruiken, dan is het mogelijk dat u de afstemstap moet aanpassen om de radio naar behoren te laten werken.
5. Nadat het instellen van het FM-bereik is voltooid, zal het display
schakelen naar het instellen van de afstemstap. Druk op Tuning
up/down om de gewenste afstemstap te selecteren (50 kHz of
100 kHz) en druk daarna ter bevestiging op Band/step.
6. Na het bevestigen van de FM-afstemstap, drukt u op Tuning
up/down om de AM-afstemstap te selecteren (9kHz of10 kHz) en
daarna drukt u ter bevestiging op Band/step.
Ingang hoofdtelefoon
Een hoofdtelefoonintgang van 3.5 mm is voorzien aan de linkerzijde van uw radio, voor gebruik met hoofd- of oortelefoon. De interne
luidspreker wordt automatisch gedempt wanneer u een stekker in
deze uitgang steekt.
69
Page 18
Technische gegevens
Stroomvereisten
Wisselstroomadapter:
DC 12V 500 mA. De middelste pin is de positieve pool.
Batterijen: 6 x UM-3 (AA formaat, LR6)
Batterijduur:
Ongeveer 38 luisteruren aan een ratio van vier uur per dag, aan
normaal volume, en met gebruik van alkalinecellen.
Het bedrijf behoudt zich het recht voor om de specificaties te wijzigen zonder
voorafgaande kennisgeving.
Indien u op een bepaald moment in de toekomst dit product moet afdanken, gelieve
ermee rekening te houden dat elektronische afvalproducten niet samen met huishoudafval mogen worden weggegooid. Gelieve hiervoor de beschikbare faciliteiten
te gebruiken. Raadpleeg de locale overheid of een verdeler voor advies in verband
met recyclage. (Zie “Richtlijn voor afgedankte elektrische en elektronische toestellen”).
70
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.