* Mogelijk is niet alle informatie in deze gebruiksaanw ijz ing van toepassing op uw telefoon.
Dit hangt af van welk e software is geïnstalleerd en welke provider u hebt. Druk foute n voorbehouden.
World Wide Web
http://www.samsungmobile.com
Printed in Korea
Code No.:GH68-05715A
Dutch. 10/2004. Rev. 1.0
Samsung SGH-Z107V
Gebruiksaanwijzing
Welkom
Gefeliciteerd met uw keuze voor de
Samsung SGH-Z107V
De nieuwe Samsung SGH-Z107V maakt gebruik
van 3G-technologie (3de generatie), oftewel
UMTS. Deze technologie maakt
datacommunicatie mogelijk die qua snelheden te
vergelijken is met die van breedband. Hierdoor
kunnen met de ingebouwde camcorder videoopnamen worden gemaakt. Dit toestel is ook
geschikt voor het verzenden en ontvangen van
videobeelden en voor video-oproepen.
De SGH-Z107V beschikt over de meest
geavanceerde technologie van het moment, zoals
een ingebouwde draaiende digitale camera en
een TFT - kleurenscherm van hoge kwaliteit
waarmee 260.000 verschillende kleurtinten
kunnen worden gereproduceerd (vier keer zoveel
als op andere kleurenschermen). Ook beschikt de
telefoon over 64-polyfone beltonen.
Deze gebruiksaanwijzing is een uitgave van Samsung.
Mogelijk is niet alle informatie in deze
gebruiksaanwijzing van toepassing op uw telefoon. Dit
hangt af van de provider en van de geïnstalleerde
software.
Samsung behoudt zich het recht voor zonder
aankondiging verbeteringen en wijzigingen aan te
brengen in deze gebruiksaanwijzing naar aanleiding van
drukfouten, onjuistheden en nieuwe informatie.
Lees deze richtlijnen zorgvuldig door voordat u
de mobiele telefoon in gebruik neemt. Het niet
opvolgen van deze richtlijnen kan tot gevaarlijke
situaties leiden en kan in strijd met de wet zijn.
Verkeersveiligheid voor alles
Gebruik de telefoon niet tijdens het rijden.
Parkeer eerst de auto.
Uitschakelen bij het tanken
Gebruik de telefoon niet bij een tankstation of in
de buurt van brandstoffen of chemicaliën.
Uitschakelen in een vliegtuig
Mobiele telefoons kunnen storingen in
elektronische systemen veroorzaken. Het
gebruik ervan in vliegtuigen is gevaarlijk en niet
toegestaan.
Uitschakelen in een ziekenhuis
Schakel de telefoon uit als u zich in de nabijheid
van medische apparatuur bevindt. Houd u aan
alle geldende regels of voorschriften.
Storingen
De werking van een mobiele telefoon kan worden
verstoord door de radiosignalen van andere
apparatuur.
Speciale voorschriften
Houd u aan speciale voorschriften ter plaatse en
zet de telefoon uit op plaatsen waar het gebruik
van de telefoon niet is toegestaan of gevaar of
storingen kan opleveren (bijvoorbeeld in een
ziekenhuis).
Stand van de telefoon
Gebruik de telefoon alleen in de normale stand
(tegen uw oor). Vermijd onnodig contact met de
antenne als de telefoon is ingeschakeld.
5
Belangrijke veiligheidsinformatie
Alarmnummer bellen
Controleer of de telefoon is ingeschakeld en
bereik heeft. Annuleer alle gestarte toepassingen
voordat u het alarmnummer belt. Toets het
alarmnummer in (112 of een ander officieel
alarmnummer) en druk op de toets . Zorg
ervoor dat u alle benodigde informatie zo precies
mogelijk doorgeeft. Verbreek de verbinding pas
als u daartoe opdracht hebt gekregen.
Waterbestendigheid
De telefoon is niet waterbestendig. Zorg ervoor
dat de telefoon droog blijft.
Accessoires en batterijen
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde
accessoires en batterijen.
LET OP
EXPLOSIEGEVAAR ALS EEN BATTERIJ WORDT
VERVANGEN DOOR EEN ONJUIST TYPE
VERWIJDER OUDE BATTERIJEN VOLGENS DE
AANWIJZINGEN
Deskundige technische service
Laat de installatie en het onderhoud van de
telefoon altijd over aan gekwalificeerde technici.
Zie “Informatie met betrekking tot gezondheid
en veiligheid” op pagina 128 voor meer
informatie over veiligheid.
6
Uitpakken
In de doos vindt u de volgende onderdelen:Uw Samsung-dealer kan de onderstaande
accessoires leveren. U kunt voor accessoires
tevens terecht bij alle Vodafone-filialen.
• Standaard/uitgebreide batterij
• Bureaulader
• Reisoplader
Telefoon
Reisoplader
• Oplader voor in auto
• Tefefoonhouder voor de auto
• Stijlvolle handsfree-carkit
• Datakabelkit voor pc
Batterijen
Korte handleidin g
Gegevenskabel
Gebruiksaanwijzing
Cd-rom met software
Batterijhouder
•Polslus
Opmerkingen
• Gebruik voor de Z107V uitsluitend de bijgeleverde
of een goedgekeurde hoofdtelefoon. Bij het
apparaat worden twee batterijen geleverd. De
grotere batterij heeft een hogere capaciteit.
• Het hangt van het land en de provider af welke
onderdelen met de telefoon worden meegeleverd
en welke accessoires beschikbaar zijn.
:
7
De telefoon
Onderdelen
In de volgende illustraties worden de
belangrijkste onderdelen van de telefoon
aangegeven:
Telefoon dicht
Antenne
Extern lampje
Extern
display
Weigertoets
Infraroodpoort
Telefoon open
Klepje
Navigatie-/
bladertoetsen
Aansluitpunt
hoofdtelefoon
Functietoets
(links)
Verzendtoets
Volumetoetsen/
bladertoetsen
Toets voor
schakelen tussen
toepassingen
Microfoon
Luidspreker
Hoofddisplay
Cameramodule
Menutoets/
middentoets
Functietoets
(rechts)
In-/uitschakelen/
Toets Einde
Correctietoets/
toets Terug
Alfanumerieke
toetsen
Toetsen voor
speciale functies
8
De telefoon
ToetsBeschrijving
De functie uitvoeren die erboven,
op de onderste regel van het
(functie-
toetsen)
display, wordt aangegeven.
In de menustand: door alle
menuopties bladeren.
In de standby-stand: met de toets
Omhoog wordt de camera
geactiveerd en met de toets
Omlaag gaat u naar het menu
Contactpersoon zoeken. De toets
Links en de toets Rechts fungeren
als sneltoets voor bepaalde
menuopties.
In de menustand: het gemarkeerde
menu of de gemarkeerde optie
selecteren.
In de standby-stand: naar het
hoofdmenu gaan.
Zelf bellen of oproep beantwoorden.
In de standby-stand:
oproepgegevens openen.
ToetsBeschrijving
(vervolg)
Hiermee kunt u de toepassingen
Oproep, Berichten of Vodafone live!
openen zonder dat u de huidige
toepassing hoeft te sluiten.
Hiermee verwijdert u ingevoerde
nummers of tekst.
In de menustand: terug naar het
vorige menu.
Oproep beëindigen.
De telefoon in- of uitschakelen door
deze toets ingedrukt te houden.
In de menustand: hiermee verlaat u
het huidige scherm en keert u terug
naar de standby-stand.
Cijfers, letters en speciale tekens
invoeren.
Bij verschillende functies
verschillende acties uitvoeren.
Een pauze invoegen als u de toets
ingedrukt houdt terwijl u een
nummer invoert.
In de standby-stand: naar de stille
stand gaan of deze verlaten als u de
toets ingedrukt houdt.
9
De telefoon
ToetsBeschrijving
(linkerkant van de telefoon)
Tijdens het bellen: volume van
luidspreker aanpassen.
In de standby-stand met de
handset opengeklapt: het
toetsvolume aanpassen.
In de standby-stand met de
handset dichtgeklapt: de verlichting
van het externe display inschakelen
als u de toets ingedrukt houdt.
In de camerastand of tijdens een
video-/telefoonoproep kunt u met
de volumetoetsen aan de linkerkant
van de telefoon tevens de foto
omklappen of spiegelen of in
spiegelbeeld weergeven.
(rechterkant van de telefoon)
Inkomende oproepen weigeren als
het klepje is gesloten.
(vervolg)
Display
Indeling van het display
Het display bestaat uit drie gedeelten.
Symbolen
Tekst en
afbeeldingen
Functietoetsindicatoren
GedeelteBeschrijving
Bovenste regelHier worden diverse symbolen
weergegeven (zie pagina 11).
Middengedeelte Hier worden meldingen,
instructies en ingevoerde
informatie weergegeven:
bijvoorbeeld een
telefoonnummer.
10
Onderste regelHier worden de functies
weergegeven die op dat
moment aan de twee
functietoetsen zijn toegewezen.
De telefoon
Symbolen
SymboolBeschrijving
Toont de sterkte van het
ontvangstsignaal. Hoe meer staafjes,
hoe sterker het signaal.
Geeft aan welke oproepstand actief is.
• : Er is een actief gesprek.
• : Er is geen oproep mogelijk.
• : Er is een actieve video-oproep.
• : Een video-oproep is verbroken.
Geeft aan of u zich in een 2.5G- of
3G-netwerk (UMTS) bevindt.
• : U bevindt zich in een 3Gnetwerk (UMTS).
• : U verzendt en ontvangt
gegevens in een 3G-netwerk
(UMTS).
• : U belt in een 3G-netwerk
(UMTS).
• : U bevindt zich in een 2.5G-
netwerk.
• : U verzendt en ontvangt
gegevens in een 2.5G-netwerk.
SymboolBeschrijving
Verschijnt als de telefoon is
(vervolg)
aangesloten op een pc waarop de
internetwizard wordt uitgevoerd of als
de telefoon wordt gesynchroniseerd
met een pc.
• : De telefoon is aangesloten op
een pc.
• : Dit pictogram is geanimeerd
als u op de pc bladert.
• : Dit pictogram is geanimeerd
als de telefoon wordt
gesynchroniseerd met een pc.
Verschijnt als u een alarm instelt.
Verschijnt wanneer u buiten bereik
van uw eigen netwerk bent en bent
aangemeld bij een ander netwerk
(in het buitenland).
Geeft het type aan van een ontv angen
bericht.
• : E-mailbericht
• : MMS-bericht
• : Configuratiebericht
• : U belt in een 2.5G-netwerk.
• : Tekstbericht
• : Voicemail
11
De telefoon
SymboolBeschrijving
Verschijnt wanneer de infraroodpoort
geactiveerd is. Zie pagina 108 voor
meer informatie.
Verschijnt w anneer u de telefoon met
de computer verbindt via de
infraroodpoort.
Geeft het geluidsprofiel van de
telefoon aan.
• : Auto
• : Stil
• : Vergadering
• : Buiten
Als het geluidsprofiel van de telefoon
is ingesteld op Normaal, worden er
geen profielsymbolen weergegeven.
(vervolg)
Extern display
Uw telefoon is voorzien van een extra display op
het klepje. Dit display geeft een melding als u
een oproep of bericht ontvangt en waarschuwt u
op een opgegeven tijdstip als u een alarm hebt
ingesteld.
Als u een van de volumetoetsen ingedrukt houdt,
gaat de verlichting van het externe display aan.
Extern lampje
Het externe lampje bevindt zich op de voorkant
van de telefoon. Het lampje knippert wanneer u
zich binnen een servicegebied bevindt en
wanneer u de telefoon aanzet. Het fungeert ook
als flitser wanneer u foto's neemt.
12
Dit verschijnt wanneer u een
beveiligde webpagina opent of
wanneer u bij het laden van Java
MIDlets bent verbonden met een
netwerk met een beveiligingsprotocol.
Extern lampje
Toont de batterijstatus. Hoe meer
staafjes, hoe voller de batterij.
Aan de slag
De SIM-kaart plaatsen of
verwijderen
Op de SIM-kaart van Vodafone zijn de
abonnementsgegevens, zoals de PIN-code, al
geladen.
• Houd SIM-kaarten buiten het bereik van kleine
kinderen.
• De SIM-kaart en de contactpunten hierop zijn
zeer gevoelig voor beschadiging of verbuiging.
Behandel de kaart dus zeer voorzichtig
wanneer u deze plaatst of verwijdert.
• Zorg bij het installeren van de SIM-kaart dat
de telefoon is uitgeschakeld voordat u de
batterij verwijdert.
De SIM-kaart plaatsen
1. Verwijder, indien nodig, de batterij volgens de
instructies op pagina 15.
2. Schuif de SIM-kaart onder de twee lipjes.
Zorg daarbij dat de afgeschuinde hoek naar
linksboven en de goudkleurige contacten van
de kaart naar beneden in de richting van de
telefoon wijzen.
13
Aan de slag
De SIM-kaart verwijderen
U verwijdert de SIM-kaart door de kaart uit de
houder te schuiven, zoals aangegeven in de
illustratie.
De batterij installeren, verwijderen
en opladen
De batterij installeren
1. Plaats de uitsteeksels op de onderkant van de
batterij in de bijbehorende sleuven van de
telefoon.
2. Druk de batterij tegen de achterkant van de
telefoon tot de batterij op zijn plaats klikt.
Controleer voordat u de telefoon aanzet of de
batterij goed vastzit.
De telefoon werkt op een oplaadbare Li-ionbatterij. Gebruik alleen goedgekeurde batterijen
en opladers. Uw Samsung-dealer of Vodafone
kan u hierover meer informatie geven.
Opmerking
de telefoon de eerste keer gebruikt. Een geheel
ontladen standaardbatterij wordt in ongeveer 2 uur
volledig opgeladen.
14
: laad de batterij volledig op voordat u
Aan de slag
De batterij verwijderen
1. Als de telefoon is ingeschakeld, schakelt u de
telefoon eerst uit door de toets ingedrukt
te houden totdat de animatie wordt
weergegeven die aangeeft dat de telefoon
wordt uitgeschakeld.
2. Als u de batterij wilt verwijderen, houdt u het
lipje boven de batterij ingedrukt. Haal de
batterij van de telefoon af.
Opladen met de reisoplader
Opmerking
opladen van de batterij blijven gebruik en. Hierdoor
duurt het opladen wel langer.
1. Steek de aansluiting van de reisoplader in de
aansluiting aan de onderkant van de telefoon.
Controleer of de pijl op de aansluiting aan de
bovenkant zit. Ook de telefoon moet met de
goede kant boven liggen.
: u kunt de telefoon tijdens het
2. Steek het netsnoer van de oplader in een
gewoon stopcontact.
15
Aan de slag
3. Na het opladen haalt u het snoer van de
oplader uit het stopcontact en maakt u de
adapter los van de telefoon door de grijze
knoppen aan weerszijden van de connector in
te drukken en de connector uit de telefoon te
trekken.
De batterij opladen met de
batterijoplader
1. Steek de aansluiting van de reisoplader in de
aansluiting aan de onderkant van de
batterijoplader.
2. Plaats de uitsteeksels op de onderkant van de
batterij in de sleuf op de batterijoplader en
druk op de batterij totdat deze op zijn plaats
klikt.
4. Zorg dat de oplader is losgekoppeld van de
oplader of het stopcontact voordat u de
batterij verwijdert. U verwijdert de batterij
door het lipje op de oplader ingedrukt te
houden en de batterij uit de telefoon te
lichten.
Indicator batterij bijna leeg
Als de batterij vrijwel leeg is en u nog maar
enkele minuten kunt bellen, wordt u op de
volgende manieren gewaarschuwd door de
batterijsensor:
• Het symbool voor een lege batterij knippert
().
• U hoort een waarschuwingstoon.
• Er wordt kort een bericht weergegeven op het
scherm. Na 5 minuten wordt het bericht
nogmaals kort weergegeven. Het bericht wordt
nog één keer weergegeven voordat de telefoon
automatisch wordt uitgeschakeld.
Als de batterij zo leeg raakt dat de telefoon niet
meer kan werken, wordt de telefoon automatisch
uitgeschakeld.
3. Steek het netsnoer van de reisoplader in een
gewoon stopcontact.
16
Aan de slag
De telefoon aan- en uitzetten
1. Open de telefoon.
2. Houd de toets ingedrukt totdat de telefoon
is ingeschakeld.
3. Als u wordt gevraagd om uw PIN-code, voert
u deze in en drukt u op de functietoets
Bevest
informatie.
De telefoon zoekt naar het netwerk. Als dat is
gevonden, wordt de naam van de provider
weergegeven. Alleen als er verbinding is met
een netwerk, kunt u zelf bellen en gebeld
worden.
. Zie pagina 138 voor meer
4. U zet de telefoon uit door de toets
ingedrukt te houden totdat er door middel
van een animatie wordt aangegeven dat de
telefoon wordt uitgeschakeld.
Functies en opties selecteren
Met de twee functietoetsen ( en ) kunt u
verschillende functies en opties selecteren.
De functietoetsen hebben in verschillende
contexten verschillende functies. Op de onderste
regel van het display (vlak boven de functietoets)
kunt u zien welke actie wordt uitgevoerd of welk
menu wordt geopend als u op een toets drukt.
Opmerking
menu
meer informatie.
Taal
: u kunt de taal aanpassen met het
(menu 9-1-4). Zie pagina 107 voor
17
Aan de slag
Voorbeeld:
2.
Gewenste actieWerkwijze
Het volgende
selecteren:
• getoonde functie
• gemarkeerde
optie
Druk op de functietoets
Kies/Opslaan
middentoets.
Als bij de functie een
nummer wordt
weergegeven, kunt u op
de overeenkomende
cijfertoets drukken.
Naar boven of
beneden door de
Druk op de bladertoets
Omhoog of Omlaag.
menu's of opties
lopen
Naar links of
rechts door de
Druk op de bladertoets
Links of Rechts.
menu's of opties
lopen
of op de
Met de
linkerfunctietoets gaat
u naar het hoofdmenu
Berichten.
Met de
rechterfunctietoets
gaat u naar
Vod afon e live!.
U bekijkt de beschikbare functies en opties als
volgt om er één te kiezen:
1. Druk op de betreffende functietoets.
18
Een niveau
omhoog gaan in
Druk op de functietoets
Terug
of op de toets C.
de menustructuur
Terugkeren naar
de standby-stand
Druk op de functietoets
Terug
of op de toets .
Bij sommige functies wordt om een PIN-code of
wachtwoord gevraagd. Voer de code in en druk
op de functietoets
Bevest.
of de middentoets.
Aan de slag
Een lijst met opties gebruiken
Als u in een functie op de
functietoets
Opties
wordt een lijst met
beschikbare opties
weergegeven.
Als op het display niet alle
beschikbare opties kunnen
worden weergegeven, wordt
met een pijl Omhoog of
Omlaag aangegeven dat u door de rest van de
lijst kunt bladeren.
Gewenste actieWerkwijze
Door de lijst lopenDruk op de bladertoets
De gemarkeerde
optie selecteren
drukt,
Omhoog of Omlaag.
Druk op de
middentoets, de
functietoets
Kies
betreffende cijfertoets.
of de
Als bij een optie subopties
beschikbaar zijn, wordt rechts
een pijl weergegeven.
Druk op
de functietoets
Kies
of op de bladertoets Rechts
om de lijst met subopties weer te geven. In deze
lijst gaat u op dezelfde manier te werk als in een
normale lijst met opties.
Druk op de bladertoets Links of de functietoets
Terug
om de lijst met subopties te sluiten.
Het menu verlaten
en terugkeren naar
het vorige scherm
Druk op de functietoets
Terug
.
19
Aan de slag
Schakelen tussen toepassingen
Als u op de toets voor
schakelen tussen
toepassingen () klikt,
kunt u snel overschakelen
naar de toepassing Oproep,
Berichten of Vodafone live!.
De gegevens over waar u
bent gebleven in de
toepassing of het menu
waarmee u bezig bent, blijven behouden.
Een gekleurd symbool geeft aan dat de
toepassing actief is en een grijs symbool dat de
toepassing niet actief is. Loop door de opties
Oproep, Berichten
toetsen Links en Rechts en druk op de
functietoets
Selecteer de optie
toepassingen af te sluiten.
Kies
en
Vodafone live!
om de toepassing te starten.
Alles beëindigen?
met de
om de
Als u bijvoorbeeld in de Organizer werkt, kunt u
met de toets voor schakelen tussen toepassingen
Oproep
bent, drukt u op de functietoets
terug naar waar u in de Organizer was gebleven.
20
openen om te bellen. Zodra u klaar
Terug
en keert u
Telefoneren
Zelf bellen
Cijfers invoeren
Als de telefoon standby staat, toetst u het
netnummer en telefoonnummer in en drukt u op
de toets .
Nummer corrigeren
VerwijderenWerkwijze
Laatste cijfer op het
display
Alle cijfers op het
display
Internationaal bellen
Druk op de toets C.
Houd de toets C ruim één
seconde ingedrukt.
De oproepenlijst gebruiken
In de telefoon wordt een chronologische lijst
opgeslagen van uitgaande, ontvangen en
gemiste oproepen. De laatste oproep wordt op
de eerste positie opgeslagen.
Deze nummers bellen:
1. Druk in de standby-stand op de toets .
2. Druk op de bladertoets Links of Rechts om
naar het gewenste type oproepen te
bladeren: alle, uitgaande, gemiste of
ontvangen oproepen.
3. Loop met de bladertoetsen Omhoog en
Omlaag door de lijst totdat het gewenste
nummer is gemarkeerd.
4. Druk op de toets om het nummer te
bellen.
1. Houd de toets 0 ingedrukt voor het
internationale voorvoegsel. Het teken +
verschijnt.
2. Toets achtereenvolgens het landnummer,
netnummer en abonneenummer in en druk
op .
U kunt ook het menu
gebruiken. Zie pagina 44.
Gespreksbeheer
(menu 1)
21
Telefoneren
Bellen vanuit Contacten
Van contacten die u geregeld belt kunt u
gegevens zoals namen en telefoonnummers
opslaan op de SIM-kaart en in het geheugen van
de telefoon. Deze gegevens worden in één lijst
opgeslagen, de lijst Contacten. Zie pagina 99
voor meer informatie over het toevoegen van
contacten.
1. Ga naar het nummer dat u wilt bellen.
Zie pagina 98 voor meer informatie over het
zoeken naar een nummer in Contacten.
2. Druk op de toets om het nummer te
bellen.
Gemiste oproepen bekijken
Na een niet-beantwoorde oproep verschijnen in
de standby-stand direct de gemiste oproepen op
het display.
Als u over een abonnement met
nummerweergave beschikt en om welke reden
dan ook een oproep niet kunt beantwoorden,
kunt u nagaan wie u heeft gebeld en deze
persoon vervolgens terugbellen.
Een gemiste oproep direct bekijken:
1. Open het klepje. In het pop-upvenster wordt
aangegeven dat u oproepen hebt gemist.
2. Als er meer dan één nummer is, selecteert u
het nummer dat u wilt terugbellen en drukt u
op de toets .
Zie pagina 44 als u met de opties voor gemiste
oproepen wilt werken.
Een pauze opnemen in een gekozen
nummer
Als u automatische systemen belt, zoals diensten
van banken, moet u vaak een wachtwoord of
rekeningnummer invoeren. U hoeft deze
nummers niet telkens opnieuw handmatig in te
voeren, maar kunt ze voordat u belt invoeren,
gescheiden door een pauze.
1. Voer in de standby-stand het eerste gedeelte
in van het nummer van een dienst, zoals het
telefoonnummer van de telefonische dienst
van een bank.
22
Telefoneren
2. Houd de toets ingedrukt om een pauze in
te voegen.
Er verschijnt een “P” om aan te geven dat op
dat punt in de kiesreeks een pauze wordt
ingevoegd.
3. Voer het nummer in dat op de pauze moet
volgen, bijvoorbeeld uw rekeningnummer.
4. Herhaal de stappen 2 en 3 om meer pauzes
en nummers toe te voegen, indien nodig.
5. Druk op de toets om het nummer te bellen.
6. Als u daarom wordt gevraagd, drukt u op de
toets om de DTMF-tonen (Dual Tone Multifrequency) te verzenden van het nummer dat
op de pauze volgt.
Het nummer wordt naar het systeem verzonden.
Een oproep beantwoorden
Als u wordt gebeld, gaat de telefoon over en
wordt een vak voor een inkomende oproep
weergegeven.
Als de beller wordt herkend, wordt het
telefoonnummer weergegeven (of de naam, als
de beller in Contacten voorkomt). Als de oproep
afkomstig is van een geheim nummer (de beller
heeft dan nummerweergave uitgeschakeld),
wordt
nummer onbekend is, wordt
weergegeven.
1. Open het klepje om de oproep te
Geheim nr.
beantwoorden. Als het klepje al is geopend,
drukt u op de toets , op de middentoets of
op de functietoets
weergegeven. Als het
Anoniem
Opnemen
.
7. Herhaal zo nodig stap 6 als daarom wordt
gevraagd.
Oproep beëindigen
Als u een oproep wilt beëindigen, drukt u kort op
de toets , sluit u het klepje of drukt u op de
optie
Oproep beëindigen
in de oproepopties.
2. Beëindig de oproep door het klepje te sluiten
of op de toets te drukken.
Opmerking
terwijl u de menufuncties gebruikt. De huidige
bewerking wordt dan geannuleerd.
: u kunt een oproep beantwoorden
23
Telefoneren
Een oproep weigeren
Houd de toets aan de rechterkant van de
telefoon ingedrukt om een inkomende oproep te
weigeren.
Als de telefoon is geopend, kunt u ook op de
functietoets
drukken.
Weigeren
of op de toets
Het volume aanpassen
Tijdens een gesprek kunt u het volume van de
luidspreker aanpassen door op de toetsen aan de
linkerkant van de telefoon te drukken.
Druk op om het volume te verhogen of op
om het te verlagen.
In de standby-stand met het klepje open kunt u
met deze toetsen ook het toetsvolume
aanpassen.
Opmerking
beltoon uitschakelen door de toets of
te houden.
: als u wordt opgebeld, kunt u de
ingedrukt
Opties gebruiken tijdens een
gesprek
De telefoon beschikt over een aantal functies die
u ook tijdens een gesprek kunt gebruiken.
Een gesprek in de wacht zetten
U kunt het huidige gesprek op elk gewenst
moment in de wacht zetten. Als het netwerk dit
ondersteunt, kunt u vervolgens een ander
nummer bellen. Een van deze twee gesprekken is
dan actief terwijl het andere in de wacht staat. U
kunt tussen de gesprekken schakelen.
24
U kunt een telefoongesprek in de wacht zetten
door op de functietoets
kunt het gesprek op elk gewenst moment weer
activeren door op de functietoets
drukken.
Wacht
te drukken. U
Uit wacht
te
Telefoneren
Een tweede gesprek starten
T erwijl u aan het bellen bent, start u als volgt een
nieuw telefoongesprek:
1. Druk op de functietoets
2. Selecteer
Nieuwe oproep
Opties
middentoets.
3. Toets het gewenste telefoonnummer in en
druk op de toets , op de functietoets
Oproep
of op de middentoets om het tweede
gesprek te starten.
Het eerste telefoongesprek wordt
automatisch in de wacht gezet.
Opmerking
: u kunt eerst het telefoonnummer
invoeren en vervolgens op de functietoets
drukken. Kies vervolgens de optie
oproep
.
U kunt ook als volgt te werk gaan:
1. Zet het huidige gesprek in de wacht door op
de functietoets
Wacht
te drukken.
.
en druk op de
Opties
Nieuwe
U kunt tussen de twee telefoongesprekken
schakelen door op de functietoets
Wissel
te
drukken. Het huidige gesprek wordt in de wacht
gezet en het andere gesprek uit de wacht
gehaald, zodat u dit gesprek kunt voortzetten.
U kunt het huidige gesprek beëindigen door op
de toets te drukken. Het gesprek in de wacht
blijft in de wacht. Druk op de functietoets
wacht
om dit gesprek uit de wacht te halen.
Uit
Als u beide gesprekken in één keer wilt
beëindigen, sluit u het klepje of drukt u op de
functietoets
beëindigen
Opties
.
en selecteert u
Oproepen
Een tweede oproep beantwoorden
U kunt een inkomende oproep beantwoorden
terwijl u al met iemand in gesprek bent als deze
dienst door het netwerk wordt ondersteund en u
de menuoptie
Wisselgesprek
ingeschakeld. Zie pagina 112. Als een oproep
binnenkomt, wordt u daarvan met een
waarschuwingstoon op de hoogte gesteld.
hebt
2. Kies het tweede nummer op de gebruikelijke
manier.
Terwijl u aan het bellen bent, kunt u als volgt een
oproep beantwoorden:
1. Druk op de functietoets
Opnemen
.
25
Telefoneren
2. Selecteer
Opnemen
in het selectievak om de
inkomende oproep te beantwoorden. Het
eerste telefoongesprek wordt automatisch in
de wacht gezet.
Als u het eerste gesprek wilt beëindigen,
selecteert u
Dit gesprek beëindigen
Gesprek in wacht beëindigen
. Vervolgens
of
kunt u de inkomende oproep beantwoorden.
3. U kunt tussen de twee telefoongesprekken
schakelen door op de functietoets
Wissel
te
drukken.
U kunt het huidige gesprek beëindigen door op
de toets te drukken. Het gesprek in de wacht
wordt automatisch uit de wacht gehaald.
Als u beide gesprekken in één keer wilt
beëindigen, sluit u het klepje of drukt u op de
functietoets
beëindigen
Opties
.
en selecteert u
Oproepen
Een telefonische vergadering houden
Conference Call is een Vodafone-dienst w aarmee
maximaal vijf personen tegelijkertijd aan een
gesprek kunnen deelnemen. U kunt een
telefonische vergadering houden door een
andere oproep te starten of te ontvangen terwijl
u al één of meer personen aan de lijn hebt.
De telefonische vergadering opzetten
1. Bel de eerste deelnemer op de gebruikelijke
manier.
2. Bel de tweede deelnemer. Zie hiervoor
pagina 25.
Of
Beantwoord een tweede oproep. Zie hiervoor
pagina 25.
3. U kunt de eerste deelnemer aan het gesprek
toevoegen door op de functietoets
drukken en vervolgens de optie
Opties
Deelnemen
te selecteren met de bladertoetsen Omhoog
en Omlaag.
te
26
4. Druk op de middentoets.
5. Herhaal de stappen 2 tot en met 4 als u nog
een persoon aan de vergadering wilt laten
deelnemen.
Telefoneren
Een privé-gesprek voeren met een van de
deelnemers
Tijdens een telefonische vergadering een privégesprek voeren met een van de deelnemers:
1. Druk op de functietoets
UitMpty
. Druk op de middentoets.
Opties
en selecteer
2. Druk op de bladertoets Omhoog of Omlaag
om naar de deelnemer te gaan waarmee u
privé wilt spreken en druk op de middentoets.
U kunt nu een privé-gesprek met de persoon
in kwestie voeren. De andere deelnemers
kunnen met elkaar blijven praten.
U kunt schakelen tussen de telefonische
vergadering en het privé-gesprek door op de
functietoets
Wissel
te drukken.
3. U kunt terugkeren naar de telefonische
vergadering door op de functietoets
drukken en vervolgens de optie
Opties
Deelnemen
te
te selecteren. Druk op de middentoets.
Nu kunnen alle deelnemers aan de
telefonische vergadering elkaar weer horen.
2. Druk op de bladertoets Omhoog of Omlaag
om naar de deelnemer te gaan die u wilt
verwijderen en druk op de middentoets.
De verbinding met die deelnemer wordt
verbroken, terwijl u met de andere
deelnemers kunt blijven spreken.
U beëindigt de telefonische vergadering door het
klepje te sluiten of op de toets te drukken.
Zoeken naar contacten
U kunt tijdens een gesprek een nummer
opzoeken in Contacten.
1. Druk op de functietoets
Opties
2. Druk op de bladertoets Omhoog of Omlaag
Contacten
om
te selecteren en druk op de
middentoets.
3. Voer de eerste letters in van de naam die u
zoekt.
Zie pagina 33 voor meer informatie over het
invoeren van tekst.
.
Een deelnemer verwijderen
1. Druk op de functietoets
optie
Stoppen
. Druk op de middentoets.
Opties
Zie pagina 98 voor meer informatie over de
functie Contacten.
en kies de
27
Telefoneren
Tekstbericht verzenden
U kunt tijdens een normaal gesprek of een
telefonische vergadering tekstberichten
verzenden. U kunt het bericht aan andere
personen en aan deelnemers aan het huidige
gesprek verzenden.
1. Druk op de functietoets
Opties
2. Druk op de bladertoets Omhoog of Omlaag
SMS-bericht verzenden
om
en druk op de middentoets.
De lijst met alle deelnemers aan het gesprek
wordt weergegeven.
3. Ga naar de persoon aan wie u het bericht wilt
verzenden en druk op de middentoets.
Er verschijnt een vinkje voor de geselecteerde
persoon. Herhaal deze stap zo vaak als nodig.
4. Als u alle gewenste ontvangers hebt
geselecteerd, drukt u op de functietoets
Opties
en selecteert u de optie
vervolgens op de middentoets.
5. Als u uw bericht hebt geschreven, drukt u op
de functietoets
Verzenden
. Druk vervolgens op de
Opties
en selecteert u de optie
middentoets.
28
.
te selecteren
Schrijf
. Druk
Zie pagina 33 voor meer informatie over het
invoeren van tekst.
6. Voer desgewenst andere telefoonnummers in
waarnaar u het bericht wilt verzenden.
Als u meer nummers wilt toevoegen, drukt u
op de bladertoets Omlaag en voert u het
gewenste nummer in. Herhaal deze procedure
zo vaak als nodig.
7. Druk op de functietoets
de optie
Verzenden
als u klaar bent met het
Opties
en selecteer
invoeren van de nummers. Druk vervolgens
op de middentoets.
Zie pagina pagina 68 voor meer informatie over
de SMS-functie.
Notities maken
U kunt tijdens een normaal gesprek of een
telefonische vergadering notities maken.
1. Druk op de functietoets
Opties
2. Druk op de bladertoets Omhoog of Omlaag om
Notitie
te selecteren en druk op de
middentoets.
3. Toets de notitie in. Ga met de toets Omlaag
naar het datumveld en toets de datum in.
.
Telefoneren
4. Als u klaar bent, drukt u op de functietoets
Opties
op de middentoets.
Of
1. Toets het nummer of de nummers in.
2. Druk op de functietoets
3. Druk op de bladertoets Omhoog of Omlaag om
Opslaan in notities
de middentoets.
Zie pagina 33 voor meer informatie over het
invoeren van tekst.
en kiest u de optie
Opties
te selecteren en druk op
Opslaan
.
of drukt u
De microfoon uitschakelen
(Microfoon uit)
U kunt de microfoon van uw telefoon tijdelijk
uitschakelen zodat uw gesprekspartner u niet kan
horen.
Voorbeeld
: het kan zijn dat u tegen iemand bij u
in de kamer iets wilt zeggen wat de
persoon aan de andere kant van de
lijn niet mag horen.
U kunt de microfoon als volgt tijdelijk uitschakelen:
1. Druk op de functietoets
2. Druk op de bladertoets Omhoog of Omlaag om
Microfoon uit
middentoets.
Het symbool voor de uitgeschakelde microfoon
() verschijnt op het display en de
gesprekspartner kan u niet langer horen.
De microfoon weer inschakelen:
1. Druk op de functietoets
2. Druk op de bladertoets Omhoog of Omlaag om
Microfoon aan
middentoets.
Het symbool voor de uitgeschakelde
microfoon verdwijnt.
te selecteren en druk op de
te selecteren en druk op de
Opties
Opties
.
.
Toetstonen in- en uitschakelen
U kunt toetstonen in- en uitschakelen. Als de
optie
toetstonen niet verzonden, zodat er geen
storende piepjes klinken wanneer u tijdens een
gesprek toetsen indrukt.
Toetstonen uit
is geselecteerd, worden de
29
Loading...
+ 115 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.