Samsung ML-2540R, ML-2545, ML-2540 User Manual [nl]

Page 1
Monolaserprinter
Gebruikershandleiding
ML-254x Series
mogelijkheden die tot de verbeelding spreken
Bedankt voor uw aankoop van dit Samsung-product.
Page 2

Copyright

gewijzigd. Samsung Electronics kan niet aansprakelijk worden gesteld voor directe of indirecte schade van welke aard dan ook als gevolg van of in verband met het gebruik
van de informatie in deze gebruikershandleiding.
Samsung en het Samsung-logo zijn handelsmerken van Samsung Electronics Co., Ltd.
PCL en PCL 6 zijn handelsmerken van Hewlett-Packard Company.
Microsoft, Internet Explorer, Windows, Windows Vista, Windows 7 en Windows 2008 Server R2 zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van
Microsoft Corporation.
TrueType, LaserWriter en Macintosh zijn handelsmerken van Apple Computer, Inc.
Alle andere merk- of productnamen zijn handelsmerken van hun respectieve bedrijven of organisaties.
Zie het bestand "LICENSE.txt" op de bijgeleverde cd voor informatie over de open source-licentie.
REV. 1.00
Copyright_ 2
Page 3

Inhoud

COPYRIGHT
2
INHOUD
3
INLEIDING
20
AAN DE SLAG
24
6 Veiligheidsinformatie 11 Informatie over wettelijke voorschriften 16 Informatie over deze gebruikershandleiding 18 De functies van uw nieuwe laserproduct
20 Apparaatoverzicht
20 Voorkant 21 Achterkant
22 Overzicht van het bedieningspaneel 23 Informatie over de LED 23 Het apparaat inschakelen
24 De hardware installeren
24 Locatie
24 Meegeleverde software 25 Systeemvereisten
25 Microsoft 25 Macintosh 25 Linux
26 Het stuurprogramma installeren voor een USB-apparaat
26 Windows 26 Macintosh 27 Linux
27 Uw printer lokaal delen
28 Windows 28 Macintosh
®
Windows
®
BASISINSTELLINGEN
29
AFDRUKMEDIA EN LADE
30
Inhoud_ 3
29 Luchtdrukaanpassing 29 De standaardlade en het papier instellen
29 Vanaf uw computer
30 Afdrukmedia selecteren
30 Richtlijnen voor het selecteren van afdrukmedia 30 Formaten van afdrukmedia die in elke modus worden ondersteund
30 De grootte van de lade aanpassen 31 Papier in de lade plaatsen
31 Lade 1 31 Lade voor handmatige invoer
32 Afdrukken op speciale media
33 Envelop 33 Transparanten 34 Etiketten 34 Kartonpapier/papier van een aangepast formaat 34 Briefhoofd/voorbedrukt papier 34 Foto 34 Glanzend
35 De papieruitvoersteun gebruiken
Page 4
Inhoud
AFDRUKKEN
36
36 Eigenschappen van het printerstuurprogramma
36 Printerstuurprogramma
36 Eenvoudige afdruktaken
37 Een afdruktaak annuleren
37 Voorkeurinstellingen openen
37 Voorkeurinstellingen gebruiken
38 Help gebruiken 38 Speciale kopieerfuncties gebruiken
38 Meerdere pagina’s op één vel papier afdrukken 38 Posters afdrukken 38 Boekjes afdrukken (handmatig) 39 Dubbelzijdig afdrukken (handmatig) 39 Het afdrukpercentage van uw document wijzigen 39 Een document aan een bepaald papierformaat aanpassen 39 Watermerken gebruiken 40 Overlay gebruiken
41 De standaardafdrukinstellingen wijzigen 41 Uw apparaat als standaardapparaat instellen 41 Afdrukken naar een bestand (PRN) 42 Afdrukken in Macintosh
42 Een document afdrukken 42 Printerinstellingen wijzigen 42 Afdrukken meerdere pagina's op één blad 42 Help gebruiken
42 Afdrukken in Linux
42 Afdrukken vanuit een toepassing 43 Bestanden afdrukken 43 Printereigenschappen configureren
BEHEERPROGRAMMA’S
44
ONDERHOUD
49
44 Introductie van handige beheerprogramma’s 44 Samsung AnyWeb Print gebruiken 44 Samsung Easy Printer Manager gebruiken
44 Informatie over Samsung Easy Printer Manager 45 Informatie over Easy Capture Manager
45 Samsung-printerstatus gebruiken
45 Overzicht Samsung-printerstatus
46 Smart Panel gebruiken
46 Overzicht Smart Panel 46 Wijzigen van de instellingen van Smart Panel
46 Werken met Unified Linux Driver Configurator
46 Unified Driver Configurator openen 47 Printers configuration 48 Ports configuration
49 Een configuratierapport afdrukken 49 Een apparaat reinigen
49 De buitenkant reinigen 49 De binnenkant reinigen
50 De tonercassette bewaren
50 Instructies voor het hanteren van cassettes 50 Gebruik van tonercassettes van andere merken dan Samsung en
bijgevulde tonercassettes
50 Geschatte gebruiksduur van tonercassette
50 Tips voor het verplaatsen en opbergen van uw apparaat
Inhoud_ 4
Page 5
Inhoud
PROBLEMEN OPLOSSEN
51
VERBRUIKSARTIKELEN
61
SPECIFICATIES
63
51 Toner herverdelen 51 Tips om papierkrulling te vermijden 52 Tips om papierstoringen te voorkomen 52 Papierstoringen verhelpen
52 In de papierlade 52 In de lade voor handmatige invoer 53 Binnen in het apparaat 53 In het uitvoergebied
54 Andere problemen oplossen
54 Stroomproblemen 54 Problemen met papierinvoer 55 Afdrukproblemen 57 Problemen met de afdrukkwaliteit 60 Veelvoorkomende problemen onder Windows 60 Veelvoorkomende problemen onder Linux 60 Veelvoorkomende problemen onder Macintosh
61 Aankoopmogelijkheden 61 Verkrijgbare verbruiksartikelen 61 Verkrijgbare onderdelen voor onderhoud 62 De tonercassette vervangen
63 Hardwarespecificaties 63 Omgevingsvoorwaarden 64 Elektrische specificaties 65 Specificaties van het afdrukmateriaal
CONTACT SAMSUNG WORLDWIDE
66
VERKLARENDE WOORDENLIJST
69
INDEX
75
Inhoud_ 5
Page 6

Veiligheidsinformatie

Deze waarschuwingen en voorzorgen moeten eventuele beschadigingen aan uw apparaat en verwondingen aan uzelf of anderen voorkomen. Lees deze instructies aandachtig voor u het apparaat in gebruik neemt.
Gebruik uw apparaat, net als andere elektrische toestellen, met gezond verstand. Neem alle waarschuwingen en instructies in acht die op het apparaat en in de bijbehorende documentatie worden vermeld. Bewaar dit document goed nadat u het hebt gelezen.
Belangrijk veiligheidssymbolen
In dit deel wordt de betekenis van alle pictogrammen en tekens uit de gebruikershandleiding verklaard. Deze veiligheidssymbolen zijn gerangschikt op de ernst van het risico.
Verklaring van alle pictogrammen en tekens die in de gebruikershandleiding worden gebruikt.
Waarschuwing Gevaren of onveilige praktijken die ernstig letsel of de dood kunnen veroorzaken.
Opgepast Gevaren of onveilige praktijken die een klein letsel of eigendomsschade kunnen veroorzaken.
NIET proberen.
NIET demonteren.
NIET aanraken.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Zorg dat het apparaat geaard is om elektrische schokken te voorkomen.
Bel het servicecentrum voor hulp.
Volg de instructies nauwgezet op.
Veiligheidsinformatie_6
Page 7
Bedrijfsomgeving
Waarschuwing
Opgepast
Niet gebruiken als de stekker beschadigd is of als het stopcontact niet geaard is. Dit
kan een elektrische schok of brand
veroorzaken.
Plaats niets op het apparaat (water, kleine metalen of zware voorwerpen, kaarsen, brandende sigaretten, enzovoort).
Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
Haal de stekker niet uit het stopcontact door aan het netsnoer te trekken; trek de stekker er niet uit met natte handen.
Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
Haal de stekker uit het stopcontact tijdens onweer of als u het apparaat niet gebruikt. Di
t kan een elektrische schok of brand
veroorzaken.
Als het apparaat oververhit raakt, komt er rook uit,
maakt het vreemde geluiden of verspreidt het vreemde geuren. Schakel onmiddellijk de stroomschakelaar uit en koppel het apparaat los.
De
gebruiker moet bij het stopcontact kunnen om in geval van nood de stekker uit het stopcontact te kunnen trekken.
D
it kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
Buig het netsnoer niet en plaats er geen zware voorwerpen op.
het netsnoer stappen of het door een zwaar
Op voorwerp pletten kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
Probeer de stekker niet in het stopcontact te forceren als hij er moeilijk ingaat. U riskeert een elektricien om het stopcontact te vervangen.
een elektrische schok. Neem contact op met
Opgelet, het papieruitvoergebied is heet. U kunt brandwonden oplopen.
Als het apparaat is gevallen of als de behuizing beschadigd lijkt, koppelt u het apparaat volledig los en roept u de hulp in van een gekwalificeerd technicus.
Z
o niet, dan kan dit een elektrische schok of brand
veroorzaken.
Voorkom dat huisdieren op het netsnoer, de telefoonkabel of de kabel naar de computer bijten. Dit kan ee uw huisdier verwonden.
Als het apparaat niet goed werkt nadat u deze instructies hebt uitgevoerd, koppelt u het apparaat volledig los en roept u de hulp in van een gekwalificeerd technicus.
Zo niet, dan kan dit een elektrische schok of brand veroorzaken.
n elektrische schok of brand veroorzaken en/of
Veiligheidsinformatie_ 7
Page 8
Bedieningswijze
Opgepast
Trek het papier niet uit de printer tijdens het afdrukken. Dit ka
Houd uw hand niet tussen het apparaat en de papierlade. U ku
Blokkeer de ventilatieopening niet of duw er geen voorwerpen in.
Hierd er brand ontstaan of kan het apparaat beschadigd raken.
Wees voorzichtig wanneer u papier vervangt of vastgelopen papier verwijdert.
Nieu snijwonden kunnen veroorzaken.
n het apparaat beschadigen.
nt letsel oplopen.
oor kunnen onderdelen warm worden en kan
w papier heeft scherpe randen die
Bij het afdrukken van grote hoeveelheden kan de onderzijde van het uitvoergebied heet worden. Houd kinderen uit de buurt. Zij
kunnen brandwonden oplopen.
Gebruik geen tang of scherpe metalen voorwerpen om vastgelopen papier te verwijderen. Dit ka
Vermijd het stapelen van te veel papier in de papieruitvoerlade.
Dit ka
Het apparaat wordt gevoed via het netsnoer. Om de stroom uit te schakelen, trekt u het netsnoer uit het stopcontact.
n het apparaat beschadigen.
n het apparaat beschadigen.
Veiligheidsinformatie_ 8
Page 9
Installatie/verplaatsen
Waarschuwing
Plaats het apparaat niet in een stoffige of vochtige ruimte of op een plek waar water lekt.
t kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
Di
Opgepast
Schakel de stroom uit en maak alle kabels los voordat u het apparaat verplaatst. Til vervolgens het apparaat op deze wijze op:
Een
apparaat dat minder dan 20 kg weegt, mag door
één persoon worden opgetild.
e
en apparaat dat 20 - 40 kg weegt, moet door twee
personen worden opgetild.
e
en apparaat dat meer dan 40 kg weegt, moet door
vier of meer personen worden opgetild.
He
t apparaat zou kunnen vallen en verwondingen of
schade veroorzaken.
Plaats het apparaat niet op een onstabiel of schuin oppervlak. He
t apparaat zou kunnen vallen en verwondingen of
schade veroorzaken.
Het apparaat moet aangesloten worden op een spanningsbron met hetzelfde energieniveau als op het label.
Als u niet zeker bent en het spanningsniveau wilt controleren, neemt u contact op met de elektriciteitsmaatschappij.
Sluit niet te veel apparaten op hetzelfde stopcontact of verlengsnoer aan. Di
t kan de prestaties verminderen en een elektrische
schok of brand veroorzaken.
Gebruik alleen telefoondraad van Nr. 26 AWG indien nodig, een grotere telefoondraad. Het apparaat kan immers beschadigd raken.
Dek het apparaat niet af en plaats het niet in een slecht geventileerde ruimte, zoals een kast. Als het app kan er brand ontstaan.
Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact. Zo niet, dan kan dit een elektrische schok of brand veroorzaken.
Gebruik voor een veilige bediening het netsnoer dat met uw apparaat werd meegeleverd. Als u een snoer gebruikt dat langer is dan 2 meter voor een apparaat van 110 V, moet het snoer minstens 16 AWG dik zijn.
Het apparaat kan immers beschadigd raken en een elektrische schok of brand veroorzaken.
araat niet voldoende wordt geventileerd,
a
of,
a.AWG: American Wire Gauge
Veiligheidsinformatie_ 9
Page 10
Onderhoud/controle
Opgepast
Trek het netsnoer van het apparaat uit het stopcontact als u de binnenkant van het apparaat wilt reinigen. Reinig uw apparaat niet met benzeen, verdunningsmiddel of alcohol, en spuit geen water in het apparaat.
Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
Zorg ervoor dat het apparaat niet werkt als u verbruiksartikelen in het apparaat vervangt of de binnenkant schoonmaakt.
U kunt letsel oplopen.
Houd het netsnoer en het contactoppervlak van de stekker stof- en watervrij.
niet, dan kan dit een elektrische schok of brand
Zo veroorzaken.
Volg de richtlijnen uit de gebruikershandleiding die met het apparaat werd meegeleverd om het apparaat te reinigen en te bedienen.
Zo niet, dan kunt u het apparaat beschadigen.
Gebruik van verbruiksartikelen
Verwijder geen kleppen of beveiligingselementen
die vastgeschroefd zijn.
Fixe
Dit a medewerker van de technische dienst van Samsung.
ereenheden mogen alleen worden hersteld door een gekwalificeerde servicemedewerker. Reparatie door niet-gekwalificeerde technici kan brand of elektrische schokken veroorzaken.
pparaat mag alleen worden hersteld door een
Houd reinigingsproducten uit de buurt van kinderen. Kinderen kunnen letsel oplopen.
U mag het apparaat niet zelf demonteren, herstellen of weer in elkaar steken.
t kan het apparaat beschadigen. Neem contact op
Di met een professioneel technicus als het apparaat gerepareerd moet worden.
Opgepast
Haal de tonercassette niet uit elkaar. Tonerstof kan gevaarlijk zijn bij inademing of opname.
Verbrand geen verbruiksartikelen zoals een tonercassette of fixeereenheid. Dit kan een veroorzaken.
Zorg ervoor dat er geen tonerstof op uw lichaam of kledij terechtkomt bij het vervangen van de tonercassette of het verwijderen van vastgelopen papier. To
nerstof kan gevaarlijk zijn bij inademing of opname.
explosie of onbeheersbare brand
Houd kinderen uit de buurt van de plaats waar u verbruiksartikelen (bijvoorbeeld tonercassettes) bewaart.
onerstof kan gevaarlijk zijn bij inademing of opname.
T
Het gebruik van gerecycleerde verbruiksartikelen, zoals toner, kan het apparaat beschadigen. Bij
schade als gevolg van het gebruik van gerecycleerde verbruiksartikelen zullen er reparatiekosten worden aangerekend.
Als er tonerstof op uw kleding terechtkomt, moet u geen warm water gebruiken. Do
or warm water hecht de toner zich aan de stof.
Gebruik altijd koud water.
Veiligheidsinformatie_ 10
Page 11

Informatie over wettelijke voorschriften

Dit apparaat werd milieubewust ontworpen en gecertificeerd conform verschillende veiligheidsvoorschriften.
Verklaring inzake laserveiligheid
De printer is in de Verenigde Staten gecertificeerd als zijnde in overeenstemming met de vereisten van DHHS 21 CFR, hoofdstuk 1, subhoofdstuk J voor laserproducten van klasse I(1), en is elders gecertificeerd als een laserproduct van klasse I dat voldoet aan de vereisten van IEC 60825-1 : 2007.
Laserproducten van klasse I worden niet als gevaarlijk beschouwd. Het gebruiksonderhoud of onder de voorgeschreven servicevoorwaarden personen niet worden blootgesteld aan laserstralen hoger dan Klasse I.
WAARSCHUWING
De printer mag nooit worden gebruikt of nagekeken als de beschermkap van de laser/scanner is verwijderd. De onzichtbare laserstraal kan naar buiten worden gereflecteerd en uw ogen beschadigen.
Neem bij het gebruik van dit apparaat altijd de letsels te beperken:
ze elementaire veiligheidsmaatregelen in acht om het risico op brand, elektrische schokken en
lasersysteem en de printer zijn zo ontworpen dat bij normaal gebruik,
Veiligheid in verband met ozon
De ozonemissie van dit apparaat ligt onder 0,1 ppm. Ozon is zwaarder dan lucht. Zet dit apparaat dus op een plaats met goede ventilatie.
Informatie over wettelijke voorschriften_ 11
Page 12
Energiebesparing
Deze printer maakt gebruik van geavanceerde energiebesparende technologie die het stroomverbruik vermindert wanneer het apparaat niet wordt gebruikt.
Als de printer gedurende enige tijd geen gegevens ontvangt, wordt het stroomverbruik automatisch verlaagd. ENERGY STAR en het ENERGY STAR-merk zijn gedeponeerde Amerikaanse handelsmerken. Meer informatie over het ENER Voor modellen met de certificering van ENERGY
gecertificeerd is met ENERGY STAR.
Recycleren
Recycle de verpakkingsmaterialen van dit product, of gooi ze op een milieuvriendelijke wijze weg.
Alleen China
GY STAR-programma vindt u op http://www.energystar.gov
STAR staat het etiket van ENERGIE STAR op uw apparaat. Controleer of uw apparaat
Correcte verwijdering van dit product (elektrische & elektronische afvalapparatuur)
(Van toepassing in de Europese Unie en andere Europese landen met afzonderlijke inzamelingssystemen voor batterijen)
Deze aanduiding op het product, op de accessoires of in de documentatie geeft aan dat het product en zijn elektronische accessoires (bijv. lader, hoofdtelefoon, USB-kabel) aan het eind van hun gebruiksduur niet met ander huishoudelijk afval mogen worden weggegooid. Gelieve het apparaat van het andere afval te scheiden om eventuele schade aan het milieu of de gezondheid als gevolg van onverantwoord afvalbeheer te voorkomen. Recycleer het op een verantwoorde manier om een duurzaam hergebruik van materialen aan te moedigen.
Particuliere gebruikers kunnen contact opnemen met de winkel waar ze hun apparaat kochten, of met de gemeente-instanties voor meer informatie over waar en hoe ze dit product op een ecologisch verantwoorde manier kunnen recyclen.
Zakelijke gebruikers moeten contact opnemen met hun leverancier en product mag niet met het andere bedrijfsafval worden weggegooid.
Alleen voor de Verenigde Staten
Verwijder elektronica door deze naar een goedgekeurd recyclingbedrijf te brengen. Vind recyclingbedrijven bij u in de buurt op onze website:www.samsung.com/recyclingdirec
t Of bel (877) 278 - 0799
de algemene voorwaarden van de koopovereenkomst nalezen. Dit
Informatie over wettelijke voorschriften_ 12
Page 13
Radiofrequentiestraling
FCC-normen (VS)
Dit apparaat is conform Deel 15 van de FCC-voorschriften. Het gebruik van dit apparaat is onderworpen aan de volgende twee voorwaarden:
Dit
apparaat mag geen schadelijke interferentie veroorzaken.
Dit
apparaat moet alle ontvangen interferentie aanvaarden, inclusief interferentie die een ongewenste werking kan veroorzaken.
Dit apparaat is getest en voldoet aan de limieten voor digitale app Deze beperkingen zijn bedoeld om een redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie binnenshuis. Dit apparaat genereert, gebruikt en straalt mogelijk radiofrequentie-energie uit en kan, indien het niet overeenkomstig de aanwijzingen wordt geïnstalleerd en gebruikt, schadelijke interferentie voor radiocommunicatie veroorzaken. Er kan echter niet worden gegarandeerd dat bij bepaalde installaties geen interferentie optreedt. Als dit apparaat schadelijke interferentie voor radio- of tv-ontvangst veroorzaakt, wat u kunt controleren door het apparaat in en uit te schakelen, wordt de gebruiker aangemoedigd om de interferentie te beperken door de volgende maatregelen te treffen:
Ve
rplaats de ontvangstantenne of draai ze een andere kant op.
Ve
rgroot de afstand tussen de apparatuur en de ontvanger.
Sl
uit de apparatuur aan op een stopcontact van een andere stroomkring dan die waarop de ontvanger is aangesloten.
Raad
Canadese regelgeving inzake radio-interferentie
Dit digitale apparaat blijft binnen de grenzen (limieten van klasse B) voor stoorsignalen vanuit digitale apparatuur die zijn bepaald in de standaard voor apparatuur die interferentie zou kunnen veroorzaken, met de titel "Digital Apparatus", ICES-003 van Industry and Science Canada.
Cet appareil numérique respecte les limites de bruits radioélectri norme sur le matériel brouilleur : « Appareils Numériques », ICES-003 édictée par l’Industrie et Sciences Canada.
pleeg uw printerleverancier of een ervaren radio-/televisiemonteur.
Wijzigingen of modificaties die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door de fabrikant (die ervoor moet zorgen dat het apparaat aan de normen voldoet) kunnen ertoe leiden dat de toestemming van de gebruiker om het apparaat te gebruiken vervalt.
araten van klasse B, zoals vastgelegd in deel 15 van de FCC-voorschriften.
ques applicables aux appareils numériques de Classe B prescrites dans la
Alleen Rusland
Alleen voor Turkije
Alleen voor Duitsland
Informatie over wettelijke voorschriften_ 13
Page 14
De stekker van het netsnoer vervangen (alleen voor het VK)
Belangrijk
Het netsnoer van dit apparaat is voorzien van een standaardstekker (BS 1363) van 13 ampère en een zekering van 13 ampère. Als u de zekering vervangt, moet u het juiste type van 13 ampère gebruiken. Nadat u de zekering hebt gecontroleerd of vervangen, moet u de afdekkap van de zekering weer sluiten. Als u de afdekkap van de zekering verloren bent, mag u de stekker niet gebruiken totdat u er een nieuwe afdekkap op hebt gezet.
Neem contact op met de leverancier bi Stekkers van 13 ampère zijn het meest voorkomende type in het Veren
Sommige (vooral oudere) gebouwen hebben echter geen normale stopcontacten van 13 ampère. Als u het apparaat op een ouder stopcontact wilt aansluiten moet u een geschikt verloopstuk (adapter) kopen. Verwijder nooit de aangegoten stekker van het netsnoer.
Als u de aangegoten stekker afsnijdt of weggooit, kunt u hem er niet meer op bevestigen en riskeert u een elektrische schok als u hem in het stopcontact steekt.
Belangrijke waarschuwing:
Dit apparaat moet op een geaard stopcontact worden aangesloten. De aders van het netsnoer hebben de volgende kleurcodering:
G
roen-geel: Aarding
Bla
uw: Neutraal
Brui
Ga als volgt te werk als de kleuren van de aders in het netsnoer niet overeenstemmen met die van de stekker. Sluit de groen-gele aardedraad aan op de pool die is gemarkeerd me Sluit de blauwe draad aan op de pool die gemarkeerd is met de letter "N" of zwart is gekleurd. Sluit de blauwe draad aan op de pool die gemarkeerd is met de letter "L" of de kleur zwart. In de stekker, adapter of verdeelkast moet een zekeri
n: Fase
j wie u het apparaat hebt gekocht.
t de letter "E", het aardesymbool, de kleuren groen-geel of de kleur groen.
ng van 13 ampère zijn aangebracht.
igd Koninkrijk en kunnen in de meeste gevallen worden gebruikt.
Verklaring van overeenstemming (Europese landen)
Goedkeuringen en certificeringen
Samsung Electronics verklaart hierbij dat deze [ML-254x Series] voldoet aan de essentiële vereisten en andere regelgeving van de laagspanningsrichtlijn (2006/95/EC) en de EMC-richtlijn (2004/108/EC).
De conformiteitsverklaring vindt u op www.samsung.com/printer. Daar klikt u op Support > Download center en voert u de printernaam in.
01.01.1995: Richtlijn 2006/95/EC van de Raad inzake de harmonisatie laagspanningsapparatuur.
01.01.1996: Richtlijn 2004/108/EC (92/31/EEC) van de Raad inzake de harmonisatie elektromagnetische compatibiliteit.
09.03.1999: Richtlijn 1999/5/EC van de Raad betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur en de wederzijdse herkenning van hun conformiteit. Een volledige verklaring waarin de relevante richtlijnen en standaarden waarnaar wordt verwezen zijn opgenomen, kunt u opvragen bij de lokale vertegenwoordiger van Samsung Electronics Co., Ltd.
EG-certificering
Certificering conform richtlijn 1999/5/EC betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur (fax). Dit product van Samsung werd door Samsung zelf g
telefoonnet (PSTN) in heel Europa, in overeenstemming met richtlijn 1999/5/EC. Het product is ontworpen om te werken met de nationale PSTN’s en compatibele PBX’s van de Europese landen.
Bij problemen adviseren wij u in eerste instantie om contact op te nemen Dit product is getest volgens de TBR21-norm. Ter ondersteuning bij he
voldoet, heeft het European Telecommunication Standards Institute (ETSI) een adviesrapport opgesteld (EG 201 121) met opmerkingen en aanvullende eisen om de netwerkcompatibiliteit van TBR21-randapparaten te waarborgen. Het product is ontworpen rekening houdend met alle relevante adviezen die in dit document zijn beschreven en is daar volledig mee in overeenstemming.
ecertificeerd voor aansluiting met één terminal op het analoge openbaar geschakelde
van de wetgevingen in de lidstaten betreffende
van de wetgevingen in de lidstaten betreffende
met het Euro QA Lab van Samsung Electronics Co., Ltd.
t gebruik en de toepassing van randapparatuur die aan deze norm
Informatie over wettelijke voorschriften_ 14
Page 15
Alleen China
Informatie over wettelijke voorschriften_ 15
Page 16

Informatie over deze gebruikershandleiding

Deze gebruikershandleiding bevat basisinformatie over het apparaat en biedt tevens gedetailleerde informatie over de verschillende procedures die doorlopen worden bij het gebruik van het apparaat. Zowel beginnende als professionele gebruikers kunnen deze handleiding raadplegen voor een correcte installatie en een juist gebruik van het apparaat.
Lees de veiligheidsinformatie voor u het apparaat in gebruik neemt.
Raad
De termen
De afbee
De schermafbee
De procedures in deze gebruikershandleiding zijn voornamelijk gebaseerd op Windows 7.
Geb
Conventie
Sommige termen in deze gebruikershandleiding worden afwisselend gebruikt:
Documen
Papie
Appara
De volgende tabel bevat informatie over de conventies die in
pleeg het hoofdstuk over probleemoplossing als u problemen ondervindt bij gebruik van het apparaat. (Zie "Problemen oplossen" op pagina 51.)
die in deze gebruikershandleiding worden gebruikt, worden uitgelegd in het hoofdstuk met de woordenlijst. (Zie "Verklarende woordenlijst" op
pagina 69.)
ldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met het door u
gekochte apparaat.
ldingen in deze gebruikershandleiding kunnen afwijken van de schermweergave van uw apparaat afhankelijk van de firmware-/
stuurprogrammaversie
ruik de Index om informatie te vinden.
t is synoniem met origineel.
r is synoniem met materiaal of afdrukmateriaal.
at verwijst naar printer of multifunctionele printer.
deze handleiding worden gebruikt.
Conventie Beschrijving Voorbeeld
Vet Wordt gebruikt voor teksten op het display of benamingen van knoppen op het
apparaat.
Opmerking Biedt aanvullende informatie of details over een functie of voorziening van het
apparaat.
Opgepast Bevat informatie om het apparaat te beschermen tegen mogelijke mechanische
schade of defecten.
Voetnoot Biedt aanvullende informatie over bepaalde woorden of zinnen. a. pagina’s per minuut
("Kruisverwijzing") Verwijst naar meer gedetailleerde informatie. (Zie "Meer informatie" op pagina 17.)
Annuleren
De datumnotatie kan verschillen van land tot land.
Raak het oppervlak van de drum in de tonercassette of de beeldeenheid niet aan.
Informatie over deze gebruikershandleiding_ 16
Page 17
Meer informatie
Meer informatie over de instelling en het gebruik van uw apparaat vindt u in de volgende bronnen. Dat kunnen papieren of digitale documenten zijn.
Materiaalnaam Beschrijving
Beknopte installatiehandleiding
Gebruikershandleiding
Help van het
interstuurprogram
pr ma
Samsung-website Als u toegang hebt tot het internet, kunt u op de website van Samsung (www.samsung.com/printer) terecht voor hulp en ondersteuning,
Te downloaden so
ftware
Deze handleiding bevat informatie over de installatie van uw apparaat. Deze handleiding wordt in de doos met de printer meegeleverd.
Deze handleiding bevat stapsgewijze instructies om de functies van uw apparaat optimaal te benutten, voor het onderhoud van uw apparaat, probleemoplossing en de vervanging van toebehoren.
Deze Help biedt ondersteunende informatie over het printerstuurprogramma en instructies voor de instelling van afdrukopties. (Zie "Help gebruiken" op pagina 38.)
printerstuurprogramma’s, handleidingen en bestelinformatie.
U kunt handige software downloaden van de website van Samsung.
Sams
ung AnyWeb Print: hiermee kunnen persoonlijke gebruikers op een eenvoudige manier schermafbeeldingen van de website
maken in Windows and Macintosh (Internet Explorer, Firefox en Sa
fari). (http://solution.samsungprinter.com/personal/anywebprint)
Informatie over deze gebruikershandleiding_ 17
Page 18

De functies van uw nieuwe laserproduct

Uw nieuwe apparaat is uitgerust met een aantal speciale functies die de kwaliteit van de documenten die u afdrukt verbeteren.
Speciale functies
Afdrukken met een hoge snelheid en uitstekende kwaliteit
U kunt afdrukken met een resolutie tot 1200 x 1200 dpi
effectieve uitvoer.
Uw ap
Veel verschillende soorten afdrukmateriaal verwerken
De lade voor handmatige invoer kan worden gebruikt voor
De
Professionele documenten maken
Watermerken afdrukken. U kunt uw documenten voorzien
Posters afdrukken. De te
U kunt geb
paraat kan per minuut tot 24 pagina’s van A4-formaat
en 24 pagina’s van Letter-formaat afdrukken.
normaal papier van diverse afmetingen, briefhoofdpapier, enveloppen, etiketten, aangepaste afdrukmaterialen, briefkaarten en zwaar papier.
lade voor 250 vellen ondersteunt normaal papier.
van een watermerk (bijv. "Vertrouwelijk"). (Zie "Watermerken gebruiken" op pagina 39.)
kst en afbeeldingen op elke pagina van uw document worden vergroot en afgedrukt op afzonderlijke vellen papier die u kunt samenvoegen tot een poster. (Zie "Posters afdrukken" op pagina 38.)
ruikmaken van voorbedrukte formulieren en normaal papier met briefhoofd. (Zie "Overlay gebruiken" op pagina 40.)
Tijd en geld besparen
U kunt meerdere pagina’s op één vel afdrukken om papier te
besparen. (Zie "Meerdere pagina’s op één vel papier afdrukken" op pagina 38.)
Di
t apparaat bespaart automatisch stroom door het stroomverbruik aanzienlijk te beperken wanneer het apparaat niet wordt gebruikt.
Als u pap
bedrukken (handmatige invoer). (Zie "Dubbelzijdig afdrukken (handmatig)" op pagina 39.)
Afdrukken onder verschillende besturingssystemen
U kunt afdrukken onder de besturingssystemen van
Windows, Linux en Macintosh.
Uw ap
ier wilt besparen, kunt u beide zijden van het vel
paraat is uitgerust met een USB-interface.
De functies van uw nieuwe laserproduct_ 18
Page 19
Functies per model
Functies per model omvatten:
FUNCTIES ML-254x Series
Hi-Speed USB 2.0
Dubbelzijdig afdrukken (handmatig)
Schermafdruk
( : Meege
leverd)
De functies van uw nieuwe laserproduct_ 19
Page 20

1.Inleiding

Dit hoodstuk biedt een overzicht van uw apparaat.
Apparaatoverzicht
Overzicht van het bedieningspaneel

Apparaatoverzicht

Voorkant

Informatie over de LED
Het apparaat inschakelen
Deze illustratie kan afwijken van uw apparaat afhankelijk van het model.
Documentuitvoerlade
1
Bedieningspaneel
2
Handgreep op de voorklep
3
Lade 1
4
Handmatige invoer
5
Voorklep
6
Lade voor handmatige invoer
7
Papieruitvoersteun
8
Tonercassette
9
Inleiding_ 20
Page 21

Achterkant

Deze illustratie kan afwijken van uw apparaat afhankelijk van het model.
Achterklep
1
USB-poort
2
Aansluiting netsnoer
3
Inleiding_ 21
Page 22

Overzicht van het bedieningspaneel

Dit bedieningspaneel kan afwijken van uw apparaat, afhankelijk van het model.
3
1
2
Toner-LED Toont de status van de toner. (Zie "Informatie over de LED" op pagina 23.)
Status LED Toont de status van uw apparaat. (Zie "Informatie over de LED" op pagina 23.)
Schermafdruk Als u op deze knop drukt, begint de groene LED te knipperen. Als u alleen het actieve scherm wilt afdrukken, laat u de
knop los wanneer de groene LED stopt met knipperen. Als u het hele scherm wilt afdrukken, laat u de knop los terwijl de LED nog knippert.
3
Schermafdruk kan alleen worden gebruikt bij de besturingssystemen van Windows en Macintosh.
Deze functie kan all
Bij
het maken van een afdruk van het actieve venster/het hele scherm met de knop Schermafdruk, gebruikt het
een worden gebruikt bij een apparaat dat via een USB-aansluiting is aangesloten.
apparaat mogelijk meer toner, afhankelijk van wat wordt afgedrukt.
U kun
t deze functie alleen gebruiken als het programma Easy Printer Manager of het programma Smart Panel is
geïnstalleerd.
4
Annuleren Stopt een handeling op ieder moment. Heeft nog meerdere functies.
An
nuleert de huidige taak.
Druk
t configuratierapporten af: Houd deze knop ongeveer twee tot 5 seconden ingedrukt tot de status LED begint
te knipperen.
5
Aan/uit Met deze knop kunt u de stroom in- en uitschakelen.
Inleiding_ 22
Page 23

Informatie over de LED

De kleur van de LED’s geeft de huidige status van het apparaat aan.
LED Status Beschrijving
Oranje Knipperen• De tonercassette bevat nog een kleine
(tonerla mpjes)
(Status­LED)
Aan De
Uitgesc hak
eld
Uitgeschakeld Het apparaat is offline.
Groen Knipperen• Als de LED langzaam knippert,
Aan He
Rood Knipperen• Er
Aan De klep is geopend. Sluit de klep.
Oranje Aan He
hoeveelheid toner. Geschatte levensduur van een cassette
cassette is bijna bereikt. Houd een n
ieuwe cassette klaar ter vervanging van de oude cassette. U kunt de afdrukkwaliteit tijdelijk verhogen door de toner te herverdelen. (Zie "Toner herverdelen" op pagina 51.)
tonercassette heeft de geschatte
levensduur
a
bijna bereikt. Het verdient aanbeveling de tonercassette te vervang
en. (Zie "De tonercassette
vervangen" op pagina 62.)
Alle tonercassettes zijn op normale
capaciteit.
ontvangt het apparaat gegevens van de computer.
Als
de LED snel knippert, is het
apparaat bezig met afdrukken.
t apparaat is online en klaar voor
gebruik.
is een kleine storing opgetreden en het apparaat wacht tot het probleem is verholpen. Als het probleem is opgelost, gaat de printer door met afdrukken.
De
papierlade is leeg. Plaats papier in de lade. (Zie "Papier in de lade plaatsen" op pagina 31.)
He
t apparaat is gestopt als gevolg van een ersntige fout.
t papier is vastgelopen. (Zie "Papierstoringen verhelpen" op pagina 52.)
a
van de
Samsung raadt het gebruik van niet-originele Samsung-tonercassettes (bijv. hervulde of gereviseerde tonercassettes) af. Samsung kan de kwaliteit van niet-originele Samsung-tonercassettes niet garanderen. Onderhoud en reparaties die vereist zijn als gevolg van het gebruik van niet-originele Samsung-tonercassettes vallen niet onder de garantie van het apparaat.
U kunt de fout ook oplossen met de tips in het programmavenster Samsung-printerstatus of Smart Panel. Neem contact op met de klantendienst als het probleem zich blijft voordoen.

Het apparaat inschakelen

1. Het netsnoer aansluiten.
2. Dr
uk op (aan/uit-knop) op het bedieningspaneel.
a.De geschatte levensduur verwijst naar de verwachte of geschatte
gebruiksduur van een tonercassette. Het geeft aan hoeveel afdrukken er gemiddeld kunnen worden gemaakt met de cassette volgens ISO/ IEC 19752. Het aantal pagina’s kan worden beïnvloed door de omgevingsomstandigheden, de tijd tussen afdruktaken en het type en formaat van het afdrukmateriaal. Er kan wat toner achterblijven in de cassette, ook als de rode LED brandt en de printer stopt met afdrukken.
Inleiding_ 23
Page 24

2.Aan de slag

In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe u het met USB verbonden apparaat en de software instelt.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
De hardware installeren
Meegeleverde software
Systeemvereisten
Het stuurprogramma installeren voor een USB-apparaat
Uw printer lokaal delen

De hardware installeren

In deze sectie deel worden de stappen beschreven die u moet volgen om de hardware te installeren, zoals toegelicht in de Beknopte installatiehandleiding. Lees eerst de Beknopte installatiehandleiding en volg de onderstaande stappen.

Locatie

1. Kies een stabiele locatie.
Kies een vlak en stabiel oppervlak met voldoende ruimte voor luchtcircul
atie rond het apparaat. Laat extra ruimte vrij voor het openen
van kleppen en papierladen. Plaats het apparaat in een ruimte die
voldoende geventileerd is, maar niet in direct zonlicht, vlakbij een warmte- of koudebron of op een vochtige plek. Plaats het apparaat niet te dicht bij de rand van een bureau of tafel.
2. Haal het apparaat uit de verpakking en controleer alle bijgeleverde
artikelen.
3. Verwijder de tape rond het apparaat.
4. Plaats de
5. Pl
aats papier. (Zie "Papier in de lade plaatsen" op pagina 31.)
6. C
ontroleer of alle kabels met het apparaat zijn verbonden.
7. Z
et het apparaat aan. (Zie "Het apparaat inschakelen" op pagina 23.)
tonercassette.
Dit apparaat werkt niet wanneer het elektriciteitsnet uitvalt.
U kunt probleemloos afdrukken tot op een hoogte van 1.000 m. Raadpleeg de hoogte-instellingen voor optimaal afdrukken. (Zie "Luchtdrukaanpassing" op pagina 29.)
Plaats het apparaat op een vlak en stabiel op
pervlak zodat het niet meer
dan 2 mm overhelt, anders verslechtert de afdrukkwaliteit.

Meegeleverde software

Installeer de printersoftware nadat u de printer hebt geïnstalleerd en op de computer hebt aangesloten. Als u o installeert u de software vanaf de meegeleverde cd. Als u onder Linux werkt, moet u de software downloaden van de website van Samsung (www.samsung.com/printer) en installeren.
De apparaatsoftware wordt bij gelegenheid bijgewerkt, bijvoorbeeld bij de release van een nieuw besturingssysteem. Download indien nodig de laatste versie van de website van Samsung (www.samsung.com/ printer).
Besturing ssysteem
Windows Printerstuurprogramma: gebruik dit stuurprogramma
om de functies van het apparaat maximaal te benutten.
Samsung Easy Printer Manager: Samsung Easy
Printer Manager combineert printerinstellingen met omgevingsfactoren, instellingen/taakopties en startopties. Met al deze functies heeft overzichtelijk toegang tot alle functies van uw Samsung-printer.
Samsung-printerstatus: dit programma geeft de status
van
het apparaat weer en waarschuwt u wanneer er een
fout optreedt tijdens het afdrukken.
nder Windows of Macintosh werkt,
Inhoud
Aan de slag_ 24
Page 25
Besturing ssysteem
Macintosh Pr
om de functies van het apparaat maximaal te benutten.
Samsung Easy Printer Manager: Samsung Easy
Printer Manager combineert printerinstellingen met omgevingsfactoren, instellingen/taakopties en startopties. Met al deze functies heeft overzichtelijk toegang tot alle functies van uw Samsung-printer.
Linux U
de functies van het apparaat maximaal te benutten.
Smart Panel: dit programma geeft de status van het
apparaat weer en waarschuwt u wanneer er een fout optreedt tijdens het afdrukken.
Pr
andere opties van de printer instellen vanaf het bureaublad van uw computer.
Inhoud
interstuurprogramma: gebruik dit stuurprogramma
nified Linux Driver: gebruik dit stuurprogramma om
inter Settings Utility: met dit programma kunt u de
Vereisten (aanbevolen)
Besturings
systeem
Windows
®
rver
Se 2008 R2
Processor RAM
®
Pentium® IV 1
Intel
512 MB (2 GB) 10 GB
GHz- (x86) of 1,4 GHz- (x64) processoren (2 GHz of sneller)
Internet Explorer 6.0 of hoger is minimum vereist voor alle
Windows-besturingssystemen.
Geb
ruikers kunnen de software installeren als ze
beheerdersrechten hebben.
D
it apparaat is compatibel met Windows Terminal Services.
Vo
or Windows 2000 is Services Pack 4 of hoger vereist.
Vrije
HDD-ruim
te

Systeemvereisten

Het systeem moet aan de volgende vereisten voldoen:
Microsoft® Windows
Het apparaat ondersteunt de volgende Windows-besturingssystemen.
Besturings
systeem
Windows® 2000
Windows
Windows
®
Server 2003
Windows
®
Server 2008
Windows
®
Vista
Windows
®
XPIntel® Pentium® III
®
7 Intel® Pentium® IV 1
Processor RAM
Intel® Pentium® II 400 MHz (Pentium III 933 MHz)
933 MHz (Pentium IV 1 GHz)
®
Intel 933 MHz (Pentium IV 1 GHz)
®
Intel GHz (Pentium IV 2 GHz)
Intel® Pentium® IV 3 GHz
GHz 32-bit of 64-bit-processor of hoger
Onde
geheugen (om het Aero-thema in te schakelen).
D
VD-R/W-station
®
Vereisten (aanbevolen)
Vrije
HDD-ruim
64 MB (128 MB) 600 MB
128 MB (256 MB) 1,5 GB
Pentium® III
128 MB (512 MB) 1,25 GB tot
2 GB
Pentium® IV 1
512 MB (2 GB) 10 GB
512 MB (1 GB) 15 GB
1 GB (2 GB) 16 GB
rsteuning voor DirectX® 9 graphics met 128 MB
te

Macintosh

Besturing ssysteem
Mac OS X
10.4
Mac OS X
10.5
Mac OS X
10.6
Processor RAM
Intel®-processoren
PowerPC G4/G5
Intel®-processoren
8
67 MHz of snellere Power PC G4/G5
Intel®-processoren
Vereisten (aanbevolen)
128 MB voor Mac
met PowerPC (512 MB)
5
12 MB voor een Mac op basis van Intel (1 GB)
512 MB (1 GB) 1 GB
1 GB (2 GB) 1 GB

Linux

Item Vereisten
Besturingssyst eem
Processor Pentium IV 2,4 GHz (IntelCore2)
RAM 512 MB (1.024 MB)
Vrije HDD-ruimte
Fedora 5~13 (32/64 bits) SuSE Linux 10.1 (32 bits)
®
OpenSuSE
10.2, 10.3, 11.0, 11.1, 11.2 (32/64 bits)
Ubuntu 6.06, 6.10, 7.04, 7.10, 8.04, 8.10, 9.04, 9.10,
10.04 (32/64 bits) Mandriva 2007, 2008, 2009, 2009.1, 2010 (32/64 bi
ts)
Debian 4.0, 5.0 (32/64 bits)
®
Redhat
Enterprise Linux WS 4, 5 (32/64 bits)
SuSE Linux Enterprise Desktop 10, 11 (32/64 bits)
1 GB (2 GB)
Vrije
HDD-ruimte
1 GB
Aan de slag_ 25
Page 26

Het stuurprogramma installeren voor een USB-apparaat

Een lokale printer is een printer die via een USB-kabel rechtstreeks op uw computer is aangesloten.
Gebruik een USB-kabel van maximum 3 m.

Windows

U kunt de printersoftware installeren volgens de standaardmethode of de aangepaste methode.
De meeste gebruikers die hun printer rechtstreeks aansluiten op hun co
mputer gaan door met de volgende stappen. Alle onderdelen die
noodzakelijk zijn voor apparaatbewerkingen worden geïnstalleerd.
1. Zorg
2. Plaats de meege
3. Selecteer
4. Lees de Gebruiksrechtovereenkomst en schakel het selectievakje Ik
5. Volg
ervoor dat het apparaat met de computer is verbonden en aan
staat.
Als tijdens de installatie het venster "Wizard Nieuwe hardware gevonden" verschijnt, klikt u op Annuleren in om het venster te sluiten.
leverde cd-rom met software in het cd-romstation.
De cd-rom start automatisch op en
er verschijnt een
installatievenster.
Als het
installatievenster niet verschijnt, klikt u op Start en vervolgens op Uitvoeren Typ X:\Setup.exe, waarbij u "X" vervangt door de letter van uw cd-rom-station. Klik op OK.
Als u Wind
ows Vista, Windows 7 of Windows 2008 Server R2
gebruikt, klikt u op Start > Alle programma’s > Toebehoren > Uitvoeren.
Typ X:\Setup.exe, w
aarbij u "X" vervangt door de letter van uw
cd-rom-station, en klik op OK.
Als in Windows Vista, Windows 7 of Windows Server 2008 R2 het
venster Automatisch afspelen verschijnt, klikt u op Uitvoeren Setup.exe in het veld Programma installeren of uitvoeren en vervolgens op Doorgaan of Ja in het venster Gebruikersaccountbeheer.
Nu installeren.
aanvaard de bepalingen van de gebruiksrechtovereenkomst in. Klik vervolgens op Volgende.
de instructies in het installatievenster.
Als het printerstuurprogramma niet naar behoren werkt, volg dan de onderstaande stappen om het stuurprogramma opnieuw te installeren.
org ervoor dat het apparaat op uw computer is aangesloten en
a) Z
ingeschakeld is.
b) Se
lecteer in het menu Start achtereenvolgens Programma’s of
Alle programma’s > Samsung Printers > naam van uw printerstuurprogramma > Deïnstalleren.
c) Vo
lg de instructies in het installatievenster.
d) Pl
aats de software-cd in uw cd-rom-station en installeer het stuurprogramma opnieuw. (Zie "Het stuurprogramma installeren voor een USB-apparaat" op pagina 26.)

Macintosh

1. Zorg ervoor dat het apparaat op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
2. Plaats de meegeleverde cd-rom met software in het cd-romstation.
3. Dubbelklik op het cd-rompictogram op het bureaublad van uw
Macintosh-computer.
4. Dubbelklik in de map MAC_Installer op het pictogram Installer OS X.
5. Klik op G
6. L
ees de gebruiksrechtovereenkomst en klik op Ga door.
7. Kl
8. Op het computerscherm verschijn toepassingen worden afgesloten. Klik op Ga door.
9. Klik op G
10. Klik op In
apparaatbewerkingen worden geïnstalleerd. Als u klikt op Aan
onderdelen u wilt installeren.
11. Voer het wachtwoord in en klik op OK.
12. N opstarten. Klik op Ga door met installatie.
13. N
14. Op Printerconfiguratie.
Voor Ma
15. Klik op Voeg toe in de Printerlijst.
Voor Ma
16. Klik op Sta
In
17. Al selecteert u Samsung in Druk af via en de naam van uw apparaat in Model.
Voor Ma
Uw apparaat verschijnt in de Prin standaardprinter.
18. Klik op Voeg t
a door.
ik op Akkoord als u akkoord gaat met de gebruiksrechtovereenkomst.
t een waarschuwing dat alle
a door in het paneel Gebruikersopties.
stalleer. Alle onderdelen die noodzakelijk zijn voor
passen, kunt u aangeven welke afzonderlijke
a het installeren van de software moet u uw computer opnieuw
adat de installatie is voltooid klikt u op Start opnieuw.
en de map Programma’s > Hulpprogramma’s >
c OS X 10.5-10.6 opent u de map Programma’s >
Systeemvoorkeuren en klikt u op Afdrukken en faxen.
c OS X 10.5-10.6 klikt u op het pictogram +, waarna een
venster verschijnt.
ndaardkiezer en zoek de USB-verbinding.
Mac OS X 10.5-10.6 klikt u op Standaard en zoekt u de
USB-verbinding.
s automatisch selecteren voor Mac OS X 10.4 niet goed werkt,
c OS X 10.5-10.6: als Automatisch selecteren niet goed
werkt, selecteert u Selecteer besturingsbestand… en de naam van uw apparaat in Druk af via.
terlijst en wordt ingesteld als
oe.
Als het printerbesturingsbestand niet correct werkt, maakt u de
installatie van het besturingsbestand ongedaan en installeert u het opnieuw.
Aan de slag_ 26
Page 27
a) Zorg ervoor dat het apparaat op uw computer is aangesloten
2
1
en ingeschakeld is.
b) Plaats de meegeleverde cd-rom met software in het
cd-romstation.
c) Dub
belklik op het cd-rompictogram op het bureaublad van uw
Macintosh-computer.
d) Dub
belklik in de map MAC_Installer op het pictogram
Uninstaller OS X.
e) Voer het wachtwoord in en klik op OK. f) Nad
Als
at de installatie ongedaan is gemaakt, klikt u op OK.
een apparaat al is toegevoegd, kunt u het verwijderen via
Printerconfiguratie of Afdrukken en faxen.

Linux

U moet Linux-softwarepakketten downloaden van de website van Samsung om de apparaatsoftware te installeren
Het Unified Linux-stuurprogramma installeren
1. Zorg ervoor dat het apparaat op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
2. Wa
nneer het venster Administrator Login verschijnt, typt u "root" in
het veld Login en voert u het systeemwachtwoord in.
U moet zich aanmelden als supergebruiker (root) om de apparaatsoftware te installeren. Als u geen supergebruiker bent, neemt u contact op met uw systeembeheerder.
3. Down
load het Unified Linux Driver-pakket van de website van
Samsung.
4. Klik met de rechtermuiskn
pak het uit.
5. Dub
6. Klik op Ne
7. Klik op Fi
belklik op cdroot > autorun.
xt als het welkomstvenster verschijnt.
nish als de installatie is voltooid.
Het installatieprogramma heeft he Configurator op het bureaublad geplaatst en de groep Unified Driver aan het systeemmenu toegevoegd. Als u problemen ondervindt, raadpleegt u de schermhulp die u kunt openen via het systeemmenu of vanuit het stuurprogrammapakket van Windows-toepassingen, zoals Unified
Driver Configurator of Image Manager.
SmartPanel installeren
1. Zorg ervoor dat het apparaat op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
2. Wanneer het venster Administrator Login verschijnt, typt u root in het veld Login en voert u het systeemwachtwoord in.
U moet zich aanmelden als supergebruiker (root) om de apparaatsoftware te installeren. Als u geen supergebruiker bent, neemt u contact op met uw systeembeheerder.
3. Down
4. Klik
5. Dubbelklik op cdroot > Linux > smartpanel > install.sh.
load het Smart Panel-pakket van de website van Samsung en
plaats het op uw computer.
met uw rechtermuisknop op het Smart Panel-pakket en pak het
uit.
(http://www.samsung.com/printer).
op op het Unified Linux Driver-pakket en
t pictogram Unified Driver
Printer Settings Utility installeren
1. Zorg ervoor dat het apparaat op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
2. Wan
neer het venster Administrator Login verschijnt, typt u "root" in
het veld Login en voert u het systeemwachtwoord in.
U moet zich aanmelden als supergebruiker (root) om de printersoftware te installeren. Als u geen supergebruiker bent, neemt u contact op met uw systeembeheerder.
3. Down
load het pakket Printer Settings Utility vanaf de website van
Samsung.
4. Klik me
t de rechtermuisknop op het pakket Printer Settings Utility
en decomprimeer het.
5. Dubbelklik op cdroot > Linux > psu > install.sh.
Als het printerbesturingsbestand niet correct werkt, maakt u de installatie van het besturingsbestand ongedaan en installeert u het opnieuw.
a) Zorg
ervoor dat het apparaat op uw computer is aangesloten
en ingeschakeld is.
b) Wanneer het venster Administrator Login verschijnt, typt u
"root" in het veld Login en voert u het systeemwachtwoord in. U moet zich aanmelden als supergebruiker (root) om de
install
atie van de printersoftware ongedaan te maken. Als u geen supergebruiker bent, neemt u contact op met uw systeembeheerder.
c) Klik op het pictogram ond
eraan op het bureaublad. Wanneer
het venster Terminal verschijnt, typt u het volgende: [root@localhost root]#cd /opt/Sa
msung/mfp/uninstall/
[root@localhost uninstall]#./uninstall.sh
d) Klik op Uninstall. e) Klik op Nex f) Klik op Fi
t.
nish.

Uw printer lokaal delen

Volg onderstaande stappen om ervoor te zorgen dat de computers uw apparaat lokaal delen.
Als de hostcomputer via een USB-kabel rechtstreeks op het apparaat is aangesloten en met de lokale netwerkomgeving is verbonden kan de clientcomputer die met het lokale netwerk is verbonden het gedeelde apparaat gebruiken om af te drukken via de hostcomputer.
Hostcomputer Een computer die rechtstreeks met het
1
Clientcomputers Computers die gebruikmaken van het
2
apparaat is verbonden via een USB-kabel.
apparaat dat gedeeld wordt via de hostcomputer.
Aan de slag_ 27
Page 28

Windows

Instellen als hostcomputer
1. Het stuurprogramma van uw printer installeren. (Zie "Het
stuurprogramma installeren voor een USB-apparaat" op pagina 26.)
2. Klik op het menu Start in Windows.
3. In W
4. Klik met de rechtermuisknop op uw apparaat.
5. In W
6. Sele
7. Selecteer Op
8. Schakel
9. Vul he
indows 2000 selecteert u Instellingen > Printers.
In Win
In Win
dows XP/2003 selecteert u Printers en faxapparaten. dows 2008/Vista selecteert u Configuratiescherm >
Hardware en geluiden > Printers.
In Win
dows 7 selecteert u Configuratiescherm > Hardware en
geluiden > Apparaten en printers.
In Win
dows Server 2008 R2 selecteert u Configuratiescherm >
Hardware > Apparaten en printers.
indows XP/2003/2008/Vista selecteert u Eigenschappen.
In Windows 7 en Windows Server 2008 R2 selecteert u
Eig
enschappen van printer in het snelmenu.
Als bij het item Eigenschappen van printer het teken staat, kunt u andere printerstuurprogramma’s voor de geselecteerde printer selecteren.
cteer het tabblad Delen.
ties voor delen wijzigen.
het selectievakje voor Deze printer delen in.
t veld Sharenaam in. Klik op OK.

Macintosh

De volgende stappen gelden voor Mac OS X 10.5-10.6. Raadpleeg de Help van Mac voor andere OS-versies.
Instellen als hostcomputer
1. Het stuurprogramma van uw printer installeren. (Zie "Macintosh" op
pagina 26.)
2. Ope
3. Selectee
4. Selecteer
Instellen als clientcomputer
1. Het stuurprogramma van uw printer installeren. (Zie "Macintosh" op
2. Ope
3. Klik op het pictogra
4. Selectee
n de map Programma’s > Systeemvoorkeuren en klik op
Afdrukken en faxen.
r de printer die u wilt delen in de Printerlijst.
Deel deze printer.
pagina 26.)
n de map Programma’s > Systeemvoorkeuren en klik op
Afdrukken en faxen.
m "+".
Er verschijnt een weergavescherm met de naam van uw gedeelde printer.
r uw apparaat en klik op Voeg toe.
Instellen als clientcomputer
1. Het stuurprogramma van uw printer installeren. (Zie "Het
stuurprogramma installeren voor een USB-apparaat" op pagina 26.)
2. Klik op het menu Start in Windows.
3. Selecteer Alle p Verkenner.
4. Voer het IP-a
op Enter op uw toetsenbord.
Als de hostcomputer om een Gebruikersnaam en Wachtwoord vraagt, vult u de gebruikers-id en het wachtwoord van de hostcomputeraccount in.
5. Klik
met uw rechtermuisknop op de gewenste printer en selecteer
Verbinden
6. Klik op OK zodra het bericht verschijnt dat de installatie is voltooid.
7. Op
en het bestand dat uw wilt afdrukken en begin met afdrukken.
rogramma’s > Toebehoren > Windows
dres van de hostcomputer in op de adresbalk en druk
Aan de slag_ 28
Page 29

3.Basisinstellingen

0
Nadat de installatie is voltooid, kunt u de standaardinstellingen van het apparaat opgeven. Raadpleeg het volgende hoofdstuk om waarden in te stellen of te wijzigen. In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe u het apparaat instelt.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
Luchtdrukaanpassing De standaardlade en het papier instellen

Luchtdrukaanpassing

De afdrukkwaliteit wordt beïnvloed door de atmosferische druk, die wordt bepaald door de hoogte boven zeeniveau waar het apparaat staat. De volgende informatie zal u helpen bij de instelling van uw apparaat voor de beste afdrukkwaliteit.
Ga na op welke hoogte u zich bevindt en stel de juiste luchtdruk in.
1 Hoog 3 2 Hoog 2 3 Hoog 1 4 Normaal
Voor Windows en Macintosh: Zie "Apparaatinstellingen" op
pagina 45.
Voo
r Linux: Zie "Smart Panel gebruiken" op pagina 46.

De standaardlade en het papier instellen

U kunt de lade en het papier selecteren die u standaard wilt gebruiken voor uw afdruktaken.
Als bij het item Voorkeursinstellingen voor afdrukken het teken staat, kunt u andere printerstuurprogramma’s voor de geselecteerde printer selecteren.
5. Klik op het ta
6. Selectee
bblad Papier.
r een lade en de bijhorende opties, zoals het papierformaat
en de papiersoort.
7. Druk op OK.
Als u een speciaal papierformaat (bijv. factuurpapier) wilt gebruiken, selecteert u Bewerken... op het tabblad Papier in Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Zie "Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.)
Macintosh
Macintosh ondersteunt deze functie niet. Macintosh-gebruikers moeten de standaardinstelling handmatig wijzigen als ze op basis van andere instellingen willen afdrukken.
1. Ope
2. Ope
3. Ga na
4. Ste
5. Ga na
6. Ste
7. Klik op Druk af om het afdrukken te starten.
n een Macintosh-toepassing en selecteer het bestand dat u wilt
afdrukken.
n het menu Bestand en klik op Druk af.
ar het paneel Papierinvoer.
l de juiste lade in van waaruit u wilt afdrukken.
ar het paneel Papier.
l het papiertype in op basis van het papier dat in de lade werd
geplaatst van waaruit u wilt afdrukken.

Vanaf uw computer

Windows
1. Klik op het menu Start in Windows.
2. In W
3. Klik
4. Als u Wind
indows 2000 selecteert u Instellingen > Printers.
In Win
In Win
dows XP/2003 selecteert u Printers en faxapparaten. dows 2008/Vista selecteert u Configuratiescherm >
Hardware en geluiden > Printers.
In Windows 7 selecteert u Configuratiescherm > Hardware en
geluiden > Apparaten en printers.
In Win
dows Server 2008 R2 selecteert u Configuratiescherm >
Hardware > Apparaten en printers.
met de rechtermuisknop op uw apparaat.
ows XP/2003/2008/Vista gebruikt, selecteert u
Voorkeursinstellingen voor afdrukken. In Windows 7 en Windows Server 2008 R2 selecteert u
Voorkeursinstellingen voor afdrukken in het snelmenu.
Basisinstellingen_ 29
Page 30

4.Afdrukmedia en lade

3
2
4
1
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u afdrukmedia in uw apparaat plaatst.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
Afdrukmedia selecteren
De grootte van de lade aanpassen
Papier in de lade plaatsen
Afdrukken op speciale media
De papieruitvoersteun gebruiken

Afdrukmedia selecteren

U kunt afdrukken op verschillende afdrukmedia, zoals op normaal papier, enveloppen, etiketten en transparanten. Gebruik uitsluitend afdrukmedia die voldoen aan de in deze gebruikershandleiding vermelde richtlijnen en plaats deze in de juiste lade.

Richtlijnen voor het selecteren van afdrukmedia

Afdrukmedia die niet aan de richtlijnen uit de gebruikershandleiding voldoen kunnen de volgende problemen veroorzaken:
Slechte afdrukkwaliteit.
Meer papierstoringen.
Versnelde slijtage van het apparaat.
Eigenschappen, zoals gewicht, samenstelling, vezel- en vochtgehalte, hebben een grote invloed op de prestaties van het apparaat en de afdrukkwaliteit. Houd bij de keuze van afdrukmedia rekening met het volgende:
Het type, formaat en gewicht van de afdrukmedia voor uw apparaat
worden beschreven onder Specificaties van afdrukmedia. (Zie "Specificaties van het afdrukmateriaal" op pagina 65.)
Gewenst resultaat: het afdrukmateriaal dat u kiest, moet geschikt zijn
voor het doel.
Helderheid: sommige afdrukmaterialen zijn witter dan andere en leveren
scherpere en levendigere afbeeldingen op.
Gladheid van het oppervlak: de gladheid van het afdrukmateriaal
bepaalt hoe scherp de afdrukken er op papier uitzien.
Het is mogelijk dat bepaalde afdrukmaterialen, hoewel ze voldoen
aan alle hier genoemde richtlijnen toch geen bevredigende resultaten opleveren. Dit kan het gevolg zijn van onjuiste bediening, een ongewenst temperatuur- en vochtigheidsniveau of andere variabele omstandigheden waarover men geen controle heeft.
Controleer, voordat u grote hoeveelheden afdrukmedia aanschaft,
of deze voldoen aan de vereisten die in deze gebruikershandleiding worden vermeld en of ze voldoen aan uw afdrukvereisten.
Het gebruik van afdrukmaterialen die niet aan deze specificaties
voldoen kan problemen veroorzaken die een herstelling vereisen. Dergelijke herstellingen zijn niet gedekt door de garantie- of serviceovereenkomsten.
Gebruik van ontvlambaar afdrukmateriaal kan brand veroorzaken.
Gebruik geschikte afdrukmedia. (Zie "Afdrukken op speciale
media" op pagina 32.)
Het gebruik van ontvlambaar materiaal of het achterblijven van vreemde materialen in de printen kan oververhitting veroorzaken en in zeldzame gevallen brand.
De hoeveelheid papier die in de lade wordt gelegd kan verschillen afhankelijk van het gebruikte type media. (Zie "Specificaties van het afdrukmateriaal" op pagina 65.)

Formaten van afdrukmedia die in elke modus worden ondersteund

Modus Formaat Type Invoer
Enkelzijdig afdrukken
Dubbelzijdig afdrukken
(handmatig)
Zie "Specificaties van het afdrukmateriaal" op pagina 65 voor informatie over papierformaten.
Letter, A4, Legal, US Folio,
a
Oficio
Zie "Specificaties van het afdrukmateriaal" op pagina 65 voor informatie over papiersoorten.
Normaal papier, gekleurd papier, voorbedrukt
lade 1
Lade voor
handmatige invoer
lade 1
papier, kringlooppapier, bankpostpapier, archiefpapier.
a.alleen 75 tot 90 g/m2

De grootte van de lade aanpassen

De lade is standaard ingesteld op het papierformaat Letter of A4, afhankelijk van het land waar u de printer hebt gekocht. Om het formaat te wijzigen moet u de papiergeleiders aanpassen.
1 Ondersteunende
geleider
2 Papierlengtegeleider 3 Vergrendeling van
de geleider
4 Papierbreedtegeleider
Afdrukmedia en lade_30
Page 31
1. Houd met een hand de vergrendeling van de geleider ingedrukt en houd
met de andere hand de lengtegeleider en de ondersteuningsgeleider samen. Verschuif de lengtegeleider en de ondersteuningsgeleider om ze in de sleuf voor het juiste papierformaat te plaatsen.
2. Buig de papierstapel of waaier het papier uit om de pagina’s van elkaar
te scheiden voor u het papier in het apparaat plaatst. Plaats het papier in de papierlade.
3. Nadat u het papier in de lade hebt geplaatst, stelt u de ondersteunende
geleider zodanig in dat deze de stapel lichtjes raakt.
Gebruik geen papier met een krul van meer dan 6 mm.

Papier in de lade plaatsen

Lade 1

1. Trek de lade uit. Pas het formaat van de lade aan het formaat van de
geplaatste media aan. (Zie "De grootte van de lade aanpassen" op pagina 30.)
2. Bu
ig de papierstapel of waaier het papier uit om de pagina’s van elkaar
te scheiden voor u het papier in het apparaat plaatst.
3. Leg het papier met de zijde die u wilt bedrukken naar onder.
4. Houd de breedtegeleiders ingedrukt en verschuif ze tot het gewenste
formaat zoals aangegeven op de bodem van de papierlade.
Druk de papierbreedtegeleider niet te hard tegen de rand van
het papier omdat het papier daardoor kan buigen.
Als u de breed
tegeleider niet aanpast kan het papier
vastlopen.
4. Stel de papiersoort en het -formaat in voor lade 1 (zie "De standaardlade
en het papier instellen" op pagina 29).
Controleer als u problemen ondervindt met de papierinvoer of het papier beantwoordt aan de specificaties van de afdrukmedia. (Zie "Specificaties van het afdrukmateriaal" op pagina 65.)

Lade voor handmatige invoer

In de lade voor handmatige invoer kunnen speciale typen en formaten afdrukmateriaal worden geplaatst, zoals briefkaarten, notitiekaarten en enveloppen. Dit is handig als u maar één pagina wilt afdrukken op papier met briefhoofd of op gekleurd papier.
Tips voor het gebruik van de handmatige invoer
Als u in uw softwaretoepassing Handmatige invoer selecteert voor
Invoer, moet u op
een pagina afdrukt. Plaats slechts é afdrukmateriaal tegelijk in de lade voor handmatige invoer.
Voeg tijdens het afdrukken geen papier toe. Dit zou papierstoringen
kunnen veroorzaken. Dit geldt ook voor andere soorten afdrukmateriaal.
Plaats afdrukmaterial
bovenrand eerst in de handmatige invoer en zorg ervoor dat het materiaal in het midden van de lade ligt.
(knop Annuleren) drukken telkens wanneer u
én type, formaat en gewicht van
en met de te bedrukken zijde naar boven en de
Afdrukmedia en lade_ 31
Page 32
Plaats alleen afdrukmedia die voldoen aan de specificaties. Zo
voorkomt u papierstoringen en problemen met de afdrukkwaliteit. (Zie "Specificaties van het afdrukmateriaal" op pagina 65.)
Stri
jk alle vervormingen in briefkaarten, enveloppes en etiketten glad
vooraleer u ze in de lade voor manuele invoer plaatst.
1. Plaa
ts het papier in de lade voor handmatige invoer.
De stapel papier moet onder de volgende markering
blijven:
Vol
.
g bij het afdrukken op speciale afdrukmedia de richtlijn voor het plaatsen van afdrukmedia. (Zie "Afdrukken op speciale media" op pagina 32.)
Als vell
en overlappen bij het afdrukken vanuit de lade voor handmatige invoer, opent u lade 1, verwijdert u de overlappende vellen en probeert u opnieuw af te drukken.
Als het pap
ier tijdens het afdrukken niet goed wordt ingevoerd, duwt u het handmatig naar binnen tot het automatisch wordt ingevoerd.
2. Duw
de papierbreedtegeleiders van de lade voor handmatige invoer naar elkaar toe en stel ze in op de breedte van het papier. Oefen niet te veel druk uit. Het papier kan gaan plooien waardoor een papierstoring ontstaat of het papier scheeftrekt.
3. Om vanu
it een toepassing af te drukken opent u de toepassing en
start u het afdrukmenu.
4. Op
en Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Zie
"Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.)
5. Selecteer het tabblad Papier in Voorkeursinstellingen voor afdrukken en selecteer een passend papiertype.
Als u bijvoorbeeld op een etiket wilt afdrukken stelt u het papiertype in op Etiketten.
6. Selecteer Handmatige invoer bij papierbron en druk vervolgens op OK.
7. Sta
rt het afdrukken vanuit de toepassing.
Als u twee of meer pagina’s wilt afdrukken, plaatst u het volgende vel nadat de eerste pagina is afgedrukt en drukt u op
Annuleren). Herhaal deze stap voor elke
pagina die moet worden
(knop
afgedrukt.

Afdrukken op speciale media

Onderstaande tabel toont de beschikbare speciale afdrukmedia voor elke lade.
Voor het gebruik van speciale afdrukmedia raden wij u aan om telkens een vel per keer in te voeren. Controleer hoeveel vellen u maximaal in elke lade mag plaatsen. (Zie "Specificaties van het afdrukmateriaal" op pagina 65.)
Lade voor
Types Lade 1
Normaal papier
Dik papier
Dun papier
Bankpost
Kleur
Kartonpapier
Etiketten
Transparanten
Envelop
Voorbedrukt
Katoen
Kringlooppapier
Archiefpapier
( : o
ndersteund, Blanco: niet ondersteund)
De mediatypes worden getoond in de Vo afdrukken Met de optie papiertype kunt u het papiertype instellen dat in de lade moet worden geladen. Deze instelling verschijnt in de vervolgkeuzelijst zodat u ze kunt selecteren. Op die manier bekomt u de beste afdrukkwaliteit. Zo niet, wordt de gewenste afdrukkwaliteit mogelijk niet bereikt
No
rmaal papier: Normaal papier van 60 tot 90 g/m2.
Di
k papier: dik papier van 90 tot 105 g/m2.
Du
n papier: dun papier van 60 tot 70 g/m2.
B
ankpost: bankpostpapier van 105 tot 120 g/m2.
Kl
eur: papier met gekleurde achtergrond van 75 tot 90 g/m2.
Ka
rtonpapier: Kartonpapier van 105 tot 163 g/m2.
Etiketten: etiketten van 120 tot 150 g/m
T
ransparanten: transparant van 138 tot 146 g/m2.
En
velop: envelop van 75 tot 90 g/m2.
Vo
orbedrukt:
voorbedrukt papier/papier met briefhoofd van 75 tot 90 g/m2.
Katoen: katoenpapier van 75 tot 90 g/m2.
Kri
nglooppapier: kringlooppapier van 75 tot 90 g/m2.
Als u kringlooppapier gebruikt, kunnen de afdrukken kreukelen.
A
rchiefpapier: 70 tot 90 g/m2. Selecteer deze optie als u de afdrukken
lang wilt bewaren (bijv. in uw archief).
handmatige
invoer
orkeursinstellingen voor
2
.
Afdrukmedia en lade_ 32
Page 33

Envelop

Of enveloppen goed worden bedrukt is afhankelijk van de kwaliteit van de enveloppen.
De hoek voor de postzegel moet zich links bevinden en de kant van de e
nvelop met de postzegelhoek moet eerst in de printer gaan en moet in het
midden van de handmatige invoer worden geplaatst.
Als de afgedrukte enveloppen kreuken, vouwen of dikke zwarte lijnen vertonen, opent u de achterklep, duwt u de hendel naar beneden en probeert u opnieuw af te drukken. Houd de achterklep tijdens het afdrukken geopend.
Enveloppen met een verwijderbare strip of met meer dan één
zelfklevende vouwbare klep moeten van een kleefmiddel zijn voorzien dat gedurende 0,1 seconde bestand is tegen de fixeertemperatuur van het apparaat (ongeveer 170 °C). De extra kleppen en strips kunnen kreuken, scheuren en papierstoringen veroorzaken en kunnen zelfs de fixeereenheid beschadigen.
Vo
or de beste afdrukkwaliteit plaatst u de marges best niet dichter dan
15 mm van de rand van de envelop.
D
ruk niet af op de plaats waar de naden van de envelop samenkomen.

Transparanten

Om beschadigingen aan het apparaat te voorkomen gebruikt u uitsluitend transparanten die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters.
Als u transparanten in kleur afdrukt, zal de beeldkwaliteit minder zijn wanneer de afdrukken op de overheadprojector worden gebruikt, dan wanneer u ze in zwart-wit afdrukt.
1 Hendel
Houd bij de keuze van enveloppen rekening met de volgende factoren:
-
Gewicht.
het gewicht van het enveloppenpapier mag niet meer dan 90 g/m2
bedragen om te vermijden dat er een papierstoring optreedt.
-
Ontwerp.
voor het afdrukken moeten de enveloppen plat worden gelegd. Ze
mogen niet meer dan 6 mm omkrullen en mogen geen lucht bevatten.
-
Probleem.
gebruik geen enveloppen die gekruld, verkreukeld of beschadigd
zijn.
Temperatuur.
-
gebruik enveloppen die bestand zijn tegen de druk en de
hitte die tijdens het afdrukken in het apparaat ontstaan.
Gebruik alleen goed gevormde enveloppen met scherpe vouwen.
Ge
bruik geen afgestempelde enveloppen.
Ge
bruik geen enveloppen met sluithaakjes, knipsluitingen, vensters, gecoate
binnenbekleding, zelfklevende sluitingen of andere synthetische materialen.
Gebruik geen beschadigde enveloppen of enveloppen van slechte
kwaliteit.
Controle
er of de naad aan beide uiteinden van de envelop helemaal
doorloopt tot in de hoek.
De te gebruiken transparanten moeten bestand zijn tegen de
fixeertemperatuur van het apparaat.
Plaats transparanten op een vlak oppervlak nadat u ze uit het apparaat
hebt gehaald.
L
aat transparanten niet te lang in de papierlade liggen. Er kan zich dan stof en vuil op afzetten, wat aanleiding geeft tot vlekken bij het afdrukken.
L
et op dat u geen vingerafdrukken op de transparanten achterlaat. Dit veroorzaakt vlekken tijdens het afdrukken.
Be
scherm transparanten na het afdrukken tegen langdurige blootstelling
aan zonlicht om te voorkomen dat ze gaan vervagen.
Z
org dat de transparanten niet kreukelen, krullen of gescheurde hoeken hebben.
Gebruik geen transparanten die loskomen van de achterzijde.
Om
te vermijden dat de afgedrukte transparanten aan elkaar blijven kleven, moet u ervoor zorgen dat ze niet op elkaar worden gestapeld terwijl ze worden afgedrukt.
1 Aanvaardbaar 2 Onaanvaardbaar
Afdrukmedia en lade_ 33
Page 34

Etiketten

Om beschadigingen aan het apparaat te voorkomen gebruikt u best uitsluitend etiketten voor laserprinters.

Briefhoofd/voorbedrukt papier

Eenzijdig Dubbelzijdig
Papierlade 1 Voorzijde naar beneden Voorzijde naar boven
Bij de keuze van etiketten moet u rekening houden met de volgende
factoren:
- Kleefsto
fixeertemperatuur van uw apparaat (ongeveer 170 °C).
- Schikking: gebruik uitsluitend etiketvellen waarvan het rugvel
tussen de etiketten niet blootligt. Bij etiketvellen met ruimte tussen de etiketten kunnen de etiketten loskomen van het rugvel. Dit kan ernstige papierstoringen tot gevolg hebben.
- Krul
en mogen ze niet meer dan 13 mm omkrullen.
- Pro
vertonen of loskomen van het rugvel.
Zorg
Plaats
Gebruik geen etiketten die loskomen van het rugvel, blaasjes vertonen,
ervoor dat er tussen de etiketten geen zelfklevend materiaal blootligt. Blootliggende delen kunnen ervoor zorgen dat etiketten tijdens het afdrukken loskomen, waardoor het papier kan vastlopen. Ook kunnen hierdoor onderdelen van het apparaat beschadigd raken.
achterzijde mag slechts een keer door het apparaat worden gevoerd.
gekreukt of anderszins beschadigd zijn.
ffen: het kleefmiddel moet stabiel blijven bij de
len: voor het afdrukken moeten de etiketten plat worden gelegd
bleem: gebruik geen etiketten die gekreukt zijn, blaasjes
geen gebruikte etiketvellen in het apparaat. De klevende

Kartonpapier/papier van een aangepast formaat

U kunt met deze printer afdrukken op briefkaarten, kaarten en andere materialen met aangepaste formaten.
Lade voor handmatige invoer
Briefhoofden/voorbedrukt papier moeten afgedrukt zijn met
hittebestendige inkt die niet smelt, verdampt of schadelijke gassen uitstoot als hij gedurende 0,1 seconde wordt blootgesteld aan de fixeertemperatuur (170 °C) van het apparaat.
D
e inkt op het briefhoofd/voorbedrukt papier mag niet ontvlambaar zijn
en mag de printerrollen niet beschadigen.
Formulieren en papier met briefhoofd moeten in een vochtbestendige
verpakking worden bewaard om aantasting tijdens de opslagperiode te voorkomen.
Vo
or u het briefhoofd/voorbedrukt papier in de lade plaatst, controleert u of de inkt op het papier droog is. Natte inkt kan tijdens het fixeerproces loskomen van het voorbedrukte papier waardoor de afdrukkwaliteit vermindert.
Voorzijde naar boven Voorzijde naar beneden

Foto

Zorg ervoor dat u geen fotopapier voor inkjetprinters gebruikt. Dit kan
het apparaat beschadigen.

Glanzend

Plaats één vel tegelijk in de lade voor handmatige invoer met de glanzende zijde naar boven.
Druk niet af op materialen die smaller zijn dan 76 mm en korter dan
127 mm.
Stel de marges in de softwaretoepassing in op ten minste 6,4 mm van
de zijkanten van de afdrukmedia.
Pro
beer via de achterklep af te drukken (voorkant naar boven) als het
afdrukmateriaal zwaarder is dan 160 g/m
2
.
Afdrukmedia en lade_ 34
Aanbevolen afdrukmateriaal: glanzend papier (Letter) voor dit apparaat:
HP Brochure Paper (product: uitsluitend Q6611A).
Aanbevolen afdrukmateriaal: glanzend papier (A4) voor dit apparaat:
alleen HP Superior Paper 160 glossy (product: Q6616A).
Page 35

De papieruitvoersteun gebruiken

Als u een groot aantal pagina’s tegelijk afdrukt kan het oppervlak van de uitvoerlade heet worden. Raak het oppervlak niet aan en houd kinderen uit de buurt.
De afgedrukte pagina’s worden in de uitvoerlade gestapeld en de p
apieruitvoersteun zal ervoor zorgen dat de afgedrukte pagina’s worden uitgelijnd. De uitvoer wordt standaard naar de uitvoerlade gestuurd. Als u de uitvoerlade wilt gebruiken, moet de achterklep gesloten zijn.
Afdrukmedia en lade_ 35
Page 36

5.Afdrukken

In dit hoofdstuk worden de meest gangbare afdruktaken toegelicht.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
Eigenschappen van het printerstuurprogramma
Eenvoudige afdruktaken
Voorkeurinstellingen openen
Help gebruiken
Speciale kopieerfuncties gebruiken
De procedures in dit hoofdstuk zijn voornamelijk gebaseerd op Windows 7.
De standaardafdrukinstellingen wijzigen
Uw apparaat als standaardapparaat instellen
Afdrukken naar een bestand (PRN)
Afdrukken in Macintosh
Afdrukken in Linux

Eenvoudige afdruktaken

Afdrukken is mogelijk vanuit verschillende toepassingen in Windows,

Eigenschappen van het printerstuurprogramma

Uw printerstuurprogramma’s ondersteunen de volgende standaardfuncties:
Se
lectie van afdrukstand, formaat, bron en type afdrukmedia.
Aantal exemp
U kunt bovendien verschillende special
laren.
e afdrukfuncties gebruiken. De
Macintosh of Linux. De exacte procedure kan verschillen per toepassing.
onderstaande tabel geeft een algemeen overzicht van de functies die door uw printerstuurprogramma’s worden ondersteund:
Een aantal modellen of besturingssystemen ondersteunen een of meerdere functies uit de tabel mogelijk niet.

Printerstuurprogramma

Functie Windows
Optie printerkwaliteit
Poster afdrukken
Meerdere pagina’s per vel
Boekjes afdrukken (handmatig)
Afdruk aan pagina aanpassen
Afdrukken vergroten en
verkleinen
Andere lade voor eerste pagina
Watermerk
Overlay
Dubbelzijdig afdrukken
(handmatig)
( ●: ondersteund)
Hieronder beschrijven we de algemene stappen die vereist zijn om af te dru
Het volgende scherm met Voorkeursinstellingen voor afdrukken is voor Notepad in Windows 7. Uw scherm met Voorkeursinstellingen voor afdrukken kan hiervan afwijken, afhankelijk van het besturingssysteem of van het programma dat u gebruikt.
1. Ope
2. Se
Het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken in de
gebruikershandleiding verschilt mogelijk van het venster dat u ziet omdat het afhankelijk is van het gebruikte apparaat. Het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken bevat echter vrijwel dezelfde eigenschappen. Controleer welke besturingssystemen compatibel zijn met uw apparaat. Zie Compatibiliteit met besturingssystemen onder Printerspecificaties. (Zie "Systeemvereisten" op pagina 25.)
Al
s u een optie selecteert in Voorkeursinstellingen voor
afdrukken verschijnt er mogelijk een waarschuwingsteken,
. Een uitroepteken ( ) wil zeggen dat u deze optie wel kunt
selecteren, maar dat dit niet
wordt aanbevolen. Het teken ( ) wil
zeggen dat u deze optie niet kunt selecteren vanwege de
nstellingen of de omgeving van het apparaat.
i
kken vanuit verschillende Windows-toepassingen.
Eenvoudige afdruktaken in Macintosh. (Zie "Afdrukken in Macintosh" op pagina 42.)
Eenvoudige afdruktaken in Linux. (Zie "Afdrukken in Linux" op pagina 42.)
n het document dat u wilt afdrukken.
lecteer Afdrukken in het menu Bestand. Het venster Afdrukken
wordt geopend.
of
Afdrukken_ 36
Page 37
3. Selecteer uw printer in de lijst Printer selecteren.
De basisinstellingen voor het afdrukken, zoals het aantal exemplaren en het afdrukbereik, worden geselecteerd in het venster Afdrukken
Om de printerfuncties van uw printerstuurprogramma te gebruiken klikt u op Eigenschappen of Voorkeuren in het venster Afdrukken van de toepassing om de afdrukinstellingen te wijzigen. (Zie "Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.)
4. Klik in het venster Afdrukken op OK of Afdrukken om de afdruktaak te
starten.

Een afdruktaak annuleren

Als de afdruktaak in de wachtrij of afdrukspooler is opgenomen, kunt u de afdruktaak als volgt annuleren:
1. Klik op het menu Start in Windows.
2. In
Windows 2000 selecteert u Instellingen > Printers.
In
Windows XP/2003 selecteert u Printers en faxapparaten.
In
Windows 2008/Vista selecteert u Configuratiescherm >
Hardware en geluiden > Printers.
In
Windows 7 selecteert u Configuratiescherm > Hardware en
geluiden > Apparaten en printers.
In Windows Server 2008 R2 selecteert u Configuratiescherm >
Hardware > Apparaten en printers.
3. Voor Win
apparaat. In Windows 7 en Windows Server 2008 R2 klikt u met de
rechtermuiskno Afdruktaken weergeven in het snelmenu.
dows 2000, XP, 2003, Vista en 2008 dubbelklikt u op uw
p op het pictogram van uw printer en selecteert u
Als bij het item Afdruktaken weergeven het teken staat, kunt u andere printerstuurprogramma’s voor de geselecteerde printer selecteren.

Voorkeurinstellingen openen

U kunt de instellingen die u hebt geselecteerd bovenaan rechts in
Voorkeursinstellingen voor afdrukken bekijken.
1. Ope
2. Kies Af
3. Se
4. Klik op Eig

Voorkeurinstellingen gebruiken

Met de optie Vooraf ingest. die op elk tabblad maar niet op het tabblad Samsung verschijnt kunt u de huidige voorkeurinstellingen opslaan voor
toekomstig gebruik. Volg deze stappen om een Voo
1. Stel
2. T
n het document dat u wilt afdrukken.
drukken in het menu Bestand. Het venster Afdrukken wordt
geopend.
lecteer uw printer in de lijst Printer selecteren.
enschappen of Voorkeuren.
raf ingest.-item op te slaan.
op elk tabblad de gewenste instellingen in.
yp in het invoervak Vooraf ingest een naam voor deze instellingen.
4. Selecteer
Annuleren in het menu Document.
U kunt ook toegang krijgen tot dit venster door te dubbelklikken op het
pictogram van het apparaat ( ) in de taakbalk van Windows.
U kunt de huidige taak ook annuleren door te drukken op (de knop annuleren) op het bedieningspaneel.
Afdrukken_ 37
Page 38
3. Klik op (Toevoegen). Als u instellingen opslaat onder Vooraf
8
9
ingest, wo
Selecteer meer opties en klik op (Wijzigen). De instellingen worden toegevoegd aan de voorinstell Om de bewaarde instelling te gebruiken kiest u deze in de vervolgkeuzelijst Vooraf ingest.. Het apparaat is nu ingesteld om afdrukken te maken met de geselecteerde instellingen. U kunt de opgeslagen instellingen verwijderen door deze te selecteren in de
vervolgkeuzelijst Vooraf ingest. en te klikken op U kunt de standaardinstellingen van het printerstuurprogramma ook
he vervolgkeuzelijst Vooraf ingest.
rden alle huidige stuurprogramma-instellingen opgeslagen.
ingen die u hebt opgegeven.
(Wissen).
rstellen door Vooraf ingest. stand. te selecteren in de

Help gebruiken

Klik op de optie waarover u meer wilt weten op het venster
Voorkeursinstellingen voor afdrukken en druk op F1 op uw toetsenbord.

Speciale kopieerfuncties gebruiken

Speciale afdrukeigenschappen zijn onder meer:
"Meerdere pagina’s op één vel papier afdrukken" op pagina 38.
"Posters afdrukken" op pagina 38.
"Boekjes afdrukken (handmatig)" op pagina 38.
"Dubbelzijdig afdrukken (handmatig)" op pagina 39.
"Het afdrukpercentage van uw do
"Een document aan een bepaald papierformaat aanpassen" op
pagina 39.
"Watermerken gebruiken" op pagina 39.
"Overlay gebruiken" op pagina 40.
cument wijzigen" op pagina 39.

Posters afdrukken

Met deze functie kunt u een document van één pagina afdrukken over 4, 9 of 16 vellen papier, waarna u deze vellen aan elkaar kunt kleven om er zo een poster van te maken.
1. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Zie "Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.)
2. Kl
ik op het tabblad Basis en selecteer Poster afdrukken in de
vervolgkeuzelijst Type.
3. Se
lecteer de gewenste paginaopmaak.
Specificatie van de paginaopmaak:
Poste
Poste
Poster 4x4: het document wordt vergroot en wordt over 16 pagina’s
4. Se millimeters of inches door de radioknop bovenaan rechts in het tabblad Basis in te schakelen om de vellen gemakkelijker aan elkaar te kunnen kleven.
r 2x2: het document wordt vergroot en wordt over 4 pagina’s
verdeeld.
r 3x3: het document wordt vergroot en wordt over 9 pagina’s
verdeeld.
verdeeld.
lecteer de waarde Posteroverlap. Geef de Posteroverlap op in

Meerdere pagina’s op één vel papier afdrukken

U kunt het aantal pagina’s selecteren dat u op één vel wilt afdrukken. Als u meer dan één pagina per vel afdrukt worden de pagina’s verkleind en in de door u opgegeven volgorde gerangschikt. U kunt op één vel tot 16 pagina’s afdrukken.
1. Als u
2. Kl
3. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Pagina’s/vel het aantal pagina’s dat u
4. Selectee
5. Als
6. Klik op het ta
7. Klik op OK of Afdr
de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen,
opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Zie "Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.)
ik op het tabblad Basis en selecteer Meerdere pagina’s per vel in de
vervolgkeuzelijst Type.
per vel wilt afdrukken (2, 4, 6, 9 of 16).
r indien nodig de paginavolgorde in de vervolgkeuzelijst
Paginavolgorde.
u rond iedere pagina een kader wilt afdrukken selecteert u
Paginakaders afdrukken.
bblad Papier en selecteer Formaat, Invoer en Type.
ukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.
5. Klik op het tabblad Papier en selecteer Formaat, Invoer en Type.
6. Klik op OK of Afdru
7. U
kunt nu een poster maken door de vellen aan elkaar te kleven.
kken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.

Boekjes afdrukken (handmatig)

Met deze functie kunt u een document op beide zijden van het papier afdrukken en worden de pagina’s zo gerangschikt dat u het afgedrukte papier dubbel kunt vouwen om een boekje te maken.
Als u een boekje wilt maken moet u afdrukken op afdrukmateriaal van het formaat Letter, Legal, A4, US Folio of Oficio.
1. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Zie "Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.)
2. Kl
ik op het tabblad Basis en selecteer Boekje afdrukken in de
vervolgkeuzelijst Type.
Afdrukken_ 38
Page 39
3. Klik op het tabblad Papier en selecteer Formaat, Invoer en Type.
A
De optie Boekje afdrukken is niet beschikbaar voor alle papierformaten. Om na te gaan welke papierformaten beschikbaar zijn voor deze functie selecteert u het beschikbare papierformaat in de optie Formaat van het tabblad Papier.
Als u een onbeschikbare optie voor pa
pier of boekje selecteert,
wordt deze optie mogelijk automatisch geannuleerd. Het papier
zonder
4. Klik op OK of Afdr
5. Vervolge
or -markering is het beschikbare papier.
ukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.
ns kunt u de pagina’s vouwen en nieten.

Dubbelzijdig afdrukken (handmatig)

U kunt afdrukken op beide zijden van een vel papier (duplex). Voor u afdrukt moet u de gewenste afdrukstand van het document opgeven. U kunt deze functie gebruiken met papier van het formaat Letter, Legal, A4, US Folio of Oficio. (Zie "Specificaties van het afdrukmateriaal" op pagina 65.)
Wij raden aan om niet af te drukken op beide zijden van speciale
1. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen,
2. Klik op het ta
3. Selecteer
afdrukmedia, zoals etiketten, enveloppen of dik papier. Het kan een papierstoring veroorzaken of het apparaat beschadigen.
De fu
nctie Dubbelzijdig afdrukken (handmatig) is alleen
beschikbaar als u afdrukt vanuit lade 1.
opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Zie "Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.)
bblad Geavanceerd.
in de sectie Dubbelzijdig afdrukken (handmatig) de
gewenste bindoptie.
Ge
en
La
nge zijde: deze optie is de conventionele lay-out voor
boekbinden.
Korte zijde: deze optie is de conventionele lay-out voor kalenders.

Het afdrukpercentage van uw document wijzigen

U kunt de grootte van een document wijzigen zodat het groter of kleiner wordt afgedrukt. Dat doet u door het gewenste percentage in te voeren.
1. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Zie "Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.)
2. Kl
ik op het tabblad Papier.
3. Geef in het invoervak Percentage de schaa U kunt ook op de pijl-omaag/pijl-omho
lfactor op.
og te klikken om de schaalfactor
te selecteren.
4. Selecteer Formaat, Invoer en Type in Papieropties.
5. Klik op OK of Afdru
kken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.

Een document aan een bepaald papierformaat aanpassen

Met deze printerfunctie kunt u uw afdruktaak aanpassen aan elk gewenst papierformaat, ongeacht de grootte van het document. Dit kan nuttig zijn als u de details van een klein document wilt bekijken.
1. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Zie "Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.)
2. Kl
ik op het tabblad Papier.
3. Se
lecteer het gewenste papierformaat in Aanpassen aan
papierformaat.
4. Selecteer Formaat, Invoer en Type in Papieropties.
5. Klik op OK of Afdru
kken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.
4. Klik op het tabblad Papier en selecteer Formaat, Invoer en Type.
5. Klik op OK of Afdr
ukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.
Als uw printer geen eenheid voor dubbelzijdig afdrukken heeft, moet u de afdruktaak handmatig uitvoeren. De printer drukt eerst elke andere pagina van het document af. Hierna verschijnt er een bericht op uw computer. Volg de aanwijzingen op het scherm om de afdruktaak te voltooien.

Watermerken gebruiken

Met de optie Watermerk kunt u tekst afdrukken over een bestaand document. U gebruikt het bijvoorbeeld om in grote grijze letters "CONCEPT" of "VERTROUWELIJK" diagonaal op de eerste pagina of op alle pagina’s afdrukken.
Er zijn verschillende vooraf ingestelde watermerken die met uw apparaat worden meegeleverd. Ze kunnen worden aangepast of u kunt er nieuwe aan de lijst toevoegen.
Afdrukken_ 39
Page 40
Een bestaand watermerk gebruiken
1. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt
wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Zie "Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.)
2. Klik op he watermerk in de vervolgkeuzelijst Watermerk. Het geselecteerde watermerk wordt weergegeven in het afdrukvoorbeeld.
3. Klik o
t tabblad Geavanceerd en selecteer het gewenste
p OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.
Een watermerk maken
1. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt
wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Zie "Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.)
2. Sele
3. Voer tekst in het vak Te
4. Watermerkopties selecteren.
5. Klik op T
6. Na de bewerking klikt u op OK of Afdrukken tot het venster
Als u geen watermerk meer wilt afdrukken selecteert u Geen in vervolgkeuzelijst Watermerk.
cteer het tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken fin de
keuzelijst Watermerk. Het venster Watermerken bewerken wordt geopend.
kst watermerk in. U kunt tot 256 tekens
invoeren. De tekst wordt in het voorbeeldvenster weergegeven. Als u het selectievakje A
watermerk alleen op de eerste pagina afgedrukt.
U kunt de naam, stijl, grootte en selecteren in de sectie Tekenstijl en de hoek van het watermerk instellen in de sectie Hoek watermerk.
oevoegen om een nieuw watermerk aan de lijst Huidige
watermerken toe te voegen.
Afdrukken wordt afgesloten.
lleen eerste pagina inschakelt, wordt het
grijswaarde van het lettertype
Een watermerk bewerken
1. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt
wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Zie "Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.)
2. Klik op he vervolgkeuzelijst Watermerk. Het venster Watermerken bewerken wordt geopend.
3. Selecteer in het bewerken en wijzig de tekst van het watermerk en de opties.
4. Klik op W
5. Klik op OK of
afgesloten.
t tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken in de
vak Huidige watermerken het watermerk dat u wilt
ijzigen als u de wijzigingen op wilt slaan.
Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt
Een watermerk verwijderen
1. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt
wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Zie "Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.)
2. Klik op he vervolgkeuzelijst Watermerk. Het venster Watermerken bewerken wordt geopend.
3. Selecteer in het verwijderen en klik op de knop Wissen.
4. Klik op OK of afgesloten.
t tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken in de
vak Huidige watermerken het watermerk dat u wilt
Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt
de

Overlay gebruiken

Een overlay is tekst en/of een afbeelding die op de harde schijf van de computer zijn opgeslagen in een speciale bestandsindeling en die in een willekeurig document kunnen worden afgedrukt. Overlays worden vaak gebruikt in plaats van voorbedrukte formulieren en papier met een briefhoofd. In plaats van een voorbedrukt briefhoofd kunt u een overlay samenstellen die precies dezelfde informatie bevat. Als u een brief met het briefhoofd van uw bedrijf wilt afdrukken, hoeft u geen voorbedrukt briefhoofdpapier in het apparaat te plaatsen. U drukt gewoon de overlay met het briefhoofd af op uw document.
Een nieuwe paginaoverlay maken
Als u een paginaoverlay wilt gebruiken moet u een nieuwe paginaoverlay maken met uw logo of met een afbeelding.
ak of open een document met de tekst of afbeelding die u voor de
1. Ma
overlay wilt gebruiken. Zorg ervoor dat de tekst of afbeelding precies op de plaats staat waar deze als overlay moet worden afgedrukt.
2. Ga na
3. Klik op het ta
4. Klik in het venster Ove
5. Typ
6. Klik op Op
7. Klik op OK of Afdr
8. Het bestan
Een paginaoverlay gebruiken
Nadat u een overlay hebt gemaakt kan deze met uw document worden afgedrukt. Dit doet u als volgt:
1. Ma
2. Als u
3. Klik op het tabblad Geavanceerd.
4. Selectee
5. Als
ar de Voorkeursinstellingen voor afdrukken als u het
document als een overlay wilt opslaan. (Zie "Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.)
bblad Geavanceerd en selecteer Bewerken in de
vervolgkeuzelijst Tekst. Het venster Overlay bewerken wordt geopend.
rlay bewerken op Maken.
een naam van maximaal acht tekens in het vak Bestandsnaam
in het venster Opslaan als. Selecteer indien nodig de map waarin u het overlaybestand wilt opslaan. (De standaardinstelling is C:\Formover.)
slaan. De naam verschijnt in Overzicht overlays.
ukken tot het venster Afdrukken wordt
afgesloten.
d wordt niet afgedrukt. Het wordt opgeslagen op de vaste
schijf van uw computer.
Het formaat van het overlaydocument moet hetzelfde zijn als dat van het document dat u met de overlay afdrukt. Maak geen overlay met een watermerk.
ak of open het document dat u wilt afdrukken.
de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt
wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Zie "Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.)
r de gewenste overlay in de vervolgkeuzelijst Tekst.
het gewenste overlaybestand niet in de vervolgkeuzelijst Tekst
staat, selecteert u Bewerken in de lijst en klikt u op Laden. Selecteer het overlaybestand dat u wilt gebruiken.
Als u het gewenste overlaybestand op een externe bron hebt opg
eslagen, kunt u het bestand ook laden vanuit het venster
Openen.
Afdrukken_ 40
Page 41
Klik op Openen als u het bestand hebt geladen. Het bestand verschijnt in het vak Overzicht overlays en kan worden afgedrukt. Selecteer de overlay in het vak Overzicht overlays.
6. Schakel
indien nodig het selectievakje Overlay bevestigen voor
afdrukken in. Als dit selectievakje is ingeschakeld verschijnt telkens als u een document naar de printer verzendt een berichtvenster waarin u gevraagd wordt om te bevestigen of u een overlay op uw document wilt afdrukken.
Als dit selectievakje niet is ingeschakeld en er een overlay is gese
lecteerd, wordt de overlay automatisch afgedrukt op uw
document.
7. Klik op OK of
Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt
afgesloten. De geselecteerde overlay wordt op uw document afgedrukt.
De resolutie van het overlaydocument moet dezelfde zijn als die van het document waarop u de overlay wilt afdrukken.
Een paginaoverlay verwijderen
Paginaoverlays die u niet meer gebruikt kunt u verwijderen.
1. Klik in he
t venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken op het
tabblad Geavanceerd.
2. Selecteer Be
3. Selecteer in het vak
werken in de vervolgkeuzelijst Overlay.
Overzicht overlays de overlay die u wilt
verwijderen.
4. Klik op Wissen.
5. Als er
een venster verschijnt waarin u om bevestiging wordt
gevraagd, klikt u op Ja.
6. Klik op OK of
Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt
afgesloten.

De standaardafdrukinstellingen wijzigen

6. Klik op OK.
In Voorkeursinstellingen voor afdrukken kunt u de instellingen voor elke afdruktaak wijzigen.

Uw apparaat als standaardapparaat instellen

1. Klik op het menu Start in Windows.
2. In Wi
ndows 2000 selecteert u Instellingen > Printers.
In
Windows XP/2003 selecteert u Printers en faxapparaten.
In
Windows 2008/Vista selecteert u Configuratiescherm >
Hardware en geluiden > Printers.
In
Windows 7 selecteert u Configuratiescherm > Hardware en
geluiden > Apparaten en printers.
In
Windows Server 2008 R2 selecteert u Configuratiescherm >
Hardware > Apparaten en printers.
3. Selecteer uw apparaat.
4. Kl
ik met de rechtermuisknop op uw apparaat en selecteer Als
standaard instellen.
In Windows 7 en Windows Server 2008 R2 Als bij het item Als s
tandaardprinter instellen het teken staat,
kunt u andere printerstuurprogramma’s voor de geselecteerde printer selecteren.

Afdrukken naar een bestand (PRN)

Het kan soms handig zijn om de af te drukken gegevens op te slaan als een bestand.
Ga als volgt te werk om een bestand aan te maken:
1. Schakel het selectievak Naar bestand in het venster Afdrukken in.
De meeste Windows-toepassingen zullen de in het printerstuurprogramma opgegeven instellingen opheffen. Daarom raden wij u aan eerst alle afdrukinstellingen in uw programma te wijzigen en alleen de instellingen die u daar niet vindt aan te passen in het printerstuurprogramma.
1. Klik op het me
2. In
Windows 2000 selecteert u Instellingen > Printers.
In
Windows XP/2003 selecteert u Printers en faxapparaten.
In
Windows 2008/Vista selecteert u Configuratiescherm >
nu Start in Windows.
Hardware en geluiden > Printers.
In
Windows 7 selecteert u Configuratiescherm > Hardware en
geluiden > Apparaten en printers.
In Windows Server 2008 R2 selecteert u Configuratiescherm >
Hardware > Apparaten en printers.
3. Klik me
4. Als u
t de rechtermuisknop op uw apparaat.
Windows XP/2003/2008/Vista gebruikt, selecteert u
Voorkeursinstellingen voor afdrukken. In Windows 7 en Windows Server 2008 R2 selecteert u
Voo
rkeursinstellingen voor afdrukken in het snelmenu.
Als bij het item Voorkeursinstellingen voor afdrukken het teken
staat, kunt u andere printerstuurprogramma’s voor de geselecteerde printer selecteren.
5. Wij
zig de instellingen op elk tabblad.
2. Klik op Afdrukken
3. Vo
er het doelpad en de bestandsnaam in en klik vervolgens op OK.
Bijvoorbeeld C:\Temp\bestandsnaam.
Als u enkel de bestandsnaam invoert wordt het bestand automatisch opgeslagen in Mijn documenten.
Afdrukken_ 41
Page 42

Afdrukken in Macintosh

Afdrukken in Linux

Afhankelijk van het model of opties zijn enkele functies mogelijk niet beschikbaar.
Dit betekent dat de functies niet worden ondersteund.

Een document afdrukken

Als u afdrukt met een Macintosh-computer moet u in elke toepassing die u gebruikt de instellingen van het printerstuurprogramma controleren. Volg de onderstaande stappen om af te drukken vanaf een Macintosh-computer:
1. Ope
2. Ope
3. Selecteer papierformaat, afdrukstand, schaal en andere opties, en zorg
4. Ope
5. Kies he
6. Klik op Druk af.
n het af te drukken document. n het menu Bestand en klik op Pagina-instelling
(Documentinstellingen in een aantal toepassingen).
ervoor dat uw apparaat is geselecteerd. Klik op OK.
n het menu Bestand en klik op Druk af.
t aantal exemplaren en geef aan welke pagina’s u wilt afdrukken.

Printerinstellingen wijzigen

U kunt geavanceerde afdrukfuncties gebruiken voor uw printer. Open een toepassing en selecteer Druk af i
printernaam die in het printereigenschappenvenster wordt weergegeven is afhankelijk van de gebruikte printer. Het printereigenschappenvenster is afgezien van de naam vergelijkbaar het volgende.
n het menu Bestand. De

Afdrukken meerdere pagina's op één blad

U kunt meer dan één pagina afdrukken op één vel papier. Dit is een goedkope manier om conceptpagina’s af te drukken.
1. Open een toepassing en selecteer Druk af uit het menu Bestand.
2. Selecteer
vervolgkeuzelijst Pagina’s per vel het aantal pagina’s dat u op één vel papier wilt afdrukken.
3. Kies de and
4. Klik op Druk af.
Het apparaat drukt het gekozen aantal pagina´s op één vel papier af.
Lay-out in de vervolgkeuzelijst Richting. Selecteer in de
ere te gebruiken opties.
Afhankelijk van het model of opties zijn enkele functies mogelijk niet beschikbaar.
Dit betekent dat de functie
s niet worden ondersteund.

Afdrukken vanuit een toepassing

Vanuit een groot aantal Linux-toepassingen kunt u afdrukken met Common UNIX Printing System (CUPS). Met uw printer kunt u vanuit al deze toepassingen afdrukken.
1. Ope
2. Selecteer rechtstreeks Print via
3. In he
4. Wijzig de eigenschappen van de afdruktaak met behulp van de
n een toepassing en selecteer Print uit het menu File.
lpr.
t venster LPR GUI selecteert u uw model in de lijst met printers en
klikt u op Properties.
volgende vier tabbladen die bovenaan in het venster verschijnen.

Help gebruiken

Klik op het vraagteken in de linkeronderhoek van het venster en klik op het onderwerp waarover u meer wilt weten. Er verschijnt een pop-upvenster met informatie over de functie van die optie waarover het stuurprogramma beschikt.
Afdrukken_ 42
General: met deze optie kunt u papierformaat en -type alsook de
afdrukstand van de documenten wijzigen. U kunt dubbelzijdig afdrukken, scheidingspagina’s toevoegen aan het begin en op het einde, en het aantal pagina’s per vel wijzigen.
Automatisch/handmatig dubbelzijdig afdrukken kan mogelijk niet beschikbaar zijn, afhankelijk van het model. Als alternatief kunt u het lpr-afdruksysteem of andere programma's gebruiken voor het afdrukken van even en oneven pagina's.
Page 43
Text: hier kunt u de paginamarges opgeven en tekstopties instellen,
zoals regelafstand en kolommen.
Graphics: hier kunt u grafische opties instellen voor het afdrukken
van afbeeldingen/bestanden, bijvoorbeeld kleuropties en de grootte of positie van de afbeelding.
Ad
vanced: Met deze optie kunt u de afdrukresolutie, papierinvoer
en speciale afdrukfuncties instellen.
Als een optie is uitgegrijsd wordt die optie niet ondersteund.
5. Klik op Apply om
de wijzigingen toe te passen en sluit het venster
Properties.
6. Klik op OK in het venster LPR GUI om met afdrukken te beginnen.
7. Het ve
nster Printing verschijnt, waarin u de status van de afdruktaak
kunt controleren. Klik op Can
cel als u de huidige afdruktaak wilt annuleren.

Bestanden afdrukken

U kunt een groot aantal bestandstypen afdrukken op dit apparaat door de standaard-CUPS-methode toe te passen: direct vanaf de opdrachtregel. U werkt dan met het CUPS lpr-programma. Maar de stuurprogrammareeks beschikt over een veel gebruikersvriendelijker LPR GUI-programma.
Zo drukt u elk bestand af:
1. Typ lp
2. In
3. Klik op OK om het afdrukken te starten.
r <bestandsnaam> op de commandoregel van de Linux-shell en
druk op Enter. Het venster LPR GUI verschijnt. Wanneer u enkel lpr typt en op Enter drukt, verschijnt eerst het venster
Select file(s) to print. Selecteer de bestanden die u wilt afdrukken en klik op Open.
het venster LPR GUI selecteert u uw printer uit de lijst en wijzigt u de
eigenschappen van de afdruktaak.
Connection: hiermee kunt u een andere poort bekijken of
selecteren. Als u de printerpoort van USB wijzigt in parallel of omgekeerd terwijl de printer in gebruik is moet u de printerpoort op dit tabblad opnieuw configureren.
Driver
: hiermee kunt u een ander printerstuurprogramma bekijken
of selecteren. Klik op Options als u de standaardopties van het apparaat wilt instellen.
Job
s: hiermee geeft u de lijst met afdruktaken weer. Klik op Cancel
job om de geselecteerde taak te annuleren. Schakel het
selectievakje Show completed jobs in voor een lijst met eerder opgegeven afdruktaken.
Cla
sses: hier ziet u de klasse waartoe uw apparaat behoort. Klik op
Add to Class om uw apparaat toe te voegen aan een bepaalde
klasse of klik op Remove from Class als u het apparaat wilt verwijderen uit een geselecteerde klasse.
4. Klik op OK om de wij
zigingen toe te passen en sluit het venster Printer
Properties.

Printereigenschappen configureren

In Printer Properties dat u kunt openen in het venster Printers configuration kunt u de verschillende eigenschappen van uw printer
wijzigen.
1. Ope
2. Selectee
3. Het ve
n Unified Driver Configurator.
Schakel indien nodig over naar Prin
ters configuration.
r uw apparaat in de lijst met beschikbare printers en klik op
Properties.
nster Printer Properties wordt geopend.
Dit venster bestaat uit de volgende vijf tabbladen:
Ge
neral: hier kunt u de locatie en naam van de printer wijzigen. De
naam die u op dit tabblad invoert wordt weergegeven in de printerlijst in Printers configuration.
Afdrukken_ 43
Page 44

6.Beheerprogramma’s

Dit hoofdstuk introduceert beheerprogramma’s waarmee u de mogelijkheden van uw apparaat maximaal kunt benutten.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
Introductie van handige beheerprogramma’s
Samsung AnyWeb Print gebruiken
Samsung Easy Printer Manager gebruiken

Introductie van handige beheerprogramma’s

De onderstaande programma’s helpen u om uw apparaat op een gebruiksvriendelijke wijze te gebruiken.
"Samsung AnyWeb Print gebruiken" op pagina 44.
"Samsung Easy Printer Manager gebruiken" op pagina 44.
"Samsung-printerstatus
gebruiken" op pagina 45
Samsung-printerstatus gebruiken
Smart Panel gebruiken
Werken met Unified Linux Driver Configurator
Vo
or Macintosh: Open de map Programma's > Samsung >
Samsung Easy Printer Manager
De Samsung Easy Printer Manager-interface bestaat uit verschillende kad
ers die in de onderstaande tabel worden beschreven:
De schermafbeelding kan verschillen, afhankelijk van het besturingssysteem dat u gebruikt.
"Smart Panel gebruiken" op pagina 46
"Werken met Unified Linux Driver Configurator" op pagina 46

Samsung AnyWeb Print gebruiken

Alleen beschikbaar voor gebruikers met Windows- en Macintosh-besturingssystemen.
Met dit hulpprogramma kunt u van schermen een schermopname of afdrukvoorbeeld maken en afdrukken, op een veel eenvoudigere manier dan in het gebruikelijke programma.
Openen van het programma:
Voor Windows: Selecteer Start > Alle programma's > Samsung
Printers > Samsung AnyWeb Print > Download de nieuwste versie.
Voor Macintosh: Open de map Programma’s > Samsung >
Samsung AnyWeb Print.

Samsung Easy Printer Manager gebruiken

Alleen beschikbaar voor gebruikers met Windows- en
Samsung Easy Printer Manager is een programma waarbinnen alle p
rinterinstellingen van Samsung op een enkele plaats samengebracht zijn. Samsung Easy Printer Manager combineert printerinstellingen met omgevingsfactoren, instellingen/taakopties en startopties. Met al deze functies heeft overzichtelijk toegang tot alle functies van uw Samsung-printer. Samsung Easy Printer Manager biedt twee verschillende interfaces waaruit de gebruiker kan kiezen: een basisinterface en een interface voor gevorderde gebruikers. Overschakelen tussen de twee
interfaces is eenvoudig: klik gewoon op de knop

Informatie over Samsung Easy Printer Manager

Openen van het programma:
Voo
Macintosh-besturingssystemen.
Voor Samsung Easy Pri
nter Manager met Windows is minimaal
Internet Explorer 6.0 of hoger vereist.
.
r Windows: Kies Start > Programma's of Alle Programma's > Samsung Printers > Samsung Easy Printer Manager > Samsung Easy Printer Manager.
Printerlijst In de printerlijst worden pictogrammen weergegeven
1
van de printers die op uw computer zijn geïnstalleerd.
Printerinfor matie
2
In dit kader staat algemene informatie over uw apparaat. U kunt deze informatie controleren, zoals de naam van het printermodel, het IP-adres (of poortnummer) en de printerstatus.
Knop Handleiding: Deze knop verandert in Probleemoplossingsgids als er een fout
optreedt. U kunt direct naar het desbetreffende deel in de gebruikershandleiding gaan.
Beheerprogramma’s_ 44
Page 45
Programma
-informatie
3
Bevat koppelingen voor overschakelen naar geavanceerde instellingen, voorkeursinstellingen, hulp en informatie over het programma.
Met de knop kunt u de interface wijzigen in de interface voor gevorderde gebruikers.
Snelkoppel ingen
4
Toont Snelkoppelingen naar printerspecifieke functies. Dit gedeelte bevat ook koppelingen naar toepassingen in de geavanceerde instellingen.
Inhoud Toont informatie over de geselecteerde printer, het
5
niveau van de toner en het papier. De informatie wijzigt naargelang de gekozen printer. Niet alle apparaten beschikken over deze functie.
Benodigdh eden
6
bestellen
Klik achtereenvolgens op de knop Help ( ) in de rechterbovenhoek van het venster en de optie waa
Klik op de knop Bestellen in het deelvenster om verbruiksartikelen te bestellen. U kunt online reservetonercassette(s) bestellen.
rover u meer wilt weten.
Overzicht interface instellingen voor gevorderde gebruikers
De interface voor gevorderde gebruikers is bedoeld voor de beheerder van de apparaten.
Apparaatinstellingen
U kunt verschillende apparaatinstellingen zoals papier, indeling, emulatie, netwerk en afdrukinformatie instellen.
Waarschuwingsinstellingen (alleen voor Windows)
Dit menu bevat instellingen gerelateerd aan de waarschuwingen over fouten en storingen.
Pr
interwaarschuwing: Levert instellingen met betrekking tot
wanneer waarschuwingen ontvangen worden.
E-mailwaarschuwing: Levert opties met betrekking tot het
ontvangen van waarschuwingen via e-mail.
Ov
erzicht van waarschuwingen: Levert een geschiedenis met
betrekking tot waarschuwingen gerelateerd aan het apparaat en de toner.

Informatie over Easy Capture Manager

Maak een schermafbeelding en start Easy Capture Manager door op de toets Scherm afdrukken op het toetsenbord te drukken. U kunt nu gemakkelijk uw schermafbeelding onbewerkt of bewerkt afdrukken.

Samsung-printerstatus gebruiken

Alleen beschikbaar voor gebruikers met
Samsung-printerstatus is een programma dat de status van de printer controleert en u daarvan op de hoogte houdt.
Windows-besturingssystemen.
Het venster Samsung-printerstatus en de inhoud die in deze
gebruikershandleiding worden getoond, kunnen verschillen afhankelijk van de gebruikte printer of het gebruikte besturingssysteem.
Controleer welke besturingssystemen compatibel z
ijn met uw
apparaat. (Zie "Systeemvereisten" op pagina 25.)

Overzicht Samsung-printerstatus

Als er een fout optreedt tijdens het gebruik van het apparaat, kunt u de fout controleren in Samsung-printerstatus. Samsung-printerstatus wordt automatisch geïnstalleerd wanneer u de apparaatsoftware installeert.
U kunt Samsung-printerstatus ook handmatig opstarten. Ga naar
Vo
orkeursinstellingen voor afdrukken, klik op het tabblad Basis > de
knop Printerstatus. Deze pictogrammen verschijnen op de Windows-taakbalk:
Picto gram
1
2
3
4
5
beteke
nt
Omschrijving
Normaal Het apparaat staat klaar voor gebruik en er zijn
geen fouten of waarschuwingen.
Waarsch uwing
Het apparaat is in een toestand waarin er in de toekomst een fout kan optreden. Dit is bijvoorbeeld als het niveau van de toner laag is, wat kan leiden tot de toner-leegstatus.
Fout Er is minstens één fout in het apparaat.
Tonerniveau Hier wordt het resterende tonerniveau in de
cassette(s) weergegeven. Het apparaat en het aantal tonercassette(s) in het bovenstaande venster kunnen verschillen afhankelijk van de gebruikte printer. Niet alle apparaten beschikken over deze functie.
Waarschuw.inste lling
Artikelen bestellen
Selecteer de gewenste instellingen in het venster Opties.
U kunt online reservetonercassette(s) bestellen.
ProbleemoplossingU kunt direct naar het deel met de
probleemoplossing gaan in de gebruikershandleiding.
Sluiten Sluit het venster.
Beheerprogramma’s_ 45
Page 46

Smart Panel gebruiken

Werken met Unified Linux Driver Configurator

Alleen beschikbaar voor gebruikers met
Linux-besturingssystemen.
Het ve
nster Smart Panel en de inhoud die in deze gebruikershandleiding worden getoond kunnen verschillen afhankelijk van de gebruikte printer of het gebruikte besturingssysteem.
Controleer welke besturingssystemen compatibel z
ijn met uw
apparaat. (Zie "Systeemvereisten" op pagina 25.)
Smart Panel is een programma waarmee de status van het apparaat wordt b
ewaakt. U kunt de status bekijken en de apparaatinstellingen aanpassen. U kunt Smart Panel downloaden van de website van Samsung. (Zie "SmartPanel installeren" op pagina 27.)

Overzicht Smart Panel

Als er een fout optreedt tijdens het gebruik, kunt u de fout controleren in Smart Panel. U kunt Smart Panel ook handmatig starten.
Dubbelklik op het Smart Panel-pictogram (
) in het berichtenkader.
Unified Linux Driver Configurator is een hulpprogramma dat hoofdzakelijk bestemd is voor de configuratie van apparaten. U moet Unified Linux Driver installeren om Unified Driver Configurator te kunnen gebruiken. (Zie "Het Unified Linux-stuurprogramma installeren" op pagina 27.)
Na de installatie van
het stuurprogramma op uw Linux-systeem wordt automatisch het pictogram voor Unified Driver Configurator op uw bureaublad geplaatst.

Unified Driver Configurator openen

1. Dubbelklik op pictogram voor Unified Driver Configurator op het
bureaublad. U kunt ook op het pictogram Startup kl
Driver > Unified Driver Configurator selecteren.
2. Druk op de knoppen links om over te schakelen naar het
overeenkomstige configuratievenster.
ikken en Samsung Unified
Tonerniveau Hier wordt het resterende tonerniveau in de
1
cassette(s) weergegeven. Het apparaat en het aantal tonercassette(s) in het bovenstaande venster kunnen verschillen afhankelijk van de gebruikte printer. Niet alle apparaten beschikken over deze functie.
2
Buy Now
U kunt online reservetonercassette(s) bestellen.
User’s Guide U kunt de Gebruikershandleiding bekijken.
3
Deze knop verandert in Troubleshooting Guide als er een fout optreedt. U kunt
direct naar het deel met de probleemoplossing gaan in de gebruikershandleiding.
Printer Setting U kunt diverse apparaatinstellingen
4
configureren in het venster Printer Settings Utility. Niet alle apparaten beschikken over deze functie.

Wijzigen van de instellingen van Smart Panel

Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Smart Panel en selecteer Smart Panel configureren. Selecteer de gewenste instellingen in het venster Smart Panel configureren.
1 Printers
configuration
2 Ports
Configuration
Klik op Help voor schermhulp.
ng de wijzigingen aan in de configuratie en klik op Exit om Unified
3. Bre
Driver Configurator te sluiten.
Beheerprogramma’s_ 46
Page 47

Printers configuration

Printers configuration telt twee tabbladen: Printers en Classes.
Tabblad Printers
Klik op het pictogram van het apparaat links in het venster Unified Linux Configurator voor een overzicht van de printers die voor het systeem zijn geconfigureerd.
Schakelt over naar Printers configuration.
1
Hier worden alle geïnstalleerde apparaten weergegeven.
2
Hiermee worden de status, modelnaam en URI van uw
3
apparaat weergegeven.
De besturingsknoppen van de printer zijn:
Refre
Add Printer
Rem
Set as Default: hiermee stelt u het huidige apparaat in als
Stop/Start: hiermee kunt u het apparaat stoppen/starten.
Te
Properties: hiermee kunt u eigenschappen van de printer
sh: hiermee vernieuwt u de lijst met beschikbare apparaten.
: hiermee voegt u een nieuw apparaat toe.
ove Printer: hiermee verwijdert u het geselecteerde apparaat.
sta
ndaardapparaat.
st: hiermee kunt u een testpagina afdrukken om te controleren of
de printer goed werkt.
weergeven en wijzigen.
Tabblad Classes
Op het tabblad Classes wordt een lijst met beschikbare apparaatklassen weergegeven.
Hiermee geeft u alle apparaatklassen weer.
1
Hiermee geeft u de status van de klasse en het aantal apparaten
2
in de klasse aan.
Refresh: de lijst met klassen vernieuwen.
Add Cla
Remo
apparaatklasse.
ss: hiermee kunt u een nieuwe apparaatklasse toevoegen.
ve Class: hiermee verwijdert u de geselecteerde
Beheerprogramma’s_ 47
Page 48

Ports configuration

In dit venster kunt u de lijst met beschikbare poorten weergeven, de status van elke poort controleren en een poort vrijgeven die bezet wordt door een afgebroken taak.
Schakelt over naar Ports configuration.
1
Hiermee geeft u alle beschikbare poorten weer.
2
Hiermee geeft u poorttype, aangesloten apparaat en status weer.
3
Refresh: hiermee kunt u de lijst met beschikbare printers vernieuwen.
Release port: hiermee kunt u geselecteerde poort vrijgeven.
Beheerprogramma’s_ 48
Page 49

7.Onderhoud

In dit hoofdstuk vindt u informatie over het onderhoud van het apparaat en de tonercassette.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
Een configuratierapport afdrukken
Een apparaat reinigen

Een configuratierapport afdrukken

U kunt een configuratiepagina afdrukken om de huidige printerinstellingen te bekijken of problemen met de printer op te lossen.
De tonercassette bewaren
Tips voor het verplaatsen en opbergen van uw apparaat
1. Sch
akel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht
tot het apparaat is afgekoeld.
2. Ope
n de klep aan de voorkant en verwijder de tonercassette. Plaats de
tonercassette op een schoon, vlak oppervlak.
Houd in de stand-bymodus de knop (Annuleren) ongeveer 2 tot 5 seconden ingedrukt.
De configuratiepagina wordt afgedrukt.

Een apparaat reinigen

Als er zich problemen voordoen met de afdrukkwaliteit of als u uw apparaat in een stofrijke omgeving gebruikt, moet u uw apparaat regelmatig schoonmaken om de beste afdrukkwaliteit te blijven garanderen en de levensduur van uw apparaat te verlengen.
Als u de behuizing van het apparaat reinigt met reinigingsmiddelen

De buitenkant reinigen

Maak het apparaat aan de buitenkant schoon met een zachte, pluisvrije doek. U kunt de doek bevochtigen met een beetje water, maar let erop dat er geen water op of in het apparaat terechtkomt.
die veel alcohol, oplosmiddel of andere agressieve substanties bevatten kan de behuizing verkleuren of vervormen.
Als e
r toner in het apparaat of in de directe omgeving ervan is terecht gekomen, raden wij u aan om dit te reinigen met een zachte, met water bevochtigde doek of tissue. Als u een stofzuiger gebruikt, wordt de toner in de lucht geblazen. Dit kan schadelijk voor u zijn.
Om schade aan de tonercassette te voorkomen moet u ervoor
zorgen dat deze niet langer dan enkele minuten wordt blootgesteld aan licht. Dek de cassette zo nodig af met een stuk papier.
Raak de gro
ene onderkant van de tonercassette niet aan. Neem de cassette vast bij de handgreep zodat u de onderzijde niet hoeft aan te raken.
3. Ve
rwijder met een droge, niet-pluizende doek eventueel stof en
gemorste toner in en rond de ruimte voor de tonercassette.

De binnenkant reinigen

Tijdens het afdrukken kunnen zich in het apparaat papierresten, toner en stof verzamelen. Dit kan op een gegeven moment problemen met de afdrukkwaliteit veroorzaken, zoals tonervlekken of vegen. Deze problemen kunnen worden gereduceerd en verholpen door de binnenkant van het apparaat te reinigen.
Onderhoud_ 49
Zorg dat u bij het reinigen van de binnenkant van het apparaat de transportrol onder de tonercassette of andere onderdelen binnenin niet beschadigt. Gebruik geen oplosmiddelen, zoals benzeen of verdunner, om te reinigen. Dit kan de afdrukkwaliteit negatief beïnvloeden en het apparaat beschadigen.
Page 50
4. Haal voorzichtig een witte katoenen doek over de lange glasplaat (LSU)
in het apparaat om te zien of er vuil aan blijft zitten.
5. Steek de tonercassette er opnieuw in en sluit de voorklep.
6. Ste
ek de stekker weer in het stopcontact en zet het apparaat aan.

Gebruik van tonercassettes van andere merken dan Samsung en bijgevulde tonercassettes

Het gebruik van tonercassettes van een ander merk dan Samsung in uw printer wordt door Samsung Electronics niet aangeraden noch goedgekeurd. Hetzelfde geldt voor generieke, bijgevulde of gereviseerde tonercassettes, alsook tonercassettes van een bepaald winkelmerk.
De printergarantie van Samsung dekt geen schade aan het apparaat die veroorzaakt is door het gebruik van een bijgevulde of gereviseerde tonercassette of een tonercassette van een ander merk dan Samsung.

Geschatte gebruiksduur van tonercassette

De geschatte gebruiksduur van een tonercassette is afhankelijk van de hoeveelheid toner die nodig is voor uw afdruktaken. Het eigenlijke aantal afdrukken kan verschillen afhankelijk van de afdrukdichtheid, de omgevingsvoorwaarden, de tijd tussen afdruktaken en het type en formaat van het afdrukmateriaal. Als u bijvoorbeeld veel afbeeldingen afdrukt, ligt het tonerverbruik hoog en moet u de cassette sneller vervangen.

De tonercassette bewaren

Tonercassettes bevatten componenten die gevoelig zijn voor licht, temperatuur en vochtigheid. Samsung raadt u aan de aanbevelingen te volgen met het oog op optimale prestaties, de hoogste kwaliteit en de langste gebruiksduur van uw nieuwe Samsung-tonercassette.
Bewaar deze cassette op dezelfde plaats als waar de printer wordt gebruikt, i
n het ideale geval een kantoor waar de temperatuur en vochtigheid worden geregeld. Haal de tonercassette pas uit zijn originele, ongeopende verpakkking op het moment dat u de cassette gaat installeren. Als de originele verpakking ontbreekt, moet u de bovenste opening van de cassette bedekken met papier en moet u de cassette bewaren in een donkere kast.
Als u de verpakking van de cassette opent voordat u de cassette gebruikt, n
emen de gebruiksduur en bewaartijd van de cassette aanzienlijk af. Bewaar de cassette niet op de grond. Als de tonercassette uit de printer wordt verwijderd, moet de cassette altijd worden bewaard:
In
de beschermhoes van de originele verpakking.
Ligg
Bewaar
end (niet rechtopstaand), met dezelfde kant naar boven als
wanneer de cassette in de printer zit.
verbruiksartikelen niet:
- in tempera
- Luch
- in ee
vochtigheidsschommelingen,
- in direct zon- of kunstlicht,
- op stoffig
- in ee
- in ee
- in een omgeving met zilte lucht.
turen boven 40 C, tvochtigheid van minder dan 20% of meer dan 80%, n omgeving met extreme temperatuur- of
e plaatsen, n auto gedurende een lange periode, n omgeving met corrosieve dampen,

Tips voor het verplaatsen en opbergen van uw apparaat

U mag het apparaat bij het verplaatsen niet ondersteboven of op zijn
kant houden. Er kan immers toner vrijkomen binnenin het apparaat waardoor er schade aan het apparaat kan ontstaan of de afdrukkwaliteit kan verslechteren.
Al
s u het apparaat verplaatst, moet u ervoor zorgen dat ten minste twee
mensen het apparaat goed vasthouden.

Instructies voor het hanteren van cassettes

Raak het oppervlak van de lichtgevoelige drum in de cassette niet aan.
Ste
l de cassette niet bloot aan onnodige trillingen of schokken.
Draai
de drum nooit handmatig, vooral niet in de omgekeerde richting, want hierdoor kan de cassette binnenin worden beschadigd en gaan lekken.
Onderhoud_ 50
Page 51

8.Problemen oplossen

In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie over wat u moet doen als er een probleem optreedt.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
Toner herverdelen
Tips om papierkrulling te vermijden
Tips om papierstoringen te voorkomen
Papierstoringen verhelpen
Andere problemen oplossen

Toner herverdelen

Als de tonercassette bijna leeg is:
Verschijn
De
In dat geval kunt u de afdrukkwaliteit ti toner in de tonercassette te herverdelen. Soms blijven die witte strepen of lichtere gebieden voorkomen, zelfs nadat de toner is herverdeeld.
1. Ope
2. Verwijd
en er witte strepen of lichtere vlekken op de afdruk.
-LED knippert oranje. jdelijk verbeteren door de resterende
n de voorklep.
er de tonercassette.
5. Sluit de voorklep. Controleer of de klep goed dicht is.
Als de uitvoerlade gesloten is, opent u deze eerst.
3. Rol de cassette vijf tot zes keer heen en weer om de toner gelijkmatig te
verdelen.
Krijgt u per ongeluk toner op uw kleding, veeg de toner dan af met een droge doek en was de kleding in koud water. Als u warm water gebruikt, hecht de toner zich aan de stof.
Raak de groene onderkant van de tonercassette niet aan. Neem de cassette vast bij de handgreep zodat u de onderzijde niet hoeft aan te raken.
4. Houd
de tonercassette bij de handgreep vast en plaats de cassette
voorzichtig in de opening van het apparaat. De nokken aan de zijkanten van de cassette en de corresponderende
groeven in het apparaat leiden de cassette in de juiste positie tot ze vastklikt.

Tips om papierkrulling te vermijden

1. Open de achterklep.
2. D
uw de hendel aan weerskanten naar beneden.
Houd de achterklep tijdens het afdrukken geopend. Doe dit enkel als de afdruk meer dan 20 mm omgekruld is.
1 Hendel
Problemen oplossen_ 51
Page 52

Tips om papierstoringen te voorkomen

U kunt de meeste papierstoringen voorkomen door het juiste type afdrukmedia te gebruiken. Raadpleeg de volgende richtlijnen als er een papierstoring optreedt.
Zorg
ervoor dat de verstelbare geleiders correct zijn ingesteld. (Zie
"Papier in de lade plaatsen" op pagina 31.)
Plaats niet te ve
el papier in de lade. Zorg dat de papierstapel niet boven
de maximummarkering aan de binnenzijde van de lade uitkomt.
Verwijder geen papier uit de papierlade tijdens het afdrukken.
Buig he
t papier, waaier het uit en maak er een rechte stapel van voor u
het in de lade plaatst.
Geb
Plaats
Geb
Zorg
ruik geen gekreukt, vochtig of sterk gekruld papier.
geen verschillende soorten papier in een lade.
ruik alleen aanbevolen afdrukmedia.
ervoor dat het papier in de lade ligt met de te bedrukken zijde naar onder of in de lade voor handmatige invoer met de te bedrukken zijde naar boven.

Papierstoringen verhelpen

Als het papier vastloopt, licht de -LED op het bedieningspaneel oranje op. Zoek en verwijder het vastgelopen papier.
Om door te gaan met afdrukken na het verwijderen van vastgelopen papier, moet u de voorklep openen en vervolgens weer sluiten.
Trek het vastgelopen papier voorzichtig en langzaam naar buiten om te voorkomen dat het scheurt. Volg de aanwijzingen in de volgende hoofdstukken om de papierstoring te verhelpen.

In de papierlade

Klik op deze koppeling om een filmpje te openen over het verwijderen van vastgelopen papier.
1. Open de klep aan de voorzijde en sluit deze weer. Het vastgelopen
papier wordt automatisch uitgevoerd. Als het papier niet uit het apparaat komt, gaat u door met de volgende
stap.
2. O
pen de lade.
3. Verwijder het vastgelopen papier door het voorzichtig in een rechte lijn
naar buiten te trekken.
Als het papier niet beweegt als u eraan trekt, of als er geen papier te zien is in dit deel van de printer, controleert u de fixeereenheid rond de tonercassette. (Zie "Binnen in het apparaat" op pagina 53.)
4. Sch
uif de lade terug in het apparaat totdat deze vastklikt. De printer gaat
automatisch door met afdrukken.
Als de uitvoerlade gesloten is, opent u deze eerst.

In de lade voor handmatige invoer

Klik op deze koppeling om een filmpje te openen over het verwijderen van vastgelopen papier.
1. Als het papier niet op de juiste wijze wordt ingevoerd, trekt u het uit het
apparaat.
2. Open en sluit de klep aan de voorzijde om door te gaan met afdrukken.
Problemen oplossen_ 52
Als de uitvoerlade gesloten is, opent u deze eerst.
Page 53

Binnen in het apparaat

2
1
1
2
Klik op deze koppeling om een filmpje te openen over het verwijderen van vastgelopen papier.
Het gebied rond de fixeereenheid is heet. Wees voorzichtig wanneer u papier uit het apparaat verwijdert.
1. Als de uitvoersteunlade geopend is, sluit u deze eerst.
2. Ope
3. Verwijder het vastgelopen papier door het voorzichtig in een rechte lijn
n de klep aan de voorzijde en trek de tonercassette naar buiten door
ze voorzichtig naar beneden te drukken.
naar buiten te trekken.
2. T
rek het papier voorzichtig uit de uitvoerlade.
Stop als u het vastgelopen papier niet kunt zien of als u weerstand ondervindt wanneer u eraan trekt, en ga door met de volgende stap.
3. Open de achterklep.
4. D
uw de hendels naar beneden en verwijder het papier.
Zet de hendels terug in de oorspronkelijke positie.
4. Plaats de tonercassette terug en sluit de klep aan de voorzijde. De
printer gaat automatisch door met afdrukken.
Als de uitvoerlade gesloten is, opent u deze eerst.

In het uitvoergebied

Klik op deze koppeling om een filmpje te openen over het verwijderen van vastgelopen papier.
1. Open de klep aan de voorzijde en sluit deze weer. Het vastgelopen
papier wordt automatisch uitgevoerd. Ga naar de volgende stap als u geen vastgelopen papier ziet.
1 Hendel
Ga naar de volgende stap als u geen vastgelopen papier ziet.
5. D
uw de hendels van de fixeereenheid naar beneden en verwijder het
papier. Zet de hendels terug in de oorspronkelijke stand.
Het gebied rond de fixeereenheid is heet. Wees voorzichtig wanneer u papier uit het apparaat verwijdert.
6. Sluit de achterklep.
Problemen oplossen_ 53
Page 54
7. Open en sluit de klep aan de voorzijde. De printer gaat automatisch door
met afdrukken.
Als de uitvoerlade gesloten is, opent u deze eerst.

Andere problemen oplossen

In het onderstaande overzicht vindt u een aantal mogelijke problemen met de bijhorende oplossingen. Voer de stappen uit in de aangegeven volgorde tot het probleem is verholpen. Neem contact op met de klantendienst als het probleem zich blijft voordoen.

Stroomproblemen

Klik op deze koppeling om een animatie over stroomproblemen te bekijken.
Probleem Voorgestelde oplossingen
Het apparaat krijgt geen stroom,
of de
bindingskabel
ver tussen de computer en het apparaat is niet goed aangesloten.
Ste
ek het netsnoer in en druk op (Aan/Uit)
op het bedieningspaneel.
Maak de kabel van het apparaat los en sluit
hem opnieuw aan.

Problemen met papierinvoer

Probleem Voorgestelde oplossingen
Papier loopt vast tijdens het afdrukken.
Papier kleeft aan elkaar.
Invoerprobleem met een aantal vellen tegelijk.
Afdrukpapier wordt ni
et ingevoerd.
Het papier blijft vastlop
en.
Transparanten kle
ven aan elkaar in de papieruitvoerlade.
Enveloppen trekken sch
eef of worden
niet goed ingevoerd.
Verwijder het vastgelopen papier. (Zie "Papierstoringen verhelpen" op pagina 52.)
Controleer de maximale papiercapaciteit van
de lade. (Zie "Specificaties van het afdrukmateriaal" op pagina 65.)
Zo
rg dat u een geschikte papiersoort gebruikt. (Zie "Specificaties van het afdrukmateriaal" op pagina 65.)
Haa
l het papier uit de lade en buig het of
waaier het uit.
In
vochtige omstandigheden kunnen bepaalde papiersoorten aan elkaar blijven kleven.
Er kan niet meer dan één papiersoort tegelijk in de lade worden geplaatst. Plaats alleen papier van dezelfde soort en hetzelfde formaat en gewicht.
Verwijder eventuele vastgelopen papier in het
apparaat.
Het papier werd niet goed in de lade
geplaatst. Verwijder het papier en plaats het op de juiste manier in de lade.
Er l
igt te veel papier in de lade. Verwijder het
teveel aan papier.
Het papier is te dik. Gebruik alleen papier dat
aan de specificaties van het apparaat voldoet. (Zie "Specificaties van het afdrukmateriaal" op pagina 65.)
Er ligt te veel papier in de lade. Verwijder het
teveel aan papier. Gebruik de lade voor handmatige invoer als u op speciaal materiaal afdrukt.
U geb
ruikt een verkeerde papiersoort. Gebruik alleen papier dat aan de specificaties van het apparaat voldoet. (Zie "Specificaties van het afdrukmateriaal" op pagina 65.)
Er
zitten mogelijk materiaalresten in het apparaat. Open de voorklep en verwijder de resten.
Gebruik alleen transparanten die speciaal voor laserprinters zijn bedoeld. Verwijder elke transparant zodra het is uitgevoerd.
Zorg dat de papiergeleiders aan beide kanten van de envelop goed zijn ingesteld (ze moeten de envelop net raken).
Problemen oplossen_ 54
Page 55

Afdrukproblemen

Probleem
Het apparaat drukt niet af.
Het apparaat krijgt geen stroom.
Het apparaat is niet als standaardprinter geselecteerd.
Controleer het volgende:
De klep aan de voorzijde is niet gesloten. Sluit de
Er is een papierstoring opgetreden. Verwijder het
De papierlade is leeg. Plaats papier. (Zie "Papier in de
Er is geen tonercassette geplaatst. Plaats de
Neem contact op met de serviceafdeling als er een systeemfout optreedt.
De verbindingskabel tussen de computer en het apparaat is niet goed aangesloten.
De verbindingskabel tussen de computer en het apparaat is mogelijk defect.
De poortinstelling is verkeerd.
Het apparaat is mogelijk niet goed geconfigureerd.
Het printerstuurprogra mma is mogelijk niet goed geïnstalleerd.
Het apparaat werkt niet goed.
Mogelijke
oorzaak
voorklep.
vastgelopen papier. (Zie "Papierstoringen verhelpen" op pagina 52.)
lade plaatsen" op pagina 31.)
tonercassette.
Voorgestelde oplossingen
Controleer of het netsnoer is aangesloten.
Selecteer uw printer als de standaardprinter in Windows.
Maak de kabel van het apparaat los en sluit hem opnieuw aan.
Sluit de kabel indien mogelijk aan op een andere computer die naar behoren werkt en druk een document af. U kunt ook proberen om een andere kabel voor uw apparaat te gebruiken.
Controleer de printerinstellingen in Windows om vast te stellen of de afdruktaak naar de juiste poort wordt gestuurd. Als uw computer meerdere poorten heeft controleert u of het apparaat op de juiste poort is aangesloten.
Controleer de
voor afdrukken
afdrukinstellingen correct zijn. (Zie "Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.)
Herstel de apparaatsoftware. (Zie "Het stuurprogramma installeren voor een USB-apparaat" op pagina 26.)
Controleer of de LED’s op het
bedieningspaneel een systeemfout aangeven. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice.
U kunt een foutbericht ook
controleren vanuit Smart Panel op uw computer.
Voorkeursinstellingen
om na te gaan of alle
Probleem
Het apparaat drukt niet af.
Het apparaat haalt papier uit de verkeerde invoerbron.
Een afdruktaak wordt uiterst langzaam afgedrukt.
De helft van de pagina is leeg.
Mogelijke
oorzaak
Het document is zo groot dat er onvoldoende ruimte is op de harde schijf van de computer om toegang te krijgen tot de afdruktaak.
De uitvoerlade is vol.
De papieroptie die in de
Voorkeursinstelli ngen voor afdrukken
geselecteerd is mogelijk onjuist.
De afdruktaak is mogelijk zeer complex.
De afdrukstand werd mogelijk verkeerd ingesteld.
Het ingestelde papierformaat stemt niet overeen met het formaat van het papier in de lade.
is
Voorgestelde oplossingen
Maak extra ruimte vrij op de harde schijf en druk het document opnieuw af.
De uitvoerlade kan tot 80 vellen normaal papier bevatten. Wanneer het papier uit de uitvoerlade is verwijderd, gaat het apparaat door met afdrukken.
In veel softwaretoepassingen kan de lade worden geselecteerd op het tabblad Papier in de
Voorkeursinstellingen voor afdrukken
papierbron. Raadpleeg Help bij het printerstuurprogramma. (Zie "Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.)
Maak de pagina minder complex of wijzig de instellingen voor de afdrukkwaliteit.
Wijzig de afdrukstand in het desbetreffende programma. Raadpleeg Help bij het printerstuurprogramma.
Controleer of het papierformaat dat is ingesteld in het printerstuurprogramma overeenstemt met het papier in de papierlade. Controleer of het papierformaat dat is ingesteld in het printerstuurprogramma overeenstemt met het papier dat is geselecteerd in het programma dat u gebruikt.
Selecteer de juiste
Problemen oplossen_ 55
Page 56
Probleem
Mogelijke
oorzaak
Voorgestelde oplossingen
Probleem
Mogelijke
oorzaak
Voorgestelde oplossingen
Het apparaat drukt wel af, maar de tekst is niet correct, vervormd of niet compleet.
Er worden blanco pagina’s "afgedrukt".
Het apparaat drukt het PDF-bestand niet juist af. Sommige delen van afbeeldingen, tekst of illustraties ontbreken.
De foto’s worden niet goed afgedrukt. De afbeeldingen zijn niet duidelijk.
De kabel van het apparaat zit los of is defect.
Het verkeerde printerstuurprogra mma is geselecteerd.
De softwaretoepassin g werkt niet naar behoren.
Het besturingssysteem werkt niet naar behoren.
De tonercassette is leeg of beschadigd.
Het bestand bevat mogelijk blanco pagina’s.
Er is mogelijk een onderdeel van het apparaat defect (bijvoorbeeld de controller of het moederbord).
Incompatibiliteit tussen het PDF-bestand en de Acrobat-producten.
De resolutie van de foto is erg laag.
Maak de kabel van het apparaat los en sluit hem opnieuw aan. Druk een document af dat u eerder wel correct hebt kunnen afdrukken. Sluit kabel en apparaat indien mogelijk aan op een andere computer en druk een document af dat u eerder wel correct hebt kunnen afdrukken. Als dit alles niet helpt, probeert u een nieuwe printerkabel.
Controleer in het afdrukmenu van de toepassing of u de juiste printer hebt geselecteerd.
Probeer een document af te drukken vanuit een andere toepassing.
Sluit Windows af en start de computer opnieuw op. Schakel het apparaat uit en weer in.
Herverdeel de toner indien nodig. Vervang indien nodig de tonercassette.
Controleer of het bestand blanco pagina’s bevat.
Neem contact op met een medewerker van de klantenservice.
Het bestand kan worden afgedrukt door het PDF-bestand af te drukken als een afbeelding. Schakel
Afdrukken als afbeelding
uit de
afdrukopties van Acrobat in.
Een PDF-bestand als afbeelding afdrukken neemt meer tijd in beslag.
Maak de foto kleiner. Als u de foto in de softwaretoepassing vergroot, vermindert de resolutie.
Er komt voor het afdrukken stoom uit het apparaat ter hoogte van de uitvoerlade.
Het apparaat drukt geen speciaal papier zoals rekeningpapier af.
Het gebruik van geperforeerd papier kan aanleiding geven tot de verspreiding van dampen tijdens het afdrukken.
Papierformaat en papierformaatinstel ling komen niet overeen.
Dit is geen probleem. Ga gewoon door met afdrukken.
Stel het juiste papierformaat in onder
Bewerken...
op het tabblad
Papier
in
Voorkeursinstellingen voor afdrukken
(Zie "Voorkeurinstellingen
openen" op pagina 37.)
Problemen oplossen_ 56
Page 57

Problemen met de afdrukkwaliteit

AaBbCc AaBbCc
AaBbCc AaBbCc AaBbCc
AaBbC
AaBbC
AaBbC AaBbC AaBbC
Vuil aan de binnenkant van het apparaat of verkeerd geplaatst papier kan leiden tot een verminderde afdrukkwaliteit. Raadpleeg de onderstaande tabel om het probleem te verhelpen.
Lichte of vage afdrukken
De bovenste helft van
het papier is lichter bedrukt dan de rest van het papier
Tonervlekken
Probleem Voorgestelde oplossingen
Als u een verticale witte strook of vaag
gedeelte op de afdruk ziet is de toner bijna op. Door de resterende toner over de cassette te verdelen kunt u er waarschijnlijk nog een aantal afdrukken mee maken. (Zie "Toner herverdelen" op pagina 51.) Als de afdrukkwaliteit hierdoor niet ve een nieuwe tonercassette plaatsen.
Het papier voldoet mogelijk niet aan de
papierspecificaties. Het papier kan bijvoorbeeld te vochtig of te ruw zijn. (Zie "Specificaties van het afdrukmateriaal" op pagina 65.)
Als de
Ee
He
De toner hecht mogelijk niet aan dit papiertype.
Wijzig de instelling van de printer en probeer
Het papier voldoet mogelijk niet aan de
De
He
hele pagina te licht is, is de afdrukresolutie te laag ingesteld of staat het apparaat in de tonerspaarstand. Wijzig de afdrukresolutie en schakel de tonerspaarstand uit. Raadpleeg Help bij het printerstuurprogramma.
n combinatie van vage plekken en vegen kan erop wijzen dat de tonercassette gereinigd moet worden. (Zie "De binnenkant reinigen" op pagina 49.)
t oppervlak van het LSU-gedeelte in het apparaat kan vuil zijn. (Zie "De binnenkant reinigen" op pagina 49.)
het opnieuw. Geef Voorkeursinstellingen voor
afdrukken weer, klik op het tabblad Papier en stel het type in op Kringlooppapier.
specificaties. Het papier kan bijvoorbeeld te vochtig of te ruw zijn. (Zie "Specificaties van het afdrukmateriaal" op pagina 65.)
transportrol is mogelijk vuil. Reinig de binnenkant van het apparaat. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice.
t papierpad is mogelijk aan een reinigingsbeurt toe. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice.
rbetert, moet u
Probleem Voorgestelde oplossingen
Onregelmatigheden
Witte vlekken
Verticale strepen
Zwarte achtergrond
Problemen oplossen_ 57
Als op willekeurige plaatsen vage, doorgaans ronde, plekken verschijnen:
Er zit
Het vochtgehalte van het papier is niet op
D
W
Al
Er verschijnen witte vlekken op de pagina:
H
H
Als de pagina zwarte verticale strepen vertoont:
Er zitte
Als de pagina witte verticale strepen vertoont:
H
Als er in lichte gedeelten te veel toner wordt gebruikt (grijze achtergrond):
Geb
C
Ve
mogelijk een slecht vel tussen het
papier. Druk het document opnieuw af.
alle plaatsen gelijk of het papier bevat vochtplekken. Probeer papier van een ander merk. (Zie "Specificaties van het afdrukmateriaal" op pagina 65.)
e hele partij papier is niet in orde. Problemen tijdens de productie kunnen ertoe leiden dat sommige delen toner afstoten. Probeer een ander soort of merk papier.
ijzig de instelling van de printer en probeer
het opnieuw. Ga naar de Voorkeursinstellingen voor afdrukken, klik op het tabblad Papier en stel het type in op Dik papier. (Zie "Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.)
s het probleem hiermee niet kan worden opgelost neemt u contact op met een medewerker van de klantenservice.
et papier is te ruw en er valt veel vuil vanaf het papier op de interne onderdelen van het apparaat waardoor de rol vuil kan zijn. Reinig de binnenkant van het apparaat. (Zie "De binnenkant reinigen" op pagina 49.)
et papierpad is mogelijk aan een reinigingsbeurt toe. (Zie "De binnenkant reinigen" op pagina 49.)
n mogelijk krassen op het oppervlak (drumgedeelte) van de tonercassette. Verwijder de tonercassette en plaats een nieuwe. (Zie "De tonercassette vervangen" op pagina 62.)
et oppervlak van het LSU-gedeelte in het apparaat kan vuil zijn. (Zie "De binnenkant reinigen" op pagina 49.)
ruik papier met een kleiner gewicht. (Zie "Specificaties van het afdrukmateriaal" op pagina 65.)
ontroleer de omgevingsvoorwaarden: bijzonder droge omstandigheden of een hoge luchtvochtigheid (meer dan 80% RV) kunnen aanleiding geven tot een grijzere achtergrond.
rwijder de oude tonercassette en plaats een nieuwe. (Zie "De tonercassette vervangen" op pagina 62.)
Page 58
A
Probleem Voorgestelde oplossingen
AaBbC
AaBbC
AaBbC
AaBbC
AaBbCc
Probleem Voorgestelde oplossingen
Tonervegen Als er tonervlakken op de pagina verschijnen:
Verticaal
gkerende
teru afwijkingen
Schaduwvlekken
Rein
Controle
Verwijd
Als de bedrukte zijde van de pagina met gelijke intervallen afwijkingen vertoont:
De tonercassette is
Er
De fixeeree
Schaduwvlekken worden veroorzaakt door kleine hoeveelheden toner die willekeurig verspreid op de afdruk voorkomen.
Misschien is het papier te vochtig. Probeer af
Wij
Als het ge
ig de binnenkant van het apparaat. (Zie
"De binnenkant reinigen" op pagina 49.)
het papier. (Zie "Specificaties van het afdrukmateriaal" op pagina 65.)
nieuwe. (Zie "De tonercassette vervangen" op pagina 62.)
nog steeds dezelfde problemen ondervindt, verwijdert u de tonercassette en plaatst u een nieuwe. (Zie "De tonercassette vervangen" op pagina 62.)
van het apparaat. Als de afwijkingen zich op de achterkant van de pagina bevinden zal het probleem waarschijnlijk na enkele pagina’s vanzelf verdwijnen.
contact op met een medewerker van de klantenservice.
te drukken op papier van een andere partij. Maak een pak papier pas open op het moment dat u het gaat gebruiken zodat het papier niet te veel vocht opneemt.
schaduwvlekken verschijnen op een envelop om te voorkomen dat er wordt afgedrukt op een gebied met overlappende naden aan de rugzijde. Afdrukken op naden kan problemen veroorzaken.
pagina wordt bedekt met schaduwvlekken kiest u een andere afdrukresolutie in het softwareprogramma of in Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Zie "Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37
er de papiersoort en de kwaliteit van
er de tonercassette en installeer een
mogelijk defect. Als u
zit mogelijk toner op sommige onderdelen
nheid kan beschadigd zijn. Neem
zig de afdruklay-out als er
hele oppervlak van een afgedrukte
.)
Er blijven tonerdeeltjes hangen rond vetgedrukte tekens of donkere foto’s
Misvormde tekst
Papier schuin
Gekruld of gegolfd Plaats het papier op de juiste manier in de
Vouwen of kreuken
De toner hecht mogelijk niet aan dit papiertype.
W
ijzig de instelling van de printer en probeer
het opnieuw. Geef Vo
afdrukken weer, klik op het tabblad Papier en stel het type in op Kringlooppapier.
Als tekst er vervormd uitziet ('uitgehold' effect)
is het papier mogelijk te glad. Probeer een ander soort papier. (Zie "Specificaties van het afdrukmateriaal" op pagina 65.)
Plaats het papier op de juiste manier in de
lade.
Co
het papier. (Zie "Specificaties van het afdrukmateriaal" op pagina 65.)
Le
te ver af staan van de stapel papier.
lade.
Co
het papier. Papier kan krullen als de temperatuur of de vochtigheid te hoog is. (Zie "Specificaties van het afdrukmateriaal" op pagina 65.)
Draa
ook eens het papier 180° te draaien in de lade.
Plaats het papier op de juiste manier in de
lade.
Co
het papier. (Zie "Specificaties van het afdrukmateriaal" op pagina 65.)
Draai de stapel papier in de lade om. Probeer
ook eens het papier 180° te draaien in de lade.
orkeursinstellingen voor
ntroleer de papiersoort en de kwaliteit van
t erop dat de geleiders niet te dicht en niet
ntroleer de papiersoort en de kwaliteit van
i de stapel papier in de lade om. Probeer
ntroleer de papiersoort en de kwaliteit van
Problemen oplossen_ 58
Page 59
A
A
Probleem Voorgestelde oplossingen
AaBbC AaBbC
AaBbC AaBbC AaBbC
Probleem Voorgestelde oplossingen
Achterkant van afdrukken is vuil
Eén vaste kleur of zwa
rte pagina’s
Losse toner
Openingen in teke
ns
Een tonercassette lekt mogelijk. Reinig de binnenkant van het apparaat. (Zie "De binnenkant reinigen" op pagina 49.)
De tonercassette werd mogelijk niet goed
geplaatst. Verwijder de cassette en plaats ze opnieuw.
De
tonercassette is mogelijk defect. Verwijder de tonercassette en plaats een nieuwe. (Zie "De tonercassette vervangen" op pagina 62.)
He
t apparaat moet mogelijk worden gerepareerd. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice.
Reinig de binnenkant van het apparaat. (Zie
"De binnenkant reinigen" op pagina 49.)
Co
ntroleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier. (Zie "Specificaties van het afdrukmateriaal" op pagina 65.)
Ver
wijder de tonercassette en installeer een nieuwe. (Zie "De tonercassette vervangen" op pagina 62.)
L
ost dit het probleem niet op, dan moet het apparaat mogelijk worden hersteld. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice.
Letters worden onvolledig afgedrukt omdat er witte plekken verschijnen op plaatsen die zwart zouden moeten zijn:
Als d
Mi
Het
it probleem optreedt bij transparanten probeert u een ander soort transparant. Omwille van de samenstelling van de transparanten zijn enkele onvolledige tekens normaal.
sschien drukt u af op de verkeerde kant van het papier. Verwijder het papier en draai het om.
papier voldoet mogelijk niet aan de papierspecificaties. (Zie "Specificaties van het afdrukmateriaal" op pagina 65.)
Horizontale strepen
Krullen
Er verschijnt v
oortdurend een onbekende afbeelding op enkele vellen, er zit losse toner op de afdruk, of de afdruk is te licht of vuil.
Controleer bij horizontale zwarte strepen of vegen het volgende:
D
e tonercassette werd mogelijk onjuist geplaatst. Verwijder de cassette en plaats ze opnieuw.
D
e tonercassette is mogelijk defect. Verwijder de tonercassette en plaats een nieuwe. (Zie "De tonercassette vervangen" op pagina 62.)
L
ost dit het probleem niet op, dan moet het apparaat mogelijk worden hersteld. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice.
Als het afgedrukte papier opkrult of als het papier niet wordt ingevoerd, doet u het volgende:
D
raai de stapel papier in de lade om. Probeer ook eens het papier 180° te draaien in de lade.
W
ijzig de instelling van de printer en probeer
het opnieuw. Ga naar de Voorkeursinstellingen voor afdrukken, klik op het tabblad Papier en stel het type in op Dun papier. (Zie "Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.)
Uw apparaat wordt mogelijk gebruikt op een ho
ogte van 1.000 m of meer. Een dergelijke hoogte kan de afdrukkwaliteit beïnvloeden (bijv. losse toner of een lichte afdruk). Pas de luchtdrukaanpassing van uw apparaat aan. (Zie "Luchtdrukaanpassing" op pagina 29
.)
Problemen oplossen_ 59
Page 60

Veelvoorkomende problemen onder Windows

Probleem Voorgestelde oplossingen
Probleem Voorgestelde oplossingen
Tijdens de installatie verschijnt het bericht "Bestand in gebruik".
Het bericht "Algem
ene
Sluit alle softwaretoepassingen af. Verwijder alle software uit de opstartgroep en start vervolgens Windows weer op. Installeer het printerstuurprogramma opnieuw.
Sluit alle andere toepassingen af, start Windows o
pnieuw op en probeer opnieuw af te drukken.
beschermingsfout", "OE-uitzondering", "Spool 32" of "Ongeldige bewerking" verschijnt.
Het bericht "Kan niet afdrukken" of "Er is een time-outfout in de printer opgetreden" verschijnt.
Deze berichten kunnen tijdens het afdrukken verschijnen. Wacht tot het apparaat klaar is met afdrukken. Als het bericht verschijnt in gereedmodus of nadat de afdruk is voltooid, controleert u de aansluiting en gaat u na of er een fout is opgetreden.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van Microsoft Windows die met uw computer is meegeleverd voor meer informatie over foutmeldingen in Windows.

Veelvoorkomende problemen onder Linux

Probleem Voorgestelde oplossingen
Het apparaat drukt niet af.
Controleer of het printerstuurprogramma is
geïnstalleerd. Open Unified Driver Configurator en selecteer het tabblad
Printers in het venster Printers configuration om de lijst met beschikbare
printers weer te geven. Controleer of het apparaat in de lijst staat. Als dit niet zo is, opent u Add new printer wizard om uw apparaat in te stellen.
Co
ntroleer of het apparaat is ingeschakeld.
Open Printers configuration en selecteer uw apparaat uit de lijst met printers. Bekijk de omschrijving in het paneel Selected printer. Druk op de knop Start als de status de tekenreeks Stopped bevat. Hierna zou het apparaat weer normaal moeten werken. De status "stopped" kan geactiveerd zijn wanneer er zich problemen met het afdrukken hebben voorgedaan.
Co
ntroleer of er een speciale afdrukoptie is ingesteld voor de toepassing, zoals "-oraw". Als de parameter "-oraw" is opgegeven in de opdrachtregel verwijdert u deze om het afdrukprobleem op te lossen. Voor Gimp front-end kiest u "print" -> "Setup printer" en bewerkt u de opdrachtregelparameter in de menuoptie.
Het apparaat drukt gee
n volledige pagina’s af. Slechts de helft van de pagina wordt afgedrukt.
Dit is een gekend probleem dat zich voordoet bij gebruik van een kleurenprinter met versie 8.51 of een oudere versie van Ghostscript, 64-bits Linux OS. Dit probleem is aan bugs.ghostscript.com gemeld als Ghostscript Bug 688252. Het probleem is opgelost in AFPL Ghostscript versie 8.52 of een hogere versie. Download de meest recente versie van AFPL Ghostscript van http://sourceforge.net/projects/ ghostscript/ en installeer deze om dit probleem op te lossen.
De foutmelding "Can
not open port device file" verschijnt als ik een document afdruk.
Wijzig nooit de parameters van een afdruktaak (via LPR GU
I bijvoorbeeld) terwijl er een afdruktaak wordt uitgevoerd. Diverse versies van CUPS-server breken de afdruktaak af als de afdrukopties worden gewijzigd en proberen vervolgens de taak vanaf het begin opnieuw uit te voeren. Aangezien Unified Linux Driver de poort tijdens het afdrukken vergrendelt, blijft deze vergrendeld door het abrupte afbreken van de driver zodat de poort niet beschikbaar is voor volgende afdruktaken. Als deze situatie zich voordoet, probeert u de poort vrij te geven door
Release port te selecteren in Port configuration.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van Linux die met uw computer is meegeleverd voor meer informatie over Linux-foutmeldingen.

Veelvoorkomende problemen onder Macintosh

Probleem Voorgestelde oplossingen
Het apparaat drukt PDF-bestanden niet juist af. Sommige delen van afbeeldingen, tekst of illustraties ontbreken.
Bepaalde letters worden niet normaal weergegeven tijdens het afdrukken van het voorblad.
Als u op een Ma
cintosh-computer een document afdrukt met Acrobat Reader 6.0 of hoger worden de kleuren niet op de juiste wijze afgedrukt.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van Macintosh die met uw computer is meegeleverd voor meer informatie over Macintosh-foutmeldingen.
Het bestand kan worden afgedrukt door het PDF
-bestand af te drukken als een afbeelding.
Schakel Afdrukken als afbeelding uit de afdrukopties van Acrobat in.
Een PDF-bestand als afbeelding afdrukken neemt meer tijd in beslag.
Mac OS kan het lettertype niet aanmaken tijdens he
t afdrukken van het voorblad. Het Nederlandse alfabet en Nederlandse cijfers worden normaal weergegeven op het voorblad.
Controleer of de resolutie-instelling in uw printerstuurprogramma overeenkomt met de resolutie-instelling in Acrobat Reader.
Problemen oplossen_ 60
Page 61

9.Verbruiksartikelen

In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u verbruiksartikelen en onderdelen voor het onderhoud van uw apparaat kunt aankopen.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
Aankoopmogelijkheden
Verkrijgbare verbruiksartikelen
De beschikbare accessoires kunnen verschillen van land tot land. Neem contact op met uw verkoper voor de lijst met beschikbare verbruiksartikelen en onderdelen.

Aankoopmogelijkheden

Verkrijgbare onderdelen voor onderhoud
De tonercassette vervangen
Als u nieuwe tonercassettes of verbruiksartikelen aanschaft, doet u dit best in het land waar u het apparaat hebt gekocht. Nieuwe tonercassettes of andere verbruiksartikelen zijn mogelijk niet compatibel met het apparaat omdat de configuratie van tonercassettes en andere verbruiksartikelen per land kunnen verschillen.
Als u door Samsung goedgekeurde verbruiksartikelen, accessoires of reserveonderdelen wilt bestellen, neem dan contact op met de lokale Samsung-handelaar of verdeler bij wie u de printer hebt gekocht. U kunt ook surfen naar www.samsung.com/supplies en uw
land/regio selecteren voor
informatie over het aanvragen van technische ondersteuning.

Verkrijgbare verbruiksartikelen

Als de verbruiksartikelen het einde van hun levensduur naderen kunt u de volgende verbruiksartikelen voor uw apparaat bestellen:
Gemiddeld
Type
Standaardrend ement tonercassette
Tonercassette met hoge capaciteit
a.Opgegeven gebruiksduur overeenkomstig ISO/IEC 19752.
b.Regio A: Albanië, België, Bosnië, Bulgarije, Cyprus, Denemarken,
itsland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Italië, Kroatië,
Du Macedonië, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Servië, Slovakije, Slovenië, Spanje, Tsjechische Republiek, Zweden, Zwitserland en het VK.
c. Regio B: India.
d.Regio C: China.
aantal
afdrukken
Ong. 1.500 pagi
na’s
Ong. 2.500 pagi
na’s
a
Naam van het onderdeel
105 (MLT-D105S)
Re
gio Ab: 1052 (MLT-D1052S)
105L (MLT-D105L)
102L (MLT-D102L)
Re
gio Ab: 1052L (MLT-D1052L)
Re
gio Bc: 102L (MLT-D102L)
Re
gio Cd: 102L (MLT-D102L)
- ML-2
- ML-2
541: MLT-D102L/XIL 547: MLT-D102L/XSW
Samsung raadt gebruik van niet-originele Samsung-tonercassettes (bijv. hervulde of gereviseerde tonercassettes) af. Samsung kan de kwaliteit van niet-originele Samsung-tonercassettes niet garanderen. Onderhoud en herstellingen die vereist zijn als gevolg van het gebruik van andere tonercassettes dan die van Samsung vallen niet onder de garantie van het apparaat.

Verkrijgbare onderdelen voor onderhoud

Om kwaliteits- en doorvoerproblemen als gevolg van versleten onderdelen te vermijden en ervoor te zorgen dat uw printer goed blijft presteren moeten de volgende onderdelen vervangen worden zodra het opgegeven aantal afdrukken is bereikt of de levensduur van het desbetreffende onderdeel is verstreken.
Onderdelen
Gemiddeld aantal afdrukken
Transportrol Ong. 50.000 pagina’s
Fixeereenheid Ong. 50.000 pagina’s
Opneemrol Ong. 50.000 pagina’s
Cassette-eenheid Ong. 50.000 pagina’s
a.De afdruksnelheid is afhankelijk van het gebruikte
besturingssysteem, de snelheid van de computer, de gebruikte toepassing, de verbindingsmethode, het type en formaat van de afdrukmedia en de complexiteit van de taak.
Neem contact op met de winkel waar u het appa
raat hebt gekocht om
reserveonderdelen te kopen. Laat onderdelen voor onderhoud alleen vervangen door een erkende
medewerker of door de leverancier of winkel waar u het apparaat
service hebt gekocht. De vervanging van onderdelen waarvan de gebruiksduur is verstreken valt niet onder de garantie.
a
Zie "De tonercassette vervangen" op pagina 62 voor het vervangen van de tonercassette.
De levensduur van de tonercassette kan variëren afhankelijk van de opties en de taakmodus.
Verbruiksartikelen_ 61
Page 62

De tonercassette vervangen

Klik op deze koppeling om een filmpje te openen over het vervangen van een tonercassette.
Wanneer de tonercassette de geschatte gebruiksduur heeft bereikt.
Het ven
verschijnt op het scherm van uw computer en geeft aan dat u de tonercassette moet vervangen.
Sto
Dit betekent dat de tonercassette moet worden vervangen. Controleer het type tonercassette van uw apparaat. (Zie "Verkrijgbare verbruiksartikelen" op pagina 61.)
1. Ope
2. Verwijd
ster van het programma Samsung-printerstatus (of Smart Panel)
pt het apparaat met afdrukken.
n de voorklep.
er de tonercassette.
6. Schud de cassette voorzichtig vijf tot zes keer heen en weer om de toner
gelijkmatig te verdelen. Zo zorgt u ervoor dat u het maximum aantal kopieën per cassette kunt maken.
Krijgt u per ongeluk toner op uw kleding, veeg de toner dan af met een droge doek en was de kleding in koud water. Als u warm water gebruikt, hecht de toner zich aan de stof.
Raak de groene onderkant van de tonercassette niet aan. Neem de cassette vast bij de handgreep zodat u de onderzijde niet hoeft aan te raken.
oud de tonercassette bij de handgreep vast en plaats de cassette
7. H
voorzichtig in de opening van het apparaat. De nokken aan de zijkanten van de cassette en de corresponderende
g
roeven in het apparaat leiden de cassette in de juiste positie tot ze
vastklikt.
3. Neem een nieuwe tonercassette uit de verpakking.
4. Verwijd
er het papier rond de tonercassette door de tape te verwijderen.
5. Trek de afdichtingstape aan het uiteinde van de tonercassette voorzichtig uit de cassette en gooi de tape weg.
Het afsluittape is als het op de juiste wijze verwijderd is, langer
dan 60 cm.
U moet de tape recht van de inktcassette trekken om deze te
verwijderen. Let op dat de tape niet afscheurt. Als dit gebeurt, is de tonercassette onbruikbaar.
Zi
e de afbeeldingen met instructies op de verpakking van de
cassette.
8. Sluit de voorklep. Controleer of de klep goed dicht is.
Als de uitvoerlade gesloten is, opent u deze eerst.
Verbruiksartikelen_ 62
Page 63

10.Specificaties

In dit hoofdstuk vindt u meer informatie over de specificaties van het apparaat.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
Hardwarespecificaties
Omgevingsvoorwaarden
Elektrische specificaties
Specificaties van h
et afdrukmateriaal
De specificaties hieronder kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Zie www.samsung.com/printer voor mogelijke wijzigingen.

Hardwarespecificaties

Item Beschrijving
Afmetingen Hoogte 197 mm
Diepte 389 mm
Breedte 358 mm
Gewicht Apparaat met verbruiksartikelen 7.24 Kg

Omgevingsvoorwaarden

Item Beschrijving
Geluidsniveau
a
Gereedmodus 26 dB (A)
Afdrukmodus 53 dB (A)
Temperatuur Werking 10 tot 32 °C
Opslag (zonder verpakking) 0 tot 40 °C
Relatieve luchtvochtigheid Werking 20 tot 80% RV
Opslag (zonder verpakking) 10 tot 80% RV
a.Geluidsdrukniveau, ISO 7779. Geteste configuratie: apparaat basisinstallatie, A4-papierformaat, enkelzijdig afdrukken.
Specificaties_ 63
Page 64

Elektrische specificaties

De stroomvereisten zijn gebaseerd op het land of de regio waar het apparaat wordt verkocht. De bedrijfsspanning mag niet worden gewijzigd. Doet u dit toch, dan kan het apparaat beschadigd raken en vervalt de productgarantie.
Item Beschrijving
Voeding
a
Stroomverbruik Gemiddelde bedrijfsmodus minder dan 360 W
a.Zie het typeplaatje op het apparaat voor de juiste spanning, de frequentie (hertz) en het type stroom voor uw apparaat.
Model dat op 110 volt werkt AC 110 - 127 V
Model dat op 220 volt werkt AC 220 - 240 V
Gereedmodus Minder dan 60 W
Energiebesparende modus minder dan 5.0 W
Uitgeschakelde toestand minder dan 0.5 W
Specificaties_ 64
Page 65

Specificaties van het afdrukmateriaal

Type Formaat Afmetingen
Gewicht afdrukmedia
Papierlade 1 Lade voor handmatige invoer
Normaal papier Letter 216 × 279 mm
Legal 216 × 356 mm
60 tot 90 g/m
2
50 vellen van 80 g/m
2
(bankpostpapier)
US Folio 216 × 330 mm
A4 210 × 297 mm
Oficio 216 × 343 mm
JIS B5 182 × 257 mm
ISO B5 176 × 250 mm
60 tot 90 g/m
1
50 vellen van 80 g/m
2
(bankpostpapier)
Executive 184 × 267 mm
A5 148 × 210 mm
A6 105 × 148 mm
Envelop Monarch-env. 98 × 191 mm Niet beschikbaar in lade 1
Env. nr.10 105 × 241 mm
Envelop DL 110 × 220 mm
Envelop C5 162 × 229 mm
Envelop C6 114 × 162 mm
Dik papier Zie Normaal papier Zie Normaal papier
Dun papier Zie Normaal papier Zie Normaal papier
2
90 g/m
60 tot 70 g/m
2
Transparanten Zie Normaal papier Zie Normaal papier Niet beschikbaar in lade 1
Etiketten
c
Letter, Legal, US
Zie Normaal papier Niet beschikbaar in lade 1 Folio, A4, JIS B5, ISO B5, Executive, A5, Statement
Kartonpapier Letter, Legal, US
Zie Normaal papier Niet beschikbaar in lade 1 Folio, A4, JIS B5, ISO B5, Exe
cutive, A5, Statement, Briefkaart 4x6
Minimaal formaat (aangepast) 76 × 127 mm
60 tot 163 g/m
2
Maximaal formaat (aangepast) 216 × 356 mm
/capaciteit
ba
60 tot 220 g/m2
2
2
1 vel stapeling
75 tot 90 g/m
2
1 vel stapeling
2
90 g/m
1 vel stapeling
60 tot 70 g/m
2
1 vel stapeling
138 tot 146 g/m
2
1 vel stapeling
120 tot 150 g/m
2
1 vel stapeling
105 tot 163 g/m
2
1 vel stapeling
a.Plaats het papier vel per vel in de lade als het afdrukmateriaal meer weegt dan 120 g/m2.
b.De maximumcapaciteit kan verschillen, afhankelijk van de omgevingsvoorwaarden en van het gewicht en de dikte van het afdrukmateriaal.
c. Gladheid: 100 tot 250 (Sheffield).
Specificaties_ 65
Page 66

Contact SAMSUNG worldwide

If you have any comments or questions regarding Samsung products, contact the Samsung customer care center.
Country/Region Customer Care Center Web Site
ALBANIA 42 27 5755
ARGENTINE 0800-333-3733 www.samsung.com
ARMENIA 0-800-05-555
AUSTRALIA 1300 362 603 www.samsung.com
AUSTRIA 0810-SAMSUNG (7267864, € 0.07/min) www.samsung.com
AZERBAIJAN 088-55-55-555
BAHRAIN 8000-4726 www.samsung.com
BELARUS 810-800-500-55-500
BELGIUM 02-201-24-18 www.samsung.com/be (Dutch)
www.samsung.com/be_fr (French)
BOSNIA 05 133 1999
BRAZIL 0800-124-421
4004-0000
BULGARIA 07001 33 11 www.samsung.com
CANADA 1-800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com
CHILE 800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com
CHINA 400-810-5858 www.samsung.com
COLOMBIA 01-8000112112 www.samsung.com
COSTA RICA 0-800-507-7267 www.samsung.com
CROATIA 062 SAMSUNG (062 726 7864) www.samsung.com
CZECH REPUBLIC 800-SAMSUNG (800-726786) www.samsung.com
Samsung Zrt., česká organizační složka, Oasis Florenc, Sokolovská394/17, 180 00, Praha 8
DENMARK 70 70 19 70 www.samsung.com
DOMINICA 1-800-751-2676 www.samsung.com
ECUADOR 1-800-10-7267 www.samsung.com
EGYPT 0800-726786 www.samsung.com
EIRE 0818 717100 www.samsung.com
EL SALVADOR 800-6225 www.samsung.com
ESTONIA 800-7267 www.samsung.com
FINLAND 030-6227 515 www.samsung.com
FRANCE 01 48 63 00 00 www.samsung.com
GERMANY 01805 - SAMSUNG (726-7864 € 0,14/min) www.samsung.com
GEORGIA 8-800-555-555
www.samsung.com
Contact SAMSUNG worldwide_ 66
Page 67
Country/Region Customer Care Center Web Site
GREECE IT and Mobile : 80111-SAMSUNG (80111 7267864) from land line, local charge/
from mobile, 210 6897691 Cameras, Camcorders, Televisions and Household AppliancesFrom mobile and fixed 2106293100
GUATEMALA 1-800-299-0013 www.samsung.com
HONDURAS 800-27919267 www.samsung.com
HONG KONG (852) 3698-4698 www.samsung.com/hk
HUNGARY 06-80-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com
INDIA 3030 8282
1800 3000 8282
INDONESIA 0800-112-8888
021-5699-7777
IRAN 021-8255 www.samsung.com
ITALY 800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com
JAMAICA 1-800-234-7267 www.samsung.com
JAPAN 0120-327-527 www.samsung.com
JORDAN 800-22273 www.samsung.com
KAZAKHSTAN 8-10-800-500-55-500 (GSM:7799) www.samsung.com
KOSOVO +381 0113216899
KUWAIT 183-2255 www.samsung.com
KYRGYZSTAN 00-800-500-55-500 www.samsung.com
LATVIA 8000-7267 www.samsung.com
LITHUANIA 8-800-77777 www.samsung.com
LUXEMBURG 261 03 710 www.samsung.com
MALAYSIA 1800-88-9999 www.samsung.com
MACEDONIA 023 207 777
MEXICO 01-800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com
MOLDOVA 00-800-500-55-500
MONTENEGRO 020 405 888
MOROCCO 080 100 2255 www.samsung.com
NIGERIA 080-SAMSUNG(726-7864) www.samsung.com
NETHERLANDS 0900-SAMSUNG (0900-7267864) (€ 0,10/min) www.samsung.com
NEW ZEALAND 0800 SAMSUNG (0800 726 786) www.samsung.com
NICARAGUA 00-1800-5077267 www.samsung.com
NORWAY 815-56 480 www.samsung.com
OMAN 800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com
PANAMA 800-7267 www.samsung.com
PERU 0-800-777-08 www.samsung.com
www.samsung.com
www.samsung.com/hk_en/
www.samsung.com
www.samsung.com
Contact SAMSUNG worldwide_ 67
Page 68
Country/Region Customer Care Center Web Site
PHILIPPINES 1800-10-SAMSUNG (726-7864)
1-800-3-SAMSUNG (726-7864) 1-800-8-SAMSUNG (726-7864) 02-5805777
POLAND 0 801 1SAMSUNG (172678)
022-607-93-33
PORTUGAL 80820-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com
PUERTO RICO 1-800-682-3180 www.samsung.com
RUMANIA 08010 SAMSUNG (08010 726 7864) only from landline, local network
Romtelecom - local tariff /021 206 01 10 for landline and mobile, normal tariff.
RUSSIA 8-800-555-55-55 www.samsung.com
SAUDI ARABIA 9200-21230 www.samsung.com
SERBIA 0700 SAMSUNG (0700 726 7864) www.samsung.com
SINGAPORE 1800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com
SLOVAKIA 0800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com
SOUTH AFRICA 0860 SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com
SPAIN 902-1-SAMSUNG(902 172 678) www.samsung.com
SWEDEN 0771 726 7864 (SAMSUNG) www.samsung.com
SWITZERLAND 0848-SAMSUNG (7267864, CHF 0.08/min) www.samsung.com/ch
TADJIKISTAN 8-10-800-500-55-500 www.samsung.com
TAIWAN 0800-329-999 www.samsung.com
THAILAND 1800-29-3232
02-689-3232
TRINIDAD & TOBAGO 1-800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com
TURKEY 444 77 11 www.samsung.com
U.A.E 800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com
U.K 0330 SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com
U.S.A 1-800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com
UKRAINE 0-800-502-000 www.samsung.com/ua
UZBEKISTAN 8-10-800-500-55-500 www.samsung.com
VENEZUELA 0-800-100-5303 www.samsung.com
VIETNAM 1 800 588 889 www.samsung.com
www.samsung.com
www.samsung.com
www.samsung.com
www.samsung.com/ch_fr/
www.samsung.com
www.samsung.com/ua_ru
Contact SAMSUNG worldwide_ 68
Page 69

Verklarende woordenlijst

De onderstaande woordenlijst helpt u vertrouwd te raken met het product en de terminologie die in deze gebruikershandleiding wordt gebruikt en verband houdt met afdrukken.
802.11
802.11 bevat een reeks standaarden voor draadloze-netwerkcommunicatie (WLAN) ontwikkeld door het IEEE LAN/MAN-Standards Committee (IEEE 802).
802.11b/g/n
802.11b/g/n kan dezelfde hardware delen over een bandbreedte van 2,4 GHz. 802.11b ondersteunt een bandbreedte tot maximaal 11 Mbps,
802.11n ondersteunt een bandbreedte tot 150 Mbps. 802.11b/g/ n-apparaten kunnen interferentie ondervinden van magnetrons, draadloze telefoons en Bluetooth-apparaten.
Toegangspunt
Een toegangspunt of draadloos toegangspunt (AP of WAP) is een apparaat dat apparaten voor draadloze communicatie verbindt in een draadloos netwerk (WLAN) en dienst doet als een centrale zender en ontvanger van WLAN-radiosignalen.
ADF
De automatische documentinvoer (ADF) is een mechanisme dat automatisch een origineel vel papier invoert zodat het apparaat een gedeelte van het papier in één keer kan scannen.
client een IP-adres toe uit een pool van adressen. Met BOOTP kunnen computers met een "schijfloos werkstation" een IP-adres ophalen voordat een geavanceerd besturingssysteem wordt geladen.
CCD
CCD (Charge Coupled Device) is hardware die de scantaak mogelijk maakt. Het CCD-vergrendelingsmechanisme wordt ook gebruikt om de CCD-module te blokkeren en schade te voorkomen wanneer u het apparaat verplaatst.
Sorteren
Sorteren is een proces waarbij een kopieertaak bestaande uit meerdere exemplaren in sets wordt afgedrukt. Wanneer de optie Sorteren is ingeschakeld, wordt eerst een volledige set afgedrukt voordat de overige kopieën worden gemaakt.
Configuratiescherm
Een bedieningspaneel is het platte, doorgaans verticale, gedeelte waarop de bedienings- of controle-instrumenten worden weergegeven. Deze bevinden zich doorgaans aan de voorzijde van het apparaat.
Dekkingsgraad
Dit is de afdrukterm die wordt gebruikt om het tonergebruik bij het afdrukken te meten. Een dekkingsgraad van 5% betekent bijvoorbeeld dat een vel A4-papier 5% aan afbeeldingen of tekst bevat. Dus als het papier of origineel ingewikkelde afbeeldingen of veel tekst bevat, is de dekkingsgraad en daarmee het tonergebruik hoger.
AppleTalk
AppleTalk is een octrooirechtelijk beschermde suite van door Apple Inc ontwikkelde protocollen voor computernetwerken. Deze suite maakte deel uit van de oorspronkelijke Macintosh (1984); Apple gebruikt tegenwoordig echter TCP/IP-netwerken.
Bitdiepte
Een computer graphics-term die beschrijft hoeveel bits er nodig zijn om de kleur van één pixel in een bitmapafbeelding te vertegenwoordigen. Een hogere kleurdiepte geeft een breder scala van te onderscheiden kleuren. Naarmate het aantal bits toeneemt, wordt het aantal mogelijke kleuren te groot voor een kleurtabel. Een 1-bits kleur wordt doorgaans monochroom of zwart-wit genoemd.
BMP
Een grafische bitmapindeling die intern wordt gebruikt door het grafische subsysteem van Microsoft Windows (GDI) en algemeen wordt gebruikt als een eenvoudige grafische bestandsindeling op dat platform.
BOOTP
Bootstrap-protocol. Een netwerkprotocol dat wordt gebruikt door een netwerkclient om automatisch het IP-adres op te halen. Dit gebeurt doorgaans in het bootstrapproces van computers of de daarop uitgevoerde besturingssystemen. De BOOTP-servers wijzen aan iedere
Verklarende woordenlijst_ 69
CSV
Kommagescheiden waarden (CSV). CSV is een type bestandsindeling. CSV wordt gebruikt om gegevens uit te wisselen tussen verschillende toepassingen. Deze bestandsindeling wordt in Microsoft Excel gebruikt en is min of meer de norm geworden in de IT-sector, ook op niet-Microsoftplatformen.
DADF
De dubbelzijdige automatische documentinvoer (DADF) is een scanmechanisme waarmee een origineel automatisch wordt ingevoerd en omgedraaid, zodat het apparaat beide zijden van het papier kan inscannen.
Standaard
De waarde of instelling die van kracht is wanneer de printer uit de verpakking wordt gehaald, opnieuw wordt ingesteld of wordt geïnitialiseerd.
DHCP
Een DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol) is een client/ servernetwerkprotocol. Een DHCP-server stuurt configuratieparameters naar de DHCP-clienthost die deze gegevens opvraagt om deel te
Page 70
kunnen uitmaken van een IP-netwerk. DHCP biedt ook een mechanisme voor de toewijzing van IP-adressen aan clienthosts.
soms worden veroorzaakt door ruis op de telefoonlijn, automatisch opgespoord en gecorrigeerd.
DIMM
De DIMM (Dual In-line Memory Module) is een kleine printplaat met geheugen. DIMM slaat alle gegevens in het apparaat op, zoals afdrukgegevens of ontvangen faxgegevens.
DLNA
DLNA (Digital Living Network Alliance) is een standaard waarmee apparaten in een thuisnetwerk gegevens met elkaar kunnen uitwisselen via het netwerk.
DNS
DNS (Domain Name Server) is een systeem dat domeinnaaminformatie opslaat in een gedistribueerde database op netwerken, zoals het internet.
Matrixprinter
Een matrixprinter is een printer met een printerkop die heen en weer loopt over de pagina en afdrukt door middel van aanslagen, waarbij een van inkt voorzien lint tegen het papier wordt geslagen, zoals bij een typemachine.
DPI
DPI (Dots Per Inch) is een maateenheid voor resolutie die wordt gebruikt voor scannen en afdrukken. Over het algemeen leidt een hogere DPI tot een hogere resolutie, meer zichtbare details in de afbeelding en een groter bestandsformaat.
DRPD
Distinctieve belpatroondetectie. Distinctieve belpatroondetectie is een dienst van de telefoonmaatschappij waarmee een gebruiker met een enkele telefoonlijn oproepen naar verschillende telefoonnummers kan ontvangen.
Dubbelzijdig
Een mechanisme dat een vel papier automatisch omkeert zodat het apparaat beide zijden van het vel kan bedrukken (of scannen). Een printer met een duplexeenheid kan afdrukken op beide zijden van een vel papier tijdens één printcyclus.
Afdrukvolume
Het afdrukvolume bestaat uit de hoeveelheid afgedrukte pagina’s per maand die de printerprestaties niet beïnvloedt. Doorgaans heeft de printer een beperkte levensduur, zoals een bepaald aantal pagina’s per jaar. De levensduur duidt de gemiddelde afdrukcapaciteit aan, meestal binnen de garantieperiode. Als het afdrukvolume bijvoorbeeld 48 000 pagina’s per maand (20 werkdagen) bedraagt, beperkt de printer het aantal pagina’s tot 2 400 per dag.
ECM
Foutcorrectiemodus (ECM) is een optionele verzendmodus voor foutcorrectie die is opgenomen in faxapparaten of faxmodems van Klasse 1. Hiermee worden fouten tijdens de verzending van faxen, die
Emulatie
Emulatie is een techniek waarbij met één apparaat dezelfde resultaten worden behaald als met een ander.
Een emulator kopieert de functies van één systeem naar een ander systeem, zodat het tweede systeem zich als het eerste gedraagt. Emulatie is gericht op de exacte reproductie van extern gedrag, in tegenstelling tot simulatie; dit houdt verband met een abstract model van het systeem dat wordt gesimuleerd, vaak met betrekking tot de interne staat.
Ethernet
Ethernet is een op frames gebaseerde computernetwerktechnologie voor LAN’s. Hiermee worden de bedrading en de signalen gedefinieerd voor de fysieke laag en frameformaten en protocollen voor de MAC/ gegevenskoppelingslaag van het OSI-model. Ethernet wordt meestal gestandaardiseerd als IEEE 802.3. Het is sinds de jaren ’90 van de afgelopen eeuw de meest gebruikte LAN-technologie.
EtherTalk
Een protocolsuite die Apple Computer ontwikkelde voor computernetwerken. Deze suite maakte deel uit van de oorspronkelijke Macintosh (1984); Apple gebruikt tegenwoordig echter TCP/ IP-netwerken.
FDI
Interface extern apparaat (FDI) is een kaart die in het apparaat is geïnstalleerd zodat andere apparaten van derden, bijvoorbeeld een muntautomaat of een kaartlezer, kunnen worden aangesloten. Met deze apparaten kunt u laten betalen voor afdrukservices die worden uitgevoerd met uw apparaat.
FTP
Protocol voor bestandsuitwisseling (FTP) is een algemeen gebruikt protocol voor de uitwisseling van bestanden via een willekeurig netwerk dat het TCP/IP-protocol ondersteunt (zoals internet of een intranet).
Fixeereenheid
Het onderdeel van een laserprinter dat de toner op het afdrukmateriaal fixeert. De eenheid bestaat uit een rol die het papier verwarmt en een rol die druk uitoefent. Nadat toner op het papier is aangebracht, maakt de fixeereenheid gebruik van hitte en druk om ervoor te zorgen dat de toner aan het papier hecht. Dat verklaart ook waarom het papier warm is als het uit een laserprinter komt.
Gateway
Een verbinding tussen computernetwerken of tussen computernetwerken en een telefoonlijn. Gateways worden veel gebruikt omdat het computers of netwerken zijn die toegang bieden tot andere computers of netwerken.
Grijswaarden
Grijstinten die de lichte en donkere delen van een afbeelding weergeven worden omgezet in grijswaarden; kleuren worden door verschillende grijstinten weergegeven.
Verklarende woordenlijst_ 70
Page 71
Halftoon
Een type afbeelding dat grijswaarden simuleert door het aantal punten te variëren. Kleurrijke gebieden bestaan uit een groot aantal punten, terwijl lichtere gebieden uit een kleiner aantal punten bestaan.
Massaopslagapparaat
Een massaopslagapparaat, doorgaans een harde of vaste schijf genoemd, is een niet-vluchtig opslagapparaat dat digitaal gecodeerde gegevens opslaat op snel draaiende platen met een magnetisch oppervlak.
IEEE
Het IEEE (Institute of Electrical and Electronics Engineers) is een internationale professionele non-profitorganisatie voor de bevordering van elektrische technologie.
IEEE 1284
De 1284-norm voor de parallelle poort is ontwikkeld door het IEEE (Institute of Electrical and Electronics Engineers). De term "1284-B" verwijst naar een bepaald type connector aan het uiteinde van de parallelle kabel die kan worden aangesloten op het randapparaat (bijvoorbeeld een printer).
Intranet
Een besloten netwerk dat gebruikmaakt van internetprotocollen, netwerkconnectiviteit en eventueel het openbaar telecommunicatiesysteem om werknemers op een veilige manier bedrijfsgegevens te laten uitwisselen of verrichtingen te laten uitvoeren. De term kan nu en dan ook enkel verwijzen naar de meest zichtbare dienst, de interne website.
IP-adres of hostnaam
Een Internet Protocol-adres (IP-adres) is een uniek nummer dat apparaten gebruiken om elkaar te identificeren en informatie uit te wisselen in een netwerk met behulp van de Internet Protocol-standaard.
IPM
IPM (Afbeeldingen per minuut) is een eenheid waarmee de snelheid van een printer wordt gemeten. Het IPM-cijfer geeft het aantal vellen papier aan dat een printer binnen één minuut eenzijdig kan bedrukken.
en is een bijzonder efficiënt protocol voor dit doel (doorgaans overtreffen de prestaties die van TCP/IP in een LAN).
ISO
De Internationale organisatie voor standaardisatie (ISO) is een internationale organisatie die normen vastlegt en samengesteld is uit vertegenwoordigers van nationale standaardiseringsorganisaties. De ISO produceert wereldwijd industriële en commerciële normen.
ITU-T
De Internationale Telecommunicatie Unie is een internationale organisatie die is opgericht voor de standaardisering en regulering van internationale radio- en telecommunicatie. De belangrijkste taken zijn onder meer standaardisering, de toewijzing van het radiospectrum en de organisatie van onderlinge verbindingen tussen verschillende landen waarmee internationale telefoongesprekken mogelijk worden gemaakt. De -T in ITU-T duidt op telecommunicatie.
ITU-T No. 1 chart
Gestandaardiseerd testdiagram dat is gepubliceerd door ITU-T voor het verzenden van faxdocumenten.
JBIG
JBIG (Joint Bi-level Image Experts Group) is een norm voor de compressie van afbeeldingen zonder verlies van nauwkeurigheid of kwaliteit, die ontworpen is voor de compressie van binaire afbeeldingen, in het bijzonder voor faxen, maar ook voor andere afbeeldingen.
JPEG
JPEG (Joint Photographic Experts Group) is de meest gebruikte standaardcompressiemethode voor foto’s. Deze indeling wordt gebruikt voor het opslaan en verzenden van foto’s over het internet.
LDAP
LDAP (Lightweight Directory Access Protocol) is een netwerkprotocol voor het zoeken in en aanpassen van directoryservices via TCP/IP.
LED
Een LED (Light-Emitting Diode) is een halfgeleider die de status van een apparaat aangeeft.
IPP
IPP (Internet Printing Protocol) is een standaardprotocol voor zowel afdrukken als het beheren van afdruktaken, mediaformaat, resolutie, enzovoort. IPP kan lokaal of via het internet voor honderden printers worden gebruikt en ondersteunt tevens toegangsbeheer, verificatie en codering, waardoor het een veel effectievere en veiligere afdrukoplossing is dan eerdere oplossingen.
IPX/SPX
IPX/SPX staat voor Internet Packet Exchange/Sequenced Packet Exchange. Het is een netwerkprotocol dat wordt gebruikt door de besturingssystemen van Novell NetWare. IPX en SPX bieden beide verbindingsservices aan die vergelijkbaar zijn met TCP/IP, waarbij het IPX-protocol vergelijkbaar is met IP en SPX vergelijkbaar is met TCP. IPX/SPX was in eerste instantie bedoeld voor LAN’s (lokale netwerken)
Verklarende woordenlijst_ 71
LSU
Een LSU is een laserscaneenheid die met elektrisch potentiaal beelden vormt op de OPC-drum door een laserstraal te richten vanaf de draaiende polygoonspiegel door de lens.
MAC-adres van het apparaat afdrukken
Het MAC-adres (Media Access Control) is een uniek adres dat aan een netwerkadapter is gekoppeld. Het MAC-adres is een unieke naam van 48 bits die gewoonlijk wordt genoteerd als 12 hexadecimale tekens die telkens per twee worden gegroepeerd (bijvoorbeeld 00-00-0c-34-11-4e). Dit adres wordt doorgaans door de fabrikant in een netwerkinterfacekaart (NIC) geprogrammeerd en gebruikt als een hulpmiddel aan de hand waarvan routers apparaten kunnen vinden in grote netwerken.
Page 72
MFP
Een MFP (Multi Function Peripheral) is een kantoorapparaat dat verschillende functies in één fysieke behuizing combineert, bijvoorbeeld een printer, kopieerapparaat, faxapparaat en scanner.
OSI biedt een standaard modulaire benadering van netwerkontwerp waarmee de vereiste set complexe functies wordt opgesplitst in hanteerbare, op zichzelf staande, functionele lagen. De lagen zijn van boven naar onder: applicatie, presentatie, sessie, transport, netwerk, gegevenskoppeling en fysiek.
MH
MH (Modified Huffman) is een compressiemethode voor het beperken van de hoeveelheid gegevens die tussen faxapparaten worden verzonden om een afbeelding te versturen. MH wordt aanbevolen door ITU-T T.4. MH is een op een codeboek gebaseerd lengtecoderingsschema dat geoptimaliseerd werd om op een doeltreffende wijze witruimtes te comprimeren. Aangezien de meeste faxen voornamelijk uit witruimte bestaan, kan hiermee de verzendtijd van de meeste faxen tot een minimum worden teruggebracht.
MMR
MMR (Modified Modified READ) is een compressiemethode die wordt aanbevolen door ITU-T T.6.
Modem
Een apparaat dat een draaggolfsignaal moduleert om digitale informatie te coderen en een dergelijk signaal demoduleert om de verzonden informatie te decoderen.
MR
MR (Modified READ) is een compressiemethode die wordt aanbevolen door ITU-T T.4. MR codeert de eerst gescande lijn met behulp van MH. De volgende regel wordt vergeleken met de eerste, het verschil wordt vastgesteld en vervolgens worden de verschillen gecodeerd en verzonden.
NetWare
Een netwerkbesturingssysteem dat is ontwikkeld door Novell, Inc. Aanvankelijk maakte dit systeem gebruik van coöperatieve multi-tasking om verschillende services op een pc te kunnen uitvoeren en waren de netwerkprotocollen gebaseerd op de klassieke Xerox XNS-stack. Tegenwoordig ondersteunt NetWare zowel TCP/IP als IPX/SPX.
OPC
Organische fotogeleider (OPC) is een mechanisme dat een virtuele afbeelding maakt om af te drukken met behulp van een laserstraal uit een laserprinter. Het is meestal groen of grijs en cilindervormig.
Indien een beeldeenheid een drum bevat, wordt het oppervlak van de drum op den duur aangetast door het gebruik in de printer. De drum moet dan ook regelmatig worden vervangen, omdat deze slijt door het contact met de ontwikkelborstel van de cassette, het reinigingsmechanisme en het papier.
PABX
PABX (Private Automatic Branch Exchange) is een automatisch telefoonschakelsysteem in een besloten onderneming.
PCL
Printeropdrachttaal (PCL) is een paginabeschrijvingstaal (PDL) die ontwikkeld is door HP als printerprotocol en inmiddels is uitgegroeid tot een norm in de branche. PCL werd aanvankelijk ontwikkeld voor de eerste inkjetprinters en is in verschillende versies verschenen voor thermische printers, matrix- en laserprinters.
PDF
PDF (Portable Document Format) is een door Adobe Systems ontwikkelde bestandsindeling voor het weergeven van tweedimensionale documenten in een apparaat- en resolutieonafhankelijke indeling.
PostScript
PS (PostScript) is een paginabeschrijvings- en programmeertaal die voornamelijk gebruikt wordt voor e-publishing en desktop publishing. ­die in een interpreter wordt uitgevoerd om een afbeelding te produceren.
Printerstuurprogramma
Een programma dat wordt gebruikt om opdrachten te verzenden en gegevens over te brengen van de computer naar de printer.
Afdrukmedia
Het materiaal, zoals papier, enveloppen, etiketten en transparanten, dat in een printer, scanner, fax of kopieerapparaat kan worden gebruikt.
PPM
Pagina’s per minuut (PPM) is een methode voor het meten van de snelheid van een printer en verwijst naar het aantal pagina’s dat een printer in één minuut kan afdrukken.
PRN-bestand
Een interface voor een apparaatstuurprogramma waarlangs software kan communiceren met het apparaatstuurprogramma via standaard invoer-/uitvoeraanroepen, waardoor veel taken worden vereenvoudigd.
Originelen
Het eerste exemplaar van bijvoorbeeld een document, foto of tekst, dat wordt gekopieerd, gereproduceerd of omgezet om volgende exemplaren te verkrijgen, maar dat zelf niet van iets anders is gekopieerd of afgeleid.
OSI
OSI (Open Systems Interconnection) is een communicatiemodel dat is ontwikkeld door de ISO (International Organization for Standardization).
Verklarende woordenlijst_ 72
Protocol
Een conventie of standaard die de verbinding, communicatie en het gegevensverkeer tussen twee computers inschakelt of controleert.
PS
Zie PostScript.
Page 73
PSTN
Openbaar telefoonnet (PSTN) is het netwerk van openbare circuitgeschakelde telefoonnetwerken wereldwijd dat in een bedrijfsomgeving doorgaans via een schakelbord wordt gerouteerd.
RADIUS
RADIUS (Remote Authentication Dial In User Service) is een protocol voor gebruikersidentificatie en accounting op afstand. RADIUS laat toe om verificatiegegevens zoals gebruikersnamen en wachtwoorden met behulp van een AAA-concept (authentication, authorization en accounting) voor het beheer van de netwerktoegang.
Resolution
De scherpte van een afbeelding, gemeten in dpi (punten per inch). Hoe hoger de dpi, hoe hoger de resolutie.
SMB
SMB (Server Message Block) is een netwerkprotocol dat hoofdzakelijk wordt toegepast op gedeelde bestanden, printers, seriële poorten en diverse verbindingen tussen de knooppunten in een netwerk. Het biedt tevens een geverifieerd communicatiemechanisme voor processen onderling.
SMTP
SMTP (Simple Mail Transfer Protocol) is de standaard voor e-mailverkeer over het internet. SMTP is een relatief eenvoudig op tekst gebaseerd protocol waarbij één of meer ontvangers van een bericht worden aangegeven, waarna de berichttekst wordt verzonden. Het is een client-serverprotocol, waarbij de client een e-mailbericht verzendt naar de server.
TIFF
TIFF (Tagged Image File Format) is een bestandsindeling voor bitmapafbeeldingen met een variabele resolutie. TIFF beschrijft de afbeeldingsgegevens die doorgaans afkomstig zijn van de scanner. TIFF-afbeeldingen maken gebruik van tags: trefwoorden die de kenmerken definiëren van de in het bestand opgenomen afbeelding. Deze flexibele en platformonafhankelijke indeling kan worden gebruikt voor illustraties die met diverse beeldverwerkingstoepassingen zijn gemaakt.
Tonercassette
Een soort fles of container die in apparaten zoals printers wordt gebruikt en die toner bevat. Toner is een poeder dat in laserprinters en kopieerapparaten wordt gebruikt voor het vormen van tekst en afbeeldingen op afdrukpapier. Toner wordt gefixeerd door een combinatie van hitte en druk vanuit de fixeereenheid, waardoor het zich aan de vezels in het papier gaat hechten.
TWAIN
Een standaard voor scanners en software. Als een TWAIN-compatibele scanner wordt gebruikt met een TWAIN-compatibel programma, kan een scan worden gestart vanuit het programma; dit een API voor het vastleggen van afbeeldingen voor de besturingssystemen van Microsoft Windows en Apple Macintosh.
UNC-pad
UNC (Uniform Naming Convention) is een standaardmanier om gedeelde netwerkbronnen te benaderen in Window NT en andere Microsoft-producten. De notatie van een UNC-pad is: \\<servernaam>\<naam_gedeelde_bron>\<aanvullende map>
SSID
SSID (Service Set Identifier) is een benaming van een draadloos netwerk (WLAN). Alle draadloze apparaten in een draadloos netwerk gebruiken dezelfde SSID om met elkaar te communiceren. De SSID’s zijn hoofdlettergevoelig en kunnen tot 32 tekens lang zijn.
Subnet Mask
Het subnetmasker wordt gebruikt in samenhang met het netwerkadres om te bepalen welk deel van het adres het netwerkadres is en welk deel het hostadres.
TCP/IP
TCP (Transmission Control Protocol) en IP (Internet Protocol): de set communicatieprotocollen die de protocolstack implementeren waarop het internet en de meeste commerciële netwerken draaien.
TCR
Verzendrapport (TCR) geeft de details van elke verzending weer, zoals de taakstatus, het verzendresultaat en het aantal verzonden pagina’s. Er kan worden ingesteld dat dit rapport na elke taak of alleen na een mislukte verzending wordt afgedrukt.
URL
URL (Uniform Resource Locator) is het internationale adres van documenten en informatiebronnen op internet. Het eerste deel van het adres geeft aan welk protocol moet worden gebruikt en het tweede deel geeft het IP-adres of de domeinnaam aan waar de informatiebron zich bevindt.
USB
USB (Universal Serial Bus) is een door het USB Implementers Forum, Inc. ontwikkelde standaard om computers en randapparatuur met elkaar te verbinden. In tegenstelling tot de parallelle poort is USB ontworpen om een enkele computer-USB-poort tegelijkertijd met meerdere randapparaten te verbinden.
Watermerk
Een watermerk is een herkenbare afbeelding of patroon dat helderder oplicht wanneer het voor een lichtbron wordt gehouden. Watermerken werden voor het eerst in 1282 in het Italiaanse Bologna gebruikt door papiermakers om hun product te merken. Ze werden ook toegepast in postzegels, papiergeld en andere officiële documenten om fraude te voorkomen.
WEP
WEP (Wired Equivalent Privacy) is een beveiligingsprotocol dat gespecificeerd wordt in IEEE 802.11 om eenzelfde beveiligingsniveau als een bedraad LAN te garanderen. WEP beveiligt gegevens door deze
Verklarende woordenlijst_ 73
Page 74
via radiogolven te coderen, zodat ze veilig van het ene punt naar het andere kunnen worden verzonden.
WIA
WIA (Windows Imaging Architecture) is een beeldverwerkingsarchitectuur die oorspronkelijk werd gebruikt in Windows Me en Windows XP. Een scan kan vanuit deze besturingssystemen worden gestart door middel van een WIA-compatibele scanner.
WPA
WPA (Wi-Fi Protected Access) is een klasse van systemen voor de beveiliging van draadloze (Wi-Fi) computernetwerken die ontwikkeld werd voor een betere beveiliging van WEP.
WPA-PSK
WPA-PSK (vooraf gedeelde WPA-sleutel) is een speciale WPA-modus voor kleine ondernemingen en thuisgebruikers. Een gedeelde sleutel of een gedeeld wachtwoord wordt geconfigureerd in het draadloze toegangspunt (WAP) en draadloze laptop- of desktopapparaten. WPA-PSK genereert een unieke sleutel voor elke sessie tussen een draadloze client en de daarmee geassocieerde WAP voor een betere veiligheid.
WPS
WPS (Wi-Fi Protected Setup) is een standaard voor het tot stand brengen van een draadloos thuisnetwerk. Als uw draadloze toegangspunt WPS ondersteunt, kunt u de draadloze netwerkverbinding gemakkelijk configureren zonder computer.
XPS
XML-papierspecificatie (XPS) is een specificatie voor een paginabeschrijvingstaal (PDL) en een nieuw uitwisselbaar documentformaat dat door Microsoft is ontwikkeld. Dit vectorgebaseerd apparaatonafhankelijk documentformaat is gebaseerd op XML en op een nieuw afdrukpad.
Verklarende woordenlijst_ 74
Page 75

Index

A
aanpassen
ladeformaat 29
achterkant 21
afdrukken
afdrukken naar een bestand 41 de standaardafdrukinstellingen wijzigen
41
dubbelzijdig afdrukken
Windows 39
een document aan een bepaald
papierformaat aanpassen 39
een document afdrukken
Windows 36 Linux 42 Macintosh 42 poster 38 verschillende paginas afdrukken op één
vel papier
Macintosh 42
Windows 38
afdrukmedia
briefhoofdpapier 34 de standaardlade en het papier instellen
op de computer 29 envelop 33 etiketten 34 fotopapier 34 glanzend papier 34 kartonpapier 34 papieruitvoersteun 65 richtlijnen 30 transparanten 33 voorbedrukt papier 34
afdrukresolutie instellen
Linux 43
B
bedieningspaneel 22
boekjes 38
boekjes afdrukken 38
C
conventie 16
D
dubbelzijdig afdrukken handmatig
printerstuurprogramma 39
E
een apparaat reinigen 49
een document afdrukken
Linux 42 Macintosh 42
F
functies 18
eigenschappen van afdrukmedia 65 functies van het apparaat 63 meegeleverde software 24 printerstuurprogramma 36
H
help gebruiken 38, 42
het afdrukpercentage van uw document
wijzigen
39
I
Informatie over wettelijke voorschriften 11
K
kennismaking met het bedieningspaneel
23
L
lade
breedte en lengte instellen 30 de grootte van de lade aanpassen 30 papier in de lade voor handmatige invoer
plaatsen 31
Lade voor handmatige invoer
gebruikstips 31 plaatsen 31 speciaal afdrukmateriaal gebruiken 32
Linux
afdrukken 42 meegeleverde software 25
printereigenschappen 43 stuurprogrammainstallatie voor een met
een USBkabel verbonden apparaat 27 systeemvereisten 25 unifled driver configurator 46 veelvoorkomende problemen onder Linux
60
M
Macintosh
afdrukken 42 een apparaat lokaal delen 28 meegeleverde software 25 stuurprogrammainstallatie voor een met
een USBkabel verbonden apparaat 26 systeemvereisten 25 veelvoorkomende problemen onder
Macintosh 60
meerdere paginas op één vel afdrukken
nup
Macintosh 42 Windows 38
O
onderdelen voor onderhoud 61
overlay afdrukken
afdrukken 40 maken 40 verwijderen 41
overlay gebruiken in Windows 40
P
papierstoring
papier verwijderen 52 tips om papierstoringen te voorkomen 52
papieruitvoersteun 35
plaatsen
papier in de lade voor handmatige invoer
31
plaatsen in lade 1 31 speciale media 32
plaatsing van het apparaat 24
afstand 24 de luchtdruk aanpassen 29
poster afdrukken 38
Index_ 75
Page 76
printereigenschappen
Linux 43
Printerstatus
algemene informatie 45, 46
printerstuurprogramma
functies 36
problemen
problemen met de afdrukkwaliteit 57 problemen met papierinvoer 54
R
reinigen
binnenkant 49 buitenkant 49
S
service contact numbers 66
specificaties
afdrukmedia 65 algemeen 63
T
tonercassette
bewaren 50 de tonercassette vervangen 62 geschatte levensduur 50 instructies voor het hanteren van
cassettes 50 nietoriginele Samsung en hervulde 50 toner herverdelen 51
W
watermerk
afdrukken 40 bewerken 40 maken 40 verwijderen 40
watermerken gebruiken in Windows 39
Windows
afdrukken 36 een apparaat lokaal delen 28 meegeleverde software 24 stuurprogrammainstallatie voor een met
een USBkabel verbonden apparaat 26 systeemvereisten 25 veelvoorkomende problemen onder
Windows 60
U
USBkabel
installatie van het stuurprogramma 26
V
veiligheid
info 6 symbolen 6
verbruiksartikelen
bestellen 61 geschatte levensduur van tonercassette
50
tonercassette vervangen 62 verkrijgbare verbruiksartikelen 61
verklarende woordenlijst 69
voorkant 20
Index_ 76
Loading...