SAMSUNG LASER PRINTER
Handleiding
ML-1510
Deze handleiding is uitsluitend ter informatie bedoeld. Alle in deze handleiding opgenomen informatie kan zonder aankondiging worden gewijzigd. Samsung Electronics is niet aansprakelijk voor directe of indirecte schade als gevolg van het gebruik van deze handleiding.
© 2002 Samsung Electronics Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
•ML-1510 en het Samsung logo zijn handelsmerken van Samsung Electronics Co., Ltd.
•Centronics is een handelsmerk van Centronics Data Computer Corporation.
•IBM en IBM PC zijn handelsmerken van International Business Machines Corporation.
•Microsoft, Windows, Windows 98, Windows Me, Windows 2000 en Windows XP zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
•All other brand or product names are trademarks of their respective companies or organizations.
i
INHOUD
Hoofdstuk 1: INLEIDING |
|
Bijzondere eigenschappen .................................... |
1.2 |
Onderdelen van de printer .................................... |
1.4 |
Voorkant ....................................................... |
1.4 |
Binnenkant .................................................... |
1.5 |
Achterkant ..................................................... |
1.5 |
Uitleg van het bedieningspaneel ............................ |
1.6 |
Lampjes voor Online, Foutmeldingen en |
|
Tonerspaarstand ............................................ |
1.6 |
Cancel toets ................................................... |
1.7 |
Hoofdstuk 2: PRINTER INSTALLEREN |
|
Uitpakken ........................................................... |
2.2 |
Een geschikte plaats voor de printer kiezen ........ |
2.3 |
Tonercassette plaatsen ......................................... |
2.4 |
Papier laden ........................................................ |
2.6 |
Formaat van het papier in de lade wijzigen ......... |
2.8 |
Printerkabel aansluiten ......................................... |
2.9 |
De printer aanzetten ........................................... |
2.10 |
Demopagina afdrukken ....................................... |
2.11 |
Printersoftware installeren ................................... |
2.12 |
Eigenschappen van het |
|
printerstuurprogramma .................................. |
2.13 |
Printersoftware onder Windows installeren ........ |
2.14 |
ii
Hoofdstuk 3: AFDRUKMATERIAAL KIEZEN
Papier en andere afdrukmaterialen kiezen ............... |
3.2 |
Papierformaten en capaciteit ............................ |
3.3 |
Richtlijnen voor papier en speciaal |
|
afdrukmateriaal .............................................. |
3.4 |
Uitvoer kiezen ..................................................... |
3.5 |
Afdrukken via de bovenuitvoer |
|
(Voorkant omlaag) .......................................... |
3.5 |
Afdrukken via de achteruitvoer |
|
(Voorkant omhoog) ......................................... |
3.6 |
Papier laden ........................................................ |
3.7 |
De invoerlade gebruiken .................................. |
3.7 |
Afdrukken via de handinvoer ............................ |
3.8 |
Op enveloppen afdrukken .................................... |
3.10 |
Etiketten afdrukken ............................................ |
3.11 |
Op transparanten afdrukken ................................ |
3.13 |
Op kaarten of ander afdruk-materiaal met een |
|
afwijkend formaat afdrukken ................................ |
3.15 |
Afdrukken op voorbedrukt papier .......................... |
3.16 |
Hoofdstuk 4: AFDRUKTAKEN |
|
Een document afdrukken ...................................... |
4.2 |
Een afdruktaak annuleren ................................ |
4.4 |
Favorieten gebruiken ...................................... |
4.5 |
Help-informatie gebruiken ............................... |
4.5 |
Tabblad Papier .................................................... |
4.6 |
Tonerspaarstand ................................................. |
4.8 |
Meer pagina’s per vel afdrukken ........................... |
4.10 |
Document vergroten of verkleinen ........................ |
4.12 |
Document aan een geselecteerd |
|
papierformaat aanpassen ..................................... |
4.13 |
Posters afdrukken ............................................... |
4.14 |
Tabblad Grafisch ................................................. |
4.16 |
Watermerken afdrukken ...................................... |
4.19 |
Een bestaand watermerk gebruiken ................. |
4.19 |
Een nieuw watermerk maken .......................... |
4.20 |
Een watermerk bewerken ............................... |
4.21 |
Een watermerk verwijderen ............................ |
4.21 |
iii
Overlays afdrukken ............................................. |
4.22 |
Wat is een overlay? ........................................ |
4.22 |
Een nieuwe pagina-overlay maken ................... |
4.22 |
Een pagina-overlay gebruiken ......................... |
4.24 |
Een pagina-overlay verwijderen ....................... |
4.25 |
Het programma Printerstatus |
|
monitor gebruiken .............................................. |
4.26 |
Printerstatus monitor openen .......................... |
4.26 |
Printer in een netwerk opnemen ........................... |
4.28 |
Windows 98/Me ............................................. |
4.28 |
Windows 2000/XP .......................................... |
4.29 |
Hoofdstuk 5: PRINTER ONDERHOUDEN
Onderhoud tonercassette ...................................... |
5.2 |
Toner opnieuw verdelen .................................. |
5.3 |
Tonercassette vervangen ................................. |
5.4 |
Printer reinigen ................................................... |
5.5 |
Buitenzijde reinigen ........................................ |
5.5 |
Binnenzijde reinigen ........................................ |
5.5 |
Verbruiksartikelen en te vervangen onderdelen ........ |
5.8 |
Hoofdstuk 6: PROBLEMEN OPLOSSEN
Checklist voor het oplossen van problemen ............. |
6.2 |
Algemene afdrukproblemen oplossen ..................... |
6.3 |
Vastgelopen papier verwijderen ............................. |
6.7 |
Het papier is vastgelopen in het |
|
uitvoergedeelte .............................................. |
6.7 |
Het papier is vastgelopen in het |
|
invoergedeelte ............................................... |
6.9 |
Het papier is vastgelopen bij de |
|
tonercassette ................................................ |
6.10 |
Tips om te voorkomen dat papier vastloopt
bij het afdrukken op A5-papier. ....................... 6.11
Tips om ervoor te zorgen dat het papier niet |
|
vastloopt ...................................................... |
6.12 |
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen ............ |
6.12 |
Checklist afdrukkwaliteit ................................. |
6.12 |
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen ....... |
6.13 |
Foutmeldingen oplossen ...................................... |
6.18 |
Algemene Windows problemen oplossen ................ |
6.19 |
Algemene Linux problemen oplossen ..................... |
6.20 |
iv
Hoofdstuk 7: APPENDIX |
|
De printer onder Linux gebruiken ........................... |
7.2 |
Stuurprogramma van de printer installeren ........ |
7.2 |
Aansluitmethode van de printer wijzigen ............ |
7.6 |
Configuration Tool gebruiken ............................ |
7.8 |
LLPR eigenschappen wijzigen .......................... |
7.10 |
Printerspecificaties .............................................. |
7.12 |
Papierspecificaties .............................................. |
7.13 |
Overzicht ...................................................... |
7.13 |
Ondersteunde papiersoorten ........................... |
7.14 |
Richtlijnen voor gebruik van het papier ............. |
7.15 |
Papierspecificaties ......................................... |
7.16 |
Papieruitvoer capaciteit .................................. |
7.16 |
Richtlijnen voor de printeromgeving en het |
|
opslaan van papier ......................................... |
7.17 |
v
Veiligheid en milieu
Verklaring inzake veiligheid laser
De printer is in de VS gecertificeerd volgens de eisen van DHHS 21 CFR, hoofdstuk 1 subhoofdstuk J voor Klasse I(1) laser producten en buiten de VS als Klasse I laser product volgens de eisen van IEC 825.
Klasse I laser producten worden als ongevaarlijk beschouwd. Het lasersysteem en de printer zijn zo ontworpen dat personen geen toegang hebben tot laserstralen van een hoger niveau dan Klasse I bij normaal gebruik of onderhoud door de gebruiker of een in de instructies aangegeven servicesituatie.
WAARSCHUWING
Gebruik of onderhoud de printer nooit wanneer de beschermkap van het laser/ scanner gedeelte is verwijderd. De laserstraal kan naar buiten worden gereflecteerd en uw ogen beschadigen. Bij gebruik van dit product, moeten atijd de gebruikelijke voorzorgsmaatregelen worden genomen, zodat het risico van brand, elektrische schok en persoonlijk letsel zoveel mogelijk wordt verkleind.
vi
Veiligheid ozonproductie
Tijdens normaal gebruik produceert de ML-1510 printerserie ozon. De hoeveelheid ozon is overigens zo gering dat het geen gevaar voor de gebruiker oplevert. Wel raden we u aan om de printer in een goed geventileerde ruimte te installeren.
Als u meer wilt weten over ozon, neem dan gerust contact op met uw leverancier of de dichtstbijzijnde Samsung dealer.
Energie besparen
Deze printer maakt gebruik van geavanceerde energiebesparende technieken, die zorgen voor gereduceerd energiegebruik wanneer de printer niet wordt gebruikt.
Wanneer de printer gedurende langere tijd geen gegevens ontvangt, wordt het energiegebruik automatisch verminderd.
Het Energy star logo betekent niet dat EPA een bepaald product of een bepaalde dienst aanbeveelt.
Radiogolven
FCC normen
Dit product is getest en voldoet aan de limieten voor Klasse B digitale producten zoals vastgelegd in Part 15 van de FCC normen. Deze limieten zijn vastgesteld om een redelijke bescherming te bieden tegen interferentie in de woonomgeving. Dit apparaat genereert en maakt gebruik van radiogolven en kan deze ook uitzenden. Als dit apparaat niet overeenkomstig de aanwijzingen wordt geïnstalleerd en gebruikt, kan dit de radiocommunicatie beïnvloeden. Wanneer u zich aan de aanwijzingen hebt gehouden en u merkt dat dit apparaat toch invloed heeft op radioof tvontvangst, wat u kunt controleren door het apparaat uit en weer aan te zetten, adviseren wij u de volgende maatregelen te nemen:
1 Kies een andere richting voor de ontvangantenne of verplaats de antenne.
2 Vergroot de afstand tussen het apparaat en de ontvanger.
3Sluit het apparaat aan op een andere groep dan het apparaat waarvan de ontvangst wordt gestoord.
4 Raadpleeg uw printerleverancier of een ervaren radio/televisiemonteur.
PAS OP: Wijzigingen of modificaties die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door de fabrikant (die er zorg voor dient te dragen dat het apparaat aan de normen voldoet) kunnen ertoe leiden dat de toestemming om het apparaat te gebruiken vervalt.
vii
Canadese regelgeving m.b.t. radio-interferentie
Dit digitale apparaat blijft binnen de grenzen (Klasse B limieten) voor radiostraling vanuit digitale apparatuur zoals bepaald in de standaard voor apparatuur die storing zou kunnen veroorzaken met de titel “Digital Apparatus”, ICES-003 van Industry and Science, Canada.
This digital apparatus does not exceed the Class B limits for radio noise emissions from digital apparatus as set out in the interference-causing equipment standard entitled “Digital Apparatus”, ICES-003 of the Industry and Science Canada.
Cet appareil numérique respecte les limites de bruits radioélectriques applicables aux appareils numériques de Classe B prescrites dans la norme sur le matériel brouilleur : “Appareils Numériques”, ICES-003 édictée par l’Industrie et Sciences Canada.
Conformiteitsverklaring (Europa)
Goedkeuringen en certificeringen
De CE markering die op dit product is toegepast, symboliseert de conformiteitsverklaring van Samsung Electronics Co., Ltd. ten aanzien van de richtlijnen 93/68/EEC van de Europese Unie op de hierna genoemde data:
1 januari 1995: Richtlijn 73/23/EEC, benadering van de wetten van de lidstaten met betrekking tot laag voltage apparatuur.
1 januari 1996: Richtlijn 89/336/EEC (92/31/EEC), benadering van de wetten van de lidstaten met betrekking tot elektromagnetische compatibilteit.
9 maart 1999: Richtlijn 1999/5/EC inzake radioapparatuur en telecommunicatie terminal apparatuur en de onderlinge herkenbaarheid van hun conformiteit.
Een volledige verklaring waarin de van toepassing zijnde richtlijnen en standaards waarnaar wordt verwezen zijn vastgelegd, kunt u opvragen bij de lokale vertegenwoordiger van Samsung Electronics Co., Ltd.
EC Certificaat
Richtlijn 1999/5/EC certificering inzake Radioapparatuur en Telecommunicatie eindapparatuur (FAX)
Dit Samsung product voldoet aan de richtlijn 1999/5/EC voor enkelvoudige aansluiting van eindapparaten op analoge openbare netwerken. De ontwikkeling van het product is afgestemd op gebruik in combinatie met landelijke openbare netwerken en compatibele bedrijfstelefooncentrales binnen Europa.
Ingeval van problemen adviseren wij u in eerste instantie contact op te nemen met het Euro QA Lab van Samsung Electronics Co., Ltd.
Dit product is getest op de normen TBR21 en/of TBR 38. Ter ondersteuning bij het gebruik en de toepassing van eindapparatuur die aan deze norm voldoet, heeft het European Telecommunication Standards Institute (ETSI) een adviesrapport opgesteld (EG 201 121) met opmerkingen en aanvullende eisen, die de netwerkcompatibiliteit van TBR21 eindapparaten waarborgt. Bij de ontwikkeling is rekening gehouden met de in dit document genoemde adviezen en voldoet daar dan ook volledig aan.
viii
ix
WAARSCHUWING
•Haal de printer niet uit elkaar. Als u dit wel doet, kunt u een elektrische schok krijgen.
•Als u langdurig veel pagina's afdrukt, kan het oppervlak van de uitvoerlade heet worden. Zorg ervoor dat u het oppervlak niet aanraakt. Let hierop met name bij kinderen.
x
1INLEIDING
Gefeliciteerd met de aanschaf van uw nieuwe printer!
In dit hoofdstuk vindt u informatie over:
•Bijzondere eigenschappen
•Onderdelen van de printer
•Uitleg van het bedieningspaneel
Dear ABC |
Regards |
WORLD BEST
Bijzondere eigenschappen
Uw nieuwe printer beschikt over een aantal bijzondere eigenschappen, waardoor u mooiere afdrukken kunt maken, wat u een voorsprong geeft op uw concurrenten. U kunt:
Afdrukken met een uitstekende kwaliteit en hoge snelheid
•U kunt afdrukken maken met 600 dots per inch (dpi). Zie pagina 4.16.
•Tot 15 pagina’s per minuut (Letter formaat), tot 14 pagina’s per minuut (A4 formaat).
Flexibiliteit in papierkeuze
•Standaard lade voor 250 vel en een handinvoer waar u met 1 vel tegelijk papier van diverse types en afmetingen kunt invoeren.
•Twee uitvoerbakken: U kunt kiezen voor de bovenuitvoer (voorkant omlaag) of de achteruitvoer (voorkant omhoog).
Geef uw documenten een professionele uitstraling
•Desgewenst kunt u aan uw documenten een Watermerk toevoegen, bijvoorbeeld “Vertrouwelijk” of “Concept”. Zie pagina 4.19.
•Posters afdrukken. Daarbij worden de tekst en afbeeldingen van iedere pagina van uw document vergroot, en verdeeld over meerdere vellen papier afgedrukt. Nadat u het document hebt afgedrukt, knipt u de witte randen eraf en plakt u de vellen aan elkaar, zodat een poster ontstaat. Zie pagina 4.14.
1.2 INLEIDING
Bespaar tijd en geld |
|
|
• Door de Tonerspaarstand te selecteren, gebruikt de printer |
1 |
|
minder toner. Zie pagina 4.8. |
||
|
•Desgewenst kunt u op papier besparen door meer pagina’s op één vel af te drukken. Zie pagina 4.10.
•Deze printer voldoet aan de Energy Star richtlijnen voor efficiënt energiegebruik.
Geschikt voor verschillende omgevingen
•U kunt afdrukken onder Windows 98/Me en 2000/XP.
•Uw printer is compatibel met Linux.
•Uw printer beschikt standaard over een USB interface.
INLEIDING 1.3
Onderdelen van de printer
Voorkant
Uitvoersteun |
Bovenuitvoer |
|
|
|
(Voorkant omlaag) |
Bedieningspaneel
Voorklep
Geleider handinvoer |
|
Lade |
Aan/uitschakelaar |
Handinvoer |
Indicator papierniveau |
|
1.4 INLEIDING
Binnenkant
1
Toner cassette
Voorklep
Achterkant
Achteruitvoer |
(Voorkant omhoog) |
Aansluiting netsnoer |
USB poort |
INLEIDING 1.5
Uitleg van het bedieningspaneel
Lampjes voor Online, Foutmeldingen en
Tonerspaarstand
Lampje |
Beschrijving |
|
|
Als het On Line/Error lampje groen oplicht, is de printer gereed voor gebruik.
Als het On Line/Error lampje rood oplicht, is sprake van een storing. Er kan bijvoorbeeld papier zijn vastgelopen, de klep kan openstaan of de tonercassette is leeg. Zie “Foutmeldingen oplossen” op pagina 6.18.
Als u op de toets Cancel drukt terwijl de printer bezig is met het ontvangen van gegevens, gaat het lampje On Line/Error rood knipperen en wordt het afdrukken geannuleerd.
Als voor de stand Handinvoer is gekozen en er geen papier in de handinvoer zit, gaat het lampje On Line/Error rood knipperen. Zodra u papier in de handinvoer hebt gelegd, houdt het knipperen op.
Als de printer gegevens ontvangt, knippert het On Line/ Error lampje langzaam in de kleur groen.
Als de printer bezig is met het afdrukken van de ontvangen gegevens, knippert het On Line/Error lampje snel in de kleur groen.
Dit lampje licht op wanneer de printer klaar staat voor gebruik en u op de toets Cancel drukt. De Tonerspaarstand wordt dan ingeschakeld. Als u nogmaals op deze toets drukt, gaat het lampje uit en wordt de Tonerspaarstand uitgeschakeld.
1.6 INLEIDING
|
Lampje |
Beschrijving |
|
|
|
|
|
|
1 |
|
|
|
Als de lampjes On Line/Error en Toner save knipperen, is |
|
|
|
|
||
|
|
|
sprake van een probleem. Zie “Foutmeldingen oplossen” op |
|
|
|
|
pagina 6.18. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Cancel toets |
|
|
|
Functie |
Beschrijving |
|
|
Demopagina |
Houd terwijl de printer gereed is voor gebruik, de Cancel |
afdrukken |
toets gedurende 2 seconden ingedrukt tot alle lampjes |
|
langzaam knipperen. Laat vervolgens de toets los. |
|
|
Handmatig |
Wanneer u in uw programma als Invoer heeft gekozen voor |
invoeren |
Handinvoer, drukt u steeds nadat u een nieuw vel in de |
|
handinvoer hebt gelegd, op de Cancel toets. Voor meer |
|
informatie, zie “Afdrukken via de handinvoer” op pagina 3.8. |
|
|
Binnenzijde printer |
Houd terwijl de printer gereed is voor gebruik, de Cancel |
reinigen |
toets gedurende 10 seconden ingedrukt tot alle lampjes |
|
oplichten. Laat vervolgens de toets los. Na het reinigen van |
|
de printer wordt een schoonmaakblad afgedrukt. |
|
|
Afdruktaak |
Wanneer u een afdruktaak wilt annuleren, drukt u tijdens |
annuleren |
het afdrukken op de Cancel toets. Terwijl de afdruktaak |
|
zowel uit de printer als de computer wordt verwijderd, |
|
knippert het lampje On Line/Error. Vervolgens gaat de |
|
printer terug naar de stand “Ready”. Afhankelijk van de |
|
grootte van de afdruktaak kan dit enige tijd duren. |
|
Wanneer u afdrukt via de handinvoer, kunt u de afdruktaak |
|
niet via deze toets annuleren. Zie “Afdrukken via de |
|
handinvoer” op pagina 3.8. |
|
|
Tonerspaarstand |
Als de printer gereed is voor gebruik, kunt u op deze toets |
in-/uitschakelen |
drukken om de Tonerspaarstand inof uit te schakelen. |
|
Zie pagina 4.8 voor meer informatie. |
|
|
INLEIDING 1.7
NOTITIES
1.8 INLEIDING
2PRINTER INSTALLEREN
In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe u uw printer kunt installeren.
De volgende onderwerpen komen aan de orde:
•Uitpakken
•Tonercassette plaatsen
•Papier laden
•Printerkabel aansluiten
•De printer aanzetten
•Demopagina afdrukken
•Printersoftware installeren
Uitpakken
1Haal de printer en alle accessoires uit de doos. Controleer of de volgende onderdelen aanwezig zijn:
Tonercassette Netsnoer
Cd-rom Installatiehandleiding
Opmerkingen:
•Mist u een onderdeel, neem hierover dan direct contact op met uw leverancier.
•De onderdelen kunnen van land tot land verschillen.
•De cd-rom bevat het stuurprogramma van de printer, de gebruiksaanwijzing en het programma Acrobat Reader van Adobe.
2Verwijder zorgvuldig al het verpakkingstape van de printer.
Tape
2.2 PRINTER INSTALLEREN
Een geschikte plaats voor de printer kiezen
Kies voor de printer een vlakke, stabiele plaats met voldoende ruimte voor de luchtcirculatie. Zorg ervoor dat u de kleppen en laden gemakkelijk kunt openen. De printer moet in een ruimte staan die voldoende geventileerd is. Plaats de printer niet in direct zonlicht of vlakbij een warmteof koudebron zoals een
kachel, CV-radiator, airco of luchtverfrisser. Onderstaande 2 illustratie geeft aan hoeveel ruimte aan alle zijden vrij moet
blijven. Plaats de printer niet op de rand van een bureau of tafel!
Vrije ruimte
|
100 mm |
100 mm |
100 mm |
954,6 mm
482,6 mm
552 mm
•Voorkant: 48,26 cm (voldoende ruimte voor het verwijderen van de papierlade)
•Achterkant: 10 cm (voldoende ruimte voor het openen van de achteruitvoer)
•Rechts: 10 cm (voldoende ventilatieruimte)
•Links: 10 cm
PRINTER INSTALLEREN 2.3
Tonercassette plaatsen
1Pak de voorklep vast en open hem door de klep naar u toe te trekken.
NB: Omdat de printer erg licht is, kan deze gemakkelijk verschuiven bij bijvoorbeeld het openen/sluiten van de lade of het plaatsen/verwijderen van de tonercartridge. Ga hierbij dan ook zo voorzichtig mogelijk te werk.
2Haal de tonercassette uit de verpakking en verwijder het papier van de cassette.
3Schud de cassette voorzichtig van links naar rechts, zodat de toner evenredig over de cassette wordt verdeeld.
LET OP:
• Stel de tonercassette niet langer dan enkele minuten aan daglicht bloot. Is het nodig de cassette langer aan daglicht bloot te stellen, dek deze dan met wat papier af.
•Krijgt u per ongeluk toner op uw kleding, veeg dit dan af met een droge doek en was het in koud water. Warm water zorgt ervoor dat de toner zich aan de kleding hecht.
2.4 PRINTER INSTALLEREN
4Kijk waar zich in de printer de twee bevestigingspunten voor de cassette bevinden.
2
5Pak de cassette vast en schuif hem in de printer tot hij op zijn plaats klikt.
6Sluit de voorklep. Controleer of de klep goed dicht zit. Als deze niet goed gesloten is, kunnen tijdens het afdrukken fouten optreden.
NB: Bij het afdrukken van een tekstdocument met 5 % dekking, kunt u met een standaard tonercassette ongeveer 3 000 pagina’s afdrukken (1 000 pagina’s met de meegeleverde tonercassette).
PRINTER INSTALLEREN 2.5
Papier laden
In de papierlade kunt u ongeveer 250 vel papier laden.
1 Trek de lade uit de printer.
NB: Omdat de printer erg licht is, kan deze gemakkelijk verschuiven bij bijvoorbeeld het openen/sluiten van de lade of het plaatsen/verwijderen van de tonercartridge. Ga hierbij dan ook zo voorzichtig mogelijk te werk.
2 Duw de drukplaat omlaag tot deze op zijn plaats klikt.
3Bereid een stapel papier voor door dit wat te buigen of van achteren naar voren uit te waaieren. Maak er op een vlakke ondergrond een rechte stapel van.
2.6 PRINTER INSTALLEREN
4Leg het papier met de te bedrukken kant naar omlaag gericht in de lade.
2
Controleer of het papier in alle hoeken vlak ligt.
5Controleer of het papier niet boven de maximummarkering in de lade uitkomt. Teveel papier in de lade kan ertoe leiden dat het papier vastloopt.
NB: Wilt u een ander papierformaat in de lade gebruiken, kijk dan bij “Formaat van het papier in de lade wijzigen” op pagina 2.8”.
6 Schuif de lade weer in de printer.
PRINTER INSTALLEREN 2.7
Formaat van het papier in de lade wijzigen
1Stel de achterste papiergeleider in op de juiste papierlengte (zie illustratie).
2Plaats de zijgeleider links tegen het papier aan (zie illustratie).
Opmerkingen:
•Zorg ervoor dat de breedtegeleider niet zo dicht tegen het afdrukmateriaal aanligt dat dit bol komt te staan.
•Als u de breedtegeleider niet instelt, kan het papier vastlopen.
2.8 PRINTER INSTALLEREN
Printerkabel aansluiten
Om vanaf uw computer af te kunnen drukken, moet u uw printer |
|
via een USB (Universal Serial Bus) kabel op uw computer |
2 |
aansluiten. |
|
|
Aansluiten via een USB kabel
NB: Om uw printer via de USB poort op uw computer aan te sluiten, heeft u een goedgekeurde USB kabel nodig. Schaf eventueel een USB 1.1 kabel van max. 3 meter lengte aan.
1 Zorg ervoor dat zowel de computer als de printer uit staan.
2Steek de USB kabel in de aansluiting aan de achterkant van de printer.
Naar de USB poort van uw computer
3Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de USB poort van uw computer.
Raadpleeg eventueel de handleiding van uw computer.
Opmerkingen:
•U kunt een USB kabel gebruiken wanneer u gebruik maakt van Windows 98/Me/2000/XP.
•Als u gebruik maakt van Windows 98/Me moet u eerst het USB stuurprogramma installeren om de USB-poort toe te voegen. Zie pagina 2.15.
PRINTER INSTALLEREN 2.9
De printer aanzetten
1Sluit het netsnoer aan op de aansluiting aan de achterkant van de printer.
2Steek het andere uiteinde in een geaard stopcontact en zet met de aan-/uitschakelaar de printer aan.
Naar stopcontact
LET OP:
• Het fixeergedeelte achterin de binnenzijde van de printer wordt heet zodra u de printer aanzet. Zorg dat u zich hier niet aan brandt wanneer u in dit gedeelte van de printer komt.
•Haal de printer niet uit elkaar wanneer deze aanstaat. Hierdoor kunt u een elektrische schok krijgen.
2.10 PRINTER INSTALLEREN
Demopagina afdrukken
U kunt een testpagina afdrukken om te controleren of de printer goed |
|
werkt. |
2 |
1 Om een demopagina af te drukken, houdt u de toets |
|
Cancel ongeveer 2 seconden ingedrukt. |
|
2De Demo-pagina geeft aan wat de huidige configuratie van de printer is.
PRINTER INSTALLEREN 2.11