In deze gebruiksaanwijzing vindt u
uitgebreide aanwijzingen voor het
gebruik van uw camera. Lees deze
gebruiksaanwijzing aandachtig door.
Klik op een onderwerp
Bekende problemen
Beknopt overzicht
User Manual
ES80/ES81
Inhoudsopgave
Basisfuncties
Uitgebreide functies
Opname-instellingen
Weergeven en bewerken
Instellingen
Aanvullende informatie
Index
Informatie over gezondheid en veiligheid
Houd u altijd aan de volgende voorzorgsmaatregelen en gebruikstips om gevaarlijke situaties te vermijden en ervoor te zorgen dat de
camera optimaal werkt.
Waarschuwing: situaties die bij u of anderen letsel kunnen
veroorzaken
Haal de camera niet uit elkaar en probeer de camera niet te
repareren.
Dit kan een schok veroorzaken of de camera beschadigen.
Gebruik de camera niet dicht bij ontvlambare of explosieve
gassen en vloeistoffen.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Plaats geen ontvlambare materialen in de camera en bewaren
dergelijke materialen niet in de buurt van de camera.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Raak de camera niet met natte handen aan.
Dit kan een schok veroorzaken.
Voorkom oogletsel bij het nemen van foto's.
Gebruik de flitser van de camera niet vlakbij (op minder dan 1
m afstand van) de ogen van mensen of dieren. Als u de flitser
dicht bij de ogen van het onderwerp gebruikt, kunt u tijdelijke of
permanente schade aan het gezichtsvermogen veroorzaken.
Houd de camera buiten het bereik van kleine kinderen en
huisdieren.
Houd de camera en alle bijbehorende onderdelen en accessoires
buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren. Kleine
onderdelen vormen verstikkingsgevaar of kunnen schadelijk zijn
wanneer deze worden ingeslikt. Bewegende onderdelen en
accessoires kunnen ook fysiek gevaar opleveren.
Stel de camera niet langdurig bloot aan direct zonlicht of hoge
temperaturen.
Langdurige blootstelling aan zonlicht of extreme temperaturen
kan permanente schade aan interne onderdelen van het toestel
veroorzaken.
Voorkom dat de camera of oplader wordt bedekt voor kleden of
kleding.
Dit kan oververhitting van de camera of brand veroorzaken.
Als er vloeistoffen of vreemde voorwerpen in de camera komen,
moet u meteen alle voedingsbronnen, zoals de batterij of
oplader, loskoppelen en vervolgens contact opnemen met een
servicecenter van Samsung.
1
Informatie over gezondheid en veiligheid
Let op: situaties die schade aan de camera of andere
apparatuur kunnen veroorzaken
Haal de batterijen uit de camera wanneer u deze voor langere
tijd opbergt.
Batterijen in het batterijvak kunnen na verloop van tijd gaan lekken
of roesten en ernstige schade aan uw camera veroorzaken.
Gebruik uitsluitend authentieke, door de fabrikant aanbevolen
lithium-ionbatterijen ter vervanging. Zorg dat u de batterij niet
beschadigt of verhit.
Dit kan leiden tot brand of persoonlijk letsel.
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen,
opladers, kabels en accessoires.
•Niet-goedgekeurde batterijen, opladers, kabels of accessoires
kunnen de camera beschadigen, letsel veroorzaken of ertoe
leidden dat batterijen exploderen.
•Samsung is niet aansprakelijk voor schade of letsel veroorzaakt
door niet-goedgekeurde batterijen, opladers, kabels of
accessoires.
Gebruik batterijen niet voor doeleinden waarvoor de batterijen
niet zijn bedoeld.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Raak de flitser niet aan wanneer deze wordt gebruikt.
De flitser wordt zeer heet en kan brandwonden veroorzaken.
Als u de AC-oplader gebruikt, moet u de camera uitschakelen
voor u de voedingsbron van de AC-oplader loskoppelt.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Laat de stekker van de oplader niet in het stopcontact zitten als
u de oplader niet gebruikt.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Gebruik voor het opladen van de batterijen geen elektriciteitssnoeren
of stekkers die beschadigd zijn, of een loshangend stopcontact.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Zorg dat de AC-oplader niet in contact komt met de plus- en
minpolen van de batterij.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
2
Informatie over gezondheid en veiligheid
Forceer de cameraonderdelen niet en oefen geen kracht
uit op de camera.
Dit kan leiden tot camerastoringen.
Wees voorzichtig bij het aansluiten van kabels en adapters en
het plaatsen van batterijen en geheugenkaarten.
Door het forceren van aansluitingen, het niet op de juiste manier
aansluiten van kabels of het niet op de juiste manier plaatsen van
batterijen en geheugenkaarten kunt u poorten, aansluitingen en
accessoires beschadigen.
Houd kaarten met magnetische stroken uit de buurt van het
camera-etui.
Informatie die is opgeslagen op de kaart kan worden beschadigd
of gewist.
Gebruik nooit een beschadigde oplader, batterij of
geheugenkaart.
Dit kan een schok, camerastoring of brand veroorzaken.
Controleer voor gebruik of de camera naar behoren
functioneert.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verlies van bestanden of
schade die kan voortkomen uit defecten aan de camera of onjuist
gebruik.
Sluit het uiteinde van de kabel met het pijltje aan ( ) op uw
camera.
Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden
beschadigd worden. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor
enig verlies van gegevens.
3
Indeling van de gebruiksaanwijzing
Copyrightinformatie
•Microsoft Windows en het Windows-logo zijn
geregistreerde handelsmerken van Microsoft
Corporation.
•Mac is een geregistreerd handelsmerk van Apple
Corporation.
•Handelsmerken en handelsnamen die in deze
gebruiksaanwijzing worden gebruikt, zijn eigendom van
de betreffende eigenaar.
•Cameraspecificaties of de inhoud van deze
gebruiksaanwijzing kunnen bij een upgrade van
camerafuncties zonder kennisgeving worden
gewijzigd.
•Het is niet toegestaan om enig deel van deze
gebruiksaanwijzing zonder vooraf gegeven
toestemming te hergebruiken of verspreiden.
•Raadpleeg voor Open Source-licentie-informatie de
'OpenSourceInfo.pdf' op de meegeleverde cd-rom.
Basisfuncties 11
Hier vindt u informatie over de indeling van de camera
en basisfuncties voor het maken van opnamen.
Uitgebreide functies 26
Hier vindt u informatie over hoe u foto's maakt
door een modus te selecteren en hoe u video's en
spraakmemo's opneemt.
Opname-instellingen 35
Hier vindt u informatie over de instellingen waarvoor u in
de opnamemodus kunt kiezen.
Weergeven en bewerken 53
Hier vindt u informatie over hoe u foto's, video's en
spraakmemo's kunt weergeven of afspelen en hoe u
foto's en video's kunt bewerken.
Verder wordt toegelicht hoe u de camera aansluit op de
fotoprinter of tv.
Instellingen 75
Hier vind u opties om de instellingen van uw camera te
configureren.
Aanvullende informatie 81
Hier vindt u informatie over foutmeldingen, specificaties
en onderhoudstips.
4
Pictogrammen in deze gebruiksaanwijzing
OpnamemodusPictogram
Smart Auto
Programma
DIS
Scène
Film
Pictogrammen in de opnamemodus
Deze pictogrammen geven aan dat een bepaalde functie in de
desbetreffende modi beschikbaar is. De modus
wellicht bepaalde functies niet voor alle scènes.
Voorbeeld)
ondersteunt
Beschikbaar in de
modi Programma,
DIS en Film
Pictogrammen in deze gebruiksaanwijzing
Pictogram Functie
Aanvullende informatie
Veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen
[ ]
Cameratoetsen; bijvoorbeeld: [sluiterknop]
( )
Paginanummer van verwante informatie
De volgorde van de opties of menu's die u moet
selecteren om een stap uit te voeren. Bijvoorbeeld:
→
Selecteer Opname→Witbalans betekent dat u eerst
Opname moet selecteren en vervolgens Witbalans.
*
Voetnoot
Afkortingen in deze gebruiksaanwijzing
AfkortingBetekenis
ACB
AEB
AF
DIS
DPOF
EV
ISO
WB
Auto Contrast Balance
(Automatische contrastverbetering)
Auto Exposure Bracket
(Opnamereeks met verschillende belichtingen)
Auto Focus (Autofocus)
Digital Image Stabilization (Digitale beeldstabilisatie)
Digital Print Order Format (Digitale afdrukbestelling)
Exposure Value (Belichtingswaarde)
International Organization for Standardization
(Internationale organisatie voor standaardisatie)
White Balance (Witbalans)
5
Uitdrukkingen in deze gebruiksaanwijzing
Op de sluiterknop drukken
•Druk de [sluiterknop] half in: Druk de sluiterknop half in.
•Druk op de [sluiterknop]: Druk de sluiterknop half in.
Druk de [sluiterknop] half inDruk op de [sluiterknop]
Onderwerp, achtergrond en compositie
•Onderwerp: Het belangrijkste object in een scène, zoals een
persoon, dier of stilleven.
•Achtergrond: De objecten rond een onderwerp.
•Compositie: De combinatie van een onderwerp en
achtergrond.
Achtergrond
Compositie
Onderwerp
Belichting (Helderheid)
De hoeveelheid licht die de camera binnenkomt bepaalt de
belichting. De belichting kan worden aangepast met behulp van
sluitertijd, diafragma en ISO-waarde. Wanneer u de belichting
verandert, worden de foto's donkerder of lichter.
Normale belichtingOverbelicht (te helder)
6
Bekende problemen
Hier vindt u antwoorden op bekende problemen. Met behulp van opname-instellingen hebt u veel problemen snel opgelost.
De ogen van de
gefotografeerde zijn
rood.
Foto's bevatten
stofvlekken.
Foto's zijn onscherp.
Bij nachtopnamen
zijn foto's onscherp.
Het onderwerp
is te donker door
tegenlicht.
Dit wordt veroorzaakt door een reflectie van de flitser van de camera.
• Stel de flitsoptie in op
• Als de foto al is gemaakt, selecteert u
Stofdeeltjes die in de lucht zweven kunnen worden vastgelegd op foto's als u de flitser gebruikt.
• Schakel de flitser uit of neem geen foto's op stoffige plaatsen.
• Pas de ISO-waarde aan. (pag. 40)
Dit kan worden veroorzaakt doordat u foto's neemt bij weinig licht of doordat u de camera niet goed
vasthoudt.
• Druk de [sluiterknop] half in om te zorgen dat wordt scherpgesteld op het onderwerp. (pag. 24)
• Gebruik de modus
Om meer licht binnen te laten, gebruikt de camera een langere sluitertijd.
Het kan dan lastig zijn de camera stil te houden, waardoor de foto's bewogen kunnen worden.
• Schakel de flitser in. (pag. 39)
• Pas de ISO-waarde aan. (pag. 40)
• Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt.
• Selecteer
Als de lichtbron zich achter het onderwerp bevindt of als er een groot contrast is tussen
de lichte en donkere gebieden, kan het onderwerp donker worden.
• Maak geen foto's met de zon achter uw onderwerp.
• Selecteer
• Stel de flitsoptie in op
• Stel de optie voor de automatische contrastbalans (ACB) in. (pag. 47)
• Pas de belichting aan. (pag. 47)
• Stel de lichtmeting in op
(pag. 48)
Nacht in de modus . (pag. 30)
Tegenl. in de modus. (pag. 28)
Rode ogen of Anti-rode ogen. (pag. 39)
. (pag. 31)
Invulflits. (pag. 40)
Spot als er een helder onderwerp in het midden van het kader staat.
7
Anti-rode ogen in het bewerkingsmenu. (pag. 64)
Beknopt overzicht
Foto's van mensen maken
•-modus > Beautyshot 29
-modus > Portret 28
•
• Rode ogen, Anti-rode ogen (rode ogen voorkomen of
verwijderen)
• Gezichtsdetectie
30
44
's Nachts of in het donker foto's
maken
•-modus > Nacht 30
modus > Zon onder, Dageraad, Vuurwerk 28
•
• Flitsopties
• ISO-waarde (de lichtgevoeligheid aanpassen)
39
40
Actiefoto's maken
• Continu, Bewegingsopname 50
Foto's maken van tekst, insecten en
bloemen
• modus > Close-up, Tekst 28
• Macro, Auto macro (om foto's van dichtbij te maken)
41
• Witbalans (om de kleurtint te wijzigen)
48
De belichting aanpassen (helderheid)
• EV (om de belichting aan te passen) 47
• ACB (om te compenseren voor onderwerpen tegen
lichte achtergronden)
• L.meting
• AEB (om drie foto's met verschillende belichtingen te
48
maken van dezelfde scène)
47
50
Een speciaal effect toepassen
• Fotostijlen (om een speciale tint aan te brengen) 51
• Beeld aanpassen (om de verzadiging, de scherpte of
De batterij .................................................................. 87
Basisfuncties
Hier vindt u informatie over de indeling van de camera en
basisfuncties voor het maken van opnamen.
Uitpakken
Onderdelen en knoppen van de camera
De batterij en geheugenkaart plaatsen
De batterij opladen en de camera
inschakelen
De eerste instellingen uitvoeren
Uitleg over de pictogrammen
Opties selecteren
Display en geluid instellen
Foto's maken
Tips om betere foto's te maken
…………………………………… 12
………………………………… 16
De batterij opladen
De camera inschakelen
Het type weergave wijzigen
Het geluid instellen
Zoomen
……………………… 16
…………………… 16
…………………………… 19
………………… 21
……………… 21
……………………… 21
……………………………… 22
…………………………………… 23
………… 17
…………… 18
………… 24
… 13
… 15
Uitpakken
Controleer of de doos de volgende artikelen bevat.
Optionele accessoires
CameraOplaadbare batterijAC-adapter /
PolslusSnelstartgids
USB-kabel
Software-cd-rom
(met gebruiksaanwijzing)
Basisfuncties
Camera-etuiGeheugenkaarten
A/V-kabelBatterijoplader
• De illustraties kunnen afwijken van de onderdelen die bij uw product
zijn geleverd.
• U kunt door Samsung goedgekeurde accessoires die compatibel
zijn met uw camera aanschaffen bij het servicecenter of de winkel
waar u de camera hebt aangeschaft. Wij zijn niet aansprakelijk
voor schade als gevolg van het gebruik van artikelen van andere
fabrikanten.
12
Onderdelen en knoppen van de camera
Maak u vertrouwd met de diverse onderdelen en functies van de camera voordat u begint.
POWER-knop (Aan/uit)
Sluiterknop
Flitser
AF-hulplampje/
timerlampje
Microfoon
Luidspreker
Lens
USB- en A/Vaansluiting
Voor aansluiting van
USB- of A/V-kabel
Basisfuncties
13
Statiefbevestigingspunt
Batterijklep
Plaats een geheugenkaart en een batterij
Onderdelen en knoppen van de camera
Statuslampje
• Knippert: De camera slaat een foto
of video op, wordt uitgelezen door een
computer of printer of het onderwerp
is onscherp
• Groen: De camera maakt verbinding
met een computer of heeft
scherpgesteld op het onderwerp
• Rood: De batterij wordt opgeladen
Scherm
KnopBeschrijving
Naar opties of menu's gaan
In de opnamemodusBij instellen
Weergaveoptie wijzigenOmhoog
Navigatie
Afspelen
Functie
Macro-optie wijzigenOmlaag
Flitseroptie wijzigenNaar links
Timeroptie wijzigenNaar rechts
Gemarkeerde optie of menu bevestigen
Naar de weergavemodus gaan
• De opties van de opnamemodus weergeven
• In de weergavemodus bestanden verwijderen
Zoomknop
• In- en uitzoomen in de opnamemodus.
• Inzoomen op een deel van een foto of bestanden
als miniaturen bekijken in de weergavemodus.
• Volume regelen in de weergavemodus.
MODE-knop:
Open de lijst met opnamemodi
Pictogram ModusBeschrijving
De camera kiest automatisch instellingen op
Smart Auto
Programma
DIS
Scène
Film
basis van het gedetecteerde scènetype (Nacht,
Portret, Zonsondergang, enzovoort).
Een foto maken met instelling van opties.
De camera activeert opties die het trillen van het
beeld verminderen.
Een foto nemen met de voorgeprogrammeerde
opties voor een specifieke scène (Landschap,
Portret, Bos, enzovoort).
Hiermee kunt u een video opnemen.
1
De polslus
bevestigen
2
Basisfuncties
14
De batterij en geheugenkaart plaatsen
Hier vindt u informatie over het in de camera plaatsen van de batterij en van een optionele geheugenkaart.
De batterij en geheugenkaart verwijderen
Geheugenkaart
Batterijvergrendeling
Zorg dat bij het plaatsen
van een geheugenkaart de
goudkleurige contactpunten
naar beneden wijzen.
Plaats de batterij met het
Samsung-logo omlaag gericht.
Geheugenkaart
Batterij
Duw voorzichtig tegen
de kaart om deze te
ontgrendelen en trek de
kaart vervolgens uit de
sleuf.
Druk op de vergrendeling
om de batterij te
ontgrendelen.
Batterij
Basisfuncties
• U hebt een opslagapparaat nodig voor opnamen. Plaats de
geheugenkaart.
• Plaats een geheugenkaart in de juiste richting. Als u een
geheugenkaart in de verkeerde richting plaatst, kunnen zowel camera
als geheugenkaart hierdoor beschadigen.
15
De batterij opladen en de camera inschakelen
De batterij opladen
Voordat u de camera voor het eerst gaat gebruiken, moet de
batterij worden opgeladen. Koppel de USB-kabel aan de ACadapter en sluit vervolgens het uiteinde van de kabel met het
pijltje (
U kunt opties selecteren door op [] te drukken. Vervolgens kunt u de navigatieknoppen ([], [ ], [ ], [ ]) gebruiken.
U kunt de opnameopties ook openen door op [ ] te drukken, maar dan zijn sommige opties niet beschikbaar.
Druk in de opnamemodus op [].
1
Gebruik de navigatieknoppen om naar een optie of
2
menu te scrollen.
• Druk op [] of [ ] om omhoog of omlaag te gaan.
• Druk op [
Druk op [] om de gemarkeerde keuze te bevestigen.
3
] of [ ] om naar links of rechts te gaan.
Basisfuncties
Terug naar het vorige menu
Druk op[] om naar het vorige menu terug te gaan.
Druk de [sluiterknop] half in om naar de opnamemodus terug te gaan.
19
Opties selecteren
Voorbeeld: in de modus de witbalans selecteren
Druk in de opnamemodus op [].
1
Druk op [] of [ ] om naar Programma te scrollen en
2
druk op [
In deze modus kunt u direct versch.
opnamefuncties instellen.
Druk op [].
3
Druk op [] of [ ] om naar Opname te scrollen en
4
druk op [
Smart Auto
Programma
DIS
Scène
Film
Opname
Geluid
Display
Instellingen
Afsl.
].
] of [].
Fotoformaat
Kwalit.
EV
ISO
Witbalans
Gezichtsdetectie
Scherpstelgebied
Wijzigen
Druk op [] of [ ] om naar Witbalans te scrollen en
5
druk op [
Druk op [ ] of [ ] om naar een optie voor Witbalans te
6
] of [].
Fotoformaat
Kwalit.
EV
ISO
Witbalans
Gezichtsdetectie
Scherpstelgebied
Afsl.Terug
scrollen.
Daglicht
TerugVerpl.
Druk op [].
7
Basisfuncties
20
Display en geluid instellen
Hier vindt u informatie over het aanpassen van de basisinstellingen van het scherm en het geluid.
Het type weergave wijzigen
Selecteer een type display voor de opname- of afspeelmodus.
Elk type geeft verschillende opname- en afspeelgegevens weer.
Druk meerdere keren op [] om het type display te
wijzigen.
Alle fotografische
gegevens weergeven.
ModiKeuzes voor type display
• Alle opname-informatie weergeven
Opname
Afspelen
• Opname-informatie verbergen, behalve het aantal
resterende foto's (of de resterende opnametijd) en
het batterijpictogram
• Alle informatie over de huidige foto weergeven
• Alle informatie over de huidige foto verbergen
• Informatie over de huidige foto verbergen, behalve
de opname-instellingen en de vastgelegde datum
Basisfuncties
Het geluid instellen
U kunt instellen of de camera een bepaald geluid laat klinken
wanneer u de camera bedient.
Druk in de opname- of afspeelmodus op [].
1
Selecteer Geluid→Piepjes→ een optie.
2
OptieBeschrijving
Uit
1/2/3
21
De camera geeft geen geluiden weer.
De camera geeft één van drie geluiden, afhankelijk
van de optie die u selecteert.
Foto's maken
Hier vindt u informatie over basishandelingen om in de modus Smart Auto snel en eenvoudig foto's te maken.
Druk in de opnamemodus op [].
1
Druk op [] of [ ] om naar Smart Auto te scrollen
2
en druk vervolgens op [
Smart Auto
Programma
DIS
Scène
Film
Deze modus herkent de scène
automatisch.
Plaats het onderwerp in het kader.
3
].
Basisfuncties
Druk de [sluiterknop] half in om scherp te stellen.
4
• Een groen kader betekent dat het onderwerp scherp in beeld
is.
• Een rood kader betekent dat het onderwerp niet scherp in
beeld is.
Druk de [sluiterknop] volledig in om een foto te maken.
5
Zie pagina 24 voor tips om betere foto's te maken.
22
Foto's maken
Zoomen
U kunt close-upfoto's maken door in te zoomen. De camera heeft
5X optische zoom en 3X digitale zoom. Door beide te gebruiken,
kunt u tot 15 keer inzoomen.
Druk [Zoom] naar rechts om op het onderwerp in te zoomen.
Druk [Zoom] naar links om uit te zoomen.
Zoomverhouding
UitzoomenInzoomen
De zoomfunctie is niet beschikbaar als de focus is ingesteld op Macro.
Basisfuncties
Digitale zoom
Als de zoomindicator zich in het digitale bereik bevindt, gebruikt
de camera de digitale zoomfunctie. De beeldkwaliteit kan bij het
gebruik van digitale zoom achteruitgaan.
Optisch bereik
Zoomindicator
Digitaal bereik
• De digitale zoomfunctie is niet beschikbaar voor de opties voor
Gezichtsdetectie en de optie Tracking AF.
• Als u een foto maakt met digitale zoom, kan de fotokwaliteit minder
worden.
23
Tips om betere foto's te maken
De camera op de juiste manier vasthouden
Controleer of er niets
voor de lens zit.
De sluiterknop half indrukken
Druk de [sluiterknop] half in en pas
de scherpstelling aan. De camera
past de scherpstellingen en belichting
automatisch aan.
De camera stelt de
diafragmawaarde en sluitersnelheid
automatisch in.
Scherpstelkader
• Druk de [sluiterknop] volledig
in om een foto te maken als het
scherpstelkader groen is.
•Pas de compositie aan en druk de
[sluiterknop] nogmaals half in als
het scherpstelkader rood is.
Basisfuncties
Bewegingsonscherpte verminderen
• Selecteer de modus om
bewegingsonscherpte digitaal te verminderen.
(pag. 31)
Als wordt weergegeven
Bewegingsonscherpte
Zorg dat bij opnamen in het donker de flitser niet op
Langz sync of Uit staat ingesteld. Het diafragma blijft dan langer
open, waardoor het moeilijker is om de camera stil te houden.
• Gebruik een statief of stel de flitser in op Invulflits. (pag. 40)
• Pas de ISO-waarde aan. (pag. 40)
24
Voorkomen dat het onderwerp niet scherp is
In de volgende gevallen kan het moeilijk zijn om op het onderwerp
scherp te stellen:
-
er is weinig contrast tussen het onderwerp en de achtergrond
(bijvoorbeeld wanneer het onderwerp kleding draagt die ongeveer dezelfde
kleur heeft als de achtergrond)
- de lichtbron achter het onderwerp is te fel
- het onderwerp glanst of weerkaatst licht
- het onderwerp heeft horizontale patronen, zoals bij jaloezieën het geval is
- het onderwerp bevindt zich niet in het midden van het kader
Gebruik de scherpstelvergrendeling
Druk de [sluiterknop] half in om scherp te stellen. Wanneer
het onderwerp scherp in beeld is, kunt u het kader
verschuiven om de compositie aan te passen. Druk wanneer
u klaar bent de [sluiterknop] volledig in om een foto te
maken.
• Als u foto's maakt bij weinig licht
Schakel de flitser in.
(pag. 39)
• Als onderwerpen snel bewegen
Gebruik de functie
voor continuopnamen
of bewegingsdetectie.
(pag. 50)
Basisfuncties
25
Uitgebreide functies
Hier vindt u informatie over hoe u foto's maakt door een modus
te selecteren en hoe u video's en spraakmemo's opneemt.
Opnamemodi
De modus Smart Auto gebruiken
De modus Scène gebruiken
De modus Beautyshot gebruiken
De kadergids gebruiken
De Nachtmodus gebruiken
De modus DIS gebruiken
De modus Programma gebruiken
Een video opnemen
Spraakmemo's opnemen
Een spraakmemo opnemen
Een spraakmemo aan een foto toevoegen
……………………………… 27
……………… 28
………………… 30
……………… 30
………………… 31
……………………… 32
………………… 34
……………… 34
………… 27
………… 29
………… 32
… 34
Opnamemodi
Maak foto's en video's door de beste opnamemodus voor de omstandigheden te selecteren.
De modus Smart Auto gebruiken
In deze modus kiest de camera automatisch camera-instellingen
die bij het gedetecteerde type scène passen. De modus Smart
Auto is handig als u niet bekend bent met de camera-instellingen
voor de diverse scènes.
Druk in de opnamemodus op [].
1
Kies Smart Auto.
2
Plaats het onderwerp in het kader.
3
• De camera selecteert automatisch een scène. Het pictogram
voor de desbetreffende modus wordt linksboven in het
scherm weergegeven. De pictogrammen worden hieronder
weergegeven.
Pictogram Beschrijving
Verschijnt bij foto's van landschappen.
Verschijnt bij foto's met een heldere witte
achtergrond.
Uitgebreide functies
Pictogram Beschrijving
Verschijnt bij nachtfoto's van landschappen.
Alleen beschikbaar wanneer de flitser uitstaat.
Verschijnt bij nachtelijke portretfoto's.
Verschijnt bij foto's van landschappen met tegenlicht.
Verschijnt bij portretfoto's met tegenlicht.
Verschijnt bij portretfoto's.
Verschijnt bij close-upfoto's van objecten.
Verschijnt bij close-upfoto's van tekst.
Verschijnt bij foto's van zonsondergangen.
Verschijnt bij foto's van heldere luchten.
Verschijnt bij foto's van beboste gebieden.
Verschijnt bij close-upfoto's van kleurrijke
onderwerpen.
Verschijnt wanneer de camera stabiel staat
(bijvoorbeeld op een statief) en het onderwerp enige
tijd niet beweegt. Alleen beschikbaar wanneer u
foto’s in het donker maakt.
Verschijnt bij foto's van actief bewegende
onderwerpen.
27
Opnamemodi
Druk de [sluiterknop] half in om scherp te stellen.
4
Druk de [sluiterknop] volledig in om een foto te maken.
5
• Als de camera geen scènemodus herkent, wordt weergegeven
en gebruikt de camera de standaardinstellingen.
• Ook als er een gezicht wordt gedetecteerd, is het mogelijk dat de
camera geen portretmodus selecteert. Dit hangt af van de positie van
het onderwerp en de lichtval.
• Door verscheidene opnameomstandigheden kan het gebeuren dat
de camera de juiste scène niet kan selecteren, bijvoorbeeld door het
trillen van de camera, de lichtval en de afstand tot het onderwerp.
• Zelfs als u een statief gebruikt, kan het voorkomen dat de camera
de modus
onderwerp.
• In de modus
omdat de instellingen regelmatig worden gewijzigd op basis van de
geselecteerde scènes.
niet detecteert, afhankelijk van de beweging van het
gebruikt de camera meer batterijspanning
De modus Scène gebruiken
Maak een foto met vooraf ingestelde opties voor een specifieke
scène.
Druk in de opnamemodus op [].
1
Selecteer Scène→ een scène.
2
Beautyshot
Kaderlijnen
Nacht
Portret
Kinderen
Landschap
Close-up
Deze modus is geschikt om portretfoto's
te maken
• Als u de scènemodus wilt wijzigen, drukt u op [] en
kiest u Scène→ een scène.
• Meer over de modus Beautyshot vindt u in “De modus
Beautyshot gebruiken" op pagina 29.
• Meer over de modus Kadergids vindt u in “De kadergids
gebruiken" op pagina 30.
• Meer over de Nachtmodus vindt u in “De Nachtmodus
gebruiken" op pagina 30.
Plaats het onderwerp in het kader en druk de
3
[sluiterknop] half in om scherp te stellen.
Druk de [sluiterknop] volledig in om een foto te maken.
4
Uitgebreide functies
28
Opnamemodi
De modus Beautyshot gebruiken
Maak een foto van iemand met opties om onvolkomenheden in
het gezicht te verbergen.
Druk in de opnamemodus op [].
1
Selecteer Scène→Beautyshot.
2
Als u de huidtint van het onderwerp lichter wilt laten
3
lijken (alleen gezicht), drukt u op [
stap 4. Druk op [
gezicht te verbergen en ga naar stap 5.
Selecteer Opname→Gezichtstint→ een optie.
4
• Selecteer een hogere instelling om de huidtint lichter te laten
lijken.
Niveau 2
TerugVerpl.
Druk op [] om onvolkomenheden in het gezicht te
5
verbergen.
] om onvolkomenheden in het
] en gaat u naar
Selecteer Opname→Gezichtretouch.→ een optie.
6
• Selecteer een hogere instelling om een groter aantal
onvolkomenheden te verbergen.
Niveau 2
TerugVerpl.
Plaats het onderwerp in het kader en druk de
7
[sluiterknop] half in om scherp te stellen.
Druk de [sluiterknop] volledig in om een foto te maken.
8
Als u de modus Beautyshot gebruikt, wordt de scherpstelafstand ingesteld
op Auto macro.
Uitgebreide functies
29
Loading...
+ 75 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.