Sagem LASER PRO 351 User Manual [nl]

SAGEM
Laser Pro 351
Gebruiksaanwijzing
S
GEFELICITEERD
U hebt zojuist een communicatieapparaat van de nieuwste generatie van het merk SAGEM aangeschaft en wij feliciteren u met uw keus. Met dit multifunctionele apparaat kunt u faxen, printen en scannen; bovendien kunt u het gebruiken voor communicatie via internet. Dit apparaat voldoet aan al uw bedrijfseisen.
Apparaat Model Apparatuur
Laser Pro 351 A
Wij adviseren u enige tijd uit te trekken om deze handleiding te lezen, zodat u de talloze functies van dit apparaat optimaal kunt gebruiken.
Lijst van accessoires
• Geheugenkaart voor telefoonboek
• Papierlade voor 500 vellen.
• Duplex-eenheid (afhankelijk van het model)
• PCL® 6- en SGScript-pakket (afhankelijk van het model).
• Companion Suite Pro-pakket voor PC.
1
• Tweezijdige kleurenscanner
•18pag. per min.r
Verbruiksartikelen
Zie de laatste pagina van deze gebruikershandleiding voor verdere informatie.
1. De lijst van accessoires kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Bedieningspaneel Model A
Fine
Sfine
Photo
1. Toets : Beëindigt de actuele afdruktaak
2. Toets : Verkorte handleiding afdrukken.
3. Toets : Kopiëren.
4. Toets : Vergroten of verkleinen.
PC
5. Toets
6. Toets : Dubbelzijdig afdrukken
7. Toets : Kleurmodus selecteren.
8. Toets : Scanresolutie.
9. Toets : Contrastinstelling.
10. Scanresolutie (Fijn, Super Fijn, Foto).
11. Symbool : Kleurmodus geselecteerd.
12. Symbool voor dubbelzijdig afdrukken : * Aan: Modus voor dubbelzijdig afdrukken
* Uit: Modus voor dubbelzijdig afdrukken
: Scan naar PC / scan naar FTP.
geactiveerd
2
1
5
4
3
9
7
8
6
uitgeschakeld.
13. Lampje reserve "Toner" : Aan : Toner op,
Knippert : Toner bijna op.
14. Lampje papier vastgelopen in printer .
15. Numeriek toetsenblok.
16. Toets : Fax versturen.
OK
17. Toets
18. Toets : Toegang tot menu en door menu's
: Selectie op display bevestigen.
omlaag lopen.
C
19. Toets
: Teruggaan naar vorig menu en invoer
corrigeren.
20. Toets : Door menu's omhoog bladeren.
21. Toets : Beëindigt de huidige actie.
22. Toets : Beëindigt de huidige actie.
10
11
13
12
14
STOP
15
PRINT
COPY
SCAN
STOP
22
Fine
Sfine
Photo
18
20
21
16
17
19
Bedieningspaneel Model B
Fine
Sfine
Photo
1. Toets : Beëindigt de actuele afdruktaak
2. Toets : Verkorte handleiding afdrukken.
3. Toets : Kopiëren.
4. Toets : Vergroten of verkleinen.
PC
5. Toets
6. Toets : Scan naar e-mail (fax via internet versturen).
7. Toets : Dubbelzijdig afdrukken
8. Toets : Kleurmodus selecteren.
9. Toets : Scanresolutie.
10. Toets : Contrastinstelling.
11. Scanresolutie (Fijn, Super Fijn, Foto).
12. Symbool "Lijn" : * Aan: Communicatie bezig. * knippert: Communicatie in voorbereiding.
13. Symbool : Kleurmodus geselecteerd.
14. Symbool voor dubbelzijdig afdrukken : * Aan: Modus voor dubbelzijdig afdrukken
* Uit: Modus voor dubbelzijdig afdrukken
: Scan naar PC / scan naar FTP.
geactiveerd
uitgeschakeld.
15. Lampje reserve "Toner" : Aan : Toner op,
Knippert : Toner bijna op.
16. Lampje papier vastgelopen in printer .
17. Numeriek toetsenblok.
18. Alfanumeriek toetsenbord.
Í
19. Toets
: Wist het teken links van de cursor.
20. Toets : Invoeren of nieuwe regel openen.
21. Toets : Speciale tekens oproepen
22. Toets
:
Shift.
23. Toets : Fax versturen.
OK
24. Toets
25. Toets : Toegang tot menu en door menu's
: Selectie op display bevestigen.
omlaag lopen.
C
26. Toets
: Teruggaan naar vorig menu en invoer
corrigeren.
27. Toets : Door menu's omhoog bladeren.
28. Toets : Beëindigt de huidige actie.
29. Toets : Toegang tot telefoonlijst en snelkiesnummers.
30. Toets : Rondsturen.
1
PRINT
11
13
15
14
4
2
3
COPY
COPY
6
5
SCAN
COM
30
8
9
7
29
12
10
Fine
Sfine
Photo
27
28
16
17
25
23
24
26
22
18
20
19
21
Inhoud
INHOUD
1INSTALLATIE 1-1
Het apparaat installeren 1-1
Installatievereisten 1-1
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik 1-2
De doos uitpakken 1-4 De extra papierlade uitpakken (afhankelijk van model of optie) 1-5 De duplex-eenheid (voor dubbelzijdig printen) uitpakken (afhankelijk van model of optie) 1-6 Beschrijving 1-7 De verwijderbare onderdelen installeren 1-8
De invoerklep voor documenten installeren 1-8 De uitvoerklep installeren 1-9 De papierlade installeren 1-10 Papier laden 1-11 De uitvoerklep voor originele documenten instellen 1-13 Handmatig papier laden 1-13 De extra papierlade installeren (afhankelijk van model of optie) De Duplex-eenheid installeren (afhankelijk van model of optie)
Aansluitingen 1-20
LAN-aansluiting (Model B) 1-21 Netsnoer aansluiten en apparaat inschakelen 1-21
1-15
1-17
2VERKORTE HANDLEIDING 2-1
Navigatiemethodes 2-1
Basisprincipe 2-1
Het navigatiesysteem 2-1 De menu's gebruiken 2-2 Het display. 2-3
Toegang tot functies 2-3
Bediening via de menu's 2-3 Directe bediening via nummer 2-4
Functieoverzicht 2-4
Model A 2-4 Model B 2-6
3UW MACHINE INSTELLEN 3-1
Basisinstellingen 3-1
Datum/Tijd 3-2 Uw faxnummer/naam invoeren 3-2 Taal 3-2 Lokaal voorvoegsel (Model B) 3-2
Voorafgaand aan ontvangst (Model B) 3-3
Vertrouwelijke ontvangst (faxgeheugen) 3-3
1
Inhoud
Ontvangen zonder papier Aantal afdrukken 3-4
3-4
Tweezijdig afdrukken (afhankelijk van model) 3-4 Technische parameters 3-5
LAN-instellingen (Model B). 3-7
LAN-instellingen 3-7
Automatische configuratie 3-7 Handmatige configuratie 3-7 IEEE-adres (of Ethernet-adres) of MAC-adres 3-8 Netbios-namen 3-8
E-mail en internet 3-8
Initialisatieparameters 3-9
Toegang tot verbindings- en e-mailinstellingen 3-9 Toegang tot serverparameters 3-10 Parameters voor SMTP-authenticatie instellen 3-10
Instellingen 3-11
Standaardinstellingen 3-12 Mail sorteren 3-13
Internetverbinding 3-14
Directe verbinding met internet 3-15 Geprogrammeerde verbinding 3-15
De internetfunctie uitschakelen 3-15
4TELEFOONBOEK (MODEL B) 4-1
Contactpersonen aanmaken 4-2
Een contactpersoon toevoegen 4-2
Lijsten van contactpersonen aanmaken (Model B) 4-3
Een lijst toevoegen 4-4 Een nummer toevoegen aan of verwijderen uit de lijst
Een lijst of de gegevens van een contactpersoon inzien 4-5 Een contactpersoon of een lijst aanpassen 4-6 Een lijst of de gegevens van een contactpersoon wissen 4-6 Het telefoonboek afdrukken 4-6 Een telefoonboek importeren 4-7
De bestandsstructuur 4-7 Procedure 4-8
Een telefoonboek exporteren 4-9
4-5
5BEDIENING 5-1
Kopiëren 5-1
Lokale kopieën 5-1
Standaardkopieën 5-1 Tweezijdige kopieën (afhankelijk van model) 5-1 Geavanceerde kopieën 5-2
Speciale kopieerinstellingen 5-3
Scannerinstellingen 5-3
Verzenden (Model B) 5-5
2
Inhoud
Documenten plaatsen 5-5
Vanuit de vlakbedscanner 5-6
Resolutie/contrast kiezen 5-6
Resolutie 5-6 Contrast 5-7
Telefoonnummer kiezen 5-7
Vanuit het telefoonboek 5-7 Toets nummerherhaling gebruiken 5-8
Verzenden via het telefoonnet (PSTN)
Direct verzenden 5-9 Later verzenden 5-9 Verzenden met automatisch herhalen 5-10
Verzenden via internet 5-11
Een zwartwitdocument naar een e-mailadres sturen 5-11 Een kleurendocument naar een e-mailadres sturen 5-11 Een getypt bericht naar een e-mailadres sturen 5-12 Scan naar FTP. 5-13 Een bestand op de FTP-server plaatsen: 5-13 Rondsturen. 5-14
Wachtrij voor verzending 5-14
Onmiddellijk vanuit de wachtrij verzenden 5-15 De wachtrij inzien of aanpassen 5-15 Een te verzenden document wissen dat in de wacht staat 5-15 Een document afdrukken dat wacht op verzending of dat klaargezet is 5-15 Wachtrij afdrukken 5-15
Het verzenden afbreken 5-15
Ontvangen (Model B) 5-16 Overige functies 5-16
Logbestanden (Model B) 5-16 Het functieoverzicht afdrukken 5-17 De apparaatinstellingen afdrukken (Model B) 5-17 Fonts afdrukken (Model B) 5-17 Tellers 5-17 Fax server (Afhankelijk van model)(model b) 5-18
Keuzemenu type connectie: 5-18 Vergrendeling van de Fax Server instellingen 5-18 Definieer de naam van de Fax Server 5-19 Definieer het IP adres van de Fax Server 5-19 Definieer de domeinnaam van de Fax Server 5-19
Blokkering 5-19
De blokkeercode invoeren 5-19 Het toetsenbord blokkeren 5-20 De faxnummers blokkeren 5-20 De internetinstellingen blokkeren 5-20
Scannen naar PC (afhankelijk van het model) 5-21
5-9
3
Inhoud
6ONDERHOUD 6-1
Onderhoud 6-1
Basisinformatie 6-1 Het verbruiksmateriaal vervangen (toner en drum) 6-2
Onderdelen vervangen 6-2
Reiniging 6-14
Leeseenheid van de scanner reinigen 6-14 Printer reinigen 6-15
Onderhoud 6-17 Scanner kalibreren 6-17
Storingen 6-17
Printerfouten 6-18
Foutmeldingen 6-18 Papieropstopping in de printer 6-19 Papieropstopping bij de documentuitvoer 6-21
Storingen in de scanner 6-22
Papieropstopping in de documentinvoer 6-22
Andere mogelijke storingen 6-24 Het apparaat verpakken en vervoeren 6-24
Technische gegevens 6-26
Technische gegevens van het apparaat 6-26
7VEILIGHEID 7-1
Dit apparaat is ontworpen conform de Europese normen I-CTR37 en CTR21 en is bedoeld voor aansluiting op een openbaar telefoonnetwerk (Public Switched Telephone Network - PSTN). In geval van problemen gelieve u eerst uw leverancier te raadplegen.
Het -merk bevestigt dat de producten voldoen aan de basiseisen van richtlijn R&TTE 1999/05/EG.
De veiligheid van de gebruikers is gewaarborgd conform richtlijn 73/23/EG.
Voor de EMC-vereisten is
De fabrikant verklaart dat de producten zijn vervaardigd conform bijlage II bij richtlijn R&TTE 1999/5/EG.
richtlijn 89/336/EG gehanteerd.
4

1INSTALLATIE

HET APPARAAT INSTALLEREN

INSTALLATIEVEREISTEN

Als u het faxapparaat op de juiste locatie installeert, bent u verzekerd van de lange levensduur waarvoor het is ontworpen. Controleer grondig of de door u geselecteerde locatie aan de volgende kenmerken voldoet.
• Kies een goed geventileerde locatie.
• Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen aan de linkerkant van het apparaat niet worden geblokkeerd. Zorg bij het installeren van het apparaat voor voldoende afstand tussen de muur en de achterkant.
• De afstand aan de linkerkant van het apparaat moet tenminste 25 centimeter bedragen, zodat u het deksel gemakkelijker kunt openen en het ventilatierooster van het apparaat niet wordt geblokkeerd.
1-1
• Zorg ervoor dat er geen ammonia of andere organische gassen in de ruimte kunnen ontstaan.
• Het geaarde stopcontact (zie de veiligheidsinstructies in het hoofdstuk Veiligheid ) waarop u het apparaat wilt aansluiten moet zich vlakbij het apparaat bevinden en vrij toegankelijk zijn.
• Zorg ervoor dat het apparaat niet wordt blootgesteld aan direct zonlicht.
• Kies bij voorkeur geen opstellingslocatie in de directe luchtstroom van airconditioners, verwarmingsapparaten of ventilatoren en stel het apparaat niet op in ruimtes waar sterke temperatuur- en luchtvochtigheidsverschillen heersen.
• Kies een stevig, vlak oppervlak waar het apparaat niet wordt blootgesteld aan sterke trillingen.
• Plaats het apparaat op veilige afstand van voorwerpen die de ontluchtingsopeningen (waarlangs warmte wordt afgevoerd) kunnen blokkeren.
• Plaats het apparaat niet in de buurt van gordijnen of andere brandbare voorwerpen.
• Kies een locatie waar er geen gevaar bestaat dat er water of een andere vloeistof op het apparaat spat.
• Controleer of de omgeving schoon, droog en stofvrij is.
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik
Houd de volgende belangrijke voorzorgsmaatregelen in het oog bij het gebruik van het apparaat.
Gebruiksomgeving
De optimale gebruiksomgeving voor dit apparaat is als volgt:
• Temperatuur: 10 °C tot 35 °C met een maximale schommeling van 10 °C per uur.
• Luchtvochtigheid: 20% tot 80% (geen condensatie) met een maximale schommeling van 20% per uur.
Hoofdapparaat
Houd de volgende belangrijke voorzorgsmaatregelen in het oog bij het gebruik van het apparaat.
• Schakel het apparaat nooit uit en open nooit kappen van het apparaat tijdens het printen.
• Houd brandbare gassen, vloeistoffen en objecten die magnetische krachten genereren verwijderd van het apparaat.
• Trek het netsnoer uit door aan de stekker te trekken; trek nooit aan de kabel zelf. Als de kabel beschadigd is, kan dit tot brand of een elektrische schok leiden.
• Raak het netsnoer nooit met natte handen aan. Dit kan tot een elektrische schok leiden.
• Trek het netsnoer altijd uit alvorens het apparaat te verplaatsen. Als u dit niet doet, kan de kabel beschadigd raken, hetgeen weer kan leiden tot brand of een elektrische schok.
• Trek het netsnoer altijd uit als u denkt het apparaat lange tijd niet te gebruiken.
• Probeer nooit een paneel of vaste kap te verwijderen. Het apparaat bevat spanningvoerende componenten; als deze worden blootgelegd kan dit tot een elektrische schok leiden.
• Probeer nooit eigenhandig veranderingen aan het apparaat door te voeren. Dit kan tot brand of een elektrische schok leiden.
• Plaats nooit zware voorwerpen op het netsnoer; trek er nooit aan en buig hem niet. Dit kan tot brand of een elektrische schok leiden.
• Controleer altijd of het apparaat niet op het netsnoer of op een van de communicatiekabels van andere elektrische apparaten staat. Controleer ook of de kabels niet in het mechanisme van het apparaat komen. Dit zou tot storingen of brand kunnen leiden.
Installatie
1-2
Installatie
• Controleer altijd of er geen paperclips, nietjes of andere metalen voorwerpen via de ventilatieopeningen of andere openingen in het apparaat kunnen belanden. Dit kan tot brand of een elektrische schok leiden.
• Voorkom dat er water of andere vloeistoffen op of in de buurt van het apparaat worden gemorst. Er kan brand of een elektrische schok ontstaan als er water of een andere vloeistof in contact komt met het apparaat.
• Zou er per ongeluk toch vloeistof of een metalen voorwerp in het apparaat belanden, schakel het dan onmiddellijk uit, trek de steker uit het stopcontact en neem contact op met uw dealer. Als u niet direct reageert, ontstaat het gevaar van brand of een elektrische schok.
• Als het apparaat ongebruikelijk veel warmte afgeeft of rook, een ongebruikelijke geur of herrie produceert, schakel het dan onmiddellijk uit, trek de steker uit het stopcontact en neem contact op met uw dealer. Als u niet direct reageert, ontstaat het gevaar van brand of een elektrische schok.
• Printpapier: gebruik geen papier dat al eerder door uw faxapparaat of een andere printer bedrukt is: de inkt of toner op het papier zou schade kunnen opleveren aan het printsysteem van uw fax.
Let op - Plaats het faxapparaat op een goedgeventileerde locatie. Er wordt een minimale
hoeveelheid ozon gegenereerd tijdens het normale bedrijf van dit apparaat. Dit kan tot een onprettige geur leiden als het apparaat wordt gebruikt om langdurig en veel te printen in een slecht geventileerde ruimte. Voor een comfortabel, gezond en veilig gebruik, dient u het apparaat op een goedgeventileerde locatie te installeren.
1-3

DE DOOS UITPAKKEN

Neem de beschermingsprofielen, het verpakkingsmateriaal en het apparaat uit de doos.
Controleer of de doos de volgende onderdelen bevat.
Installatie
Netsnoer (model afhankelijk van land)
Installatie handleiding
Hoofdapparaat
CD-ROM
Gebruikershandleiding
CD-ROM PC-pakket (afhankelijk van model)
CD-ROM LAN-pakket
(afhankelijk van model)
Uitvoerklep
voor afdrukken
Documenteninvoer
Papier-
lade
1-4
Kartonnen doos
Installatie

DE EXTRA PAPIERLADE UITPAKKEN (AFHANKELIJK VAN MODEL OF OPTIE)

Verwijder de plastic zakken en controleer of de hieronder getoonde onderdelen aanwezig
zijn.
Papierlade
Mechanische unit papierlade
Kartonnen doos
De extra papierlade installeren (zie sectie Beschrijving, pagina 1-7)
1-5
Installatie
DE DUPLEX-EENHEID (VOOR DUBBELZIJDIG
PRINTEN) UITPAKKEN (AFHANKELIJK VAN MODEL OF OPTIE)
Verwijder de plastic zakken en controleer of de hieronder getoonde onderdelen aanwezig zijn.
Installatiehandleiding
Duplex-eenheid
Kartonnen doos
De duplex-eenheid installeren (zie sectie De Duplex-eenheid installeren (afhankelijk van
model of optie), pagina 1-17).
1-6
Installatie

BESCHRIJVING

Instelbare
papiergeleiding
ADF-scanner (automatische invoer)
Bedieningspaneel
Printer
Extra papier-
lade (optie) (500 vellen)
Parallelle PC-poort.
(afhankelijk van
model)
USB-poort
LAN-kabelingang
(afhankelijk van
model)
Documenteninvoer invoerklep voor scannen
Uitvoerklep voor originele documenten uitvoer
Openingshandgreep vlakbedscanner
Chipkaartlezer
Printer uitvoer
Lade voor handmatige papier-
invoer
Papierlade
Aan/uit­knop
Toner-/drumcartridge
(vooraf geïnstalleerd)
Netaansluiting
Netsnoer
(afhankelijk van land)
1-7
DE VERWIJDERBARE ONDERDELEN
INSTALLEREN
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de verwijderbare onderdelen van het apparaat kunt installeren.

DE INVOERKLEP VOOR DOCUMENTEN INSTALLEREN

Zet de invoerklep vast door de twee pallen (B) in de daarvoor bestemde uitsparingen (A) te
bevestigen.
Installatie
A
B
1-8
Installatie

DE UITVOERKLEP INSTALLEREN

Plaats de twee lippen (B) van de uitvoerklep in de daarvoor bestemde uitsparingen (A).
A
B
1-9
Installatie

DE PAPIERLADE INSTALLEREN

Plaats de lade met de lippen links en rechts richting het apparaat en draai rustig tegen de lade
totdat hij vast klikt in de uitsparingen (zie tekening).
1-10
Installatie

PAPIER LADEN

Neem het deksel van de papierlade.
Druk op de formaatgeleider voor het papier in de lade aan de rechterkant om beide
geleiders naar links of rechts te bewegen.
Leg een stapel papier in de lade (niet meer dan 250 vellen). Leg voorbedrukt briefpapier
met de bedrukte zijde omhoog.
Zet de stapel papier vast door de geleiders links en rechts tegen de stapel te drukken.
1-11
Geschikt papier :
Papierlade 60 tot 90 g/m
Handmatige invoer 60 tot 160 g/m
Breng het deksel weer op de papierlade aan.
Installatie
2
2
Let op - Leg tijdens het printen geen nieuw papier in de lade.
1-12
Installatie
DE UITVOERKLEP VOOR ORIGINELE DOCUMENTEN
INSTELLEN
Stel de aanslag op de uitvoerklep in, afhankelijk van het formaat van het te scannen papier,
A4 of LGAL (LEGAL).

HANDMATIG PAPIER LADEN

Bij het afdrukken op speciaal papier, zoals 60 to 160 g/m2 gekleurd papier of transparante folie (geschikt voor laserprinters), moet u het papier handmatig laden, met max. 10 vellen. Schuif het papier of de folie tot aan de aanslag tussen de twee geleiders 1 en 2 op het deksel van de papierlade.
1-13
Stel het papier- of folieformaat in met geleider 1 of 2.
2
Installatie
1
1-14
Installatie
DE EXTRA PAPIERLADE INSTALLEREN
(AFHANKELIJK VAN MODEL OF OPTIE)
1. Verwijder de extra papiercassette met de lade uit de verpakking en verwijder de beschermingstape die wordt gebruikt om de componenten op hun plek te houden.
3. Neem het deksel van de papierlade. 4. Druk op de aandrukplaat in de
2. Plaats het apparaat op de cassette met de extra papierlade. Lijn de koppelingspennen van de cassette met de extra papierlade uit ten opzichte van de corresponderende uitsparingen in de onderkant van het apparaat.
papierlade totdat hij vast klikt.
1-15
Installatie
5. Leg een stapel van maximaal 500 vellen papier in de papierlade.
6. Plaats het deksel weer op de lade en plaats de lade in de cassette.
Zorg er daarbij voor dat het papier altijd met de bovenzijde, zoals in de verpakking, omhoog ligt.
Opmerking : Neem de papierlade altijd met beide handen vast als u hem uit de cassette verwijdert of erin terugplaatst.
1-16
Installatie
DE DUPLEX-EENHEID INSTALLEREN
(AFHANKELIJK VAN MODEL OF OPTIE)
Na installatie en aansluiting van de duplex-eenheid kunt u ontvangen faxen en lokale fotokopieën dubbelzijdig afdrukken.
Schakel het apparaat uit en trek de steker uit het stopcontact.
Neem de duplex-eenheid uit de doos en verwijder de beschermfolie.
A
B
C
Verwijder de afdekking over de connector (C) om de connector bereikbaar te maken.
Druk de connector van de lintkabel (E) van de duplex-eenheid in de aansluiting (D)
linksonder op het apparaat.
1-17
Breng de twee plastic pennen (B) in de daarvoor bestemde uitsparingen (A) aan.
Installatie
D
E
Houd de module vast en beweeg de klep die toegang biedt tot de twee blauwe borgklemmen naar
u toe.
1-18
Installatie
Houd de duplex-eenheid in positie en druk stevig tegen een blauwe klem (A) en draai hem
een kwartslag rechtsom. Doe hetzelfde met de tweede blauwe klem. Hiermee vergrendelt u de duplex-eenheid aan de achterkant van het apparaat.
A
Sluit de klep nadat u de module hebt vergrendeld. De module is nu klaar voor gebruik.
Steek de stekker weer in het stopcontact en schakel het apparaat in met de aan/
uit-schakelaar aan de linkerkant.
1-19

AANSLUITINGEN

gj
A
B
C
Installatie
E
D
Controleer of de Aan/Uit-schakelaar in de stand O (Uit) staat.
A : Parallelle poort (afhankelijk van model)
B : USB-poort
C : LAN-aansluiting (afhankelijk van model)
D : Ingang netsnoer
E : Netsnoer (afhankelijk van land)
1-20
Installatie

LAN-AANSLUITING (MODEL B)

LAN-aansluiting (afhankelijk van model). Steek het uiteinde van de LAN-kabel (geleverd
door uw netwerkbeheerder) in de aansluiting (C) op het apparaat en steek het andere uiteinde in de lokale netwerkpoort voor uw faxapparaat.

NETSNOER AANSLUITEN EN APPARAAT INSCHAKELEN

Let op - Zie de veiligheidsprocedures in het hoofdstuk Veiligheid.
Steek het ene uiteinde van het netsnoer (E) in de aansluiting (D) op het apparaat en steek
het andere uiteinde in de wandcontactdoos.
Zet de Aan/Uit-schakelaar in de stand "I" (Aan).
Na een paar seconden is het apparaat opgewarmd en verschijnen de datum en de tijd. U kunt de taal en tijd van het apparaat instellen: zie sectie Uw machine instellen, pagina 3-1.
1-21
Installatie
1-22
Loading...
+ 90 hidden pages