Lees zorgvuldig onderstaande hoofdstukken voordat u dit apparaat gebruikt: “HET
APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN” en “BELANGRIJKE OPMERKINGEN” (p. 2; p. 4).
Deze hoofdstukken bevatten belangrijke informatie over de juiste bediening van het
apparaat. Om er bovendien zeker van te zijn dat u elke functie van uw nieuwe apparaat
goed begrijpt, leest u best de hele gebruikershandleiding. De handleiding moet als
handige referentie worden bewaard en voorhanden zijn.
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag op enige manier worden
gereproduceerd zonder schriftelijke toestemming van ROLAND CORPORATION.
HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN
HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN
INSTRUCTIES TER VERMIJDING VAN BRAND, ELEKTRISCHE SCHOKKEN OF VERWONDING VAN PERSONEN.
Info over WAARSCHUWING en OPGELET-aanduidingen Over de symbolen
Gebruikt voor instructies die de gebruiker
WAARSCHUWING
OPGELET
waarschuwen voor levensgevaarlijke
risico’s of risico’s op verwondingen indien
het apparaat verkeerd wordt gebruikt.
Gebruikt voor instructies die de gebruiker
waarschuwen voor risico’s op
verwondingen of materiaalschade indien
het apparaat verkeerd wordt gebruikt.
* Materiaalschade verwijst naar schade of
negatieve eecten die veroorzaakt
worden met betrekking tot de woning
en de volledige inrichting, alsook
huisdieren.
LET STEEDS OP HET VOLGENDE
Het -symbool waarschuwt de gebruiker voor
belangrijke instructies of waarschuwingen. De specieke
betekenis van het symbol wordt bepaald door het ontwerp
binnen de driehoek. Het symbool links wordt gebruikt voor
algemene waarschuwingen voor gevaar.
Het -symbool waarschuwt de gebruiker voor items die
nooit mogen worden gebruikt (verboden). De specieke
handeling die niet mag worden gedaan, wordt door het
ontwerp binnen de cirkel aangeduid. Het symbool links
betekent dat het apparaat nooit gedemonteerd mag worden.
Het ●-symbool wijst de gebruiker op handelingen die
moeten worden uitgevoerd. De specieke handeling die
moet worden uitgevoerd, wordt door het ontwerp binnen
de cirkel aangeduid. Het symbool links geeft aan dat het
netsnoer uit het stopcontact moet worden getrokken.
002a
WAARSCHUWINGWAARSCHUWING
• Open het apparaat niet en voer geen
interne wijzigingen uit.
• Probeer het apparaat niet te herstellen
of onderdelen ervan te vervangen
(behalve als deze handleiding
specifieke instructies geeft om dat te
doen). Laat het onderhoud over aan uw
handelaar, het dichtstbijzijnde EDIROL/
Roland Service Center of een erkende
EDIROL/Roland-verdeler, zoals vermeld
op de pagina “Informatie”.
• Zorg ervoor dat het apparaat altijd
horizontaal en stabiel is geplaatst.
Plaats het nooit op een standaard die
kan wankelen of op aflopende
oppervlakken.
• Dit apparaat kan, apart of in combinatie
met een versterker en hoofdtelefoon of
luidsprekers, geluidsniveaus
produceren die permanente
gehoorschade kunnen veroorzaken.
Gebruik het apparaat niet langdurig
aan een hoog volumeniveau of aan een
niveau dat oncomfortabel is. Als u
gehoorverlies of oorsuizingen ervaart,
moet u onmiddellijk stoppen met het
gebruik van het apparaat en een
audioloog raadplegen.
• Zorg ervoor dat er geen voorwerpen
(bv. brandbaar materiaal, munten,
spelden) of vloeistoffen (water,
frisdranken enz.) in het apparaat
terechtkomen.
• Schakel het apparaat onmiddellijk uit
en vraag onderhoud aan bij uw
handelaar, het dichtstbijzijnde EDIROL/
Roland Service Center of een erkende
EDIROL/Roland-verdeler, zoals vermeld
op de pagina "Informatie" als:
• rook of ongewone geuren
voorkomen;
• objecten of vloeistof in het apparaat
zijn terechtgekomen; of
• het apparaat aan regen werd
blootgesteld (of op een andere
manier nat is geworden); of
• Bij gezinnen met kleine kinderen dient
een volwassene toezicht te houden tot
het kind in staat is om alle regels te
volgen die essentieel zijn voor het
veilige gebruik van het apparaat.
• SPEEL een CD-ROM NIET AF op een
conventionele audio cd-speler. Het
geproduceerde geluidsniveau is
mogelijk zo hoog dat het permanente
gehoorschade kan veroorzaken.
Luidsprekers en andere
systeemonderdelen worden hierdoor
mogelijk beschadigd.
• Schakel de fantoomvoeding altijd uit
wanneer u een ander apparaat dan de
condensatormicrofoon aansluit dat
fantoomvoeding vereist. U kunt schade
veroorzaken aan het apparaat indien u
per ongeluk fantoomvoeding voorziet
voor een dynamische microfoon,
audio-afspeelapparatuur of andere
apparaten die geen fantoomvoeding
vereisen. Zorg ervoor dat u de
specificaties van elke microfoon die u
wenst te gebruiken controleert door de
bijgeleverde handleiding te
raadplegen.
(Fantoomvoeding voor dit instrument:
48 V DC, 8 mA Max)
• Schakel alle apparaten uit voordat u dit apparaat
op andere apparaten aansluit. Op die manier
kunt u defecten en/of schade aan luidsprekers of
andere apparaten voorkomen.
Plaatsing
351
• Als u het apparaat gebruikt in de buurt van
eindversterkers (of andere apparatuur met grote
eindversterkers) kan er gezoem ontstaan. Om het
probleem te verhelpen kunt u het apparaat
opnieuw richten of verder van de storingsbron
plaatsen.
352a
• Dit apparaat kan radio- en televisieontvangst
verstoren. Gebruik dit apparaat niet in de buurt
van dergelijke ontvangers.
352b
• Ruis kan ontstaan als draadloze
communicatieapparaten, zoals gsm’s, in de buurt
van dit apparaat worden gebruikt. Dergelijke ruis
kan ontstaan als een oproep wordt ontvangen of
gemaakt of tijdens gesprekken. Verplaats
dergelijke apparaten zodat ze zich op een grotere
afstand van dit apparaat bevinden of schakel ze
uit als u dergelijke problemen ervaart.
355b
• Bij verplaatsing van een locatie naar een andere
waar de temperatuur en/of vochtigheid sterk
verschilt, kunnen er waterdruppels (condens)
gevormd worden in het apparaat. Er kunnen
schade of defecten ontstaan als u het apparaat in
deze toestand gebruikt. Voordat u het apparaat
gebruikt laat u het enkele uren liggen tot de
condens volledig verdampt is.
360
• Afhankelijk van het materiaal en de temperatuur
van het oppervlak waarop u het apparaat plaatst,
kunnen de rubberen voetstukken mogelijk het
oppervlak verkleuren of ontsieren.
U kunt een stuk vilt of stof onder de rubberen
voetstukken plaatsen om dit te voorkomen. Zorg
er in dit geval voor dat het apparaat niet
verschuift of per ongeluk in beweging komt.
Onderhoud
401a
• Gebruik een zachte, droge doek of een doek die
licht bevochtigd is met water om het apparaat
dagelijks af te vegen. Gebruik een doek die met
een zachte, niet-schurende zeepoplossing is
bevochtigd om hardnekkig vuil te verwijderen.
Veeg vervolgens het apparaat grondig schoon
met een zachte, droge doek.
402
• Gebruik geen benzine, verdunningsmiddelen,
alcohol of oplosmiddelen om verkleuring en/of
vervorming te voorkomen.
CD-ROM’s gebruiken
801
• Voorkom het aanraken of bekrassen van de
glanzende onderkant (gecodeerd oppervlak) van
de disc. Beschadigde of vuile CD-ROM’s worden
mogelijk niet correct gelezen. Houd uw discs
proper door een in de handel verkrijgbare cdreiniger te gebruiken.
Copyright
851
• Het opnemen, kopiëren, verdelen, verkopen,
verhuren, tentoonstellen of uitzenden van
auteursrechtelijk beschermd materiaal
(muziekstukken, visuele werken, uitzendingen,
live optredens, enz.) dat geheel of gedeeltelijk
toebehoort aan een derde partij zonder de
toestemming van de houders van het
auteursrecht is door de wet verboden.
852a
• Dit product kan worden gebruikt voor het
opnemen of kopiëren van audio- of visueel
materiaal zonder beperking door bepaalde
technologische kopieerbeveiligingsmaatregelen.
Dit komt doordat het gebruik van dit product
bedoeld is voor het produceren van originele
muziek of videomateriaal en daarom zo is
ontworpen dat het materiaal, dat de
auteursrechten van anderen (bijvoorbeeld uw
eigen originele werken) niet schendt, vrij kan
worden opgenomen of gekopieerd.
853
• Gebruik dit apparaat niet voor doeleinden die de
auteursrechten van een derde kunnen schenden.
Wij zijn niet verantwoordelijk voor schendingen
van auteursrechten van derden door uw gebruik
van dit apparaat.
4
Extra
voorzorgsmaatregelen
553
• Draag voldoende zorg bij het gebruik van de
knoppen, schuifknoppen of andere
bedieningselementen van het apparaat en bij het
gebruik van aansluitingen en ingangen. Ruw
omgaan met de apparatuur kan defecten
veroorzaken.
556
• Neem het aansluitstuk vast als u kabels aansluit /
loskoppelt - trek nooit aan de kabel. Op die
manier vermijdt u kortsluitingen of schade aan
de inwendige elementen van de kabel.
558a
• Houd het volume van het apparaat op een
redelijk niveau om te vermijden dat u uw buren
stoort. Misschien gebruikt u liever een
hoofdtelefoon en hoeft u zich geen zorgen te
maken over uw omgeving (vooral tijdens de late
uren).
559a
• Verpak het apparaat indien mogelijk in de doos
(inclusief opvulling) waarin het werd geleverd als
u het moet vervoeren. Anders zult u gelijkaardige
verpakkingen moeten gebruiken.
562
• Sommige kabels bevatten weerstanden. Gebruik
geen kabels met weerstanden om aansluitingen
op dit apparaat uit te voeren. Het gebruik van
dergelijke kabels kan het geluidsniveau extreem
verlagen of zelfs onhoorbaar maken. Contacteer
de fabrikant van de kabel voor informatie over
kabelspecificaties.
564
• Lees de licentieovereenkomst voordat u de
bijgeleverde CD-ROM opent. Het openen van de
CD-ROM houdt in dat u akkoord gaat met de
licentieovereenkomst.
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
204
* Microsoft, Windows en Windows Vista zijn
gedeponeerde handelsmerken van Microsoft
Corporation.
206e
* De schermafbeeldingen in dit document worden
gebruikt overeenkomstig de richtlijnen van
Microsoft Corporation.
206j
*Windows® is officieel bekend als: “Microsoft®
Windows
207+209
* Apple, Macintosh en Mac OS zijn gedeponeerde
213
* Pentium is een gedeponeerd handelsmerk van Intel
220
* Alle productnamen die in dit document worden
®-besturingssysteem.”
handelsmerken van Apple Inc.
Corporation.
vermeld, zijn handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken van de respectieve eigenaars.
5
Inhoudsopgave
HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN ..................................................2
Controleer na het openen van de doos of u alle onderdelen hebt ontvangen.
Neem contact op met uw verdeler indien bepaalde onderdelen ontbreken.
■ UA-25EX
fig.ua-25ex.eps
■ Gebruikershandleiding
Dit is het document dat u nu leest. Bewaar het als referentiemateriaal voor in de
toekomst.
■ CD-ROM’s (2 discs)
CD-ROM UA-25EX-stuurprogramma
Dit bevat de UA-25EX-stuurprogramma’s en demonummers.
CD-ROM Cakewalk Production Plus Pack
Dit omvat het Cakewalk Production Plus Pack.
•Met SONAR 6 LE ervaart u een eersteklas muziekproductieomgeving.
• Project5 LE maakt intuïtieve muziekproductie op basis van patronen mogelijk
• Dimension LE is een sampling-synthesizer die meteen klaar is voor gebruik
981b
Raadpleeg installatiegidsen en de softwarehulp op de CD-ROM voor meer informatie
over het gebruik van deze software.
* Het gebruik van het bijgeleverde demonummer bij dit product voor niet-persoonlijke
doeleinden zonder toestemming van de auteursrechthouder is bij de wet verboden. Bovendien
mogen deze gegevens niet worden gekopieerd of gebruikt in een werk met secundaire
auteursrechten zonder de toestemming van de auteursrechthouder.
* Voorkom het aanraken of bekrassen van de glanzende onderkant (gecodeerd oppervlak) van
de disc. Beschadigde of vuile CD-ROM’s worden mogelijk niet correct gelezen. Houd uw discs
proper door een in de handel verkrijgbare cd-reiniger te gebruiken.
WAARSCHUWING
SPEEL een CD-ROM NIET AF op een conventionele audio cd-speler.
Het geproduceerde geluidsniveau is mogelijk zo hoog dat het
permanente gehoorschade kan veroorzaken. Luidsprekers en andere
systeemonderdelen worden hierdoor mogelijk beschadigd.
7
Inhoud van de doos
■ USB-kabel
Gebruik deze kabel om de UA-25EX aan te sluiten op de USB-aansluiting van uw
computer.
* Gebruik alleen de bijgeleverde USB-kabel. Neem contact op met het dichtstbijzijnde Roland
Service Center of een erkende Roland-verdeler, zoals vermeld op de pagina “Informatie” indien
bepaalde onderdelen moeten worden vervangen wegens verlies of schade.
■ Licentieovereenkomst
Met deze overeenkomst kunt u bepaalde software gebruiken waarvan het auteursrecht
eigendom is van Roland Corporation. Lees deze overeenkomst door voordat u de CDROM’s opent.
U dient de volgende onderdelen te voorzien
Externe versterker, luidsprekers, hoofdtelefoon en microfoon zijn niet
inbegrepen.
De externe versterker, luidsprekers of hoofdtelefoon die noodzakelijk zijn voor het
luisteren naar geluiden die worden weergegeven via de UA-25EX zijn niet
inbegrepen. Er is geen microfoon inbegrepen die op de UA-25EX kan worden
aangesloten om audio in te voeren. U moet deze onderdelen apart aankopen.
Kabels voor aansluiting op een MD- of DAT-recorder zijn niet inbegrepen.
U kunt een digitale MD- of DAT-recorder gebruiken om digitale audio op te nemen,
maar een kabel om uw digitaal apparaat aan te sluiten op de UA-25EX is niet
inbegrepen. U moet deze kabel apart aankopen.
8
Paneelbeschrijvingen
Voorpaneel
fig. front.eps
1
3
4
89
5
12
672
10
11
13
1. Combo-ingangen
‘Dit zijn analoge audio-ingangen met
microfoonvoorversterkers. Ze zijn zowel voor XLR- als jackstekkers geschikt waardoor u het geschikte type kunt
gebruiken voor het apparaat dat u wilt aansluiten. Ze
ondersteunen ook gebalanceerde of ongebalanceerde
aansluitingen.
Sluit een microfoon aan op XLR-aansluitingen. De XLRaansluitingen kunnen een fantoomvoeding van 48 V
leveren, waardoor u een condensatormicrofoon op
fantoomvoeding kunt aansluiten. Schakel in dit geval de
Fantoomvoedingschakelaar (23)op het achterpaneel in.
* Dit instrument is uitgerust met
gebalanceerde (XLR/TRS)-aansluitingen.
De bedradingsschema’s voor deze
aansluitingen worden rechts getoond.
Maak de aansluitingen pas nadat u de
bedradingsschema’s van andere
apparatuur die u wilt aansluiten hebt gecontroleerd.
1:AARDING
2:WARM
3:KOUD
Jack-aansluiting
(ongebalanceerd)
AARDING(HULS)
WARM
(PUNT)
KOUD(RING)
XLR-aansluiting
TRS-jack-aansluiting
(gebalanceerd)
2. Invoergevoeligheidsregelaars
Deze passen het ingangsniveau aan van de signalen die worden ingevoerd vanaf de comboingangen (1) van het voorpaneel.
3. Invoerimpedantieschakelaar
Hiermee kunt u ofwel een hoge impedantie (Hi-Z) of lage impedantie (Lo-Z) selecteren voor het
apparaat dat u hebt aangesloten op de jack-ingang van combo-ingang (1) INPUT 2/R.
Als u een gitaar of bas hebt aangesloten, schakelt u de invoerimpedantieschakelaar in (naar
binnen drukken ) om een hoge impedantie te selecteren (Hi-Z). Als u een synthesizer of analoog
geluidsapparaat hebt aangesloten, schakelt u de invoerimpedantieschakelaar uit (naar buiten
drukken ) om een lage impedantie te selecteren (Hi-Z).
De jack-aansluiting van de combo-ingang INPUT 1/L is vastgelegd op lage impedantie (Lo-Z).
9
Paneelbeschrijvingen
fig. front.eps
1
3
8 9
5
4
12
10
11
13
672
4. Threshold (drempel)-regelaar van compressor/begrenzer
Deze past de threshold (drempel) van de compressor/begrenzer aan.
Door de regelaar naar rechts te draaien, verlaagt u het niveau waarop de compressor/begrenzer in
werking treedt. Als de compressor/begrenzer-typeschakelaar (22) op het achterpaneel is
ingesteld op compressor 1 (of 2), stijgt de versterking (makeup gain) zodra het threshold
(drempel)-niveau wordt verminderd, waardoor een vet geluid wordt geproduceerd.
Door de knop helemaal naar links te draaien, wordt de compressor/begrenzer uitgeschakeld.
* Door deze regelaar naar rechts te draaien, wordt het compressoreffect versterkt, wat de indruk kan
wekken dat de toon wordt beïnvloed. In dit geval dient u de threshold (drempel)-regelaar terug naar
links te draaien totdat de toonverandering niet meer merkbaar is.
* Als u het circuit zelf volledig wilt uitschakelen, zet u de compressor/begrenzer-typeschakelaar (22)
op het achterpaneel op de OFF (BYPASS)-positie.
5. Piekindicator
Dit geeft het invoersignaalniveau weer. Gebruik de invoergevoeligheidsregelaar (2) voor elke
ingang om het ingangsniveau aan te passen zodat de piekindicator niet oplicht.
Als de
compressor/begrenzer-typeschakelaar (22)
(BYPASS)-positie, licht de piekindicator rood op. Wanneer de compressor/begrenzer-typeschakelaar
is ingesteld op de compressor 1-, 2- of limiter-positie, licht de piekindicator groen op.
op het achterpaneel is ingesteld op de OFF
6. Digitale invoerschakelaar
Schakel deze schakelaar in (naar binnen drukken ) als u wilt opnemen vanaf de digitale ingang.
Met deze functie kunt u synchroniseren met het externe digitale apparaat dat is aangesloten op de
digitale ingang (17).
Digitale invoerschakelaarStatus
AAN met een digitaal apparaat dat
is aangesloten op de digitale ingang
UIT
AAN zonder digitaal apparaat dat is
aangesloten op de digitale
invoeraansluiting
De invoer van de digitale ingang (17) wordt verstuurd naar
de computer (Digitale invoermodus).
De invoer van de combo-ingangen (1) wordt naar de
computer gestuurd.
Het audiosignaal (geluid) dat van de computer wordt
uitgevoerd via USB wordt doorheen de UA-25EX
teruggestuurd naar de computer (LoopBack-modus).
10
*In de digitale invoermodus hoort u het geluid van de computer niet. De instellingen van het direct
monitor-gedeelte worden genegeerd. Dit betekent dat de direct monitor-schakelaar (9), STEREO/MONO-keuzeschakelaar(8) en het direct monitor-volume (10) niet reageren.
Paneelbeschrijvingen
7. USB-indicator
Deze licht blauw op als de UA-25EX is aangesloten op uw computer via de USB-kabel en als de
computer de UA-25EX heeft herkend.
Hiermee kunt u selecteren of het invoersignaal van de combo-ingangen (1) via de monitors in
stereo (STEREO) of in mono (MONO) zal wordt weergegeven.
Als u een gitaar alleen op INPUT 2/R hebt aangesloten, stelt u deze in op mono ( naar binnen
drukken). Zelfs in mono-stand wordt het audiosignaal via USB in stereo naar uw computer
verzonden.
*Als de digitale invoerschakelaar (6) is ingeschakeld, gebeurt er niets als u de STEREO/MONO-
schakelaar gebruikt.
9. Direct monitor-schakelaar (direct monitor-gedeelte)
Dit selecteert of het invoersignaal van de combo-ingangen (1) wordt uitgevoerd via de
hoofdtelefoonaansluiting (13) en master-uitgangen (14). De AAN- of UIT-stand van direct
monitor wijzigt als de schakelaar wordt ingedrukt. De AAN/UIT-status van direct monitor kan
rechtstreeks worden bedient via ASIO 2.0-compatibele software zoals Cubase.
Direct monitor-schakelaarStatus
AAN
(direct monitor-indicator brandt)
UIT
(direct monitor-indicator brandt niet)
Het invoersignaal wordt uitgevoerd.
Het invoersignaal wordt niet uitgevoerd. Gebruik de UITinstelling als het audiosignaal wordt “doorgeleid” binnen de
computer of als u een mixer hebt aangesloten en u het
ingangsignaal rechtstreeks via de uitgang van de mixer
controleert.
*In de digitale invoermodus is direct monitor altijd op AAN ingesteld, ongeacht de positie van de
direct monitor-schakelaar.
10. Direct monitor-volume (direct monitor-gedeelte)
Dit past het volume aan waarin het invoersignaal van de combo-ingangen (1) wordt uitgevoerd
via de hoofdtelefoonaansluiting (13) en master-uitgangen (14).
Als dit volledig naar rechts is ingesteld, is het volume van de monitors dubbel zo hoog (+6 dB).
11. Direct monitor-indicator (direct monitor-gedeelte)
Dit brandt als direct monitor is ingeschakeld en brandt niet als het op UIT is ingesteld. Als de
digitale invoerschakelaar (6) is ingeschakeld, wordt direct monitor automatisch uitgeschakeld en
wordt de direct monitor-indicator uitgeschakeld.
12. Uitvoervolume
Dit wijzigt het volume dat wordt uitgevoerd door de hoofdtelefoonaansluiting (13) en master-
uitgangen (14).
13. Hoofdtelefoonaansluiting
Aanvaard aansluiting van hoofdtelefoons. Deze aansluiting geeft hetzelfde geluid weer als de
master-uitgangen (14). Geluid wordt uigevoerd via de master-uitgangen, zelfs als de
hoofdtelefoon is aangesloten.
Dit zijn uitgangen voor analoge audiosignalen. De jack-aansluitingen en RCA phono-aansluitingen
geven hetzelfde signaal weer. U kunt zelf kiezen welk type aansluiting geschikt is voor het
aangesloten apparaat of kabel.
* De gebalanceerde master-TRS-uitgangen zijn bedraad zoals
rechts aangegeven. Voordat u aansluitingen maakt moet u
de bedrading van het materiaal dat u aansluit controleren.
AARDING(HULS)
WARM(PUNT)
KOUD(RING)
15. Aardingsontkoppeling
Doorgaans kunt u dit in de NORMAL (NOR) –positie laten. Als
er ruis optreedt door een aardingslus kunt u mogelijk de ruis
wegwerken door deze schakelaar in de LIFT-positie te
plaatsen, zodat de bus (SLEEVE)-pin van de gebalanceerde
master-TRS-uitgangen van de aarding wordt losgekoppeld.
Mater-uitgang
(gebalanceerd TRS-type)
NOR
LIFT
16. Digitale uitgang (optisch)
Dit is een uitgang voor digitale audiosignalen. Gebruik dit om audiosignalen digitaal naar een
digitaal audioapparaat zoals MD of DAT uit te voeren. Gebruik een optische kabel om de
aansluitingen te maken.
17. Digitale ingang (optisch)
Dit is een ingang voor digitale audiosignalen. Gebruik dit om audiosignalen digitaal van een
digitaal audioapparaat zoals MD of DAT in te voeren. Gebruik een optische kabel om de
aansluitingen te maken.
18. MIDI IN/OUT-aansluitingen
Dit zijn MIDI-aansluitingen die MIDI-signalen verzenden en ontvangen van de computer.
* De MIDI IN/OUT-aansluitingen zijn niet beschikbaar als u de UA-25EX in
standaardstuurprogrammamodus gebruikt (p. 14).
19. Sample Rate-keuzeschakelaar
Dit specificeert de samplesnelheid waaraan de audio wordt opgenomen of weergegeven. Als u de
instelling van de Sample Rate-keuzeschakelaar wijzigt moet u alle software sluiten, de USB-kabel die de
UA-25EX met uw computer verbindt loskoppelen en vervolgens de USB-kabel opnieuw aansluiten.
* Als u de standaardstuurprogrammamodus gebruikt (de
staat de samplesnelheid vast op 44,1 kHz, ongeacht de instelling van de sample rate-schakelaar.
* Als u 96 kHz wilt gebruiken stelt u de schakelaar in op ”96R” bij het opnemen en op “96P” bij het afspelen.
Advanced Driver-schakelaar
uitgeschakeld)
12
Paneelbeschrijvingen
20. USB-aansluiting
Gebruik een USB-kabel voor aansluiting op uw computer.
21. ADVANCED DRIVER-schakelaar
Dit wisselt de bedrijfsmodus van de UA-25EX.
De UA-25EX heeft twee gebruiksmodi, geavanceerde modus en standaardstuurprogrammamodus
en elke modus gebruikt een ander stuurprogramma.
Als u de instelling van deze schakelaar wijzigt moet u alle software sluiten, de USB-kabel die de UA25EX met uw computer verbindt loskoppelen en vervolgens de USB-kabel opnieuw aansluiten.
AAN (Geavanceerde modus)
In deze modus kunt u het bijgeleverde UA-25EX-stuurprogramma gebruiken om audio in hoge
kwaliteit en met stabiele timing op te nemen, af te spelen en te bewerken. Kies deze modus als u
sequencer-software of audiobewerkingssoftware gebruikt.
UIT (Standaardstuurprogrammamodus)
Kies deze modus als u software gebruikt die het standaardaudiostuurprogramma van het
besturingssysteem gebruikt.
* De samplesnelheid ligt vast op 44,1 kHz/16-bit ongeacht de instelling van de sample rate-
keuzeschakelaar van de UA-25EX in de standaardstuurprogrammamodus.
* De MIDI IN/OUT-aansluitingen zijn niet beschikbaar in standaardstuurprogrammamodus.
Voor meer informatie over de stuurprogrammabedrijfsmodi, raadpleeg “Wat is een
stuurprogramma?” (p. 14).
22. Compressor/Begrenzer-typeschakelaar
Dit selecteert het type hardware-compressor/begrenzer dat op het invoersignaal wordt toegepast
vanaf de combo-ingangen (1). Gebruik de threshold (drempel)-regelaar (4) van de compressor/
begrenzer om de drempel van de compressor/begrenzer aan te passen.
De UA-25EX voorziet twee soorten compressoren, telkens met een verschillende aanheftijd.
SchakelaarVerklaring
Compressor 1
(COMP 1)
Compressor 2
(COMP 2)
Begrenzer
(LIMIT)
UIT
(BYPASS)
Een compressor met een korte aanheftijd, geschikt voor zang.
Een compressor met een lange aanheftijd, geschikt voor instrumenten zoals
percussie of akoestische gitaar.
Past lichte compressie toe als een onverwacht signaal van hoog volume wordt
ingevoerd, waardoor clipping van geluid wordt voorkomen voordat het de ADomzetter bereikt.
* Clipping van geluid zal ontstaan als de invoer het bereik van de begrenzer overstijgt.
Het compressor/begrenzer-circuit wordt volledig omzeild.
23. Fantoomvoedingschakelaar
Dit is een AAN/UIT-schakelaar voor fantoomvoeding die naar de XLR-aansluitingen wordt gestuurd
vanaf de combo-ingangen (1) van het voorpaneel.
* U moet fantoomvoeding uitgeschakeld laten tenzij u condensatormicrofoons die fantoomvoeding
vereisen aansluit op de XLR-aansluitingen. Fantoomvoeding naar een dynamische microfoon of een
audio-afspeelapparaat sturen kan defecten veroorzaken. Voor meer informatie over de vereisten van
uw microfoon, controleer de handleiding.
* De fantoomvoeding van de UA-25EX: DC 48 V, 8 mA maximum.
13
Inleiding
Wat is een stuurprogramma?
Een stuurprogramma is software die gegevens uitwisselt tussen de UA-25EX en de
toepassing op uw computer als uw computer en de UA-25EX via USB-kabel zijn verbonden.
U moet het stuurprogramma installeren vooraleer u de UA-25EX op uw computer aansluit.
Het stuurprogramma stuurt gegevens van de toepassing naar de UA-25EX en van de UA25EX naar de toepassing.
De UA-25EX heeft twee gebruiksmodi, geavanceerde modus en
standaardstuurprogrammamodus en elke modus gebruikt een ander stuurprogramma.
Geavanceerde modus
De UA-25EX werkt in deze modus als op het achterpaneel de advanced driver-schakelaar
op ON staat. Doorgaans gebruikt u deze instelling.
U kunt het native-stuurprogramma gebruiken dat op de UA-25EX Driver-CD-ROM staat
voor het opnemen, afspelen en bewerken van audio in hoge kwaliteit en met stabiele
timing.
In geavanceerde modus worden signalen uitgewisseld tussen de UA-25EX en de computer
aan een bitdiepte van 24 bits en een samplesnelheid van 44,1/48/96 kHz
Kies de geavanceerde modus als u software gebruikt die 24-bit audio ondersteunt, zoals de
Cakewalk-reeks of als u ASIO-compatibele of CoreAudio-compatibele software gebruikt
waarmee u audio in hoge kwaliteit kunt opnemen, afspelen en bewerken, zoals Cubase of
Logic.
Standaardstuurprogrammamodus
De UA-25EX werkt in deze modus als op het achterpaneel de advanced driver-schakelaar
op OFF staat. Het standaard-USB-audiostuurprogramma van het besturingssysteem wordt
gebruikt.
In de standaardstuurprogrammamodus worden signalen uitgewisseld tussen de UA-25EX
en de computer aan een bitdiepte van 16 bits en een samplesnelheid van 44,1 kHz
Kies deze modus als u software gebruikt die de standaardfuncties van het
besturingssysteem gebruikt.
Doorgaans wordt het stuurprogramma automatisch geïnstalleerd als u de UA-25EX op uw
computer aansluit via de USB-kabel.
* Het stuurprogramma van het besturingssysteem ondersteunt ASIO niet.
* De MIDI IN/OUT-aansluitingen zijn niet beschikbaar in standaardstuurprogrammamodus.
14
De installatieprocedure en instellingen verschillen afhankelijk van uw systeem.
Ga afhankelijk van uw systeem verder naar een van de volgende hoofdstukken als u
de geavanceerde modus gebruikt.
• Windows Vista-gebruikers..........p. 15
• Windows XP-gebruikers..............p. 18
• Mac OS X-gebruikers ....................p. 21
Stuurprogramma-installatie en instellingen
(Windows Vista)
Start Windows met alle USB-kabels losgekoppeld (behalve de kabels voor een USBtoetsenbord en/of USB-muis, indien gebruikt).
1
Sluit alle toepassingen voordat u het stuurprogramma installeert.
2
Plaats de bijgeleverde UA-25EX Driver-CD-ROM in uw computer.
3
Start het installatieprogramma voor het Windows-stuurprogramma.
1. Kies [Start] - [Computer]
2. In de CD-ROM, dubbelklik op de “Driver (Vista)”-map
3. Dubbelklik op het pictogram Setup.
* Meld uzelf aan met een account met administrator-rechten en voer de installatie opnieuw uit
als u het volgende bericht ziet “Stuurprogramma’s moeten door administrator
geïnstalleerd worden”.
4
Een gebruikersaccountbeheerscherm verschijnt, klik op [Doorgaan]
5
Het scherm toon de volgende boodschap “EDIROL UA-25EX Driver will be installed on
your computer” Klik op [Volgende]
* Als er nog een bericht verschijnt, volgt u de aanwijzingen van dit bericht.
6
Klik op [Volgende] om de installatie te starten.
7
Als een Windows-beveiligingsdialoogvenster verschijnt, klik op [Installeren]
Het scherm toont “UA-25EX driver has been installed.”
* Als er nog een bericht verschijnt, volgt u de aanwijzingen van dit bericht.
8
Zet de advanced driver-schakelaar van de UA-25EX op de “ON”-stand
9
Gebruik de USB-kabel om de UA-25EX op uw computer aan te sluiten.
Inleiding
15
Inleiding
10
Het bericht “Bezig met installeren stuurprogrammasoftware van apparaat” verschijnt
onderaan in de rechterhoek van het scherm en het stuurprogramma wordt automatisch
geïnstalleerd.
* Neem nota van een eventueel ander bericht dat verschijnt en sluit het.
Als het bericht “stuurprogrammasoftware van apparaat met succes geïnstalleerd” in
de hoek onderaan rechts van het scherm verschijnt, is de installatie voltooid.
Klik op [Sluiten] om het “Driver Setup”-dialoogvenster te sluiten
11
Klik op [Ja] als het dialoogvenster “systeeminstellingen gewijzigd” verschijnt en start
Windows opnieuw op.
Dit voltooit de installatie van het UA-25EX-stuurprogramma. Voer de volgende instellingen
uit in uw software
Invoer/Uitvoerapparaatinstellingen voor uw software
Kies de juiste invoer/uitvoer-instellingen voor uw software, zoals hieronder aangegeven
om de beste prestaties uit de software te halen die u gebruikt. (Voor de procedure,
raadpleeg de gebruikershandleiding van de toepassing die u gebruikt.)
Audio-invoer/uitvoerapparaten
De UA-25EX heeft twee invoer- en twee uitvoeraudiokanalen.
• WAVE OUT-apparaat OUT (UA-25EX)
• WAVE IN-apparaat IN (UA-25EX)
• ASIO-apparaat:EDIROL UA-25EX
* Als u de UA-25EX met een ASIO-compatibele toepassing gebruikt, kiest u “EDIROL UA-25EX” in
de ASIO-instellingen van uw toepassing.
* Schakel monitorweergave uit in uw toepassing of zorg ervoor dat ASIO Direct Monitor wordt
gebruikt om een audio-feedback-loop of dubbele monitorweergave te voorkomen.
* Het is aanbevolen om in uw toepassing niet de Microsoft GS Wavetable Synth van Windows
te gebruiken terwijl u de UA-25EX via ASIO gebruikt. (Dit vermindert de procesbelasting en
maakt het wijzigen van de stuurprogrammabuffergrootte gemakkelijker.)
MIDI-invoer/uitvoerapparaten
* De Media Player van Windows Vista kan het MIDI-invoer/uitvoerapparaat van de UA-25EX
niet gebruiken.
Selecteer de volgende apparaten in uw MIDI-compatibele toepassing.
• MIDI OUT-apparaat UA-25EX
• MIDI IN-apparaat UA-25EX
16
Loading...
+ 36 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.