Roland OC-3 User Manual [nl]

Roland OC-3 User Manual

Gebruikershandleiding

AC DC

STROOM EN BATTERIJ

Belangrijkste functies

Het eerste octaafpedaal ter wereld dat is uitgerust met een “polyfonische octaaf” functie, en de mogelijkheid heeft tot polyfonische invoer, zodat de gitarist niet langer tot monofonische invoer is beperkt.

Beschikt over de OC-2 functie, compatibel met dit zeer populaire octaafpedaal. Naast enkele octaafmogelijkheden kunt u met dit apparaat ook geluiden die twee octaven onder het oorspronkelijke geluid liggen mengen.

Bevat een “Drive functie”, waarmee u niet alleen distortion aan het geluid kunt toevoegen, maar ook extreme octaafeffecten kunt maken.

Uitgerust met een BASS IN jack voor octaafeffecten, die speciaal voor basgitaren geschikt zijn. Sluit een instrument aan op de BASS IN jack, en de interne verwerking van de OC-3 schakelt direct naar het gebruik met een basgitaar.

FET

Dank voor uw keuze voor de BOSS OC-3 SUPER Octave.

Lees voor gebruik van het apparaat eerst aandachtig de hoofdstukken getiteld: “HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN” en “BELANGRIJKE OPMERKINGEN” (los vel). Deze hoofdstukken bevatten belangrijke informatie met betrekking tot de juiste bediening van het apparaat.

Om er zeker van te zijn dat u een goed idee heeft gekregen van elke functie die dit nieuwe pedaal biedt, dient de handleiding in zijn geheel te worden gelezen. De handleiding dient als handige referentie bewaard en bij de hand gehouden te worden.

Er wordt een batterij met het apparaat meegeleverd. De levensduur van deze batterij kan echter beperkt zijn, aangezien hij voornamelijk bedoeld was om het apparaat te kunnen testen.

Auteursrecht © 2003 BOSS CORPORATION

Alle rechten voorbehouden. Er mag zonder de schriftelijke toestemming van BOSS CORPORATION geen enkel deel van deze publicatie in welke vorm dan ook worden gereproduceerd.

2

Opmerkingen met betrekking tot het gebruik van de OC-3

Let op de volgende punten om van een stabiel functioneren van de OC-3 te kunnen genieten.

Behalve wanneer het apparaat op de POLY functie (p. 7) is ingesteld, is de OC-3 een effecten processor voor monofonische invoer.

Zorg er tevens voor, als u een noot speelt terwijl er op hetzelfde moment een andere noot wordt gespeeld, dat het geluid van de voorgaande noot helemaal stil is (mute), voordat u de volgende noot speelt.

Sluit de OC-3 direct op de gitaar of basgitaar aan.

Verder krijgt u een nog stabieler geluid als u de OC-3 gelijktijdige met een compressor of limiter gebruikt.

Draai de gitaar of bastoon omlaag, wanneer u in de lagere registers speelt of wanneer de OC-3 geluiden onjuist uitvoert.

Bij uitvoeringen met gebruik van de OC-3 wordt het aangeraden om het voorste element (het element dat het dichtste bij de hals zit) van de gitaar of bas te gebruiken. Daarnaast krijgt u een stabielere werking met humbuckers dan met single-coils.

Als de OC-3 in de POLY functie (p. 7) wordt gebruikt, klinkt het volume van het octaafgeluid

bij gebruik van een gitaar (wanneer deze op de GUITAR IN is aangesloten) zachter boven de 5e fret van de 1e snaar, en zachter bij gebruik van

een basgitaar (wanneer deze op BASS IN is aangesloten) boven de 14e fret van de 1e snaar. We

raden u aan om de OCT2 functie (p. 6) te gebruiken als zulke hoge registers veelvuldig gebruikt worden.

Als u de OC-3 in de POLY functie gebruikt, krijgt u een stabieler octaafgeluid dan bij andere functies.

3

Paneelomschrijvingen

1 2

3

4

5

6

1. Adapter jack

Hierop kan een adapter (de optioneel verkrijgbare BOSS PSA-serie) worden aangesloten. Door een adapter te gebruiken kunt u spelen, zonder u druk te hoeven maken over de hoeveelheid resterend vermogen van de batterij.

*Zodra u de adapter aansluit, gaat het apparaat aan.

*Als er batterijen in het apparaat zitten, terwijl er een adapter wordt gebruikt, blijft het apparaat normaal functioneren, zelfs als de stroomtoevoer afgebroken mocht worden (door stroomuitval of loskoppeling van de stroomkabel).

*Gebruik alleen de aangegeven adapter (PSA-serie).

2. CHECK indicator

Deze indicator geeft aan of een effect is in of uitgeschakeld (ON/OFF), en heeft ook een dubbele functie als de batterij controle indicator. De indicator licht op als een effect op ON staat.

4

Paneelomschrijvingen

*Als deze indicator zwakker wordt of niet langer oplicht, terwijl een effect is ingeschakeld, betekent dit dat de batterij bijna leeg is en direct vervangen dient te worden. Zie “De batterij vervangen”(p. 12) voor instructies over hoe u de batterij vervangt.

*De CHECK indicator geeft aan of het effect wordt toegepast of niet. Hij geeft niet aan of de stroomtoevoer op het apparaat is ingeschakeld of niet.

3. DIRECT OUT jack, OUTPUT (MONO) jack

De uitvoer jacks worden gebruikt om het apparaat op een versterker of een ander effectapparaat aan te sluiten.

*Afhankelijk van de aansluitingen kan de uitvoer variëren. Zie “Het directe geluid en octaafgeluiden afzonderlijk uitvoeren” (p. 11).

4. GUITAR IN jack, BASS IN jack

Deze jack accepteert inkomende signalen (die van een gitaar, basgitaar, een andersoortig

muziekinstrument of een ander effectapparaat komen).

*De functies van het pedaal verschillen, afhankelijk van hoe het is aangesloten. Zie “Aansluitingen” (p. 8).

*Als u het pedaal op batterijen gebruikt, verdubbelt de functie van de GUITAR IN en BASS IN jacks zodra de stroomtoevoer verandert. De stroomtoevoer van het pedaal wordt ingeschakeld als u in de GUITAR IN of BASS IN jack inplugt; de stroomtoevoer wordt uitgeschakeld als u de kabel loskoppelt. Zorg ervoor dat u, als u dit effectapparaat niet gebruikt, alle kabels die op de GUITAR IN of BASS IN jack zijn aangesloten loskoppelt. Bij gebruik van de adapter is de stroomtoevoer altijd ingeschakeld.

5. Pedaalschakelaar

Wordt gebruikt om effecten in/uit te schakelen.

6. Vleugelschroef

Als deze schroef wordt losgedraaid, opent het

5

Paneelomschrijvingen

pedaal zich, zodat u de batterij kunt verwisselen.

*Zie “De batterij vervangen” (p. 12) voor instructies over het verwisselen van de batterij.

rechts (met de klok mee) om het inkomende signaal te verhogen. Als de MODE draaiknop (10.) op DRIVE is ingesteld, past deze draaiknop het totale volumeniveau aan.

7 8 9 10

7. DIRECT LEVEL draaiknop

Hiermee wordt het volume van het inkomende signaal aangepast. Draai de draaiknop naar

8. OCT1 LEVEL (-1 octaaf niveau) draaiknop

Hiermee wordt het niveau van het geluid dat één octaaf onder het originele geluid ligt aangepast. Het volume van het geluid dat één octaaf lager is, wordt verhoogd als de draaiknop naar rechts wordt gedraaid.

9. CONTROL draaiknop

De functie van deze draaiknop verandert, afhankelijk van de functie, waarop de MODE draaiknop (10.)is ingesteld.

RANGE

Als de MODE draaiknop op POLY is ingesteld, functioneert deze CONTROL draaiknop als

6

Loading...
+ 14 hidden pages