Roland M-16DX User Manual [nl]

Gebruikershandleiding
Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, raden wij u aan u de volgende secties zorgvuldig door te lezen: ‘HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN’ (p. 3-4) en ‘BELANGRIJKE OPMERKINGEN’ (p. 5-6).
In deze secties vindt u belangrijke informatie over het juiste gebruik van het apparaat.
Daarnaast dient deze gebruikershandleiding in zijn geheel gelezen te worden, zodat u een goed beeld krijgt van alle mogelijkheden, die uw nieuwe apparaat te bieden heeft. Bewaar deze handleiding om er later aan te kunnen refereren.
Copyright © 2007 ROLAND CORPORATION
op enigerlei wijze worden gereproduceerd.
Voor EU-Landen
Dit product voldoet aan de voorwaarden van Europese Richtlijnen 89/336/EEC en LVD 73/23/EEC.
For the USA
FEDERAL COMMUNICATIONS COMMISSION
RADIO FREQUENCY INTERFERENCE STATEMENT
This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital device, pursuant to Part 15 of the FCC Rules. These limits are designed to provide reasonable protection against harmful interference in a residential installation. This equipment generates, uses, and can radiate radio frequency energy and, if not installed and used in accordance with the instructions, may cause harmful interference to radio communications. However, there is no guarantee that interference will not occur in a particular installation. If this equipment does cause harmful interference to radio or television reception, which can be determined by turning the equipment off and on, the user is encouraged to try to correct the interference by one or more of the following measures:
— Reorient or relocate the receiving antenna. — Increase the separation between the equipment and receiver. — Connect the equipment into an outlet on a circuit different from that to which the receiver is connected. — Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help.
This device complies with Part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the following two conditions: (1) This device may not cause harmful interference, and (2) This device must accept any interference received, including interference that may cause undesired operation.
Unauthorized changes or modification to this system can void the users authority to operate this equipment. This equipment requires shielded interface cables in order to meet FCC class B Limit.
For Canada
NOTICE
This Class B digital apparatus meets all requirements of the Canadian Interference-Causing Equipment Regulations.
AVIS
Cet appareil num rique de la classe B respecte toutes les exigences du R glement sur le mat riel brouilleur du Canada.
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over
WAARSCHUWING en
VOORZICHTIG opmerkingen
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij
WAARSCHUWING
de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van overlijden of zwaar letsel, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van letsel of materiële schade, wanneer het apparaat niet op juiste
VOORZICHTIG
wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar schade
of andere ongunstige effecten, die ten aanzien van het huis en al het aanwezige meubilair, en tevens aan huisdieren kunnen optreden.
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
WAARSCHUWING WAARSCHUWING
002c
• Maak het apparaat niet open (en voer geen interne modificaties uit). Dit geldt tevens voor de adapter.
................................................................................................
003
• Tracht het apparaat niet te repareren, of onder­delen in het apparaat te vervangen (behalve wanneer daartoe specifieke instructies in de handleiding staan.) Ga voor alle onderhoud naar uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum, of een erkende Roland distributeur, die u op de ‘Informatie’ pagina kunt vinden.
................................................................................................
004
• Gebruik, of berg het apparaat nooit op, op plaatsen die:
• aan extreme temperaturen onderhevig zijn
(bijvoorbeeld in direct zonlicht, in een afgesloten voertuig, dichtbij een warmtekanaal of bovenop warmte genererende apparatuur; of die
• vochtig zijn (bijvoorbeeld badkamers,
wasruimtes of natte vloeren); of die
• aan regen worden blootgesteld; of die
• stoffig zijn; of die
• aan een hoge mate van vibratie onderhevig zijn.
................................................................................................
007
• Zorg, dat u het apparaat zodanig plaatst dat het waterpas staat en stabiel zal blijven. Plaats het nooit op standaards die kunnen wiebelen of op hellende oppervlakken.
................................................................................................
Over de symbolen
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich binnen de driehoek bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen, of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen, die nooit verplaatst mogen worden (verboden). De specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden, wordt aangegeven door het symbool, dat zich binnen de cirkel bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit uit elkaar gehaald mag worden.
Het wijst de gebruiker op onderdelen, die verwijderd moeten worden. De specifieke handeling, die uitgevoerd moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel aangegeven. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
009
• Gebruik alleen de meegeleverde adapter. Ook moet het voltage van de installatie overeenkomen met het ingangsvoltage dat op de behuizing van adapter wordt vermeld. Andere adapters kunnen een andere polariteit hebben of op een ander voltage ontworpen zijn, waardoor gebruik van dergelijke adapters tot beschadiging, storing of elektrische schok kan leiden.
................................................................................................
008e
• Gebruik alleen de meegeleverde stroomkabel. Tevens dient de meegeleverde stroomkabel niet voor andere apparatuur te worden gebruikt.
................................................................................................
010
• Buig of draai het netsnoer niet overmatig, en plaats er geen zware objecten bovenop. Dit kan het snoer beschadigen, waardoor afgebroken elementen en kortsluiting geproduceerd kan worden. Bescha­digde snoeren geven een risico op brand en schokken!
................................................................................................
010
• Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie met een versterker en koptelefoon of luidsprekers, kan geluidsniveaus produceren die in staat zijn permanent gehoorsverlies te veroorzaken. Werk nooit lange tijd achter elkaar op een hoog of oncomfortabel volumeniveau. Wanneer u een bepaalde mate van gehoorsverlies of een piep in de oren bemerkt, moet u het apparaat direct uitzetten en een oorarts consulteren.
................................................................................................
011
• Zorg, dat er geen objecten (bijvoorbeeld brandbaar materiaal, munten of spelden) of vloeistoffen (water, frisdrank, enz.) in het apparaat terecht­komen.
................................................................................................
3
101b
WAARSCHUWING
• Zet direct de stroom uit, haal het netsnoer uit het stopcontact en breng het apparaat voor onderhoud naar uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkend Roland distrib­uteur, te vinden op de “Informatie” pagina, indien:
• Het netsnoer of de stekker is beschadigd; of
• Er rook of een ongewone geur optreedt
• Er objecten of vloeistof in het apparaat terecht
zijn gekomen; of
• Het apparaat in de regen heeft gestaan (of op
andere wijze nat is geworden), of
• Het apparaat niet normaal schijnt te functio-
neren of een duidelijke verandering in werking laat zien.
................................................................................................
013
• In huishoudens met kleine kinderen moet een volwassene toezicht houden, totdat het kind in staat is de regels die essentieel zijn voor een veilige bediening van het apparaat op te volgen.
................................................................................................
014
• Bescherm het apparaat tegen zware schokken. (Laat het niet vallen!)
................................................................................................
015
• Steek het netsnoer van dit apparaat niet in een stopcontact, waar een buitensporig aantal andere apparaten gebruik van maakt. Wees in het bijzonder voorzichtig bij het gebruik van verlengs­noeren – de totale hoeveelheid stroom die door alle aangesloten apparaten wordt gebruikt, mag nooit de stroom classificatie (watts/ampères) van het verlengsnoer overschrijden. Door overmatige ladingen kan de isolatie van het snoer verhit raken, en uiteindelijk smelten.
................................................................................................
016
• Voordat u dit apparaat in het buitenland gaat gebruiken, neemt u contact op met uw verkoper, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkend Roland distributeur. Deze zijn te vinden op de ‘Informatie’ pagina.
................................................................................................
023
• SPEEL GEEN CD-ROM disk op een conventionele CD speler af. Het geluidsniveau, dat geproduceerd wordt, kan permanent gehoorsverlies veroorzaken. Dit kan resulteren in schade aan luidsprekers of andere systeemcomponenten.
................................................................................................
101b
• Het apparaat en de adapter dienen op een zodanige wijze te worden geplaatst, dat er voldoende ventilatieruimte beschikbaar is.
................................................................................................
102c
• Wanneer de stekker in het stopcontact, of in dit apparaat word gestoken, of eruit wordt gehaald, houdt u deze altijd bij de stekker zelf vast.
................................................................................................
VOORZICHTIG
101b
• Haal de adapter regelmatig uit het stopcontact, en
VOORZICHTIG
maak deze met een droge doek schoon om stof en andere opeenhopingen te verwijderen. Verwijder de adapter ook uit het stopcontact, wanneer u het apparaat langere tijd niet zult gebruiken. Ophoping van stof tussen de stekker en het stopcontact kan tot verminderde isolatie leiden en brand veroorzaken.
................................................................................................
104
• Probeer het in elkaar verwikkeld raken van snoeren en kabels te voorkomen. Bovendien zouden alle snoeren en kabels buiten het bereik van kinderen geplaatst moeten worden.
................................................................................................
106
• Ga nooit boven op dit apparaat staan, en plaats er geen zware objecten op.
................................................................................................
107c
• Wanneer de adapter of bijbehorende stekkers in het stopcontact of in dit apparaat worden gestoken of eruit worden gehaald, mogen uw handen nooit nat zijn.
................................................................................................
108b
• Voordat u het apparaat gaat verplaatsen, haalt u de adapter uit het stopcontact, en koppelt u de snoeren van alle apparaten los.
................................................................................................
109b
• Voordat u het apparaat gaat schoonmaken, zet u de stroom uit, en haalt u de adapter uit het stopcontact.
................................................................................................
110b
• Indien er in uw omgeving onweer wordt verwacht, haalt u de adapter uit het stopcontact.
................................................................................................
118c
• Bewaar de volgende onderdelen van de M-16DX en kleine onderdelen die u uit het apparaat kunt halen buiten het bereik van kleine kinderen, zodat er niet per ongeluk onderdelen kunnen worden ingeslikt:
• Poolklem (schroef)
• Schroeven, die worden gebruikt om de adapter van het
rek te bevestigen.
• Rubberen voetjes
• Ferriet kern
................................................................................................
120
• Schakel vóór het aansluiten van eventuele andere apparaten dan een condensator microfoon, waarvoor fantoomvoeding nodig is, de fantoom­voeding uit. Als u per ongeluk een dynamische microfoon of andere apparaten, die geen voeding nodig hebben, op fantoomvoeding aansluit, riskeert u schade. Zorg ervoor, dat u de specifi­caties van eventuele microfoons die u wilt gebruiken controleert. Hiervoor kunt u de bijbe­horende handleiding raadplegen.
De fantoomvoeding van dit instrument: (per kanaal) 48 V DC, 5 mA Max
................................................................................................
4
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
291a
Naast de onderdelen, die onder “HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN” op pagina 3 en 4, raden wij u
aan het volgende te lezen en in acht nemen:
Stroomvoorziening
• Gebruik dit apparaat niet op hetzelfde stroomcircuit, waar apparaten die door een invertor worden geregeld (zoals een koelkast, wasmachine, magnetron of air conditioner) ook gebruik van maken. Afhankelijk van de manier waarop de elektrische toepassing wordt gebruikt, kan ruis van de stroomvoorziening ervoor zorgen dat dit apparaat gaat storen of een hoorbare ruis gaat produceren. Als het praktisch onmogelijk is om een ander stopcontact te gebruiken, kunt u tussen dit apparaat en het stopcontact een stroomvoorzieningruisfilter aansluiten.
• De adapter zal na vele uren opeenvolgend gebruik warmte gaan genereren. Dit is normaal en niets om u zorgen over te maken.
• Voordat dit apparaat op andere apparaten wordt aangesloten, zet u de stroom van alle apparaten uit. Dit zal storingen en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten helpen voorkomen.
Plaatsing
• Het gebruik van dit apparaat in de nabijheid van versterkers (of andere apparatuur, die grote stroom trans­formatoren bevatten) kan tot een brom leiden. Om dit probleem te verhelpen, verandert u de richting van dit apparaat of zet u het verder van de storingsbron af.
• Dit apparaat kan de ontvangst van radio of televisie verstoren. Gebruik dit apparaat niet in de nabijheid van dit soort ontvangers.
• Er kan ruis worden geproduceerd, wanneer draadloze communicatie apparaten, zoals mobiele telefoons, in de buurt van dit apparaat worden gebruikt. Ruis kan optreden tijdens bellen of gebeld worden of tijdens het converseren. Als u dit soort problemen ondervindt, moet u de draadloze apparaten op meer afstand van dit apparaat plaatsen of deze uitzetten.
• Stel dit apparaat niet aan direct zonlicht bloot, plaats het niet bij apparaten, die warmte verspreiden, laat het niet in een afgesloten voertuig achter, en stel het niet aan extreme temperaturen bloot. Door overmatige hitte kan het apparaat misvormen of verkleuren.
• Wanneer het apparaat naar een andere locatie wordt verplaatst, waar de temperatuur en/of vochtigheid verschilt van de vorige locatie, kunnen binnen het apparaat waterdruppels (condensatie) gevormd worden. Als u het apparaat in deze staat gebruikt, kunnen schade of storingen ontstaan. Voordat u het apparaat op de nieuwe locatie gaat gebruiken, laat u het enige uren acclimatiseren, totdat de condensatie volledig is verdampt.
• Afhankelijk van het materiaal en de temperatuur van het oppervlak waarop u dit apparaat plaatst, kunnen de rubberen voeten verkleuren of het oppervlak beschadigen.
• Om dit te voorkomen, kunt u een stuk vilt of doek onder de rubberen voeten plaatsen. Als u dit doet, dient u ervoor te zorgen, dat het apparaat niet per ongeluk kan wegglijden of verplaatsen.
Onderhoud
• Voor het dagelijks schoonmaken van het apparaat gebruikt u een droge, zachte doek of één die enigszins vochtig is. Voor het verwijderen van hardnekkig vuil, gebruikt u een doek met een mild, niet schurend schoonmaakmiddel. Daarna veegt u het apparaat met een zachte, droge doek goed af.
• Gebruik nooit wasbenzine, verdunners, alcohol of oplosmiddelen om de mogelijkheid van verkleuring en/of misvorming te voorkomen.
Reparatie en data
• Wees er op bedacht, dat de inhoud van het geheugen verloren kan gaan als u het apparaat laat repareren. U dient belangrijke gegevens altijd op papier te zetten (indien nodig). Tijdens reparaties wordt getracht het verlies van data te vermijden. Echter, in bepaalde gevallen (wanneer het schakelsysteem van het geheugen zelf niet meer werkt) kan data helaas niet meer hersteld worden. Roland is niet verantwoordelijk voor dit soort dataverlies.
Aanvullende voorzorgsmaatregelen
• Wees er op bedacht, dat de inhoud van het geheugen door storingen of onjuist gebruik van het apparaat onherstelbaar verloren kan gaan. Om uzelf tegen het risico van verlies van belangrijke gegevens te beschermen, raden wij u aan om van tijd tot tijd een reservekopie van belangrijke gegevens, die u in het geheugen van het apparaat heeft opgeslagen, te maken.
• De inhoud van data die in het geheugen van het apparaat is opgeslagen, kan helaas niet meer hersteld worden, wanneer deze verloren is gegaan. Roland Corporation is niet verantwoordelijk voor dataverlies.
• Behandel de knoppen, schuifregelaars of andere regelaars van dit apparaat met gepaste voorzichtigheid. Dit geldt ook voor het gebruik van de stekkers en aansluitingen. Ruwe behandeling kan tot storingen leiden.
• Sla nooit op het beeldscherm, en voer er geen hoge druk op uit.
• Tijdens het aansluiten en/of loskoppelen van alle kabels, houdt u deze bij de aansluiting zelf vast – trek nooit aan de kabel. Op deze manier vermijdt u kortsluiting of schade aan de interne elementen van de kabel.
5
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
558a
• Om te vermijden, dat u uw buren stoort probeert u het volume van dit apparaat op een redelijk niveau te houden. U kunt ervoor kiezen om een koptelefoon te gebruiken, zodat u zich geen zorgen om de personen in uw naaste omgeving hoeft te maken (vooral ’s avonds laat en ‘s nachts).
• Wanneer u het apparaat moet vervoeren, verpakt u het in de originele doos (inclusief schokabsorberend materiaal). Anders zult u soortgelijk verpakkingsmateriaal moeten gebruiken.
• Sommige aansluitingskabels bevatten weerstanden. Gebruik voor het aansluiten van dit apparaat geen kabels die weerstanden hebben. Bij gebruik van dit soort kabels, kan het geluidsniveau extreem laag of zelfs niet hoorbaar zijn. Informatie over kabelspecificaties kunt u bij de fabrikant van de kabel verkrijgen.
• Afhankelijk van de omstandigheden van een bepaalde installatie, kunt u bij het aanraken van het apparaat, een aangesloten microfoon of de metalen onderdelen van overige voorwerpen, zoals gitaren, een lichte schok ervaren. Dit wordt veroorzaakt door een zeer kleine elektrische lading, die absoluut geen gevaar vormt voor het menselijk lichaam. Als u zich hierover echter zorgen maakt, kunt u ervoor kiezen om de poolklem (zie afbee­lding) met een externe ondergrond te verbinden. Als het apparaat is geaard, kan er, afhankelijk van de details omtrent uw installatie, een lichte brom optreden. Als u niet precies weet, hoe u het apparaat moet aansluiten, raden we u aan om contact op te nemen met het dichtst­bijzijnde Roland Service Center of een erkende Roland leverancier, zoals vermeld op de ‘Informatie’ pagina.
Ongeschikte plaatsen voor aansluiting:
• Waterleidingen (kunnen schokken of elektrocutie veroorzaken)
• Gasleidingen (kunnen brand of explosies veroorzaken)
• Geaarde telefoonkabel of bliksemafleider (kunnen in geval van bliksem gevaarlijk zijn)
CD-ROM gebruik
• Vermijd het aanraken of krassen van de glanzende onderkant (gecodeerd oppervlak) van de disk. Bescha­digde of vuile CD-ROM’s kunnen niet goed gelezen worden. Zorg, dat uw disks schoon blijven, met een in de winkel verkrijgbaar CD reinigingsproduct.
Copyright
• U kunt dit product gebruiken om geluid of beeldmateriaal op te nemen of dupliceren, zonder door bepaalde technolo­gische kopieerbeschermingsmaatregelen te worden beperkt. Dit komt doordat dit product is bedoeld voor het produceren van oorspronkelijk muziek of videomateriaal, en daarom zo is ontworpen dat u materiaal dat de auteursrechten van anderen (bijvoorbeeld uw eigen, oorspronkelijke werk) vrij kunt opnemen of kopiëren.
• Gebruik dit apparaat niet voor doeleinden, waarbij het auteursrecht van een derde partij overtreden kan worden. Wij zijn op geen enkele wijze verantwoordelijk voor overtredingen van het auteursrecht van een derde partij, die door gebruik van dit apparaat worden begaan.
204
* Microsoft en Windows zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
* De afbeeldingen in dit document zijn herdrukken, met toestemming van Microsoft Corporation.
* Windows® staat officieel bekend als: “Microsoft® Windows® besturingssysteem”.
* Apple en Macintosh zijn geregistreerde handelsmerken van Apple Computer Inc.
* MacOS is een handelsmerk van Apple Computer Inc.
* Pentium is een geregistreerd handelsmerk van Intel Corporation.
* Alle in dit document genoemde productnamen zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van hun respec-
tievelijke eigenaars.
985
• De toelichtingen in deze handleiding bevatten afbeeldingen, die weergeven wat normaalgesproken in het beeldvenster staat. Houd er echter rekening mee, dat uw apparaat een nieuwere, uitgebreidere versie van het systeem kan bevatten (bijv. nieuwe geluiden), zodat wat u daadwerkelijk in het beeldvenster ziet niet altijd met de afbeeldingen in de handleiding overeenkomt.
6
Inhoud
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN........ 3
BELANGRIJKE OPMERKINGEN .......................................... 5
Belangrijkste eigenschappen ........................................... 9
Blokdiagram ................................................................. 10
Benamingen en functies................................................. 12
Mix controller .............................................................................................................12
Gedeelte voor kanaalregeling ..........................................................................................12
Uitvoergedeelte ..................................................................................................................15
Achterpaneel....................................................................................................................... 17
I/O module ..................................................................................................................18
Voorpaneel.......................................................................................................................... 18
Achterpaneel....................................................................................................................... 19
Signaalstroom ............................................................................................................20
Standaard gebruik ........................................................ 21
De mix controller op de I/O module aansluiten.......................................................21
Belangrijkste aansluitingen ......................................................................................21
Voorbeeld 1) Thuisstudio .................................................................................................22
Voorbeeld 2) Eenvoudige PA...........................................................................................23
Voorbeeld 3) Computermuziek .......................................................................................24
Het apparaat aanzetten..............................................................................................25
Het apparaat uitzetten ...............................................................................................25
Basale bediening .......................................................................................................26
[SOLO] (PRE FADER) schakelaars.................................................................................. 27
[MUTE] (ALT) schakelaars............................................................................................... 27
[SEL] knoppen ....................................................................................................................27
De M-16DX met een computer gebruiken ................................................................28
Wat is een driver? ..............................................................................................................28
Gevorderd gebruik........................................................ 29
Gedetailleerde instellingen maken voor de equalizer ............................................29
Het toegewezen vocale/gesproken effect (invoegeffect) gebruiken .....................30
De effectinstellingen bewerken........................................................................................30
Overzicht van effecten....................................................................................................... 31
Echo/reverb toepassen (FX) .....................................................................................33
De effectinstellingen bewerken........................................................................................33
7
Inhoud
Overzicht van effecten....................................................................................................... 34
Het uitgaande signaal aan de omgeving aanpassen (Room Acoustic Control) ..35
Automatische aanpassing (Room Acoustic Auto Control)......................................... 35
Handmatige aanpassing ...................................................................................................39
Aanpassingsinstellingen opvragen .................................................................................39
De 16-bands grafische equalizer gebruiken............................................................40
Een goed gebalanceerd geluid creëren (Finalize) ..................................................40
De effectinstellingen bewerken........................................................................................41
Overzicht van effecten....................................................................................................... 42
Mixerinstellingen (scenes) opslaan en opvragen (Scenes) ...................................43
Een scene opslaan ..............................................................................................................43
Een scene opvragen ...........................................................................................................43
De instellingen van een scene verwijderen ....................................................................43
Overige functies ............................................................ 44
De functieschakelaars wijzigen ................................................................................44
Het aanpassingsgebied van de SENS draaiknoppen wijzigen (SENS RANGE) ......44
De sensor voor ruimtelijke akoestiek wijzigen (RAC SOURCE) ................................44
De systeeminstellingen wijzigen (UTILITY) .............................................................44
Basisprocedure ...................................................................................................................44
De helderheid van het beeldvenster aanpassen (LCD Contrast)................................ 45
De samplefrequentie van de M-16DX aanpassen (Sample Freq)................................ 45
Het signaal van de CONTROL ROOM jacks via de ALT OUT jacks uitvoeren
(CTRL to ALT0 ...................................................................................................................45
De uitvoer selecteren, waarop de Room Acoustic Control en Finalize functies
worden toegepast (RAC - FINALIZE) ............................................................................45
Het frequentiegebied dat de Room Acoustic Auto Control functie analyseert
aanpassen (RAC Freq >= / RAC Freq <=) .....................................................................45
Aangeven aan welke kanalen fantoomvoeding wordt geleverd (Phantom) ............45
De instellingen initialiseren (Initialize)........................................................................... 46
De fabrieksinstellingen herstellen (Factory Reset) ................................................46
Probleemoplossing ........................................................ 47
Problemen met de M-16DX........................................................................................47
Problemen met betrekking tot de speciale driver...................................................50
De USB driver verwijderen........................................................................................52
Belangrijkste specificaties .............................................. 53
De rek adapter bevestigen ........................................................................................55
De rubberen voetjes bevestigen...............................................................................55
Index ............................................................................ 56
8
Belangrijkste eigenschappen
De M-16DX is een 24-bits, 96 kHz volledig digitale mixer met 16 kanalen.
Het apparaat biedt een hoge geluidskwaliteit en geavanceerde functionaliteit tegen een geweldige prijs/kwaliteit
verhouding, en geeft u het geluid en de werking van een volledig digitale mixer voor een ideale mixomgeving.
MIX controller en I/O module
De M-16DX is als twee afzonderlijke apparaten ontworpen. Het ene is een onafhankelijke mix controller (fungeert
onafhankelijk). U kunt uw eigen randapparatuur op de I/O module (aansluitingenkast) aansluiten, en de I/O module
met behulp van slechts één kabel op de mix controller aansluiten. De I/O module kan in een rek (rack mount) met
behulp van een adapter worden aangesloten.
Hierdoor heeft u een opgeruimde bedieningsomgeving tot uw beschikking, zonder kabels die in de knoop kunnen
raken.
Een rijke verzameling aan invoer/uitvoer jacks
Het apparaat biedt een volledig assortiment aan invoer/uitvoer jacks, inclusief invoer/uitvoer jacks, zowel in jacks
als tulpstekkers.
Voor microfooninvoer biedt het apparaat een volledige verzameling aan invoer/uitvoer jacks, inclusief phone jacks
en invoer/uitvoer tulpstekkers.
Voor digitale invoer/uitvoer biedt het apparaat zowel optische als coaxiale aansluitingen.
Voor het creëren van het perfecte geluid de juiste effecten gebruiken
Er zijn tevens speciale ‘invoegeffecten’ meegeleverd, die zijn ontworpen voor vocale bronnen, zoals gesproken teksten
en aankondigingen; een ‘finalize’ (afwerking) effect, dat het overkoepelende volume en de balans van de
geluidssterkte verbetert, opdat u uw uiteindelijke geluid kunt creëren. Daarnaast ‘FX’, die ruimtelijke effecten, zoals
echo en reverb, biedt, zodat u de akoestische eigenschappen van een club of zaal kunt simuleren.
Automatische compensatie van de akoestiek van de ruimte
De ‘Room Acoustic Auto Control’ functie van de M-16DX analyseert de akoestische eigenschappen van de ruimte en
past het uitgaande signaal automatisch aan, zodat het bij de betreffende ruimte past.
Grafisch beeldvenster
Het apparaat is uitgerust met een van achter belicht grafisch LCD beeldscherm, waarmee u de kanaalniveaus kunt
aanpassen, terwijl u de instellingen in het beeldscherm bekijkt. Het beeldvenster geeft ook informatie over elk kanaal
en over de effectinstellingen, zodat u tijdens het bedienen van de mixer over visuele informatie over de huidige status
beschikt.
Ingebouwde USB 2.0 audio interface
U kunt de M-16DX direct in een computer integreren. U kunt tegelijkertijd in totaal achttien kanalen – zestien
inkomende kanalen plus de hoofduitvoer – op een computer opnemen.
Door deze mogelijkheid reikt de M-16DX voorbij het bereik van een eenvoudige mixer. U kunt nu op uw
computersysteem mixen en opnemen.
9
Blokdiagram
10
11
Benamingen en functies
Mix controller
Gedeelte voor kanaalregeling
fig.Cpanel-1
1
2
3
5
4
6
9
10
1. LO CUT schakelaars
Schakelen de low cut filters in/uit.
Als een schakelaar is ingedrukt ( ), is het low-cut filter ingeschakeld en worden frequenties onder de 75 Hz weggefil­terd.
Gebruik deze functie om ongewenste bijgeluiden van lage fre­quenties uit te sluiten.
2. SENS draaiknoppen (kanaal 1-4)
Hiermee kunt u de gevoeligheid op het niveau van het inko­mende signaal aanpassen.
Aansluiting Aanpassingsbereik
MIC aansluiting (XLR) +10– +60 dB LINE IN jack (TRS) +10– -40 dBu
Als u een MIC aansluiting gebruikt, kunt u de instelling van de functieschakelaar wijzigen om zo het aanpassingsbereik verder aan te geven.
‘Het aanpassingsbereik van de SENS draaiknoppen (SENS
RANGE) wijzigen’ (p. 44).
7
8
* Als deze instelling op NARROW staat, kunt u gedetailleerde
aanpassingen doen.
Als u aan de SENS draaiknop draait, kan de wijziging niet
vloeiend lijken, maar dit duidt niet op een storing.
3. EQ draaiknoppen (HI, MID, LOW)
Dit is een driebands EQ, met voor elk kanaal hoog, midden en laag frequentieregelaars.
Het bijbehorende frequentiegebied wordt verhoogd, als u de draaiknop naar rechts draait, verlaagd als u de draaiknop naar links draait en afgevlakt als u de draaiknop in het midden (U) zet.
Als u aan een draaiknop draait, verschijnt in het beeldvenster het equalizer venster. Dit geeft de huidige instellingen weer, zowel in cijfers als grafisch.
fig.02-EQ.bmp
12
Benamingen en functies
‘Gedetailleerde instellingen maken voor de equalizer’
(p. 29).
Als u aan een EQ draaiknop draait, licht de [SEL] knop van het betreffende kanaal op.
4. PAN draaiknoppen
Hiermee kunt u tussen L en R een mono ingaand signaal plaatsen.
Als de draaiknop op de ( ) stand staat, wordt het signaal in het midden geplaatst.
5. BAL draaiknoppen
Past de volumebalans van een stereo ingaand signaal aan
(kanaal 5-12). Als de draaiknop op de ( ) stand staat, hebben de linker en rechter kanalen hetzelfde volume.
6. AUX draaiknoppen
Passen de niveaus van de signalen aan, die van de kanalen naar de AUX 1 bus en AUX 2 bus worden verzonden.
Bij stereo inkomende signalen (kanaal 5-12), worden de signa­len van oneven genummerde invoeren (L) en even genum­merde invoeren (R) gemixt en naar de AUX bus verzonden.
U kunt kiezen of het pre-fader signaal (voordat het door het kanaalvolume heen gaat) of het post-fader signaal (nadat het door de kanaal LEVEL draaiknop heen gaat) naar de AUX 1 bus wordt verzonden.
‘PRE schakelaar’ (p. 15)
Het post-fader signaal wordt naar de AUX 2 bus verzonden.
7. AUX 1 knop
Als u op deze knop drukt, zodat hij oplicht, passen de AUX draaiknoppen de AUX 1 niveaus aan.
Het beeldvenster geeft het AUX 1 venster weer, dat het AUX 1 niveau van elk kanaal weergeeft.
Dit is handig als u het huidige AUX niveau van elk kanaal wilt controleren.
fig.02-AUX1.bmp
8. AUX 2 knop
Als u op deze knop drukt, zodat hij oplicht, passen de AUX draaiknoppen de AUX 2 niveaus aan.
* Als aan een AUX draaiknop draait, terwijl het effect (FX) is
ingeschakeld, past u tegelijkertijd zowel het AUX 2 niveau als de
effectdiepte van het kanaal aan.
Het beeldvenster geeft het AUX 1 venster weer, dat het AUX 1 niveau van elk kanaal weergeeft.
Dit is handig als u het huidige AUX niveau van elk kanaal wilt controleren.
fig.02-AUX2.bmp
* Druk op de DISPLAY knop als u naar het niveaumetervenster
wilt terugkeren.
9. SEL knoppen
Als u op één van deze knoppen drukt (de knop licht op), ver­schijnen de parameters van het geselecteerde kanaal als ‘para­metervenster’ in het beeldvenster.
Bij het opvragen van een scene (p. 36) is dit een handige manier om de parameters van elk kanaal te controleren.
Om tussen het ‘parameter venster’ en het ‘equalizer venster’ te wisselen kunt u deze knop op elk willekeurige moment indrukken.
fig.02-SEL-e
Parameter screen
Equalizer screen
* Druk op de DISPLAY knop als u naar het niveaumetervenster
wilt terugkeren.
* Druk op de DISPLAY knop als u naar het niveaumetervenster
wilt terugkeren.
10. SOLO (PREFDER) schakelaars
Als u een schakelaar inschakelt ( ), gaat de MUTE MAIN MIX knop knipperen en wordt het pre-fader signaal (van voor het kanaalvolume) van het bijbehorende kanaal naar de kopte­lefoon (PHONES) en de schakelkamer (CONTROL ROOM) verzonden.
* De meter van het uitgaande niveau (p. 16) geeft het pre-fader
signaalniveau weer. U dient voor kanaal 1-4 deze niveau indicatie
in de gaten te houden, terwijl u met behulp van de SENS
draaiknop het volume aanpast.
13
Benamingen en functies
fig.Cpanel-2
11
13
12 14
11. MUTE (ALT) schakelaars
Bepalen of het kanaalsignaal naar de ALT bus of naar de MAIN bus wordt verzonden.
Aan ()
Uit ( )
* Als een kanaal naar de ALT bus wordt verzonden, is het
bijbehorende kanaalnummer in het niveaumetervenster
gemarkeerd.
fig.02-MUTE-ALT
Het signaal van het kanaal wordt naar de ALT bus verzonden en voor de MAIN bus onhoorbaar gemaakt.
Het signaal van het kanaal wordt naar de MAIN bus verzonden.
15
Als er geen digitaal kanaal wordt in­gevoerd of de M-16DX sample fre-
Knop knippert
Knop niet verlicht
De sample frequentie van de mixer werkt schakelt
automatisch over naar de sample frequentie van het digitale
signaal, dat bij de DIGITAL IN (jack/aansluiting) wordt
ingevoerd, en wordt volledig met deze sample frequentie
gesynchroniseerd.
* De huidige sample frequentie wordt in het Utility venster (p. 44)
weergegeven.
quentie van het signaal niet ondersteunt, gaat de knop knipperen, en wordt het signaal van de LINE IN jacks op kanaal 11/12 ingevoerd.
Het signaal van de LINE IN jacks wordt op kanaal 11/12 ingevoerd.
12. INSERT FX schakelaar (kanaal 1, 2)
Als het invoegeffect is ingeschakeld (INSERT FX knop ver­licht), bepalen deze schakelaars of het invoegeffect voor res­pectievelijk kanaal 1 en 2 wordt gebruikt.
Als een schakelaar is ingeschakeld ( ), wordt het invoeg­effect op het inkomende signaal toegepast.
13. Kanaal LEVEL draaiknoppen
Passen de niveaus van de signalen, die in de kanalen worden ingevoerd, aan.
* Om de hoeveelheid ruis in een mix te verlagen, dient u de kanalen
die u niet gebruikt op het laagste niveau te zetten.
14. DIGITAL knop (kanaal 11/12)
Bepaalt of het niveau van de LINE IN jacks of het signaal van de DIGITAL IN (jack/aansluiting) op kanaal 11/12 dient te worden ingevoerd of niet.
Als u op de DIGITAL knop drukt, licht de knop op wanneer er een geldig sig-
Knop verlicht
naal in de DIGITAL IN (jack/aanslui­ting) wordt ingevoerd, en wordt het signaal van de DIGITAL IN (jack/aan­sluiting) op kanaal 11/12 ingevoerd.
Let op wanneer u een USB aansluiting gebruikt
* U kunt de sample frequentie niet wijzigen, wanneer de M-
16DX via USB is aangesloten.
Als de gebruikte sample frequentie van de mixer afwijkt van de sample frequentie van het digitale signaal dat bij de DIGITAL IN (jack/aansluiting) wordt ingevoerd, gaat de DIGITAL knop, wanneer u deze indrukt, knipperen, en wordt het signaal van de LINE IN jacks op kanaal 11/ 12 ingevoerd.
In dit geval kunt u op het aangesloten digitale apparaat de juiste sample frequentie selecteren of de USB kabel tij­delijk loskoppelen en, zodra de knop continu verlicht is, opnieuw aansluiten.
15. USB knop (kanaal 13/14)
Gebruik deze wanneer u signalen van de USB aansluiting op kanaal 13/14 wilt invoeren.
Knop verlicht
Knop niet verlicht
Als de USB aansluiting geldig is, licht de knop automatisch op en wordt het signaal van de USB op kanaal 13/14 ingevoerd.
Alleen de signalen van de LINE IN worden op kanaal 13/14 ingevoerd.
14
Uitvoergedeelte
fig.Cpanel-3
24
26
23
25
20 21
19
22
17 18
Benamingen en functies
en vanaf de PHONES jack en CONTROL ROOM jacks uitge­voerd.
Als u de FX to MAIN MIX schakelaar uitschakelt en deze
schakelaar inschakelt, wordt het geluid waarop FX (echo,
reverb) is toegepast naar de PHONES jack en de CONTROL
ROOM jacks uitgevoerd, en wordt het geluid waarop geen FX
is toegepast naar de MAIN OUT jacks uitgevoerd. Dit is
handig als u de FX diepte wilt controleren.
22. MUTE MAIN MIX knop
Als u deze knop één seconde of langer ingedrukt houdt, zodat hij oplicht, wordt het signaal nadat het door de MAIN MIX LEVEL draaiknop is heengegaan niet meer vanaf de PHONES jack en de CONTROL ROOM jacks uitgevoerd.
Als u de knop indrukt om ervoor te zorgen dat de verlichting uitgaat, wordt het signaal nadat het door de MAIN MIX LEVEL draaiknop is heengegaan weer vanaf de PHONES jack en de CONTROL ROOM jacks uitgevoerd.
16
16. MAIN MIX LEVEL draaiknop
Past het niveau aan van het signaal, dat vanaf de MAIN OUT jacks wordt uitgevoerd.
17. ALT to MAIN MIX schakelaar
Als u deze schakelaar inschakelt ( ), wordt het signaal van de ALT bus tevens naar de MAIN bus verzonden.
18. FX to MAIN MIX schakelaar
Als u deze schakelaar inschakelt ( ), wordt het signaal van FX (echo, reverb) tevens naar de MAIN bus verzonden.
19. PHONES/CTRL ROOM draaiknop
Past het volume aan van het signaal, dat naar de PHONES jack en de CONTROL ROOM jacks wordt uitgevoerd.
20. ALT to PHONES/CTRL ROOM
schakelaar
Als u deze schakelaar inschakelt ( ), wordt het signaal van de ALT bus via de PHONES/CTRL ROOM draaiknop verzonden, en vanaf de PHONES jack en CONTROL ROOM jacks uitgevoerd.
21. FX to PHONES/CTRL ROOM
schakelaar
Als u deze schakelaar inschakelt ( ), wordt het signaal van FX via de PHONES/CTRL ROOM draaiknop verzonden,
23. AUX 1 MASTER draaiknop
Past het niveau aan van het signaal, dat vanaf de AUX SEND 1 jack wordt uitgevoerd.
24. PRE schakelaar
Bepaalt of de AUX SEND 1 jack het pre-fader signaal of het post-fader signaal uitvoert.
Het pre-fader signaal (voordat het door de
Aan ( )
Uit ( )
kanaal LEVEL draaiknop heen gaat) wordt uitgevoerd.
Het post-fader signaal (nadat het door de kanaal LEVEL draaiknop heen gaat) wordt uitgevoerd.
25. AUX 2 MASTER draaiknop
Past het niveau aan van het signaal, dat vanaf de AUX SEND 2 jack wordt uitgevoerd.
* Hetzelfde signaal dat vanaf de AUX SEND 2 jack wordt
uitgevoerd, wordt ook naar FX (echo, reverb) uitgevoerd. Dit
betekent, dat wanneer u de AUX 2 MASTER draaiknop gebruikt
om het uitgaande niveau van de AUX SEND 2 jack aan te passen,
ook het FX verstuurniveau op hetzelfde niveau wordt aangepast.
26. FX knop
Als u deze knop indrukt, zodat hij oplicht, is FX (echo, reverb) ingeschakeld, en wordt het signaal zoals door het effect ver­werkt naar de MAIN bus en de PHONES jack/CONTROL ROOM jacks verzonden.
‘Echo/reverb (FX) toepassen’ (p. 33).
15
Benamingen en functies
fig.Cpanel-4
35
34
36
30 31
32 33
28
29
3837
27
27. Meter van het uitgaande niveau
Geef het niveau aan van het signaal, dat vanaf de MAIN OUT jacks wordt uitgevoerd.
* Als de SOLO (PRE-FADER) schakelaar is ingeschakeld ( ),
geeft deze meter het niveau van het pre-fader signaal (voordat het
door het kanaalvolume heen gaat) van elk kanaal aan. Het is
handig deze functie te gebruiken, wanneer u de SENS
draaiknoppen gebruikt om de invoergevoeligheid aan te passen.
28. ROOM ACOUSTIC AUTO CONTROL
knop
De uitvoer van de MAIN OUT jacks of CONTROL ROOM jacks van de M-16DX kan automatisch worden aangepast, , zodat deze de frequentierespons voor uw akoestische omge­ving optimaliseert.
‘Het uitgaande signaal aan uw omgeving aanpassen
(Room Acoustic Control)’ (p. 35)
29. 16 BAND GRAPHIC EQ knop
U kunt een 16-bands grafische equalizer gebruiken om de uit­voer van de MAIN OUT jacks of CONTROL ROOM jacks van de M-16DX aan te passen.
‘De 16-bands grafische equalizer gebruiken’ (p. 40).
30. FREQ draaiknop
Gebruik deze om de frequentie te bepalen.
31. GAIN draaiknop
Gebruik deze om het niveau van de huidig geselecteerde fre­quentie aan te passen.
U kunt met behulp van de FREQ draaiknop en LEVEL
draaiknop ook de MID frequentie en MID Q van de 3-bands
EQ aanpassen.
‘Gedetailleerde instellingen maken voor de equalizer’ (p. 29).
32. INSERT FX knop
Druk deze in, als u de instellingen van het invoegeffect wilt bewerken.
Als u de knop indrukt, licht hij op en verschijnt het Insert Effect venster.
‘Het toegewezen vocale/gesproken effect (invoegeffect)
gebruiken’ (p. 30).
33. FINALIZE knop
Druk deze in, als u de Finalize (afwerking) instellingen wilt bewerken. Als u de knop indrukt, licht deze op en verschijnt het Finalize venster.
‘Een goed gebalanceerd geluid creëren (Finalize)’ (p. 41).
34. LCDscherm
Hier wordt het inkomende niveau van alle kanalen en het uit­gaande niveau van de MAIN OUT jacks grafisch weergeven of worden parameters en hun waarden weergegeven.
35. CURSOR knoppen (BWD/FWD)
Met behulp van deze knoppen kunt u tijdens het bewerken van parameters, die in het venster worden weergegeven, de cursor bewegen. Als u op de FWD knop drukt, beweegt de cursur vooruit, en als u op de BWD knop drukt, beweegt de cursor terug.
De parameter of waarde op de plaats van de cursor is gemar­keerd.
Door gelijktijdig op de BWD en FWD knop te drukken, kunt u het Utility venster openen.
36. VALUE knoppen (-/+)
Tijdens het bewerken van de parameters in het beeldvenster, gebruikt u deze knoppen om de waarde aan te passen.
Als u op de [+] drukt, terwijl u de [-] knop ingedrukt houdt of
als u op de [-] knop drukt, terwijl u de [+] knop ingedrukt
houdt, verandert de cijferwaarde sneller, zodat u de waarde
op efficiënte wijze kunt bewerken.
16
Benamingen en functies
37. DISPLAY knop
Als u op deze knop drukt, verschijnt er een niveaumeter ven­ster, waarin de inkomende niveaus (pre EQ) van alle inko­mende kanalen en het uitgaande niveau van de MAIN OUT jacks wordt weergegeven.
fig.02-DISPLAY.eps
De verlichting van de DISPLAY knop gaat uit als u op een andere knop drukt om naar een ander venster dan het niveau­metervenster te gaan.
U kunt vanuit elk venster naar het niveaumetervenster gaan door op de DISPLAY knop te drukken.
* Als u met zo weinig mogelijk ruis en vervorming wilt mixen,
past u de SENS draaiknop zo aan, dat bij het luidste signaal het
Achterpaneel
fig.C-rear
39 40 41 42 43 44 45
bovenste blokje “ ” van de niveaumeter in het beeldvenster
niet oplicht.
38. SCENE knop
Druk op deze knop, als u de huidige instellingen als ‘scene’ wilt registreren of om een eerder geregistreerde scene op te vragen.
‘Mixerinstellingen (scenes) opslaan en opvragen’ (p. 43)
39. PHONES jack
Dit is een stereo 1/4” jack, waarop u een stereo koptelefoon kunt aansluiten.
40. CONTROL ROOM jacks (L, R)
Dit zijn stereo 1/4” jacks, die hetzelfde geluid uitvoeren als de PHONES jack.
Gebruik deze als u in plaats van een koptelefoon een Near­field versterkte monitor wilt aansluiten.
41. LINE IN (AUX RETURN 2) jacks (15L,
16R)
Dit zijn lijninvoer jacks van een 1/4”. Als u de AUX SEND 2 jacks op een externe effectprocessor heeft aangesloten, gebruikt u deze jacks om het uitgaande signaal van de externe effectprocessor in te voeren.
42. LINE IN (STEREO) jack (15/16)
Dit is een tulpstekker aansluiting. Deze zijn handig voor het aansluiten van een draagbaar geluidsapparaat, zoals een MP3 speler.
43. ROOM ACOUSTIC SENSOR
Deze sensor spoort de frequentierespons van de autoregeling voor ruimtelijke akoestiek (room acoustic auto control functie) op.
‘Automatische aanpassing (Room Acoustic Auto Control)’
(p. 35)
* U kunt tevens een microfoon die op kanaal 1 is aangesloten als
sensor gebruiken.
‘De Room Acoustic Sensor (RAC Source) selecteren’ (p. 44)
44. DX BUS aansluiting
Gebruik de meegeleverde kabel om deze op de DX BUS aan­sluiting van de I/O module aan te sluiten.
Sluit deze niet op een computer of beeldscherm aan.
45. Functieschakelaars
U kunt met behulp van deze schakelaars diverse instellingen maken.
‘De functieschakelaars wijzigen’ (p. 44).
17
Benamingen en functies
I/O module
Voorpaneel
fig.Box-Front
1
5 6
3
8
4 7
2
1. MIC aansluitingen (kanaal 1-4)
Dit zijn gebalanceerde (XLR) jacks voor microfooninvoer. Via deze jacks kan 48V fantoomvoeding worden geleverd, zodat u fantoomgevoede condensator microfoons kunt aansluiten.
* U kunt gebalanceerde of ongebalanceerde bronnen aansluiten.
* De bedrading van de MIC aansluitingen is als volgt. Controleer
voor het aansluiten hoe de bedrading van uw geluidsapparatuur is
opgebouwd.
fig.02-XLR-e
2. LINE IN jacks (kanaal 1-10)
Dit zijn gebalanceerde lijninvoer jacks van het 1/4” TRS type.
AARDE (HALS)
WARM (PUNT)
KOUD (RING)
* U kunt op deze jacks ook songebalanceerde 1/4” pluggen
aansluiten.
U kunt de MIC aansluiting en LINE IN jack van eenzelfde
kanaal niet gelijktijdig gebruiken. Sluit slechts één van beide
aan.
3. Hi-Z schakelaars (kanaal 1, 2)
Als één van deze is ingeschakeld ( ), fungeert de bijbeho­rende LINE IN 1 jack als hoge impedantie jack, zodat u direct een elektrische gitaar kunt aansluiten.
4. PHANTOM schakelaar
Als u deze schakelaar inschakelt ( ), wordt er aan de MIC aansluitingen fantoomvoeding geleverd.
Tenzij u een condensator microfoon heeft aangesloten, waar-
voor fantoomvoeding nodig is, dient u de fantoomvoeding uit
te schakelen. Als u een dynamische microfoon of een ander
apparaat voor audioweergave met fantoomvoeding voedt, ris-
keert u schade.
Voor details over de specificaties van uw microfoon raden we u aan om de bijbehorende handleiding te raadplegen.
* De fantoomvoeding van de M-16DX:
(per kanaal) 48 V DC, 5 mA Max
* U kunt aangeven of aan alle MIC aansluitingen of alleen aan
MIC aansluiting 3-4 fantoomvoeding wordt geleverd.
‘Aangeven aan welke kanalen fantoomvoeding wordt
geleverd (Phantom)’ (p. 45)
5. DIGITAL IN jack/aansluiting (kanaal 11/12)
Deze aansluitingen accepteren de invoer van digitale signalen. Het apparaat is met zowel optische als coaxiale aansluitingen uitgerust. Als u op de DIGITAL knop van de mix controller drukt, zodat deze oplicht, wordt het digitale signaal op kanaal 11/12 ingevoerd.
* U kunt de optische en coaxiale aansluitingen niet gelijktijdig
gebruiken. De M-16DX gebruikt het eerste signaal, dat het na het
indrukken van de DIGITAL knop oppikt.
* Als u een digitaal signaal invoert, dient de sample frequentie van
het inkomende signaal met het sample tempo van de M-16DX
overeen te stemmen.
‘De sample frequentie van de M-16DX (Sample Freq)
aangeven’ (p. 45)
18
Benamingen en functies
6. DIGITAL OUT aansluiting/jack
Dit voert digitaal hetzelfde signaal uit als de MAIN OUT jacks.
Het apparaat is met zowel optische als coaxiale aansluitingen uitgerust, die beide tegelijkertijd kunnen worden gebruikt.
Achterpaneel
fig.Box_Rear-e
Ground terminal
9
10
11 12
9. DC IN (adapter jack)
Sluit de meegeleverde adapter op deze jack aan.
10. Kabelhaak
Wikkel de kabel van de adapter om deze haak, om zo te voor­komen dat de kabel per ongeluk uit het apparaat wordt getrokken.
13 14 15 16
7. DX BUS aansluiting
Gebruik de meegeleverde kabel om deze op de DX BUS aan­sluiting van de mix controller aan te sluiten.
Sluit deze niet op een computer of beeldscherm aan.
8. POWER schakelaar/indicator
Schakelt de stroom in/uit. Als de stroom is ingeschakeld, licht de indicator op.
14. ALT OUT jacks (L, R)
Dit zijn gebalanceerde jacks, die op een sampler of recorder kunnen worden aangesloten. U bent vrij om deze op voor uw omstandigheden geschikte wijze te gebruiken.
* U kunt op deze jacks ook songebalanceerde 1/4” pluggen
aansluiten.
11. USB aansluiting
Gebruik een USB kabel om deze op een computer aan te slui­ten.
‘De sample frequentie van de M-16DX (Sample Freq)
aangeven’ (p. 45)
12. LINE IN jacks (kanaal 5-16)
Kanaal 5-14 zijn gebalanceerde TRS 1/4” jacks.
Kanaal 15 en 16 zijntulpstekkers.
Als u de AUX SEND 1 jacks op een externe effectprocessor heeft aangesloten, worden de signalen die de externe effect­processor uitvoert op kanaal 13L en 14R ingevoerd.
Als u de AUX SEND 2 jacks op een externe effectprocessor heeft aangesloten, worden de signalen die de externe effect­processor uitvoert op kanaal 15L en 16R ingevoerd.
13. 2 TRACK OUT jacks (L, R)
U kunt deze uitvoer jacks op een cassette deck of ander opname apparaat aansluiten.
U kunt de ALT OUT jacks als CONTROL ROOM uitgangen
gebruiken.
‘Het signaal van de CONTROL ROOM jacks via de ALT
OUT jacks uitvoeren (CTRL to ALT)’ (p. 45
15. AUX SEND jacks (1, 2)
Dit zijn gebalanceerde uitvoer jacks , die u op een externe effect processor of ander apparaat kunt aansluiten.
* U kunt op deze jacks ook songebalanceerde 1/4” pluggen
aansluiten.
* Als er pluggen in de AUX SEND 2 jacks zijn gestoken, wordt de
FX schakelaar uitgeschakeld.
16. MAIN OUT jacks (L, R)
Dit zijn gebalanceerde uitvoer jacks, die het eindsignaal dat uit het mixen voorkomt uitvoert.
Sluit deze jacks op de versterker of een ander apparaat aan.
* U kunt op deze jacks ook songebalanceerde 1/4” pluggen
aansluiten.
19
Benamingen en functies
Signaalstroom
In het volgende diagram geven we de belangrijkste weg van audiosignalen in de M-16DX weer. Zie het ‘Blokdiagram’ (p. 10) voor een meer gedetailleerde afbeelding van de signaalstroom.
fig.02-SignalFlow
USB
MAIN OUT
MULTIPLE INPUT
1–16
MULTIPLE INPUT (meervoudige invoer)
Dit zijn de invoerkanalen, die van externe apparaten geluids­signalen ontvangen.
Dit betreft microfooninvoer, lijninvoer en digitale invoer (optisch en coaxiaal). Daarnaast kunt u via USB digitale audio­signalen ontvangen.
BUS
Een ‘bus’ is een signaalroute, waarin meerdere signalen bin­nen de mixer worden gecombineerd.
Er zijn vier buses – MAIN, ALT, AUX en SOLO – en de signa­len die in elke bus worden gecombineerd gaan naar de bijbe­horende uitvoerroute.
PHONES /
B
CONTROL ROOM
U S
ALT OUT
AUX SEND
PHONES/CONTROL ROOM
Dit is de uitvoerroute, die wordt gebruikt om de signalen van de MAIN OUT en ALT OUT te beluisteren. Als u op de mix controller de juiste instellingen maakt, kunt u deze op de uit­voerroute voor signalen van de SOLO bus overschakelen.
USB
U kunt met een via USB aangesloten computer signalen uit­wisselen (ontvangen/versturen).
Signalen van de compuer worden op kanaal 13/14 ingevoerd.
Van de M-16DX worden de pre-fader signalen van alle
invoerkanalen, evenals het signaal van na de MAIN MIX
LEVEL draaiknop, naar de computer verzonden.
MAIN OUT
Dit is de uitvoerroute voor signalen, die vanaf de MAIN bus worden verzonden.
ALT OUT
Dit is de uitvoerroute voor signalen, die vanaf de ALT bus worden verzonden. Door op de mix controller de juiste instel­lingen te maken, kunt u deze signalen ook naar de MAIN bus verzenden.
AUX SEND
Dit is de uitvoerroute voor signalen, die vanaf de AUX bus worden verzonden.
20
Standaard gebruik
De mix controller op de I/O module aansluiten
fig.D-BUS-Connect
Gebruik de meegeleverde kabel om de mix controller op de I/O module aan te sluiten.
U dient voor de aansluiting de meegeleverde kabel of een optionele controller kabel (DXC-7) te
gebruiken.
Als u een willekeurige andere kabel gebruikt, kan de geluidskwaliteit verslechteren.
Belangrijkste aansluitingen
fig.CordHook
De M-16DX biedt een groot aantal aansluitingen, zodat het mogelijk is om een brede variatie aan
apparatuur aan te sluiten. Hieronder leggen we uit, hoe u de M-16DX op luidsprekers, microfoons,
geluidsinstallaties en een computer aansluit.
Om storing en/of schade aan luidsprekers of overige apparatuur te voorkomen, dient u voordat u
aansluitingen maakt het volume op alle apparatuur helemaal omlaag te draaien en de stroomtoevoer
ervan uit te schakelen.
Veranker het snoer van de adapter, door het om de kabelhaak heen te wikkelen (zie afbeelding). Zo
voorkomt u dat de stekker per ongeluk uit het apparaat wordt getrokken, en voorkomt u dat er
overmatige druk op de adapter jack wordt uitgeoefend.
21
Standaard gebruik
Voorbeeld 1) Thuisstudio
fig.Connection-1-e
Computer
Meegeleverde adapter
Akoestische
gitaar
(Condensator)microfoon
2 OUT
18 IN
(Condensator)microfoon
*1
*2
DIGITAL OUT
CD speler of ander geluidsapparaat
Keyboard 1
Keyboard 2
Digitale versterkte monitor
Stereo
koptelefoon
22
Gitaar met meerdere effectenBasgitaar
*3 *4
*1 Als u een basgitaar direct aansluit, schakelt u de [Hi-Z] schakelaar van kanaal 2 in. Als u tussen de
basgitaar en de LINE IN jack een effect processor heeft aangesloten, schakelt u de [Hi-Z] schakelaar uit.
*2 Als u een condensator microfoon aansluit, waarvoor fantoomvoeding nodig is, schakelt u de
[PHANTOM] schakelaar in.
Bij de standaardinstellingen wordt er aan alle MIC aansluitingen, kanaal 1-4, fantoomvoeding geleverd. U kunt echter een systeeminstelling wijzigen (p. 45), zodat de fantoomvoeding alleen aan kanaal 3 en 4 wordt geleverd.
*3 Als u een apparaat digitaal op de DIGITAL IN jack heeft aangesloten, dient u de [DIGITAL] knop in
te schakelen (verlicht). U dient ervoor te zorgen, dat de sample frequentie van het aangesloten apparaat en de M-16DX overeenstemmen (p. 45).
*4 De audio signalen van de computer worden op kanaal 13/14 ingevoerd. Druk op de [USB] knop,
zodat deze oplicht.
Voorbeeld 2) Eenvoudige PA
fig.Connection-2-e
Multi-effectapparaat
Draagbaar opname apparaat
Standaard gebruik
Monitor speaker
Monitor speaker
Versterker
18 IN
Computer
Meegeleverde adapter
Dynamische microfoon
voor vocalen
Basversterker
Drummachine
Bas-
gitaar
Direct
Box
*2
Electro-
akoestische
gitaar
DIGITAL
OUT
Versterker
Keyboard 1
Keyboard 2
Stereo
koptelefoon
Draagbare
audio speler
*1
Gitaar met
Gitaarversterker
meerdere effecten
*1 Als u een apparaat digitaal op de DIGITAL IN jack heeft aangesloten, dient u de [DIGITAL] knop in
te schakelen (verlicht). U dient de sample frequentie van het aangesloten apparaat en die van de M-16DX op elkaar af te stemmen (p. 45).
*2 Als u een dynamische microfoon heeft aangesloten, schakelt u de [PHANTOM] schakelaar uit.
23
Loading...
+ 53 hidden pages