Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, raden wij u aan u de volgende secties zorgvuldig door te lezen: ‘HET
APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN’ (p. 3-4) en ‘BELANGRIJKE OPMERKINGEN’ (p. 5-6).
In deze secties vindt u belangrijke informatie over het juiste gebruik van het apparaat.
Daarnaast dient deze gebruikershandleiding in zijn geheel gelezen te worden, zodat u een goed beeld krijgt
van alle mogelijkheden, die uw nieuwe apparaat te bieden heeft. Bewaar deze handleiding om er later aan te
kunnen refereren.
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze publicatie mag zonder schriftelijke toestemming van ROLAND CORPORATION
op enigerlei wijze worden gereproduceerd.
Page 2
Voor EU-Landen
Dit product voldoet aan de voorwaarden van Europese Richtlijnen 89/336/EEC en LVD 73/23/EEC.
For the USA
FEDERAL COMMUNICATIONS COMMISSION
RADIO FREQUENCY INTERFERENCE STATEMENT
This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital device, pursuant to Part 15 of the FCC Rules. These limits are designed to provide reasonable protection against harmful interference in a residential installation. This equipment generates, uses, and can radiate radio frequency energy and, if not installed and used in accordance with the instructions, may cause harmful interference to radio communications. However, there is no guarantee that interference will not occur in a particular installation. If this equipment does cause harmful interference to radio or television reception, which can be determined by turning the equipment off and on, the user is encouraged to try to correct theinterference by one or more of the following measures:
— Reorient or relocate the receiving antenna.— Increase the separation between the equipment and receiver.— Connect the equipment into an outlet on a circuit different from that to which the receiver is connected.— Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help.
This device complies with Part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the following two conditions: (1) This device may not cause harmful interference, and (2) This device must accept any interference received, including interference that may cause undesired operation.
Unauthorized changes or modification to this system can void the users authority to operate this equipment.This equipment requires shielded interface cables in order to meet FCC class B Limit.
For Canada
NOTICE
This Class B digital apparatus meets all requirements of the Canadian Interference-Causing Equipment Regulations.
AVIS
Cet appareil numrique de la classe B respecte toutes les exigences du Rglement sur le matriel brouilleur du Canada.
Page 3
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over
WAARSCHUWING en
VOORZICHTIG opmerkingen
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij
WAARSCHUWING
de gebruiker attent gemaakt wordt op
het risico van overlijden of zwaar letsel,
wanneer het apparaat niet op juiste
wijze gebruikt wordt.
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij
de gebruiker attent gemaakt wordt op
het risico van letsel of materiële schade,
wanneer het apparaat niet op juiste
VOORZICHTIG
wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar schade
of andere ongunstige effecten, die ten
aanzien van het huis en al het
aanwezige meubilair, en tevens aan
huisdieren kunnen optreden.
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
WAARSCHUWINGWAARSCHUWING
002c
• Maak het apparaat niet open (en voer geen interne
modificaties uit). Dit geldt tevens voor de adapter.
• Tracht het apparaat niet te repareren, of onderdelen in het apparaat te vervangen (behalve
wanneer daartoe specifieke instructies in de
handleiding staan.) Ga voor alle onderhoud naar
uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland Service
Centrum, of een erkende Roland distributeur, die u op de
‘Informatie’ pagina kunt vinden.
• Zorg, dat u het apparaat zodanig plaatst dat het
waterpas staat en stabiel zal blijven. Plaats het
nooit op standaards die kunnen wiebelen of op
hellende oppervlakken.
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke
instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis
van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich
binnen de driehoek bevindt. Het symbool, dat zich in dit
geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken
voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen,
of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen, die
nooit verplaatst mogen worden (verboden). De
specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden,
wordt aangegeven door het symbool, dat zich binnen
de cirkel bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan
de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit
uit elkaar gehaald mag worden.
Het wijst de gebruiker op onderdelen, die verwijderd
moeten worden. De specifieke handeling, die uitgevoerd
moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel
aangegeven. Het symbool, dat zich in dit geval aan de
linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de
daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
009
• Gebruik alleen de meegeleverde adapter. Ook
moet het voltage van de installatie overeenkomen
met het ingangsvoltage dat op de behuizing van
adapter wordt vermeld. Andere adapters kunnen
een andere polariteit hebben of op een ander
voltage ontworpen zijn, waardoor gebruik van
dergelijke adapters tot beschadiging, storing of
elektrische schok kan leiden.
• Buig of draai het netsnoer niet overmatig, en plaats
er geen zware objecten bovenop. Dit kan het snoer
beschadigen, waardoor afgebroken elementen en
kortsluiting geproduceerd kan worden. Beschadigde snoeren geven een risico op brand en
schokken!
• Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie
met een versterker en koptelefoon of luidsprekers,
kan geluidsniveaus produceren die in staat zijn
permanent gehoorsverlies te veroorzaken. Werk
nooit lange tijd achter elkaar op een hoog of
oncomfortabel volumeniveau. Wanneer u een
bepaalde mate van gehoorsverlies of een piep in de
oren bemerkt, moet u het apparaat direct uitzetten
en een oorarts consulteren.
• Zorg, dat er geen objecten (bijvoorbeeld brandbaar
materiaal, munten of spelden) of vloeistoffen
(water, frisdrank, enz.) in het apparaat terechtkomen.
• Zet direct de stroom uit, haal het netsnoer uit het
stopcontact en breng het apparaat voor onderhoud
naar uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland
Service Centrum of een erkend Roland distributeur, te vinden op de “Informatie” pagina, indien:
• Het netsnoer of de stekker is beschadigd; of
• Er rook of een ongewone geur optreedt
• Er objecten of vloeistof in het apparaat terecht
zijn gekomen; of
• Het apparaat in de regen heeft gestaan (of op
andere wijze nat is geworden), of
• Het apparaat niet normaal schijnt te functio-
neren of een duidelijke verandering in werking
laat zien.
• In huishoudens met kleine kinderen moet een
volwassene toezicht houden, totdat het kind in
staat is de regels die essentieel zijn voor een veilige
bediening van het apparaat op te volgen.
• Steek het netsnoer van dit apparaat niet in een
stopcontact, waar een buitensporig aantal andere
apparaten gebruik van maakt. Wees in het
bijzonder voorzichtig bij het gebruik van verlengsnoeren – de totale hoeveelheid stroom die door alle
aangesloten apparaten wordt gebruikt, mag nooit
de stroom classificatie (watts/ampères) van het
verlengsnoer overschrijden. Door overmatige
ladingen kan de isolatie van het snoer verhit raken, en
uiteindelijk smelten.
• Voordat u dit apparaat in het buitenland gaat
gebruiken, neemt u contact op met uw verkoper,
het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een
erkend Roland distributeur. Deze zijn te vinden op
de ‘Informatie’ pagina.
• SPEEL GEEN CD-ROM disk op een conventionele
CD speler af. Het geluidsniveau, dat geproduceerd
wordt, kan permanent gehoorsverlies veroorzaken.
Dit kan resulteren in schade aan luidsprekers of
andere systeemcomponenten.
• Haal de adapter regelmatig uit het stopcontact, en
VOORZICHTIG
maak deze met een droge doek schoon om stof en
andere opeenhopingen te verwijderen. Verwijder
de adapter ook uit het stopcontact, wanneer u het
apparaat langere tijd niet zult gebruiken.
Ophoping van stof tussen de stekker en het
stopcontact kan tot verminderde isolatie leiden en
brand veroorzaken.
• Probeer het in elkaar verwikkeld raken van
snoeren en kabels te voorkomen. Bovendien
zouden alle snoeren en kabels buiten het bereik
van kinderen geplaatst moeten worden.
• Wanneer de adapter of bijbehorende stekkers in
het stopcontact of in dit apparaat worden gestoken
of eruit worden gehaald, mogen uw handen nooit
nat zijn.
• Bewaar de volgende onderdelen van de M-16DX
en kleine onderdelen die u uit het apparaat kunt
halen buiten het bereik van kleine kinderen, zodat
er niet per ongeluk onderdelen kunnen worden
ingeslikt:
• Poolklem (schroef)
• Schroeven, die worden gebruikt om de adapter van het
• Schakel vóór het aansluiten van eventuele andere
apparaten dan een condensator microfoon,
waarvoor fantoomvoeding nodig is, de fantoomvoeding uit. Als u per ongeluk een dynamische
microfoon of andere apparaten, die geen voeding
nodig hebben, op fantoomvoeding aansluit,
riskeert u schade. Zorg ervoor, dat u de specificaties van eventuele microfoons die u wilt
gebruiken controleert. Hiervoor kunt u de bijbehorende handleiding raadplegen.
De fantoomvoeding van dit instrument:
(per kanaal) 48 V DC, 5 mA Max
Naast de onderdelen, die onder “HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN” op pagina 3 en 4, raden wij u
aan het volgende te lezen en in acht nemen:
Stroomvoorziening
• Gebruik dit apparaat niet op hetzelfde stroomcircuit, waar
apparaten die door een invertor worden geregeld (zoals
een koelkast, wasmachine, magnetron of air conditioner)
ook gebruik van maken. Afhankelijk van de manier
waarop de elektrische toepassing wordt gebruikt, kan ruis
van de stroomvoorziening ervoor zorgen dat dit apparaat
gaat storen of een hoorbare ruis gaat produceren. Als het
praktisch onmogelijk is om een ander stopcontact te
gebruiken, kunt u tussen dit apparaat en het stopcontact
een stroomvoorzieningruisfilter aansluiten.
• De adapter zal na vele uren opeenvolgend gebruik warmte
gaan genereren. Dit is normaal en niets om u zorgen over
te maken.
• Voordat dit apparaat op andere apparaten wordt
aangesloten, zet u de stroom van alle apparaten uit. Dit zal
storingen en/of schade aan luidsprekers of andere
apparaten helpen voorkomen.
Plaatsing
• Het gebruik van dit apparaat in de nabijheid van
versterkers (of andere apparatuur, die grote stroom transformatoren bevatten) kan tot een brom leiden. Om dit
probleem te verhelpen, verandert u de richting van dit
apparaat of zet u het verder van de storingsbron af.
• Dit apparaat kan de ontvangst van radio of televisie
verstoren. Gebruik dit apparaat niet in de nabijheid van dit
soort ontvangers.
• Er kan ruis worden geproduceerd, wanneer draadloze
communicatie apparaten, zoals mobiele telefoons, in de
buurt van dit apparaat worden gebruikt. Ruis kan
optreden tijdens bellen of gebeld worden of tijdens het
converseren. Als u dit soort problemen ondervindt, moet u
de draadloze apparaten op meer afstand van dit apparaat
plaatsen of deze uitzetten.
• Stel dit apparaat niet aan direct zonlicht bloot, plaats het
niet bij apparaten, die warmte verspreiden, laat het niet in
een afgesloten voertuig achter, en stel het niet aan extreme
temperaturen bloot. Door overmatige hitte kan het
apparaat misvormen of verkleuren.
• Wanneer het apparaat naar een andere locatie wordt
verplaatst, waar de temperatuur en/of vochtigheid
verschilt van de vorige locatie, kunnen binnen het apparaat
waterdruppels (condensatie) gevormd worden. Als u het
apparaat in deze staat gebruikt, kunnen schade of
storingen ontstaan. Voordat u het apparaat op de nieuwe
locatie gaat gebruiken, laat u het enige uren acclimatiseren,
totdat de condensatie volledig is verdampt.
• Afhankelijk van het materiaal en de temperatuur van het
oppervlak waarop u dit apparaat plaatst, kunnen de
rubberen voeten verkleuren of het oppervlak beschadigen.
• Om dit te voorkomen, kunt u een stuk vilt of doek onder
de rubberen voeten plaatsen. Als u dit doet, dient u ervoor
te zorgen, dat het apparaat niet per ongeluk kan
wegglijden of verplaatsen.
Onderhoud
• Voor het dagelijks schoonmaken van het apparaat gebruikt
u een droge, zachte doek of één die enigszins vochtig is.
Voor het verwijderen van hardnekkig vuil, gebruikt u een
doek met een mild, niet schurend schoonmaakmiddel.
Daarna veegt u het apparaat met een zachte, droge doek
goed af.
• Gebruik nooit wasbenzine, verdunners, alcohol of
oplosmiddelen om de mogelijkheid van verkleuring en/of
misvorming te voorkomen.
Reparatie en data
• Wees er op bedacht, dat de inhoud van het geheugen
verloren kan gaan als u het apparaat laat repareren. U
dient belangrijke gegevens altijd op papier te zetten (indien
nodig). Tijdens reparaties wordt getracht het verlies van
data te vermijden. Echter, in bepaalde gevallen (wanneer
het schakelsysteem van het geheugen zelf niet meer werkt)
kan data helaas niet meer hersteld worden. Roland is niet
verantwoordelijk voor dit soort dataverlies.
Aanvullende
voorzorgsmaatregelen
• Wees er op bedacht, dat de inhoud van het geheugen door
storingen of onjuist gebruik van het apparaat onherstelbaar
verloren kan gaan. Om uzelf tegen het risico van verlies
van belangrijke gegevens te beschermen, raden wij u aan
om van tijd tot tijd een reservekopie van belangrijke
gegevens, die u in het geheugen van het apparaat heeft
opgeslagen, te maken.
• De inhoud van data die in het geheugen van het apparaat
is opgeslagen, kan helaas niet meer hersteld worden,
wanneer deze verloren is gegaan. Roland Corporation is
niet verantwoordelijk voor dataverlies.
• Behandel de knoppen, schuifregelaars of andere regelaars
van dit apparaat met gepaste voorzichtigheid. Dit geldt
ook voor het gebruik van de stekkers en aansluitingen.
Ruwe behandeling kan tot storingen leiden.
• Sla nooit op het beeldscherm, en voer er geen hoge druk op
uit.
• Tijdens het aansluiten en/of loskoppelen van alle kabels,
houdt u deze bij de aansluiting zelf vast – trek nooit aan de
kabel. Op deze manier vermijdt u kortsluiting of schade
aan de interne elementen van de kabel.
5
Page 6
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
558a
• Om te vermijden, dat u uw buren stoort probeert u het
volume van dit apparaat op een redelijk niveau te houden.
U kunt ervoor kiezen om een koptelefoon te gebruiken,
zodat u zich geen zorgen om de personen in uw naaste
omgeving hoeft te maken (vooral ’s avonds laat en
‘s nachts).
• Wanneer u het apparaat moet vervoeren, verpakt u het in
de originele doos (inclusief schokabsorberend materiaal).
Anders zult u soortgelijk verpakkingsmateriaal moeten
gebruiken.
• Sommige aansluitingskabels bevatten weerstanden.
Gebruik voor het aansluiten van dit apparaat geen kabels
die weerstanden hebben. Bij gebruik van dit soort kabels,
kan het geluidsniveau extreem laag of zelfs niet hoorbaar
zijn. Informatie over kabelspecificaties kunt u bij de
fabrikant van de kabel verkrijgen.
• Afhankelijk van de omstandigheden van een bepaalde
installatie, kunt u bij het aanraken van het apparaat, een
aangesloten microfoon of de metalen onderdelen van
overige voorwerpen, zoals gitaren, een lichte schok
ervaren. Dit wordt veroorzaakt door een zeer kleine
elektrische lading, die absoluut geen gevaar vormt voor het
menselijk lichaam. Als u zich hierover echter zorgen
maakt, kunt u ervoor kiezen om de poolklem (zie afbeelding) met een externe ondergrond te verbinden.
Als het apparaat is geaard, kan er, afhankelijk van de
details omtrent uw installatie, een lichte brom optreden.
Als u niet precies weet, hoe u het apparaat moet aansluiten,
raden we u aan om contact op te nemen met het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkende Roland
leverancier, zoals vermeld op de ‘Informatie’ pagina.
Ongeschikte plaatsen voor aansluiting:
• Waterleidingen (kunnen schokken of elektrocutie
veroorzaken)
• Gasleidingen (kunnen brand of explosies veroorzaken)
• Geaarde telefoonkabel of bliksemafleider (kunnen in
geval van bliksem gevaarlijk zijn)
CD-ROM gebruik
• Vermijd het aanraken of krassen van de glanzende
onderkant (gecodeerd oppervlak) van de disk. Beschadigde of vuile CD-ROM’s kunnen niet goed gelezen
worden. Zorg, dat uw disks schoon blijven, met een in de
winkel verkrijgbaar CD reinigingsproduct.
Copyright
• U kunt dit product gebruiken om geluid of beeldmateriaal
op te nemen of dupliceren, zonder door bepaalde technologische kopieerbeschermingsmaatregelen te worden
beperkt. Dit komt doordat dit product is bedoeld voor het
produceren van oorspronkelijk muziek of videomateriaal,
en daarom zo is ontworpen dat u materiaal dat de
auteursrechten van anderen (bijvoorbeeld uw eigen,
oorspronkelijke werk) vrij kunt opnemen of kopiëren.
• Gebruik dit apparaat niet voor doeleinden, waarbij het
auteursrecht van een derde partij overtreden kan worden.
Wij zijn op geen enkele wijze verantwoordelijk voor
overtredingen van het auteursrecht van een derde partij,
die door gebruik van dit apparaat worden begaan.
204
* Microsoft en Windows zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
* De afbeeldingen in dit document zijn herdrukken, met toestemming van Microsoft Corporation.
* Windows® staat officieel bekend als: “Microsoft® Windows® besturingssysteem”.
* Apple en Macintosh zijn geregistreerde handelsmerken van Apple Computer Inc.
* MacOS is een handelsmerk van Apple Computer Inc.
* Pentium is een geregistreerd handelsmerk van Intel Corporation.
* Alle in dit document genoemde productnamen zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van hun respec-
tievelijke eigenaars.
985
• De toelichtingen in deze handleiding bevatten afbeeldingen, die weergeven wat normaalgesproken in het beeldvenster staat.
Houd er echter rekening mee, dat uw apparaat een nieuwere, uitgebreidere versie van het systeem kan bevatten (bijv. nieuwe
geluiden), zodat wat u daadwerkelijk in het beeldvenster ziet niet altijd met de afbeeldingen in de handleiding overeenkomt.
6
Page 7
Inhoud
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN........ 3
De rek adapter bevestigen ........................................................................................55
De rubberen voetjes bevestigen...............................................................................55
Index ............................................................................ 56
8
Page 9
Belangrijkste eigenschappen
De M-16DX is een 24-bits, 96 kHz volledig digitale mixer met 16 kanalen.
Het apparaat biedt een hoge geluidskwaliteit en geavanceerde functionaliteit tegen een geweldige prijs/kwaliteit
verhouding, en geeft u het geluid en de werking van een volledig digitale mixer voor een ideale mixomgeving.
MIX controller en I/O module
De M-16DX is als twee afzonderlijke apparaten ontworpen. Het ene is een onafhankelijke mix controller (fungeert
onafhankelijk). U kunt uw eigen randapparatuur op de I/O module (aansluitingenkast) aansluiten, en de I/O module
met behulp van slechts één kabel op de mix controller aansluiten. De I/O module kan in een rek (rack mount) met
behulp van een adapter worden aangesloten.
Hierdoor heeft u een opgeruimde bedieningsomgeving tot uw beschikking, zonder kabels die in de knoop kunnen
raken.
Een rijke verzameling aan invoer/uitvoer jacks
Het apparaat biedt een volledig assortiment aan invoer/uitvoer jacks, inclusief invoer/uitvoer jacks, zowel in jacks
als tulpstekkers.
Voor microfooninvoer biedt het apparaat een volledige verzameling aan invoer/uitvoer jacks, inclusief phone jacks
en invoer/uitvoer tulpstekkers.
Voor digitale invoer/uitvoer biedt het apparaat zowel optische als coaxiale aansluitingen.
Voor het creëren van het perfecte geluid de juiste effecten gebruiken
Er zijn tevens speciale ‘invoegeffecten’ meegeleverd, die zijn ontworpen voor vocale bronnen, zoals gesproken teksten
en aankondigingen; een ‘finalize’ (afwerking) effect, dat het overkoepelende volume en de balans van de
geluidssterkte verbetert, opdat u uw uiteindelijke geluid kunt creëren. Daarnaast ‘FX’, die ruimtelijke effecten, zoals
echo en reverb, biedt, zodat u de akoestische eigenschappen van een club of zaal kunt simuleren.
Automatische compensatie van de akoestiek van de ruimte
De ‘Room Acoustic Auto Control’ functie van de M-16DX analyseert de akoestische eigenschappen van de ruimte en
past het uitgaande signaal automatisch aan, zodat het bij de betreffende ruimte past.
Grafisch beeldvenster
Het apparaat is uitgerust met een van achter belicht grafisch LCD beeldscherm, waarmee u de kanaalniveaus kunt
aanpassen, terwijl u de instellingen in het beeldscherm bekijkt. Het beeldvenster geeft ook informatie over elk kanaal
en over de effectinstellingen, zodat u tijdens het bedienen van de mixer over visuele informatie over de huidige status
beschikt.
Ingebouwde USB 2.0 audio interface
U kunt de M-16DX direct in een computer integreren. U kunt tegelijkertijd in totaal achttien kanalen – zestien
inkomende kanalen plus de hoofduitvoer – op een computer opnemen.
Door deze mogelijkheid reikt de M-16DX voorbij het bereik van een eenvoudige mixer. U kunt nu op uw
computersysteem mixen en opnemen.
9
Page 10
Blokdiagram
10
Page 11
11
Page 12
Benamingen en functies
Mix controller
Gedeelte voor kanaalregeling
fig.Cpanel-1
1
2
3
5
4
6
9
10
1. LO CUT schakelaars
Schakelen de low cut filters in/uit.
Als een schakelaar is ingedrukt (), is het low-cut filter
ingeschakeld en worden frequenties onder de 75 Hz weggefilterd.
Gebruik deze functie om ongewenste bijgeluiden van lage frequenties uit te sluiten.
2. SENS draaiknoppen (kanaal 1-4)
Hiermee kunt u de gevoeligheid op het niveau van het inkomende signaal aanpassen.
AansluitingAanpassingsbereik
MIC aansluiting (XLR)+10– +60 dB
LINE IN jack (TRS)+10– -40 dBu
Als u een MIC aansluiting gebruikt, kunt u de instelling van
de functieschakelaar wijzigen om zo het aanpassingsbereik
verder aan te geven.
➝ ‘Het aanpassingsbereik van de SENS draaiknoppen (SENS
RANGE) wijzigen’ (p. 44).
7
8
* Als deze instelling op NARROW staat, kunt u gedetailleerde
aanpassingen doen.
Als u aan de SENS draaiknop draait, kan de wijziging niet
vloeiend lijken, maar dit duidt niet op een storing.
3. EQ draaiknoppen (HI, MID, LOW)
Dit is een driebands EQ, met voor elk kanaal hoog, midden en
laag frequentieregelaars.
Het bijbehorende frequentiegebied wordt verhoogd, als u de
draaiknop naar rechts draait, verlaagd als u de draaiknop naar
links draait en afgevlakt als u de draaiknop in het midden (U)
zet.
Als u aan een draaiknop draait, verschijnt in het beeldvenster
het equalizer venster. Dit geeft de huidige instellingen weer,
zowel in cijfers als grafisch.
fig.02-EQ.bmp
12
Page 13
Benamingen en functies
➝ ‘Gedetailleerde instellingen maken voor de equalizer’
(p. 29).
Als u aan een EQ draaiknop draait, licht de [SEL] knop van
het betreffende kanaal op.
4. PAN draaiknoppen
Hiermee kunt u tussen L en R een mono ingaand signaal
plaatsen.
Als de draaiknop op de () stand staat, wordt het signaal
in het midden geplaatst.
5. BAL draaiknoppen
Past de volumebalans van een stereo ingaand signaal aan
(kanaal 5-12). Als de draaiknop op de () stand staat,
hebben de linker en rechter kanalen hetzelfde volume.
6. AUX draaiknoppen
Passen de niveaus van de signalen aan, die van de kanalen
naar de AUX 1 bus en AUX 2 bus worden verzonden.
Bij stereo inkomende signalen (kanaal 5-12), worden de signalen van oneven genummerde invoeren (L) en even genummerde invoeren (R) gemixt en naar de AUX bus verzonden.
U kunt kiezen of het pre-fader signaal (voordat het door het
kanaalvolume heen gaat) of het post-fader signaal (nadat het
door de kanaal LEVEL draaiknop heen gaat) naar de AUX 1
bus wordt verzonden.
➝ ‘PRE schakelaar’ (p. 15)
Het post-fader signaal wordt naar de AUX 2 bus verzonden.
7. AUX 1 knop
Als u op deze knop drukt, zodat hij oplicht, passen de AUX
draaiknoppen de AUX 1 niveaus aan.
Het beeldvenster geeft het AUX 1 venster weer, dat het AUX 1
niveau van elk kanaal weergeeft.
Dit is handig als u het huidige AUX niveau van elk kanaal wilt
controleren.
fig.02-AUX1.bmp
8. AUX 2 knop
Als u op deze knop drukt, zodat hij oplicht, passen de AUX
draaiknoppen de AUX 2 niveaus aan.
* Als aan een AUX draaiknop draait, terwijl het effect (FX) is
ingeschakeld, past u tegelijkertijd zowel het AUX 2 niveau als de
effectdiepte van het kanaal aan.
Het beeldvenster geeft het AUX 1 venster weer, dat het AUX 1
niveau van elk kanaal weergeeft.
Dit is handig als u het huidige AUX niveau van elk kanaal wilt
controleren.
fig.02-AUX2.bmp
* Druk op de DISPLAY knop als u naar het niveaumetervenster
wilt terugkeren.
9. SEL knoppen
Als u op één van deze knoppen drukt (de knop licht op), verschijnen de parameters van het geselecteerde kanaal als ‘parametervenster’ in het beeldvenster.
Bij het opvragen van een scene (p. 36) is dit een handige
manier om de parameters van elk kanaal te controleren.
Om tussen het ‘parameter venster’ en het ‘equalizer venster’ te
wisselen kunt u deze knop op elk willekeurige moment
indrukken.
fig.02-SEL-e
Parameter screen
Equalizer screen
* Druk op de DISPLAY knop als u naar het niveaumetervenster
wilt terugkeren.
* Druk op de DISPLAY knop als u naar het niveaumetervenster
wilt terugkeren.
10. SOLO (PREFDER) schakelaars
Als u een schakelaar inschakelt (), gaat de MUTE MAIN
MIX knop knipperen en wordt het pre-fader signaal (van voor
het kanaalvolume) van het bijbehorende kanaal naar de koptelefoon (PHONES) en de schakelkamer (CONTROL ROOM)
verzonden.
* De meter van het uitgaande niveau (p. 16) geeft het pre-fader
signaalniveau weer. U dient voor kanaal 1-4 deze niveau indicatie
in de gaten te houden, terwijl u met behulp van de SENS
draaiknop het volume aanpast.
13
Page 14
Benamingen en functies
fig.Cpanel-2
11
13
1214
11. MUTE (ALT) schakelaars
Bepalen of het kanaalsignaal naar de ALT bus of naar de
MAIN bus wordt verzonden.
Aan
()
Uit ()
* Als een kanaal naar de ALT bus wordt verzonden, is het
bijbehorende kanaalnummer in het niveaumetervenster
gemarkeerd.
fig.02-MUTE-ALT
Het signaal van het kanaal wordt naar de
ALT bus verzonden en voor de MAIN bus
onhoorbaar gemaakt.
Het signaal van het kanaal wordt naar de
MAIN bus verzonden.
15
Als er geen digitaal kanaal wordt ingevoerd of de M-16DX sample fre-
Knop knippert
Knop niet
verlicht
De sample frequentie van de mixer werkt schakelt
automatisch over naar de sample frequentie van het digitale
signaal, dat bij de DIGITAL IN (jack/aansluiting) wordt
ingevoerd, en wordt volledig met deze sample frequentie
gesynchroniseerd.
* De huidige sample frequentie wordt in het Utility venster (p. 44)
weergegeven.
quentie van het signaal niet
ondersteunt, gaat de knop knipperen,
en wordt het signaal van de LINE IN
jacks op kanaal 11/12 ingevoerd.
Het signaal van de LINE IN jacks
wordt op kanaal 11/12 ingevoerd.
12. INSERT FX schakelaar (kanaal 1, 2)
Als het invoegeffect is ingeschakeld (INSERT FX knop verlicht), bepalen deze schakelaars of het invoegeffect voor respectievelijk kanaal 1 en 2 wordt gebruikt.
Als een schakelaar is ingeschakeld (), wordt het invoegeffect op het inkomende signaal toegepast.
13. Kanaal LEVEL draaiknoppen
Passen de niveaus van de signalen, die in de kanalen worden
ingevoerd, aan.
* Om de hoeveelheid ruis in een mix te verlagen, dient u de kanalen
die u niet gebruikt op het laagste niveau te zetten.
14. DIGITAL knop (kanaal 11/12)
Bepaalt of het niveau van de LINE IN jacks of het signaal van
de DIGITAL IN (jack/aansluiting) op kanaal 11/12 dient te
worden ingevoerd of niet.
Als u op de DIGITAL knop drukt, licht
de knop op wanneer er een geldig sig-
Knop verlicht
naal in de DIGITAL IN (jack/aansluiting) wordt ingevoerd, en wordt het
signaal van de DIGITAL IN (jack/aansluiting) op kanaal 11/12 ingevoerd.
Let op wanneer u een USB aansluiting gebruikt
* U kunt de sample frequentie niet wijzigen, wanneer de M-
16DX via USB is aangesloten.
Als de gebruikte sample frequentie van de mixer afwijkt
van de sample frequentie van het digitale signaal dat bij
de DIGITAL IN (jack/aansluiting) wordt ingevoerd, gaat
de DIGITAL knop, wanneer u deze indrukt, knipperen,
en wordt het signaal van de LINE IN jacks op kanaal 11/
12 ingevoerd.
In dit geval kunt u op het aangesloten digitale apparaat
de juiste sample frequentie selecteren of de USB kabel tijdelijk loskoppelen en, zodra de knop continu verlicht is,
opnieuw aansluiten.
15. USB knop (kanaal 13/14)
Gebruik deze wanneer u signalen van de USB aansluiting op
kanaal 13/14 wilt invoeren.
Knop
verlicht
Knop niet
verlicht
Als de USB aansluiting geldig is, licht de
knop automatisch op en wordt het signaal
van de USB op kanaal 13/14 ingevoerd.
Alleen de signalen van de LINE IN worden
op kanaal 13/14 ingevoerd.
14
Page 15
Uitvoergedeelte
fig.Cpanel-3
24
26
23
25
20 21
19
22
17 18
Benamingen en functies
en vanaf de PHONES jack en CONTROL ROOM jacks uitgevoerd.
Als u de FX to MAIN MIX schakelaar uitschakelt en deze
schakelaar inschakelt, wordt het geluid waarop FX (echo,
reverb) is toegepast naar de PHONES jack en de CONTROL
ROOM jacks uitgevoerd, en wordt het geluid waarop geen FX
is toegepast naar de MAIN OUT jacks uitgevoerd. Dit is
handig als u de FX diepte wilt controleren.
22. MUTE MAIN MIX knop
Als u deze knop één seconde of langer ingedrukt houdt, zodat
hij oplicht, wordt het signaal nadat het door de MAIN MIX
LEVEL draaiknop is heengegaan niet meer vanaf de PHONES
jack en de CONTROL ROOM jacks uitgevoerd.
Als u de knop indrukt om ervoor te zorgen dat de verlichting
uitgaat, wordt het signaal nadat het door de MAIN MIX
LEVEL draaiknop is heengegaan weer vanaf de PHONES jack
en de CONTROL ROOM jacks uitgevoerd.
16
16. MAIN MIX LEVEL draaiknop
Past het niveau aan van het signaal, dat vanaf de MAIN OUT
jacks wordt uitgevoerd.
17. ALT to MAIN MIX schakelaar
Als u deze schakelaar inschakelt (), wordt het signaal
van de ALT bus tevens naar de MAIN bus verzonden.
18. FX to MAIN MIX schakelaar
Als u deze schakelaar inschakelt (), wordt het signaal
van FX (echo, reverb) tevens naar de MAIN bus verzonden.
19. PHONES/CTRL ROOM draaiknop
Past het volume aan van het signaal, dat naar de PHONES
jack en de CONTROL ROOM jacks wordt uitgevoerd.
20. ALT to PHONES/CTRL ROOM
schakelaar
Als u deze schakelaar inschakelt (), wordt het signaal
van de ALT bus via de PHONES/CTRL ROOM draaiknop
verzonden, en vanaf de PHONES jack en CONTROL ROOM
jacks uitgevoerd.
21. FX to PHONES/CTRL ROOM
schakelaar
Als u deze schakelaar inschakelt (), wordt het signaal
van FX via de PHONES/CTRL ROOM draaiknop verzonden,
23. AUX 1 MASTER draaiknop
Past het niveau aan van het signaal, dat vanaf de AUX SEND 1
jack wordt uitgevoerd.
24. PRE schakelaar
Bepaalt of de AUX SEND 1 jack het pre-fader signaal of het
post-fader signaal uitvoert.
Het pre-fader signaal (voordat het door de
Aan ()
Uit ()
kanaal LEVEL draaiknop heen gaat) wordt
uitgevoerd.
Het post-fader signaal (nadat het door de
kanaal LEVEL draaiknop heen gaat) wordt
uitgevoerd.
25. AUX 2 MASTER draaiknop
Past het niveau aan van het signaal, dat vanaf de AUX SEND 2
jack wordt uitgevoerd.
* Hetzelfde signaal dat vanaf de AUX SEND 2 jack wordt
uitgevoerd, wordt ook naar FX (echo, reverb) uitgevoerd. Dit
betekent, dat wanneer u de AUX 2 MASTER draaiknop gebruikt
om het uitgaande niveau van de AUX SEND 2 jack aan te passen,
ook het FX verstuurniveau op hetzelfde niveau wordt aangepast.
26. FX knop
Als u deze knop indrukt, zodat hij oplicht, is FX (echo, reverb)
ingeschakeld, en wordt het signaal zoals door het effect verwerkt naar de MAIN bus en de PHONES jack/CONTROL
ROOM jacks verzonden.
➝ ‘Echo/reverb (FX) toepassen’ (p. 33).
15
Page 16
Benamingen en functies
fig.Cpanel-4
35
34
36
3031
3233
28
29
3837
27
27. Meter van het uitgaande niveau
Geef het niveau aan van het signaal, dat vanaf de MAIN OUT
jacks wordt uitgevoerd.
* Als de SOLO (PRE-FADER) schakelaar is ingeschakeld (),
geeft deze meter het niveau van het pre-fader signaal (voordat het
door het kanaalvolume heen gaat) van elk kanaal aan. Het is
handig deze functie te gebruiken, wanneer u de SENS
draaiknoppen gebruikt om de invoergevoeligheid aan te passen.
28. ROOM ACOUSTIC AUTO CONTROL
knop
De uitvoer van de MAIN OUT jacks of CONTROL ROOM
jacks van de M-16DX kan automatisch worden aangepast, ,
zodat deze de frequentierespons voor uw akoestische omgeving optimaliseert.
➝ ‘Het uitgaande signaal aan uw omgeving aanpassen
(Room Acoustic Control)’ (p. 35)
29. 16 BAND GRAPHIC EQ knop
U kunt een 16-bands grafische equalizer gebruiken om de uitvoer van de MAIN OUT jacks of CONTROL ROOM jacks van
de M-16DX aan te passen.
Druk deze in, als u de Finalize (afwerking) instellingen wilt
bewerken. Als u de knop indrukt, licht deze op en verschijnt
het Finalize venster.
➝ ‘Een goed gebalanceerd geluid creëren (Finalize)’ (p. 41).
34. LCDscherm
Hier wordt het inkomende niveau van alle kanalen en het uitgaande niveau van de MAIN OUT jacks grafisch weergeven of
worden parameters en hun waarden weergegeven.
35. CURSOR knoppen (BWD/FWD)
Met behulp van deze knoppen kunt u tijdens het bewerken
van parameters, die in het venster worden weergegeven, de
cursor bewegen. Als u op de FWD knop drukt, beweegt de
cursur vooruit, en als u op de BWD knop drukt, beweegt de
cursor terug.
De parameter of waarde op de plaats van de cursor is gemarkeerd.
Door gelijktijdig op de BWD en FWD knop te drukken, kunt u
het Utility venster openen.
36. VALUE knoppen (-/+)
Tijdens het bewerken van de parameters in het beeldvenster,
gebruikt u deze knoppen om de waarde aan te passen.
Als u op de [+] drukt, terwijl u de [-] knop ingedrukt houdt of
als u op de [-] knop drukt, terwijl u de [+] knop ingedrukt
houdt, verandert de cijferwaarde sneller, zodat u de waarde
op efficiënte wijze kunt bewerken.
16
Page 17
Benamingen en functies
37. DISPLAY knop
Als u op deze knop drukt, verschijnt er een niveaumeter venster, waarin de inkomende niveaus (pre EQ) van alle inkomende kanalen en het uitgaande niveau van de MAIN OUT
jacks wordt weergegeven.
fig.02-DISPLAY.eps
De verlichting van de DISPLAY knop gaat uit als u op een
andere knop drukt om naar een ander venster dan het niveaumetervenster te gaan.
U kunt vanuit elk venster naar het niveaumetervenster gaan
door op de DISPLAY knop te drukken.
* Als u met zo weinig mogelijk ruis en vervorming wilt mixen,
past u de SENS draaiknop zo aan, dat bij het luidste signaal het
Achterpaneel
fig.C-rear
39404142434445
bovenste blokje “” van de niveaumeter in het beeldvenster
niet oplicht.
38. SCENE knop
Druk op deze knop, als u de huidige instellingen als ‘scene’
wilt registreren of om een eerder geregistreerde scene op te
vragen.
➝ ‘Mixerinstellingen (scenes) opslaan en opvragen’ (p. 43)
39. PHONES jack
Dit is een stereo 1/4” jack, waarop u een stereo koptelefoon
kunt aansluiten.
40. CONTROL ROOM jacks (L, R)
Dit zijn stereo 1/4” jacks, die hetzelfde geluid uitvoeren als de
PHONES jack.
Gebruik deze als u in plaats van een koptelefoon een Nearfield versterkte monitor wilt aansluiten.
41. LINE IN (AUX RETURN 2) jacks (15L,
16R)
Dit zijn lijninvoer jacks van een 1/4”. Als u de AUX SEND 2
jacks op een externe effectprocessor heeft aangesloten,
gebruikt u deze jacks om het uitgaande signaal van de externe
effectprocessor in te voeren.
42. LINE IN (STEREO) jack (15/16)
Dit is een tulpstekker aansluiting. Deze zijn handig voor het
aansluiten van een draagbaar geluidsapparaat, zoals een MP3
speler.
43. ROOM ACOUSTIC SENSOR
Deze sensor spoort de frequentierespons van de autoregeling
voor ruimtelijke akoestiek (room acoustic auto control functie)
op.
➝ ‘Automatische aanpassing (Room Acoustic Auto Control)’
(p. 35)
* U kunt tevens een microfoon die op kanaal 1 is aangesloten als
Gebruik de meegeleverde kabel om deze op de DX BUS aansluiting van de I/O module aan te sluiten.
Sluit deze niet op een computer of beeldscherm aan.
45. Functieschakelaars
U kunt met behulp van deze schakelaars diverse instellingen
maken.
➝ ‘De functieschakelaars wijzigen’ (p. 44).
17
Page 18
Benamingen en functies
I/O module
Voorpaneel
fig.Box-Front
1
56
3
8
47
2
1. MIC aansluitingen (kanaal 1-4)
Dit zijn gebalanceerde (XLR) jacks voor microfooninvoer. Via
deze jacks kan 48V fantoomvoeding worden geleverd, zodat u
fantoomgevoede condensator microfoons kunt aansluiten.
* U kunt gebalanceerde of ongebalanceerde bronnen aansluiten.
* De bedrading van de MIC aansluitingen is als volgt. Controleer
voor het aansluiten hoe de bedrading van uw geluidsapparatuur is
opgebouwd.
fig.02-XLR-e
2. LINE IN jacks (kanaal 1-10)
Dit zijn gebalanceerde lijninvoer jacks van het 1/4” TRS type.
AARDE (HALS)
WARM
(PUNT)
KOUD (RING)
* U kunt op deze jacks ook songebalanceerde 1/4” pluggen
aansluiten.
U kunt de MIC aansluiting en LINE IN jack van eenzelfde
kanaal niet gelijktijdig gebruiken. Sluit slechts één van beide
aan.
3. Hi-Z schakelaars (kanaal 1, 2)
Als één van deze is ingeschakeld (), fungeert de bijbehorende LINE IN 1 jack als hoge impedantie jack, zodat u direct
een elektrische gitaar kunt aansluiten.
4. PHANTOM schakelaar
Als u deze schakelaar inschakelt (), wordt er aan de MIC
aansluitingen fantoomvoeding geleverd.
Tenzij u een condensator microfoon heeft aangesloten, waar-
voor fantoomvoeding nodig is, dient u de fantoomvoeding uit
te schakelen. Als u een dynamische microfoon of een ander
apparaat voor audioweergave met fantoomvoeding voedt, ris-
keert u schade.
Voor details over de specificaties van uw microfoon raden we
u aan om de bijbehorende handleiding te raadplegen.
* De fantoomvoeding van de M-16DX:
(per kanaal) 48 V DC, 5 mA Max
* U kunt aangeven of aan alle MIC aansluitingen of alleen aan
MIC aansluiting 3-4 fantoomvoeding wordt geleverd.
➝ ‘Aangeven aan welke kanalen fantoomvoeding wordt
geleverd (Phantom)’ (p. 45)
5. DIGITAL IN jack/aansluiting (kanaal
11/12)
Deze aansluitingen accepteren de invoer van digitale signalen.
Het apparaat is met zowel optische als coaxiale aansluitingen
uitgerust. Als u op de DIGITAL knop van de mix controller
drukt, zodat deze oplicht, wordt het digitale signaal op kanaal
11/12 ingevoerd.
* U kunt de optische en coaxiale aansluitingen niet gelijktijdig
gebruiken. De M-16DX gebruikt het eerste signaal, dat het na het
indrukken van de DIGITAL knop oppikt.
* Als u een digitaal signaal invoert, dient de sample frequentie van
het inkomende signaal met het sample tempo van de M-16DX
overeen te stemmen.
➝ ‘De sample frequentie van de M-16DX (Sample Freq)
aangeven’ (p. 45)
18
Page 19
Benamingen en functies
6. DIGITAL OUT aansluiting/jack
Dit voert digitaal hetzelfde signaal uit als de MAIN OUT
jacks.
Het apparaat is met zowel optische als coaxiale aansluitingen
uitgerust, die beide tegelijkertijd kunnen worden gebruikt.
Achterpaneel
fig.Box_Rear-e
Ground terminal
9
10
1112
9. DC IN (adapter jack)
Sluit de meegeleverde adapter op deze jack aan.
10. Kabelhaak
Wikkel de kabel van de adapter om deze haak, om zo te voorkomen dat de kabel per ongeluk uit het apparaat wordt
getrokken.
13141516
7. DX BUS aansluiting
Gebruik de meegeleverde kabel om deze op de DX BUS aansluiting van de mix controller aan te sluiten.
Sluit deze niet op een computer of beeldscherm aan.
8. POWER schakelaar/indicator
Schakelt de stroom in/uit. Als de stroom is ingeschakeld, licht
de indicator op.
14. ALT OUT jacks (L, R)
Dit zijn gebalanceerde jacks, die op een sampler of recorder
kunnen worden aangesloten. U bent vrij om deze op voor uw
omstandigheden geschikte wijze te gebruiken.
* U kunt op deze jacks ook songebalanceerde 1/4” pluggen
aansluiten.
11. USB aansluiting
Gebruik een USB kabel om deze op een computer aan te sluiten.
➝ ‘De sample frequentie van de M-16DX (Sample Freq)
aangeven’ (p. 45)
12. LINE IN jacks (kanaal 5-16)
Kanaal 5-14 zijn gebalanceerde TRS 1/4” jacks.
Kanaal 15 en 16 zijntulpstekkers.
Als u de AUX SEND 1 jacks op een externe effectprocessor
heeft aangesloten, worden de signalen die de externe effectprocessor uitvoert op kanaal 13L en 14R ingevoerd.
Als u de AUX SEND 2 jacks op een externe effectprocessor
heeft aangesloten, worden de signalen die de externe effectprocessor uitvoert op kanaal 15L en 16R ingevoerd.
13. 2 TRACK OUT jacks (L, R)
U kunt deze uitvoer jacks op een cassette deck of ander
opname apparaat aansluiten.
U kunt de ALT OUT jacks als CONTROL ROOM uitgangen
gebruiken.
➝ ‘Het signaal van de CONTROL ROOM jacks via de ALT
OUT jacks uitvoeren (CTRL to ALT)’ (p. 45
15. AUX SEND jacks (1, 2)
Dit zijn gebalanceerde uitvoer jacks , die u op een externe
effect processor of ander apparaat kunt aansluiten.
* U kunt op deze jacks ook songebalanceerde 1/4” pluggen
aansluiten.
* Als er pluggen in de AUX SEND 2 jacks zijn gestoken, wordt de
FX schakelaar uitgeschakeld.
16. MAIN OUT jacks (L, R)
Dit zijn gebalanceerde uitvoer jacks, die het eindsignaal dat uit
het mixen voorkomt uitvoert.
Sluit deze jacks op de versterker of een ander apparaat aan.
* U kunt op deze jacks ook songebalanceerde 1/4” pluggen
aansluiten.
19
Page 20
Benamingen en functies
Signaalstroom
In het volgende diagram geven we de belangrijkste weg van audiosignalen in de M-16DX weer. Zie het ‘Blokdiagram’ (p. 10) voor
een meer gedetailleerde afbeelding van de signaalstroom.
fig.02-SignalFlow
USB
MAIN OUT
MULTIPLE INPUT
1–16
MULTIPLE INPUT (meervoudige invoer)
Dit zijn de invoerkanalen, die van externe apparaten geluidssignalen ontvangen.
Dit betreft microfooninvoer, lijninvoer en digitale invoer
(optisch en coaxiaal). Daarnaast kunt u via USB digitale audiosignalen ontvangen.
BUS
Een ‘bus’ is een signaalroute, waarin meerdere signalen binnen de mixer worden gecombineerd.
Er zijn vier buses – MAIN, ALT, AUX en SOLO – en de signalen die in elke bus worden gecombineerd gaan naar de bijbehorende uitvoerroute.
PHONES /
B
CONTROL ROOM
U
S
ALT OUT
AUX SEND
PHONES/CONTROL ROOM
Dit is de uitvoerroute, die wordt gebruikt om de signalen van
de MAIN OUT en ALT OUT te beluisteren. Als u op de mix
controller de juiste instellingen maakt, kunt u deze op de uitvoerroute voor signalen van de SOLO bus overschakelen.
USB
U kunt met een via USB aangesloten computer signalen uitwisselen (ontvangen/versturen).
Signalen van de compuer worden op kanaal 13/14 ingevoerd.
Van de M-16DX worden de pre-fader signalen van alle
invoerkanalen, evenals het signaal van na de MAIN MIX
LEVEL draaiknop, naar de computer verzonden.
MAIN OUT
Dit is de uitvoerroute voor signalen, die vanaf de MAIN bus
worden verzonden.
ALT OUT
Dit is de uitvoerroute voor signalen, die vanaf de ALT bus
worden verzonden. Door op de mix controller de juiste instellingen te maken, kunt u deze signalen ook naar de MAIN bus
verzenden.
AUX SEND
Dit is de uitvoerroute voor signalen, die vanaf de AUX bus
worden verzonden.
20
Page 21
Standaard gebruik
De mix controller op de I/O module aansluiten
fig.D-BUS-Connect
Gebruik de meegeleverde kabel om de mix controller op de I/O module aan te sluiten.
U dient voor de aansluiting de meegeleverde kabel of een optionele controller kabel (DXC-7) te
gebruiken.
Als u een willekeurige andere kabel gebruikt, kan de geluidskwaliteit verslechteren.
Belangrijkste aansluitingen
fig.CordHook
De M-16DX biedt een groot aantal aansluitingen, zodat het mogelijk is om een brede variatie aan
apparatuur aan te sluiten. Hieronder leggen we uit, hoe u de M-16DX op luidsprekers, microfoons,
geluidsinstallaties en een computer aansluit.
● Om storing en/of schade aan luidsprekers of overige apparatuur te voorkomen, dient u voordat u
aansluitingen maakt het volume op alle apparatuur helemaal omlaag te draaien en de stroomtoevoer
ervan uit te schakelen.
● Veranker het snoer van de adapter, door het om de kabelhaak heen te wikkelen (zie afbeelding). Zo
voorkomt u dat de stekker per ongeluk uit het apparaat wordt getrokken, en voorkomt u dat er
overmatige druk op de adapter jack wordt uitgeoefend.
21
Page 22
Standaard gebruik
Voorbeeld 1) Thuisstudio
fig.Connection-1-e
Computer
Meegeleverde
adapter
Akoestische
gitaar
(Condensator)microfoon
2 OUT
18 IN
(Condensator)microfoon
*1
*2
DIGITAL OUT
CD speler of ander
geluidsapparaat
Keyboard 1
Keyboard 2
Digitale versterkte monitor
Stereo
koptelefoon
22
Gitaar met meerdere effectenBasgitaar
*3 *4
*1Als u een basgitaar direct aansluit, schakelt u de [Hi-Z] schakelaar van kanaal 2 in. Als u tussen de
basgitaar en de LINE IN jack een effect processor heeft aangesloten, schakelt u de [Hi-Z] schakelaar
uit.
*2Als u een condensator microfoon aansluit, waarvoor fantoomvoeding nodig is, schakelt u de
[PHANTOM] schakelaar in.
Bij de standaardinstellingen wordt er aan alle MIC aansluitingen, kanaal 1-4, fantoomvoeding
geleverd. U kunt echter een systeeminstelling wijzigen (p. 45), zodat de fantoomvoeding alleen aan
kanaal 3 en 4 wordt geleverd.
*3Als u een apparaat digitaal op de DIGITAL IN jack heeft aangesloten, dient u de [DIGITAL] knop in
te schakelen (verlicht). U dient ervoor te zorgen, dat de sample frequentie van het aangesloten
apparaat en de M-16DX overeenstemmen (p. 45).
*4De audio signalen van de computer worden op kanaal 13/14 ingevoerd. Druk op de [USB] knop,
zodat deze oplicht.
Page 23
Voorbeeld 2) Eenvoudige PA
fig.Connection-2-e
Multi-effectapparaat
Draagbaar
opname
apparaat
Standaard gebruik
Monitor speaker
Monitor speaker
Versterker
18 IN
Computer
Meegeleverde
adapter
Dynamische microfoon
voor vocalen
Basversterker
Drummachine
Bas-
gitaar
Direct
Box
*2
Electro-
akoestische
gitaar
DIGITAL
OUT
Versterker
Keyboard 1
Keyboard 2
Stereo
koptelefoon
Draagbare
audio speler
*1
Gitaar met
Gitaarversterker
meerdere effecten
*1Als u een apparaat digitaal op de DIGITAL IN jack heeft aangesloten, dient u de [DIGITAL] knop in
te schakelen (verlicht). U dient de sample frequentie van het aangesloten apparaat en die van de
M-16DX op elkaar af te stemmen (p. 45).
*2Als u een dynamische microfoon heeft aangesloten, schakelt u de [PHANTOM] schakelaar uit.
23
Page 24
Standaard gebruik
If you've connected a dynamic mic, turn the [PHANTOM] switch off.
Voorbeeld 3) Computermuziek
fig.Connection-3-e
Geluidsmodule
Computer
Meegeleverde
adapter
Dynamische microfoon
voor zang
2 OUT
18 IN
Versterkte monitor
Condensator-
*1
microfoon
voor vocalen
*2
Draagbaar opname apparaat
Keyboard
Geluidsmodule
Versterkte monitor
Draagbare audio speler
MD player/recorder
Stereo
koptelefoon
24
Elektrische
gitaar
CD speler
Condensator microfoon
Akoestische gitaar
*3*4
*1Als u een elektrische gitaar direct aansluit, schakelt u de [Hi-Z] schakelaar van kanaal 2 in. Als u
tussen de elektrische gitaar en de LINE IN jack een effect processor heeft aangesloten, schakelt u de
[Hi-Z] schakelaar uit.
*2Als u een condensator microfoon aansluit, waarvoor fantoomvoeding nodig is, schakelt u de
[PHANTOM] schakelaar in.
Bij de standaardinstellingen wordt er aan alle MIC aansluitingen, kanaal 1-4, fantoomvoeding
geleverd. U kunt echter een systeeminstelling wijzigen (p. 45), zodat de fantoomvoeding alleen aan
kanaal 3 en 4 wordt geleverd.
*3Als u een apparaat digitaal op de DIGITAL IN jack heeft aangesloten, dient u de [DIGITAL] knop in
te schakelen (verlicht).
U dient ervoor te zorgen, dat de sample frequentie van het aangesloten apparaat en de M-16DX
overeenstemmen (p. 45).
*4De audio signalen van de computer worden op kanaal 13/14 ingevoerd. Druk op de [USB] knop,
zodat deze oplicht.
Page 25
Standaard gebruik
Het apparaat aanzetten
Als de aansluitingen eenmaal zijn voltooid (p. 21 – p. 24), zet u
uw diverse apparaten in de aangegeven volgorde aan. Als u
de apparaten in de verkeerde volgorde aanzet, riskeert u
storing en/of schade aan luidsprekers en andere apparaten.
1. Zet de kanaal LEVEL draaiknoppen op de ‘U’
stand.
fig.Adj-Ch-Level
2. Zet de MAIN MIX LEVEL draaiknop en de
PHONES/CTRL ROOM draaiknop op de “-∞”
stand.
* Verlaag het MAIN MIX LEVEL volume en het koptelefoon
volume, alvorens u de stroomtoevoer inschakelt. Zelfs als het
volume helemaal omlaag is gedraaid, hoort u wellicht enig
geluid. Dit is geen storing.
fig.Adj-MAIN MIX
5. Schakel de [POWER] schakelaar van de M-16DX
(I/O module) in.
De POWER indicator licht op.
Nadat u het apparaat heeft aangezet, geeft het
beeldvenster het niveaumetervenster weer.
fig.03-Setup
6. Zet uw versterker en versterkte monitors aan.
Het apparaat uitzetten
1. Zorg er voor het uitzetten van het apparaat voor
dat u de volgende handelingen heeft gedaan.
• De MAIN MIX LEVEL draaiknop van de M-16DX is op
de “-∞” stand gezet.
• Het volume van de aangesloten apparatuur is helemaal
omlaag gedraaid.
2. Zet uw versterker en versterkte monitors uit.
3. Schakel de [POWER] schakelaar van de M-16DX
(I/O module) uit.
3. Zet uw digitaal aangesloten apparatuur aan.
4. Zet uw analoog aangesloten apparatuur (zoals
muziekinstrumenten, geluidsmodulen, effect
processors, microfoons, CD spelers, etc.) aan.
4. Zet uw analoog aangesloten apparatuur
(muziekinstrumenten, geluidsmodulen, effect
processors, microfoons, CD spelers, etc.) uit.
5. Zet uw digitaal aangesloten apparatuur uit.
25
Page 26
Standaard gebruik
Basale bediening
fig.Basic Operation
2
5
4
7
3
1. Draai de MAIN MIX LEVEL draaiknop langzaam
naar rechts, tot hij op een geschikte stand staat.
2. Gebruik de SENS draaiknoppen om de invoer-
gevoeligheid van kanaal 1-4 aan te passen.
* Als u met zo weinig mogelijk ruis en vervorming wilt mixen,
past u de SENS draaiknop zo aan, dat bij het luidste signaal het
bovenste blokje “” van de niveaumeter in het beeldvenster
niet oplicht.
Als u de [SOLO (PRE FADER)] schakelaar indrukt, kunt
u tijdens het aanpassen van de invoergevoeligheid op de
meter voor het uitgaande niveau het niveau bekijken.
3. Gebruik de kanaal LEVEL draaiknoppen om het
volume van elk kanaal aan te passen.
4. Gebruik voor kanaal 1-4 de PAN draaiknoppen
om de pan aan te passen. Gebruik voor kanaal
5-12 de BAL draaiknoppen om de L/R volumebalans aan te passen.
5. Gebruik de EQ draaiknoppen om het hoge, mid-
den en lage frequentiegebied aan te passen.
Als u aan deze draaiknoppen draait, verschijnt het
equalizer venster in het beeldvenster. Hierin worden de
huidige instellingen, zowel in cijfers als grafisch,
weergegeven.
1, 6
fig.03-EQ-e
Midden frequentie
Bandbreedte van het middengebied
U kunt de midden frequentie van het hoge, midden en
lage frequentiegebied, en de breedte van het midden
frequentiegebied (MID Q) wijzigen.
➝ ‘Gedetailleerde instellingen maken voor de equalizer’
(p. 29).
6. Als het niveau van alle aangesloten apparaten
heeft aangepast, verhoogt u de MAIN MIX
LEVEL draaiknop, totdat het overkoepelende
volume een geschikt niveau bereikt.
* Pas de draaiknop zo aan dat het ‘20’ (dB) segment van de
niveaumeter slechts af en toe knippert, wanneer het signaal het
maximale inkomende niveau bereikt.
7. Als u het geluid via een koptelefoon of op de
CONTROL ROOM jacks aangesloten monitors
wilt beluisteren, gebruikt u de PHONES/CTRL
ROOM draaiknop om het volume aan te passen.
26
Page 27
Standaard gebruik
[SOLO] (PRE FADER) schakelaars
Als u deze schakelaar inschakelt (), hoort u het pre-fader
signaal (voordat het door het kanaalvolume heen gaat) van
het bijbehorende kanaal via de koptelefoon of de monitors, die
op de CONTROL ROOM jacks zijn aangesloten.
Zelfs als het kanaalvolume helemaal omlaag is gedraaid, kunt
u met behulp van deze methode het kanaal waarvan u de
[SOLO] schakelaar heeft ingeschakeld beluisteren.
* Zelfs als er één [SOLO] schakelaar is ingeschakeld, knippert de
[MUTE MAIN MIX] schakelaar.
* De niveaumeter geeft het niveau van het pre-fader signaal weer.
In geval van kanaal 1-4 dient u deze niveau indicatie in de gaten
te houden, terwijl u met behulp van de SENS draaiknop het
volume aanpast.
[MUTE] (ALT) schakelaars
Als u deze schakelaar inschakelt (), wordt het signaal
van het bijbehorende kanaal niet via de MAIN OUT jacks
maar via de ALT OUT jacks uitgevoerd. Hierdoor kunt u het
geluid van bepaalde kanalen tijdelijk onhoorbaar maken.
Als een kanaal via de ALT OUT jacks wordt uitgevoerd,
wordt het kanaalnummer in het niveaumetervenster
gemarkeerd.
fig.02-MUTE-ALT
[SEL] knoppen
ls u op deze knop drukt (licht op), verschijnt het ‘parametervenster’ van het geselecteerde kanaal in het beeldvenster.
U kunt deze knop op elk willekeurige moment indrukken om
tussen het ‘parameter’ venster en het ‘equalizer’ venster te
wisselen.
In dit venster kunt u de instellingen aanpassen, terwijl u de
cijferwaarden bekijkt.
* Door op de [DISPLAY] knop te drukken kunt u naar het
Dit is een handige manier om tijdens het opvragen van
een scene de instellingen van elk kanaal te controleren
(p. 43).
Zie ‘Gedetailleerde instellingen maken voor de equalizer’
(p. 29) voor details over hoe u de middenfrequenties en
MID Q van de equalizer wijzigt.
27
Page 28
Standaard gebruik
De M-16DX met een
computer gebruiken
De M-16DX is met een USB aansluiting uitgerust, zodat u hem
op een computer kunt aansluiten.
Als het apparaat door middel van een USB kabel op een computer is aangesloten, worden geluidssignalen die een computer uitvoert in de M-16DX ingevoerd en gemixt, en worden de
geluidssignalen die de M-16DX heeft gemixt naar een computer gestuurd.
Nadat u de M-16DX heeft gebruikt om het geluid te mixen en
er effecten op toe te passen, kunt u uw software voor muziekproductie of wave bewerking op een computer gebruiken om
oorspronkelijke audio gegevens te produceren.
* De M-16DX ondersteunt USB 2.0, zodat u zestien invoerkanalen
plus de MAIN OUT (in totaal 18 kanalen met signalen) naar een
computer kunt versturen.
* Als u de M-16DX op uw computer heeft aangesloten, terwijl u de
24-bit/96 Hz instelling heeft ingeschakeld, is de Finalize functie
niet beschikbaar (p. 41).
16DX via een USB kabel op de computer is aangesloten.
De driver verstuurt gegevens van de applicatiesoftware naar
de M-16DX en geeft gegevens van de M-16DX aan de applicatie software door.
Om de M-16DX via USB op een computer aan te
kunnen sluiten, dient u de driver te installeren.
Installeer de driver volgens de beschrijving in
het losse document ‘Driverinstallatie en
instellingen’.
Wat is een driver?
fig.Driver-e
Applicatiesoftware
Driver
Computer
USB aansluiting
USB kabel
M-16DX
De driver is software, die gegevens tussen de M-16DX en de
applicatiesoftware op de computer uitwisselt, wanneer de M-
I/O module
28
Page 29
Gevorderd gebruik
Gedetailleerde instellingen maken voor de equalizer
Naast het aanpassen van de hoge, midden en lage frequentieniveaus van de equalizer, kunt u tevens de Mid
fig.EQ-01
fig.EQ-02
Q en de frequentie van elke band wijzigen.
1.Druk voor het kanaal, waarvan u de equalizer
instellingen wilt bewerken, meerdere malen op de
[SEL] knop, totdat het equalizer venster verschijnt.
2.Gebruik de CURSOR [BWD] [FWD] knoppen om de
parameter die u wilt bewerken te selecteren.
De geselecteerde parameter wordt gemarkeerd.
3.Gebruik de VALUE [-] [+] knoppen om de waarde te bewerken.
ParameterBeschrijving
HMidden frequentie van het hoge gebied
MMidden frequentie van het midden gebied
LMidden frequentie van het lage gebied
MIDQBreedte van het mid-frequentiegebied
Als het equalizer venster wordt weergegeven, kunt u de FREQ draaiknop van het 16 BAND GRAPHIC
EQ gedeelte gebruiken om de MID frequentie aan te passen en met behulp van de LEVEL draaiknop de
MID Q aanpassen.
29
Page 30
Gevorderd gebruik
Het toegewezen vocale/gesproken effect (invoegeffect) gebruiken
De M-16DX biedt vijf toegewezen vocale/gesproken invoegeffecten, die op COSM technologie zijn gebaseerd.
Deze effecten kunnen direct op kanaal 1 en 2 worden toegepast.
U kunt de instellingen van het invoegeffect bewerken, zodat het het voor uw invoerbron of omstandigheden juiste
effect kunt bereiken.
De bewerkte instellingen blijven zelfs na het uitzetten van het apparaat bewaard.
Wat is COSM (Composite Object Sound Modeling (samengesteld object geluidsmodulatie)?
Dit is modulatietechnologie van Roland. Deze analyseert de diverse elementen die het geluid
beïnvloeden – zoals elektronische circuits, structuren en materialen – en verzamelt ze om zo het
gewenste geluid te reconstrueren.
De effectinstellingen bewerken
fig.INSFX-01
1.Druk op de [INSERT FX] knop, zodat deze oplicht.
Hiermee schakelt u het invoegeffect in.
Het invoeggeffectvenster verschijnt.
* Als de [INSERT FX] knop verlicht is en er toch een ander venster
wordt weergegeven, zorgt het indrukken van de [INSERT FX] knop
fig.INSFX-02
ervoor dat het invoegeffectvenster verschijnt.
Als het invoegeffectvenster al wordt weergegeven, schakelt
het indrukken van de [INSERT FX] knop ervoor dat het
invoegeffect wordt uitgeschakeld en de verlichting van de
knop uit gaat.
Een effecttype selecteren
fig.INSFX-01
2.Gebruik de CURSOR [BWD] [FWD] knoppen om de
cursor naar het effecttype te verplaatsen.
3.Gebruik de VALUE [-] [+] knoppen om een
effecttype te selecteren.
De parameters bewerken
fig.INSFX-03
4.Gebruik de CURSOR [BWD] [FWD] knoppen om de
cursor naar de te bewerken parameter te
verplaatsen.
5.Gebruik de VALUE [-] [+] knoppen om de waarde te
bewerken.
Als u op de [+] knop drukt, terwijl u de [-] knop ingedrukt houdt of op de [-] knop drukt, terwijl u de [+] knop
ingedrukt houdt, verandert de waarde sneller, zodat u op efficiëntere wijze kunt bewerken.
Als de [INSERT FX] knop verlicht is, kunt u het invoegeffect op elk willekeurige moment uitschakelen door
de [DISPLAY] knop ingedrukt te houden en op de [INSERT FX] knop te drukken.
30
Page 31
Overzicht van effecten
■ Power Cmp1
Dit effect regelt een COSM effect, dat een buizenversterker en een compressor simuleert. Het versterkt dunne
geluiden die weinig laag hebben, zodat deze zwaarder en krachtiger worden.
■ Power Cmp2
Dit effect regelt een COSM effect, dat een buizenversterker en een compressor simuleert. Het versterkt het
middengebied, en creëert een vet vocaal geluid.
■ Power Cmp3
Dit effect regelt een COSM effect, dat een buizenversterker en een compressor simuleert. Het versterkt het
hoge gebied. Dit is ideaal voor delicate, akoestische gitaargeluiden.
Dit biedt tevens een manier om geluiden, die het risico lopen onder andere luide geluiden begraven te
worden, een grotere helderheid te geven.
ParameterBereikUitleg
NS-90.0– -40 dB
(Power Cmp1)
BASS
(Power Cmp2)
TONE
(Power Cmp3)
BRIGHT
TUBE0–100
COMP0–100
0–100
0–100
0–100
Gevorderd gebruik
Vermindert ruis die op lage volume op de achtergrond van de stem optreedt.
Bij hogere waarden van deze instelling worden luidere geluiden verminderd.
* Als u dit effect in te hoge mate toepast, kunnen het begin (attack) en eind (decay)
van de stem op onnatuurlijke wijze worden afgebroken of kan de stem minder
goed verstaanbaar worden.
Past voornamelijk de geluidssterkte van het lage frequentiegebied aan.
Als u deze instelling verhoogt, wordt het lage frequentiegebied versterkt.
Past voornamelijk de geluidssterkte van het midden frequentiegebied aan.
Als u deze instelling verhoogt, wordt het midden frequentiegebied versterkt.
Past voornamelijk de geluidssterkte van het hoge frequentiegebied aan.
Als u deze instelling verhoogt, wordt het hoge frequentiegebied versterkt.
Dit is een COSM effect, dat een buizenversterker simuleert.
Het zorgt voor het soort natuurlijk klinkende vervorming waardoor een vacuüumbuis wordt gekenmerkt.
Als u deze instelling verhoogt, wordt de distortion vergroot.
* Aangezien dit effect de subtiele eigenschappen van een buizenversterker
nabootst, kan het in sommige gevallen moeilijk zijn om het resultaat waar te
nemen.
Verlaagt de drempel van de compressor (d.w.z. het volumeniveau, waarop
de compressor begint te werken), en verhoogt gelijktijdig het volume.
Het resultaat is het gelijk maken van de volumeniveaus van de luide en zacht
geluiden, waarbij de algemene geluidssterkte wordt verhoogd. Als u deze instelling verhoogt, gaat het niveau omhoog.
In tegenstelling tot het eenvoudigweg verhogen van het volume zorgt dit effect voor een breder en zwaarder geluid.
De compressordrempel is voor kanaal 1 en 2 gelijk. Dit houdt in, dat u
COMP voor kanaal 1 en 2 in stereo kunt gebruiken, of voor slechts één van
beide kanalen.
* U dient erop te letten, dat u de effecten niet overmatig toepast. Dit kan tot meer ruis leiden of ervoor zorgen dat het
geluid wordt gedempt als luide geluiden teveel worden onderdrukt.
31
Page 32
Gevorderd gebruik
■ Vocal Enh. (vocale enhancer)
Dit effect regelt een 4-bands equalizer, zodat de stem helderder en duidelijker wordt.
Dit effect heeft uitwerking op de basiscomponenten van het stemgeluid, evenals op de componenten die de
stem karakter geven, waarbij de betreffende componenten worden versterkt of verminderd. U kunt dit
gebruiken om het karakter van gesproken tekst van een toneelstuk te benadrukken of bij het opnemen van
vocalen.
ParameterBereikUitleg
NS-90.0– -40 dB
TONE0–100
BRIGHT0–100
Vermindert ruis die op lage volume op de achtergrond van de stem optreedt.
Bij hogere waarden van deze instelling worden luidere geluiden verminderd.
* Als u dit effect in te hoge mate toepast, kunnen het begin (attack) en eind
(decay) van de stem op onnatuurlijke wijze worden afgebroken of kan de
stem minder goed verstaanbaar worden.
Versterkt het frequentiegebied dat het basiscomponent van de stem
vormt.
Als u deze waarde verhoogt, wordt het stemgeluid rijker in klank; door
de waarde te verlagen kunt u ongewenste resonans of een te hoog volume verminderen.
Vergroot de helderheid.
Hoe hoger de waarde, hoe helderder het geluid.
■ Narration (gesproken tekst)
Dit effect regelt een de-esser en enhancer, zodat de stem duidelijker en verstaanbaarder wordt.
Het minimaliseert de sisklanken (*1), die u hoort als u stemgeluiden inmixt, zodat de stem beter beluisterbaar
wordt.
Bij videobewerking is dit een handig effect voor het opnemen van een voice-over, vertelling of lezing.
(*1) Sisklanken zijn de ‘s’ klanken in woorden.
ParameterBereikUitleg
Vermindert de ruis, die op lage volume op de achtergrond van de stem
optreedt.
Bij hogere waarden van deze instelling, worden luidere geluiden ver-
NS-90.0– -40 dB
ATTACK0–100
CLARITY0–100
DEESSER0–100
minderd.
* Als u dit effect in te hoge mate toepast, kunnen het begin (attack) en eind
(decay) van de stem op onnatuurlijke wijze worden afgebroken of kan de
stem minder goed verstaanbaar worden.
Benadrukt de dynamiek van een stem.
Als u deze instelling verhoogt, krijgt u een groter gevoel van attack.
Bepaalt de mate van het effect, dat de stem verduidelijkt. Als u deze instelling verhoogt, wordt het effect in hogere mate toegepast.
* Als dit effect op een stem die al duidelijk is overmatig wordt toegepast, kan
het geluid onplezierig of vervormd worden.
Vermindert de sisklanken.
Als u deze instelling verhoogt, wordt het effect in hogere mate toegepast.
32
Page 33
Echo/reverb toepassen (FX)
In de categorie effecten, die het uitgaande signaal verwerken, biedt de M-16DX twee soorten echo en vijf
soorten reverb.
U kunt de parameters van het echo/reverb effect naar wens en smaak bewerken.
Gebruik de AUX/FX draaiknoppen om voor elke invoer de diepte van de echo/reverb aan te passen (p. 12).
De bewerkte instellingen blijven zelfs na het uitzetten van het apparaat bewaard.
De effectinstellingen bewerken
fig.FX-01
1.Druk op de [FX] knop, zodat deze oplicht. Hiermee
schakelt u het effect in.
Het FX venster verschijnt.
* Als de [FX] knop verlicht is en er toch een ander venster wordt
weergegeven, zorgt het indrukken van de [FX] knop ervoor dat
het echo/reverb venster verschijnt.
fig.FX-02
Als het FX venster al wordt weergegeven, schakelt het
indrukken van de [FX] knop ervoor dat het effect wordt
uitgeschakeld en de verlichting van de knop uit gaat.
Gevorderd gebruik
Het effecttype selecteren
fig.FX-01
2.Gebruik de CURSOR [BWD] [FWD] knoppen om de
cursor naar het effecttype te verplaatsen.
3.Gebruik de VALUE [-] [+] knoppen om een
effecttype te selecteren.
De parameters bewerken
fig.FX-03
4.Gebruik de CURSOR [BWD] [FWD] knoppen om de
cursor naar de te bewerken parameter te
verplaatsen.
5.Gebruik de VALUE [-] [+] knoppen om de waarde te
bewerken.
Als u op de [+] knop drukt terwijl u de [-] knop ingedrukt houdt of op de [-] knop drukt, terwijl u de [+] knop
ingedrukt houdt, verandert de waarde sneller, zodat u op efficiëntere wijze kunt bewerken.
Als de [FX] knop verlicht is, kunt u het effect op elk willekeurige moment uitschakelen door de [DISPLAY]
knop ingedrukt te houden en op de [INSERT FX] knop te drukken.
33
Page 34
Gevorderd gebruik
Overzicht van effecten
■ SHORT ECHO
Dit is een echo effect geluid op korte intervallen herhaalt.
ParameterBereikUitleg
DELY10–200 (ms)Past de afstand tussen de herhalingen aan.
REPT0.0–6.0 (s)Past de duur (tijd) van de herhalingen aan.
■ ECHO
Dit is een echo effect, dat het geluid op langere intervallen herhaalt.
Parameter BereikUitleg
TIME0.0–6.0 (s)Past de duur (tijd) van de herhalingen aan.
DAMP315–8k (Hz), BYP
■ ROOM
Dit effect simuleert de galm van een kamer van een levendig huis of een club.
Bepaalt vanaf welke frequentie het herhaalde geluid wordt afgezwakt. Bij een instelling van ‘BYP’ wordt het herhaalde geluid
niet afgezwakt.
■ SMALL HALL
Dit effect simuleert de galm van een kleine concertzaal.
ParameterBereikUitleg
P.DLY0.0–160 (ms)Past het moment, waarop de galm hoorbaar wordt aan.
TIME0.0–6.0 (s)Past de duur (tijd) van de reverb.
DAMP315–8k (Hz), BYP
Bepaalt vanaf welke frequentie de galm wordt afgezwakt. Bij een
instelling van ‘BYP’ wordt het herhaalde geluid niet afgezwakt.
■ LARGE HALL
Dit effect simuleert de galm van een grote concertzaal of sporthal.
ParameterBereikUitleg
P.DLY0.0–160 (ms)Past het moment, waarop de galm hoorbaar wordt aan.
TIME0.0–6.0 (s)Past de duur (tijd) van de reverb.
DAMP315–8k (Hz), BYP
Bepaalt vanaf welke frequentie de galm wordt afgezwakt. Bij een
instelling van ‘BYP’ wordt het herhaalde geluid niet afgezwakt.
34
Page 35
Gevorderd gebruik
Het uitgaande signaal aan de omgeving aanpassen (Room
Acoustic Control)
De term ‘ruimtelijke akoestiek’ verwijst naar de algemene akoestische eigenschappen van de omgeving waarin u
geluid maakt, inclusief de respons van de luidsprekers die u gebruikt.
De M-16DX biedt een ‘Room Acoustic Auto Control’ functie, die de akoestiek van een ruimte automatisch
compenseert. Met één druk op de knop voert deze functie de volgende commando’s uit:
(1) Voert een testsignaal van de M-16DX uit, en speelt het signaal via de aangesloten monitors af.
(2) Spoort met behulp van de Room Acoustic Sensor het geluid dat door de monitors wordt afgespeeld op,
en analyseert de frequentierespons hiervan.
(3) Past op basis van het resultaat van de analyse de respons van het uitgaande signaal aan.
Het resultaat van deze automatische aanpassing kan, indien gewenst, verder worden aangepast.
Als u de regelfunctie voor ruimtelijke akoestiek gebruikt, worden de instellingen van de 16-bands grafische equalizer
(p. 40) genegeerd.
Afhankelijk van de omgeving waarin u zich bevindt, kan het zijn dat de automatische aanpassing niet voldoende is
om een optimaal resultaat te behalen. In dit geval kunt u naast de automatische aanpassingen handmatige
aanpassingen uitvoeren.
U kunt kiezen of de Room Acoustic Control functie op de MAIN OUT jacks of de PHONES/CONTROL ROOM jacks
wordt toegepast.
➝ ‘De uitvoer selecteren waarop de Room Acoustic Control en Finalize functies worden toegepast (RAC -
FINALIZE)’ (p. 45)
U kunt de boven en ondergrens van de frequenties die automatisch worden aangepast aangeven.
➝ ‘Het frequentiegebied dat de Room Acoustic Auto Control analyseert aanpassen (RAC Freq >= / RAC Freq <=)’ (p. 45)
Automatische aanpassing (Room Acoustic Auto Control)
Om met behulp van deze functie de best mogelijke resultaten te behalen, dient u de volgende punten in
acht te nemen.
fig.RAC_Caution-e
• Plaats uw apparatuur zo dat de ruimtelijke akoestiek
sensor of microfoon (als de functieschakelaar op EXT is
ingesteld) zich op het luisterpunt bevindt.
• Plaats uw apparatuur zo dat de linker en rechter monitor
(luidsprekers) zich op dezelfde afstand van de sensor/
microfoon bevinden.
• Plaats de sensor/microfoon zoveel mogelijk op oorhoogte
op het luisterpunt.
• Plaats geen obstakels in de buurt van de sensor/microfoon.
• Plaats tijdens het maken van de aanpassingen de mix
controller of microfoon niet op een voorwerp dat
gemakkelijk kan resoneren (zoals een lege kist of
standaard).
*Een dergelijk voorwerp kan met het testsignaal gaan resoneren, zodat er lichte vibraties ontstaan, die een juiste meting
kunnen verstoren.
Bij monitors (luidsprekers) met een laag uitgaand niveau, kan het testsignaal wellicht niet worden opgespoord en
wordt de analyse wellicht niet gestart. In dit geval raden we u aan om de analyse handmatig uit te voeren (p. 39).
Zelfde
afstand
35
Page 36
Gevorderd gebruik
W
1.Gebruik de MAIN MIX LEVEL draaiknop en de volumeregelaars van de versterker of
luidspreker om het volume van het geluid van de luidsprekers op een geschikt niveau te
zetten.
Stel het volume net zo in als bij een normale weergave, wanneer u naar muziek luistert.
Als het luidsprekervolume te hoog is, wordt het testsignaal op een luid volume voortgebracht, en als het
volume te laag is, kan de sensor het testsignaal niet opsporen. Beide situaties zorgen ervoor dat de
fig.RAC-01_Left-e
fig.RAC-02
ffig.RAC-03
automatische aanpassing niet op juiste wijze kan plaatsvinden.
2.Druk op de [ROOM ACOUSTIC AUTO CONTROL] knop.
De [ROOM ACOUSTIC AUTO CONTROL] knop en de [16 BAND
GRAPHIC EQ] knop lichten op, en het Room Acoustic Control
venster verschijnt.
* U kunt in de systeeminstellingen (p. 45) het bereik van de te analyseren
frequenties aanpassen.
Als u op de [ROOM ACOUSTIC AUTO CONTROL] knop drukt
terwijl dit venster wordt weergegeven, wordt de Room Acoustic
Control functie uitgeschakeld en gaat de verlichting van de knop uit.
eergegeven
kanaal
Amplitude
Frequentieresponscurve
Bereik van geanalyseerde
3.Gebruik de CURSOR [BWD] [FWD] knoppen om de
cursor naar de responscurve te verplaatsen.
4.Gebruik de VALUE [-] [+] knoppen om de responscurve
te selecteren die als index voor de aanpassing fungeert.
frequenties
FLAT 1–4Vlakke respons
BUMPY 1–4
WARMY 1–4
* U kunt voor elke frequentieresponscurve vier varianten maken. Bij de fabrieksinstellingen hebben 1-4 allemaal dezelfde
instellingen. U kunt voor verschillend gebruik de amplitude van de curven naar wens aanpassen.
De Room Acoustic Control functie maakt gebruik van vier vensters om een variatie aan informatie weer te geven.
Als u van venster wilt wisselen,
gebruikt u de CURSOR [BWD]
[FWD] knoppen om de cursor
naar het weergavekanaal te
verplaatsen, en selecteert u met
behulp van de VALUE [-] [+]
knoppen het gewenste venster.
* Als u ‘FREQ’ heeft geselecteerd, kunt
de amplitude van de responscurve
niet aanpassen.
* De volgende keer dat u naar het
Room Acoustic Control venster gaat,
verschijnt het venster dat u als laatst
had geselecteerd.
Responscurven, die de lage en hoge frequentiegebieden versterken, zodat er een zogenaamd ‘scooped’ (uitgehold) geluid wordt voortgebracht.
Responscurven, die het middengebied versterken, zodat er een rijk en warm geluid wordt
voortgebracht.
LEFT
De frequentierespons en
grafische equalizer instellingen
van het linker kanaal bekijken.
L&R
De grafische equalizer instellingen
van zowel L al R bekijken.
RIGHT
De frequentierespons en
grafische equalizer instellingen
van het rechter kanaal bekijken.
FREQ
De frequentierespons van zowel
het L als het R kanaal bekijken.
36
Page 37
fig.RAC-04
5.Druk op de CURSOR [BWD] [FWD] knoppen om de
cursor naar de amplitude van de responscurve te
verplaatsen.
6.Gebruik de VALUE [-] [+] knoppen om de amplitude
van de responscurve aan te passen.
* Als u als responscurve FLAT heeft geselecteerd, kunt u de amplitude niet aanpassen.
Bereik
70–100–130%
Als de [ROOM ACOUSTIC AUTO CONTROL] knop verlicht is, kunt u de Room Acoustic Control functie op
elk willekeurige moment uitschakelen door de [DISPLAY] knop ingedrukt te houden en op de [ROOM
ACOUSTIC AUTO CONTROL] knop te drukken.
Analyse en automatische aanpassing
fig.RAC-Lstart
7.Om de analyse te starten houdt u de [ROOM
ACOUSTIC AUTO CONTROL] knop voor tenminste één
seconde ingedrukt.
De [ROOM ACOUSTIC AUTO CONTROL] knop gaat knipperen
en alle inkomende kanalen van de mixer worden onhoorbaar
gemaakt.
Gevorderd gebruik
Er wordt een testsignaal uitgevoerd. Verhoog het uitgaande
niveau, als het venster ‘Turn Up Level’ weergeeft of verlaag het
uitgaande niveau, als het venster ‘Turn Down Level’ weergeeft.
Wanneer de sensor/microfoon het testsignaal oppikt, geeft het venster ‘Measuring’ weer, en wordt de analyse
van het L kanaal automatisch gestart.
* Als u het commando wilt annuleren, drukt u op de [DISPLAY] (EXIT) knop.
Als het venster niet de ‘Measuring’ melding weergeeft (d.w.z., als het testsignaal niet kan worden
opgespoord), controleert u de volgende instellingen of past u ze aan.
• Staat de MAIN MIX LEVEL draaiknop wellicht te laag?
Idealiter dient de draaiknop in de buurt van de ‘U’ stand te zijn ingesteld.
• Is het versterker of luidsprekervolume te laag?
Pas het afspeelvolume zo aan dat het op een soortgelijk niveau staat als wanneer u normaalgesproken
muziek luistert.
* Als u het volume te hoog zet, riskeert u storingen van uw luidsprekers. Houd het volume binnen het bereik
van een normaal afspeelvolume.
• Is de sensor/microfoon wellicht te ver van de luidsprekers af geplaatst?
• Is de sensor/microfoon op de luidsprekers gericht?
Als de analyse nog steeds niet automatisch wordt gestart, kan bij uw installatie het testsignaal niet
worden opgespoord.
Druk op de [DISPLAY] knop om de analyse af te breken. We raden u aan om de analyse handmatig uit te
voeren.
37
Page 38
Gevorderd gebruik
fig.RAC-Rstart
fig.RAC-14
Zodra de analyse en aanpassing van het L kanaal is voltooid,
begint die van het R kanaal.
Er wordt een testsignaal uitgevoerd. Verhoog het uitgaande
niveau als het venster ‘Turn Up Level’ weergeeft of verlaag
het uitgaande niveau, als het venster ‘Turn Down Level’
weergeeft.
Wanneer de sensor/microfoon het testsignaal oppikt, geeft
het venster ‘Measuring’ weer, en wordt de analyse van het R
kanaal gestart.
De aanpassing voltooien
Als de analyse en aanpassing voor beide kanalen zijn
voltooid, wordt de [ROOM ACOUSTIC AUTO CONTROL]
knop in plaats van te knipperen continu verlicht, en geeft het
venster het resultaat van de aanpassing weer.
Zodra de aanpassing is voltooid, worden de inkomende
kanalen weer hoorbaar gemaakt, en keert de M-16DX naar
zijn normale bediening terug.
8.Beluister het aangepaste geluid
De frequentieresponscurve en de bijbehorende amplitude worden smen met de resultaten van de aanpassing
(grafische equalizer instellingen) als set opgeslagen. (Deze blijft zelfs na het uitzetten van het apparaat
bewaard).
* Als u naar de standaard instellingen wilt terugkeren, voert u het Initialize commando uit.
9.Gebruik de CURSOR [BWD] [FWD] knoppen om de cursor naar de percentage indicatie te
verplaatsen, en gebruik de VALUE [-] [+] knoppen om het percentage, waarmee de
resultaten van de automatische aanpassing worden toegepast, te wijzigen.
BereikUitleg
Bij een instelling van 100% worden de resultaten van de aanpassing zonder verdere wij-
70–100–130%
fig.RAC-13
Op basis van het aangegeven percentage zullen de grafische
equalizer instellingen ook wijzigen.
Grafische equalizer instellingen
Corrigeer de frequentierespons tijdens het beluisteren van het geluid, bijvoorbeeld door niveaus die teveel
zijn verhoogd te verlagen.
fig.RAC-15
zigingen toegepast. Instellingen onder de 100% verminderen het effect van de aanpassingsresultaten, en instellingen boven de 100% zorgen ervoor dat de resultaten in
hogere mate worden toegepast.
1.Gebruik de FREQ draaiknop om een frequentie te
selecteren.
2.Gebruik de GAIN draaiknop om het niveau aan te
passen.
De geselecteerde frequentie en het niveau worden links in het venster weergegeven.
Aanpassingsinstellingen opvragen
fig.RAC-16
Als u de [ROOM ACOUSTIC] knop indrukt, zodat deze
oplicht, en de Room Acoustic Control functie inschakelt,
worden de laatst geselecteerde instellingen opgevraagd.
U kunt nu de CURSOR [BWD] [FWD] knoppen gebruiken
om de cursor naar de frequentieresponscurve te verplaatsen,
en met behulp van de VALUE [-] [+] knoppen van curve
wisselen. De amplitude en het aanpassingsresultaat
(grafische equalizer instellingen), die als set bij de
resonscurve zijn opgeslagen, worden opgevraagd.
U kunt deze functie gebruiken als voorgeprogrammeerde equalizer met zestien verschillende geheugens.
39
Page 40
Gevorderd gebruik
De 16-bands grafische equalizer gebruiken
Als u de Room Acoustic Control functie niet gebruikt, kunt u het uitgaande signaal aanpassen met behulp
van de zestien-bands grafische equalizer.
fig.GEQ-01
Dit heeft geen invloed op de Room Acoustic Control instellingen.
1.Druk op de [16 BAND GRAPHIC EQ] knop, zodat
deze oplicht.
De grafische equalizer wordt ingeschakeld, en het equalizer
venster verschijnt.
fig.GEQ-02
fig.GEQ-03
* De laatst toegewezen grafische equalizer instelling wordt opgevraagd.
Als u op de [16 BAND GRAPHIC EQ] knop drukt, terwijl het
equalizer venster wordt weergegeven, wordt de grafische
equalizer uitgeschakeld en gaat de verlichting van de knop
uit.
2.Gebruik de FREQ draaiknop om een frequentie te
selecteren.
3.Gebruik de GAIN draaiknop om het niveau aan te
passen.
De geselecteerde frequentie en het niveau worden links in het venster weergegeven.
U kunt deze stappen ook met behulp van de CURSOR [BWD] [FWD] en de VALUE [-] [+] knoppen uitvoeren.
Een goed gebalanceerd geluid creëren (Finalize)
Nadat u de geluiden van elk kanaal heeft gemengd, kunt u een goed gebalanceerd geluid creëren, door het
overkoepelende volume en de geluidssterkte consequenter te maken.
Dit proces wordt ‘afwerken’ of eindmix genoemd, en wordt met behulp van een multi-band compressor en
een enhancer uitgevoerd.
De M-16DX biedt zes Finalize effecten.
U kunt de Finalize instellingen aanpassen, zodat u het bij uw behoeften passende resultaat kunt creëren.
Als u van een USB aansluiting gebruik maakt en de M-16DX op een sample frequentie van 96 Hz draait, is de
Finalize functie niet beschikbaar.
U kunt kiezen of de Finalize functie op de MAIN OUT jacks of de PHONES/CONTROL ROOM jacks wordt
toegepast.
➝ ‘De uitvoer selecteren waarop de Room Acoustic Control en Finalize functies worden toegepast (RAC -
FINALIZE)’ (p. 45)
De bewerkte instellingen blijven zelfs na het uitzetten van het apparaat bewaard.
40
Page 41
De effectinstellingen bewerken
fig.FINAL-01
1.Druk op de [FINALIZE] knop, zodat deze oplicht.
Hiermee schakelt u het effect in.
Het Finalize venster verschijnt.
* Als de [FINALIZE] knop verlicht is en er toch een ander venster
wordt weergegeven, zorgt het indrukken van de [FINALIZE] knop
fig.FINAL-02
fig.FINAL-01
ervoor dat het Finalize venster verschijnt.
Als het Finalize venster al wordt weergegeven, schakelt het
indrukken van de [FINALIZE] knop ervoor dat het effect
wordt uitgeschakeld en de verlichting van de knop uit gaat.
Een effecttype selecteren
2.Gebruik de CURSOR [BWD] [FWD] knoppen om de
cursor naar het effecttype te verplaatsen.
3.Gebruik de VALUE [-] [+] knoppen om een
effecttype te selecteren.
Gevorderd gebruik
De parameters bewerken
fig.FINAL03
4.Gebruik de CURSOR [BWD] [FWD] knoppen om de
cursor naar de te bewerken parameter te
verplaatsen.
5.Gebruik de VALUE [-] [+] knoppen om de waarde te
bewerken.
Als u op de [+] knop drukt terwijl u de [-] knop ingedrukt houdt of op de [-] knop drukt terwijl u de [+] knop
ingedrukt houdt, verandert de waarde sneller, zodat u deze op efficiëntere wijze kunt bewerken.
Als de [FINALIZE] knop verlicht is, kunt u het invoegeffect op elk willekeurige moment uitschakelen door de
[DISPLAY] knop ingedrukt te houden en op de [FINALIZE] knop te drukken.
41
Page 42
Gevorderd gebruik
Overzicht van effecten
■ Natural
Dit effect voegt een natuurlijke afwerking toe, die het oorspronkelijke karakter van het geluid niet aantast.
Parameter BereikUitleg
CROSS10.0–14k (Hz)
COMPRESS0–100
CLARITY0–100
■ FAT Comp
Dit effect geeft een vet, robuust geluid.
ParameterBereikUitleg
L COMPRESS0–100
H COMPRESS0–100
Bepaalt op welke frequentie de lage en hoge gebieden worden gesplitst.
Verlaagt de drempel van de multi-band compressor (het volume, waarop de
compressor van toepassing wordt), en verhoogt gelijktijdig het volume.
Het resultaat is dat het niveauverschil tussen het hoge volume en het lage volume wordt afgevlakt, zodat het overkoepelende volume consequenter wordt en
de algemene geluidssterkte wordt verhoogd. Als u deze waarde verhoogt, wordt
het resultaat intenser. In tegenstelling tot het eenvoudigweg verhogen van het
volume geeft dit een breder en compacter geluid.
Regelt de enhancer, zodat deze de mate waarin het geluid wordt verduidelijkt
aangeeft. Hogere instellingen zorgen voor een groter effect.
* Als dit effect op een geluid dat al duidelijk is overmatig wordt toegepast, kan het
geluid onplezierig of vervormd worden.
Verlaagt voor de multi-band compressor de drempel van de lage frequentie en
verhoogt gelijktijdig het volume. Dit zorgt ervoor, dat het geluid van het lage
frequentiegebied dikker wordt. Als u deze waarde verhoogt, stelt u dit op een
hoger niveau in. In tegenstelling tot het eenvoudigweg verhogen van het volume maakt dit het lage frequentiegebied dikker en compacter.
Verlaagt voor de multi-band compressor de drempel van de hoge frequentie en
verhoogt gelijktijdig het volume. Dit zorgt ervoor, dat het geluid van het hoge
frequentiegebied dikker wordt. Als u deze waarde verhoogt, stelt u dit op een
hoger niveau in. In tegenstelling tot het eenvoudigweg verhogen van het volume maakt dit het hoge frequentiegebied dikker en compacter.
■ Final 1/2/3/4
Met behulp van deze effecten kunt u naar wens meer gedetailleerde instellingen maken. Bij de fabrieksinstellingen
zijn deze effecten als volgt ingesteld.
Final 1Verbetert de algemene balans.
Final 2Versterkt het lage frequentiegebied.
Final 3Verhelderd troebel geluid.
Final 4Zorgt ervoor dat tegenstrijdigheden in het geluid worden gladgestreken.
ParameterBereikUitleg
Cross10.0–14k (Hz)Bepaalt op welke frequentie de lage en hoge gebieden worden gesplitst.
ThrsL-50–0
GainL-50–24Bepaalt de hoeveelheid versterking of vermindering van het lage frequentiegebied.
ThrsH-50–0
GainH-50–24
Clarity0–100
42
Bepaalt op welk volume de compressor van het lage frequentiegebied in werking
treedt.
Bepaalt op welk volume de compressor van het hoge frequentiegebied in werking
treedt.
Bepaalt de hoeveelheid versterking of vermindering van het hoge frequentiegebied.
Regelt de enhancer, zodat deze de mate waarin het geluid wordt verduidelijkt aangeeft. Hogere instellingen zorgen voor een groter effect.
* Als dit effect op een geluid dat al duidelijk is overmatig wordt toegepast, kan het geluid
onplezierig of vervormd worden.
Page 43
Gevorderd gebruik
Mixerinstellingen (scenes) opslaan en opvragen (Scenes)
U kunt op de M-16DX acht verschillende sets met mixerinstellingen, inclusief de effecten, opslaan. Elke set met mixerinstellingen
wordt een ‘scene’ genoemd. U kunt scenes wanneer u maar wilt direct opvragen.
Een scene slaat de instellingen van het in de afbeelding
omcrikelde gebied op.
fig.SCENE-memorized
De Room Acoustic Control functie slaat alleen de
responscurve en de amplitude op.
Een scene opslaan
2. Als u van scene wilt wisselen, gebruikt u de
CURSOR [BWD] [FWD] knoppen om de op te
vragen scene te selecteren.
De instellingen van de geselecteerde scene worden direct
opgevraagd.
Afhankelijk van de instellingen van de scene die u
opvraagt, kan het volume hoger zijn dan de huidige
instellingen. Gebruik deze functie daarvan met gepaste
voorzichtigheid, en houd het volume van uw luidsprekers of koptelefoon goed in de gaten.
Als de [SCENE] knop verlicht is, zijn alleen de instellingen van de opgevraagde scene geldig. Paneelhandelingen
worden niet in het geluid weergegeven. Als u de draaiknoppen of overige regelaars op het paneel bedient, verschijnt er een melding in het venster.
fig.SCENE-04
1. Houd de [SCENE] knop tenminste één seconde
ingedrukt.
De knop gaat knipperen en het Scene Save venster verschijnt.
fig.SCENE-01
2.
Gebruik de CURSOR [BWD] [FWD] knoppen om
te selecteren welk scenenummer u op wilt slaan.
fig.SCENE-02
3. Druk op de [SCENE] knop om de instellingen in
het geheugen op te slaan.
De instellingen worden opgeslagen, het venster geeft ‘Save
Complete’ weer, en u keert naar het niveaumetervenster
terug.
Een scene opvragen
1. Druk op de [SCENE] knop, zodat deze oplicht.
De instellingen van scene 1 worden opgevraagd.
fig.SCENE-03
U kunt het volume van een kanaal aanpassen door de
[DISPLAY] knop ingedrukt te houden en aan de LEVEL
Als u op de [SCENE] knop drukt, worden alle instellingen
van de huidige scene verwijderd, en keert u naar de normale
bedieningstoestand van het apparaat terug (de stand van de
draaiknoppen en de toestand van de schakelaars op het
paneel worden in het geluid weergegeven.
Als de [SCENE] knop verlicht is, kunt u het scene op elk
willekeurige moment uitschakelen door de [DISPLAY]
knop ingedrukt te houden en op [SCENE] te drukken.
Afhankelijk van de instellingen van het voorpaneel kan
het volume hoger zijn dan de huidige instelling. Gebruik
deze functie met gepaste voorzichtigheid, en houd het
volume van luidsprekers of koptelefoon goed in de gaten.
43
Page 44
Overige functies
De functieschakelaars wijzigen
fig.FunctionSW
Het aanpassingsgebied van de SENS
draaiknoppen wijzigen (SENS RANGE)
U kunt één van de volgende twee gebieden selecteren:
In dit geval wordt in de kanaal 1 positie van het niveaumetervenster de ‘RAC’ indicatie weergegeven.
fig.Func-CH1
Als u aan de EQ draaiknoppen van kanaal 1 draait of op de
[SEL] knop drukt, verschijnt de volgende melding.
fig.Func-CH1-Caution
Schakelaar
REGULAR
NARROW
Nadat u de instelling van de functieschakelaar heeft gewijzigd, wordt de nieuwe instelling pas daadwerkelijk van kracht
zodra u aan de SENS draaiknop draait.
* Als deze schakelaar op NARROW is ingesteld, kunt u meer
gedetailleerde aanpassingen doen.
Als u aan de SENS draaiknop draait, kan het lijken alsof de
wijziging niet vloeiend plaatsvindt, maar dit duidt niet op een
storing.
BereikUitleg
MIC10–60 dB
LINE+10– -40 dBu
MIC40–60 dBOptimale in-
LINE-20– -40 dBu
Normale instelling
stelling voor
een microfoon
De sensor voor ruimtelijke akoestiek
wijzigen (RAC SOURCE)
Hiermee selecteert u welke sensor de Room Acoustic Control
functie gebruikt.
Voordat u van EXT naar INT overschakelt, dient u de
microfoon die op kanaal 1 is aangesloten los te koppelen. Als
u de microfoon niet loskoppelt, kan er een feedback loop
ontstaan, die de luidsprekers mogelijk kan beschadigen.
SchakelaarInstelling
INT
EXT
Als u EXT selecteert, functioneert kanaal 1 niet als mixerkanaal.
De sensor die in de M-16DX is ingebouwd
wordt gebruikt.
De microfoon die op kanaal 1 is aangesloten wordt als sensor gebruikt.
De systeeminstellingen
wijzigen (UTILITY)
Om uw mix op handigere en efficiëntere wijze uit te kunnen
voeren, kunt u diverse systeeminstellingen wijzigen.
U kunt de instellingen van de M-16DX tevens naar hun oorspronkelijke toestand terugbrengen.
Basisprocedure
1. Druk de CURSOR [BWD] [FWD] knoppen
gelijktijdig in.
Het Utility venster verschijnt.
fig.UTIL-01
2. Gebruik de CURSOR [BWD] [FWD] knoppen om
de instelling die u wilt wijzigen te selecteren.
De waarde van de geselecteerde parameter wordt
gemarkeerd.
fig.UTIL-02
3. Gebruik de VALUE [-] [+] knoppen om de
instelling te wijzigen.
44
Page 45
Overige functies
De helderheid van het beeldvenster
aanpassen (LCD Contrast)
U kunt het contrast (de helderheid) van het LCD beeldvenster
aanpassen.
Bereik
0–19
De samplefrequentie van de M-16DX
aanpassen (Sample Freq)
U kunt de sample frequentie van de M-16DX aanpassen.
Als u via de DIGITAL IN jack van de M-16DX een digitaal signaal invoert, dienen de sample frequentie van de M-16DX met
de sample frequentie van het inkomende digitale geluid overeen te stemmen.
* Als u deze instelling wijzigt, terwijl u het apparaat via USB heeft
aangesloten, treedt de wijziging niet direct in werking. De
wijziging wordt van kracht, zodra u de USB kabel loskoppelt en
weer aansluit of de stroomtoevoer van het apparaat uit en weer
inschakelt.
Instellingen
44.1, 48, 96 (kHz)
Het signaal van de CONTROL ROOM
jacks via de ALT OUT jacks uitvoeren
(CTRL to ALT0
U kunt via de ALT OUT jacks hetzelfde signaal als dat van de
CONTROL ROOM jacks uitvoeren.
InstellingUitleg
De Room Acoustic Control en de Finalize
functies worden op het signaal toegepast dat
MAIN
CTRL
via de MAIN OUT jacks, 2 TRACK OUT
jacks, DIGITAL IN (jack/aansluiting), CONTROL ROOM jacks en PHONES jack wordt
verzonden.
De Room Acoustic Control en de Finalize
functies worden op het signaal toegepast dat
via de CONTROL ROOM jacks en PHONES
jack wordt verzonden.
Het frequentiegebied dat de Room
Acoustic Auto Control functie
analyseert aanpassen (RAC Freq >= /
RAC Freq <=)
U kunt de onder en bovengrens van het frequentiegebied dat
de Room Acoustic Control automatisch analyseert aangeven.
Als u als sensor voor Room Acoustic Control een op kanaal 1
aangesloten microfoon gebruikt, zorgt het op de frequentie
respons van de microfoon aanpassen van deze instelling
ervoor dat de aanpassing optimaler wordt.
MAIN MIX LEVEL draaiknop = U, kanaal LEVEL draaiknoppen = {MINIMUM}
-96 dBu
MAIN MIX LEVEL draaiknop = U, kanaal LEVEL draaiknoppen = U
-83 dBu
MIC aansluitingen 1-4: -60 - -10 dBu
LINE IN jacks 1-4: -40 - +10 dBu
Maximaal ingaand niveau: nominaal ingaand niveau + 22 dB
LINE IN jacks 5-16: +0 dBu
LINE IN jacks 15-16 (RCA pin type): -10 dBu
* Maximaal ingaand niveau: nominaal ingaand niveau + 18 dB
MIC aansluitingen 1-4: 1,5 kΩ
LINE IN jacks 1-4: 20 kΩ
LINE IN jacks 5-16: 20 kΩ
LINE IN jacks 15-16 (stereo tulp type): 14 kΩ
MAIN OUT jacks/ALT OUT jacks/AUX SEND jacks 1-2: +0 dBu
2 TRACK OUT jacks L-R: -10 dBu
CONTROL ROOM jacks: -6 dBu
* Maximaal uitgaand niveau: nominaal uitgaand niveau + 22 dB
MAIN OUT jacks/ALT OUT jacks/AUX SEND jacks 1–2: 600 Ω
2 TRACK OUT jacks L–R: 1 kΩ
10 kΩ of hoger
MIC aansluitingen 1-4: XLR type (gebalanceerd / fantoomvoeding +48 V)
LINE IN jacks 1-14: 1/4 inch tulpstekker (gebalanceerd)
* LINE IN jack 1: ondersteunt gebruik van hoge impedantie
LINE IN jacks 15-16: tulpstekker
MAIN OUT jacks L-R: 1/4 inch tulpstekker (gebalanceerd)
ALT OUT jack L-R: 1/4 inch tulpstekker (gebalanceerd)
AUX SEND jacks 1-2: 1/4 inch tulpstekker (gebalanceerd)
2 TRACK OUT jacks L-R: tulpstekker
DIGITAL IN (jack/aansluiting): optisch type, coaxiaal type
DIGITAL OUTPUT jack/aansluiting: optisch type, coaxiaal type
USB aansluiting
DX BUS aansluiting: D-SUB 15 pins
53
Page 54
Belangrijkste specificaties
LINE IN jacks 15-16: 1/4 inch tulpstekker(ongebalanceerd), stereo tulpstekker
Aansluitingen
< Mix controller>
DSP verwerking
Aantal kanalen voor USB
geluidsopname/
weergave
StroomtoevoerDC 9 V (adapter)
Stroomverbruik1,4 A
Fantoomvoeding+48 V/5 mA (elke invoer)
Afmetingen
Gewicht
Accessoires
OptieController kabel: DXC-7 (D-SUB 15 pins, 7 m)
PHONES jack: stereo 1/4 inch tulpstekker
CONTROL ROOM jacks L-R: 1/4 inch tulpstekker (impedantie gebalanceerd)
DX BUS aansluiting: D-SUB 15-pins
Room Acoustic Control functie (ingebouwde microfoon)
16 bands grafische EQ
Finalize: Enhancer/multi-band compressor-limiter
Invoegeffecten: Power compressor/Vocal enhancer/Narration enhancer
Echo/Reverb: Short echo/Echo/Room reverb/Small hall reverb/Large hall reverb
Zabeel Road, Al Sherooq Bldg.,
No. 14, Grand Floor, Dubai,
U.A.E.
TEL: (04) 3360715
59
Page 60
Page 61
Lees dit eerst
M-16DX driver installatie
Controleer het pakket
Zodra u het pakket openmaakt, dient u te controleren of alle onderdelen zijn
meegeleverd.
Neem contact op met de leverancier als er onderdelen ontbreken.
❏ M-16DX
MIX controller
I/O module
❏ Controller kabel
❏ Deze wordt gebruikt om de mix controller op de I/O
module aan te sluiten.
Driver CD-ROM
Deze bevat de M-16DX driver.
❏ SONAR LE CD-ROM
De DAW software ‘SONAR LE’ is meegeleverd.
* Lees, voordat u de software installeert, de uitleg die op het CD-ROM hoesje is gedrukt.
* Voor details over hoe u de software gebruikt, zie SONAR LE ‘Help’.
❏ USB kabel
Deze wordt gebruikt om de M-16DX op de computer aan te sluiten.
❏ Lees dit eerst (dit document)
Hierin wordt uitgelegd, hoe u de driver installeert en hoe u er instellingen voor maakt.
❏ Handleiding
Hierin wordt de functionaliteit van de M-16DX uitgelegd.
❏ Overige
Stellage (rack mount) adapter
Rubberen voetjes
1
40679990 2MP
Page 62
• Mocht u de CD-ROM kwijtraken, is deze niet te koop of vervangbaar. Zorg er
daarom voor, dat u hem op een veilige plek bewaart.
• Oneigenlijke duplicatie, reproductie, verhuur of uitleen is verboden.
• In belang van productverbetering zijn de specificaties, het uiterlijk en/of de
inhoud van dit apparaat, zonder berichtgeving van tevoren, aan wijzigingen
onderhevig.
• De toelichtingen in deze handleiding bevatten afbeeldingen, die weergeven wat
het beeldvenster normaalgesproken zou moeten weergegeven. Houd er echter
rekening mee, dat het apparaat een nieuwere, uitgebreidere versie van het systeem
kan bevatten (bijv. nieuwe geluiden bevat), zodat wat u daadwerkelijk in het
beeldvenster ziet niet altijd met de afbeeldingen in de handleiding overeenkomt.
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze publicatie mag zonder schriftelijke
toestemming van ROLAND CORPORATION op enigerlei wijze worden gereproduceerd.
2
Page 63
Driverinstallatie en instellingen
In deze stap installeert u de M-16DX op een Windows XP computer. Vervolgens gebruikt
u de sample song om te controleren of de installatie is gelukt.
De installatie voorbereiden
1
Ontkoppel de USB apparaten
Ontkoppel alle USB kabels van de computer, behalve die van een USB keyboard en/of
USB muis (indien u deze gebruikt). Sluit de M-16DX nog niet op de computer aan.
Sluit alle software af.
Sluit alle software die op uw computer in gebruik is af, inclusief
achtergrondprogramma’s, zoals antivirus software.
Log op de computer onder een gebruiker account met administratieve rechten.
Om de meegeleverde software te kunnen installeren, dient u onder een gebruiker
account met administratieve rechten in te loggen.
2
Plaats de meegeleverde driver CD-ROM in de computer.
3
Start de installer van de Windows driver op.
1.Kies voor [start] — [My Computer].
2.Dubbelklik op ‘M-16DX’.
3.Dubbelklik op de ‘DRIVER’ map.
4.Dubbelklik op het ‘SETUP’ icoon.
4
Volg de instructies van het ‘Driver Setup’
dialoogvenster en klik op [Next].
1.Het ‘Driver Setup’ dialoogvenster wordt
geopend. Klik volgens de instructies in het
venster op [Next].
3
Page 64
2.Klik nogmaals op [Next] om de installatieprocedure te starten.
Als er een dialoogvenster met betrekking tot een Windows logotest verschijnt, klikt
u op [Continue Anyway].
* Als u niet verder kunt, klikt u op de [OK] knop. Vervolgens maakt u vervolgens de juiste
driver signing instellingen (referentie) en voert u de installatieprocedure nogmaals uit.
3.Er verschijnt een dialoogvenster met de melding ‘Ready to install the driver’.
U bent nu klaar om de driver te installeren.
4
Page 65
Installeer de driver en maak de aansluitingen
1
Sluit de M-16DX met behulp van de USB
kabel op de computer aan.
1.Zet de [POWER] schakelaar van de
M-16DX op ‘Off’ (uit).
2.Gebruik de USB kabel om de M-16DX op
uw computer aan te sluiten.
1
Zet de M-16DX aan.
1.Zet de [POWER] schakelaar van de
M-16DX op ‘On’ (aan).
2.De melding ‘Found New Hardware’
verschijnt in de takenbalk. Vervolgens
wordt de ‘Found New Hardware Wizard’ geopend.
Als de Found New Hardware Wizard u
vraagt of u met Windows Update wilt
verbinden, kiest u voor ‘No, …’ en klikt u
vervolgens op [Next].
Computer
I/O module
Achterpaneel
2
Kies de installatiemethode.
1.Kies voor ‘Install the software
automatically (Recommended), en
klik op [Next].
Als er een dialoogvenster met betrekking
tot een Windows logotest verschijnt, klikt u
op [Continue Anyway].
3
Klik op [Finish] om de installatie te
voltooien.
1.Zorg ervoor, dat er ‘EDIROL M-16DX’
wordt weergegeven, en klik op [Finish].
2.Klik in het ‘Driver Setup’ dialoogvenster
op [Close].
3.Als het ‘Change System Settings’
dialoogvenster verschijnt, klikt u op [Yes].
Hiermee voltooit u de installatie van de driver.
Zodra de driverinstallatie is voltooid, licht de [USB] knop van de M-16DX op.
5
Page 66
Driverinstellingen
Om de software optimaal te kunnen gebruiken, dient u de juiste apparaat instellingen te
maken.
Apparaat voor audio invoer/uitvoer
■ De audioconfiguratie van de M-16DX
In totaal heeft de M-16DX 20 kanalen voor geluidsinvoer/uitvoer; 18 INs en2 OUTs. (Zie
‘Blokdiagram’ in de Handleiding).
• IN: WAVE IN 1-18, in totaal 18 ingangen
• OUT: WAVE OTU 1-2, in totaal 2 uitgangen
■ Apparaat instellingen voor audio invoer/uitvoer
Deze driver ondersteunt WDM/ASIO. Zie de uitleg hieronder, en selecteer de voor de
applicatie geschikte optie.
Beschikbare poorten een poortnamen
Als SEPARATED Ports
(gescheiden poorten)
(*1) zijn uitgeschakeld
(off)
Als SEPARATED Ports
(gescheiden poorten)
(*1) zijn ingeschakeld
(on)
Aantal
beschikbare
poorten
EDIROL M-16DX EDIROL M-16DX 18 In/2 Out
M-16DX In 1-2
SEPARATED
M-16DX In 3-4
SEPARATED
WDM
ASIOEDIROL M-16DX 18 In/2 Out
(*1) SEPARATED Ports (WDM)
Voor details over hoe u SEPARATED Ports inschakelt (aanzet), zie ‘Gescheiden poorten
gebruiken’ (p. 11).
(*2)
U kunt het signaal van voordat het door de MAIN MIX LEVEL draaiknop heen komt,
ongewijzigd opnemen. (Zie ‘Blokdiagram’ in de Handleiding).
M-16DX In 5-6
SEPARATED
:
:
M-16DX In 15-16
SEPARATED
M-16DX In 17-18
SEPARATED (*2)
2 In
2 In
2 In
2 In
2 In
:
:
6
Page 67
WDM
Gebruik deze optie voor de volgende applicaties of doeleinden. U kunt 18 ingangen en 2
uitgangen gebruiken.
• Conventionele applicaties, zoals Media Player
(Voor details over de instellingen zie ‘De invoer/uitvoer bestemming aangeven’
(p. 8)).
• Applicaties die met de WDM driver functie compatibel zijn, zoals SONAR.
• DirectSound compatibele applicaties
ASIO
Gebruik deze optie, wanneer u de M-16DX met een ASIO-compatibele applicatie, zoals
Cubase, wilt gebruiken.
In de ASIO instellingen van de applicatie, selecteert u ‘EDIROL M-16DX’. U kunt 18
ingangen en 2 uitgangen gebruiken.
* Om een audio feedback loop of dubbele weergave te voorkomen, dient u middels de instellingen
van de applicatie de monitorfunctie uit te schakelen.
* Als u de M-16DX met ASIO gebruikt, raden we u aan om de applicatie zo in te stellen, dat deze
geen gebruik maakt van Microsoft GS Wavetable SW Synth. (Om de last te verminderen, en voor
handig gebruik tijdens het wijzigen van de bufferomvang van de driver).
* Als het sample tempo van de M-16DX anders is dan de Cubase SX projectinstelling, kan er in
Cubase SX een melding als ‘Sample could not be set’ verschijnen, en kunt u wellicht niet juist
opnemen of afspelen. Open in dit geval ‘Project Setup’. Zorg ervoor, dat de sample tempi
overeenstemmen, en klik vervolgens op [OK].
7
Page 68
De invoer/uitvoer bestemming aangeven
* Afhankelijk van hoe het systeem is ingesteld, is het mogelijk dat het ‘Sound and Audio
Devices’ icoon direct in het ‘Control Panel’ (klassieke weergave) wordt weergegeven. In dit geval klikt u op het ‘Sound and Audio Devices’ icoon.
1
Open het ‘Sounds and Audio Devices Propterties’ dialoogvenster.
1.Klik op de Windows Start knop, en kies in het menu, dat verschijnt voor ‘Settings |
Control Panel’.
2.Klik bij ‘Pick a Category’ op ‘Sound, Speech, and Audio Devices’.
3.Klik bij ‘or pick a Control Panel icon’ op het ‘sounds and Audio Devices’
icon.
2
Klik op de ‘Audio’ tab.
3
Klik bij ‘Sound Playback’ en ‘Sound
recording’ op het Default Device veld.
Kies in de lijst, die voor elk veld verschijnt, voor
het onderstaande apparaat.
Sound playbackEDIROL M-16DX
Sound recordingEDIROL M-16DX
[WAVE OUT/WAVE IN Device]
EDIROL M-16DX
Stereo geluidssignalen worden via ingang 1-2
ingevoerd. Zie ‘SEPARATED Ports’, als u
andere ingangen wilt gebruiken.
4
Klik op [OK] om het ‘Sounds and Audio Devices Properties’ dialoogvenster af te
sluiten.
Hiermee voltooit u de audio en MIDI invoer/uitvoer instellingen.
Ga door met ‘Controleren of u geluid hoort’ (p. 9).
8
Page 69
Controleren of u geluid hoort
Laten we nu de sample song afspelen, zodat we kunnen controleren of alle aansluitingen
en instellingen juist zijn. Voor het afspelen van de sample song, die op de meegeleverde
CD-ROM staat, gebruiken we de standaard Windows functionaliteit.
Sluit, voordat u verder gaat, een koptelefoon of monitor speakers op de M-16DX aan. Zie
de beschrijving onder ‘Belangrijkste aansluitingen’ (Handleiding).
1
Zorg ervoor, dat de [USB] knop van de M-16DX verlicht is.
Als deze niet verlicht is, is of de USB aansluiting niet goed gemaakt of de driver niet
volledig geïnstalleerd.
2
Plaats de driver CD-ROM in de CD-ROM drive van de computer.
3
Versleep ‘TTears (.mp3)’ uit de ‘SampleSong’ map van de driver CD-ROM naar
het bureaublad.
4
Klik met de rechter muisknop op het ‘TTears’ (.mp3)’ bestand, dat u heeft
gekopieerd, en kies in het menu dat verschijnt voor ‘Play’.
De weergave begint.
Als de sample data op correcte wijze worden afgespeeld, is de M-16DX op de juiste wijze
op de computer aangesloten, en ook de driver op de juiste wijze geïnstalleerd.
Gebruik de kanaal LEVEL draaiknop (13/14) van de M-16DX om het volume aan te
passen.
Zonder toestemming van de houder van het auteursrecht is andersoortig gebruik van de song
gegevens, die bij dit product zijn geleverd, dan voor privé, persoonlijk plezier wettelijk
verboden. Bovendien mogen deze gegevens zonder toestemming van de auteursrechthouder niet
worden gekopieerd, of in een secundair werk, waarop auteursrecht van toepassing is, worden
gebruikt.
9
Page 70
De audio latentie aanpassen
U kunt de latentie van het geluid aanpassen door de driver instellingen te wijzigen. Als u
de latentie aan wilt passen, wijzigt u de bufferomvang in het dialoogvenster voor de
driver instellingen.
* Latentie is de tijdsvertraging tussen het moment dat de sequencer software de audio data gaat
afspelen totdat het geluid daadwerkelijk via een geluidsinstallatie als de M-16DX hoorbaar is.
Als u de driver instellingen wilt wijzigen of controleren, dient u op de computer in te loggen met
een gebruiker account met administratieve rechten.
1
Zorg er bij het wijzigen van de driver instellingen voor, dat u altijd eerst alle
applicaties die van de M-16DX gebruik maken, afsluit.
* Dit is niet nodig, als u de gegevens alleen maar wilt controleren.
1
Kies voor [start] – [Control Panel].
Het ‘Control Panel’ wordt geopend.
1
Open het ‘Control Panel’ en dubbelklik op ‘EDIROL M-16DX’.
Het ‘EDIROL M-16DX Driver Settings’ dialoogvenster verschijnt.
* Als u het bovenstaande icoon niet kunt vinden, klikt u op ‘Switch to Classic View’.
1
Pas de bufferomvang aan.
1.Zet de ‘Audio Buffer Size’ helemaal
naar links (Min).
1
Klik op [OK] om het ‘EDIROL M-16DX
Driver Settings’ dialoogvenster af te
sluiten.
1
Start de software, die van de M-16DX gebruik maakt, opnieuw op.
Als u software gebruikt met een testfunctie voor geluidsapparatuur, zorgt u ervoor, dat
de tests worden uitgevoerd.
1
Speel audio data op de software af.
Als u klikjes of plofjes hoort, herhaalt u deze procedure, waarbij u in stap 4 de
bufferomvang geleidelijk verhoogt, net zolang tot u geen klikjes of plofjes meer hoort.
* De geluids instellingen van de software zorgen wellicht ook voor een aanpassing van de
bufferomvang of latentie. Zie de handleiding van de software voor details.
10
Page 71
Gescheiden poorten gebruiken
Als u in de applicatie, die u gebruikt, ingang 3-18 van de M-16DX niet als
invoerbestemming kunt selecteren, kunt u de SEPARATED Ports functie inschakelen,
zodat u deze poorten als invoerbestemming kunt selecteren.
* Als u software gebruikt die meerdere poorten ondersteunt, zoals SONAR, hoeft u de gescheiden
poorten niet in te schakelen.
Als u de driver instellingen wilt wijzigen of controleren, dient u op de computer in te loggen met
een gebruiker account met administratieve rechten.
1
Zorg er bij het wijzigen van de driver instellingen voor dat u altijd eerst alle
applicaties, die van de M-16DX gebruik maken, afsluit.
* Dit is niet nodig als u de gegevens alleen maar wilt controleren.
2
Kies voor [start] – [Control Panel].
Het ‘Control Panel’ wordt geopend.
3
Open het ‘Control Panel’ en dubbelklik op ‘EDIROL M-16DX’.
Het ‘EDIROL M-16DX Driver Settings’ dialoogvenster verschijnt.
* Als u het bovenstaande icoon niet kunt vinden, klikt u op ‘Switch to Classic View’.
4
Selecteer het ‘Use SEPARATED Ports’
aanvink vakje.
De gescheiden poorten zijn ingeschakeld.
5
Klik op [OK] om het ‘EDIROL M-16DX
Driver Settings’ dialoogvenster af te
sluiten.
6
Zet de M-16DX uit en vervolgens weer aan.
Nu kunt u in de software de volgende poorten
selecteren.
11
Page 72
De ASIO bufferomvang minimaliseren
Als u de M-16DX met ASIO-compatibele software gebruikt, kunt u de bufferomvang
minimaliseren. Als u klikjes of plofjes in het geluid waarneemt, vinkt u dit vakje uit.
* Na het aanpassen van de bufferomvang van de audio invoer/uitvoer (p. 10) vinkt u de ‘Use
Smaller ASIO Buffer Size’ instelling aan, en zorgt u er, voordat u verder gaat, voor dat u
geen klikjes of plofjes waarneemt.
Als u de driver instellingen wilt wijzigen of controleren, dient u op de computer in te loggen met
een gebruiker account met administratieve rechten.
1
Zorg er bij het wijzigen van de driver instellingen voor dat u altijd eerst alle
applicaties die van de M-16DX gebruik makene afsluit.
* Dit is niet nodig als u de gegevens alleen maar wilt controleren.
2
Kies voor [start] – [Control Panel].
Het ‘Control Panel’ wordt geopend.
3
Open het ‘Control Panel’ en dubbelklik op ‘EDIROL M-16DX’.
Het ‘EDIROL M-16DX Driver Settings’ dialoogvenster verschijnt.
* Als u het bovenstaande icoon niet kunt vinden, klikt u op ‘Switch to Classic View’.
4
Selecteer het ‘Use Smaller Asio Buffer
Size’ aanvinkvakje.
5
Klik op [OK] om het ‘EDIROL M-16DX
Driver Settings’ dialoogvenster af te
sluiten.
6
Zet de M-16DX uit en vervolgens weer aan.
12
Page 73
Instellingen maken voor verwerking op de achtergrond
Om ervoor te zorgen, dat MIDI verwerking op vloeiende wijze plaatsvindt, dient u de
volgende instellingen te maken, zodat achtergrond verwerking prioriteit geniet.
1
Open het System Properties dialoogvenster.
1.Kies voor [start] – [Control Panel].
Het ‘Control Panel’ wordt geopend.
2.Als het venster ‘Pick a Category’
aangeeft, klikt u op [Performance and
Maintenance].
3.Klik bij ‘or pick a Control Panel icon’
op het [System] icon.
2
Open het System Properties dialoogvenster.
1.Klik op de ‘Advanced’ tab, en klik in het ‘Performance’ veld op [Settings].
3
Schakel ‘Background services’ in.
1.Klik op de ‘Advanced’ tab.
2.Kies in het ‘Processor scheduling’ veld
voor de ‘Background services’ optie,
en klik op [OK].
3.Klik in het System Properties
dialoogvenster op [OK].
Hiermee voltooit u de instellingen voor
achtergrond verwerking.
13
Page 74
MEMO
14
Page 75
MEMO
15
Page 76
MEMO
16
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.